Miller STH 160 L CE de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Processen
Beschrijving
TIG-lassen (GTAW)
Beklede elektrodelassen
(SMAW)
OM-260311E/dut 201903
Lasstroombron
STH 160 en STH 160 L
CE
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan
de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om
het anders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn
producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u
nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De
producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten
gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verko-
pen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service
te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die
in 1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te bescher-
men tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor ge-
zorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij
Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onder-
houd. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten
worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storin-
gen precies nagaan wat het probleem is. Aan de hand van de onderdelen-
lijst kunt u bepalen welk onderdeel u precies nodig hebt om het pro-
bleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie en de onderhoudsinformatie
voor uw specifieke model bijgesloten.
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie over
de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en
afzonderlijke productleaflets voor u.
Elke krachtbron van
Miller gaat vergezeld
de meest probleemlo-
ze garantie in onze
bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3..............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 5..................................................
1-5. Belangrijkste V
eiligheidsvoorschriften
5....................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 6................................................................
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 6.............................................
2-2. Diverse symbolen en definities 8.........................................................
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS 9..................................................
3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 9..............................
3-2. Technische gegevens 9.................................................................
3-3. Omstandigheden gebruik en opslag 10.....................................................
3-4. Een locatie kiezen 11....................................................................
3-5. Stroom-spanning-grafieklijnen 12..........................................................
3-6. Inschakelduur en oververhitting 13.........................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 13..............................................................
4-1. 6-polige contactdoos voor afstandsbediening 13.............................................
4-2. Keuze van kabeldiameters* 14............................................................
4-3. Klemmen lasuitgangen 14................................................................
4-4. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 15................................................
4-5. Aansluiten op enkelfase voeding 230 V AC 16...............................................
4-6. Aansluiten op een brandstof motor aangedreven 230 volt enkelfasegenerator 17..................
HOOFDSTUK 5 BEDIENING 18................................................................
5-1.
Bedieningsfuncties
18...................................................................
5-2. Het apparaat voorbereiden voor beklede-elektrodelassen 19...................................
5-3. Het apparaat voorbereiden voor TIG-lassen 20..............................................
5-4. Gasaansluitingen (STH-modellen) 21.......................................................
5-5. Instellingen bij 2T of 4T-bediening 22.......................................................
5-6. Sequentieregeling en “down slope”-instelling 23..............................................
5-7. Puls-instellingen 24......................................................................
5-8. Het systeem terug zetten op de fabrieksinstellingen 25........................................
5-9. Lift-Arct en HF TIG-startprocedures 25....................................................
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 26..................................
6-1.
Routineonderhoud
26....................................................................
6-2. Help weergave hoge temperatuur 26.......................................................
6-3. Storingen 27...........................................................................
HOOFDSTUK 7 ELECTRISCH SCHEMA 29.....................................................
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST voor modellen STH 30.....................................
GARANTIE
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
ITW Welding Italy S.r.l Via Privata Iseo 6/E, 20098 San Giuliano M.se, (MI) Italy verklaart dat het pro
duct of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde richtlijn(en)
en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
STH 160 059016013
STH 160 L 059016021
Richtlijnen:
·2006/95/EC Low Voltage
·2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
·2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Normen:
·IEC 60974-1:2012 Arc Welding Equipment – Part 1: Welding Power Sources
·IEC 60974-3:2013 Arc Welding Equipment – Part 3: Arc striking and stabilizing devices
·IEC 60974-10:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic Compatibility Requirements
Ondertekenaar:
July 1
st
, 2015
___________________________________________________________________________________
Massimigliano Lavarini
Datum van verklaring
ITW WELDING ITALY PRODUCTION MANAGER
956 172 229
Product-/apparaatidentificatie
Product Serienummer
STH 160 059016013
STH 160L 059016021
Overzicht nalevingsinformatie
Toepasbare richtlijn Richtlijn 2014/35/EU
Referentielimieten Richtlijn 2013/35/EU, aanbeveling 1999/519/EG
Toepasselijke normen IEC 62822-1:2016, IEC 62822-2:2016
Bedoeld gebruik voor bedrijfsmatig gebruik voor gebruik door leken
Voor werkplekbeoordeling moet rekening worden gehouden met niet-thermische effecten JA NEE
Voor werkplekbeoordeling moet rekening worden gehouden met thermische effecten JA NEE
Gegevens zijn gebaseerd op maximaal voedingsvermogen (geldig tenzij firmware/hardware wordt gewijzigd)
Gegevens zijn gebaseerd op slechtste-gevalinstelling/-programma (alleen geldig tot instelopties/lasprogramma
s
worden gewijzigd)
Gegevens zijn gebaseerd op meerdere instellingen/-programma's (alleen geldig tot instelopties/lasprogramma
s
worden gewijzigd)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de blootstellingsgrenswaarden (ELV's) JA NEE
voor gezondheidseffecten bij standaardconfiguraties (indien NEE gelden specifieke
vereiste minimale afstanden)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de blootstellingsgrenswaarden (ELV's) n.v.t. JA NEE
voor sensorische effecten bij standaardconfiguraties (indien van toepassing en bij NEE zijn
specifieke maatregelen nodig)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de n.v.t. JA NEE
actieniveaus (AL's) bij standaardconfiguraties (indien van toepassing en bij NEE zijn
specifieke waarschuwingsborden nodig)
EMV-gegevens voor niet-thermische effecten
Blootstellingsindices (EI's) en afstanden tot lasstroomkring (voor de diverse gebruiksmodi, voor zover van toepassing)
Hoofd
Romp
Ledematen
(handen)
Ledematen
(dijen)
Sensorische
effecten
Gezondheids
effecten
Genormeerde afstand 10 cm 10 cm 10 cm 3 cm 3 cm
ELV EI op genormeerde afstand 0,05 0,05 0,08 0,05 0,10
Vereiste minimumafstand
1 cm 1 cm 1 cm 1 cm 1 cm
Afstand waarop alle beroepsmatige ELV-blootstellingsindices vallen onder 0,20 (20%) 1 cm
Afstand waarop alle ELV-blootstellingsindices voor het algemene publiek vallen onder 1,00 (100 %) 1 cm
Getest door:
Miller Milan. Datum van test: 2016-04-01
280104-A
OM-260311 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
som_201801_dut
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen mogen deze apparatuur installe-
ren, bedienen, onderhouden en repareren. Een bevoegde
persoon is degene die, door middel van een erkend diploma,
certificaaat of beroepsbekwaamheid, of die door middel van
uitgebreide kennis, training en ervaring, met succes zijn/haar
vaardigheden
heeft aangetoond om problemen op te lossen
met betrekking tot het onderwerp, het werk of het project en
veiligheidstraining
heeft ontvangen om de bijbehorende
gevaren te herkennen en vermijden.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte
en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen AClasuitgangsvermogen in een vochtige, natte of
beperkte omgeving of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen.
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening
als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding
bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening
als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de V
eiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig
op beschadigingen of blootliggende bedrading en
vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootlig-
gende bedrading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
OM-260311 Pagina 2
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
D Zet de eenheid uit, haal de stekker uit het stopcontact en ontlaad
de primaire voedingscondensatoren overeenkomstig de aan-
wijzingen in de handleiding, voordat u enig onderdeel aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Ventileer de werkruimte goed en/of zorg dat de las en snijddamp
en gassen worden afgezogen met behulp van actieve ventilatie
bij de boog. De aanbevolen manier om te bepalen of er voldoende
ventilatie is, is monsters te nemen van de dampen en gassen
waaraan het personeel wordt blootgesteld en deze te analyseren
op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende
gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de V
eiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde
zijde.
D Velgen of wielen mogen niet worden gesneden of gelast. Bij verhit-
ting kunnen banden exploderen. Gerepareerde velgen en wielen
kunnen defect raken. Zie OSHA 29 CFR 1910.177 in V
eiligheids
-
standaarden.
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
OM-260311 Pagina 3
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd
medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen, verplaatsen en
vervoeren.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik de juiste procedures en hijsapparatuur met voldoende
capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur
de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
OM-260311 Pagina 4
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten
of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening
heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke
en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk
met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde
apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
OM-260311 Pagina 5
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
WAARSCHUWING: Dit product kan u blootstellen aan chemi-
sche stoffen, zoals lood. Deze stof kan volgens de staat
Californië
kanker en geboorteafwijkingen en andere repro-
ductieve schade veroorzaken.
Kijk voor meer informatie op www.P65W
arnings.ca.gov
.
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www
.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www
.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering
Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www
.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02169 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS
(phone: 800-463-6727, website: www.csagroup.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02169 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910.177 Subpart
N, Part 1910 Subpart Q, and Part 1926, Subpart J, from U.S. Govern-
ment Printing Office, Superintendent of Documents, P.O. Box 371954,
Pittsburgh, PA 15250-7954 (phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OS-
HA Regional Offices—phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220,
website: www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30329-4027 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen
invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor per-
sonen die medische implantaten hebben moeten beschermende
maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk
bijvoorbeeld
de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
beoordelingen
uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
procedures naleven om zo blootstelling aan elektromagneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden
of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-260311 Pagina 6
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 2012-05
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 201704
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
Safe2 201704
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe3 201704
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 201704
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe6 201704
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de rookgassen van de werkplek af te voeren.
Safe8 2012-05
Gebruik een ventilator om de rookgassen af te voeren.
Safe10 2012-05
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 2012-05
OM-260311 Pagina 7
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een
toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe14 2012-05
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 201704
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren
en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm
met de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 2012-05
Lees eerst de handleiding door voordat men aan het apparaat gaat
werken of mee gaat lassen.
Safe40 2012-05
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 201704
Aantekeningen
OM-260311 Pagina 8
2-2. Diverse symbolen en definities
A
Ampère
Ingangsspanning
S
Geschikt
op plaatsen
met verhoogd
elektrocutiegevaar
Beklede
elektrode-lassen
V
Volt
T
oename/afname
van hoeveelheid
Enkelfase
statische
frequentieomvorme
r-transforma-
tor-gelijkrichter
Uitgang
Negatief
Positief
Hz
Hertz
Gasinvoer
Hoge temperatuur
Gelijkstroom
Netaansluiting
Percent
X
Inschakelduur
U
1
Primaire spanning
I
2
Nominale
lasstroom
I
1eff
Maximale
effectieve
netstroom
Afstandbediening
U
2
Uitgangsspanning
belast
Wisselstroom
U
0
Nominale
nullastspanning
(gemiddeld)
I
1max
Maximale nominale
netstroom
Lift-arc Start (TIG)
TIG-lassen
Proces
TIG pulserend
HF-start (TIG)
Aan
Uit
Gasvoorstroomtijd
en -nastroomtijd
%
Startstroom en
eindstroom
Het label bevindt
zich aan
de onderzijde
van de machine
Startoplooptijd
(Up-slope tijd)
Uitkratertijd
Ab
Grondstroom
Instellen
Enkelfase
OM-260311 Pagina 9
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS
3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn te vinden aan de onderzijde van de machine. Daar vindt u de gegevens van de voedingsspanning die de
lasstroombron nodig heeft, en de nominale lasstroom die hij kan leveren. Op typeplaatjes van modellen met het CE-merk staan de volgende symbolen:
CE, CCC, AEEA en IEC 60974-1. Schrijf het serienummer in de bedoelde ruimte op de achterzijde van deze handleiding.
3-2. Technische gegevens
. Gebruik niet de informatie in de tabel met specificaties voor de eenheid om de elektrische onderhoudsvereisten te bepalen. Zie hoofdstukken 4-4
en 4-5 voor meer informatie over het aansluiten van de ingangsspanning.
. Deze apparatuur genereert nominale resultaten bij een omgevingstemperatuur van maximaal 405C (1045F).
Model
Voeding
Enkelfase
Wisselstroom
(AC)
Nominale
lasstroom
Uitgang
Lasstroom-
bereik
Maximale
open
spanning
(DC) (Uo)
Netstroom bij
nominale
lasstroom,
50/60 Hz,
enkelfasig
kVA/kW bij
inschakelduur
Gewicht Afmetingen
STH 160
230 volt
beklede
elektrode
100 A bij
24 V DC,
100%
inschakeld-
uur
4-150A 70V
20 A 4,5/2,8
6,0 kg
(13,2 lb)
L = 380 mm
B = 145 mm
H = 245 mm
150 A bij
26 V DC,
25%
inschakeld-
uur
30 A 7,0/4,8
230 volt TIG
100 A bij
14 V DC,
100%
inschakeld-
uur
4-160A 70V
13 A 3,0/2,0
160 A bij
16,4 V DC,
20%
inschakeld-
uur
22 A 5,1/3,5
STH 160 L
230 volt
beklede
elektrode
100 A bij
24 V DC,
100%
inschakeld-
uur
4-100A 70V 20 A 4,5/2,8
6,0 kg
(13,2 lb)
L = 380 mm
B = 145 mm
H = 245 mm
230 volt TIG
100 A bij
14 V DC,
100%
inschakeld-
uur
4-160A 70V
13 A 3,0/2,0
160 A bij
16,4 V DC,
20%
inschakeld-
uur
22 A 5,1/3,5
OM-260311 Pagina 10
3-3. Omstandigheden gebruik en opslag
A. IP-graad
IP-graad
IP23
Deze apparatuur is ontworpen voor buitengebruik.
IP23 201702
B. Temperatuurspecificaties
Bereik bedrijfstemperatuur* Opslag/Transport temperatuurbereik
10 tot 40°C (14 tot 104°F )
*Het resultaat wordt minder bij een temperatuur van hoger dan 40°C
(104°F).
20 tot 55°C (4 tot 131°F )
Temp_2016- 07
C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische
compatibiliteit
als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet niet aan de IEC 61000312 norm. Als hij wordt aangesloten op het openbaar laagspanningsnetwerk, dan is het de
verantwoordelijkheid
van de installateur of de gebruiker van de apparatuur om er, eventueel in overleg met de bediener van het distributienetwerk,
voor te zorgen dat de apparatuur mag worden aangesloten.
IEC/TS 6100034 kan door betrokken partijen als richtlijn worden gebruikt bij het aansluiten op een openbaar laagspanningsnetwerk van
booglasapparatuur
met een stroomverbruik van meer dan 16 ampère.
ceemc 2 2014-07
OM-260311 Pagina 11
3-4. Een locatie kiezen
loc_small 2015-04
Mogelijk is een speciale in-
stallatie nodig, wanneer er
benzine of vluchtige vloei-
stoffen aanwezig zijn zie
NEC artikel 511 of CEC sectie
20.
1
Lijnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van
een stroombron die de juiste
voeding biedt.
Locatie en luchtstroom
Verplaatsing
Verplaats het apparaat niet naar en gebruik
het niet op plaatsen waar het kan omvallen.
1
Schouderband
voor lasstroombron
Gebruik de band om het apparaat op te tillen.
1
18 in.
(460 mm)
18 in.
(460 mm)
1
OM-260311 Pagina 12
3-5. Stroom-spanning-grafieklijnen
De stroom/spanning-grafiek geeft de
minimale en maximale lasstroom die de
lasstroombron kan leveren. De grafieklijnen
van de andere instellingen vallen tussen de
aangegeven
krommen.
STH 160, maximale lasstroom 160 A; STH 160, minimale lasstroom 4 A
STH 160 L, maximale lasstroom 160 A; STH 160 L, minimale lasstroom 4 A
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190
Lasstroom (A DC)
Lasspanning (V DC)
Minimum voor beklede elektrode/TIG
TIG/beklede elektrode
Maximum voor beklede elektrode
Maximum voor TIG
Lasstroom (A DC)
Lasspanning (V DC)
Minimum voor beklede elektrode/TIG
Beklede elektrode
TIG
Beklede elektrode maximaal
TIG maximaal
OM-260311 Pagina 13
3-6. Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat kan
lassen met nominaal vermogen
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt, is er
geen lasspanning meer, en gaat de
oververhittings-led branden en de
koelventilator gaat draaien. Laat het
systeem vijftien minuten afkoelen.
Verlaag de stroomsterkte voor u weer
gaat lassen of verlaag de
inschakelduur.
LET OP Het overschrijden van de
inschakelduur kan het apparaat
beschadigen en de garantie vervalt
dan.
0
50
100
150
200
250
10 100
STH 160 Beklede
elektrode
5020
LASSTROOM
STH 160 L Beklede
elektrode
STH 160/
STH 160 L TIG
30
% INSCHAKELDUUR
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
4-1. 6-polige contactdoos voor afstandsbediening
REMOTE 6
Contact Functie van de pennen
15 VOLT DC
UITGANG
CONTACTOR
1
Inschakelregeling
+13,8 V DC.
2 Door verbinding te maken met contact 1 komt
de machine in en geeft uitgangsspanning als
TIG-Lift-Arc met afstandbediening is gekozen.
REGELING
DOOR
AFSTAND-
SBEDIENING
3 Uitgangsspanning naar afstandsbediening:
+10 V DC.
4 0 tot +10 V DC inkomend stuursignaal vanaf
de afstandsbediening.
5 Nulleiding van de afstandsbediening.
CHASSIS
6 Massa van behuizing.
OM-260311 Pagina 14
4-2. Keuze van kabeldiameters*
LET OP De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de
stroombron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60mkolom
voor het bepalen van de kabelafmetingen.
Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring
net groter dan***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Lasstroom
mm
2
(AWG)
10 60% in-
schakelduu
r
mm
2
(AWG)
60 100%
inschakel-
duur
mm
2
(AWG)
10 100% inschakelduur
mm
2
(AWG)
100 20 (4) 20 (4) 20 (4) 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 60 (1/0)
150 30 (3) 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 95 (3/0)
200 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 120 (4/0)
* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel
die één maat groter is.
** Het laskabelformaat is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 cm/A.
***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen op telefoonnr.
. Milan Ref. S-0007-L 201502
4-3. Klemmen lasuitgangen
Schakel de elektrische voeding uit
vóór aansluiting op de klemmen
van de lasuitgangen.
Gebruik geen versleten,
beschadigde, te dunne of
herstelde kabels.
1 Positieve (+) klem lasuitgang
2 Negatieve () klem lasuitgang
1
2
output term1 201502
OM-260311 Pagina 15
4-4. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
Het niet opvolgen van deze elektrische adviezen kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen gelden voor een
specifiek circuit ontworpen voor het nominale uitgangsvermogen en de nominale inschakelduur van de lasstroombron.
In specifieke circuits staat het Amerikaanse voorschrift de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen
en geleiders te gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar afgestemd zijn.
Zie de NEC-artikelen 210.21, 630.11 en 630.12.
STH 160 STH 160 L
Voedingsspanning (V) 230 230
Maximale nominale voedingsstroom I
1max
(A) 32 24
Maximale effectieve voedingsstroom I
1eff
(A) 22 11
Max. aanbevolen standaard zekering in ampères
1
40
50
30
35
Trage zekeringen
2
Normale zekeringen
3
Min. draaddikten voedingskabel in mm
2
(AWG)
4
6 (10) 2,5 (14)
Max. aanbevolen lengte voedingskabel in meter (voet) 38 (124) 20 (66)
Min. draaddikte aardleiding in mm
2
(AWG)
4
6 (10) 2,5 (14)
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2017 (met inbegrip van artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een
tijd/stroomkromme
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De “trage” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De “normale” zekeringen zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).
4 De geleidergegevens in dit hoofdstuk hebben betrekking op het geleiderformaat (exclusief flexibel snoer of kabel) tussen de zekeringkast en de
apparatuur
conform NECtabel 310.15(B)(16). Ze zijn gebaseerd op de toegestane maximale stroomsterkte van geïsoleerde koperen geleiders met
een temperatuurkwalificatie van 75°C (167°F) met niet meer dan drie enkele stroomdragende geleiders in een doorstroomsysteem. Als er een snoer
of kabel wordt gebruikt, kan het minimale geleiderformaat groter zijn. Raadpleeg NECtabel 400.5(A) voor de vereisten bij een flexibel snoer of kabel.
Aantekeningen
Werk als een
professional!
Professionals
lassen en
snijden veilig.
Lees de
veiligheids‐
regels aan het
begin van deze
handleiding.
OM-260311 Pagina 16
4-5. Aansluiten op enkelfase voeding 230 V AC
Benodigde gereedschappen:
956142809_1-6_B / 956142809_2-6_B
2
1
L1
L2
1
= GND/PE aarding
6
5
3
4
7
OM-260311 Pagina 17
input4 2012-05 - 803 766-C
De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften - alleen daartoe bevoegde
personen mogen deze installatie
uitvoeren.
Ontkoppel en vergrendel/schakel de
ingaande elektrische voeding uit
voordat u de voedingsdraden vanaf
het apparaat aansluit. Volg de
gangbare procedures voor wat betreft
de installatie en het verwijderen van
vergrendel/uitschakelapparaten.
Sluit altijd eerst de groene of groengele
draad aan op een massaklem en nooit
op een netaansluitklem.
Kijk op het label op het apparaat voor de
stroomvereisten en controleer de
aansluitspanning
die op de werkplek
beschikbaar is.
1 Voedingskabel
2 Werkschakelaar
(getekend in de UIT-stand)
3 Aansluiting voor de veiligheidsaarde
van de netschakelaar
4
Faseaansluitingen
van de werkschakelaar
5 Zwart-witte ingaande draad (L1 en L2)
6 Groene of groengele aarddraad
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad
aan op de aardklem van de werkschakelaar.
Sluit de ingaande draden L1 en L2 aan
op de klemmen van de werkschakelaar.
7 Maximale stroombeveiliging
Bepaal het type en de maat van de maximale
stoombeveiliging aan de hand van hoofdstuk
4-4 (afgebeeld: gezekerde werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de behuizing van de
werkschakelaar. Volg de vastgelegde
vergrendelingsprocedures
om de eenheid
in gebruik te nemen.
4-5. Enkelfase ingangsvermogen aansluiten (vervolg)
4-6. Aansluiten op een brandstof motor aangedreven 230 volt enkelfasegenerator
De installatie moet voldoen aan alle nationale en lokale regels en voorschriften - alleen daartoe bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
. Gebruik een 230 volt stekker die past in het stopcontact van de generator. Bevestig die stekker aan de lasstroombron volgens de instructies van de
fabrikant van de stekker.
Eisen aan de generator
De generator moet voldoende stroom kunnen leveren (zie hoofdstuk 4-4).
De piekspanning moet onder 423 volt blijven.
De effectieve spanning (RMS) moet groter zijn dan 180 V AC.
De frequentie moet tussen 50 en 60 Hz liggen.
LET OP Bij het starten van de generator moet de lasstroombron uitgeschakeld zijn. Schakel de lasstroombron pas in als de generator voldoende
op toeren gekomen is.
OM-260311 Pagina 18
HOOFDSTUK 5 BEDIENING
Lasaansluitklemmen staan onder
spanning als de voeding is ingeschakeld
en de motor loopt.
1 Lampje gereed (led)
Als het geselecteerde lasproces Lift-Arct of
beklede elektrode is, dan gaat ongeveer twee
seconden nadat de netschakelaar op ‘on’ (I)
gezet is, dit lampje branden. Het lampje geeft
aan dat het apparaat gereed is om ermee
te lassen.
2 Hoge-temperatuur-lampje (led)
Dit lampje gaat branden als de machine te heet
wordt. Na een afkoelperiode kunt u verder
gaan met lassen.
3 Knop voor instellen van o.a. de lasstroom
Met deze knop kunt u de lasstroom instellen en
in het set-up-menu ook andere waarden
instellen.
4 Toets voor instellen lasproces
Zie hoofdstuk 5-2 en/of 5-3.
5 Positieve laskabelaansluiting
Om te lassen met Beklede Elektrode moet u de
elektrodekabel
aansluiten op deze
contactdoos. Voor TIG-lassen moet u de
aardkabel aansluiten op deze contactdoos.
6 Negatieve laskabelaansluiting
Voor het lassen met beklede elektrode sluit u
de werkstukkabel hierop aan. Voor TIG-lassen
sluit u hier de lastoorts aan.
7 Contactdoos voor afstandsbediening
Sluit de afstandsbediening aan op de
contactdoos (zie hoofdstuk 4-1). Voor TIG en
beklede elektrode kan de lasstroom met
de afstandsbediening worden ingesteld
tussen het minimum en maximum dat op het
voorpaneel is ingesteld.
. Als een voet- of vinger-afstandsbediening
is aangesloten, werkt de toortsschakelaar
functie alleen bij TIG-lassen. De stroom
wordt geregeld met de afstandsbediening
en de draaiknop op het voorpaneel.
8 Aanduiding aangesloten
afstandsbediening
De stip knippert als een afstandsbediening is
aangesloten
op het daarvoor bedoelde
contactdoos.
9 Weergave van stroom en parameters
Geeft de actuele stroomsterkte tijdens het
lassen weer. De meter toont ook voorin
gestelde parameters: tijd, set-up en
oververhittingsalarm.
10 Aan/uit schakelaar
Zet de schakelaar in de stand (I) om de machine
in te schakelen. Zet de schakelaar in de stand (0)
om de machine uit te schakelen. De machine
heeft het laatste lasproces onthouden en geeft
dat bij inschakelen aan, of anders
de fabrieksinstelling (zie hoofdstuk 5-8).
11 Led: TIG HF Start
Zie hoofdstuk 5-9.
12 TIG Lift-Arc start lampje (led)
Zie hoofdstuk 5-9.
13 Led: instellen
14 Led: beklede elektrode
Zie hoofdstuk 5-2.
15 Sequentieparameter-schakelaar
Zie hoofdstuk 5-6.
16 Schakelaar pulsregeling
Zie hoofdstuk 5-7.
17 Fitting gas-in
Sluit de slang vanaf de gasreduceerventiel/
flowmeter van de beschermgastoevoer aan
op de gas-in-fitting. De fitting is voorzien
van rechtsdraaiend schroefdraad -18.
Zie hoofdstuk 5-4.
5-1. Bedieningsfuncties
Ref. 956142809_7-A
5
12
14
6
10
4
7
11
1
2
13 8
3
15
16
17
8 8 8
8
9
OM-260311 Pagina 19
5-2. Het apparaat voorbereiden voor beklede-elektrodelassen
Lasaansluitklemmen
staan onder
spanning als de voeding is
ingeschakeld
en de motor loopt.
1 Positieve lasuitgang
2 Contactdoos voor afstandsbediening
3 Negatieve lasuitgang
4 Knop voor instellen van o.a.
de lasstroom
5 Weergave van stroom en parameters
6 Toets voor instellen lasproces
7 Led: beklede elektrode
8 Lampje gereed (led)
9 Led: instellen
Ga als volgt te werk om het apparaat voor
te bereiden voor lassen met beklede
elektrode:
Sluit de elektrodehouder aan op de
positieve lasuitgang.
Sluit de werkstukkabel aan op de
negatieve (-) lasuitgang.
Sluit desgewenst een afstandsbediening
aan op de contactdoos.
Schakel de stroom in. Geef het apparaat
even de tijd om de opstartcyclus af te
ronden.
Druk kort op de toets (6) voor het
instellen van het lasproces, kies beklede
elektrode. Het betreffende lampje gaat
aan. Op het meterscherm staat drie
seconden lang ARC, gevolgd door
de fabrieksinstelling van 80 ampère.
Instelling spanningsreductie
Ga als volgt te werk om de
spanningsreductie
te veranderen:
Houd de toets (6) voor het instellen
van het lasproces iets langer ingedrukt.
U komt dan in de instelmodus.
Het instellampje begint te knipperen
en op het meterscherm verschijnt
VRD (voltage reduction).
Standaard staat de spanningsreductie
uit. Met de stroomdraaiknop kunt
u de spanningsreductie activeren of
inschakelen.
Bij geactiveerde spanningsreductie
knippert het lampje voor ‘beklede elektrode’
doorlopend. De spanningsreductie (VRD)
staat ingesteld op 20 volt.
. De machine verlaat automatisch het
instelmenu
als er meer dan drie
seconden geen sprake is van enige
activiteit. Druk dan op de toets voor
het instellen van het lasproces (6) en
houd die even ingedrukt, zodat
u weer in de instelmodus komt.
Hot Start-instelling
Verhoog met behulp van Hot Start de
lasstroom bij de start van een las om zo
te voorkomen dat de elektrode blijft
plakken.
Ga als volgt te werk om de Hot Sart
instelling te veranderen:
Druk terwijl u in het instelmenu bent, kort
op de lasprocestoets. Het instellampje
blijft knipperen.
Op het meterscherm staat HS (‘hot start’).
Met de draaiknop (4) kunt u de extra
lasstroom instellen tussen 0 en
50 procent van de voorin gestelde
minimumstroomsterkte.
De standaardwaarde is 15%.
De maximale ’hot start’-stroom is
150 ampère.
Voorbeeld: als de voorin gestelde
waarde 90 ampère is, dan is
0% = 90 ampère en 50% = 135 ampère.
Boogsterkte-instelling
Met de instelling boogsterkte (‘arc force’)
ontstaat een hogere kortsluitstroom bij
een lagere boogspanning. De stand 0 is
voor de normale lasstroomsterkte.
Door de knop rechtsom te draaien stelt
u een hogere kortsluitstroom in.
Ga als volgt te werk om de boogsterkte
(arc force) te veranderen:
Druk terwijl u in het instelmenu bent, kort
op de lasprocestoets. Het instellampje
blijft knipperen.
Met de draaiknop (4) kunt u de extra
lasstroom instellen tussen 0 en
50 procent van de voorin gestelde
minimumstroomsterkte.
De standaard-
waarde is 15%. De maximale
boogsterktestroom is 150 ampère.
Voorbeeld: als de voorin gestelde
waarde 90 ampère is, dan is
0% = 90 ampère en 50% = 135 ampère.
Anti-stick
Anti-stick voorkomt dat de elektrode bij
het lassen vast komt te zitten.
Deze functie is automatisch actief bij het
lassen met beklede elektrode. Anti-stick
zorgt voor een grotere stroom als de
boogspanning
meer dan twee seconden
onder de tien volt is gebleven.
. Bij de STH 160 L is het lasstroom-
bereik voor het lassen met beklede
elektrode 4 tot 100 ampère.
1
=Led brandt niet
=Led brandt
=Led knippert
Indrukken en loslaten
Indrukken en vasthouden
Keuze van het lasproces Instelmenu (set-up)
=Lampje knippert als de spanningsreductie in werking is
*
2
3
4
5
6
7
8
*
9
OM-260311 Pagina 20
5-3. Het apparaat voorbereiden voor TIG-lassen
1 Positieve lasuitgang
2 Contactdoos voor
afstandsbediening
3 Negatieve lasuitgang
4 Knop voor instellen van o.a.
de lasstroom
5 Weergave van stroom en
parameters
6 Toets voor instellen lasproces
7 Led voor TIG-lassen
8 Lampje gereed (led)
9 Led: instellen
Ga als volgt te werk om de unit voor te
bereiden voor TIG-lassen:
Sluit de elektrodehouder aan op de
negatieve lasuitgang.
Sluit de werkstukklem aan op de
positieve lasuitgang.
Sluit desgewenst een afstandsbediening
aan op de stekkerdoos.
Schakel de stroom in. Geef het apparaat
even de tijd om de opstartcyclus af
te ronden.
Druk kort op de toets voor het instellen
van het lasproces, kies TIG. Het
betreffende lampje gaat aan. Op het
meterscherm staat drie seconden lang
TIG, gevolgd door de fabrieksinstelling
van 50 ampère.
Anti-stick
Anti-stick voorkomt dat de elektrode bij
het lassen vast komt te zitten.
Deze functie is automatisch actief bij het
TIG lassen. Anti-stick zorgt voor een
grotere stroom als de boogspanning
meer dan twee seconden onder de vier
volt is gebleven.
. Het lasstroombereik tijdens TIG
lassen is 4 tot 160 ampère.
1
=Led brandt niet
=Led brandt
=Led knippert
Keuze van het lasproces Instelmenu (set-up)
=Lampje knippert als de spanningsreductie in werking is
*
2
3
4
5
Indrukken en loslaten
6
7
8
Indrukken en vasthouden
*
9
OM-260311 Pagina 21
5-4. Gasaansluitingen (STH-modellen)
Ref. 956142809_7-A
1 Verwijder de kap, ga aan de zijkant
van de kraan staan en draai het een
stukje open. De gasstroom blaast stof
en vuil uit de kraan. Draai de kraan
weer dicht.
2
Drukregelaar/gasstromingsmeter
Installeer deze zodanig dat de voorzijde
verticaal zit.
3 Stroming afstellen
De nominale gasstroom is 7,1 liter
per minuut.
Zorg ervoor dat de stromingsregelaar dicht
staat als u de gasfles open draait om te
voorkomen dat de gasstromingsmeter
beschadigd raakt.
4 Fitting gas-in
Sluit de slang aan vanaf het reduceerventiel
naar de ingaande gasfitting. De fitting heeft
5/8-18 rechtsdraaiend schroefdraad.
5 Fitting gas-uit
Sluit de beschermgasslang van de toorts
aan op de uitgaande gasfitting. De fitting
heeft 3/8-19 BSPP rechtsdraaiend
schroefdraad.
1
2
3
4
5
OM-260311 Pagina 22
5-5. Instellingen bij 2T of 4T-bediening
1 Toets voor instellen lasproces
2 TIG HF-start
3 TIG Lift-Arc start lampje (led)
4 Lampje gereed (led)
5 Led: instellen
6 Weergave van stroom en parameters
7 Knop voor instellen van o.a.
de lasstroom
2T en 4T worden gebruikt bij het
TIG-lasproces. Kies het lasproces TIG
in volgens hoofdstuk 5-3.
. De machine verlaat automatisch het
instelmenu
als er meer dan drie
seconden geen sprake is van enige
activiteit. Druk dan op de toets voor het
instellen van het lasproces (6) en houd
die even ingedrukt, zodat u weer in de
instelmodus komt.
In de instelmodus kunt u als volgt
omschakelen van 2T naar 4T:
Druk de toets voor de lasproceskeuze
enige tijd in, totdat de led van het instellen
gaat knipperen. Op het meterscherm
staat 2T.
Met de draaiknop kunt u dan kiezen tussen
2T en 4T.
3
2
1
4
56
7
Stroom (A)
Voorgas
Uitkratertijd
Nagas
P
Hoofdstroom
R
Stroom (A)
Voorgas
Startstroom
Up-slope tijd
Uitkratertijd
Nagas
Hoofdstroom
Eindstroom
P
R R
P
Bediening met 2T toortsschakelaar functie
Bediening met 4T toortsschakelaar functie
Tijd
Tijd
OM-260311 Pagina 23
5-6. Sequentieregeling en “down slope”-instelling
De sequentieregeling is alleen beschikbaar
als een TIG-proces wordt gebruikt.
Kies TIG-lassen, volgens hoofdstuk 5-3.
1 LED’s van sequentieregeling
2 Weergave van stroom en parameters
3 Knop voor instellen van o.a. de lasstroom
4 Sequentieparameter-schakelaar
Om de parameters van de sequentieregeling
te bereiken drukt u kort op schakelaar voor
de sequentieparameters. De geselecteerde
parameters verschijnen op de meter en de
betreffende LED’s.
Met de draaiknop kunt u de waarde van
de geselecteerde parameter veranderen.
De ingestelde waarde is te zien op de
meterdisplay.
5 Gasvoorstroomtijd
Stel met behulp van de knop de tijdsduur in
dat er gas stroomt voordat de boog start.
Standaardinstelling = 0,2 s (minimaal 0 s,
maximaal 2,0 s).
6 Startstroom
Hiermee kunt u een startstroom instellen
die afwijkt van de lasstroom.
De standaardwaarde is 40 procent.
(Het minimum is 10% of het eerder
ingestelde minimum, het maximum in 90%
of het eerder ingestelde maximum.)
7 Stijgtijd
Kies met behulp van de regelknop de
hoeveelheid
tijd om van de
startstroomsterkte naar de lasstroomsterkte
te gaan. Zet deze tijd op 0 om hem uit te
schakelen. De standaardwaarde is
0 seconden (minimaal 0 s, maximaal 10 s).
8 Daaltijd
Kies met behulp van de regelknop de
hoeveelheid
tijd om van de lasstroomsterkte
naar de eindstroomsterkte te gaan. Zet deze
tijd op 0 om hem uit te schakelen.
De standaardwaarde is 0 seconden
(minimaal 0 s, maximaal 10 s).
Toepassing:
De daaltijd (slope down time) moet worden
gebruikt bij het TIG-lassen van materialen die
gevoelig zijn voor barsten en en/of wanneer
de gebruiker geen krater op het einde van de
las wil hebben.
9 Eindstroom
Hiermee stelt u de waarde in waar de
lasstroom geleidelijk naartoe gaat.
De standaardwaarde is 30 procent.
(Het minimum is 10% of het eerder
ingestelde minimum, het maximum in 90%
of het eerder ingestelde maximum.)
10 Nagastijd
Hiermee stelt u in hoelang het gas blijft
nastromen om het lasbad te beschermen.
4
2
3
Pulsregeling
Zie hoofdstuk 5-7.
1
5 6
7 8
9
10
OM-260311 Pagina 24
5-7. Puls-instellingen
Het pulseren is alleen beschikbaar voor het
TIG-lasproces.
Kies TIG-lassen, volgens hoofdstuk 5-3.
1 Puls-LED’s
2 Weergave van stroom en parameters
3 Knop voor instellen van o.a. de lasstroom
4 Schakelaar voor pulseren
5 Led voor pulseren
De led brandt als de puls functie aan staat.
Om de pulseerparameters in te stellen, drukt
u kort op de betreffende toets.
De geselecteerde parameters verschijnen
op de meter en de betreffende LED’s.
Met de draaiknop kunt u de waarde van de
geselecteerde parameter veranderen.
De ingestelde waarde is te zien op de
meterdisplay.
6 Inschakelduur (%)
Hiermee stelt u de afkoeling van het lasbad in.
De standaardwaarde is 50 procent (minimaal
0,1%, maximaal 90%).
7 Piekstroom
De piekstroom wordt ingesteld met de
draaiknop voor de stroomregeling.
De piekstroom is de hoogste stroom die
toegestaan is in de puls cyclus. De mate van
neersmelt is direct gerelateerd aan de
piekstroom. De standaardwaarde is 50 A.
8 Grondstroom (Ab)
Gebruik deze functieknop om de lage puls
van de lasstroom in te stellen. Deze koelt het
lasbad af en is van invloed op de algehele
warmtetoevoer. De grondstroom wordt
ingesteld als percentage van de piekstroom.
De standaardwaarde is 40% (minimaal 10,
maximaal 90 procent).
9 Pulsfrequentie (Hz)
De pulsfrequentie bepaalt hoe de lasnaad
eruit ziet. Standaardwaarde: 60 Hz (minimaal
0,4 Hz, maximaal =300 Hz).
Toepassing:
Pulseren is het afwisselend verhogen en
verlagen van de lasuitgangsspanning met
een bepaalde snelheid. De verhoogde
gedeelten van de lasuitgangsspanning
worden geregeld in breedte, hoogte en
frequentie
waardoor pulsering in de
lasuitgangsspanning
ontstaat. Deze pulsen
en het lagere stroomsterkteniveau ertussen
(ook wel grondstroom genoemd), verhitten en
koelen afwisselend het smeltbad.
Dit gecombineerde effect zorgt voor een
betere controle van de inbranding, de breedte
van het bad, de bolling, de randinkarteling en
de warmte inbreng.
4
2
3
1
%
A
b
HZ
6
7
8
9
5
OM-260311 Pagina 25
5-8. Het systeem terug zetten op de fabrieksinstellingen
. Deze procedure wist alle door de
gebruiker ingestelde parameters en
haalt alle fabrieksparameters weer op.
1 Lasproces-/instelschakelaar
2 Aan/uit schakelaar
Schakel de machine uit. Schakel de
machine in terwijl u de Lasproces-/
instelschakelaar ingedrukt houdt; wacht
op een geluidssignaal (ongeveer twee
seconden). Nu gelden weer de
fabrieksinstellingen.
1
2
956142809_7-A
5-9. Lift-Arct en HF TIG-startprocedures
Lift Arc-ontstekingsmethode
Wanneer het lampje bij de Lift-Arc-knop brandt, start u de boog
als volgt:
1 TIG-elektrode
2 Werkstuk
Raak met het wolfraam elektrode het werkstuk aan bij het
beginpunt en zorg met de toortsschakelaar, de voetbediening of
de handbediening dat er uitgangsspanning en beschermgas is.
Houd de elektrode 1 à 2 seconden op het werkstuk en til de
elektrode langzaam op. Wanneer de elektrode wordt opgetild,
vormt zich een boog.
Normale openspanning is niet aanwezig voordat de wolfraam
elektrode het werkstuk raakt; er is slechts een lage
meetspanning
aanwezig tussen de elektrode en het werkstuk.
Het volledige uitgangsvermogen is dan pas aanwezig nadat de
elektrode het werkstuk heeft geraakt. Hierdoor kan de elektrode
het werkstuk raken zonder oververhitting, zonder vast te komen
zitten of vervuild te raken.
Toepassing:
Lift Arc wordt gebruikt voor het DC TIG lassen of AC TIG-lassen
indien de HF-startmethode niet toegestaan of niet wenselijk is,
of om de strijkmethode te vervangen.
HF Start
Wanneer het lampje van de HF-starttoets brandt, start dan de
boog als volgt:
Het hoogfrequent wordt ingeschakeld zodra er uitgangsspanning is
om te helpen bij het starten van de boog. Wanneer de boog er
eenmaal is, wordt het hoogfrequent weer uitgeschakeld; telkens als
de boog wordt verbroken, wordt hij weer ingeschakeld om te helpen
bij het herstarten van de boog.
Toepassing:
HF-start wordt gebruikt voor het TIG-proces met elektrode
negatief (DCEN GTAW) als er een boogstartmethode vereist is
waarbij geen contact mag worden gemaakt.
1
NIET aanstrijken als een lucifer!
2
Lift Arc-startmethode
“Aanraken”
1 tot 2
seconden
OM-260311 Pagina 26
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD EN STORINGEN
VERHELPEN
6-1. Routineonderhoud
. Geef vaker een onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt.
Verbreek de verbinding met de netvoeding voordat u met het
onderhoud begint.
n = Controleren Z = Veranderen ~ = Reinigen Δ = Repareren l = Vervangen
* Moet worden verricht door een door de fabriek erkend servicebedrijf
Elke
drie
maan-
den
~ Lasklemmen
nl Labels n l Gasslangen
Elke
drie
maan-
den
nΔ lKabels en snoeren
Elke
zes
maan-
den
~: Reinig maandelijks bij intensief gebruik.
Blaas de binnenkant schoon. Blaas de lucht door de ventilatiekanalen voor en achter.
Om het inwendige van het apparaat schoon te blazen hoeft de behuizing
er niet eerst af.
6-2. Help weergave hoge temperatuur
1 Hoge-temperatuur-lampje (led)
2 Help weergave op het scherm
Als de machine te heet wordt, gaat het
indicatorlampje
branden en er klinkt een
geluidssignaal.
Op de meter staan drie
streepjes, zoals getoond. De machine
gaat uit maar de ventilatoren blijven
draaien totdat de temperatuur weer
binnen de normale grenzen komt
(zie hoofdstuk 3-6).
LET OP Wacht minstens vier minuten
voordat u controleert of de temperatuur
weer binnen de normale grenzen is.
1
Ref. 956142809_7-A
2
-
--
OM-260311 Pagina 27
6-3. Storingen
Probleem Oplossing
Geen lasspanning; het apparaat werkt
totaal niet; gereed-LED brandt niet.
Zet de werkschakelaar aan (zie hoofdstuk 4-5).
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of reset de automatische zekering
(zie hoofdstuk 4-5).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie hoofdstuk 4-4 en 4-5).
Geen lasspanning;
hoge-temperatuur-led brandt.
Het apparaat is oververhit waardoor het thermisch is uitgeschakeld. Laat het apparaat afkoelen met
de ventilator aan (zie hoofdstuk 3-6).
Kortere inschakelduur of minder stroomsterkte.
Controleer of er sprake is van een geblokkeerde of slechte luchtstroming naar het apparaat
(zie hoofdstuk 4-5).
Onregelmatige of onjuiste lasboog
of lasspanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en het juiste type (raadpleeg uw dealer).
Schoonmaken en vastzetten van aansluitingen.
Controleer de polariteit van de elektrode en keer deze zo nodig om. Controleer op slechte
verbindingen naar het werkstuk.
De ventilator werkt niet. Het systeem is niet voldoende opgewarmd om ventilatorkoeling in te laten komen.
Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.
Laat een door de fabriek erkende onderhoudsmonteur de ventilatormotor en het stuurcircuit nakijken.
Problemen met het lassen met een
beklede elektrode: moeilijk starten; slechte
laskarakteristieken, ongewoon spatten.
Gebruik een elektrode van het juiste type en het juiste formaat.
Controleer de polariteit van de elektrode en keer deze zo nodig om. Controleer op slechte verbindingen.
Zorg dat er geen afstandsbediening is aangesloten.
Problemen met TIG-lassen: een
weglopende
boog; moeilijk starten;
slechte laskarakteristieken; problemen
met spatten.
Gebruik wolfraam van het juiste type en het juiste formaat.
Gebruik op de juiste wijze geprepareerd wolfraam.
Controleer de polariteit van de elektrode en keer deze om indien nodig.
Problemen met TIG-lassen: de
wolfraam elektrode oxideert en blijft niet
helder na het lassen.
Scherm het lasgebied af tegen tocht.
Controleer op juiste type beschermgas
Kijk de gaskoppelingen na en draai ze aan.
Controleer de polariteit van de elektrode en keer deze om indien nodig.
Aantekeningen
Werk als een
professional!
Professionals
lassen en
snijden veilig.
Lees de
veiligheids‐
regels aan het
begin van deze
handleiding.
OM-260311 Pagina 28
Aantekeningen
OM-260311 Pagina 29
HOOFDSTUK 7 ELECTRISCH SCHEMA
Afbeelding 7-1. Circuit Diagram For STH 160 And STH 160 L
956 142812-D
OM-260311 Pagina 30
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST voor modellen STH
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen
gangbaar en alleen te bestellen als ze op
de lijst staan.
956142809_6-6_F
33
21
20
15
27
28
29
30
25
22
12
9
8
7
6
5
10
32
11
23
13
31
14
12
23
16
17
18
19
24
26
2
1
3
4
34
Affbeelding 8-1. Main Assembly For STH Models
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8-1. Main Assembly For STH Models
Quantity
1 PC1 057084158 Kit, PCB Assy 1... ... .... . ..................................................
2 756033051 Insulator 1... ............ . .......................................................
3 956142819 Label, Warning 1... ............ . ..................................................
4 +156121043 Wrapper 1... ........... . .......................................................
5 356029231 Nameplate, Front STH 160 1... ............ . .......................................
5 356029257 Nameplate, Front STH 160 L 1... ............ . .....................................
6 193920 Knob, Pointer 1... ............... . ...................................................
7 244862 Screw, M5 8 X 12 Soc Hdtorx Stl Pld Sems Piloted 1... ............... . ................
8 208498 Receptacle, Twist Lock Power 1... ............... . ....................................
9 208612 Receptacle, Twist Lock Power/Gas 1... ............... . ................................
10 PC4 057084161 Circuit Board, Led Switch 1... .. .... . ........................................
11 156118074 Panel Front 1... ............ . ....................................................
12 FM1,FM2 056126080 Fan, W/Leads And Plug 2... . . ..........................................
13 PC3 057084162 Circuit Board,Operator Interface STH 160 1... .. .... . ..........................
13 PC3 057084182 Circuit Board,Operator Interface STH 160 L 1... .. .... . ........................
14 +156006070 Base 1... .......... . ..........................................................
15 057116002 Strap, Shoulder 1... ........... . .................................................
16 156118075 Panel Rear 1... ........... . .....................................................
17 +056052011 Plate, Rear Power Switch/Cable Support 1... .......... . ...........................
18 356029232 Nameplate, Rear 1... ........... . ................................................
19 656089045 Strain Relief 1... ........... . ....................................................
20 S1 056067277 Switch, 16a 250vac 1... ... .... . ..............................................
OM-260311 Pagina 31
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No. Quantity
Afbeelding 8-1. Main Assembly For STH 160 (vervolg)
21 057014232 Cable, Power For STH 160 1... ........... . .......................................
21 057014276 Cable, Power w/Plug For STH 160 L 1... ........... . ..............................
22 208497 Nut, M81.2 13mm Hex 8,3 Mm T Semi Cone Washer 1... .............. . ...............
23 208558 Term, Friction 250 X 0.32 2... .............. . ........................................
24 156005159 Bus Bar, Positive Weld Output 1... ........... . ....................................
25 156005162 Panel, PCB Assy Support 1... ........... . ........................................
26 PC2 057084160 Circuit Board, Pwm 1... .. .... . .............................................
27 GS1 056061069 Valve, Gas Fitting 1... .. .... . ...............................................
28 PC5 057084163 Circuit Board, Arc Starter 1... .. .... . .........................................
29 PC6 057084164 Circuit Board, Filter 1... .. .... . ..............................................
30 058021155 Xfmr, HF 1... ........... . .......................................................
31 056001007 Shaft, M10/32 F M5x75 1... ........... . ..........................................
32 156005163 Plate, Front Upper Pcb Support 1... ........... . ...................................
33 156033037 Cover Switch 1... ........... . ...................................................
34 *058066079 Electrode Holder/Ground Clamp Cable Set, 3mt 1... .......... . .....................
+ When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
* Optional.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2018
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MJ” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder
andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande
bepalingen
en voorwaarden garandeert ITW Weldiing
Products Italy S.r.l., zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller
installaties die verkocht zijn na de geldende datum van deze
beperkte garantie geen materiaal- en/of fabricagefouten
hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK
ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET,
VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle
onderdelen
of componenten die niet meer functioneren door
dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repare-
ren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schrif-
telijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of
storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantie-
claim-procedure die hierop volgt. Wanneer een melding wordt
ingediend als een online garantieclaim, moet de claim een ge-
detailleerde omschrijving bevatten van de storing en de
stappen die zijn genomen om de defecte onderdelen en de
oorzaak van het defect te identificeren.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperi-
ode zal MILLER garantiesclaims toestaan op installaties met
garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden
gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de
oorspronkelijke kleinhandelkoper, of één jaar nadat een in-
stallatie naar een Europese distributeur gezonden is, of twaalf
maanden nadat de installatie naar een internationaal dis-
tributeur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* De thyristoren, diodes en afzonderlijke gelijkrichtmo-
dules in de originele hoofdstroom gelijkrichters met
uitzondering van de STR, SI, STi, STH en MPi series.
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
*
Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoer-
eenheden
* Transformator/gelijkrichterstroombronnen
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
* Migmatic 175
* HF Units
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders aan-
gegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* Inbouwopties
(OPMERKING: Inbouwopties zijn gedekt onder
True Blue) voor de resterende garantieperiode
van het product waarin ze in geïnstalleerd zijn, of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van
welke van de twee het langste duurt.)
*
Stroombronnen
voor inductieverwarming, koelers
en elektronische regelapparatuur/recorders
*
Motoraangedreven
laspistolen (m.u.v. de Spoolmate
laspistolen)
* Positionerings en regelapparatuur
* Powered Air Purifying Respirator (PAPR) de venti-
latorunit (geen arbeidsloon)
* Rekken
* Wielonderstellen en trailers
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Kabels en dekens voor inductieverwarming
* MIGpistolen
* Afstandsbedieningen
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Spoolmate pistolen
* Kabels en niet-elektronische regelingen
Miller’s True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars,
koolborstels, schakelaars,
sleepringen, relais of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage.
2.
Onderdelen
geleverd door Miller maar geproduceerd
door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires.
Deze onderdelen vallen onder de eventuele garanties
door de fabrikanten.
3.
Installaties
die veranderingen hebben ondergaan door
andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist
geïnstalleerd
of verkeerd gebruikt zijn volgens industrie-
richtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzake-
lijk onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt
zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor
de installatie.
DE PRODUCTEN VAN MILLER ZIJN BESTEMD VOOR COM-
MERCIËLE EN INDUSTRIËLE DOELEINDEN DOOR GE-
BRUIKERS DIE OPGELEID ZIJN VOOR EN ERVARING
HEBBEN IN HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASAP-
PARATUUR.
De reparaties die door deze garantie worden geboden zijn,
zoals Miller dit verkiest: (1) reparatie; of (2) vervanging; of, na
schriftelijke
goedkeuring van Miller (3), de vooraf
goedgekeurde
kosten voor de reparatie of vervanging bij een
door Miller aangewezen servicecentrum; of (4) de betaling
van of kredietverlening voor de aankoopprijs (minus de
redelijke afschrijvingskosten op basis van het gebruik).
Producten mogen niet worden geretourneerd zonder de
goedkeuring
van Miller. Retourzendingen zijn voor risico en
kosten van de klant.
Bovenstaande reparaties zijn F.O.B. fabriek van ITW Welding
Products Group Europe of een door Miller aangewezen ser-
vicecentrum. De klant is verantwoordelijk voor transport en
vrachtkosten.DE HIER GENOEMDE DOOR HET TOEPAS-
SELIJKE RECHT TOEGESTANE REPARATIES VORMEN
DE ENIGE EN EXCLUSIEVE REPARATIES ONGEACHT
DE RECHTSTHEORIE. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER AAN-
SPRAKELIJK
ZIJN VOOR DIRECTE, SPECIALE, IN-
CIDENTELE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER
VERLIES VAN INKOMSTEN), ONGEACHT DE RECH-
TSTHEORIE. ELKE HIERIN NIET GENOEMDE GARANTIE
EN ELKE IMPLICIETE GARANTIE, BORGSTELLING OF
VERTEGENWOORDIGING, INCLUSIEF ENIGE IMPLI-
CIETE GARANTIE VAN VERHANDELBAARHEID OF GE-
SCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, IS
UITGESLOTEN EN ONTKEND DOOR MILLER.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van
de woorden in het Engels voorrang.
milan_warr_dut201801
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2018 Miller Electric Mfg. LLC 2018-01
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Eigendomspapieren
ITW Welding Italy S.r.l.
Via Privata Iseo, 6/E
20098 San Giuliano
Milanese, Italy
Tel: 39 (0) 2982901
Fax: 39 (0) 298290-203
email: miller@itwwelding.it
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Handleiding
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Miller STH 160 L CE de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor