NL
BE
55
• Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie Service).
• Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de
kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot.
• Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet omlaag als de gasbranders
of de elektrische platen nog warm zijn.
• Laat de elektrische plaat niet werken als er geen pannen op staan.
• Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen
inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen
of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat,
tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt.
• Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
• Het apparaat is niet geschikt om te worden ingeschakeld m.b.v. een
externe timer ofwel door een gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u aan de plaatselijke
normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
• De Europese Richtlijn 2012/19/EC over Vernietiging van Electrische
en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke
electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve
invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het
product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw
verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart
moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor
informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat.
Schoonmaken van het apparaat
! Vermijd het gebruik van schuurmiddelen of bijtende middelen, zoals
vlekkenmiddelen en roestverwijderende producten, schoonmaakmiddelen
in poedervorm of schuursponzen: deze kunnen het oppervlak onherstelbaar
krassen.
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat.
• Voor normaal onderhoud moet u de kookplaat met een vochtige spons
reinigen en afdrogen met keukenpapier.
• De vlamverspreiders moeten regelmatig in een warm sopje worden
gewassen zodat eventuele etensresten makkelijker kunnen worden
verwijderd.
• Bij kookplaten die zijn voorzien van een automatische ontsteking moet het
uiteinde van de elektronische ontstekingselementen regelmatig worden
gereinigd en moet u controleren dat de gaatjes van de vlamverspreiders
niet verstopt zijn.
• Maak het oppervlak van het fornuis schoon voordat u gaat koken; gebruik
een vochtige doek voor het verwijderen van stof en gemorst eten. Het
oppervlak moet regelmatig worden schoongemaakt met een sop, geen
schuurmiddelen.
• Roestvrij staal kan vlekken gaan vertonen als er voor langere tijd
kalkhoudend water of agressieve schoonmaakmiddelen (fosforhoudend)
op hebben gelegen. Spoel en droog het dus na het schoonmaken goed
af. Droog watervlekken altijd gelijk af.
Speciale schoonmaakmiddelen vormen
een doorzichtig beschermend laagje.
Dit beschermt ook tegen schade door
suikerhoudend voedsel. Gebruik in
geen geval schuursponzen of
schuurmiddelen, en ook geen chemisch
aggressieve middelen zoals ovenspray
of ontvlekkingsmiddelen.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat
geval is het noodzakelijk hem te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde
installateur.
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet (afdoende) functioneert. Voordat u
de servicedienst belt dient u te controleren of u het euvel zelf kunt oplossen.
Verieer om te beginnen of er een correcte stroom- en gastoevoer is, en in
het bijzonder of de hoofdgasleiding open staat.
De brander gaat niet aan of de vlam is niet gelijkmatig.
Heeft u gecontroleerd of:
• De openingen van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
• Alle onderdelen van de brander goed in elkaar zitten.
• Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
De vlam blijft niet aan in de uitvoeringen met veiligheidsmechanisme.
Heeft u gecontroleerd of:
• U de knop goed heeft ingedrukt.
• U de knop lang genoeg heeft ingedrukt voor het activeren van het
veiligheidsmechanisme.
• De gaten van de vlamverspreiders dichtbij het veiligheidsmechanisme
niet verstopt zijn.
De brander blijft niet aan als hij op minimum staat.
Heeft u gecontroleerd of:
• De gaten van de vlamverspreiders niet verstopt zijn.
• Het niet tocht dichtbij het kookvlak.
• De minimum stand niet goed is ingesteld.
De pannen zijn wankel.
Heeft u gecontroleerd of:
• De bodem van de pan helemaal plat is.
• De pan in het midden van de brander of de kookplaat staat.
• De roosters niet zijn verwisseld.