HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
© 2011 MILLER Electric Mfg. Co.
OM-235 464H/dut
2011−03
CE en niet-CE-modellen
Coolmate™ 1
1. Definities van de veiligheidssymbolen
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Alleen hiertoe opgeleide en bevoegde personen mogen
deze unit installeren, bedienen of er onderhoud aan
plegen. Neem contact op met uw leverancier als u de
aanwijzingen niet begrijpt. Lees de handleidingen voor de
draadaanvoer en de lasstroomaanvoer door voor informa-
tie over VEILIG LASSEN en EMK.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden
vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of dodelijk
letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Voorzichtig: bewegende delen. Laat beschermkappen en
panelen op hun plaats zitten, houd deksels gesloten en
uw handen uit de buurt van bewegende delen.
OPGELET
Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
Aanduiding voor speciale instructies.
Draag een veiligheidsbril met zijbescherming.
Wees voorzichtig, de bedrading kan elektrische-
schokken geven. Breng alle panelen, kappen en dek-
sels weer aan.
Recycle koelvloeistof of voer ze op milieuveilige wijze af.
Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die chemicaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is dat ze geboor-
teafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5 en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkingen of andere
voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was na gebruik uw handen.
2. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt
een elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de
lasapparatuur. Elektromagnetischevelden kunnen interferentie
veroorzaken bij bepaalde medische implantaten zoals pacemakers.
Voor personen die medische implantaten hebben moeten
beschermende maatregelen worden genomen, bijv.
toegangsbeperking voor passanten of een risicoanalyse voor iedere
afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de volgende procedures
naleven om zo blootstelling aan elektro−magnetischevelden van de
lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1 Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast
te plakken of gebruik kabelbescherming.
2 Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel
aan één kant en weg van de gebruiker.
3 Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4 Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5 Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij
de las.
6 Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan
zitten en er niet op leunen.
7 Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten
hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de
buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gut-
sen, plasmaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de
arts wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
3. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.