Nikon 2191 Handleiding

Categorie
Camera lenzen
Type
Handleiding
72
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Haal het toestel niet uit elkaar
Het aanraken van de inwendige delen van het fototoestel of van het objectief kan een
letsel veroorzaken. Herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde technici.
Indien het fototoestel of het objectief breekt na een val of een ander ongeluk, laat u het
product door een door Nikon erkende servicedienst nakijken nadat u de stekker uit het
stopcontact hebt gehaald en/of de batterijen hebt verwijderd.
Schakel het toestel onmiddellijk uit bij storingen
Indien u merkt dat er rook of een ongewone geur uit het fototoestel of het objectief
komt, moet u de batterij onmiddellijk verwijderen om brandwonden te vermijden. Verdere
bediening van het toestel kan een letsel tot gevolg hebben.
Nadat u de stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld, laat u het toestel nakijken door
een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik het fototoestel of het objectief niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Het bedienen van elektronische apparatuur in de buurt van ontvlambare gassen kan leiden
tot een ontploffing of brand.
Kijk niet naar de zon door het objectief of de beeldzoeker
Kijken naar de zon of naar ander fel licht door het objectief of de beeldzoeker kan een
blijvend oogletsel veroorzaken.
Buiten het bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterijen of andere kleine onderdelen niet in hun
mond kunnen stoppen.
Let op de volgende punten bij het gebruik van het fototoestel
en het objectief
Houd de camera en het objectief droog. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
Bedien het fototoestel of het objectief niet of raak deze niet aan met natte handen.
Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit een elektrische schok tot
gevolg hebben.
Wanneer u opnames maakt bij tegenlicht, mag u het objectief niet naar de zon richten
en moet u vermijden dat zonlicht rechtstreeks in het objectief valt. Dit kan namelijk
leiden tot oververhitting van de camera met mogelijk brand tot gevolg.
Wanneer u het objectief niet gebruikt gedurende een langere periode, bevestig dan
zowel de voorste als de achterste objectiefdoppen om het objectief te beschermen
tegen direct zonlicht. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit
brand tot gevolg hebben, aangezien het objectief het zonlicht kan convergeren op een
ontvlambaar voorwerp.
73
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Terminologie
1
Zonnekap (p. 78)
2
Bevestigings-index voor zonnekap (bij
opbergen) (p. 78)
3
Bevestigings-index voor zonnekap (p. 78)
4
Instel-index voor zonnekap (bij
opbergen) (p. 78)
5
Instel-index voor zonnekap (p. 78)
6
Montage-index voor zonnekap (p. 78)
7
Zoomring (p. 75)
8
Schaal brandpuntsafstand
9
Index schaal brandpuntsafstand
0
Afstandsschaal (p. 75)
!
Afstandsindexlijn
@
Scherpstelring (p. 76)
#
Montage-index
$
Rubberen pakking van objectiefvatting
(p. 80)
%
CPU-contacten (p. 80)
^
Zoomvergrendeling (p. 75)
&
Scherpstelmodusschakelaar (p. 76)
*
ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie
(p. 76)
(
Vibratiereductiemodusschakelaar (p. 77)
( ): Referentiepagina
74
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Bedankt voor de aankoop van het AF-S NIKKOR 28-300mm f/3,5-5,6G
ED VR-objectief. Lees deze instructies eerst door en raadpleeg de
gebruikshandleiding van uw camera alvorens u dit objectief gebruikt.
Belangrijkste functies
Door vibratiereductie te activeren (VR ) kunnen langere snelle sluitertijden
(circa vier keer langer*) worden gebruikt waardoor meer snelle sluitertijden
en zoomstanden kunnen worden toegepast, vooral wanneer u de camera
vasthoudt om te fotograferen. (*Gebaseerd op resultaten verkregen volgens
de meetvoorwaarden van Nikon. De effecten van vibratiereductie kunnen
variëren naargelang de opnameomstandigheden en het gebruik.)
U kunt schakelen tussen de stand NORMAL, waarmee de effecten van
cameratrillingen worden verminderd bij normale opnameomstandigheden, en
de stand ACTIVE, waarmee de effecten van ruwere cameratrillingen worden
verminderd, zoals bij het fotograferen van een bewegend voertuig.
In de stand NORMAL onderscheidt de camera automatisch cameratrillingen
van panbewegingen om de effecten van cameratrillingen tijdens horizontaal
of verticaal pannen te kunnen verminderen.
De superieure optische prestaties en de weergavekenmerken worden
gemaximaliseerd door het gebruik van drie asferische en twee ED (extra-
low dispersion) lenselementen die de chromatische aberratie minimaliseren.
Daarnaast produceert het afgeronde diafragma een zachte en aangename
beeldwaas in delen van het beeld waarop niet is scherpgesteld.
Belangrijk
Bij montage op een Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s, zoals de
D300-serie en de D90, wordt de beeldhoek 53°-5°20’ en bedraagt de
brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 42-450mm.
Geschikte camera’s en beschikbare functies
Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de
gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie.
Camera’s
Functie
Belichtingsstand
(opnamestand)
VR AF P
*1
6$0
Nikon digitale SLR-camera’s (Nikon FX/DX-formaat), F6,
F5, F100, F80-serie, F75-serie, F65-serie

Pronea 600i, Pronea S*
2

F4-serie, F90X, F90-serie, F70-serie

——
F60-serie, F55-serie, F50-serie, F-401x, F-401s, F-401

F-801s, F-801, F-601
M ——

——
F3AF, F-601, F-501, Nikon MF-camera’s (behalve F-601
M)—
: Mogelijk —: Niet mogelijk VR: Vibratiereductie AF: Autofocus
*1: P inclusief AUTO en onderwerpsstanden.
*2: Handmatig (M) is niet beschikbaar.
75
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Scherpstellen, zoomen en scherptediepte
Voor u scherpstelt, draait u aan de zoomring om de brandpuntsafstand aan te
passen tot de gewenste compositie gekadreerd is. Als uw camera is uitgerust
met een knop of hendel voor een scherptediepte voorbeeld (stop-down), kunt u
een voorbeeld bekijken van de scherptediepte via de zoeker van de camera.
Dit objectief is uitgerust met een intern scherpstelsysteem (IF). Naarmate de
opnameafstand afneemt, neemt de brandpuntsafstand ook af.
De afstandsschaal geeft niet de precieze afstand weer tussen het onderwerp
en de camera. De waarden vormen een schatting en dienen alleen als richtlijn
te worden beschouwd. Bij het fotograferen van een verafgelegen landschap
kan de scherptediepte de werking beïnvloeden en kan een onderwerp scherp
lijken op een plaats die dichterbij is dan oneindig.
Zie de tabellen op pagina 144 voor verdere informatie over de scherptediepte.
Wanneer de zoomvergrendeling ingesteld is op de stand LOCK bij een
brandpuntsafstand van 28mm, is de zoomring vergrendeld. Vergrendel tijdens
het dragen van de camera de zoomring om te verhinderen dat het objectief
verlengt door zijn eigen gewicht.
De diafragma instellen
Gebruik het fototoestel om de instellingen van de diafragma aan te passen.
Variabele maximale diafragma's
Wanneer u het objectief zoomt van 28mm naar 300mm, vermindert het
maximale diafragma met 1
1
/
3
stop.
Het is echter niet nodig de instellingen van het diafragma aan te passen om
een juiste belichting te verkrijgen, omdat de camera deze variabele automatisch
compenseert.
Scherpstellen
Stel de sherpstelling stand van de camera in overeenkomstig de volgende tabel:
Camera’s
Camera’s
scherpstelling
stand
Scherpstelstand van objectief
M/A M
Nikon digitale SLR-camera’s
(Nikon FX/DX-formaat), F6, F5,
F4-serie, F100, F90X, F90-serie,
F80-serie, F75-serie, F70-serie,
F65-serie, Pronea 600i, Pronea S
AF (C/S)
Autofocus
handmatige
aanpassing
Handmatige
scherpstelling
(Elektronische
afstandsmeter kan
worden gebruikt.)
MF
Handmatige scherpstelling
(Elektronische afstandsmeter kan
worden gebruikt.)
F60-serie, F55-serie, F50-serie,
F-801s, F-801, F-601
M, F-401x,
F-401s, F-401
AF (C/S)
MF
Handmatige scherpstelling
(Elektronische afstandsmeter kan worden
gebruikt, behalve bij de F-601
M.)
AF: Autofocus MF: Handmatige scherpstelling
76
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Autofocus handmatige aanpassing (M/A-stand)
a
Stel de scherpstelmodusschakelaar in op M/A.
b
Autofocus is ingeschakeld, maar u kunt dit opheffen door de aparte
scherpstelring te draaien terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt
of door te drukken op de AF-ON-knop op fototoestellen die hiermee zijn
uitgerust.
c
Druk de ontspanknop of de AF-ON-knop opnieuw half in om de handmatige
scherpstelling te annuleren en autofocus te hernemen.
Vibratiereductiemodus (VR )
Basisconcept van vibratiereductie
Sterkte van vibraties
Sterk
Zwak
Panoramafoto's
Cameratrilling
Aantal vibraties
Laag
Hoog
Sterke
cameratrillingen
bij het maken van
foto’s vanuit een
rijdend voertuig
Stel de vibratiereductieschakelaar
in op NORMAL.
Stel de vibratiereductieschakelaar
in op ACTIVE.
Bij het fotograferen
Bij panoramafotografie
Bij fotografie vanuit een bewegend
voertuig
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
NORMAL of ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
NORMAL.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op
ACTIVE.
Instellen van de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie
ON: De effecten van cameratrillingen worden verminderd
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en
ook op het moment dat de sluiter wordt losgelaten.
Omdat de vibratie wordt verminderd in de zoeker, is
het eenvoudiger om automatisch/handmatig scherp te
stellen en het onderwerp precies te kadreren.
OFF: De effecten van cameratrillingen worden niet verminderd.
77
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Instellen van de Vibratiereductiemodusschakelaar
Zet de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op ON en kies een
vibratiereductiemodus met de vibratiereductiemodusschakelaar.
N
ORMAL:
Het vibratiereductiemechanisme vermindert in de
eerste plaats de effecten van cameratrillingen.
De effecten van cameratrillingen worden ook
verminderd tijdens horizontaal en verticaal pannen.
ACTIVE: Het vibratiereductiemechanisme vermindert
effecten van zowel normale als intense
cameratrillingen, zoals bij het fotograferen van
een bewegend voertuig. In deze stand worden de
cameratrillingen niet automatisch onderscheiden
van panbewegingen.
Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie
Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet
ondersteunt (p. 74), zet u de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op
OFF. Als u deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg,
vooral in combinatie met de Pronea 600i.
Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u totdat het beeld in de
beeldzoeker stabiliseert alvorens u de ontspanknop verder indrukt.
Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie is het mogelijk dat
het beeld in de beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de sluiterknop. Dit
is geen storing.
Zet bij panorama-opnamen de vibratiereductiemodusschakelaar op
NORMAL. Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel, wordt er
geen compensatie uitgevoerd voor cameratrillingen in de panrichting. Zo
worden alleen de effecten van verticale cameratrillingen verminderd tijdens
horizontaal pannen.
Schakel het fototoestel niet uit of verwijder het objectief niet van
het fototoestel terwijl de vibratiereductie in werking is. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het objectief klinken en
aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of afgebroken
wanneer ermee wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het fototoestel
opnieuw in om dit te corrigeren.
Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet
wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.
Als het fototoestel op een statief met drie poten is geplaatst, stelt u de
ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie in op OFF. Wanneer u echter een
statief (met een of drie poten) gebruikt zonder het statiefhoofd vast te
maken, zet u de schakelaar op ON.
Bij autofocuscamera's die uitgerust zijn met een AF-ON-knop, werkt de
vibratiereductie niet wanneer u de AF-ON-knop indrukt.
78
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Gebruik van de zonnekap
Zonnekappen verminderen strooilicht en beschermen het objectief.
De zonnekap bevestigen (wanneer in gebruik)
Zorg ervoor dat de montage-index voor
zonnekap ( ) wordt uitgelijnd met de instel-index
voor zonnekap ( ) (3).
Om het vastmaken of verwijderen van de
zonnekap te vergemakkelijken, neemt u deze
aan de basis vast (bij de Bevestigings-index voor
zonnekap (
)) in plaats van aan de buitenste
rand.
Als de zonnekap niet correct is bevestigd, kan er
vignettering voorkomen.
De zonnekap bevestigen (bij opbergen)
Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze
omgekeerd op het objectief.
De ingebouwde flitser en vignettering
De ingebouwde flitser kan niet worden gebruikt op afstanden van minder dan
0,6 m.
Gebruik ter voorkoming van vignettering geen zonnekap.
Vignetteren is het verduisteren van de hoeken rond het beeld, hetgeen
gebeurt wanneer het licht dat door de flitser wordt uitgestraald, wordt
belemmerd door het objectiefvat.
Camera’s Ondersteunde brandpuntsafstand/Opnameafstand
D700 (FX-formaat)
• 28mm/1,5 m of meer
• 35mm of meer/geen beperking
D90, D80, D70-serie,
D50
• 28mm/1 m of meer
• 35mm of meer/geen beperking
D5000, D3000, D60,
D40-serie
• 28mm/1,5 m of meer
• 35mm/1 m of meer
• 50mm of meer/geen beperking
F80-serie
• 35mm/2,5 m of meer
• 50mm/1 m of meer
• 70mm of meer/geen beperking
F75-serie
• 50mm/2 m of meer
• 70mm/1 m of meer
• 105mm of meer/geen beperking
F70-serie
• 50mm/1,5 m of meer
• 70mm/1 m of meer
• 105mm of meer/geen beperking
79
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Camera’s Ondersteunde brandpuntsafstand/Opnameafstand
F65-serie, F60-serie
• 70mm/1,5 m of meer
• 105mm of meer/1 m of meer
F55-serie
• 70mm/2 m of meer
• 105mm of meer/1 m of meer
F50-serie
• 70mm/2,5 m of meer
• 105mm/1,5 m of meer
• 200mm of meer/1 m of meer
F-401x, F-401s, F-401
• 70mm/3 m of meer
• 105mm/1,5 m of meer
• 200mm of meer/1 m of meer
Aanbevolen scherpstelscherm
Er zijn diverse uitwisselbare scherpstelscherm beschikbaar voor bepaalde Nikon
SLR-camera’s voor elke fotogelegenheid. De volgende worden voor dit objectief
aangeraden:
scherpstelschermen
EC-B
G1
G2 G3 G4
Camera
ABCE
EC-E
JLMU
F6
F5+DP-30
F5+DA-30
(+1,0) (+1,0)
: Uitstekende scherpstelling
: Redelijke scherpstelling
Lichte vignettering of moiré treedt op in de zoeker maar niet op de foto.
: Niet beschikbaar
( )
: Geeft aan hoeveel belichtingscorrectie is vereist (alleen centrumgerichte
meting). Bij F6-camera’s kunt u de belichting corrigeren door ‘Ander
scherpstelscherm’ te selecteren voor persoonlijke instelling ‘b6:
Compensatie voor scherpstelscherm’ en het LW-bereik in te stellen op -2,0
tot +2,0 in stappen van 0,5 LW. Wanneer u een ander type scherpstelscherm
gebruikt dan type B of E, selecteert u ‘Ander scherpstelscherm’, zelfs als
de gewenste correctie ‘0’ is (geen correctie vereist). Voor de F5 corrigeert
u de belichting via persoonlijke instelling 18 op de camera. Raadpleeg de
gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie.
Een leeg vakje betekent ‘niet van toepassing’. Aangezien een M-type
scherpstelscherm zowel kan worden gebruikt voor macrofotografie met
een vergrotingsfactor van 1:1 of hoger als voor microfotografie, heeft dit
scherpstelscherm andere toepassingen dan de andere scherpstelschermen.
Belangrijk
Voor de F5 kunnen bij matrixmeting alleen de volgende scherpstelschermen
worden gebruikt: EC-B, EC-E, B, E, J, A en L.
80
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Onderhoud van het objectief
Wanneer het objectief is geïnstalleerd op een fototoestel, mag u het
fototoestel en het objectief niet optillen of vasthouden aan de zonnekap.
Zorg ervoor dat de CPU-contacten niet vuil of beschadigd worden.
Als de rubberen pakking van de objectiefvatting is beschadigd, moet u
het objectief voor reparatie naar de dichtstbijzijnde door Nikon erkende
servicedienst brengen.
Reinig het objectief met een blaasbalgje. Om vuil en vlekken te verwijderen,
gebruikt u een zachte, zuivere katoenen doek of een objectiefdoekje met
ethanol (alcohol) of objectiefreiniger. Maak ronddraaiende bewegingen van
het midden naar de buitenkant en let erop dat u geen strepen maakt of
andere onderdelen van het objectief aanraakt.
Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals thinner of benzeen om het
objectief te reinigen.
NC-filters zijn beschikbaar om het voorste objectiefelement te beschermen. De
zonnekap helpt ook om de voorkant van het objectief te beschermen.
Wanneer u het objectief in het flexibele objectiefetui opbergt, maakt u zowel
de voorste als de achterste objectiefdoppen vast.
Bewaar het objectief op een koele, droge plaats wanneer u deze gedurende
een lange periode niet gebruikt om schimmel- en roestvorming te voorkomen.
Berg het objectief ook op om deze te beschermen tegen rechtstreeks zonlicht
of chemicaliën zoals kamfer en naftaleen.
Laat geen water op het objectief komen en laat het objectief niet in water
vallen. Hierdoor zal het objectief roesten en slecht functioneren.
Bepaalde onderdelen van het objectief zijn vervaardigd uit versterkt plastic.
Zet het objectief nooit in een overmatig hete ruimte om schade te voorkomen.
Standaardaccessoires
77mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC-77
• Achterste objectiefdop
• Bajonetkap HB-50
Flexibel objectiefetui CL-1120
Optioneel accessoire
• 77mm vastschroefbare filters
81
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Technische gegevens
Objectief type: G-type AF-S Zoom-NIKKOR-objectief met
ingebouwde CPU en Nikon-bajonetsluiting
Brandpuntsafstand: 28–300mm
Maximaal diafragma: f/3,5-5,6
Objectiefconstructie: 19 elementen in 14 groepen (2 ED lenselementen en
3 asferische lenselementen)
Beeldhoek: 75°–8°10´ bij 35mm (135) formaat Nikon film-SLR
camera’s en Nikon FX-formaat digitale SLR-camera’s
53°–5°20´ bij Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s
63°6°30´ bij camera’s met IX240-systeem
Schaal
brandpuntsafstand:
28, 35, 50, 70, 105, 200, 300mm
Afstandsinformatie: Doorgeven aan camera
Zoombediening: Handmatig via aparte zoomring
Scherpstelling: Nikon intern scherpstelsysteem (IF), autofocus met
Silent Wave Motor; handmatig met scherpstellen met
aparte scherpstelring
Vibratiereductie: Lens-shift methode behulp van voice coil-motoren
(VCM’s)
Schaal
opnameafstand:
Schaalverdeling in meters vanaf 0,5 m tot oneindig ()
Dichtste
scherpstelafstand:
0,5 m bij alle zoominstellingen
Aantal
diafragmalamellen:
9 stuks (afgerond)
Diafragma: Volledig automatisch
Diafragmaschaal: f/3,5 tot f/22 (bij 28mm),
f/5,6 tot f/38 (bij 300mm)
Belichtingsmeting: Door middel van volledige diafragma-methode bij
camera’s met CPU-interfacesysteem
Montage-afmeting: 77mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen: Circa 83 mm (diameter) x 114,5 mm (afstand van de
objectiefvatting op de camera)
Gewicht: Circa 800 gram
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving of verplichting van de zijde van de fabrikant.

Documenttranscriptie

Veiligheidsvoorschriften Jp En De Fr Es Se Ru Nl It WAARSCHUWING Haal het toestel niet uit elkaar Het aanraken van de inwendige delen van het fototoestel of van het objectief kan een letsel veroorzaken. Herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde technici. Indien het fototoestel of het objectief breekt na een val of een ander ongeluk, laat u het product door een door Nikon erkende servicedienst nakijken nadat u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald en/of de batterijen hebt verwijderd. Schakel het toestel onmiddellijk uit bij storingen Indien u merkt dat er rook of een ongewone geur uit het fototoestel of het objectief komt, moet u de batterij onmiddellijk verwijderen om brandwonden te vermijden. Verdere bediening van het toestel kan een letsel tot gevolg hebben. Nadat u de stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld, laat u het toestel nakijken door een door Nikon erkende servicedienst. Gebruik het fototoestel of het objectief niet in de buurt van ontvlambare gassen Het bedienen van elektronische apparatuur in de buurt van ontvlambare gassen kan leiden tot een ontploffing of brand. Kijk niet naar de zon door het objectief of de beeldzoeker Ck Kijken naar de zon of naar ander fel licht door het objectief of de beeldzoeker kan een blijvend oogletsel veroorzaken. Ch Buiten het bereik van kinderen houden Kr Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterijen of andere kleine onderdelen niet in hun mond kunnen stoppen. Let op de volgende punten bij het gebruik van het fototoestel en het objectief • Houd de camera en het objectief droog. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. • Bedien het fototoestel of het objectief niet of raak deze niet aan met natte handen. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit een elektrische schok tot gevolg hebben. • Wanneer u opnames maakt bij tegenlicht, mag u het objectief niet naar de zon richten en moet u vermijden dat zonlicht rechtstreeks in het objectief valt. Dit kan namelijk leiden tot oververhitting van de camera met mogelijk brand tot gevolg. • Wanneer u het objectief niet gebruikt gedurende een langere periode, bevestig dan zowel de voorste als de achterste objectiefdoppen om het objectief te beschermen tegen direct zonlicht. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand tot gevolg hebben, aangezien het objectief het zonlicht kan convergeren op een ontvlambaar voorwerp. 72 Terminologie Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr 1 Zonnekap (p. 78) 2 Bevestigings-index voor zonnekap (bij opbergen) (p. 78) 3 Bevestigings-index voor zonnekap (p. 78) 4 Instel-index voor zonnekap (bij opbergen) (p. 78) 5 Instel-index voor zonnekap (p. 78) 6 Montage-index voor zonnekap (p. 78) 7 Zoomring (p. 75) 8 Schaal brandpuntsafstand 9 Index schaal brandpuntsafstand 0 Afstandsschaal (p. 75) ! Afstandsindexlijn @ Scherpstelring (p. 76) # Montage-index $ Rubberen pakking van objectiefvatting (p. 80) % CPU-contacten (p. 80) ^ Zoomvergrendeling (p. 75) & Scherpstelmodusschakelaar (p. 76) * ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie (p. 76) ( Vibratiereductiemodusschakelaar (p. 77) ( ): Referentiepagina 73 Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr Bedankt voor de aankoop van het AF-S NIKKOR 28-300mm f/3,5-5,6G ED VR-objectief. Lees deze instructies eerst door en raadpleeg de gebruikshandleiding van uw camera alvorens u dit objectief gebruikt. Belangrijkste functies • Door vibratiereductie te activeren (VRⅡ) kunnen langere snelle sluitertijden (circa vier keer langer*) worden gebruikt waardoor meer snelle sluitertijden en zoomstanden kunnen worden toegepast, vooral wanneer u de camera vasthoudt om te fotograferen. (*Gebaseerd op resultaten verkregen volgens de meetvoorwaarden van Nikon. De effecten van vibratiereductie kunnen variëren naargelang de opnameomstandigheden en het gebruik.) • U kunt schakelen tussen de stand NORMAL, waarmee de effecten van cameratrillingen worden verminderd bij normale opnameomstandigheden, en de stand ACTIVE, waarmee de effecten van ruwere cameratrillingen worden verminderd, zoals bij het fotograferen van een bewegend voertuig. In de stand NORMAL onderscheidt de camera automatisch cameratrillingen van panbewegingen om de effecten van cameratrillingen tijdens horizontaal of verticaal pannen te kunnen verminderen. • De superieure optische prestaties en de weergavekenmerken worden gemaximaliseerd door het gebruik van drie asferische en twee ED (extralow dispersion) lenselementen die de chromatische aberratie minimaliseren. Daarnaast produceert het afgeronde diafragma een zachte en aangename beeldwaas in delen van het beeld waarop niet is scherpgesteld. Belangrijk • Bij montage op een Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s, zoals de D300-serie en de D90, wordt de beeldhoek 53°-5°20’ en bedraagt de brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 42-450mm. Geschikte camera’s en beschikbare functies Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie. Camera’s Functie VR AF Belichtingsstand (opnamestand) P*1 6 $ 0 Nikon digitale SLR-camera’s (Nikon FX/DX-formaat), F6, F5, F100, F80-serie, F75-serie, F65-serie Pronea 600i, Pronea S*2 — F4-serie, F90X, F90-serie, F70-serie — F60-serie, F55-serie, F50-serie, F-401x, F-401s, F-401 — — F-801s, F-801, F-601M — — — — — — F3AF, F-601, F-501, Nikon MF-camera’s (behalve F-601M ) — — — — — — : Mogelijk —: Niet mogelijk VR: Vibratiereductie AF: Autofocus *1: P inclusief AUTO en onderwerpsstanden. *2: Handmatig (M) is niet beschikbaar. 74 Scherpstellen, zoomen en scherptediepte Voor u scherpstelt, draait u aan de zoomring om de brandpuntsafstand aan te passen tot de gewenste compositie gekadreerd is. Als uw camera is uitgerust met een knop of hendel voor een scherptediepte voorbeeld (stop-down), kunt u een voorbeeld bekijken van de scherptediepte via de zoeker van de camera. • Dit objectief is uitgerust met een intern scherpstelsysteem (IF). Naarmate de opnameafstand afneemt, neemt de brandpuntsafstand ook af. • De afstandsschaal geeft niet de precieze afstand weer tussen het onderwerp en de camera. De waarden vormen een schatting en dienen alleen als richtlijn te worden beschouwd. Bij het fotograferen van een verafgelegen landschap kan de scherptediepte de werking beïnvloeden en kan een onderwerp scherp lijken op een plaats die dichterbij is dan oneindig. • Zie de tabellen op pagina 144 voor verdere informatie over de scherptediepte. • Wanneer de zoomvergrendeling ingesteld is op de stand LOCK bij een brandpuntsafstand van 28mm, is de zoomring vergrendeld. Vergrendel tijdens het dragen van de camera de zoomring om te verhinderen dat het objectief verlengt door zijn eigen gewicht. De diafragma instellen Variabele maximale diafragma's Wanneer u het objectief zoomt van 28mm naar 300mm, vermindert het maximale diafragma met 1 1/ 3 stop. Het is echter niet nodig de instellingen van het diafragma aan te passen om een juiste belichting te verkrijgen, omdat de camera deze variabele automatisch compenseert. Scherpstellen Stel de sherpstelling stand van de camera in overeenkomstig de volgende tabel: Camera’s Nikon digitale SLR-camera’s (Nikon FX/DX-formaat), F6, F5, F4-serie, F100, F90X, F90-serie, F80-serie, F75-serie, F70-serie, F65-serie, Pronea 600i, Pronea S F60-serie, F55-serie, F50-serie, F-801s, F-801, F-601M, F-401x, F-401s, F-401 Scherpstelstand van objectief M/A En De Fr Es Se Ru Nl Gebruik het fototoestel om de instellingen van de diafragma aan te passen. Camera’s scherpstelling stand Jp M Handmatige scherpstelling Autofocus (Elektronische AF (C/S) handmatige afstandsmeter kan aanpassing worden gebruikt.) Handmatige scherpstelling (Elektronische afstandsmeter kan MF worden gebruikt.) Handmatige scherpstelling AF (C/S) (Elektronische afstandsmeter kan worden MF gebruikt, behalve bij de F-601M.) AF: Autofocus MF: Handmatige scherpstelling 75 It Ck Ch Kr De Autofocus handmatige aanpassing (M/A-stand) a Stel de scherpstelmodusschakelaar in op M/A. b Autofocus is ingeschakeld, maar u kunt dit opheffen door de aparte scherpstelring te draaien terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt of door te drukken op de AF-ON-knop op fototoestellen die hiermee zijn uitgerust. c Druk de ontspanknop of de AF-ON-knop opnieuw half in om de handmatige scherpstelling te annuleren en autofocus te hernemen. Fr Basisconcept van vibratiereductie En Vibratiereductiemodus (VRⅡ) Hoog Jp Es Aantal vibraties Se Ru Nl Laag It Ck Kr Cameratrilling Panoramafoto's Zwak Sterkte van vibraties Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL. Ch Sterke cameratrillingen bij het maken van foto’s vanuit een rijdend voertuig Bij het fotograferen Bij panoramafotografie Bij fotografie vanuit een bewegend voertuig Sterk Stel de vibratiereductieschakelaar in op ACTIVE. Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL of ACTIVE. Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL. Stel de vibratiereductieschakelaar in op ACTIVE. Instellen van de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie ON: De effecten van cameratrillingen worden verminderd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en ook op het moment dat de sluiter wordt losgelaten. Omdat de vibratie wordt verminderd in de zoeker, is het eenvoudiger om automatisch/handmatig scherp te stellen en het onderwerp precies te kadreren. OFF: De effecten van cameratrillingen worden niet verminderd. 76 Instellen van de Vibratiereductiemodusschakelaar Zet de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op ON en kies een vibratiereductiemodus met de vibratiereductiemodusschakelaar. Jp NORMAL: Het vibratiereductiemechanisme vermindert in de eerste plaats de effecten van cameratrillingen. De effecten van cameratrillingen worden ook verminderd tijdens horizontaal en verticaal pannen. ACTIVE: Het vibratiereductiemechanisme vermindert effecten van zowel normale als intense cameratrillingen, zoals bij het fotograferen van een bewegend voertuig. In deze stand worden de cameratrillingen niet automatisch onderscheiden van panbewegingen. Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie • Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet ondersteunt (p. 74), zet u de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op OFF. Als u deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg, vooral in combinatie met de Pronea 600i. • Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u totdat het beeld in de beeldzoeker stabiliseert alvorens u de ontspanknop verder indrukt. • Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie is het mogelijk dat het beeld in de beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de sluiterknop. Dit is geen storing. • Zet bij panorama-opnamen de vibratiereductiemodusschakelaar op NORMAL. Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel, wordt er geen compensatie uitgevoerd voor cameratrillingen in de panrichting. Zo worden alleen de effecten van verticale cameratrillingen verminderd tijdens horizontaal pannen. • Schakel het fototoestel niet uit of verwijder het objectief niet van het fototoestel terwijl de vibratiereductie in werking is. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het objectief klinken en aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of afgebroken wanneer ermee wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het fototoestel opnieuw in om dit te corrigeren. • Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen. • Als het fototoestel op een statief met drie poten is geplaatst, stelt u de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie in op OFF. Wanneer u echter een statief (met een of drie poten) gebruikt zonder het statiefhoofd vast te maken, zet u de schakelaar op ON. • Bij autofocuscamera's die uitgerust zijn met een AF-ON-knop, werkt de vibratiereductie niet wanneer u de AF-ON-knop indrukt. 77 En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr Gebruik van de zonnekap Jp En De Fr Es Se Ru Zonnekappen verminderen strooilicht en beschermen het objectief. De zonnekap bevestigen (wanneer in gebruik) • Zorg ervoor dat de montage-index voor zonnekap ( ) wordt uitgelijnd met de instel-index voor zonnekap ( ) (3). • Om het vastmaken of verwijderen van de zonnekap te vergemakkelijken, neemt u deze aan de basis vast (bij de Bevestigings-index voor zonnekap ( )) in plaats van aan de buitenste rand. • Als de zonnekap niet correct is bevestigd, kan er vignettering voorkomen. De zonnekap bevestigen (bij opbergen) • Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze omgekeerd op het objectief. Nl It Ck Ch Kr De ingebouwde flitser en vignettering • De ingebouwde flitser kan niet worden gebruikt op afstanden van minder dan 0,6 m. • Gebruik ter voorkoming van vignettering geen zonnekap. * Vignetteren is het verduisteren van de hoeken rond het beeld, hetgeen gebeurt wanneer het licht dat door de flitser wordt uitgestraald, wordt belemmerd door het objectiefvat. Camera’s D700 (FX-formaat) D90, D80, D70-serie, D50 D5000, D3000, D60, D40-serie F80-serie F75-serie F70-serie 78 Ondersteunde brandpuntsafstand/Opnameafstand • 28mm/1,5 m of meer • 35mm of meer/geen beperking • 28mm/1 m of meer • 35mm of meer/geen beperking • 28mm/1,5 m of meer • 35mm/1 m of meer • 50mm of meer/geen beperking • 35mm/2,5 m of meer • 50mm/1 m of meer • 70mm of meer/geen beperking • 50mm/2 m of meer • 70mm/1 m of meer • 105mm of meer/geen beperking • 50mm/1,5 m of meer • 70mm/1 m of meer • 105mm of meer/geen beperking Camera’s Ondersteunde brandpuntsafstand/Opnameafstand • 70mm/1,5 m of meer F65-serie, F60-serie • 105mm of meer/1 m of meer • 70mm/2 m of meer F55-serie • 105mm of meer/1 m of meer • 70mm/2,5 m of meer F50-serie • 105mm/1,5 m of meer • 200mm of meer/1 m of meer • 70mm/3 m of meer F-401x, F-401s, F-401 • 105mm/1,5 m of meer • 200mm of meer/1 m of meer Jp En De Fr Es Aanbevolen scherpstelscherm Er zijn diverse uitwisselbare scherpstelscherm beschikbaar voor bepaalde Nikon SLR-camera’s voor elke fotogelegenheid. De volgende worden voor dit objectief aangeraden: scherpstelschermen Camera F6 F5+DP-30 F5+DA-30 EC-B G1 EC-E A B C E ◎ ◎ ― ◎ ― ◎ ◎ ○ ◎ ◎ ◎ (+1,0) ◎ ◎ ◎ ― Se U Ru ◎ ◎ Nl ◎ ◎ ◎ (+1,0) ◎ G2 G3 G4 J L ― ― ― ◎ ◎ ◎ M scherpstelling Ⴟ:: Uitstekende scherpstelling Ⴜ Redelijke Lichte vignettering of moiré treedt op in de zoeker maar niet op de foto. It Ck — : Niet beschikbaar ( ) : Geeft aan hoeveel belichtingscorrectie is vereist (alleen centrumgerichte meting). Bij F6-camera’s kunt u de belichting corrigeren door ‘Ander scherpstelscherm’ te selecteren voor persoonlijke instelling ‘b6: Compensatie voor scherpstelscherm’ en het LW-bereik in te stellen op -2,0 tot +2,0 in stappen van 0,5 LW. Wanneer u een ander type scherpstelscherm gebruikt dan type B of E, selecteert u ‘Ander scherpstelscherm’, zelfs als de gewenste correctie ‘0’ is (geen correctie vereist). Voor de F5 corrigeert u de belichting via persoonlijke instelling 18 op de camera. Raadpleeg de gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie. Een leeg vakje betekent ‘niet van toepassing’. Aangezien een M-type scherpstelscherm zowel kan worden gebruikt voor macrofotografie met een vergrotingsfactor van 1:1 of hoger als voor microfotografie, heeft dit scherpstelscherm andere toepassingen dan de andere scherpstelschermen. Belangrijk • Voor de F5 kunnen bij matrixmeting alleen de volgende scherpstelschermen worden gebruikt: EC-B, EC-E, B, E, J, A en L. 79 Ch Kr Onderhoud van het objectief Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr • Wanneer het objectief is geïnstalleerd op een fototoestel, mag u het fototoestel en het objectief niet optillen of vasthouden aan de zonnekap. • Zorg ervoor dat de CPU-contacten niet vuil of beschadigd worden. • Als de rubberen pakking van de objectiefvatting is beschadigd, moet u het objectief voor reparatie naar de dichtstbijzijnde door Nikon erkende servicedienst brengen. • Reinig het objectief met een blaasbalgje. Om vuil en vlekken te verwijderen, gebruikt u een zachte, zuivere katoenen doek of een objectiefdoekje met ethanol (alcohol) of objectiefreiniger. Maak ronddraaiende bewegingen van het midden naar de buitenkant en let erop dat u geen strepen maakt of andere onderdelen van het objectief aanraakt. • Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals thinner of benzeen om het objectief te reinigen. • NC-filters zijn beschikbaar om het voorste objectiefelement te beschermen. De zonnekap helpt ook om de voorkant van het objectief te beschermen. • Wanneer u het objectief in het flexibele objectiefetui opbergt, maakt u zowel de voorste als de achterste objectiefdoppen vast. • Bewaar het objectief op een koele, droge plaats wanneer u deze gedurende een lange periode niet gebruikt om schimmel- en roestvorming te voorkomen. Berg het objectief ook op om deze te beschermen tegen rechtstreeks zonlicht of chemicaliën zoals kamfer en naftaleen. • Laat geen water op het objectief komen en laat het objectief niet in water vallen. Hierdoor zal het objectief roesten en slecht functioneren. • Bepaalde onderdelen van het objectief zijn vervaardigd uit versterkt plastic. Zet het objectief nooit in een overmatig hete ruimte om schade te voorkomen. Standaardaccessoires • • • • 77mm makkelijk te bevestigen voorste objectiefdop LC-77 Achterste objectiefdop Bajonetkap HB-50 Flexibel objectiefetui CL-1120 Optioneel accessoire • 77mm vastschroefbare filters 80 Technische gegevens Objectief type: G-type AF-S Zoom-NIKKOR-objectief met ingebouwde CPU en Nikon-bajonetsluiting Brandpuntsafstand: 28–300mm Maximaal diafragma: f/3,5-5,6 Objectiefconstructie: 19 elementen in 14 groepen (2 ED lenselementen en 3 asferische lenselementen) Beeldhoek: 75°–8°10´ bij 35mm (135) formaat Nikon film-SLR camera’s en Nikon FX-formaat digitale SLR-camera’s 53°–5°20´ bij Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s 63°–6°30´ bij camera’s met IX240-systeem Schaal 28, 35, 50, 70, 105, 200, 300mm brandpuntsafstand: Afstandsinformatie: Doorgeven aan camera Zoombediening: Handmatig via aparte zoomring Scherpstelling: Nikon intern scherpstelsysteem (IF), autofocus met Silent Wave Motor; handmatig met scherpstellen met aparte scherpstelring Vibratiereductie: Lens-shift methode behulp van voice coil-motoren (VCM’s) Schaal Schaalverdeling in meters vanaf 0,5 m tot oneindig (෱) opnameafstand: Dichtste 0,5 m bij alle zoominstellingen scherpstelafstand: Aantal 9 stuks (afgerond) diafragmalamellen: Diafragma: Volledig automatisch Diafragmaschaal: f/3,5 tot f/22 (bij 28mm), f/5,6 tot f/38 (bij 300mm) Belichtingsmeting: Door middel van volledige diafragma-methode bij camera’s met CPU-interfacesysteem Montage-afmeting: 77mm (P = 0,75 mm) Afmetingen: Circa 83 mm (diameter) x 114,5 mm (afstand van de objectiefvatting op de camera) Gewicht: Circa 800 gram Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving of verplichting van de zijde van de fabrikant. 81 Jp En De Fr Es Se Ru Nl It Ck Ch Kr
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152

Nikon 2191 Handleiding

Categorie
Camera lenzen
Type
Handleiding