Documenttranscriptie
60
Gebruiksaanwijzing ....................................................................124
60.1
Algemeen ......................................................................................................... 124
60.2
Informatie over deze gebruiksaanwijzing ..................................................... 124
60.3
Waarschuwingsinstructies ............................................................................. 124
60.4
Aansprakelijkheid ........................................................................................... 125
60.5
Auteurswet ...................................................................................................... 125
61
Veiligheid .................................................................................... 125
61.1
Gebruik volgens de voorschriften ................................................................. 125
61.2
Algemene veiligheidsinstructies ................................................................... 126
61.3
61.3.1
61.3.2
61.3.3
61.3.4
61.3.5
Bronnen van gevaar........................................................................................ 127
Gevaar door elektromagnetisch veld .............................................................. 127
Verbrandingsgevaar ........................................................................................ 128
Explosiegevaar ............................................................................................... 128
Brandgevaar ................................................................................................... 129
Gevaar door elektrische stroom ...................................................................... 129
62
Ingebruikname ............................................................................130
62.1
Veiligheidsvoorschriften ................................................................................ 130
62.2
Leveringsomvang en transportinspectie ...................................................... 130
62.3
Uitpakken ......................................................................................................... 131
62.4
Verwijderen van de verpakking ..................................................................... 131
62.5
62.5.1
62.5.2
62.6
Plaatsen ........................................................................................................... 131
Eisen aan de plek van plaatsing ..................................................................... 131
Voorkomen van frequentiestoring ................................................................... 132
Elektrische aansluiting ................................................................................... 132
63
Opbouw en functie .....................................................................132
63.1
Bedieningspaneel en display ......................................................................... 133
63.2
Aanwijzingen bij het apparaat ........................................................................ 133
63.3
Pieptonen......................................................................................................... 133
63.4
Thermische beveiliging bij oververhitting .................................................... 133
63.5
Typeplaatje ...................................................................................................... 134
64
Bediening en gebruik .................................................................134
64.1
Werking en productvoordelen van inductiekookplaten............................... 134
64.2
Aanwijzingen voor kookgerei ........................................................................ 134
64.3
Veiligheidsvoorschriften ................................................................................ 135
64.4
64.4.1
Gebruik van het apparaat ............................................................................... 136
Inschakelen ..................................................................................................... 136
11
64.4.2
64.4.3
64.4.4
64.4.5
64.4.6
Vermogens...................................................................................................... 136
Temperatuur ................................................................................................... 136
Warmhoudfunctie ............................................................................................ 137
Timer ............................................................................................................... 137
Uitschakelen ................................................................................................... 137
65
Reiniging en onderhoud ............................................................ 137
65.1
Veiligheidsvoorschriften ................................................................................ 137
65.2
Reiniging.......................................................................................................... 138
66
Storingen verhelpen ...................................................................138
66.1
Veiligheidsvoorschriften ................................................................................ 138
66.2
Storingmeldingen............................................................................................ 139
66.3
Oorzaken van storingen ................................................................................. 139
67
Afvoer van het oude apparaat ................................................... 139
68
Garantie....................................................................................... 140
69
Technische gegevens ................................................................ 140
12
Originele Gebruiksaanwijzing
Inductiekookplaat
ProChef 3500 (2364)
123
60Gebruiksaanwijzing
60.1 Algemeen
Lees de hier vermelde informatie, zodat u snel vertrouwd raakt met uw apparaat en al zijn
functies in volle omvang kunt gebruiken.
U heeft jaren lang plezier van uw inductiekookplat als u hem vakkundig behandelt en
onderhoudt. Wij wensen u veel plezier met het gebruik.
60.2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is onderdeel van de inductiekookplat (vanaf hier ‘apparaat’
genoemd) en geeft u belangrijke aanwijzingen voor de ingebruikname, de veiligheid, het
doelgerichte gebruik en het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing moet altijd bij het apparaat voorhanden zijn en voor iedereen te
lezen en te gebruiken die met de
• ingebruikname
• bediening
• oplossing van een storing en/of
• reiniging
van het apparaat belast is. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef hem samen met het
apparaat door aan een eventuele volgende eigenaar.
60.3 Waarschuwingsinstructies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende waarschuwingsinstructies gebruikt:
GEVAAR
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een dreigende, gevaarlijke
situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, leidt deze tot de dood of zware
verwondingen.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om het gevaar van dood
of zware verwondingen bij personen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot zware verwondingen leiden.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij
personen te voorkomen.
VOORZICHTIG
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot lichte of matige
verwondingen leiden.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij
personen te voorkomen.
124
TIP
Een tip duidt op extra informatie, die de omgang met het apparaat lichter maakt.
60.4 Aansprakelijkheid
Alle in deze gebruiksaanwijzing aanwezige technische informatie, gegevens en instructies
voor installatie, ingebruikname en onderhoud beantwoorden aan de laatste stand bij het in
druk gaan en vinden plaats met inachtneming van onze tot nu toe opgedane ervaringen en
kennis naar eer en geweten.
Aan de informatie, afbeeldingen en beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzingen kunnen
geen rechten worden ontleend.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schaden op grond van:
• Niet-naleving van de gebruiksaanwijzing
• Niet volgens de voorschriften geldend gebruik
• Ondeskundige reparaties
• Technische veranderingen, modificaties van het apparaat
• Toepassing van niet goedgekeurde onderdelen
Modificaties van het apparaat worden niet aanbevolen en vallen niet onder de garantie.
Vertalingen worden naar beste weten uitgevoerd. Wij zijn niet verantwoordelijk voor
vertaalfouten, ook niet in het geval dat de vertaling door ons of in opdracht van ons is
gemaakt. Bindend blijft alleen de oorspronkelijke Duitse tekst.
60.5 Auteurswet
Dit documentatiemateriaal is auteursrechtelijk beschermd.
Alle rechten, ook die van de fotomechanische reproductie, de verveelvoudiging en de
verbreiding door bijzondere handelswijzen (bijvoorbeeld gegevensverwerking,
informatiedragers en datanetwerken), ook ten dele, zijn de firma Braukmann GmbH
voorbehouden. Inhoudelijke en technische veranderingen voorbehouden.
61Veiligheid
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke veiligheidsinstructies betreffende de omgang met het
apparaat.
Dit apparaat beantwoordt aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Een
ondeskundig gebruik kan echter tot materiële schade en schade aan personen leiden.
61.1 Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat is alleen voor het gebruik in een gesloten ruimte ter verwarmen, koken en
braden van levensmiddelen bestemd. Het hierbij gebruikte kookgerei moet geschikt zijn
voor inductiekookplaten. Een ander of er van afwijkend gebruik geldt als niet volgens de
voorschriften.
Een ander of er van afwijkend gebruik geldt als niet volgens de voorschriften.
125
WAARSCHUWING
Gevaar door gebruik niet volgens de voorschriften! Bij onreglementair gebruik van het
apparaat en/of gebruik op een andere wijze kunnen gevaren ontstaan.
► Het apparaat uitsluitend volgens de voorschriften gebruiken.
► De in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelswijzen in acht nemen.
Aanspraken van welke aard dan ook wegens niet reglementair gebruik zijn uitgesloten.
Het risico draagt alleen de gebruiker.
61.2 Algemene veiligheidsinstructies
TIP
Houdt u zich voor een veilige omgang met het apparaat aan
de volgende algemene veiligheidsinstructies:
► Controleer het apparaat voor de ingebruikname op aan de
buitenkant zichtbare schaden. Neem een beschadigd
apparaat niet in gebruik.
► Bij beschadiging van de voedingskabel moet een speciale
voedingskabel door een door de fabrikant aangewezen
vakkracht geïnstalleerd worden.
► Dit apparaat kan door kinderen vanaf acht jaar en door
personen met een geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke
handicap worden gebruikt, als zij zijn onderwezen in het
veilige gebruik en de mogelijke gevaren begrijpen.
► Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
► Reiniging en onderhoudswerkzaamheden mogen niet door
kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
► Het apparaat en het daarbij behorende aansluitsnoer met
buiten het bereik blijven van kinderen onder 8 jaar.
► Het apparaat tijdens gebruik niet onbeheerd laten.
► Het apparaat nooit met de stekker uit het stopcontact
trekken.
► Een reparatie van het apparaat mag alleen door een door de
fabrikant geautoriseerde servicedienst uitgevoerd worden,
anders vervalt bij een volgende schade de aanspraak op
garantie. Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke
gevaren voor de gebruiker ontstaan.
126
TIP
► Defecte onderdelen mogen alleen tegen originele
vervangende onderdelen omgewisseld worden. Alleen bij die
onderdelen is gegarandeerd dat ze aan de veiligheidseisen
voldoen.Het apparaat niet in water of andere vloeistoffen
onderdompelen, niet in de vaatwasmachine zetten.
► Het apparaat is er niet voor bedoeld om met een externe
tijdschakelaar of een afzonderlijke afstandsbediening te
worden gebruikt.
61.3 Bronnen van gevaar
61.3.1 Gevaar door elektromagnetisch veld
WAARSCHUWING
Door bij gebruik ontstane magnetische velden kunnen
leiden tot belemmeringen: Let u op de volgende
veiligheidstips:
► Personen met een verhoogde electrosensibiliteit moeten niet
langer dan nodig in de directe omgeving van het apparaat
blijven.
► Wetenschappelijke tests hebben aangetoond dat
inductiekookstellen niet gevaarlijk zijn. Personen met een
pacemaker moeten echter minstens een afstand van 60 cm
afstand tot het apparaat bewaren, als dit in werking is.
Daarnaast moeten personen met een pacemaker eventueel in
acht te nemen beschermende maatregelen voor het gebruik
met hun arts bespreken.
► Zet de potten en pannen in het midden van de kookzone. Op
die manier beschermt de onderkant van de pan het
magnetische veld zoveel mogelijk af.
► Verwijder geen dichtingen van het apparaat.
127
61.3.2 Verbrandingsgevaar
WAARSCHUWING
Het in dit apparaat bereidde voedsel alsook het gebruikte
kookgerei alsook de oppervlakte van het apparaat kan zeer
heet worden.
Let u op de volgende veiligheidsvoorschriften om u zelf of
anderen niet te verbranden:
► Bescherm bij het werken van het warme apparaat of met
kookgerei uw handen met warmte-isolerende
ovenhandschoenen, pannenlappen of iets dergelijks..
► Leg geen keukengereedschappen, pannendeksels, messen
of andere metalen voorwerpen op de kookzone.
► De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken.
De inductiekoker ontwikkelt tijdens het koken zelf geen
warmte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt echter
de kookzone.
► Plaats geen lege schalen op het apparaat.
61.3.3 Explosiegevaar
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat
explosiegevaar door ontsteking van de inhoud.
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om
explosiegevaar te voorkomen:
► Verwarm nooit voedsel of vloeistoffen in gesloten containers,
zoals Blikjes. Als gevolg van de daaruit voortvloeiende druk
kan barsten van de tank. Een blikje wordt verwarmd op zijn
best, door het openen en is in een pot gevuld met water.
128
61.3.4 Brandgevaar
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat
brandgevaar.
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om
brandgevaar te voorkomen:
► Verwijder tijdens het gebruik, alle brandbare voorwerpen
(zoals schoonmakers, spuitbussen, ovenwanten, theedoeken,
etc.) uit de onmiddellijke nabijheid van het apparaat.
► Vermijd een langdurige oververhitting van oliën en vetten.
Oververhitte olie of vet kan snel vlam vatten.
► Doe een lege pot niet op de kookplaat!
TIP
Als er een brand op een kookplaat, gaat u als volgt:
◆ Schakel (indien nodig schakel de zekering).
◆ U stik de vlammen met een grote pot deksel, een plaat of
een vochtige theedoek.
◆ NIET HELDER WATER! Na de brand is geblust, laat
afkoelen keukenapparatuur en bieden voldoende frisse lucht.
61.3.5 Gevaar door elektrische stroom
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij contact met onder stroom staande snoeren of
constructieonderdelen bestaat levensgevaar!
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om een
dreiging van elektrische stroom te voorkomen:
► De installatie mag alleen door gekwalificeerde vakmensen
uitgevoerd worden.
► Schakel het apparaat uit als het oppervlak is gebarsten en
schakel de zekering uit om een elektrische schok te
voorkomen.
129
GEVAAR
► Neem het apparaat niet in gebruik als de voedingskabel of
de stekker beschadigd is, als het niet naar behoren
functioneert, als het beschadigd is of op de grond is gevallen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de
fabrikant of zijn servicedienst of een soortgelijk
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om zo gevaren
te voorkomen.
► Opent u in geen enkel geval de behuizing van het apparaat.
Zodra van spanning voorziene aansluitingen aangeraakt
worden en de elektrische en mechanische structuur
veranderd worden, dan bestaat het gevaar van een
elektrische schok. Bovendien kunnen hierdoor storingen in
het functioneren optreden.
► Trek niet aan het aansluitsnoer en hou het apparaat niet vast
aan het aansluitsnoer.
► Sluit het apparaat niet samen met andere apparaten aan op
hetzelfde stopcontact.
62Ingebruikname
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie omtrent de ingebruikname van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
62.1 Veiligheidsvoorschriften
► Verpakkingsmateriaal mag niet als speelgoed gebruikt worden. Er bestaat kans op
verstikking.
62.2 Leveringsomvang en transportinspectie
De Inductiekookplaat wordt standaard met de volgende onderdelen geleverd:
• Inductiekookplaat ProChef 3500
• Gebruiksaanwijzing
Tip
► Controleer de levering op volledigheid en op zichtbare beschadigingen.
► Waarschuw de expediteur, de verzekering en de leverancier bij een onvolledige
levering of bij beschadiging als gevolg van gebrekkige verpakking of als gevolg van
het transport.
130
62.3 Uitpakken
Bij het uitpakken van het apparaat gaat u als volgt te werk:
Neem het apparaat uit de doos en verwijder het verpakkingsmateriaal. Verwijder ook de
sticker van het kookveld, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
62.4 Verwijderen van de verpakking
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. De
verpakkingsmaterialen zijn uitgezocht vanuit milieuvriendelijke en
verwijderingtechnische gezichtspunten en daarom recyclebaar. Het terugbrengen van de
verpakking in de materiaalkringloop bespaart grondstoffen en verkleint de afvalhoop.
Lever niet meer benodigd verpakkingsmateriaal in bij een afvalbrengstation, dat
zorgdraagt voor de recycling.
TIP
► Bewaar indien mogelijk het originele verpakkingsmateriaal gedurende de
garantieperiode, zodat u het apparaat indien nodig weer volgens de voorschriften kunt
inpakken.
62.5 Plaatsen
62.5.1
Eisen aan de plek van plaatsing
Voor een veilig en foutloos functioneren van het apparaat moet de plek waar het apparaat
komt te staan aan de volgende eisen voldoen:
• Het apparaat moet op een vaste, vlakke, horizontale (waterpas) en hittebestendige
ondergrond met voldoende draagkracht voor de inductiekookplaat plus de naar
verwachting zwaarste potten en pannen geplaatst worden.
• De inductiekookplaat mag niet op een ijzer- of staalachtige ondergrond in gebruik
genomen worden, omdat dit zwaar verhit kan worden.
• Kies de plek dusdanig dat kinderen hete oppervlakken van het apparaat niet kunnen
aanraken.
• Het apparaat is niet geschikt voor inbouw in een wand of in een inbouwkast.
• Plaatst u het apparaat niet in een hete, natte of zeer vochtige omgeving of in de buurt
van brandbare materialen.
• Plaats de inductiekookplaat niet in de buurt van apparaten en voorwerpen die gevoelig
zijn voor magnetische velden (bv. radio’s, televisies, cassetterecorders, etc. )
• Het apparaat heeft voor een correcte werking voldoende luchtstroming nodig. Laat 10
cm aan elke zijden (links en rechts). .
• De lucht voor koeling wordt aan de onderkant van het apparaat aangezogen.
WAARSCHUWING: beluchtingsopeningen in de behuizing van het apparaat niet
afsluiten.
• Het stopcontact moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat de voedingskabel er in geval
van nood ongecompliceerd uitgehaald kan worden.
131
• De inbouw en montage van dit apparaat op niet stationaire plekken (bijvoorbeeld
schepen) mogen alleen door vakzaken/vakmensen uitgevoerd worden, als ze de
voorwaarden voor een veilig gebruik van dit apparaat garanderen.
62.5.2
Voorkomen van frequentiestoring
Door het apparaat kunnen storingen bij radio’s, televisies of soortgelijke apparaten
optreden.
Door de volgende maatregelen kunnen storingen weggenomen of gereduceerd worden:
• Reinig de deur en de afdichtingen van het apparaat.
• Plaats de radio, de televisie, etc. op een zo groot mogelijke afstand van het apparaat.
• Gebruik voor het apparaat een ander stopcontact, zodat het apparaat en de gestoorde
ontvanger van verschillende stroomketens gebruik maken.
• Gebruik een volgens de voorschriften geïnstalleerde antenne voor de ontvanger, om zo
zeker te zijn van een goede ontvangst.
62.6 Elektrische aansluiting
Voor een veilig en feilloos gebruik van het apparaat moeten bij de elektrische aansluiting
de volgende aanwijzingen in acht genomen worden:
• Controleer voor het aansluiten van het apparaat de aansluitingsgegevens (spanning en
frequentie) op het typeplaatje met de gegevens van uw stroomnet. Deze gegevens
moeten overeenkomen, zodat het apparaat niet beschadigd kan raken. In geval van
twijfel vraagt u een vakkundige elektricien.
• Bij gebruik van een verlengsnoer mag voor aansluiting van het apparaat op het
stroomnet alleen een uitgerold verlengsnoer van maximaal 3 meter lengte en een
doorsnede van 1,5 mm² gebruikt worden. Het gebruik van een stekker of stekkerdoos
met meerdere aansluitingen is vanwege het daarmee verbonden brandgevaar
verboden.
• Vergewis u er van dat de voedingskabel onbeschadigd is en niet onder de oven of over
hete of scherpte oppervlakten gelegd is.
• Het stopcontact moet beschermd zijn met een zekering of automatische schakelaar van
16 ampère.
• De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen dan gegarandeerd wanneer het is
aangesloten aan een reglementair geïnstalleerd systeem met aardkabels en
veiligheidschakelaars. Laat u in geval van twijfel de huisinstallatie controleren door een
erkende elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schaden,
die door een gebrekkige of onderbroken aardingskabel veroorzaakt worden.
63 Opbouw en functie
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de opbouw en het functioneren van
het apparaat.
132
63.1 Bedieningspaneel en display
1 Weergave van de gekozen instelling (display)
2 Keuzetoets (-), reductie van de energiestand (watt), temperatuur of duur
3 Keuzetoets (+), energiestand (watt), temperatuur of duur kunnen worden
verhoogd
4 Functietoets Warm houden (Keep Warm)
5 Functietoets Vermogen (Level)
6 Functietoets Temperatuur (Temp)
7 Functietoets Tijd (Timer)
8 On/Standby toets
63.2 Aanwijzingen bij het apparaat
Deze aanwijzing en het verschijnen van “H” in het display dient ter
waarschuwing dat de keramische plaat heet kan zijn. De inductiekookplaat zelf
ontwikkelt tijdens het kookproces echter geen warmte: de temperatuur van het kookgerei
verwarmt echter de kookplaat!
VOORZICHTIG: Gevaar door hete oppervlakte!
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht, zodat u zich niet aan het hete apparaat
verbrandt:
► De hete oppervlakte van het apparaat niet aanraken.
Brandgevaar! (H verschijnt in display).
► Geen voorwerpen op de hete keramische plaat leggen .
63.3 Pieptonen
Het apparaat geeft ter kennisgeving de volgende akoestische signalen af:
63.4 Thermische beveiliging bij oververhitting
Het apparaat is uitgerust met een thermische beveiliging bij oververhitting.
Wanneer binnenin de temperatuur de kritische grens overschrijdt, verschijnt in het display
de van de foutmelding (E05). Het apparaat schakelt uit veiligheidsoverwegingen het
lopende programma uit.
Na de afkoelfase kan het apparaat weer ingeschakeld worden.
TIP
► Meer informatie over de foutmeldingen vindt u in hoofdstuk „Storingmeldingen“.
133
63.5 Typeplaatje
Het typeplaatje met de aansluit- en vermogensgegevens bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
64Bediening en gebruik
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de bediening van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
64.1 Werking en productvoordelen van inductiekookplaten
Bij een inductiekookplaat wordt de warmte niet door een verwarmingselement via de pan
op de etenswaren overgedragen maar de benodigde warmte wordt m.b.v. inductiestromen
direct in de pan gebracht. Een inductiespoel onder de glazen keramische kookplaat wekt
een elektromagnetisch wisselveld op, dat door dringt in de glazen keramische kookplaat
en in de bodem van de pan de warmte opwekkende stroom induceert. Voordelen van een
inductiekookplaat
• Energiezuinig koken door directe energieoverdracht op de pan.
• Verhoogde veiligheid, doordat de energie alleen wordt overgedragen als er een pan op
staat.
• Energieoverdracht tussen inductiekookzones en panbodem met hoog rendement..
• Hoge opwarmsnelheid
• Gering verbrandingsgevaar omdat de kookoppervlakte alleen door de bodem van de
pan wordt verwarmd.
• Overgelopen etenswaren branden niet aan.
• Snelle, lichte regeling van de energietoevoer.
64.2 Aanwijzingen voor kookgerei
Het voor de inductiekookoppervlakte te gebruiken kookgerei moet uit metaal zijn,
magnetische eigenschappen hebben en over voldoende vlakke bodemruimte beschikken.
Zo kunt u vaststellen of het kookgerei geschikt is:
Stel vast of het kookgerei een aanwijzing bevat die duidt op koken met inductiestroom of
voer de volgende magneettest uit :
◆ Breng een magneet (bv. een magneet van een magneetbord) naar
de bodem van uw pan. Wordt de magneet sterk aangetrokken, dan
kunt u deze pan op de inductiekookoppervlakte gebruiken.
134
De volgende tabel dient als houvast voor het kiezen van het juiste kookgerei::
Geschikt kookgerei
Ongeschikt kookgerei
Kookgerei met ferromagnetische
(ijzerhoudende) bodem
Kookgerei uit koper, aluminium, vuurvast
glas en ander niet-metaal kookgerei
Geëmailleerde pan of pot uit staal met een
sterke onderkant
Potten of pannen uit roestvrij staal zonder
magnetische ijzerkern
Gietijzeren pan of pot met geëmailleerde
onderkant
Potten of pannen die geen vlakke laag op de
kookplaat hebben
Pan of pot uit roestvrij staal met meerdere
lagen, roestvrij ferriet staal resp. aluminium
met een speciale onderkant
Potten of pannen met een bodemdoorsnee
kleiner dan 12 cm en groter dan 26 cm.
TIP
► Bij gebruik van inductiebestendigde pannen van enkele fabrikanten kunnen geluiden
optreden, die terug te voeren zijn op de productiewijze van deze pannen.
Let u ook op de volgende aanwijzingen voor het gebruik van geschikt kookgerei:
VOORZICHTIG
► Gebruik uitsluitend pannen met een onderkant, geschikt voor inductie.
► Het maximale toegestane gewicht van alle pannen met inhoud mag de 18 kg niet
overschrijden.
► Voorzichtig bij het gebruik van lege au bain-marie pannen. Deze pannen kunnen
ongemerkt leeg koken. Dat leidt tot beschadegingen aan de pan en de kookplaat.
64.3 Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
► Het apparaat tijdens gebruik niet uit het oog verliezen, zodat er bij gevaren snel
ingegrepen kan worden.
► Het apparaat niet tijdens het gebruik of met heet kookgerei van zijn plaats bewegen.
► Let er op dat het kookgerei in het midden van de kookplaat staat. Het mag niet op het
bedieningspaneel of op de rand neergezet worden.
► Geen metalen folie of metalen bladen op de oppervlakte van het apparaat leggen, om
oververhitting te vermijden.
► Geen keukengereedschap uit metaal, potten- of pannendeksels, messen of andere
voorwerpen uit metaal op de kookplaat leggen. Als het apparaat wordt ingeschakeld,
kunnen deze voorwerpen verhit worden.
► De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken. De inductiekookplaat
ontwikkelt tijdens het koken zelf geen hitte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt
echter de kookplaat.
► Houdt u de kookplaat en de onderkant van de pannen altijd droog en schoon. Als er
vloeistof tussen de onderkant van de pan en de kookplaat komt, kan de vloeistof
verdampen en door de ontstane druk kan de pan in de lucht vliegen. Kans op
verwonding.
135
TIP
► Schakel het apparaat na gebruik uit. Zo vermijdt u onnodig energieverbruik en zorgt u
voor uw eigen veiligheid.
► Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, raden wij aan de stekker uit het stopcontact
te trekken.
64.4 Gebruik van het apparaat
64.4.1
Inschakelen
• Stekker in een geschikt stopcontact steken.
• . Als de temperatuur van de oppervlakte onder de 50°C ligt, geeft de display „L“ aan, als
de temperatuur van de oppervlakte boven de 50°C ligt, geeft de display „H“ aan. Een
akoestisch signaal weerklinkt. Het apparaat bevindt zich nu in de stand-by stand.
• Geschikt kookgerei met te bereiden voedsel in het midden van de kookzone plaatsen
(Ø 120 mm - 260 mm).
• Om de inductiekookplaat in te schakelen drukt u nu op knop „On/Standby“.
64.4.2
Vermogens
• Drukt u vervolgens op toets 5 (Level). Die voorgeselecteerde kookstand „8“ wordt
uitgekozen en het apparaat schakelt in.
• Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling van 1-12 veranderen.
Tip
► Bij het koken raden wij u aan, net als bij het traditionele fornuis, de vermogensstanden
1- 12 te gebruiken.
64.4.3
Temperatuur
• Bij het instellen van de temperatuur drukt u op Functietoets 6 (Temp), net zo lang tot de
temperatuur 120°C knippert.
• Drukt u op de keuzetoetsen + / - de instelling tussen 60 – 240°C wijzigen.
(Temperatuurniveaus: in stappen van 10 °C).
• De temperatuur wordt door een voeler onder de glaskeramische plaat gemeten.
Hierdoor kan de getoonde temperatuur afwijken van de temperatuur in de pan.
Verschillend kookgerei kan leiden tot verschillende meetresultaten.
Tip
► U kunt door op toets 5 (Level) te drukken omschakelen naar de vermogensmodus.
► U kunt alternatief de functies Vermogen (Level), temperatuur (Temp) of de functie
Warm houden (Keep Warm) kiezen.De laatst gekozen instelling is actief.
► Aangezien bij braden met zeer weinig vet de temperatuur van de panbodem zeer snel
oploopt en de grenswaarde van 260°C snel wordt bereikt, schakelt u bij braden om op
de functie “temperatuur”. Hier ligt de hoogste temperatuur bij 240°C.
136
64.4.4
Warmhoudfunctie
• Met de „Keep Warm“ knop (knop 4) hebt u de mogelijkheid om uw gerechten op te
warmen of direct na de bereiding warm te houden. Het apparaat verwarmt uw
gerechten op 70°C.
64.4.5
Timer
• Timerfunctie: Functietoets 7 (Timer) drukken.
• Met de keuzetoetsen + / - kunt u de instelling tot 23 uur 59 minuten (in stappen van 1
minuut) instellen. In het display wordt de duur in minutentact naar beneden geteld. Is de
tijd afgelopen, dan hoort u een akoestisch signaal en schakelt het apparaat automatisch
in de standby stand.
Tip
► Gedurende de looptijd van de timer kunt u de tijdsduur met behulp van de
keuzetoetsen +/- elk moment veranderen. Door de geheugenfunctie van het apparaat
blijft de instelling van de temperatuur / vermogen onveranderd.
64.4.6
Uitschakelen
• Als het apparaat uitgeschakeld wordt (via „On/Standby“), geeft het display de
restwarmte van de oppervlakte van het inductiekookveld aan. Als de temperatuur van
de oppervlakte onder de 50°C ligt, wordt „L“ aangegeven, als de temperatuur van de
oppervlakte boven de 50°C ligt, geeft de display „H“ aan.
Tip
► Kookgerei niet zonder inhoud op de keramische plaat zetten. Het verhitten van een
lege pot of pan activeert de thermische beveiliging bij oververhitting en schakelt het
apparaat uit.
► Het gebruik van niet door de fabrikant aanbevolen asseccoires en vervangende
onderdelen kan tot verwondingen en beschadigingen aan het apparaat leiden.
65Reiniging en onderhoud
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t de reiniging en het onderhoud van het
apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om beschadigingen door verkeerde reiniging van
het apparaat te voorkomen en een storingvrij gebruik te waarborgen.
65.1 Veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
Schenkt u eerst aandacht aan de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u met de
reiniging van het apparaat begint:
► De apparaat moet regelmatig gereinigd worden. Ook voedselresten moeten regelmatig
verwijderd worden. Een niet in schone toestand gehouden apparaat heeft een negatief
effect op de levensduur van het apparaat en kan leiden tot een gevaarlijke toestand
van het apparaat als ook tot een aantasting van schimmels en bacteriën.
► Schakelt u de apparaat vóór het reinigen uit en trek de stekker uit het stopcontact.
137
VOORZICHTIG
► De kookplaat is na gebruik heet. Er is daardoor kans op verbranden! Wacht u totdat
het apparaat is afgekoeld.
► Reinigt u de binnenkant na gebruik, zodra hij is afgekoeld. Te lang wachten verzwaart
de reiniging onnodig en maakt het in extreme gevallen onmogelijk. Te sterke
verontreinigingen kunnen onder omstandigheden het apparaat beschadigen.
► Als er vloeistof het apparaat binnendringt, kunnen elektronische componenten
beschadigd raken. Let u er op dat er geen vloeistof door de ventilatiegleuven in het
binnenste van het apparaat terecht komt.
► Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen en geen oplosmiddelen.
► Kras niet met een hard voorwerp over hardnekkige verontreinigingen.
65.2 Reiniging
◆
Keramische kookplaat
De keramische kookplaat met een zachte, lichtvochtige doek of met een milde, niet
schurende zeepoplossing schoonwissen.
◆
De Frame en bedieningspaneel
• Met een zachte, lichtvochtige doek.
VOORZICHTIG
► Gebruikt u geen oploshoudende reinigingsmiddelen zoals bv. benzine, om de
kunststof delen niet te beschadigen.
66Storingen verhelpen
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t. het lokaliseren van storingen en het
verhelpen van storingen. Let u op de aanwijzingen om gevaren en beschadigingen te
voorkomen.
66.1 Veiligheidsvoorschriften
► Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen uitgevoerd worden door
gekwalificeerd vakpersoneel dat door de fabrikant is geschoold.
► Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker
ontstaan, evenals schaden aan het apparaat.
138
66.2 Storingmeldingen
In het geval van een storing geeft het display een foutcode aan, die de oorzaak van de
storing beschrijft.
Foutcode
Beschrijving
E05
Overhettingbeveiliging: Verschijnt in het display de aanduiding „E05“ , dan
betekent dit dat de oververhittingsbeveiliging geactiveerd wordt om het
apparaat en het kookgerei te beschermen. Hij schakelt automatisch in zodra
u de directe functie gekozen heeft en de temperatuur hoger ligt dan 260°C.
Een in werking getreden thermische beveiliging bij oververhitting wordt door
het uit het stopcontact trekken van de stekker teruggezet en het apparaat
kan daarna weer gewoon gebruikt worden.
TIP
► Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan
contact op met de klantendienst.
66.3 Oorzaken van storingen
De volgende tabel helpt bij het lokaliseren en het verhelpen van kleinere storingen
Storing
Mogelijke oorzaak
Verhelpen
Stekker er niet ingestopt
Stekker erin steken
Zekering niet ingeschakeld
Zekering inschakelen
Geen aanduiding
TIP
► Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan
contact op met de klantendienst.
67Afvoer van het oude apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardvolle
materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen, die voor hun
functioneren en veiligheid noodzakelijk waren. In het huishoudelijk afval of bij
verkeerde behandeling kunnen deze stoffen de menselijke gezondheid en het milieu
schade aanbrengen. Zet uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huishoudelijk vuil.
Tip
► Maak gebruik van de in uw woonplaats voorhanden zijnde inzamelplek voor teruggave
en verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten. Haal eventueel
informatie bij uw gemeentehuis, de vuilnisophaaldienst of bij uw winkelier.
► Zorg ervoor dat uw oude apparaat tot het moment van transport op een kinderveilige
plek wordt bewaard.
139
68 Garantie
Wij verlenen u op de inductiekookplaat 1 jaar GARANTIE.
Voor dit product geven we vanaf de dag van aankoop 12 maanden garantie op gebreken,
die te herleiden zijn tot productie- of materiaalfouten.
Garantieclaims volgens §439 ff. BGB-E blijven hiervan van kracht.
Onder de garantie vallen niet de schaden die door onjuiste behandeling of ingebruikname
ontstaan zijn, zoals gebreken die de functie of de waarde van het apparaat slechts gering
beïnvloeden. Verder zijn aan slijtage onderhevige onderdelen, transportschade zo lang wij
deze niet te verantwoorden hebben, als ook schaden, die door niet door ons verrichtte
reparaties ontstaan zijn, uitgesloten van aanspraak op garantieclaim.
Dit apparaat is vervaardigd voor bedrijfsdoeleinden en voorzien van een overeenkomstig
vermogen.
Bij rechtmatige reclamaties zullen wij het defecte apparaat naar ons bevinden repareren of
tegen een apparaat vrij van gebreken omwisselen.
Zichtbare defecten moeten binnen 14 dagen na levering aangetoond worden. Verdere
claims zijn uitgesloten.
Stelt u zich voor het indienen van een garantieclaim en het terugsturen van uw apparaat
via onderstaand adres (altijd met bewijs van koop!) met ons in verbinding.
69 Technische gegevens
Apparaat
Inductiekookplaat
Model
ProChef 3500 (2364)
Aansluitgegevens
220V-240V; 50Hz/60Hz
3500 W
Vermogensopname
Standby “volgens ErP niveau 2”
Temperatuurbereik
60°C – 240 °C
Afmetingen buitenkant (B/H/D)
32 cm x 9 cm x 42 cm
Netto gewicht
4,4 kg
140