Wacker Neuson EH 50/230 28x160 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedieningshandleiding
Elektrische breekhamer
EH 50
11.2013
5100005269
nl / 003
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG
Preußenstraße 41
80809 München
www.wackerneuson.com
Tel.: +49-(0)89-354 02-0
Fax: +49-(0)89-354 02-390
Vertaling van de Duitstalige originele bedieningshandleiding
5100005269IVZ.fm 3
1 Voorwoord .................................................................................................................5
2 Inleiding .....................................................................................................................6
2.1 Weergavemiddelen in deze bedieningshandleiding....................................................... 6
2.2 Wacker Neuson contactpersoon.................................................................................... 7
2.3 Beschreven apparaattypen ............................................................................................ 7
2.4 Markering van het apparaat ........................................................................................... 8
3 Veiligheid ................................................................................................................... 9
3.1 Beginsel ......................................................................................................................... 9
3.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel .................................................................... 12
3.3 Beschermuitrusting ...................................................................................................... 13
3.4 Transport...................................................................................................................... 14
3.5 Bedrijfsveiligheid .......................................................................................................... 14
3.6 Veiligheid bij de werking van handapparaten............................................................... 17
3.7 Veiligheid bij de werking van elektrische apparaten .................................................... 17
3.8 Onderhoud ................................................................................................................... 19
4 Veiligheids- en aanwijsstickers .............................................................................20
5 Inhoud van het pakket ............................................................................................ 21
6 Opbouw en functie ..................................................................................................22
6.1 Toepassingsgebied...................................................................................................... 22
6.2 Werking........................................................................................................................ 22
7 Componenten en bedieningselementen ...............................................................23
8 Transport ................................................................................................................. 24
9 Bediening en gebruik ............................................................................................. 25
9.1 Voorafgaand aan inbedrijfname................................................................................... 25
9.2 Gereedschap wisselen................................................................................................. 25
9.3 In bedrijf stellen............................................................................................................ 27
9.4 Apparaat inschakelen................................................................................................... 28
9.5 Buiten werking stellen .................................................................................................. 29
10 Onderhoud ...............................................................................................................30
10.1 Kwalificatie van het onderhoudspersoneel................................................................... 30
10.2 Onderhoudsplan........................................................................................................... 31
10.3 Onderhoudswerkzaamheden....................................................................................... 32
10.3.1 Visuele controle op beschadiging ................................................................... 32
10.3.2 Apparaat reinigen............................................................................................ 32
10.3.3 Apparaat smeren............................................................................................. 33
10.3.4 Gereedschaphouder controleren op slijtage ................................................... 33
Inhalt
4
5100005269IVZ.fm
11 Storingen verhelpen ...............................................................................................34
12 Afvoer ....................................................................................................................... 35
12.1 Afvoer van oude elektrische en elektronische apparaten............................................. 35
13 Toebehoren ............................................................................................................. 36
13.1 Transportwagen............................................................................................................ 36
14 Technische gegevens ............................................................................................. 38
14.1 Verlengkabel................................................................................................................. 40
15 Verklarende woordenlijst ....................................................................................... 41
EU - conformiteitverklaring .................................................................................... 43
DIN EN ISO 9001 Zertifikat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
1 Voorwoord
100_0000_0002.fm 5
1 Voorwoord
In deze bedieningshandleiding staat informatie en worden procedures beschre-
ven voor het veilig gebruik en onderhoud van het Wacker Neuson apparaat. Voor
uw eigen veiligheid en om letsel te voorkomen moet u de veiligheidsvoorschriften
goed doorlezen, zodat u ermee vertrouwd raakt en ze op ieder moment in acht
kunt nemen.
Deze bedieningshandleiding geeft geen informatie over omvangrijke onder-
houds- of reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moeten door
de Wacker Neuson service of door erkende deskundigen worden uitgevoerd.
Bij de productie van het apparaat is veel waarde gehecht aan de veiligheid van
de bediener. Ondeskundige bediening of onderhoud niet conform de voorschrif-
ten kunnen echter gevaar veroorzaken. Bediening en onderhoud van het
Wacker Neuson apparaat moeten volgens de aanwijzingen in deze bedienings-
handleiding worden uitgevoerd. Hierdoor is een storingsvrije werking en een
hoge beschikbaarheid van het apparaat gegarandeerd.
Defecte onderdelen van het apparaat moeten meteen worden vervangen!
Bij vragen over de bediening of het onderhoud kunt u contact opnemen met uw
contactpersoon bij Wacker Neuson.
Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder het recht van reproductie en ver-
spreiding.
Copyright 2013 Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG
Deze bedieningshandleiding mag uitsluitend met voorafgaande uitdrukkelijke en
schriftelijke toestemming van Wacker Neuson worden gereproduceerd, bewerkt,
gekopieerd of verspreid worden. Dit geldt ook voor delen ervan.
Iedere reproductie, verspreiding of opslag op informatiedragers in welke vorm
dan ook, zonder de toestemming van Wacker Neuson, is een overtreding van het
geldende copyright en zal gerechtelijk worden vervolgd.
Wij behouden ons uitdrukkelijk voor, technische wijzigingen uit te voeren voor de
verbetering van onze apparaten of verhoging van de veiligheidsstandaard, ook
zonder voorafgaande aankondiging.
2 Inleiding
6
100_0000_0003.fm
2 Inleiding
2.1 Weergavemiddelen in deze bedieningshandleiding
Waarschuwingssymbolen
Deze bedieningshandleiding bevat veiligheidsvoorschriften in de volgende cate-
gorieën:
GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP.
Deze voorschriften moeten in acht genomen worden om het gevaar voor dood
of verwonding van de bediener, materiële schade of niet-deskundige service uit
te sluiten.
Aanwijzingen
Aanwijzing:Hier krijgt u aanvullende informatie.
GEVAAR
Deze waarschuwing duidt op onmiddellijk dreigen gevaren die de dood of ern-
stig letsel veroorzaken.
X Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
WAARSCHUWING
Deze waarschuwing duidt op mogelijke gevaren die kunnen resulteren in ern-
stig letsel of de dood.
X Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
VOORZICHTIG
Deze waarschuwing duidt op mogelijk gevaren die kunnen resulteren in minder
ernstig letsel.
X Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
LET OP
Deze waarschuwing duidt op mogelijke gevaren die kunnen resulteren in mate-
riële schade.
X Met de genoemde maatregelen kunt u het gevaar voorkomen.
2 Inleiding
100_0000_0003.fm 7
Handelingsaanwijzing
X Dit symbool betekent dat u iets moet doen.
1. Genummerde handelingsaanwijzingen geven aan dat u iets in de aangege-
ven volgorde moet doen.
Dit symbool wordt gebruikt bij opsommingen.
2.2 Wacker Neuson contactpersoon
Uw contactpersoon bij Wacker Neuson is, al naargelang het land, uw Wacker
Neuson Service, uw Wacker Neuson dochteronderneming of uw Wacker
Neuson verkoper.
Adressen vindt u op het Internet onder www.wackerneuson.com.
Het adres van de fabrikant vindt u aan het begin in deze bedieningshandleiding.
2.3 Beschreven apparaattypen
Deze bedieningshandleiding geldt voor verschillende apparaattypen uit één pro-
ductreeks. Daardoor kunnen afbeeldingen iets afwijken van het uiterlijk van uw
apparaat. Bovendien kunnen er componenten worden beschreven die geen deel
uitmaken van uw apparaat.
Gedetailleerde informatie over de beschreven apparaattypen vindt u in het
hoofdstuk Technische gegevens.
2 Inleiding
8
100_0000_0003.fm
2.4 Markering van het apparaat
Gegevens van het typeplaatje
Het typeplaatje bevat gegevens die uw apparaat ondubbelzinnig identificeren.
Deze gegevens zijn voor de bestelling van reserveonderdelen en bij technische
vragen vereist.
X Noteer de gegevens van uw apparaat in de volgende tabel:
Pos. Benaming Uw gegevens
1 Groep en type
2 Bouwjaar
3 Machine-nr.
4 Versie-nr.
5 Artikel-nr.
3 Veiligheid
100_0301_si_0001.fm 9
3 Veiligheid
3.1 Beginsel
Stand van de techniek
Het apparaat is vervaardigd op basis van de nieuwste stand van de techniek en
de erkende veiligheidstechnische regelgeving. Desondanks kan ondeskundig
gebruik gevaar opleveren voor lijf en leven van de gebruiker of derden of een ne-
gatieve invloed hebben op het apparaat en andere materiële zaken.
Gebruik in overeenstemming met de bestemming
Het apparaat mag uitsluitend voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Losbreken van beton en asfalt en rotsachtige grond.
Afbreken van beton, muren en andere bouwstoffen, doorgroeide en bevroren
grond.
Openbreken van straten en beton, asfalt, teer en hout- en steenplaveisel.
Afsteken van klei, leem, turf en zouten.
Verkleinen van vastgereden of verdichte grond.
In de grond rammen van palen, sondes en aardingspennen.
Ondervullen van dwarsliggers in de railbouw.
Het apparaat mag alleen met gereedschap gebruikt worden dat voor het appa-
raat en het te bewerken materiaal bestemd is.
Het apparaat mag niet voor de volgende doeleinden worden gebruikt:
Bewerken van materialen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, bijv. asbest.
Tot het gebruik in overeenstemming met de bestemming hoort ook het in acht
nemen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding, alsmede het in
acht nemen van de voorgeschreven service- en onderhoudsaanwijzingen.
Elke ander of verdergaand gebruik geldt als niet in overeenstemming zijnde met
de bestemming. Voor hieruit resulterende schade vervallen de aansprakelijkheid
en de garantie van de fabrikant. Het risico komt volledig voor rekening van de
bediener.
3 Veiligheid
10
100_0301_si_0001.fm
Constructieve wijzigingen
Voer in geen geval constructieve wijzigingen uit zonder schriftelijke toestemming
van de fabrikant. U brengt daardoor uw veiligheid en die van andere personen in
gevaar! Bovendien vervallen de aansprakelijkheid en de garantie van de fabri-
kant.
Er is vooral sprake van constructieve wijzigingen in de volgende gevallen:
Openen van het apparaat en het permanent verwijderen van onderdelen, die
van Wacker Neuson afkomstig zijn.
Inbouwen van nieuwe onderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig
zijn of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderde-
len.
Aanbouwen van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Reserveonderdelen die van Wacker Neuson afkomstig zijn kunt u zondermeer
monteren.
Toebehoren die voor uw apparaat verkrijgbaar zijn in het Wacker Neuson lever-
programma, kunt u zondermeer monteren. Volg daarbij de montagevoorschriften
uit deze bedieningshandleiding.
Boor niet in de behuizing om bijv. borden aan te brengen. Er kan water in de be-
huizing binnendringen, waardoor het apparaat beschadigd raakt.
Voorwaarden voor bedrijf
De storingsvrije en veilige werking van het apparaat hangt af van de volgende
voorwaarden:
Vakkundig transport, opslag, opstelling.
Zorgvuldige bediening.
Zorgvuldig onderhoud.
Bediening
Bedien het apparaat uitsluitend in overeenstemming met de bestemming en in
technisch perfecte toestand.
Bedien het apparaat uitsluitend bewust van de veiligheid en de gevaren terwijl
alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Verander of omzeil de veilig-
heidsvoorzieningen niet.
Controleer voorafgaand aan de werkzaamheden of de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen naar behoren werken.
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
3 Veiligheid
100_0301_si_0001.fm 11
Onderhoud
Voor een storingsvrije en langdurige werking van het apparaat zijn regelmatige
onderhoudswerkzaamheden vereist. Gebrekkig onderhoud vermindert de veilig-
heid van het apparaat.
Neem altijd de voorgeschreven onderhoudsintervallen in acht.
Gebruik het apparaat niet wanneer onderhoud of reparatie noodzakelijk is.
Storingen
Bij functiestoringen moet u het apparaat onmiddellijk uitschakelen en beveiligen.
Verhelp storingen die de veiligheid nadelig kunnen beïnvloeden onverwijld!
Laat beschadigde of defecte componenten onmiddellijk vervangen!
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Storingen verhelpen.
Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik alleen reserveonderdelen van Wacker Neuson of onderdelen die gelijk-
waardig zijn met de originele delen wat betreft constructie en kwaliteit.
Gebruik alleen toebehoren van Wacker Neuson.
Bij het niet opvolgen hiervan vervalt iedere aansprakelijkheid.
Uitsluiting van aansprakelijkheid
In de volgende gevallen wijst Wacker Neuson elke aansprakelijkheid voor per-
soonlijk letsel en materiële schade af:
Constructieve wijzigingen.
Gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming.
Niet-naleven van deze bedieningshandleiding.
Ondeskundige behandeling.
Gebruik van reserveonderdelen, die niet van Wacker Neuson afkomstig zijn
of niet constructief of kwalitatief gelijkwaardig zijn aan originele onderdelen.
Gebruik van toebehoren, dat niet van Wacker Neuson afkomstig is.
Bedieningshandleiding
Bewaar de bedieningshandleiding altijd binnen handbereik bij het apparaat of op
de plaats waar het apparaat wordt gebruikt.
Mocht u de bedieningshandleiding kwijtraken of nog een exemplaar nodig heb-
ben, neem dan contact op met uw Wacker Neuson contactpersoon of download
de bedieningshandleiding van het Internet (www.wackerneuson.com).
Geef deze bedieningshandleiding aan elke andere bediener of volgende eige-
naar van het apparaat.
3 Veiligheid
12
100_0301_si_0001.fm
Landspecifieke voorschriften
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspre-
ventie en milieubescherming in acht, bijv. de omgang met gevaarlijke stoffen of
het dragen van een persoonlijke beschermingsuitrusting.
Vul deze bedieningshandleiding aan met verdere aanwijzingen voor het in acht
nemen van bedrijfs-, overheids-, landelijke of algemene veiligheidsrichtlijnen.
Bedieningselementen
Houd de bedieningselementen van het apparaat altijd droog, schoon en vrij van
vet en olie.
Bedieningselementen, zoals bijv. aan/uitschakelaar, gashendels etc. mogen niet
ongeloorloofd geâretteerd, gemanipuleerd of veranderd worden.
Op schade controleren
Controleer minstens één keer per dienst het uitgeschakelde apparaat op uiterlijk
zichtbare schade en gebreken.
Gebruik het apparaat niet wanneer er beschadigingen of gebreken zichtbaar
zijn.
Laat beschadigingen en gebreken onverwijld herstellen.
3.2 Kwalificatie van het bedieningspersoneel
Kwalificatie van de bediener
Het apparaat mag alleen door opgeleid personeel in werking gesteld en bediend
worden. Bovendien gelden de volgende voorwaarden:
U bent lichamelijk en geestelijk geschikt.
U bent opgeleid voor het zelfstandig bedienen van het apparaat.
U bent opgeleid in het gebruik in overeenstemming met de bestemming van
het apparaat.
U bent vertrouwd met de noodzakelijke veiligheidsinrichtingen.
U bent bevoegd om apparaten en systemen volgens de normen van de vei-
ligheidstechniek zelfstandig in bedrijf te stellen.
U moet door de ondernemer of exploitant zijn aangewezen voor het zelfstan-
dig werken met het apparaat.
Foutieve bediening
Bij foutieve bediening, misbruik of bediening door ongeschoold personeel dreigt
er gevaar voor de gezondheid van de bediener of derden en voor het apparaat
of andere materiële zaken.
3 Veiligheid
100_0301_si_0001.fm 13
Plichten van de exploitant
De exploitant moet de bedieningshandleiding beschikbaar stellen aan de bedie-
ner en zich ervan vergewissen dat de bediener deze heeft gelezen en begrepen.
Aanbevelingen voor het werk
Volg a.u.b. de volgende aanbevelingen op:
Werk uitsluitend in een goede lichamelijke toestand.
Werk geconcentreerd, vooral tegen het einde van de werktijd.
Werk niet met het apparaat als u moe bent.
Voer alle werkzaamheden rustig, behoedzaam en voorzichtig uit.
Werk nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen. Uw zichtvermo-
gen, uw reactievermogen en uw oordeelsvermogen kunnen hierdoor worden
belemmerd.
Werk zodanig dat geen schade voor derden ontstaat.
Zorg ervoor dat zich geen personen of dieren in de gevarenzone bevinden.
3.3 Beschermuitrusting
Werkkleding
De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. nauwsluitend maar niet hinderlijk zijn.
Draag in principe op bouwplaatsen geen lang los haar, losse kleding of sieraden
inclusief ringen. Er bestaat gevaar voor letsel, bijv. door blijven hangen of naar
binnen trekken door bewegende onderdelen van apparaten.
Draag alleen moeilijk ontvlambare werkkleding.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting om letsel en schade voor de ge-
zondheid te voorkomen:
Veiligheidsschoenen.
Werkhandschoenen van stevig materiaal.
Werkpak van stevig materiaal.
Veiligheidshelm.
Hoorbescherming.
Gezichtsbescherming.
Oogbescherming.
Adembescherming bij stoffige lucht.
3 Veiligheid
14
100_0301_si_0001.fm
Hoorbescherming
Bij dit apparaat is overschrijding van de landelijk geldende toegestane geluidsli-
miet (persoonsgerelateerd beoordelingsniveau) mogelijk. Daarom moet u in be-
paalde gevallen gehoorbescherming dragen. De exacte waarde vindt u in het
hoofdstuk Technische gegevens.
Werk met gehoorbescherming bijzonder aandachtig en voorzichtig omdat u ge-
luiden, bijv. geroep of signaaltonen slechts beperkt kunt waarnemen.
Wacker Neuson raadt aan altijd gehoorbescherming te dragen.
3.4 Transport
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat voor het transport uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Laat de motor afkoelen.
Apparaat transporteren
Beveilig het apparaat op het transportmiddel tegen omkantelen, vallen of weg-
glijden.
Apparaat optillen
Ernstig verwondingsgevaar door vallend apparaat.
Het apparaat heeft geen optil- of sjorpunten.
Beveilig het apparaat bij het optillen tegen het omkantelen, vallen of wegglijden,
bijv. in een gesloten transportbak.
Herinbedrijfname
Monteer en bevestig voorafgaand aan de herinbedrijfname apparaten, apparaat-
onderdelen, toebehoren of gereedschappen die voor transportdoeleinden waren
verwijderd.
Ga uitsluitend volgens de bedieningshandleiding te werk.
3.5 Bedrijfsveiligheid
Explosieve omgeving
Bedien het apparaat nooit in explosiegevaarlijke omgevingen.
3 Veiligheid
100_0301_si_0001.fm 15
Werkomgeving
Maak u vertrouwd met de werkomgeving voordat u met de werkzaamheden be-
gint. Daartoe behoren bijv. de volgende punten:
Obstakels in de werk- en verkeerszone.
Draagvermogen van de bodem.
Noodzakelijke afscherming van de bouwlocatie, vooral voor het openbare
verkeer.
Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds.
Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
Veiligheids in de werkomgeving
Let vooral op de volgende punten wanneer u met het apparaat werkt:
Elektrische leidingen of buizen in de werkomgeving.
Gasleidingen of waterleidingen in de werkomgeving.
Wegbrekend, vallend of weggeslingerd materiaal. Breng geen andere perso-
nen in gevaar.
Hoogste aandacht in de buurt van afgronden of hellingen. Valgevaar.
Voldoende afstand tot brandbaar materiaal.
Controles voorafgaand aan de werkzaamheden
Controleer voor het begin van het werk de volgende punten:
Toestand van het gereedschap.
Instellingen van het apparaat.
Aansluitwaarden van het apparaat.
Apparaat in bedrijf stellen
Let op de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat en in de
bedieningshandleiding.
Stel nooit een apparaat in werking dat moet worden onderhouden of gerepa-
reerd.
Stel het apparaat volgens de bedieningshandleiding in werking.
Veilige stand
Let altijd op een veilige stand wanneer u met het apparaat werkt. Dit geldt vooral
bij het werken op steigers, ladders, oneffen of glibberige bodem enz.
Pas op voor hete onderdelen
Raak tijdens of vlak na het bedrijf geen hete onderdelen aan zoals gereedschap,
gereedschaphouders of geleidingscilinders. Deze onderdelen kunnen zeer heet
worden en verbrandingen veroorzaken.
3 Veiligheid
16
100_0301_si_0001.fm
Pas op voor bewegende onderdelen
Houd handen, voeten en losse kleding op een afstand van beweeglijke of rote-
rende onderdelen van het apparaat. Ernstig verwondingsgevaar door intrekken
of beknellen.
Pas op voor giftige materialen
Veel materialen kunnen giftige chemicaliën bevatten, die bij breekwerkzaamhe-
den vrijkomen. Draag daarom een persoonlijke veiligheidsuitrusting, zodat u
geen werkstof inademt en zodat er geen werkstof contact maakt met uw huid.
Niet op personen richten
Richt het apparaat tijdens bedrijf niet op omstanders. Het gereedschap kan wor-
den weggeslingerd en ernstig letsel veroorzaken.
Breng geen personen in gevaar
Let erop dat er geen personen in gevaar worden gebracht door weggeslingerde
of vallende onderdelen. Werk altijd heel aandachtig en vooruitziend.
Apparaat uitschakelen
Schakel in de volgende gevallen het apparaat uit en trek de stekker uit het stop-
contact:
Voor pauzes.
Als u het apparaat niet gebruikt.
Als u het gereedschap vervangt.
Als u spanen of splinters verwijdert.
Wacht voor het neerleggen van het apparaat tot het volledig tot stilstand is ge-
komen.
Zet resp. leg het apparaat zodanig neer, dat het niet kan kantelen, vallen of weg-
glijden.
Opslag
Zet of leg het apparaat veilig neer, zodat het niet kan kantelen, vallen of wegglij-
den.
Opslaglocatie
Berg het afgekoelde apparaat na gebruik op een afgesloten, schone, vorstveilige
en droge locatie op, die niet toegankelijk is voor kinderen.
3 Veiligheid
100_0301_si_0001.fm 17
3.6 Veiligheid bij de werking van handapparaten
Veilig werken met handapparaten
Beveilig losse werkstukken met hiervoor geschikte middelen.
Houd het apparaat tijdens het werk altijd met beide handen aan de hiervoor be-
stemde grepen vast.
Bedien het apparaat bij het werken zodanig, dat verwondingen aan de handen
bij het stoten op vaste voorwerpen worden vermeden.
Handapparaat volgens de voorschriften neerleggen
Leg het apparaat voorzichtig neer. Gooi het apparaat niet op de grond en gooi
het niet van grotere hoogte omlaag. Bij het neergooien kan het apparaat andere
personen verwonden of zelf beschadigd raken.
Veilig werken met de hamer
Houd de gereedschaphouder tijdens het werken gesloten.
Leidt het aansluitsnoer altijd naar achteren van het apparaat af en houd het uit
de buurt van het aansluitsnoer van de werkomgeving van het apparaat.
3.7 Veiligheid bij de werking van elektrische apparaten
Specifieke voorschriften voor elektrische apparaten
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht uit de brochure Algemene veiligheids-
voorschriften die bij het apparaat is geleverd.
Neem ook landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen voor ongevalspre-
ventie met betrekking tot elektrische installaties en apparaten in acht.
WAARSCHUWING Lees alle veiIigheidsvoorschriften en aanwijzingen.
Wanneer veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiIigheidsvoorschriften en aanwijzingen voor eventuele raad-
pleging in de toekomst.
3 Veiligheid
18
100_0301_si_0001.fm
Stroomvoorziening voor elektrische apparaten van de beschermingscategorie II
Aanwijzing:De nominale spanning vindt u op het typeplaatje van het apparaat.
U mag het apparaat alleen aan stroomvoorzieningen aansluiten als alle onder-
delen ervan in technisch onberispelijke toestand zijn. Let vooral op de volgende
onderdelen:
Stekker.
Aansluitsnoer over de totale lengte.
Schakelaarmembraan van de aan/uitschakelaar, indien aanwezig.
Stopcontacten.
Elektrische apparaten van de beschermingscategorie II hebben een versterkte
of dubbele isolatie (beschermende isolatie) en hebben geen aansluiting op de
aardleider.
Bij aansluiting op vaste of mobiele stroomgeneratoren moet minstens één van
de volgende veiligheidsvoorzieningen aanwezig zijn:
Foutstroomschakelaar.
ISO-volgschakelaar.
IT-net.
Aanwijzing:Neem de geldende landelijke veiligheidsrichtlijnen in acht!
Verlengkabel
Gebruik het apparaat uitsluitend met onbeschadigde en geteste verlengkabels!
Gebruik uitsluitend verlengkabels met een aardleider en een correcte aardleider-
aansluiting aan de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten van bescher-
mingscategorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens).
Gebruik uitsluitend geteste verlengkabels die geschikt zijn voor gebruik op de
bouwlocatie: Middelste rubberslangleiding H05RN-F of beter – Wacker Neuson
adviseert H07RN-F, een SOOW-kabel of een landspecifieke gelijkwaardige uit-
voering.
Vervang verlengkabels met beschadigingen (bijv. scheuren in de mantel) of los-
zittende stekkers en koppelingen onmiddellijk.
Kabeltrommels en meervoudig stopcontacten moeten aan dezelfde eisen vol-
doen als verlengkabels.
Bescherm verlengkabels, meervoudige stopcontacten, kabeltrommels en aan-
sluitkoppelingen tegen regen, sneeuw of andere vormen van vocht.
Kabeltrommel helemaal afrollen
Brandgevaar door niet afgerolde kabeltrommel.
Voor gebruik de kabeltrommel helemaal afrollen.
3 Veiligheid
100_0301_si_0001.fm 19
Aansluitsnoer beschermen
Gebruik het aansluitsnoer niet voor het trekken aan of optillen van het apparaat.
Trek de stekker van het aansluitsnoer niet aan het snoer uit het stopcontact.
Bescherm het aansluitsnoer tegen hitte, olie en scherpe randen.
Laat de aansluitsnoer bij beschadiging of een loszittende stekker onmiddellijk
door uw contactpersoon bij Wacker Neuson vervangen.
Tegen vocht beschermen
Bescherm het apparaat tegen regen, sneeuw of andere vormen van vocht. An-
ders zijn beschadigingen of andere storingen mogelijk.
3.8 Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden
Verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden mogen slechts worden uitgevoerd
voor zover ze in deze bedieningshandleiding zijn beschreven. Alle andere werk-
zaamheden moeten worden uitgevoerd via de contactpersoon van Wacker
Neuson.
Verdere informatie vindt u in het hoofdstuk Onderhoud.
Loskoppelen van de stroomvoorziening
Voor verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden moet u de stekker uit het
stopcontact trekken om het apparaat van de stroomvoorziening los te koppelen.
Reiniging
Houd het apparaat altijd schoon en reinig het na elk gebruik.
Gebruik geen brandstoffen of oplosmiddelen. Explosiegevaar!
Gebruik geen hogedrukreinigers. Indringend water kan het apparaat beschadi-
gen. Bij elektrische apparaten bestaat ernstig verwondingsgevaar door elektri-
sche schokken.
Smeernippel reinigen
Veeg na smering van het apparaat de smeernippel af met een schone doek.
Wanneer er overtollig vet aan een smeernippel hangt, bestaat er gevaar door
elektrische schokken.
4 Veiligheids- en aanwijsstickers
20
100_0301_ls_0007.fm
4 Veiligheids- en aanwijsstickers
Er bevinden zich stickers op het apparaat die belangrijke aanwijzingen en veilig-
heidsinstructies bevatten.
Houd alle stickers in leesbare toestand.
Vervang ontbrekende of niet leesbare stickers.
De artikelnummers van de stickers vindt u in de catalogus met reserveonder-
delen.
Pos. Sticker Beschrijving
1 Gegarandeerd geluidsvermogenniveau.
2 Gebruik een persoonlijke veiligheidsuit-
rusting om letsel en schade voor de ge-
zondheid te voorkomen:
Hoorbescherming.
Oogbescherming.
Lees de bedieningshandleiding vóór in-
gebruikneming.
3 Voorzichtig
Waarschuwing voor heet oppervlak.
0219174
5 Inhoud van het pakket
100_0301_sd_0001.fm 21
5 Inhoud van het pakket
De inhoud van het pakket bestaat uit:
Apparaat.
Bedieningshandleiding.
Catalogus met reserveonderdelen.
6 Opbouw en functie
22
100_0301_sf_0004.fm
6 Opbouw en functie
6.1 Toepassingsgebied
Gebruik het apparaat alleen volgens de bestemming, zie hoofdstuk Veiligheid,
Gebruik in overeenstemming met de bestemming.
6.2 Werking
Principe
Het apparaat is een breekhamer met een pneumatisch slagwerk.
De hamer wordt aangedreven door een elektromotor.
De draaibeweging van de elektromotor wordt via een overbrenging en een kruk-
aandrijving omgezet in een slagbeweging.
De door de krukaandrijving vooruit en terug bewogen zuiger verdicht de lucht
(beweging naar voren) of genereert een onderdruk (beweging terug). Door de
verandering van de druk wordt de slagzuiger naar voren en terug bewogen
(luchtkussenslagsysteem) en slaat deze op het gereedschap.
Kap en bedieningselementen zijn door een vering van het slagsysteem ontkop-
peld. Deze vering houdt trillingen ver van het lichaam van de bediener als hij bijv.
bij het werken met het lichaam tegen de kap drukt.
7 Componenten en bedieningselementen
100_0301_cp_0004.fm 23
7 Componenten en bedieningselementen
Gereedschaphouder
In de gereedschaphouder wordt het gereedschap geplaatst.
Extra handgreep
De extra handgreep vergemakkelijkt het werken in schuine stand.
Wacker Neuson adviseert om het apparaat aan de extra handgreep te dragen.
Pos. Benaming Pos. Benaming
1 Aan/uitschakelaar 4 Gereedschaphouder
2 Handgreep 5 Extra handgreep
3 Aansluitsnoer met stekker
8 Transport
24
100_0301_tr_0001.fm
8 Transport
Voorbereidingen uitvoeren
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Apparaat laten afkoelen.
3. Gereedschap verwijderen.
4. Aansluitsnoer opwikkelen.
Apparaat transporteren
5. Apparaat aan de extra handgreep optillen.
6. Apparaat in of op een geschikt transportmiddel leggen.
7. Apparaat borgen tegen, omvallen, afvallen of wegglijden.
Aanwijzing: Wacker Neuson adviseert om voor het transport op de bouwlo-
catie de transportwagen te gebruiken, zie hoofdstuk Toebehoren.
WAARSCHUWING
Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade.
X Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en op-
volgen, zie hoofdstuk Veiligheid.
9 Bediening en gebruik
100_0301_op_0008.fm 25
9 Bediening en gebruik
9.1 Voorafgaand aan inbedrijfname
Het apparaat is na het uitpakken bedrijfsklaar.
Apparaat controleren
X Apparaat en alle componenten controleren op beschadigingen.
Stroomnet controleren
X Controleren of stroomnet of bouwplaatsverdeler de juiste bedrijfsspanning
heeft (zie typeplaatje van het apparaat of hoofdstuk Technische gegevens).
X Controleren of stroomnet of bouwplaatsverdeler zijn beveiligd conform de
geldende landelijke normen en richtlijnen.
9.2 Gereedschap wisselen
Algemene aanwijzingen
U kunt het gereedschap zonder extra hulpmiddelen verwisselen.
Aanwijzingen voor het gebruik van gereedschappen
Gebruik alleen gereedschappen met de volgende eigenschappen:
Het gereedschap moet voor de gereedschaphouder geschikt zijn.
Het uiteinde van het gereedschap moet onbeschadigd zijn.
Het gereedschap moet voldoende scherp zijn om stuitslagen te voorkomen.
Het gereedschap moet voor het geplande gebruiksdoel geschikt zijn.
WAARSCHUWING
Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade.
X Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en op-
volgen, zie hoofdstuk Veiligheid.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
X Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact
trekken.
9 Bediening en gebruik
26
100_0301_op_0008.fm
Gereedschap plaatsen
1. Uiteinde van gereedschap reinigen.
2. Hendel op gereedschaphouder naar buiten draaien.
3. Gereedschap naar de positie draaien die het gunstigst is voor de geplande
werkzaamheden.
4. Gereedschap tot aan de aanslag in de gereedschaphouder schuiven.
5. Hendel op gereedschaphouder aandrukken.
6. Aan het gereedschap trekken om de vergrendeling te controleren.
Gereedschap verwijderen
1. Hendel op gereedschaphouder naar buiten draaien.
2. Gereedschap uit de gereedschaphouder nemen.
3. Hendel op gereedschaphouder aandrukken.
Pos. Benaming Pos. Benaming
1 Hendel 3 Gereedschaphouder
2 Geleidingscilinder 4 Gereedschap
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar door heet gereedschap en geleidingscilinder.
X Gereedschap alleen met veiligheidshandschoen vastnemen.
9 Bediening en gebruik
100_0301_op_0008.fm 27
9.3 In bedrijf stellen
Apparaat aan de stroomvoorziening aansluiten
Sluit het apparaat uitsluitend aan op 1-fasen-wisselstroom, aansluitwaarden zie
hoofdstuk Technische gegevens.
1. Indien nodig goedgekeurde verlengkabel op het apparaat aansluiten.
Aanwijzing: Toegelaten lengtes en diameters van het litzendraad van ver-
lengkabels staan vermeld in het hoofdstuk Technische gegevens.
2. Stekker in het stopcontact steken.
Aanwijzingen voor het werk
Benut bij het werk van het eigen gewicht van de hamer.
Het met kracht tegen het te bewerken materiaal drukken verbetert de
prestaties van het apparaat niet.
Druk het apparaat als volgt tegen het materiaal dat bewerkt moet worden:
Druk zo sterk dat het apparaat duidelijk inveert.
Zodra u de onderste aanslag voelt, drukt u een beetje minder.
LET OP
Elektrische spanning.
Foutieve spanning kan schade aan het apparaat veroorzaken.
X Controleren of de spanning van de stroombron overeenkomt met de gege-
vens op het apparaat, zie hoofdstuk Technische gegevens.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
X Aansluitsnoer en verlengkabel controleren op beschadigingen.
X Uitsluitend verlengkabels gebruiken waarvan de aardleider is aangesloten
op de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten van
beschermingscategorie I).
9 Bediening en gebruik
28
100_0301_op_0008.fm
9.4 Apparaat inschakelen
Materiaal annuleren
1. Apparaat met beide handen vastnemen.
2. Gereedschap tegen het materiaal plaatsen.
3. Aan/uitschakelaar naar beneden drukken.
Aanwijzing: Als de aan/uitschakelaar wordt ingedrukt, begint het apparaat
meteen te werken met maximaal toerental.
4. Apparaat met beide handen tegen het materiaal drukken dat bewerkt moet
worden.
Aanwijzing: Druk zo krachtig dat u de vering van het apparaat voelt, maar
niet de onderste aanslag.
5. Als het materiaal bewerkt is, het apparaat optillen en omzetten.
Aanwijzing: Als het gereedschap in het materiaal vastklemt, gaat u als volgt te
werk:
Gereedschaphouder openen en gereedschap verwijderen.
Werk met ander gereedschap voortzetten.
Aanwijzing voor het afbreken van kanten
Neem bij het afbreken van kanten de volgende punten in acht:
Veilige stand.
WAARSCHUWING
Letsel door ongecontroleerd bediend apparaat.
X Apparaat altijd met beide handen vasthouden en zorgen dat u stabiel staat.
Pos. Benaming
1 Aan/uitschakelaar
9 Bediening en gebruik
100_0301_op_0008.fm 29
9.5 Buiten werking stellen
Apparaat uitschakelen
1. Aan/uitschakelaar loslaten.
2. Wachten tot het apparaat volledig tot stilstand is gekomen.
3. Apparaat zodanig neerleggen dat het niet kan omkantelen, vallen of wegglij-
den.
4. Stekker uit het stopcontact trekken.
10 Onderhoud
30
100_0301_mt_0007.fm
10 Onderhoud
10.1 Kwalificatie van het onderhoudspersoneel
Kwalificatie voor onderhoudswerkzaamheden
De in deze bedieningshandleiding beschreven onderhoudswerkzaamheden mo-
gen door elke bediener met verantwoordelijkheidsbesef uitgevoerd worden, voor
zover niet anders vermeld.
Sommige onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door speciaal opgeleid
vakpersoneel of alleen door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon
uitgevoerd worden - deze zijn speciaal gemarkeerd.
WAARSCHUWING
Ondeskundige behandeling kan resulteren in letsel of zware materiële schade.
X Alle veiligheidsvoorschriften van deze bedieningshandleiding lezen en op-
volgen, zie hoofdstuk Veiligheid.
10 Onderhoud
100_0301_mt_0007.fm 31
10.2 Onderhoudsplan
Activiteit Dagelijks vóór
bedrijf
Om de 20 uur Maandelijks
Aansluitsnoer controleren op
onberispelijke toestand – bij
een defect het aansluitsnoer
laten vervangen. *
* Laat deze werkzaamheden door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon
uitvoeren.
Visuele controle van alle on-
derdelen op beschadiging.
Apparaat reinigen.
Ventilatiesleuven.
Uiteinden en snedes van het
gereedschap controleren –
eventueel (laten) slijpen, uit-
smeden of vervangen.
Apparaat smeren.
Gereedschaphouder contro-
leren op slijtage – zo nodig la-
ten vervangen. *
10 Onderhoud
32
100_0301_mt_0007.fm
10.3 Onderhoudswerkzaamheden
Werken in de werkplaats
Voer werkzaamheden in een werkplaats op een werkbank uit. Dit heeft de vol-
gende voordelen:
Bescherming van het apparaat tegen vuil op de bouwplaats.
Een vlak en schoon werkoppervlak vereenvoudigt het werk.
Kleine onderdelen zijn beter zichtbaar en gaan minder gauw verloren.
10.3.1 Visuele controle op beschadiging
X Alle apparaatonderdelen en componenten controleren op beschadiging.
10.3.2 Apparaat reinigen
Apparaat na het gebruik reinigen.
1. Ventilatiesleuven schoonmaken met een geschikt hulpmiddel dat niet van
metaal is.
2. De behuizing met een vochtige, schone doek afvegen.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
X Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het stopcontact
trekken.
WAARSCHUWING
Beschadiging van een apparaatonderdeel of het aansluitsnoer kan resulteren in
lichamelijk letsel door elektrische stroom.
X Beschadigd apparaat niet gebruiken.
X Beschadigd apparaat onverwijld laten repareren.
10 Onderhoud
100_0301_mt_0007.fm 33
10.3.3 Apparaat smeren
1. Vuil in de buurt van het smeernippel verwijderen.
2. Gevulde handbediende vetspuit op de smeernippel plaatsen en 20 keer be-
dienen.
Aanwijzing: Voor het smeren uitsluitend speciaalsmeermiddel gebruiken,
zie hoofdstuk Technische gegevens.
3. Zone van het smeernippel met een schone doek afvegen.
10.3.4 Gereedschaphouder controleren op slijtage
1. Nieuw gereedschap plaatsen.
Aanwijzing: Gebruik nieuw gereedschap om alleen de slijtage van de ge-
reedschaphouder te meten, niet ook de slijtage van het gereedschap.
2. Speling van het gereedschap op 200 mm afstand van de invoerplaats meten.
Speling mag maximaal 6 mm bedragen.
Wanneer de speling meer dan 6 mm bedraagt, de gereedschaphouder laten ver-
vangen.
Pos. Benaming
1 Smeernippel
Pos. Waarde
A200 mm
B Max. 6 mm
11 Storingen verhelpen
34
100_0301_ts_0008.fm
11 Storingen verhelpen
De volgende tabel geeft een overzicht van mogelijke storingen, oorzaken en op-
lossingen.
Bij storingen die u niet zelf kunt of mag verhelpen, kunt u contact opnemen met
uw contactpersoon bij Wacker Neuson.
Storing Oorzaak Oplossing
Het apparaat functioneert niet. Aansluitsnoer onderbroken. Aansluitsnoer controleren, bij
defect laten vervangen. *
* Laat deze werkzaamheden door de service van uw Wacker Neuson contactpersoon uitvoeren.
Koolborstels versleten. Koolborstels laten vervangen. *
Apparaat stopt plotseling. Koolborstels versleten.
12 Afvoer
100_0000_0004.fm 35
12 Afvoer
12.1 Afvoer van oude elektrische en elektronische apparaten
Voor klanten in EU-landen
Dit apparaat is onderhevig aan de Europease richtlijn 2002/96/EG m.b.t. afval
van elektrische en elektronische apparaten (AEEA) en aan de betreffende nati-
onale wetgeving. De AEEA-richtlijn schrijft daarbij het kader voor een EU-wijd
geldige verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten voor.
Het apparaat wordt gekenmerkt door het hiernaast afgebeelde
symbool van een doorgestreepte afvalbak. Dit betekent dat u het
niet bij het normale huisafval mag gooien, maar het moet afvoeren
naar een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld als professioneel elektrisch ge-
reedschap voor beroepsdoeleinden (zogenaamd B2B-apparaat volgens
AEEA-richtlijn). In tegenstelling tot overwegend huishoudelijk gebruikte appara-
ten (zogenaamde B2C-apparaten) mag dit apparaat daarom in sommige EU-lan-
den niet bij inzamelpunten van publieksrechtelijke afvoerinstanties (bijv. commu-
nale milieuparken) worden afgegeven. Informeer bij twijfel bij uw verkoopvesti-
ging naar de voorgeschreven afvoerprocedure voor elektrische of elektronische
B2B-apparaten in uw land en zorg altijd voor een afvoer volgens de wettelijke
voorschriften. Neem ook betreffende aanwijzingen in de verkoopovereenkomst
of de algemene bedrijfsvoorwaarden van uw verkoopvestiging in acht.
Een vakkundige afvoer van dit apparaat vorkomt negatieve uitwerkingen op
mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt
hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk.
Voor klanten in andere landen
Een vakkundige afvoer van dit apparaat vorkomt negatieve uitwerkingen op
mens en milieu, dient de gerichte verwerking van schadelijke stoffen en maakt
hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk. Wij adviseren daarom dit ap-
paraat niet bij het normale huisafval weg te gooien, maar het af te voeren naar
een milieuvriendelijk inzamelpunt voor gescheiden afval. Ook de nationale
wetggeving schrijft onder omstandigheden de gescheiden afvoer van elektrische
en elektronische producten voor. Zorg altijd voor een afvoer van dit apparaat vol-
gens de wettelijke voorschriften in uw land.
13 Toebehoren
36
100_0301_ac_0001.fm
13 Toebehoren
Voor het apparaat wordt een uitgebreid pakket toebehoren aangeboden.
Informatie over de afzonderlijke toebehoren is verkrijgbaar in het internet onder
www.wackerneuson.com.
13.1 Transportwagen
Gebruik in overeenstemming met de bestemming
De transportwagen mag uitsluitend worden gebruikt voor het transport van grote
hamers van Wacker Neuson en de benodigde gereedschappen.
De transportwagen mag niet worden gebruikt voor de volgende doeleinden:
Transporteren van personen.
Transporteren van andere apparaten dan grote hamers van Wacker Neuson.
De transportwagen mag niet aan voertuigen worden gekoppeld.
Pos. Benaming
1 Ophanginrichting
2 Geleidingspen
3 Gereedschapsteun
13 Toebehoren
100_0301_ac_0001.fm 37
Hamer op de transportwagen plaatsen
1. Apparaat uitschakelen.
2. Gereedschap uit de gereedschaphouder halen.
3. Geleidingspen van de transportwagen reinigen.
4. Hamer met de gereedschaphouder op de geleidingspen steken en op de
houdergrepen van de transportwagen leggen.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat het aansluitsnoer niet tussen de houdergrepen
bekneld raakt.
5. Gereedschap in de gereedschapsteun steken.
VOORZICHTIG
Geen veilige stand van de transportwagen.
Letsel of materiële schade door omvallen of wegrollen van de transportwagen
bij het plaatsen van de hamer.
X Transportwagen op vlakke ondergrond neerzetten.
X Transportwagen borgen tegen wegrollen en omkantelen.
