Samsung SM-G930F Handleiding

Type
Handleiding
www.samsung.comDutch. 05/2018. Rev.1.0
Gebruiksaanwijzing
SM-G930F
2
Inhoud
Basisfuncties
4 Lees dit eerst
6 Situaties waarin het apparaat oververhit
kan raken en oplossingen
9 Inhoud van de verpakking
10 Indeling van het apparaat
13 Batterij
19 SIM- of USIM-kaart (nano-SIM-kaart)
22 Geheugenkaart (microSD-kaart)
25 USB-connector
26 Het apparaat in- en uitschakelen
27 Het aanraakscherm bedienen
30 Startscherm
37 Scherm vergrendelen
39 Always On Display
41 Meldingenvenster
43 Tekst ingeven
45 Schermafbeelding
46 Apps openen
47 Multi window
52 Samsung-account
53 Gegevens overzetten van uw vorige
apparaat
59 Apparaat- en gegevensbeheer
61 Deelfuncties
62 Alarmstand
Applicaties
63 Apps installeren of verwijderen
65 Telefoon
68 Contacten
73 Berichten
75 Internet
77 E-mail
78 Camera
98 Galerij
102 Samsung Gear
102 Samsung Members
103 Game Launcher
106 Agenda
107 Samsung Health
110 S Voice
112 Spraakrecorder
114 Mijn bestanden
115 Notitie
116 Klok
118 Calculator
118 Google-apps
Inhoud
3
Instellingen
120 Introductie
120 Verbindingen
131 Geluiden en trillen
132 Meldingen
133 Display
137 Achtergronden en thema's
137 Geavanceerde functies
140 Apparaatonderhoud
142 Apps
142 Schermvergrendeling en beveiliging
152 Cloud en accounts
153 Google
153 Toegankelijkheid
154 Algemeen beheer
154 Software-update
155 Gebruiksaanwijzing
155 Info telefoon
Bijlage
156 Toegankelijkheid
172 Problemen oplossen
178 De batterij verwijderen
4
Basisfuncties
Lees dit eerst
Lees deze gebruiksaanwijzing door zodat u verzekerd bent van veilig en correct gebruik voordat u
het apparaat in gebruik neemt.
•
Beschrijvingen zijn gebaseerd op de standaardinstellingen van het apparaat.
•
Bepaalde inhoud kan afwijken van uw apparaat, afhankelijk van de regio, serviceprovider,
modelspecificaties of software van het apparaat.
•
Inhoud (van hoge kwaliteit) waarvoor veel gebruik wordt gemaakt van de CPU en het RAM-
geheugen, beïnvloedt de algehele prestaties van het apparaat. Apps met dergelijke inhoud
werken mogelijk niet correct, afhankelijk van de specificaties van het apparaat en de omgeving
waarin het wordt gebruikt.
•
Samsung is niet aansprakelijk voor prestatieproblemen die worden veroorzaakt door apps die
worden aangeboden door andere providers dan Samsung.
•
Samsung is niet aansprakelijk voor prestatie- of compatibiliteitsproblemen die worden
veroorzaakt door het bewerken van de instellingen in het register of door het gebruik van
aangepaste besturingssysteemsoftware. Wanneer u probeert het besturingssysteem aan te
passen, kan dit ertoe leiden dat uw apparaat en apps niet correct werken.
•
Voor alle software, geluidsbronnen, achtergronden, afbeeldingen en andere media die bij dit
apparaat worden geleverd, is een licentie voor beperkt gebruik verleend. Het overnemen en
gebruiken van deze materialen voor commerciële of andere doeleinden maakt inbreuk op de
copyrightwetgeving. Gebruikers zijn volledig verantwoordelijk voor het illegale gebruik van
media.
•
Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht voor gegevensservices, zoals
chatberichten verzenden, uploaden en downloaden, automatisch synchroniseren of het gebruik
van locatieservices, afhankelijk aan uw abonnement. Voor grote gegevensoverdrachten kunt u
het beste de Wi-Fi-functie gebruiken.
•
Standaard-apps die bij het apparaat worden geleverd, zijn onderhevig aan updates en worden
mogelijk niet langer ondersteund zonder voorafgaande kennisgeving. Als u vragen hebt
over een app die bij het apparaat is geleverd, moet u contact opnemen met een Samsung
Servicecenter. Voor apps die zijn geïnstalleerd door de gebruiker, moet u contact opnemen met
de serviceproviders.
•
Het aanpassen van het besturingssysteem van het apparaat of het installeren van software
van niet-officiële bronnen kan ervoor zorgen dat het apparaat niet correct functioneert of dat
gegevens beschadigd raken of verloren gaan. Deze acties zijn schendingen van uw Samsung-
licentieovereenkomst en zorgen ervoor dat uw garantie vervalt.
Basisfuncties
5
•
Afhankelijk van regio of model moeten sommige apparaten goedkeuring krijgen van de
Amerikaanse Federal Communications Commission (FCC). Als uw apparaat door de FCC is
goedgekeurd, kunt u de FCC-identificatiecode van het apparaat weergeven. Om de FCC-ID te
bekijken, start u de app
Instellingen
en tikt u op
Info telefoon
Status
.
Water- en stofbestendigheid behouden
Uw apparaat is water- en stofbestendig. Volg deze tips zorgvuldig op om de water- en
stofbestendigheid van uw apparaat te behouden. Als u dit niet doet, kan dit schade aan uw apparaat
tot gevolg hebben.
•
Dompel het apparaat niet onder in water dat dieper is dan 1,5 m en houd het niet langer dan
30 minuten onder water.
•
Stel het apparaat niet bloot aan stromend water.
•
Als het apparaat wordt blootgesteld aan schoon water, droogt u het zorgvuldig af met een
schone, zachte doek. Als het apparaat wordt blootgesteld aan andere vloeistoffen, zoals zout
water, geïoniseerd water of alcoholische dranken, spoelt u het apparaat af met schoon water
en droogt u het zorgvuldig af met een schone, zachte doek. Als u deze instructies niet volgt,
kunnen de prestaties en het uiterlijk van het apparaat worden beïnvloed.
•
Als het apparaat is ondergedompeld in water of de microfoon of de luidspreker nat is, hoort
u mogelijk geen geluid tijdens een oproep. Veeg het apparaat af met een droge doek of maak
het apparaat zorgvuldig droog voordat u het gebruikt.
•
Het aanraakscherm en andere functies werken mogelijk niet correct als het apparaat wordt
gebruikt in water.
•
Uw apparaat is getest in een gecontroleerde omgeving en heeft aangetoond bestand te zijn
tegen water en stof in specifieke omstandigheden (voldoet aan de vereisten van classificatie
IP68 zoals beschreven door de internationale standaard IEC 60529 - Beschermingsgraad van
omhulsels [IP-code]; testomstandigheden: 15 - 35 °C, 86 - 106 kPa, 1,5 meter, gedurende 30
minuten). Ondanks deze classificatie kan uw apparaat toch beschadigd raken in bepaalde
situaties.
Basisfuncties
6
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Waarschuwing: situaties die letsel kunnen veroorzaken bij u of anderen
Let op: situaties die schade aan het apparaat of andere apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie
Situaties waarin het apparaat oververhit kan
raken en oplossingen
Het apparaat wordt warm tijdens het opladen van de batterij
Tijdens het opladen kunnen het apparaat en de oplader warm worden. Tijdens draadloos opladen
of snel opladen kan het apparaat nog warmer aanvoelen. Dit is niet van invloed op de levensduur
of prestaties van het apparaat en valt onder het normale gebruik van het apparaat. Als de batterij te
heet wordt, kan de oplader ophouden met opladen.
Doe het volgende wanneer het apparaat warm wordt:
•
Koppel de oplader los van het apparaat en sluit eventuele actieve apps. Wacht tot het
apparaat is afgekoeld en begin het apparaat weer op te laden.
•
Als het onderste gedeelte van het apparaat oververhit raakt, kan dit komen doordat de
aangesloten USB-kabel is beschadigd. Vervang de beschadigde USB-kabel door een
nieuwe, door Samsung goedgekeurde kabel.
•
Wanneer u een draadloze oplader gebruikt, moet u geen vreemde voorwerpen, zoals
metalen objecten, magneten en kaarten met een magnetische strip, tussen het apparaat
en de draadloze oplader plaatsen.
De functie voor draadloos opladen of snel opladen is alleen beschikbaar op ondersteunde
modellen.
Basisfuncties
7
Het apparaat wordt warm tijdens het gebruik
Wanneer u functies of apps gebruikt die meer vermogen nodig hebben of als u ze lange tijd
gebruikt, kan uw apparaat tijdelijk warm worden vanwege het toegenomen batterijverbruik. Sluit
eventuele actieve apps en gebruik het apparaat enige tijd niet.
Hierna volgen voorbeelden van situaties waarin het apparaat oververhit kan raken. Sommige
voorbeelden gelden mogelijk niet voor uw model. Dit is afhankelijk van de functies en apps die u
gebruikt.
•
Tijdens de eerste instelling na aankoop of wanneer u gegevens herstelt
•
Er worden grote bestanden gedownload
•
Er worden apps gebruikt die meer vermogen nodig hebben of apps worden lange tijd gebruikt
U speelt lange tijd games van hoge kwaliteit
U neemt lange tijd video's op
U streamt video's met de maximale instelling voor helderheid
Wanneer u verbinding maakt met een tv
•
Tijdens multitasking (of wanneer er veel apps actief zijn op de achtergrond)
Multi window wordt gebruikt
Apps worden bijgewerkt of geïnstalleerd tijdens het opnemen van video's
Er worden grote bestanden gedownload tijdens een video-oproep
Er worden video's opgenomen tijdens het gebruik van een navigatie-app
•
Er wordt een grote hoeveelheid gegevens gesynchroniseerd met de cloudopslag, e-mail of
andere accounts
•
Er wordt een navigatie-app in een auto gebruikt terwijl het apparaat in direct zonlicht is
geplaatst
•
De functie voor mobiele hotspots en tethering wordt gebruikt
•
Het apparaat wordt gebruikt in een omgeving met een zwak signaal of geen ontvangst
•
De batterij wordt opgeladen met een beschadigde USB-kabel
•
De multifunctionele aansluiting van het apparaat is beschadigd of blootgesteld aan vreemde
voorwerpen, zoals vloeistoffen, stof, metaalpoeder of lood uit een potlood
•
Tijdens het roamen
Basisfuncties
8
Doe het volgende wanneer het apparaat warm wordt:
•
Zorg ervoor dat het apparaat is bijgewerkt met de nieuwste software.
•
Conflicten tussen actieve apps kunnen ertoe leiden dat het apparaat warm wordt. Start het
apparaat opnieuw op.
•
Schakel de functies Wi-Fi, GPS en Bluetooth uit wanneer u ze niet gebruikt.
•
Sluit apps die het batterijverbruik verhogen of die op de achtergrond worden uitgevoerd
terwijl ze niet worden gebruikt.
•
Verwijder onnodige bestanden of niet-gebruikte apps.
•
Verminder de helderheid van het scherm.
•
Gebruik het apparaat enige tijd niet wanneer deze oververhit raakt of langere tijd heet
aanvoelt. Als het apparaat oververhit blijft raken, neemt u contact op met een Samsung
Servicecenter.
Apparaatbeperkingen wanneer het apparaat oververhit raakt
Wanneer het apparaat oververhit raakt, kunnen de functies en werking beperkt zijn of schakelt het
apparaat uit om af te koelen. De functie is alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
•
Als het apparaat warmer dan normaal wordt, verschijnt het bericht dat het apparaat oververhit
raakt. Om de temperatuur van het apparaat te doen zakken, worden de helderheid van het
scherm en de prestatiesnelheid verminderd en stopt het laden van de batterij. Actieve apps
worden afgesloten en u kunt alleen noodoproepen doen tot het apparaat is afgekoeld.
•
Als het apparaat oververhit raakt of langdurig warm aanvoelt, verschijnt een bericht over
uitschakeling. Schakel het apparaat uit en wacht tot het is afgekoeld.
Basisfuncties
9
Voorzorgsmaatregelen voor de gebruiksomgeving
In de volgende omstandigheden kan uw apparaat warm worden vanwege de omgeving. Wees
voorzichtig zodat u de levensduur van de batterij niet inkort, het apparaat niet beschadigt of geen
brand veroorzaakt.
•
Bewaar uw apparaat niet bij zeer lage of zeer hoge temperaturen.
•
Stel het apparaat niet lange tijd bloot aan direct zonlicht.
•
Gebruik of bewaar het apparaat niet lange tijd op zeer hete plaatsen, zoals in een auto in de
zomer.
•
Plaats het apparaat niet op een locatie die oververhit kan raken, zoals een elektrische deken.
•
Bewaar het apparaat niet dichtbij of in verwarmingsapparatuur, magnetrons, warme
kooktoestellen of hogedrukcompartimenten.
•
Gebruik nooit een beschadigde oplader of batterij.
Inhoud van de verpakking
Controleer of de doos de volgende onderdelen bevat:
•
Apparaat
•
Snelstartgids
•
Welke onderdelen bij het apparaat worden geleverd en welke accessoires beschikbaar
zijn, is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
•
De meegeleverde onderdelen zijn uitsluitend voor dit apparaat ontworpen en zijn
mogelijk niet compatibel met andere apparaten.
•
Afbeeldingen en specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande
kennisgeving.
•
Bij de plaatselijke Samsung-dealer kunt u extra accessoires kopen. Controleer of ze
compatibel zijn met het apparaat voordat u ze aanschaft.
•
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires. Het gebruik van niet-
goedgekeurde accessoires kan prestatieproblemen veroorzaken en defecten die niet
door de garantie worden gedekt.
•
De beschikbaarheid van alle accessoires is onderhevig aan wijziging en is volledig
afhankelijk van de fabrikanten. Raadpleeg de Samsung-website voor meer informatie
over beschikbare accessoires.
Basisfuncties
10
Indeling van het apparaat
Microfoon
Luidspreker
Terugtoets
Multifunctionele
aansluiting
Camera aan de voorzijde
Luidspreker
Aan/uit-toets
Aanraakscherm
Toets Recent
Oortelefoonaansluiting
Starttoets (sensor voor
vingerafdrukherkenning)
LED-indicator
Nabijheidssensor
SIM-kaart-/
geheugenkaartlade
GPS-antenne
Basisfuncties
11
Hoofdantenne
Volumetoets
NFC-antenne/
MST-antenne/Spoel voor
draadloos opladen
Camera aan de achterzijde
Microfoon
Flitser
•
In de volgende gevallen kunnen verbindingsproblemen optreden en kan de batterij leeg
raken:
Als u metaalstickers in het antennegebied van het apparaat bevestigt
Als u een apparaatcover van metaal op het apparaat bevestigt
Als u het antennegebied van het apparaat met uw handen of andere objecten
bedekt als u bepaalde functies gebruikt, zoals oproepen of de mobiele
gegevensverbinding
•
Het gebruik van een door Samsung goedgekeurde screenprotector wordt aanbevolen.
Een niet-goedgekeurde screenprotector kan ervoor zorgen dat de sensoren niet correct
werken.
•
Bedek het gebied van de nabijheidssensor niet met schermaccessoires, zoals
beschermfolie of stickers. Als u dit wel doet, werkt de sensor mogelijk niet goed.
Basisfuncties
12
Toetsen
Toets Functie
Aan/uit
•
Ingedrukt houden om het apparaat in of uit te schakelen.
•
Indrukken om het scherm in te schakelen of te vergrendelen.
Recent
•
Tik op deze toets om de lijst met recente apps te openen.
Start
•
Indrukken om het scherm in te schakelen terwijl het scherm is
vergrendeld.
•
Indrukken om terug te keren naar het startscherm.
•
Druk op en houd vast om
Google
te starten.
Terug
•
Hierop tikken om terug te keren naar het vorige scherm.
•
Ingedrukt houden om de extra opties voor het huidige scherm
te openen.
Volume
•
Indrukken om het volume van het apparaat aan te passen.
Basisfuncties
13
Batterij
De batterij opladen
Laad de batterij op voordat u deze voor het eerst gebruikt of als u de batterij langere tijd niet hebt
gebruikt.
Gebruik alleen opladers, batterijen en kabels die zijn goedgekeurd door Samsung. Bij
gebruik van niet-goedgekeurde opladers of kabels bestaat het risico dat de batterij ontploft
of dat het apparaat schade oploopt.
Als u de oplader onjuist aansluit, kan dit aanzienlijke schade aan het apparaat veroorzaken.
Schade veroorzaakt door verkeerd gebruik, valt niet onder de garantie.
Om stroom te besparen moet u de oplader loskoppelen wanneer u deze niet gebruikt. De
oplader beschikt niet over een aan/uit-schakelaar. U moet daarom de oplader loskoppelen
van het stopcontact wanneer u deze niet gebruikt, om te voorkomen dat u energie verspilt.
De oplader moet in de buurt van het stopcontact blijven tijdens het opladen en moet
eenvoudig te bereiken zijn.
1
Sluit de USB-kabel aan op de USB-voedingsadapter en sluit de USB-kabel aan op de
multifunctionele aansluiting van het apparaat.
2
Steek de USB-voedingsadapter in een stopcontact.
3
Als de batterij volledig is opgeladen, koppelt u het apparaat los van de oplader. Koppel de
oplader eerst los van het apparaat en vervolgens van het stopcontact.
Basisfuncties
14
De geschatte oplaadtijd bekijken
Start tijdens het opladen de app
Instellingen
en tik op
Apparaatonderhoud
Batterij
.
De werkelijke oplaadtijd kan verschillen afhankelijk van de status van uw apparaat en
de oplaadomstandigheden. De geschatte oplaadtijd wordt mogelijk niet weergegeven
wanneer u het apparaat oplaadt in zeer koude of zeer hete omstandigheden.
Batterijverbruik verminderen
Uw apparaat beschikt over verschillende opties waarmee u het verbruik van de batterij kunt
verminderen.
•
Optimaliseer het apparaat met de functie voor apparaatonderhoud.
•
Schakel het scherm uit door op de aan/uit-toets te drukken, wanneer het apparaat niet wordt
gebruikt.
•
Schakel de spaarstand in.
•
Sluit overbodige apps.
•
Schakel de Bluetooth-functie uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
•
Schakel de Wi-Fi-functie uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
•
Schakel de automatische synchronisatie uit voor apps die moeten worden gesynchroniseerd,
zoals e-mails.
•
Verminder de tijd voor achtergrondverlichting.
•
Verminder de helderheid van het scherm.
Tips en voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de batterij
•
Als de batterij bijna leeg is, wordt het batterijpictogram leeg weergegeven.
•
Als de batterij volledig leeg is, kan het apparaat niet direct worden ingeschakeld wanneer de
oplader is aangesloten. Laat een lege batterij enkele minuten opladen voordat u probeert het
apparaat in te schakelen.
•
Als u meerdere apps tegelijk gebruikt, netwerk-apps gebruikt of apps waarvoor een verbinding
met een ander apparaat is vereist, raakt de batterij snel leeg. Als u wilt voorkomen dat er geen
stroom meer is tijdens een gegevensoverdracht, moet u deze apps altijd gebruiken nadat de
batterij volledig is opgeladen.
Basisfuncties
15
•
Als u een andere voedingsbron dan de oplader gebruikt, zoals een computer, kan dit zorgen
voor een lagere oplaadsnelheid vanwege een lagere elektrische stroom.
•
U kunt het apparaat tijdens het opladen blijven gebruiken maar hierdoor kan het wel langer
duren voordat de batterij volledig is opgeladen.
•
Als de stroomvoorziening instabiel is wanneer het apparaat wordt opgeladen, functioneert het
aanraakscherm mogelijk niet. Als dit gebeurt, koppelt u de oplader los van het apparaat.
•
Tijdens het opladen kunnen het apparaat en de oplader warm worden. Dit is normaal en heeft
geen nadelige invloed op de levensduur of prestaties van het apparaat. Als de batterij warmer
wordt dan normaal, houdt de oplader mogelijk op met opladen.
•
Als u het apparaat oplaadt terwijl de multifunctionele aansluiting nat is, kan het apparaat
beschadigd raken. Maak de multifunctionele aansluiting zorgvuldig droog voordat u het
apparaat oplaadt.
•
Als uw apparaat niet goed oplaadt, kunt u met het apparaat en de oplader naar een Samsung
Servicecenter gaan.
Snel opladen
Het apparaat is uitgerust met een interne functie voor snel opladen. U kunt de batterij veel sneller
opladen terwijl het apparaat of het scherm is uitgeschakeld.
Over snel opladen
•
Voor snel opladen wordt een technologie voor het opladen van batterijen gebruikt waarbij
de batterij sneller wordt opgeladen door het oplaadvermogen te vergroten. Het apparaat
ondersteunt de functie voor adaptief snel opladen van Samsung en Qualcomm Quick Charge
2.0.
•
Als u snel opladen wilt gebruiken op uw apparaat, sluit u het aan op een batterijoplader die
adaptief snel opladen of Quick Charge 2.0 ondersteunt.
Basisfuncties
16
De oplaadsnelheid verhogen
Als u de oplaadsnelheid wilt verhogen, schakelt u het apparaat of scherm uit wanneer u de
batterij oplaadt. Als de batterij wordt opgeladen wanneer het apparaat is uitgeschakeld, wordt het
pictogram
op het scherm weergegeven.
Als de functie voor snel opladen niet is geactiveerd, start u de app
Instellingen
, tikt u op
Apparaatonderhoud
Batterij
Geavanceerde instellingen
en tikt u op de schakelaar
Snel
opladen via kabel
om deze in te schakelen.
•
U kunt de interne functie voor snel opladen niet gebruiken wanneer u de batterij oplaadt
met een standaard batterijoplader.
•
Als het apparaat warm wordt of de omgevingstemperatuur stijgt, kan de oplaadsnelheid
automatisch lager worden. Dit is normaal en wordt gedaan om schade aan het apparaat
te voorkomen.
Draadloos opladen
Het apparaat is uitgerust met een interne spoel voor draadloos opladen. U kunt de batterij opladen
met een draadloze oplader (afzonderlijk verkrijgbaar).
Snel draadloos opladen
U kunt uw apparaat sneller opladen met de functie voor snel draadloos opladen. Als u deze functie
wilt gebruiken, moet u een oplader en onderdelen gebruiken die ondersteuning bieden voor de
functie voor snel draadloos opladen.
Een ventilator in de oplader kan geluid produceren tijdens snel draadloos opladen. Als u
het lawaai van de ventilator wilt beperken, moet u de functie voor snel draadloos opladen
uitschakelen. De optie voor in-/uitschakelen wordt toegevoegd aan het instellingenmenu
van uw apparaat wanneer u het voor het eerst op de oplader plaatst. Start de app
Instellingen
, tik op
Apparaatonderhoud
Batterij
Geavanceerde instellingen
en
tik vervolgens op de schakelaar
Snel draadloos opladen
om deze functie uit te schakelen.
Als u deze functie uitschakelt, neemt het geluid af, maar kan het opladen langer duren.
Basisfuncties
17
De batterij opladen
1
Plaats de achterkant van het apparaat in het midden van de draadloze oplader.
De geschatte oplaadtijd wordt op het scherm weergegeven. De werkelijke oplaadtijd kan
verschillen afhankelijk van de omstandigheden tijdens het opladen.
2
Als de batterij volledig is opgeladen, koppelt u het apparaat los van de draadloze oplader.
•
Plaats het apparaat niet op de draadloze oplader terwijl er een creditcard of RFID-kaart
(Radio-Frequency Identification) (zoals een openbaar-vervoerskaart of keycard) tussen de
achterkant van het apparaat en de apparaatklep is geplaatst.
•
Plaats het apparaat niet op de draadloze oplader wanneer geleidend materiaal, zoals
metalen voorwerpen en magneten, tussen het apparaat en de draadloze oplader is
geplaatst.
Het apparaat kan mogelijk niet correct worden opgeladen of oververhit raken of het
apparaat en de kaart kunnen worden beschadigd.
•
Als u de draadloze oplader gebruikt in gebieden met zwakke netwerksignalen, kunt u uw
netwerk mogelijk niet langer ontvangen.
•
Gebruik door Samsung goedgekeurde draadloze opladers. Als u andere draadloze
opladers gebruikt, wordt de batterij mogelijk niet correct opgeladen.
Basisfuncties
18
Spaarstand
Activeer de spaarstand om de gebruiksduur van de batterij te verlengen.
1
Start tijdens het opladen de app
Instellingen
en tik op
Apparaatonderhoud
Batterij
MID
.
2
Tik op
DETAILS
om de energiebesparende instellingen te wijzigen voordat u de spaarstand
activeert.
3
Tik op
TOEPASSEN
.
Maximale spaarstand
In de maximale spaarstand is het batterijverbruik van het apparaat minder door toepassing van
het donkere thema en beperking van de beschikbare apps en functies. Netwerkverbindingen, met
uitzondering van het mobiele netwerk, worden uitgeschakeld.
1
Start tijdens het opladen de app
Instellingen
en tik op
Apparaatonderhoud
Batterij
MAX
.
2
Tik op
DETAILS
om de energiebesparende instellingen te wijzigen voordat u de maximale
spaarstand activeert.
3
Tik op
TOEPASSEN
.
Tik nadat u de maximale spaarstand hebt geactiveerd op het startscherm op
en selecteer een
app die u wilt gebruiken. Als u apps wilt verwijderen, tikt u op
Bewerken
en selecteert u een
app met
.
Als u de maximale energiespaarstand wilt uitschakelen, tikt u op
Maximale spaarstand
uitschakelen
.
De geschatte gebruiksduur van de batterij kan verschillen afhankelijk van uw
apparaatinstellingen en de gebruiksomstandigheden.
Basisfuncties
19
SIM- of USIM-kaart (nano-SIM-kaart)
De SIM- of USIM-kaart plaatsen
Plaats de SIM- of USIM-kaart die door de serviceprovider van de mobiele telefoon is geleverd.
Zorg ervoor dat u de SIM- of USIM-kaart niet kwijtraakt en dat anderen deze niet gebruiken.
Samsung is niet verantwoordelijk voor schade of ongemak veroorzaakt door zoekgeraakte
of gestolen kaarten.
Sommige LTE-diensten zijn wellicht niet beschikbaar afhankelijk van de serviceprovider.
Neem voor meer informatie over de beschikbaarheid van services contact op met uw
serviceprovider.
2
54
3
1
Basisfuncties
20
1
Steek de pin voor uitwerpen in het gaatje op de lade om de lade te ontgrendelen.
De pin voor uitwerpen moet loodrecht op het gaatje staan. Anders kunt u het apparaat
beschadigen.
2
Trek de lade voorzichtig uit de sleuf van de lade.
3
Plaats de SIM- of USIM-kaart op lade 1 met de goudkleurige contactpunten naar beneden
gericht.
4
Druk de SIM- of USIM-kaart voorzichtig in de lade om de kaart vast te zetten.
Als de kaart niet stevig in de lade zit, kan de SIM-kaart uit de lade vallen.
5
Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
•
Als u de lade in uw apparaat plaatst terwijl de lade nat is, kan uw apparaat beschadigd
raken. Zorg altijd dat de lade droog is.
•
Plaats de lade zo ver mogelijk in de ladesleuf om te voorkomen dat er vocht in uw
apparaat terechtkomt.
Juiste plaatsing van de kaart
Nano-SIM-kaart
MicroSD-kaart
Gebruik alleen een nano-SIM-kaart.
Basisfuncties
21
De SIM- of USIM-kaart verwijderen
1
Steek de pin voor uitwerpen in het gaatje op de lade om de lade te ontgrendelen.
2
Trek de lade voorzichtig uit de sleuf van de lade.
3
Verwijder de SIM- of USIM-kaart.
4
Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
Basisfuncties
22
Geheugenkaart (microSD-kaart)
Een geheugenkaart installeren
De geheugenkaartcapaciteit van uw apparaat kan verschillen van andere modellen en
sommige geheugenkaarten zijn mogelijk niet compatibel met uw apparaat afhankelijk van de
fabrikant en het type van de geheugenkaart. Ga naar de website van Samsung om de maximale
geheugenkaartcapaciteit van uw apparaat te bekijken.
•
Sommige geheugenkaarten zijn mogelijk niet volledig compatibel met het apparaat. Het
gebruik van een incompatibele geheugenkaart kan resulteren in beschadiging van het
apparaat of de geheugenkaart en kan bovendien gegevens op de kaart beschadigen.
•
Let erop dat u de geheugenkaart met de juiste kant naar boven in het apparaat plaatst.
•
Uw apparaat ondersteunt het FAT- en het exFAT-bestandssysteem voor geheugenkaarten.
Als u een geheugenkaart plaatst die met een ander bestandssysteem is geformatteerd,
vraagt het apparaat u de geheugenkaart opnieuw te formatteren of wordt de
geheugenkaart niet herkend. Als het apparaat de geheugenkaart niet herkent, moet u
deze formatteren met uw computer.
•
Veel schrijven en verwijderen van gegevens verkort de levensduur van de
geheugenkaart.
•
Wanneer u een geheugenkaart in het apparaat plaatst, wordt de bestandsmap van de
geheugenkaart weergegeven in de map
Mijn bestanden
SD-kaart
.
Basisfuncties
23
2
4
1 3
5
1
Steek de pin voor uitwerpen in het gaatje op de lade om de lade te ontgrendelen.
De pin voor uitwerpen moet loodrecht op het gaatje staan. Anders kunt u het apparaat
beschadigen.
2
Trek de lade voorzichtig uit de sleuf van de lade.
Als u de lade uit het apparaat haalt, wordt de mobiele gegevensverbinding uitgeschakeld.
Basisfuncties
24
3
Plaats een geheugenkaart op lade 2 met de goudkleurige contacten naar onderen.
Lade 2
Lade 1
4
Druk de geheugenkaart voorzichtig in de lade om de kaart vast te zetten.
5
Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
•
Als u de lade in uw apparaat plaatst terwijl de lade nat is, kan uw apparaat beschadigd
raken. Zorg altijd dat de lade droog is.
•
Plaats de lade zo ver mogelijk in de ladesleuf om te voorkomen dat er vocht in uw
apparaat terechtkomt.
De geheugenkaart verwijderen
Voordat u de geheugenkaart verwijdert, moet u deze eerst bij het systeem afmelden, zodat u de
kaart veilig kunt verwijderen.
Start de app
Instellingen
en tik op
Apparaatonderhoud
Opslag
Opslaginstellingen
SD-kaart
ONTKOPPELEN
.
1
Steek de pin voor uitwerpen in het gaatje op de lade om de lade te ontgrendelen.
2
Trek de lade voorzichtig uit de sleuf van de lade.
3
Verwijder de geheugenkaart.
4
Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
Verwijder de geheugenkaart niet wanneer het apparaat gegevens overzet of gegevens
gebruikt. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of beschadigd raken of kan de
geheugenkaart of het apparaat beschadigd raken. Samsung is niet verantwoordelijk voor
verliezen die het resultaat zijn van het onjuiste gebruik van beschadigde geheugenkaarten,
waaronder het verlies van gegevens.
Basisfuncties
25
De geheugenkaart formatteren
Een geheugenkaart die op een computer is geformatteerd, is mogelijk niet compatibel met het
apparaat. Formatteer de geheugenkaart in het apparaat.
Start de app
Instellingen
en tik op
Apparaatonderhoud
Opslag
Opslaginstellingen
SD-kaart
Formatteren
.
Vergeet niet een back-up van alle belangrijke gegevens op de geheugenkaart te maken
voordat u de geheugenkaart formatteert. De fabrieksgarantie dekt geen schade door verlies
van gegevens vanwege iets wat de gebruiker doet.
USB-connector
Met de meegeleverde USB-connector kunt u gegevens van andere mobiele apparaten overzetten of
USB-randapparaten, zoals een muis en toetsenbord, aansluiten op uw apparaat.
Gebruik alleen de USB-connector die is geleverd bij het apparaat.
Gegevens overzetten van uw vorige apparaat
U kunt uw vorige apparaat met de USB-connector en een USB-kabel op uw nieuwe apparaat
aansluiten om snel en eenvoudig gegevens over te zetten. Raadpleeg Gegevens overzetten via een
USB-connector voor meer informatie.
USB-connector
USB-kabel
1
2
Uw apparaatVorige apparaat
Basisfuncties
26
Een USB-randapparaat aansluiten
Sluit het USB-randapparaat aan op de USB-aansluiting en sluit de USB-aansluiting aan op de
multifunctionele aansluiting van uw apparaat.
Sommige USB-randapparaten zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat.
Het apparaat in- en uitschakelen
Houd de aan/uit-toets een aantal seconden ingedrukt om het apparaat in te schakelen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst inschakelt of na het herstellen van de fabrieksinstellingen,
moet u de instructies op het scherm volgen om uw apparaat in te stellen.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de aan/uit-toets ingedrukt en tikt u op
Uitschakelen
.
Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen van geautoriseerd personeel op plaatsen waar
het gebruik van draadloze apparaten aan beperkingen onderhevig is, bijvoorbeeld in
vliegtuigen en ziekenhuizen.
Het apparaat opnieuw opstarten
Als het apparaat is vastgelopen en niet reageert, houdt u de aan/uit-toets en de toets Volume
omlaag minstens 7 seconden tegelijkertijd ingedrukt om het apparaat opnieuw op te starten.
Aan/uit-toets
Toets Volume omlaag
Basisfuncties
27
Het aanraakscherm bedienen
•
Zorg dat het aanraakscherm niet in aanraking komt met andere elektrische apparaten.
Door elektrostatische ontladingen kan het aanraakscherm beschadigd raken.
•
Beschadig het aanraakscherm niet, tik niet op het scherm met scherpe voorwerpen en
oefen geen grote druk uit op het scherm met uw vingertoppen.
•
Als het aanraakscherm langere tijd op standby staat, kan dit leiden tot nabeelden
(ingebrande beelden op het scherm) of ghosting. Schakel het aanraakscherm uit
wanneer u het apparaat niet gebruikt.
•
Het apparaat herkent invoer via aanraken mogelijk niet in de buurt van de randen van
het scherm, omdat deze buiten het invoergebied voor aanraken vallen.
•
Gebruik alleen uw vingers om het aanraakscherm te bedienen.
Tikken
Als u een app wilt openen, een menu-item wilt selecteren, een schermtoetsenbordtoets wilt
indrukken of een teken wilt ingeven met het schermtoetsenbord, tikt u erop met uw vinger.
Basisfuncties
28
Tikken en blijven aanraken
Tik op een item of het scherm en blijf dit langer dan 2 seconden aanraken om beschikbare opties
weer te geven.
Slepen
Als u een item wilt verplaatsen, blijft u het vasthouden en sleept u het naar de gewenste positie.
Dubbeltikken
Dubbeltik op een webpagina of afbeelding om in te zoomen op een gedeelte. Dubbeltik opnieuw
om terug te gaan.
Basisfuncties
29
Vegen
Veeg naar links of rechts op het startscherm of het scherm Apps om andere vensters weer te geven.
Veeg omhoog of omlaag om door een webpagina of lijst met items, zoals contacten, te scrollen.
Spreiden en samenknijpen
Spreid twee vingers op een webpagina, kaart of afbeelding om in te zoomen op een gedeelte. Knijp
samen om uit te zoomen.
Basisfuncties
30
Startscherm
Startscherm
Het startscherm is het beginpunt voor het openen van alle functies van het apparaat. Hierop worden
widgets, snelkoppelingen voor apps en meer weergegeven.
Als u andere vensters wilt weergeven, veegt u naar links of rechts.
Het startscherm kan er anders uitzien, afhankelijk van de regio of serviceprovider.
Een widget
Een app
Een map
Schermaanduidingen
Favoriete apps
Nieuwsschermaanduiding. U kunt
de nieuwste artikelen in
verschillende categorieën bekijken.
Basisfuncties
31
Startschermopties
Tik op het startscherm op een leeg gebied en blijf dit aanraken of knijp uw vingers samen om de
beschikbare opties te openen. U kunt het startscherm aanpassen door startschermvensters toe te
voegen, te verwijderen of te verplaatsen. U kunt ook de achtergrond van het startscherm instellen,
widgets toevoegen aan het startscherm, en meer.
•
Achtergronden
: de achtergrondinstellingen voor het startscherm en vergrendelscherm
wijzigen.
•
Thema's
: het thema van het apparaat wijzigen. Visuele elementen van de interface, zoals
kleuren, pictogrammen en achtergronden, worden gewijzigd afhankelijk van het geselecteerde
thema.
•
Widgets
: widgets toevoegen aan het startscherm. Widgets zijn kleine apps die specifieke
functies van apps opstarten om informatie en gemakkelijk toegang op het startscherm te
verlenen.
•
Instellingen startscherm
: het formaat van het raster wijzigen om meer of minder items weer te
geven op het startscherm en meer.
Items toevoegen
Als u een snelkoppeling wilt toevoegen aan een app op het startscherm, houdt u een item ingedrukt
in het scherm Apps en sleept u het naar de bovenkant van het scherm. De snelkoppeling wordt
toegevoegd aan het startscherm.
Als u widgets wilt toevoegen, blijft u een leeg gedeelte op het startscherm aanraken, tikt u op
Widgets
, blijft u een widget aanraken en sleept u deze naar het startscherm.
Basisfuncties
32
Items verplaatsen
Blijf een item aanraken en sleep het vervolgens naar een nieuwe locatie. Als u het item naar een
ander venster wilt verplaatsen, sleept u het naar de rand van het scherm.
U kunt ook veelgebruikte apps naar het gedeelte met snelkoppelingen onderaan het startscherm
slepen.
Items verwijderen
Tik op een item en blijf het aanraken, tik vervolgens op
Verwijd. uit Start
of
Verwijderen van
Startscherm
.
Mappen maken
Maak mappen en verzamel vergelijkbare apps om deze snel te kunnen openen en starten.
1
Tik op het startscherm, blijf een app aanraken en sleep deze op een andere app.
2
Zet de app neer wanneer een mapkader wordt weergegeven om de apps.
Er wordt een nieuwe map gemaakt met de geselecteerde apps.
Basisfuncties
33
3
Tik op
Mapnaam invoeren
en geef een mapnaam op.
Als u de mapkleur wilt wijzigen, tikt u op
.
Als u meer apps aan de map wilt toevoegen, tikt u op
APPS TOEVOEGEN
, vinkt u de apps
aan en tikt u op
TOEVOEGEN
. U kunt een app ook toevoegen door deze naar de map op het
startscherm te slepen.
Als u apps vanuit een map naar het startscherm wilt verplaatsen, tikt u op de map en sleept u een
app naar de bovenrand van het scherm.
Als u een app uit een map wilt verwijderen, tikt u op de map, tikt u op de app die u wilt verwijderen
en blijft u deze aanraken, en tikt u vervolgens op
Verwijd. uit Start
.
Vensters beheren
Blijf op het startscherm een leeg gebied aanraken als u een venster wilt toevoegen, verplaatsen of
verwijderen.
Als u een venster wilt toevoegen, veegt u naar links en tikt u op
.
Als u een venster wilt verplaatsen, blijft u een venstervoorbeeld aanraken en sleept u het naar een
nieuwe locatie.
Als u een venster wilt verwijderen, tikt u op
in het venster.
Als u een venster wilt instellen als startscherm, tikt u op
.
Snelle opties gebruiken
Blijf op het startscherm een app-pictogram of map aanraken om snel toegang tot opties te krijgen.
Basisfuncties
34
Scherm Apps
Op het scherm Apps worden pictogrammen weergegeven voor alle apps, waaronder apps die net
zijn geïnstalleerd.
Veeg op het startscherm omhoog of omlaag om het scherm Apps te openen.
Veeg in het scherm Apps omhoog of omlaag om terug te gaan naar het startscherm. U kunt ook op
de starttoets of de terugtoets tikken.
Startscherm Scherm Apps
Als u de Apps-toets op het startscherm toevoegt, kunt u het scherm Apps openen door op de toets
te tikken. Blijf een leeg gebied op het startscherm aanraken en tik op
Instellingen startscherm
Apps-knop
Apps-knop weergeven
TOEPASSEN
. De Apps-toets wordt onderaan het
startscherm toegevoegd.
Apps-toets
Basisfuncties
35
Items verplaatsen
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Blijf een item aanraken en sleep het vervolgens naar een nieuwe locatie. Als u het item naar een
ander venster wilt verplaatsen, sleept u het naar de rand van het scherm.
Mappen maken
Maak mappen en verzamel vergelijkbare apps om snel de gewenste apps te kunnen openen en
starten.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
1
Tik op het scherm Apps, blijf een app aanraken en sleep deze op een andere app.
2
Zet de app neer wanneer een mapkader wordt weergegeven om de apps.
Er wordt een nieuwe map gemaakt met de geselecteerde apps.
3
Tik op
Mapnaam invoeren
en geef een mapnaam op.
Als u de mapkleur wilt wijzigen, tikt u op
.
Als u meer apps aan de map wilt toevoegen, tikt u op
APPS TOEVOEGEN
, vinkt u de apps aan
en tikt u op
TOEVOEGEN
. U kunt een app ook toevoegen door deze naar de map op het scherm
Apps te slepen.
Als u een map wilt verwijderen, blijft u de map aanraken en tikt u op
Map verwijderen
. Alleen de
map wordt verwijderd. De apps van de map worden verplaatst naar het scherm Apps.
Basisfuncties
36
Items opnieuw rangschikken
U kunt items in alfabetische volgorde sorteren op het scherm Apps.
Tik op het scherm Apps op
Sorteren
Alfabetische volgorde
.
Zoeken naar items
U kunt naar apps zoeken op het scherm Apps of via
Galaxy Apps
of de
Play Store
.
Geef in het scherm Apps tekens in het zoekveld in. Het apparaat zoekt naar de items met de tekens
die u hebt ingegeven.
Indicatorpictogrammen
Pictogrammen verschijnen in de statusbalk aan de bovenzijde van het scherm. De pictogrammen
die in de onderstaande tabel staan, worden het meest gebruikt.
De statusbalk verschijnt mogelijk niet aan de bovenkant van het scherm in alle apps. Sleep
van de bovenkant van het scherm naar beneden om de statusbalk weer te geven.
Pictogram Betekenis
Geen signaal
Signaalsterkte
Roaming (buiten het gebruikelijke servicegebied)
GPRS-netwerkverbinding
EDGE-netwerkverbinding
UMTS-netwerkverbinding
HSDPA-netwerkverbinding
HSPA+-netwerkverbinding
/
LTE-netwerkverbinding (modellen met 4G-functionaliteit)
Wi-Fi-verbinding
Bluetooth-functie ingeschakeld
Locatieservices worden gebruikt
Oproep ingeschakeld
Gemiste oproep
Nieuw SMS- of MMS-bericht
Alarm ingeschakeld
Basisfuncties
37
Pictogram Betekenis
Stand voor dempen ingeschakeld
Trilstand ingeschakeld
Vliegtuigstand ingeschakeld
Fout opgetreden of voorzichtigheid vereist
Batterij opladen
Batterijlading
Scherm vergrendelen
Als u op de aan/uit-toets drukt, wordt het scherm uitgeschakeld en vergrendeld. Het scherm wordt
ook uitgeschakeld en automatisch vergrendeld als het apparaat niet wordt gebruikt gedurende een
bepaalde periode.
Het scherm wordt vergrendeld met
Vegen
, de standaardmethode voor schermvergrendeling.
Druk op de aan/uit-toets of de starttoets en veeg in een willekeurige richting om het scherm te
ontgrendelen.
Basisfuncties
38
Als u de schermvergrendelingsmethode wilt wijzigen, opent u de app
Instellingen
, tikt u op
Schermvergr. en beveilig.
Type schermvergrendeling
en selecteert u een methode.
Als u een patroon, PIN-code, wachtwoord of vingerafdruk instelt voor de
schermvergrendelingsmethode, kunt u uw persoonlijke gegevens beschermen door te voorkomen
dat anderen toegang hebben tot uw apparaat. Nadat u de schermvergrendelingsmethode hebt
ingesteld, moet u een ontgrendelingscode ingeven op het apparaat om het te ontgrendelen.
•
Vegen
: veeg in een willekeurige richting op het scherm om het te ontgrendelen.
•
Patroon
: teken een patroon met vier of meer stippen om het scherm te ontgrendelen.
•
Pincode
: geef een PIN-code van minimaal vier cijfers in om het scherm te ontgrendelen.
•
Wachtwoord
: geef een wachtwoord van minimaal vier tekens, symbolen of nummers in om het
scherm te ontgrendelen.
•
Geen
: stel geen schermvergrendelingsmethode in.
•
Vingerafdrukken
: registreer uw vingerafdrukken om het scherm te ontgrendelen. Raadpleeg
Vingerafdrukherkenning voor meer informatie.
U kunt op uw apparaat instellen dat de fabrieksinstellingen worden hersteld als u de
ontgrendelingscode meerdere keren achter elkaar verkeerd opgeeft en de pogingslimiet
bereikt. Start de app
Instellingen
, tik op
Schermvergr. en beveilig.
Instell. veilige
vergrendeling
en tik op de schakelaar
Aut. reset fabrieksinst.
om deze in te schakelen.
Basisfuncties
39
Always On Display
U kunt altijd informatie, zoals de klok of agenda, bekijken of het afspelen van muziek bedienen op
het scherm wanneer dit is uitgeschakeld.
U kunt ook meldingen op het scherm bekijken voor nieuwe berichten of gemiste oproepen.
•
De helderheid op het Always On Display kan automatisch veranderen afhankelijk van de
hoeveelheid licht in de omgeving.
•
Als de sensor boven op het apparaat een bepaalde tijd wordt afgedekt, schakelt het
Always On Display uit.
Meldingen openen wanneer het scherm is uitgeschakeld
Wanneer u een bericht, gemiste oproep of app-meldingen ontvangt, verschijnen
meldingspictogrammen op het scherm, ook als het scherm is uitgeschakeld. Dubbeltik op een
meldingspictogram om de bijbehorende melding te bekijken.
Als het scherm is vergrendeld, moet u het ontgrendelen om meldingen te bekijken.
Basisfuncties
40
Het afspelen van muziek regelen wanneer het scherm is uitgeschakeld
U kunt het afspelen van muziek regelen wanneer het scherm is uitgeschakeld zonder het scherm in
te schakelen.
1
Start de app
Instellingen
, tik op
Schermvergr. en beveilig.
Klok en FaceWidgets
FaceWidgets
en tik op de
Muziekcontroller
om deze functie in te schakelen.
2
Dubbeltik op de klok om het afspelen van muziek te regelen wanneer het scherm is
uitgeschakeld.
3
Veeg naar links of rechts op de klok om naar de muziekcontroller te gaan.
4
Tik op de pictogrammen om het afspelen te regelen.
De planning wijzigen voor de functie Always On Display
Start de app
Instellingen
, tik op
Schermvergr. en beveilig.
Always On Display
Planning
instellen
en stel de begin- en eindtijd in.
Als u het Always On Display altijd wilt weergeven, tikt u op
Altijd weergeven
om dit in te schakelen.
De functie Always On Display uitschakelen
Start de app
Instellingen
, tik op
Schermvergr. en beveilig.
en tik vervolgens op de schakelaar
Always On Display
om deze functie uit te schakelen.
Basisfuncties
41
Meldingenvenster
Het meldingenvenster gebruiken
Wanneer u meldingen ontvangt, zoals berichten of gemiste oproepen, verschijnen
indicatorpictogrammen in de statusbalk. Als u meer informatie wilt weergeven over de
pictogrammen, opent u het meldingenvenster en bekijkt u de details.
Sleep de statusbalk omlaag om het meldingenvenster te openen. Veeg omhoog op het scherm om
het meldingenvenster te sluiten.
U kunt het meldingenvenster openen, zelfs op het vergrendelde scherm.
U kunt de volgende functies in het meldingenvenster gebruiken.
Instellingen starten.
Op een melding tikken en
verschillende acties gebruiken.
Alle meldingen wissen.
Toetsen voor Snel instellen
De meldingsinstellingen openen.
Basisfuncties
42
De toetsen voor snelle instellingen gebruiken
Tik op de toetsen voor snelle instellingen om bepaalde functies in te schakelen. Veeg omlaag in het
meldingenvenster om meer toetsen weer te geven.
Als u functie-instellingen wilt wijzigen, tikt u op de tekst onder elke toets. U kunt meer
gedetailleerdere instellingen bekijken als u een toets blijft aanraken.
Als u de toetsen opnieuw wilt indelen, tikt u op
Knopvolgorde
, blijft u een toets aanraken en
sleept u deze naar een andere locatie.
Basisfuncties
43
Tekst ingeven
Toetsenbordindeling
Er verschijnt automatisch een toetsenbord wanneer u tekst ingeeft om berichten te versturen,
notities te maken en meer.
•
Als het toetsenbord voor de eerste keer wordt geopend, wordt het instelscherm
voor het toetsenbord weergegeven. Stel de taal, het toetsenbordtype en de
toetsenbordinstellingen in en tik op
STARTEN
.
•
Tekstinvoer wordt in sommige talen niet ondersteund. Als u tekst wilt ingeven, moet u de
invoertaal wijzigen in een van de ondersteunde talen.
Naar de volgende regel gaan.
Een voorgaand teken verwijderen.
Symbolen ingeven.
Hoofdletters ingeven. Als u alles in
hoofdletters wilt ingeven, tikt u
twee keer hierop.
Aanvullende toetsenbordfuncties
gebruiken.
Een spatie ingeven.
Meer toetsenbordfuncties
weergeven.
De invoertaal wijzigen
Tik op
Talen en typen
INVOERTALEN BEHEREN
en selecteer de talen die u wilt gebruiken.
Als u twee of meer talen selecteert, kunt u schakelen tussen de invoertalen door naar links of rechts
te vegen op de spatiebalk.
De toetsenbordindeling wijzigen
Tik op
Talen en typen
, selecteer een taal en selecteer vervolgens een toetsenbordindeling om
te gebruiken.
Op het
3x4 toetsenbord
heeft een toets drie of vier tekens. Als u een teken wilt invoeren,
tikt u herhaaldelijk op de betreffende toets totdat het gewenste teken wordt weergegeven.
Basisfuncties
44
Aanvullende toetsenbordfuncties gebruiken
•
: woorden voorspellen op basis van uw invoer en woordsuggesties weergeven. Tik op om
terug te keren naar de lijst met toetsenbordfuncties.
•
: emoticons ingeven.
•
: stickers bijvoegen.
•
: GIF's met animatie bijvoegen.
•
: tekst via spraak ingeven.
Wijzig de instellingen voor
spraakinvoer.
Ingeven van tekst met stem starten
of pauzeren.
•
: de toetsenbordinstellingen wijzigen.
•
: een item toevoegen van het klembord.
•
: het toetsenbord wijzigen voor bediening met één hand.
Kopiëren en plakken
1
Blijf de tekst aanraken.
2
Sleep of om de gewenste tekst te selecteren, of tik op
Alles selecteren
om alle tekst te
selecteren.
3
Tik op
Kopiëren
of
Knippen
.
De geselecteerde tekst wordt naar het klembord gekopieerd.
4
Tik en houd vast op het punt waar de tekst moet worden ingevoegd en tik op
Plakken
.
Als u tekst wilt plakken die u eerder hebt gekopieerd, tikt u op
Klembord
en selecteert u de
tekst.
Basisfuncties
45
Woordenboek
U kunt definities van woorden opzoeken wanneer u bepaalde functies gebruikt, zoals bij het
bladeren door webpagina's.
1
Blijf een woord aanraken dat u wilt opzoeken.
Als het woord dat u wilt opzoeken niet is geselecteerd, sleept u
of om de gewenste tekst
te selecteren.
2
Tik op
Meer
Woordenboek
in de lijst met opties.
Als er geen woordenboek is geïnstalleerd op het apparaat, tikt u op
Verplaatsen naar
Woordenboeken beheren
naast een woordenboek om het te downloaden.
3
Bekijk de definitie in het pop-upvenster met het woordenboek.
Als u wilt overschakelen naar volledige schermweergave, tikt u op
. Tik op de definitie op
het scherm om meer definities weer te geven. Tik in de gedetailleerde weergave op
om het
woord toe te voegen aan uw lijst met favoriete woorden of tik op
Zoeken op internet
om het
woord te gebruiken als zoekterm.
Schermafbeelding
Maak een schermafbeelding terwijl u het apparaat gebruikt en dan kunt u het vastgelegde scherm
bijsnijden, delen of erin schrijven en tekenen. U kunt het huidige scherm en het gebied waarin u
kunt bladeren vastleggen.
Een schermafbeelding maken
Gebruik de volgende methoden om een schermafbeelding te maken. Vastgestelde
schermafbeeldingen worden opgeslagen in
Galerij
.
•
Vastleggen met toetsen: houd de starttoets en de aan/uit-toets tegelijkertijd ingedrukt.
•
Vastleggen door te vegen: veeg uw hand naar links of rechts op het scherm.
•
Het is bij gebruik van sommige apps en functies niet mogelijk een schermafbeelding te
maken.
•
Als de functie voor het maken van een schermafbeelding door middel van vegen niet is
ingeschakeld, opent u de app
Instellingen
, tikt u op
Geavanceerde functies
en tikt u op
de schakelaar
Vegen voor schermafbeelding
om deze in te schakelen.
Basisfuncties
46
Nadat u een schermafbeelding hebt vastgelegd, kunt u de volgende opties onderaan het scherm
gebruiken:
•
Scrollen door afbeelding
: inhoud vastleggen die doorloopt over meerdere schermen, zoals
een webpagina. Wanneer u tikt op
Scrollen door afbeelding
, schuift het scherm automatisch
omlaag en wordt meer inhoud vastgelegd.
•
Tekenen
: op het scherm schrijven of tekenen.
•
Bijsnijden
: snijd een deel van de schermafbeelding bij. Alleen het bijgesneden gebied wordt
opgeslagen in
Galerij
.
•
Delen
: de schermafbeelding delen met anderen.
Als de functie voor het maken van een schermafbeelding door middel van vegen niet
is ingeschakeld, opent u de app
Instellingen
, tikt u op
Geavanceerde functies
en tikt u
vervolgens op de schakelaar
Slim vastleggen
om deze in te schakelen.
Apps openen
Selecteer op het startscherm of het scherm Apps een applicatiepictogram om de app te openen.
Als u een app wilt openen vanuit de lijst met onlangs geopende apps, tikt u op de toets Recent en
selecteert u een recent app-venster.
Een app sluiten
Tik op de toets Recent en tik op of sleep een recent app-venster naar links of rechts om het te
sluiten. Als u alle actieve apps wilt sluiten, tikt u op
ALLE SLUITEN
.
Basisfuncties
47
Multi window
Introductie
Met de functie Multi window kunt u twee apps tegelijkertijd uitvoeren in een gesplitst scherm. U
kunt ook meerdere apps tegelijk in de pop-upweergave uitvoeren.
Bepaalde apps bieden mogelijk geen ondersteuning voor deze functie.
Weergave met gesplitst scherm Pop-upweergave
Basisfuncties
48
Weergave met gesplitst scherm
1
Tik op de toets Recent om de lijst met onlangs gebruikte apps te openen.
2
Veeg omhoog of omlaag en tik op op een recent app-venster.
De geselecteerde app wordt geopend in het bovenste venster.
3
Veeg in het onderste venster omhoog of omlaag om een andere app te selecteren om te
starten.
Als u apps wilt starten die niet in de lijst met onlangs gebruikte apps staan, tikt u op
APP-LIJST
en selecteert u een app.
Basisfuncties
49
Extra opties gebruiken
Tik op de balk tussen de app-vensters voor toegang tot extra opties.
Locaties schakelen tussen
app-vensters.
Dit app-paar toevoegen aan
het startscherm.
De momenteel geselecteerde
app sluiten.
Het geselecteerde venster
wijzigen in een
pop-upweergave.
De venstergrootte aanpassen
Sleep de balk tussen de app-vensters omhoog of omlaag om het formaat van de vensters aan te
passen.
Basisfuncties
50
Tekst of afbeeldingen delen tussen vensters
Sleep tekst of gekopieerde afbeeldingen vanuit het ene venster en zet deze neer in het andere
venster. Tik op een item en blijf dit aanraken in het geselecteerde venster en sleep het naar een
locatie in een ander venster.
Bepaalde apps bieden mogelijk geen ondersteuning voor deze functie.
De weergave met gesplitst scherm minimaliseren
Druk op de starttoets om de weergave met gesplitst scherm te minimaliseren. Het pictogram
wordt weergegeven op de statusbalk. De app in het onderste venster wordt gesloten en de app in
het bovenste venster blijft actief in de geminimaliseerde weergave met het gesplitste scherm.
Als u de geminimaliseerde weergave met het gesplitste scherm wilt sluiten, tikt u op
.
Een venster maximaliseren
Tik op een app-venster en sleep de balk tussen de app-vensters naar de bovenste of onderste rand
van het scherm.
Basisfuncties
51
Pop-upweergave
1
Tik op de toets Recent om de lijst met onlangs gebruikte apps te openen.
2
Veeg omhoog of omlaag, tik op een app-venster en houdt het vast, en sleep het venster naar
Hier neerzetten voor pop-upweergave
.
Het app-scherm wordt geopend in de pop-upweergave.
Het venster minimaliseren.
De app sluiten.
Het venster maximaliseren.
Pop-upvensters verplaatsen
Als u een pop-upvenster wilt verplaatsen, tikt u op de werkbalk van het venster en sleept u het naar
een nieuwe locatie.
Basisfuncties
52
Samsung-account
Introductie
Uw Samsung-account is een geïntegreerde accountservice waarmee u verschillende Samsung-
services kunt gebruiken die worden aangeboden door mobiele apparaten, tv's en de Samsung-
website. Wanneer uw Samsung-account is geregistreerd, kunt u apps van Samsung gebruiken
zonder dat u zich hoeft aan te melden.
Maak uw Samsung-account met uw e-mailadres.
Als u wilt zien welke services u kunt gebruiken met uw Samsung-account, gaat u naar
account.samsung.com. Voor meer informatie over Samsung-accounts opent u de app
Instellingen
en tikt u op
Cloud en accounts
Accounts
Samsung account
Help
.
Uw Samsung-account registreren
Een nieuw Samsung-account registreren
Als u geen Samsung-account hebt, moet u er een maken.
1
Start de app
Instellingen
en tik op
Cloud en accounts
Accounts
Account toevoegen
.
2
Tik op
Samsung account
ACCOUNT MAKEN
.
3
Volg de instructies op het scherm om uw account te maken.
Een bestaand Samsung-account registreren
Als u al een Samsung-account hebt, registreert u dit op het apparaat.
1
Start de app
Instellingen
en tik op
Cloud en accounts
Accounts
Account toevoegen
.
2
Tik op
Samsung account
.
Basisfuncties
53
3
Geef het e-mailadres en wachtwoord in en tik op
INLOGGEN
.
Als u uw accountinformatie bent vergeten, tikt u op
ID zoeken
of
Wachtwoord resetten
. U hebt
toegang tot uw accountinformatie als u de vereiste gegevens ingeeft.
4
Lees en accepteer de algemene voorwaarden en tik op
AKKOORD
.
5
Tik op
GEREED
om het registreren van uw Samsung-account te voltooien.
Uw Samsung-account verwijderen
Als u uw geregistreerde Samsung-account van het apparaat verwijdert, worden uw gegevens, zoals
uw contacten of afspraken, ook verwijderd.
1
Start de app
Instellingen
en tik op
Cloud en accounts
Accounts
.
2
Tik op
Samsung account
Account wissen
.
3
Tik op
VERWIJDER
, voer het wachtwoord voor uw Samsung-account in en tik op
ACCOUNT
WISSEN
.
Gegevens overzetten van uw vorige apparaat
Via Smart Switch (draadloos of via een USB-connector) of Samsung Cloud kunt u contacten,
afbeeldingen en andere gegevens van een vorig apparaat overzetten naar uw apparaat.
•
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten of computers.
•
Er zijn beperkingen van toepassing. Ga naar www.samsung.com/smartswitch voor
informatie. Samsung neemt copyright uiterst serieus. U mag alleen inhoud overzetten die
uw eigendom is of waarvoor u beschikt over overdrachtsrechten.
Smart Switch
Via Smart Switch kunt u gegevens overdragen tussen mobiele apparaten. Als u Smart Switch wilt
gebruiken, opent u de app
Instellingen
en tikt u op
Cloud en accounts
Smart Switch
. Als u de
app niet hebt, downloadt u deze via
Galaxy Apps
of
Play Store
.
Basisfuncties
54
Gegevens overzetten via een USB-connector
U kunt uw vorige apparaat met de USB-connector en een USB-kabel op uw nieuwe apparaat
aansluiten om snel en eenvoudig gegevens over te zetten.
1
Steek de USB-connector in de multifunctionele aansluiting van uw apparaat.
2
Sluit uw apparaat en het vorige apparaat aan met de USB-kabel van het vorige apparaat.
USB-connector
USB-kabel
1
2
Uw apparaatVorige apparaat
3
Als het pop-upvenster voor app-selectie wordt weergegeven, tikt u op
Smart Switch
ONTVANGEN
.
4
Tik op het vorige apparaat op
TOESTAAN
.
Uw apparaat herkent het vorige apparaat en een lijst met gegevens die u kunt overdragen,
wordt weergegeven.
5
Volg de instructies op het scherm om uw gegevens over te zetten van uw vorige apparaat.
Verwijder de USB-kabel of USB-connector van het apparaat niet tijdens de overdracht
van bestanden. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of kan het apparaat worden
beschadigd.
Als u gegevens overdraagt, neemt het batterijverbruik van uw apparaat toe. Zorg ervoor dat
uw apparaat voldoende is opgeladen voordat u gegevens overdraagt. Als de batterij bijna
leeg is, wordt de gegevensoverdracht mogelijk onderbroken.
Basisfuncties
55
Gegevens draadloos overdragen via Wi-Fi Direct
Via Wi-Fi Direct kunt u gegevens van uw vorige apparaat draadloos overdragen naar uw apparaat.
1
Start Smart Switch op het vorige apparaat.
Als u de app niet hebt, downloadt u deze via
Galaxy Apps
of
Play Store
.
2
Open op uw apparaat de app
Instellingen
en tik op
Cloud en accounts
Smart Switch
.
3
Plaats de apparaten bij elkaar in de buurt.
4
Tik op het vorige apparaat op
DRAADLOOS
VERZENDEN
VERBINDEN
.
5
Tik op uw apparaat op
DRAADLOOS
ONTVANGEN
en selecteer het type van het vorige
apparaat.
6
Volg de instructies op het scherm om uw gegevens over te zetten van uw vorige apparaat.
Basisfuncties
56
Back-upgegevens vanaf een computer overzetten
U kunt gegevens overzetten tussen uw apparaat en een computer. U moet de computerversie van
de Smart Switch-app downloaden van www.samsung.com/smartswitch. Maak een back-up van
gegevens op uw vorige apparaat op een computer en importeer de gegevens op uw apparaat.
1
Ga op de computer naar www.samsung.com/smartswitch om Smart Switch te downloaden.
2
Start Smart Switch op de computer.
Als uw vorige apparaat geen Samsung-apparaat is, maakt u een back-up van de gegevens
op een computer met een programma dat wordt geleverd door de fabrikant van het
apparaat. Ga vervolgens door naar de vijfde stap.
3
Sluit uw vorige apparaat met de USB-kabel aan op de computer.
4
Volg de instructies op het scherm van de computer om een back-up van de gegevens op het
apparaat te maken. Koppel uw vorige apparaat vervolgens los van de computer.
5
Sluit uw apparaat met de USB-kabel aan op de computer.
6
Volg de instructies op het scherm van de computer om de gegevens over te zetten naar uw
apparaat.
Basisfuncties
57
Samsung Cloud
Maak een back-up van gegevens op uw vorige apparaat in Samsung Cloud en zet de gegevens
terug naar uw nieuwe apparaat. U moet u registreren en aanmelden bij uw Samsung-account om
Samsung Cloud te gebruiken. Raadpleeg Samsung-account voor meer informatie.
Back-up maken van gegevens
1
Meld u op uw vorige apparaat aan bij uw Samsung-account.
2
Start de app
Instellingen
, selecteer de back-upoptie en maak een back-up van uw gegevens.
•
Als uw apparaat Samsung Cloud ondersteunt, opent u de app
Instellingen
, tikt u op
Cloud en accounts
Samsung Cloud
, selecteert u uw apparaat onder
BACK-UP EN
HERSTEL
, tikt u op
Back-up
en maakt u een back-up van uw gegevens.
•
De methode voor het maken van back-ups van gegevens kan verschillen, afhankelijk van
het model.
•
Van bepaalde gegevens wordt geen back-up gemaakt. Als u wilt controleren van welke
gegevens een back-up wordt gemaakt, start u de app
Instellingen
, tikt u op
Cloud en
accounts
Samsung Cloud
, selecteert u uw apparaat onder
BACK-UP EN HERSTEL
en
tikt u op
Back-up
.
Gegevens herstellen
1
Open op uw nieuwe apparaat de app
Instellingen
en tik op
Cloud en accounts
Samsung
Cloud
.
2
Selecteer uw apparaat onder
BACK-UP EN HERSTEL
en tik op
Gegevens herstellen
.
3
Vink de gegevenstypen aan die u wilt terugzetten en tik op
HERSTELLEN
.
Basisfuncties
58
Gegevens synchroniseren
U kunt gegevens die zijn opgeslagen op uw apparaten, synchroniseren met Samsung Cloud en ze
openen op andere apparaten.
1
Open op uw nieuwe apparaat de app
Instellingen
en tik op
Cloud en accounts
Samsung
Cloud
.
2
Tik op
Instellingen
Synchronisatie-instellingen
.
3
Tik op de schakelaars naast de items die u wilt synchroniseren.
Gegevens controleren
U kunt de opgeslagen items en het gebruikte geheugen van uw Samsung Cloud controleren. Start
de app
Instellingen
en tik op
Cloud en accounts
Samsung Cloud
.
•
U kunt het gebruikte geheugen en de opgeslagen items onmiddellijk controleren, zoals
GALERIJ
,
SAMSUNG NOTES
en
SAMSUNG CLOUD DRIVE
. Tik op elke kaart en open de
volgende pagina. U kunt de instellingen wijzigen of de opgeslagen gegevens controleren.
•
U kunt de back-upgegevens in uw Samsung-account controleren via de optie
BACK-UP EN
HERSTEL
. Selecteer uw apparaat en tik op
Gegevens herstellen
.
Basisfuncties
59
Apparaat- en gegevensbeheer
Het apparaat aansluiten op een computer voor
gegevensoverdracht
U kunt audio, video, afbeeldingen of andere soorten bestanden overbrengen van het apparaat naar
de computer of andersom.
Verwijder de USB-kabel van het apparaat niet tijdens de overdracht van bestanden.
Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of kan het apparaat worden beschadigd.
De apparaten kunnen mogelijk niet correct worden gekoppeld als ze via een USB-hub zijn
gekoppeld. Sluit het apparaat rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer.
1
Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op een computer.
2
Open het meldingenvenster en tik op
USB voor bestanden overzetten
Bestanden
overzetten
.
Als de computer uw apparaat niet herkent, tikt u op
Afbeeldingen overzetten
.
3
Tik op
TOESTAAN
om de computer toegang te geven tot de gegevens op uw apparaat.
Als de computer uw apparaat herkent, wordt het apparaat weergegeven in Mijn computer.
4
Breng bestanden over tussen uw apparaat en de computer.
Het apparaat bijwerken
Het apparaat kan worden bijgewerkt met de nieuwste software.
Bijwerken via de FOTA-service (Firmware Over-The-Air)
Het apparaat kan rechtstreeks worden bijgewerkt met de nieuwste software via de FOTA-service
(Firmware Over-The-Air).
Start de app
Instellingen
en tik op
Software-update
Updates handmatig downloaden
.
Wanneer u op de schakelaar
Updates automatisch downloaden
tikt om deze functie in te
schakelen, worden updates gedownload wanneer het apparaat is verbonden met een Wi-Fi-
netwerk.
Basisfuncties
60
Bijwerken met Smart Switch
Sluit het apparaat aan op een computer en werk het apparaat bij met de nieuwste software.
1
Ga op de computer naar www.samsung.com/smartswitch om Smart Switch te downloaden en
te installeren.
2
Start Smart Switch op de computer.
3
Sluit het apparaat met een USB-kabel aan op de computer.
4
Als er een software-update beschikbaar is, volgt u de instructies op het scherm om het apparaat
bij te werken.
•
Schakel de computer niet uit en maak de USB-kabel niet los terwijl het apparaat bezig is
met bijwerken.
•
Sluit geen andere media-apparaten aan op de computer terwijl het apparaat wordt
bijgewerkt. Dit kan het bijwerkproces verstoren. Voordat u bijwerkt, koppelt u alle andere
media-apparaten los van de computer.
Fabrieksinstellingen herstellen
Hiermee wist u alle instellingen en gegevens op het apparaat. Voordat u de fabrieksinstellingen van
het apparaat herstelt, moet u een back-up van alle belangrijke gegevens op het apparaat maken.
Raadpleeg Back-up en herstel voor meer informatie.
Start de app
Instellingen
en tik op
Algemeen beheer
Resetten
Fabrieksgegevens herstellen
RESETTEN
ALLES VERWIJDEREN
. Het apparaat wordt automatisch opnieuw gestart.
Basisfuncties
61
Deelfuncties
Deel inhoud met verschillende deelopties. De volgende acties zijn een voorbeeld van het delen van
afbeeldingen.
Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht als u bestanden deelt via het mobiele
netwerk.
1
Start de app
Galerij
en selecteer een afbeelding.
2
Tik op en selecteer een deelmethode, zoals Bluetooth en e-mail.
U kunt ook de volgende opties gebruiken:
•
Koppeling delen
: grote bestanden delen. U kunt bestanden uploaden naar de Samsung-
opslagserver en deze delen met anderen via een webkoppeling of een code. Als u deze
functie wilt gebruiken, moet uw telefoonnummer geverifieerd zijn.
•
Delen met apparaat
: inhoud delen met apparaten in de buurt via Wi-Fi Direct of
Bluetooth of met apparaten waarop Samsung Connect wordt ondersteund. U kunt ook de
weergegeven inhoud van uw apparaat bekijken op een groot scherm door uw apparaat te
verbinden met een tv of monitor die geschikt is voor screen mirroring.
Als u eerder berichten hebt verstuurd of inhoud hebt gedeeld, worden deze personen
waarmee u contact hebt opgenomen, weergegeven in het venster met opties voor delen.
Selecteer het pictogram van een persoon om inhoud direct met deze persoon te delen via
de desbetreffende app. Als de functie niet is geactiveerd, opent u de app
Instellingen
, tikt
u op
Geavanceerde functies
en tikt u vervolgens op de schakelaar
Direct share
om deze te
activeren.
Basisfuncties
62
3
Volg de instructies op het scherm om de afbeelding met anderen te delen.
Wanneer de afbeelding wordt verzonden naar de apparaten van de ontvangers, wordt een melding
weergegeven op hun apparaten. Tik op de melding om de afbeelding te bekijken en te downloaden.
Alarmstand
U kunt het apparaat overschakelen naar de stand voor noodgevallen om het batterijverbruik te
beperken. Bepaalde apps en functies worden beperkt. In de alarmstand kunt u een alarmoproep
uitvoeren, uw huidige locatiegegevens verzenden naar anderen, een alarm laten afgaan en meer.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt en tik op
Alarmstand
.
De resterende gebruiksduur geeft aan wanneer de batterij leeg is. De gebruiksduur kan
verschillen afhankelijk van uw apparaatinstellingen en de gebruiksomstandigheden.
Alarmstand uitschakelen
Tik op
Alarmstand uitschakelen
om de alarmstand uit te schakelen. U kunt ook de aan/uit-toets
ingedrukt houden en op
Alarmstand
tikken.
63
Applicaties
Apps installeren of verwijderen
Galaxy Apps
Koop en download apps. U kunt apps downloaden die speciaal voor Samsung Galaxy-apparaten zijn
gemaakt.
Open de map
Samsung
en start de app
Galaxy Apps
.
De beschikbaarheid van deze app is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Apps installeren
Blader door apps op categorie of tik op het zoekveld om te zoeken met een zoekwoord.
Selecteer een app als u informatie erover wilt weergeven. Als u gratis apps wilt downloaden, tikt u op
INSTALLEREN
. Als u apps wilt kopen of downloaden waarvoor kosten in rekening worden gebracht,
tikt u op de prijs en volgt u de instructies op het scherm.
Als u de instellingen voor automatisch bijwerken wilt wijzigen, tikt u op
Instellingen
Apps automatisch bijwerken
en selecteert u een optie.
Play Store
Koop en download apps.
Open de app
Play Store
.
Apps installeren
Blader door apps op categorie of zoek naar apps met een zoekwoord.
Selecteer een app als u informatie erover wilt weergeven. Als u gratis apps wilt downloaden, tikt u op
INSTALLEREN
. Als u apps wilt kopen of downloaden waarvoor kosten in rekening worden gebracht,
tikt u op de prijs en volgt u de instructies op het scherm.
Als u de instellingen voor automatisch bijwerken wilt wijzigen, tikt u op
Instellingen
Apps automatisch updaten
en selecteert u een optie.
Applicaties
64
Apps beheren
Apps verwijderen of uitschakelen
Tik op het startscherm of het scherm Apps, blijf een app aanraken en selecteer een optie.
•
Uitschakelen
: zo kunt u geselecteerde standaard-apps uitschakelen die niet van het apparaat
kunnen worden verwijderd.
•
Verwijderen
: verwijder gedownloade apps.
Apps inschakelen
Start de app
Instellingen
, tik op
Apps
Uitgeschakeld
, selecteer een app en tik op
INSCHAKELEN
.
App-machtigingen inschakelen
Sommige apps werken alleen goed als ze beschikken over machtigingen om informatie op uw
apparaat te openen of te gebruiken. Als u een app opent, verschijnt mogelijk een pop-upvenster
waarin toegang wordt gevraagd tot bepaalde functies of informatie. Tik op
TOESTAAN
op het pop-
upvenster om machtigingen te verlenen aan de app.
Als u de machtigingsinstellingen van de app wilt bekijken, opent u de app
Instellingen
en tikt u
op
Apps
. Selecteer een app en tik op
Machtigingen
. U kunt de lijst met machtigingen voor de app
bekijken en de bijbehorende machtigingen wijzigen.
Als u de instellingen voor app-machtigingen op machtigingscategorie wilt bekijken of wijzigen,
opent u de app
Instellingen
en tikt u op
Apps
App-machtigingen
. Selecteer een item en tik
op de schakelaars naast de apps om machtigingen te verlenen.
Als u geen machtigingen verleent aan apps, werken de basisfuncties van de apps mogelijk
niet goed.
Applicaties
65
Telefoon
Introductie
U kunt spraak- en video-oproepen plaatsen en aannemen.
Zelf bellen
1
Start de app
Telefoon
en geef een telefoonnummer in.
Als het toetsenblok niet wordt weergegeven op het scherm, tikt u op
om het toetsenblok te
openen.
2
Tik op
om een spraakoproep te starten of tik op om een video-oproep te starten.
Een nieuw contact maken.
Het telefoonnummer weergeven.
Het toetsenblok verbergen.
Een voorgaand teken verwijderen.
Extra opties weergeven.
Het nummer toevoegen aan een
bestaand contact.
Applicaties
66
Snelkiesnummers gebruiken
Stel snelkiesnummers in om snel contacten te bellen.
Als u een snelkiesnummer wilt instellen, tikt u op
Snelkiesnummers
, selecteert u een
snelkiesnummer en voegt u een telefoonnummer toe.
Als u wilt bellen, tikt u op een snelkiesnummer op het toetsenbord en blijft u dit aanraken. Voor
snelkiesnummers 10 en hoger tikt u op het eerste cijfer/de eerste cijfers van het nummer en tikt u
vervolgens op het laatste cijfer en blijft u dit aanraken.
Als u bijvoorbeeld het nummer 123 instelt als snelkiesnummer, tikt u op 1, tikt u op 2 en tikt u
vervolgens op 3 en blijft u dit aanraken.
Bellen vanaf het vergrendelscherm
Sleep op het vergrendelscherm buiten de grote cirkel.
Bellen vanuit logboeken of lijsten met contacten
Tik op
RECENT
of
CONTACTEN
en veeg naar rechts op een contact of telefoonnummer om een
oproep te maken.
Bellen naar het buitenland
1
Tik op om het toetsenbord te openen als het niet wordt weergegeven op het scherm.
2
Tik op 0 en blijf dit aanraken totdat het teken + wordt weergegeven.
3
Geef het landnummer, netnummer en telefoonnummer in en tik op .
Oproepen ontvangen
Een oproep aannemen
Sleep buiten de grote cirkel bij een inkomende oproep.
Een oproep weigeren
Sleep buiten de grote cirkel bij een inkomende oproep.
Als u bij het weigeren van een inkomende oproep een bericht wilt terugsturen, sleept u de balk voor
weigerberichten omhoog.
Als u verschillende weigerberichten wilt maken, opent u de app
Telefoon
, tikt u op
Instellingen
Berichten snel weigeren
, voert u een bericht in en tikt u vervolgens op .
Applicaties
67
Gemiste oproepen
Als u een oproep hebt gemist, wordt het pictogram weergegeven op de statusbalk. Open het
meldingenvenster om een lijst met gemiste oproepen weer te geven. U kunt ook de app
Telefoon
openen en tikken op
RECENT
om de gemiste oproepen te bekijken.
Telefoonnummers blokkeren
U kunt oproepen blokkeren van specifieke nummers die zijn toegevoegd aan uw blokkeerlijst.
1
Start de app
Telefoon
en tik op
Instellingen
Nummers blokkeren
.
2
Tik op , vink contacten aan en tik op
GEREED
.
Als u handmatig een nummer wilt ingeven, tikt u op
Telefoonnummer invoeren
, geeft u een
telefoonnummer in en tikt u op
.
Wanneer via geblokkeerde nummers wordt geprobeerd contact met u op te nemen, ontvangt u
geen meldingen. De oproepen worden geregistreerd in het oproeplogbestand.
U kunt ook oproepen blokkeren van mensen die hun beller-id hebben uitgeschakeld. Tik op
de schakelaar
Onbekende bellers blokkeren
om de functie in te schakelen.
Opties tijdens gesprekken
Tijdens een spraakoproep
De volgende opties zijn beschikbaar:
•
: extra opties openen.
•
Oproep toevoegen
: een tweede nummer bellen.
•
Extra volume
: het volume verhogen.
•
Bluetooth
: overschakelen naar een Bluetooth-headset als deze is verbonden met het apparaat.
•
Luidspreker
: de luidsprekerfunctie in- of uitschakelen. Wanneer u de luidsprekerfunctie
gebruikt, spreekt u in de microfoon bovenaan het apparaat en houdt u het apparaat uit de
buurt van uw oren.
•
Stil
: de microfoon uitschakelen zodat de andere persoon u niet kan horen.
•
Toetsen
/
Verbergen
: het toetsenblok openen of sluiten.
•
: beëindiging van de huidige oproep.
Applicaties
68
Tijdens een video-oproep
Tik op het scherm om de volgende opties te gebruiken:
•
: extra opties openen.
•
Camera
: de camera uitschakelen zodat de andere persoon u niet kan zien.
•
Schakel
: schakelen tussen de camera aan de voorzijde en de camera aan de achterzijde.
•
: beëindiging van de huidige oproep.
•
Stil
: de microfoon uitschakelen zodat de andere persoon u niet kan horen.
•
Luidspreker
: de luidsprekerfunctie in- of uitschakelen. Wanneer u de luidsprekerfunctie
gebruikt, spreekt u in de microfoon onderaan het apparaat en houdt u het apparaat uit de buurt
van uw oren.
Contacten
Introductie
U kunt nieuwe contacten toevoegen of contacten beheren op het apparaat.
Contacten toevoegen
Een nieuw contact maken
1
Start de app
Contacten
, tik op en selecteer een opslaglocatie.
Applicaties
69
2
Geef de contactgegevens in.
Een opslaglocatie selecteren.
Een afbeelding toevoegen.
Meer informatievelden openen.
Contactgegevens van een
visitekaartje scannen.
Geef de contactgegevens in.
Afhankelijk van de geselecteerde opslaglocatie kunnen de typen informatie die u opslaat
verschillen.
3
Tik op
OPSLAAN
.
Een telefoonnummer aan contacten toevoegen via het toetsenblok
1
Open de app
Telefoon
.
2
Geef het nummer in.
Als het toetsenblok niet wordt weergegeven op het scherm, tikt u op
om het toetsenblok te
openen.
3
Tik op
CONTACT TOEVOEGEN
om een nieuw contact te maken of tik op
BESTAANDE
BIJWERKEN
om het nummer aan een bestaand contact toe te voegen.
Applicaties
70
Een telefoonnummer aan contacten toevoegen via de oproepenlijst
1
Start de app
Telefoon
en tik op
RECENT
.
2
Tik op de afbeelding van een beller of tik op een telefoonnummer
Gegevens
.
3
Tik op
Contact toevoegen
om een nieuw contact te maken of tik op
Bestaande bijwerken
om
het nummer aan een bestaand contact toe te voegen.
Contacten importeren
Voeg contacten toe door deze uit andere opslagruimten naar uw apparaat te importeren.
1
Start de app
Contacten
en tik op
Contacten beheren
Contacten importeren/
exporteren
IMPORTEREN
.
2
Selecteer een opslaglocatie waarin u contacten wilt opslaan.
3
Vink VCF-bestanden of contacten aan die u wilt importeren en tik op
GEREED
.
4
Selecteer een opslaglocatie waarin u contacten wilt opslaan en tik op
IMPORTEREN
.
Contacten synchroniseren met uw webaccounts
Synchroniseer uw apparaatcontacten met online contacten die zijn opgeslagen in uw webaccounts,
zoals uw Samsung-account.
1
Start de app
Instellingen
, tik op
Cloud en accounts
Accounts
en selecteer het account
waarmee u wilt synchroniseren.
2
Tik op
Account synchroniseren
en tik op de schakelaar
Contacten synchroniseren
om deze in
te schakelen.
Tik voor het Samsung-account op
Synchr.instellingen
en tik op de schakelaar
Contacten
om deze in te schakelen.
Applicaties
71
Zoeken naar contacten
Open de app
Contacten
.
Gebruik een van de volgende zoekmethoden:
•
Scrol omhoog of omlaag in de lijst met contacten.
•
Sleep met een vinger langs de index op de rechterzijde van de lijst met contacten om er snel
doorheen te scrollen.
•
Tik op het zoekveld bovenaan de lijst met contacten en geef de zoekterm in.
Tik op de afbeelding van het contact of tik op de naam van het contact
Gegevens
. Voer
vervolgens een van deze acties uit:
•
: toevoegen aan favoriete contacten.
•
/ : een spraak- of video-oproep starten.
•
: een bericht samenstellen.
•
: een e-mail schrijven.
Profiel delen
U kunt uw profielgegevens, zoals uw foto en statusbericht, delen met anderen die de functie voor
profiel delen gebruiken.
•
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
•
Deze functie is alleen beschikbaar voor contacten die de functie voor delen hebben
ingeschakeld op hun apparaat.
Start de app
Contacten
, tik op uw profiel
Profiel delen
en tik op de schakelaar om deze te
activeren. Als u deze functie wilt gebruiken, moet uw telefoonnummer geverifieerd zijn. U kunt de
bijgewerkte profielgegevens van uw contacten bekijken in
Contacten
.
Als u een groep met contacten wilt instellen waarmee u uw profiel wilt delen, tikt u op
Delen met
en
selecteert u een optie.
Applicaties
72
Contacten delen
U kunt contacten met anderen delen via verschillende opties voor delen.
1
Open de app
Contacten
.
2
Tik op
Delen
.
3
Vink contacten aan en tik op
DELEN
.
4
Selecteer een methode voor delen.
Dubbele contacten samenvoegen
Wanneer u contacten uit andere opslagruimten importeert of contacten synchroniseert met andere
accounts, kan uw lijst met contacten dubbele contacten bevatten. Voeg dubbele contacten samen
om uw lijst met contacten te stroomlijnen.
1
Start de app
Contacten
en tik op
Contacten beheren
Contacten samenvoegen
.
2
Vink contacten aan en tik op
SAMENVOEGEN
.
Contacten verwijderen
1
Start de app
Contacten
en tik op
Wissen
.
2
Vink contacten aan en tik op
WISSEN
.
Als u contacten één voor één wilt verwijderen, opent u de contactenlijst en tikt u op de afbeelding
van een contact of tikt u op de naam van een contact
Gegevens
. Tik vervolgens op
Wissen
.
Applicaties
73
Berichten
Introductie
Berichten verzenden en weergeven op conversatie.
Berichten verzenden
Voor berichten die u tijdens het roamen verstuurt, moet u wellicht extra betalen.
1
Start de app
Berichten
en tik op .
2
Voeg ontvangers toe en tik op
OPSTELLEN
.
3
Een bericht ingeven.
Extra opties weergeven.
Een bericht ingeven.
Ontvangers uit de contactenlijst
toevoegen.
Emoticons ingeven.
Bestanden toevoegen.
Ontvangers bewerken.
Het bericht verzenden.
4
Tik op om het bericht te verzenden.
Applicaties
74
Berichten bekijken
Berichten worden in berichtenreeksen gesorteerd op contact.
Voor berichten die u tijdens het roamen ontvangt, moet u wellicht extra betalen.
1
Start de app
Berichten
en tik op
GESPREKKEN
.
2
Selecteer een contact in de lijst met berichten.
3
Bekijk het gesprek.
Als u op het bericht wilt reageren, geeft u een bericht in en tikt u op
.
Ongewenste berichten blokkeren
U kunt berichten blokkeren van specifieke nummers die zijn toegevoegd aan uw blokkeerlijst.
1
Start de app
Berichten
en tik op
Instellingen
Berichten blokkeren
Nummers
blokkeren
.
2
Tik op
POSTVAK IN
of
CONTACTEN
, selecteer een contact en tik vervolgens op .
Als u handmatig een nummer wilt ingeven, tikt u op
Nummer invoeren
en geeft u een
telefoonnummer in.
De berichtmelding instellen
U kunt het meldingsgeluid, weergaveopties en meer wijzigen.
1
Start de app
Berichten
, tik op
Instellingen
Meldingen
en tik vervolgens op de
schakelaar om deze te activeren.
2
Wijzig de instellingen voor meldingen.
Een berichtherinnering instellen
U kunt een melding op een bepaald interval instellen om u te laten weten dat u niet-bekeken
meldingen hebt. Als deze functie niet is geactiveerd, opent u de app
Instellingen
, tikt u op
Toegankelijkheid
Meldingsherinnering
en tikt u op de schakelaar om deze te activeren. Tik
vervolgens op de schakelaar
Berichten
om deze te activeren.
Applicaties
75
Internet
Introductie
U kunt op internet bladeren om informatie te zoeken en pagina's die u vaak bezoekt als favoriet
instellen zodat u ze gemakkelijk weer kunt openen.
Webpagina's bekijken
1
Open de map
Samsung
en start de app
Internet
.
2
Tik op het adresveld.
3
Geef het webadres of een zoekwoord in en tik op
Ga
.
Als u de werkbalken wilt weergeven, sleept u uw vinger enigszins omlaag op het scherm.
Als u snel tussen tabbladen wilt schakelen, veegt u naar links of naar rechts op het adresveld.
Huidige pagina als favoriet
instellen.
Snelmenu
De startpagina openen.
Verplaatsen tussen pagina's.
Tabbladbeheer van de browser
openen.
Extra opties weergeven.
De huidige webpagina vernieuwen.
Uw favorieten, opgeslagen
webpagina's en recente
browsegeschiedenis weergeven.
Applicaties
76
Geheime stand gebruiken
In de geheime stand kunt u geopende tabbladen, favorieten en opgeslagen pagina's afzonderlijk
beheren. U kunt de geheime stand vergrendelen met een wachtwoord en uw vingerafdruk.
Geheime stand activeren
Tik op de werkbalk onderaan het scherm op
Tabbladen
GEHEIME STAND INSCHAKELEN
. Als
u deze functie voor de eerste keer gebruikt, stelt u in of u een wachtwoord wilt gebruiken voor de
geheime stand.
In de geheime stand kunt u sommige functies, zoals schermafbeelding, niet gebruiken.
In de geheime stand wordt de kleur van de werkbalken op het apparaat veranderd.
De beveiligingsinstellingen wijzigen
U kunt uw wachtwoord of de vergrendelingsstand wijzigen.
Tik op
Instellingen
Privacy
Beveiliging Geheime stand
Wachtwoord wijzigen
.
Als u uw geregistreerde vingerafdruk wilt instellen als de vergrendelingsmethode samen met
het wachtwoord, tikt u op de schakelaar
Vingerafdrukken
om dit te activeren. Raadpleeg
Vingerafdrukherkenning voor meer informatie over het gebruik van uw vingerafdrukken.
Geheime stand uitschakelen
Tik op de werkbalk onderaan het scherm op
Tabbladen
GEHEIME STAND UITSCHAKELEN
.
Applicaties
77
E-mail
E-mailaccounts instellen
Stel een e-mailaccount in wanneer u
E-mail
voor het eerst opent.
1
Open de map
Samsung
en start de app
E-mail
.
2
Geef het e-mailadres en wachtwoord in en tik op
INLOGGEN
.
Als u een e-mailaccount handmatig wilt registreren, tikt u op
HANDM. INSTELL.
3
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Als u een ander e-mailaccount wilt instellen, tikt u op
Account toevoegen
.
Als u meerdere e-mailaccounts hebt, kunt u een account instellen als standaardaccount. Tik op
Standaardaccount instellen
.
E-mails verzenden
1
Tik op om een e-mail te schrijven.
2
Voeg ontvangers toe en voer een tekst voor de e-mail in.
3
Tik op
VERZENDEN
om de e-mail te verzenden.
E-mails lezen
Wanneer
E-mail
is geopend, haalt het apparaat nieuwe e-mails automatisch op. Als u e-mails
handmatig wilt ophalen, veegt u omlaag op het scherm.
Tik op een e-mail op het scherm om deze te lezen.
Als e-mailsynchronisatie is uitgeschakeld, kunnen nieuwe e-mails niet worden opgehaald.
Als u e-mailsynchronisatie wilt inschakelen, tikt u op
uw accountnaam en tikt u
vervolgens op de schakelaar
Account synchroniseren
om deze functie in te schakelen.
Applicaties
78
Camera
Introductie
U kunt foto's maken en video's opnemen met verschillende standen en instellingen.
Cameragebruik
•
Maak geen foto's of video's van andere personen zonder hun toestemming.
•
Maak geen foto's of video's waar dit wettelijk niet is toegestaan.
•
Maak geen foto's of video's op plaatsen waar u mogelijk de privacy van anderen schendt.
Camera starten
Gebruik de volgende methoden om Camera te starten:
•
Open de app
Camera
.
•
Druk twee keer snel op de starttoets.
•
Sleep op het vergrendelscherm buiten de grote cirkel.
•
De beschikbaarheid van sommige methoden is afhankelijk van uw regio of
serviceprovider.
•
Sommige camerafuncties zijn niet beschikbaar als u de app
Camera
start vanuit het
vergrendelscherm of als het scherm is uitgeschakeld als de beveiligingsfuncties zijn
ingeschakeld.
Applicaties
79
Veeggebaren gebruiken
Snel beheer van het voorbeeldscherm is mogelijk door in verschillende richtingen te vegen. U kunt
de opnamestand wijzigen, schakelen tussen camera's of filtereffecten toepassen.
Voorbeeld voor camera aan
de voorzijde
Voorbeeld voor camera aan
de achterzijde
Opnamestanden Filtereffecten
Van camera wisselen
Veeg in het voorbeeldscherm omhoog of omlaag om tussen camera's te schakelen.
Opnamestanden weergeven
Veeg in het voorbeeldscherm van links naar rechts om de lijst met opnamestanden te openen.
Applicaties
80
Filtereffecten weergeven
Veeg in het voorbeeldscherm van rechts naar links om de lijst met filtereffecten te openen. U kunt
een uniek effect aan uw foto's of video's geven.
Deze functie is alleen beschikbaar in bepaalde opnamestanden.
Basisinformatie over foto's en video's maken
Foto's of video's maken
1
Tik op de afbeelding in het voorbeeldscherm op de plek waarop de camera moet scherpstellen.
2
Tik op om een foto te maken of op om een video te maken. Blijf aanraken om een
reeks foto's te maken.
•
Spreid twee vingers op het scherm om in te zoomen en knijp samen om uit te zoomen.
•
Tik op het scherm om de helderheid van foto's of video's aan te passen. Wanneer de
aanpassingsbalk verschijnt, sleept u
op de aanpassingsbalk naar of .
•
Als u een afbeelding wilt vastleggen van de video terwijl u opneemt, tikt u op .
•
Als u de focus wilt wijzigen terwijl u een video maakt, tikt u op de locatie waarop u wilt
scherpstellen. Als u wilt scherpstellen op het midden van het scherm, tikt u op
.
Camera-instellingen
Snelle instellingen
Een video maken.
Een foto maken.
Voorbeeldminiatuur
Lijst met stickers
Huidige stand
Schakelen tussen de
camera aan de
voorzijde en de
camera aan de
achterzijde.
Applicaties
81
•
Het voorbeeldscherm kan verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera en het
model die worden gebruikt.
•
De camera schakelt automatisch uit wanneer deze niet wordt gebruikt.
•
Zorg dat de lens schoon is. Anders werkt het apparaat mogelijk niet correct in bepaalde
standen waarvoor hoge resoluties zijn vereist.
•
De camera van uw apparaat is uitgerust met een groothoeklens. Er kan een kleine
vervorming optreden in groothoekfoto's wat niet duidt op prestatieproblemen.
•
De maximale opnametijd kan afnemen wanneer u video opneemt op een hoge resolutie.
HDR (hoog dynamisch bereik)
Gebruik de HDR-stand om foto's en video's te maken met warme kleuren en details zelfs in lichte en
donkere omgevingen vast te leggen.
Tik op het voorbeeldscherm op
HDR (rijke toon)
en selecteer een optie.
Zonder effect Met effect
Applicaties
82
De scherpstelling (AF) en belichting (AE) vergrendelen
U kunt de scherpstelling of belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen
dat de camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of
lichtbronnen.
Blijf het gebied aanraken waarop u wilt scherpstellen; het AF/AE-kader wordt weergegeven op het
gebied en de instellingen voor scherpstelling en belichting worden vergrendeld. De instellingen
blijven vergrendeld, ook nadat u een foto hebt gemaakt.
Deze functie is alleen beschikbaar in bepaalde opnamestanden.
Aangepaste opnamestanden
Veeg op het voorbeeldscherm naar rechts om de lijst met opnamestanden te openen en selecteer
een stand.
Tik op
Informatie
om de beschrijving van elke stand te bekijken.
Als u standen opnieuw wilt indelen, tikt u op
Bewerken
, blijft u een standpictogram aanraken
en sleept u dit naar een nieuwe locatie.
Als u snelkoppelingen voor standen wilt toevoegen aan het startscherm, tikt u op
Sneltoets
toev. op startscherm
.
Automatische stand
Met de Automatische stand kan de camera de omgeving evalueren en de ideale stand bepalen voor
de foto.
Tik op
Auto
in de lijst met opnamestanden.
Applicaties
83
Prof-stand
U kunt foto's maken terwijl u verschillende opname-opties aanpast, zoals belichtingswaarde en ISO-
waarde.
Tik op
Prof
in de lijst met opnamestanden. Selecteer opties, pas de instellingen aan en tik op om
een foto te maken.
•
: een ISO-waarde selecteren. Hiermee wordt de lichtgevoeligheid van de camera bediend.
Lage waarden zijn voor stilstaande of helder verlichte objecten. Hogere waarden zijn voor
snelbewegende of helder verlichte onderwerpen. Hogere ISO-waarden kunnen echter tot
beeldruis op foto's leiden.
Als de sluitertijd handmatig is ingesteld, kunt u de ISO-waarde niet instellen op
AUTO
.
•
: de sluitertijd aanpassen. Met een lange sluitertijd valt meer licht binnen, waardoor de
foto helderder wordt. Dit is ideaal voor foto's van landschappen of foto's die 's nachts worden
gemaakt. Met een korte sluitertijd valt minder licht binnen. Dit is ideaal als u foto's van snel
bewegende onderwerpen wilt maken.
•
: een kleurtint selecteren. Als u uw eigen kleurtint wilt maken, tikt u op
Toon 1
of
Toon 2
.
•
: de scherpstelstand wijzigen. Sleep de aanpassingsbalk naar of om de scherpstelling
handmatig aan te passen. Als u wilt overschakelen naar de autofocusstand, tikt u op
MANUAL
.
•
: een geschikte witbalans selecteren, zodat afbeeldingen een levensecht kleurbereik
hebben. U kunt de kleurtemperatuur instellen. Tik op
en sleep met uw vinger over de balk
voor de kleurtemperatuur.
•
: de belichtingswaarde wijzigen. Hiermee wordt bepaald hoeveel licht de sensor van de
camera ontvangt. Voor omstandigheden met weinig licht, moet u een hogere belichting
gebruiken.
Als de sluitertijd handmatig is ingesteld, kunt u de belichtingswaarde niet wijzigen. De
belichtingswaarde verandert en wordt weergegeven op basis van de ingestelde sluitertijd.
Applicaties
84
Het scherpstelgebied en het belichtingsgebied scheiden
U kunt de scherpstelling en belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen
dat de camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of
lichtbronnen. In de professionele stand kunt u de belichting en scherpstelling van elkaar scheiden en
ze op verschillende punten instellen.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u de sluitertijd en de scherpstelling instelt op
AUTO
in de professionele stand.
1
Tik in het voorbeeldvenster op een gebied en blijf dit aanraken om scherp te stellen.
Het AF/AE-kader wordt in het scherpstelgedeelte weergegeven.
2
Sleep het AF/AE-kader naar het belichtingsgedeelte.
Het belichtingsgebied wordt gescheiden van het scherpstelgebied.
Applicaties
85
Panorama
Maak een horizontale of verticale serie foto's en voeg deze samen om een brede scène te maken.
Volg deze tips om de beste opnamen in de panoramastand te maken:
•
Beweeg de camera langzaam in één richting.
•
Zorg ervoor dat het beeld binnen het kader van de zoeker van de camera blijft. Als de
voorbeeldafbeelding buiten het lijnframe ligt of als u het apparaat niet beweegt, stopt
het apparaat automatisch met foto's maken.
•
Vermijd het maken van foto's met onduidelijke achtergronden, zoals een lege lucht of
een kale muur.
1
Tik op
Panorama
in de lijst met opnamestanden.
2
Tik op en beweeg het apparaat langzaam in één richting.
3
Tik op
om te stoppen met foto's maken.
4
Tik op het voorbeeldscherm op de voorbeeldminiatuur.
Bewegingspanorama
U kunt een panorama met beweging vastleggen en bekijken.
Als u bewegingspanorama's maakt, wordt het geluid niet opgenomen.
1
Op het panoramavoorbeeldscherm zorgt u ervoor dat de bewegingsfunctie is ingeschakeld
(
) en maakt u een bewegingspanorama.
2
Tik op het voorbeeldscherm op de voorbeeldminiatuur.
3
Tik op
ALS BEWEGINGSPANORAMA
.
De opgenomen bewegingspanorama wordt afgespeeld.
4
Kantel het apparaat of veeg op het scherm om de opgenomen bewegingspanorama te draaien.
Tik op
VIDEO OPSLAAN
om de bewegingspanorama op te slaan als een videobestand.
Applicaties
86
Selectieve focus
Gebruik de selectieve focusstand om bepaalde onderwerpen te laten opvallen in een foto.
1
Tik op
Selectieve focus
in de lijst met opnamebestanden.
2
Tik op de afbeelding in het voorbeeldscherm op de plek waarop de camera moet scherpstellen.
3
Tik op om een foto te maken.
4
Tik op het miniatuurvoorbeeld.
5
Tik op
VERVAGING AANPASSEN
en selecteer een van de volgende opties:
•
Focus dichtbij
: het onderwerp laten opvallen en de achtergrond vervagen rond het
onderwerp.
•
Focus veraf
: het onderwerp vervagen en de achtergrond laten opvallen rondom het
onderwerp.
•
Focus pannen
: het onderwerp en de achtergrond laten opvallen.
6
Tik op
OPSLAAN
.
•
U kunt het beste onderwerpen op een afstand van maximaal 50 cm vanaf het apparaat
plaatsen. Plaats onderwerpen waarop u wilt scherpstellen, dicht bij het apparaat.
•
Als u foto's maakt, moet u ervoor zorgen dat er voldoende afstand is tussen het
onderwerp en de achtergrond. De afstand moet minstens drie keer de afstand zijn tussen
het apparaat en het onderwerp.
•
Zorg ervoor dat het apparaat niet beweegt en blijf zelf op dezelfde plek staan terwijl u
een foto maakt.
•
De kwaliteit van de foto's die worden gemaakt met het apparaat, kan worden beïnvloed
door de volgende omstandigheden:
Het apparaat of het onderwerp beweegt.
Er is veel tegenlicht, er is weinig licht of u maakt foto's binnenshuis.
Het onderwerp of de achtergrond heeft geen patroon of bestaat uit een effen kleur.
Applicaties
87
Slow motion
Een video opnemen voor weergave in slow motion. U kunt delen van uw video opgeven die moeten
worden afgespeeld in slow motion.
1
Tik op
Slow motion
in de lijst met opnamebestanden.
2
Tik op om de opname te starten.
3
Tik op wanneer u klaar bent met de opname.
4
Tik op het voorbeeldscherm op de voorbeeldminiatuur.
5
Tik op .
De video wordt afgespeeld met een willekeurig ingesteld slow motion-gedeelte. Als een video
veel beweging bevat, worden een of twee slow-motion-gedeelten gemaakt op basis van de
grootste bewegingen.
Delen voor slow motion bewerken
1
Tik op het voorbeeldscherm op de voorbeeldminiatuur.
2
Tik op .
3
Tik op het scherm en tik op om het afspelen te onderbreken.
4
Sleep het beginhekje en het eindhekje naar het gewenste punt om de duur in te stellen van de
video die moet worden afgespeeld.
Applicaties
88
5
Sleep om het gedeelte van de video in te stellen dat moet worden afgespeeld in slow
motion.
Als u een slow motion-gedeelte nauwkeuriger wilt instellen, blijft u
aanraken en sleept u uw
vinger naar links of rechts om frame voor frame door het gedeelte te gaan.
Slow motion-gedeelten
Eindgreep
Startgreep
6
Tik op het slow motion-gedeelte en gebruik de volgende opties:
•
Splitsen
: het gedeelte in twee delen splitsen.
•
Wissen
: een van de gesplitste delen verwijderen.
•
Snelheid
: de afspeelsnelheid wijzigen van het geselecteerde gedeelte.
7
Tik op om een voorbeeld van de video te bekijken.
8
Tik op
OPSLAAN
om de video als nieuw bestand op te slaan.
Hyperlapse
Neem scènes, zoals voorbijlopende mensen of voorbijrijdende auto's, op en bekijk deze als
snelbewegende video's. De framesnelheid wordt automatisch aangepast om vloeiende, minder
schokkerige snelbewegende video's op te nemen terwijl u loopt, met een voertuig reist, enzovoort.
In deze stand werkt automatische scherpstelling niet.
1
Tik op
Hyperlapse
in de lijst met opnamestanden.
2
Tik op en selecteer een framesnelheidoptie.
Als u de framesnelheid instelt op
Auto
, past het apparaat de framesnelheid automatisch aan
volgens de veranderende snelheid van de scène.
Applicaties
89
3
Tik op om de opname te starten.
4
Tik op om de opname te voltooien.
5
Op het voorbeeldscherm tikt u op de voorbeeldminiatuur en vervolgens op om de video te
bekijken.
Eten
Maak foto's van eten met levendigere kleuren.
1
Tik op
Eten
in de lijst met opnamestanden.
2
Tik op het scherm en sleep het ronde frame op het gedeelte dat u wilt markeren.
Het gebied buiten het ronde frame wordt wazig gemaakt.
Als u het formaat van het ronde frame opnieuw wilt instellen, sleept u een hoek van het frame.
3
Tik op en sleep de aanpassingsbalk om de kleurtoon aan te passen.
4
Tik op om een foto te maken.
Applicaties
90
Virtuele opname
U kunt een reeks foto's maken terwijl u om een onderwerp heen loopt, om een weergave van het
onderwerp te maken vanuit meerdere hoeken. U kunt het onderwerp bekijken vanuit meerdere
hoeken door uw vinger naar links of rechts te slepen op de foto.
1
Tik op
Virtuele opname
in de lijst met opnamebestanden.
2
Plaats het onderwerp in het midden van het voorbeeldscherm en tik op .
3
Beweeg het apparaat langzaam rond het onderwerp in één richting om meer foto's te maken.
Wanneer de pijl helemaal geel wordt of wanneer u niet meer om het onderwerp heen draait,
houdt het apparaat automatisch op met het maken van foto's.
Virtuele opnamen bekijken
1
Tik op het voorbeeldscherm op de voorbeeldminiatuur.
2
Tik op .
3
Sleep uw vinger naar links of rechts op het scherm of draai het apparaat naar links of rechts om
het onderwerp te bekijken vanuit verschillende hoeken.
Applicaties
91
Selfie
U kunt selfies maken met de camera aan de voorzijde. U kunt een voorbeeld van verschillende
beauty-effecten op het scherm bekijken.
1
Veeg in het voorbeeldscherm omhoog of omlaag of tik op
om naar de camera aan de
voorzijde te schakelen voor selfies.
2
Tik op
Selfie
in de lijst met opnamestanden.
3
Kijk naar de cameralens aan de voorzijde.
4
Als het apparaat uw gezicht detecteert, tikt u op de sensor op de achterzijde van het apparaat
om een foto van uzelf te maken.
U kunt ook uw handpalm voor de camera aan de voorzijde houden. Als uw handpalm is
herkend, verschijnt een afteltimer. Als de tijd om is, maakt het apparaat een foto.
Als u verschillende opnameopties voor de camera aan de voorzijde wilt gebruiken, tikt u op
Opnamemethoden
en tikt u vervolgens op de schakelaars om deze te activeren.
De selfieflitser gebruiken
Als u bij weinig licht selfies maakt met de camera aan de voorzijde, kan het aanraakscherm fungeren
als flitser.
Tik in het voorbeeldscherm herhaaldelijk op
totdat u bereikt. Als u een foto maakt, flitst het
aanraakscherm.
Applicaties
92
Beauty-effecten toepassen
U kunt het spotlight-effect toepassen of gezichtskenmerken, zoals uw huidstint of gezichtsvorm,
aanpassen voordat u selfies maakt.
Deze functie is alleen beschikbaar in de
Selfie
-stand.
1
Tik op op het voorbeeldscherm.
2
Selecteer de onderstaande opties om beauty-effecten op uw gezicht toe te passen op het
voorbeeldscherm en een foto van uzelf te maken.
•
Huidskleur
: uw huid er helderder en egaler laten uitzien.
•
Spotlight
: de helderheid en locatie van het spotlight aanpassen. Als u de locatie van de spot
wilt benadrukken of als u de helderheid wilt aanpassen, sleept u de aanpassingsbalk naar
het gewenste niveau.
•
Slank gez.
: de gezichtsvorm aanpassen en uw gezicht er smaller laten uitzien.
•
Grote ogen
: uw ogen er groter laten uitzien.
•
Vorm-correctie
: wanneer uw gezicht zich aan de randen van het voorbeeldscherm bevindt,
wordt het vervormd weergegeven. Schakel deze optie in om uw gezichtsvorm te corrigeren.
Na vormcorrectie kan de achtergrond er enigszins vervormd uitzien.
Brede selfie
U kunt een brede selfie maken met meerdere mensen op de foto om te voorkomen dat mensen
buiten beeld vallen.
1
Veeg in het voorbeeldscherm omhoog of omlaag of tik op om naar de camera aan de
voorzijde te schakelen voor selfies.
2
Tik op
Brede selfie
in de lijst met opnamestanden.
Applicaties
93
3
Kijk naar de cameralens aan de voorzijde.
4
Als het apparaat uw gezicht detecteert, tikt u op de sensor op de achterzijde van het apparaat
om een foto van uzelf te maken.
U kunt ook uw handpalm voor de camera aan de voorzijde houden. Als uw handpalm is
herkend, verschijnt een afteltimer. Als de tijd om is, maakt het apparaat een foto.
Als u verschillende opnameopties voor de camera aan de voorzijde wilt gebruiken, tikt u op
Opnamemethoden
en tikt u vervolgens op de schakelaars om deze te activeren.
5
Draai het apparaat langzaam naar links en vervolgens naar rechts of omgekeerd om een brede
selfie te maken.
Het apparaat maakt aanvullende foto's wanneer het witte kader naar elk uiteinde van het
zoekervenster wordt bewogen.
•
Zorg ervoor dat u het witte kader binnen het zoekervenster houdt.
•
De onderwerpen moeten stil blijven staan terwijl u een brede selfie maakt.
•
De bovenste en onderste delen van de afbeelding die op het voorbeeldscherm
wordt weergegeven, vallen mogelijk buiten de foto afhankelijk van de opname-
omstandigheden.
Applicaties
94
Brede selfie met beweging
U kunt een brede selfie met beweging vastleggen en bekijken.
•
Wanneer u een brede selfie met beweging maakt, wordt het geluid niet opgenomen.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden wordt de beweging mogelijk niet
opgeslagen.
1
Zorg ervoor dat op het voorbeeldscherm voor brede selfies de bewegingsfunctie is
ingeschakeld (
) en leg een brede selfie met beweging vast.
2
Tik op het voorbeeldscherm op de voorbeeldminiatuur.
3
Tik op
GROOTHOEKSELFIES MET BEWEGING
.
De opgenomen brede selfie wordt afgespeeld.
4
Kantel het apparaat of veeg op het scherm om de opgenomen brede selfie te draaien.
Tik op
VIDEO OPSLAAN
om de brede selfie op te slaan als een videobestand.
Standen downloaden
U kunt meer opnamestanden downloaden op
Galaxy Apps
.
Tik op
in de lijst met opnamestanden.
Bepaalde gedownloade opnamestanden hebben geen toegang tot alle functies.
Camera-instellingen
Snelle instellingen
Gebruik de volgende snelle instellingen op het voorbeeldscherm.
De beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
•
: de voorbeeldweergave op volledig scherm in- en uitschakelen.
Applicaties
95
•
: het scherpstelgebied wijzigen.
Multi
stelt scherp op verschillende gebieden binnen
het frame. Meerdere rechthoeken verschijnen om de scherpgestelde gebieden aan te geven.
midden
stelt scherp op het midden binnen het frame.
•
: een meetmethode selecteren. Hiermee wordt bepaald hoe de lichtwaarden worden
berekend.
Centrumgericht
gebruikt het licht in het middelste gedeelte van de opname om
de belichting van de opname te berekenen.
Spot
gebruikt het licht op een geconcentreerd
gebied in het midden van de opname om de belichting van de opname te berekenen.
Matrix
stelt de volledige scène in op gemiddeld.
•
: maak bewegingspanoramafoto's of brede selfies met beweging die als video's kunnen
worden afgespeeld. U kunt de bewegingsfoto's bekijken vanuit meerdere hoeken door het
apparaat te kantelen of op het scherm te vegen.
•
: een framesnelheid selecteren.
•
: de flitser in- of uitschakelen.
•
: scherpstellen op een onderwerp binnen het ronde frame en het beeld buiten het frame
wazig maken.
Camera-instellingen
Tik op op het voorbeeldscherm.
De beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
CAMERA AAN ACHTERKANT
•
Fotogrootte
: een resolutie voor foto's selecteren. Gebruik van een hogere resolutie resulteert in
foto's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in beslag.
Tik op de schakelaar
RAW-/JPEG-best. opslaan
om in te stellen dat het apparaat foto's opslaat
als niet-gecomprimeerde RAW-bestanden (DNG-bestandsindeling) in de professionele stand.
RAW-bestanden bevatten alle gegevens van een foto voor de beste beeldkwaliteit, maar nemen
meer geheugen in beslag. Voor het bekijken van RAW-bestanden is een beeldviewer-app
vereist.
•
Wanneer u deze functie gebruikt, wordt elke foto opgeslagen in twee indelingen:
DNG en JPG. Serie-opnamen worden alleen opgeslagen als JPG-bestanden.
•
U kunt JPG-bestanden bekijken in
Galerij
. DNG-bestanden kunnen worden bekeken
of verwijderd in de map
DCIM
Camera
.
•
Videogrootte
: een resolutie voor video's selecteren. Gebruik van een hogere resolutie resulteert
in video's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in beslag.
Applicaties
96
•
AF-tracking
: het apparaat instellen om een geselecteerd onderwerp te volgen en er
automatisch op scherp te stellen. Wanneer u een onderwerp selecteert, stelt het apparaat
scherp op het onderwerp, zelfs als het onderwerp beweegt of wanneer u de positie van de
camera wijzigt.
•
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u de functie voor videostabilisatie niet
gebruiken.
•
Onder de volgende omstandigheden kan het volgen van een onderwerp mislukken:
Het onderwerp is te groot of te klein.
Het onderwerp beweegt te veel.
Er is veel tegenlicht of u maakt opnamen op een donkere plaats.
Kleuren of patronen van het onderwerp en de achtergrond zijn gelijk.
Het onderwerp bevat horizontale patronen, zoals jaloezieën.
De camera trilt te veel.
De video heeft een hoge resolutie.
•
Vormcorrectie
: vervorming in foto's automatisch corrigeren.
•
Timer
: de vertraging selecteren voordat de camera automatisch een foto maakt.
•
HDR (rijke toon)
: foto's maken met warme kleuren en details zelfs in lichte en donkere
omgevingen vastleggen.
CAMERA AAN VOORKANT
•
Fotogrootte
: een resolutie voor foto's selecteren. Gebruik van een hogere resolutie resulteert in
foto's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in beslag.
•
Videogrootte
: een resolutie voor video's selecteren. Gebruik van een hogere resolutie resulteert
in video's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in beslag.
•
Voorbeeldweergave foto's opslaan
: de afbeelding omkeren om een spiegelbeeld van de
oorspronkelijke scène te maken wanneer u foto's maakt met de camera aan de voorzijde.
•
Opnamemethoden
: opname-opties selecteren die u wilt gebruiken.
•
Timer
: de vertraging selecteren voordat de camera automatisch een foto maakt.
•
HDR (rijke toon)
: foto's maken met warme kleuren en details zelfs in lichte en donkere
omgevingen vastleggen.
Applicaties
97
ALGEMEEN
•
Bewegingsfoto
: het apparaat instellen om een paar seconden voor het tikken een videoclip te
maken
. Hiermee kunt u een moment vastleggen dat u mogelijk hebt gemist. Als u de video
wilt bekijken, tikt u op de voorbeeldminiatuur en tikt u op
BEWEGINGSFOTO AFSPELEN
. Als
u een stilstaand beeld uit de videoclip wilt vastleggen, tikt u op het scherm om het afspelen te
stoppen en tikt u op
OPNAME
. Deze functie is alleen beschikbaar in de standen
Auto
en
Selfie
.
•
Videostabilisatie
: de functie Anti-trilling inschakelen om vage beelden als gevolg van het trillen
van de camera tijdens het opnemen van een video te beperken of te voorkomen.
Wanneer de functie
AF-tracking
is geactiveerd, kunt u deze functie niet gebruiken.
•
Hulplijnen
: rasterlijnen weergeven in de zoeker om te helpen bij het samenstellen van het
beeld bij de selectie van onderwerpen.
•
Locatietags
: een GPS-locatietag toevoegen aan de foto.
•
De sterkte van het GPS-signaal kan afnemen op locaties waar het signaal wordt
geblokkeerd, zoals tussen gebouwen of in laaggelegen gebieden, of in slechte
weersomstandigheden.
•
Uw locatie kan worden weergegeven op uw foto's wanneer u deze uploadt naar het
internet. Schakel de instelling voor locatietags uit om dit te voorkomen.
•
Foto's bekijken
: het apparaat instellen zodat foto's worden weergegeven nadat ze zijn gemaakt.
•
Snel starten
: het apparaat instellen om de camera te starten door twee keer snel op de
starttoets te drukken.
•
Opslaglocatie
: de geheugenlocatie selecteren voor opslag. Deze functie verschijnt wanneer u
een geheugenkaart plaatst.
•
Spraakopdracht
: instellen dat het apparaat foto's maakt of video's opneemt met
spraakopdrachten. U kunt 'Smile', 'Cheese', 'Capture' of 'Shoot' zeggen om een foto te maken. Als
u een video wilt opnemen, zegt u 'Record video'.
•
Zwevende Cameraknop
: voeg een cameratoets toe die u op elke willekeurige plaats op het
scherm kunt zetten. Deze functie is alleen beschikbaar in de standen
Auto
en
Selfie
.
•
Functie volumetoets
: instellen dat het apparaat de volumetoets gebruikt om de sluiter te
bedienen of in of uit te zoomen.
•
Instellingen resetten
: de camera-instellingen resetten.
•
Neem contact op
: vragen stellen of veelgestelde vragen bekijken. Raadpleeg Samsung
Members voor meer informatie.
Applicaties
98
Galerij
Introductie
U kunt afbeeldingen en video's bekijken die op uw mobiele apparaat zijn opgeslagen. U kunt
afbeeldingen en video's ook per album beheren of verhalen maken.
Afbeeldingen en video's weergeven
Afbeeldingen weergeven
1
Start de app
Galerij
en tik op
FOTO'S
.
2
Selecteer een afbeelding.
Extra opties weergeven.
De afbeelding wijzigen.
Een filter of effect toepassen.
Een sticker toevoegen.
De afbeelding verwijderen.
De afbeelding delen met anderen.
Tekenen op de afbeelding.
De afbeelding toevoegen aan
favorieten.
Applicaties
99
Als u de menu's wilt weergeven of verbergen, tikt u op het scherm.
U kunt een GIF-animatie of collage maken op basis van meerdere afbeeldingen. Tik op
Animatie
of
Collage
en selecteer vervolgens afbeeldingen. U kunt tot zes afbeeldingen
selecteren voor uw collage.
Zoeken naar afbeeldingen
Tik op het scherm Galerij op om afbeeldingen weer te geven die zijn gesorteerd op categorie,
zoals locatie, mensen, documenten en meer.
Tik op het zoekveld om naar afbeeldingen te zoeken met zoekwoorden.
Video's bekijken
1
Start de app
Galerij
en tik op
FOTO'S
.
2
Selecteer een video om af te spelen. Bij videobestanden wordt het pictogram weergegeven
op de voorbeeldminiatuur.
Het afspeelscherm
vergrendelen.
Overschakelen naar de
pop-upvideospeler.
Terug- of
vooruitspoelen door
de balk te slepen.
Naar de vorige video
gaan. Blijven aanraken
om terug te spoelen.
Naar de volgende
video gaan. Blijven
aanraken om snel
vooruit te spoelen.
Extra opties
weergeven.
Schermverhouding
wijzigen.
Het afspelen
onderbreken en
hervatten.
Een GIF-animatie
maken.
Sleep uw vinger omhoog of omlaag aan de linkerzijde van het afspeelscherm om de helderheid aan
te passen of sleep uw vinger omhoog of omlaag aan de rechterzijde van het afspeelscherm om het
volume aan te passen.
Als u terug of snel vooruit wilt spoelen, veegt u naar links of rechts op het afspeelscherm.
Applicaties
100
De video-uitbreidingsfunctie gebruiken
Verbeter de afbeeldingskwaliteit van uw video's om te genieten van helderdere en levendigere
kleuren. Start de app
Instellingen
, tik op
Geavanceerde functies
en tik op de schakelaar
Video
verbeteren
om deze te activeren.
•
Deze functie is alleen beschikbaar in bepaalde apps.
•
Door gebruik van deze functie neemt het batterijverbruik toe.
Albums weergeven
U kunt de afbeeldingen en video's sorteren die in uw apparaat per map of album zijn opgeslagen.
De animaties of collages die u hebt gemaakt, worden ook gesorteerd in uw mappen in de lijst met
albums.
Start de app
Galerij
, tik op
ALBUMS
en selecteer een album.
Verhalen weergeven
Wanneer u afbeeldingen en video's vastlegt of opslaat, worden op het apparaat de datum- en
locatietags ervan gelezen, worden de afbeeldingen en video's gesorteerd en worden vervolgens
verhalen gemaakt. Als u automatisch verhalen wilt laten maken, moet u meerdere afbeeldingen en
video's vastleggen of opslaan.
Verhalen maken
Maak verhalen met verschillende thema's.
1
Start de app
Galerij
en tik op
VERHALEN
.
2
Tik op
Verhaal maken
.
3
Vink afbeeldingen of video's aan die u in het verhaal wilt opnemen en tik op
KLAAR
.
4
Geef een titel voor het verhaal in en tik op
NIEUW
.
Als u afbeeldingen of video's wilt toevoegen aan een verhaal, selecteert u een verhaal en tikt u op
TOEVOEGEN
.
Als u afbeeldingen of video's uit een verhaal wilt verwijderen, selecteert u een verhaal, tikt u op
Bewerken
, vinkt u afbeeldingen of video's aan die u wilt verwijderen en tikt u vervolgens op
Verwijderen uit verhaal
.
Applicaties
101
Verhalen verwijderen
1
Start de app
Galerij
en tik op
VERHALEN
.
2
Blijf een verhaal dat u wilt verwijderen aanraken en tik op
WISSEN
.
Afbeeldingen en video's synchroniseren met Samsung Cloud
U kunt afbeeldingen en video's die zijn opgeslagen in
Galerij
, synchroniseren met Samsung Cloud
en ze openen op andere apparaten. U moet u registreren en aanmelden bij uw Samsung-account
om Samsung Cloud te gebruiken. Raadpleeg Samsung-account voor meer informatie.
Start de app
Galerij
, tik op
Instellingen
en tik op de schakelaar
Samsung Cloud
om deze
te activeren. Afbeeldingen en video's die zijn vastgelegd op het apparaat, worden automatisch
opgeslagen in Samsung Cloud.
Afbeeldingen of video's verwijderen
Een afbeelding of video verwijderen
Selecteer een afbeelding of een video en tik op
onderaan het scherm.
Meerdere afbeeldingen en video's verwijderen
1
Blijf op het scherm Galerij een afbeelding of video aanraken die u wilt verwijderen.
2
Vink de afbeeldingen of video's aan die u wilt verwijderen.
3
Tik op
WISSEN
.
Afbeeldingen of video's delen
Selecteer een afbeelding of een video, tik op onderaan het scherm en selecteer een methode
voor delen.
Applicaties
102
Samsung Gear
Samsung Gear is een app waarmee u uw Gear kunt beheren. Wanneer u uw apparaat verbindt met
de Gear, kunt u de instellingen en apps van de Gear aanpassen.
Open de app
Samsung Gear
.
Tik op
VAN START GAAN
om uw apparaat te verbinden met de Gear. Volg de instructies op het
scherm om de installatie te voltooien. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van Gear voor meer
informatie over hoe u verbinding maakt met Gear en hoe u dit gebruikt met uw apparaat.
Samsung Members
Samsung Members
biedt ondersteuningsservices aan klanten, zoals apparaatprobleemdiagnose, en
gebruikers kunnen hier vragen stellen en foutrapporten indienen. U kunt ook informatie delen met
anderen in de community van Galaxy-gebruikers of het laatste nieuws en tips van Galaxy bekijken.
Samsung Members
kan u helpen met het oplossen van problemen die u kunt tegenkomen tijdens
het gebruik van uw apparaat.
Feedback verzenden.
Extra opties
•
De beschikbaarheid van de app en ondersteunde functies kunnen variëren afhankelijk
van de regio of serviceprovider.
•
Deze app verschijnt afhankelijk van de regio of serviceprovider in de
Samsung
-map.
•
Als u uw feedback wilt indienen of uw opmerkingen wilt plaatsen, moet u zich registreren
en aanmelden bij uw Samsung-account. Raadpleeg Samsung-account voor meer
informatie.
Applicaties
103
Game Launcher
Introductie
Game Launcher verzamelt de games die u hebt gedownload via
Play Store
en
Galaxy Apps
op één
plek, zodat u ze eenvoudig kunt vinden. U kunt het apparaat instellen op de gamestand zodat u
eenvoudiger games kunt spelen.
Extra opties weergeven.
Uw gameplay-informatie
weergeven.
Zoeken naar games.
Gedownloade apps.
Games met of zonder geluid
openen.
De prestatiestand wijzigen.
Meer games bekijken en
installeren.
Het Game Tools-pictogram in- of
uitschakelen.
Applicaties
104
Game Launcher gebruiken
1
Start de app
Instellingen
, tik op
Geavanceerde functies
Games
en tik op de schakelaar
Game Launcher
om deze te activeren.
Game Launcher
wordt toegevoegd aan het startscherm en het scherm Apps.
Als u de functie uitschakelt, wordt
Game Launcher
verwijderd uit het startscherm en het
scherm Apps.
2
Open de app
Game Launcher
.
3
Tik op een game in de lijst met games.
Games die u via de
Play Store
en
Galaxy Apps
hebt gedownload, worden automatisch
weergegeven op het Game Launcher-scherm. Als u uw games niet ziet, tikt u op
Een
game toevoegen
.
De prestatiestand wijzigen
U kunt de gameprestatiestand wijzigen.
Start de app
Game Launcher
, tik op
Normale prestaties
en tik herhaaldelijk op de toets om de
gewenste stand te selecteren.
•
Normale prestaties
: spaarstand of stand voor hoge prestaties wordt niet gebruikt.
•
Spaarstand
: hiermee neemt het batterijgebruik af, maar wordt ook de systeemprestatie minder.
•
Hoge prestaties
: hiermee wordt de systeemprestatie verbeterd, maar neemt het batterijgebruik
toe.
De efficiëntie van batterijvermogen varieert per game.
Applicaties
105
Game Tools gebruiken
U kunt instellen dat het Game Tools-pictogram wordt weergegeven als een zwevend pictogram op
gameschermen.
Start de app
Instellingen
, tik op
Geavanceerde functies
Games
en tik op de schakelaar
Game
Tools
om deze te activeren.
Tik tijdens het spelen van een game op
om de gametools weer te geven.
Als u het pictogram wilt verplaatsen, tikt u op
en sleept u het naar een nieuwe locatie.
Als u het pictogram wilt verbergen op het huidige gamescherm, blijft u
aanraken en sleept u het
naar
Verbergen
bovenaan het scherm.
Als u het pictogram opnieuw wilt weergeven op het gamescherm, opent u het meldingenvenster en
tikt u op de Game Tools-melding.
De functie voor het automatisch
aanpassen van de helderheid
vergrendelen.
Uw gamesessie opnemen.
Meldingsgeluiden dempen en
alleen meldingen voor inkomende
oproepen en noodmeldingen
weergeven.
De instellingen voor Game Tools
openen.
Het scherm van Game Launcher
openen.
Toets Recent vergrendelen.
Terugtoets vergrendelen.
Het aanraakscherm vergrendelen
wanneer een game wordt gespeeld.
Schermafbeelding maken.
Meldingen blokkeren tijdens games
Tik op en tik op de schakelaar
Geen meldingen in games
om deze te activeren. Het apparaat
dempt meldingsgeluiden en geeft alleen meldingen voor inkomende oproepen en noodmeldingen
weer, zodat u games kunt spelen zonder gestoord te worden. Als iemand u belt, wordt een kleine
melding weergegeven bovenaan het scherm.
Applicaties
106
Agenda
Introductie
U kunt uw agenda beheren door aankomende gebeurtenissen of taken in te geven in de app
Agenda.
Agenda-items maken
1
Start de app
Agenda
en tik op of dubbeltik op een datum.
Tik op de datum en tik op
als de datum al opgeslagen agenda-items of taken bevat.
2
Geef de details van het agenda-item in.
Een agenda selecteren om te
gebruiken of om mee te
synchroniseren.
Een kaart toevoegen met de locatie
van de gebeurtenis.
De locatie van de afspraak ingeven.
Een notitie toevoegen.
Een titel ingeven.
Een begin- en einddatum instellen
voor de gebeurtenis.
Meer gegevens toevoegen.
Een alarm instellen.
3
Tik op
OPSLAAN
om het agenda-item op te slaan.
Applicaties
107
Taken maken
1
Start de app
Agenda
en tik op
WEERGEVEN
Taken
.
2
Tik op en geef taakdetails in.
3
Tik op
OPSLAAN
om de taak op te slaan.
Agenda-items en taken synchroniseren met uw accounts
1
Start de app
Instellingen
, tik op
Cloud en accounts
Accounts
en selecteer het account
waarmee u wilt synchroniseren.
2
Tik op
Account synchroniseren
en tik op de schakelaar
Agenda synchroniseren
om deze in te
schakelen.
Tik voor het Samsung-account op
Synchr.instellingen
en tik op de schakelaar
Agenda
om
deze in te schakelen.
Als u accounts wilt toevoegen waarmee moet worden gesynchroniseerd, opent u de app
Agenda
en tikt u op
Agenda's beheren
Account toevoegen
. Selecteer een account om mee te
synchroniseren en meld u aan. Wanneer het account is toegevoegd, wordt het weergegeven in de
lijst.
Samsung Health
Introductie
Met Samsung Health kunt u uw gezondheid en conditie beheren. U kunt fitnessdoelen instellen, uw
voortgang bijhouden en uw algehele gezondheid en conditie in de gaten houden.
Samsung Health starten
Wanneer u deze app voor het eerst uitvoert of na het herstellen van de fabrieksinstellingen, moet u
de instructies op het scherm volgen om de installatie te voltooien.
1
Open de map
Samsung
en start de app
Samsung Health
.
2
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Applicaties
108
Samsung Health gebruiken
U kunt de belangrijkste informatie uit Samsung Health-menu's en trackers bekijken om uw
gezondheid en conditie te controleren. U kunt geregistreerde stappenaantallen ook vergelijken met
andere Samsung Health-gebruikers, een wedstrijdje doen met uw vrienden en gezondheidstips
bekijken.
Open de map
Samsung
en start de app
Samsung Health
.
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de regio.
Trackers weergeven en beheren.
Gezondheidstips weergeven.
Uw geregistreerde
stappenaantallen vergelijken met
andere Samsung Health-gebruikers
of een wedstrijdje houden met uw
vrienden.
Uw dagelijkse doelen instellen en
uw voortgang bijhouden.
Uw gezondheid en conditie
bijhouden.
Begeleidingsberichten of
meldingen van Samsung Health
weergeven.
Als u items aan het scherm Samsung Health wilt toevoegen, tikt u op
Items beheren
en
selecteert u vervolgens items onder elk tabblad.
•
DOELEN
: uw dagelijkse fitnessdoelen instellen en uw voortgang bekijken.
•
PROGRAMMA'S
: aanpasbare oefeningprogramma's gebruiken.
•
ALGEMENE TRACKERS
: uw activiteiten, voedselinname en lichaamsafmetingen controleren.
•
TRAININGSTRACKERS
: trackers van verschillende oefeningen toevoegen en uw activiteiten
controleren.
Applicaties
109
Aanvullende informatie
•
Samsung Health is alleen bedoeld voor fitness- en informatiedoeleinden en is niet bedoeld
voor gebruik bij het stellen van een diagnose van ziekten of andere aandoeningen, of bij het
genezen, verlichten, behandelen of voorkomen van ziekten.
•
De beschikbare functies en toe te voegen applicaties voor Samsung Health kunnen verschillen
van land tot land vanwege verschillende lokale wetten en regels. U moet de functies en
applicaties die beschikbaar zijn in uw regio controleren voordat u het gaat gebruiken.
•
Samsung Health-applicaties en de service kunnen worden gewijzigd of gestopt zonder
voorafgaande kennisgeving.
•
Het doel van het verzamelen van gegevens is beperkt tot het leveren van de service die u
hebt aangevraagd, inclusief het leveren van aanvullende informatie om uw gezondheid te
verbeteren, gegevens te synchroniseren, gegevensanalyse en statistieken of om betere services
te ontwikkelen en leveren. (Maar als u zich aanmeldt bij uw Samsung-account vanuit Samsung
Health, worden gegevens mogelijk op de server opgeslagen voor back-updoeleinden.)
Persoonlijke gegevens kunnen bewaard blijven totdat dergelijke doeleinden zijn behaald. U
kunt persoonlijke gegevens die zijn opgeslagen door Samsung Health wissen met de optie
Gegevens resetten in het menu Instellingen. Als u gegevens wilt verwijderen die u hebt
gedeeld met sociale netwerken of die u hebt overgedragen naar opslagapparaten, moet u deze
gegevens apart verwijderen.
•
U kunt uw gegevens delen en/of synchroniseren met aanvullende Samsung-services of
compatibele services van derden die u selecteert, en met veel van uw andere verbonden
apparaten. Toegang tot Samsung Health-gegevens door dergelijke aanvullende services of
apparaten van derden is alleen toegestaan met uw uitdrukkelijke toestemming.
•
U bent volledig verantwoordelijk voor het onjuiste gebruik van gegevens die zijn gedeeld op
sociale netwerken of die naar anderen zijn verzonden. Wees voorzichtig bij het delen van uw
persoonlijke gegevens met anderen.
•
Als het apparaat is aangesloten op meetapparatuur, controleert u het communicatieprotocol
om de juiste werking te bevestigen. Als u een draadloze verbinding gebruikt, zoals Bluetooth,
kan het apparaat worden beïnvloed door elektronische storing van andere apparaten. Vermijd
het gebruik van het apparaat in de buurt van andere apparaten die radiogolven uitzenden.
•
Lees de Gebruiksvoorwaarden en het Privacybeleid van Samsung Health voordat u het gaat
gebruiken.
Applicaties
110
S Voice
Introductie
U kunt verschillende taken uitvoeren via spraakopdrachten.
Een wake-upopdracht instellen
U kunt
S Voice
starten met uw eigen wake-upopdracht.
Als u
S Voice
voor het eerst start, tikt u op
SET UP NOW
en stelt u uw eigen wake-upopdracht in.
Als u de wake-upopdracht wilt wijzigen, opent u de map
Samsung
en start u de app
S Voice
. Tik
vervolgens op
Voice wake-up
Change wake-up command
Custom
START
en volg
de instructies op het scherm.
Als u wilt instellen dat het apparaat
S Voice
start met de wake-upopdracht terwijl het apparaat is
vergrendeld, tikt u op
en tikt u op de schakelaar
Wake up in secured lock
om deze functie in te
schakelen.
Applicaties
111
S Voice gebruiken
1
Zeg de vooraf ingestelde wake-upopdracht.
U kunt ook de map
Samsung
openen en de app
S Voice
starten.
Wanneer
S Voice
wordt gestart, begint het apparaat met spraakherkenning.
De beschikbaarheid van deze app is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
Voorbeelden van spraakoproepen
bekijken.
S Voice-instellingen
2
Geef een spraakopdracht.
Als het apparaat de opdracht herkent, voert het apparaat de bijbehorende actie uit. Als u een
spraakopdracht wilt herhalen of een andere opdracht wilt uitspreken, tikt u op
of spreekt u
de vooraf ingestelde wake-upopdracht uit.
Tips voor betere stemherkenning
•
Spreek duidelijk.
•
Spreek op plekken met weinig lawaai.
•
Gebruik geen aanstootgevende taal of streektaal.
•
Gebruik geen dialect.
Het apparaat herkent uw opdrachten mogelijk niet of kan ongewenste opdrachten uitvoeren
afhankelijk van uw omgeving of de manier waarop u de opdrachten uitspreekt.
Applicaties
112
De taal instellen
Open de map
Samsung
, start de app
S Voice
, tik op
Language
en selecteer een taal.
De geselecteerde taal wordt alleen toegepast op
S Voice
, niet op de weergavetaal van het
apparaat.
Spraakrecorder
Introductie
U kunt verschillende opnamestanden gebruiken voor verschillende situaties, zoals een interview. Het
apparaat kan uw stem converteren naar tekst en verschillende geluidsbronnen onderscheiden.
Spraakopnamen maken
1
Open de map
Samsung
en start de app
Spraakrecorder
.
2
Tik op om de opname te starten. Spreek uw boodschap in de microfoon in.
Tik op
om de opname te pauzeren.
Terwijl u een spraakopname maakt, tikt u op
FAVORIETEN
om een bladwijzer in te voegen.
De opnamestand wijzigen.
Opname starten.
Applicaties
113
3
Tik op om de opname te voltooien.
4
Geef een bestandsnaam in en tik op
OPSLAAN
.
De opnamestand wijzigen
Open de map
Samsung
en start de app
Spraakrecorder
.
Selecteer een stand bovenaan het scherm van de spraakrecorder.
•
STANDAARD
: dit is de normale opnamestand.
•
INTERVIEW
: de microfoon is gevoelig voor geluiden uit twee richtingen. In deze stand vangen
de bovenkant en de onderkant van het apparaat gelijke hoeveelheden geluid op.
•
SPRAAK NR TEKST
: het apparaat neemt uw stem op en converteert deze gelijktijdig naar tekst
op het scherm. Voor de beste resultaten houdt u het apparaat in de buurt van uw mond en
spreekt u luid en duidelijk op een rustige plaats.
Als de taal van het spraakmemosysteem niet overeenkomt met de taal die u spreekt,
herkent het apparaat uw stem niet. Voordat u deze functie gebruikt, tikt u op de huidige
taal om de taal voor het spraakmemosysteem in te stellen.
Geselecteerde spraakopnamen afspelen
Wanneer u opnamen van interviews beluistert, kunt u bepaalde geluidsbronnen in de opname
dempen of het dempen daarvan opheffen.
1
Open de map
Samsung
en start de app
Spraakrecorder
.
2
Tik op
LIJST
en selecteer een spraakopname die is gemaakt in de interviewstand.
Applicaties
114
3
Als u bepaalde geluidsbronnen wilt dempen, tikt u op voor de richting die overeenkomt
met het geluid dat moet worden gedempt.
Het pictogram verandert in
en het geluid wordt gedempt.
Gedempte geluidsbron
Niet-gedempte geluidsbron
Mijn bestanden
U kunt verschillende bestanden openen die zijn opgeslagen op het apparaat of andere locaties zoals
services voor cloudopslag.
Open de map
Samsung
en start de app
Mijn bestanden
.
Bekijk bestanden die zijn opgeslagen in elke opslagruimte.
Als u opslagruimte vrij wilt maken op het apparaat, tikt u op
Meer ruimte krijgen
.
Als u bestanden of mappen wilt zoeken, tikt u op
.
Applicaties
115
Notitie
Notities maken en ze indelen op categorie.
Open de app
Notitie
.
Notities opstellen
Tik in de lijst van notities op
en geef een notitie in. Terwijl u een notitie opstelt, hebt u de
volgende opties:
•
Categorie
: een categorie maken of een categorie instellen.
•
Taken
: voeg selectievakjes toe aan het begin van elke rij om een lijst met taken te maken.
•
Afbeeld.
: afbeeldingen invoegen.
•
Tekening
: notities schrijven of tekenen om in te voegen. U kunt pendikte en kleur selecteren.
•
Spraak
: een spraakopname maken om in te voegen.
Tik op
OPSLAAN
om de notitie op te slaan.
Als u een notitie wilt bewerken, tikt u op een notitie en tikt u op de inhoud van de notitie.
Zoeken naar notities
Tik op
ZOEKEN
in de lijst met notities en geef een zoekwoord in om te zoeken naar notities die het
zoekwoord bevatten.
Applicaties
116
Klok
Introductie
U kunt alarmopdrachten instellen, de huidige tijd in veel steden over de gehele wereld controleren,
tijd bijhouden voor een evenement of een specifieke duur instellen.
ALARM
Start de app
Klok
en tik op
ALARM
.
Alarmen instellen
Tik in de lijst met alarmen op , stel een alarmtijd in, selecteer de dagen waarop het alarm wordt
herhaald, stel andere alarmopties in en tik vervolgens op
OPSLAAN
.
Als u het toetsenblok wilt openen om een alarmtijd in te geven, tikt u op het invoerveld voor de tijd.
Als u alarmen wilt in- of uitschakelen, tikt u op de schakelaar naast het alarm in de lijst met alarmen.
Alarmen stoppen
Tik op
UITZETTEN
om een alarm te stoppen. Als u eerder de optie voor sluimeren hebt ingeschakeld,
tikt u op
SLUIMEREN
om het alarm na een bepaalde tijd te herhalen.
Alarmen verwijderen
Blijf een alarm aanraken, vink alarmen aan die u wilt verwijderen en tik op
WISSEN
.
Applicaties
117
WERELDKLOK
Start de app
Klok
en tik op
WERELDKLOK
.
Klokken maken
Tik op , geef de naam van een stad in of selecteer een stad op de wereldbol en tik op
VOEG TOE
.
Klokken verwijderen
Blijf een klok aanraken, vink klokken aan die u wilt verwijderen en tik op
WISSEN
.
STOPWATCH
1
Start de app
Klok
en tik op
STOPWATCH
.
2
Tik op
START
om de tijd van een gebeurtenis bij te houden.
Als u rondetijden wilt opnemen terwijl u een gebeurtenis timet, tikt u op
RONDE
.
3
Tik op
STOPPEN
om het timen te stoppen.
Als u het timen opnieuw wilt starten, tikt u op
HERVATTEN
.
Als u rondetijden wilt wissen, tikt u op
RESETTEN
.
TIMER
1
Start de app
Klok
en tik op
TIMER
.
2
Stel de duur in en tik op
START
.
Als u het toetsenblok wilt openen om de duur in te geven, tikt u op het invoerveld voor de duur.
3
Tik op
UITZETTEN
als de timer afgaat.
Applicaties
118
Calculator
U kunt eenvoudige of complexe berekeningen uitvoeren.
Open de app
Calculator
.
Draai het apparaat naar de liggende stand om de wetenschappelijke calculator te gebruiken. Als
Autom. draaien
is uitgeschakeld, tikt u op om de wetenschappelijke calculator weer te geven.
Als u de calculatiegeschiedenis wilt weergeven, tikt u op
HISTORIE
. Als u de calculatiegeschiedenis
wilt sluiten, tikt u op
TOETSEN
.
Als u de geschiedenis wilt wissen, tikt u op
HISTORIE
HISTORIE WISSEN
.
Google-apps
Google biedt apps voor entertainment, sociale netwerken en bedrijven. U hebt mogelijk een
Google-account nodig om bepaalde apps te kunnen gebruiken.
Als u meer app-informatie wilt weergeven, opent u het Help-menu van elke app.
Sommige apps zijn mogelijk niet beschikbaar of hebben een andere naam afhankelijk van
uw regio of serviceprovider.
Google
Snel zoeken naar items op internet of op uw apparaat.
Chrome
Zoeken naar informatie en webpagina's weergeven.
Gmail
E-mail verzenden of ontvangen via de Google Mail-service.
Maps
Uw locatie op de kaart vinden, zoeken op de wereldkaart en locatiegegevens weergeven voor
verschillende plaatsen bij u in de buurt.
Applicaties
119
YouTube
Video's kijken of maken en delen met anderen.
Google Drive
Uw inhoud in de cloud opslaan, overal gebruiken en met anderen delen.
Play Films
Video's, zoals films en tv-programma's, kopen of huren in de
Play Store
.
Hangouts
Berichten, afbeeldingen en emoticons naar uw vrienden verzenden en video-gesprekken met ze
voeren.
Foto's
U kunt al uw foto's en video's vanaf verschillende bronnen op één locatie doorzoeken, beheren en
bewerken.
Play Muziek
Muziek ontdekken, beluisteren en delen op uw apparaat. U kunt muziekverzamelingen die zijn
opgeslagen op uw apparaat, uploaden naar de cloud en later openen.
120
Instellingen
Introductie
U kunt de instellingen voor functies en apps aanpassen. U kunt uw apparaat personaliseren door de
verschillende instelopties te configureren.
Open de app
Instellingen
.
Tik op
Zoeken
of op om naar instellingen te zoeken met zoekwoorden.
Verbindingen
Wi-Fi
Schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te krijgen tot
internet of andere netwerkapparaten.
Schakel Wi-Fi uit om de batterij te sparen wanneer u deze functie niet gebruikt.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Wi-Fi
en tik vervolgens op de schakelaar om
deze functie in te schakelen.
2
Selecteer een netwerk in de lijst met Wi-Fi-netwerken.
Netwerken waarvoor een wachtwoord is vereist, worden weergegeven met een slotpictogram.
Geef het wachtwoord in en tik op
VERBINDEN
.
•
Wanneer het apparaat verbinding heeft gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, maakt het
elke keer opnieuw verbinding met dat netwerk als het beschikbaar is, zonder dat
een wachtwoord hoeft te worden opgegeven. Om te voorkomen dat het apparaat
automatisch verbinding maakt met het netwerk, selecteert u het in de lijst met
netwerken en tikt u op
VERGETEN
.
•
Als u geen verbinding met een Wi-Fi-netwerk kunt maken, start u de functie Wi-Fi van uw
apparaat of de draadloze router opnieuw.
Instellingen
121
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct verbindt apparaten rechtstreeks via een Wi-Fi-netwerk zonder een toegangspunt.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Wi-Fi
en tik vervolgens op de schakelaar om
deze functie in te schakelen.
2
Tik op
Wi-Fi Direct
.
De gedetecteerde apparaten worden weergegeven.
Als het apparaat waarmee u verbinding wilt maken, niet in de lijst staat, moet u dat apparaat
vragen de Wi-Fi Direct-functie in te schakelen.
3
Selecteer een apparaat om verbinding mee te maken.
De apparaten worden verbonden als het andere apparaat het Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek
accepteert.
Gegevens verzenden en ontvangen
U kunt gegevens, zoals contacten of mediabestanden, met andere apparaten delen. De volgende
handelingen zijn een voorbeeld van het verzenden van een afbeelding naar een ander apparaat.
1
Start de app
Galerij
en selecteer een afbeelding.
2
Tik op
Wi-Fi Direct
en selecteer een apparaat waar de afbeelding naar moet worden
verstuurd.
3
Accepteer het Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek op het andere apparaat.
Als de apparaten al zijn verbonden, wordt de afbeelding verzonden naar het andere apparaat
zonder de procedure voor verbindingsverzoeken.
De apparaatverbinding beëindigen
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Wi-Fi
.
2
Tik op
Wi-Fi Direct
.
Het apparaat geeft de verbonden apparaten weer in de lijst.
3
Tik op de apparaatnaam om de verbinding tussen de apparaten te verbreken.
Instellingen
122
Bluetooth
Gebruik Bluetooth om gegevens of mediabestanden uit te wisselen met andere apparaten waarop
Bluetooth is ingeschakeld.
•
Samsung is niet verantwoordelijk voor het verlies, de onderschepping of het misbruik
van gegevens die via Bluetooth zijn verzonden of ontvangen.
•
Zorg altijd dat u gegevens deelt met en ontvangt van vertrouwde apparaten die goed
zijn beveiligd. Als er voorwerpen tussen de apparaten staan, is het mogelijk dat de
afstand waarop de apparaten kunnen communiceren, afneemt.
•
Sommige apparaten, vooral apparaten die niet door Bluetooth SIG zijn getest of
goedgekeurd, zijn mogelijk niet compatibel met uw apparaat.
•
Gebruik de Bluetooth-functie niet voor illegale doeleinden (bijvoorbeeld illegale kopieën
maken van bestanden of illegaal gesprekken opnemen voor commerciële doeleinden).
Samsung is niet verantwoordelijk voor de gevolgen van illegaal gebruik van de
Bluetooth-functie.
Koppelen met andere Bluetooth-apparaten
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Bluetooth
en tik vervolgens op de
schakelaar om deze functie in te schakelen.
De gedetecteerde apparaten worden weergegeven.
2
Selecteer een apparaat om verbinding mee te maken.
Als het apparaat waarmee u wilt koppelen niet in de lijst staat, moet u vragen om de
zichtbaarheid van het apparaat in te schakelen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
andere apparaat.
Uw apparaat is zichtbaar voor andere apparaten als het scherm Instellingen van Bluetooth is
geopend.
3
Accepteer het Bluetooth-verbindingsverzoek op uw apparaten om te bevestigen.
De apparaten worden verbonden als het andere apparaat het Bluetooth-verbindingsverzoek
accepteert.
Instellingen
123
Gegevens verzenden en ontvangen
Veel apps ondersteunen gegevensoverdracht via Bluetooth. U kunt gegevens, zoals contacten
of mediabestanden, met andere Bluetooth-apparaten delen. De volgende handelingen zijn een
voorbeeld van het verzenden van een afbeelding naar een ander apparaat.
1
Start de app
Galerij
en selecteer een afbeelding.
2
Tik op
Bluetooth
en selecteer een apparaat om de afbeelding naar over te zetten.
Als uw apparaat al eens met het apparaat werd gekoppeld, tikt u op de naam van het apparaat
zonder het automatisch gegenereerde wachtwoord te bevestigen.
Als het apparaat waarmee u wilt koppelen niet in de lijst staat, moet u vragen om de
zichtbaarheid van het apparaat in te schakelen.
3
Accepteer het Bluetooth-verbindingsverzoek op het andere apparaat.
Bluetooth-apparaten loskoppelen
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Bluetooth
.
Het apparaat geeft de verbonden apparaten weer in de lijst.
2
Tik op naast de naam van het apparaat om te ontkoppelen.
3
Tik op
Koppeling opheffen
.
Zichtbaarheid telefoon
Andere apparaten toestaan uw apparaat te vinden om inhoud met u te delen. Als deze functie is
ingeschakeld, is uw apparaat zichtbaar voor andere apparaten wanneer ze zoeken naar beschikbare
apparaten via de optie Bestanden overzetten naar apparaat.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
en tik op de schakelaar
Zichtbaarheid telefoon
om
deze functie in te schakelen.
Instellingen
124
Gegevensgebruik
U kunt uw gegevensgebruik bijhouden en limietinstellingen aanpassen.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Gegevensgebruik
.
•
Gegevens opslaan
: voorkomen dat apps die worden uitgevoerd op de achtergrond,
gebruikmaken van mobiele gegevensverbindingen.
•
Mobiele geg
: instellen dat het apparaat gegevensverbindingen op alle mobiele netwerken
gebruikt.
•
Gebruik mobiele gegevens
: uw mobiele gegevensgebruik controleren.
•
Factuurcyclus en gegev.waarsch.
: een limiet voor het mobiele gegevensgebruik instellen.
•
Wi-Fi-gegevensgebruik
: uw Wi-Fi-gegevensgebruik controleren.
•
Netwerken beperken
: Wi-Fi-netwerken selecteren om te voorkomen dat apps die op de
achtergrond worden uitgevoerd, ze gebruiken.
Als u de maandelijkse resetdatum voor de controleperiode wilt resetten, tikt u op
Factuurcyclus en
gegev.waarsch.
Factuurcyclus starten op
.
Gegevensgebruik beperken
Stel in dat het apparaat in de mobiele gegevensverbinding automatisch uitschakelt als de
hoeveelheid gebruikte mobiele gegevens de ingestelde limiet bereikt.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Gegevensgebruik
Factuurcyclus
en gegev.waarsch.
en tik op de schakelaar
Gegevenslimiet instellen
om deze functie in te
schakelen.
2
Tik op
Gegevenslimiet
, geef de limiet in en tik op
INSTELL.
3
Tik op
Gegevenswaarschuwing
, geef een waarschuwingsniveau voor gegevensgebruik in en
tik op
INSTELL.
Het apparaat laat het u weten als het waarschuwingsniveau is bereikt.
Vliegtuigstand
Alle draadloze functies van het apparaat uitschakelen. U kunt alleen diensten gebruiken waarvoor
geen netwerk vereist is.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
en tik op de schakelaar
Vliegtuigstand
om deze
functie in te schakelen.
Houd u aan de regelgeving verstrekt door de luchtvaartmaatschappij en de instructies
van het personeel in het vliegtuig. Als u het apparaat mag gebruiken, moet u het altijd
gebruiken in de vliegtuigstand.
Instellingen
125
NFC en betaling
Met uw apparaat kunt u productinformatie bevattende NFC-tags lezen. U kunt deze functie ook
gebruiken voor betalingen en om bijvoorbeeld treinkaartjes of tickets voor evenementen te kopen.
U moet dan wel eerst de daarvoor vereiste apps downloaden.
Het apparaat bevat een ingebouwde NFC-antenne. Behandel het apparaat altijd voorzichtig
om beschadiging van de NFC-antenne te voorkomen.
De NFC-functie gebruiken
Gebruik de NFC-functie om afbeeldingen of contacten naar andere apparaten te sturen en
productinformatie van NFC-tags te lezen.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
en tik op de schakelaar
NFC en betaling
om
deze functie in te schakelen.
2
Houd het NFC-antennegebied op de achterkant van uw apparaat in de buurt van een NFC-tag.
De informatie uit de tag wordt weergegeven.
Zorg ervoor dat het scherm van het apparaat is ontgrendeld. Anders leest het apparaat geen
NFC-tags en ontvangt het geen gegevens.
Instellingen
126
Betalen met de NFC-functie
Voordat u de NFC-functie kunt gebruiken om een betaling te doen, moet u zich aanmelden bij een
service voor mobiele betalingen. Neem voor aanmelding of meer informatie over de service contact
op met uw serviceprovider.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
en tik op de schakelaar
NFC en betaling
om
deze functie in te schakelen.
2
Plaats het NFC-antennegebied op de achterkant van uw apparaat tegen de NFC-kaartlezer.
Als u de standaardapp voor betalingen wilt instellen, opent u het scherm Instellingen en tikt u op
Verbindingen
NFC en betaling
Tikken en betalen
BETALING
en selecteert u een app.
De lijst met betaalservices omvat mogelijk niet alle beschikbare betaalapps.
Gegevens verzenden
U kunt toestaan dat gegevens worden uitgewisseld wanneer de NFC-antenne van uw apparaat de
NFC-antenne van het andere apparaat aanraakt.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
NFC en betaling
en tik op de schakelaar om
deze functie in te schakelen.
2
Tik op de schakelaar
Android Beam
om deze functie in te schakelen.
3
Selecteer een item en raak de NFC-antenne van het andere apparaat naar de NFC-antenne van
uw apparaat aan.
Instellingen
127
4
Wanneer
Raak aan om over te brengen.
op het scherm verschijnt, tikt u op het scherm van uw
apparaat om het item te verzenden.
Als beide apparaten tegelijk proberen gegevens te verzenden, mislukt de
gegevensoverdracht mogelijk.
Mobiele hotspot en tethering
Gebruik het apparaat als een mobiele hotspot om de mobiele gegevensverbinding van uw apparaat
met andere apparaten te delen als de netwerkverbinding niet beschikbaar is. U kunt verbinding
maken via Wi-Fi, USB, of Bluetooth.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Mobiele hotspot en tethering
.
Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht wanneer u deze functie gebruikt.
•
Mobiele hotspot
: gebruik de mobiele hotspot om de mobiele gegevensverbinding van het
apparaat te delen met computers of andere apparaten.
•
Bluetooth-tethering
: gebruik Bluetooth-tethering om de mobiele gegevensverbinding van het
apparaat te delen met computers of andere apparaten via Bluetooth.
•
USB-tethering
: gebruik USB-tethering om de mobiele gegevensverbinding van het apparaat
te delen met een computer via USB. Wanneer het apparaat vervolgens op een computer is
aangesloten, wordt het als draadloos modem voor de computer gebruikt.
Instellingen
128
De mobiele hotspot gebruiken
Gebruik uw apparaat als mobiele hotspot om de mobiele gegevensverbinding van uw apparaat met
andere apparaten te delen.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Mobiele hotspot en tethering
Mobiele
hotspot
.
2
Tik op de schakelaar om deze functie in te schakelen.
Het pictogram
wordt weergegeven op de statusbalk. Andere apparaten kunnen uw apparaat
vinden in de lijst met Wi-Fi-netwerken.
Als u een wachtwoord voor de mobiele hotspot wilt instellen, tikt u op
Mobiele hotspot
configureren
en selecteert u het beveiligingsniveau. Geef een wachtwoord in en tik op
OPSLAAN
.
3
Zoek op het scherm van het andere apparaat naar uw apparaat in de lijst met Wi-Fi-netwerken
en selecteer het.
4
Gebruik op het aangesloten apparaat de mobiele gegevensverbinding van het apparaat om
verbinding te maken met internet.
Mobiele netwerken
Hiermee kunt u de instellingen voor uw mobiele netwerken configureren.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Mobiele netwerken
.
•
Roaming
: instellen dat het apparaat gegevensverbindingen gebruikt tijdens roaming.
•
Netwerkmodus
: een netwerktype selecteren.
•
Namen toegangspunten
: de namen van toegangspunten (APN's) instellen.
•
Netwerkoperators
: zoeken naar beschikbare netwerken en een netwerk handmatig registreren.
Locatie
U kunt instellingen wijzigen voor machtigingen voor locatiegegevens.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Locatie
.
•
Locatiemethode
: selecteer een methode waarmee u uw apparaat kunt lokaliseren.
•
Precisie verbeteren
: stel het apparaat in op het gebruik van de Wi-Fi- of Bluetooth-functie om
de nauwkeurigheid van uw locatiegegevens te verhogen, zelfs als de functies uitgeschakeld zijn.
Instellingen
129
•
RECENTE LOCATIEVERZOEKEN
: instellen dat het apparaat weergeeft welke apps uw huidige
locatiegegevens gebruiken.
•
LOCATIESERVICES
: de locatiegegevens bekijken die uw apparaat gebruikt.
Meer verbindingsinstellingen
Hier kunt u instellingen aanpassen om andere functies aan te sturen.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Meer verbindingsinstellingen
.
•
Apparaten in de buurt
: instellen dat het apparaat scant naar apparaten in de buurt waarmee
verbinding kan worden gemaakt.
•
Afdrukken
: instellingen voor printerinvoegtoepassingen die zijn geïnstalleerd op het apparaat.
U kunt beschikbare printers zoeken of handmatig een printer toevoegen om bestanden af te
drukken. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie.
•
MirrorLink
: gebruik de functie MirrorLink om de MirrorLink-apps van uw apparaat te bedienen
op het beeldscherm van een voertuig. Raadpleeg MirrorLink voor meer informatie.
•
Downloadbooster
: instellen dat het apparaat bestanden die groter dan 30 MB zijn, sneller
tegelijk via Wi-Fi en mobiele netwerken downloadt. Raadpleeg Downloadbooster voor meer
informatie.
•
VPN
: virtuele netwerken (VPN's) instellen op uw apparaat om verbinding te maken met het
privénetwerk van een school of bedrijf.
Afdrukken
Hier kunt u instellingen configureren voor printerplug-ins die zijn geïnstalleerd op het apparaat. U
kunt het apparaat aan een printer koppelen via Wi-Fi of Wi-Fi Direct en afbeeldingen of documenten
afdrukken.
Sommige printers zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat.
Printerinvoegtoepassingen toevoegen
U kunt printerinvoegtoepassingen toevoegen voor printers waarmee u het apparaat wilt verbinden.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Meer verbindingsinstellingen
Afdrukken
Service toevoegen
.
2
Een printerinvoegtoepassing zoeken in de
Play Store
.
3
Selecteer een printerinvoegtoepassing en installeer deze.
Instellingen
130
4
Selecteer de printerinvoegtoepassing en tik op de schakelaar om deze functie in te schakelen.
Het apparaat zoekt naar printers die zijn verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk als uw
apparaat.
5
Selecteer een printer die u wilt toevoegen.
Als u handmatig printers wilt toevoegen, tikt u op
Printer toevoegen
.
Inhoud afdrukken
Terwijl u inhoud, zoals afbeeldingen of documenten, bekijkt, opent u de lijst met opties, tikt u op
Afdrukken
Alle printers
en selecteert u een printer.
Afdrukmethoden kunnen verschillen afhankelijk van het type inhoud.
MirrorLink
U kunt uw apparaat verbinden met een voertuig om de MirrorLink-apps van uw apparaat te
bedienen via het beeldscherm van het voertuig.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Meer verbindingsinstellingen
MirrorLink
.
Uw apparaat is compatibel met voertuigen die ondersteuning bieden voor MirrorLink-versie
1.1 en hoger.
Uw apparaat via MirrorLink verbinden met een voertuig
Wanneer u deze functie voor het eerst gebruikt, verbindt u het apparaat met een Wi-Fi- of mobiel
netwerk.
1
Koppel uw apparaat via Bluetooth met een voertuig.
Raadpleeg Koppelen met andere Bluetooth-apparaten voor meer informatie.
2
Sluit uw apparaat met een USB-kabel aan op het voertuig.
Wanneer ze op elkaar zijn aangesloten, kunt u de MirrorLink-apps van uw apparaat openen via
het beeldscherm van uw voertuig.
De MirrorLink-verbinding verbreken
Koppel de USB-kabel los van uw apparaat en het voertuig.
Instellingen
131
Downloadbooster
Stel het apparaat in om sneller bestanden groter dan 30 MB gelijktijdig te downloaden via Wi-Fi en
mobiele netwerken. Een sterker Wi-Fi-signaal geeft een snellere downloadsnelheid.
Tik op het scherm Instellingen op
Verbindingen
Meer verbindingsinstellingen
Downloadbooster
.
•
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.
•
Er kunnen extra kosten in rekening worden gebracht als u bestanden downloadt via het
mobiele netwerk.
•
Wanneer u grote bestanden downloadt, wordt het apparaat mogelijk warm. Wanneer
de temperatuur van het apparaat boven de ingestelde temperatuur stijgt, zal de functie
worden uitgeschakeld.
•
Als de netwerksignalen onstabiel zijn, kunnen de snelheid en prestaties van deze functie
worden aangetast.
•
Als de gegevensoverdrachtsnelheden van de Wi-Fi- en mobiele netwerkverbindingen
sterk verschillen, gebruikt het apparaat mogelijk alleen de snelste verbinding.
•
Deze functie ondersteunt Hypertext Transmission Protocol (HTTP) 1.1 en Hypertext
Transmission Protocol Secure (HTTPS). De functie kan niet worden gebruikt met andere
protocollen, zoals FTP.
Geluiden en trillen
U kunt de instellingen voor diverse geluiden op het apparaat wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op
Geluiden en trillen
.
•
Geluidstand
: instellen dat het apparaat de geluidstand, de trilstand of de stille stand gebruikt.
•
Trillen bij inkomende oproep
: instellen dat bij inkomende oproepen zowel een beltoon als een
trilsignaal wordt gebruikt door het apparaat.
•
Gebruik volumetoetsen voor media
: het apparaat instellen voor het aanpassen van het
volumeniveau van media bij het indrukken van de volumetoets.
•
Volume
: het volume voor beltonen, muziek, video's, systeemgeluiden en meldingen instellen.
•
Intensiteit trilsignaal
: de sterkte van het trilsignaal aanpassen.
Instellingen
132
•
Beltoon
: de beltoon voor oproepen wijzigen.
•
Trilpatroon
: een trilpatroon selecteren.
•
Meldingsgeluiden
: de instellingen voor meldingsgeluiden wijzigen.
•
Niet storen
: instellen dat het apparaat geluiden voor inkomende oproepen, meldingen en
media dempt, behalve voor toegestane uitzonderingen.
•
Aanraakgeluiden
: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u een app of een
optie op het aanraakscherm selecteert.
•
Geluiden schermvergrend.
: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u het
aanraakscherm vergrendelt of ontgrendelt.
•
Geluid voor oplader
: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer het wordt
aangesloten op een oplader.
•
Feedback trilsignaal
: instellen dat het apparaat trilt wanneer u op de terugtoets of de toets
Recent drukt en voor andere acties, zoals tikken op items en deze blijven aanraken.
•
Tonen kiestoetsenblok
: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u tikt op
toetsen van het toetsenbord.
•
Toetsenbordgeluid
: het apparaat zo instellen dat een geluid wordt afgespeeld bij elke toets die
u aanraakt.
•
Toetsenbord op trilstand
: het apparaat zo instellen dat een trilsignaal wordt gebruikt bij elke
toets die u aanraakt.
•
Geluidskwal. en -effecten
: aanvullende geluidsinstellingen configureren.
•
Afzonderlijk app-geluid
: het apparaat instellen om mediageluid van een specifieke app
afzonderlijk van het geluid van andere apps af te spelen op de verbonden Bluetooth-luidspreker
of headset. U kunt bijvoorbeeld naar de app Navigatie luisteren via de luidspreker van uw
apparaat terwijl u de app Muziek beluistert via de Bluetooth-luidspreker van het voertuig.
Meldingen
U kunt de meldingsinstellingen voor elke app wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op
Meldingen
.
Als u pictogrambadges wilt weergeven, tikt u op de schakelaar
App-pictogrambadges
om deze in
te schakelen. Als u de instellingen wilt aanpassen, tikt u op
App-pictogrambadges
.
Als u meldingsinstellingen wilt aanpassen, tikt u op
GEAVANCEERD
en selecteert u een app.
Instellingen
133
Display
Opties
U kunt de instellingen voor het display en het startscherm wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op
Display
.
•
Helderheid
: de helderheid van het scherm aanpassen.
•
Automatische helderheid
: hiermee stelt u het apparaat in om uw helderheidsinstellingen bij te
houden en ze automatisch toe te passen in soortgelijke verlichtingsomstandigheden.
•
Filter blauw licht
: het blauw licht-filter activeren en de filterinstellingen wijzigen. Raadpleeg
Filter blauw licht voor meer informatie.
•
Lettertype en zoomniveau
: de instellingen voor schermzoom of het formaat en de stijl van het
lettertype wijzigen.
•
Scherm-modus
: de schermstand wijzigen om de kleuren en contrasten op het scherm aan te
passen. Raadpleeg De schermstand wijzigen of de displaykleur aanpassen voor meer informatie.
•
Schermresolutie
: de schermresolutie wijzigen.
•
Startscherm
: hiermee kunt u onder andere het formaat van het raster wijzigen om meer of
minder items op het startscherm weer te geven. Raadpleeg Startschermopties voor meer
informatie.
•
Eenvoudige stand
: overschakelen naar de eenvoudige stand om grotere pictogrammen weer te
geven en een eenvoudigere indeling toe te passen op het startscherm. Raadpleeg Eenvoudige
stand voor meer informatie.
•
Pictogramkaders
: instellen of gearceerde achtergronden moeten worden weergegeven om
pictogrammen beter te laten opvallen.
•
LED-indicator
: hiermee stelt u in dat het apparaat de LED-indicator inschakelt wanneer de
batterij wordt opgeladen, wanneer u meldingen ontvangt of wanneer u spraakopnamen maakt
terwijl het scherm is uitgeschakeld.
•
Statusbalk
: de instellingen voor het weergeven van meldingen of aanduidingen op de
statusbalk aanpassen.
•
Time-out scherm
: instellen na hoeveel tijd de achtergrondverlichting van het scherm moet
worden uitgeschakeld door het apparaat.
•
Onbedoeld aanraken blokkeren
: instellen dat het scherm van het apparaat aanraakinvoer niet
detecteert op een donkere plaats, zoals in een broekzak of tas.
•
Screensaver
: instellen dat het apparaat de screensaver weergeeft wanneer uw apparaat wordt
opgeladen.
Instellingen
134
Filter blauw licht
Zorg voor minder vermoeide ogen door de hoeveelheid blauw licht te beperken die het scherm
afgeeft.
Terwijl u HDR-video's bekijkt van HDR-exclusieve videoservices, wordt het filter voor blauw
licht niet toegepast.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Display
Filter blauw licht
en tik op de schakelaar
Nu
inschakelen
om deze in te schakelen.
2
Sleep de aanpassingsbalk om de ondoorzichtigheid van het filter aan te passen.
3
Als u het schema wilt instellen om het filter voor blauw licht toe te passen op het scherm, tikt u
op de schakelaar
Inschak. als gepland
om deze in te schakelen en selecteert u een optie.
•
Zonsondergang tot zonsopkomst
: stel het apparaat zo in dat het filter voor blauw licht 's
nachts wordt toegepast en 's morgens wordt uitgeschakeld, op basis van uw locatie.
•
Aangepaste planning
: stel een specifieke tijd in om het filter voor blauw licht toe te passen.
De schermstand wijzigen of de displaykleur aanpassen
Selecteer een schermstand die geschikt is voor het bekijken van films of afbeeldingen of pas
de displaykleur aan uw voorkeur aan. Als u de stand
Aanpasbaar display
selecteert, kunt u de
displaykleurbalans aanpassen op basis van kleurwaarde.
De schermstand wijzigen
Tik op het scherm Instellingen op
Display
Scherm-modus
en selecteer de gewenste stand.
•
Aanpasbaar display
: hiermee worden het kleurbereik, de verzadiging en de scherpte van uw
display geoptimaliseerd. U kunt ook de displaykleurbalans aanpassen op basis van kleurwaarde.
•
AMOLED-bioscoop
: deze optie is geschikt voor het bekijken van video's.
•
AMOLED-foto
: deze optie is geschikt voor het bekijken van afbeeldingen.
•
Basis
: deze optie is als standaard ingesteld en is geschikt voor algemeen gebruik.
•
U kunt de displaykleur alleen aanpassen in de stand
Aanpasbaar display
.
•
De stand
Aanpasbaar display
is mogelijk niet compatibel met apps van derden.
•
U kunt de schermstand niet wijzigen terwijl het blauw licht-filter wordt toegepast.
Instellingen
135
De kleurbalans voor volledig scherm optimaliseren
Optimaliseer de displaykleur door de kleurtinten aan uw voorkeur aan te passen.
Wanneer u de kleuraanpassingsbalk naar
Koel
sleept, neemt de blauwe kleurtint toe. Wanneer u de
balk naar
Warm
sleept, neemt de rode kleurtint toe.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Display
Scherm-modus
Aanpasbaar display
.
2
Pas de kleuraanpassingsbalk onder
Kleurbalans volledig scherm
aan.
De kleurbalans van het scherm wordt geoptimaliseerd.
De schermtint aanpassen op basis van kleurwaarde
U kunt bepaalde kleurtinten verhogen of verlagen door de waarde
Rood
,
Groen
of
Blauw
afzonderlijk aan te passen.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Display
Scherm-modus
Aanpasbaar display
.
2
Vink
Geavanceerde opties
aan.
3
Pas de kleurbalk
Rood
,
Groen
of
Blauw
aan uw voorkeur aan.
De schermtint wordt aangepast.
Instellingen
136
Eenvoudige stand
De eenvoudige stand biedt meer gebruikscomfort met een eenvoudige rangschikking en grotere
pictogrammen op het startscherm.
Sommige app-functies zijn mogelijk niet beschikbaar in de eenvoudige stand.
Overschakelen naar de eenvoudige stand
1
Tik op het scherm Instellingen op
Display
Eenvoudige stand
Eenvoudige stand
.
2
Tik op
TOEPASSEN
.
Terugkeren naar de standaardstand
Veeg naar links op het startscherm en tik op
Instellingen
Display
Eenvoudige stand
Standaardstand
TOEPASSEN
.
Snelkoppelingen beheren
Als u een app-snelkoppeling wilt toevoegen aan het startscherm, houdt u een item ingedrukt
in het scherm Apps en sleept u het naar de bovenkant van het scherm. De snelkoppeling wordt
toegevoegd aan het startscherm.
Als u een snelkoppeling voor een contactpersoon wilt toevoegen op het startscherm, veegt u naar
rechts en tikt u op
.
Als u een snelkoppeling wilt verwijderen van het startscherm, tikt u op
BEWERKEN
en selecteert
u een app of contact met
, of tik op een app en blijf deze aanraken om te verwijderen van het
startscherm en tik vervolgens op
Verwijd. uit Start
.
Instellingen
137
Achtergronden en thema's
Wijzig de achtergrondinstellingen voor het startscherm en het vergrendelde scherm of pas
verschillende thema's op het apparaat toe.
Tik op het scherm Instellingen op
Achtergronden en thema's
.
Geavanceerde functies
Opties
U kunt geavanceerde functies activeren en de instellingen wijzigen waarmee ze worden beheerd.
Tik op het scherm Instellingen op
Geavanceerde functies
.
Overmatig schudden van of stoten op het apparaat kan leiden tot onbedoelde invoer voor
bepaalde functies.
•
Slim sluimeren
: instellen dat het apparaat voorkomt dat de achtergrondverlichting wordt
uitgeschakeld terwijl u naar het scherm kijkt.
•
Games
: de gamelauncher en het pictogram Game Tools activeren. Raadpleeg Game Launcher
voor meer informatie.
•
Bediening met één hand
: bediening met één hand inschakelen voor gebruiksgemak wanneer
u het apparaat gebruikt met één hand.
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
•
Snelkiezen
: instellen dat het apparaat een contact belt wanneer u de starttoets ingedrukt houdt
en de naam van het contact uitspreekt.
•
Camera snel starten
: het apparaat instellen om de camera te starten door twee keer snel op de
starttoets te drukken.
•
Multi window
: een startmethode voor Multi window selecteren.
•
Slim vastleggen
: instellen dat het apparaat inhoud vastlegt die over meerdere schermen wordt
weergegeven en de schermafbeelding onmiddellijk bijsnijden en delen.
Instellingen
138
•
Vegen voor schermafbeelding
: instellen dat er een schermafbeelding wordt gemaakt door
het apparaat wanneer u met uw hand naar links of rechts over het scherm veegt. U kunt de
gemaakte afbeeldingen bekijken in
Galerij
.
Het is bij gebruik van sommige apps en functies niet mogelijk een schermafbeelding te
maken.
•
Direct bellen
: instellen dat het apparaat een spraakoproep start als u het apparaat oppakt en bij
uw oor houdt terwijl een bericht of de gegevens van een contact worden weergegeven.
•
Slim melden
: instellen dat het apparaat meldingen over gemiste oproepen of nieuwe berichten
weergeeft wanneer u het apparaat oppakt.
Deze functie werkt mogelijk niet als het scherm is ingeschakeld of het apparaat zich
niet op een vlakke ondergrond bevindt.
•
Eenvoudig dempen
: het apparaat instellen om inkomende oproepen of alarmen te dempen
met handbewegingen of door het apparaat met het scherm omlaag neer te leggen.
•
Veeg voor oproep/bericht verz.
: instellen dat het apparaat belt of een bericht stuurt wanneer u
naar links of rechts veegt op een contact of een telefoonnummer.
•
Dual Messenger
: de tweede app installeren en twee verschillende accounts gebruiken voor
dezelfde messenger-app.
•
SOS-berichten verzenden
: instellen dat het apparaat SOS-berichten verstuurd wanneer u drie
keer op de aan/uit-toets drukt. U kunt ook geluidsopnamen samen met het bericht naar de
ontvangers verzenden. Raadpleeg SOS-berichten verzenden voor meer informatie.
•
Direct share
: instellen dat het apparaat de mensen met wie u contact hebt opgenomen,
weergeeft in het venster met opties voor delen zodat u uw inhoud direct kunt delen.
•
Video verbeteren
: de afbeeldingskwaliteit van uw video's verbeteren om te genieten van
helderdere en levendigere kleuren.
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar in sommige apps.
Instellingen
139
SOS-berichten verzenden
Druk in een noodgeval drie keer snel op de aan/uit-toets. Het apparaat verzendt het bericht naar uw
noodcontacten. Het bericht bevat informatie over uw locatie.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Geavanceerde functies
SOS-berichten verzenden
en tik
vervolgens op de schakelaar om deze functie in te schakelen.
2
Volg de instructies op het scherm om noodcontacten toe te voegen als u dit nog niet hebt
gedaan.
Als u SOS-berichten wilt sturen met geluidsopnamen of foto's, tikt u op de schakelaar
Geluidsopname bijvoegen
of op
Foto's bijvoegen
om deze functie in te schakelen.
De optie
Foto's bijvoegen
is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van de regio of
serviceprovider.
Noodcontacten toevoegen
Tik op het scherm Instellingen op
Geavanceerde functies
SOS-berichten verzenden
Berichten verzenden naar
TOEVOEGEN
. Tik op
Contact toevoegen
en geef contactinformatie
in of tik op
Selecteren uit contacten
om een bestaand contact toe te voegen als een contact voor
noodgevallen.
Instellingen
140
Apparaatonderhoud
De functie voor apparaatonderhoud geeft een overzicht van de status van de batterij, de opslag,
het geheugen en de systeembeveiliging van uw apparaat. U kunt het apparaat ook automatisch
optimaliseren met een tik van uw vinger.
Batterij
Prestatiestand
Apparaatbeveiliging
Geheugen
Opslag
De snelle optimalisatiefunctie gebruiken
Tik op het scherm Instellingen op
Apparaatonderhoud
NU OPLOSSEN
of
NU OPTIMALISEREN
.
De snelle optimalisatiefunctie verbetert de apparaatprestaties met de volgende acties.
•
Wat geheugen leegmaken.
•
Overbodige bestanden verwijderen en apps sluiten die op de achtergrond worden uitgevoerd.
•
Abnormaal batterijgebruik beheren.
•
Scannen op malware.
Instellingen
141
Batterij
Controleer de resterende batterijlading en tijd die het apparaat nog kan worden gebruikt.
Voor apparaten die een laag batterijniveau hebben, kunt u de batterij besparen door de
energiebesparingsfuncties te activeren.
Tik op het scherm Instellingen op
Apparaatonderhoud
Batterij
.
•
De resterende gebruiksduur geeft aan wanneer de batterij leeg is. De gebruiksduur kan
verschillen afhankelijk van uw apparaatinstellingen en de gebruiksomstandigheden.
•
U kunt geen meldingen ontvangen van apps die de energiebesparende stand gebruiken.
De batterij beheren
U kunt de batterij sparen door te voorkomen dat apps die op de achtergrond worden uitgevoerd,
batterijlading gebruiken wanneer ze niet worden gebruikt. Vink apps aan in de lijst met apps en tik
op
SPAARSTAND
. Tik ook op
Geavanceerde instellingen
om energiecontroleopties voor apps
in te stellen.
U kunt instellen dat het apparaat sneller de batterij oplaadt. Tik op
Geavanceerde instellingen
en tik op de schakelaar
Snel opladen via kabel
om deze functie in te schakelen.
Prestatiestand
U kunt de prestatiemodus van het apparaat wijzigen op basis van uw gebruik, zoals het spelen van
games of het afspelen van muziek, om de beste prestaties te krijgen.
Tik op het scherm Instellingen op
Apparaatonderhoud
Prestatiestand
.
Opslag
Controleer de status van het gebruikte en beschikbare geheugen.
Tik op het scherm Instellingen op
Apparaatonderhoud
Opslag
.
De feitelijk beschikbare capaciteit van het interne geheugen is minder dan de
gespecificeerde capaciteit. Een gedeelte van het geheugen wordt namelijk gebruikt door
het besturingssysteem en de standaard-apps. De beschikbare capaciteit kan veranderen
wanneer u het apparaat bijwerkt.
Het geheugen beheren
Als u resterende bestanden zoals cache wilt verwijderen, tikt u op
NU OPSCHONEN
. Als u
bestanden of apps die u niet meer gebruikt wilt verwijderen, selecteert u een categorie onder
GEBRUIKERGEGEVENS
. Vink vervolgens items aan om te selecteren en tik op
VERWIJDEREN
.
Instellingen
142
Geheugen
Tik op het scherm Instellingen op
Apparaatonderhoud
Geheugen
.
Als u uw apparaat wilt versnellen door de hoeveelheid gebruikt geheugen te verminderen, vinkt u
apps in de lijst met apps aan en tikt u op
NU OPSCHONEN
.
Apparaatbeveiliging
De beveiligingsstatus van het apparaat controleren. Deze functie scant uw apparaat op malware.
Tik op het scherm Instellingen op
Apparaatonderhoud
Apparaatbeveiliging
TELEFOON
SCANNEN
.
Apps
Hiermee kunt u de apps op het apparaat beheren en de app-instellingen wijzigen. U kunt de
gebruiksgegevens van de apps bekijken, de bijbehorende meldings- of machtigingsinstellingen
wijzigen of onnodige apps verwijderen of uitschakelen.
Tik op het scherm Instellingen op
Apps
.
Schermvergrendeling en beveiliging
Opties
U kunt de instellingen voor de beveiliging van het apparaat wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
De beschikbare opties kunnen verschillen, afhankelijk van de geselecteerde methode voor
schermvergrendeling.
•
Type schermvergrendeling
: de methode voor schermvergrendeling wijzigen.
•
Smart Lock
: het apparaat instellen om zichzelf te ontgrendelen wanneer vertrouwde locaties of
apparaten worden gedetecteerd.
•
Instell. veilige vergrendeling
: de schermvergrendelingsinstellingen voor de geselecteerde
vergrendelingsmethode wijzigen.
Instellingen
143
•
Vingerafdrukscanner
: uw vingerafdruk op het apparaat opslaan om het apparaat te beveiligen
of u aan te melden bij uw Samsung-account. Raadpleeg Vingerafdrukherkenning voor meer
informatie.
•
Always On Display
: stel in dat het apparaat een afbeelding of informatie weergeeft als het
scherm is uitgeschakeld. Raadpleeg Always On Display voor meer informatie.
•
Klok en FaceWidgets
: de instellingen wijzigen van items op het scherm als dit is uitgeschakeld.
•
Meldingen
: instellen of meldingen moeten worden weergegeven als het scherm is
uitgeschakeld en selecteren welke meldingen moeten worden weergegeven.
•
App-sneltoetsen
: apps selecteren om snelkoppelingen voor te maken, die worden
weergegeven op het vergrendelde scherm.
•
Google Play Protect
: instellen dat het apparaat controleert op schadelijke apps en schadelijk
gedrag, u waarschuwt voor potentiële schade en de apps verwijdert.
•
Zoek mijn mobiel
: schakel de functie Mijn telefoon zoeken in of uit. Ga naar de website Mijn
mobiel zoeken (findmymobile.samsung.com) om uw verloren of gestolen apparaat op te sporen
en te beheren.
U kunt uw apparaat ook vinden of het apparaat op afstand bedienen met de service Vind mijn
apparaat die wordt geleverd door Google.
•
Beveiligingsupdate
: de versie van het beveiligingssysteem van uw apparaat weergeven en
controleren op updates.
•
Onbekende apps installeren
: het apparaat instellen om de installatie van applicaties van
onbekende bronnen toe te staan.
•
Samsung Pass
: uw identiteit gemakkelijk en veilig verifiëren via uw biometrische gegevens.
Raadpleeg Samsung Pass voor meer informatie.
•
Privéstand
: de privéstand inschakelen om te voorkomen dat anderen toegang hebben tot uw
persoonlijke inhoud. Raadpleeg Privéstand voor meer informatie.
•
Veilige map
: een veilige map maken om uw persoonlijke inhoud en apps te beveiligen.
•
Controle app-machtigingen
: instellen om meldingen te ontvangen wanneer de machtigingen
die u selecteert worden gebruikt door apps die u niet gebruikt. U kunt de instellingen van elke
app beheren en de bijbehorende gebruiksgeschiedenis van machtigingen bekijken.
•
Veilig opstarten
: uw apparaat beschermen door in te stellen dat een
schermontgrendelingscode is vereist wanneer het apparaat wordt ingeschakeld. U moet de
ontgrendelingscode ingeven om het apparaat op te starten en berichten en meldingen te
ontvangen.
Instellingen
144
•
SD-kaart coderen
: instellen dat het apparaat alle bestanden op een geheugenkaart codeert.
Als u met deze instelling ingeschakeld besluit tot resetten van de standaardwaarden, zal het
apparaat de versleutelde bestanden niet meer kunnen lezen. Schakel deze instelling dus
altijd uit voordat u het apparaat reset.
•
Andere beveiligingsinstellingen
: aanvullende beveiligingsinstellingen configureren.
Vingerafdrukherkenning
Voor een correcte werking van vingerafdrukherkenning moeten uw vingerafdrukgegevens worden
geregistreerd en opgeslagen op het apparaat. Na registratie kunt u instellen dat het apparaat uw
vingerafdruk gebruikt voor de onderstaande functies:
•
Samsung Pass (Samsung-account verificatie en aanmelden op internet)
•
Schermvergrendeling
•
Veilige map
•
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van uw regio of serviceprovider.
•
Vingerafdrukherkenning gebruikt de unieke kenmerken van elke vingerafdruk om
de beveiliging van uw apparaat te verbeteren. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de
vingerafdruksensor twee verschillende vingerafdrukken niet kan onderscheiden. In zeer
zeldzame gevallen waarin afzonderlijke vingerafdrukken zeer op elkaar lijken, kan de
sensor ze echter als identiek herkennen.
•
Als u uw vingerafdruk gebruikt als schermvergrendelingsmethode, kan uw vingerafdruk
niet worden gebruikt om het scherm te ontgrendelen wanneer u het apparaat inschakelt.
Als u het apparaat wilt gebruiken, moet u het scherm ontgrendelen met een patroon,
PIN-code of wachtwoord dat u instelt wanneer u de vingerafdruk registreert. Zorg ervoor
dat u uw patroon, PIN-code of wachtwoord niet vergeet.
•
Als uw vingerafdruk niet wordt herkend, kunt u het apparaat ontgrendelen met het
patroon, de PIN-code of het wachtwoord dat u hebt ingesteld bij het registreren van de
vingerafdruk, en vervolgens kunt u uw vingerafdrukken opnieuw registreren. Als u uw
patroon, PIN-code of wachtwoord bent vergeten, kunt u het apparaat niet gebruiken
als u het niet opnieuw instelt. Samsung is niet verantwoordelijk voor het verlies van
gegevens of ongemak veroorzaakt door vergeten ontgrendelingscodes.
Instellingen
145
Voor een betere herkenning van vingerafdrukken
Wanneer u uw vingerafdrukken scant op het apparaat, moet u rekening houden met de volgende
omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de prestaties van het apparaat:
•
De starttoets bevat een sensor voor vingerafdrukherkenning. Controleer of de starttoets niet is
bekrast of beschadigd door metalen voorwerpen, zoals munten, sleutels en kettingen.
•
Als de vingerafdruklezer wordt bedekt met beschermende folie, stickers of andere accessoires,
wordt de vingerafdruk mogelijk minder goed herkend. Als de vingerafdruklezer al is bedekt met
een beschermende folie, verwijder deze dan voordat u de vingerafdruksensor gebruikt.
•
Zorg dat het herkenningsgebied voor vingerafdrukken en uw vingers schoon en droog zijn.
•
Het apparaat herkent mogelijk vingerafdrukken niet als deze zijn veranderd door rimpels of
littekens.
•
Het apparaat herkent mogelijk geen vingerafdrukken van kleine of dunne vingers.
•
Als u uw vinger buigt of uw vingertop gebruikt, herkent het apparaat uw vingerafdrukken
mogelijk niet. Zorg ervoor dat u de hele starttoets met uw vinger bedekt.
•
Om de prestaties van herkenning te verbeteren, registreert u vingerafdrukken van de hand die
het meest wordt gebruikt om taken uit te voeren op het apparaat.
•
In droge omgevingen kan statische elektriciteit zich verzamelen in het apparaat. Vermijd het
gebruik van deze functie in droge omgevingen of zorg dat u statische elektriciteit kwijtraakt
door een metalen voorwerp aan te raken voordat u de functie gebruikt.
Vingerafdrukken vastleggen
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Vingerafdrukscanner
.
2
Ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde methode voor schermvergrendeling.
Als u geen methode voor schermvergrendeling hebt ingesteld, stelt u nu een methode in.
3
Plaats uw vinger op de starttoets.
4
Nadat het apparaat uw vinger heeft gedetecteerd, tilt u deze op en plaatst u deze weer op de
starttoets.
Herhaal deze actie totdat de vingerafdruk is geregistreerd. Wanneer u klaar bent met het
registreren van de vingerafdrukken, tikt u op
GEREED
.
Als er een scherm voor vingerafdrukvergrendeling wordt weergegeven, tikt u op
INSCHAKELEN
om uw vingerafdruk te gebruiken om het scherm te ontgrendelen.
Instellingen
146
Vingerafdrukken verwijderen
U kunt geregistreerde vingerafdrukken verwijderen.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Vingerafdrukscanner
.
2
Ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde methode voor schermvergrendeling.
3
Tik op
BEWERKEN
.
4
Vink vingerafdrukken aan om te verwijderen en tik op
VERWIJDER
.
Samsung Pass gebruiken
Wanneer u uw vingerafdrukken registreert bij Samsung Pass, kunt u deze gebruiken om gemakkelijk
uw identiteit te verifiëren of u aan te melden bij websites. Raadpleeg Samsung Pass voor meer
informatie.
Het scherm ontgrendelen met vingerafdrukken
U kunt het scherm ontgrendelen met uw vingerafdruk in plaats van een patroon, PIN-code of
wachtwoord.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Vingerafdrukscanner
.
2
Ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde methode voor schermvergrendeling.
3
Tik op de schakelaar
Ontgrendelen met vingerafdruk
om deze functie in te schakelen.
4
Plaats uw vinger op het vergrendelde scherm op de starttoets om uw vingerafdruk te scannen.
Instellingen
147
Samsung Pass
Met Samsung Pass kunt u zich gemakkelijker en veilig bij uw Samsung-account, websites
of apps aanmelden via uw biometrische gegevens, zoals vingerafdrukken, in plaats van uw
aanmeldgegevens.
Registreer uw biometrische gegevens in Samsung Pass en stel in dat u zich bij ondersteunde
websites of apps wilt aanmelden met de gegevens via Samsung Pass.
Voordat u begint
•
Als u deze functie wilt gebruiken, moet uw apparaat zijn verbonden met een Wi-Fi-netwerk of
mobiel netwerk.
•
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u zich aanmelden bij uw Samsung-account. Raadpleeg
Samsung-account voor meer informatie.
•
De functie voor aanmelden bij websites is alleen beschikbaar voor websites die u opent via de
app
Internet
. Bepaalde websites bieden mogelijk geen ondersteuning voor deze functie.
Samsung Pass registreren
Voordat u Samsung Pass gebruikt, registreert u uw biometrische gegevens bij Samsung Pass.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Samsung Pass
.
2
Lees de instructies op het scherm en tik op
INLOGGEN
.
3
Geef de ID en het wachtwoord van uw Samsung-account in en tik op
INLOGGEN
.
4
Tik op
GEREED
om het registreren van uw Samsung-account te voltooien.
5
Lees en accepteer de algemene voorwaarden en tik op
STARTEN
.
6
Tik op
VINGERAFDR. REGISTR.
en registreer uw vingerafdruk.
Raadpleeg Vingerafdrukherkenning voor meer informatie.
7
Scan uw vingerafdruk en tik op
VOLGENDE
om de registratie bij Samsung Pass te voltooien.
Als de optie
Toevoegen aan startscherm
is aangevinkt, wordt het Samsung Pass-pictogram
toegevoegd aan het startscherm.
Instellingen
148
Het wachtwoord van het Samsung-account verifiëren
U kunt uw Samsung Pass gebruiken om het wachtwoord van uw Samsung-account te verifiëren. U
kunt uw biometrische gegevens gebruiken in plaats van uw wachtwoord in te geven, bijvoorbeeld
wanneer u inhoud aanschaft op
Galaxy Apps
.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Samsung Pass
.
2
Ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde methode voor schermvergrendeling.
3
Tik op
Instellingen
Samsung account
en tik op de schakelaar
Gebruiken met Samsung
Pass
om deze in te schakelen.
Samsung Pass gebruiken om aan te melden bij websites
U kunt Samsung Pass gebruiken om u gemakkelijk aan te melden bij websites die ondersteuning
bieden voor het automatisch aanvullen van ID's en wachtwoorden.
1
Open een website waarbij u zich wilt aanmelden.
2
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en tik dan op de toets 'Aanmelden' op de website.
3
Wanneer een pop-upscherm wordt geopend waarin u wordt gevraagd of u de
aanmeldgegevens wilt opslaan, vinkt u
Inloggen met vingerafdrukken via Samsung Pass
aan
en tikt u op
ONTHOUDEN
.
U kunt de vingerafdruk die u hebt geregistreerd bij Samsung Pass, nu gebruiken wanneer u zich
aanmeldt bij de website.
Samsung Pass gebruiken om aan te melden bij apps
U kunt Samsung Pass gebruiken om u gemakkelijk aan te melden bij apps die ondersteuning bieden
voor het automatisch aanvullen van ID's en wachtwoorden.
1
Open een app waarbij u zich wilt aanmelden.
2
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en tik op de toets Aanmelden van de app.
3
Wanneer een pop-upscherm wordt geopend waarin u wordt gevraagd of u de
aanmeldgegevens wilt opslaan, tikt u op
OPSLAAN
.
U kunt de biometrische gegevens die u hebt geregistreerd bij Samsung Pass, nu gebruiken
wanneer u zich aanmeldt bij de app.
Instellingen
149
Aanmeldgegevens beheren
Bekijk de lijst met websites die u hebt ingesteld voor het gebruik van Samsung Pass en beheer uw
aanmeldgegevens.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Samsung Pass
.
2
Ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde methode voor schermvergrendeling.
3
Selecteer een website in de lijst.
4
Tik op
Bewerk
en pas uw ID, wachtwoord en de naam van de website aan.
Als u de website wilt verwijderen, tikt u op
Wissen
.
Samsung Pass gebruiken met websites en apps
Wanneer u websites of apps gebruikt die Samsung Pass ondersteunen, kunt u zich gemakkelijk
aanmelden met Samsung Pass.
Als u de lijst met websites en apps wilt bekijken die Samsung Pass ondersteunen, opent u
het scherm Instellingen, tikt u op
Schermvergr. en beveilig.
Samsung Pass
en selecteert
u vervolgens het site- of apptabblad. Als er geen websites of apps zijn die Samsung Pass
ondersteunen, wordt het site- of apptabblad niet weergegeven.
•
Beschikbare websites en apps kunnen verschillen, afhankelijk van de regio of
serviceprovider.
•
Samsung is niet verantwoordelijk voor gegevensverlies of ongemak als gevolg van
aanmelden bij websites of apps via Samsung Pass.
Uw Samsung Pass-gegevens verwijderen
U kunt uw bij Samsung Pass geregistreerde biometrische gegevens, webaanmeldgegevens en app-
gegevens verwijderen via
Gegevens verwijderen
. Uw acceptatie van de algemene voorwaarden en
uw Samsung-account blijven actief.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Samsung Pass
.
2
Ontgrendel het scherm met de vooraf ingestelde methode voor schermvergrendeling.
Instellingen
150
3
Tik op
Instellingen
Gegevens verwijderen
.
4
Voer het wachtwoord van uw Samsung-account in.
Uw Samsung Pass-gegevens worden verwijderd.
Privéstand
U kunt persoonlijke inhoud op uw apparaat verbergen om te voorkomen dat anderen deze inhoud
kunnen bekijken.
Privéstand inschakelen
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Privéstand
en tik op de
schakelaar om deze functie in te schakelen.
Als u de privéstand voor de eerste keer inschakelt, moet u de instructies op het scherm volgen
om een toegangscode voor de privéstand in te stellen.
2
Volg de instructies op het scherm om de vooraf ingestelde toegangscode voor de privéstand in
te geven.
De privéstand wordt geactiveerd en het pictogram
wordt weergegeven op de statusbalk.
U kunt alleen verborgen items weergeven en openen wanneer de privéstand is
ingeschakeld. Als u items wilt verbergen die zijn opgeslagen in de privémap, moet u de
privéstand uitschakelen.
Inhoud verbergen
1
Een app starten om items te verbergen.
2
Selecteer een item en tik op
Verplaatsen naar Privé
.
Als de privéstand is ingeschakeld, volgt u de instructies op het scherm om de vooraf ingestelde
toegangscode voor de privéstand in te geven.
De geselecteerde items worden verplaatst naar de privémap.
Instellingen
151
Verborgen inhoud weergeven
U kunt alleen verborgen items weergeven wanneer de privéstand is ingeschakeld.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Privéstand
en tik op de
schakelaar om deze functie in te schakelen.
2
Volg de instructies op het scherm om de vooraf ingestelde toegangscode voor de privéstand in
te geven.
3
Open de map
Samsung
, start de app
Mijn bestanden
en tik vervolgens op
Privé
.
Items die zijn verplaatst naar de persoonlijke map worden op het scherm weergegeven.
Inhoud opnieuw weergeven
1
Tik in de privémap op een item en houd deze vast, vink vervolgens de items aan die u niet
langer wilt verbergen.
2
Tik op
Verwijderen uit Privé
.
3
Selecteer een map waar u de items naartoe wilt verplaatsen en tik op
GEREED
.
De items worden verplaatst naar de geselecteerde map.
De privéstand automatisch uitschakelen
U kunt instellen dat het apparaat de privéstand automatisch uitschakelt wanneer het scherm wordt
uitgeschakeld.
1
Tik op het scherm Instellingen op
Schermvergr. en beveilig.
Privéstand
en tik op de
schakelaar om deze functie in te schakelen.
2
Volg de instructies op het scherm om de vooraf ingestelde toegangscode voor de privéstand in
te geven.
3
Tik op de schakelaar
Automatisch uitschakelen
om deze in te schakelen.
Als de optie
Automatisch uitschakelen
is ingeschakeld, kan het apparaat geen bestanden
overzetten naar de privémap als het scherm wordt uitgeschakeld tijdens een overdracht.
Instellingen
152
Cloud en accounts
Opties
U kunt de gegevens van uw apparaat synchroniseren, hiervan een back-up maken of ze terugzetten
via Samsung Cloud. U kunt ook accounts, zoals uw Samsung-account of Google-account, registreren
en beheren of via Smart Switch gegevens overdragen naar of van andere apparaten.
Tik op het scherm Instellingen op
Cloud en accounts
.
Maak regelmatig een back-up van uw gegevens op een veilige locatie, zoals Samsung
Cloud of een computer, zodat u deze kunt terugzetten als de gegevens beschadigd raken of
verloren gaan als het apparaat per ongeluk wordt teruggezet op de fabrieksinstellingen.
•
Samsung Cloud
: u kunt de inhoud beheren die u veilig wilt opslaan in Samsung Cloud. U kunt
de gebruiksstatus van uw Samsung Cloud-opslag controleren en uw gegevens synchroniseren,
er een back-up van maken en herstellen. Raadpleeg Samsung Cloud voor meer informatie.
•
Accounts
: u kunt uw Samsung- en Google-accounts, of andere accounts, toevoegen om deze te
synchroniseren.
•
Back-up en herstel
: bewaar uw persoonlijke informatie, app-gegevens en instellingen veilig
op uw apparaat. U kunt een back-up van uw gevoelige informatie maken en deze later openen.
U moet zich aanmelden bij uw Google- of Samsung-account om een back-up van gegevens te
maken of te herstellen. Raadpleeg Back-up en herstel voor meer informatie.
•
Smart Switch
: start Smart Switch en zet gegevens van uw vorige apparaat over. Raadpleeg
Smart Switch voor meer informatie.
Instellingen
153
Back-up en herstel
Bewaar uw persoonlijke informatie, app-gegevens en instellingen veilig op uw apparaat. U kunt een
back-up van uw gevoelige informatie maken en deze later openen. U moet zich aanmelden bij uw
Google- of Samsung-account om een back-up van gegevens te maken of te herstellen.
Een Samsung-account gebruiken
Tik op het scherm Instellingen op
Cloud en accounts
Back-up en herstel
Back-up van
gegevens
voor het Samsung-account, selecteer de items waarvan u een back-up wilt maken en tik
op
BACK-UP
.
Van de gegevens wordt een back-up gemaakt in Samsung Cloud. Raadpleeg Samsung Cloud voor
meer informatie.
Als u back-upgegevens wilt herstellen vanuit de Samsung Cloud met een Samsung-account, tikt u
op
Gegevens herstellen
. Selecteer een apparaat en de gegevenstypen die u wilt terugzetten en tik
op
HERSTELLEN
. De geselecteerde gegevens worden teruggezet op het apparaat.
Een Google-account gebruiken
Tik op het scherm Instellingen op
Cloud en accounts
Back-up en herstel
en tik op de schakelaar
Back-up van mijn gegevens
voor het Google-account om deze functie in te schakelen. Tik op
Back-
upaccount
en selecteer een account dat u als back-upaccount wilt instellen.
Als u gegevens wilt herstellen met een Google-account, tikt u op de schakelaar
Automatisch
herstellen
om deze functie in te schakelen. Wanneer u apps opnieuw installeert, worden de
instellingen en gegevens waarvan een back-up is gemaakt, hersteld.
Google
Instellingen configureren voor bepaalde functies van Google.
Tik op het scherm Instellingen op
Google
.
Toegankelijkheid
Hier kunt u verschillende instellingen configureren om de toegankelijkheid van het apparaat te
verbeteren. Raadpleeg Toegankelijkheid voor meer informatie.
Tik op het scherm Instellingen op
Toegankelijkheid
.
Instellingen
154
Algemeen beheer
De systeeminstellingen van uw apparaat aanpassen of het apparaat opnieuw instellen.
Tik op het scherm Instellingen op
Algemeen beheer
.
•
Taal en invoer
: apparaattalen selecteren en instellingen wijzigen, zoals toetsenborden
en spraakinvoertypen. Sommige opties zijn wellicht niet beschikbaar afhankelijk van de
geselecteerde taal.
•
Datum en tijd
: toegang krijgen tot de instellingen en deze aanpassen om te bepalen hoe het
apparaat de tijd en datum weergeeft.
Als de batterij gedurende langere tijd geheel leeg is, worden de tijd en datum gereset.
•
Neem contact met ons op
: vragen stellen of veelgestelde vragen bekijken. Raadpleeg Samsung
Members voor meer informatie.
•
Resetten
: de instellingen van uw apparaat opnieuw instellen of het apparaat terugzetten op de
fabrieksinstellingen.
Software-update
U kunt de software van uw apparaat bijwerken of de update-instellingen wijzigen.
Tik op het scherm Instellingen op
Software-update
.
Als noodsoftware-updates worden uitgebracht voor de veiligheid van uw apparaat en
om nieuwe typen beveiligingsrisico's te blokkeren, worden deze automatisch zonder uw
goedkeuring geïnstalleerd.
•
Updates handmatig downloaden
: controleren op updates en updates handmatig installeren.
•
Updates automatisch downloaden
: het apparaat instellen op automatisch downloaden van
updates indien verbonden met een Wi-Fi-netwerk.
•
Geplande software-updates
: het apparaat zo instellen dat gedownloade updates op een
opgegeven tijd worden geïnstalleerd.
•
Laatste informatie update
: informatie over de laatste software-update weergeven.
Instellingen
155
Gebruiksaanwijzing
Hiermee kunt u informatie weergeven over het gebruik van het apparaat en apps of voor het
configureren van belangrijke instellingen.
Tik op het scherm Instellingen op
Gebruiksaanwijzing
.
Info telefoon
U kunt informatie over uw apparaat openen.
Tik op het scherm Instellingen op
Info telefoon
.
Als u de naam van uw apparaat wilt wijzigen, tikt u op
BEWERKEN
.
•
Status
: verschillende apparaatgegevens bekijken, zoals de SIM-kaartstatus, MAC-adres van Wi-Fi
en serienummer.
•
Juridische informatie
: juridische informatie met betrekking tot het apparaat bekijken, zoals
veiligheidsinformatie en de open source-licentie.
•
Softwaregegevens
: de softwaregegevens van het apparaat bekijken, zoals de versie van het
besturingssysteem en de firmwareversie.
•
Batterijgegevens
: de status en gegevens van de batterij bekijken.
156
Bijlage
Toegankelijkheid
Over toegankelijkheid
U kunt de toegankelijkheid verbeteren met functies die het apparaat gebruiksvriendelijker maken
voor gebruikers met een slecht gezichtsvermogen, een gehooraandoening of een motorische
beperking.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
.
Voice Assistant (gesproken feedback)
Voice Assistant in- of uitschakelen
Als u Voice Assistant inschakelt, geeft het apparaat gesproken feedback. Als u één keer op de
geselecteerde functie tikt, leest het apparaat de tekst op het scherm hardop voor. Als u twee keer op
de functie tikt, wordt deze geactiveerd.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Zicht
Voice Assistant
en tik op de
schakelaar om deze te activeren.
Als u Voice Assistant wilt uitschakelen, tikt u op de schakelaar en tikt u snel twee keer ergens op het
scherm.
Als u Voice Assistant voor de eerste keer inschakelt, wordt de zelfstudie na het inschakelen gestart. U
kunt de zelfstudie opnieuw afspelen door op
Help Voice Assistant
te tikken.
Sommige functies zijn niet beschikbaar wanneer u Voice Assistant gebruikt.
Bijlage
157
Het scherm bedienen met vingergebaren
U kunt verschillende vingergebaren gebruiken om het scherm te bedienen terwijl u Voice Assistant
gebruikt.
Gebaren voor één vinger
•
Tikken: het item waar uw vinger op ligt wordt hardop voorgelezen. Als u het scherm wilt
verkennen, plaatst u een vinger op het scherm en beweegt u uw vinger.
•
Tweemaal tikken: het geselecteerde item wordt geopend. Als geselecteerde items hardop
worden voorgelezen en u het gewenste item hoort, tilt u uw vinger van het scherm. Tik dan
twee keer snel op het scherm.
•
Dubbeltikken en het scherm blijven aanraken: zo kunt u een item verplaatsen of een
beschikbare optie openen.
•
Naar links vegen: zo gaat u terug naar het vorige item.
•
Naar rechts vegen: zo gaat u verder naar het volgende item.
•
Omhoog of omlaag vegen: zo kunt u de recentste contextuele menu-instellingen wijzigen.
•
In één beweging naar links en dan naar rechts vegen: zo bladert u het scherm omhoog.
•
In één beweging naar rechts en dan naar links vegen: zo bladert u het scherm omlaag.
•
In één beweging omhoog en dan omlaag vegen: zo gaat u naar het eerste item op het scherm.
•
In één beweging omlaag en dan omhoog vegen: zo gaat u naar het laatste item op het scherm.
Gebaren voor twee vingers
•
Tweemaal tikken: zo kunt u het afspelen starten, pauzeren of hervatten.
•
Driemaal tikken: zo kunt u de huidige tijd controleren, de resterende batterijduur en meer. Als
u items wilt wijzigen die hardop worden voorgelezen, opent u de app
Instellingen
en tikt u op
Toegankelijkheid
Zicht
Voice Assistant
INSTELLINGEN
Statusbalkgegevens
.
•
Vier keer tikken: gesproken feedback in- of uitschakelen.
•
Naar links vegen: zo gaat u verder naar de volgende pagina.
•
Naar rechts vegen: zo gaat u terug naar de vorige pagina.
•
Omhoog vegen: door de lijst naar beneden bladeren.
•
Omlaag vegen: door de lijst naar boven bladeren.
•
Omhoog of omlaag vegen op het startscherm: het scherm Apps openen.
•
Omhoog of omlaag vegen op het scherm Apps: terugkeren naar het startscherm.
•
In een willekeurige richting vegen op het vergrendelscherm: zo ontgrendelt u het scherm.
•
Omlaag slepen vanaf de bovenkant van het scherm: zo wordt het meldingenvenster geopend.
Bijlage
158
Gebaren voor drie vingers
•
Tikken: zo worden items van boven af aan hardop voorgelezen.
•
Tweemaal tikken: zo wordt er hardop voorgelezen vanaf het volgende item.
•
Driemaal tikken: zo wordt de recentst geselecteerde tekst hardop voorgelezen en gekopieerd
naar het klembord.
•
Naar links of rechts vegen: zo wordt het contextuele menu geopend en bladert u door de opties.
•
Omhoog of omlaag vegen: zo wordt de wijze van tekst voorlezen gewijzigd en de
gedetailleerdheid geselecteerd.
•
In één beweging omhoog en dan omlaag vegen: terugkeren naar het vorige scherm.
•
In één beweging omlaag en dan omhoog vegen: terugkeren naar het startscherm.
Gebaren voor vier vingers
•
Tikken: terugkeren naar het vorige scherm.
•
Tweemaal tikken: terugkeren naar het startscherm.
•
Driemaal tikken: de lijst met recente apps openen.
Het universele menu gebruiken
Veeg naar links of rechts met 3 vingers terwijl u Voice Assistant gebruikt. Het contextuele menu
wordt weergegeven en het apparaat leest de opties hardop voor. Veeg naar links of rechts met drie
vingers om door de opties te bladeren. Als u de gewenste optie hoort, veegt u omhoog of omlaag
om de optie te gebruiken of om de instellingen voor de optie aan te passen. Als u bijvoorbeeld het
Spraakvolume
hoort, kunt u het volume aanpassen door naar boven of naar beneden te vegen.
Afbeeldinglabels toevoegen en beheren
U kunt labels toewijzen aan afbeeldingen op het scherm. Het apparaat leest de labels voor wanneer
de afbeeldingen zijn geselecteerd. Voeg labels toe aan afbeeldingen zonder label door tweemaal op
het scherm te tikken met drie vingen en het scherm te blijven aanraken.
Als u de labels wilt beheren, start u de app
Instellingen
en tikt u op
Toegankelijkheid
Zicht
Voice Assistant
INSTELLINGEN
Aangepaste labels beheren
.
Bijlage
159
Instellingen configureren voor Voice Assistant
Configureer instellingen voor Voice Assistant voor meer gebruikscomfort.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
Voice Assistant
INSTELLINGEN
.
•
Spraakvolume
: selecteer het volumeniveau voor gesproken feedback.
•
Tekst naar spraak
: de instellingen voor de tekst-naar-spraak-functies wijzigen die worden
gebruikt wanneer Voice Assistant is ingeschakeld, zoals talen, snelheid, enzovoort.
•
Toonh. wijzigen
: instellen dat het apparaat tekst hardop voorleest met een andere toonhoogte
wanneer u een toetsenbord gebruikt.
•
Toetsenbordinvoer hardop voorlezen
: instellen dat het apparaat het item onder uw vinger
voorleest wanneer u een toetsenbord gebruikt.
•
Spreken met scherm uit
: instellen dat het apparaat meldingen hardop voorleest wanneer het
scherm is uitgeschakeld.
•
Dempen met nabijheidssensor
: instellen dat het apparaat de gesproken feedback pauzeert
wanneer u uw hand boven de sensor aan de bovenzijde van het apparaat houdt.
•
Schudden voor doorlopend lezen
: instellen dat het apparaat de tekst op het scherm voorleest
wanneer u met het apparaat schudt. U kunt verschillende schudsnelheden selecteren.
•
Beller-id voorlezen
: instellen dat het apparaat de naam van de beller voorleest wanneer u een
inkomende oproep hebt.
•
Fonetisch alfabet
: instellen dat het apparaat een woord uitspreekt dat begint met de letter die
u blijft aanraken op het toetsenbord.
•
Gebruik hints
: instellen dat het apparaat gebruikstips voorleest wanneer u een item selecteert
door middel van vegen.
•
Feedback trilsignaal
: instellen dat het apparaat trilt wanneer u het scherm bedient,
bijvoorbeeld wanneer u een item selecteert.
•
Geluidfeedback
: instellen dat het apparaat geluid maakt wanneer u het scherm bedient,
bijvoorbeeld wanneer u een item selecteert.
•
Nadruk op gesproken audio
: instellen dat het apparaat het mediavolume verlaagt wanneer het
apparaat een item voorleest.
Bijlage
160
•
Volume geluidfeedback
: het volume van geluiden aanpassen die worden afgespeeld
wanneer u het scherm aanraakt om het te bedienen. Deze functie is beschikbaar wanneer
Geluidfeedback
is ingeschakeld.
•
Grote cursor
: instellen dat het apparaat de rand dikker maakt van de vierkante cursor die wordt
weergegeven wanneer u op items tikt.
•
Cursorkleur
: een kleur selecteren voor de vierkante cursor die verschijnt wanneer u op items
tikt.
•
Feedback toets Terug en Recent
: instellen dat het apparaat gesproken feedback geeft wanneer
u eenmaal tikt op de terugtoets of toets Recent. Dubbeltik op de terugtoets of de toets Recent
om de toetsen te gebruiken.
•
Snelmenu
: contextuele menuopties selecteren om weer te geven wanneer u met drie vingers
naar links of rechts veegt.
•
Aangepaste labels beheren
: de labels beheren die u hebt toegevoegd.
•
Sneltoetsen
: belangrijke snelkoppelingen instellen die u wilt gebruiken bij het gebruik van een
extern toetsenbord.
•
Statusbalkgegevens
: selecteer items die hardop moeten worden voorgelezen wanneer u
driemaal op het scherm tikt met twee vingers.
•
Ontwikkelaarsopties
: opties voor het ontwikkelen van apps instellen.
Het apparaat gebruiken met het scherm uit
Voor privacy kunt u instellen dat het apparaat normaal functioneert als het scherm is uitgeschakeld.
Het scherm wordt niet ingeschakeld wanneer u op de starttoets drukt of op het scherm tikt.
Momenteel ingeschakelde functies worden niet uitgeschakeld wanneer het scherm wordt
uitgeschakeld.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Zicht
en tik op de schakelaar
Donker scherm
om deze te activeren. U kunt deze functie inschakelen of uitschakelen door twee keer op de aan/uit-
toets te drukken.
Tekst ingeven via het toetsenbord
Om het toetsenbord weer te geven, tikt u op het tekstinvoerveld en tikt u twee keer snel na elkaar op
een willekeurig gebied op het scherm.
Als u de functie Snelle toetsinvoer wilt inschakelen, opent u de app
Instellingen
, tikt u op
Toegankelijkheid
Zicht
en tikt u op de schakelaar
Snelle toetsinvoer
om deze functie in te
schakelen.
Wanneer u het toetsenbord met uw vinger aanraakt, leest het apparaat de lettertekens van de toets
onder uw vinger voor. Wanneer u het letterteken van uw keuze hoort, haalt u uw vinger van het
scherm om het te selecteren. Het letterteken wordt ingegeven en het apparaat leest de tekst voor.
Als
Snelle toetsinvoer
niet is ingeschakeld, laat u het gewenste teken los en tikt u twee keer snel
ergens ander op het scherm.
Bijlage
161
Aanvullende lettertekens ingeven
Blijf een toets op het toetsenbord aanraken om extra tekens in te geven die beschikbaar zijn voor
de toets. Er wordt een pop-upvenster met de beschikbare tekens weergegeven boven de toets. Als
u een teken wilt selecteren, sleept u uw vinger over het pop-upvenster totdat u het gewenste teken
hoort, waarna u uw vinger optilt.
Zicht
Spraakopnamen toevoegen aan spraaklabels
U kunt spraaklabels gebruiken om voorwerpen die een vergelijkbare vorm hebben te onderscheiden
door labels op deze voorwerpen te bevestigen. U kunt een spraakopname maken en toewijzen aan
een spraaklabel met NFC. De spraakopname wordt afgespeeld wanneer u uw apparaat in de buurt
van de label plaatst.
Schakel de NFC-functie in voordat u deze functie gebruikt.
1
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
Spraaklabel
.
De spraakrecorder wordt geopend.
2
Tik op om de opname te starten. Spreek uw boodschap in de microfoon in.
3
Tik op
GEREED
als u klaar bent met de opname.
4
Houd de achterkant van uw apparaat boven de spraaklabel.
De informatie in deze spraakopname wordt overgeschreven naar de spraaklabel.
De schermzoom en het lettertype wijzigen
U kunt de instellingen voor schermzoom of het formaat en de stijl van het lettertype wijzigen.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
Lettertype en zoomniveau
.
Bijlage
162
Lettertypen met hoog contrast gebruiken
U kunt de kleuren en contouren van lettertypen aanpassen om het contrast tussen de tekst en de
achtergrond te verhogen.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
en tik op de schakelaar
Hoog contrast
lettertypen
om deze functie in te schakelen.
Het toetsenbord met hoog contrast gebruiken
U kunt het formaat van het Samsung-toetsenbord vergroten en de toetskleuren wijzigen om het
contrast tussen de tekst en de achtergrond te verhogen.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
en tik op de schakelaar
Hoog contrast
toetsenbord
om deze functie in te schakelen.
Toetsvormen weergeven
U kunt toetsvormen weergeven met frames om ze beter te laten opvallen.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Zicht
en tik vervolgens op de schakelaar
Knopvormen weergeven
om deze functie te activeren.
Een vergrootglas gebruiken
Schakel een vergrootglas in om op het scherm in te zoomen zodat u een grotere versie van de
inhoud kunt weergeven.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Zicht
en tik op de schakelaar
Venster
vergrootglas
om deze te activeren. Het vergrootglas wordt weergegeven op het scherm.
Sleep de handgreep onderaan het vergrootglas om het vergrootglas te verplaatsen naar de plaats
waar u wilt inzoomen op het scherm.
Bijlage
163
Het scherm vergroten
Vergroot het scherm en zoom in op een specifiek gebied.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
Vergroting
en tik op de schakelaar
om deze functie in te schakelen.
•
In- en uitzoomen: tik drie keer snel na elkaar op het scherm om in te zoomen op een specifiek
gebied. Tik nogmaals snel drie keer op het scherm om terug te gaan naar de normale weergave.
•
Het scherm verkennen door te scrollen: sleep twee of meer vingers over het vergrote scherm.
•
Zoompercentage aanpassen: knijp twee of meer vingers samen op het vergrote scherm of
spreid ze uit elkaar.
U kunt het scherm ook tijdelijk vergroten door drie keer op het scherm te tikken en het te blijven
aanraken. Terwijl u het scherm aan blijft raken, sleept u met uw vinger om het scherm te verkennen.
Haal uw vinger van het scherm om terug te gaan naar de normale weergave.
•
Toetsenborden op het scherm kunnen niet worden vergroot.
•
Wanneer deze functie is ingeschakeld, is dit mogelijk van invloed op de prestaties van
sommige apps.
Muis- of touchpadaanwijzers vergroten
U kunt de aanwijzer vergroten wanneer een externe muis of touchpad wordt gebruikt.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
en tik op de schakelaar
Grote muis-/
touchpadaanwijzer
om deze functie in te schakelen.
De schermkleuren negatief weergeven
Verbeter de zichtbaarheid van het scherm om gebruikers te helpen de tekst op het scherm
gemakkelijker te herkennen.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
en tik op de schakelaar
Negatieve
kleuren
om deze functie in te schakelen.
Kleurcorrectie
Pas aan hoe kleuren op het scherm worden weergegeven als u moeilijkheden hebt bij het
onderscheiden van kleuren. Het apparaat wijzigt de kleuren in duidelijker herkenbare kleuren.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Zicht
Kleurcorrectie
en tik op de
schakelaar om deze functie in te schakelen. Een optie selecteren.
Als u de kleurintensiteit wilt aanpassen, versleept u de aanpassingsbalk onder
INTENSITEIT
.
Als u
Gepersonaliseerde kleur
selecteert, kunt u de kleur van het scherm personaliseren. Volg de
instructies op het scherm om de kleurcorrectieprocedure te voltooien.
Bijlage
164
Gehoor
Geluiddetectors
U kunt instellen dat het apparaat trilt wanneer het uw deurbel of een huilende baby detecteert.
Terwijl deze functie is ingeschakeld, werkt spraakherkenning niet.
Detectie huilende baby
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Gehoor
Geluiddetectors
en tik op de
schakelaar
Detectie huilende baby
om deze functie in te schakelen. Het apparaat trilt wanneer het
geluid detecteert en de melding wordt opgeslagen als logbestand.
Detectie deurbel
1
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Gehoor
Geluiddetectors
en tik op de
schakelaar
Detectie deurbel
om deze te activeren.
2
Tik op om een opname van uw deurbel te maken.
Het apparaat zal het geluid van de deurbel detecteren en opnemen.
3
Tik op
en druk op uw deurbel om te controleren of deze correct is opgenomen. Wanneer het
apparaat de deurbel detecteert, tikt u op
OK
.
Als u het geluid van de deurbel wilt wijzigen, tikt u op
Deurbelgeluid wijzigen
.
Het apparaat trilt wanneer het geluid detecteert en de melding wordt opgeslagen als
logbestand.
Flitsermelding instellen
Stel in dat het apparaat de flitser of het scherm laat knipperen als er een alarm klinkt of als u
meldingen hebt, zoals binnenkomende oproepen of nieuwe berichten.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Gehoor
Flitsmelding
en tik vervolgens op
de schakelaars naast de opties die u wilt activeren.
Bijlage
165
Alle geluiden uitschakelen
Instellen dat alle apparaatgeluiden, zoals mediageluiden, worden gedempt, waaronder de stem van
de beller tijdens een gesprek.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Gehoor
en tik vervolgens op
Alle geluiden
dempen
om deze functie in te schakelen.
Ondertitelinstellingen
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Gehoor
Samsung-ondertitels
of
Google-
ondertitels
en tik op de schakelaar om deze te activeren.
Selecteer een optie voor het configureren van de ondertitelinstellingen.
De geluidsbalans aanpassen
U kunt de geluidsbalans aanpassen wanneer u een oortelefoon gebruikt.
1
Sluit een oortelefoon aan op het apparaat en gebruik deze.
2
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Gehoor
.
3
Sleep de aanpassingsbalk onder
Geluidsbalans links/rechts
naar links of rechts en pas de
geluidsbalans aan.
Monogeluid
Mono-uitvoer combineert stereogeluid tot één signaal dat wordt afgespeeld via alle
oortelefoonluidsprekers. Gebruik deze optie als u een gehooraandoening hebt of het eenvoudiger is
om één oordopje te gebruiken.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Gehoor
en tik op de schakelaar
Monogeluid
om deze functie in te schakelen.
Bijlage
166
Behendigheid en interactie
Universal switch
U kunt het aanraakscherm bedienen door een externe switch aan te sluiten, op het scherm te tikken
of door hoofd- en gezichtsbewegingen te gebruiken.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
Universal
switch
en tik op de schakelaar om deze te activeren. Als de Universal switches niet zijn geregistreerd
op het apparaat, tikt u op
SWITCH TOEVOEGEN?
en stelt u switches in die het apparaat kunnen
bedienen.
Als u de functie Universal switch wilt inschakelen, moet minimaal één switch op het
apparaat zijn geregistreerd.
Als u switches wilt instellen die het apparaat kunnen bedienen, tikt u op
INSTELLINGEN
Switches
.
Als u deze functie wilt uitschakelen, drukt u drie keer op de starttoets.
Hulpmenu
Het pictogram voor de snelkoppeling van het hulpmenu weergeven
U kunt instellen dat het apparaat het pictogram van de hulp-snelkoppeling weergeeft voor toegang
tot apps, functies en instellingen. U kunt het apparaat gemakkelijk bedienen door op de hulpmenu's
in het pictogram te tikken.
1
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
Hulpmenu
.
2
Tik op de schakelaar om deze functie in te schakelen.
Het pictogram voor de snelkoppeling van het hulpmenu verschijnt rechtsonder op het scherm.
Als u het transparantieniveau van het snelkoppelingspictogram van de assistent wilt aanpassen,
sleept u de aanpassingsbalk onder
Transparantie
.
Hulpmenu's openen
Het pictogram voor de hulp-snelkoppeling wordt weergegeven in de vorm van een zwevend
pictogram voor eenvoudige toegang tot de hulpmenu's vanuit elk scherm.
Wanneer u op het pictogram voor de hulp-snelkoppeling tikt, wordt het pictogram iets groter en
worden de hulpmenu's weergegeven op het pictogram. Tik op de pijl omhoog of omlaag om naar
andere vensters te gaan of veeg omhoog of omlaag om andere menu's te selecteren.
Bijlage
167
De cursor gebruiken
Tik in het hulpmenu op
Cursor
. U kunt het scherm bedienen met kleine vingerbewegingen op
het aanraakgebied. Sleep uw vinger over het aanraakgebied om de cursor te bewegen. Tik op het
scherm om items onder de cursor te selecteren.
U hebt de volgende opties:
•
/ : naar links of rechts op het scherm scrollen.
•
/ : scrol omhoog of omlaag op het scherm.
•
: het gebied vergroten waar de cursor zich bevindt.
•
: het aanraakgebied verplaatsen.
•
: het aanraakgebied sluiten.
Als u het aanraakgebied en de cursorinstellingen wilt wijzigen, opent u de app
Instellingen
en tikt u
op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
Hulpmenu
. Pas de instellingen vervolgens
aan in
CURSOR EN SCHERMBEDIENING
.
Uitgebreide hulpmenu's gebruiken
Instellen dat het apparaat uitgebreide hulpmenu's weergeeft voor geselecteerde apps.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
Hulpmenu
Assistent plus
, tik op de schakelaar om deze te activeren en selecteer apps.
Scherm eenv. inschakelen
Schakel het scherm in door uw hand over de sensor bovenaan het apparaat te bewegen. U kunt
het scherm inschakelen zonder op een toets te drukken. Als u deze functie gebruikt, moet u het
apparaat op een vlakke ondergrond plaatsen met het scherm omhoog of het apparaat stevig
vasthouden om te voorkomen dat het beweegt.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
en tik op de
schakelaar
Scherm eenv. inschakelen
om deze functie in te schakelen.
Vertraging bij tikken en vasthouden
Stel de herkenningstijd in voor tikken op het scherm en vinger op het scherm houden.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
Vertraging bij
tikken en vasthouden
en selecteer een optie.
Bijlage
168
Klikken als aanwijzer stopt
U kunt instellen dat het apparaat automatisch een item selecteert wanneer u de aanwijzer op het
item plaatst.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
en tik op de
schakelaar
Klikken als aanwijzer stopt
om deze functie in te schakelen.
Interactiebeheer
Activeer de interactiebeheerstand om de reactie van het apparaat op invoer te beperken tijdens het
gebruik van apps.
1
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
Interactiebeheer
.
2
Tik op de schakelaar om deze functie in te schakelen.
3
Blijf de aan/uit-toets en de toets Volume omhoog samen ingedrukt houden terwijl u een app
gebruikt.
4
Pas de grootte van het venster aan of teken een lijn rond een gebied dat u wilt beperken.
5
Tik op
GEREED
.
Het apparaat geeft het beperkte gebied weer. Het beperkte gebied reageert niet wanneer u het
aanraakt en de hardwaretoetsen van het apparaat worden uitgeschakeld. U kunt functies voor
de aan/uit-toets, volumetoets en toetsenbord inschakelen in de interactiebeheerstand.
Om de interactiebeheerstand uit te schakelen, blijft u de aan/uit-toets en de toets Volume omhoog
samen ingedrukt houden.
Als u het apparaat wilt instellen op vergrendeling van het scherm na het uitschakelen van
de interactiebeheerstand, opent u het scherm
Instellingen
, tikt u op
Toegankelijkheid
Behendigheid en interactie
Interactiebeheer
en tikt u vervolgens op de schakelaar
Schermvergrendeling indien uit
om deze functie in te schakelen.
Bijlage
169
Richtingvergrendeling
Maak een combinatie van richtingen om het scherm te ontgrendelen.
1
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Richtingvergrendeling
en tik op de
schakelaar om deze functie in te schakelen.
2
Sleep uw vinger vier tot acht keer omhoog, omlaag, naar links of naar rechts en tik op
DOORGAAN
.
3
Teken de combinatie van richtingen nogmaals om het te bevestigen en tik op
BEVESTIG
.
Rechtstreekse toegang
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Rechtstreekse toegang
en tik op de
schakelaar om deze functie in te schakelen. Selecteer vervolgens het toegankelijkheidsmenu dat
moet worden geopend wanneer u drie keer snel op de starttoets drukt of tegelijkertijd op de aan/
uit-toets en de toets Volume omhoog drukt.
U kunt de volgende toegankelijkheidsmenu's openen.
•
Toegankelijkheid
•
Voice Assistant
•
Universal switch
•
Venster vergrootglas
•
Negatieve kleuren
•
Kleurcorrectie
•
Interactiebeheer
Bijlage
170
Meldingsherinnering
Stel het apparaat in om u te waarschuwen wanneer u meldingen hebt ontvangen die u tijdens de
interval niet hebt gecontroleerd.
Start de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
Meldingsherinnering
en tik op de schakelaar
om deze functie in te schakelen.
Als u wilt instellen dat het apparaat trilt wanneer u niet gecontroleerde meldingen hebt, tikt u op de
schakelaar
Trillen
om deze functie in te schakelen.
Tik op
Herinneringsinterval
om het interval tussen de meldingen in te stellen.
Als u wilt dat apps u op de hoogte stellen van meldingen, selecteert u apps onder
MELDINGEN
WEERGEVEN VAN
.
Oproepen aannemen of beëindigen
De methode wijzigen voor het aannemen of beëindigen van oproepen.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Oproepen aannemen en beëindigen
.
Selecteer de gewenste methode.
De optie Eén keer tikken gebruiken
Wanneer een alarm afgaat of een oproep binnenkomt, tikt u op de toets om het alarm te beëindigen
of de oproep aan te nemen of te weigeren in plaats van de toets te verslepen.
Open de app
Instellingen
, tik op
Toegankelijkheid
en tik op de schakelaar
Eén keer tikken
om deze
functie in te schakelen.
Bijlage
171
Toegankelijkheidsinstellingen beheren
Toegankelijkheidsinstellingen opslaan in een bestand
De huidige toegankelijkheidsinstellingen exporteren naar een bestand.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Back-up toegankelijkheidsinstellingen
Importeren/exporteren
Exporteren naar Mijn bestanden
.
Een bestand met toegankelijkheidsinstellingen importeren
Een bestand met toegankelijkheidsinstellingen importeren en de huidige instellingen bijwerken.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Back-up toegankelijkheidsinstellingen
Importeren/exporteren
Importeren uit Mijn bestanden
. Selecteer een bestand om te
importeren en tik op
GEREED
. De toegankelijkheidsinstellingen zullen worden bijgewerkt op basis
van het geïmporteerde bestand.
Bestanden met toegankelijkheidsinstellingen delen
Bestanden met toegankelijkheidsinstellingen delen met anderen via e-mail, Wi-Fi Direct, Bluetooth
en meer.
Start de app
Instellingen
en tik op
Toegankelijkheid
Back-up toegankelijkheidsinstellingen
Delen
. Selecteer de toegankelijkheidsbestanden en tik op
GEREED
. Selecteer een methode voor
delen en volg de instructies op het scherm om de bestanden te delen.
Bijlage
172
Problemen oplossen
Voordat u contact opneemt met een Samsung Servicecenter, probeert u de volgende oplossingen.
Sommige situaties zijn mogelijk niet van toepassing op uw apparaat.
Wanneer u uw apparaat inschakelt of terwijl u het apparaat gebruikt,
wordt u gevraagd een van de volgende codes in te geven:
•
Wachtwoord: als de apparaatvergrendeling is ingeschakeld, moet u het wachtwoord ingeven
dat u voor het apparaat hebt ingesteld.
•
PIN: wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt of wanneer het gebruik van een PIN-
code is ingeschakeld, moet u de PIN-code ingeven die bij de SIM- of USIM-kaart is verstrekt. U
kunt deze functie uitschakelen in het menu SIM-kaart vergrendelen.
•
PUK: uw SIM- of USIM-kaart is geblokkeerd, meestal omdat u uw PIN-code meerdere keren
onjuist hebt ingegeven. U moet de PUK ingeven die door uw serviceprovider is geleverd.
•
PIN2: wanneer u een menu opent waarvoor de PIN2-code is vereist, moet u de PIN2-code
ingeven die bij de SIM- of USIM-kaart is geleverd. Neem voor meer informatie contact op met
uw serviceprovider.
Uw apparaat geeft netwerk- of servicefoutmeldingen weer
•
Wanneer u zich in een gebied met een zwak signaal of slechte ontvangst bevindt, hebt u
mogelijk geen ontvangst. Ga naar een andere locatie en probeer het opnieuw. Terwijl u naar een
andere locatie gaat, kunnen er herhaaldelijk foutberichten worden weergegeven.
•
U kunt bepaalde opties niet gebruiken zonder abonnement. Neem voor meer informatie
contact op met uw serviceprovider.
Uw apparaat wordt niet ingeschakeld
Wanneer de batterij volledig is ontladen, wordt uw apparaat niet ingeschakeld. Laad de batterij
volledig op voordat u het apparaat inschakelt.
Bijlage
173
Het aanraakscherm reageert traag of niet goed
•
Als u beschermfolie of optionele accessoires op het aanraakscherm bevestigt, functioneert het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
•
Als u handschoenen draagt, als uw handen niet schoon zijn wanneer u het aanraakscherm
bedient of als u met scherpe voorwerpen of uw vingertoppen op het scherm tikt, functioneert
het aanraakscherm mogelijk niet correct.
•
Het aanraakscherm kan in vochtige omstandigheden of door blootstelling aan water
beschadigd raken.
•
Start uw apparaat opnieuw op om tijdelijke softwarefouten te verwijderen.
•
Controleer of de software van uw apparaat is bijgewerkt naar de nieuwste versie.
•
Als het aanraakscherm is bekrast of beschadigd, gaat u naar een Samsung Servicecenter.
Het apparaat loopt vast of heeft een ernstige fout
Probeer de volgende oplossingen. Als het probleem nog steeds niet is verholpen, neemt u contact
op met een Samsung Servicecenter.
Het apparaat opnieuw opstarten
Als uw apparaat vastloopt, moet u mogelijk apps sluiten of het apparaat uitschakelen en weer
inschakelen.
Geforceerd opnieuw opstarten
Als het apparaat is vastgelopen en niet reageert, houdt u de aan/uit-toets en de toets Volume
omlaag minstens 7 seconden tegelijkertijd ingedrukt om het apparaat opnieuw op te starten.
Het apparaat resetten
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, moet u de fabrieksinstellingen herstellen.
Start de app
Instellingen
en tik op
Algemeen beheer
Resetten
Fabrieksgegevens herstellen
RESETTEN
ALLES VERWIJDEREN
. Voordat u de fabrieksinstellingen van het apparaat herstelt,
moet u een back-up van alle belangrijke gegevens op het apparaat maken.
Als u een Google-account hebt geregistreerd op het apparaat, moet u zich aanmelden bij hetzelfde
Google-account nadat u het apparaat opnieuw hebt ingesteld.
Bijlage
174
Oproepen worden niet verbonden
•
Controleer of u verbinding hebt gemaakt met het juiste mobiele netwerk.
•
Controleer of u oproepblokkering niet hebt ingesteld voor het telefoonnummer dat u belt.
•
Controleer of u oproepblokkering niet hebt ingesteld voor het inkomende telefoonnummer.
Anderen kunnen u niet horen tijdens een oproep
•
Controleer of u de ingebouwde microfoon niet bedekt.
•
Zorg ervoor dat u de microfoon dicht bij uw mond houdt.
•
Als u een oortelefoon gebruikt, controleert u of deze correct is aangesloten.
Er zijn geluidsecho's tijdens een oproep
Pas het volume aan door op de volumetoets te drukken of ga naar een andere locatie.
De verbinding met een mobiel netwerk of internet wordt vaak
verbroken of de audiokwaliteit is slecht
•
Controleer of u de interne antenne van het apparaat niet blokkeert.
•
Wanneer u zich in een gebied met een zwak signaal of slechte ontvangst bevindt, hebt u
mogelijk geen ontvangst. U kunt verbindingsproblemen hebben wegens problemen met het
basisstation van de serviceprovider. Ga naar een andere locatie en probeer het opnieuw.
•
Als u het apparaat gebruikt terwijl u naar een andere locatie gaat, kunnen draadloze
netwerkservices worden uitgeschakeld wegens problemen met het netwerk van de
serviceprovider.
Het batterijpictogram is leeg
Uw batterij is bijna leeg. Laad de batterij op.
Bijlage
175
De batterij laadt niet goed op (bij gebruik van een door Samsung
goedgekeurde oplader)
•
Controleer of de oplader correct is aangesloten.
•
Ga naar een Samsung Servicecenter en laat de batterij vervangen.
De batterij raakt sneller leeg dan toen het apparaat net was gekocht
•
Wanneer u het apparaat of de batterij blootstelt aan zeer lage of zeer hoge temperaturen, kan
de bruikbare lading van de batterij afnemen.
•
Het batterijverbruik neemt toe wanneer u berichtfuncties of apps, zoals GPS, games of internet,
gebruikt.
•
De batterij is een verbruiksproduct en de bruikbare lading neemt in de loop der tijd af.
Foutmeldingen worden weergegeven bij het starten van de camera
Uw apparaat moet beschikken over voldoende geheugen en batterijlading om de camera-app
te gebruiken. Als er foutmeldingen worden weergegeven wanneer u de camera start, kunt u het
volgende proberen:
•
Laad de batterij op.
•
Maak geheugen beschikbaar door bestanden over te zetten naar een computer of door
bestanden te verwijderen van uw apparaat.
•
Start het apparaat opnieuw op. Als er nog steeds problemen optreden met de camera-
app nadat u deze tips hebt uitgeprobeerd, moet u contact opnemen met een Samsung
Servicecenter.
De fotokwaliteit is slechter dan het voorbeeld
•
De kwaliteit van uw foto's kan verschillen, afhankelijk van de omgeving en de fototechnieken
die u gebruikt.
•
Als u foto's op donkere plaatsen, 's nachts of binnenshuis maakt, kan beeldruis optreden of
kunnen de foto's onscherp zijn.
Bijlage
176
Foutmeldingen worden weergegeven bij het openen van
multimediabestanden
Als er foutberichten worden weergegeven of multimediabestanden niet worden afgespeeld
wanneer u deze opent op uw apparaat, probeert u het volgende:
•
Maak geheugen beschikbaar door bestanden over te zetten naar een computer of door
bestanden te verwijderen van uw apparaat.
•
Zorg ervoor dat het muziekbestand geen DRM-beveiliging heeft. Als het bestand DRM-
beveiliging heeft, moet u controleren of u over de juiste licentie of code beschikt om het
bestand af te spelen.
•
Controleer of de bestandsindelingen worden ondersteund door het apparaat. Als een
bestandsindeling niet wordt ondersteund, zoals DivX of AC3, installeert u een app die deze
wel ondersteunt. Om te controleren welke bestandsindelingen worden ondersteund door uw
apparaat, gaat u naar www.samsung.com.
•
Uw apparaat ondersteunt foto's en video's die met het apparaat zijn vastgelegd. Foto's en
video's die zijn vastgelegd met andere apparaten, werken mogelijk niet correct.
•
Uw apparaat ondersteunt multimediabestanden die zijn geautoriseerd door uw
netwerkserviceprovider of providers van aanvullende services. Bepaalde inhoud die afkomstig is
van internet, zoals beltonen, video's of achtergronden, werkt mogelijk niet correct.
Kan een ander Bluetooth-apparaat niet vinden
•
Controleer of de draadloze Bluetooth-functie is ingeschakeld op uw apparaat.
•
Controleer of de draadloze Bluetooth-functie is ingeschakeld op het apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
•
Controleer of uw apparaat en het andere Bluetooth-apparaat zich binnen het maximale
Bluetooth-bereik (10 m) bevinden.
Als het probleem niet wordt opgelost met de bovenstaande tips, moet u contact opnemen met een
Samsung Servicecenter.
Er wordt geen verbinding gemaakt wanneer u het apparaat aansluit
op een computer
•
Zorg ervoor dat de USB-kabel die u gebruikt, compatibel is met uw apparaat.
•
Controleer of het juiste stuurprogramma is geïnstalleerd en bijgewerkt op uw computer.
•
Als u Windows XP gebruikt, moet u controleren of Windows XP Service Pack 3 of hoger is
geïnstalleerd op uw computer.
Bijlage
177
Uw apparaat kan uw huidige locatie niet bepalen
GPS-signalen kunnen worden geblokkeerd op bepaalde locaties, zoals binnenshuis. Stel het
apparaat in om Wi-Fi of een mobiel netwerk te gebruiken om uw huidige locatie te bepalen in
dergelijke situaties.
Gegevens die waren opgeslagen op het apparaat, zijn verloren
gegaan
Maak altijd een back-up van alle belangrijke gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen. Anders
kunnen de gegevens niet worden hersteld als deze beschadigd raken of verloren gaan. Samsung is
niet verantwoordelijk voor het verlies van gegevens die zijn opgeslagen op het apparaat.
Een kleine opening is zichtbaar rond de buitenzijde van de
apparaatbehuizing
•
Deze opening is noodzakelijk voor de fabricage en de onderdelen kunnen enigszins bewegen of
trillen.
•
De wrijving tussen onderdelen kan ervoor zorgen dat deze opening na verloop van tijd
enigszins groter wordt.
Er is onvoldoende opslagruimte beschikbaar op het apparaat
Verwijder onnodige gegevens, zoals gecachte gegevens, met Smart Manager of verwijder niet-
gebruikte apps of bestanden handmatig om opslagruimte vrij te maken.
De toets Apps wordt niet weergegeven op het startscherm
U kunt het scherm Apps zonder gebruik van de toets Apps openen door omhoog of omlaag te
vegen op het startscherm. Als u de toets Apps onderaan het startscherm wilt weergeven, start u de
app
Instellingen
en tikt u op
Display
Startscherm
Apps-knop
Apps-knop weergeven
TOEPASSEN
.
De balk om de schermhelderheid aan te passen wordt niet
weergegeven op het meldingenvenster
Open het meldingenvenster door de statusbalk omlaag te slepen en sleep het meldingenvenster
vervolgens omlaag. Tik op
naast de balk om de helderheid aan te passen en tik op de schakelaar
Bediening bovenaan weergeven
om de functie in te schakelen.
Bijlage
178
Samsung Cloud werkt niet
•
Zorg ervoor dat u bent verbonden met een netwerk.
•
Tijdens een servicecontrole van Samsung Cloud kunt u geen gebruik maken van Samsung
Cloud. Probeer het later opnieuw.
De batterij verwijderen
•
Als u de batterij wilt verwijderen, neemt u contact op met een goedgekeurd servicecenter.
Ga naar www.samsung.com/global/ecodesign_energy voor instructies voor het
verwijderen van de batterij.
•
Voor uw eigen veiligheid moet u niet proberen de batterij te verwijderen. Als de batterij
niet correct wordt verwijderd, kan dit schade aan de batterij en het apparaat veroorzaken,
persoonlijk letsel veroorzaken en/of ervoor zorgen dat het apparaat niet meer veilig is.
•
Samsung is niet aansprakelijk voor enige schade of verlies (noch contractueel, noch uit
onrechtmatige daad, inclusief nalatigheid) die kan voortvloeien uit het niet nauwkeurig volgen
van deze waarschuwingen en instructies, tenzij de dood of persoonlijk letsel is veroorzaakt door
nalatigheid van Samsung.
Drukfouten voorbehouden.
Copyright
Copyright © 2018 Samsung Electronics
Deze gebruiksaanwijzing is beschermd onder internationale copyrightwetten.
Geen enkel onderdeel van deze gebruiksaanwijzing mag worden gereproduceerd, gedistribueerd,
vertaald of verzonden in welke vorm dan ook of op welke elektronische of mechanische wijze
dan ook, inclusief door deze te fotokopiëren, op te nemen of op te slaan in een systeem voor het
opslaan en ophalen van informatie, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Samsung
Electronics.
Handelsmerken
•
SAMSUNG en het SAMSUNG-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Samsung Electronics.
•
Bluetooth
®
is wereldwijd een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
•
Wi-Fi
®
, Wi-Fi Protected Setup
, Wi-Fi Direct
, Wi-Fi CERTIFIED
en het Wi-Fi-logo zijn
gedeponeerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
•
Alle overige handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de betreffende eigenaren.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179

Samsung SM-G930F Handleiding

Type
Handleiding

Andere documenten