17
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD NAGAARTIJD TIPS
HELE KIP 1000 G
700 W
18 - 20 MIN. 5 - 10 MIN.
DRAAI DE KIP halverwege de
bereidingstijd om. Controleer
of het vleessap helder gekleurd
is wanneer de bereidingstijd
voorbij is.
KIP (filets of
stukken)
500 G 8 - 10 MIN. 5 MIN.
CONTROLEER of het vleessap
helder gekleurd is wanneer de
bereidingstijd voorbij is.
BACON 150 G 3 - 4 MIN. 1 - 2 MIN.
PLAATS DEZE OP KEUKENPAPIER in 2 of 3
lagen en dek ze af met nog meer
keukenpapier.
GROENTEN
(vers)
300 G 3 - 4 MIN. 1 - 2 MIN.
MET DEKSEL BEREIDEN en 2 tl zout
toevoegen.
GROENTEN
(diepvries)
250 - 400 G
3 - 4 MIN.
5 - 6 MIN.
1 - 2 MIN.
MET DEKSEL BEREIDEN
AARDAPPELEN,
IN SCHIL
1 STUK
4 STUKS
4 - 6 MIN.
12 - 15 MIN.
2 MIN.
5 MIN.
INPRIKKEN MET EEN VORK. (1 stuk = 250
g). Halverwege omdraaien.
GEHAKTBROOD 600 - 700 G
600 W
12 - 14 MIN. 5 MIN.
HELE VIS 600 G 8 - 9 MIN. 4 - 5 MIN.
VEL INSNIJDEN en afgedekt
bereiden.
VIS (moten of
filets)
400 G 5 - 6 MIN. 2 - 3 MIN.
DUNSTE DELEN naar het midden van
het bord plaatsen. Met deksel
bereiden.
BEREIDINGSTABEL
HOE MEER VOEDSEL U WILT BEREIDEN, hoe langer de
bereiding zal duren. Een vuistregel is dat de
dubbele hoeveelheid voedsel bijna tweemaal
zoveel tijd vergt.
HOE LAGER DE BEGINTEMPERATUUR, hoe langer de ver-
eiste bereidingstijd. Voedsel op kamertem-
peratuur kookt sneller dan voedsel dat
rechtstreeks uit de koelkast komt.
ALS U MEERDERE STUKKEN VAN hetzelfde voed-
sel kookt, bijvoorbeeld aardap-
pelen in de schil, dient u deze
in een kring in de oven te leggen, zo-
dat ze gelijkmatig gekookt worden.
HET ROEREN EN OMSCHEPPEN VAN VOEDSEL zijn techniek-
en die zowel voor traditioneel koken als het ko-
ken met de magnetron worden gebruikt om de
warmte snel tot midden in het voedsel te verdel-
en en het overkoken bij de buitenranden te
voorkomen.
WANNEER U VOEDSEL MET EEN ONREGELMATIGE
VORM of dikte bereidt, moet u het dun-
ste gedeelte van het voedsel in de
richting van het midden van het bord
plaatsen, waar het als laatste verwarmd
zal worden.
VOEDSEL DAT VEEL VET EN SUIKER bevat zal sneller
koken dan voedsel dat veel water bevat. Vet en
suiker bereiken ook een hogere temperatuur
dan water.
LAAT HET VOEDSEL NA HET BEREIDEN al-
tijd even staan. Dit levert al-
tijd een verbetering van het
resultaat op aangezien de tem-
peratuur op die manier gelijkmatig over het
voedsel verdeeld zal worden.
SOMMIGE VOEDINGSMIDDELEN ZIJN BEDEKT DOOR EEN SCHIL
OF MEMBRAAN, bijvoorbeeld aardappels,
appels en eidooiers. Prik in dergelijke
gevallen met een vork of cocktailprik-
ker in het voedsel om de druk te ver-
minderen en openbarsten te voorkomen.
KLEINERE STUKKEN VOEDSEL KOKEN SNELLER DAN
GROTERE STUKKEN EN REGELMATIG gevormde stuk-
ken worden gelijkmatiger gaar dan onregel-
matig gevormde stukken.