Whirlpool AWO 8577 de handleiding

Type
de handleiding
NL1
GEBRUIKSDOEL
Deze wasmachine is uitsluitend bestemd voor wasgoed
dat geschikt is om in een wasmachine gewassen te
worden in hoeveelheden die gebruikelijk zijn in een
privé huishouden.
Houd u aan de instructies in deze
gebruiksaanwijzing, de installatiehandleiding en de
programmatabel wanneer u de wasmachine
gebruikt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing, de
programmatabel en de installatiehandleiding; als u
de wasmachine aan iemand anders doorverkoopt,
geef hem of haar dat ook de gebruiksaanwijzing, de
programmatabel en de installatiehandleiding.
ALGEMENE EN VEILIGHEIDSADVIEZEN
1. Veiligheidsvoorschriften
De wasmachine is alleen geschikt
voor gebruik binnenshuis.
Bewaar geen brandbare
vloeistoffen in de buurt van het
apparaat.
De wasmachine mag door
kinderen vanaf 8 jaar bediend
worden, evenals door personen
met beperkte fysieke, sensorische
of mentale vermogens of een
gebrek aan ervaring en kennis
vooropgesteld dat dit gebeurt
onder supervisie of na instructie
met betrekking tot het veilig
gebruik van de wasmachine en
dat de gevaren die uit het gebruik
kunnen resulteren begrepen
worden. Kinderen mogen niet
spelen met de wasmachine.
Verzorging en onderhoud van de
wasmachine mogen niet door
kinderen zonder supervisie
worden uitgevoerd.
Gebruik de wasmachine niet bij
temperaturen van onder de 5 °C.
Als u een droger bovenop uw
wasmachine wilt plaatsen, neem
dan eerst contact op met de
klantenservice of met uw
speciaalzaak om te verifiëren of dit
mogelijk is. Dit is alleen
toegestaan als de droger door
middel van een daarvoor
bestemde stapelset op de
wasmachine wordt bevestigd;
deze set is verkrijgbaar bij de
klantenservice of uw speciaalzaak.
Na de installatie moet toegang tot
het stopcontact om het apparaat
van de netvoeding te kunnen
loskoppelen te allen tijde via een
dubbelpolige schakelaar zijn
gewaarborgd.
Draai de kraan dicht als u het
apparaat niet gebruikt.
Haal altijd de stekker uit het
stopcontact of koppel het
apparaat van de elektriciteit
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Open de deur nooit met kracht en
ga er niet op staan.
Zo nodig kan het netsnoer
vervangen worden door een
identiek snoer dat verkrijgbaar is
via de klantenservice. Om
gevaarlijke situaties te
voorkomen, mag de netkabel
uitsluitend door een
gekwalificeerd elektricien of door
onze Aftersalesservice worden
vervangen.
NL2
2. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is volledig recyclebaar, en
draagt het recyclingsymbool . Voor de
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften te
worden nageleefd.
3. De verpakking en oude apparaten als afval
verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden verwerkt
als afval in overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften.
Verwijder voordat u het apparaat afdankt alle
wasmiddelresten en snijd de elektriciteitskabel door
zodat het apparaat onbruikbaar wordt.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens
de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte
Elektrische en Elektronische Apparatuur (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste
manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk
schadelijke gevolgen voor het milieu en de
gezondheid te voorkomen, die veroorzaakt zouden
kunnen worden door onjuiste verwerking van dit
product als afval.
Het symbool op het product, of op de
documenten die bij het product geleverd worden,
geeft aan dat dit apparaat niet mag worden
behandeld als huishoudelijk afval. In plaats daarvan
dient het ingeleverd te worden bij een speciaal
inzamelpunt voor de recycling van elektrische en
elektronische apparatuur.
Het afdanken moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met de plaatselijke
milieuvoorschriften voor afvalverwerking.
Voor nadere informatie over behandeling,
terugwinning en recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met de betreffende instantie in uw
woonplaats, uw vuilnisophaaldienst of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
4. Vorst
Plaats de wasmachine niet in ruimtes waar het kan
vriezen. Als dit toch noodzakelijk is, zorg er dan voor dat
de wasmachine volledig wordt leeggepompt na iedere
wasbeurt:
Verwijder de toevoerslang(en) van de kraan en laat
het water volledig weglopen.
Verwijder de afvoerslang uit de sifon of de
handwasbak en laat het water volledig weglopen.
Laat restwater uit de machine lopen volgens de
instructies in het hoofdstuk “Afvoeren van
restwater”; kantel het apparaat met twee personen
voorover en laat het water volledig weglopen.
5. EG-conformiteitsverklaring
De wasmachine voldoet aan de volgende Europese
normen:
2006/95/EC Laagspanningsrichtlijn
2004/108/EC Richtlijn m.b.t. Elektromagnetische
compatibiliteit
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan wasgoed, veroorzaakt door
ongeschikte of onjuiste wasinstructies die in het artikel
of in het kledingstuk vermeld zijn.
NL3
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT
1. Verwijderen van de verpakking en inspectie
Controleer na het uitpakken of de wasmachine niet
beschadigd is. Gebruik de wasmachine in geval van
twijfel niet. Neem in dat geval contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
polystyreen enz.) buiten bereik van kinderen; het kan
een bron van gevaar vormen.
Indien het apparaat voor aflevering is blootgesteld
aan lage temperaturen, laat het apparaat dan eerst
even op kamertemperatuur komen voordat u het in
gebruik neemt.
2. Verwijderen van de transportschroeven
De wasmachine is uitgerust met transportschroeven
om mogelijke interne schade tijdens het vervoer te
voorkomen. Voordat u de wasmachine in gebruik
neemt, moeten de transportschroeven verwijderd
worden.
Dek de openingen af met de 4 bijgesloten plastic
doppen.
3. Installeren van de wasmachine
Verwijder de beschermende folie van het
regelpaneel (indien aanwezig op uw model).
Verplaats het apparaat zonder dit aan het bovenblad
op te tillen.
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.
Controleer of alle pootjes stevig op de vloer rusten
en controleer of de wasmachine exact horizontaal
staat (gebruik hiervoor een waterpas).
Bij houten of zogenaamde “zwevende” vloeren
(bijvoorbeeld bepaalde parket- of laminaatvloeren)
moet het apparaat op een stevig aan de vloer
bevestigde hardboard plaat van 60 x 60 cm en met
een minimale dikte van 3 cm worden geplaatst.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de
onderkant van de wasmachine (indien aanwezig op
uw model) niet worden geblokkeerd door tapijt of
ander materiaal.
4. Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang(en) op de waterleiding
aan volgens de voorschriften van het
Waterleidingbedrijf.
Voor modellen met één toevoerklep: koud water
Voor modellen met twee toevoerkleppen: koud EN
heet water, of alleen koud water (zie afzonderlijke
Installatiegids).
Waterkraan: schroefdraadaansluiting voor
slang van 3/4”
Waterdruk
(stroomdruk): 100-1000 kPa (1-10 bar).
Gebruik alleen nieuwe slangen om de wasmachine
aan te sluiten op de watertoevoer. Oude slangen
mogen niet meer worden gebruikt en moeten
worden weggegooid.
Voor modellen met warmwatertoevoer de
temperatuur van de warmwatertoevoer mag niet
hoger zijn dan 60 °C.
5. Afpompen
Sluit de afpompslang op de sifon of op een andere
afvoer voor afgepompt water aan (zie afzonderlijke
Installatiegids).
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan te
verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een
ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan- en
afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6. Elektrische aansluiting
Elektrische aansluitingen moeten tot stand worden
gebracht door een bevoegd technicus en in
overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
Gegevens met betrekking tot spanning,
stroomverbruik en beveiligingsvereisten vindt u op
de binnenkant van de deur.
Het apparaat moet op het elektriciteitsnet te worden
aangesloten door middel van een stopcontact dat
overeenkomstig de geldende voorschriften geaard
is. De wasmachine moet volgens de wet geaard zijn.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen of
voor letsel aan personen of dieren die/dat
veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze
voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel
het apparaat van het elektriciteitsnet voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel in dat geval de
klantenservice op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de een medewerker
van de klantenservice worden vervangen.
Bij gebruik van een reststroomonderbreker (RCCB,
residual current circuit breaker), mogen alleen
modellen met de markering worden gebruikt.
NL4
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
DEUR
VOOR HET EERSTE WASPROGRAMMA
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Serviceplaatje (aan de binnenkant van de deur)
5.
Deur
6.
Pomptoegang met filter en noodafpompslang (indien aanwezig) achter de plint
7.
Verstelbare pootjes
Om de deur te openen houd u de handgreep vast en trekt u aan de deur. Sluit de deur door hem dicht te drukken
tot hij klikt, zonder te veel kracht te gebruiken.
Om eventueel restwater te verwijderen dat door de fabrikant is gebruikt om de machine te testen, raden wij u
aan een kort wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur.
3.
Doe een klein beetje wasmiddel (maximaal 1/3 van de hoeveelheid die aanbevolen wordt door de fabrikant
voor licht vervuild wasgoed) in het bakje voor hoofdwasmiddel van de wasmiddellade.
4.
Selecteer en start het programma “Synthetica” op 60 °C (zie de aparte programmatabel).
Afhankelijk van het model:
NL5
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
1. Sorteer het wasgoed op...
Soort weefsel / symbool op verzorgingslabel
Katoen, gemengde vezels, strijkvrij/synthetisch, wol,
wasgoed dat met de hand moet worden gewassen.
Kleur
Scheid bonte en witte was. Was gekleurd wasgoed de
eerste keer apart.
Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen samen voor
betere wasresultaten en een optimale verdeling van de
belading in de trommel.
Fijne was
Was kleine stukken (bijv. nylon kousen, ceintuurs e.d.)
en wasgoed met haakjes (bijv. bh's) in een waszak of een
kussensloop met rits. Haal de ringen van de gordijnen of
doe de gordijnen met ringen in een katoenen zak.
2.
Maak alle zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden e.d. kunnen het
wasgoed, de trommel en het waterreservoir beschadigen.
3.
Ritsen
Doe ritsen dicht en maak knopen en haakjes vast; knoop
losse ceintuurs of linten aan elkaar.
