Toro TimeCutter Z5020 Riding Mower Handleiding

Type
Handleiding
FormNo.3358-960RevA
TimeCutter
®
Z5020zitmaaier
Modelnr.:74399—Serienr.:280000001enhoger
Registreeruwproductopwww.Toro.com.Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
Inleiding
Leesdezehandleidingzorgvuldig,zodatuweethoe
udemachineopdejuistewijzekuntgebruikenen
onderhoudenenletselenschadeaandemachinekunt
voorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuisteen
veiligegebruikvandemachine.
UkuntrechtstreeksmetToroopwww .Toro.comcontact
opnemenominformatieoverproductenenaccessoires
teverkrijgen,eendealertevindenofuwproductte
registreren.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeServiceDealerofmetdeklantenservice
vanToro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummerenhet
serienummervanhetproductisaangegevenopFiguur1.
Ukuntdenummersnotereninderuimtehieronder.
Figuur1
Onderdestoel
1.Plaatjemetmodelnummerenserienummer
Ukunthetmodelnummerenhetserienummernoteren
inderuimtehieronder:
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingnoemteenaantalmogelijkegevaren
enbevateenaantalveiligheidsberichten(Figuur2)
metdevolgendeveiligheidssymbolen,dieduiden
opeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk
letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde
veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool.
Erwordenindezehandleidingnogtweewoorden
gebruiktomuwaandachtopbijzondereinformatie
tevestigen.Belangrijkattendeertuopbijzondere
technischeinformatieenOpmerkingduidtalgemene
informatieaandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Inleiding.......................................................................2
Veiligheid.....................................................................3
Instructiesvoorveiligebedieningvan
zitmaaiers.........................................................3
Veiligebediening..................................................3
VeiligebedieningTorozitmaaiers..........................5
Geluidsdruk.........................................................6
Geluidsniveau.......................................................6
Trilling.................................................................6
Hellingdiagram.....................................................7
Veiligheids-eninstructiestickers...........................8
Algemeenoverzichtvandemachine............................11
Bedieningsorganen.............................................12
Gebruiksaanwijzing....................................................13
Veiligheidstaatvoorop.......................................13
Aanbevolenbrandstof........................................13
Motoroliepeilcontroleren...................................16
Startenenstoppenvandemotor.........................16
Bedieningvandemaaimessen.............................17
Motorafzetten...................................................17
HetVeiligheidssysteem.......................................18
Vooruitenachteruitrijden...................................18
Demachinestoppen...........................................19
Demaaihoogteinstellen.....................................19
Bestuurdersstoelinstellen...................................20
Rijhendelsafstellen.............................................20
Machinemetdehandduwen...............................20
Zijuitworp..........................................................21
Zijuitworpgebruiken..........................................21
Tipsvoorbedieningengebruik...........................22
Onderhoud................................................................24
Aanbevolenonderhoudsschema.............................24
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud................25
Destoelomhoogzetten......................................25
Toegangtotdeaccu............................................25
©2007—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
2
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden
Smering..................................................................25
Delagerssmeren................................................25
Onderhoudmotor..................................................26
Onderhoudvanhetluchtlter.............................26
Motoroliepeilcontroleren...................................26
Onderhoudvandebougie..................................28
Ventilatorhuisreinigen........................................29
Onderhoudbrandstofsysteem................................30
Brandstofltervervangen...................................30
Onderhoudelektrischsysteem................................31
Accuopladen.....................................................31
Onderhoudvandezekeringen............................32
Onderhoudaandrijfsysteem....................................33
Bandenspanningcontroleren..............................33
Onderhoudvanhetmaaidek...................................33
Onderhoudvandemaaimessen..........................33
Maaimachinehorizontaalstellen.........................35
Schuinstandvanhetmaaidek(lengterichting)
instellen..........................................................36
Maaidekverwijderen...........................................37
Onderhouddrijfriemvanmaaidek......................37
Maaidekmonteren..............................................38
Grasgeleidervervangen......................................38
Reiniging................................................................39
Onderkantvanmaaimachinewassen...................39
Stalling.......................................................................40
Reinigingenstalling............................................40
Problemen,oorzaakenremedie..................................42
Schema's....................................................................44
Veiligheid
Instructiesvoorveilige
bedieningvanzitmaaiers
DezemachinevoldoettenminsteaandeEuropese
normen,vankrachtophetmomentvanproductie.
Onjuistgebruikofonderhouddoordegebruiker
ofeigenaarkanechterletselveroorzaken.Omhet
risicovanletseltevermijden,dientuzichaande
volgendeveiligheidsinstructiestehoudenenaltijd
ophetveiligheidssymboolteletten,datbetekent
VOORZICHTIG,WAARSCHUWINGofGEVAAR
"instructievoorpersoonlijkeveiligheid".Niet-naleving
vandeinstructiekanleidentotlichamelijkofdodelijk
letsel.
Veiligebediening
Devolgendeinstructieszijnontleendaande
ENnormEN836:1997.
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijkdodelijk
letseltevoorkomen.
Instructie
Leesdezehandleidingaandachtigdoorvoordatu
demaaimachinegaatgebruiken.Zorgervoordatu
vertrouwdraaktmetbedieningsorganenenweethoe
udemachinemoetgebruiken.
Udienteroptoeteziendatdemachinenietdoor
kinderenwordtbediendofdoorvolwassenendie
nietvandeinstructiesopdehoogtezijn.Voor
debestuurderkaneenwettelijkeminimumleeftijd
gelden.
Houdiedereenweguithetgebiedwaarinude
machinegebruikt,metnamekinderenenhuisdieren.
Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkisvoor
ongevallenofschadeaananderepersonenofhun
eigendommen.
Hetisniettoegestaanpassagierstevervoeren.
Elkebestuurdermoetervoorzorgendathijofzij
professioneleenpraktischeinstructiekrijgt.Bijeen
dergelijkeinstructiemoetdenadrukliggenop:
zorgvuldigheidenconcentratiebijhetwerken
metzitmaaiers;
alsdemachineopeenhellingbegintteglijden,
kandatnietmetderemwordengecorrigeerd.
Debelangrijksteoorzakenvoorhetverliezenvan
decontrolezijn:
3
onvoldoendegripvandewielen,
tesnelrijden,
onjuistgebruikvanderem,
hettypemachineisnietgeschiktvoorhet
speciekewerk,
zichonvoldoendebewustzijnvande
speciekeomstandighedenvanhetterrein,
metnameophellingen,
onjuistebevestigingenverdelingvanlasten.
Vóóringebruikname
Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroeken
stevigeschoenen.Draaggeenschoenenmetopen
tenenenloopnietopblotevoeten.
Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachine
gaatgebruikengrondigenverwijdereventuele
voorwerpendiedoordemachinekunnenworden
uitgeworpen.
Waarschuwing-Brandstofislichtontvlambaar.
Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikken
diespeciaaldaarvoorbedoeldzijn.
Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdens
hetbijvullennietroken.
Vulzonodigbrandstofbijvoordatudemotor
aanzet.Nooitdedopvandebrandstoftank
verwijderenofbrandstofbijvullenalsdemotor
looptofheetis.
Probeerdemotorniettestartenalserbrandstof
isgemorst.Verwijderdemachinedanuitde
buurtvandeplekwaarisgemorst,envoorkom
elkevormvanopenvuurofvonkentotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
Zorgervoordatdeafsluitdoppenvan
brandstoftanksen-blikkenweergoedvastzitten.
Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd
opsporenvanslijtageofbeschadiging.Vervang
versletenofbeschadigdemessenenboutenaltijdals
completesetomeengoedebalanstebehouden.
Letopdatbijmachinesmetmeermaaimessen
anderemessenkunnengaandraaiendoordatueen
mesdraait.
Gebruiksaanwijzing
Letgoedop,verminderuwsnelheidenwees
voorzichtigalsueenbochtmaakt.Kijkachterom
ennaarlinksennaarrechtsvoordatuvanrichting
verandert.
Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampen
kunnenverzamelen.
Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
Allewerktuigkoppelingenuitschakelenenversnelling
invrijschakelenalvorensdemotortestarten.
Gebruikdemaaimachinenietophellingenvanmeer
dan15graden.
Denkeraandatelkehellinggevaarlijkis.Hetrijden
opmetgrasbegroeidehellingenvereistbijzondere
zorgvuldigheid.Omtevoorkomendatdemachine
kantelt:
nietplotselingstoppenofgaanrijdenbijhetop-
enafrijdenvanhellingen;
houddesnelheidlaagophellingeneninscherpe
bochten;
letopbultenenkuilenenandereverborgen
gevaren;
weesvoorzichtigalsulastensleept.
Gebruikuitsluitendgoedgekeurde
trekstangbevestigingspunten.
Beperkdebelastingtotwatuveiligkunt
beheersen.
Maakgeenscherpebochten.Gazorgvuldigte
werkalsuachteruitrijdt.
Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenweg
werktofdezeoversteekt.
Zetdemaaimessenstilvoordatuandere
oppervlakkendangrasveldenoversteekt.
Bijgebruikvanwerktuigennooitdeuitwerpopening
naaromstanderstoerichtenofpersonenindebuurt
vandeinwerkingzijndemachinelatenkomen.
Gebruikdemachinenooitalsschermenofandere
beveiligingsmiddelenzijnbeschadigdofontbreken.
Veranderdeinstellingenvandemotornieten
voorkomoverbelastingvandemotor.Laatdemotor
nietmeteentehoogtoerentallopenomdatditde
kansopongevallenkanvergroten.
Voordatudebestuurdersplaatsverlaat:
aftakasuitschakelenenwerktuigenlatenzakken;
versnellinginneutraalstandzettenenparkeerrem
inwerkingstellen;
motorafzettenensleuteltjeuithetcontact
nemen.
Aandrijvingnaarwerktuigenuitschakelen,motor
afzettenenbougiekabel(s)losmakenofsleuteltjeuit
hetcontactnemen
4
voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt;
voordatudemaaimachinegaatcontroleren,
schoonmakenofanderewerkzaamhedengaat
uitvoeren;
alsueenvreemdvoorwerpraakt.Controleer
demaaimachineopbeschadigingenenvoeralle
benodigdereparatiesuitalvorensdezeweerte
gebruiken;
alsdemaaimachineabnormaaltrilt(direct
controleren).
Schakeldeaandrijvingnaardewerktuigenuitalsu
demachinetransporteertofnietgebruikt.
Zetdemotorafenschakeldeaandrijvingnaarde
werktuigenuit:
vóórhetbijvullenvanbrandstof;
vóórverwijderingvandegrasvanger;
voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdievanaf
debestuurderspositiekanwordeningesteld.
Zetdegashendelterugterwijldemotoruitloopt.Als
demachinemeteenbrandstofafsluitklepisuitgerust,
draaidezedandichtalshetmaaiwerkvoltooidis.
Onderhoudenstalling
Draaiallemoeren,boutenenschroevenregelmatig
strakaan,zodatdemachinesteedsveiligingebruikis.
Staldemachinenooitmetbrandstofindetankin
eengebouwwaardampenopenvlammenofvonken
kunnenbereiken.
Laatdemotorafkoelenvoordatudemachineineen
afgeslotenruimtestalt.
Houddemotor,geluiddemper,accubehuizingende
brandstofopslagplaatsvrijvanovertolligvet,grasen
bladerenombrandgevaarteverminderen.
Controleerdegrasvangerregelmatigopslijtageen
mankementen.
Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmet
hetoogopeenveiliggebruik.
Alsdebrandstoftankmoetwordenafgetapt,dient
ditbuitenplaatstevinden.
Alsudemachineparkeert,staltofonbewaakt
achterlaat,moetuhetmaaidekneerlaten.
VeiligebedieningToro
zitmaaiers
Devolgendelijstbevatveiligheidsinstructiesdie
speciekzijntoegesnedenopToroproducten,ofandere
veiligheidsinstructiesdienietzijnopgenomeninde
CEN-norm
Deuitlaatgassenvandemotorbevatten
koolmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.Laatde
motornietbinnenshuisofineenafgeslotenruimte
lopen.
Houdhanden,voeten,haarenloszittende
kledingstukkenuitdebuurtvandeuitwerpopening,
deonderkantvandemaaimachineenbewegende
onderdelenalsdemotorloopt.
Raakgeenonderdelenvandemachineofwerktuigen
aandietijdenshetgebruikheetkunnenworden.
Laatdezeeerstafkoelenalvorenszeaftestellendan
welonderhouds-ofreparatiewerkzaamhedenuitte
voeren.
Accuzuurisgiftigenkanbrandwondenveroorzaken.
Voorkomcontactmetdehuid,ogenenkleding.
Beschermuwgezicht,ogenenkledingalsu
werkzaamhedenverrichtaandeaccu.
Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,
vonkenenopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
GebruikaltijdorigineleToroonderdelenzodatde
originelestandaardenwordengehandhaafd.
GebruikuitsluitenddoorTorogoedgekeurde
werktuigen.
Maaienophellingen
Maainooitopeenhellingvanmeerdan15graden.
Maainietindebuurtvansteilehellingen,greppels,
steilaopendeoeversofwater.Wielendieover
randenheenkomen,kunnentotgevolghebbendat
demachineomkiept,hetgeenernstigofdodelijk
letseldanwelverdrinkingkanveroorzaken.
Maainooitopeenhellingalshetgrasnatis.Bij
gladheidkunnendewielenhungripverliezen,
waardoorbestaatdekansdatzijgaanslippenenude
machtoverdemachineverliest.
Verandernietplotselingderijrichtingofdesnelheid
vandemachine.
Gebruikeenloopmaaieren/ofeenhandtrimmerin
debuurtvansteilehellingen,greppels,steilaopende
oeversofwater.
Verminderuwsnelheidenweesuiterstvoorzichtig
ophellingen.
Verwijderobstakelszoalsstenen,boomtakken,enz.
uithetmaaigebied,ofmarkeerdeze.Inhooggras
zijnobstakelsnietaltijdzichtbaar.
Letopgreppels,kuilen,stenen,gatenenverhogingen
inhetmaaigebieddiedewerkhoekveranderen,
omdatdemachinekanomkiepenoponeffenterrein.
5
Startnooitplotselingheuvelopwaartsopeenhelling,
wantditkantotgevolghebbendatdemachine
achteroverkiept.
Houderrekeningmeedatdewielenhungrip
kunnenverliezentijdenseenafdaling.Alshet
gewichtwordtverplaatstnaardevoorwielen,kunnen
deaandrijfwielengaanslippenenkuntunietmeer
remmenofsturen.
Nooitstartenofstoppenopeenhelling.Als
dewielengripverliezen,moetudemaaimessen
uitschakelenendeheuvellangzaamafrijden.
Ukuntdestabiliteitverbeterendoorwielgewichten
ofcontragewichtentegebruikenovereenkomstigde
aanwijzingenvandefabrikant.
Weesuiterstvoorzichtigmetgrasvangersofandere
werktuigen.Dezekunnendemachineminderstabiel
maken,waardoordekansontstaatdatudemacht
overdemachineverliest.
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan92dBAuitop
hetgehoorvandegebruiker,gebaseerdopmetingen
bijidentiekemachinesvolgensEN836enISO11201
procedures.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengeluidsniveauvan105dBA,
gebaseerdopmetingenbijidentiekemachinesvolgens
ISO11094procedures.
Trilling
Dezemachineheefteenmaximaaltrillingsniveauvan
4,08m/s2opdehandenenarmen,gebaseerdop
metingenbijidentiekemachinesvolgensprocedures
zoalsvastgelegdinEN836enEN1033.
Dezemachineheefteenmaximaaltrillingsniveau
van0,73m/s2ophetgehelelichaamgebaseerdop
metingenbijidentiekemachinesvolgensprocedures
zoalsvastgelegdinEN836enEN1032.
6
Hellingdiagram
7
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
114-1606
1.Risicoomgegrepenteworden,riemZorgervoordatalle
beschermplatenophunplaatszitten.
93-7009
1.WaarschuwingGebruikdemaaimachinenietalsde
grasgeleideromhooggeklaptofverwijderdis;zorgervoor
datdegrasgeleiderisgemonteerd.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimesBlijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
99-3943
1.Motor
106-8717
1.Leesdeinstructiesalvorensservice-of
onderhoudswerkzaamhedenuittevoeren.
2.Controleerdebandenspanningomde25bedrijfsuren.
3.Smeerdemachineomde25bedrijfsuren.
4.Motor
106-8743
1.Maaihoogte
110-6691
1.DemachinekanvoorwerpenuitwerpenHoudomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
2.MachinekanvoorwerpenuitwerpenGebruikdemachine
nooitzonderdatdegrasgeleiderofhetgrasopvangsysteem
isgemonteerd.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
8
110-6824
1.Maaihoogte
115-2501
1.Snel5.Aftakas,sommige
modellenhebbeneen
aftakasschakelaar
2.Continusnelheidsregeling6.AftakasschakelaarUIT
3.Langzaam
7.AftakasschakelaarAan
4.Choke
112-9750
1.Parkeerstand4.Neutraalstand
2.Snel
5.Achteruit
3.Langzaam
112-9751
1.Parkeerstand4.Neutraalstand
2.Snel
5.Achteruit
3.Langzaam
112-9840
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Verwijderhetsleuteltje
uithetcontactenlees
deinstructiesalvorens
service-ofonderhouds-
werkzaamhedenuitte
voeren.
2.Maaihoogte
114-8531
1.Omloophendel,hendelin
gebruikstand
2.Omloophendel,hendelin
duwstand
114-8532
1.Omloophendel,hendelin
gebruikstand
2.Omloophendel,hendelin
duwstand
9
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersop
veiligeafstandvande
accu.
2.Geenvonkenofvuuren
nietroken.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
4.Draagoogbescherming.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
10.Bevatlood;niet
weggooien.
115-2469
1.WaarschuwingLeesdeGebruikershandleiding.
2.WaarschuwingLeesdeinstructiesalvorensservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuittevoeren;zetderijhendelsinde
(rem)stand,schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltjeenmaakdebougiekabellos.
3.Ledematenkunnenworden(af)gesneden,maaimes;risicoomgegrepenteworden,riemVeiligheidsschermennietopenenof
verwijderenterwijldemotorloopt.
4.MachinekankantelenMaainooitopeenhellingvanmeerdan15graden,maakgeenabrupteenscherpebochtenophellingen.
5.Kansdatdewielengripverliezenendebestuurderdemachtoverdemachineverliest,hellingenOpeenhellingkunnende
wielengripverliezendebestuurderdemachtoverdemachineverliezen,schakeldeaftakasuit,rijlangzaamdehellingaf.
6.Ledematenvanomstanderskunnenbekneldraken/afgesnedenwordentijdenshetachteruitrijden;ledematenvanomstanders
kunnenbekneldraken/afgesnedenwordenNeemgeenpassagiersmee;kijkachteromennaarbenedentijdenshet
achteruitrijden.
7.DemachinekanvoorwerpenuitwerpenHoudomstandersopeenveiligeafstandvandemachineenverwijderrommelvoordatu
gaatmaaien;zorgervoordatdegrasgeleiderisgemonteerd.
115-2452
1.Brandstofmeter
2.Vol
3.Half
4.Leeg
10
Algemeenoverzicht
vandemachine
Figuur3
1.Voetsteun4.Bedieningspaneel7.Wielvanachterwielaandrij-
ving
10.Antiscalpeerrol
2.Maaihoogtehendel5.Rijhendels8.Wasaansluiting11.Voorstezwenkwiel
3.Brandstofmeter
6.Bestuurdersstoel9.Maaidek
Figuur4
1.Rijhendels
3.Dopvanbrandstoftank5.Grasgeleider
7.Hulppedaal
2.Maaihoogtehendel4.Motor6.Motorscherm
11
Bedieningsorganen
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle
bedieningsorganeninFiguur3,Figuur4,enFiguur5
voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
G005181
1
2
3
4
Figuur5
Schakelbord
1.Contactschakelaar3.Chokeknop
2.Gashendel4.Aftakasschakelaar
Contactschakelaar
Decontactschakelaarheeftdriestanden:Uit,Lopen
enStart.AlsuhetcontactsleuteltjeopSTARTdraait
enloslaat,zalhetzelfnaarLOPENdraaien.Alsuhet
sleuteltjeopUITdraait,wordtdemotorafgezet;het
verdientechteraanbevelinghetsleuteltjealtijduithet
contactteverwijderenalsudemachineverlaatomte
voorkomendatiemandperongelukdemotorstart
(Figuur5).
Gashendel
Degashendelregelthetmotortoerentalenzorgtvoor
eencontinuverstelbareregelingvanLangzaamtotSnel
(Figuur5).
Chokeknop
Trekdechokeknopuittotdatdemotorhetvereiste
benzine-/luchtmengselheeft(Figuur5).Sluitde
Choke-klepdoordeknopinteduwenomdemotor
normaaltelatenlopen.
Aftakasschakelaar
Metdeaftakasschakelaar,aangeduidmethet
aftakassymbool,schakeltudeaandrijvingnaarde
maaimessenaanofuit(Figuur5).
Rijhendelsenparkeerstand.
Derijhendelszijnsnelheidsgevoeligenbedienen
onafhankelijkewielmotoren.Alsueenhendelnaar
vorenofnaarachterenbeweegt,draaithetwielaan
dezelfdekantvooruitofachteruit;desnelheidvande
wielenisevenredigaanhoeverudehendelbeweegt.
Zetderijhendelsvanuithetmiddennaarbuiteninde
parkeerstandenverlaatdemachine(Figuur15).Zet
derijhendelsaltijdindeparkeerstandalsudemachine
stoptofonbeheerdachterlaat.
Brandstofmeter
Hetbrandstofvensteronderdebedieningspositiekan
wordengebruiktomhetbenzinepeilindetankte
controleren(Figuur6).
Figuur6
1.Venstervanbrandstofmeter
Maaihoogtehendel
Metdemaaihoogtehendelkuntuhetmaaidekopheffen
enneerlatenvanuitdebestuurdersstoel.Aldehendel
omhoogwordtgezet,naardebestuurdertoe,wordt
hetmaaidekopgehevenvandegrondenalsdehendel
omlaagwordtgezet,vandebestuurderaf,wordthet
maaidekneergelaten.Demaaihoogtemaguitsluitend
wordeningesteldalsdemachinestilstaat(Figuur17).
Hulppedaal
Hethulppedaalbiedtdebestuurderdemogelijkheidhet
gewichtvanhetmaaidekmetzijnvoetteondersteunen
alsdehoogtevanhetmaaidekmetdemaaihoogtehendel
wordtingesteld.
12
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Veiligheidstaatvoorop
Leesaandachtigalleveiligheidsinstructiesen-stickers
inhethoofdstukVeiligebediening.Metbehulpvan
dezeinformatiekuntuletselvanuwgezinsleden,
omstanders,dierenenuzelfvoorkomen.
Bijmaaienopnatgrasofeensteilehelling
bestaatdekansdatdewielenslippenenude
machtoverdemachineverliest.
Wielendieoverrandenheenkomen,kunnen
totgevolghebbendatdemachineomkiept,
hetgeenernstigofdodelijkletseldanwel
verdrinkingkanveroorzaken.
Alsdewielengripverliezen,kandebestuurder
demachtoverhetstuurverliezen.
Omtevoorkómendatudecontroleoverde
machineverliestendezeomslaat,moetude
volgenderichtlijneninachtnemen:
Maainietindebuurtvansteilehellingenof
water.
Maainooitopeenhellingvanmeerdan
15graden.
Verminderuwsnelheidenweesuiterst
voorzichtigophellingen.
Alsuopeenhellingmaait,moetuopde
hellinglangzaamvanbenedennaarboven
werken.
Verandernietplotselingderijrichtingofde
snelheidvandemachine.
Draainaarbovenalsuopeenhellingvan
richtingverandert.Alsunaarbeneden
draait,kunnendewielengripverliezen.
Werktuigenveranderende
gebruikseigenschappenvandemachine.
Weesextravoorzichtigalsuwerktuigenmet
dezemachinegebruikt.
Figuur7
1.VeiligezonehierkuntudeTimeCuttergebruiken
2.Gebruikeenloopmaaieren/ofeenhandtrimmerindebuurt
vansteilehellingenenwater.
3.Water
Aanbevolenbrandstof
GebruiknormaleLOODVRIJEbenzinevoor
automobielen(octaangetalminimaal87).Gelode
normalebenzinekanwordengebruiktalsloodvrije
benzinenietverkrijgbaaris.
Belangrijk:Gebruiknooitmethanol,benzine
diemethanolbevat,gasoholdiemeerdan10%
ethanolbevat,benzine-additieven,superbenzineof
wasbenzineomdatditkanleidentotschadeaan
hetbrandstofsysteem.Geenoliebijdebenzine
mengen.
13
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandof
explosievanbenzinekanbrandwondenbijuof
anderenenmateriëleschadeveroorzaken.
Vuldebrandstoftankindeopenlucht
wanneerdemotorkoudis.Eventueel
gemorstebenzineopnemen.
Vuldebrandstoftanknooitalsdemachine
opeenaanhangerineenafgeslotenruimte
staat.
Vuldebrandstoftankniethelemaalvol.Vul
debrandstoftankbijmetbenzinetotaande
onderkantvandevulbuisvandetank.Deze
ruimteindetankgeeftbenzinedekansom
uittezetten.
Rooknooitwanneerumetbenzinebezig
bent,enhouddebrandstofwegvanopen
vuurofvonken.
Bewaarbenzineineengoedgekeurdvatof
blikenbuitenbereikvankinderen.Koop
nooitmeerbenzinedanuin30dagenkunt
opmaken.
Gebruikdemachineuitsluitendalshet
completeuitlaatsysteemisgemonteerden
naarbehorenwerkt.
Inbepaaldeomstandighedenkantijdenshet
tankenstatischeelektriciteitwordenontladen
waardoorvonkenontstaandiebenzinedampen
totontbrandingkunnenbrengen.Brandof
explosievanbenzinekanbrandwondenbijuof
anderenenmateriëleschadeveroorzaken.
Zetbenzinevatenaltijdopdegrondenuit
debuurtvanhetvoertuigalvorensdetank
bijtevullen.
Benzinevatennietineenvrachtwagen
ofaanhangervullen,omdatbekledingof
kunststofbeplatinghetvatkanisoleren,
waardoordeafvoervanstatischelading
wordtbemoeilijkt.
Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhet
besteeenmachinemeteenbenzinemotor
eerstvandevrachtwagenofaanhangerhalen
enbijtankenalsdemachinemetdewielen
opdegrondstaat.
Alsditnietmogelijkis,verdienthetde
voorkeurdergelijkemachinesopeentruck
ofaanhangerbijtevullenuiteendraagbaar
vat,nietmetbehulpvaneenvulpistoolvan
eenpomp.
Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dient
udevulpijpvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopeningvan
hetvattehouden,totdatuklaarbentmet
bijvullen.
Benzineisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkan
leidentoternstigletselenziekte.
Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
Houduwgezichtuitdebuurtvaneen
vulpijpendeopeningvaneentankofeen
blikmetconditioner.
Houdbenzineuitdebuurtvanogenenhuid.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedt
devolgendevoordelen:
14
Houdtdebenzineversgedurendestallingvan
30dagenofminder.Alsudemachinelanger
wiltstallen,moetudebenzineaftappenuitde
brandstoftank.
Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon..
Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden.
Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioneraan
debenzinetoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthetbestals
dezemetversebenzinewordtgemengd.Gebruikaltijd
stabilizer/conditioneromhetrisicovanharsachtige
afzettingeninhetbrandstofsysteemzokleinmogelijk
tehouden.
Benzine-/alcoholmengsels
Gasohol(maximaal10percentethylalcohol,90percent
loodvrijbenzinepervolume)istoegestaandoor
demotorfabrikantvoorbrandstofgebruik.Andere
benzine-/alcoholmengsels,zoalsE85,zijnniet
toegestaan.
Benzine-/ethermengsels
Mengselsvanmethyl-tertiair-butylether(MTBE)en
loodvrijebenzine(maximaal15percentMTBEper
volume)zijntoegestaandoordemotorfabrikantvoor
brandstofgebruik.Anderebenzine-/ethermengselszijn
niettoegestaan.
Brandstofmeter
Kijkophetbrandstofvensteronderdebedieningsplaats
omhetbenzinepeiltecontrolerenalvorensdetankte
vullen(Figuur8).
Figuur8
1.Venstervanbrandstofmeter
Brandstoftankvullen
1.Zetdemotorafenzetderijhendelsinde
parkeerstand.Zetdestoelomhoogzodatde
benzinetanktijdenshetvullenzichtbaaris.
2.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
detankdop.
3.Vuldebrandstoftankbijmetbenzinetotaande
onderkantvandevulbuisvandetank(Figuur9).
Dezeruimteindevulbuisvandetankgeeftbenzine
dekansomuittezetten.Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.
4.Draaidetankdopstevigvast.Gemorstebenzine
opnemen.
G005302
1
2
3
4
Figuur9
1.Benzinetank
3.Ongeveertothiervullen
2.Vulbuisvanbenzinetank
4.Openingvanbenzinetank
15
Motoroliepeilcontroleren
Voordatudemotorstartendemachineingebruik
neemt,moetuhetoliepeilinhetcartervandemotor
controleren;zieOliepeilcontrolereninhethoofdstuk
Motoronderhoud.
Startenenstoppenvande
motor
Motorstarten
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoelenzetde
rijhendelsindeparkeerstand.
2.Schakeldemaaimessenuitdoordeaftakasschakelaar
opUITtezetten(Figuur10).
Figuur10
1.Bedieningspaneel
2.AftakasschakelaarUIT
3.Trekdechokeknopuitalvorenseenkoudemotorte
starten(Figuur11).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeft
udechokeniettegebruiken.
G005183
1
2
2
1
2
2
3
4
5
6
Figuur11
1.Bedieningspaneel
4.Continusnelheidsregeling
2.Gashendel
5.Langzaam
3.Snel6.Chokeknop
4.DraaihetcontactsleuteltjeopSTARTomde
startmotorinwerkingtestellen.Laathetsleuteltje
loszodrademotoraanslaat(Figuur12).
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan10secondeninwerking.Alsde
motornietwilstarten,moetunaelkepoging
demotor60secondenlatenafkoelen.Indienu
dezeinstructiesnietopvolgt,kandestartmotor
schadeoplopen.
16
G005184
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
7
Figuur12
1.Bedieningspaneel
5.LOPEN
2.Contactsleuteltje
LOPEN-stand
6.START
3.Contactsleuteltje
START-stand
7.Chokeknop
4.UIT
5.Zodrademotorstart,duwtudechokeknopin
(Figuur12).Alsdemotorafslaatofhapert,trekt
udechokeknopuitenlaatudemotoreenpaar
secondenlopen.Duwvervolgensdechokeknopin.
Herhaalditindiennodig.
Bedieningvandemaaimessen
Metdeaftakasschakelaar,aangeduidmethet
aftakassymbool,schakeltudeaandrijvingnaarde
maaimessenaanofuit.Dezeschakelaarregelthet
vermogenvanwerktuigendiewordenaangedreven
doordemotor,zoalshetmaaidekendemaaibladen.
Demaaimesseninschakelen
Belangrijk:Schakeldemessennietinalsde
machineinhooggrasisgeparkeerd.Deriemofde
koppelingkunnenschadeoplopen.
1.Zetderijhendelsvrijomdemachineinde
neutraalstandtezetten.
2.ZetdegashendelopSNEL.
Opmerking:Umoetdemaaimessenaltijd
inschakelenmetdegashendelopSNEL.
3.TrekdeaftakasschakelaaromhoogopAANen
schakeldemessenin(Figuur13).
G005185
1
2
1
2
Figuur13
1.Bedieningspaneel
2.Aftakasschakelaar
AAN-stand
Demaaimessenuitschakelen
ZetdeaftakasschakelaaromlaagopUITenschakelde
messenuit(Figuur14).
Figuur14
1.Bedieningspaneel
2.AftakasschakelaarUIT
Motorafzetten
1.Schakeldemaaimessenuitdoordeaftakasschakelaar
opUITtezetten(Figuur10).
2.ZetdegashendeltussenSNELenhalfgas
(Figuur12).
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUIT(Figuur11).
17
HetVeiligheidssysteem
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvandemachine.
Ditkanlichamelijkletselveroorzaken.
Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
demaaimessenzijnuitgeschakeld.
derijhendelsindeparkeerstandstaan.
Hetveiligheidssysteemzorgtookervoordatde
motorwordtgestoptwanneerderijhendelsnietinde
parkeerstandstaanenudebestuurdersstoelverlaat
terwijldemessenzijningeschakeld.
Veiligheidssysteemtesten
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als
hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronderwordt
beschreven,moetuhetdirectlatenreparerendooreen
erkendeServiceDealer.
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,zetde
rijhendelsindeparkeerstandenschakeldeaftakas
in.Probeerdemotortestarten;demotormagnu
nietgaandraaien.
2.Neemplaatsopdebestuurdersstoelenschakel
deaftakasuit.Zeteenvanderijhendelsinde
middelste,onvergrendeldestand.Probeerdemotor
testarten;demotormagnunietgaandraaien.
Beweegnudeandererijhendels.
3.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,schakelde
aftakasuitenzetderijhendelsindeparkeerstand.
Startdemotor.Alsdemotorloopt,schakelt
udeaftakasinenkomtuietsovereinduitde
bestuurdersstoel.Demotormoetnustoppen.
4.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,schakelde
aftakasuitenzetderijhendelsindeparkeerstand.
Startdemotor.Alsdemotorloopt,moetude
rijhendelsindemiddelste,onvergrendeldestand
zettenendeaftakasinschakelen.Komietsovereind
uitdebestuurdersstoel.Demotormoetnustoppen.
Vooruitenachteruitrijden
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).
ZetdegashendelopSnelomdebesteprestatieste
verkrijgen.Gebruikdemachinealtijdmetdemotor
opvolgas.
Demachinekanzeersnelronddraaien.De
bestuurderkandecontroleoverdemachine
verliezen.Ditkanleidentotlichamelijkletsel
enschadeaandemachine.
Weesvoorzichtigalsueenbochtmaakt.
Verminderdesnelheidvandemachine
voordatueenscherpebochtmaakt.
Vooruit
1.Zetdehendelsindemiddelste,onvergrendelde
stand.
2.Omvooruitterijden,duwtuderijhendelslangzaam
naarvoren(Figuur15).
Figuur15
1.Parkeer(rem)stand
3.Vooruit
2.Centraleonvergrendelde
stand
4.Achteruit
18
Omineenrechtelijnterijden,moetugelijkmatige
drukuitoefenenopbeiderijhendels(Figuur15).
Omtedraaien,vermindertudedrukopde
rijhendelsinderichtingwaarinuwiltdraaien
(Figuur15).
Hoeverderuderijhendelsineenvanbeide
richtingenbeweegt,destesnellerzaldemachinein
degewensterichtingrijden.
Omtestoppen,zetubeiderijhendelsinde
neutraalstand.
Achteruit
1.Zetdehendelsindemiddelste,onvergrendelde
stand.
2.Omachteruitterijden,trektuderijhendelsnaar
achteren(Figuur15).
Omineenrechtelijnterijden,moetugelijkmatige
drukuitoefenenopbeiderijhendels(Figuur15).
Omtedraaien,vermindertudedrukopde
rijhendelsinderichtingwaarinuwiltdraaien
(Figuur15).
Omtestoppen,zetubeideindeneutraalstand.
Demachinestoppen
Omdemachinetestoppen,moetuderijhendelsinde
neutraalstandzettenennaarbuitenindeparkeerstand
duwen,deaftakasuitschakelen,degashendelopSNEL
zettenenhetcontactsleuteltjeopUITdraaien.Denk
eromdatuhetsleuteltjeuithetcontacthaalt.
Kinderenofomstanderskunnenletseloplopen
alszijdemachineverplaatsenofproberente
bedienenterwijldezeonbeheerdstaat.
Umoetaltijdhetcontactsleuteltjeverwijderen
enderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand
zettenwanneerudemachineonbeheerdlaat,
ookalishetslechtsvooreenpaarminuten.
Demaaihoogteinstellen
1.NeemplaatsindegebruikerspositiePlaatseenvoet
ophetpedaalentrapditin.
2.Houdhetpedaalingedrukt,trekde
maaihoogtehendelnaarbinnenenomhoog
enzetditindegewenstestand.
Figuur16
3.Zetdemaaihoogtehendelomhooginde
transportstand,maaihoogtestandG(115mm)
(Figuur17).
19
Figuur17
1.Maaihoogtehendel2.Maaihoogtestanden
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachterenverschuiven.
Depositievandestoelmoetzozijndatudemachine
hetbestkuntbedienenendatucomfortabelzit.
1.Zetdestoelomhoogendraaidestelknopzoverdat
udestoelkuntbewegen(Figuur18).
Figuur18
1.Stelknop
2.Verschuifdezittingindegewenstepositieendraai
deknopweervast.
Rijhendelsafstellen
Dehoogteinstellen
Derijhendelskunnenhogeroflagerwordengesteld
overeenkomstigdewensenvandebestuurder.
1.Verwijderde2boutenwaarmeederijhendelsis
bevestigdaandeschachtvandebedieningsarm
(Figuur19).
2.Zetderijhendelsindevolgendegroepgaten.Zet
dehendelvastmetde2bouten(Figuur19).
G005062
1
2
3
4
Figuur19
1.Schachtvan
bedieningsarm
3.Bovenstegat,metgleuf
2.Rijhendel4.Bout
3.Stelvervolgensookdeandererijhendelsaf.
Hoekvanrijhendelsverstellen
Dehoekvanderijhendelskanwordenversteld
overeenkomstigdewensenvandebestuurder.
1.Verwijderdebovensteboutwaarmeederijhendels
isbevestigdaandeschachtvandebedieningsarm.
2.Draaideondersteboutlostotdatuderijhendels
naarvorenofnaarachterenkuntbewegen
(Figuur19).Draaidemoerenaanomderijhendels
vasttezettenindenieuwestand.
3.Stelvervolgensookdeandererijhendelsaf.
Machinemetdehandduwen
Belangrijk:Umoetdemachinealtijdmetde
handduwen.Slepenkanschadeaandemachine
veroorzaken.
Demachineduwen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstand
zijngekomenalvorensdebestuurdersstoelte
verlaten.
20
3.Ganaardeomloophendelsopdeachterkantvande
machine,opdelinker-enrechterkantvanhetframe.
4.Beweegdeomloophendelsnaarachterenen
vervolgensomlaagomzevasttezettenzoals
getoondinFiguur20omdewielmotorenafte
zetten.Herhaaldezeprocedureaanbeidezijden
vandemachine.
5.Zetderijhendelsindevergrendeldeneutraalstand.
Ukuntdemachinenumetdehandduwen.
Figuur20
Rechterkantgetoond
1.Plaatsvanomloophendel3.Hendelingebruikstand
2.Duwstandvanhendel
Gebruikvandemachine
Beweegdeomloophendelsomhoogenduwdeze
naarvorennaarhetmiddenvandehorizontalegleuf
(Figuur20)omdewielmotoreninteschakelen.
Zijuitworp
Hetmaaidekisuitgerustmeteenscharnierende
grasgeleider,diehetmaaiselzijwaartsenomlaagnaar
hetgazonafvoert.
Zonderaangebrachtegrasgeleider,
uitworpafsluiterofcompletegrasvanger
kunnenuofandereninaanrakingmethet
maaimesofuitgeworpenvoorwerpenkomen.
Contactmethetdraaiendemaaimesen
uitgeworpenvoorwerpenkanlichamelijkof
dodelijkletselveroorzaken.
Verwijderdegrasgeleidernooitvanhet
maaidekomdathiermeehetmaaiselwordt
afgevoerdnaarhetgazon.Eenbeschadigde
grasgeleidermoetdirectwordenvervangen.
Steeknooithandenofvoetenonderhet
maaidek.
Probeernooithetuitwerpsysteemof
demaaimessentereinigenzonder
eerstdeaftakasuitteschakelenenhet
contactsleuteltjeopUITtedraaien.
Verwijderverderhetcontactsleuteltjeentrek
debougiekabelvandebougie(s).
Zijuitworpgebruiken
Hetmaaidekendemaaimessendiewordengeleverd
metdezemachine,zijnontworpenomoptimale
mulchprestatiesteleveren.Deprestatiesvan
dezijuitworpkunnenwordenverbeterddoorde
mulchmessentevervangendoorstandaardmaaimessen,
dieverkrijgbaarzijnbijeenerkendeTorodealer.Om
ervoortezorgendatdemulchprestatiesoptimaal
blijven,moetualtijddemulchmessendiezijngeleverd
metdezemachine,monterenalsuweerwiltgaan
mulchen.
Rechterplaatverwijderenomde
zijuitworptegebruiken
Opmerking:Alsdegrasvangeraandemachine
isbevestigd,moetenstandaardmaaimessenworden
gemonteerdomhetgrasgoedtekunnenopvangen.
NeemcontactopmeteenerkendeTorodealervoorhet
juisteonderdeelnummer.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstand
zijngekomenalvorensdebestuurdersstoelte
verlaten.
21
3.Verwijderhetrechtermaaimes.ZieOnderhoudvan
hetmaaidek.
4.Verwijderde2knoppenendeklemringenwaarmee
derechterplaatisbevestigdaanhetmaaidekzoals
wordtgetoondinFiguur21.
Figuur21
1.Knop3.Boutvanplaat,door
maaidekgestoken
2.Klemring
5.Verwijdervervolgensderechterplaatenlaatde
grasgeleideroverdeuitwerpopeningzakkenzoals
wordtgetoondinFiguur22enFiguur21.
G006475
1
2
3
4
1
Figuur22
1.Rechterplaat3.UItwerpopening
2.Klemringenknop
4.Lipje(moetbuitenhet
maaidekblijven)
6.Monteerdebevestigingenindegateninde
bovenkantvanhetmaaidekomrondvliegendvuil
tevoorkomen.
Hetmaaidekkanrommeluitwerpenuit
niet-afgedichteopeningen,waardooruen
anderenletselkunnenoplopen.
Gebruikhetmaaideknooitzonderdatalle
openingenindemaaikastzijnafgedichtmet
boutenenmoeren.
Zorgervoordaterboutenenmoerenzijn
gemonteerdindemontageopeningenalsde
mulchplaatisverwijderd.
7.Monteerhetrechtermaaimes.ZieOnderhoudvan
hetmaaidek.
8.laatudegrasgeleideroverdeuitwerpopening
zakken.
Belangrijk:Hetmaaidekmoetzijnuitgerust
meteenscharnierendegrasgeleider,diehet
maaiselzijwaartsenomlaagnaarhetgazon
afvoertalsdemachineindezijuitworpmodus
staat.
Rechterplaatmonterenvoormulching
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstand
zijngekomenalvorensdebestuurdersstoelte
verlaten.
3.Verwijderhetrechtermaaimes.ZieOnderhoudvan
hetmaaidek.
4.Schuifderechterplaatdoordeuitwerpopeningen
zetdezevastmet2knoppenenklemringen(holle
kantgerichtnaarhetmaaidek)zoalswordtgetoond
inFiguur21enFiguur22.
Belangrijk:Zorgervoordathetlipjehelemaal
rechtsopderechterplaatbuitenhetmaaidek
zitengelijkmetdewandvanhetmaaidekis.
5.Monteerhetrechtermaaimes.ZieOnderhoudvan
hetmaaidek.
Tipsvoorbedieningen
gebruik
SNEL-standgashendel
Vooreenoptimaalmaairesultaateneenmaximale
luchtcirculatiemoetudegashendelopSnelzetten.
Omhetgrasgoedaftemaaienisluchtnodig;zet
22
demaaihoogtedusniettelaagenzorgervoordat
hetmaaidekniethelemaaldoorongemaaidgrasis
omgeven.Probeeraltijdéénzijkantvandemachinevrij
vanongemaaidgrastehouden,zodatluchtkanworden
aangezogen.
Wanneerueengazonvoordeeerste
keermaait
Laathetgrasietslangerdannormaal,omtevoorkomen
datoneffenhedeninhetgrasvolledigworden
weggemaaid.Inhetalgemeenkanhetbestdevoorheen
gebruiktemaaihoogtewordengekozen.Alsugras
vanmeerdan15cmlanggaatmaaien,kuntuhetbest
intweekeermaaienomeengoedmaairesultaatte
verkrijgen.
1/3vandelengtevanhetgrasafmaaien
Aanbevolenwordtnietmeerdanongeveer1/3vande
lengtevanhetgrasaftemaaien.Meerafmaaienwordt
afgeraden,tenzijhetgrasdunis,ofindelateherfst,
wanneerhetgraslangzamergroeit.
Maairichting
Maaiafwisselendinverschillenderichtingen,zodat
hetgrasrechtopblijftstaan.Ditzorgtookvooreen
betereverspreidingvanhetmaaisel,watdeverteringen
bemestingtengoedekomt.
Maaimetdejuisteregelmaat
Normaalgesprokenmoetuomdevierdagenmaaien.
Houderechterrekeningmeedatgrasniethethelejaar
doorevensnelgroeit.Omdezelfdemaaihoogtete
behouden,wateengoedegewoonteis,moetuinhet
vroegevoorjaarvakermaaien.Alsdegroeisnelheidin
dezomerafneemt,maaitumindervaak.Alsulangere
tijdniethebtkunnenmaaien,maaitueerstopeen
hogemaaistand.Maaitweedagenlateropeenlagere
maaistand.
Maaisnelheid
Omdemaairesultatenteverbeteren,moetumaaien
bijeenlagererijsnelheid.
Grasniettekortafmaaien
Alsdemaaibreedtevanhetmaaidekgroterisdandie
vanhetmaaidekdatuvoorheengebruikte,zetude
maaihoogteéénstandhoger.Hierdoorvoorkomtudat
oneffenhedentekortwordenafgemaaid.
Langgras
Alsuhetgrasietslangerdannormaalhebtlaten
groeienofalsheteenhoogvochtgehalteheeft,moetu
demaaihoogtehogerdannormaalinstellenenhetgras
opdezehoogtemaaien.Daarnahetgrasopdelagere,
normalehoogtemaaien.
Stoppentijdenshetmaaien
Alsudemachinetijdenhetmaaienmoetstoppen,kan
ereenkluitmaaiselophetgazonachterblijven.Omdit
tevoorkomen,moetudemesseninschakelenende
maaimachinerijdennaareengedeeltevanhetgazon
datalisgemaaid.
Onderkantvanhetmaaidek
schoonhouden
Verwijdernaelkgebruikmaaiselenvuilvande
onderkantvanhetmaaidek.Alszichgrasenvuilin
hetmaaidekverzamelt,leidtdatuiteindelijktoteen
onbevredigendmaairesultaat.
Onderhoudvanhetmaaimes
Zorggedurendehethelemaaiseizoenvooreenscherp
maaimes.Eenscherpmessnijdthetgrasgoedaf
zonderhettescheurenoftekwetsen.Doorscheurenen
kwetsenwordthetgrasbruinaanderanden,waardoor
hetlangzamergroeitengevoeligerisvoorziekten.
Controleerelkedagofdemaaimessenscherpzijnenof
zeversletenofbeschadigdzijn.Vijlregelmatigkerven
eninkepingenwegenslijpdemessenindienditnodig
is.Alseenmesbeschadigdofversletenis,moetudit
onmiddellijkvervangendooreenorigineelToromes.
23
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Bijelkgebruikofdagelijks
Veiligheidssysteemcontroleren.
Controleerhetluchtlteropvuile,losseofbeschadigdeonderdelen.
Hetmotoroliepeilcontroleren.
Deluchtinlaatendemotorkoelingcontroleren,indiennodigrepareren.
Maaimessencontroleren.
Controleerdegrasgeleideropschade.
Maaikastreinigen.
Omde25bedrijfsuren
Allesmeerpuntensmeren.
Bandenspanningcontroleren.
Deriemenopslijtage/scheurtjescontroleren.
Omde50bedrijfsuren
Papierelementeenonderhoudsbeurtgeven.(vakerinzeerstofge,vuile
omstandigheden)
Omde100bedrijfsuren
Papierelementvervangen.(vakerinzeerstofge,vuileomstandigheden)
Motorolieverversenenltervervangen.
Ventilatorhuisreinigen(vakerinzeerstofge,vuileomstandigheden).
Brandstofltervervangen.
Omde200bedrijfsuren
Conditievanbougie(s)enelektrodenafstandcontroleren.
Omde500bedrijfsuren
Debougie(s)vervangen.
Vóórdestalling
Laaddeaccuopenkoppeldekabelslos.
Voorafgaandeaandestallingmoetenallebovengenoemdeonderhoudsprocedures
wordenuitgevoerd.
Beschadigdeoppervlakkenbijwerken.
Belangrijk:Ziedegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstartwaardoor
uofandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Haalhetsleuteltjeuithetcontactenmaakdebougiekabellosvoordatuonderhoudswerkzaamheden
uitvoertaandemachine.Drukdekabelopzij,zodatdezenietonbedoeldcontactkanmakenmet
debougie.
24
Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Destoelomhoogzetten
Zorgervoordatderijhendelsindeparkeerstandstaan.
Kanteldestoelnaarvoren.
Ombijdevolgendeonderdelentekunnenkomen,hoeft
uenkeldestoelomhoogtezetten.
Plaatjemetserienummer
Instructiestickervoorcontroleenonderhoud
Instelknopbestuurdersstoel
Brandstoflter
Zekeringen
Accukabels
Toegangtotdeaccu
1.Zetdestoelomhoog.
2.VerwijderdeTORX
®
-kopschroeven(T25)waarmee
delinkerkapisbevestigdaanhetframezoalswordt
getoondinFiguur23.
Figuur23
1.Linkerkap3.Accu
2.Torx-kopschroeven(T25)
3.Verwijderdekunststofkapvandemachine.Bewaar
allebevestigingen.
Plaatsdekapterugenbevestigdezeaanhetframemet
deschroevendieueerderhebtverwijderd.
Smering
Delagerssmeren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Alle
smeerpuntensmeren.
Typevet:Nr.2Smeervetvooralgemenedoeleinden
oplithiumbasis
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Reinigdesmeernippels(Figuur24metFiguur25)
eendoek.Indiennodigverfvandevoorkantvande
nippelsafkrabben.
G005066
1
Figuur24
1.Voorstezwenkwiel
Figuur25
Oponderkantvanzitgedeeltevanstoel
1.Leesdeinstructies
alvorensservice-ofon-
derhoudswerkzaamheden
uittevoeren.
3.Smeerdemachineomde
25bedrijfsuren.
2.Controleerde
bandenspanningom
de25bedrijfsuren.
4.Motor
4.Zettelkenseensmeerpistoolopeennippel
(Figuur24enFiguur25).Spuitvetindenippels
totdaternieuwvetbijdelagersnaarbuitenkomt.
5.Overtolligvetwegvegen.
25
Onderhoudmotor
Onderhoudvanhetluchtlter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetluchtlter
opvuile,losseofbeschadigde
onderdelen.
Hetluchtltervandezemotorisvoorzienvaneen
vervangbaarpapierelementmethogedichtheid.
Controleerhetluchtlterdagelijksofvoordatude
motorstart.Controleeroferaangekoektvuilenrommel
rondhetluchtlterzit.Zorgervoordatdeomgeving
vanhetluchtlterschoonblijft.Controleertevensop
losseofbeschadigdeonderdelen.Vervangalleverbogen
ofbeschadigdeonderdelenvanhetluchtlter.
Opmerking:Alsudemotorgebruiktterwijl
onderdelenvanhetluchtlterloszittenofbeschadigd
zijn,bestaatdekansdaterongelterdeluchtindemotor
komt.Hierdoorkandezevroegtijdigslijtenofdefect
raken.
Opmerking:Geefhetluchtltervakereen
onderhoudsbeurtalsdemachinewordtgebruiktinzeer
stofgeofvuileomstandigheden.
G005187
1
2
3
4
Figuur26
1.Luchtlterdeksel
3.Papierelement
2.Sluitingvanluchtlter4.Onderstukvanhet
luchtlter
Papierelementeenonderhoudsbeurt
geven
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsu-
ren—Papierelementeenonder-
houdsbeurtgeven.(vakerinzeer
stofge,vuileomstandigheden)
Omde100bedrijfsu-
ren—Papierelementvervangen.
(vakerinzeerstofge,vuileomstan-
digheden)
Controleerhetpapierelementomde25bedrijfsuren
(vakerinzeerstofge,vuileomstandigheden).Reinigof
vervanghetpapierelementalsditnodigis.Vervanghet
luchtlterelkjaarofomde100bedrijfsuren.
1.Opendeklepvanhetluchtlterdekselophet
ventilatorhuisomtoegangtekrijgentothet
luchtlterelement(Figuur26).
2.Maakdesluitinglosenverwijderhet
luchtlterelement(Figuur26).
3.Klopvoorzichtigophetpapierelementomvuilte
verwijderen.Umaghetpapierelementnooit
wassenofreinigenmetperslucht,omdatdit
hierdoorschadezaloplopen.Vervangeenvuil,
verbogenofbeschadigdelement.Behandelhet
nieuweelementvoorzichtig;gebruikhetnietalsde
afdichtingsvlakkenzijnverbogenofbeschadigd.
4.Reinigdebodemvanhetluchtlteralsditnodigis,
encontroleerdeconditieervan.
5.Monteerhetpapierelementopdebodemvanhet
luchtlter.Maakdesluitingvast.
6.Sluitdeklepvanhetluchtlterdeksel.
Motoroliepeilcontroleren.
Typeolie:Reinigingsolie(API-klasseSG,SH,SJof
hoger)
Carterinhoud:1,6literalshetlterwordtvervangen
Viscositeit:zieonderstaandetabel.
26
Figuur27
Oliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks—Het
motoroliepeilcontroleren.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
schakeldeaftakasuit,zetdemotorafenhaalhet
sleuteltjeuithetcontact.
2.Controleerofdemotorisafgezet,horizontaalstaat
enisafgekoeldzodatdedeolietijdheeftomwegte
lopennaardeopvangbak.
3.Omtevoorkomendatervuil,maaisel,enz.inde
motorterechtkomt,moetudeomgevingvande
vuldop/peilstokreinigenvoordatudezeverwijdert.
4.Schroefdepeilstoklosenverwijderdeze;veegde
olieeraf(Figuur28).Steekdepeilstokweerinde
buisenlaatdedopopdebuisrusten.Schroefde
dopnietopdebuis.
ADD FULL
G005188
1
2
3
4
Figuur28
1.Oliepeilstok3.OliepeilVOL-markering
2.Vulbuis
4.Oliepeil
BIJVULLEN-markering
5.Haaldepeilstokeruitencontroleerhetoliepeil
(Figuur28).
HetoliepeilmoettotaandeVOL-ofF-markering
opdepeilstokstaan,maarniethoger.
6.Alshetoliepeiltelaagis,moetubijvullenmet
olievanhetjuistetypetotdathetpeildeVOL-of
F-markeringopdepeilstokbereikt.Controleeraltijd
hetoliepeilmetdepeilstokvoordatubijvultmetolie.
Opmerking:Omtevoorkomendatmotor
overmatigslijtofschadeoploopt,moetuervoor
zorgendatdeolieinhetcarteraltijdophetjuiste
peilstaat.Umagdemotornooitgebruikenalshet
oliepeilonderde"BIJVULLEN-"of"L"-markering
ofbovende"VOL-"of"F-"markeringopdepeilstok
staat.
7.Haaldepeilstokeruitencontroleerhetoliepeil.
Hetoliepeilmoettussende"VOL-ofF-"ende
"BIJVULLEN-ofL-"markeringenstaan.Alshet
oliepeiltelaagis,moetubijvullenmetolievanhet
juistetypetotaandeVOL-markering.Plaatsde
vuldop/peilstokterugenschroefdezevast.
Olieverversenenltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100
bedrijfsuren—Motorolieverversen
enltervervangen.
GebruikoliemetonderhoudsclassicatieSG,SH,
SJofhogerzoalsgespeciceerdindetabelmet
"Viscositeitsklassen".
Umoetdeolieverversenenhetltervervangenalsde
motornogwarmis.Deolieisdanvloeibaarderenzal
verontreinigingenbetermeevoeren.Zorgervoordat
demotorhorizontaalstaatalsuoliebijvult,hetoliepeil
controleertofolieververst.
Uververstdeolieenvervangthetlteralsvolgt:
1.Startdemotorenlaatdezewarmlopen.Warmeolie
kanbeterwordenafgetapt.
2.Parkeerdemachinezodatdeaftapkantietslager
staatdandeanderekantzodatalleoliekanweglopen.
3.Schakeldeaftakasuitenzetderijhendelsnaarbuiten
indeparkeerstand.
4.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenalvorensdebestuurderspositiete
verlaten.
5.Ganaardeolieaftapslangopdelinkerkantvan
demotor.Deaftapplugisisbevestigdaaneen
aftapslangdielooptdooreenaftapopeningin
27
hetframevandemachine(Figuur29).Reinig
deomgevingvandedopvandeaftapplugende
aftapslang.
6.Plaatseenopvangbakonderdemachinedirectonder
deaftapslangzoalswordtgetoondinFiguur29.
G005189
1
2
4
3
Figuur29
1.Olieaftapslang3.Opvangbak
2.Dopvanolieaftapplug4.Openinginframevan
machine
7.Verwijderdeaftapplugmettweesleutels(deeneom
deaftapslangvasttehoudenendeandereomde
pluglostemaken)(Figuur29).
8.Verwijderdevuldop/peilstok(Figuur28).
9.Zorgervoordaterruimvoldoendetijdisomalle
olieaftetappen.
10.Ganaarhetolielteropderechterkantvandemotor.
Verwijderhetoudelterenreinighetltertussenstuk
meteenschonedoek(Figuur30).
G005298
1
2
Figuur30
1.Olielter
2.Tussenstuk
11.Smeereendunlaagjeschoneolieopderubberen
pakkingvanhetnieuwelter.
12.Plaatshetnieuweolielterophetltertussenstuk.
Draaihetolielterrechtsomtotdatderubberen
pakkingcontactmaaktmethettussenstuk.Draai
hetltervervolgensnogeenseen3/4tot1slag
(Figuur30).Veegovertolligeolieophetframeweg.
13.Nadatalleolieisafgetapt,plaatstudeaftapplug
terug.Draaideplugvastmeteentorsievan14Nm.
Veegovertolligeolieweg(Figuur29).
Opmerking:Deoudeolieafgevenbijeen
inzamelcentrum.
14.Gietongeveer80%vandegespeciceerde
hoeveelheidolielangzaamindevulbuis(Figuur28).
15.Plaatsdevuldop/peilstok(Figuur28).
16.Controleerhetoliepeil(Figuur28);zieOliepeil
controleren.
17.Gietlangzaamoliebijtotdathetoliepeilde
VOL-markeringbereikt.
18.Plaatsdevuldop/peilstokterugenschroefdezevast
(Figuur28).
Onderhoudvandebougie
Onderhoudsinterval:Omde200
bedrijfsuren—Conditievanbougie(s)
enelektrodenafstandcontroleren.
Omde500bedrijfsuren—De
bougie(s)vervangen.
28
Debougievoldoetaandeeisenmetbetrekkingtot
elektromagnetischeinterferentie.Gelijkwaardigebougies
vaneenandermerkkunnenookwordengebruikt.Het
verdientaanbevelingdebougieomde500bedrijfsuren
tevervangen.
Type:ChampionXC12YC(ofequivalenttype)
Elektrodenafstand:0,76mm
Bougieverwijderen
1.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsnaarbuiten
indeparkeerstand,zetdemotorafenverwijderhet
contactsleuteltje.
2.Alvorensdebougie(s)teverwijderen,moetu
deomgevingvandeonderkantvandebougie
schoonmakenomtevoorkomendatervuilen
rommelindemotorterechtkomt.
Trekdekabelvandebougie(s)(Figuur31).
3.Maakdeomgevingvandebougie(s)schoonom
tevoorkomendatervuilindemotorkomt,wat
beschadigingkanveroorzaken.Verwijderde
bougie(s)endemetalenring.
Figuur31
1.Plaatsvanbougieenkabel
Bougiecontroleren
1.Bekijkdebinnenkantvandebougie(Figuur32).
Alsdeisolatorlichtbruinofgrijsis,werktdemotor
naarbehoren.Eenzwartelaagopdeisolatorduidt
meestalopeenvuilluchtlter.
Belangrijk:Bougienooitschoonmaken.
Bougiealtijdvervangenbijzwartelaagopde
bougie,versletenelektroden,vettigelaagopde
bougieofscheuren.
2.Controleerdeafstandtussendecentraleelektrode
endemassa-elektrode(Figuur32).Verbuigde
massa-elektrode(Figuur32)omdejuisteafstandin
testellenindienditnodigis.
Figuur32
1.Centraleelektrodemet
isolator
3.Elektrodenafstand(nietop
schaalweergegeven)
2.Massa-elektrode
Bougiemonteren
1.Monteerdebougie.Controleerofde
elektrodenafstandcorrectis.
2.Draaidebougievastmeteentorsievan25–29Nm.
3.Sluitdebougiekabelaanopdebougie(Figuur31).
Ventilatorhuisreinigen
Methetoogopeengoedekoelingmoetuhet
grasscherm,dekoelribbenenanderebuitenvlakkenvan
demotorteallentijdeschoonhouden.
Verwijderhetventilatorhuisenandere
uitlaatringen.jaarlijksofomde100bedrijfsuren
(vakerinzeerstofge,vuileomstandigheden).Reinig
indiennodigdekoelribbenendebuitenvlakken.Zorg
ervoordatdeuitlaatringenweerwordengemonteerd.
Draaideschroevenvanhetventilatorhuisvastmeteen
torsievan7,5Nm.
Belangrijk:Alsudemotorgebruiktmeteen
verstoptgrasscherm,vuileofverstoptekoelribben,
en/ofzonderuitlaatringen,zalditleidentot
beschadigingvandemotoralsgevolgvan
oververhitting.
29
Onderhoud
brandstofsysteem
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandof
explosievanbenzinekanbrandwondenbijuof
anderenenmateriëleschadeveroorzaken.
Verrichtonderhoudswerkzaamhedenin
verbandmethetbrandstofsysteemalsde
motorkoudis.Doeditbuitenopeen
openterrein.Eventueelgemorstebenzine
opnemen.
Rooknooitalsubenzineaftaptenblijfuitde
buurtvanopenvuurofalsdekansbestaat
datbenzinedampendooreenvonkkunnen
ontbranden.
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100
bedrijfsuren—Brandstoflter
vervangen.
Naverwijderingmagunooiteenvuillteropnieuwaan
debrandstofslangmonteren.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Zetdestoelomhoogenganaardebrandstoeiding
dielooptvandebrandstoftankdaaronder.Het
brandstoflterbevindtzichindebrandstoeiding
tussendetankendemotor.
G005071
2
1
2
3
4
6
5
Figuur33
1.Brandstoeidingvanaf
tank
4.Brandstoeidingnaar
motor
2.Slangklem
5.Pijlvoorstroomrichting
3.Filter
6.Brandstoftank
4.Drukdeuiteindenvandeslangklemmennaarelkaar
toeenschuifzewegvanhetlterFiguur33).
5.Trekhetlteruitdebrandstofslangen.
6.Monteerhetnieuwelterzodanigdatdepijlvoor
destroomrichtingvandebrandstoftankafnaarde
motorwijst.Schuifdeslangklemmenterugtotdicht
bijhetlter(Figuur33)omhetvasttezetten.
30
Onderhoudelektrisch
systeem
Accuopladen
Accuverwijderen
Accupolenofmetalengereedschappenkunnen
kortsluitingmakenmetmetalenonderdelen
vandemachine,waardoorvonkenkunnen
ontstaan.Hierdoorkunnenaccugassentot
ontplofngkomen,waardoorlichamelijkletsel
kanontstaan.
Zorgervoordatbijhetverwijderenof
installerenvandeaccudeaccupolennietin
aanrakingkomenmetmetalenonderdelen
vandemachine.
Voorkomdatmetalengereedschappen
kortsluitingveroorzakentussende
accupolenenmetalenonderdelenvande
machine.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Verwijderhetlinkerpaneelombijdeaccutekunnen
komen.ZieToegangtotdeaccuinProcedures
voorafgaandeaanhetonderhoudvoorinstructies.
4.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool
(Figuur34).Bewaarallebevestigingen.
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden,
kanditschadeaandemachineendekabels
totgevolghebbenenvonkenveroorzaken.
Hierdoorkunnenaccugassentotontplofng
komen,waardoorlichamelijkletselkan
ontstaan.
Maakaltijddeminkabel(zwart)vandeaccu
losvoordatudepluskabel(rood)losmaakt.
Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
5.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool.
Schuifhetrubberenkapjevandepluskabel(rood)
terugoverdekabel.Maakdepluskabel(rood)losvan
deaccupool(Figuur34).Bewaarallebevestigingen.
6.Verwijderdebevestigingsbandvandeaccu
(Figuur34)entildeaccuuitdeaccubak.
G005072
1
2
3
4
5
6
7
Figuur34
1.Accu5.Minpoolvandeaccu
2.Pluspoolvandeaccu6.Vleugmoer,ringenbout
3.Bout,ringenmoer7.Bevestigingvanaccu
4.Stofkapjevanaccupool
Accuopladen
Onderhoudsinterval:Vóórdestalling—Laaddeaccu
openkoppeldekabelslos.
1.Accuuithetchassisverwijderen,zieAccu
verwijderen.
2.Laaddeaccugedurendeminstenseenuuropbij
6–10A.Deaccunietteveropladen.
3.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haaltude
acculaderuithetstopcontactenmaaktuvervolgens
deoplaadkabelslosvandeaccuklemmen(Figuur35).
31
Figuur35
1.Pluspoolvandeaccu
3.Rode(+)oplaadkabel
2.Minpoolvandeaccu
4.Zwarte(-)oplaadkabel
Opmerking:Gebruikdemachinenooitwanneer
deaccuislosgekoppeld;ditkanbeschadigingenaan
hetelektrischesysteemtotgevolghebben.
Accumonteren
1.Plaatsdeaccuineenbakmetdeaccupolengericht
naardebedrijfstand(Figuur34).
2.Bevestigdepluskabel(rood)aandepluspool(+)
vandeaccumetdebevestigingendieueerderhebt
verwijderd.
3.Bevestigdeminkabelaandeminpool(-)vandeaccu
metdebevestigingendieueerderhebtverwijderd.
4.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolopde
pluspool(rood)vandeaccu.
5.Zetdeaccuvastmetdebevestigingsband(Figuur34).
6.Plaatshetlinkerpaneel.ZieToegangtotdeaccuin
Proceduresvoorafgaandeaanhetonderhoudvoor
instructies.
Onderhoudvandezekeringen
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddelvan
zekeringen.Dezebehoevengeenonderhoud.Alsereen
zekeringisdoorgebrand,moetuechterhetonderdeelof
circuitcontrolerenopdefectenofkortsluiting.
Zekering:
HoofdleidingF130A,steekzekering
LaadcircuitF225A,steekzekering
1.Zetdestoelomhoogomtoegangtekrijgentotde
zekeringhouder(Figuur36).
2.Omeenzekeringtevervangen,trektudezekering
omhoog(Figuur36).
G005073
1
2
Figuur36
1.Hoofdleiding30A
2.Laadcircuit25A
32
Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanningcontroleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsu-
ren—Bandenspanningcontroleren.
Zorgervoordatdevoor-enachterbandende
voorgeschrevenspanninghebben.Eenongelijke
bandenspanningkanleidentotonregelmatige
maairesultaten.Controleerdebandenspanningbijhet
ventiel(Figuur37).Debandenspanningkanhetbestbij
koudebandenwordengecontroleerd.
Achterbanden:90kPa(13psi)
Voorwielen(zwenkwielen):138kPa(20psi)
Figuur37
1.Ventiel
Onderhoudvanhet
maaidek
Onderhoudvande
maaimessen
Zorggedurendehethelemaaiseizoenvoorscherpe
maaimessen.Scherpemessensnijdenhetgrasgoedaf
zonderhettescheurenoftekwetsen.Doorscheurenen
kwetsenwordthetgrasbruinaanderanden,waardoor
hetlangzamergroeitengevoeligerisvoorziekten.
Controleerelkedagofdemaaimessenscherpzijnenof
zeversletenofbeschadigdzijn.Vijlregelmatigkerven
eninkepingenwegenslijpdemessenindienditnodig
is.Alseenmesbeschadigdofversletenis,moetudit
onmiddellijkvervangendooreenorigineelToromes.
Omhetslijpenenvervangentevergemakkelijken,ishet
handigextramesseninvoorraadtehebben.
Eenversletenofbeschadigdmeskanbrekenen
eenstukvanhetmeskanwordenuitgeworpen
inderichtingvandegebruikerofomstandersen
ernstiglichamelijkofdodelijkletseltoebrengen.
Controleeropgezettetijdenhetmaaimesop
slijtageofbeschadigingen.
Vervangeenversletenofbeschadigdmes.
Vóórcontroleenonderhoudvande
maaimessen
Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
schakeldeaftakasuitenzetderijhendelsinde
parkeerstand.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuit
hetcontact.
Demaaimessencontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Maaimessencontroleren.
1.Controleerdesnijranden(Figuur38).Alsderanden
nietscherpzijnofbramenvertonen,moetude
maaimessenverwijderenenslijpen;zieMaaimessen
slijpen.
2.Controleerdemessen,metnamehetgebogen
deel(Figuur38).Alsubeschadiging,slijtageof
groefvorminginditdeelconstateert(punt3in
Figuur38),moetuhetmesdirectvervangen.
33
Figuur38
1.Snijrand3.Slijtage/groefvorming
2.Gebogendeel
Controleopkrommemessen
1.Zetdemaaihoogtehendelomhooginde
transportstand,maaihoogtestandG(115mm).
2.Draaidemessentotdatdeuiteindeninde
lengterichtingliggen(Figuur39).Meetdeafstand
tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrand,
positieA,vandemessen(Figuur39).Noteerdeze
afstand.
G005277
A
A
A
Figuur39
3.Draaidetegenovergesteldeuiteindenvandemessen
naarvoren.
4.Meetdeafstandtusseneenhorizontaaloppervlak
endesnijrandvandemessenopdezelfdeplaats
alsinbovengenoemdestap2.Hetverschiltussen
deafstandendiezijngemetenbijstap2enstap3,
magnietmeerzijndan3mm.Alsditverschilmeer
bedraagtdan3mm,ishetmeskromenmoethet
wordenvervangen.ZieMaaimessenverwijderenen
Maaimessenmonteren.
Opmerking:Alseenkrommeswordtvervangen
dooreennieuwmesendeverkregenafstandblijft
groterdan3mm,kandemesaswordenverbogen.
Kuntucontactopnemenmeteenerkendedealer
Torovoorservice.
Eenkromofbeschadigdmeskanbrekenenu
ofomstandersernstigletseltoebrengen.
Vervangaltijdeenkromofbeschadigdmes
dooreennieuwmes.
Vijlofmaaknooitscherpeinkepingeninde
snijrandenofhetoppervlakvanhetmes.
Maaimessenverwijderen
Eenmesmoetwordenvervangenalsuvastvoorwerp
heeftgeraakt,ofalshetmesuitbalansofkromis.Om
debesteprestatiesteverkrijgenenerzekervantezijn
datdemachinealtijdveiligkanwordengebruikt,moet
utervervanginguitsluitendorigineleToro-messen
gebruiken.Gebruiktervervangingnooitmessenvan
anderefabrikantenomdatditinstrijdkanzijnmetde
veiligheidsnormen.
Pakhetuiteindevanhetmesvastmeteenlapofeen
dikkehandschoen.Verwijderdemesbout,deklemring,
demesverstevigerenhetmesvandespilas(Figuur40).
Figuur40
1.Wiekvanhetmes4.Mesbout
2.Mes5.Mesversteviger
3.Klemring
Demaaimessenslijpen
1.Gebruikeenvijlomdesnijrandenaanbeide
uiteindenvanhetmesteslijpen(Figuur41).Houd
daarbijdeoorspronkelijkehoekinstand.Hetmes
blijftinbalansalsuvanbeidesnijrandendezelfde
hoeveelheidmateriaalverwijdert.
34
Figuur41
1.Onderoorspronkelijkehoekslijpen
2.Controleerdebalansvanhetmesmeteenmesbalans
(Figuur42).Alshetmeshorizontaalblijft,ishetin
balansengeschiktvoorgebruik.Alshetmesnietin
balansis,moetuwatmetaalafvijlenvanhetuiteinde
vandewiek(Figuur41).Herhaalditindiennodig
totdathetmesinbalansis.
Figuur42
1.Mes2.Mesbalans
Maaimessenmonteren
1.Monteerhetmesopdeas(Figuur40).
Belangrijk:Hetgebogendeelvanhetmesmoet
naardebinnenzijdevandemaaikastwijzenom
eengoedemaaikwaliteittegaranderen.
2.Monteerdemesversteviger,deklemring(hollekant
naarhetmestoe)endemesbout(Figuur40).
3.Draaidemesboutvastmeteentorsievan47–88Nm.
Maaimachinehorizontaal
stellen
Demaaimessenmoetenindwarsrichtinghorizontaal
staan.Controleerdehorizontalestandvanhetmaaidek
telkenswanneeruhetmaaidekmonteertofwanneerhet
maairesultaatonregelmatigis.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Controleerofalvierbandendevoorgeschreven
spanninghebben.Indiennodigmoetudebanden
oppompentotdatzedecorrectespanninghebben;
controleerallebandenenbrengdezeopspanning;
zieBandenspanningcontrolereninhethoofdstuk
Onderhoud.
4.ZetdemaaihoogtehendelinstandD(76mm).
5.Draaihetmaaimes(demaaimessen)voorzichtig
evenwijdig(Figuur43).Alsbeideafstandengroter
zijndan5mm,moetendezewordenbijgesteld;ga
verdermetderestvandezeprocedure.
G005278
1
2
2
3
3
4
4
Figuur43
1.Maaimessenevenwijdig3.Buitenstesnijranden
2.Wiekvanhetmes4.Hiermeten
6.Meetdeafstandtussendebuitenstesnijranden
endevlakkeondergrond(Figuur43).Alsbeide
afstandengroterzijndan5mm,moetendezeworden
bijgesteld;gaverdermetderestvandezeprocedure.
7.Ganaardelinkerkantvandemachine.Draaide
achtersteborgmoeropdeophangbeugellos,maar
verwijderdezeniet(Figuur44).
8.Draaideborgmoeraandezijkantopde
ophangbeugellosgenoegomdeexcentrischeplaat
tekunnenverstellen(Figuur44).Gebruikeen
dopsleutelmeteen3/8inchdopomdeexcentrische
plaatteverstellen.Gebruikdesleutelomdehoogte
vanhetmaaidekintestellenenditopdegewenste
hoogtetezetten.
9.Houdhetmaaidekopdeingesteldestandendraaide
borgmoeraandezijkantopdeophangbeugelvast
omhetmaaidekindenieuwestandvasttezetten
(Figuur44).Draaideachtersteborgmoeropde
ophangbeugellos.
10.Gaverdermethorizontaalstellenvanhetmaaidek
doordeschuinstandtecontroleren;zieSchuinstand
vanhetmaaidek(lengterichting)instellen.
35
3
G005074
1
2
3
4
5
6
Figuur44
1.Ophangbeugel
4.Excentrischeverstelplaat
2.Achtersteborgmoer
5.Gatvoordopsleutel
3.Borgmoeraandezijkant
6.Dopsleutelmet3/8inch
dop
Schuinstandvanhetmaaidek
(lengterichting)instellen
Controleerdeschuinstandvanhetmaaidektelkens
wanneeruditmonteert.Alsdevoorkantvanhet
maaidekmeerdan7,9mmlagerstaatdandeachterkant,
steltudeschuinstandalsvolgtin:
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Controleerofalvierbandendevoorgeschreven
spanninghebben.Indiennodigmoetudebanden
oppompentotdatzedecorrectespanninghebben;
controleerallebandenenbrengdezeopspanning;
zieBandenspanningcontrolereninhethoofdstuk
Onderhoudvanhetaandrijfsysteem.
4.Controleerofdemaaimessenhorizontaalstaanen
steldezebijalsudeinstellingniethebtgecontroleerd;
zieMaaidekhorizontaalstellen.
5.ZetdemaaihoogteopstandD(76mm)en
draaidemessenvoorzichtigrond,zodatzijinde
lengterichtingwijzen(Figuur45).
6.Meetdeafstandtussenderandvanzowelhet
voorstemesalsderandvanhetachterstemestot
hethorizontaleoppervlak(Figuur45).Alsderand
vanhetvoorstemesniet1,6–7,9mmlagerstaatdan
derandvanhetachterstemes,moetudevoorste
borgmoerafstellen.
G005279
3
1
2
3
2
3
Figuur45
1.Messeninlengterichting3.Hiermeten
2.Buitenstesnijranden
7.Omdeschuinstandintestellen,moetudestelmoer
opdevoorkantvanhetmaaidekdraaien(Figuur46).
Figuur46
1.Stelstang
3.Borgmoer
2.Stelblok
36
8.Omdevoorkantvanhetmaaidekhogertezetten,
draaitudestelmoervaster.Omdevoorkantvanhet
maaideklagertezetten,draaitudestelmoerlosser.
9.Nadeafstellingmoetudeschuimstandvanhet
maaideknogmaalscontroleren.Steldemoernet
zolangbijtotdathetuiteindevanhetvoorstemes
1,6–7,9mmlagerstaatdanhetuiteindevanhet
achterstemes(Figuur45).
10.Alsdeschuinstandcorrectis,moetunogmaals
controlerenofhetmaaidekhorizontaalstaat;zie
Maaidekhorizontaalstellen.
Maaidekverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Zetdemaaihoogtehendelindelaagstestand.
4.VerwijderdeR-penendegaffelpenuitdegaffelsvan
devoorstesteunstang(Figuur47).Laatdevoorkant
vanhetmaaidekvoorzichtigneeropdegrond.
Figuur47
1.Voorstesteunstang
3.R-penengaffelpen
2.Borgmoer
5.Hefhetmaaidekendeophangbeugelsopvande
achterstehefstangenlaathetmaaidekvoorzichtig
neeropdegrond(Figuur48).
2
2
3
G005077
1
2
2
3
Figuur48
1.Maaidek
3.Achterstehefstang
2.Ophangbeugel
6.Schuifhetmaaideknaarachterenomdedrijfriem
vanhetmaaidekteverwijderenvandemotorpoelie.
7.Schuifhetmaaidekwegvanonderdemachine.
Opmerking:Bewaaralleonderdelenvoorlatere
montage.
Onderhouddrijfriemvan
maaidek
Riemencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—De
riemenopslijtage/scheurtjes
controleren.
Controleerderiemenopscheuren,gerafelderanden,
schroeiplekkenofandereschade.Vervangbeschadigde
riemen.
Drijfriemvanmaaidekvervangen
Tekenendateenriemaanhetslijtenis,zijn:gieren
tijdenshetdraaienvanderiem,slippenvandemessen
tijdenshetmaaien,gerafelderanden,schroeiplekkenen
scheuren.Vervangderiemalsudezezakenconstateert.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
37
3.ZetdemaaihoogteopstandA38mm.
4.Verwijderdedrijfriemkappenopdebuitensteassen.
5.Trekdespanpoelieinderichtingdiewordt
aangegeveninFiguur49,enverwijderderiemvan
depoelies.
Deveerisonderspanninggemonteerdenkan
lichamelijkletselveroorzaken.
Weesvoorzichtigalsuderiemverwijdert.
G005191
1
2
3
3
4
5
Figuur49
1.Spanpoelie
4.Veer
2.Drijfriemvanmaaidek
5.Motorpoelie
3.Buitenstepoelie
6.Legdenieuweriemronddemotorpoelieende
poeliesvanhetmaaidek(Figuur49).
7.Trekdespanpoelieinderichtingdiewordt
aangegeveninFiguur49,enlaatderiemoverde
spanpoelielopen(Figuur49).
8.Monteerdedrijfriemkappenopdebuitensteassen.
Maaidekmonteren
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Schuifhetmaaidekonderdemachine.
4.Zetdemaaihoogtehendelindelaagstestand.
5.Hefdeachterkantvanhetmaaidekopenleid
deophangbeugelsoverdeachterstehefstang
(Figuur48).
6.Bevestigdevoorstesteunstangaanhetmaaidekmet
degaffelpenendeR-pen(Figuur47).
7.Monteerdedrijfriemvanhetmaaidekopde
motorpoelie;zieDrijfriemvanmaaidekvervangen.
Grasgeleidervervangen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerdegrasgeleider
opschade.
Alseenuitwerpopeningnietisafgesloten,kan
hetmaaidekvoorwerpeninderichtingvande
bestuurderofomstanderswerpen.Ditkan
ernstigletselveroorzaken.Daarnaastkuntu
ookincontactkomenmethetmes.
Gebruikdemachinenooitzonderdatde
grasgeleider,deuitworpafsluiterofhet
grasopvangsysteemisgemonteerd.
Controleervóórelkgebruikdegrasgeleideropschade.
Vervangvóórgebruikbeschadigdelterelementen.
1.Ganaardeonderdelendiewordengetoondin
Figuur50.
2.Verwijderdemoer(3/8inch)vandestangonder
hetmaaidek(Figuur50).
G005192
1
2
3
4
5
6
7
Figuur50
1.Maaidek
5.Stang
2.Grasgeleider6.Moer,3/8inch
3.Beugelvangrasgeleider
7.Korteafstandhouder
4.Veer
3.Schuifdestanguitdekorteafstandhouder,inwendige
borgring,veerengrasgeleider(Figuur50).Verwijder
eenbeschadigdeofversletengrasgeleider.
4.Plaatsdegrasgeleiderendeinwendigeborgring
terug(Figuur50).
38
5.Schuifdestandbijhetrechteuiteindedoorachterste
beugelvandegrasgeleider.
6.Plaatsdeveeropdestang,metdeeinddraden
omlaag,tussendebeugelsvandegrasgeleider.Schuif
destangdoordetweedebeugelvandegrasgeleider
endebinnensteborgring(Figuur50).
7.Steekdestangaandevoorkantvandegrasgeleiderin
dekorteafstandhouderophetmaaidek.Bevestighet
achtersteuiteindevandestanginhetmaaidekmet
eenmoer(3/8inch)(Figuur50).
Belangrijk:Degrasgeleidermoetonder
veerspanningomlaagwordengehouden.Tilde
grasgeleideromhoogomtecontrolerenofdeze
volledigomlaagklapt.
Reiniging
Onderkantvanmaaimachine
wassen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Maaikastreinigen.
Doordeonderkantvanhetmaaideknaelkgebruik
schoontespoelen,voorkomtudaterzichgras
opeenhoopt.Hierdoorwordtgrasbeterjngemaakten
hetmaaiselbeterverstrooid.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Zetderijhendelsnaarbuitenindeparkeerstand,
schakeldemotoruit,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenalvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Bevestigdeslangkoppelingaandewasaansluiting
vandemaaimachineendraaidewaterkraanhelemaal
open(Figuur51).
Opmerking:SmeerpetrolatumopdeO-ringvan
dewasaansluitingomdekoppelinggemakkelijkerte
bevestigenendeO-ringtebeschermen.
Figuur51
1.Wasaansluiting
3.O-ring
2.Slang4.Snelkoppeling
4.Zethetmaaidekindelaagstemaaistand.
5.Neemplaatsopdebestuurdersstoelenstartde
motor.Schakeldeaftakasinenlaatdemachineéén
totdrieminutenlopen.
6.Schakeldeaftakasuit,zetdemotorafenhaal
hetsleuteltjeuithetcontact.Wachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen.
7.Draaidekraandichtenmaakdesnelkoppelinglos
vandewasaansluiting.
39
Opmerking:Alsdemaaimachinenaéénwasbeurt
nietschoonis,moetudeze30minutenlaten
inweken.Herhaaldaarnadezeprocedure.
8.Laatdemotoropnieuwéénàdrieminutenlopenom
hetovertolligwaterteverwijderen.
Eengebrokenofontbrekendewasaansluiting
kanvoorwerpenuitwerpenofcontactmet
hetmaaimesveroorzaken,waardooruen
anderenletselkunnenoplopen.Contactmet
hetmaaimesofuitgeworpenvoorwerpen
kanernstiglichamelijkofdodelijkletsel
veroorzaken.
Eengebrokenofontbrekende
wasaansluitingmoetdirectworden
vervangen,voordatudemachineopnieuw
gebruikt.
Steeknooituwhandenofvoetenonderde
machineofdooropeningenindemachine.
Stalling
Reinigingenstalling
1.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsnaarbuiten
indeparkeerstand,zetdemotorafenverwijderhet
contactsleuteltje.
2.Maaisel,vuilenvetvandebuitenkantvandegehele
machineverwijderen,metnamevandemotor.
Vuilenkafvandebuitenkantvandecilinder,de
koelribbenvandecilinderkopenhetventilatorhuis
verwijderen.
Belangrijk:Ukuntdemachinemeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen.Was
demachinenooitmeteenhogedrukreiniger.
Gebruiknietteveelwater,vooralnietinde
buurtvanhetbedieningspaneel,demotor,de
hydraulischepompenendeaccu.
3.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlterinhethoofdstuk
Onderhoud.
4.Smeerenoliedemachine;ziehethoofdstukSmering.
5.Verversdeolieenvervanghetlter;zieMotoroliepeil
controlereninhethoofdstukMotoronderhoud.
6.Controleerdebandenspanning;zieBandenspanning
controlereninhethoofdstukOnderhoudvanhet
aandrijfsysteem.
7.Laaddeaccuop;zieOnderhoudvandeaccuinhet
hoofdstukOnderhoudvanhetelektrischesysteem.
8.Controleerdeconditievandemaaimessen,zie
Onderhoudvandemaaimesseninhethoofdstuk
onderhoudvanhetmaaidek.
9.Wanneerdemachinelangerdan30dagennietwordt
gebruikt,moetdezewordenvoorbereidopstalling.
Demachinewordtalsvolgtvoorbereidopstalling.
10.Voegeenstabilizer/conditioneropaardoliebasis
toeaandebrandstofindetank.Volgde
mengvoorschriftenvandefabrikantvandestabilizer
op.Gebruikgeenstabilizeropalcoholbasis(ethanol
ofmethanol).
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthetbest
alshetmetversebenzinewordtvermengdenaltijd
wordtgebruikt.
Laatdemotorvijfminutenlopenomdebrandstof
metdetoegevoegdestabilizer/conditionerdoorhet
brandstofsysteemteverspreiden.
Zetdemotoraf,laatdezeafkoelenentapde
brandstoftankaf;zieBrandstoftankaftappeninhet
hoofdstukOnderhoudvanhetbrandstofsysteem.
40
Motoropnieuwstartenenlatenlopentotdatdeze
afslaat.
Chokedemotor.Startdemotorenlaatdezelopen
totdatdemotornietmeerstart.
Umoetbrandstofopdejuistewijzeafvoeren.
Verwerkdezeovereenkomstigdeplaatselijkgeldende
voorschriften.
Belangrijk:Benzinewaaraan
stabilizer/conditioneristoegevoegd,niet
langerdan30dagenbewaren.
11.Verwijderdebougie(s)encontroleerdetoestand
ervan;zieBougiesvervangeninhethoofdstuk
Motoronderhoud.Nadatdebougie(s)uitdecilinder
is(zijn)verwijderd,gietutweeeetlepelsmotoroliein
hetbougiegat.Gebruikdestartmotoromdemotor
telatendraaienenzodeolieoverdecilinderwandte
verspreiden.Monteerdebougie(s).Debougiekabel
nietopdebougie(s)drukken.
12.Verwijdervuilenmaaiselvandebovenkantvanhet
maaidek.
13.Schraapdikaangekoektgrasenvuilvandeonderkant
vandemaaimachine.Spoelvervolgensdemachine
schoonmeteentuinslang.
14.Controleerdeconditievanderiemenvande
aandrijvingenhetmaaidek.
15.Controleerallebouten,schroevenenmoerenen
draaidezevast.Versletenofbeschadigdedelen
reparerenofvervangen.
16.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelakbij.
BijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkendeService
Dealer.
17.Staldemachineineenschone,drogegarageof
opslagruimte.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontact
enbewaardezeopeenplaatsdieumakkelijk
kuntonthouden.Dekdemachineafomdezete
beschermenenschoontehouden.
41
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.2.Hetcarterbijvullenmetolie.
3.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
hetventilatorhuisvandemotorzijn
verstopt.
3.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
4.Hetluchtlterisvuil.4.Hetluchtlterelementreinigenof
vervangen.
Demotorraaktoververhit.
5.Vuil,waterofoudebrandstofin
brandstofsysteem.
5.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Deaftakasisingeschakeld.1.Aftakasuitschakelen.
2.Derijhendelsstaannietinde
parkeerstand.
2.Derijhendelsindeparkeerstand
zetten.
3.Debestuurderzitnietopde
bestuurdersstoel.
3.Plaatsnemenopdebestuurdersstoel.
4.Deaccuisleeg.4.Accuopladen.
5.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
5.Controlerenofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
6.Eenvandezekeringenisdoorgebrand.6.Dezekeringvervangen.
Destartmotorslaatnietaan.
7.Eenvanderelaisofschakelaarsis
defect.
7.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Debrandstoftankisleeg.1.Debrandstoftankvullen.
2.DechokestaatnietopAAN.2.Dechokeknopuittrekken.
3.Hetluchtlterisvuil.3.Hetluchtlterelementreinigenof
vervangen.
4.Debougiekabel(s)losofniet
aangesloten.
4.Debougiekabel(s)opdebougie
monteren.
5.Debougie(s)is(zijn)aangetast,vuil,
ofdeelektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Nieuwebougie(s)meteencorrect
afgesteldeelektrodenafstand
monteren.
6.Erzitvuilinhetbrandstoflter.6.Brandstofltervervangen.
7.Vuil,waterofoudebrandstofin
brandstofsysteem.
7.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
8.Verkeerdebrandstofindetank.8.Brandstoftankaftappenenvullenmet
hetjuistetypebrandstof.
Demotorstartniet,startmoeilijkofslaat
af.
9.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.9.Hetcarterbijvullenmetolie.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetluchtlterisvuil.2.Hetluchtlterelementreinigen.
3.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.3.Hetcarterbijvullenmetolie.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
hetventilatorhuisvandemotorzijn
verstopt.
4.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
5.Debougie(s)is(zijn)aangetast,vuil,
ofdeelektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Nieuwebougie(s)meteencorrect
afgesteldeelektrodenafstand
monteren.
6.Deventilatieopeningindedopvande
brandstoftankisverstopt.
6.Deventilatieopeningindedopvande
brandstoftankontstoppen.
7.Erzitvuilinhetbrandstoflter.7.Brandstofltervervangen.
8.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
8.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
Demotorverliestvermogen.
9.Verkeerdebrandstofindetank.9.Brandstoftankaftappenenvullenmet
hetjuistetypebrandstof.
42
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Deomloopkleppenzijnopen.
1.Sluitdesleepkleppen.
2.Detractieriemenzijnversleten,losof
stuk.
2.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
3.Detractieriemenzittennietopde
poelies.
3.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
Demachinedrijftnietaan.
4.Detransmissieisuitgevallen.4.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
1.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
2.Demotorpoelie,spanpoelieof
mespoeliezitlos.
2.Desbetreffendepoelievastzetten.
3.Demotorpoelieisbeschadigd.3.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
4.Hetmaaimes(demaaimessen)is(zijn)
verbogenofnietinbalans.
4.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
5.Eenbevestigingsboutvaneen
maaimeszitlos.
5.Debevestigingsboutvanhetmaaimes
vastdraaien.
Demachinetriltabnormaal.
6.Mesasverbogen.6.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Maaimes(sen)bot.1.Mes(sen)slijpen.
2.Maaimes(sen)verbogenofnietin
balans.
2.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
3.Hetmaaidekstaatniethorizontaal.3.Maaidekhorizontaalstelleneninde
correcteschuinstandstellen.
4.Eenantiscalpeerwielisnietcorrect
afgesteld.
4.Hoogtevanantiscalpeerwielafstellen.
5.Deonderkantvanhetmaaidekisvuil.
5.Onderkantvanhetmaaidek
schoonmaken.
6.Debandenspanningisnietcorrect.6.Bandenopjuistespanningbrengen.
Onregelmatigemaaihoogte.
7.Mesasverbogen.7.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Detractieriemisversleten,losofstuk.1.Eennieuwedrijfriemmonteren.
2.Dedrijfriemzitnietopdepoelie.2.Drijfriemmonterenenassenen
riemgeleidersopjuistestand
controleren.
Messendraaienniet.
3.Dedrijfriemvanhetmaaidekis
versleten,losofstuk.
3.Eennieuwedrijfriemmonteren.
43
Schema's
Installatieschema(Rev.A)
44
Opmerkingen:
45
Opmerkingen:
46
International Distributor List—Consumer Products
Distributor:
Country:
Phone Number:
Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt Turkey
90 216 344 86 74
Balama Prima Engineering Equip
Hong Kong 852 2155 2163
B-Ray Corporation
Korea 82 32 551 2076
Casco Sales Company
Puerto Rico
787 788 8383
Ceres S.A
Costa Rica
506 239 1138
CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd
Sri Lanka
94 11 2746100
Cyril Johnston & Co Nothern Ireland
44 2890 813 121
Equiver Mexico
52 55 539 95444
Femco S.A.
Guatemala
502 442 3277
G.Y.K. Company ltd.
Japan
81 726 325 861
Geomechaniki of Athens
Greece 30 10 935 0054
Guandong Golden Star China
86 20 876 51338
Hako Gorund and Garden Sweden
46 35 10 0000
Hydroturf Int. Co Dubai United Arab Emirates
97 14 347 9479
Hydroturf Egypt LLC
Egypt
202 519 4308
Ibea S.p.A. Italy
39 0331 853611
Irriamc
Portugal
351 21 238 8260
Jean Heybroek b.v. Netherlands
31 30 639 4611
Lely (U.K. ) Limited
United Kingdom
44 1480 226 800
Maquiver S.A.
Colombia
57 1 236 4079
Maruyama Mfg. Co. Inc.
Japan
81 3 3252 2285
Metra Kft
Hungary
36 1 326 3880
Mounteld a.s. Czech Republic
420 255 704 220
Munditol S.A.
Argentina
54 11 4 821 9999
Oslinger Turf Equipment SA Ecuador
593 4 239 6970
Oy Hako Ground and Garden Ab Finland
358 987 00733
Parkland Products Ltd New Zealand
64 3 34 93760
Prochaska & Cie
Austria
43 1 278 5100
RT Cohen 2004 Ltd Israel
972 986 17979
Riversa Spain
34 9 52 83 7500
Roth Motorgerate GmBh & Co
Germany 49 7144 2050
Sc Svend Carlsen A/S Denmark
45 66 109 200
Solvert S.A.S
France
33 1 30 81 77 00
Spypros Stavrinides Limited
Cyprus 357 22 434131
Surge Systems India Limited India
91 1 292299901
T-Markt Logistics Ltd
Hungary
36 26 525 500
Toro Australia Australia
61 3 9580 7355
Toro Europe BVBA
Belgium
32 14 562 960
374-0102 Rev A
Toro Warranty
Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt
The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty
Company, geven de oorspronkelijke koper* krachtens een overeenkomst tussen
beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle Toro producten die worden
gebruikt voor normale huiselijke doeleinden*, te zullen repareren als deze
materiaalgebreken en fabricagefouten vertonen. De volgende perioden zijn van
toepassing vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop:
Producten
Garantieperiode
Motorgazonmaaiers 2 jaar garantie
Riders
2 jaar garantie
Gazon - & Tuintractoren
2 jaar garantie
Elektrische trimmers en bladblazers
2 jaar garantie
Sneeuwruimers
2 jaar garantie
Zero Turn maaiers
2 jaar garantie
* “Oorspronkelijke koper": de persoon die het Toro product oorspronkelijk
heeft gekocht.
* “Normale huiselijke doeleinden”: gebruik van het product op het terrein dat bij
uw huis hoort. Gebruik op meerdere locaties wordt beschouwd als commercieel
gebruik. Hierop is de garantie voor commercieel gebruik van toepassing.
Garantie voor commercieel gebruik
Toro Op consumentenproducten en werktuigen die worden gebruikt voor
commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt garantie
verleend tegen materiaalgebreken en fabricagefouten gedurende de volgende
perioden vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop:
Producten
Garantieperiode
Motorgazonmaaiers
90 dagen garantie
Riders
90 dagen garantie
Gazon - & Tuintractoren
90 dagen garantie
Elektrische trimmers en bladblazers
90 dagen garantie
Sneeuwruimers
90 dagen garantie
Zero Turn maaiers
45 dagen garantie
Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice
Als u van mening bent dat een Toro product materiaalgebreken of
fabricagefouten vertoont, moet u deze procedure volgen:
1. Neem contact op met de verkoper om het product te laten nakijken of
te repareren. Als u om enige reden geen contact met de verkoper kunt
opnemen, kunt u zich in verbinding stellen met een Erkende Service Dealer
om het product door deze te laten nakijken of te repareren..
2. Breng het product met uw aankoopbewijs (kwitantie) naar de verkoper
of de Service Dealer.
Als u om enige reden ontevreden bent over het onderzoek van de Service
Dealer of de verleende hulp, verzoeken wij u contact op te nemen met deToro
importeur of met ons op:
Customer Care Department, Consumer Division
Toro Warranty Company
8111 Lyndale Avenue South
Bloomington, MN 55420 -1196
Manager: Technical Product Support: 001 -952 -887 -8248
Zie bijgevoegde lijst met dealers
Plichten van de eigenaar
U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de
gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of
dit wordt uitgevoerd door de dealer of uzelf.
Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen
Buiten deze expliciete garantie vallen:
Kosten van gewoon onderhoud of onderdelen, zoals lters, brandstof,
smeermiddelen, afstelling van onderdelen, slijpen van maaimessen,
afstelling van de rem en de koppeling.
Elk product of onderdeel dat is veranderd of verkeerd is gebruikt of moet
worden vervangen of worden gerepareerd als gevolg van normale slijtage,
ongelukken of gebrekkig onderhoud.
Reparatie die noodzakelijk is omdat de verkeerde brandstof, is gebruikt, vuil
in het brandstofsysteem is terechtgekomen of het brandstofsysteem niet
goed is voorbereid op een periode van buitengebruikstelling van langer
dan drie maanden.
Motor en transmissie. Deze vallen onder de toepasselijke fabrieksgarantie
met aparte algemene voorwaarden.
Alle reparatiewerkzaamheden die onder deze garantie vallen, moeten worden
uitgevoerd door een Erkende Toro Service Dealer, waarbij Toro goedgekeurde
vervangingsonderdelen dienen te worden gebruikt.
Algemene voorwaarden
De koper wordt beschermd door de nationale wetgeving van elk land. De
rechten waarover de koper beschikt op grond van deze wetgeving, worden niet
beperkt door deze garantie.
374 -0112 Rev A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Toro TimeCutter Z5020 Riding Mower Handleiding

Type
Handleiding