Bosch SGS56A39/35 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

de
Inhaltsverzeichnis
Sicherheitshinweise 3. . . . . . . .
Gerät kennen lernen 4. . . . . . .
Enthärtungsanlage 5. . . . . . . .
Spezialsalz einfüllen 6. . . . . . .
Klarspüler einfüllen 7. . . . . . . .
Nicht geeignetes Geschirr 8. .
Geschirr einordnen 9. . . . . . . .
Reiniger 12. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Programmübersicht 15. . . . . . . .
Geschirrspülen 16. . . . . . . . . . . .
Zusatzfunktionen * 18. . . . . . . . .
Wartung und Pflege 19. . . . . . . .
Fehlersuche 21. . . . . . . . . . . . . .
Kundendienst rufen 23. . . . . . . .
Hinweise 24. . . . . . . . . . . . . . . . .
Installation 25. . . . . . . . . . . . . . . .
en
Index
Safety information 27. . . . . . . . .
Getting to know your dishwasher 28
Water softener 29. . . . . . . . . . . .
Filling the special salt container 30
Filling the rinse-aid container 31
Not suitable for the dishwasher 32
Arranging crockery, glasses,
etc. in the dishwasher 33. . . . . .
Detergents 36. . . . . . . . . . . . . . .
Programme overview 39. . . . . .
Washing dishes 40. . . . . . . . . . .
Additional functions * 42. . . . . . .
Maintenance and care 43. . . . . .
Fault finding 45. . . . . . . . . . . . . .
Customer Service 47. . . . . . . . .
Information 48. . . . . . . . . . . . . . .
Installation 49. . . . . . . . . . . . . . . .
fr
Sommaire
Consignes de sécurité 51. . . . . .
Présentation de l’appareil 52. . .
Installation d’adoucissage 53. .
Remplissage du sel spécial 54.
Remplissage du liquide de rinçage 55
Vaisselle inadéquate 56. . . . . . .
Classement de la vaisselle 57. .
Détergent 61. . . . . . . . . . . . . . . .
Tableau des programmes 63. . .
Laver la vaisselle 64. . . . . . . . . .
Fonctions
supplémentaires * 66. . . . . . . . .
Entretien et maintenance 67. . .
Détection des pannes 69. . . . . .
Appeler le service après-vente 72
Remarques 72. . . . . . . . . . . . . . .
Installation 73. . . . . . . . . . . . . . . .
nl
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 75. . . .
Kennismaking met het apparaat 76
Wateronthardingsinstallatie 77.
Zout bijvullen 78. . . . . . . . . . . . .
Vullen met glansspoelmiddel 79
Ongeschikt servies 80. . . . . . . .
Serviesgoed sorteren 81. . . . . .
Afwasmiddelen 84. . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 87. . . . . .
Afwassen 88. . . . . . . . . . . . . . . .
Extra functies * 90. . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 91
Opsporing van storingen 93. . . .
Inschakelen van de Servicedienst 95
Aanwijzingen 96. . . . . . . . . . . . .
Installatie 97. . . . . . . . . . . . . . . . .
nl
75
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de
verpakking en de afwasautomaat
tijdens het transport beschadigd zijn.
Een beschadigd apparaat niet in
gebruik nemen maar contact opnemen
met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal volgens de
bestaande milieuvoorschriften (laten)
afvoeren.
Bij de installatie
Het apparaat volgens het installatie- en
montagevoorschrift plaatsen en
aansluiten.
Tijdens het installeren mag de
afwasautomaat niet op het lichtnet zijn
aangesloten.
Overtuig u ervan dat het
aardingssysteem van de elektrische
huisinstallatie volgens de geldende
elektrotechnische voorschriften is
geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden
moeten overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van de
afwasautomaat.
Voor een goede stabiliteit van het
apparaat mogen integreerbare of
onderbouwapparaten alleen onder een
doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
Na het plaatsen van het apparaat moet
de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet bij alle modellen:
Het kunststof huis aan de water-
aansluiting bevat een elektrisch
ventiel. In de toevoerslang bevinden
zich de aansluitingsleidingen. De slang
niet doorsnijden en het kunststof huis
niet in water onderdompelen.
Waarschuwing
Als het toestel niet in een nis staat en
daardoor een zijwand toegankelijk is, dan
moeten de deurscharnieren om
veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar
voor verwondingen).
De afdekkingen krijgt u als extra
toebehoren bij de klantendienst of uw
dealer.
Dagelijks gebruik
De afwasautomaat alleen in het
huishouden en voor het aangegeven
doel: het afwassen van huishoudelijk
serviesgoed, gebruiken.
Niet op de geopende deur gaan zitten
of staan. Het apparaat kan kantelen.
Het water in de spoelruimte is geen
drinkwater.
Doe geen oplosmiddel in de
spoelruimte. Kans op explosie!
Tijdens het programmaverloop de deur
alleen voorzichtig openen. Er bestaat
gevaar dat er water uit het apparaat
spuit.
Bij kinderen in het huishouden
Kleine kinderen mogen niet met de
afwasautomaat spelen of deze
bedienen.
Kleine kinderen uit de buurt van
afwasmiddelen en glansspoelmiddelen
houden.
Kleine kinderen uit de buurt van de
geopende afwasautomaat houden. Er
kunnen nog resten afwasmiddel in het
apparaat zijn achtergebleven.
Kinderbeveiliging *
* niet bij alle modellen
Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag.
40 Kinderbeveiliging inschakelen
41 Deur met ingeschakelde
kinderbeveiliging openen
42 Kinderbeveiliging uitschakelen
nl
76
76
Bij schade
Reparaties mogen alleen door een
vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Bij reparaties mag het apparaat niet op
het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen. Alleen
aan de stekker trekken, niet aan de
aansluitkabel. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het
apparaat
Afgedankte apparaten onmiddellijk
onbruikbaar maken waardoor
ongevallen worden voorkomen. Stekker
uit het stopcontact trekken,
aansluitkabel doorknippen en de
deursluiting onklaar maken.
Het apparaat volgens de bestaande
milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Waarschuwing
Kinderen kunnen in het toestel ingesloten
raken (verstikkingsgevaar) of in andere
situaties terechtkomen.
Daarom: Stekker uittrekken, netkabel
afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig
kapot maken dat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het
apparaat
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en van de binnenkant
van het apparaat zijn op de laatste
uitklapbare bladzijde van deze brochure
afgedrukt. A.u.b. vóór het lezen deze
bladzijde openklappen.
Bedieningspaneel
1 Programmakiezer/
AAN/UIT-schakelaar
2 Handgreep om de deur te openen
3 Programma-overzicht*
4 Indicatie startklaar
5 Programmaverloopindicatie
6 Indicatie einde programma
7 Indicatie zout bijvullen
8 START/STOP-toets
9 Starttijd programmeren*
10 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen*
11 Mono-afwassysteem (alleen
bovenste servieskorf)*
* niet bij alle modellen
Binnenkant van het apparaat
20
Bovenste servieskorf
21
Extra bestekkorf* voor de bovenste
servieskorf
22
Etagère*
23
Bovenste sproeiarm
24
Onderste sproeiarm
25
Reservoir voor onthardingszout
26
Zeven
27
Bestekkorf
28
Onderste servieskorf
29
Vergrendeling
30
Reservoir voor glansspoelmiddel
met bijvulindicatie
31
Afwasmiddelbakje
32
Typeplaatje
* niet bij alle modellen
nl
77
Inkopen voordat u het apparaat
voor het eerst in gebruik neemt:
– zout
– afwasmiddel
– glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn
voor de vaatwasmachine.
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de
afwasautomaat zacht water, d.w.z. water
met weinig kalk nodig. Anders zetten zich
witte kalkresten op het serviesgoed en de
binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge
hardheidsgraad moet voor gebruik in de
afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt
worden.
Dit gebeurt met behulp van speciaal zout
in de wateronthardingsinstallatie van de
afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de
hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de
wateronthardingsinstallatie
(zie korte handleiding)
nl
78
78
Zout bijvullen
Werking van het zout
Tijdens het afwassen wordt het zout
automatisch uit het zoutreservoir in de
wateronthardingsinstallatie gespoeld
waar de kalk wordt opgelost.
De kalkhoudende oplossing wordt uit de
afwasautomaat gepompt. Daarna
functioneert het onthardingssysteem weer.
Het regenereren functioneert alleen als het
zout in het water is opgelost.
De schroefdop van het voorraadreservoir
25 openen.
Voordat u het apparaat voor het eerst in
gebruik neemt: ca. 1 l water in het
zoutreservoir gieten.
De meegeleverde trechter in de
vulopening zetten.
Daarna zoveel zout toevoegen tot het
zoutreservoir vol is (maximaal 1,5 kg).
Als u het reservoir met zout vult, dan wordt
het water verdrongen en loopt weg.
Verwijder vervolgens de zoutresten rond
de vulopening en sluit het reservoir zonder
het deksel er schuin op te draaien.
De indicatie zout bijvullen 7 op het
bedieningspaneel brandt eerst en gaat na
enige tijd uit als zich een voldoende
zoutconcentratie heeft gevormd.
Bij instelling op ’0’ moet u geen
regenereerzout gebruiken
omdat er tijdens het afwassen
geen zout gebruikt wordt.
Bij instelling op ’1’ tot ’3’ moet
het zoutreservoir met zout
worden gevuld.
Attentie!
Het zoutreservoir nooit met
afwasmiddel vullen. Hierdoor
gaat de onthardingsinstallatie
kapot.
Indicatie zout bijvullen
Zodra de indicatie zout bijvullen 7 op
het bedieningspaneel brandt, moet u zout
bijvullen.
nl
79
Vullen met
glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel wordt gebruikt om de
glazen helder en het serviesgoed zonder
strepen te laten opdrogen.
Deksel van het voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
30 openklappen.
Druk hiertoe op de markering
op het
deksel en open tegelijkertijd het deksel
met het bedieningslipje
.
Glansspoelmiddel in de vulopening
gieten tot de indicatie donker wordt.
Deksel sluiten tot u een klik hoort.
Attentie!
Gebruik alleen
glansspoelmiddel dat geschikt
is voor huishoudelijke
afwasautomaten.
Gemorst glansspoelmiddel kan
bij de volgende afwasbeurt tot
overmatige schuimvorming
leiden. Het ernaast gegoten
glansspoelmiddel daarom met
een doekje verwijderen.
Instellen van de juiste dosering
van glansspoelmiddel
De dosering van de hoeveelheid
glansspoelmiddel kan traploos worden
ingesteld. De instelknop is door de fabriek
op 4 ingesteld.
Verander de instelling van de instelknop
voor glansspoelmiddel als er strepen
(draaien in richting –) of watervlekken
(draaien in richting +) op het serviesgoed
achterblijven.
30
Instelknop voor
glansspoelmiddel
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen
Zolang de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen op het bedieningspaneel
10
(niet bij alle modellen) of bij de
doseerinrichting
30 donker is, is er
genoeg glansspoelmiddel aanwezig.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
nl
80
80
Ongeschikt servies
In uw afwasautomaat mag u het
volgende niet afwassen:
bestek en servies met houten onderdelen.
Ze logen uit en worden lelijk; ook de
gebruikte lijm is niet bestand tegen de
optredende temperaturen. Gevoelige
gedecoreerde glazen en vazen, speciaal
antiek of niet meer te vervangen servies-
goed. Deze decoraties waren nog
niet bestand tegen het afwassen in een
afwasautomaat.
Niet geschikt zijn bovendien kunststof
voorwerpen die gevoelig zijn voor heet
water, koperen en tinnen serviesgoed.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van zilver en aluminium kunnen bij het
afwassen gaan verkleuren of verbleken.
Ook sommige soorten glas kunnen dof
worden nadat ze vele malen zijn afge-
wassen. Verder hoort materiaal dat water
absorbeert, zoals sponzen en doeken,
niet in de afwasautomaat thuis.
Tip:
koop voortaan alleen serviesgoed waarbij
staat aangegeven dat het geschikt is voor
een afwasautomaat.
Attentie
Serviesgoed dat bevuild is met
as, kaarsvet, smeerolie of verf
mag niet in de afwasautomaat
worden afgewassen.
Schade aan glas en
serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas;
chemische samenstelling van het
afwasmiddel;
temperatuur van het water en
programmaduur van de
afwasautomaat.
Advies:
gebruik glas en porcelein dat door de
fabricant aangeduid wordt als geschikt
voor afwasautomaten.
Gebruik afwasmiddel dat het
serviesgoed ontziet. U kunt dit
informeren bij de fabricant van het
afwasmiddel.
Kies een programma met een zo laag
mogelijke temperatuur en een korte
programmaduur.
Om beschadigingen te voorkomen glas
en bestek na afloop van het programma
zo snel mogelijk uit de afwasautomaat
halen.
nl
81
Serviesgoed sorteren
Serviesgoed inruimen
Grove etensresten verwijderen.
Voorspoelen onder stromend water is niet
nodig.
Het serviesgoed als volgt inruimen:
alle soorten vaatwerk zoals kopjes,
glazen, pannen etc. met de opening
naar beneden zetten.
Serviesgoed met een ronding of een
holte schuin in de servieskorf zetten
zodat het water er vanaf kan lopen.
Het serviesgoed moet stevig staan en
mag niet wankelen.
De twee sproeiarmen moeten
ongehinderd kunnen ronddraaien.
Heel kleine stukken kunnen niet in de
machine gewassen worden omdat ze
makkelijk uit de manden kunnen vallen.
Bij gebruik van de functie
„mono-afwassysteem“ (niet bij alle
modellen) alleen de bovenste servieskorf
inruimen, de onderste moet leeg zijn.
Vaatwerk uit de machine halen
Om te vermijden dat waterdruppels van de
bovenste mand op het vaatwerk in de
onderste mand vallen, is het aan te raden
om eerst de onderste en dan de bovenste
mand te legen.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 20
* niet bij alle modellen
Pannen
Onderste servieskorf 28
nl
82
82
Bestek
Bestek altijd ongesorteerd met het eetvlak
naar boven inruimen (wees voorzichtig
met messenlemmets). Op deze manier
kan de sproeistraal elk stuk bestek beter
bereiken.
Om verwondingen te voorkomen: lange en
puntige voorwerpen en messen op de
etagère (bij sommige modellen) of op de
messen-etagère (tegen meerprijs) leggen.
Omklapbare bordensteunen *
* niet bij alle modellen
De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen en schalen practischer
kunnen worden ingeruimd.
Bakplaat-sproeikop *
* niet bij alle modellen
Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag.
Grote bakplaten of roosters kunt u met
behulp van de bakplaatĆsproeikop
reinigen: bovenste servieskorf eruit halen
en de sproeikop erin zetten zoals
afgebeeld. De bakplaten volgens de
afbeelding inruimen, zodat de sproeistraal
alle delen kan bereiken (maximaal 4
bakplaten en 2 roosters).
Messen-etagère *
* niet bij alle modellen
De etagère *
* niet bij alle modellen
Hoge glazen en glazen op een hoge voet
niet tegen het servies maar tegen de rand
van de etagère laten leunen.
Lange voorwerpen, voorsnij- en
slacouverts, pollepels of messen op de
etagère leggen zodat de sproeiarmen
ongehinderd kunnen ronddraaien. U kunt
de etagère naar wens in- en uitklappen.
nl
83
Verstellen van de korfhoogte *
* niet bij alle modellen
86cm
81cm
Ø max.
30/*25cm
Ø max.
20/*25cm
Ø max.
34/*29cm
Ø max.
20/*25cm
De bovenste servieskorf kan – indien
gewenst – in de hoogte versteld worden
om in de bovenste of in de onderste
servieskorf meer ruimte te maken voor
hoger serviesgoed.
Afhankelijk van de uitvoering van de
bovenste servieskorf in uw model
afwasautomaat kunt u kiezen uit een van
de volgende manieren om te werk te
gaan:
bovenste servieskorf met boven
en onder een paar rollen
De bovenste servieskorf uittrekken.
De bovenste servieskorf eruit halen en
op de bovenste resp. onderste rollen
weer inhangen.
Bovenste servieskorf met
hendels aan de zijkant
(Rackmatic)
De bovenste servieskorf uittrekken.
Om de korf te laten zakken: de twee
hendels links en rechts aan de
buitenkant van de korf één voor één
naar binnen drukken. Hierbij altijd de
korf aan de zijkant met één hand aan
de bovenste rand vasthouden. Hiermee
voorkomt u dat de korf plotseling naar
beneden valt (waardoor het
serviesgoed beschadigd kan worden).
nl
84
84
Om de korf op te tillen: de korf aan
de zijkant aan de bovenste rand
vastpakken en naar boven trekken.
Overtuig u ervan dat de korf – voordat
u hem weer in het apparaat schuift –
aan beide zijden op dezelfde hoogte
staat. Anders kan de deur van het
apparaat niet dicht en heeft de
bovenste sproeiarm geen verbinding
met het aansluitpunt van de
watertoevoer.
Afwasmiddelen
Attentie
U kunt in uw afwasautomaat de in de
handel verkrijgbare vloeibare of
poedervormige afwasmiddelen, resp.
tabletten gebruiken (geen hand-
afwasmiddel!).
Er zijn momenteel drie soorten
afwasmiddel verkrijgbaar:
1. met fosfaat en chloor
2. met fosfaat en zonder chloor
3. zonder fosfaat en zonder chloor
Bij gebruik van afwasmiddel zonder
fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder
witte aanslag op het serviesgoed en de
wanden van de spoelruimte ontstaan. U
kunt dit vermijden door een grotere hoe-
veelheid afwasmiddel te doseren.
Afwasmiddel zonder chloor heeft een
geringere bleekwerking. Dit kan leiden tot
een versterkte aanslag van thee of tot
verkleuringen op kunststof onderdelen.
De oplossing in dit geval:
– het gebruik van een sterker
afwasprogramma of
– het doseren van een grotere
hoeveelheid afwasmiddel of
– het gebruik van een afwasmiddel met
chloor.
Of een afwasmiddel geschikt is voor
zilveren voorwerpen vindt u op de
verpakking van het afwasmiddel.
Heeft u nog andere vragen, dan raden wij
u aan contact op te nemen met de
fabrikant van het afwasmiddel.
nl
85
Afwasmiddelbakje met
doseerhulp
De indeling in het afwasmiddelbakje biedt
hulp bij de juiste dosering van het
afwasmiddel.
Het afwasmiddelbakje bevat bij de
onderste lijn 15 ml afwasmiddel en bij de
middelste lijn 20 ml. Een vol afwasmiddel-
bakje bevat 40 ml afwasmiddel.
40 ml
25 ml
15 ml
Attentie!
Als het afwasmiddelbakje nog
dicht is: vergrendeling opzij
drukken om het te openen.
Vullen met afwasmiddel
Het afwasmiddelbakje 31 met
afwasmiddel vullen.
Neem voor een juiste dosering de
gegevens van de fabrikant op de
verpakking van het afwasmiddel in
acht.
Bij het programma „Intensief”
ca. 10–15 ml afwasmiddel extra op de
deur van het apparaat strooien.
Besparingstip
Bij het mono-afwassysteem
resp. als het serviesgoed niet
erg vuil is, kunt u normalerwijze
volstaan met minder afwas-
middel dan is aangegeven.
Deksel van het afwasmiddelbakje
sluiten: (1) deksel dichtschuiven en tot
slot (2) licht erop drukken zodat de
sluiting hoorbaar vastklikt.
Bij gebruik van tabletten vindt u op de
verpakking waar u de tabletten moet
gebruiken (bijv. in de bestekkorf, het
afwasmiddelbakje etc.).
Let erop dat ook bij gebruik van
tabletten het deksel van het
afwasmiddelbakje gesloten is.
nl
86
86
ATTENTIE !
BELANGRIJKE
AANWIJZINGEN
BIJ HET GEBRUIK VAN
GECOMBINEERDE
REINIGINGSPRODUCTEN
Neem bij het gebruik van zogenaamde
gecombineerde reinigingsproducten die
het gebruik van bijv. glansspoelmiddel of
zout overbodig moeten maken, de
volgende belangrijke aanwijzingen in acht:
Sommige producten met geïntegreerd
glansspoelmiddel werken alleen in
bepaalde programma’s optimaal.
Bij apparaten met automatische
programma’s hebben dergelijke
producten meestal niet het gewenste
effect.
Producten die het gebruik van
regenereerzout overbodig maken,
kunnen alleen binnen een bepaald
waterhardheidsbereik gebruikt worden.
Als u deze gecombineerde producten
wilt gebruiken, lees dan de
gebruiksaanwijzing van deze producten
of eventuele aanwijzingen op de
verpakking nauwkeurig door!
Neem in geval van twijfel contact op met
de fabrikant van het reinigingsmiddel,
vooral als:
het serviesgoed na afloop van het
programma erg nat is.
er kalkaanslag ontstaat.
Bij klachten die direct verband houden met
het gebruik van deze producten, kunnen
wij niet aansprakelijk gesteld worden!
nl
87
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat
behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Naspoelen
70°
Drogen
Tussen-
spoelen
Soort serviesgoed
bijv. porcelein,
pannen,
bestek,
glazen,
etc.
Soort
etensresten
bijv. van
Hoeveelheid
etensresten
Toestand van
de etensresten
Afwas-
programma’s
Programma-
verloop
Onge-
voelig
Soep, soufflé, saus,
aardappelen,
deegwaren, rijst,
eieren, gebraden
gerechten
Soep, aardappelen
deegwaren, rijst,
eieren, gebraden
gerechten
veel heel weinig
erg aangekoekt
Normaal
65°
Intensief
70°
Eco
50°
Snel
35°
Voor-
spoelen
Drogen
Naspoelen
70°
Drogen
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Naspoelen
55°
Reinigen
35°
Naspoelen
65°
Reinigen
50°
Afspoelen
als het
serviesgoed
enkele
dagen tot
de afwas in
het
apparaat
bewaard
wordt.
Voorspoelen
Gemengd Gevoelig Gemengd
Glas
40°
Voorspoelen
Reinigen
40°
Tussen-
spoelen
Naspoelen
55°
Drogen
Koffie, gebak,
melk, worst,
koude dranken,
salade
weinig
weinig aangekoekt
Voorspoelen
50°
Reinigen
70°
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Reinigen
65°
Voorspoelen Voorspoelen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort en de
hoeveelheid serviesgoed, resp. van de
etensresten kunt u in het programma-
overzicht het juiste door u in te stellen
programma vinden.
Besparingstip
Bij een niet vol beladen
machine kunt u meestal
gebruik maken van een minder
sterk programma.
nl
88
88
Programmagegevens
De programmagegevens vindt u
in de korte handleiding. Ze hebben
betrekking op normale omstandigheden.
Door:
verschillen in de hoeveelheid
serviesgoed
de temperatuur van het toegevoerde
water
de druk in de waterleiding
de omgevingstemperatuur
toleranties in de netspanning
en de toleranties in het apparaat (bijv.
temperatuur, hoeveelheid water,...)
kunnen grotere afwijkingen optreden.
De waarden van het waterverbruik
hebben betrekking op instelwaarde
2 van de waterhardheid.
Afwassen
Inschakelen van het apparaat
en programma kiezen
Kraan helemaal opendraaien.
Programmakiezer 1 op het gewenste
programma zetten. Hiermee is het
apparaat ingeschakeld. De indicatie
startklaar
4 gaat branden. U kunt het
programma nu starten.
Starten van het programma
START/STOP-toets 8 indrukken.
De indicatie startklaar
4 gaat uit,
de programmaverloopindicatie
5
gaat branden. Het programma loopt.
Einde van het programma
Het programma is afgelopen als
de programmaverloopindicatie
5 uit is
en de indicatie einde van het programma
6 brandt. Na afloop van het programma
wordt tevens de eventueel ingestelde
functie „mono-afwassysteem“ (niet bij alle
modellen) uitgeschakeld.
Een paar minuten na afloop van het
programma:
de deur van het apparaat openen.
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Na afloop van het programma kunt u het
apparaat uitschakelen ofwel hetzelfde of
een ander programma opnieuw starten.
Uitschakelen van het apparaat
Een paar minuten na afloop van het
programma de programmakiezer
1
op UIT zetten.
Kraan dichtdraaien (niet nodig bij
Aquastop).
nl
89
Onderbreken van het
programma
START/STOP-toets 8 indrukken.
De programmaverloopindicatie
5
knippert, d.w.z.: het programma is
onderbroken.
U kunt nu de deur van het apparaat
openen om bijv. serviesgoed bij te
vullen.
Zodra de deur weer gesloten is, wordt
het programma automatisch voortgezet.
Bij aansluiting op warm water of als het
apparaat al is opgewarmd: de deur
eerst een paar minuten op een kier
laten staan voordat u deze dichtdoet.
Anders kan de deur door expansie
weer openspringen.
Als u de deur niet geopend hebt, druk
dan de START/STOP-toets
8 in om
het programma voort te zetten.
Bij gesloten deur kan het programma
maximaal 9 uur onderbroken worden.
Hierna wordt het programma automatisch
voortgezet.
Afbreken van het programma
START/STOP-toets 8 gedurende ca.
3 seconden indrukken.
De programmaverloopindicatie 5
gaat uit. Het programma is afgebroken.
Eventueel is ook de functie
„mono-afwassysteem“ resp. „Starttijd
programmeren“ (niet bij alle modellen)
uitgeschakeld.
De indicatie einde van het programma
6 knippert gedurende ca. 1 minuut.
Tegelijkertijd wordt het water
afgepompt. Om het
programma-onderdeel afpompen niet af
te breken: zolang de indicatie knippert
de instellingen onveranderd laten en
de deur gesloten houden.
Na afloop van de afpomptijd gaat
de indicatie einde programma
6
uit en gaat de indicatie startklaar 4
branden. U kunt nu opnieuw starten
of het apparaat uitschakelen.
Wijzigen van het programma
U kunt het programma altijd (behalve
tijdens het programma-onderdeel drogen)
wijzigen door gewoon
de programmakiezer
1 te verdraaien.
Al gestarte programma-onderdelen (bijv.
reinigen) van het voordien ingestelde
programma worden eerst afgewerkt
voordat een begin wordt gemaakt met
de volgende onderdelen in het nieuwe
programma.
Als u „Starttijd programmeren“ (niet bij alle
modellen) hebt geactiveerd, dan loopt het
aftellen van de tijd gewoon door.
nl
90
90
Extra functies *
* niet bij alle modellen
Mono-afwassysteem (afwassen
in de bovenste servieskorf)*
Gebruik deze functie bij een kleine afwas.
Hiermee bespaart u op energie en water.
Alleen de bovenste servieskorf
inruimen, de onderste moet leeg zijn.
Gebruik iets minder afwasmiddel dan
wordt aangeraden bij een volle belading
van de afwasautomaat.
Kies een programma en schakel door
toets
11 in te drukken
„mono-afwassysteem“ in. De
bijbehorende indicatie gaat branden.
De functie „mono-afwassysteem“ wordt
uitgeschakeld door toets
11 opnieuw
in te drukken of na afloop/afbreken van
een programma.
De functie „mono-afwassysteem“
kan altijd – ook tijdens een lopend
programma – worden in- en uitgeschakeld.
Starttijd programmeren*
U kunt de start van het programma 3 of
9 uur uitstellen.
Kies een programma.
Toets starttijd programmeren 9 één
keer (3 uur) of twee keer (9 uur)
indrukken.
Een paar seconden na het instellen of
na het indrukken van de START/STOP-
toets 8 loopt de tijd af.
De bijbehorende tijdindicatie brandt tot
het programma start. Na 6 uur springt
de 9-uur-indicatie op de 3-uur-indicatie.
Na afloop van de ingestelde tijd wordt
het programma automatisch gestart.
Om de voorgeprogrammeerde tijd te
onderbreken: START/STOP-toets
8
indrukken. Door de toets opnieuw in te
drukken loopt de voorgeprogramme-
erde tijd weer door.
Bij het openen van de deur van het
apparaat wordt
de voorgeprogrammeerde tijd niet
onderbroken.
Om de starttijd te wissen: de toets
starttijd programmeren
9 net zolang
indrukken tot geen enkele tijdindicatie
meer brandt. Na een paar seconden
start het gekozen programma.
Attentie!
Als het apparaat tijdens een
lopend programma zonder stroom
komt te zitten (bijv. door het
uitschakelen van het apparaat of
door het uitvallen van de stroom),
dan blijven alle instellingen
opgeslagen. Het programma loopt
automatisch verder zodra er weer
stroom is.
nl
91
Schoonmaken
en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van
het apparaat dragen ertoe bij defecten te
voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Daarom moet u af en toe de
afwasautomaat goed controleren.
Algemene toestand van de
machine
Spoelruimte controleren op aanslag van
vet en kalk.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met de
hoogste afwastemperatuur starten.
Deurafdichting schoonmaken:
de deurafdichting regelmatig met een
vochtig doekje afnemen om resten vuil
te verwijderen.
Speciaal zout
Controleer de indicatie zout bijvullen 7 .
Indien nodig zout bijvullen.
Glansspoelmiddel
Controleer de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen op het bedieningspaneel
10
resp. de indicatie in het voorraadreservoir
30 . Indien nodig glansspoelmiddel
bijvullen.
Zeven
De zeven 26 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een
zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en –
afhankelijk van het type apparaat –
tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder
kunt u het zeefsysteem eruit halen.
Etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.
Bij de montage:
het zevensysteem erin zetten en met
de zeefcylinder vastschroeven.
nl
92
92
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het spoelwater
kunnen de sproei-openingen en de lagers
van de sproeiarmen 23 en 24
blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping door etensresten con-
troleren.
Eventueel de onderste sproeiarm 24
naar boven eraf trekken.
Bovenste sproeiarm 23 eraf
schroeven.
Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.
0
1
2
3
Sproeiarmen
Afvoerpomp
Grove etensresten in het spoelwater die
niet door de zeven worden tegengehouden,
kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het
spoelwater wordt dan niet afgepompt en
blijft boven de zeef staan.
In dit geval:
eventueel water eruit scheppen.
Zeven 26 eruit halen.
Schroef uit de afdekking schroeven
(torx T 20) en de afdekking eraf halen.
Binnenruimte controleren op vreemde
voorwerpen en deze – indien nodig –
verwijderen.
Afdekking weer aanbrengen en
vastschroeven.
Zeven er weer in zetten en
vastschroeven.
Torx T20
2
1
nl
93
Opsporing van storingen
Kleine storingen zelf verhelpen
De meest voorkomende storingen in het
dagelijks gebruik van het apparaat kunt u
zelf verhelpen zonder de hulp van de
Servicedienst in te roepen. Hiermee
bespaart u kosten en bent u ervan zeker
dat u het apparaat weer snel kunt
gebruiken. Het volgende overzicht kan u
erbij helpen de oorzaken van de ontstane
storingen vinden.
Storingen
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
De zekering van de huisinstallatie
is niet in orde.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
De kraan is niet open.
De zeef aan de watertoevoerslang
is verstopt.
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien. Hierna de zeef
schoonmaken die zich aan de
aansluiting van de toevoerslang
bevindt. Tenslotte het apparaat
weer op het elektriciteitsnet
aansluiten, kraan opendraaien en
het apparaat inschakelen.
Attentie!
Denk eraan:
reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur
worden uitgevoerd.
Ondeskundige reparaties
kunnen aanzienlijke schade
en gevaar voor de gebruiker
opleveren.
... aan het apparaat
de onderste sproeiarm draait
moeilijk
Sproeiarm door kleine deeltjes of
etensresten geblokkeerd.
Deksel van het afwasmiddelbakje
kan niet gesloten worden
Doseerreservoir te vol.
Mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
De indicaties gaan na het afwassen
niet uit.
De programmakiezer 1 staat
niet op „UIT“.
Er kleven na de afwas resten
afwasmiddel in het reservoir
Reservoir was bij het vullen
vochtig, alleen een droog reservoir
met afwasmiddel vullen.
Na afloop van het programma blijft
er water in het apparaat staan.
De afvoerslang is verstopt of
geknikt.
De afvoerpomp is geblokkeerd.
De zeven zijn verstopt.
Het programma is nog niet
afgelopen. Wacht op het einde van
het programma (de indicatie einde
programma
6 brandt).
De functie „Afbreken van het
programma“ uitvoeren.
nl
94
94
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir
voor glansspoelmiddel.
Gemorst spoelmiddel kan bij de
volgende spoelbeurt tot
overmatige schuimvorming leiden,
daarom moet u het gemorste
spoelmiddel met een doek
verwijderen.
De programmaverloopindicatie 5
knippert en het programma loopt
niet verder.
Het programma werd
onderbroken. Het programma
voortzetten door de START/STOP-
toets
8 in te drukken.
De deur van het apparaat is niet
dicht. Deur weer sluiten.
De programmakiezer werd op
een positie zonder bijbehorend
programma gedraaid.
Programmakiezer weer op het
gewenste programma zetten.
Het programma stopt tijdens de
afwas
Stroomtoevoer onderbroken.
Watertoevoer onderbroken.
Klappende geluiden tijdens de
afwas
Sproeiarm slaat tegen
serviesgoed.
Kletterende geluiden tijdens de
afwas
Serviesgoed niet goed ingeruimd.
Klappende geluiden van de
vul-ventielen
Wordt veroorzaakt door de ligging
van de waterleiding en heeft geen
invloed op het functioneren van de
machine. Deze geluiden kunnen
niet verholpen worden.
... aan het serviesgoed
Er blijven gedeeltelijk etensresten
aan het serviesgoed plakken
Het serviesgoed was niet goed
ingeruimd, de waterstralen konden
het oppervlak niet bereiken.
De servieskorf was te vol.
Het serviesgoed ligt tegen elkaar
aan.
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Een te zwak programma gekozen.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien doordat
een stuk serviesgoed in de weg
stond.
Sproeiers van de sproeiarmen zijn
door etensresten verstopt.
De zeven zijn verstopt.
Zeven verkeerd ingezet.
Afvoerpomp geblokkeerd.
Er ontstaan verkleuringen op
kunststof onderdelen
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Er blijven gedeeltelijk witte vlekken
op het serviesgoed achter, de
glazen blijven melkkleurig
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Ondanks een hoge
hardheidsgraad van het
leidingwater geen zout
toegevoegd.
Onthardingsinstallatie te laag
ingesteld.
Het deksel van het zoutreservoir is
niet goed vastgedraaid.
Als u afwasmiddel zonder fosfaat
hebt gebruikt, probeer dan eens
afwasmiddel met fosfaat ter
vergelijking.
nl
95
Het serviesgoed wordt niet droog
Programma zonder drogen
gekozen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Serviesgoed te snel uit het
apparaat gehaald.
De glazen zien er dof uit
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Resten thee of lippenstift zijn
achtergebleven
Het afwasmiddel heeft te weinig
bleekwerking.
Een te lage afwastemperatuur
gekozen.
Roestsporen op het bestek
Het bestek is niet voldoende
roestbestendig.
Het zoutgehalte in het afwaswater
is te hoog.
Deksel van het zoutreservoir
niet goed vastgedraaid.
Tijdens het navullen te veel
zout toegevoegd.
De glazen worden dof en
verkleuren, de aanslag kan niet
worden afgewreven
Een ongeschikt afwasmiddel
gebruikt.
De glazen zijn niet geschikt voor
een afwasautomaat.
Op glazen en bestek blijven strepen
achter, de glazen zien er
metaalachtig uit.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
hoog ingesteld.
Inschakelen van de
Servicedienst
Als het u niet lukt de fout te verhelpen,
schakel dan de Servicedienst in. Het
dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst
vindt u in het telefoonboek of in de
meegeleverde brochure met
service-adressen. Geef aan de
Servicedienst het typenummer (1) en het
FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens
op het typeplaatje op de deur van het
apparaat.
FD
2
1
Opgelet
We willen er u op wijzen dat
een bezoek van een technicus
van onze klantendienst naar
aanleiding van een de
beschreven storingen ook
tijdens de garantieperiode niet
kostenloos is.
nl
96
96
Aanwijzingen
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat
Een oud apparaat is geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen na
bewerking opnieuw gebruikt worden.
Bij afgedankte apparaten de stekker uit
het stopcontact trekken, aansluitkabel
doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
Deurslot en kinderbeveiliging (indien
aanwezig) onklaar maken. Hiermee
voorkomt u dat kinderen zichzelf tijdens
het spelen in het apparaat opsluiten en
in levensgevaar geraken.
Uw nieuwe apparaat werd tijdens het
transport naar u door de verpakking
beschermd. Voor de verpakking wordt
gebruik gemaakt van materialen die het
milieu kan verdragen en die geschikt zijn
voor hergebruik. Help daarom mee en
zorg ervoor dat de verpakking
milieuvriendelijk wordt afgevoerd. Alle
kunststofdelen van het apparaat zijn
gemerkt met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
Hierdoor kunnen de kunststof afvaldelen
bij de verwerking van het apparaat voor
een milieubewuste recycling gescheiden
worden.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren.
Laat kinderen niet met de verpakking
en de onderdelen daarvan spelen. Kans
op stikken door vouwdozen en folie.
Aanwijzingen voor
vergelijkende tests
De voorwaarden voor de vergelijkende
tests vindt u op het extra blad
“Aanwijzingen voor vergelijkende tests”.
De verbruikswaarden voor de betreffende
programma’s vindt u in de korte
handleiding.
Algemeen
Geïntegreerde en onderbouwapparaten
die achteraf als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door het
vast te schroeven aan de muur of door
inbouw onder een doorlopend werkblad
dat aan de kasten ernaast is vastge-
schroefd.
nl
97
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van
watertoevoer en -afvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten met de vereiste
criteria overeenkomen zoals deze in de
volgende alinea’s resp. in het montage-
voorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de
handelingen aanhouden:
– bij aflevering controleren
– plaatsen
– aansluiting op de waterafvoer
– aansluiting op de watertoevoer
– elektrische aansluiting
Aflevering
Uw afwasautomaat werd in de fabriek
zorgvuldig getest op foutloos functioneren
waardoor kleine watervlekken zijn achter-
gebleven. Deze zijn na de eerste afwas-
beurt verdwenen.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat met
behulp van de verstelbare voetjes
waterpas stellen. Let erop dat het appa-
raat stevig staat.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt u in
het montagevoorschrift. Eventueel een
sifon met aansluitnippel monteren.
Afvoerslang met behulp van de meege-
leverde onderdelen op de aansluitnippel
van de sifon aansluiten.
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens montagevoorschrift.
Toevoerslang met behulp van de
meegeleverde onderdelen op de kraan
aansluiten.
Waterdruk:
minimaal 0,5 bar, maximaal 10 bar.
Bij hogere druk een reduceerventiel
aanbrengen.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
bij voorkeur koud water. Warm water mag
maximaal een temperatuur van 60 °C
hebben.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht, randgeaard
stopcontact op 230 volt wisselstroom
aansluiten. Zie het typeplaatje
32 voor
de vereiste zekering. Het stopcontact moet
zich in de buurt van de afwasautomaat
bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar
mag alleen een type met het teken
worden geïnstalleerd. Alleen deze
aardlekschakelaar voldoet aan de nu
geldende voorschriften.
Demontage
De volgorde van de handelingen is ook
hier belangrijk:
allereerst het apparaat loskoppelen van
het lichtnet.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Watertoevoer afsluiten.
Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer
loskoppelen.
Bevestigingsschroeven onder het
werkblad losdraaien.
Indien aanwezig de plint verwijderen.
Het apparaat eruit halen en de slang
voorzichtig naar voren trekken.
nl
98
98
Transport
De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse
onderdelen vastzetten. Het apparaat
alleen rechtop vervoeren
Als het apparaat niet rechtop wordt
vervoerd, dan kan er resterend water in
het besturingsmechanisme
terechtkomen. Dit kan tot een verkeerd
programmaverloop leiden.
Het apparaat via de volgende stappen
laten leeglopen:
kraan opendraaien.
Een willekeurig programma kiezen,
starten en ca. 4 minuten laten lopen.
Door de START/STOP-toets 8
gedurende 3 seconden in te drukken
het programma afbreken. De indicatie
einde programma
6 knippert.
Wachten tot na ca. 1 minuut
de indicatie einde programma
6
uitgaat en de indicatie startklaar 4
brandt.
Programmakiezer op UIT draaien.
Kraan dichtdraaien.
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat niet in een vorstvrije
ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje),
dan moet u het apparaat helemaal laten
leeglopen (zie transport).
Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
fr
Garantie AQUA-STOP.
(ne s’applique pas aux appareils non munis du système Aqua-Stop)
En complément à la garantie légale assurée par le vendeur au titre du contrat de vente et
en complément à la garantie que nous offrons sur l’appareil
, nous dédommageons
l’utilisateur dans les conditions suivantes :
1. Si, par un défaut de fabrication, notre système Aqua-Stop cause des dégâts des eaux,
nous dédommageons le consommateur privé.
2. Cette garantie s’applique pendant la durée de vie de l’appareil.
3. Pour pouvoir bénéficier de la garantie, l’appareil avec son système Aqua-Stop doit
avoir été implanté et raccordé dans les règles de l’art conformément à notre notice.
«Cette condition s’applique aussi à la rallonge (accessoire d’origine) d’Aqua-Stop
posée dans les règles de l’art.» Notre garantie ne couvre pas les conduites
d’alimentation ou robinetteries défectueuses arrivant jusqu’à la prise de l’Aqua-Stop.
4. Lorsqu’un appareil muni d’une vanne Aqua-Stop est en marche, il est en principe
inutile de le surveiller et/ou de fermer le robinet d’eau. Fermez ce dernier uniquement
si vous vous absentez de votre domicile pendant une longue période, par exemple si
vous partez en vacances pendant plusieurs semaines.
nl
AQUA-STOP-garantie.
(vervalt bij apparaten zonder Aqua-Stop)
Als aanvulling op de garantie-aanspraken tegenover de verkoper in de
koopovereenkomst en als aanvulling op onze garantie op het apparaat wordt
u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt
vergoeden wij de schade aan particuliere gebruikers.
2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor de levensduur van het apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op garantie is dat het apparaat met Aqua-Stop vakkundig
en overeenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten; hiertoe
behoort ook de vakkundig gemonteerde verlenging van de Aqua-Stop (origineel
toebehoren). Onze garantie heeft geen betrekking op defecte toevoerleidingen of
armaturen tot aan de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van een apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in principe niet bij te
blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien. Alleen bij
langere afwezigheid, bijv. als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan
worden dichtgedraaid.

Documenttranscriptie

de Inhaltsverzeichnis Sicherheitshinweise . . . . . . . . Gerät kennen lernen . . . . . . . Enthärtungsanlage . . . . . . . . Spezialsalz einfüllen . . . . . . . Klarspüler einfüllen . . . . . . . . Nicht geeignetes Geschirr . . Geschirr einordnen . . . . . . . . Reiniger . . . . . . . . . . . . . . . . . . en 15 16 18 19 21 23 24 25 27 28 29 30 31 32 Programme overview . . . . . . Washing dishes . . . . . . . . . . . Additional functions * . . . . . . . Maintenance and care . . . . . . Fault finding . . . . . . . . . . . . . . Customer Service . . . . . . . . . Information . . . . . . . . . . . . . . . Installation . . . . . . . . . . . . . . . . 39 40 42 43 45 47 48 49 51 52 53 54 55 56 57 61 63 Laver la vaisselle . . . . . . . . . . Fonctions supplémentaires * . . . . . . . . . Entretien et maintenance . . . Détection des pannes . . . . . . Appeler le service après-vente Remarques . . . . . . . . . . . . . . . Installation . . . . . . . . . . . . . . . . 64 66 67 69 72 72 73 75 76 77 78 79 80 81 84 Programma-overzicht . . . . . . Afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . Extra functies * . . . . . . . . . . . . Schoonmaken en onderhoud Opsporing van storingen . . . . Inschakelen van de Servicedienst Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 88 90 91 93 95 96 97 33 36 Sommaire Consignes de sécurité . . . . . . Présentation de l’appareil . . . Installation d’adoucissage . . Remplissage du sel spécial . Remplissage du liquide de rinçage Vaisselle inadéquate . . . . . . . Classement de la vaisselle . . Détergent . . . . . . . . . . . . . . . . Tableau des programmes . . . nl Programmübersicht . . . . . . . . Geschirrspülen . . . . . . . . . . . . Zusatzfunktionen * . . . . . . . . . Wartung und Pflege . . . . . . . . Fehlersuche . . . . . . . . . . . . . . Kundendienst rufen . . . . . . . . Hinweise . . . . . . . . . . . . . . . . . Installation . . . . . . . . . . . . . . . . Index Safety information . . . . . . . . . Getting to know your dishwasher Water softener . . . . . . . . . . . . Filling the special salt container Filling the rinse-aid container Not suitable for the dishwasher Arranging crockery, glasses, etc. in the dishwasher . . . . . . Detergents . . . . . . . . . . . . . . . fr 3 4 5 6 7 8 9 12 Inhoud Veiligheidsvoorschriften . . . . Kennismaking met het apparaat Wateronthardingsinstallatie . Zout bijvullen . . . . . . . . . . . . . Vullen met glansspoelmiddel Ongeschikt servies . . . . . . . . Serviesgoed sorteren . . . . . . Afwasmiddelen . . . . . . . . . . . . nl Veiligheidsvoorschriften Bij aflevering Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier. Het verpakkingsmateriaal volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren. Bij de installatie Het apparaat volgens het installatie- en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten. Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Overtuig u ervan dat het aardingssysteem van de elektrische huisinstallatie volgens de geldende elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd. De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van de afwasautomaat. Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd. Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn. Niet bij alle modellen: Het kunststof huis aan de wateraansluiting bevat een elektrisch ventiel. In de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden en het kunststof huis niet in water onderdompelen. Waarschuwing Als het toestel niet in een nis staat en daardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar voor verwondingen). De afdekkingen krijgt u als extra toebehoren bij de klantendienst of uw dealer. Dagelijks gebruik De afwasautomaat alleen in het huishouden en voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed, gebruiken. Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen. Het water in de spoelruimte is geen drinkwater. Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie! Tijdens het programmaverloop de deur alleen voorzichtig openen. Er bestaat gevaar dat er water uit het apparaat spuit. Bij kinderen in het huishouden Kleine kinderen mogen niet met de afwasautomaat spelen of deze bedienen. Kleine kinderen uit de buurt van afwasmiddelen en glansspoelmiddelen houden. Kleine kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven. Kinderbeveiliging * * niet bij alle modellen Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag. 40 Kinderbeveiliging inschakelen 41 Deur met ingeschakelde kinderbeveiliging openen 42 Kinderbeveiliging uitschakelen 75 nl Bij schade Reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Bij reparaties mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. Alleen aan de stekker trekken, niet aan de aansluitkabel. Kraan dichtdraaien. Bij het afvoeren van het apparaat Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar maken waardoor ongevallen worden voorkomen. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en de deursluiting onklaar maken. Het apparaat volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren. Kennismaking met het apparaat De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenkant van het apparaat zijn op de laatste uitklapbare bladzijde van deze brochure afgedrukt. A.u.b. vóór het lezen deze bladzijde openklappen. Bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 Waarschuwing Kinderen kunnen in het toestel ingesloten raken (verstikkingsgevaar) of in andere situaties terechtkomen. Daarom: Stekker uittrekken, netkabel afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig kapot maken dat de deur niet meer sluit. 9 10 11 Programmakiezer/ AAN/UIT-schakelaar Handgreep om de deur te openen Programma-overzicht* Indicatie startklaar Programmaverloopindicatie Indicatie einde programma Indicatie zout bijvullen START/STOP-toets Starttijd programmeren* Indicatie glansspoelmiddel bijvullen* Mono-afwassysteem (alleen bovenste servieskorf)* * niet bij alle modellen Binnenkant van het apparaat 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 Bovenste servieskorf Extra bestekkorf* voor de bovenste servieskorf Etagère* Bovenste sproeiarm Onderste sproeiarm Reservoir voor onthardingszout Zeven Bestekkorf Onderste servieskorf Vergrendeling Reservoir voor glansspoelmiddel met bijvulindicatie Afwasmiddelbakje Typeplaatje * niet bij alle modellen 76 nl Inkopen voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt: – zout – afwasmiddel – glansspoelmiddel Gebruik enkel producten die geschikt zijn voor de vaatwasmachine. Wateronthardingsinstallatie Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat. De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater. Instellen van de wateronthardingsinstallatie (zie korte handleiding) 77 nl Zout bijvullen Werking van het zout Tijdens het afwassen wordt het zout automatisch uit het zoutreservoir in de wateronthardingsinstallatie gespoeld waar de kalk wordt opgelost. De kalkhoudende oplossing wordt uit de afwasautomaat gepompt. Daarna functioneert het onthardingssysteem weer. Het regenereren functioneert alleen als het zout in het water is opgelost. De schroefdop van het voorraadreservoir 25 openen. Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt: ca. 1 l water in het zoutreservoir gieten. De meegeleverde trechter in de vulopening zetten. Daarna zoveel zout toevoegen tot het zoutreservoir vol is (maximaal 1,5 kg). Als u het reservoir met zout vult, dan wordt het water verdrongen en loopt weg. Verwijder vervolgens de zoutresten rond de vulopening en sluit het reservoir zonder het deksel er schuin op te draaien. De indicatie zout bijvullen 7 op het bedieningspaneel brandt eerst en gaat na enige tijd uit als zich een voldoende zoutconcentratie heeft gevormd. Bij instelling op ’0’ moet u geen regenereerzout gebruiken omdat er tijdens het afwassen geen zout gebruikt wordt. Bij instelling op ’1’ tot ’3’ moet het zoutreservoir met zout worden gevuld. Attentie! Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot. Indicatie zout bijvullen Zodra de indicatie zout bijvullen 7 op het bedieningspaneel brandt, moet u zout bijvullen. 78 nl Vullen met glansspoelmiddel Glansspoelmiddel wordt gebruikt om de glazen helder en het serviesgoed zonder strepen te laten opdrogen. Deksel van het voorraadreservoir voor glansspoelmiddel 30 openklappen. Druk hiertoe op de markering op het deksel en open tegelijkertijd het deksel met het bedieningslipje . Instellen van de juiste dosering van glansspoelmiddel De dosering van de hoeveelheid glansspoelmiddel kan traploos worden ingesteld. De instelknop is door de fabriek op 4 ingesteld. Verander de instelling van de instelknop voor glansspoelmiddel als er strepen (draaien in richting –) of watervlekken (draaien in richting +) op het serviesgoed achterblijven. 30 Glansspoelmiddel in de vulopening gieten tot de indicatie donker wordt. Deksel sluiten tot u een klik hoort. Instelknop voor glansspoelmiddel Indicatie glansspoelmiddel bijvullen Zolang de indicatie glansspoelmiddel bijvullen op het bedieningspaneel 10 (niet bij alle modellen) of bij de doseerinrichting 30 donker is, is er genoeg glansspoelmiddel aanwezig. Attentie! Gebruik alleen glansspoelmiddel dat geschikt is voor huishoudelijke afwasautomaten. Gemorst glansspoelmiddel kan bij de volgende afwasbeurt tot overmatige schuimvorming leiden. Het ernaast gegoten glansspoelmiddel daarom met een doekje verwijderen. Indicatie glansspoelmiddel bijvullen 79 nl Ongeschikt servies In uw afwasautomaat mag u het volgende niet afwassen: bestek en servies met houten onderdelen. Ze logen uit en worden lelijk; ook de gebruikte lijm is niet bestand tegen de optredende temperaturen. Gevoelige gedecoreerde glazen en vazen, speciaal antiek of niet meer te vervangen serviesgoed. Deze decoraties waren nog niet bestand tegen het afwassen in een afwasautomaat. Niet geschikt zijn bovendien kunststof voorwerpen die gevoelig zijn voor heet water, koperen en tinnen serviesgoed. Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen van zilver en aluminium kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen. Verder hoort materiaal dat water absorbeert, zoals sponzen en doeken, niet in de afwasautomaat thuis. Tip: koop voortaan alleen serviesgoed waarbij staat aangegeven dat het geschikt is voor een afwasautomaat. Attentie Serviesgoed dat bevuild is met as, kaarsvet, smeerolie of verf mag niet in de afwasautomaat worden afgewassen. 80 Schade aan glas en serviesgoed Oorzaken: glassoort en fabricagewijze van het glas; chemische samenstelling van het afwasmiddel; temperatuur van het water en programmaduur van de afwasautomaat. Advies: gebruik glas en porcelein dat door de fabricant aangeduid wordt als geschikt voor afwasautomaten. Gebruik afwasmiddel dat het serviesgoed ontziet. U kunt dit informeren bij de fabricant van het afwasmiddel. Kies een programma met een zo laag mogelijke temperatuur en een korte programmaduur. Om beschadigingen te voorkomen glas en bestek na afloop van het programma zo snel mogelijk uit de afwasautomaat halen. nl Serviesgoed sorteren Serviesgoed inruimen Grove etensresten verwijderen. Voorspoelen onder stromend water is niet nodig. Het serviesgoed als volgt inruimen: alle soorten vaatwerk zoals kopjes, glazen, pannen etc. met de opening naar beneden zetten. Serviesgoed met een ronding of een holte schuin in de servieskorf zetten zodat het water er vanaf kan lopen. Het serviesgoed moet stevig staan en mag niet wankelen. De twee sproeiarmen moeten ongehinderd kunnen ronddraaien. Heel kleine stukken kunnen niet in de machine gewassen worden omdat ze makkelijk uit de manden kunnen vallen. Bij gebruik van de functie „mono-afwassysteem“ (niet bij alle modellen) alleen de bovenste servieskorf inruimen, de onderste moet leeg zijn. Kopjes en glazen Bovenste servieskorf 20 * niet bij alle modellen Pannen Onderste servieskorf 28 Vaatwerk uit de machine halen Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste mand op het vaatwerk in de onderste mand vallen, is het aan te raden om eerst de onderste en dan de bovenste mand te legen. 81 nl Bestek Messen-etagère * Bestek altijd ongesorteerd met het eetvlak naar boven inruimen (wees voorzichtig met messenlemmets). Op deze manier kan de sproeistraal elk stuk bestek beter bereiken. Om verwondingen te voorkomen: lange en puntige voorwerpen en messen op de etagère (bij sommige modellen) of op de messen-etagère (tegen meerprijs) leggen. * niet bij alle modellen Omklapbare bordensteunen * * niet bij alle modellen De bordensteunen zijn omklapbaar waardoor pannen en schalen practischer kunnen worden ingeruimd. De etagère * * niet bij alle modellen Hoge glazen en glazen op een hoge voet niet tegen het servies maar tegen de rand van de etagère laten leunen. Bakplaat-sproeikop * * niet bij alle modellen Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag. Grote bakplaten of roosters kunt u met behulp van de bakplaatĆsproeikop reinigen: bovenste servieskorf eruit halen en de sproeikop erin zetten zoals afgebeeld. De bakplaten volgens de afbeelding inruimen, zodat de sproeistraal alle delen kan bereiken (maximaal 4 bakplaten en 2 roosters). 82 Lange voorwerpen, voorsnij- en slacouverts, pollepels of messen op de etagère leggen zodat de sproeiarmen ongehinderd kunnen ronddraaien. U kunt de etagère naar wens in- en uitklappen. nl Verstellen van de korfhoogte * * niet bij alle modellen Ø max. 20/*25cm 86cm 81cm Ø max. 20/*25cm Ø max. 30/*25cm Ø max. 34/*29cm De bovenste servieskorf kan – indien gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed. Afhankelijk van de uitvoering van de bovenste servieskorf in uw model afwasautomaat kunt u kiezen uit een van de volgende manieren om te werk te gaan: Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant (Rackmatic) De bovenste servieskorf uittrekken. bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen De bovenste servieskorf uittrekken. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste resp. onderste rollen weer inhangen. Om de korf te laten zakken: de twee hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf één voor één naar binnen drukken. Hierbij altijd de korf aan de zijkant met één hand aan de bovenste rand vasthouden. Hiermee voorkomt u dat de korf plotseling naar beneden valt (waardoor het serviesgoed beschadigd kan worden). 83 nl Afwasmiddelen Attentie U kunt in uw afwasautomaat de in de handel verkrijgbare vloeibare of poedervormige afwasmiddelen, resp. tabletten gebruiken (geen handafwasmiddel!). Er zijn momenteel drie soorten afwasmiddel verkrijgbaar: 1. met fosfaat en chloor 2. met fosfaat en zonder chloor 3. zonder fosfaat en zonder chloor Om de korf op te tillen: de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vastpakken en naar boven trekken. Overtuig u ervan dat de korf – voordat u hem weer in het apparaat schuift – aan beide zijden op dezelfde hoogte staat. Anders kan de deur van het apparaat niet dicht en heeft de bovenste sproeiarm geen verbinding met het aansluitpunt van de watertoevoer. Bij gebruik van afwasmiddel zonder fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder witte aanslag op het serviesgoed en de wanden van de spoelruimte ontstaan. U kunt dit vermijden door een grotere hoeveelheid afwasmiddel te doseren. Afwasmiddel zonder chloor heeft een geringere bleekwerking. Dit kan leiden tot een versterkte aanslag van thee of tot verkleuringen op kunststof onderdelen. De oplossing in dit geval: – het gebruik van een sterker afwasprogramma of – het doseren van een grotere hoeveelheid afwasmiddel of – het gebruik van een afwasmiddel met chloor. Of een afwasmiddel geschikt is voor zilveren voorwerpen vindt u op de verpakking van het afwasmiddel. Heeft u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel. 84 nl Afwasmiddelbakje met doseerhulp De indeling in het afwasmiddelbakje biedt hulp bij de juiste dosering van het afwasmiddel. Het afwasmiddelbakje bevat bij de onderste lijn 15 ml afwasmiddel en bij de middelste lijn 20 ml. Een vol afwasmiddelbakje bevat 40 ml afwasmiddel. 40 ml 25 ml 15 ml Attentie! Vullen met afwasmiddel Het afwasmiddelbakje 31 met afwasmiddel vullen. Neem voor een juiste dosering de gegevens van de fabrikant op de verpakking van het afwasmiddel in acht. Bij het programma „Intensief” ca. 10–15 ml afwasmiddel extra op de deur van het apparaat strooien. Besparingstip Bij het mono-afwassysteem resp. als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven. Deksel van het afwasmiddelbakje sluiten: (1) deksel dichtschuiven en tot slot (2) licht erop drukken zodat de sluiting hoorbaar vastklikt. Als het afwasmiddelbakje nog dicht is: vergrendeling opzij drukken om het te openen. Bij gebruik van tabletten vindt u op de verpakking waar u de tabletten moet gebruiken (bijv. in de bestekkorf, het afwasmiddelbakje etc.). Let erop dat ook bij gebruik van tabletten het deksel van het afwasmiddelbakje gesloten is. 85 nl ATTENTIE ! BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN GECOMBINEERDE REINIGINGSPRODUCTEN Neem bij het gebruik van zogenaamde gecombineerde reinigingsproducten die het gebruik van bijv. glansspoelmiddel of zout overbodig moeten maken, de volgende belangrijke aanwijzingen in acht: Sommige producten met geïntegreerd glansspoelmiddel werken alleen in bepaalde programma’s optimaal. Bij apparaten met automatische programma’s hebben dergelijke producten meestal niet het gewenste effect. Producten die het gebruik van regenereerzout overbodig maken, kunnen alleen binnen een bepaald waterhardheidsbereik gebruikt worden. Als u deze gecombineerde producten wilt gebruiken, lees dan de gebruiksaanwijzing van deze producten of eventuele aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig door! Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van het reinigingsmiddel, vooral als: het serviesgoed na afloop van het programma erg nat is. er kalkaanslag ontstaat. Bij klachten die direct verband houden met het gebruik van deze producten, kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden! 86 nl Programma-overzicht In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorendeprogramma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen. Soort serviesgoed bijv. porcelein, pannen, bestek, glazen, etc. Soort etensresten bijv. van Ongevoelig Afwasprogramma’s Programmaverloop Gevoelig Soep, soufflé, saus, Soep, aardappelen aardappelen, deegwaren, rijst, deegwaren, rijst, eieren, gebraden eieren, gebraden gerechten gerechten Hoeveelheid etensresten Toestand van de etensresten Gemengd Gemengd Afspoelen als het serviesgoed enkele dagen tot de afwas in het weinig heel weinig apparaat bewaard weinig aangekoekt wordt. veel erg aangekoekt Koffie, gebak, melk, worst, koude dranken, salade Intensief 70° Normaal 65° Eco 50° Glas 40° Voorspoelen 50° Voorspoelen Voorspoelen Voorspoelen Reinigen 70° Reinigen 65° Reinigen 50° Reinigen 35° Tussenspoelen Tussenspoelen Tussenspoelen Reinigen 40° Tussenspoelen Tussenspoelen Tussenspoelen Naspoelen 65° Naspoelen 55° Naspoelen 55° Tussenspoelen Naspoelen 70° Drogen Drogen Naspoelen 70° Drogen Snel 35° Voorspoelen Voorspoelen Tussenspoelen Drogen Programmakeuze Aan de hand van het soort en de hoeveelheid serviesgoed, resp. van de etensresten kunt u in het programmaoverzicht het juiste door u in te stellen programma vinden. Besparingstip Bij een niet vol beladen machine kunt u meestal gebruik maken van een minder sterk programma. 87 nl Programmagegevens De programmagegevens vindt u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking op normale omstandigheden. Door: verschillen in de hoeveelheid serviesgoed de temperatuur van het toegevoerde water de druk in de waterleiding de omgevingstemperatuur toleranties in de netspanning en de toleranties in het apparaat (bijv. temperatuur, hoeveelheid water,...) kunnen grotere afwijkingen optreden. De waarden van het waterverbruik hebben betrekking op instelwaarde 2 van de waterhardheid. Afwassen Inschakelen van het apparaat en programma kiezen Kraan helemaal opendraaien. Programmakiezer 1 op het gewenste programma zetten. Hiermee is het apparaat ingeschakeld. De indicatie startklaar 4 gaat branden. U kunt het programma nu starten. Starten van het programma START/STOP-toets 8 indrukken. De indicatie startklaar 4 gaat uit, de programmaverloopindicatie 5 gaat branden. Het programma loopt. Einde van het programma Het programma is afgelopen als de programmaverloopindicatie 5 uit is en de indicatie einde van het programma 6 brandt. Na afloop van het programma wordt tevens de eventueel ingestelde functie „mono-afwassysteem“ (niet bij alle modellen) uitgeschakeld. Een paar minuten na afloop van het programma: de deur van het apparaat openen. Na afkoeling het serviesgoed uit het apparaat halen. Na afloop van het programma kunt u het apparaat uitschakelen ofwel hetzelfde of een ander programma opnieuw starten. Uitschakelen van het apparaat Een paar minuten na afloop van het programma de programmakiezer 1 op UIT zetten. Kraan dichtdraaien (niet nodig bij Aquastop). 88 nl Onderbreken van het programma START/STOP-toets 8 indrukken. De programmaverloopindicatie 5 knippert, d.w.z.: het programma is onderbroken. U kunt nu de deur van het apparaat openen om bijv. serviesgoed bij te vullen. Zodra de deur weer gesloten is, wordt het programma automatisch voortgezet. Bij aansluiting op warm water of als het apparaat al is opgewarmd: de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan voordat u deze dichtdoet. Anders kan de deur door expansie weer openspringen. Als u de deur niet geopend hebt, druk dan de START/STOP-toets 8 in om het programma voort te zetten. Bij gesloten deur kan het programma maximaal 9 uur onderbroken worden. Hierna wordt het programma automatisch voortgezet. Wijzigen van het programma U kunt het programma altijd (behalve tijdens het programma-onderdeel drogen) wijzigen door gewoon de programmakiezer 1 te verdraaien. Al gestarte programma-onderdelen (bijv. reinigen) van het voordien ingestelde programma worden eerst afgewerkt voordat een begin wordt gemaakt met de volgende onderdelen in het nieuwe programma. Als u „Starttijd programmeren“ (niet bij alle modellen) hebt geactiveerd, dan loopt het aftellen van de tijd gewoon door. Afbreken van het programma START/STOP-toets 8 gedurende ca. 3 seconden indrukken. De programmaverloopindicatie 5 gaat uit. Het programma is afgebroken. Eventueel is ook de functie „mono-afwassysteem“ resp. „Starttijd programmeren“ (niet bij alle modellen) uitgeschakeld. De indicatie einde van het programma 6 knippert gedurende ca. 1 minuut. Tegelijkertijd wordt het water afgepompt. Om het programma-onderdeel afpompen niet af te breken: zolang de indicatie knippert de instellingen onveranderd laten en de deur gesloten houden. Na afloop van de afpomptijd gaat de indicatie einde programma 6 uit en gaat de indicatie startklaar 4 branden. U kunt nu opnieuw starten of het apparaat uitschakelen. 89 nl Extra functies * * niet bij alle modellen Mono-afwassysteem (afwassen in de bovenste servieskorf)* Gebruik deze functie bij een kleine afwas. Hiermee bespaart u op energie en water. Alleen de bovenste servieskorf inruimen, de onderste moet leeg zijn. Gebruik iets minder afwasmiddel dan wordt aangeraden bij een volle belading van de afwasautomaat. Kies een programma en schakel door toets 11 in te drukken „mono-afwassysteem“ in. De bijbehorende indicatie gaat branden. De functie „mono-afwassysteem“ wordt uitgeschakeld door toets 11 opnieuw in te drukken of na afloop/afbreken van een programma. De functie „mono-afwassysteem“ kan altijd – ook tijdens een lopend programma – worden in- en uitgeschakeld. Starttijd programmeren* U kunt de start van het programma 3 of 9 uur uitstellen. Kies een programma. Toets starttijd programmeren 9 één keer (3 uur) of twee keer (9 uur) indrukken. Een paar seconden na het instellen of na het indrukken van de START/STOPtoets 8 loopt de tijd af. De bijbehorende tijdindicatie brandt tot het programma start. Na 6 uur springt de 9-uur-indicatie op de 3-uur-indicatie. Na afloop van de ingestelde tijd wordt het programma automatisch gestart. Om de voorgeprogrammeerde tijd te onderbreken: START/STOP-toets 8 indrukken. Door de toets opnieuw in te drukken loopt de voorgeprogrammeerde tijd weer door. Bij het openen van de deur van het apparaat wordt de voorgeprogrammeerde tijd niet onderbroken. Om de starttijd te wissen: de toets starttijd programmeren 9 net zolang indrukken tot geen enkele tijdindicatie meer brandt. Na een paar seconden start het gekozen programma. Attentie! Als het apparaat tijdens een lopend programma zonder stroom komt te zitten (bijv. door het uitschakelen van het apparaat of door het uitvallen van de stroom), dan blijven alle instellingen opgeslagen. Het programma loopt automatisch verder zodra er weer stroom is. 90 nl Schoonmaken en onderhoud Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis. Daarom moet u af en toe de afwasautomaat goed controleren. Algemene toestand van de machine Spoelruimte controleren op aanslag van vet en kalk. Als u zulke aanslag aantreft: afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten. Deurafdichting schoonmaken: de deurafdichting regelmatig met een vochtig doekje afnemen om resten vuil te verwijderen. Speciaal zout Controleer de indicatie zout bijvullen Indien nodig zout bijvullen. 7 . Bij de montage: het zevensysteem erin zetten en met de zeefcylinder vastschroeven. Glansspoelmiddel Controleer de indicatie glansspoelmiddel bijvullen op het bedieningspaneel 10 resp. de indicatie in het voorraadreservoir 30 . Indien nodig glansspoelmiddel bijvullen. Zeven De zeven 26 zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken. Het zeefsysteem bestaat uit een zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en – afhankelijk van het type apparaat – tevens uit een microzeef (*). Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren. Na het losdraaien van de zeefcylinder kunt u het zeefsysteem eruit halen. Etensresten verwijderen en de zeven onder stromend water schoonmaken. 91 nl Sproeiarmen Afvoerpomp Kalk en etensresten in het spoelwater kunnen de sproei-openingen en de lagers van de sproeiarmen 23 en 24 blokkeren. Grove etensresten in het spoelwater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan. In dit geval: eventueel water eruit scheppen. Zeven 26 eruit halen. Schroef uit de afdekking schroeven (torx T 20) en de afdekking eraf halen. Binnenruimte controleren op vreemde voorwerpen en deze – indien nodig – verwijderen. Afdekking weer aanbrengen en vastschroeven. Zeven er weer in zetten en vastschroeven. Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping door etensresten controleren. Eventueel de onderste sproeiarm 24 naar boven eraf trekken. Bovenste sproeiarm 23 eraf schroeven. Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken. Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven. Torx T20 2 1 3 2 1 0 Sproeiarmen 92 nl Opsporing van storingen Kleine storingen zelf verhelpen De meest voorkomende storingen in het dagelijks gebruik van het apparaat kunt u zelf verhelpen zonder de hulp van de Servicedienst in te roepen. Hiermee bespaart u kosten en bent u ervan zeker dat u het apparaat weer snel kunt gebruiken. Het volgende overzicht kan u erbij helpen de oorzaken van de ontstane storingen vinden. Storingen ... bij het inschakelen Het apparaat start niet. De zekering van de huisinstallatie is niet in orde. De stekker zit niet in het stopcontact. De deur van het apparaat is niet goed dicht. De kraan is niet open. De zeef aan de watertoevoerslang is verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien. Hierna de zeef schoonmaken die zich aan de aansluiting van de toevoerslang bevindt. Tenslotte het apparaat weer op het elektriciteitsnet aansluiten, kraan opendraaien en het apparaat inschakelen. Attentie! Denk eraan: reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren. ... aan het apparaat de onderste sproeiarm draait moeilijk Sproeiarm door kleine deeltjes of etensresten geblokkeerd. Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet gesloten worden Doseerreservoir te vol. Mechanisme door vastgeplakte afwasmiddelresten geblokkeerd. De indicaties gaan na het afwassen niet uit. De programmakiezer 1 staat niet op „UIT“. Er kleven na de afwas resten afwasmiddel in het reservoir Reservoir was bij het vullen vochtig, alleen een droog reservoir met afwasmiddel vullen. Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan. De afvoerslang is verstopt of geknikt. De afvoerpomp is geblokkeerd. De zeven zijn verstopt. Het programma is nog niet afgelopen. Wacht op het einde van het programma (de indicatie einde programma 6 brandt). De functie „Afbreken van het programma“ uitvoeren. 93 nl ... bij de afwas Abnormale schuimvorming Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel. Gemorst spoelmiddel kan bij de volgende spoelbeurt tot overmatige schuimvorming leiden, daarom moet u het gemorste spoelmiddel met een doek verwijderen. De programmaverloopindicatie 5 knippert en het programma loopt niet verder. Het programma werd onderbroken. Het programma voortzetten door de START/STOPtoets 8 in te drukken. De deur van het apparaat is niet dicht. Deur weer sluiten. De programmakiezer werd op een positie zonder bijbehorend programma gedraaid. Programmakiezer weer op het gewenste programma zetten. Het programma stopt tijdens de afwas Stroomtoevoer onderbroken. Watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden tijdens de afwas Sproeiarm slaat tegen serviesgoed. Kletterende geluiden tijdens de afwas Serviesgoed niet goed ingeruimd. Klappende geluiden van de vul-ventielen Wordt veroorzaakt door de ligging van de waterleiding en heeft geen invloed op het functioneren van de machine. Deze geluiden kunnen niet verholpen worden. 94 ... aan het serviesgoed Er blijven gedeeltelijk etensresten aan het serviesgoed plakken Het serviesgoed was niet goed ingeruimd, de waterstralen konden het oppervlak niet bereiken. De servieskorf was te vol. Het serviesgoed ligt tegen elkaar aan. Te weinig afwasmiddel gebruikt. Een te zwak programma gekozen. Sproeiarmen konden niet ongehinderd ronddraaien doordat een stuk serviesgoed in de weg stond. Sproeiers van de sproeiarmen zijn door etensresten verstopt. De zeven zijn verstopt. Zeven verkeerd ingezet. Afvoerpomp geblokkeerd. Er ontstaan verkleuringen op kunststof onderdelen Te weinig afwasmiddel gebruikt. Er blijven gedeeltelijk witte vlekken op het serviesgoed achter, de glazen blijven melkkleurig Te weinig afwasmiddel gebruikt. Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld. Ondanks een hoge hardheidsgraad van het leidingwater geen zout toegevoegd. Onthardingsinstallatie te laag ingesteld. Het deksel van het zoutreservoir is niet goed vastgedraaid. Als u afwasmiddel zonder fosfaat hebt gebruikt, probeer dan eens afwasmiddel met fosfaat ter vergelijking. nl Het serviesgoed wordt niet droog Programma zonder drogen gekozen. Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld. Serviesgoed te snel uit het apparaat gehaald. De glazen zien er dof uit Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld. Resten thee of lippenstift zijn achtergebleven Het afwasmiddel heeft te weinig bleekwerking. Een te lage afwastemperatuur gekozen. Roestsporen op het bestek Het bestek is niet voldoende roestbestendig. Het zoutgehalte in het afwaswater is te hoog. Deksel van het zoutreservoir niet goed vastgedraaid. Tijdens het navullen te veel zout toegevoegd. De glazen worden dof en verkleuren, de aanslag kan niet worden afgewreven Een ongeschikt afwasmiddel gebruikt. De glazen zijn niet geschikt voor een afwasautomaat. Op glazen en bestek blijven strepen achter, de glazen zien er metaalachtig uit. Hoeveelheid glansspoelmiddel te hoog ingesteld. Inschakelen van de Servicedienst Als het u niet lukt de fout te verhelpen, schakel dan de Servicedienst in. Het dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst vindt u in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef aan de Servicedienst het typenummer (1) en het FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje op de deur van het apparaat. 1 FD 2 Opgelet We willen er u op wijzen dat een bezoek van een technicus van onze klantendienst naar aanleiding van een de beschreven storingen ook tijdens de garantieperiode niet kostenloos is. 95 nl Aanwijzingen Afvoeren van de verpakking en van uw oude apparaat Een oud apparaat is geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen na bewerking opnieuw gebruikt worden. Bij afgedankte apparaten de stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. Deurslot en kinderbeveiliging (indien aanwezig) onklaar maken. Hiermee voorkomt u dat kinderen zichzelf tijdens het spelen in het apparaat opsluiten en in levensgevaar geraken. Uw nieuwe apparaat werd tijdens het transport naar u door de verpakking beschermd. Voor de verpakking wordt gebruik gemaakt van materialen die het milieu kan verdragen en die geschikt zijn voor hergebruik. Help daarom mee en zorg ervoor dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. Alle kunststofdelen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor kunnen de kunststof afvaldelen bij de verwerking van het apparaat voor een milieubewuste recycling gescheiden worden. U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren. Laat kinderen niet met de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie. 96 Aanwijzingen voor vergelijkende tests De voorwaarden voor de vergelijkende tests vindt u op het extra blad “Aanwijzingen voor vergelijkende tests”. De verbruikswaarden voor de betreffende programma’s vindt u in de korte handleiding. Algemeen Geïntegreerde en onderbouwapparaten die achteraf als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv. door het vast te schroeven aan de muur of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd. nl Installatie Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van watertoevoer en -afvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven. Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden: – bij aflevering controleren – plaatsen – aansluiting op de waterafvoer – aansluiting op de watertoevoer – elektrische aansluiting Aflevering Aansluiten op de watertoevoer Aansluiting volgens montagevoorschrift. Toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten. Waterdruk: minimaal 0,5 bar, maximaal 10 bar. Bij hogere druk een reduceerventiel aanbrengen. Hoeveelheid binnenstromend water: minimaal 10 liter per minuut. Temperatuur van het water: bij voorkeur koud water. Warm water mag maximaal een temperatuur van 60 °C hebben. Elektrische aansluiting De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas stellen. Let erop dat het apparaat stevig staat. Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 230 volt wisselstroom aansluiten. Zie het typeplaatje 32 voor de vereiste zekering. Het stopcontact moet zich in de buurt van de afwasautomaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn. Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken worden geïnstalleerd. Alleen deze aardlekschakelaar voldoet aan de nu geldende voorschriften. Aansluiten op de waterafvoer Demontage De noodzakelijke handelingen vindt u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren. Afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten. De volgorde van de handelingen is ook hier belangrijk: allereerst het apparaat loskoppelen van het lichtnet. Stekker uit het stopcontact trekken. Watertoevoer afsluiten. Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer loskoppelen. Bevestigingsschroeven onder het werkblad losdraaien. Indien aanwezig de plint verwijderen. Het apparaat eruit halen en de slang voorzichtig naar voren trekken. Uw afwasautomaat werd in de fabriek zorgvuldig getest op foutloos functioneren waardoor kleine watervlekken zijn achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwasbeurt verdwenen. Plaatsing 97 nl Transport De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse onderdelen vastzetten. Het apparaat alleen rechtop vervoeren Als het apparaat niet rechtop wordt vervoerd, dan kan er resterend water in het besturingsmechanisme terechtkomen. Dit kan tot een verkeerd programmaverloop leiden. Het apparaat via de volgende stappen laten leeglopen: kraan opendraaien. Een willekeurig programma kiezen, starten en ca. 4 minuten laten lopen. Door de START/STOP-toets 8 gedurende 3 seconden in te drukken het programma afbreken. De indicatie einde programma 6 knippert. Wachten tot na ca. 1 minuut de indicatie einde programma 6 uitgaat en de indicatie startklaar 4 brandt. Programmakiezer op UIT draaien. Kraan dichtdraaien. Bescherming tegen vorst Als het apparaat niet in een vorstvrije ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal laten leeglopen (zie transport). Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken en laten leeglopen. 98 fr Garantie AQUA-STOP. (ne s’applique pas aux appareils non munis du système Aqua-Stop) En complément à la garantie légale assurée par le vendeur au titre du contrat de vente et en complément à la garantie que nous offrons sur l’appareil, nous dédommageons l’utilisateur dans les conditions suivantes : 1. Si, par un défaut de fabrication, notre système Aqua-Stop cause des dégâts des eaux, nous dédommageons le consommateur privé. 2. Cette garantie s’applique pendant la durée de vie de l’appareil. 3. Pour pouvoir bénéficier de la garantie, l’appareil avec son système Aqua-Stop doit avoir été implanté et raccordé dans les règles de l’art conformément à notre notice. «Cette condition s’applique aussi à la rallonge (accessoire d’origine) d’Aqua-Stop posée dans les règles de l’art.» Notre garantie ne couvre pas les conduites d’alimentation ou robinetteries défectueuses arrivant jusqu’à la prise de l’Aqua-Stop. 4. Lorsqu’un appareil muni d’une vanne Aqua-Stop est en marche, il est en principe inutile de le surveiller et/ou de fermer le robinet d’eau. Fermez ce dernier uniquement si vous vous absentez de votre domicile pendant une longue période, par exemple si vous partez en vacances pendant plusieurs semaines. nl AQUA-STOP-garantie. (vervalt bij apparaten zonder Aqua-Stop) Als aanvulling op de garantie-aanspraken tegenover de verkoper in de koopovereenkomst en als aanvulling op onze garantie op het apparaat wordt u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt vergoeden wij de schade aan particuliere gebruikers. 2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor de levensduur van het apparaat. 3. Voorwaarde voor aanspraak op garantie is dat het apparaat met Aqua-Stop vakkundig en overeenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten; hiertoe behoort ook de vakkundig gemonteerde verlenging van de Aqua-Stop (origineel toebehoren). Onze garantie heeft geen betrekking op defecte toevoerleidingen of armaturen tot aan de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan. 4. Tijdens het gebruik van een apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in principe niet bij te blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien. Alleen bij langere afwezigheid, bijv. als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan worden dichtgedraaid.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102

Bosch SGS56A39/35 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor