2 Stel de kam in op de gewenste haarlengte door aan de
lengtevergrendeling te draaien (g. 7).
De kleine opzetkam knipt het haar op een lengte van 3 mm, 6 mm, 9 mm,
12 mm, 15 mm, 18 mm of 21 mm.
De grote opzetkam knipt het haar op een lengte van 24 mm, 27 mm,
30 mm, 33 mm, 36 mm, 39 mm of 42 mm.
3 Schakel het apparaat in (g. 8).
Tips
We raden u aan op de hoogste stand van de grote opzetkam te
beginnen en de haarlengte vervolgens geleidelijk te verkleinen tot u
de gewenste haarlengte hebt bereikt.
Als zich veel haar in de opzetkam heeft opgehoopt, verwijder dan de
kam en blaas en/of schud het haar uit de kam. De ingestelde
haarlengtestand verandert niet wanneer u de opzetkam verwijdert.
Noteer de haarlengtestanden die u hebt gebruikt voor een bepaald
kapsel als geheugensteuntje voor toekomstige knipsessies.
Knippen zonder opzetkam
U kunt de haartrimmer zonder opzetkam gebruiken om de neklijn en de
haarlijn rond de oren bij te werken.
Verwijder de opzetkam door deze van het apparaat te
trekken (g. 9).
Trek nooit aan de buigzame bovenkant van de opzetkam, maar altijd aan
het onderste gedeelte.
De opzetkam houdt het knipelement van de trimmer op een
bepaalde afstand van uw hoofd. Als u het apparaat zonder opzetkam
gebruikt, wordt het haar zeer dicht bij de huid afgeknipt.
Voor nauwkeurig bijwerken van contouren en in model brengen:
1 Duw met uw duim het middelste gedeelte van het knipelement
omhoog totdat het openklapt en trek het knipelement dan van het
apparaat af (g. 10).
Laat het knipelement niet op de grond vallen!
2 Plaats het nokje van de precisietrimmer in de sleuf en klik de
trimmer vast (g. 11).
-
-
-
,
,
,
NEDERLANDS 61