14 Technische gegevens
38
100_0301_td_0012.fm
14 Technische gegevens
Benaming Unit EH 50/230
27x80
EH 50/230
25x108
EH 50/230
28x152
EH 50/230
28x160
Artikel-nr. 5100001909 5100001908 5100004472 5100004473
Nominale stroom A 10,8 10,8 10,8 10,8
Nominale spanning V 230 230 230 230
Nominale frequentie Hz 50 50 50 50
Nominaal vermogen kW 2,2 2,2 2,2 2,2
Fasen ~ 1111
Slagaantal 1/mm 1.300 1.300 1.300 1.300
Eénslagenergie J 50 50 50 50
Lengte (zonder gereed-
schap)
mm 785 785 840 840
Breedte mm 554 554 554 554
Diepte mm 246 246 246 246
Gewicht kg 22 22 23 23
Gereedschaphouder ø 27x80 hex 25x108 hex 28x152 hex 28x160
Motortype Universele motor
Speciaal smeermiddel
Gadus S3
V220C 2
Gadus S3
V220C 2
Gadus S3
V220C 2
Gadus S3
V220C 2
Beschermingscategorie ll ll ll ll
Beschermingsklasse IP 2X IP 2X IP 2X IP 2X
Opslagtemperatuurbereik °C -30 – +50 -30 – +50 -30 – +50 -30 – +50
Bedrijfstemperatuurbereik °C -15 – +40 -15 – +40 -15 – +40 -15 – +40
Geluidsdrukniveau L
pA
dB(A) 97,0 97,0 97,0 97,0
Norm DIN EN ISO 11201
Geluidsvermogenniveau
L
WA
gemeten
gegarandeerd
dB(A)
106 106 106 106
dB(A) 107 107 107 107
Norm DIN EN ISO 3744
14 Technische gegevens
100_0301_td_0012.fm 39
Totale waarde van de tril-
lingen a
hv
m/s
2
4,8 4,8 4,8 4,8
Norm DIN EN ISO 28927
Afwijking van de meting
van de totale waarde van
de trillingen ahv
m/s
2
0,5 0,5 0,5 0,5
Benaming Unit EH 50/230
27x80
EH 50/230
25x108
EH 50/230
28x152
EH 50/230
28x160
14 Technische gegevens
40
100_0301_td_0012.fm
14.1 Verlengkabel
Gebruik uitsluitend betrouwbare verlengkabels, zie hoofdstuk Veiligheid.
De vereiste litzendraaddoorsnede voor verlengkabels vindt u in de volgende
tabel:
Aanwijzing:De typeaanduiding en de spanning van uw apparaat vindt u op het
typeplaatje of via het artikelnummer in het hoofdstuk Technische
gegevens.
Voorbeeld
U heeft een EH 50/230 en u wilt een verlengkabel van 70 m lengte gebruiken.
Het apparaat heeft 230 V ingangsspanning.
Volgens de tabel moet uw verlengkabel een doorsnede van de litzendraad van
2,5 mm
2
hebben.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning.
Letsel door elektrische schokken.
X Aansluitsnoer en verlengkabel controleren op beschadigingen.
X Uitsluitend verlengkabels gebruiken waarvan de aardleider is aangesloten
op de stekker en de koppeling (alleen voor apparaten uit
beschermingscategorie I, zie hoofdstuk Technische gegevens).
Apparaat Spanning
[V]
Verlenging
[m]
Doorsnede litzen-
draad
[mm
2
]
EH 50/230 230 1~ <
56 1,5
<
92 2,5
<
147 4
15 Verklarende woordenlijst
100_0000_0005.fm 41
15 Verklarende woordenlijst
Beschermingscategorie
De beschermingscategorie volgens DIN EN 61140 onderscheidt elektrische ap-
paraten in relatie tot veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van elektrische
schokken. Er zijn vier beschermingscategorieën:
Beschermingscategorie Betekenis
0 Geen bijzondere beveiliging naast de basisisolatie.
Geen aardleider.
Stekker zonder randaarde.
I Aansluiting van alle geleidende delen van de behuizing
op de aardleider.
Stekker met randaarde.
II Verbeterde of dubbele isolatie (veiligheidsisolatie).
Geen aansluiting op de aardleider.
Stekker zonder randaarde.
III Apparaten worden met veiligheidslaagspanning
(< 50 V) gebruikt.
Aansluiting aan de aardleider is niet nodig.
Stekker zonder randaarde.
15 Verklarende woordenlijst
42
100_0000_0005.fm
Beschermingsklasse IP
De beschermingsklasse volgens DIN EN 60529 geeft de geschiktheid van elek-
trische apparaten voor bepaalde omgevingsomstandigheden en de beveiliging
tegen elektrische gevaren aan.
De beschermingsklasse wordt door een IP-code volgens DIN EN 60529 gespe-
cificeerd.
Code Betekenis 1. cijfer:
Bescherming tegen aanraking van gevaarlijke delen.
Bescherming tegen indringende vreemde voorwerpen.
0 Geen bescherming tegen aanraking.
Geen bescherming tegen vreemde voorwerpen.
1 Beschermd tegen aanraking met de bovenkant van de hand.
Beschermd tegen grote vreemde voorwerpen met een diameter van
> 50 mm.
2 Beveiligd tegen aanraking met een vinger.
Beveiligd tegen middelgrote vreemde voorwerpen (diameter > 12,5 mm).
3 Beveiligd tegen aanraking met een gereedschap (diameter > 2,5 mm).
Beschermd tegen kleine vreemde voorwerpen (diameter > 2,5 mm).
4 Beveiligd tegen aanraking met een draad (diameter > 1 mm).
Beveiligd tegen korrelvormige vreemde voorwerpen (diameter > 1 mm).
5 Beschermd tegen aanraking.
Beschermd tegen afzetting van stof aan de binnenkant.
6 Volledig beschermd tegen aanraking.
Beschermd tegen binnenkomend stof.
Code Betekenis 2. cijfer:
Bescherming tegen binnendringend water
0 Geen bescherming tegen binnenkomend water.
1 Beschermd tegen loodrecht vallend drupwater.
2 Beschermd tegen schuin vallend drupwater (15° afwijking).
3 Beschermd tegen spatwater (60° afwijking).
4 Beveiligd tegen spatwater uit alle richtingen.
5 Beschermd tegen een waterstraal (sproeier) uit willekeurige hoek.
6 Beschermd tegen een sterke waterstraal (overstroming).
7 Beschermd tegen tijdelijk onderdompelen in water.
8 Beschermd tegen langdurig onderdompelen in water.
Vertaling van de originele conformiteitverklaring
EU - conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, 80809 München
Product
Conformiteitsbeoordelingsprocedure
Volgens 2000/14/EG, bijlage VIII, 2005/88/EG.
Aangemelde instantie
VDE Prüf- und Zertifizierungsinstitut GmbH, Merianstraße 28, 63069 Offenbach/Main
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
2006/42/EG, 2006/95/EG, 2000/14/EG, 2005/88/EG, 2004/108/EG, EN 61000, EN 55014,
2011/65/EU
Gemachtigde voor alle technische documenten
Axel Häret,
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, 80809 München
Product
EH 50/230
Producttype Breekhamer
Productfunctie Losbreken van materiaal
Artikelnummer
5100001909 5100001908 5100004472 5100004473
Gemeten
geluidsvermogennivea
u
106 dB(A) 106 dB(A) 106 dB(A) 106 dB(A)
Gegarandeerd
geluidsvermogennivea
u
107 dB(A) 107 dB(A) 107 dB(A) 107 dB(A)
Gewicht
22 kg 22 kg 23 kg 23 kg
Dr. Michael Fischer
Directeur Technologie en Innovatie
München, 12.11.2013
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46

Wacker Neuson EH 50/230 28x160 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor