Aeg-Electrolux BE7314421M Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

BC5003001
NL
OVEN GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar
minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om
al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg-electrolux.com/shop
2
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie
7 Beschrijving van het product
8 Voor het eerste gebruik
9 Dagelijks gebruik
11 Klokfuncties
13 Gebruik van de accessoires
14 Extra functies
15 Nuttige aanwijzingen en tips
23 Onderhoud en reiniging
26 Problemen oplossen
28 Milieubescherming
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw
persoonlijke veiligheid en informatie
over het voorkomen van schade aan
het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Inhoud
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
Uit respect voor het milieu
Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installa-
tie of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over
het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kin-
deren mogen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als
het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het
apparaat.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem con-
tact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade
te voorkomen.
Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen bescha-
digd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on-
geldig maken.
Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens
de installatie.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
4
Veiligheidsinformatie
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contac-
topening hebben met een minimale breedte van 3mm.
U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zeke-
ringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschake-
laars en contactgevers.
Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie
begint.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aan-
sluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat
te gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom-
voorziening in uw woning.
Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of
beschadigd raken achter het apparaat.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker -
indien van toepassing.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat
niet voor commerciële of industriële doeleinden.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichame-
lijk letsel of schade aan eigendommen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
De binnenkant van het apparaat en de accessoires worden heet tijdens gebruik. Er kun-
nen brandwonden ontstaan. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u toebehoren of pan-
nen plaatst of verwijdert.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de
emaille van de oven te voorkomen.
Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan
staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet
met aluminiumfolie;
Veiligheidsinformatie
5
plaats heet water niet direct in het apparaat;
haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
Verkleuring van het emaille heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds-
handelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen
brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap per-
manente vlekken maakt.
Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het ap-
paraat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of
bijtende producten.
Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars
Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schra-
per. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplin-
teren.
Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze
te vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing).
Brandgevaar
Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht
ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc-
ten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het
apparaat.
Ovenlampje
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt.
Er bestaat risico op elektrische schokken!
6
Veiligheidsinformatie
Service-afdeling
Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
de service-afdeling.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in
het apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
4 632 5
1
13
7
8
9
10
11
12
5
4
3
2
1
1 Bedieningspaneel
2 Bedieningsknop voor ovenfuncties
3 Power lamp/symbool
4 Elektronische tijdschakelklok
5 Temperatuurregelknop
6 Temperatuurlamp/symbool/indicatielampje
7 Verwarmingselement
Beschrijving van het product
7
8 Ovenlampje
9 Ventilator
10 Verwarmingselement achterwand
11 Onderwarmte
12 Inschuifrails, verwijderbaar
13 Rekstanden
Ovenaccessoires
Bakrooster
Voor servies, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Combischaal
Voor gebak en koekjes. Voor braden en roos-
teren of als pan om vet op te vangen.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
8
Voor het eerste gebruik
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Eerste aansluiting op het elektriciteitsnet
Na de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op het display en-
kele seconden branden. In de volgende seconden toont het display de softwareversie.
De dagtijd instellen
Nadat de softwareversie is verdwenen, toont het display en " 12:00 ". " 12 " knippert.
1. Druk op
of op om het huidige uur in te stellen.
2. Druk op
om te bevestigen (alleen bij de eerste instelling, later wordt een nieuwe
tijd automatisch opgeslagen na 5 seconden).
Het display toont
en het ingestelde uur. " 00 " knippert.
3. Druk op
of op om de huidige minuten in te stellen.
4. Druk op
om te bevestigen (alleen bij de eerste instelling, later wordt een nieuwe
tijd automatisch opgeslagen na 5 seconden).
Het display Temperatuur/Tijd geeft de nieuwe tijd weer.
De dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven is uitgeschakeld.
Druk op
. De ingestelde tijd en het symbool knipperen op het display. Voer de pro-
cedure "De dagtijd instellen" uit om de nieuwe tijd in te stellen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De bedieningsknop
komt naar voren.
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2. Zet de temperatuurknop
/ op de gewenste temperatuur.
3.
Zet de functieknop van de oven in de uit-positie ("0") om het toestel uit te schakelen.
Knopsymbool, indicatielampje of lampje (afhankelijk van het model - zie
apparaatoverzicht):
Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt.
Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is.
Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur
bedient.
Dagelijks gebruik
9
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
Snel opwarmen Om de opwarmtijd te verkorten.
Multi hetelucht Om maximaal op drie ovenniveaus tegelijkertijd te bak-
ken. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C la-
ger in dan bij Conventioneel (boven-/onderwarmte). En
om voedsel te drogen.
Pizza hetelucht Voor het bakken op één niveau van gerechten met een
meer intensieve bruinering en een krokante korst. Stel
de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan
bij Conventioneel (boven-/onderwarmte).
Boven + onderwarmte Bakken en braden op één ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een krokante of knap-
perige bodem en het bewaren van voedsel.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Grill Voor het roosteren van plat voedsel in het midden van
het rooster en voor het maken van toast.
Grill intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelhe-
den en voor het maken van toast.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogel-
te op één niveau. Ook om te gratineren en te bruineren.
Functie Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen verkort de opwarmtijd.
1. Stel de functie Snel opwarmen in. Zie de ovenfunctietabel.
2. Zet de temperatuurknop
/ op de gewenste temperatuur.
3. Er wordt een geluidsignaal geactiveerd wanneer de gewenste temperatuur is bereikt.
4. Stel een correcte ovenfunctie in.
De functie Snel opwarmen stopt niet met opwarmen na een geluidsignaal.
10
Dagelijks gebruik
Display
1 Timer
2 Opwarmen / Restwarmte-indicatie
3 Waterreservoir (alleen geselecteerde
modellen)
4 Kerntemperatuursensor (alleen gese-
lecteerde modellen)
5 Deurvergrendeling (alleen geselecteer-
de modellen)
6 u / min
7 Klokfuncties
17 2 3
4567
Toetsen
Toets Functie Beschrijving
KLOK Klokfunctie instellen.
,
MINUS, PLUS Een waarde instellen voor de tijd
KOOKWEKKER Zo stelt u de kookwekker in. Houd de knop
meer dan 3 seconden ingedrukt om het lamp-
je in de oven IN/UIT te schakelen.
TEMPERATUUR Zo controleert u de temperatuur in de oven.
Zo controleert u de kerntemperatuur van de
sensor, als deze is aangesloten (indien van
toepassing). Gebruik dit alleen wanneer de
ovenfunctie is ingesteld.
Opwarmen / Restwarmte-indicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes op het display één voor één branden.
De balkjes geven aan dat de oventemperatuur toeneemt of afneemt.
KLOKFUNCTIES
SYM-
BOOL
FUNCTIE BESCHRIJVING
KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd.
Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
DAGTIJD Met deze functie kunt u de tijd regelen. Zie 'De dagtijd instel-
len'.
DUUR Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld om in
te stellen hoe lang de oven moet werken.
Klokfuncties
11
SYM-
BOOL
FUNCTIE BESCHRIJVING
EINDE Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld om in
te stellen wanneer de oven moet stoppen. Duur en einde kun-
nen gelijktijdig worden gebruikt (tijdvertraging), wanneer
het apparaat op een later tijdstip automatisch wordt in- en
uitgeschakeld.
Druk opnieuw op om tussen de klokfuncties te schakelen.
Gebruik om de instellingen voor de klokfuncties te bevestigen of wacht 5 seconden
op een automatische bevestiging.
De DUUR of het EINDE instellen
1. Druk herhaaldelijk op tot het display of toont.
of knippert op het display.
2. Druk op
of op om de minuten in te stellen.
3. Druk op
om te bevestigen.
4. Druk op
of op om het gewenste uur in te stellen.
5. Druk op
om te bevestigen.
Nadat de tijd is afgelopen, werkt er gedurende 2 minuten een geluidsignaal. Het sym-
bool of en de tijdinstelling knipperen op het display. De oven stopt.
6. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen.
Als u op de knop drukt terwijl u het uur instelt voor de DUUR , gaat het toestel
naar de instelling van de functie EINDE
.
Wanneer de functie EINDE wordt geactiveerd, toont de Timer/Restwarmte-indicatie de af-
stand tussen de Dagtijd en de ingestelde EINDE-tijd.
De KOOKWEKKER instellen
Gebruik de kookwekker om een afteltijd (maximaal 23:59 minuten) in te stellen. Deze func-
tie heeft geen invloed op de werking van de oven
Stel de functie in wanneer het toestel is uitgeschakeld:
1. Druk op
.
en " 00 " knipperen op het display.
2. Druk op
of op om de seconden in te stellen.
3. Gebruik dezelfde procedure om minuten en uren in te stellen.
Na het instellen van de uren, kunnen de minuten en vervolgens de seconden op het
display worden ingesteld. Symbool
verschijnt op het display.
4. De KOOKWEKKER gaat automatisch na 5 seconden werken.
Na 90% van de ingestelde bereidingstijd klinkt er een geluidssignaal.
12
Klokfuncties
5. Als de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er gedurende 2 minuten een geluidsinaal en
verschijnt " 00:00 " en knipperend op het display.
U kunt de KOOKWEKKER op elk moment instellen, ook als de oven uit staat.
Als u de KOOKWEKKER instelt als BEREIDINGSDUUR of EINDE lopen, gaat het symbool
aan op het display. Het symbool voor de timer/restwarmte toont de verhouding tussen
de ingestelde en huidige tijd van de BEREIDINGSDUUR (of EINDE).
Timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om bij te houden hoe lang de oven werkt. Deze wordt
onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint met opwarmen.
De timer met optelfunctie resetten: houd
en ingedrukt om de timer opnieuw te
laten tellen.
U kunt de timer met optelfunctie niet gebruiken als Duur of Einde is ingesteld.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Ovenaccessoires plaatsen
De pan en het draadplateau hebben zijranden.
Deze randen en de vorm van de geleidestangen
bieden kantelbeveiliging voor de ovenaccessoires.
Gebruik van de accessoires
13
Het draadplateau en de pan samen plaatsen
Plaats het draadplateau op de pan. Duw de pan
in de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
EXTRA FUNCTIES
Kinderbeveiliging
U kunt het toestel niet inschakelen wanneer de kinderbeveiliging is ingeschakeld.
De kinderbeveiliging inschakelen/uitschakelen:
1. Stel geen ovenfunctie in.
2. Houd
en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt.
3.
Er klinkt een geluidsignaal. SAFE gaat aan/uit (wanneer u de kinderbeveiliging inscha-
kelt/uitschakelt) op het display Temperatuur/Tijd.
Restwarmte-indicatie
Het display toont de restwarmte-indicatie na het einde van elke kooksessie wanneer de
temperatuur in de oven meer dan 40°C bedraagt. Gebruik de temperatuurknop om de
oventemperatuur op het display weer te geven.
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan
de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
Automatische uitschakeling
Het toestel schakelt zichzelf na enige tijd uit om veiligheidsredenen:
als een ovenfunctie actief is.
als u de oventemperatuur niet verandert.
Oventemperatuur Uitschakeltijd
30 °C -120 °C 12,5 u.
120 °C - 200 °C 8,5 u.
200 °C -250 °C 5,5 u.
250 °C -maximum °C 3,0 u.
14
Extra functies
Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om het toestel op-
nieuw te activeren.
De Automatische uitschakeling werkt bij alle ovenfuncties, met uitzondering van Lampje,
Bereidingen op lage temperatuur, Kerntemperatuursensor, Duur, Einde en Tijdvertraging.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Binnenkant van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het volgende aan de binnenkant van de ovendeur:
de nummers van de ovenniveaus (geselecteerde modellen)
informatie over de ovenfuncties, aanbevolen niveaus en temperaturen voor karakteris-
tieke gerechten (geselecteerde modellen).
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Bakken op één ovenniveau:
Gebak in vormen
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Tulband of brio-
che
Multi hetelucht 1 150-160 0:50-1:10
Zandgebak/fruit-
gebak
Multi hetelucht 1 140-160 1:10-1:30
Cake, zacht Multi hetelucht 2 140 0:35-0:50
Cake, zacht Boven + onder-
warmte
2 160 0:35-0:50
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Multi hetelucht 2
170-180
1)
0:10-0:25
Taartbodem -
roerdeeg
Multi hetelucht 2 150-170 0:20-0:25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
Multi hetelucht 2 160 1:10-1:30
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
Boven + onder-
warmte
2 180 1:10-1:30
Kwarktaart Boven + onder-
warmte
1 170-190 1:00-1:30
1) Oven voorverwarmen
Nuttige aanwijzingen en tips
15
Cakes/pastijen/gebak op bakblik
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Vlechtbrood/
broodkrans
Boven + onder-
warmte
3 170-190 0:30-0:40
Kerststol Boven + onder-
warmte
2
160-180
1)
0:50-1:10
Brood (rogge-
brood)
1. Eerste deel
van het bak-
proces.
2. Tweede deel
van het bak-
proces.
Boven + onder-
warmte
1
1.
230
1)
2. 160-180
1. 0:20
2. 0:30-1:00
Roomsoezen/
tompoezen
Boven + onder-
warmte
3
190-210
1)
0:20-0:35
Koninginnen-
brood (opgerolde
cake met jam)
Boven + onder-
warmte
3
180-200
1)
0:10-0:20
Kruimeltaart
(droog)
Normaal hete
lucht
3 150-160 0:20-0:40
Amandelcake/
suikertaart
Boven + onder-
warmte
3
190-210
1)
0:20-0:30
Vruchtentaart
(bereid met gist-
deeg/roerdeeg)
2)
Normaal hete
lucht
3 150 0:35-0:50
Vruchtentaart
(bereid met gist-
deeg/roerdeeg)
2)
Boven + onder-
warmte
3 170 0:35-0:50
Vruchtencake
met kruimeldeeg
Normaal hete
lucht
3 160-170 0:40-1:20
Plaatkoek met
kwetsbare garne-
ring (bijvoorbeeld
kwark, room,
puddingvulling)
Boven + onder-
warmte
3
160-180
1)
0:40-1:20
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik de lekbak of braadslede
Koekjes
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Zandkoekjes Multi hetelucht 3 150-160 0:10-0:20
Shortbread/ Dee-
greepjes
Multi hetelucht 3 140 0:20-0:30
16
Nuttige aanwijzingen en tips
Type van bakken Ovenfunctie Ovenniveau Temperatuur °C Tijd uren:min.
Shortbread/ Dee-
greepjes
Boven + onder-
warmte
3
160
1)
0:20-0:30
Roerdeegkoekjes Multi hetelucht 3 150-160 0:15-0:20
Eiwitgebak,
schuimgebak
Multi hetelucht 3 80-100 2:00-2:30
Bitterkoekjes Multi hetelucht 3 100-120 0:30-0:50
Klein gerezen ge-
bak
Multi hetelucht 3 150-160 0:20-0:40
Bladerdeeg 0:20-0:30
Broodjes Multi hetelucht 3
160
1)
0:10-0:25
Broodjes
Boven + onder-
warmte
3
190-210
1)
0:10-0:25
Small cakes (20
per plaat)
Multi hetelucht 3
140
1)
0:20-0:30
Small cakes (20
per plaat)
Boven + onder-
warmte
3
170
1)
0:20-0:30
1) Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Cakes/pastijen/gebak op bakblik
Type van bakken
Normaal hete
lucht
Normaal hete
lucht
Temperatuur in
°C
Tijdsinstelling
Uren:min.
Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
Roomsoezen/
tompoezen
1/4 -
160-180
1)
0:25-0:45
Kruimeltaart 1/4 - 150-160 0:30-0:45
1) Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Type van bakken
Multi hetelucht Multi hetelucht
Temperatuur in
°C
Tijdsinstelling
Uren:min.
Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
Zandkoekjes 1/4 1/3/5 150-160 0:20-0:40
Shortbread/ Dee-
greepjes
1/4 1/3/5 140 0:25-0:50
Roerdeegkoekjes 1/4 - 160-170 0:25-0:40
Eiwitgebak,
schuimgebak
1/4 - 80-100 2:10-2:50
Nuttige aanwijzingen en tips
17
Type van bakken
Multi hetelucht Multi hetelucht
Temperatuur in
°C
Tijdsinstelling
Uren:min.
Inzetniveaus vanaf de bodem
2 niveaus 3 niveaus
Bitterkoekjes 1/4 - 100-120 0:40-1:20
Klein gerezen ge-
bak
1/4 - 160-170 0:30-0:60
Bladerdeeg 1/4 -
170-180
1)
0:30-0:50
Broodjes 1/4 - 180 0:30-0:55
Small cakes (20
per plaat)
1/4 -
150
1)
0:25-0:40
1) Oven voorverwarmen
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is te
licht van kleur
Verkeerde ovenniveau Plaats de cake lager
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te hoge oventemperatuur
Stel de oventemperatuur iets
lager in
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te korte baktijd
Baktijd verlengen. Baktijden
kunnen niet worden verkort
door hogere baktemperatu-
ren
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te veel vocht in het deeg.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenmachi-
nes
De cake is te droog. Te lage oventemperatuur Oventemperatuur verhogen
De cake is te droog. Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
Gebak wordt ongelijkmatig
bruin
Te hoge oventemperatuur en
te korte baktijd.
De oventemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlengen.
Gebak wordt ongelijkmatig
bruin
Het deeg is niet gelijkmatig ver-
deeld
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat
Gebak wordt niet gaar binnen
de aangegeven baktijd
Te lage temperatuur.
Oveninstelling iets hoger in-
stellen
Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd uren:min.
Pastaschotel
Boven + onder-
warmte
1 180-200 0:45-1:00
Lasagne
Boven + onder-
warmte
1 180-200 0:25-0:40
18
Nuttige aanwijzingen en tips
Schotel Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur °C Tijd uren:min.
Groentegratin
Circulatiegrill of
bereiding met he-
te lucht
1 160-170 0:15-0:30
Stokbroden be-
dekt met gesmol-
ten kaas
Circulatiegrill of
bereiding met he-
te lucht
1 160-170 0:15-0:30
Zoete ovenscho-
tels
Boven + onder-
warmte
1 180-200 0:40-0:60
Visschotels
Boven + onder-
warmte
1 180-200 0:30-1:00
Gevulde groente
Circulatiegrill of
bereiding met he-
te lucht
1 160-170 0:30-1:00
Braden met circulatiegrill
Rundsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stoofvlees 1-1,5 kg
Boven + on-
derwarmte
1 230 120-150
Rosbief of osse-
haas: rood
per cm. dikte Circulatiegrill 1
190-200
1)
5-6
Rosbief of osse-
haas: gemiddelde
per cm. dikte Circulatiegrill 1
180-190
1)
6-8
Rosbief of osse-
haas: van binnen
doorbakken
per cm. dikte Circulatiegrill 1
170-180
1)
8-10
1) Oven voorverwarmen
Varkensvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Schouderstuk,
nekstuk, hamlap
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 90-120
Tussenribstuk,
casselerrib
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 170-180 60-90
Gehaktbrood 750 g-1 kg Circulatiegrill 1 160-170 50-60
Varkensribstuk
(voorgekookt)
750 g-1 kg Circulatiegrill 1 150-170 90-120
Nuttige aanwijzingen en tips
19
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd in min.
Kalfsbraad-
stuk
1 kg Circulatiegrill 1 160-180 90-120
Kalfsbout 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-150
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd in min.
Lamsbout,
lamsgebraad
1-1,5 kg Circulatiegrill 1 150-170 100-120
Lamsrug 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 40-60
Wild
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hazenrug, ha-
zenbout
tot 1 kg Boven + on-
derwarmte
1
230
1)
30-40
Reerug, her-
tenrug
1,5-2 kg Boven + on-
derwarmte
1 210-220 35-40
Reebout, her-
tenbout
1,5-2 kg Boven + on-
derwarmte
1 180-200 60-90
1) Oven voorverwarmen
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stukken gevo-
gelte
200-250g elk Circulatiegrill 1 200-220 30-50
Halve kip 400-500g elk Circulatiegrill 1 190-210 35-50
Kip, poularde 1-1,5 kg Circulatiegrill 1 190-210 50-70
Eend 1,5-2 kg Circulatiegrill 1 180-200 80-100
Gans 3,5-5 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-180
Kalkoen 2,5-3,5 kg Circulatiegrill 1 160-180 120-150
Kalkoen 4-6 kg Circulatiegrill 1 140-160 150-240
Vis (stoven)
Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hele vis 1-1,5 kg Boven + on-
derwarmte
1 210-220 40-60
20
Nuttige aanwijzingen en tips
Grill
Gerecht Temperatuur Gebruiksniveau
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Rosbief 210-230 2 30-40 30-40
Runderfilet 230 3 20-30 20-30
Varkensrug 210-230 2 30-40 30-40
Kalfsrug 210-230 2 30-40 30-40
Lamsrug 210-230 3 25-35 20-25
Hele vissen
(500-1000g)
210-230 3/4 15-30 15-30
Grill intens
Gerecht Gebruiksniveau
Grilltijd (min.)
1e kant 2e kant
Burgers 4 8-10 6-8
Varkenshaas 4 10-12 6-10
Worstjes 4 10-12 6-8
Runderfilet, kalfsbief-
stukken
4 7-10 6-8
Geroosterd brood
1)
5 1-3 1-3
Sandwiches 4 6-8 -
1) Oven voorverwarmen
Pizza hetelucht
Type van bakken Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Pizza (dunne korst)
2
200 - 230
1)2)
15 - 20
Pizza (met veel garne-
ring)
2 180 - 200 25 - 35
Taarten 1 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 1 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine 1 170 - 190 45 - 55
Zwisterse flan 1 170 - 190 45 - 55
Appeltaart, bedekt 1 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd brood
2
230 - 250
1)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2
160 - 180
1)
45 - 55
Nuttige aanwijzingen en tips
21
Type van bakken Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Flammekuchen (pizza-
achtig gerecht uit de
Elzas)
2
230 - 250
1)
12 - 20
Piroggen (Russische
variant op calzone)
2
180 - 200
1)
15 - 25
1) Oven voorverwarmen
2) Braadpan gebruiken
Ontdooitabel
Schotel
Ontdooitijd in
min
Nadooitijd in min Opmerking
Kip 1.000 g 100-140 20-30
Kip op een omgedraaid scho-
teltje in een groot bord leg-
gen, halverwege de tijd om-
draaien
Vlees, 1000 g 100-140 20-30
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien
Vlees, 500 g 90-120 20-30
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien
Forel, 150g 25-35 10-15 -
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 -
Boter, 250g 30-40 10-15 -
Room, 2 x 200 g 80-100 10-15
Room kan ook met nog licht
bevroren deeltjes goed wor-
den geklopt
Taart, 1.400 g 60 60 -
Inmaken
Bessen
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Doorkoken bij 100 °C
in min.
Aardbeien, bosbessen,
frambozen, rijpe kruis-
bessen
160-170 35-45 -
Steenvruchten
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Doorkoken bij 100 °C
in min.
Peren, kweeperen,
pruimen
160-170 35-45 10-15
22
Nuttige aanwijzingen en tips
Groenten
In te maken eetwaar Temperatuur in °C
Bereidingstijd tot sud-
deren in min.
Doorkoken bij 100 °C
in min.
Wortels
1)
160-170 50-60 5-10
Komkommers 160-170 50-60 -
Gemengde augurken 160-170 50-60 5-10
Koolrabi, erwten, as-
perges
160-170 50-60 15-20
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
Drogen - Bereiding met hete lucht
Groenten
Gerecht
Temperatuur in
°C
Ovenniveau
Tijd in uren (richt-
waarde)
1 niveau 2 niveaus
Bonen 60-70 3 1/4 6-8
Paprika's 60-70 3 1/4 5-6
Groente in het
zuur
60-70 3 1/4 5-6
Paddenstoelen 50-60 3 1/4 6-8
Zuurkool 40-50 3 1/4 2-3
Fruit
Gerecht
Temperatuur in
°C
Ovenniveau
Tijd in uren (richt-
waarde)
1 niveau 2 niveaus
Pruimen 60-70 3 1/4 8-10
Abrikozen 60-70 3 1/4 8-10
Schijfjes appel 60-70 3 1/4 6-8
Peren 60-70 3 1/4 6-9
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico
vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel
mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Onderhoud en reiniging
23
Opmerkingen over schoonmaken:
Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreiningen laten zich dan het
makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm
sopje en een reinigingsmiddel en laat ze drogen.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agres-
sieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de
anti-aanbaklaag beschadigen.
Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om de zijwanden te reinigen.
Verwijderen van de inschuifrails
1. Trek de inschuifrails bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de inschuifrails van de achterkant
van de zijwand om ze te verwijderen.
Om de inschuifrails te installeren volgt u de
procedure in omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen!
Katalytische reiniging
De wanden met een katalytische coating zijn zelf-reinigend. Ze absorberen op de wand
opgehoopt vet tijdens de werking van het apparaat.
Ter ondersteuning van dit zelf-reinigende proces moet u het apparaat regelmatig zonder
gerechten verwarmen:
1. Haal de accessoires uit het apparaat.
2. Stel de functie Katalytische reiniging in (zie "Ovenfuncties").
1
2
24
Onderhoud en reiniging
Op het display wordt "Kata" en de duur van het reinigingsproces weergegeven (1
uur). Deze tijdsduur is vast, maar u kunt de functie Einde gebruiken om de start van
het reinigingsproces uit te stellen.
3. Als de tijd voorbij is, weerklinkt er een geluidssignaal. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
4. Druk op een toets of open de ovendeur om een geluidssignaal te stoppen.
5. Veeg de onderkant van het apparaat met een zachte, vochtige spons af.
Verkleuring van het katalytische oppervlak heeft geen invloed op de katalytische eigen-
schappen.
Tijdens het katalytisch reinigen is het ovenlampje aan.
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken.
De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel het apparaat uit.
Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade
aan het afdekglas en de ovenruimte.
Het ovenlampje vervangen:
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de bovenkant.
Draai het afdekglas naar links om het te verwijderen.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang indien nodig de ovenlamp met een 300 °C hittebestendige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
Ovendeur en glasplaten
Verwijder de ovendeur om deze te reinigen.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Uitnemen van de ovendeur
1. Zet de ovendeur helemaal open.
Onderhoud en reiniging
25
2. Duw de klemhendels (A) volledig op de
twee scharnieren.
3. Sluit de ovendeur in de eerste openings-
stand (ca. 70°).
4. Pak de ovendeur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze onder
een opwaartse hoek van de oven weg.
Om de deur te installeren volgt u de procedu-
re in omgekeerde volgorde.
Het aantal glasplaten verschilt voor de verschillende modellen.
LET OP!
Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om
krassen te voorkomen.
Verwijderen en reinigen van de glasplaten
1. Verwijder de ovendeur.
2. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van
de deur aan beide kanten vastpakken en
naar binnen drukken om de klemsluiting
te ontgrendelen.
3. Trek de deurafdekking naar voren om de-
ze te verwijderen.
4. Houd de glasplaten aan de bovenkant
vast en trek deze een voor een omhoog
uit de geleiding
5. Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de proce-
dure in omgekeerde volgorde. Plaats de klein-
ste glasplaat eerst, daarna de grotere glaspla-
ten.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
A
A
B
26
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm Het apparaat is uitgeschakeld Schakel het apparaat in
De oven wordt niet warm De klok is niet ingesteld Stel de klok in. Zie de para-
graaf "De klok instellen"
De oven wordt niet warm De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld
Zorg ervoor dat de instellin-
gen juist zijn
De oven wordt niet warm De automatische veiligheids-
uitschakeling is actief
Zie de paragraaf "Automati-
sche uitschakeling"
De oven wordt niet warm De zekering is uitgeschakeld Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing vormt.
Als de zekering steeds op-
nieuw wordt uitgeschakeld,
neem dan contact op met een
erkend elektricien
Het ovenlampje brandt niet Het ovenlampje is kapot Het ovenlampje vervangen.
Op het display verschijnt F2 De deur is niet goed gesloten
De deurvergrendeling is de-
fect
Sluit de deur correct
Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer ‘F2’
opnieuw wordt weergege-
ven
Het display toont een foutco-
de die niet in deze lijst voor-
komt
Er is een elektronicafout Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De benodigde gegevens voor de service-afdeling staan op het typeplaatje. Het typepla-
tje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
Problemen oplossen
27
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonder-
delen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het ver-
pakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
28
Milieubescherming
29
30
31
www.aeg-electrolux.com/shop 892945494-B-272010
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Aeg-Electrolux BE7314421M Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor