Nikon 1 V2 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

AMA14980 Gedrukt in Europa
SB2J01(1F)
6MVA411F-01
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen
of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de
schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl
Uw camera optimaal benutten ......................................................... 3
Productdocumentatie ........................................................................ 5
Voor uw veiligheid .............................................................................. 6
Kennisgevingen ................................................................................... 9
Inleiding 14
Pakketinhoud .....................................................................................14
Onderdelen van de camera .............................................................15
De camerabody ........................................................................................... 15
De monitor .................................................................................................... 17
De standknop ...............................................................................................19
Eerste stappen....................................................................................20
De $ (weergave)-knop.......................................................................23
Automatische stand 24
Foto’s maken in automatische stand.............................................24
Livebeeldaanpassing.................................................................................28
Foto’s bekijken...................................................................................30
Foto’s wissen ................................................................................................31
Films opnemen in automatische stand .........................................32
Standen t, u, v en w 33
Foto’s maken in de standen t, u, v en w ..................................34
t Automatisch programma....................................................................34
u Sluitertijdvoorkeuze..............................................................................35
v Diafragmavoorkeuze............................................................................36
w Handmatig...............................................................................................37
Films opnemen in de standen t, u, v en w...............................39
Inhoudsopgave
1
Stand voor beste moment vastleggen 40
Trage weergave................................................................................. 40
Slimme fotoselectie .......................................................................... 43
Het bekijken van foto’s gemaakt met Slimme fotoselectie...... 45
De beste opname kiezen..........................................................................45
Foto’s wissen.................................................................................................46
Geavanceerde filmstand 47
HD-films .............................................................................................. 47
Slow motion ....................................................................................... 51
Films bekijken.................................................................................... 54
Films wissen ..................................................................................................55
Stand Bewegingssnapshot 56
Opnemen in de stand Bewegingssnapshot ................................. 56
Bewegingssnapshots bekijken....................................................... 59
Bewegingssnapshots wissen ..................................................................59
Meer informatie over fotografie 60
De standen Enkel beeld, Continu, Zelfontspanner en
Afstandsbediening...................................................................... 60
Continustand ................................................................................................60
Zelfontspanner- en afstandsbedieningsstand .................................62
De ingebouwde flitser...................................................................... 65
Een flitsstand kiezen...................................................................................66
Menugids 68
Opties voor weergavemenu .......................................................... 70
Opties voor opnamemenu ............................................................. 70
Opties voor setup-menu................................................................. 72
2
Verbinding maken met een computer 73
De meegeleverde software installeren .........................................73
Systeemvereisten........................................................................................74
Foto’s op een computer bekijken en bewerken..........................75
Foto’s overzetten ........................................................................................75
Foto’s bekijken.............................................................................................76
Technische opmerkingen 78
Optionele accessoires.......................................................................78
Goedgekeurde geheugenkaarten ........................................................80
Opslag en reiniging...........................................................................81
Opslag .............................................................................................................81
Reiniging ........................................................................................................81
Onderhoud van de camera en batterij: waarschuwingen .........82
Problemen oplossen .........................................................................86
Batterij/scherm ............................................................................................86
Opname (Alle standen).............................................................................87
Films.................................................................................................................87
Weergave....................................................................................................... 88
Overige ...........................................................................................................88
Foutmeldingen ..................................................................................89
Specificaties........................................................................................91
Nikon 1 V2 digitale camera......................................................................91
Gebruiksduur van de batterij..................................................................99
Index ..................................................................................................100
3
Uw camera optimaal benutten
Maak foto’s met de ontspanknop.
Door de ontspanknop in te
drukken kan er in elke stand
worden gefotografeerd. In de
stand Bewegingssnapshot (0 56)
legt de camera altijd een kort
filmvignet vast.
Maak films met de filmopnameknop.
Films kunnen worden
opgenomen door de filmknop in
te drukken in de standen
automatisch, geavanceerde film,
t, u, v en w.
Kies automatische
stand (0 24) voor basis opnemen,
geavanceerde filmstand (0 47)
voor meer geavanceerde
technieken.
4
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale camera. Voor
een complete gids betreffende het gebruik van uw digitale camera,
zie de Naslaggids (op cd). Lees deze Gebruikshandleiding grondig
door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut en bewaar
de handleiding op een plaats waar iedereen die het product
gebruikt deze kan lezen.
Camera-instellingen
Deze handleiding gaat er steeds van uit dat de standaardinstellingen worden
gebruikt.
Symbolen en conventies
Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt:
Het objectief dat over het algemeen in deze handleiding voor illustratieve
doeleinden wordt gebruikt is een 1 NIKKOR VR 10-30mm f/3.5-5.6.
D
Dit pictogram staat bij waarschuwingen; informatie die moet worden
gelezen voor gebruik om schade aan de camera te vermijden.
A
Dit pictogram staat bij opmerkingen; informatie die moet worden
gelezen voordat u de camera gebruikt.
0
Dit pictogram staat bij verwijzingen naar andere pagina’s in deze
handleiding.
A Voor uw veiligheid
Lees eerst de veiligheidsinstructies in “Voor uw veiligheid” (0 6–8) en
“Onderhoud van de camera en batterij: waarschuwingen” voordat u de
camera voor de eerste keer gebruikt (0 82).
5
De volgende documentatie is met de camera meegeleverd.
De Naslaggids kan met behulp van Adobe Reader of Adobe Acrobat
Reader 5.0 of hoger worden geraadpleegd, gratis te downloaden op
de Adobe-website.
1 Start de computer en plaats de cd van de naslaggids.
2 Dubbelklik op het cd-pictogram (Nikon 1 V2) in Computer of
Mijn Computer (Windows) of op het bureaublad (Mac OS).
3 Dubbelklik op het INDEX.pdf-pictogram om een
taalselectiescherm weer te geven en klik op een taal om de
Naslaggids weer te geven.
Productdocumentatie
Gebruikshandleiding (deze handleiding)—
Geeft uitleg over het maken en bekijken van
foto’s.
Naslaggids (op cd)—Een complete gids
betreffende het gebruik van uw digitale
camera, inclusief een pdf-bestand op de
meegeleverde cd-rom van de Naslaggids.
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl
6
Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen,
dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit
product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar
iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in
dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
❚❚WAARSCHUWINGEN
Voor uw veiligheid
A
Dit pictogram staat bij waarschuwingen. Lees om mogelijk letsel te
voorkomen alle waarschuwingen voordat u dit Nikon-product gebruikt.
A
Zorg dat de zon buiten beeld blijft. Zorg er bij
onderwerpen met tegenlicht voor dat
de zon ver buiten beeld blijft. Als
zonlicht in de camera convergeert
doordat de zon zich in of dicht bij het
beeld bevindt, kan dit brand
veroorzaken.
A
Kijk niet via de zoeker in de zon. In de zon of
andere sterke lichtbronnen kijken via de
zoeker kan tot blijvende vermindering
van het gezichtsvermogen leiden.
A
De dioptrieregelaar van de zoeker gebruiken.
Wanneer u de dioptrieregelaar van de
zoeker gebruikt met het oog tegen de
zoeker, dient u op te passen dat u niet
per ongeluk uw vinger in uw oog steekt.
A
Zet het apparaat onmiddellijk uit in geval van
storing. Indien er rook of een ongewone
geur vrijkomt uit het apparaat of de
lichtnetadapter (apart verkrijgbaar),
haalt u onmiddellijk de stekker van de
lichtnetadapter uit het stopcontact en
verwijdert u de batterij. Pas daarbij op
dat u zich niet verbrandt. Voortgaand
gebruik kan leiden tot letsel. Nadat u de
batterij hebt verwijderd, brengt u het
apparaat voor onderzoek naar een door
Nikon geautoriseerd servicecenter.
A
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
ontvlambaar gas. Gebruik elektronische
apparatuur niet in de nabijheid van
ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden
tot explosie of brand.
A
Haal het apparaat niet uit elkaar. Aanraking
van interne onderdelen kan tot letsel
leiden. In geval van een defect mag dit
product uitsluitend worden
gerepareerd door een gekwalificeerde
reparateur. Mocht het product
openbreken als gevolg van een val of
ander ongeluk, verwijder dan de batterij
en/of koppel de lichtnetadapter los en
breng het product voor onderzoek naar
een door Nikon geautoriseerd
servicecenter.
A
Buiten bereik van kinderen houden. Het niet
in acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot letsel. Bovendien dient u
er rekening mee te houden dat kleine
delen verstikkingsgevaar kunnen
opleveren. Mocht een kind een
onderdeel van dit apparaat hebben
ingeslikt, raadpleeg dan onmiddellijk
een arts.
A
Plaats de polsriem niet om de hals van
kinderen. Het dragen van de
camerapolsriem om de nek kan bij
kinderen leiden tot verstikking.
7
A
Vermijd langdurig contact met de camera,
batterij of lader zo lang als de apparaten
ingeschakeld of in gebruik zijn
.
Delen van het
apparaat kunnen zeer warm worden.
Langdurige aanraking van het apparaat
met de huid kan lichte brandwonden tot
gevolg hebben.
A
Richt de flitser niet op de bestuurder van een
motorvoertuig. Het niet in acht nemen
van deze waarschuwing kan leiden tot
ongelukken.
A
Wees voorzichtig bij het gebruik van de flitser
Het gebruik van de camera met de flit-
ser terwijl deze zich dicht bij de huid of
andere voorwerpen bevindt, kan
brandwonden veroorzaken.
Het gebruik van de flitser dicht bij de
ogen van een persoon kan leiden tot
tijdelijke vermindering van het
gezichtsvermogen. Pas extra goed op
als u kleine kinderen fotografeert. De
flitser mag zich niet op minder dan één
meter van de persoon bevinden.
A
Vermijd contact met vloeibare kristallen.
Mochten de weergaveschermen
breken, pas dan op dat u zich niet
verwondt aan de glassplinters en dat de
vloeibare kristallen uit de
weergaveschermen niet in aanraking
komen met uw huid, ogen of mond.
A
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
bij het gebruik van batterijen. Batterijen
kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken
of ontploffen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
gebruik van de batterijen bij dit product:
Gebruik alleen batterijen die zijn
goedgekeurd voor gebruik in dit
apparaat.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen.
Zorg ervoor dat het product is
uitgeschakeld voordat u de batterij
vervangt. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, moet u deze eerst
loskoppelen.
Plaats batterijen niet ondersteboven
of achterstevoren.
Stel batterijen niet bloot aan vuur of
hoge temperaturen.
U mag batterijen niet blootstellen aan
of onderdompelen in water.
Plaats het afdekkapje van de batterij
terug wanneer u de batterij vervoert.
Vervoer of bewaar de batterij niet
samen met metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Volledig ontladen batterijen kunnen
gaan lekken. Als u schade aan het
product wilt voorkomen, dient u een
ontladen batterij te verwijderen.
Als de batterij niet in gebruik is, plaatst
u het afdekkapje op de contactpunten
en bergt u de batterij op een koele,
droge plaats op.
Direct na gebruik of als het product
gedurende een langere periode op de
batterij heeft gewerkt, kan de batterij
zeer warm zijn. Zet de camera daarom
uit en laat de batterij afkoelen voordat
u deze verwijdert.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
een batterij als u veranderingen
opmerkt, zoals verkleuring of
vervorming.
8
A
Neem de juiste voorzorgsmaatregelen in acht
bij het gebruik van de lader:
Houd het product droog. Het niet in
acht nemen van deze waarschuwing
kan leiden tot brand of een elektrische
schok.
U mag de ladercontacten niet
kortsluiten. Het niet in acht nemen van
deze waarschuwing kan leiden tot
oververhitting en schade aan de lader.
Verwijder stof op of bij metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Voortgaand gebruik kan
leiden tot brand.
Tijdens onweer mag u niet in de buurt
van de lader komen. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
Houd de stekker of de lader niet met
natte handen vast. Het niet in acht
nemen van deze waarschuwing kan
leiden tot een elektrische schok.
Gebruik het product niet met
reisadapters of adapters die
ontworpen werden om een voltage
om te zetten naar een ander voltage of
met omzetters voor gelijkstroom naar
wisselstroom. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan
schade aan het product,
oververhitting of brand veroorzaken.
A
Gebruik geschikte kabels. Als u kabels op de
in- en uitgangen aansluit, gebruik dan
uitsluitend de meegeleverde kabels of
kabels die Nikon voor het beoogde doel
verkoopt. Zo weet u zeker dat u de
voorschriften voor dit product naleeft.
A
Cd-roms:
Cd-roms met software of
gebruikshandleidingen mogen niet op
audio-cd-apparatuur worden
afgespeeld. Het afspelen van een cd-rom
op een audio-cd-speler kan
gehoorverlies of schade aan de
apparatuur veroorzaken.
9
Niets uit de handleidingen die bij dit
product horen, mag in enigerlei vorm
of op enigerlei wijze worden
verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor de
specificaties van de hardware en de
software die in deze handleidingen zijn
beschreven op elk gewenst moment
zonder aankondiging te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige
schade die voortkomt uit het gebruik
van dit product.
Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen
accuraat en volledig is, stellen we het
ten zeerste op prijs als u eventuele
fouten of onvolkomenheden onder de
aandacht wilt brengen van de Nikon-
vertegenwoordiger in uw land/regio
(adres apart vermeld).
Kennisgevingen
10
Kennisgevingen voor klanten in Europa
Dit pictogram geeft aan dat
dit product via gescheiden
inzameling moet worden
afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in
Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij
een daarvoor bestemd
inzamelingspunt. Gooi niet samen met
het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet worden
ingezameld.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien van
dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt
inzamelpunt. Gooi dit product niet
weg als huishoudafval.
Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN
DOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES.
11
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat
wettelijk strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen
papiergeld, munten, waardepapieren
of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke
kopieën of reproducties worden
voorzien van een stempel “Voorbeeld”
of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van
papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend,
is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaarten
verboden.
Het kopiëren of reproduceren van
door de overheid uitgegeven
postzegels en gecertificeerde
wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van bepaalde
waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons,
behalve als het gaat om een minimum
aantal kopieën voor zakelijk gebruik
door een bedrijf. Het is eveneens niet
toegestaan om door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen
van overheidsinstellingen en andere
instanties, identiteitsbewijzen,
toegangsbewijzen, pasjes en
maaltijdbonnen te kopiëren of te
reproduceren.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van
creatief materiaal waarop het
auteursrecht rust, zoals boeken, muziek,
schilderijen, houtsneden, afdrukken,
plattegronden, tekeningen, films en
foto’s, is onderhevig aan nationale en
internationale auteurswetten. Gebruik
dit product niet om illegale kopieën te
maken of voor andere activiteiten die
het auteursrecht schenden.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden
verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia
formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat
misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is
zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software alvorens een opslagmedium
weg te werpen of aan een ander over te dragen. Een alternatief is het medium eerst
te formatteren en vervolgens geheel te vullen met beelden zonder persoonlijke
informatie (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Voorkom letsel bij het fysiek
vernietigen van opslagmedia.
12
AVC Patent Portfolio License
D
IT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET
PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN
OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE
DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE
EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER DIE OVER
EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN. ER WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND OF
GESUGGEREERD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK. VOOR MEER INFORMATIE KUNT U TERECHT BIJ MPEG
LA, L.L.C. Z
IE http://www.mpegla.com
Temperatuurwaarschuwingen
De camera kan warm aanvoelen tijdens gebruik; dit is normaal en duidt niet op een
defect. Bij hoge omgevingstemperaturen, na langdurig continu gebruik, of nadat
verschillende foto’s in snelle opeenvolging werden gemaakt, wordt mogelijk een
temperatuurwaarschuwing weergegeven, waarna de camera automatisch wordt
uitgeschakeld om schade aan de interne schakelingen te beperken. Wacht tot de
camera is afgekoeld voordat het gebruik wordt hervat.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten
complexe elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het
merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetadapters en flitsaccessoires)
die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera,
zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze
elektronische schakelingen te werken en zijn met het oog daarop getest en
goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade
aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-
garantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van
andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische
zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de
camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit
raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een
door Nikon geautoriseerde leverancier.
13
D
Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon
Alleen originele Nikon-accessoires die door Nikon specifiek zijn
gecertificeerd voor gebruik met uw digitale camera van Nikon, zijn
ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en
functioneringsvoorschriften. HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE NIKON-ACCESSOIRES
KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN UW GARANTIE VAN NIKON
DOEN VERVALLEN.
