Toro DH 220 Lawn Tractor Handleiding

Type
Handleiding
FormNo.3392-286RevC
DH220Gazontractor
Modelnr.:74596—Serienr.:315000001enhoger
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3392-286*C
Ditproductvoldoetaanallerelevante
Europeserichtlijnen.Zievoordetailsde
aparteproduct-speciekeconformiteitsverklaring.
Inleiding
Dezemaaitractormetdraaiendemessenisbedoeld
voorgebruikdoorparticulieren.Demachineis
voornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangrasop
goedonderhoudenparticulieregazons.Demachine
isnietontworpenvoorhetmaaienvanstruikgewasof
voorgebruikindelandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ukuntopwww.Toro.comrechtstreekscontactmet
Toroopnemenominformatieoverproductenen
accessoiresteverkrijgen,eenverkopertevindenof
uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
g020500
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingnoemteenaantalmogelijkegevaren
enbevateenaantalveiligheidsberichtenmetde
volgendeveiligheidssymbolen(Figuur2),dieduiden
opeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk
letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde
veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
g000502
Figuur2
1.Veiligheidsalarm
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
©2017—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
2
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktinTsjechië
Allerechtenvoorbehouden
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Instructiesvoorveiligebedieningvan
(rijdende)maaimachinesmetzittende
bestuurder.......................................................4
VeiligebedieningT orozitmaaiers........................6
Geluidsdruk........................................................6
Geluidsniveau.....................................................6
Trilling.................................................................6
Hellingsindicator................................................7
Veiligheids-eninstructiestickers........................8
Algemeenoverzichtvandemachine.......................10
Bedieningsorganen..........................................10
Specicaties.....................................................11
Gebruiksaanwijzing.................................................11
Brandstoftankvullen..........................................11
Hetmotoroliepeilcontroleren............................12
Parkeerremgebruiken......................................12
Bestuurdersstoelinstellen................................12
Gebruikvandekoplampen...............................13
Urenteller..........................................................13
Bedieningvandeaftakas..................................13
Demaaihoogteinstellen...................................13
Motorstarten....................................................13
Motorafzetten..................................................14
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................14
Veiligheidssysteemtesten................................16
Demachinemetdehandduwen.......................16
Vooruitenachteruitrijden.................................17
Demachinestoppen.........................................17
Derecyclergebruiken.......................................17
Grasvangerleegmaken....................................17
Hetmaaiseluitwerpenlangsachteren..............18
Deoptioneletrekhaakgebruiken......................19
Tipsvoorbedieningengebruik.........................19
Onderhoud..............................................................21
Aanbevolenonderhoudsschema.........................21
Smering...............................................................22
Machinesmeren...............................................22
Onderhoudmotor................................................23
Onderhoudvanhetluchtlter............................23
Motorolieverversen..........................................23
Onderhoudvandebougie................................25
Onderhoudbrandstofsysteem.............................26
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank............26
Brandstofltervervangen..................................27
Onderhoudelektrischsysteem............................28
Dekoplampenvervangen.................................28
Zekeringenvervangen......................................28
Onderhoudvandeaccu....................................28
Onderhoudaandrijfsysteem................................31
Debandenspanningcontroleren.......................31
Onderhoudvanderem.....................................31
Degrasvangereenonderhoudsbeurt
geven............................................................32
Degrasvangerverwijderen...............................32
Grasvangerplaatsen........................................32
Grasvangerentunnelreinigen..........................32
Onderhoudvanhetmaaidek................................33
Onderhoudvandemaaimessen.......................33
Maaidekverwijderen.........................................34
Maaidekmonteren............................................34
Stalling....................................................................35
Problemen,oorzaakenremedie.............................36
Schema's................................................................38
3
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395:2013.
Instructiesvoorveilige
bedieningvan(rijdende)
maaimachinesmetzittende
bestuurder
Leesdezehandleidingenzorgervoordatudeze
begrijptvoordatudemachineingebruikneemt.
Hetveiligheidssymbool(Figuur2)wordtgebruiktom
uattenttemakenopmogelijkrisico'soplichamelijk
letsel.Houduaanalleveiligheidsberichtenbijdit
symboolteneindelichamelijkofzelfsdodelijkletsel
tevoorkomen.
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijk
dodelijkletseltevoorkomen.
Instructie
Leesdezehandleidingaandachtigdoorvoordatu
demaaimachinegaatgebruiken.Zorgervoordat
uvertrouwdraaktmetbedieningsorganenenweet
hoeudemachinemoetgebruiken.
Udienteroptoeteziendatdemachinenietdoor
kinderenwordtbediendofdoorvolwassenendie
nietvandeinstructiesopdehoogtezijn.Voor
debestuurderkaneenwettelijkeminimumleeftijd
gelden.
Houdiedereenweguithetgebiedwaarinu
demachinegebruikt,metnamekinderenen
huisdieren.
Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkis
voorongevallenofschadeaananderepersonen
ofhuneigendommen.
Hetisniettoegestaanpassagierstevervoeren.
Zorgervoordatudeuitlegoverallepictogrammen
opdemachineenindeinstructieshebtgelezen
enbegrepen.
Elkebestuurdermoetervoorzorgendathijofzij
professioneleenpraktischeinstructiekrijgt.Bij
eendergelijkeinstructiemoetdenadrukliggenop:
zorgvuldigheidenconcentratiebijhetwerken
metzitmaaiers;
alsdemachineopeenhellingbegintteglijden,
kandatnietmetderemwordengecorrigeerd.
Debelangrijksteoorzakenvoorhetverliezen
vandecontrolezijn:
onvoldoendegripvandewielen,
tesnelrijden,
onjuistgebruikvanderem,
hettypemachineisnietgeschiktvoorhet
speciekewerk,
zichonvoldoendebewustzijnvande
speciekeomstandighedenvanhetterrein,
metnameophellingen,
onjuistebevestigingenverdelingvan
lasten.
Brandstofveiligheid
WARNINGBrandstofiszeerontvlambaar.Neemde
volgendevoorzorgsmaatregelen.
Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikkendie
daarspeciaalvoorbedoeldzijn.
Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdenshet
bijvullennietroken.
Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Nooitde
dopvandebrandstoftankverwijderenofbrandstof
bijvullenalsdemotorlooptofheetis.
Probeerdemotorniettestartenalserbrandstof
isgemorst.Verwijderdemachinedanuitde
buurtvandeplekwaarisgemorst,envoorkom
elkevormvanopenvuurofvonkentotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
Doesteedsdedopweerzorgvuldigop
brandstoftanksen-containers.
Voorbereiding
Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroeken
stevigeschoenenmeteengripvastezool.
Draaggeensieradenoflossekledingenbindlang
haarop.
Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachine
gaatgebruikengrondigenverwijdereventuele
voorwerpendiedoordemachinekunnenworden
uitgeworpen.
WaarschuwingBrandstofiszeerontvlambaar.
Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikken
diespeciaaldaarvoorbedoeldzijn.
Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdens
hetbijvullennietroken.
Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Nooit
dedopvandebrandstoftankverwijderenof
brandstofbijvullenalsdemotorlooptofheetis.
Probeerdemotorniettestartenalserbrandstof
isgemorst.Verwijderdemachinedanuitde
buurtvandeplekwaarisgemorst,envoorkom
4
elkevormvanopenvuurofvonkentotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
Zorgervoordatdeafsluitdoppenvan
brandstoftanksenblikkenweergoed
vastzitten.
Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd
opsporenvanslijtageofbeschadiging.Vervang
versletenofbeschadigdemessenenbouten
altijdalscompletesetomeengoedebalanste
behouden.
Letopdatbijmachinesmetmeermaaimessen
anderemessenkunnengaandraaiendoordatu
eenmesdraait.
Gebruiksaanwijzing
Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampen
kunnenverzamelen.
Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
Allewerktuigkoppelingenuitschakelenen
versnellinginvrijschakelenvoordatudemotor
start.
Gebruikdemachinenooitzonderdegrasgeleider,
decompletegrasvangerofeenzelfsluitend
uitwerpkanaal.
Denkeraandatelkehellinggevaarlijkis.Hetrijden
opmetgrasbegroeidehellingenvereistbijzondere
zorgvuldigheid.Omtevoorkomendatdemachine
kantelt:
nietplotselingstoppenofgaanrijdenbijhet
op-enafrijdenvanhellingen.
houddesnelheidlaagbijhetrijdenophellingen
eninscherpebochten;
letopbultenenkuilenenandereverborgen
gevaren;
maainooitdwarsovereenhelling,tenzijde
maaimachinespeciaaldaarvoorisbedoeld.
Gebruikdemaaimachinenietbijderandenvan
kliffen,steilehellingen,slotenofdijken.
Weesvoorzichtigbijhetmaaienvannatgras.
Gazorgvuldigtewerkalsulastensleeptofzware
werktuigengebruikt.
Gebruikuitsluitendgoedgekeurde
trekstangbevestigingspunten.
Beperkdebelastingtotwatuveiligkunt
beheersen.
Maakgeenscherpebochten.Gazorgvuldigte
werkalsuachteruitrijdt.
Gebruikcontragewicht(en)ofwielgewichten,
alsditindebedieningshandleidingwordt
geadviseerd.
Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.
Alsubliksemzietofdonderhoortinhetgebied,
gebruikdemachinedanniet;gaschuilen.
Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenweg
werktofdezeoversteekt.
Zetdemaaimessenstilvoordatuandere
oppervlakkendangrasveldenoversteekt.
Bijgebruikvanwerktuigennooitdeafvoeropening
naaromstanderstoerichtenofpersoneninde
buurtvandeinwerkingzijndemachinelaten
komen.
Gebruikdemachinenooitalsschermenof
anderebeveiligingsmiddelenzijnbeschadigdof
ontbreken.
Veranderdeinstellingenvandemotornieten
voorkomoverbelastingvandemotor.Laatde
motornietmeteentehoogtoerentallopenomdat
ditdekansopongevallenkanvergroten.
Voordatudebestuurderspositieverlaat:
aftakasuitschakelenenwerktuigenlaten
zakken;
versnellinginneutraalstandzettenen
parkeerreminwerkingstellen;
demotorafzettenenhetsleuteltjeuithet
contactnemen.
Aandrijvingnaarwerktuigenuitschakelen,motor
afzettenenbougiekabel(s)losmakenofsleuteltje
uithetcontactnemen
voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt;
voordatudemaaimachinecontroleert,reinigt
ofdaaraanwerkzaamhedenverricht;
alsueenvreemdvoorwerpraakt.Controleer
demaaimachineopbeschadigingenenvoer
allebenodigdereparatiesuitvoordatude
machineweergebruikt:
alsdemaaimachineabnormaaltrilt(direct
controleren).
Schakeldeaandrijvingnaardewerktuigenuitals
udemachinetransporteertofnietgebruikt.
Zetdemotorafenschakeldeaandrijvingnaarde
werktuigenuit:
vóórhetbijvullenvanbrandstof;
vóórverwijderingvandegrasvanger;
voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdie
vanafdebestuurderspositiekanworden
ingesteld.
Onderhoudenopslag
Draaiallemoeren,boutenenschroeven
regelmatigstrakaan,zodatdemachinesteeds
veiligkanwordengebruikt.
5
Reinigdemachinenietmeteenhogedrukreiniger.
Alserzichbrandstofindetankbevindt,magu
demachinenietopslaanineenafgeslotenruimte
waarbrandstofdampenincontactkunnenkomen
metopenvuurofvonken.
Laatdemotorafkoelenvoordatudemachinein
eenafgeslotenruimtestalt.
Houddemotor,geluiddemper,accubehuizingen
debrandstofopslagplaatsvrijvanovertolligvet,
grasenbladerenombrandgevaarteverminderen.
Umoetdeonderdelenvandegrasvangerende
afvoergeleiderveelvuldigcontrolerenen,indien
nodig,vervangendooronderdelendiedefabrikant
heeftaanbevolen.
Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmet
hetoogopeenveiliggebruik.
Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
Alshetnodigisdebrandstoftankaftetappen,doe
ditdanbuiten.
Weesvoorzichtigalsudemachineafstelt,omte
voorkomendatuwvingersbekneldrakentussen
dedraaiendemessenendevasteonderdelenvan
demachine.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenener
zekervantezijndatdemachineveiligkan
wordengebruikt,moetutervervangingaltijd
origineleonderdelenenaccessoiresvan
Toroaanschaffen.Gebruiknooituniversele
onderdelenenaccessoires;dezekunnende
machineonveiligmaken.
Slepen
Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Gebruikeenoprijplaatvanvolledigebreedtebij
hetladenvandemachineopeenaanhangerof
vrachtwagen.
Zetdemachinegoedvastmetspanbanden,
kettingen,kabelsoftouwen.Zoweldevoorsteals
deachterstespanbandmoetnaarbenedenen
naardebuitenkantvandemachinelopen.
VeiligebedieningToro
zitmaaiers
Devolgendeparagraafbevatveiligheidsinstructiesdie
speciekzijntoegesnedenopToro-productenenniet
zijnopgenomenindeCEN-norm.
GebruikuitsluitenddoorT orogoedgekeurde
werktuigen.Degarantiekankomentevervallenals
udemachinegebruiktmetwerktuigendienietzijn
goedgekeurd.
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan
82dBAuitophetgehoorvandebestuurder(met
eenonzekerheidswaarde(K)van1dBA).De
geluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengeluidsniveauvan100dBA
meteenonzekerheidswaarde(K)van1dBA.Het
geluidsniveauisvastgesteldvolgensdeproceduresin
ISO11094.
VOORZICHTIG
Langdurigeblootstellingaanlawaaitijdens
hetgebruikvandemachinekanleidentot
gehoorverlies.
Draaggeschiktegehoorbeschermingalsude
machinelangeretijdgebruikt.
Trilling
Hand-arm
Gemetentrillingsniveauvoorderechterhand=
2,8m/s
2
Gemetentrillingsniveauvoordelinkerhand=
2,8m/s
2
Onzekerheidswaarde(K)=1,4m/s
2
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensde
proceduresinENISO5395:2013.
Gehelelichaam
Gemetentrillingsniveau=0,3m/s
2
Onzekerheidswaarde(K)=0,15m/s
2
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensde
proceduresinENISO5395:2013.
6
Hellingsindicator
g011841
Figuur3
Dezepaginamagwordengekopieerdvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachineveiligkuntgebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomde
hellingshoektebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langs
debetreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand.
7
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
decaloemmarkt
Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
decal93-7276
93-7276
1.Risicovanexplosie
Draagoogbescherming.
3.BrandgevaarGeen
vonkenofvuurenniet
roken
2.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwondenAfspoelen
metwatereneerstehulp
verlenen.
4.GiftigHoudkinderen
opveiligeafstandvande
accu.
decal99-5340
99-5340
1.KeyChoice-sleuteltjeOmdraaienalsuwiltmaaieninde
achteruit-stand.
decal104-3237
104-3237
1.Parkeerrem
decal104-3238
119-5517
1.Startprocedure
6.Deparkeerrem
vergrendelen.
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
7.Alsdemotorkoudis,
degashendelopChoke
zetten.
3.Controleerhet
motoroliepeil.
8.Startdemotor.
4.Maaidekopheffen.
9.Deparkeerremvrijzetten.
5.Tractorinneutraalstand
zetten.
decal104-3243
125-2345
1.Trekdehendeluitomde
machinetelatenrijden.
2.Drukdehendelinomde
machineteduwen.
8
decal106-8552
106-8552
1.Grasopvangen
2.Recyclen
decal111-5630
111-5630
1.Maaieninde
achteruit-stand
ingeschakeld
3.Maakdegrasvangerleer
2.Verlichting
4.Aftakasschakelaar
decal111-5941
111-5941
1.WaarschuwingHouuwhandenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
decal111-5942
111-5942
1.Maaihoogte-instellingen
decal111-5953
111-5953
1.Maaihoogte-indicator
decal119-2725
119-2725
1.WaarschuwingLeesdeGebruikershandleiding.
2.WaarschuwingVerwijderdebougiekabelvoordatude
machineonderhoudt.
3.MachinekankantelenGebruikdemachinenietop
hellingenvanmeerdan10graden.
4.Demaaimachinekanvoorwerpenuitwerpen,ledematen
kunnenbekneldrakenHoudomstandersopeenveilige
afstandvandemachine.
5.HandenofvoetenkunnenwordengesnedenBlijf
uitdebuurtvanbewegendeonderdelenenhoudalle
beschermendedelenophunplaats.
9
decal119-2726
119-2726
1.DemachinekanvoorwerpenuitwerpenHoudomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
2.HandenofvoetenkunnenwordengesnedenBlijf
uitdebuurtvanbewegendeonderdelenenhoudalle
beschermendedelenophunplaats.
decal119-2730
119-2730
1.Ledematenvanomstanderskunnenbekneld
raken/afgesnedenwordenbijhetachteruitrijdenDraai
nooithetsleuteltjeomalserkinderenindebuurtzijn;houd
kinderenopeenveiligeafstandvandemachine.
decal111-8217
111-8217
1.WaarschuwingHouuwhandenenvoetenuitdebuurt
vanbewegendeonderdelen;wachttotdatdebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomen.
Algemeenoverzicht
vandemachine
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetdebedieningsorganen
voordatudemotorstartendemachinegebruikt
(Figuur4).
g017869
Figuur4
1.Aftakasknop
6.Recycle-on-Demand
hendel
2.Contactschakelaar
7.Parkeerremhendel
3.Gashendel
8.Pedaalvooruitversnelling
4.Chokeknop
9.Pedaalachteruit
versnelling
5.Rempedaal10.Maaihoogtehendel
10
Specicaties
Gewicht
256kg
Lengte
260cm
Breedte110cm
Maaibreedte102cm
Hoogte119cm
Motortoerental2,600tpm
Nominaalmotorvermogen12,1kWbij3000tpm
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Brandstoftankvullen
Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud),
loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
Ethanol:benzinemetmaximaal10vol.%ethanol
of15vol.%MTBE(methyltertiairebutylether)is
geschikt.EthanolenMTBEzijnverschillende
stoffen.Benzinemet15%ethanol(E15)per
volumeisnietgoedgekeurdvoorgebruik.Gebruik
nooitbenzinemetmeerdan10vol.%ethanol,
zoalsE15(bevat15%ethanol),E20(bevat20%
ethanol),ofE85(bevattot85%ethanol).Het
gebruikvanongeschiktebenzinekanleidentot
eenverminderdeprestatieen/ofschadeaande
motorwelkemogelijknietdoordegarantiewordt
gedekt.
Geenbrandstofgebruikendiemethanolbevat.
Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
Mengnooitoliedoordebrandstof.
Belangrijk:Omgemakkelijkertestarten,kuntu
hethelemaaiseizoenlangbrandstofstabilisator
toevoegenaanbrandstofvannietmeerdan
30dagenoud;laatdemachinevolledigleeglopen
alsudezelangerdan30dagengaatstallen.
Gebruiknooitanderebrandstofadditievendaneen
brandstofstabilisator/conditioner.Gebruikgeen
stabilizersopbasisvanalcoholzoalsethanol,
methanol,ofisopropanol.
11
GEVAAR
Brandstofenbrandstofdampenzijnuiterst
brandbaarenexplosief.Brandofexplosievan
brandstofkanbrandwondenveroorzaken.
Omtevoorkomendateenstatische
ladingdebrandstoftotontbrandingkan
brengen,moetuhetbenzinevaten/ofde
machinevoordatudetankvultopde
grondplaatsen,nietopeenvoertuigofeen
anderobject.
Vuldebrandstoftankindeopenlucht
wanneerdemotorkoudis.Neemgemorste
benzineop.
Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,en
houdbrandstofuitdebuurtvanopenvuur
envonken.
Bewaarbrandstofineengoedgekeurd
brandstofvatenbuitenbereikvankinderen.
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
deze.
3.Vuldebrandstoftankbijmetloodvrije,normale
benzinetotmaximaal6tot13mmvanafde
onderkantvandevulbuis.Vuldebrandstoftank
niethelemaal.Vuldebrandstoftankniet
helemaalaf.
Opmerking:Deruimteindetankgeeftde
brandstofdekansomuittezetten.
4.Draaidetankdopstevigvast.
5.Neemgemorstebrandstofop.
6.Startdemotornietalsergemorstebrandstof,
geopendebrandstofvatenofanderebrandbare
vloeistoffenofgassenindebuurtvande
machinezijn.
Hetmotoroliepeil
controleren
Voordatudemotorstartendemachineingebruik
neemt,moetuhetoliepeilinhetcartervandemotor
controleren;zieHetmotoroliepeilcontroleren(bladz.
24).
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerude
machinestoptofdezeonbeheerdachterlaat.
Parkeerreminwerkingstellen
1.Traphetrempedaalin(Figuur4)enhouddit
ingetrapt.
2.Beweegdeparkeerremhendelnaarrechts
(Figuur5).
Neemuwvoetlangzaamvanhetrempedaal.
g028358
Figuur5
1.Parkeerremhendel
Opmerking:Hetkoppelings-/rempedaalmoet
indeingetrapte(vergrendelde)standblijven
staan.
Parkeerremvrijzetten
1.Traphetrempedaalinenhoudditingetrapt
(Figuur4).
2.Beweegdeparkeerremhendelnaarlinks(Figuur
5).
3.Laathetrempedaalnulangzaamopkomen.
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachteren
verschuiven.Destandvandestoelmoetzozijn
datudemachinehetbestkuntbedienenendatu
comfortabelzit.
1.Tildestoelopendraaideinstelknoppenlos
(Figuur6).
12
g008253
Figuur6
1.Instelknoppen
2.Schuifdestoelnaardegewenstestandendraai
deknoppenweervast.
Gebruikvandekoplampen
Dekoplampenzijneenintegralefunctievande
contactschakelaar.Draaihetcontactsleuteltjenaar
rechtsindestandLichten.
Urenteller
Deurentellerbevindtzichophetdashboard(Figuur
4)toonthetaantalurendatdemachineinbedrijfis
geweest.
Bedieningvandeaftakas
Metdemes-knopschakeltudeaandrijvingnaarde
maaimesseninofuit.
Demaaimesseninschakelen
1.Traphetrempedaalinomdemachinete
stoppen.
2.Trekdemaaimes-knopuitindeingeschakelde
positie(Figuur4).
Demaaimessenuitschakelen
1.Traphetrempedaalinomdemachinete
stoppen.
2.Drukdemaaimesknopinomuitteschakelen
(Figuur4).
Demaaihoogteinstellen
Metdemaaihoogtehendelsteltuhetmaaidekinopde
gewenstemaaihoogte.Demaaihoogtekaninzeven
standenwordengezet,vanongeveer30tot80mm.
Belangrijk:Umoetdemaaihoogtehendelinde
hoogstestandzetten(7)alsudemachinevanhet
grasrijdt,ombeschadigingvandemaaimessen
tevoorkomen.
1.Drukopdeknopopdemaaihoogtehendelen
houddeknopingedrukt(Figuur7).
g017870
Figuur7
1.Maaihoogtehendel
2.Zetdemaaihoogtehendelindegewenstestand.
3.Laatdeknoplos.
Motorstarten
1.Opendebrandstofafsluitklepdezebevindtzich
tussendebrandstoftankendemotor(Figuur8).
g008258
Figuur8
1.Brandstofafsluitklep
13
Opmerking:Deklepmoetinéénlijnmetde
brandstofslangstaan.
2.Neemplaatsopdebestuurdersstoel.
3.Controleerofdetractiepedaleninde
neutraalstandstaan.
4.Steldeparkeerreminwerking;zieParkeerrem
inwerkingstellen(bladz.12).
5.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit;zieFiguur
4inBedieningsorganen(bladz.10).
Opmerking:Demotorzalnietstartenalsde
maaimessenzijningeschakeld.
6.Omeenkoudemotortestarten,moetude
chokeknopuittrekken(Figuur9).
g017871
Figuur9
1.Gashendel2.Chokeknop
Opmerking:Omeenwarmemotortestarten
moetudechokeknopindrukken.
7.Draaihetcontactsleuteltjenaarrechtsenhoud
hetindeStartstand(Figuur10).
g017884
Figuur10
1.Contactsleuteltje
4.Verlichting
2.START
5.Uit
3.AAN
Opmerking:Laathetsleuteltjeloszodrade
motoraanslaat.
Belangrijk:Alsdemotorna15seconden
continustartennietaanslaat,moetuhet
contactsleuteltjeopUitdraaienende
startmotor2minutenlatenafkoelen;zie
Problemen,oorzaakenremedie(bladz.36).
8.Zodrademotorstart,zetudegashendel
langzaamopSnel(Figuur9).
Motorafzetten
1.Zetdegashendelindelangzamestand(Figuur
9).
Opmerking:Alsdemotorterugslaat,zetdan
degashendelopSnelvoordatudemotorafzet.
2.DraaihetcontactsleuteltjeopUit(Figuur10).
Opmerking:Alsdemotorzwaarbelastis
geweestofheetis,moetudezenogeenminuut
latendraaienvoordatuhetcontactsleuteltje
opUitdraait.Hierdoorkandemotorafkoelen
voordatudemotorafzet.Ineennoodgevalkunt
udemotorafzettendoorhetcontactsleuteltje
opUittedraaien.
Hetveiligheidssysteem
gebruiken
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Vervangschakelaarsomdetweejaar
ongeachtofzewelofnietnaarbehoren
functioneren.
Werkingvanhetveiligheidssys-
teem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
Debestuurderopdestoelzit.
Hetrempedaalisingetrapt.
14
Deaftakasknopisuitgeschakeld.
Hettractiepedaalstaatindeneutraalstand.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatdemotor
wordtgestoptalsudebestuurdersstoelverlaatterwijl
hettractiepedaalnietindeneutraalstandstaat,de
parkeerremnietinwerkingisgesteldofdeaftakas
isingeschakeld.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatde
maaimachinewordtgestopt,wanneer:
Udemachineindeachteruitstandzetterwijlde
maaimessenzijningeschakeld.
Udegrasvangerverwijdertofleegstort.
KeyChoice
®
schakelaarinstellen
voorWerkenindeachteruit-stand
Dankzijeeninterlockschakelaaropdemachinewordt
deaftakasuitgeschakeldalsuachteruitrijdt.Alsude
rijsnelheidshendelindeachteruitstandzetterwijlde
messen(aftakas)zijningeschakeld(datwilzeggen
alsermaaimessenofanderewerktuigeningebruik
zijn),zullendemessentotstilstandkomen.Maai
uitsluitendindeachteruitstand,alsdatstrikt
noodzakelijkis.
Alsudemaaimessenmoetgebruikenterwijlu
achteruitrijdt,moetudeinterlockschakelaaruitzetten
metbehulpvandeKeyChoice-schakelaardiezich
naastdebeugelvandebestuurdersstoelbevindt
(Figuur11).
g017872
Figuur11
1.KeyChoice-schakelaar
GEVAAR
Wanneeruachteruitrijdtterwijlde
maaimessenofanderewerktuigeningebruik
zijn,bestaathetgevaardatueenkindofeen
andereomstanderoverrijdt,meternstigletsel
ofdedoodtotgevolg.
Maaiuitsluitendindeachteruitstand,als
datstriktnoodzakelijkis.
SteekhetKeyChoice-sleuteltjealleenin
deKeyChoice-schakelaaralsditstrikt
noodzakelijkis.
Kijkaltijdomlaagenachteromvóóren
tijdenshetachteruitrijden.
GebruikdeKeyChoice-schakelaaralleen
wanneeruerzekervanbentdatergeen
kinderenofandereomstandersbinnenhet
maaigebiedzullenkomen.
Letheelgoedopalsude
interlockschakelaarhebtuitgezet:
doorhetlawaaivandemotormerktu
mogelijknietdateenkindofandere
omstanderzichinhetmaaigebiedbevindt.
Verwijderaltijdzowelhetcontactsleuteltje
alshetKeyChoice-sleuteltjeenbewaar
zeopeenveiligeplaatsbuitenhetbereik
vankinderenofonbevoegdegebruikers,
wanneerudemachineonbeheerd
achterlaat.
1.Schakeldemaaimessenin.
2.SteekhetKeyChoice-sleuteltjeindeschakelaar
(Figuur11).
3.DraaihetKeyChoice-sleuteltjeom.
Opmerking:Hetachteruitlampjeophet
voorstepaneel(Figuur12)gaatbrandenomaan
tegevendatdeinterlockschakelaarisuitgezet.
g017873
Figuur12
1.Lampjewerktuig-in-achteruit
4.Bediendemachineindeachteruitenmaakuw
werkaf.
5.Schakeldemaaimessenuitomdeinterlockin
teschakelen.
15
6.VerwijderhetKeyChoice-sleuteltjeenbewaar
ditopeenveiligeplaatsbuitenhetbereikvan
kinderen.
Veiligheidssysteemtesten
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als
hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder
wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren
dooreenerkendeservicedealer.Gebruikdemachine
niettotdatdezeisgerepareerd.Neemplaatsopde
stoelenvoerdevolgendecontrolesuit:
1.Steldeparkeerreminwerking,schakelde
aftakasinendraaihetcontactsleuteltjeop
Starten.Destartmotormagnunietdraaien.
2.Steldeparkeerreminwerking,schakelde
aftakasuitendraaihetcontactsleuteltjeop
Starten.Destartmotormagnunietdraaien.
3.Zethettractiepedaalindeneutraalstand,stelde
parkeerreminwerking,schakeldeaftakasuiten
startdemotor.Alsdemotorloopt,moetude
parkeerremvrijzettenenietsovereindkomen
uitdebestuurdersstoel.Demessenmoetentot
stilstandkomen.
4.Steldeparkeerreminwerking,schakel
deaftakasuit,zethettractiepedaalinde
neutraalstandenstartdemotor.Alsdemotor
loopt,schakeltudeaftakasinenzetuhet
tractiepedaalindeachteruitstand.Demotor
moetafslaan.
5.Steldeparkeerreminwerking,schakelde
aftakasuitenzethettractiepedaalinde
neutraalstand.Startdemotor,schakelde
aftakasin,draaihetKeyChoicesleuteltjeomen
laatditweerlos.HetlampjeWerken-in-achteruit
moetnuoplichten.
6.Schakeldeaftakasuit.Hetwaarschu-
wingslampjevoorwerken-in-achteruitmoetnu
doven.
Demachinemetdehand
duwen
Belangrijk:Umoetdemachinealtijdmetdehand
duwen.Umagdemachinenooitslepen.Ditkan
schadeaandetransaxleveroorzaken.
Demachineduwen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Verwijderdegrasvanger;zieDegrasvanger
verwijderen(bladz.32).
7.Drukderijknop(aandeachterzijdevande
machine)naarbuitenindeduwstand.
8.Zetdeparkeerremvrij.
Opmerking:Hierdoorwordthetaandrijfsysteem
uitgeschakeldenkunnendewielenvrijdraaien
(Figuur13).
g017874
Figuur13
1.StandDUWEN
2.InWerking
Gebruikvandemachine
1.Steldeparkeerreminwerking.
2.Zetdeaandrijfhendelindebedrijfsstand(Figuur
13)omhetaandrijfsysteeminteschakelen.
Opmerking:Ukuntdemachineuitsluitend
latenrijdenalsdeaandrijfhendelindestandIn
Werkingstaat.
3.Monteerdegrasvanger;zieGrasvanger
plaatsen(bladz.32).
16
Vooruitenachteruitrijden
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).
ZetdegashendelopSNELomdebesteprestaties
teverkrijgen.
Vooruitrijden:
1.Zetdeparkeerremvrij;zieParkeerremvrijzetten
(bladz.12).
2.Zetuwvoetophetpedaalvande
vooruitversnellingentraphetpedaal
langzaaminomvooruitterijden(Figuur14).
g017875
Figuur14
1.Pedaalvooruitversnelling2.Pedaalachteruit
versnelling
Opmerking:Omdesnelheidteverhogen,
moetuhetpedaalvandevooruitversnelling
intrappen.Omlangzamerterijden,laatuhet
tractiepedaalopkomen.
Achteruitrijden:
1.Zetdeparkeerremvrij;zieParkeerremvrijzetten
(bladz.12).
2.Zetuwvoetophetpedaalvandeachteruit
versnellingentraphetpedaallangzaaminom
achteruitterijden(Figuur14).
Opmerking:Omdesnelheidteverhogen,
moetuhetpedaalvandeachteruitversnelling
intrappen.Omlangzamerterijden,laatuhet
pedaalvandeachteruitversnellingopkomen.
Belangrijk:Omschadeaandetransmissiete
voorkomen,moetualtijdeerstdeparkeerrem
vrijzettenvoordatuhettractiepedaalofhetpedaal
vandeachteruitversnellingbeweegt.
Belangrijk:Zetomschadeaandemaaier
tevoorkomendemaaieraltijdindehoogste
maaistandalsudemachinevanhetgrasrijdt.
Demachinestoppen
1.Laathettractiepedaalofhetpedaalvande
achteruitversnellingopkomen.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUit.
4.Steldeparkeerreminwerkingalsudemachine
onbeheerdachterlaat;zieParkeerreminwerking
stellen(bladz.12).
Opmerking:Verwijderhetcontactsleuteltjeen
hetKeyChoice-sleuteltjeuitdedesbetreffende
schakelaars.
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletsel
oplopenalszijdemachineverplaatsenof
proberentebedienenterwijldezeonbeheerd
staat.
Verwijderaltijdhetcontactsleuteltjeenhet
KeyChoicesleuteltjeensteldeparkeerrem
inwerkingwanneerudemachineonbeheerd
laat,ookalishetslechtsvooreenpaar
minuten.
Derecyclergebruiken
Ukuntderecycleractiverenofdeactiverenterwijlde
machinemaaitofisstilgezet.Alsuhoogendikgras
verzamelt,moetudemaaihoogteineenhogerestand
zettenenbijeenlageresnelheidmaaien.
1.Zetderecyclerhendel(Figuur4)naarvorenals
ugrasmaaiselwiltopvangen.
2.Zetderecyclerhendelnaarachterenalsu
geengrasmaaiselwiltopvangen,maarditwilt
recyclen.
Grasvangerleegmaken
Zodradegrasvangervolis,klinktereenzoemeren
moetdegrasvangerwordengeleegd.
Belangrijk:Omtevoorkomendatdeafvoertunnel
verstoptraaktmetgras,moetendemaaimessen
(aftakas)wordenuitgeschakeldalsdezoemer
klinkt.
1.Maakdevergrendelingspallos(Figuur15).
17
g017876
Figuur15
1.Vergrendeling
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uitenzetde
gashendelopLangzaam.
3.Trekdestorthendelvandegrasvangernaar
vorenomdegrasvangertekantelen(Figuur16).
g017877
Figuur16
1.Storthendelvangrasvanger
4.Maakdegrasvangerleeg.
5.Zetdemachinevoordatudegrasvangerweerin
dewerkstandzetdemachinenaarvorenomde
grasvangervanhetneergelegdegrastehalen.
6.Zetdegrasvangerterugindebeginstand.
Hetmaaiseluitwerpen
langsachteren
Alshetgrastelangisomopgevangenteworden,
moetumisschienmaaienzondergrasvanger.
1.Maakdevergrendelpallos(Figuur17).
g017876
Figuur17
1.Vergrendeling
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uitenzetde
gashendelopLangzaam.
3.Trekdestorthendelvandegrasvangernaar
vorenenkanteldegrasvanger(Figuur18)totde
paldegrasvangerindeopenstandvergrendelt
(Figuur19).
g017877
Figuur18
1.Storthendelvangrasvanger
18
g017883
Figuur19
1.Vergrendeling
4.Maaihetgrasmetdegrasvangerindeopen
stand,zoalsgewenst.
5.Zetdemachinenaarvorenvoordatude
grasvangerweerindewerkstandzetomde
grasvangervanhetgestortegrastehalen.
6.Beweegdestorthendellangzaamomlaagomde
grasvangerterugtezettenindebeginstand.
Deoptioneletrekhaak
gebruiken
Demachinekanwerktuigen(dienietmetdegrond
inaanrakingkomen)meteenmaximumgewichtvan
150kgslepen.
1.Verwijderdegrasvanger;zieDegrasvanger
verwijderen(bladz.32).
2.Bevestighetwerktuigaandetrekhaakonderaan
ophetachterstedeelvandetractor(Figuur20).
g017878
Figuur20
1.Trekhaak
Tipsvoorbedieningen
gebruik
Omdebesteresultatenteverkrijgen,moetude
motorophetmaximaletoerentallatendraaien.
Omhetgrasgoedaftemaaienisluchtnodig;
zetdemaaihoogtedusniettelaagenzorgdat
demaaimachineniethelemaaldoorongemaaid
grasomgevenis.Umoetaltijdéénkantvande
machinevrijvanongemaaidgrastehouden,zodat
luchtkanwordenaangezogen.
Laathetgrasietslangerdannormaal,omte
voorkomendatoneffenhedeninhetgrasvolledig
wordenweggemaaid.Alsugrasvanmeerdan
15cm(6")langgaatmaaien,kuntuhetbestin
tweekeermaaienomeengoedmaairesultaatte
verkrijgen.
Aanbevolenwordtnietmeerdanongeveer1/3
vandelengtevanhetgrasaftemaaien.Meer
afmaaienwordtafgeraden,tenzijhetgrasdunis,
ofindelateherfst,wanneerhetgraslangzamer
groeit.
Maaiafwisselendinverschillenderichtingen,zodat
hetgrasrechtopblijftstaan.Ditzorgtookvoor
eenbetereverspreidingvanhetmaaisel,watde
verteringenbemestingtengoedekomt.
Hettempowaarmeehetgrasgroeit,varieertper
jaargetijde.Omdezelfdemaaihoogtetebehouden,
wateengoedegewoonteis,moetuinhetvroege
voorjaarvakermaaien.Alsdegroeisnelheidinde
zomerafneemt,maaitumindervaak.
Alshetgraslangerdannormaalisofalsheteen
hoogvochtgehalteheeft,moetudemaaihoogte
hogerdannormaalinstellen,hetgrasopdeze
hoogtemaaienendaarnahetgrasopdelagere,
normalehoogtemaaien.
19
Alsudemachinemoetstoppentijdenshet
maaien,kanereenkluitmaaiselophetgazon
terechtkomen.Omdittevoorkomen,moetuals
volgttewerkgaan:
Schakeldemaaimesseninenrijnaareendeel
vanhetgazondatalisgemaaid.
Omhetmaaiselgelijkmatigteverspreiden,zet
udemaaihoogteéénoftweestandenhogeren
rijdtuvooruitmetdeingeschakeldemessen.
Gebruikdewasaansluitingenommaaiselenvuil
vandeonderkantvanhetmaaidekteverwijderen.
Doedittelkensnagebruik.Alszichgrasenvuilin
demaaimachineverzamelt,leidtdatuiteindelijktot
eenonbevredigendmaairesultaat.
Zorgdatugedurendehetheleseizoensteedsmet
scherpemessenmaait.Eenscherpmessnijdthet
grasgoedafzonderhettescheurenoftekwetsen.
Doorscheurenenkwetsenwordthetgrasbruin
aanderanden,waardoorhetlangzamergroeiten
gevoeligerisvoorziekten.Controleeromde30
dagenofdemessengoedscherpzijnenverwijder
bramenmeteenvijl.
20
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinkerenrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste5bedrijfsuren
Demotorolieverversen.
Bijelkgebruikofdagelijks
Veiligheidssysteemcontroleren.
Controleerhetmotoroliepeil.
Accuzuurcontroleren.
Deremcontroleren.
Maaimessencontroleren.
Maaikastreinigen.
Omde25bedrijfsuren
Invettenensmerenvandemachine.(Demachinevakerinvettenensmerenbijhet
werkenonderstofgeofzanderigecondities.)
Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt.
Bougiecontroleren.
Debandenspanningcontroleren.
Buitenkantvandemotorreinigen.
Omde50bedrijfsuren
Demotorolieverversen.(Verversdemotorolievakeralshetvoertuiginzeerstofge
ofzanderigeomstandighedenwordtgebruikt.)
Omde100bedrijfsuren
Vervanghetluchtlter.Vervanghetluchtltervakeralsdemachinewordtgebruiktin
buitengewoonstofgeofzanderigeomstandigheden.
Motorolieltervervangen.(Pleegvakeronderhoudbijgebruikvandemachineonder
stofgeofvuilecondities.)
Bougievervangen.
Brandstofltervervangen.
Jaarlijksofvóórstalling
Allebovenstaandeonderhoudsproceduresuitvoeren.
Benzineaftappenuitdebrandstoftank.
Beschadigdeoppervlakkenbijwerken.
Accuopladenenkabelsloskoppelen.
Belangrijk:Ziedegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart
waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Haalhetsleuteltjeuithetcontactenmaakdebougiekabellosvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaandemachine.Drukdekabelopzij,zodatdezeniet
onbedoeldcontactkanmakenmetdebougie.
21
Smering
Machinesmeren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiode
aan)—Invettenensmerenvan
demachine.(Demachinevaker
invettenensmerenbijhetwerken
onderstofgeofzanderige
condities.)
Methodevansmeren
Opmerking:Smeerdemachinemetuniverseel
smeervet.
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Reinigdesmeernippelsmeteenvodenschuur
verfvandevoorkantvandenippels.
6.Zeteensmeerpistoolopelkesmeernippelen
pomphiervetin.
7.Veegovertolligvetweg.
Smeerpunten
g008270
Figuur21
Smeerpunten
ItemNaamHoeveel-
heid(pom-
pen)
Interval(uren)Smeermiddel
1
Voorwiel-smeerttings
225
Smeervet
2
Stuurkogels
450
Olie
3
Stuurinrichting
150
Smeervet
4
Stuurasmechanisme
125
Smeervet
5
Stuuraslager
150
Olie
6
Stuuraslager
150
Olie
7
Rijhendel150
Smeervet
8
Asnaafommaaidekopteheffen.
150
Olie
9Kogelverbindingenvanbewegendeverbinding450
Olie
10
Smeernippelvandespanpoelieriem
150
Smeervet
11Draaipuntenrempedaalas250
Olie
12
Parkeerremring150
Olie
13
Stuurlager
125
Smeervet
14
LinkerenrechterasSmeermiddelinnippelspompen
225
Smeervet
15
Scharnierpennenvanmaaidek
6Bijverwijdering
Smeervet
16
Draaipennenvanvooras2Bijverwijdering
Smeervet
22
Onderhoudmotor
Onderhoudvanhet
luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Geef
hetluchtltereenonderhoudsbeurt.
Omde100bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij
dekortsteperiodeaan)—Vervanghetluchtlter.
Vervanghetluchtltervakeralsdemachine
wordtgebruiktinbuitengewoonstofgeof
zanderigeomstandigheden.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Laatdemotorafkoelen.
7.Opendemotorkap.
Hetluchtlterverwijderen
1.Maakdeomgevingvanhetluchtlterdeksel
schoonomtevoorkomendatvuilindemotor
komtenschadeveroorzaakt.
2.Knoppenlosdraaienenluchtlterdeksel
verwijderen(Figuur22).
g025036
Figuur22
1.Knop(2)2.Dekselvanluchtlter
3.Verwijderhetuiteindevanhetlteromhetlter
teverwijderen(Figuur23).
g025037
Figuur23
1.Luchtlter
Hetluchtlterreinigen
1.Controleerhetluchtlterelementopscheuren,
eenvettigoppervlakofbeschadigingvande
rubberenafdichting.
2.Tikhetlterzachtjestegeneenhardoppervlak
omvuilteverwijderen.Alshetlterergvuilis,
dientuhettevervangendooreennieuwlter.
Belangrijk:Hetpapierlternooitreinigenmet
persluchtofvloeistoffenzoalsoplosmiddelen,
benzineofkerosine.Vervanghetluchtlterals
hetisbeschadigdofnietgrondigkanworden
gereinigd.
Luchtltermonteren
1.Monteerhetluchtlterindeonderkantvande
motorendrukhetnaarbenedentothetlterop
zijnplaatsklikt.
2.Monteerhetluchtlterdekselendeknoppen
(Figuur22).
3.Sluitdemotorkap.
Motorolieverversen
Typeolie:Reinigingsolie(API-classicatieSJof
hoger)
Carterinhoud:1,9liter
Viscositeit:ziedeolietabel(Figuur24).
23
g006909
Figuur24
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Opendemotorkap.
7.Maakdeomgevingvandepeilstok(Figuur25)
schoon,zodatergeenvuilindevulopeningkan
komen,watinmotorschadekanresulteren.
g008311
Figuur25
1.Peilstok/vulopening
3.Vulbuis
2.Metalendeel
8.Verwijderdepeilstokenveeghetmetalendeel
schoon(Figuur25).
9.Draaidepeilstokhelemaalindevulbuis(Figuur
25).
10.Peilstokopnieuweruitdraaienenoliepeilop
metalendeelcontroleren.Alshetoliepeilte
laagis,moetulangzaamnetgenoegolieinde
vulbuisgietentotdathetpeildeVolmarkering
opdepeilstokbereikt.
11.Startdemotorenlaatdeze30secondenlopen.
12.Zetdemotorafenwacht30seconden.
13.Controleernogmaalshetoliepeilenvulindien
nodigoliebij.
Belangrijk:Gietnietteveelolieinhetcarter;als
demotordaarnagaatlopen,kandemotorschade
oplopen.
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste5bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren(Verversdemotorolie
vakeralshetvoertuiginzeerstofgeof
zanderigeomstandighedenwordtgebruikt.)
1.Startdemotorenlaatdezevijfminutenlopen.
Opmerking:Warmeoliekanbeterafgetapt
worden.
2.Parkeerdemachinezodatdeaftapkantiets
lagerstaatdandeanderekantzodatalleolie
kanweglopen.
3.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
4.Steldeparkeerreminwerking.
5.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
6.Verwijderhetcontactsleuteltje.
7.Opendemotorkap.
8.Plaatseenopvangbakonderdeolieaftapplug.
9.Verwijderdeaftapplugomdeolieindebakte
latenlopen(Figuur26).
g008312
Figuur26
1.Aftapplug
10.Alsdeolieergeheelisuitgelopenmoetde
aftapplugweerwordengeplaatstengoed
vastgedraaid.
24
Opmerking:Opmerking:Umoetdeoudeolie
opdejuistewijzeafvoeren.
11.Reinigdeomgevingvandepeilstokenschroef
dedoplos(Figuur25).
12.Gietca.80%vandegespeciceerde
hoeveelheidolielangzaamindevulbuis(Figuur
25).ZieMotorolieverversen(bladz.23).
13.Controleerhetoliepeilindemotor;zieHet
motoroliepeilcontroleren(bladz.24).
Motorolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren(Pleeg
vakeronderhoudbijgebruikvan
demachineonderstofgeofvuile
condities.)
1.Laatdeolieuitdemotorlopen;raadpleeg
Motorolieverversen(bladz.24).
2.Verwijderhetoudelterenveegdepakkingvan
deltertussenstuk(Figuur27)schoon.
g008301
Figuur27
1.Motorolielter
3.Tussenstuk
2.Pakking
3.Smeereendunlaagjeschoneolieopde
rubberenpakkingvanhetnieuweolielter
(Figuur27).
4.Plaatshetnieuweolielterophetltertussenstuk.
Draaihetlterrechtsomtotdatderubberen
pakkingcontactmaaktmethetltertussenstuk.
5.Draaihetltervervolgensnogeenseen½tot¾
slag(Figuur27).
6.Vulhetcartermethetjuistetypenieuwe
motorolie;zieHetmotoroliepeilcontroleren
(bladz.24).
Onderhoudvandebougie
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsu-
ren—Bougiecontroleren.
Omde100bedrijfsuren—Bougievervangen.
GebruikeenChampionRC12YCofsoortgelijke
bougie.Controleerofdeafstandtussendecentrale
elektrodeendemassa-elektrode0,76mm(0,030")
bedraagtvoordatudebougiemonteert.Gebruikeen
bougiesleutelvoorhet(de)monterenvandebougie
eneenvoelermaatomdeelektrodenafstandtemeten
enaftestellen.
Bougieverwijderen
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Opendemotorkap.
6.Verwijderdebougiekabelvandebougie(Figuur
28).
g025109
Figuur28
1.Bougiekabel
7.Maakdeomgevingvandebougieschoonom
tevoorkomendatervuilindemotorkomt,wat
beschadigingkanveroorzaken.
8.Verwijderdebougiesendemetalen
pakkingringen(Figuur28).
Bougiecontroleren
1.Bekijkdebinnenkantvandebougie(Figuur
29).Alsdeisolatorlichtbruinofgrijsis,werkt
demotornaarbehoren.Eenzwartelaagopde
isolatorduidtmeestalopeenvuilluchtlter.
25
g000666
Figuur29
1.Centraleelektrodemet
isolator
3.Elektrodenafstand(nietop
schaalweergegeven)
2.Massa-elektrode
Belangrijk:Bougienooitschoonmaken.
Bougiealtijdvervangenbijzwartelaagopde
bougie,versletenelektroden,vettigelaagop
debougieofscheuren.
2.Controleerdeafstandtussendecentrale
elektrodeendemassa-elektrode(Figuur29)en
verbuigdemassa-elektrodealsdeafstandniet
correctis.
Bougiemonteren
1.Monteerdebougieendemetalenafdichtring.
Controleerofdeelektrodenafstandcorrectis.
2.Draaidebougievastmeteentorsievan
20,4N·m.
3.Sluitdebougiekabelaanopdebougie(Figuur
28).
4.Sluitdemotorkap.
Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstofaftappenuitde
brandstoftank
Maakdebrandstoftankleegalsudemachinelanger
dan30dagennietgebruikt.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenzijnbrandstof
enbrandstofdampenuiterstontvlambaar
enzeerexplosief.Brandofexplosievan
brandstofkanbrandwondenbijuofanderen
enmateriëleschadeveroorzaken.
Tapdebrandstofafuitdebrandstoftank
wanneerdemotorkoudis.Doeditbuiten
opeenopenterrein.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
Rooknooitalsubenzineaftaptenblijf
uitdebuurtvanopenvuurofalsdekans
bestaatdatbenzinedampendooreenvonk
kunnenontbranden.
1.Parkeerdemachinezodatdelinkervoorkant
ietslagerstaatdanderechterkant,zodatalle
olieuitdetankkanlopen.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Opendemotorkap.
7.Drukdeuiteindenvandeslangklemnaar
elkaartoeenschuifdeslangklemover
debrandstofslanginderichtingvande
brandstoftank(Figuur30).
26
g025110
Figuur30
1.Slangklem3.Brandstoflter
2.Brandstofslang
8.Trekdebrandstofslangvanhetbrandstoflter
(Figuur30)enlaatdebrandstofineen
goedgekeurdbenzinevatofeenopvangbak
lopen.
Opmerking:Omdatdetanknutochleegis,is
diteenuitstekendmomentomhetbrandstoflter
tevervangen.
9.Steekdebrandstofslangophetlter.
10.Schuifdeslangklemdichttegenhetlteromde
brandstofslangenhetltervasttezetten(Figuur
30).
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
Ukunthetbrandstoflter(Figuur30)hetbest
vervangenalsdebrandstoftankleegis.Na
verwijderingnooiteenvuilbrandstoflteropnieuwaan
debrandstofslangmonteren.
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Sluitdebrandstofafsluitklep(Figuur31).
g008278
Figuur31
1.Brandstofafsluitklep
6.Opendemotorkap.
7.Drukdeuiteindenvandeslangklemmennaar
elkaartoeenschuifzewegvanhetoude
brandstoflter(Figuur31).
8.Verwijderhetltervandebrandstofslang.
9.Monteereennieuwbrandstoflterenschuifde
slangklemmenterugtotdichtbijhetlter.
10.Sluitdemotorkap.
27
Onderhoudelektrisch
systeem
Dekoplampenvervangen
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Opendemotorkap.
6.Trekdebeugelvandegloeilampuit(Figuur32).
g017879
Figuur32
1.Gloeilamp
2.Beugelvangloeilamp
7.Buigdedraadlippenindemetalenhuls
(waarmeedegloeilampbevestigdis)uitdeweg;
raadpleegFiguur33.
g017880
Figuur33
1.Gloeilamp2.Draadlippen(3)
8.Verwijderdeoudegloeilamp.
9.Monteereennieuwegloeilamp.
10.Buigdedraadlippenachterdegloeilampom
dezeophaarplaatstehouden.
11.Plaatsdebeugelvandegloeilamp.
Zekeringenvervangen
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddelvan
zekeringen.Dezebevindenzichonderdemotorkap,
bijdebrandstoftank(Figuur34).Alsereenzekering
isdoorgebrand,moetdebedradingopkortsluiting
wordengecontroleerd.
g012460
Figuur34
1.Zekeringen
Omeenzekeringtevervangen,trektudeoude
zekeringomhooguitdehouder.Plaatsdenieuwe
zekeringdoordezeindehouderteduwen.
Opmerking:Controleerofdenieuwezekering
hetzelfdeamperageheeftalsdeoudezekeringdie
uvervangt.
Onderhoudvandeaccu
Belangrijk:Startdemotornietmeteen
startbooster(jumpstarter).Alsudemotorstart
meteenstartboosterkuntuschadetoebrengen
aanelektronischecomponentenvandemachine.
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen.
Gebruikeentissueomdeaccuendeaccubakschoon
temaken.Alsdeaccupolenzijngeoxideerd,moetu
dezeschoonmakenmeteenoplossingvanvierdelen
waterenééndeelzuiveringszout.Brengeenlaagje
vetopdeaccupolenaanomcorrosietevoorkomen.
Accuspanningenamperage:12V,190Akoudestart
28
Accuverwijderen
WAARSCHUWING
Accupolenofmetalengereedschappen
kunnenkortsluitingmakenmetmetalen
onderdelenvandemachine,waardoor
vonkenkunnenontstaan.Hierdoorkunnen
accugassentotontplofngkomenen
lichamelijkletselveroorzaken.
Zorgervoordatbijhetverwijderenof
installerenvandeaccudeaccupolen
nietinaanrakingkomenmetmetalen
onderdelenvandemachine.
Voorkomdatmetalengereedschappen
kortsluitingveroorzakentussende
accupolenenmetalenonderdelenvande
machine.
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Klapdestoelopomdeaccutezien.
6.Verwijderhetrubberenkapjevandeminkabel
(zwart).
7.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool
(Figuur35).
g020503
Figuur35
1.Rubberenkapje
3.Pluskabel(rood)
2.Negatievekabel(zwart),
kabelbeschermingniet
afgebeeldvoormeer
duidelijk
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdworden
verbonden,kanditschadeaande
machineendekabelstotgevolghebben
envonkenveroorzaken.Hierdoorkunnen
accugassentotontplofngkomenen
lichamelijkletselveroorzaken.
Maakaltijddeminkabel(zwart)van
deacculosvoordatudepluskabel
(rood)losmaakt.
Sluitaltijddepluskabel(rood)van
deaccuaanvoordatudeminkabel
(zwart)aansluit.
8.Verwijderhetrubberenkapjevandepluskabel
(rood).
9.Maakdepluskabel(rood)losvandeaccupool
(Figuur35).
10.Verwijderdeaccuhouder.
11.Verwijderdeaccuuithetchassis.
Accumonteren
1.Plaatsdeaccuinhetchassismetdeaccupolen
naardeachterzijdevandemachinewijzend
(Figuur35).
2.Zetdeaccuvastinhetchassismetde
aandrukstang.
3.Bevestigdepluskabel(rood)metbehulpvande
boutendevleugelmoeraandepluspool(+)van
deaccu(Figuur35).Schuifhetrubberenkapje
overdeaccupoolheen.
4.Bevestigdeminkabel(zwart)metbehulpvande
boutendevleugelmoeraandemin(–)poolvan
deaccu(Figuur35).Schuifhetrubberenkapje
overdeaccupoolheen.
Zuurpeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Klapdezittingnaarvoren.Hieronderbevindt
zichdeaccu.
2.Kijkaandezijkantvandeaccu.Hetzuurpeil
moettotaandebovenstestreepkomen(Figuur
36).
29
g006918
Figuur36
1.Dopvanvulbuis
3.Onderstestreep
2.Bovenstestreep
Opmerking:Hetzuurpeilmagnietbeneden
deonderstestreepkomen(Figuur36).
3.Alshetzuurpeiltelaagis,moetubijvullenmet
devereistehoeveelheidgedistilleerdwater;zie
Accubijvullenmetwater(bladz.30).
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;ditiseen
dodelijkgifdaternstigebrandwonden
veroorzaakt.
Umagaccuzuurnooitinslikken
enmoetelkcontactmethuid,
ogenofkledingvermijden.
Draageenveiligheidsbrilen
rubberhandschoenenomuwogenen
handentebeschermen.
Vuldeaccualleenbijopplaatsen
waarschoonwateraanwezigisom
indiennodiguwhuidaftespoelen.
Accubijvullenmetwater
Ukuntdeaccuhetbestbijvullenmetgedistilleerd
waternetvoordatudemachinegaatgebruiken.Het
watervermengtzichdangoedmethetaccuzuur.
1.Maakdebovenkantvandeaccuschoonmet
eentissue.
2.Verwijderdevuldoppen(Figuur36).
3.Gietlangzaamgedistilleerdwaterinelkeaccucel
totdathetpeiltotaanhetonderstedeelvande
slangkomt(Figuur36).
Belangrijk:Laatdeaccuniettevol
worden.Accuzuur(zwavelzuur)kanernstige
corrosieenbeschadigingvanhetchassis
veroorzaken.
4.Plaatsdevuldoppenterug.
Accuopladen
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassen
dietotontplofngkunnenkomen.Rooknooit
indebuurtvandeaccuenzorgervoordat
ergeenvonkenofvlammenvlakbijdeaccu
komen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijdvolledig
geladenis(soortelijkgewicht1,260),vooralbij
temperaturenbeneden0°C,omschadeaande
accutevoorkomen.
1.Verwijderdeaccuvanhetchassis;raadpleeg
Accuverwijderen(bladz.29).
2.Controleerhetpeilvanhetaccuzuur;zie
Zuurpeilcontroleren(bladz.29).
3.Verwijderdevuldoppenvandeaccuensluiteen
acculadervan2Aaanopdeaccupolen.
4.Laaddeaccugedurende24uuropmet2Aof
minder(12V).
Belangrijk:Gebruikuitsluitendeenoplader
dieisafgesteldop12Vomdeaccuopte
laden.
5.Alsdeaccuvolledigisopgeladen,plaatsude
vuldoppen.
6.Monteerdeaccuinhetchassis;zieAccu
monteren(bladz.29).
30
Onderhoud
aandrijfsysteem
Debandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiodeaan)
Devoor-enachterbandenmoeteneenspanning
vanrespectievelijk1,17baren1,03barhebben.
Controleerdebandenspanningbijhetventiel(Figuur
37).Debandenspanningkanhetbestbijkoude
bandenwordengecontroleerd.
g000069
Figuur37
1.Ventiel
Onderhoudvanderem
Derembevindtzichaanderechterkantvande
achteras,inhetachterwiel(Figuur38).
g008269
Figuur38
1.Stelmoervanderem
Opmerking:Alsdemachineeenremwegvan
meerdan1mheeftbijhogesnelheidindehoogste
versnelling,steldanderemaf.
Remcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.ZetdeaandrijfstanguitdestandDUWEN
(Figuur13).
7.Alsdeachterwielenblokkerenenslippen
wanneerudetractornaarvorenduwt,hoeftu
deparkeerremnietaftestellen.Alsdewielen
draaienennietblokkeren,moetuderem
afstellen;zieRemafstellen(bladz.31).
Remafstellen
1.Controleerderemvoordatudezeafstelt;zie
Remcontroleren(bladz.31).
2.DeaandrijfhendelmoetopdestandInWerking
staan(Figuur13)endeparkeerremmoetin
werkingzijngesteld.
3.Draaiderem-instelmoerrechtsomtotude
machinenietmeerkuntduwen(Figuur38).
4.Ontkoppeldeparkeerremencontroleerofde
wielenvrijdraaienalsudemachineduwt.Als
zedatnietdoen,moetuderemafstelmoernet
zoverlinksomdraaiendatudemachinekunt
duwen.
5.Controleeropnieuwdewerkingvanderem;zie
Remcontroleren(bladz.31).
31
Degrasvangereen
onderhoudsbeurtgeven
Degrasvangerverwijderen
1.Vergrendeldeborgpenopdegrasvanger
(Figuur39).
g017881
Figuur39
2.Brengdegrasvangeromhoogmetbehulpvan
debovenstesteunbalk.
Grasvangerplaatsen
1.Hangdebovenstesteunbalkindetwee
inkepingenindesteunbeugelaandeachterzijde
vandemachine(Figuur40).
g012467
Figuur40
1.Bovenstesteunbalk2.Inkepingeninsteunbeugel
vangrasvanger
Opmerking:Controleerofdegrasvangergoed
opdemaaierbevestigdis.Hetmaaidekzal
nietfunctionerenalsdegrasvangernietgoedis
gemonteerd.
2.Ontgrendeldeborgpenalsudegrasvangerwilt
legen.
Grasvangerentunnel
reinigen
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Verwijderdegrasvanger;zieDegrasvanger
verwijderen(bladz.32).
6.Spoeldegrasvangerschoonmeteen
hogedrukreiniger.
7.VeegdeomgevingvandeVOL-sensorvande
grasvangerschoon.
8.Reinigdebinnenzijdevandeafvoertunnel
helemaaltotaanhetbegin.
9.Monteerdegrasvanger;zieGrasvanger
plaatsen(bladz.32).
Opmerking:Laatdegrasvangergrondig
drogenvoordatudezeweermonteert.
32
Onderhoudvanhet
maaidek
Onderhoudvande
maaimessen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Omeengoedmaairesultaatteverkrijgen,moetu
demaaimessenscherphouden.Omhetslijpenen
vervangentevergemakkelijken,ishethandigextra
messeninvoorraadtehebben.
GEVAAR
Versletenofbeschadigdemessenkunnen
brekeneneenstukvanhetmeskan
wordenuitgeworpeninuwrichtingofnaar
omstandersendaarbijernstiglichamelijkof
dodelijkletseltoebrengen.
Controleeropgezettetijdende
maaimessenopslijtageofbeschadigingen.
Vervangversletenofbeschadigdemessen.
Demaaimessencontroleren
1.Verwijderdemaaier;zieMaaidekverwijderen
(bladz.34).
2.Controleerdesnijranden(Figuur41).Alsde
randennietscherpzijnofbramenvertonen,
moetuhetmaaimesverwijderenenslijpen;zie
Demaaimessenslijpen(bladz.33).
g008281
Figuur41
1.Mesaandrijver
5.Afstandsstuk
2.Veiligheidspen(2)
6.Ring
3.Mes7.Bout
4.Gebogenrand
3.Controleerdemessen,metnamedegebogen
randen(Figuur41).Alsubeschadiging,slijtage
ofeengevormdesleufinditdeelconstateert,
moetueenmesdirectvervangen.
4.Alsdeveiligheidspennenzijngebroken,moetu
dezedirectvervangen(Figuur41).
Belangrijk:Alsdeveiligheidspennenzijn
gebroken,kandemaaidekriemworden
beschadigd.Controleerderiem;zieMaaidek
verwijderen(bladz.34).
Maaimessenverwijderen
1.Verwijderdemaaier;zieMaaidekverwijderen
(bladz.34).
2.Kantelhetmaaidekvoorzichtig.
3.Verwijderdebouten,deringenendemessen
(Figuur41).Plaatseenhoutenbloktussenelk
maaimesenhetmaaidekomhetmesvastte
zetten,zodatuelkeboutkuntlosdraaien.
Opmerking:Hetrechtermesheefteenlinkse
draad.
4.Controleeralleonderdelen;beschadigde
ofversletenonderdelenmoetenworden
vervangen.
Demaaimessenslijpen
1.Gebruikeenvijlomdesnijrandenaanbeide
uiteindenvanhetmesteslijpen(Figuur42).
Opmerking:Houddaarbijdeoorspronkelijke
hoekinstand.Hetmesblijftinbalansals
uevenveelmateriaalweghaaltvanbeide
snijkanten.
g000046
Figuur42
1.Onderoorspronkelijkehoekslijpen
2.Controleerdebalansvanhetmesmeteen
mesbalans(Figuur43).
Opmerking:Alshetmeshorizontaalblijft,is
hetinbalansengeschiktvoorgebruik.Alshet
mesnietinbalansis,moetuwatmateriaalvan
deachterkantvanhetmesafvijlen.Herhaaldit
totdatelkemesinbalansis.
33
g000047
Figuur43
1.Mes2.Mesbalans
Maaimessenmonteren
1.Monteerdemessen,deringenendemesbouten
(Figuur41).
Belangrijk:Controleerofhetrechter-en
linkermesindejuistestandzijngeplaatst:
degebogenrandenvandemessenmoeten
naardebovenkantvandemaaikastwijzen
omeengoedemaaikwaliteittegaranderen.
2.Zetdemessenineenhoekvan90gradenten
opzichtevanelkaar(Figuur44).
g014680
Figuur44
3.Draaidemaaimesboutenvasttot50N·m.
Maaidekverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
7.Zetdemaaihoogtehendelindelaagstestand.
8.Verwijderdetunnel.
9.Trekdearmvandespanpoelieinenverwijder
deV-riemvandepoelie(Figuur45).
g017882
Figuur45
1.Koppelingvandevoorste
arm
4.Armvanspanpoelie
2.V-riem5.Achterstepennen
3.Pen
10.Verwijderdetweepennentussendeachterarm
enhetmaaidek.
Belangrijk:Deveerisergsterk.Zetde
maaierbehuizingvastomtevoorkomendat
deveerwegschietenschadeveroorzaakt.
11.Verwijderdepentussendekoppelingvande
voorstearmendemaaierbehuizing(Figuur45).
12.VerwijderdeVriemvandemotorpoelie(Figuur
45).
13.Schuifhetmaaidekwegvanonderdemachine.
Maaidekmonteren
VoerdeprocedureMaaidekverwijderenin
omgekeerdevolgordeuit
34
Stalling
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Verwijderdegrasvangerenreinigdeze;zieDe
grasvangerverwijderen(bladz.32).
6.Maaisel,vuilenvetvandebuitenkantvande
gehelemachineverwijderen,metnamevande
motor.Vuilenkafvandebuitenkantvande
cilinder,dekoelribbenvandecilinderkopende
ventilatorbehuizingverwijderen.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen.Was
demachinenooitmeteenhogedrukreiniger.
Hierdoorkanhetelektrischesysteem
wordenbeschadigdofnoodzakelijkvet
opwrijvingspuntenwordenweggespoeld.
Gebruiknietteveelwater,zekernietin
debuurtvanhetbedieningspaneel,de
verlichting,demotorendeaccu.
7.Controleerderem;zieRemcontroleren(bladz.
31).
8.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.23).
9.Smeerhetchassis;zieMachinesmeren(bladz.
22).
10.Verversdemotorolieenhetlter;zieMotorolie
verversen(bladz.24)enMotorolielter
vervangen(bladz.25).
11.Controleerdebandenspanning;zieDe
bandenspanningcontroleren(bladz.31).
12.Wanneerdetractorlangerdan30dagenniet
wordtgebruikt,moetdezealsvolgtworden
voorbereidopstalling:
A.Voegeenstabilizer/conditionerop
aardoliebasistoeaandebrandstofinde
tankopbasisvandeinstructiesvande
fabrikantervan.Gebruikgeenstabilizer
opalcoholbasis(ethanolofmethanol).
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkt
hetbestalshetmetversebrandstofwordt
gemengdenaltijdwordtgebruikt.
B.Laatdemotorvijfminutenlopenom
debrandstofmetdetoegevoegde
stabilizer/conditionerdoorhet
brandstofsysteemteverspreiden.
C.Zetdemotoraf,wachttotdatdezeis
afgekoeldenlaatdebenzineuitdetank
lopen;zieBrandstofaftappenuitde
brandstoftank(bladz.26).
D.Motoropnieuwstartenenlatenlopentotdat
dezeafslaat.
E.Bediendechokeofhulpstarter.
F.Startdemotortotdatdezenietmeerstart.
G.Voerdegebruikteolieafvolgensde
plaatselijkgeldendevoorschriften.
H.Sluitdebrandstofafsluitklep.
Belangrijk:Brandstofwaaraan
stabilizer/conditioneristoegevoegd,
nietlangerdan90dagenbewaren.
13.Verwijderencontroleerdebougie;zie
Onderhoudvandebougie(bladz.25).Nadatde
bougieuitdecilinderis(zijn)verwijderd,gietu
tweeeetlepelsmotorolieindebougie-opening.
Gebruikdeelektrischestartmotoromdemotorte
latendraaienenzodeolieoverdecilinderwand
teverspreiden.Monteerdebougie,maarsluit
dekabelnietaanopdebougie.
14.Maakdeminkabelvandeacculos.Reinig
deaccuendeaccupolen.Controleerhet
accuzuurpeilenlaaddeaccuvolledigop;zie
Onderhoudvandeaccu(bladz.28).Laatde
minkabelloszittentijdensdestalling.
Belangrijk:Deaccumoetvolledig
opgeladenzijn,omtevoorkomendat
dezebevriestenbeschadigdraaktbij
temperaturenbeneden0°C.Eenvolledig
opgeladenaccukandegehelewinterworden
opgeslagenzonderdatdezetussentijds
hoefttewordenopgeladen.
15.Controleerallebouten,schroevenenmoerenen
draaidezevast.Versletenofbeschadigdedelen
reparerenofvervangen.
16.Werkallekrassenofafgebladderde
metaaloppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaar
isbijeenerkendeservicedealer.
17.Staldemachineineenschone,drogegarage
ofopslagruimte.Verwijderhetcontactsleuteltje
enhetKeyChoice-sleuteltjeenbewaarzeop
eengemakkelijkteonthoudenplaats.Dekde
machineafomdezetebeschermenenschoon
tehouden.
35
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Deaftakasisingeschakeld.1.Deaftakasuitschakelen.
2.Deparkeerremisnietinwerking.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Deaccuisleeg.3.Accuopladen.
4.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
4.Controleerofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
5.Eenvandezekeringenisdoorgebrand.5.Dezekeringvervangen.
Destartmotorslaatnietaan.
6.Eenvanderelaisofschakelaarsis
defect.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.2.Hetcarterbijvullenmetolie.
Demotorraaktoververhit.
3.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
deventilatorbehuizingvandemotor
zijnverstopt.
3.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
1.Deaandrijfstangstaatindestand
DUWEN.
1.DeaandrijfstanginstandInWerking
zetten.
2.Detractieriemisversleten,losofstuk.
2.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demachinedrijftnietaan.
3.Detractieriemzitnietopdepoelie.3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Destoelisleeg.1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel.
2.Debrandstoftankisleeg.2.Brandstoftankvullen.
3.Hetluchtlterisvuil.
3.Hetluchtlterelementreinigenof
vervangen.
4.Debougiekabelzitlosofisniet
aangesloten.
4.Debougiekabelopdebougie
monteren.
5.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Nieuwebougiemeteencorrect
afgesteldeelektrodenafstandplaatsen.
6.Dechokegaatnietdicht.
6.Degaskabelafstellen.
7.Erzitvuilinhetbrandstoflter7.Brandstofltervervangen.
8.Hetstationairtoerentalistelaag
ofhetmengselheeftnietdejuiste
verhouding.
8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
9.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
9.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotorstartniet,startmoeilijkofslaat
af.
1
0.
Debrandstofafsluitklepisgesloten.1
0.
Opendebrandstofafsluitklep.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetluchtlterisvuil.2.Hetluchtlterelementreinigen.
3.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.3.Hetcarterbijvullenmetolie.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
deventilatorbehuizingvandemotor
zijnverstopt.
4.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
5.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.
Nieuwebougiemeteencorrect
afgesteldeelektrodenafstandplaatsen.
6.Deventilatieopeninginde
brandstoftankdopisverstopt.
6.
Brandstoftankdopreinigenof
vervangen.
7.Erzitvuilinhetbrandstoflter.7.Brandstofltervervangen.
Demotorverliestvermogen.
8.
Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
36
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Maaimessenzijnverbogenofnietin
balans.
1.Nieuwemessenmonteren.
2.Debevestigingsschroevenvaneen
maaimeszittenlos.
2.Debevestigingsschroevenvanhet
maaimesvastdraaien.
3.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
3.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
4.Eenmotorpoelie,spanpoelieof
mespoeliezitlos.
4.Desbetreffendepoelievastzetten.
5.Demotorpoelieisbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demachinetriltabnormaal.
6.Dedrijfriemvandemaaimessenis
beschadigd.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Degrasvangerisnietgemonteerd.1.Degrasvangermonteren.
2.Dedrijfriemvandemaaimessenis
versleten,losofstuk.
2.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Messendraaienniet.
3.Dedrijfriemvandemaaimessenzit
nietopdepoelie.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Debandenspanningisnietcorrect.1.Debandenopdecorrectespanning
brengen.
2.Hetmaaidekstaatniethorizontaal.2.Dekabelstangvandemaaihoogte
instellingafstellen.
3.Deonderkantvanhetmaaidekisvuil.
3.Onderkantvanhetmaaidek
schoonmaken.
4.Debevestigingsschroevenvaneen
maaimeszittenlos.
4.Debevestigingsschroevenvanhet
maaimesvastdraaien.
Demaaihoogteisongelijk.
5.Dedrijfriemvandemaaimessenheeft
nietdecorrectespanning.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
37
Schema's
g028271
(Rev.A)
38
PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieToroverzamelt
ToroWarrantyCompany(Toro)respecteertuwprivacy.Omuwaanspraakopgarantietebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen
terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatie,hetzijdirectofviauwlokaleTorodealer.
HetT orogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONLIJKEGEGEVENS
ZOALSBESCHREVENINDEZEPRIVACYVERKLARING.
HoeT oroinformatiegebruikt
Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwaanspraakopgarantietebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie,
ofvooreenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.Torokanuwinformatiedelenmetzijnafdelingen,verdelersofanderezakenpartnersin
verbandmetdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorompersoonsgegevenste
delenteneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaarbehorenkunnengebruiken
ofmethetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkegegevens
Wijbewarenuwpersoonlijkegegevenszolangalsdatnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvoorandere
legitiemedoeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Torostreefternaaromuwpersoonlijkegegevenstebeschermen
Wijnemenredelijkemaatregelenomuwpersoonlijkegegevenstebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan
persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenaanpassingvanuwpersoonlijkegegevens
Alsutoegangwensttotuwpersoonlijkegegevensofdezewiltaanpassen,gelievedaneene-mailtesturennaar[email protected].
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleT orodealerofze
kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC
ToroGarantie
Productenvoorthuisgebruik
en
DeToroGTS-startgarantie
Gedektevoorwaardenenproducten
TheToroCompanyendehieraangelieerdeonderneming,T oroWarrantyCompany,
biedenkrachtenseenovereenkomsttussenbeideondernemingendeoorspronkelijke
koper
1
gezamenlijkdegarantiedatzehethierondervermeldeToro-productzullen
reparerenalshetmateriaalgebrekenoffabricagefoutenvertoontofalsdeT oro
GTS(GuaranteedtoStart)motornietstartbijdeeersteofdetweedepoging,op
voorwaardedathetroutineonderhouddatvereistwordtdoordeGebruikershandleiding
uitgevoerdis.
Devolgendeperiodenzijnvantoepassingvanafdedatumvanaankoop:
Producten
Garantieperiode
Motorgazonmaaiers
Gegotenmaaidek
5jaarthuisgebruik
2
90dagencommercieelgebruik
Motor
5jaarGTSgarantie,
Thuisgebruik
3
Accu2jaar
Maaiersmetstalenmaaidek2jaarthuisgebruik
2
30dagencommercieelgebruik
Motor
2jaarGTSgarantie,
Thuisgebruik
3
TimeMastermaaiers3jaarthuisgebruik
2
90dagencommercieelgebruik
Motor
3jaarGTSgarantie,
Thuisgebruik
3
Accu2jaar
Elektrischetrimmersenbladblazers2jaarthuisgebruik
2
Geengarantievoorcommercieelgebruik
Sneeuwruimers
Enkelstadium2jaarthuisgebruik
2
45dagencommercieelgebruik
Motor
2jaarGTSgarantie,
Thuisgebruik
3
Tweetraps3jaarthuisgebruik
2
45dagencommercieelgebruik
Kanaal,kanaalgeleideren
kapvanrotorbehuizing
Levenslang(alleenoorspronkelijke
eigenaar)
5
Elektrischesneeuwruimers2jaarthuisgebruik
2
Geengarantievoorcommercieelgebruik
Alleonderstaandezitmaaiers
MotorRaadpleegdegarantievande
motorfabrikant
4
Accu2jaarthuisgebruik
2
Werktuigen2jaarthuisgebruik
2
DHgazon-entuintractoren2jaarthuisgebruik
2
30dagencommercieelgebruik
XLSgazon-entuintractoren
3jaarthuisgebruik
2
30dagencommercieelgebruik
TimeCutter
3jaarthuisgebruik
2
30dagencommercieelgebruik
TITAN-maaiers
3jaarof240uur
5
Frame
Levenslang(alleenoorspronkelijke
eigenaar)
6
1
Oorspronkelijkekoper:depersoondiehetToro-productoorspronkelijkheeftgekocht.
2
Thuisgebruikbetekentgebruikvanhetproductophetterreindatbijuwhuishoort.Gebruik
opmeerderelocatieswordtbeschouwdalscommercieelgebruik.Hieropisdegarantievoor
commercieelgebruikvantoepassing.
3
DeT oroGTS-startgarantieisnietvantoepassingopproductendiecommercieelgebruiktworden.
4
VoorbepaaldemotorenvanT oro-productengeldteengarantievandefabrikantvandemotor.
5
Deoptiediezichheteerstaandient,moetwordenaangehouden.
6
Levenslangegarantieophetframe.Alshethoofdframe,bestaanduitdeonderdelendieaanelkaar
zijngelastendiesamendestructuurvandetractorvormenenwaaraanandereonderdelenzoalsde
motorzijnbevestigd,scheurenofbreukenvertoontnanormaalgebruik,wordthetframegerepareerd
ofvervangen,naardevoorkeurvanhetbedrijfToro,zonderkostenvooronderdelenofarbeid.Deze
garantiedektgeenschadeaanhetframedieisveroorzaaktdoorverkeerdgebruikofmisbruikof
reparatiesdienodigzijnvanwegeroestofcorrosie.
Degarantiekanontoepasselijkwordenverklaardalsdeurentellerverwijderdis,
aangepastisoflijkttezijngesaboteerd.
Verantwoordelijkhedenvandeeigenaar
UdientuwToroproductteonderhoudenzoalswordtbeschreveninde
Gebruikershandleiding.Ditroutine-onderhoudisvooruwrekening,ongeachtofdit
wordtuitgevoerddoordedealerofuzelf.
Aanwijzingenomvandegarantiedienstgebruiktemaken
AlsuvanmeningbentdateenT oroproductmateriaalgebrekenoffabricagefouten
vertoont,moetudezeprocedurevolgen:
1.Neemcontactopmetdeverkoperomhetproducttelatennakijkenofte
repareren.Alsuomenigeredengeencontactmetdeverkoperkuntopnemen,
kuntueenerkendeToro-dealerhetproductlatennakijkenofrepareren.Zie
bijgevoegdelijstmetdealers.
2.Brenghetproductmetuwaankoopbewijs(kwitantie)naardeonderhoudsgarage.
Alsuomwatvoorredendanookontevredenbentoverdeanalysevande
onderhoudsgarageofdeverleendehulp,verzoekenwijucontactmetonsop
tenemenvia:
ToroCustomerCareDepartment,RLCDivision
ToroWarrantyCompany
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420-1196,VS
001-952-948-4707
Niet-gedekteonderdelenenvoorwaarden
Erisgeenandereuitdrukkelijkegarantiebehalvevoorspecialeemissiesystemenen
motorenvansommigeproducten.Buitendezeexplicietegarantievallen:
Dekostenvannormaalonderhoudofonderdelen,zoalslters,brandstof,
smeermiddelen,olieverversen,bougies,luchtlters,slijpen/vervangenvan
versletenmaaimessen,bijstellenvankabels/mechanismenofafstellenvande
remendekoppeling.
Onderdelendiehetlatenafwetentengevolgevannormaleslijtage
Elkproductofonderdeeldatisveranderd,verkeerdisgebruikt,is
veronachtzaamdofmoetwordenvervangenofgerepareerdalsgevolgvan
ongelukkenofgebrekkigonderhoud
Kostenvoorophalenenaeveren
ReparatiesofpogingentotreparatiesdienietzijnuitgevoerddooreenErkende
Toroservicedealer
Reparatiedienoodzakelijkisomdatdeaanbevolenprocedurevoorbrandstof
nietisgevolgd(raadpleegdeGebruikershandleidingvoormeerdetails)
Hetverwijderenvanverontreinigingenuithetbrandstofsysteemvaltniet
onderdegarantie
Gebruikvanoudebrandstof(meerdaneenmaandoud)ofbrandstofmet
meerdan10%ethanolofmeerdan15%MTBE
Hetnietaftappenvanhetbrandstofsysteemvoorafgaandvaneenperiode
vanéénmaandwaarindemachinenietwordtgebruikt
Reparatiesofafstellingenomstartproblemenoptelossendieworden
veroorzaaktdoor:
Hetnietopvolgenvandejuisteonderhoudsproceduresofdeaanbevolen
proceduremetbetrekkingtotbrandstof
Gevallenwaarbijdemaaiereenobjectraakt
Specialewerkomstandighedenwaarbijhetstartenmeerdantweekeertrekken
kanvereisen:
Deeerstestartnaeenlangereperiodebuitengebruik,meerdandrie
maandenofseizoenopslag
Startenbijkouderweerzoalsindevroegelenteenheteindevandeherfst
Onjuistestartproceduresalsuproblemenondervindtbijhetstartenvan
demaaierraadpleegdeGebruikershandleidingdanomteverzekerendat
udejuistestartprocedurevolgt.Ditkaneenonnodigbezoekaaneen
erkendeT oroservicedealervoorkomen.
Algemenevoorwaarden
Dekoperwordtbeschermddoordenationalewetgevingvanelkland.Derechten
waaroverdekoperbeschiktopgrondvandezewetgeving,wordennietbeperktdoor
dezegarantie.
374-0268RevF
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Toro DH 220 Lawn Tractor Handleiding

Type
Handleiding