nl
82
te (laten) afvoeren.
Kinderen niet met de verpakking en
onderdelen ervan laten spelen.
Kans op verstikking door vouwkarton en
foliemateriaal.
U kunt bij de reinigingsdienst in uw
gemeente informeren hoe u uw oude
apparaat en het verpakkingsmateriaal van
het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren
voor een milieuvriendelijke verwerking.
Algemeen
Geïntegreerde en onderbouwapparaten
die achteraf als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door het
vast te schroeven aan de muur of door
inbouw onder een doorlopend werkblad
dat aan de kasten ernaast is vastge-
schroefd.
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van
watertoevoer en -afvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten met de vereiste
criteria overeenkomen zoals deze in de
volgende alinea’s resp. in het montage-
voorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de
handelingen aanhouden:
– bij aflevering controleren
– plaatsen
– aansluiting op de waterafvoer
– aansluiting op de watertoevoer
– elektrische aansluiting
Aflevering
Uw afwasautomaat werd in de fabriek
zorgvuldig getest op foutloos functioneren
waardoor kleine watervlekken zijn achter-
gebleven. Deze zijn na de eerste afwas-
beurt verdwenen.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat met
behulp van de verstelbare voetjes
waterpas stellen. Let erop dat het appa-
raat stevig staat.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt u in
het montagevoorschrift. Eventueel een
sifon met aansluitnippel monteren.
Afvoerslang met behulp van de meege-
leverde onderdelen op de aansluitnippel
van de sifon aansluiten.
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens montagevoorschrift.
Toevoerslang met behulp van de
meegeleverde onderdelen op de kraan
aansluiten.
Waterdruk:
minimaal 0,5 bar, maximaal 10 bar.
Bij hogere druk een reduceerventiel
aanbrengen.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
bij voorkeur koud water. Warm water mag
maximaal een temperatuur van 60 °C
hebben.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht, randgeaard
stopcontact op 230 volt wisselstroom
aansluiten. Zie het typeplaatje
31 voor
de vereiste zekering. Het stopcontact moet
zich in de buurt van de afwasautomaat
bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar
mag alleen een type met het teken
worden geïnstalleerd. Alleen deze
aardlekschakelaar voldoet aan de nu
geldende voorschriften.
Demontage
De volgorde van de handelingen is ook
hier belangrijk:
allereerst het apparaat loskoppelen van
het lichtnet.
Stekker uit het stopcontact trekken.