Bauknecht BBC 3 C 26 X de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
1
SNELLE REFERENTIEGIDS
HANDLEIDING
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
BEDIENINGSPANEEL
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
2. Programmakeuzetoets met controlelampje
3. Multizone toets met controlelampje / Toetsenvergrendeling
4. Controlelampje Eco-programma
5. Controlelampje toetsenvergrendeling
6. Display
7. Nummer programma en controlelampje resterende tijd
8. Controlelampje Tablet (Tab)
9. Controlelampje gesloten waterkraan
10. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
11. Controlelampje zout bijvullen
12. Toets Extra Dry met controlelampje / Tablet (Tab)
13. Uitsteltoets met controlelampje
14. Start/Pauze-toets met controlelampje / Waterafvoer
1. Bovenste rek
2. Opvouwbare kleppen
3. Afsteller hoogte bovenste rek
4. Bovenste sproeierarm
5. Onderste rek
6. Bestekmand
7. Onderste sproeierarm
8. Filtersysteem
9. Zoutreservoir
10. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig de gids voor Gezondheid en Veiligheid.
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN
BAUKNECHT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op:
www.bauknecht.eu/register
U kunt de Veiligheidsinstructies en de Gids voor Gebruik
en Onderhoud downloaden van onze website
docs.bauknecht.euen de instructies aan de achterzijde
van dit boekje opvolgen.
3
1
2
8
13
1454 6 7 10 11 129
0000 000 00000
Service:
1
2
3
4
5
6
10
12
7
11
9
8
2
EERSTE GEBRUIK
ZOUT, GLANSSPOELMIDDEL EN VAATWASMIDDEL
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische
borgelementen uit het bovenste rek.
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
MHet gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op
het vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de
afwasmachine (zie BESCHRIJVING PROGRAMMA) en moet worden
gevuld wanneer het controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het
bedieningspaneel brandt.
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop
van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het
zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het
zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg);
het is niet ongebruikelijk dat er een beetje
water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten
weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid-
del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de
waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure
helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat
de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke
waterhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale
waterleverancier worden opgevraagd.
De fabrieksinstelling is voor gemiddelde (3) waterhardheid.
Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
De toets START/PAUZE 5 seconden ingedrukt houden totdat u een
piep hoort.
Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje
van het zout knipperen allebei.
De toets P indrukken om het gewenste hardheidsniveau te selecteren
(zie TABEL WATERHARDHEID).
Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Instellen is voltooid!
Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT
BIJVULLEN uitgeschakeld.
Als de zoutcontainer niet gevuld is kunnen de waterontharder en
het verwarmingselement daardoor beschadigd raken.
Tabel waterhardheid
Niveau
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
1 Zacht 0 - 6 0 - 10
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20
3 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30
4 Hard 18 - 34 31 - 60
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker. Het
glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer het
controlelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het display
brandt.
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en omhoog
te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum (110 ml)
insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt het
gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de
gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
De afwasmachine inschakelen met de toets AAN/UIT.
Uitschakelen met de toets AAN/UIT.
Driemaal op de toets START/PAUZE drukken - er klinkt een pieptoon.
Inschakelen met de toets AAN/UIT.
Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje
van het glansspoelmiddel knipperen.
De toets P indrukken om het niveau van het te leveren
glansspoelmiddel te selecteren.
Uitschakelen met de toets AAN/UIT
Instellen is voltooid!
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1 (ECO) zal
geen glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG
GLANSSPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van het
model afwasmachine. De fabrieksinstelling is speciek voor het model.
Volg de bovenstaande instructies om te controleren of dat ook voor
uw machine geldt.
Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (2-3).
Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een
hoog getal in (4-5).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Gebruik de opening apparaat A om het vaatwasmiddeldoseerbakje te
openen. Het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje B invoeren.
Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspoelen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het
vaatwasmiddel de eerder vermelde
informatie om de juiste hoeveelheid
toe te voegen. In het doseerbakje B
vindt u de aanwijzingen voor het
doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel
van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het omhoog te
trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste moment,
volgens het programma.
Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen is het raadzaam om de toets
TABLET te gebruiken, omdat het programma dan zodanig wordt aange-
past dat de beste was- en droogresultaten worden bereikt.
M
A
X
A
B
35
25
A
B
NL
3
PROGRAMMATABEL
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 50242.
Aanwijzing voor de Proeaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met:
dw_test_support@whirlpool.com
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programmas is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder normale omstandigheden. De werkelijke tijd is
afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid
en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma
met max. 20 min. verlengen.
Stand-by verbruik: Ingeschakelde modus verbruik: 6 W - Uitgeschakelde modus: 0,5 W
Programma
Drogen fase
Beschikbare
functies
*)
Vaatwa-
smiddelba-
kje
Duur van
waspro-
gramma
(h:min)
**)
Waterver-
bruik
(liter/
cyclus)
Energie-
verbruik
(kWh/
cyclus)
Kuip
B
1. Eco 50°
3:35 9,5 0,83
2. Sensor 50-60°
1:25 - 3:00 7,0 - 14,0 0,90 - 1,40
3. Intensief 65°
- 2:50 14,0 1,50
4. Dagelijks 50°
- 1:35 13,0 1,15
5. Stil 50°
- 3:30 15,0 1,15
6. Express 30’ 50°
-
-
0:30 9,0 0,55
7. Glaswerk 45°
-
1:40 11,5 1,20
8. Voorspoelen
-
-
- -
0:12 4,5 0,01
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
ECO
Normaal vervuild serviesgoed. Standaardprogramma, het meest eciënt
met betrekking tot het gecombineerde energie- en waterverbruik.
SENSOR
Voor normaal vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten. Meet
de mate van vervuiling van het serviesgoed af en past het programma
dienovereenkomstig aan. Wanneer de sensor de mate van vervuiling meet,
verschijnt er een animatie in de display en wordt de cyclusduur aangepast.
INTENSIEF
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name
geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden
voor kwetsbare stukken).
DAGELIJKS
Normaal vervuild serviesgoed. Dagelijkse cyclus, die een optimale
reinigende werking in kortere tijd garandeert.
BESCHRIJVING PROGRAMMAS
STIL
Geschikt voor werking van het apparaat in de nacht. Optimale prestaties
gewaarborgd.
EXPRESS 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor licht vervuilde vaat zonder
opgedroogde etensresten. Ideaal voor 2 couverts.
GLASWERK
Cyclus voor kwetsbare stukken, die gevoeliger zijn voor hoge
temperaturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
VOORSPOELEN
Servies dat later gewassen moet worden. Met dit programma wordt er
geen vaatwasmiddel gebruikt.
Opmerkingen:
Merk op dat programmas zoals Express het meest eectief zijn voor licht
verontreinigd vaatwerk.
Om het verbruik nog verder te verlagen de afwasmachine alleen laten
draaien wanneer deze vol is.
4
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is kan er een programma ‘halve lading
worden gebruikt, om water, elektriciteit en vaatwasmiddel te
besparen.
Selecteer het programma en druk daarna op de MULTIZONE-toets:
het controlelampje boven de toets brandt en het symbool van
het gekozen rek verschijnt op het display. Standaard wast het
apparaat vaatwerk in alle rekken.
Druk herhaaldelijk op deze toets om alleen in een bepaald rek
af te wassen:
verschijnt op het display (alleen onderste rek)
verschijnt op het display (alleen bovenste rek)
verschijnt op het display (optie is uitgeschakeld en het apparaat
wast het vaatwerk in alle rekken).
Vergeet niet om alleen het bovenste of onderste rek te laden
en de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig
te verlagen.
TOETSVERGRENDELING
Door een lange druk (3 seconden) op de MULTIZONE toets
wordt de TOETSVERGRENDELING-functie
ingeschakeld. Met de TOETSVERGRENDELING-functie wordt
het bedieningspaneel geblokkeerd, behalve de AAN/UIT-toets.
Opnieuw lang indrukken, om de TOETSVERGRENDELING uit te
schakelen.
WATERKRAAN DICHT - Alarm
Knippert wanneer er geen watertoevoer is of als de waterkraan
gesloten is.
EXTRA DRY
Ter verbetering van het drogen van het vaatwerk na het
selecteren van het programma de toets EXTRA DRY indrukken
en het controlelampje gaat branden.
Door een hogere temperatuur tijdens de laatste spoeling en
een verlengde droogfase wordt het drogen verbeterd.
Druk dezelfde toets opnieuw in om de optie uit te schakelen.
De EXTRA DRY-optie resulteert in het verlengen van het
wasprogramma.
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL)gaat de bijbehorende LED 3
keer snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld
TABLET (TAB)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma
geoptimaliseerd worden, aan de hand van het afwasmiddel dat
gebruikt wordt.
Druk de toets EXTRA DRY gedurende 3 seconden in (het
bijbehorende symbool gaat branden) als u gecombineerde
vaatwasmiddelen in tabletvorm gebruikt
(glansspoelmiddel,
zout
en wasmiddel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet deze
optie worden uitgeschakeld.
UITSTEL
De start van het programma kan worden uitgesteld voor een
periode tussen 0:30 en 24 uur.
1. Selecteer het programma en eventuele gewenste opties.
Druk (meerdere keren) op de UITSTEL-toets om de start
van het programma uit te stellen. Instelbaar van 0:30 tot
24 uur. Bij elke druk op de toets wordt de uitgestelde start
vooruitgezet met: 0:30 indien de selectie korter is dan
4 uur, 1:00 indien de selectie korter is dan 12 uur, 4 uur als de
selectie langer is dan 12 uur. Als 24 uur bereikt is en de toets
wordt ingedrukt, wordt de uitgestelde start uitgeschakeld.
2. Druk op de toets START/PAUZE;: de timer begint met
aftellen;
3. Wanneer deze tijd verstreken is wordt het controlelampje
uitgeschakeld en begint het programma automatisch.
Als op het moment van het aftellen de START/PAUZEtoets
opnieuw wordt ingedrukt wordt de UITSTEL-optie
gewist en wordt het geselecteerde programma
automatisch gestart.
Zodra er een programma is gestart kan de UITSTELfunctie
niet worden ingesteld.
WATERAFVOER
Voor het stoppen en wissen van de actieve cyclus kan de
Waterafvoer-functie worden gebruikt.
Met een lange druk op de START/PAUZE-toets wordt de
WATERAFVOER-functie ingeschakeld. Het actieve programma
wordt stopgezet en het water in de afwasmachine wordt
afgetapt.
NL
5
DAGELIJKS GEBRUIK
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgoed
en leeg de glazen.
Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder stromend
water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet
omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden gericht
en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk
oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen
en koekenpannen
de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden geplaatst,
omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere wasprestaties
hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kun-
nen draaien.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasmachine
moet u ten minste één per maand een programma met hoge temperatuur laten
draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het apparaat zonder
lading draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
Houten servies en bestek.
Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek serviesgoed.
Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge tem-
peraturen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen wijzigen
en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv. kristallen
voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voorserviesgoed
Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogramma
afgelopen is.
ADVIEZEN EN TIPS
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding
en of de waterkraan open is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
(zie PROGRAMMATABEL).
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming
met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie
BESCHRIJVING PROGRAMMA)door de P-toets in te drukken.
Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start het wasprogramma door de START/PAUZE toets . Wanneer
het programma start is er een pieptoon te horen.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van het wasprogramma wordt aangegeven door
pieptonen en op het display wordt END knippert. Het apparaat uit-
schakelen door op de toets AAN/UIT te drukken en de deur openen.
Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt
verwijderd - om brandwonden te voorkomen.
De rekken uitladen, te beginnen met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inactiviteit
automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik te
minimaliseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het
voordat het inde afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld
kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden
verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden
gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: houd de AAN/UIT toets
ingedrukt, de machine wordt uitgeschakeld.
Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het
nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start het
wasprogramma door en de START/PAUZE-toets in te drukken.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Zonder de machine uit te schakelen de deur openen (kijk uit voor
HETE stoom!) en het serviesgoed in de afwasmachine plaatsen. Doe de deur
dicht en druk op de START/PAUZE-toets, het programma begint vanaf het
punt waarop het werd onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een
stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. Zodra de deur is
gesloten of de stroomvoorziening is hersteld de START/PAUZE-toets
indrukken, om het wasprogramma opnieuw te starten op het punt
waar het werd onderbroken.
Voor meer informatie over de functies kunt u een Gids voor Gebruik en
Verzorging downloaden van de WEBSITE, volgens de instructies op de
laatste pagina.
6
REKKEN VULLEN
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk: glazen, kopjes, schoteltjes,
lage saladekommen.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand
voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om opti-
maal gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het creëren
van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het onder-
ste rek zijn geladen te voorkomen.
Het bovenste rek is uitgerust met een
hoogteversteller bovenste rek (zie
afbeelding , zonder op de hefbomen te
hoeven drukken, opheen door gewoon de
zijkanten van het rek vast te houden, zodra
het rek stabiel in de bovenste positie staat.
Voor herstellen naar de lagere positie op de
hefbomen A aan de zijkanten van het rek dru-
kken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanne-
er het is geladen.
NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant
kunnen op drie verschillende hoogtes worden
geplaatst, voor een optimale rangschikking van
het serviesgoed in het rek.
Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare
kleppen worden geplaatst door de steel van
elk glas in de overeenkomstige sleuven in te
voeren.
Voor optimale droogresultaten de opvouwbare
kleppen meer laten kantelen. Voor het wijzigen
van de hellingshoek de opvouwbare klep
optillen lichtjes schuiven en plaats deze zoals
u wenst.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen
en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om
aanraking met de sproeierarmen te voorkomen.
Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie
kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een
horizontale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
BESTEKMAND
De mand is uitgerust met rasters aan de bovenkant, om het bestek
beter te kunnen rangschikken. De bestekmand mag alleen aan de
voorkant van het onderste rek worden geplaatst.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen
moeten in de bestekmand worden gezet met de punten naar be-
neden gericht of horizontaal geplaatst in de opklapbare compar-
timenten op het bovenste rek.
SCHUIFLADE
Het bovenste rek is voorzien van een schuiade die voor klein servies
kan worden gebruikt. Plaats voor een optimaal afwasresultaat geen
groot servies direct onder de lade. De lade kan worden verwijderd.
A
NL
7
REINIGING EN ONDERHOUD
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en
het afvalwater correct weg stroomt.
Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het
afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten
circuleren: houd ze goed schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als
het lter is losgeraakt.
Controleer het ltersysteem na meerdere wasbeurten en reinig het
eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen
borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3) .
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten.
VERWIJDER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma
(zwart detail) (Afb. 4).
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen
en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de
eciënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en
worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is
daarom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met
een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunststof
borgring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden
vervangen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar
boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd door het omhoog te
trekken.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn
gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden
uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij
van onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen
kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine
beschadigd raken.
A
A
B
C
12
34
8
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed. Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande
lijst na te lopen voordat u contact opneemt met het servicecenter.
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De afwasmachi-
ne start niet of
reageert niet op
opdrachten.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval. De afwasmachine start automatisch wanneer er weer stroom is.
De deur van de afwasmachine is niet goed
gesloten.
De deur krachtig aanduwen totdat u de "klik" hoort.
Het reageert niet op opdrachten.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na
ongeveer een minuut weer inschakelen en het programma resetten.
De afwasmachine
pompt niet af.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIE-
GIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblokkeerd. Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN) . De afwasmachine re-
setten door op de toets AFVOER te drukken (zie OPTIES EN FUNCTIES)
en een nieuw programma zonder vaatwasmiddel laten lopen.
Het vaatwerk is
niet schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze
worden door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt
voor gebruik in afwasmachines.
De dop op het glansspoelmiddelcomparti-
ment is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het lter is bevuild of verstopt.
Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout.
Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
PROBLEMEN OPLOSSEN
ONDERHOUD EN HANDLEIDING VOOR
PROBLEEMOPLOSSING
Zie voor informatie, onderhoudsprocedures en probleemoplossing de
Gids voor Gebruik en Verzorging.
De Gids voor Gebruik en Verzorging kan worden verkregen bij:
Consumentenservice; kijk voor het telefoonnummer in het garantieboekje.
downloaden van website: docs.bauknecht.eu
gebruik QRcode:
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMENTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de
consumentenservice moet u de codes
vermelden die staan aangegeven op het
typeplaatje aan de linker- of rechterkant
in de deur van de afwasmachine.
Het telefoonnummer dat wordt vermeld in
het Garantieboekje of op de website:
www.bauknecht.eu
TECHNISCH GEGEVENSBLAD
De technische gegevens over het energieverbruik kunnen worden
gedownload van de website: docs.bauknecht.eu
IEC 436
:
400011365978
04/2019 ks - Xerox Fabriano
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Bauknecht BBC 3 C 26 X de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor