Smeg U3F082P Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Smeg U3F082P Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
U3F082P
Gebruik‐
saanwijzing
Vriezer
User Manual
Freezer
Notice d'utili‐
sation
Congélateur
Benutzerin‐
formation
Gefriergerät
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Montage 5
Bediening 6
Dagelijks gebruik 7
Aanwijzingen en tips 8
Onderhoud en reiniging 9
Probleemoplossing 11
Technische gegevens 13
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen tussen de
3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe
beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
2
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij
van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in
de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden
aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht
kan circuleren.
Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
3
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op als
u hem wilt verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij
het plaatsen van het apparaat
voor dat het stroomsnoer niet
klem zit of wordt beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik
geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een elektricien
om de elektrische onderdelen te
wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan
het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij
uitdrukkelijk geschikt verklaard door de
fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
4
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien nodig.
Indien de afvoer verstopt is, zal er
water op de bodem van het apparaat
liggen.
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen
van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Locatie
Raadpleeg de montage-
instructies voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te
garanderen, het apparaat van
hittebronnen vandaan, zoals radiatoren,
boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor
dat lucht vrij aan de achterkant van het
apparaat kan circuleren.
Plaatsing
Installeer het apparaat op een droge,
goed geventileerde plaats binnen waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met
de klimaatklasse die vermeld is op het
typeplaatje van het apparaat.
Kli‐
maat‐
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
5
Bij bepaalde modeltypes
kunnen er functionele
problemen ontstaan als deze
temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste
werking van het apparaat kan
enkel gegarandeerd worden als
het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels
hebt over waar het apparaat te
installeren, raadpleeg dan de
verkoper, de klantenservice of
de dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het
voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact. De
netsnoerstekker is voorzien van een
contact voor dit doel Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het
apparaat dan aan op een afzonderlijk
aardepunt, in overeenstemming met de
geldende regels, raadpleeg hiervoor
een gekwalificeerd elektricien
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd
worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
BEDIENING
Bedieningspaneel
1 2 3 4 5
1
Stroomaanduidinglampje
2
Temperatuurregelaar
3
Super verlichting
4
Super schakelaar knop en alarmreset
5
Alarmlampje
Inschakelen
Sluit het apparaat op het lichtnet aan.
1. Draai de thermostaatknop naar rechts
op een gemiddelde stand.
Het vermogensindicatielampje gaat aan
en er klinkt gedurende 2 seconden een
geluidssignaal.
Als de temperatuur in het
apparaat te hoog wordt, gaat
het alarmlampje knipperen en
klinkt er een alarm.
2. Druk op de Super schakelaar en het
akoestisch signaal zal worden
uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op de Super
schakelaar en het Super lampje gaat
6
branden. Het apparaat zal gaan
werken.
Uitschakelen
Draai de thermostaatknop naar de stand
"O" waarna u ongeveer gedurende 2
seconden een geluid hoort.
Het vermogensindicatielampje gaat uit.
Temperatuurregelaar
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
1. Draai de thermostaatknop op een
lagere stand om de minimale koude te
verkrijgen.
2. Draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude
te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het meest
geschikt.
De exacte instelling moet
echter worden gekozen
rekening houdend met het feit
dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur
hoe vaak de deur geopend
wordt
de hoeveelheid voedsel die
wordt bewaard
de plaats van het apparaat
Super-functie
De Super-functie versnelt het invriezen
van vers voedsel en beschermt voedsel
dat al wordt bewaard tegen ongewenste
opwarming.
Druk op deze toets om de functie Super te
activeren.
Het Super-lampje verschijnt.
Deze functie stopt automatisch na 52 uur.
U kunt de Super-functie voordat hij
automatisch eindigt, uitschakelen door te
drukken op de Super-knop. Het Super-
indicatielampje gaat uit.
De functie wordt uitgeschakeld
door een andere ingestelde
temperatuur te selecteren.
Alarm bij hoge temperatuur
Als de temperatuur in de vriezer stijgt tot
een punt waarop de veilige opslag van
ingevroren voedsel niet langer wordt
verzekerd (bijvoorbeeld door stroomuitval)
dan zal er een alarmlampje knipperen en
een akoestisch alarm worden
weergegeven.
Wanneer de vriezer voor de
eerste maal wordt
ingeschakeld, zal het
alarmlampje knipperen totdat
de temperatuur een veilig
niveau bereikt voor het
bewaren van ingevroren
voedsel.
1. U kunt dit waarschuwingsgeluid
uitschakelen door op de Super -
schakelaar te drukken.
Het Super-lampje verschijnt.
Het alarmlampje zal blijven knipperen
totdat de vereiste temperatuur weer is
bereikt.
2. Laat deSuper-schakelaar los zodra het
alarmlampje uit is.
Het Super-controlelampje gaat uit.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en om diepvriesvoedsel
langere tijd te bewaren.
7
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
functie Super minimaal 24 uur voordat u
deze in het vriesvak legt.
Plaats het verse in te vriezen voedsel de
twee bovenste vakken.
De maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden is vermeld
op het typeplaatje, een etiket dat aan de
binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur: vries
tijdens deze periode geen ander voedsel
in.
Als het invriesproces is voltooid, kunt u de
eerder ingestelde temperatuur in ere
herstellen (zieSuper-functie).
Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet gebruikt is
inschakelt, dient u het apparaat minstens
2 uur te laten werken met de Super functie
ingeschakeld.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de
stroom langer is uitgevallen
dan de duur die op de kaart
met technische kenmerken
onder "tijdsduur" is vermeld,
moet het ontdooide voedsel
snel geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden en
dan weer worden ingevroren
(nadat het afgekoeld is).
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt
u, voordat het gebruikt wordt, in het
koelvak of op kamertemperatuur laten
ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid
tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze
nog bevroren zijn: in dat geval zal de
bereiding iets langer duren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens
de werking:
Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door leidingen
wordt gepompt.
Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
Tips voor energiebesparing
De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
Tips voor het invriezen
Vries alleen verse en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in.
Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine porties.
Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic. Zorg ervoor dat de verpakking
luchtdicht is.
Om te voorkomen dat de temperatuur
van al ingevroren voedsel toeneemt,
dient u vers voedsel hier niet direct
naast te plaatsen.
Smalle pakjes zijn makkelijker te
bewaren dan dikke. Zout maakt
voedsel minder lang houdbaar.
IJsblokjes, ingevroren water of
waterijsjes niet meteen nadat ze uit de
vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar
voor bevriezing.
Het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is.
8
Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op
geschikte wijze door de winkelier
werden bewaard.
Zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van
de winkel naar uw vriezer gebracht
worden.
Als voedsel eenmaal ontdooid is,
bederft het snel en kan het niet
opnieuw worden ingevroren.
Bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Algemene waarschuwingen
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook
verricht, de stekker uit het
stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen
uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen
van het apparaat zijn niet
geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en de
interne accessoires met lauwwarm water
en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product weg
te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
Periodieke reiniging
LET OP! Trek niet aan
leidingen en/of kabels aan de
binnenkant van het apparaat
en verplaats of beschadig ze
niet.
LET OP! Let op dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water en
wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig
en wrijf ze schoon om u ervan te
verzekeren dat ze schoon en vrij van
resten zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor
en de compressor aan de achterkant
van het apparaat schoon met een
borstel.
Dit zal de prestatie van het apparaat
verbeteren en het elektriciteitsverbruik
reduceren.
Het reinigen van de
luchtkanalen
1. Verwijder de plint (A) en daarna het
ventilatierooster (B).
9
C AB
2. Reinig het ventilatierooster. (Zie "Het
afvoerfilter reinigen". )
3. Trek het luchtplaatje (C) er voorzichtig
uit, controleer of er geen dooiwater is
achtergebleven.
4. Maak het onderste deel van het
apparaat schoon met een stofzuiger.
Het ventilatiefilter reinigen
Het filter kan verwijderd worden om te
worden gereinigd.
Het apparaat is uitgerust met een
luchtinlaatfilter (1) en een
luchtuitlaatleiding (2) op het
ventilatierooster.
2
1
A
B
1. Druk de klepjes (A) en (B) in met uw
vingers.
2. Duw de filter omlaag.
3. Haal de filter er uit.
4. Ga om de filter terug te plaatsen in
omgekeerde volgorde te werk.
De vriezer ontdooien
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de
rijp van de verdamper te
krabben, deze zou beschadigd
kunnen raken. Gebruik geen
mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces
te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant
zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u
gaat ontdooien een lagere
temperatuur in om voldoende
koudereserve op te bouwen
voor de onderbreking tijdens de
werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer en
rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een koele
plaats.
WAARSCHUWING! Raak
ingevroren voedsel niet met
natte handen aan. Uw
handen kunnen dan aan de
producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
5. Zet het apparaat aan.
10
Plaats na drie uur het eerder verwijderde
voedsel terug in het vriesvak.
Periodes dat het apparaat niet
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
(indien nodig) en maak alles schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
LET OP! Als u uw apparaat
ingeschakeld wilt laten, vraag
dan iemand om het zo nu en
dan te controleren, om te
voorkomen dat het bewaarde
voedsel bederft, als de stroom
uitvalt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐
keld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Neem contact op met
een gekwalificeerd elektri‐
cien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De kast is recent ingescha‐
keld.
Zie 'Deur Open Alarm' of
'Alarm Hoge Temperatuur'.
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
Zie 'Deur Open Alarm' of
'Alarm Hoge Temperatuur'.
De compressor werkt conti‐
nu.
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bediening'.
Er zijn grote hoeveelheden
voedsel tegelijk in de vriezer
geplaatst.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Zie het typeplaatje voor de
klimaatklasse.
11
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het voedsel dat in het appa‐
raat werd geplaatst, was te
warm.
Laat voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het opslaat.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De functie Super is inge‐
schakeld.
Raadpleeg de "functie Su‐
per".
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct ge‐
sloten of de deurpakking is
vervormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de waterafvoer
bevindt zich niet op de juiste
plaats.
Plaats de dop voor de wa‐
terafvoer op de juiste ma‐
nier.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bediening'.
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
Super, of na het veranderen
van de temperatuur.
Dit is normaal, er is geen
storing.
De compressor start na eni‐
ge tijd.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De functie Super is inge‐
schakeld.
Schakel Super handmatig
uit of wacht tot de functie
automatisch reset om de
temperatuur in te stellen.
Raadpleeg "functie Super"
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen
tot kamertemperatuur voor‐
dat u het conserveert.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Conserveer minder produc‐
ten tegelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
12
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De functie Super is inge‐
schakeld.
Raadpleeg de "functie Su‐
per".
Er is geen koude luchtcircu‐
latie in het apparaat aanwe‐
zig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa‐
raat aanwezig is.
Deur gaat niet makkelijk
open.
U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te ope‐
nen.
Wacht een paar seconden
tussen het sluiten en weer
openen van de deur.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde klantenservice
voor dit merk.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg de montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de erkende servicedienst.
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
In hoogte mm 815
Breedte mm 560
Diepte mm 550
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 18
Spanning Volt 230 - 240
Frequentie Hz 50
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnen- of buitenkant
van het apparaat en op het energielabel.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
13
/