Behandeling van vlekken
Bloed, melk, eieren enz. worden in het algemeen
verwijderd door de automatische enzymenfase van het
programma.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken enz.
een vlekkenmiddel toe aan het wasmiddelbakje
van de wasmiddellade.
Behandel hardnekkige vlekken indien nodig vooraf met
een vlekkenmiddel.
Verven en bleken
Gebruik alleen verf en bleekmiddelen die geschikt zijn
voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant op.
Plastic en rubberen onderdelen van de wasmachine
kunnen gevlekt raken door verf of bleekmiddelen.
Wasgoed in de machine doen
1.
Open de deur.
2.
Plaats de stukken wasgoed één voor één in de trommel
zonder de machine te overladen. Houd u aan de
maximale belading die te vinden is in de
programmatabel.
Opmerkingen: als de wasmachine overbeladen wordt,
wordt het wasgoed minder goed gewassen en kreukt
het meer.
3.
Sluit de deur. Voorkom dat wasgoed tussen de deur en
de afdichting van de deur beklemd raakt.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Bewaar wasmiddelen en
nabehandelingsproducten op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen.
Gebruik geen oplosmiddelen (zoals terpentine,
benzeen); was geen stoffen in de machine die
met oplosmiddelen of ontvlambare
vloeistoffen zijn behandeld.
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelings-
producten die bedoeld zijn voor wasmachines
voor huishoudelijk gebruik.
Houd de aanbevelingen op de verzorgingslabels
van uw wasgoed in acht.
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
Type stof
Kleur
Aanbevolen wastemperatuur
Mate en type vervuiling.
Voor wasgoed dat een speciale behandeling vereist (bijv.
wol of microvezels), adviseren we het gebruik van speciale
wasmiddelen, additieven of voorbehandelingsmiddelen
die op de markt verkrijgbaar zijn.
Raadpleeg de internetlink www.cleanright.eu voor meer
gedetailleerde informatie.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas
wanneer u de functie “Voorwas” heeft geactiveerd.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel wanneer u een
latere cyclusstart / later cycluseinde kiest (afhankelijk
van het model).
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel. De dosering is afhankelijk van:
Mate en type vervuiling.
Hoeveelheid wasgoed
- volle belading: volg de aanwijzingen van de fabrikant
van het wasmiddel.
- halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor een
volledige belading.
- minimale belading (ong. 1 kg): 1/2 van de hoeveelheid
voor een volledige belading.
Bevat de verpakking geen verwijzing naar een bepaalde
hoeveelheid wasgoed: de wasmiddelfabrikanten
verwijzen bij hun doseringsadvies meestal naar 4,5 kg
wasgoed voor krachtig wasmiddel en 2,5 kg wasgoed
voor fijn wasmiddel.
Waterhardheid bij u in de buurt (vraag hieromtrent
informatie bij uw waterleidingbedrijf). Bij zacht water
heeft u minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Wasgoedtype Soort wasmiddel
Wit stevig wasgoed
(koud-95 °C):
krachtig wasmiddel met
bleekmiddel
Wit fijn wasgoed
(koud-40 °C):
mild wasmiddel met bleekmiddel
en/of optische heldermakers
Lichte /pastelkleuren
(koud-60 °C):
wasmiddel met bleekmiddel en/
of optische heldermakers
Intensieve kleuren
(koud-60 °C):
kleurwasmiddel zonder bleek-
middel/optische heldermakers
Zwart/donkere
kleuren (koud-60 °C):
speciale wasmiddelen voor
zwart/donker wasgoed
NL6
Let op!
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor minder goed gewassen.
Als de wasmachine te veel schuim detecteert, centrifugeert het apparaat mogelijk niet, of duurt het programma langer en
wordt er meer water gebruikt (zie ook de opmerkingen over schuimvorming in het hoofdstuk “Het oplossen van problemen”).
Bij te weinig wasmiddel wordt het wasgoed op den duur grauw, en ontstaan er afzettingen op het verwarmingselement, de
trommel en de slangen.
Wasmiddelen en nabehandelingsproducten toevoegen
De wasmiddellade heeft drie vakjes (afb. “A”).
Bakje voor hoofdwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Vlekkenmiddelen
Waterontharder
Bakje voor wasverzachter
Wasverzachter
Vloeibaar stijfsel
Schenk nabehandelingsproducten tot maximaal het teken “MAX” in het
bakje.
Bakje voor voorwasmiddel
Voorwasmiddel
Wasverzachter ALLEEN wanneer u Kleur 15° plus (indien beschikbaar)
gebruikt
Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, sluit de dispenser dan
onmiddellijk nadat u deze met wasmiddel gevuld heeft.
Inzetstuk voor Bakje voor hoofdwasmiddel (fig. B - alleen leverbaar
voor wasmachinemodellen met de optie “Kleur 15° plus”):
Dit inzetstuk moet in het bakje voor het hoofdwasmiddel worden
gebruikt indien u de optie “Kleur 15° plus” inschakelt en vloeibaar
wasmiddel voor de hoofdwas wilt gebruiken.
BELANGRIJK! Dit inzetstuk is bedoeld voor vloeibaar wasmiddel en mag
niet worden gebruikt voor wasmiddel in poedervorm.
Indien u altijd vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas gebruikt, kunt u
het inzetstuk in het bakje voor het hoofdwasmiddel laten, ook al is de
optie “Kleur 15° plus” niet ingeschakeld.
Hoe u de optie “Kleur 15° plus” gebruikt (indien beschikbaar):
Indien u deze optie inschakelt, moet u
het inzetstuk in het bakje voor het hoofdwasmiddel toevoegen
uitsluitend wanneer u vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas wenst te
gebruiken (fig. C)
giet vloeibaar wasmiddel in het inzetstuk dat in het bakje voor het
hoofdwasmiddel is geplaatst (fig. D). Indien u wasmiddel in
poedervorm gebruikt, gebruik dan niet het inzetstuk. Giet poeder
direct in het bakje voor het hoofdwasmiddel.
giet vloeibare wasverzachter in het bakje voor het voorwasmiddel
(fig. E), volgens het doseringsadvies op de fles van de wasverzachter.
indien u zacht wasgoed wenst, kunt u uiteraard vloeibare
wasverzachter toevoegen in het bakje voor wasverzachter
A
()
B
C
D
E
C
E
D
NL7
Chloorbleekmiddel gebruiken
Was uw wasgoed op het gewenste programma (Katoen, Synthetisch, enz.)
met de juiste hoeveelheid chloorbleekmiddel in het vakje
WASVERZACHTER (doe het wasmiddelbakje goed dicht).
Start onmiddellijk na het einde van het programma het programma
“Spoelen en centrifugeren” om een eventuele chloorlucht te verwijderen;
als u wilt, kunt u wasverzachter toevoegen.
Doe nooit chloorbleekmiddel en wasverzachter tegelijk in het bakje.
Gebruik bij voorkeur bleekmiddelen op basis van zuurstof; volg hierbij de
aanwijzingen van de fabrikant.
Stijfsel gebruiken
Selecteer het programma “Spoelen en centrifugeren” en controleer of de
centrifugeersnelheid is ingesteld op niet meer dan 800 tpm.
Start het programma, trek het wasmiddelbakje naar buiten zodat u
ongeveer 3 cm van het bakje voor wasverzachter ziet.
Giet de stijfseloplossing in het bakje terwijl het water in de wasmiddellade
stroomt.
NL8
AFVOEREN VAN RESTWATER/REINIGEN VAN HET FILTER
Controleer en reinig het filter regelmatig, tenminste twee of drie
keer per jaar, vooral:
Als het indicatielampje “Reinig pomp” brandt.
Als het apparaat niet goed afpompt of als het niet centrifugeert.
Als de wasmachine in een ruimte staat waar het kan vriezen, moet
u het restwater na elke wasbeurt afvoeren om schade te
voorkomen.
BELANGRIJK: laat het water afkoelen voordat u het afvoert uit
het apparaat.
1.
Schakel de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2.
De plint openen (afhankelijk van het model):
- Duw de lipjes rechts en links (indien aanwezig) in om de
plint los te maken en verwijder deze (afbeelding “A”).
- Verwijder de plint door de sifoninzet van de
wasmiddeldispenser te gebruiken: druk één zijde van de
plint met de hand naar beneden, druk vervolgens de
sifoninzet in het gat tussen de plint en het frontpaneel en
wrik de plint open (afbeelding “B”).
3.
Zet een bak bij de wasmachine.
4.
Als uw wasmachine een noodslang heeft:
- Maak de noodslang los uit de klem.
Indien er geen noodslang is: plaats een brede, vlakke
opvangbak onder het filter (afbeelding “D”). Sla de stappen
5-8 over en ga verder met stap 9.
5.
Houd het uiteinde van de noodslang in de bak en verwijder de
stop (afbeelding “C”).
6.
Wacht tot al het water in de bak is gestroomd en plaats de stop
terug op de slang (afbeelding “E”).
7.
Breng de noodslang (indien aanwezig) weer in de klem aan.
8.
Leg een absorberende katoenen doek (b.v. een handdoek) op
de vloer voor het filter.
9.
Maak het filter langzaam open door het naar links te draaien
(afbeelding “F”); wacht tot al het water is weggestroomd, draai
het filter daarna helemaal los en haal het eruit.
10.
Alleen voor het afpompen van restwater: kantel het apparaat
voorzichtig voorover (met de hulp van een tweede persoon) en
laat al het water naar buiten stromen.
11.
Alleen voor het reinigen van het filter: maak het filter en de
filterkamer schoon; controleer of de pomprotor in de
filterkamer vrij kan bewegen.
12.
Plaats het filter terug en schroef het zover mogelijk naar rechts.
13.
Giet ca. 1 liter water in de wasmiddellade om het “Eco-systeem”
weer in te schakelen. Controleer of het filter goed geplaatst en
aangedraaid is en er geen water naar buiten komt.
14.
Installeer de plint weer (afbeelding “G”); kantel de wasmachine
indien nodig licht naar achteren om dit te doen (vraag hierbij
hulp aan een tweede persoon).
15.
Steek de stekker in het stopcontact. De wasmachine is nu weer
gereed voor gebruik.
C
B
F
G
E
A
D
NL9
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Afnemen met een zachte, vochtige doek. Maak de
oppervlakken droog met een zachte doek.
Binnenste van het apparaat
Laat de deur na het wassen enige tijd open, zodat de
binnenkant van het apparaat kan drogen.
Als u zelden of nooit op 95 °C wast, adviseren wij om zo nu
en dan een 95 °C programma te laten draaien zonder
wasgoed, met een klein beetje wasmiddel, om het
apparaat van binnen schoon te houden.
Deurafdichting
Droog de deurafdichting na iedere wasbeurt af met een
absorberende katoenen doek; zorg ervoor dat de
deurafdichting volledig droog is voordat u de deur van de
lege wasmachine dicht doet.
Controleer regelmatig de toestand van de deurafdichting.
Filter
Controleer het filter regelmatig, minstens twee of drie
maal per jaar, en reinig het (zie “Afvoeren van restwater/
Filter reinigen”).
Gebruik geen reinigingsmiddelen die oplosmiddelen of schuurpoeder bevatten, evenmin als
glas- of algemene reinigingsmiddelen, of ontvlambare vloeistoffen. Deze kunnen kunststof
oppervlakken of andere onderdelen beschadigen.
De wasmiddellade schoonmaken
1.
Trek de lade naar buiten tot hij niet verder kan. Duw met uw vinger op
de kleine holte met de aanduiding “PUSH” (afb. “A”) om de lade los te
maken en trek hem vervolgens helemaal naar buiten.
2.
Verwijder de sifon uit het wasverzachterbakje door hem naar boven te
trekken (afb. “B”). Verwijder ook het inzetstuk voor vloeibaar
wasmiddel (indien aanwezig) uit het bakje voor het hoofdwasmiddel
en verwijder het gekleurde sifongedeelte (afb. “C”).
3.
Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.
Maak het vak voor de wasmiddellade schoon met een vochtige doek.
5.
Breng de sifon in het bakje voor wasverzachter aan door deze tot de
aanslag naar beneden te drukken; heeft uw wasmachine een inzetstuk
voor vloeibaar wasmiddel, breng dan ook het gekleurde sifongedeelte
weer in het inzetstuk aan. Druk vervolgens de dispenserlade terug in
de dispenserruimte.
Watertoevoerslang(en)
(afbeelding D, E of F - afhankelijk van model)
Controleer de slang regelmatig op barsten of scheuren. Vervang deze in geval
van schade door een nieuwe slang van hetzelfde type, verkrijgbaar bij onze
Klantenservice of bij uw speciaalzaak.
Komt de toevoerslang van uw wasmachine overeen met het model in
afbeelding “E”, controleer dan periodiek het inspectievenster van de
veiligheidsklep: is het rood, dan is de waterstopfunctie van de slang geactiveerd
en moet de slang worden vervangen door een nieuw exemplaar, verkrijgbaar bij
onze Klantenservice of bij uw speciaalzaak. Dit model kan een ontgrendelhendel
hebben, die naar beneden moet worden gedrukt terwijl de slang wordt
losgeschroefd.
Heeft uw toevoerslang een transparante slangcoating (afb. “F”), controleer dan
periodiek de kleur; is deze plaatselijk verkleurd, dan kan de slang een lek hebben
en moet deze worden vervangen. Neem contact op met de Klantenservice of uw
speciaalzaak voor een nieuwe slang.
Reinigen van het filter in de watertoevoerslang(en)
1.
Sluit de kraan en draai de toevoerslang van de kraan los.
2.
Reinig het filter van de slang en schroef de watertoevoerslang weer vast op
de kraan.
3.
Schroef nu de toevoerslang aan de achterkant van de wasmachine los.
4.
Trek het filter van de wasmachineaansluiting met behulp van een
combinatietang en reinig het filter.
5.
Zet het filter weer terug en schroef de toevoerslang weer vast.
6.
Draai de kraan open en controleer of de verbindingen niet lekken.
B
C
D
E
F
Inspectievenster
Ontgrendelhendel
A
NL10
STORINGEN OPSPOREN
Deze wasmachine is uitgerust met verschillende automatische veiligheidsfuncties. Hierdoor worden storingen snel
opgespoord en kan het veiligheidssysteem op de juiste manier reageren. Deze storingen zijn doorgaans zo klein dat
ze binnen enkele minuten verholpen kunnen worden.
Probleem Oorzaken, oplossingen, tips
De wasmachine start niet, er
branden geen
controlelampjes
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Het stopcontact of de zekering werken niet goed (sluit een tafellamp of iets
dergelijks aan om dit te testen).
De wasmachine start niet,
hoewel “Start/Pauze” is
ingedrukt
Deur is niet goed gesloten.
De functie “Kinderbeveiliging/Toetsenvergrendeling” is geactiveerd
(indien aanwezig op uw model). Om de toetsen te ontgrendelen drukt u de
twee toetsen met het sleutelsymbool tegelijkertijd in en houd u ze minimaal 3
seconden ingedrukt. Het sleutelsymbool op het display verdwijnt en het
programma kan worden gestart.
De wasmachine stopt tijdens
het programma, en het
“Start/Pauze”-lampje
knippert
“Spoelstop” is geactiveerd. Druk op “Start/Pauze” om het wasgoed te
centrifugeren. Voor het afpompen van water zonder centrifugeren, kiest u het
“Afpomp”-programma (indien beschikbaar) of drukt u tenminste 3 seconden
lang op de knop “Reset/Afpompen”.
Het programma is veranderd - selecteer het gewenste programma opnieuw en
druk op “Start/Pauze”.
Het programma is onderbroken en de deur is eventueel geopend - doe de deur
dicht en start het programma opnieuw door op “Start/Pauze” te drukken.
Het veiligheidssysteem van de wasmachine is geactiveerd (zie
“Storingscontrolelampjes” in de programmatabel).
De waterkraan is niet open of er zit een knik in de watertoevoerslang (het
controlelampje “Waterkraan dicht” knippert).
Het wasmiddelbakje bevat
resten wasmiddel en/of
nabehandelingsproducten
Het toegevoerde water is niet voldoende; de filters in de watertoevoer kunnen
verstopt zijn (zie “Onderhoud en reiniging”).
De wasmachine trilt tijdens
het centrifugeren
De transportschroeven zijn niet verwijderd; voordat u de wasmachine
gebruikt moeten de transportschroeven verwijderd worden.
De wasmachine staat niet vlak / staat niet stevig op alle vier de pootjes (zie de
aparte “Installatiehandleiding”).
”Onbalans tijdens
centrifugeren”
Het controlelampje
“Centrifugeren/Afpompen”
in de programmastroombalk
knippert, of het
centrifugeertoerental in het
display knippert, of het
controlelampje van het
centrifugeertoerental
knippert na het einde van
het programma (afhankelijk
van het model).
Het wasgoed is nog steeds
erg nat.
Door onbalans van de wasgoedlading tijdens het centrifugeren werd de
centrifugeerfase afgebroken om schade aan de machine te voorkomen. Daarom
is het wasgoed nog steeds erg nat.
Reden voor onbalans kan zijn: kleine wasgoedlading (bestaande uit slechts
enkele vrij grote of sterk absorberende stukken wasgoed, bijv. badhanddoeken),
of grote/zware stukken wasgoed.
Vermijd indien mogelijk kleine wasgoedladingen.
Het is raadzaam andere stukken wasgoed met andere afmetingen toe te
voegen wanneer een groot of zwaar stuk wasgoed wordt gewassen.
Indien u nat wasgoed wilt centrifugeren, dient u meerdere stukken wasgoed van
verschillende afmetingen toe te voegen en vervolgens het programma “Spoelen
& Centrifugeren” te kiezen en te starten.
Na afloop van het
wasprogramma is het
wasgoed niet of
onvoldoende
gecentrifugeerd
Vanwege onbalans tijdens het centrifugeren werd de centrifugeerfase
afgebroken om schade aan de machine te voorkomen (zie “Onbalans tijdens
het centrifugeren”).
Het centrifugeren lukt niet door overmatige schuimvorming; selecteer en start
het programma “Spoelen & Centrifugeren”. Doe niet te veel wasmiddel in de
wasmachine (zie “Wasmiddel en nabehandelingsproducten”).
De knop “Centrifugeren” is ingesteld op een lage centrifugeersnelheid.
NL11
Beschrijving van storingscontrolelampjes
De wasmachine staat
verscheidene minuten stil in
het midden van een lopend
programma; het
wasprogramma lijkt niet
verder te gaan
Normale werking van de wasmachine om de spoelfase te optimaliseren. Een
dergelijke onderbreking kan veroorzaakt worden doordat u te veel wasmiddel
heeft gebruikt; de wasmachine onderbreekt het programma dan automatisch om
het schuim te verminderen. Deze stilstand kan verschillende malen worden
herhaald, tot het schuim voldoende is verminderd om door te gaan met het
wasprogramma. Als de schuimvorming aanhoudt, gaat het rode “Service”-lampje
branden en verschijnt “F18” of “Fod” op het display. Zie in dat geval de instructies
met betrekking tot het “Service”-lampje op de volgende pagina's.
Er zitten resten wasmiddel
op het wasgoed na het
wassen
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg van onoplosbare verbindingen
in fosfaatvrije waspoeders.
- vermijd overdosering van wasmiddel; gebruik vloeibaar wasmiddel; kies de
optie “Intensief spoelen” indien mogelijk; borstel de stof uit.
De programmaduur is
aanzienlijk langer of korter
dan staat aangegeven in de
“programmatabel” of op het
display (indien aanwezig)
De normale werking van de wasmachine kan zich aanpassen aan factoren die van
invloed kunnen zijn op de programmaduur, zoals overmatige schuimvorming,
lading uit balans door zware stukken wasgoed, lange verwarmingstijd door lage
temperatuur van het toevoerwater enz.. Bovendien past het sensorsysteem van
de wasmachine de programmaduur aan de grootte van de wasgoedlading aan.
Afhankelijk van deze factoren wordt de duur tijdens het programma opnieuw
berekend en indien nodig aangepast; tijdens dergelijke periodes verschijnt er
een animatie op het display (indien aanwezig). Bij kleine beladingen kan de
programmatijd die aangegeven staat in de “programmatabel” tot 50% korter zijn.
Storingscontrolela
mpje knippert
Beschrijving:
Oorzaken
Oplossingen
”Kraan dicht”
Er wordt geen of onvoldoende water toegevoerd. Het “Start/Pauze” lampje knippert.
Controleer of:
De waterkraan helemaal open is en de watertoevoerdruk hoog genoeg is.
Er knikken in de watertoevoerslang zitten.
Het filter in de watertoevoerslang verstopt is (zie “Onderhoud en reiniging”.
De waterslang bevroren is.
Het inspectievenster van de veiligheidsklep van uw watertoevoerslang rood is (indien uw
apparaat een watertoevoerslang heeft zoals weergegeven in afbeelding “D” - zie het
vorige hoofdstuk “Onderhoud en reiniging”); vervang de slang door een nieuw
exemplaar, verkrijgbaar bij onze Klantenservice of bij uw speciaalzaak.
Nadat het probleem verholpen is, start u het programma opnieuw door op “Start/Pauze”
te drukken.
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de klantenservice (zie volgende
hoofdstuk).
”Pomp”
Het afvalwater wordt niet afgepompt. Het apparaat stopt in de betreffende
programmafase; trek de stekker uit het stopcontact en controleer of:
Er knikken in de afvoerslang zitten, of dat de slang om een andere reden verstopt is.
Het filter of de pomp geblokkeerd is (zie hoofdstuk “Draining Residual Water/Cleaning
The Filter”; wacht tot het water is afgekoeld voordat u het water uit het apparaat
afvoert).
De afvoerslang bevroren is.
Nadat het probleem is verholpen houdt u de “Reset”-toets minimaal 3 seconden ingedrukt;
start het gewenste programma daarna opnieuw. Als de storing aanhoudt, neem dan
contact op met de klantenservice (zie volgende hoofdstuk).
Probleem Oorzaken, oplossingen, tips
NL12
Als een van de hierboven beschreven storingen aanhoudt, moet u de stekker uit het stopcontact
halen, de waterkraan dichtdraaien en contact opnemen met onze klantenservice (zie volgende
hoofdstuk).
Storingscontr
olelampje
knippert
Aanwijzing op het
display
(indien aanwezig)
Beschrijving:
Oorzaken
Oplossingen
”Assistentie”
van “F03” tot “F43”
(behalve “F18” en “F24”)
”Storing elektrische module”
Houd de “Reset”-toets minimaal 3 seconden ingedrukt.
”F24”
Kan worden weergegeven bij sterk waterabsorberend wasgoed, of
indien u te veel wasgoed hebt toegevoegd voor een programma dat
uitsluitend voor kleine ladingen bedoeld is. Voorkom dat de
wasmachine overbeladen wordt.
Houd de “Reset”-toets minimaal 3 seconden ingedrukt om het
programma te stoppen. Kies en start het programma “Spoelen en
centrifugeren” om het onderbroken wasprogramma op de juiste
manier te voltooien.
”F02” of “FA”
(indien aanwezig op uw
model, gaat
branden)
”Storing waterstop”
Draai de programmakeuzeknop op de “Uit/O”-positie, trek de stekker
uit het stopcontact en draai de kraan dicht. Kantel het apparaat
voorzichtig voorover (met hulp van een tweede persoon) om het
verzamelde water naar buiten te laten stromen. Vervolgens:
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Draai de waterkraan open (als het water onmiddellijk in de
wasmachine stroomt, zonder dat deze aangezet is, is er sprake van
een storing; draai de kraan dicht en bel de Klantenservice).
Selecteer en start het gewenste programma opnieuw.
“F18” of “Fod”
”Te veel schuim”
Te sterke schuimvorming heeft het wasprogramma onderbroken.
Heeft uw wasmachine een “Doseerhulp” functie en hebt u die
gebruikt: controleer of de doseringswaarden die voor de
verschillende programmagroepen zijn ingesteld overeenkomen met
de doseringswaarden die worden aanbevolen voor de wasmiddelen
die u ziet (zie details in afzonderlijke Instructies voor de
“Doseerhulp”).
Selecteer het programma “Spoelen en centrifugeren” en start het.
Selecteer daarna het gewenste programma opnieuw en start het,
en gebruik minder wasmiddel. Zie ook de beschrijving van het
probleem “De machine staat stil....” in het vorige deel van de
Storingsdiagnosegids.
NL13
RESTEREND VOCHT IN WASGOED NA CENTRIFUGEREN
De hoeveelheid vocht die na het centrifugeren in het wasgoed achterblijft, hangt voornamelijk af van het type
textiel, het gekozen programma en het centrifugeertoerental. De geringste hoeveelheid in het wasgoed
achtergebleven water wordt bereikt door het wasprogramma te gebruiken waarnaar in het Energielabel wordt
verwezen, met maximum centrifugeertoerental. Dit programma is in de afzonderlijke programmatabel aangeduid
als “Referentieprogramma voor het Energielabel”. Hieronder ziet u een overzicht van het resterende vochtgehalte
(in %) gerelateerd aan de verschillende zuinigheidscategorieën voor centrifugeren:
BESPAAR ENERGIE EN HELP HET MILIEU TE
BESCHERMEN
Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd optimaal door de trommel altijd zo vol mogelijk te laden.
Bespaar energie door een 60 °C wasprogramma te gebruiken in plaats van een 95 °C wasprogramma, of door een
40 °C wasprogramma te gebruiken in plaats van een 60 °C wasprogramma.
Gebruik “Voorwassen” alleen voor sterk vervuild wasgoed. Bespaar wasmiddel, tijd, water en energieverbruik
door ”Voorwas” niet te selecteren voor licht tot normaal vervuilde was.
Overschrijd de op de verpakking aangegeven dosering wasmiddel niet.
Kies een hoog centrifugeertoerental indien u uw wasgoed in een droogtrommel wilt drogen, om tijd en energie
tijdens het droogproces te besparen.
UITLEG OVER HET ENERGIELABEL
(alleen voor wasmachines met Energielabel volgens Richtlijn 2010/30/EU)
Het Energielabel bevat informatie over de prestaties en het verbruik van uw wasmachine:
De vet gedrukte zwarte pijl geeft de energiezuinigheidsklasse aan (A+++ = meest zuinig / D = minst zuinig).
Zuinigheidscategorie centrifugeren Resterend vochtgehalte in %
A (= meest zuinig) minder dan 45
B 45 of meer, maar minder dan 54
C 54 of meer, maar minder dan 63
D 63 of meer, maar minder dan 72
E 72 of meer, maar minder dan 81
kWh/jaar Energieverbruik per jaar
L/jaar
Waterverbruik per jaar
dB
Geruisniveau tijdens wassen
kg
Maximum laadvermogen
dB
Geruisniveau centrifugeren
Zuinigheidscategorie centrifugeren
(A = meest zuinig /
G = minst zuinig)
NL14
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
“Storingen opsporen”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren of
de storing verholpen is.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel dan
de klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
De aard van de storing.
Het exacte model van de wasmachine.
Het servicenummer (achter het woord SERVICE).
De servicesticker bevindt zich aan de binnenzijde
van de deur.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer en postcode.
Het telefoonnummer en adres van de Klantenservice
bevindt zich op het garantiebewijs. U kunt ook de
dealer raadplegen bij wie u het apparaat heeft
gekocht.
ACCESSOIRES
Voor sommige modellen zijn via onze klantenservice of
uw speciaalzaak de volgende accessoires verkrijgbaar:
Een voetstuk met lade dat onder uw wasmachine
geïnstalleerd kan worden. Hierdoor wordt uw
machine hoger gezet zodat laden en uitladen
gemakkelijker wordt, omdat u niet meer hoeft te
bukken. Daarnaast biedt het voetstuk veel
opbergruimte.
Een Stapelset, waarmee u een droger op uw
wasmachine kunt bevestigen.
Een Plank voor stapelset, waarmee uw droger
bovenop uw wasmachine geïnstalleerd kan worden
om ruimte te besparen en om het in- en uitladen van
uw droger te vergemakkelijken.
Een Afdekpaneelset, waarmee uw wasmachine
bijvoorbeeld onder een keukenwerkblad kan
worden ingebouwd. Informeer bij uw Klantenservice
of uw speciaalzaak of dit bij uw model wasmachine
mogelijk is.
TRANSPORT EN BEHANDELING
Til het apparaat nooit op door het bij het werkblad vast te pakken wanneer u het vervoert.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Controleer of de deur van de wasmachine en het wasmiddelbakje goed dicht zitten.
4.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
5.
Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen wegstromen (zie “Afvoeren van restwater/Filter
reinigen”).
6.
Monteer de transportschroeven (verplicht).
NL15
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Producent:
Whirlpool Europe S.r.l.
Viale Guido Borghi 27
21025 Comerio (VA)
Italië
Alleen voor Groot-Brittannië
Waarschuwing - dit apparaat moet geaard worden
Vervanging van de zekering
Als de elektriciteitskabel van dit apparaat een stekker met een
zekering van het type BS 1363A 13 ampère heeft, vervang de
zekering in dit type stekker dan door een door de A.S.T.A.
goedgekeurde zekering voor het stekkertype BS 1362 en ga als
volgt te werk:
1.
Verwijder het zekeringsdeksel (
A
) en de zekering (
B
).
2.
Breng de vervangende 13A zekering in het zekeringdeksel
aan.
3.
Breng zekering en deksel in de stekker aan.
Belangrijk:
Na vervanging van een zekering moet het zekeringdeksel weer
worden teruggeplaatst; als het zekeringdeksel kwijtraakt, mag
de stekker pas weer worden gebruikt nadat het juiste
vervangende deksel is aangebracht.
De juiste vervanging wordt geïdentificeerd door het gekleurde
inzetstuk of de gekleurde woorden in reliëf op de onderkant
van de stekker.
Vervangende zekeringdeksels zijn verkrijgbaar bij uw
plaatselijke elektriciteitswinkel.
Uitsluitend voor Ierland
De informatie die gegeven is voor Groot-Brittannië zal vaak van
toepassing zijn, maar er wordt nog een derde type stekker en
stopcontact gebruikt: met 2 pinnen en zijdelingse aarding.
Stopcontact / stekker (geldig voor beide landen)
Als de bijgeleverde stekker niet geschikt is voor uw
stopcontact, neem dan contact op met de Klantenservice voor
verdere instructies. Probeer de stekker niet zelf aan te passen.
Deze procedure moet uitgevoerd worden door een
gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met de
instructies van de fabrikant en de geldende
veiligheidsvoorschriften.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Whirlpool AWO 8577 de handleiding

Type
de handleiding