A
Onderhoud van camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon
raadt een ieder aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten
nakijken door de leverancier of een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te
geven (houd er rekening mee dat hieraan kosten zijn verbonden).
Regelmatige inspectie en onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer u
de camera voor professionele doeleinden gebruikt. Het wordt aanbevolen
om tegelijkertijd met uw camera eventuele accessoires die u veel gebruikt,
zoals objectieven of optionele flitsers, te laten nakijken en onderhouden.
A
Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een
huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te
controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van het
product.
A
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met
het oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is
voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende
sites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek de sites om up-to-date te blijven met de nieuwste productinformatie,
tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en algemeen advies over
digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende informatie kan mogelijk
worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw land/regio. Bezoek de
volgende website voor contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
s
14
s
Inleiding
Controleer of het pakket de volgende onderdelen bevat:
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht.
Pakketinhoud
BS-N3000 afdekking voor
multi-accessoirepoort
BF-N1000 bodydop
Nikon 1 V2 digitale camera
EN-EL21
oplaadbare
Li-ionbatterij
(met afdekkapje)
MH-28 batterijlader
(lichtnetadapter
meegeleverd in landen of
regio's waar vereist; vorm is
afhankelijk van land van
verkoop)
UC-E19
USB-kabel
Objectief
(alleen meegeleverd indien
objectiefset samen met de
camera is aangeschaft;
wordt met voorste en
achterste objectiefdoppen
geleverd)
AN-N1000 riem
ViewNX 2/
Short Movie Creator
CD
Garantie
Gebruikshandleiding
(deze handleiding)
Naslaggids CD
(bevat deze Naslaggids)
15
s
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedienings-
onderdelen en aanduidingen van de camera. Leg eventueel een
boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk kunt
terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.
De camerabody
Onderdelen van de camera
9
4
5
6
7 8 10 11
3
2
1
17
12
13
14
6
15
16
18
19
20
1 Infraroodontvanger..........................63, 87
2 Bevestigingsmarkering ..........................22
3 AF-hulpverlichting
Zelfontspannerlampje............................62
Lampje rode-ogenreductie ...................65
4 Hoofdschakelaar ......................................22
5 Ontspanknop .................26, 41, 44, 49, 57
6 Oogje voor polsriem ...............................20
7 Aan/uit-lampje .........................................22
8 Filmopnameknop ...................... 32, 39, 48
9 Instelschijf..................................................30
10 Standknop .................................................19
11 M knop (flitser)..........................................65
12 Filmvlakmarkering (E)
13 Luidspreker
14 Microfoon
15 Objectiefontgrendeling
16 Objectiefvatting
17 Bodydop.....................................................79
18 Afdekking voor multi-accessoirepoort
19 Multi-accessoirepoort
20 Ingebouwde flitser..................................65
16
s
De camerabody (vervolg)
* TA-N100 statiefadapter wordt niet ondersteund.
1
11
14
10
1213
2 3 4
16
15
6
8
9
7
5
19
18
17
Druk op de multi-selector
omhoog, omlaag, links of rechts
(1,3, 4, of 2), of draai aan de
multi-selector zoals rechts
aangeduid.
J-knop
1 Dioptrieregelaar.......................................18
2 Elektronische zoeker...............................18
3 Oogsensor .................................................18
4 & (functie)-knop..................28, 42, 50, 58
5 Monitor................................................17, 23
6 Multi-selector............................................69
J (OK)-knop.............................................69
A (AE-L/AF-L)
E (belichtingscorrectie)
M (flitsstand)..............................................66
C (continuopname/
zelfontspanner)................................60, 62
7 Toegangslampje geheugenkaart ........26
8 Vergrendeling batterijvak/deksel van de
kaartsleuf
9 Afdekking van de stroomaansluiting
voor optionele stroomaansluiting
10 Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf
11 Statiefaansluiting
*
12 O (wissen)-knop...................31, 46, 55, 59
13 $ (weergave)-knop..........................23
14 Deksel aansluitingen
15 G (menu)-knop.................................68
16 K (weergave)-knop ................. 30, 45, 59
17 USB-aansluiting........................................75
18 HDMI mini-pinaansluiting
19 Aansluiting voor externe microfoon...79
17
s
De monitor
* Alleen beschikbaar in gedetailleerde weergave.
421 3 5 6 7 8 9 10 11
31
29
30
28
32
17
12
13
14
18
2127
222325 2426 20
16
15
19
33
34
35
36
GEEN
PICTOGRAM
Batterij volledig
opgeladen of
gedeeltelijk
ontladen.
H
Batterij bijna
leeg.
1 Opnamestand...........................................19
2 Belichtingsstand ......................................70
Livebeeldaanpassing..............................28
3 Aanduiding flexibel programma .........34
4 Flitsstand....................................................65
5 Zelfontspanner-/
afstandsbedieningsstand.....................60
Continustand
*
..........................................60
6 Actieve D-Lighting
*
................................71
7 Picture Control
*
.......................................71
8 Witbalans
*
.................................................71
9 Filminstellingen (HD-films)
*
.................71
Beeldsnelheid
(films in slow motion)
*
.........................71
10 Beeldformaat
*
..........................................70
11 Beeldkwaliteit
*
.........................................70
12 Scherpstelstand
*
.....................................71
13 AF-veldstand
*
..........................................71
14 Gezichtprioriteit
*
..............................27, 71
15 Scherpstelveld...................................26, 71
16 AF-veldhaakjes
*
17 Flitscorrectie..............................................71
18 Belichtingscorrectie
19 Flitsgereedaanduiding ...........................65
20 “K” (verschijnt als er genoeg geheugen
vrij is voor meer dan 1000 opnamen)
21 Aantal resterende opnamen
Aantal resterende opnamen tot
buffergeheugen vol is
Aanduiding witbalansopname
Aanduiding kaartwaarschuwing
22 Beschikbare tijd.................................48, 52
23 ISO-gevoeligheid .....................................71
24 ISO-gevoeligheidsaanduiding..............71
Automatische
ISO-gevoeligheidsaanduiding
25 Diafragma...........................................36, 37
26 Sluitertijd ............................................35, 37
27 Lichtmeting...............................................71
28 Batterijaanduiding
*
29 Stil fotograferen
*
.....................................70
30 HDR..............................................................71
31 Aanduiding GPS-verbinding
*
32 Aanduiding Eye-Fi-verbinding
*
33 Aanduiding vergrendeling
automatische belichting (AE)/
autofocus (AF)
34 Microfoongevoeligheid
*
35 Verstreken tijd ...................................48, 52
36 Opnameaanduiding.........................48, 52
18
s
A
De elektronische zoeker
Gebruik de zoeker wanneer door heldere
lichtomstandigheden de weergave in de
monitor moeilijk te zien is. De zoekerweergave
schakelt in wanneer u uw oog tegen de zoeker
houdt en is identiek aan wat er wordt getoond
op pagina 17; de monitor schakelt automatisch
uit. Merk op dat de monitor kan uitschakelen en
de zoeker aan kan schakelen wanneer u uw
vinger of andere voorwerpen in de buurt van de
oogsensor plaatst; zorg ervoor dat u de sensor
niet bedekt wanneer u de monitor gebruikt.
Gebruik de dioptrieregelaar om de weergave
scherp te stellen. Wanneer u de regelaar
gebruikt met het oog tegen de zoeker, dient u
op te passen dat u niet per ongeluk uw vingers
of uw vingernagels in uw oog steekt.
Oogsensor
19
s
De standknop
De camera biedt u de keuze uit de volgende
opnamestanden:
Standknop
Automatische stand (0 24): laat de camera de instellingen voor foto’s en films
selecteren.
Geavanceerde filmstand (0 47): kies de
belichtingsstand voor HD-films of neem
films op in slow motion.
Stand Bewegingssnapshot (0 56): elke keer als
de sluiter ontspant, legt de camera een foto
en ongeveer 1,6 sec. aan filmopnamen vast.
Wanneer het resultaat van
“Bewegingssnapshot” wordt bekeken op de
camera, wordt de film in slow motion in
ongeveer 4 sec. weergegeven, gevolgd
door de foto.
Stand voor beste moment vastleggen (0 40): kies
het moment waarop de sluiter wordt
ontspannen terwijl de scène in slow motion
wordt afgespeeld (trage weergave), of laat
de camera de beste opname kiezen op basis
van compositie en beweging (Slimme
fotoselectie).
Standen t, u, v en w (0 33): bedien sluitertijd en diafragma voor
geavanceerde fotografische effecten.
t: Automatisch programma (0 34)
u: Sluitertijdvoorkeuze (0 35)
v: Diafragmavoorkeuze (0 36)
w: Handmatig (0 37)
20
s
1
Bevestig de camerariem.
Bevestig de riem stevig aan de twee cameraoogjes.
2
Laad de batterij op.
Plaats de batterij in de batterijlader
q en steek de lader in w. Een
lege batterij laadt in circa twee uur volledig op. Haal de lader uit
het stopcontact en verwijder de batterij zodra het opladen is
voltooid.
Eerste stappen
A
De stekkeradapter
Afhankelijk van het land of de regio van
aankoop, wordt er mogelijk ook een
stekkeradapter meegeleverd.
De vorm van
de adapter varieert naargelang het land of
de regio van aankoop. Til, bij een
meegeleverde stekkeradapter, de stekker
op en plaats de stekkeradapter zoals rechts
aangeduid, en controleer of stekker volledig
is geplaatst.
Een poging tot het geforceerd verwijderen van de
stekkeradapter kan het product beschadigen.
Batterij wordt
opgeladen
Opladen
voltooid
21
s
3
Plaats de batterij en een geheugenkaart.
Controleer of de batterij en geheugenkaart op de juiste manier
zijn geplaatst. Gebruik de batterij om de oranje
batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden, schuif
de batterij in de camera totdat deze vergrendelt en schuif
vervolgens de geheugenkaart in de camera totdat deze op zijn
plaats klikt.
A
Geheugenkaarten formatteren
Als dit de eerste keer is dat de
geheugenkaart in de camera wordt gebruikt
of als de kaart in een ander apparaat is
geformatteerd, selecteer Geheugenkaart
formatt. in het setup-menu en volg de
aanwijzingen op het scherm om de kaart te
formatteren (0 72). Merk wel op dat hierdoor
alle gegevens op de kaart permanent worden
verwijderd. Kopieer foto’s en andere
gegevens die u wilt bewaren daarom naar
een computer alvorens verder te gaan.
Voorkant
22
s
4
Bevestig een objectief.
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het
objectief of de bodydop is verwijderd.
5
Zet de camera aan.
Draai aan de hoofdschakelaar om de
camera in te schakelen. Het aan/
uit-lampje brandt korte tijd groen en de
monitor schakelt in. Vergeet niet de
objectiefdop te verwijderen alvorens te
fotograferen.
Controleer het batterijniveau en het
aantal resterende opnamen in de
monitor (0 17).
A
De camera uitschakelen
Draai opnieuw aan de hoofdschakelaar om
de camera uit te schakelen. De monitor
schakelt uit.
Zorg dat de markeringen in lijn staan, plaats het
objectief op de camera en draai vervolgens
totdat het op zijn plaats klikt.
Bevestigingsmarke-
ring (camera)
Bevestigingsmarkering
(objectief)
Bevestigingsmarkering (objectief)
Batterijniveau
Resterende opnamen
23
s
❚❚ Een taal kiezen en de cameraklok instellen
Bij de eerste keer inschakelen van de
camera wordt een taalselectievenster
weergegeven. Gebruik de multi-selector
om een taal, tijdzone en datumnotatie te
kiezen, schakel zomertijd in of uit en stel de
24-uurs klok van de camera in. Druk daarbij
na elke stap op J om naar het volgende
venster te gaan.
De $ (weergave)-knop
A
Objectieven met knoppen voor de intrekbare objectiefcilinder
Objectieven met knoppen voor de intrekbare
objectiefcilinder kunnen niet worden gebruikt
wanneer ingetrokken. Om het objectief te
ontgrendelen en te verlengen, houd de knop voor
de intrekbare objectiefcilinder ingedrukt (
q
)
terwijl er aan de zoomring wordt gedraaid (
w
). De
camera schakelt automatisch in wanneer de
vergrendeling van de intrekbare objectiefcilinder
wordt ontspannen. Het objectief kan worden
ingetrokken en de zoomring kan worden vergrendeld door de knop voor de
intrekbare objectiefcilinder in te drukken en de ring in de tegenovergestelde
richting te draaien. Als het beeld door het objectief wordt weergegeven of de
monitor uit is, schakelt de camera automatisch uit wanneer de objectiefcilinder
is vergrendeld (in het geval van 1 NIKKOR VR 10–30mm f/3.5–5.6 en 1 NIKKOR
VR 30–110mm f/3.8–5.6 objectieven, is firmwareversie 1.10 of hoger vereist als
het vergrendelen van de objectiefcilinder de camera moet uitschakelen terwijl
de monitor uit is; voor informatie over het updaten van objectieffirmware,
bezoek de Nikon-website voor uw regio). Druk niet op de knop voor de
intrekbare objectiefcilinder terwijl het objectief wordt bevestigd of verwijderd.
Trek het objectief in voor het verwijderen
.
Druk op $ om door de opname- en
weergaveaanduidingen te bladeren.
$-knop
z
24
z
Automatische stand
Maak foto’s en films. De camera past automatisch de instellingen
aan zodat ze geschikt zijn voor het onderwerp.
1
Selecteer automatische stand.
2
Maak de camera gereed.
Foto’s maken in automatische stand
Draai de standknop naar C.
Houd de camera met beide handen
stevig vast, en let daarbij op dat u het
objectief, de AF-hulpverlichting of de
microfoon niet blokkeert. Draai de
camera, zoals rechtsonder
weergegeven, bij het maken van foto’s
in de portretstand (staand).
De sluitertijden zijn langer wanneer er
weinig licht is; gebruik van de
ingebouwde flitser (0 65) of een statief
wordt aanbevolen.
25
z
3
Kadreer de foto.
Plaats uw onderwerp in het midden van
het beeld.
A
Een zoomobjectief gebruiken
Gebruik de zoomring om op het onderwerp in te zoomen, zodat het een
groter gebied van het beeld vult, of zoom uit om het zichtbare gebied in de
definitieve foto te vergroten (selecteer langere brandpuntsafstanden op de
schaal voor de brandpuntsafstand om in te zoomen, kortere
brandpuntsafstanden om uit te zoomen).
Inzoomen
Uitzoomen
Zoomring
A
Het raster
Er kan een raster worden weergegeven door
Aan voor Rasterweergave in het setup-menu
(0 72) te selecteren.
26
z
4
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen. Als het onderwerp slecht
belicht wordt, gaat mogelijk de AF-
hulpverlichting (0 15) branden om te
helpen bij de scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
5
Maak de foto.
Druk voorzichtig de ontspanknop
helemaal in om de sluiter te ontspannen
en de foto te vast te leggen. Het
toegangslampje van de geheugenkaart
brandt en de foto wordt enkele
seconden in de monitor weergegeven
(de foto verdwijnt automatisch uit het
scherm en de camera is klaar voor
gebruik wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt). Werp de
geheugenkaart niet uit of verwijder of
ontkoppel niet de voedingsbron voordat
het toegangslampje uit is en de opname is
voltooid.
Toegangslampje
geheugenkaart
Scherpstelveld
27
z
A
Gezichtprioriteit
De camera detecteert en stelt scherp op
portretonderwerpen (gezichtprioriteit). Een
dubbele gele rand wordt weergegeven
wanneer de camera een portretonderwerp
voor de camera detecteert (wanneer de camera
meerdere gezichten, maximaal vijf, detecteert,
selecteert de camera het onderwerp dat het
dichtst bij is). Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het
onderwerp in de dubbele gele rand. De rand verdwijnt uit het
weergavescherm zodra de camera niet langer in staat is het onderwerp te
detecteren (omdat het onderwerp bijvoorbeeld wegkijkt).
A
Automatische onderwerpselectie
In de automatische stand analyseert de camera
automatisch het onderwerp en selecteert de
geschikte scène. De geselecteerde scène wordt
in de monitor getoond.
Scènepictogram
c Portret: portretten van mensen.
d Landschap: landschappen en stadsgezichten.
f Nachtportret: portretten tegen een donkere achtergrond.
e Close-up: onderwerpen dicht bij de camera.
g Nachtlandschap: onderbelichte landschappen en stadsgezichten.
Z
Automatisch: onderwerpen die niet in de hierboven vermelde categorieën
vallen.
A
Automatisch uitschakelen
Als er gedurende ongeveer één minuut geen handelingen worden
uitgevoerd, schakelen de weergaveschermen uit en begint het aan/uit-
lampje te knipperen. De camera kan opnieuw worden geactiveerd door de
knoppen, standknop of andere camerabesturingen te bedienen. Als er
gedurende 3 minuten nadat de schermen zijn uitgeschakeld, geen
handelingen worden uitgevoerd, schakelt de camera automatisch uit.
28
z
Livebeeldaanpassing
Met de livebeeldbesturingen kunt u vooraf
zien hoe wijzigingen aan elke
bedieningsknop de uiteindelijke foto
beïnvloeden. Druk op & en gebruik de
instelschijf om een livebeeldbesturing voor
de automatische stand te kiezen. Draai aan
de instelschijf om een optie te markeren en
druk op de instelschijf om het effect te
bekijken.
Draai aan de instelschijf om de
geselecteerde optie aan te passen. Druk
opnieuw op & om livebeeldbesturingen te
verbergen.
&-knop
Instelschijf
Actieve D-Lighting: behoud details in hoge
lichten en schaduwen voor een natuurlijk
contrast.
Effect verhogen
Effect verlagen
Actieve D-Lighting: hoog Actieve D-Lighting: laag
29
z
Achtergrond verzachten: verzacht
achtergronddetails om uw onderwerp naar
voren te brengen, of stel zowel achtergrond
als voorgrond scherp.
Achtergrond verscherpen
Achtergrond verzachten
Scherpe achtergrond Verzachte achtergrond
Bewegingsaanpassing: suggereer beweging
door bewegende voorwerpen onscherp te
maken of “bevries” bewegingen om
bewegende voorwerpen duidelijk vast te
leggen.
Bevroren beweging
Onscherpe beweging
Beweging bevriezen Beweging onscherp
maken
Helderheidsaanpassing: maak foto’s lichter of
donkerder.
Lichter
DonkerderLichter Donkerder
D
Livebeeldaanpassing
Wanneer livebeeldregeling in werking is, kunnen de ingebouwde flitser en
optionele flitsers niet worden gebruikt en wordt er slechts één foto
gemaakt bij het volledig indrukken van de ontspanknop, zelfs als I is
geselecteerd in het menu continu/zelfontspanner.
30
z
Om het afspelen te beëindigen en terug te keren naar de
opnamestand, drukt u de ontspanknop half in.
Foto’s bekijken
Druk op K om de meest recente foto
volledig in de monitor weer te geven
(schermvullende weergave).
K-knop
Druk op 4 of 2 of draai aan de multi-
selector om andere foto’s te bekijken.
Draai de instelschijf naar rechts om op het
midden van het huidige beeld in te
zoomen. Draai naar links om uit te zoomen.
Om meerdere afbeeldingen tegelijkertijd te
bekijken, draai de instelschijf naar links
wanneer de foto in volledig scherm wordt
weergegeven.
Instelschijf
A
Zie ook
Zie pagina 70 voor informatie over diashows.
31
z
Foto’s wissen
Druk op O om de huidige foto te wissen. Merk op dat eenmaal
gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld.
1
Geef de foto weer.
Geef de foto weer die u wenst te wissen, zoals beschreven op de
voorgaande pagina.
2
Druk op O.
3
Wis de foto.
Er wordt een bevestigingsvenster
weergegeven.
O-knop
Druk opnieuw op O om de foto te wissen
en ga terug naar weergave, of druk op
K om af te sluiten zonder de foto te
wissen.
A
Meerdere foto’s wissen
De optie Wissen in het weergavemenu (0 70) kan worden gebruikt voor
het selecteren van foto’s, alle foto’s of foto’s die op geselecteerde data zijn
vastgelegd.
32
z
In de automatische stand kan de
filmopnameknop worden gebruikt om
films met geluid bij een beeldverhouding
van 16 : 9 vast te leggen (de filmuitsnede
wordt in het scherm weergegeven). Druk
op de filmopnameknop om de opname te
beginnen en stoppen.
Films opnemen in automatische stand
A
Fotograferen tijdens opname
Door de ontspanknop volledig in te drukken,
kunnen tijdens het opnemen op elk gewenst
moment foto’s worden gemaakt. De
filmopname wordt niet onderbroken.
A
Zie ook
Zie pagina 54 voor informatie over het
bekijken van films.
Filmopnameknop
33
#
#
Standen t, u, v en w
❚❚ Instellingen aanpassen
In de standen t, u, v en w zijn de onderstaande instellingen
rechtstreeks toegankelijk vanuit de opnameweergave. Druk op de
&-knop en draai aan de instelschijf om een instelling te markeren en
druk op de instelschijf om te selecteren.
Zodra geselecteerd, kan de instelling
worden gewijzigd door aan de instelschijf
te draaien. Druk opnieuw op de instelschijf
om de wijzigingen op te slaan en keer terug
naar de opnamestand.
De standen t, u, v en w bieden
verschillende instellingsniveaus voor
sluitertijd en diafragma. Kies een stand en
pas de instellingen aan overeenkomstig uw
creatieve wensen.
Witbalans (0 71)
Scherpstelstand
(0 71)
Picture Control (0 71)
Lichtmeting (0 71)
AF-veldstand (0 71)ISO-gevoeligheid (0 71)
34
#
t Automatisch programma
In deze stand past de camera automatisch de sluitertijd en het
diafragma aan voor een optimale belichting in de meeste situaties.
Deze stand wordt aanbevolen voor snapshots en andere situaties
waarin u de sluitertijd en het diafragma door de camera wilt laten
bepalen.
❚❚ Een combinatie van sluitertijd en diafragma kiezen
Hoewel de door de camera gekozen
sluitertijd en het diafragma optimale
resultaten produceren, kunt u ook uit
andere combinaties kiezen die dezelfde
belichting (“flexibel programma”)
produceren. Draai de instelschijf naar rechts
voor grote diafragma’s (lage f-waarden) die
achtergronddetails onscherp maken of
lange sluitertijden die beweging
“bevriezen”. Draai de instelschijf naar links
voor kleine diafragma’s (hoge f-nummers)
die scherptediepte verhogen of lange
sluitertijden die beweging onscherp
maken. U wordt weergegeven terwijl
flexibel programma actief is.
Foto’s maken in de standen t, u, v en w
A
Standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma herstellen
Om de standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma te herstellen,
draai aan de instelschijf totdat U niet langer wordt weergegeven, kies een
andere stand, draai aan de standknop of schakel de camera uit. De
standaard sluitertijd en diafragma worden automatisch hersteld wanneer
de camera naar de stand-by-stand gaat.
Instelschijf
35
#
u Sluitertijdvoorkeuze
In de stand sluitertijdvoorkeuze kunt u zelf een sluitertijd kiezen,
waarna de camera automatisch het diafragma kiest dat de optimale
belichting oplevert. Een lange sluitertijd suggereert beweging door
bewegende voorwerpen onscherp weer te geven en snelle
sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”.
❚❚ Een sluitertijd kiezen
Draai de instelschijf naar rechts voor kortere
sluitertijden, links voor langere
sluitertijden. Kies uit waarden tussen
30 sec. en
1
/
4000 sec. De elektronische sluiter,
die kan worden ingeschakeld door het
selecteren van Aan voor Stil fotograferen
(0 70) of door een beeldsnelheid van 15, 30
of 60 bps (0 70) in continuopnamestand te
kiezen (0 60), ondersteunt al sluitertijden
vanaf
1
/
16.000 sec.; de langst beschikbare
sluitertijd voor de elektronische sluiter is 30
sec. (stil fotograferen) of
1
/
60 sec. (15, 30 en
60 bps continu).
Korte sluitertijd (
1
/
16 0 0 sec.) Lange sluitertijd (1 sec.)
A
Continu-opname
De geselecteerde sluitertijd kan veranderen
wanneer continu-opname (0 60) actief is.
Instelschijf
36
#
v Diafragmavoorkeuze
In de stand diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen
terwijl de camera automatisch de sluitertijd selecteert die de
optimale belichting produceert. Grote diafragma’s (lage f-waarden)
verminderen scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het
hoofdonderwerp onscherp zijn. Kleine diafragma’s (hoge
f-waarden) verhogen scherptediepte, zodat voorwerpen achter en
voor het hoofdonderwerp naar voren worden gebracht. Een
beperkte scherptediepte wordt doorgaans gebruikt voor portretten
om achtergronddetails onscherp te maken, terwijl een grote
scherptediepte wordt gebruikt voor landschapsfoto’s om zowel de
voorgrond als de achtergrond scherp te krijgen.
❚❚ Een diafragma kiezen
Draai de instelschijf naar rechts voor kleine
diafragma’s (hogere f-waarden) en omlaag
voor grotere diafragma’s (lagere
f-waarden). De minimum- en
maximumwaarden zijn afhankelijk van het
gebruikte objectief.
Groot diafragma (f/5.6) Klein diafragma (f/16)
Instelschijf
37
#
w Handmatig
In de handmatige belichtingsstand bedient u zowel de sluitertijd als
het diafragma.
❚❚ Een sluitertijd en diafragma kiezen
Pas de sluitertijd en het diafragma aan met
betrekking tot de belichtingsaanduiding
(zie hieronder). Sluitertijd wordt ingesteld
door de instelschijf naar rechts te draaien
voor kortere sluitertijden en links voor
langere sluitertijden: kies uit waarden
tussen 30 sec. en
1
/
4000 sec. (30 sec. en
1
/
16.000
sec. wanneer de elektronische sluiter wordt
ingeschakeld door het selecteren van Aan
voor Stil fotograferen, of
1
/
60 sec. en
1
/
16.000
sec. wanneer de elektronische sluiter wordt
ingeschakeld door het selecteren van een
beeldsnelheid van 15, 30 of 60 bps in
continu-opnamestand; 0 60, 70), of
selecteer “Bulb“ of “Tijd” om de sluiter voor
onbepaalde tijd open te houden voor een
lange tijdopname. Selecteer het diafragma
door de multi-selector naar rechts te
draaien voor kleinere diafragma’s (hogere
f-waarden) en naar links voor grotere
diafragma’s (lagere f-waarden): kies uit de minimale en maximale
waarden van het objectief.
Instelschijf
38
#
A
De belichtingsaanduiding
Wanneer er andere sluitertijden dan “Bulb” of “Tijd” worden geselecteerd,
toont de belichtingsaanduiding of de foto met de huidige instellingen
onder- of overbelicht zou zijn.
Optimale belichting Onderbelichting met
1
/
3 LW Overbelicht met meer dan 2 LW
A
Continu-opname
De geselecteerde sluitertijd kan veranderen wanneer continu-opname
(0 60) actief is.
39
#
Films opnemen in de standen t, u, v en w
In de standen t, u, v en w kan de
filmopnameknop worden gebruikt om
films met geluid bij een beeldverhouding
van 16 : 9 vast te leggen (de hoeken van
de filmuitsnede worden in het scherm
weergegeven). Druk op de
filmopnameknop om de opname te
beginnen en stoppen. Merk op dat
ongeacht de geselecteerde methode,
films worden opgenomen met behulp
van belichting voor automatisch
programma; selecteer de geavanceerde
filmstand om de belichting aan te passen
bij het opnemen van films (0 47).
Filmopnameknop
A
Fotograferen tijdens opname
Door de ontspanknop volledig in te drukken, kunnen op elk gewenst
moment foto’s worden gemaakt tijdens de opname. De filmopname wordt
niet onderbroken.
A
Zie ook
Zie pagina 54 voor informatie over het bekijken van films.
b
40
b
Stand voor beste moment vastleggen
Deze stand is ideaal voor onderwerpen die snel veranderen en
moeilijk zijn vast te leggen. Kies het moment waarop de sluiter
wordt ontspannen terwijl de scène in slow motion wordt
afgespeeld (trage weergave), of laat de camera de beste opname
kiezen op basis van compositie en beweging (Slimme fotoselectie).
In deze stand legt de camera een korte serie foto’s vast en speelt ze
af in slow motion zodat dat u het juiste moment voor een foto kunt
kiezen. Terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, legt de camera
maximaal 40 beelden in circa 1,3 sec. vast en speelt ze af in een slow
motion continuloop. Wanneer het door u te behouden beeld wordt
weergegeven, druk de ontspanknop dan volledig in om het huidige
beeld vast te leggen en gooi de resterende afbeeldingen weg.
1
Selecteer u-stand.
2
Kadreer de foto.
Trage weergave
Draai de standknop naar u.
Stel de foto samen met uw onderwerp in
het midden van het beeld.
41
b
3
Druk de ontspanknop half in.
4
Bekijk de bufferinhoud.
5
Leg het gewenste beeld vast.
De camera stelt scherp (0 26) en zal
vervolgens, in een tijdspanne van circa
1,3 sec., 40 beelden in een tijdelijk
buffergeheugen vastleggen.
Houd de ontspanknop half ingedrukt
om de beelden in de buffer in een
continue loop van circa 6 sec. lang af te
spelen. De positie van het huidige beeld
wordt aangeduid door een
voortgangsaanduiding.
Voortgangsaanduiding
Druk de ontspanknop volledig in om het
huidige beeld vast te leggen en gooi de
resterende afbeeldingen weg. Ontspan
de knop zonder deze in zijn geheel in te
drukken om af te sluiten zonder een foto
vast te leggen.
42
b
❚❚ Een opnamestand kiezen
Door de &-knop in de stand voor beste
moment vastleggen in te drukken worden
de volgende opties weergegeven. Draai
aan de instelschijf om het gewenste
opnamemoment te markeren en druk op
de instelschijf om te selecteren.
Trage weergave: maak foto’s in de stand
voor trage weergave (0 40).
Slimme fotoselectie: maak foto’s met behulp
van Slimme fotoselectie (0 43).
&-knop
43
b
Kies de stand Slimme fotoselectie zodat de camera u kan helpen bij
het maken van foto’s die een veranderende uitdrukking op het
gezicht van een portretonderwerp vastleggen of bij andere moeilijk
vast te leggen opnamen, zoals groepsfoto’s tijdens een feest. Elke
keer als de sluiter wordt ontspannen, selecteert de camera
automatisch de beste opname uit een aantal beste
opnamekandidaten, op basis van compositie en beweging.
1
Selecteer u-stand.
2
Selecteer de stand Slimme fotoselectie.
Slimme fotoselectie
Draai de standknop naar u.
Druk op & en draai aan de instelschijf
om Slimme fotoselectie te markeren en
druk op de instelschijf om te selecteren.
&-knop
44
b
3
Kadreer de foto.
4
Begin met het bufferen van foto’s.
5
Maak de foto.
Druk op soepele wijze de ontspanknop
volledig in. De camera vergelijkt
opnamen die zowel voor als na het
volledig indrukken van de ontspanknop
zijn opgenomen in de buffer, en
selecteert 5 opnamen om naar de
geheugenkaart te kopiëren. Houd er
rekening mee dat dit enige tijd kan
duren. De beste foto wordt enkele
seconden in de monitor weergegeven
zodra de opname is voltooid.
Stel de foto samen met uw onderwerp in
het midden van het beeld.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen (0 26). Zodra de camera
beelden vastlegt naar het
buffergeheugen wordt een pictogram
weergegeven. De camera past continu
de scherpstelling aan om rekening te
houden met wijzigingen in de afstand
tot het onderwerp terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
45
b
De beste opname kiezen
Het bekijken van foto’s gemaakt met Slimme
fotoselectie
Druk op K en gebruik de multi-selector
om foto’s gemaakt met Slimme
fotoselectie weer te geven (0 30; foto’s
gemaakt met Slimme fotoselectie worden
aangeduid met een y- pictogram). Van de
foto’s vastgelegd door Slimme
fotoselectie, wordt alleen de beste
opname weergegeven (wanneer u rechts
op de multi-selector drukt om de volgende
foto te bekijken, slaat de camera de beste
opnamekandidaten over, met als resultaat
dat het bestandsnummer van de volgende
weergegeven foto niet onmiddellijk het
nummer van de huidige foto opvolgt).
Druk de ontspanknop half in om het
afspelen te beëindigen en terug te keren
naar de opnamestand.
K-knop
Wanneer een foto gemaakt met Slimme
fotoselectie wordt weergegeven, kunt u
uit de beste opname kiezen door op J te
drukken. Druk op 4 of 2 om de andere
fotos in de reeks te bekijken en druk op J
om de huidige foto als de beste opname te
selecteren. Druk op D om naar normale
weergave terug te keren.
46
b
Foto’s wissen
Door het indrukken van O wanneer er een
foto wordt geselecteerd die is gemaakt met
Slimme fotoselectie wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
nogmaals op O om de beste foto en de
beste fotokandidaten te wissen, of druk op
K om af te sluiten zonder de foto’s te
wissen. Merk op dat eenmaal gewiste foto’s
niet kunnen worden hersteld.
A
Individuele foto’s wissen
Het indrukken van de knop O in het
selectievenster voor de beste opname geeft de
volgende opties weer; markeer een optie met
behulp van de multi-selector en druk op J om
te selecteren.
Dit beeld: wis de huidige foto (let op dat de foto
die momenteel is geselecteerd als de beste
opname niet kan worden gewist).
Alles beh. beste opname: wis de beste opnamekandidaten, maar niet de foto
die momenteel is geselecteerd als de beste opname.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J
om het geselecteerde beeld of beelden te wissen.
A
Stand voor beste moment vastleggen
De camera kiest automatisch een onderwerpstand die past bij het
onderwerp. Er kunnen geen films worden opgenomen, en het indrukken
van de filmopnameknop heeft geen effect. De flitser kan niet worden
gebruikt.
O-knop
47
y
y
Geavanceerde filmstand
Kies deze stand om slow motion-films op te nemen of om
high-definition (HD)-films op te nemen in de stand t, u, v of w.
Neem films met geluid op bij een beeldverhouding van 16 : 9.
1
Selecteer geavanceerde filmstand.
2
Kadreer de beginopname.
HD-films
Draai de standknop naar v. Een
HD-filmuitsnede met een
beeldverhouding van 16 : 9 verschijnt in
de weergave.
Kadreer de beginopname door uw
onderwerp in het midden van de
weergave te plaatsen.
D
Het 0-pictogram
Een 0-pictogram geeft aan dat u geen films kunt opnemen.
A
Zie ook
Zie pagina 70 voor informatie over het kiezen van een belichtingsstand.
Opties voor beeldformaat en beeldsnelheid worden beschreven op pagina
71.
48
y
3
Start de opname.
4
Beëindig de opname.
Druk op de filmopnameknop om de
opname te beginnen. Een
opnameaanduiding, de verstreken tijd
en de beschikbare tijd worden
weergegeven terwijl de opname bezig
is.
A
Audio-opname
Zorg dat de microfoon niet wordt bedekt en
houd er rekening mee dat de ingebouwde
microfoon mogelijk geluiden opneemt die
door de camera of het objectief worden
veroorzaakt. Standaard stelt de camera
continu scherp. Het item Opties voor
filmgeluid in het opnamemenu beschikt
over opties voor gevoeligheid en windruis
voor zowel ingebouwde als externe
microfoons (0 79).
Filmopnameknop
Opnameaanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. De
opname wordt automatisch beëindigd
wanneer de maximale lengte is bereikt,
de geheugenkaart vol is, een andere
stand wordt geselecteerd, het objectief
wordt verwijderd of de camera zeer
warm wordt (0 12).
Filmopnameknop
A
Maximale lengte
Bij standaardinstellingen kunnen HD-films maximaal 4 GB groot en
maximaal 20 minuten lang zijn; merk op dat afhankelijk van de
schrijfsnelheid van de geheugenkaart, de opname mogelijk wordt
beëindigd voordat deze lengte is bereikt (0 80).
A
Scherpstellings- en belichtingsvergrendeling
Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl de A-knop (multi-
selector omhoog) wordt ingedrukt.
49
y
❚❚ Fotograferen tijdens HD-filmopname
Druk de ontspanknop volledig in om een
foto te maken zonder de HD-filmopname
te onderbreken. Foto’s gemaakt tijdens
filmopname hebben een beeldverhouding
van 3 : 2.
A
Fotograferen tijdens filmopname
Er kunnen maximaal 20 foto’s van elke filmopname worden gemaakt. Let op
dat er geen foto’s kunnen worden gemaakt van films in slow motion.
50
y
❚❚ Het filmtype kiezen
Druk op & om te kiezen tussen opnemen in
high-definition en slow motion, draai
vervolgens aan de instelschijf om een van
de volgende opties te markeren en druk op
de instelschijf om te selecteren:
HD-film: neemt films op in HD (0 47).
Slow motion: opnemen van films in slow
motion (0 51).
&-knop
D
Films opnemen
Flikkeringen, banden of vertekeningen kunnen in de monitor en in de
uiteindelijke film onder fluorescerende lampen of lampen met kwikdamp of
natrium zichtbaar zijn, of wanneer de camera horizontaal wordt gepand of
een voorwerp met hoge snelheid door het beeld beweegt (Flikkering en
lijnen kunnen worden verminderd in HD-films door een optie voor
Flikkerreductie te kiezen die overeenkomt met de frequentie van het
lokale lichtnet, maar merk op dat de langst beschikbare sluitertijd
1
/
100 sec.
bij 50 Hz,
1
/
60 sec. bij 60 Hz bedraagt; 0 72). Heldere lichtbronnen kunnen
nabeelden veroorzaken wanneer de camera wordt gepand. Er kunnen ook
gekartelde randen, kleurenranden, moiré en heldere vlekken verschijnen.
Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen tijdens het
opnemen van films. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel
kan leiden tot schade aan de interne schakelingen van de camera.
51
y
Neem geluidloze films op met een beeldverhouding van 8 : 3. Films
worden opgenomen bij 400 bps en afgespeeld bij 30 bps.
1
Selecteer geavanceerde filmstand.
2
Selecteer de stand slow motion.
3
Kadreer de beginopname.
Slow motion
Draai de standknop naar v.
Druk op de &-knop en draai aan de
instelschijf om Slow motion te
markeren en druk op de instelschijf om
te selecteren. Er verschijnt een slow
motion filmuitsnede met een
beeldverhouding van 8 : 3 in de
weergave.
&-knop
Kadreer de beginopname door uw
onderwerp in het midden van de
weergave te plaatsen.
52
y
4
Stel scherp.
5
Start de opname.
Druk op de filmopnameknop om de
opname te beginnen. Een
opnameaanduiding, de verstreken tijd
en de beschikbare tijd worden
weergegeven terwijl de opname bezig
is. De camera stelt scherp op het
onderwerp in het midden van de
weergave; gezichtsdetectie (0 27) is
niet beschikbaar en scherpstelling en
belichting kunnen niet worden
aangepast.
Filmopnameknop
Opnameaanduiding/
verstreken tijd
Beschikbare tijd
Scherpstelveld
53
y
6
Beëindig de opname.
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. De
opname wordt automatisch beëindigd
wanneer de maximale lengte is bereikt,
de geheugenkaart vol is, een andere
stand wordt geselecteerd, het objectief
wordt verwijderd of de camera zeer
warm wordt (0 12).
A
Maximale lengte
Maximaal 3 seconden of 4 GB filmopnamen kunnen worden vastgelegd;
merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart,
de opname mogelijk wordt beëindigd voordat deze lengte is bereikt
(0 80).
A
Zie ook
Opties voor beeldsnelheid worden beschreven op pagina 71.
Filmopnameknop
54
y
Films worden aangeduid met een 1 pictogram in schermvullende
weergave (0 30). Druk op J om weergave te starten.
De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd:
Films bekijken
1-pictogram/lengte
Aanduiding filmweergave/
huidige positie/totale lengte
Gids Volume
Functie Knop Beschrijving
Pauze Pauzeer het afspelen.
Afspelen J
Hervat het afspelen wanneer de film wordt
gepauzeerd of tijdens achteruit/vooruit.
Vooruit/
achteruit
/
Druk op 4 om achteruit en op 2 om vooruit
te gaan. De snelheid neemt toe bij elke keer
indrukken, van 2× naar 4× naar 8× naar 16×.
Als het afspelen wordt gepauzeerd, gaat de
film één beeld per keer achteruit of vooruit;
houd de knop ingedrukt om ononderbroken
achteruit of vooruit te gaan. U kunt tevens
aan de multi-selector draaien om achteruit of
vooruit te gaan terwijl het afspelen is
gepauzeerd.
Volume
aanpassen
Draai aan de instelschijf om het volume aan
te passen.
Terug naar
schermvullende
weergave
/K
Druk op 1 of K om schermvullende
weergave af te sluiten.
55
y
Films wissen
Druk op O om de huidige film te wissen. Er
wordt een bevestigingsvenster
weergegeven; druk nogmaals op O om de
film te wissen en keer terug naar afspelen,
of druk op K om af te sluiten zonder de film
te wissen. Merk op dat eenmaal gewiste films
niet kunnen worden hersteld.
O-knop
9
56
9
Stand Bewegingssnapshot
Leg korte filmvignetten van uw foto’s vast. Telkens wanneer de
sluiter wordt ontspannen, legt de camera één foto en ongeveer
1,6 sec. aan filmopnamen vast. Wanneer de verkregen
“Bewegingssnapshot” op de camera te zien is, wordt de film in slow
motion afgespeeld gedurende ongeveer 4 sec., gevolgd door de
foto; het afspelen wordt ongeveer 10 sec. lang vergezeld door
achtergrondmuziek.
1
Selecteer de stand Bewegingssnapshot.
2
Kadreer de foto.
Opnemen in de stand Bewegingssnapshot
Draai de standknop naar z.
Stel de foto samen met uw onderwerp in
het midden van het beeld.
57
9
3
Begin met bufferen.
4
Maak de foto.
Druk op soepele wijze de ontspanknop
volledig in. De camera legt een foto vast,
samen met ongeveer 1,6 sec.
filmopnamen, beginnend voor en
eindigend na het moment dat de
ontspanknop volledig werd ingedrukt.
Houd er rekening mee dat dit enige tijd
kan duren. Zodra de opname is voltooid,
wordt de foto enkele seconden
weergegeven.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen (0 26). Er wordt een
pictogram weergegeven zodra de
camera begint met het opnemen van
filmopnamen naar het buffergeheugen.
A
Het vignet met een foto beëindigen
Voor het vastleggen van dezelfde foto als het laatste beeld in het filmvignet,
selecteer 1,6 sec. / 0 sec. voor Film voor/na (0 71).
Ontspanknop half
ingedrukt
Ontspanknop volledig
ingedrukt
Filmopnamen
58
9
❚❚ Een thema kiezen
Druk op & om achtergrondmuziek voor de
film te kiezen en gebruik de instelschijf om
te selecteren uit Schoonheid, Golven,
Ontspanning en Tederheid. Draai aan de
instelschijf om een optie te markeren en
druk op de instelschijf om te selecteren.
&-knop
Druk op de $-knop om
achtergrondmuziek voor het gemarkeerde
thema af te spelen en gebruik de instelschijf
om het volume aan te passen.
$-knop
A
Stand Bewegingssnapshot
Live audio wordt niet opgenomen. Er kunnen geen films worden
opgenomen met behulp van de filmopnameknop en de flitser kan niet
worden gebruikt.
59
9
Bewegingssnapshots wissen
Druk op O om de huidige
Bewegingssnapshot te wissen. Er wordt een
bevestigingsvenster weergegeven; druk
opnieuw op O om de foto en film te wissen
en terug te keren naar weergave, of druk op
K om af te sluiten zonder het bestand te
wissen. Let op dat eenmaal gewiste
Bewegingssnapshots niet kunnen worden
hersteld.
Bewegingssnapshots bekijken
Druk op K en gebruik de multi-selector om
een Bewegingssnapshot (0 30;
Bewegingssnapshots worden aangeduid
door een z-pictogram) weer te geven.
Door op J te drukken terwijl een
Bewegingssnapshot wordt weergegeven,
wordt het filmgedeelte in circa 4 sec. in slow
motion afgespeeld, gevolgd door de foto;
de achtergrondmuziek speelt gedurende
10 sec. af (gebruik de optie Thema
wijzigen in het weergavemenu om andere
achtergrondmuziek te kiezen; 0 70). Druk
de ontspanknop half in om het afspelen te
beëindigen en terug te keren naar de
opnamestand.
K-knop
O-knop
t
60
t
Meer informatie over fotografie
Door op 4 (C) op de multi-selector te drukken, wordt een scala aan
sluiterontspanstanden voor stil fotograferen weergegeven:
Continustand
Om foto’s in de continustand te maken:
1
Geef de opties voor de ontspanstand weer.
2
Selecteer I.
3
Stel de opname samen en begin met fotograferen.
De standen Enkel beeld, Continu, Zelfontspanner en
Afstandsbediening
8 Enkel beeld: de camera maakt één voor één foto’s.
I
Continu: de camera maakt foto’s terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
De snelheid kan worden geselecteerd met behulp van de optie Continu
in het opnamemenu (0 70).
E Zelfontspanner: vertraagd ontspannen van de sluiter (0 62).
# Afstandsbediening: de sluiter gebruikt een afstandsbediening (0 62).
Druk op 4 (C) om de opties voor de
ontspanstand weer te geven.
Markeer I en druk op J.
De camera maakt foto’s terwijl de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
61
t
D
Continustand
De optie Continu in het opnamemenu biedt de keuzemogelijkheid uit 5, 15,
30 en 60 bps (0 70). Beeldsnelheden van 15, 30 en 60 bps gebruiken een
elektronische sluiter; behalve wanneer Aan is geselecteerd voor Stil
fotograferen (0 70) en een mechanische sluiter wordt gebruikt bij een
beeldsnelheid van 5 bps. De ingebouwde flitser kan worden gebruikt
wanneer 5 bps is geselecteerd, maar er wordt slechts één foto gemaakt
iedere keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt; bij instellingen van 15, 30
en 60 bps flitst zal de ingebouwde flitser niet flitsen. Bij 15 bps is het
maximumaantal te maken opnamen in een enkele serieopname circa 45,
terwijl bij 30 en 60 bps het maximum circa 40 is.
Het toegangslampje van de geheugenkaart brandt wanneer foto’s op de
geheugenkaart worden vastgelegd. Afhankelijk van de
opnameomstandigheden en de schrijfsnelheid van de geheugenkaart
duurt het opslaan ongeveer één minuut. Als de batterij leeg is voordat alle
foto’s zijn opgeslagen, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en worden de
resterende foto’s overgezet naar de geheugenkaart.
Continuopname is niet beschikbaar in de stand voor beste moment
vastleggen, geavanceerde film of de stand Bewegingssnapshot wanneer
livebeeldaanpassing in de automatische stand (0 28) wordt gebruikt, of
wanneer Aan is geselecteerd voor HDR in het opnamemenu (0 71).
62
t
Zelfontspanner- en afstandsbedieningsstand
De zelfontspanner en optionele ML-L3-afstandsbediening (0 79)
kunnen worden gebruikt voor het verminderen van
cameratrillingen of het maken van zelfportretten.
1
Geef de opties voor de ontspanstand weer.
2
Selecteer de gewenste optie.
3
Monteer de camera op een statief.
Monteer de camera op een statief of plaats de camera op een
stabiele, vlakke ondergrond.
4
Kadreer en maak de foto.
Zelfontspannerstand: druk de ontspanknop
half in om scherp te stellen en druk
vervolgens de knop volledig in. Het
zelfontspannerlampje begint te
knipperen en er klinkt een
geluidssignaal. Twee seconden voordat
de foto wordt gemaakt, stopt het
zelfontspannerlampje met knipperen en
volgen de geluidssignalen elkaar sneller
op.
A
Voor het gebruik van de ML-L3-afstandsbediening
Verwijder voor het eerste gebruik van de afstandsbediening de plastic
isolatiestrook van de batterij.
Druk op 4 (C) om de opties voor de
ontspanstand weer te geven.
Gebruik de multi-selector om de
gewenste optie te markeren en druk op J.
63
t
Afstandsbedieningsstand: richt, op een
afstand van 5 m of minder, de ML-L3 op
de infraroodontvanger op de voorkant
van de camera (0 15) en druk op de
ontspanknop van de ML-L3. Als 2 sec.
vertraging is geselecteerd voor
Afstandsbediening in het setup-menu
(0 72), zal het zelfontspannerlampje gedurende twee seconden
branden voordat de sluiter wordt ontspannen. Als Snelle
ontspanning is geselecteerd, zal het zelfontspannerlampje
knipperen nadat de sluiter werd ontspannen.
Merk op dat de timer eventueel niet start of dat er eventueel geen
foto kan worden gemaakt als de camera niet kan scherpstellen of als
er zich andere situaties voordoen waarin de sluiter niet kan worden
ontspannen. Het uitschakelen van de camera zorgt ervoor dat de
zelfontspanner- en afstandsbedieningsstand worden geannuleerd.
De afstandsbedieningsstand wordt automatisch geannuleerd
wanneer er gedurende tien minuten na het selecteren van de stand
in stap 2 geen handelingen worden uitgevoerd.
64
t
A
Filmstand
In de zelfontspannerstand, start en stopt de timer door in plaats van de
filmopnameknop de ontspanknop in te drukken. In de
afstandsbedieningsstand werkt de ML-L3-ontspanknop als de
filmopnameknop voor de geavanceerde filmstand (0 47).
A
Een flitser gebruiken
Druk op de N-knop bij het gebruik van de ingebouwde flitser om de flitser
op te klappen voorafgaand aan het fotograferen. De opname wordt
onderbroken als de flitser omhoog wordt geklapt, terwijl de zelfontspanner
of de timer voor vertraagde afstandsbediening aftelt.
In de afstandsbedieningsstand begint de flitser te laden terwijl de camera
op het signaal van de afstandsbediening wacht. De camera reageert alleen
op de ontspanknop op de afstandsbediening wanneer de flitser wordt
geladen. Als rode-ogenreductie (0 65) wordt gebruikt wanneer Snelle
ontspanning is geselecteerd voor Afstandsbediening in het setup-menu
(0 72), zal de sluiter circa 1 seconde nadat het lampje van de
rode-ogenreductie brandt, worden ontspannen. Als 2 sec. vertraging is
geselecteerd, is er circa 2 seconden vertraging nadat de ontspanknop op de
afstandsbediening wordt ingedrukt; het lampje van de rode-ogenreductie
brandt vervolgens gedurende 1 seconde voordat de sluiter wordt
ontspannen.
A
Zie ook
Voor informatie over hoe lang de camera moet wachten op een signaal van
de afstandsbediening, zie pagina 72. Zie pagina 72 voor informatie over het
kiezen van de ontspanknopvertraging in de zelfontspannerstand.
65
t
Druk op de N-knop om de flitser op te
klappen. Het laden begint wanneer de
flitser omhoog wordt geklapt; zodra het
laden is voltooid, wordt een
flitsgereedaanduiding (N) weergegeven
wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. De volgende flitsstanden zijn
beschikbaar; kies een flitsstand zoals
beschreven op de volgende pagina.
De ingebouwde flitser
N
Invulflits: de flitser flitst bij elke opname. Gebruik wanneer het
onderwerp slecht belicht is of voor onderwerpen met tegenlicht om
schaduwen “in te vullen” (verlichten).
NY
Rode-ogenreductie: het lampje voor rode-ogenreductie brandt
voordat de flitser flitst, waardoor “rode-ogen” (veroorzaakt door
lichtreflectie van het netvlies van uw onderwerp) worden
verminderd.
NYp
Rode-ogen reductie + synchronisatie met lange sluitertijd: combineert rode-
ogenreductie met lange sluitertijden om achtergronddetails bij
nacht of bij slechte lichtomstandigheden vast te leggen. Gebruik
voor portretten gemaakt tegen een nachtelijke achtergrond.
Np
Invulflits + synchronisatie met lange sluitertijd: combineert invulflits met
lange sluitertijden om details van slecht verlichte achtergronden
vast te leggen.
Nr
Tweede gordijn + synchronisatie met lange sluitertijd: combineert
synchronisatie op het tweede gordijn (zie hieronder) met lange
sluitertijden om details van slecht verlichte achtergronden vast te
leggen.
Nq
Synchronisatie op het tweede gordijn: terwijl in andere standen de flitser
flitst zodra de sluiter opent, flitst de flitser in synchronisatie op het
tweede gordijn juist voordat de sluiter sluit, waardoor lichtbundels
worden gecreëerd die bewegende lichtbronnen lijken te volgen.
A
De ingebouwde flitser naar beneden laten zakken
Druk de flitser, om energie te besparen wanneer
de flitser niet in gebruik is, voorzichtig naar
beneden totdat de vergrendeling op zijn plaats
klikt. Gebruik geen kracht. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan een defect
product tot gevolg hebben.
N-knop
66
t
Een flitsstand kiezen
1
Geef de opties voor de flitsstand weer.
Druk op 3 (N) om een lijst met
flitsstanden weer te geven. De
beschikbare standen verschillen
afhankelijk van de opnamestand (0 19).
2
Selecteer een flitsstand.
Automatische stand t, v
N Invulflits N Invulflits
NY Rode-ogenreductie NY Rode-ogenreductie
NYp
Rode-ogenreductie +
sync met lange sluitertijd
u, w
N Invulflits
Np
Invulflits +
sync met lange sluitertijd
NY Rode-ogenreductie
Nq Sync op het tweede gordijn
Nr
Tweede gordijn +
sync met lange sluitertijd
Gebruik de multi-selector om een
flitsstand (0 65) te markeren en druk op
J om te selecteren.
67
t
A
De ingebouwde flitser gebruiken
De ingebouwde flitser kan alleen worden gebruikt in de automatische stand
en de standen t , u, v en w; merk echter op dat de flitser niet kan worden
gebruikt met livebeeldaanpassing (0 28) en niet zal flitsen wanneer Aan is
geselecteerd voor HDR in het opnamemenu (0 71), of in stand I (0 60)
wanneer een beeldsnelheid van 15, 30 of 60 bps is geselecteerd voor
Continu in het opnamemenu (0 70). Als de flitser meerdere keren snel
achter elkaar flitst, worden de flitser en sluiter mogelijk tijdelijk
uitgeschakeld om de flitser te beschermen. Na een korte pauze kan het
fotograferen worden hervat.
Voorwerpen vlakbij de camera worden mogelijk overbelicht in foto’s
gemaakt met de flitser bij hoge ISO-gevoeligheden.
Verwijder de zonnekappen om vignettering te voorkomen en fotografeer
op afstanden van ten minste 0,6 m. Bepaalde objectieven kunnen op
grotere afstanden vignettering veroorzaken of het lampje van de rode-
ogenreductie belemmeren, waardoor rode-ogenreductie wordt gehinderd.
De volgende illustraties tonen het effect van vignettering veroorzaakt door
schaduwen die worden geworpen door het objectief wanneer de
ingebouwde flitser wordt gebruikt.
Schaduw Schaduw
A
Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik
Flitsbereik varieert naargelang de gevoeligheid (equivalent aan ISO) en het
diafragma. Met het standaard zoomobjectief bij een maximaal diafragma
en ISO-gevoeligheid ingesteld op ISO 160 tot 6400, is het bereik circa 0,6 m–
7,0 m wanneer het objectief volledig is uitgezoomd; bij maximale zoom is
dit 0,6 m–4,2 m.
U
68
U
Menugids
De meeste opname-, weergave- en
instelopties zijn toegankelijk via de
cameramenu’s. Druk op de G-knop om
de menu’s te bekijken.
G-knop
Tabs
Kies uit de volgende menu’s:
K Weergavemenu (0 70) B Setup-menu (0 72)
C t u v w u z v Opnamemenu (0 70)
Menuopties
Opties in huidig menu.
Schuifbalk geeft positie in huidig
menu aan.
69
U
❚❚ De menu’s gebruiken
1
Selecteer een menu.
2
Selecteer een item.
3
Selecteer een optie.
Gebruik de multi-selector om door de
menu’s te navigeren.
Multi-selector
Druk op 1 of 3 om tabs te markeren en
druk op 2 om de cursor in het
gemarkeerde menu te plaatsen.
Druk op 1 of 3 om menuopties te
markeren en druk op 2 om de opties
voor het gemarkeerde item te bekijken.
Druk op 1 of 3 om de gewenste optie
te markeren en druk op J om te
selecteren.
A
De menu’s gebruiken
De vermelde items kunnen variëren naargelang de camera-instellingen.
Grijs weergegeven items zijn momenteel niet beschikbaar. Druk de
ontspanknop half in om de menu’s af te sluiten en naar de opnamestand
terug te keren (0 26).
70
U
❚❚ Opties voor weergavemenu
❚❚ Opties voor opnamemenu
Optie Beschrijving
Wissen Wis meerdere afbeeldingen.
Diashow Bekijk films en foto’s in een diashow.
Controlebeeld Kies of foto’s worden weergegeven na het vastleggen.
Draai portret
Draai foto’s in de portretstand (staand) voor weergave
tijdens afspelen.
DPOF-afdrukopdracht Maak digitale “printopdrachten”.
Beveiligen Beveilig foto’s tegen onopzettelijk wissen.
Score Voorzie foto’s van een score.
D-Lighting
Maak schaduwen in donkere foto’s of foto’s met
tegenlicht helder, waarbij een geretoucheerde kopie
wordt gecreëerd die afzonderlijk van het onaangepaste
origineel wordt opgeslagen.
Verkleinen Maak kleine kopieën van geselecteerde foto’s.
Uitsnijden Maak uitgesneden kopieën van geselecteerde foto’s.
Film bewerken
Maak kopieën van films waarvan ongewenste
filmopnamen zijn bijgesneden.
Thema wijzigen Wijzig de thema’s voor bestaande Bewegingssnapshots.
Optie Beschrijving
Opname-opties
herstellen
Zet opname-opties terug naar de standaardwaarden.
Belichtingsstand
Selecteer hoe de camera de sluitertijd en het diafragma
instelt.
Beeldkwaliteit Kies een bestandsformaat en compressieverhouding.
Beeldformaat Kies een formaat voor nieuwe foto’s.
Continu Kies een beeldsnelheid voor continuopname (0 60).
Stil fotograferen Kies of sluiter- en bedieningsgeluiden worden uitgezet.
Aantal opgesl.
opnamen
Kies het aantal opnamen geselecteerd door Slimme
fotoselectie (0 43).
71
U
Beeldsnelheid
Selecteer een beeldsnelheid voor films in slow motion
(0 51).
Filminstellingen
Kies een beeldformaat en beeldsnelheid voor HD-films
(0 47).
Film voor/na
Kies wanneer het filmgedeelte van Bewegingssnapshots
wordt opgenomen (0 56).
Bestandsindeling
Kies een bestandsindeling voor nieuwe
Bewegingssnapshots (0 56).
Lichtmeting Kies hoe de camera de belichting meet.
Witbalans Pas instellingen voor verschillende soorten licht aan.
ISO-gevoeligheid Regel de gevoeligheid van de camera t.o.v. het licht.
Picture Control Kies hoe de camera foto’s verwerkt.
Eigen Picture Control Maak eigen Picture Controls.
Autom.
vertekeningscorr.
Kies hoe de camera ton- en kussenvormige
vertekeningen corrigeert.
Kleurruimte Kies een kleurruimte voor nieuwe foto’s.
Actieve D-Lighting
Vermijd verlies van details in hoge lichten en
schaduwen.
HDR
Verbeter details in felle lichten en schaduwen bij het
fotograferen van onderwerpen met veel contrast.
Ruisonderdr. lange
belich.
Verminder ruis in lange tijdopnamen.
Ruisonderdr. hoge ISO Verminder ruis bij hoge ISO-gevoeligheden.
Opties voor filmgeluid Kies geluidsopnameopties.
Vibratiereductie
Pas de instellingen aan voor 1 NIKKOR-objectieven met
vibratiereductie.
Scherpstelstand Kies hoe de camera scherpstelt.
AF-veldstand Kies hoe het scherpstelveld wordt geselecteerd.
Gezichtprioriteit Schakel gezichtprioriteit-AF in of uit.
Ingeb.
AF-hulpverlichting
Regel de ingebouwde AF-hulpverlichting.
Flitserregeling
Kies een flitsstand voor de ingebouwde flitser en
optionele flitsers.
Flitscorrectie Regel de flitssterkte.
Optie Beschrijving
72
U
❚❚ Opties voor setup-menu
Optie Beschrijving
Setup-opties
herstellen
Zet de setup-menuopties terug naar de
standaardwaarden.
Geheugenkaart
formatt.
Formatteer de geheugenkaart.
Ontspan. bij geen kaart
Laat de sluiter ontspannen wanneer er geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Schermhelderheid Pas de schermhelderheid aan.
Rasterweergave Geef een raster weer.
Automatisch
uitschakelen
Kies de vertraging voor automatisch uitschakelen.
Zelfontspanner Kies de vertraging voor de zelfontspanner.
Afstandsbediening
Kies de ontspanknopvertraging voor de
afstandsbedieningsstand.
Duur
afstandsbediening
Kies hoe lang de camera wacht op een signaal van een
ML-L3-afstandsbediening.
AE/AF-L-knop
toewijzen
Kies de functie van de 1 (A)-knop.
AE-vergr. met
ontspankn.
Kies of de belichting vergrendelt wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
HDMI-
apparaatbesturing
Kies of afstandsbedieningen voor HDMI-CEC-apparaten,
waarop de camera is aangesloten, kunnen worden
gebruikt voor het bedienen van de camera.
Flikkerreductie Vermindert flikkeringen of banden.
Bestandsnr.
terugzetten
Zet de bestandsnummering terug.
Tijdzone en datum Stel de cameraklok in.
Taal (Language) Selecteer een taal voor de cameraschermen.
Autom. beeldrotatie Registreer de cameraoriëntatie op foto’s.
Draadl. mobiele
adapter
Schakel de draadloze mobiele adapter in of uit.
GPS Pas de instellingen voor optionele GPS-apparaten aan.
Pixel-mapping
Controleer en optimaliseer de beeldsensor van de
camera en de beeldprocessors.
Firmwareversie Geef de huidige firmwareversie weer.
73
Q
Q
Verbinding maken met een computer
Installeer de meegeleverde software voor het kopiëren van foto’s
naar uw computer, voor het bekijken en bewerken van foto’s en het
maken van korte films. Controleer voor het installeren van de
software of uw systeem aan de vereisten op pagina 74 voldoet.
1
Plaats de installatie-cd.
Start de computer en plaats de ViewNX 2/Short Movie Creator
CD. In Windows wordt het “Welcome”-venster van het
installatieprogramma automatisch gestart; ga verder naar stap 2.
Gebruikers van Mac OS moeten eerst dubbelklikken op het
cd-pictogram ( ) op het bureaublad en vervolgens
dubbelklikken op het Welcome-pictogram ( ).
2
Selecteer een taal.
Selecteer een taal en klik op Volgende. Klik op Region Selection
(Regioselectie) om een andere regio te kiezen als de gewenste
taal niet beschikbaar is en kies vervolgens de gewenste taal
(regioselectie is niet beschikbaar voor de Europese versie).
3
Start het installatieprogramma.
Klik op Installeren en volg de instructies op het scherm.
4
Sluit het installatieprogramma af.
Klik op Ja (Windows) of OK (Mac OS) wanneer de installatie is
voltooid. De volgende software is geïnstalleerd:
ViewNX 2
Short Movie Creator
Apple QuickTime (alleen Windows)
5
Verwijder de installatie-cd uit het cd-romstation.
De meegeleverde software installeren
A
Meegeleverde software
Zorg ervoor dat de nieuwste versies van de meegeleverde software zijn
geïnstalleerd. Nikon Message Center 2 controleert periodiek op updates
terwijl de computer met het internet is verbonden.
74
Q
Systeemvereisten
De systeemvereisten voor ViewNX 2 zijn:
Windows
CPU
Foto’s/JPEG-films: Intel Celeron, Pentium 4 of Core-serie, 1,6 GHZ
of hoger
H.264 films (weergave): 3,0 GHz Pentium D of hoger
H.264 films (bewerken): 2,6 GHz Core 2 Duo of hoger
Besturingssysteem
Vooraf geïnstalleerde versies van Windows 7 Home Basic/Home
Premium/Professional/Enterprise/Ultimate (64- en 32-bit edities;
Service Pack 1), Windows Vista Home Basic/Home Premium/
Business/Enterprise/Ultimate (64- en 32-bit edities; Service Pack 2) of
Windows XP Home Edition/Professional (alleen 32-bit edities; Service
Pack 3)
RAM
Windows 7/Windows Vista: 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Windows XP: 512 MB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op
harde schijf
Minimaal 500 MB beschikbaar op de opstartdisk (1 GB of meer
aanbevolen)
Monitor
Resolutie: 1024 × 768 pixels (XGA) of meer (1280 × 1024 pixels/SXGA
of meer aanbevolen)
Kleur: 24-bit kleuren (True Color) of meer
Mac OS
CPU
Foto’s/JPEG-films: Intel Core of Xeon-serie
H.264 films (weergave): 2 GHz Pentium D of hoger
H.264 films (bewerken): 2,6 GHz Core 2 Duo of hoger
Besturingssysteem Mac OS X versie 10.6.8, 10.7.5 of 10.8.2
RAM 512 MB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op
harde schijf
Minimaal 500 MB beschikbaar op de opstartdisk (1 GB of meer
aanbevolen)
Monitor
Resolutie: 1024 × 768 pixels (XGA) of meer (1280 × 1024 pixels/SXGA
of meer aanbevolen)
Kleur: 24-bit kleuren (miljoenen kleuren) of meer
A
Bewegingssnapshots
ViewNX 2 is vereist om Bewegingssnapshots te bekijken die zijn opgeslagen
met behulp van de optie Bestandsindeling > NMS-bestanden in het
opnamemenu (0 71).
A
Ondersteunde besturingssystemen
Zie de websites vermeld op pagina 13 voor de nieuwste informatie over
ondersteunde besturingssystemen.
75
Q
Foto’s overzetten
1
Kies hoe foto’s naar de computer worden gekopieerd.
Kies een van de volgende methodes:
Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en zorg dat de
geheugenkaart in de camera zit. Sluit de camera op de
computer aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel
(oefen geen kracht uit en steek de stekker recht in de
aansluiting) en zet de camera vervolgens aan.
SD-kaartsleuf: indien uw computer is voorzien van een
SD-kaartsleuf, kan de kaart rechtstreeks in de sleuf worden
geplaatst.
SD-kaartlezer: sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar van een
willekeurig merk) op de computer aan en plaats de
geheugenkaart.
2
Start het onderdeel Nikon Transfer 2 van ViewNX 2.
Indien er een bericht wordt weergegeven met de melding dat u
een programma moet kiezen, selecteer dan Nikon Transfer 2.
Foto’s op een computer bekijken en bewerken
A
Windows 7
Selecteer Nikon Transfer 2 zoals hieronder beschreven, indien het volgende
venster wordt weergegeven.
1 Onder Afbeeldingen en video's
importeren, klik op Ander
programma. Er wordt een
programmaselectievenster
weergegeven; selecteer Bestand
importeren met Nikon Transfer 2
en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
76
Q
3
Klik op Overspelen starten.
Bij standaardinstellingen
worden alle foto’s op de
geheugenkaart naar de
computer gekopieerd.
4
Beëindig de verbinding.
Schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel als de camera
op de computer is aangesloten. Gebruikt u een kaartlezer of
kaartsleuf, kies dan de juiste optie in het besturingssysteem van
de computer om de verwijderbare disk overeenkomstig de
geheugenkaart uit te werpen en verwijder vervolgens de kaart
uit de kaartlezer of kaartsleuf.
Foto’s bekijken
Zodra de overdracht is voltooid,
worden de foto’s in ViewNX 2
weergegeven.
A
ViewNX 2 handmatig starten
Windows: dubbelklik op de
snelkoppeling van ViewNX 2 op het
bureaublad.
Mac OS: klik op het pictogram van
ViewNX 2 in de Dock.
Klik op Overspelen starten
77
Q
❚❚ Foto’s retoucheren
Klik op de Bewerking-knop in de
taakbalk om foto’s uit te snijden
en taken uit te voeren zoals het
aanpassen van de scherpte en de
toonniveaus.
❚❚ Foto’s afdrukken
Klik op de Afdrukken-knop in de
taakbalk. Er wordt een
dialoogvenster weergegeven,
waarin u foto’s kunt afdrukken
op een printer die is verbonden
met de computer.
A
Voor meer informatie
Raadpleeg de online helpfunctie
voor meer informatie over het
gebruik van ViewNX 2.
n
78
n
Technische opmerkingen
Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over compatibele
accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet
doen als er een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik
van de camera op problemen stuit.
Op het moment dat deze handleiding werd samengesteld, waren
voor de camera de volgende accessoires beschikbaar.
Optionele accessoires
Objectieven Objectieven met 1-vatting
Vattingadapt
ers
Vattingadapter FT1
Voedingsbron
nen
EN-EL21 oplaadbare Li-ionbatterij (0 20–21): extra
EN-EL21-batterijen zijn verkrijgbaar in de handel en bij Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordigers.
Batterijlader MH-28 (0 20): opladen van EN-EL21-batterijen.
EP-5D-stroomaansluiting, EH-5b-lichtnetadapter: deze accessoires
kunnen worden gebruikt om de camera gedurende langere
tijd van stroom te voorzien (ook kunnen EH-5a- en EH-5-
lichtnetadapters worden gebruikt). Een EP-5D-
stroomaansluiting is vereist om de camera op de EH-5b, EH-5a
of EH-5 aan te sluiten.
Flitsers SB-N5: de SB-N5 heeft een richtgetal van 8,5 (m, ISO 100, 20 °C;
richtgetal bij ISO 160 is 10,8). Indien bevestigd op de Nikon 1
V2, wordt i-DDL en handmatige flitserregeling ondersteund.
SB-N7: de SB-N7 heeft een richtgetal van 18 (m, ISO 100, 20 °C;
richtgetal bij ISO 160 is 22,8). Indien bevestigd op de Nikon 1
V2, wordt i-DDL en handmatige flitserregeling ondersteund.
A
Richtgetal
Om het bereik van de flitser op vol vermogen te bereken, moet
het richtgetal door het diafragma worden gedeeld. Bijvoorbeeld
bij ISO 100 heeft de SB-N5 een richtgetal van 8,5 m (positie
zoomkop 35 mm); het bereik bij een diafragma van f/5.6 is 8,5÷5,6
of circa 1,5 meter. Voor elke verdubbeling van de ISO-
gevoeligheid, wordt het richtgetal vermenigvuldigd met de
vierkantswortel van twee (circa 1,4).
79
n
Afstandsbedie
-ningen
Draadloze afstandsbediening ML-L3 (0 62): de ML-L3 gebruikt een
CR2025-batterij van 3 V.
Druk de vergrendeling van het batterijvak naar rechts (q),
steek een vingernagel in de ruimte en open het batterijvak (w).
Zorg dat de batterij in de juiste richting is geplaatst (r).
Bodydoppen Bodydop BF-N1000: de bodydop houdt de beeldsensor stofvrij
wanneer er geen objectief is geplaatst.
Microfoons Stereomicrofoon ME-1: sluit de ME-1 op de microfoonaansluiting
van de camera aan om stereogeluid op te nemen terwijl geluid
veroorzaakt door objectieftrillingen tijdens autofocus wordt
verlaagd.
GPS-
apparaten
GP-N100: registreer de tijd (UTC) en de huidige breedtegraad,
lengtegraad en hoogte van de camera bij elke gemaakte foto.
Draadloze
mobiele
adapters
WU-1b: maak een draadloze verbinding die geschikt is voor
smartapparaten die gebruik maken van de Wireless Mobile
Adapter Utility om op afstand foto’s te downloaden of de
camera te bedienen.
80
n
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende kaarten werden getest en goedgekeurd voor gebruik
in de camera. Voor het opnemen van films worden kaarten met een
klasse 6 schrijfsnelheid of sneller aanbevolen. Wanneer een kaart
met een lagere schrijfsnelheid wordt gebruikt, kan de opname
onverwacht worden beëindigd.
1 Controleer of de kaartlezers of overige apparaten waarmee de kaarten zullen
worden gebruikt, ondersteuning bieden voor geheugenkaarten van 2 GB.
2 Controleer of de kaartlezers of overige apparaten waarmee de kaarten zullen
worden gebruikt, SDHC-compatibel zijn. De camera ondersteunt UHS-1.
3 Controleer of de kaartlezers of overige apparaten
waarmee de kaarten zullen worden gebruikt,
SDXC-compatibel zijn. De camera ondersteunt UHS-1.
Andere geheugenkaarten werden niet getest. Voor meer informatie
over bovengenoemde kaarten kunt u contact opnemen met de
fabrikant.
SD-kaarten SDHC-kaarten
2
SDXC-kaarten
3
SanDisk
2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
64 GB
Toshiba
Panasonic 48 GB, 64 GB
Lexar Media
4 GB, 8 GB, 16 GB
Platinum II
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
Professional
Full-HD Video 4 GB, 8 GB, 16 GB
81
n
Opslag
Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder
dan de batterij en bewaar de batterij op een koele, droge plek met
het afdekkapje op zijn plaats. Voorkom vorming van schimmel of
aanslag door de camera in een droge, goed geventileerde ruimte te
bewaren. Berg de camera niet op met nafta- of kamfermottenballen
of in de volgende omstandigheden:
in ruimten die slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid
hoger is dan 60%
in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische
velden genereren, zoals televisie- of radiotoestellen
in ruimten waar de temperatuur hoger is dan 50 °C of lager dan
–10 °C
Reiniging
Gebruik geen alcohol, verdunner of andere vluchtige vloeistoffen.
Opslag en reiniging
Camerabody
Gebruik een blaasbalgje om stof of vuil te verwijderen en veeg
de camerabody vervolgens schoon met een zachte, droge
doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan zee, moet
eventueel zand of zout worden verwijderd met een doek die
licht is bevochtigd met gedistilleerd water. Belangrijk: vuil of stof
in de camera kan schade veroorzaken die niet door de garantie
wordt gedekt.
Objectief,
zoeker
Deze onderdelen raken gemakkelijk beschadigd. Verwijder stof
en vuil met een blaasbalgje. Als u een luchtspuitbus gebruikt,
houd de bus dan verticaal om te voorkomen dat er vloeistof uit
de bus lekt. Verwijder vingerafdrukken en andere vlekken door
een beetje lensreiniger op een zachte doek aan te brengen en
het glas voorzichtig schoon te vegen.
Monitor
Verwijder stof en vuil met een blaasbalgje. Voor het weghalen
van vingerafdrukken en andere vlekken kunt u het oppervlak
voorzichtig met een zachte doek of zeem schoonvegen. Duw
hierbij niet te hard, aangezien dit kan leiden tot schade of
storing.
82
n
Laat niet vallen: blootstelling aan sterke schokken of trillingen kan tot storingen
leiden. Door fysieke schokken kan bovendien de sluiter defect raken.
Houd droog: dit product is niet waterbestendig, onderdompeling in water of
blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid kan tot storing leiden. Roest van
het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen: plotselinge temperatuurverschillen,
zoals die zich voordoen bij het binnenkomen of verlaten van een verwarmd
gebouw op een koude dag, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U
voorkomt condensatie door de camera in een cameratas of in een plastic tas
te plaatsen voordat u deze aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Houd uit de buurt van sterke magnetische velden: gebruik of bewaar dit apparaat niet
in de buurt van apparatuur die sterke elektromagnetische straling of sterke
magnetische velden produceren. Sterke statische ladingen of de
magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld
zendapparatuur, kunnen storingen veroorzaken op de weergaveschermen,
informatie op de geheugenkaart beschadigen of de interne schakelingen van
het product aantasten.
Houd de objectiefbevestiging afgedekt: bevestig de bodydop als er geen objectief
op de camera is bevestigd.
Raak de beeldsensor niet aan: de beeldsensor raakt
gemakkelijk beschadigd. Oefen onder geen enkel
beding druk uit op de sensor, duw er niet op met
reinigingsmiddelen en onderwerp niet aan sterke
luchtstromen van een blaasbalgje. Dit kan
krassen of andersoortige schade aan de sensor
veroorzaken.
Zet het product uit alvorens de voedingsbron te verwijderen of los te koppelen: trek de
stekker van de lichtnetadapter niet uit het stopcontact en verwijder de
batterij niet wanneer de camera aan staat of terwijl beelden worden
opgeslagen of gewist. In deze gevallen kan een geforceerde
stroomonderbreking leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de
interne schakelingen of het geheugen. Verplaats, om een onbedoelde
stroomonderbreking te voorkomen, nooit het product van de ene naar de
andere plaats terwijl de lichtnetadapter is aangesloten.
Onderhoud van de camera en batterij: waarschuwingen
Beeldsensor
83
n
Reiniging: gebruik een blaasbalgje om stof of vuil van de camerabody te
verwijderen en veeg vervolgens voorzichtig schoon met een zachte, droge
doek. Na gebruik van de camera op het strand of aan zee moet eventueel
aanwezig zand of zout worden verwijderd met een doek die licht bevochtigd
is met schoon water.
Het objectief raakt gemakkelijk beschadigd. Stof en vuil moeten voorzichtig
met een blaasbalgje worden verwijderd. Houd bij het gebruik van een
luchtspuitbus de bus verticaal om te voorkomen dat er vloeistof uit de bus
lekt. Verwijder vingerafdrukken en andere vlekken van het objectief door een
beetje lensreiniger op een zachte doek aan te brengen en het glas
voorzichtig schoon te vegen.
Opslag: voorkom vorming van schimmel of aanslag door de camera in een
droge, goed geventileerde ruimte te bewaren. Trek, bij gebruik van een
lichtnetadapter, de stekker uit het stopcontact om brand te voorkomen. Als
het product voor langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan de batterij
om lekkage te voorkomen en berg de camera op in een plastic zak met een
droogmiddel. Plaats de cameratas echter niet in een plastic zak, aangezien
het materiaal hierdoor kan worden aangetast. Merk op dat het droogmiddel
na verloop van tijd zijn vermogen om vocht te absorberen verliest en daarom
regelmatig dient te worden vervangen.
Voorkom schimmel en aanslag door de camera ten minste één keer per
maand uit de opslag te halen. Zet de camera aan en ontspan de sluiter een
aantal malen voordat u de camera weer opbergt.
Bewaar de batterij op een koele, droge plaats. Plaats het afdekkapje van de
batterij terug wanneer u de batterij opbergt.
Opmerkingen over de monitor en zoeker: deze schermen zijn met extreem hoge
precisie gefabriceerd; ten minste 99,99% pixels zijn effectief, met niet meer
dan 0,01% ontbrekende of defecte pixels. Vandaar dat deze schermen pixels
kunnen bevatten die altijd branden (wit, rood, blauw of groen) of altijd uit
(zwart) zijn. Dit is geen defect en heeft geen gevolgen voor beelden die zijn
vastgelegd met dit apparaat.
Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
Oefen geen druk uit op de schermen, aangezien dit schade of storing tot
gevolg kan hebben. Stof en vuil op de schermen kan worden verwijderd met
een blaasbalgje. Vlekken kunnen worden verwijderd door het oppervlak
zachtjes schoon te wrijven met een zachte doek of zeem. Mocht de monitor
of zoeker breken, pas dan op dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en
dat de vloeibare kristallen uit het scherm niet in aanraking komen met uw
huid, ogen of mond.
84
n
Richt het objectief niet langdurig op de zon: richt het objectief niet gedurende lange
tijd op de zon of een andere sterke lichtbron. Blootstelling aan intens licht
kan beschadiging van de beeldsensor of een witte onscherpte op de foto’s
tot gevolg hebben.
Moiré: moiré is een interferentiepatroon dat ontstaat door de wisselwerking
tussen het raster in de beeldsensor van de camera en beelden waarin
regelmatig gevormde rasters voorkomen, zoals weefpatronen in stoffen, of
ramen in gebouwen. In bepaalde gevallen verschijnt het in de vorm van
lijnen. Ziet u moiré in uw foto’s, probeer dan de afstand tot het onderwerp te
veranderen, in en uit te zoomen of de hoek tussen onderwerp en camera te
veranderen.
Lijnen: ruis in de vorm van lijnen kan in zeldzame gevallen verschijnen op zeer
heldere onderwerpen of onderwerpen met tegenlicht.
Batterijen: batterijen kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken of ontploffen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van
batterijen:
Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Houd de contacten van de batterij schoon.
Zet de camera uit voordat u de batterij verwisselt.
Haal de batterij uit de camera of de lader wanneer deze niet in gebruik is en
plaats het afdekkapje terug. Deze apparaten onttrekken zelfs als de camera
is uitgeschakeld een geringe hoeveelheid stroom aan de batterij zodat de
batterij zodanig kan leegraken dat deze niet langer functioneert. Als de
batterij enige tijd niet wordt gebruikt, plaats deze dan in de camera en laat
de batterij leeglopen terwijl u de camera gebruikt, voordat u de batterij
verwijdert. Bewaar de batterij op een plaats met een
omgevingstemperatuur van 15 °C tot 25 °C (vermijd hete en extreem koude
plaatsen). Herhaal dit proces ten minste eens in de zes maanden.
Het herhaaldelijk aan- en uitzetten van de camera terwijl de batterij volledig
ontladen is, zal de levensduur van de batterij verkorten. Batterijen die
volledig leeg zijn, moeten voor gebruik worden opgeladen.
De interne temperatuur van de batterij kan tijdens het gebruik aanzienlijk
oplopen. Het opladen van de batterij met een te hoge interne temperatuur
heeft een negatieve invloed op de prestaties van de batterij, en de batterij
laadt mogelijk niet op of wordt slechts gedeeltelijk opgeladen. Wacht met
opladen totdat de batterij is afgekoeld.
Als u een volledig opgeladen batterij blijft opladen, kunnen de prestaties
van de batterij afnemen.
85
n
Een merkbare daling van de tijd waarin een volledig opgeladen batterij zijn
lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt
gebruikt, duidt aan dat de batterij vervanging vereist. Koop een nieuwe
EN-EL21-batterij.
Laad voor gebruik de batterij op. Als u foto’s van belangrijke
gebeurtenissen maakt, leg dan alvast een volledig opgeladen EN-EL21-
reservebatterij klaar. Afhankelijk van de locatie waar u zich bevindt, kan het
soms moeilijk zijn om snel een vervangende batterij te kopen. Bij koud weer
nemen de prestaties van batterijen vaak af. Zorg dat de batterij volledig
opgeladen is alvorens bij koud weer buiten foto’s te maken. Bewaar een
reservebatterij op een warme plaats en wissel de twee om, indien nodig.
Een koude batterij die weer op temperatuur is gekomen, kan soms een deel
van haar lading terugkrijgen.
Verbruikte batterijen zijn een waardevolle bron van grondstoffen; lever ze
in als klein chemisch afval.
A
Beeldsensor reinigen
Telkens bij het in- of uitschakelen voert de camera reiniging van de
beeldsensor uit om stof van de beeldsensor te verwijderen (merk op dat het
bedienen van de camerabesturingen voordat het reinigen is voltooid het
proces onderbreekt en dat reiniging van de beeldsensor tijdelijk wordt
uitgeschakeld wanneer de camera meerdere malen opeenvolgend wordt
in- of uitgeschakeld). Stof dat niet op deze wijze wordt verwijderd, kan op
beelden verschijnen die met de camera zijn vastgelegd. In dat geval moet u
de sensor laten reinigen door servicepersoneel geautoriseerd door Nikon.
D
Onderhoud van camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon
beveelt aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door
de leverancier of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger
en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening
mee dat hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en
onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer u de camera voor
professionele doeleinden gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd
met uw camera eventuele accessoires die u veel gebruikt, zoals objectieven
of optionele flitsers, te laten nakijken en onderhouden.
86
n
Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de
onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw
leverancier of Nikon-vertegenwoordiger raadpleegt.
Batterij/scherm
Problemen oplossen
De camera is aan maar reageert niet: wacht tot de opname of elke andere
bewerking is voltooid. Zet de camera uit als het probleem zich blijft
voordoen. Als de camera nog steeds niet reageert, verwijder en vervang de
batterij of ontkoppel de lichtnetadapter en sluit vervolgens weer aan, maar
houd er rekening mee dat alle niet-opgeslagen gegevens worden gewist.
Gegevens die al zijn opgeslagen op de geheugenkaart worden niet
aangetast.
De schermen zijn uit:
De camera is uit (0 22) of de batterij is leeg (0 17, 20).
De monitor werd uitgeschakeld. Druk op de $-knop om de monitor in te
schakelen.
Een voorwerp bevindt zich dicht bij de oogsensor, waardoor de zoeker aan
en de monitor uit is (0 18).
De schermen werden automatisch uitgeschakeld om energie te besparen.
De schermen kunnen opnieuw worden geactiveerd door op de
bedieningsknoppen of de standknop te drukken.
De camera is op een computer (0 75) of televisie aangesloten.
De schermen schakelen zonder waarschuwing uit:
Het batterijniveau is laag (0 17, 20).
De schermen werden automatisch uitgeschakeld om energie te besparen.
De schermen kunnen opnieuw worden geactiveerd door op de
bedieningsknoppen of de standknop te drukken.
De interne temperatuur van de camera is hoog (0 12, 90). Wacht tot de
camera is afgekoeld alvorens de camera opnieuw in te schakelen.
De zoeker is niet scherpgesteld: stel de zoeker scherp met behulp van de
dioptrieregelaar (0 18).
Aanduidingen worden niet weergegeven: druk op de $-knop (0 23).
87
n
Opname (Alle standen)
Films
Het aanzetten van de camera duurt lang: wis bestanden of formatteer de
geheugenkaart.
De ontspanknop wordt uitgeschakeld:
De batterij is leeg (0 17, 20).
De geheugenkaart is vergrendeld of vol.
De flitser is aan het laden (0 65).
De camera is niet scherpgesteld (0 26).
U filmt momenteel een film in slow motion (0 49).
Er wordt slechts 1 foto gemaakt bij elke druk op de ontspanknop in continue ontspanstand:
5 bps is geselecteerd voor Continu en de ingebouwde flitser is opgeklapt.
Er wordt geen foto gemaakt wanneer de ontspanknop van de ML-L3-afstandsbediening
wordt ingedrukt:
Vervang de batterij in de afstandsbediening (0 79).
Kies een stand voor de afstandsbediening (0 60).
De stand-by-timer van de afstandsbediening is verlopen (0 72).
De afstandsbediening is niet op de camera gericht of de
infraroodontvanger is niet zichtbaar (0 15, 63).
De afstandsbediening is te ver van de camera verwijderd (0 63).
Fel licht verstoort de afstandsbediening.
Foto’s zijn vlekkerig: reinig de voor- en achterkant van het objectief.
Er verschijnen flikkeringen of strepen in films of in de schermen: kies een instelling voor
Flikkerreductie die overeenkomt met uw lokale lichtnet (0 72).
Geen flitser: de camera bevindt zich in de stand voor beste moment vastleggen
of Bewegingssnapshot of neemt een film op, of I is geselecteerd voor
Continu/zelfontspanner (0 60) en Continu is 15 bps of hoger (0 70).
Menuopties zijn niet beschikbaar: sommige opties zijn alleen beschikbaar in
bepaalde opname- en belichtingsstanden of wanneer de ingebouwde flitser
is opgeklapt (0 65) of als er een flitser, GPS-apparaat of draadloze mobiele
adapter is bevestigd.
Kan geen films opnemen: de filmopnameknop kan niet worden gebruikt om films
op te nemen in de stand voor beste moment vastleggen of
Bewegingssnapshot (0 46, 58).
Er wordt geen geluid opgenomen voor films:
Microfoon uit is geselecteerd voor Opties voor filmgeluid > Microfoon
(0 71).
Live audio wordt niet opgenomen met films in slow motion (0 51) of
Bewegingssnapshots (0 56).
88
n
Weergave
Overige
Staande foto’s (portretstand) worden liggend (landschap) weergegeven:
Selecteer Aan voor Draai portret (0 70).
De foto’s werden gemaakt met Autom. beeldrotatie uit.
Camera was omhoog of omlaag gericht toen de foto werd gemaakt.
De foto wordt in controlebeeld weergegeven.
Kan het filmgeluid niet horen:
Draai de instelschijf naar rechts om het volume te verhogen (0 54). Is de
camera op een televisie aangesloten, gebruik dan de bediening van de tv
om het volume aan te passen.
Live audio wordt niet opgenomen met films in slow motion (0 51) of
Bewegingssnapshots (0 58).
Kan geen beelden wissen:
Verwijder voor het wissen de beveiliging van de bestanden.
De geheugenkaart is vergrendeld.
De opnamedatum klopt niet: stel de cameraklok in.
Menuopties zijn niet beschikbaar: sommige opties zijn alleen beschikbaar bij
bepaalde instellingen of wanneer een geheugenkaart is geplaatst.
89
n
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de foutmeldingen die in de
weergave verschijnen.
Foutmeldingen
Bericht Oplossing
(Sluitertijd of
diafragmaweergave
knippert)
Verlaag de ISO-gevoeligheid als het
onderwerp te licht is, of kies een kortere
sluitertijd of kleiner diafragma (hogere
f-waarde).
Verhoog de ISO-gevoeligheid als het
onderwerp te donker is, gebruik een flitser of
kies een langere sluitertijd of groter diafragma
(lagere f-waarde).
Houd de knop op de
zoomring ingedrukt en draai
aan de zoomring om het
objectief uit te schuiven.
Een objectief met de knop voor de intrekbare
objectiefcilinder wordt bevestigd met een
ingetrokken objectiefcilinder. Druk op de knop
voor de intrekbare objectiefcilinder en draai
aan de zoomring om het objectief te
verlengen.
Controleer objectief. Er
kunnen alleen foto’s worden
gemaakt als een objectief is
bevestigd.
Bevestig een objectief.
Opstartfout. Zet de camera
uit en weer aan.
Schakel de camera uit, verwijder en vervang
de batterij en schakel de camera weer in.
De klok is opnieuw ingesteld. Stel de cameraklok in.
Geen geheugenkaart.
Zet de camera uit en controleer of de
geheugenkaart correct is geplaatst.
Deze geheugenkaart is niet
geformatteerd.
Geheugenkaart
formatteren?
Selecteer Ja om de kaart te formatteren of zet
de camera uit en plaats een andere
geheugenkaart.
Geheugenkaart is
vergrendeld (tegen schrijven
beveiligd).
Zet de camera uit en schuif de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de kaart naar
de positie “schrijven”.
90
n
Geheugenkaart is vol.
Als u de beeldkwaliteit verlaagt of het
beeldformaat verkleint, kunt u mogelijk extra
beelden opnemen.
Ongewenste beelden wissen.
Plaats een andere geheugenkaart.
Deze geheugenkaart kan
niet worden gebruikt. Kaart
is mogelijk beschadigd.
Plaats andere kaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart.
Formatteer de kaart. Als het probleem zich
blijft voordoen, is de kaart mogelijk
beschadigd. Neem contact op met een door
Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Kan geen mappen meer
maken op de
geheugenkaart.
Als de huidige map nummer 999 heeft en 999
foto’s of een foto het nummer 9999 bevat,
wordt de ontspanknop uitgeschakeld en
kunnen er geen foto’s meer worden gemaakt.
Kies Ja voor Bestandsnr. terugzetten en
formatteer vervolgens de huidige
geheugenkaart of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
De filmopnameknop kan
niet worden gebruikt in deze
stand.
De filmopnameknop kan niet worden gebruikt
in de stand voor beste moment vastleggen of
Bewegingssnapshot.
Er kunnen geen foto's
worden opgeslagen in deze
stand.
De ontspanknop kan niet worden gebruikt
voor het maken van foto’s terwijl er een slow-
motionfilm wordt opgenomen.
De interne temperatuur van
de camera is hoog. De
camera wordt nu
uitgeschakeld.
Wacht tot de camera is afgekoeld.
Geheugenkaart bevat geen
beelden.
Plaats een geheugenkaart met beelden om
foto’s te bekijken.
Kan dit bestand niet
weergeven.
Het bestand is aangemaakt of gewijzigd op
een computer of een ander merk camera, of
het bestand is beschadigd.
Bericht Oplossing
91
n
Nikon 1 V2 digitale camera
Specificaties
Type
Type Digitale camera met ondersteuning voor
verwisselbare objectieven
Objectiefvatting Nikon 1-vatting
Effectieve beeldhoek Ca. 2,7× brandpuntsafstand objectief (gelijk aan
35 mm formaat)
Effectieve pixels
14,2 miljoen
Beeldsensor
Beeldsensor 13,2 mm × 8,8 mm CMOS-sensor (Nikon CX-formaat)
Stofreductiesysteem Beeldsensor reinigen
Opslag
Beeldformaat (pixels) Foto’s (standen C, t, u, v, w, u; beeldverhouding 3 : 2)
4608 × 3072 3456 × 2304
2304 × 1536
Foto’s (stand v; beeldverhouding 3 : 2)
4608 × 3072 (1080/60i, 1080/30p)
1280 × 856 (720/60p, 720/30p)
Foto’s (Bewegingssnapshot; beeldverhouding 16 : 9)
4608 × 2592
Bestandsindeling NEF (RAW): 12-bit, gecomprimeerd
JPEG: JPEG Baseline compatibel met Fijn (ca. 1 : 4),
Normaal (ca. 1 : 8) of Basis (ca. 1 : 16) compressie
NEF (RAW)+JPEG: de foto wordt één keer opgeslagen
als NEF (RAW)-bestand en één keer als JPEG
bestand
Picture Control systeem Standaard, Neutraal, Levendig, Monochroom,
Portret, Landschap; geselecteerde Picture Control
kan worden aangepast; opslag voor persoonlijke
Picture Controls
Media SD (Secure Digital), SDHC- en SDXC-geheugenkaarten
Bestandssysteem DCF (Design Rule for Camera File System) 2.0, DPOF (Digital
Print Order Format), Exif (Exchangeable Image File Format for
Digital Still Cameras) 2.3, PictBridge
92
n
Elektronische zoeker
Elektronische zoeker 0,47-in., ca. 1440k-dot color TFT LCD zoeker met
dioptrieregelaar en helderheidaanpassing
Beelddekking Ca. 100% horizontaal en 100% verticaal
Oogafstand 18 mm (–1,0 m
–1
; vanuit het middenoppervlak van
het objectief van het oculairkapje van de zoeker)
Dioptrieregelaar –3 – +2 m
–1
Oogsensor Camera schakelt naar zoekerweergave wanneer
deze ontdekt dat de zoeker in gebruik is
Opnamestanden
C automatisch, t automatisch programma, u
sluitertijdvoorkeuze, v diafragmavoorkeuze, w
handmatig, u beste moment vastleggen (trage
weergave en Slimme fotoselectie), v geavanceerde
film (HD en slow motion), z Bewegingssnapshot
Sluiter
Type Elektronisch gestuurde mechanische sluiter met
verticaal aflopend filmvlak; elektronische sluiter
Snelheid Mechanische sluiter:
1
/
4000
30 sec. in stappen van
1
/
3
LW;
Bulb; Tijd
(vereist optionele ML-L3 afstandsbediening)
Elektronische sluiter
:
1
/
16.000
30 sec. in stappen van
1
/
3
LW;
Bulb; Tijd
(vereist optionele ML-L3 afstandsbediening)
Opmerking: Bulb en Tijd eindigen automatisch na circa 2 minuten
Flitssynchronisatiesnelheid
Mechanische sluiter: synchroniseert met sluiter bij
X=
1
/
250 sec. of langer
Elektronische sluiter: synchroniseert met sluiter bij
X=
1
/
60 sec. of langer
Ontspannen
Stand Enkel beeld, continu
Zelfontspanner, op afstand
Beeldsnelheid Circa 5, 15, 30 of 60 bps
Zelfontspanner 2 sec., 10 sec.
Afstandsbedieningsstanden
Vertraagd op afstand (2 sec.); afstandsbediening met
snelle ontspanning
93
n
Belichting
Lichtmeting DDL-meting met behulp van beeldsensor
Lichtmeetmethode Matrix
Centrumgericht: meet een cirkel van 4,5 mm in het
midden van het beeld
Spot: meet een cirkel van 2 mm in het geselecteerde
scherpstelveld
Stand t automatisch programma met flexibel
programma; u sluitertijdvoorkeuze;
v diafragmavoorkeuze; w handmatig; h auto
onderwerpselectie
Belichtingscorrectie –3+3 LW in stappen van
1
/
3 LW (door gebruiker te regelen
in standen t, u en v)
Belichtingsvergrendeling Een lichtwaarde vergrendeld bij een gemeten
waarde met A (AE-L/AF-L)-knop
ISO-gevoeligheid
(aanbevolen
belichtingsindex)
ISO 1606400 in stappen van 1 LW; automatische
regeling ISO-gevoeligheid (ISO 1606400, 1603200,
160800) beschikbaar (door gebruiker te regelen in de standen
t, u, v en w)
Actieve D-Lighting Aan, uit
Scherpstelling
Autofocus Hybride autofocus (fasedetectie/contrastdetectie-
AF); AF-hulpverlichting
Objectiefscherpstelling Autofocus (AF): enkelvoudige AF (AF-S); continue
AF (AF-C); automatische AF-S/AF-C selectie (AF-A);
fulltime-AF (AF-F)
Handmatige scherpstelling (MF)
AF-veldstand Enkel punt, automatisch veld, onderwerp volgen
Scherpstelveld Enkelpunts AF: 135 scherpstelvelden; de middelste 73
velden ondersteunen fasedetectie-AF
Automatisch veld-AF: 41 scherpstelvelden
Scherpstelvergrendeling Scherpstelling kan worden vergrendeld door de
ontspanknop half in te drukken (enkelvoudig AF) of
door op de A (AE-L/AF-L)-knop te drukken
Gezichtprioriteit Aan, uit
94
n
Flitser
Ingebouwde flitser Wordt opgeklapt door indrukken flitserknop
Richtgetal (GN) Circa 5 (m, ISO 100, 20 °C; bij ISO 160 is het richtgetal
circa 6,3)
Regeling i-DDL-flitserregeling met behulp van beeldsensor
Stand
Invulflits, invulflits + synchronisatie met lange
sluitertijd, rode-ogenreductie, rode-ogenreductie
+ synchronisatie met lange sluitertijd, synchronisatie
op het tweede gordijn + lange sluitertijd
Flitscorrectie –3+1 LW in stappen van
1
/
3 LW
Flitsgereedaanduiding Brandt wanneer de flitser volledig geladen is
Witbalans
Automatisch, gloeilamplicht, tl-licht, direct zonlicht,
flitslicht, bewolkt, schaduw, handmatige
voorinstelling met fijnafstelling voor alle standen
behalve handmatige voorinstelling
Films
Lichtmeting DDL-meting met behulp van beeldsensor
Lichtmeetmethode Matrix
Centrumgericht: meet een cirkel van 4,5 mm in het
midden van het beeld
Spot: meet een cirkel van 2 mm in het geselecteerde
scherpstelveld
Beeldformaat (pixels)/
opnamesnelheid
HD-films en films opgenomen in de standen C, t, u, v en w
(beeldverhouding 16 : 9)
1920 × 1080/60i (59,94 velden/sec.
*
)
1920 × 1080/30p (29,97 bps)
1280 × 720/60p (59,94 bps)
1280 × 720/30p (29,97 bps)
Films in slow motion (beeldverhouding 8 : 3)
640 × 240/400 bps (speelt af bij 30p/29,97 bps)
320 × 120/1200 bps (speelt af bij 30p/29,97 bps)
Bewegingssnapshot (beeldverhouding 16 : 9)
1920 × 1080/60p (59,94 bps) (speelt af bij 24p/23,976 bps)
Bestandsindeling MOV
Videocompressie H.264/MPEG-4 Advanced Video Coding
Geluidsindeling AAC
Geluidsrecorder Ingebouwde of optionele externe ME-1
stereomicrofoon; gevoeligheid aanpasbaar
* Sensoruitvoer is ongeveer 60 bps.
95
n
Monitor
7,5 cm (3 inch), ca. 921k-dot, TFT LCD met
helderheidaanpassing
Weergave
Schermvullende en miniatuurweergave (4, 9 of
72 beelden of kalender) met zoomweergave,
filmweergave, diashow, histogramweergave,
automatische beeldrotatie en scoreoptie
Interface
USB Hi-Speed USB
HDMI-uitgang Type-C HDMI-ministekkeraansluiting
Multi-accessoirepoort Gebruikt voor geschikte accessoires
Audio-ingang Stereo ministekkeraansluiting (3,5 mm diameter)
Ondersteunde talen
Arabisch, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel),
Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels, Fins, Frans,
Duits, Grieks, Hindi, Hongaars, Indonesisch, Italiaans,
Japans, Koreaans, Noors, Oekraïens, Pools,
Portugees (Europees en Braziliaans), Roemeens,
Russisch, Spaans, Thais, Zweeds, Turks, Vietnamees
Voedingsbron
Batterij Een oplaadbare EN-EL21 Li-ionbatterij
Lichtnetadapter EH-5b lichtnetadapter; vereist EP-5D
stroomaansluiting (los verkrijgbaar)
Statiefaansluiting
1
/
4-in. (ISO 1222)
Afmetingen/gewicht
Afmetingen (B × H × D) Ca. 107,8 × 81,6 × 45,9 mm, exclusief uitstekende
delen; dikte van body (van vatting tot monitor) is
33,2 mm
Gewicht Ca. 337 g met batterij en geheugenkaart, maar
zonder bodydop; ca. 278 g, alleen camerabody
96
n
Tenzij anders vermeld, hebben alle getallen betrekking op een camera met een
volledig opgeladen batterij bij een temperatuur die door de Camera and Imaging
Products Association (CIPA) is bepaald: 23 ±3 °C.
Nikon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hardware en software
die in deze handleiding worden beschreven op enig moment zonder
voorafgaande aankondiging te wijzigen. Nikon kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die kan voortvloeien uit eventuele fouten in deze
handleiding.
Gebruiksomgeving
Temperatuur 0 °C40 °C
Luchtvochtigheid 85% of minder (geen condensatie)
MH-28 batterijlader
Nominale invoer AC 100240 V, 50–60 Hz, 0,2 A
Nominale uitvoer DC 8,4 V/0,6 A
Ondersteunde batterijen Nikon EN-EL21 oplaadbare Li-ionbatterijen
Laadtijd Ca. 2 uur bij een omgevingstemperatuur van 25 °C in
geval van een volledig lege batterij
Gebruikstemperatuur 0 °C40 °C
Afmetingen (B × H × D) Ca. 67,0 × 28,0 × 104,0 mm, exclusief stekker
Gewicht Ca. 88 g, exclusief stekker
EN-EL21 oplaadbare Li-ionbatterij
Type Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale capaciteit 7,2 V, 1485 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Ca. 37,6 × 49,7 × 18,1 mm
Gewicht Ca. 57 g, exclusief afdekkapje
97
n
Specificaties zijn onderhevig aan wijzigingen, zonder voorafgaande kennisgeving.
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die kan voortvloeien uit
eventuele fouten in deze handleiding.
1 NIKKOR VR 10–30mm f/3.5–5.6
Type Objectief met 1-vatting
Brandpuntsafstand 1030 mm
Maximaal diafragma f/3.55.6
Opbouw 12 elementen in 9 groepen (inclusief 3 asferische elementen)
Beeldhoek 77°29° 40
Vibratiereductie Objectverschuiving met voice coil motors (VCMs)
Minimale
scherpstelafstand
0,2 m vanaf filmvlak bij alle zoomstanden
Diafragmalamellen 7 (ronde diafragma-opening)
Diafragma Volautomatisch
Diafragmabereik 10 mm brandpuntsafstand: f/3.516
30 mm brandpuntsafstand: f/5.6–16
Maat voor filters/
voorzetlenzen
40,5 mm (P = 0,5 mm)
Afmetingen Ca. 57,5 mm diameter × 42 mm (afstand van
objectiefbevestigingsvlak van de camera wanneer het objectief is
ingetrokken)
Gewicht Ca. 115 g
1 NIKKOR 11–27,5mm f/3.5–5.6
Type Objectief met 1-vatting
Brandpuntsafstand 11–27,5 mm
Maximaal diafragma f/3.5–5.6
Opbouw 8 elementen in 6 groepen (inclusief 1 ED-objectiefelement en
1 asferische-lenselement), 1 beschermglaselement
Beeldhoek 72°32° 20
Minimale
scherpstelafstand
0,3 m vanaf filmvlak bij alle zoomstanden
Diafragmalamellen 7 (ronde diafragma-opening)
Diafragma Volautomatisch
Diafragmabereik 11 mm brandpuntsafstand: f/3.516
27,5 mm brandpuntsafstand: f/5.616
Maat voor filters/
voorzetlenzen
40,5 mm (P = 0,5 mm)
Afmetingen Ca. 57,5 mm diameter × 31 mm (afstand van
objectiefbevestigingsvlak van de camera wanneer het objectief is
ingetrokken)
Gewicht Ca. 83 g
98
n
A
Handelsmerkinformatie
Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn in de Verenigde Staten en/of andere
landen geregistreerde handelsmerken van Apple Inc. Microsoft, Windows
en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen
geregistreerde handelsmerken, of handelsmerken van Microsoft
Corporation. Het PictBridge-logo is een handelsmerk. De SD-, SDHC- en
SDXC-logo’s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. HDMI, het HDMI-logo en
High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Alle overige handelsmerken in deze handleiding of de overige
documentatie die met uw Nikon-product wordt meegeleverd, zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende
rechthebbenden.
A
FreeType License (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The
FreeType Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
A
MIT-licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The
HarfBuzz Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle
rechten voorbehouden.
99
n
Gebruiksduur van de batterij
Het aantal foto’s of filmopnamen dat kan worden gemaakt met een
volledig opgeladen batterij, varieert afhankelijk van de staat van de
batterij, temperatuur, de interval tussen de opnamen en de
tijdsduur dat de menu’s worden weergegeven. Voorbeeldgetallen
voor EN-EL21 (1485 mAh) batterijen worden hieronder
weergegeven.
Foto’s: circa 310 opnamen
Films: circa 65 minuten HD-filmopnamen bij 1080/60i
Gemeten volgens de CIPA-norm bij 23 ±3 °C met een standaard
ingestelde camera, een volledig opgeladen batterij, een
1 NIKKOR VR 10–30mm f/3.5–5.6 objectief en een 16 GB Toshiba
SD-E016GUX UHS-I SDHC-kaart. Waarde voor foto’s verkregen
onder de volgende testomstandigheden: foto’s gemaakt bij
intervallen van 30 sec., waarbij de flitser om de andere opname
flitst en de camera wordt uitgeschakeld en vervolgens weer
ingeschakeld na elke tien opnamen. Waarde voor films verkregen
onder de volgende testomstandigheden: een reeks van
20 minuten aan filmopnamen met een bestandsgrootte van
maximaal 4 GB werd opgenomen; opname werd alleen
onderbroken toen een temperatuurwaarschuwing werd
weergegeven.
Het volgende kan de levensduur van de batterij verkorten:
door de ontspanknop half ingedrukt te houden
herhaaldelijke autofocusbewerkingen
bij het maken van NEF (RAW)-foto’s
bij lange sluitertijden
een draadloze mobiele adapter of Eye-Fi-kaarten gebruiken
de vibratiereductiestand gebruiken met VR-objectieven
zoom met power zoom-objectieven gebruiken
Let op het volgende als u de gebruiksduur van Nikon EN-EL21
oplaadbare batterijen optimaal wilt benutten:
Houd de batterijcontacten schoon. Bij vuile contacten kunnen de
prestaties van de batterij afnemen.
Gebruik batterijen onmiddellijk nadat ze zijn opgeladen. Batterijen
lopen leeg als ze niet worden gebruikt.
100
n
Symbolen
C (Automatische stand).......................24
t (Automatisch programma) .............34
u (Sluitertijdvoorkeuze) .......................35
v (Diafragmavoorkeuze)......................36
w (Handmatig).........................................37
u (Stand voor beste moment
vastleggen) ..............................................40
v (Geavanceerde filmstand).............47
z (Stand Bewegingssnapshot) ..........56
c (Portret).................................................27
d (Landschap).........................................27
f (Nachtportret).....................................27
e (Close-up).............................................27
g (Nachtlandschap)..............................27
Z (Automatisch).....................................27
U (flexibel programma).........................34
K (weergave)-knop..................30, 45, 59
O (wissen)-knop ..................31, 46, 55, 59
$ (weergave)-knop ..........................23
& (functie)-knop .................28, 42, 50, 58
J (OK)-knop.........................16, 45, 54, 59
A
Accessoires.................................................78
Achtergrondmuziek................................59
Afstandsbediening..................................60
Automatisch programma .....................34
Automatisch uitschakelen....................27
Automatische onderwerpselectie .....27
Automatische stand ...............................24
B
Batterij ...........................................20, 21, 96
Belichtingsaanduiding...........................38
Beste opname ....................................43, 45
Bodydop........................................14, 15, 79
Brandpuntsafstand .................................25
Bufferen................................................44, 57
C
Close-up......................................................27
Compatibel objectief..............................78
Computer ...................................................73
Continu........................................................60
D
De zoeker scherpstellen........................18
Diafragma............................................36, 37
Diafragmavoorkeuze..............................36
Dioptrieregelaar.......................................18
Draadloze mobiele adapter.................79
Druk de ontspanknop half in ..............26
Druk de ontspanknop volledig in......26
E
Een batterij opladen...............................20
Elektronische zoeker ..............................18
Enkel beeld ................................................60
F
Filmopnameknop...............32, 39, 48, 52
Films .............................................................47
Filmtype......................................................50
Filmvlakmarkering ..................................15
Flexibel programma ...............................34
Flitsbereik...................................................67
Flitser.....................................................65, 78
Flitsgereedaanduiding ..........................65
Flitsstand ....................................................66
Formaat................................................91, 94
Formatteren ..............................................21
G
Geavanceerde filmstand.......................47
Gedetailleerde weergave .....................17
Geheugenkaart..................................21, 80
Geheugenkaart formatt. .......................21
Gezichtprioriteit.......................................27
H
H.264 ............................................................94
Handmatig .................................................37
HD-films ......................................................47
Het objectief bevestigen ......................22
Hoofdschakelaar......................................22
I
Infraroodontvanger.........................15, 63
Ingebouwde flitser..................................65
Instelschijf ..................................................30
Invulflits.......................................................65
Index
101
n
K
Knop intrekbare objectiefcilinder..... 23
L
Landschap ................................................. 27
Lichtnetadapter....................................... 78
Livebeeldaanpassing............................. 28
Luidspreker ............................................... 15
M
Maximaal diafragma.............................. 97
Microfoon .................................................. 48
Monitor.................................................17, 23
N
Nachtlandschap ...................................... 27
Nachtportret............................................. 27
Nikon Transfer 2 ...................................... 75
O
Objectief..........................22, 23, 25, 78, 97
Ontspanknop .......................26, 41, 44, 57
Oogsensor ................................................. 18
P
Portret......................................................... 27
R
Rasterweergave....................................... 25
Reinig de beeldsensor .......................... 85
Riem............................................................. 20
Rode-ogenreductie................................ 65
S
Schaal brandpuntsafstand .................. 25
Schermvullende weergave ................. 30
Scherpstelveld ......................................... 26
SD-kaart...................................................... 80
Short Movie Creator............................... 73
Signaal ..................................................26, 62
Slimme fotoselectie .........................42, 43
Slow motion ............................................. 51
Sluitertijd .............................................35, 37
Sluitertijdvoorkeuze .............................. 35
Stand Bewegingssnapshot.................. 56
Stand voor beste moment vastleggen
.
40
Standknop................................................. 19
Stroomaansluiting.................................. 78
Synchronisatie met lange sluitertijd 65
Synchronisatie op het tweede gordijn
.
65
Systeemvereisten ....................................74
T
Temperatuurwaarschuwingen...........12
Thema..........................................................58
Timer ............................................................60
Toegangslampje geheugenkaart ......26
Trage weergave.................................40, 42
U
USB-kabel ...................................................75
V
Vattingadapter .........................................78
ViewNX 2.....................................................73
Volume ........................................................54
W
Weergave ...................................................30
Wissen.....................................31, 46, 55, 59
Z
Zelfontspanner.........................................60
Zoeker..........................................................18
Zoomring....................................................25
AMA14980 Gedrukt in Europa
SB2J01(1F)
6MVA411F-01
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen
of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de
schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Nikon 1 V2 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor