3. Stel het correcte programma en de gewenste
opties voor dit type wasgoed in.
Op het display wordt de programmaduur
weergegeven.
De werkelijke droogtijd hangt af van
het type van de lading (hoeveelheid en
samenstelling), de kamertemperatuur
en de vochtigheid van uw wasgoed na
het centrifugeren.
4. Druk op de Start/Pauze-tiptoets.
Het programma wordt gestart.
STARTUITSTEL VAN EEN PROGRAMMA
1. Stel het correcte programma en de gewenste
opties voor dit type wasgoed in.
2. Blijf op de startuitsteltoets drukken totdat de
tijd die u wilt instellen, op het display wordt
weergegeven.
U kunt de start van een
programma uitstellen tussen 60
minuten en 20 uur.
3. Druk op de Start/Pauze-aanraaktoets.
Het aftellen van de uitgestelde start wordt op het
display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
EEN PROGRAMMA WIJZIGEN
1. Druk op de aan/uit-toets om het apparaat uit te
schakelen.
2. Druk op de aan-/uittoets om het apparaat te
activeren.
3. Stel het programma in.
STAND-BYFUNCTIE
Om het energieverbruik te verlagen, schakelt deze
functie het apparaat automatisch uit:
• Als na 5 minuten geen programma start.
• 5 minuten na afloop van het wasprogramma.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Als het programma is voltooid:
• Is met tussenpozen een geluidssignaal te horen
• Het indicatielampje
knippert.
• De indicatielampjes Waterhouder en
Condensor gaan aan.
• Het Start/Pauze-lampje brandt.
Het apparaat blijft nog ongeveer 30 minuten in de
anti-kreukbeveiligingfase werken.
In de anti-kreukbeveiligingfase worden de kreukels
uit uw kleding gehaald.
U kunt het wasgoed uit de machine halen voordat
deze fase is voltooid. Wij adviseren u voor de beste
resultaten het wasgoed pas te verwijderen als de
fase bijna of volledig is voltooid.
Na afloop van de anti-kreukbeveiligingfase:
• Het indicatielampje brandt, maar knippert
niet.
• De indicatielampjes Waterhouder en
Condensor gaan aan.
• Start/Pauze-indicatielampje gaat uit.
1. Druk op de aan/uit-toets om het apparaat te
deactiveren.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Haal het wasgoed uit de trommel.
4. Sluit de deur van het apparaat.
Na afloop van een programma
dient u altijd het filter schoon te
maken en het waterreservoir te
legen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WASGOED VOORBEREIDEN
Heel vaak worden de kleren na het
wassen gekneed en hangen ze vast in
elkaar.
Het drogen van gekneed en in elkaar
hangende kleding is inefficiënt.
Om te zorgen voor een goede
luchtstroom en gelijkmatig drogen is
het raadzaam om de kleding een voor
een te schudden en in de wasdroger
te laden.
Om een goed droogproces te garanderen:
• Sluit de ritsen.
• Sluit de drukknoopjes van dekbedovertrekken.
• Droog geen losse bandjes of linten
(bijvoorbeeld de koorden van een schort). Maak
ze aan elkaar vast voordat u het programma
start.
• Maak alle zakken leeg.
• Draai de kledingstukken met een katoenen
voering binnenstebuiten. Het katoen moet aan
de buitenkant zitten.
• Stel altijd het programma in dat geschikt is voor
het soort wasgoed.
12