Vega VEGASWING 61 Productinformatie

Type
Productinformatie

Deze handleiding is ook geschikt voor

Product information
Vibratie
Niveaudetectie in vloeistoen
VEGASWING 51
VEGASWING 53
VEGASWING 61
VEGASWING 63
VEGASWING 66
Document ID: 30115
2
Inhoudsopgave
Vibratie
30115-NL-191115
Inhoudsopgave
1 Meetprincipe ........................................................................................................................................................................................................... 3
2 Type-overzicht ........................................................................................................................................................................................................ 7
3 Keuze instrument ................................................................................................................................................................................................... 8
4 Instrumentkenmerken ...........................................................................................................................................................................................9
5 Toebehoren ...........................................................................................................................................................................................................10
6 Keuzecriteria ........................................................................................................................................................................................................11
7 Overzicht behuizingen - VEGASWING 61, 63, 66 .............................................................................................................................................. 12
8 Montage ................................................................................................................................................................................................................13
9 Relaisuitgang .......................................................................................................................................................................................................14
10 Transistoruitgang ................................................................................................................................................................................................. 15
11 Contactloze schakelaar ....................................................................................................................................................................................... 17
12 Tweedraadsuitgang .............................................................................................................................................................................................18
13 NAMUR-uitgang....................................................................................................................................................................................................19
14 IO-Link-uitgang ....................................................................................................................................................................................................20
15 Bediening ..............................................................................................................................................................................................................21
16 Afmetingen ...........................................................................................................................................................................................................23
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
Houd bij Ex-toepassingen de Ex-specieke veiligheidsinstructies aan, die u onder www.vega.com vindt en die met ieder instrument worden
meegeleverd. In explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende voorschriften, conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de sen-
soren en de voedingsapparaten worden aangehouden. De sensoren mogen alleen op intrinsiekveilige stroomcircuits worden aangesloten. De
toegestane elektrische specicaties zijn vermeld in de certicering.
3
Meetprincipe
Vibratie
30115-NL-191115
1 Meetprincipe
Meetprincipe
De VEGASWING is een niveausensor met trilvork voor niveaudetectie.
Het instrument is ontwikkeld voor industriële toepassingen op alle
gebieden van de procestechniek en wordt bij voorkeur toegepast in
vloeistoen.
Het trilelement (trilstaaf of trilvork) wordt piëzo-elektrisch aangedreven
en trilt op de mechanische resonantiefrequentie van ca. 1200 Hz. De
piëzo-elementen zijn mechanisch bevestigd en hebben daarom geen
temperatuurschokbeperkingen. Wanneer het trilelement met product
wordt bedekt, wijzigt de trilfrequentie. Deze verandering wordt door de
ingebouwde elektronica geregistreerd en in een schakelcommando
omgezet.
Constructie
1
2
3
Fig. 1: Vibratieniveauschakelaar VEGASWING, bijv. VEGASWING 61 met kunststof
behuizing
1 Deksel behuizing
2 Behuizing met elektronica
3 Procesaansluiting
Typische toepassingen zijn overvul- en droogloopbeveiligingen. Dankzij
het eenvoudige en robuuste meetsysteem kan de VEGASWING nage-
noeg onafhankelijk van de chemische en fysische eigenschappen van de
vloeistof worden toegepast.
Deze functioneert ook bij sterke externe trillingen of bij wisselende
producten.
Functiebewaking
De elektronica van de VEGASWING bewaakt constant de volgende
criteria:
Sterke corrosie of beschadiging van de trilvork
Uitval van de trilling
Kabelbreuk naar piëzobekrachtiging
Wanneer een van de genoemde functiestoringen wordt herkend of
wanneer de netspanning uitvalt, dan neemt de elektronica een gedeni-
eerde schakeltoestand in, bijv. de schakeluitgang wordt geopend (veilige
toestand).
Functietest
De terugkerende functietest heeft als doel, de veiligheidsfunctie te con-
troleren, om mogelijke, niet herkenbare gevaarlijke fouten te ontdekken.
De functionaliteit van het meetsysteem moet met regelmatige, vaste
tussenpozen worden gecontroleerd.
Er bestaan twee verschillende mogelijkheden, een functietest uit te
voeren:
De VEGASWING 61, 63, 66 met tweedraadselektronica in combinatie
met een regelaar VEGATOR.
Testknop op de regelaar VEGATOR
De VEGASWING 61, 63, 66 met tweedraadselektronica in combinatie
met een meetversterkersysteem VEGALOG of een PLC.
Kortstondige onderbreking van de verbindingskabel met de PLC
1.2 Toepassingsvoorbeelden
Chemische industrie - oplosmiddelen
Fig. 2: Niveaudetectie in oplosmiddeltanks
Naast de continue niveaumeting is de niveaudetectie een wezenlijk
veiligheidsonderdeel voor opslagtanks. Vele moderne sensoren voor
continue niveaumeting hebben weliswaar de toelating als overvulbevei-
liging, maar een tweede, fysisch ander meetprincipe biedt de optimale
veiligheid en redundantie.
Vanwege de vele toepassingsmogelijkheden zijn vibratieniveauschake-
laars VEGASWING ideaal geschikt voor alle meettaken op het gebied
van opslag van vloeistoen. Een groot aantal elektrische en mechani-
sche uitvoeringen garandeert het eenvoudig opnemen in bestaande
besturingssystemen.
Voordelen:
Vele elektrische uitvoeringen
Onafhankelijk van product
Universele niveaudetectie voor alle vloeistoen
4
Meetprincipe
Vibratie
30115-NL-191115
Chemische industrie - reactoren
Fig. 3: Niveaudetectie in chemische reactoren
Om overvullen of droogloop van pompen te voorkomen, zijn sensoren
voor niveaudetectie een belangrijk veiligheidselement bij reactoren. De
vibratieniveauschakelaar VEGASWING is dankzij de universele toepas-
singsmogelijkheden het beste voor reactietanks geschikt. Zelfs hoge
viscositeiten, temperaturen tot 250 °C en drukbereiken tot 64 bar hebben
geen invloed op de betrouwbare werking.
Afhankelijk van de gewenste chemische bestendigheid staan uiterst
bestendige materialen en geëmailleerde uitvoeringen ter beschikking.
Bij toxische media zorgen de VEGASWING met metalen processchei-
ding al in de basis voor een hoge mate aan veiligheid. Om ook in geval
van corrosie van de trilvork te waarborgen, dat geen medium kan ont-
snappen, wordt bovendien een glasafdichting ingelast. Daarmee is een
optimale beveiliging gewaarborgd.
Afhankelijk van het soort en de agressiviteit van het medium zijn senso-
ren van 316L, alloy of met kunststof gecoat of geëmailleerd ter beschik-
king.
Vanwege de vele toepassingsmogelijkheden zijn vibratieniveauschake-
laars VEGASWING ideaal geschikt voor alle meettaken op het gebied
van opslag van vloeistoen. Een groot aantal elektrische en mechani-
sche uitvoeringen maakt het eenvoudig opnemen in bestaande bestu-
ringssystemen mogelijk.
Voordelen:
Vele elektrische uitvoeringen
Onafhankelijk van product
Absoluut gasdicht
Hoge functiebetrouwbaarheid
Universele niveaudetectie voor alle vloeistoen
Water-/afvalwaterinstallaties
Fig. 4: Flocculant in de afvalwaterbehandeling
Voor de afvalwaterbehandeling zijn chemicaliën nodig. Deze worden voor
chemische occulatie gebruikt. Daardoor worden fosfaten en nitraten ge-
sedimenteerd en afgescheiden. Voor de behandeling van het slib en voor
de neutralisatie worden naast kalkmelk en ijzer-III-chloride ook zuren en
basen opgeslagen.
Deze substanties vallen onder de verordening betreende stoen die
gevaarlijk zijn voor water. Daarom moeten op de opslagtanks overvulbe-
veiligingen worden gemonteerd.
Om het overvullen van tanks met toxische media te voorkomen, zijn
sensoren voor niveaudetectie een belangrijk veiligheidselement.
De vibratieniveauschakelaars VEGASWING zijn dankzij de universele
toepassingsmogelijkheden het beste geschikt voor stoen die gevaarlijk
zijn voor water. Afhankelijk van het soort en de agressiviteit van het medi-
um zijn sensoren van 316L, alloy of met kunststof gecoat of geëmailleerd
leverbaar.
Voordelen:
Kleine niet-herhaalbaarheid
Hoogbestendige sensormaterialen zoals PFA, ECTFE, alloy C22
(2.4602), emaille
Leidingen
Fig. 5: Droogloopbeveiliging in leidingen
Ook in leidingen is het bewaken van grenswaarden van belang, omdat
drooglopen vaak schade of uitvallen van de pomp veroorzaakt.
Als droogloopbeveiliging, bijv. voor drinkwaterpompen wordt de schake-
laar VEGASWING geadviseerd. Met de 40 mm korte vork (VEGASWING
serie 60) werkt deze betrouwbaar, ook bij kleine leidingdiameters vanaf
DN 32.
Voordelen:
Universele niveaudetectie voor alle vloeistoen
Inregelings- en onderhoudsvrij
5
Meetprincipe
Vibratie
30115-NL-191115
Levensmiddelenindustrie
Fig. 6: Niveaudetectie en droogloopbeveiliging in een tank voor de opslag van melk
De processen in levensmiddelentanks zoals bijv. voor melk stellen
hoge eisen aan de geïnstalleerde meettechniek. Bij de sterilisatie of de
reiniging van de tank treden hoge drukken en temperaturen op. Voor
de gebruikte niveaumeet- en niveaudetectiesensoren betekent dit, dat
zij aan de eisen voor een hygiënische constructie moeten voldoen. De
geschiktheid van alle materialen die in contact komen met het medium
moet worden aangetoond en door een hygiënisch design moet optimale
reinigbaarheid zijn gewaarborgd.
Voor de niveaudetectie en als droogloopbeveiliging wordt de VEGAS-
WING geïnstalleerd. De trilvork is voor toepassing in gevoelige levens-
middelen zoals melk hoogglans-gepolijst.
Voordelen:
Universele niveaudetectie voor alle vloeistoen
Hoogbestendige sensormaterialen zoals PFA, ECTFE, alloy C22
(2.4602), emaille
Inregelings- en onderhoudsvrij
Kryogene processen
Fig. 7: Niveaudetectie in een vloeibaar gastank
De extreem lage temperaturen in vloeibaar gastanks zijn een uitdaging
voor de geïnstalleerde meettechniek. Aardgas wordt bijv. bij -162 °C
(-260 °F) en stikstof zelfs bij -196 °C (-321 °F) opgeslagen. De VEGAS-
WING 66 kan met -196 … +450 °C (-321 … +482 °F) een groot tempera-
tuurgebied afdekken.
Voordelen:
Universele toepassing, omdat slechts een lage minimale dichtheid
van het medium nodig is
Dubbele veiligheid dankzij Second Line of Defense
Qua kosten geoptimaliseerde inbedrijfname zonder medium
Stoomketel
Fig. 8: Niveaudetectie in een stoomketel
De niveaudetectie in stoomketels bewaakt het hoog- en laagwaterniveau
van de ketel. De niveaudetectie is onafhankelijk van de keteldruk en
-temperatuur en van de dichtheid van het water of de verzadigde stoom.
Met een drukbereik tot 160 bar en een maximale temperatuur tot 450 °C
6
Meetprincipe
Vibratie
30115-NL-191115
dekt de VEGASWING 66 een groot deel van de verzadigde stoomtoe-
passingen af.
Voordelen:
Betrouwbare en snelle functietest
Dubbele veiligheid dankzij Second Line of Defense
Flexibel en hoge beschikbaarheid in toepassingen tot SIL3
7
Type-overzicht
Vibratie
30115-NL-191115
2 Type-overzicht
VEGASWING 51 VEGASWING 53 VEGASWING 61 VEGASWING 63 VEGASWING 66
Toepassingen Niveaumeting in vloei-
stoen
Niveaumeting in vloei-
stoen
Niveaumeting in vloei-
stoen
Niveaumeting in vloei-
stoen
Niveaumeting in vloei-
stoen
Hoge en lage proces-
temperaturen
Hoge procesdrukken
Lengte - 80 … 6000 mm
(3.15 … 236.22 in)
- 80 … 6000 mm
(3.15 … 236.22 in)
260 … 3000 mm
(10.24 … 118.11 in)
Procesaansluiting Schroefdraad G½,
G¾, G1
Levensmiddelenaanslui-
tingen
Schroefdraad G½,
G¾, G1
Levensmiddelenaanslui-
tingen
Schroefdraad G¾, G1
Flenzen
Levensmiddelenaanslui-
tingen
Schroefdraad G¾, G1
Flenzen
Levensmiddelenaanslui-
tingen
Schroefdraad G1
Flenzen
Procestemperatuur -40 … +100 °C (-
40 … +212 °F)
-40 … +150 °C (-
40 … +302 °F) met
temperatuurtussenstuk
-40 … +100 °C (-
40 … +212 °F)
-40 … +150 °C (-
40 … +302 °F) met
temperatuurtussenstuk
-50 … +150 °C (-
58 … +302 °F)
-50 … +250 °C (-
58 … +482 °F) met
temperatuurtussenstuk
-50 … +150 °C (-
58 … +302 °F)
-50 … +250 °C (-
58 … +482 °F) met
temperatuurtussenstuk
-196 … +450 °C (-
321 … +482 °F)
Procesdruk -1 … 64 bar (-
14.5 … 928 psig)
-1 … 64 bar (-
14.5 … 928 psig)
-1 … 64 bar (-
14.5 … 928 psig)
-1 … 64 bar (-
14.5 … 928 psig)
-1 … 160 bar (-
14.5 … 2321 psig)
Signaaluitgang Transistor
Contactloze schakelaar
IO-Link
Transistor
Contactloze schakelaar
IO-Link
Relais
Transistor
Tweedraads
NAMUR
Contactloze schakelaar
Relais
Transistor
Tweedraads
NAMUR
Contactloze schakelaar
Relais
Transistor
Tweedraads
Robuustheid + + + + +
Gevoeligheid + + ++ ++ ++
Aanhechtingen ++ ++ + + +
Reinigbaarheid ++ ++ ++ ++ ++
Inbouwlengte ++ ++ ++ ++ ++
8
Keuze instrument
Vibratie
30115-NL-191115
3 Keuze instrument
VEGASWING 51, 53
De VEGASWING 51 is een universeel toepasbare grenswaardeschake-
laar met kleine afmetingen. Onafhankelijk van de montagepositie detec-
teert deze betrouwbaar en op de millimeter nauwkeurig het schakelpunt.
Het instrument kan worden gebruikt als vol- of leegmelding, als toegela-
ten overvulbeveiliging of als droogloop- resp. pompbeveiliging in tanks en
leidingen. De VEGASWING 51 is een economische oplossing met een
kleine, compacte roestvaststalen behuizing en is leverbaar met de elek-
tronicavarianten transistoruitgang, contactloze schakelaar en IO-Link.
Bij de VEGASWING 53 kan het schakelpunt met een vrij selecteerbare
verlengingsbuis op het proces worden aangepast.
VEGASWING 61, 63
De niveauschakelaars VEGASWING uit de serie 60 zijn instrumenten uit
de VEGA-plics
®
-serie en zijn in standaard- en buisuitvoering leverbaar.
plics
®
-instrumenten bieden met vele verschillende procesaansluitingen,
behuizingen en elektronicavarianten voor alle toepassingen de passende
oplossing. Deze hebben alle gangbare toelatingen en de trilvork kan bijv.
voor levensmiddelentoepassingen ook gepolijst worden geleverd.
Bij de VEGASWING 63 kan het schakelpunt met een vrij selecteerbare
verlengingsbuis op het proces worden aangepast.
De VEGASWING zijn verregaand onafhankelijk van de vloeistofeigen-
schappen en hoeven daarom niet te worden ingeregeld.
De niveauschakelaars worden in toepassingen met procestemperatu-
ren tot +250 °C (+482 °F) en drukken tot maximaal 64 bar (928 psig)
toegepast.
Deze detecteren vloeistoen van 0,5 … 2,5 g/cm³ (0.018 … 0.09 lbs/in³).
Alle elektronica is in de functie overvul- en droogloopbeveiliging conform
IEC 61508 en 61511 conform SIL2 gekwaliceerd, in redundante uitvoe-
ring ook tot SIL3.
VEGASWING 66
De niveauschakelaars VEGASWING 66 zijn instrumenten uit de
VEGA-plics
®
-serie en in standaard- en buisuitvoering leverbaar. De
instrumenten zijn geschikt voor vloeistoen met extreem lage en hoge
procestemperaturen. plics
®
-instrumenten bieden met vele verschillen-
de procesaansluitingen, behuizingen en elektronicavarianten voor alle
toepassingen de passende uitvoering. Deze hebben alle gangbare
toelatingen.
De VEGASWING zijn verregaand onafhankelijk van de vloeistofeigen-
schappen en hoeven daarom niet te worden ingeregeld.
De niveauschakelaars worden in toepassingen met procestemperaturen
tot -196 °C ... +450 °C en drukken tot maximaal 160 bar (2321 psig)
toegepast.
Deze detecteren vloeistoen van 0,42 … 2,5 g/cm³ (0.015 … 0.09 lbs/
in³).
Alle elektronica is in de functie overvul- en droogloopbeveiliging conform
IEC 61508 en 61511 conform SIL2 gekwaliceerd, in homogeen redun-
dante uitvoering ook tot SIL3.
9
Instrumentkenmerken
Vibratie
30115-NL-191115
4 Instrumentkenmerken
Second Line of Defense
Om de veiligheid bij toepassingen in gevaarlijke of toxische media te
verhogen, kunt u de sensoren uit de serie 60 als optie met een ingelaste,
gasdichte doorvoer (Second Line of Defense) bestellen.
Temperatuurtussenstuk
Bij de VEGASWING 61 en 63 staat als optie een temperatuurtussenstuk
ter beschikking. Daarmee kunt u de maximaal toegestane procestempe-
ratuur van +150 °C (+302 °F) naar +250 °C (+482 °F) verhogen.
SIL-kwalicatie
Als optie kunnen de sensoren uit de VEGASWING serie 60 met een
SIL-kwalicatie worden besteld. Daarmee kunnen de sensoren in toe-
passingen conform SIL2 worden ingezet. Homogeen redundant is ook de
toepassing tot SIL3 mogelijk.
Coating
Om de VEGASWING uit de serie 60 ook in agressieve of corrosieve
media te kunnen toepassen, zijn als optie verschillende coatings lever-
baar. Afhankelijk van de eis aan de bestendigheid kunnen de volgende
coatingmaterialen worden gebruikt. Onze applicatietechnici adviseren u
graag over de bestendigheid en de toepassingsmogelijkheden.
ECTFE
PFA
Email
10
Toebehoren
Vibratie
30115-NL-191115
5 Toebehoren
Zonnekap
Om de sensor te beschermen tegen vervuiling en sterke opwarming
door de zon bij buitenopstelling, kunt u een zonnekap op het sensorhuis
klikken.
Fig. 9: Zonnekap in verschillende uitvoeringen
Indicatiemodule PLICSLED
Met de indicatiemodule kunt u de schakeltoestand van de sensor duide-
lijk zichtbaar weergeven. Daarvoor zijn behuizingsdeksels met kijkven-
sters van verschillende materialen leverbaar. Bij de kunststofbehuizing is
als optie ook een transparant deksel leverbaar, waarmee u de controle-
lampjes ook vanaf de zijkant kunt waarnemen.
Fig. 10: Indicatiemodule PLICSLED
Borgkoppeling
DeVEGASWING in buisuitvoering kan voor een traploze hoogte-instelling
worden gemonteerd met een borgkoppeling. Let op de drukspecicaties
van de borgkoppeling.
Let erop, dat de borgkoppeling niet bij gecoate uitvoeringen kan worden
gebruikt.
Fig. 11: Borgkoppeling - bijv. ARV-SG63.3 voor VEGASWING 63 tot 64 bar
Connector
In plaats van een kabelwartel kunt u voor de aansluiting ook verschillen-
de stekkerverbindingen gebruiken. Voor de VEGASWING uit de serie 60
zijn de volgende stekkerverbindingen leverbaar:
ISO 4400
ISO 4400 met Quick-On-aansluiting
Amphenol-Tuchel
Harting HAN 7D
Harting HAN 8D
M12 x 1
Fig. 12: Stekkerverbinding - bijv. VEGASWING Serie 60 met ISO 4400-stekker
Voor de VEGASWING uit de serie 50 zijn geen kabelwartels mogelijk. De
instrumenten zijn leverbaar met de volgende stekkerverbindingen:
ISO 4400
ISO 4400 met Quick-On-aansluiting
M12 x 1
11
Keuzecriteria
Vibratie
30115-NL-191115
6 Keuzecriteria
VEGASWING VEGASWING VEGASWING 66
Uitvoering 51
Compact
53
Pijp
61
Compact
63
Pijp
66
Compact
66
Pijp
Tank Sondelengte max. 3 m
Sondelengte max. 6 m
Kryogene toepassingen
Leidingen
Proces Agressieve vloeistoen
Bel- of schuimvorming
Golfbeweging aan het oppervlak
Stoom- of condensaatvorming
Aanhechtingen
Wisselende dichtheid
Temperaturen tot +150 °C
Temperaturen tot +250 °C
Temperaturen > +250 °C
Drukken tot 64 bar
Drukken tot 160 bar
Hygiënische toepassingen
Geringe ruimte boven de tank
Stoomketeltoepassing
Procesaanslui-
ting
Schroefdraadaansluitingen
Flensaansluitingen
Aseptische aansluitingen
Sensor RVS
Coating
Gepolijste uitvoering
SIL-kwalicatie
Branche
Chemie
Energie-opwekking
Levensmiddelen
Oshore
Petrochemie
Farmacie
Scheepsbouw
Milieu en recycling
Water
Afvalwater
● = optimaal geschikt
○ = met beperkingen mogelijk
– = niet aan te bevelen
12
Overzicht behuizingen - VEGASWING 61, 63, 66
Vibratie
30115-NL-191115
7 Overzicht behuizingen - VEGASWING 61, 63, 66
Kunststof PBT
Beschermingsgraad IP66/IP67 IP66/IP67
Uitvoering Eenkamer Tweekamer
Toepassingsgebied Industriële omgeving Industriële omgeving
Aluminium
Beschermingsgraad IP66/IP67, IP66/IP68 (1 bar) IP66/IP67, IP66/IP68 (1 bar)
Uitvoering Eenkamer Tweekamer
Toepassingsgebied Industriële omgeving met verhoogde mecha-
nische belasting
Industriële omgeving met verhoogde mecha-
nische belasting
RVS 316L
Beschermingsgraad IP66/IP67 IP66/IP67, IP66/IP68 (1 bar) IP66/IP67, IP66/IP68 (1 bar)
Uitvoering Eenkamer geanodiseerd Eénkamer gietwerk Tweekamer jngietmateriaal
Toepassingsgebied Agressieve omgeving, levensmiddelen, far-
macie
Agressieve omgeving, sterke mechanische
belasting
Agressieve omgeving, sterke mechanische
belasting
13
Montage
Vibratie
30115-NL-191115
8 Montage
Schakelpunt
In principe kan de VEGASWING in iedere willekeurige positie worden
ingebouwd. Het instrument moet wel zodanig worden gemonteerd, dat
het trilelement zich op de hoogte van het gewenste schakelpunt bevindt.
De trilvork heeft markeringen aan de zijkant (inkepingen), die het scha-
kelpunt bij verticale inbouw markeren. Het schakelpunt is gerelateerd
aan het medium water bij de basisinstelling van de dichtheidsschakelaar
≥ 0,7 g/cm³ (0.025 lbs/in³).
Let erop, dat schuim met een dichtheid > 0,45 g/cm³ (0.016 lbs/in³) door
de sensor wordt gedetecteerd.
Aansluitingen
Het trilelement moet zo vrij mogelijk in de tank steken, om afzettingen te
voorkomen. Vermijdt daarom sokken voor enzen en inschroefsokken. Dit
geldt vooral bij horizontale inbouw en bij media, die tot afzetting neigen.
Roerwerken
Roerwerken, trillingen uit de installatie e.d. kunnen sterke zijwaartse
krachten op de niveauschakelaar veroorzaken. Kies daarom de verleng-
buis van de VEGASWING 63 of 66 niet te lang, maar controleer, of in
plaats daarvan niet korte niveauschakelaar zonder buisverlenging, bijv.
VEGASWING 51 of 61 aan de zijkant in horizontale positie kan worden
gemonteerd.
Extreme installatietrillingen, bijv. door roerwerken en turbulente stromin-
gen in de tank kunnen de verlengingsbuis van de VEGASWING in de re-
sonantietrilling brengen. Dit veroorzaakt verhoogde materiaalbelasting op
de bovenste lasnaad. Wanneer een lange buisversie nodig is, dan kunt u
direct boven het trilelement een geschikte ondersteuning of afspanning
aanbrengen, om de verlengingsbuis te xeren.
Deze maatregel geldt vooral voor toepassingen in Ex-omgeving.
Let erop, dat de buis door deze maatregelen niet aan een buigbe-
lasting wordt blootgesteld.
Instromend medium
Wanneer VEGASWING in de vulstroom is ingebouwd, kan dit onge-
wenste foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer de VEGASWING
daarom op een plaats in de tank, waar geen storende invloeden, zoals
bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen optreden.
Fig. 13: Instromend medium
Stromingen
Om te zorgen dat de trilvork van de VEGASWING bij productbewegingen
zo min mogelijk weerstand biedt, moeten de oppervlakken van de trilvork
parallel aan de productbeweging staan.
Borgkoppeling
DeVEGASWING in buisuitvoering kan voor een traploze hoogte-instelling
worden gemonteerd met een borgkoppeling. Let op de drukspecicaties
van de borgkoppeling.
Let erop, dat de borgkoppeling niet bij gecoate uitvoeringen kan worden
gebruikt.
Druk/vacuüm
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdichten.
Controleer of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen het product en
de procestemperatuur.
Zonnekap
Om de sensor te beschermen tegen vervuiling en sterke opwarming
door de zon bij buitenopstelling, kunt u een zonnekap op het sensorhuis
klikken.
Fig. 14: Zonnekap in verschillende uitvoeringen
14
Relaisuitgang
Vibratie
30115-NL-191115
9 Relaisuitgang
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies aanhouden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voor-
schriften, de conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de
sensoren en de voedingen worden aangehouden.
Voedingsspanning kiezen
Sluit de voedingsspanning aan conform de navolgende aansluitsche-
ma's. De elektronica met relaisuitgang is in veiligheidsklasse 1 uitge-
voerd. Voor het aanhouden van deze veiligheidsklasse is het absoluut
noodzakelijk, dat de randaarde op de interne aardklem wordt aangeslo-
ten. Houd de algemene installatievoorschriften aan. Verbindt de VEGAS-
WING in principe met de tankaarde (PA) resp. bij kunststof tanks met het
naastgelegen aardpotentiaal. Aan de zijkant van de behuizing bevindt
zich daarvoor een aardklem tussen de kabelwartels. Deze verbinding
dient voor het aeiden van elektrostatische opladingen. Bij Ex-toepassin-
gen moet u als eerste de opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlij-
ke omgeving aanhouden.
Aansluitkabel kiezen
De VEGASWING wordt met standaard 3-aderige kabel zonder afscher-
ming met ronde doorsnede aangesloten. Indien elektromagnetische
instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN
61326 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel
worden gebruikt.
Gebruik een geschikte kabelwartel en kies afhankelijk van de kabeldia-
meter een passende afdichting.
Gebruik voor een VEGASWING in explosiegevaarlijke omgevin-
gen alleen toegelaten kabelwartels.
Aansluitkabel voor Ex-toepassingen kiezen
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschrif-
ten worden aangehouden.
VEGASWING 61, 63
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
Fig. 15: VEGASWING 61, 63 - elektronica met relaisuitgang
1 Controle-LED
2 DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling
3 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Het verdient aanbeveling de VEGASWING zodanig aan te sluiten, dat het
schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail
safe).
De relais worden altijd in de rusttoestand getoond.
1
2
3
123 456
+
L1
-
N
78
Fig. 16: VEGASWING 61, 63 - aansluitschema - relaisuitgang
1 Relaisuitgang
2 Relaisuitgang
3 Voedingsspanning
VEGASWING 66
7
4
6
1
5
3
2
on
g / cm
3
0,7
min
max
0,47
R
Fig. 17: Elektronica- en aansluitruimte eenkamerbehuizing
1 Controlelamp - storingsmelding (rood)
2 Controlelamp - schakeltoestand (geel)
3 Controlelamp - bedrijfstoestand (groen)
4 Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (min./
max.)
5 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
6 Aardklem
7 Aansluitklemmen
Het verdient aanbeveling de VEGASWING zodanig aan te sluiten, dat het
schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail
safe).
De relais worden altijd in de rusttoestand getoond.
1 2 3
+
L1
-
N
12 345678
Fig. 18: Aansluitschema eenkamerbehuizing
1 Voedingsspanning
2 Relaisuitgang SPDT
3 Relaisuitgang SPDT
15
Transistoruitgang
Vibratie
30115-NL-191115
10 Transistoruitgang
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies aanhouden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voor-
schriften, de conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de
sensoren en de voedingen worden aangehouden.
Voedingsspanning kiezen
Sluit de voedingsspanning aan conform de hierna volgende aansluit-
schema's. Houd daarbij de algemene installatievoorschriften aan. Verbind
de VEGASWING in principe met de tankaarde (PA) resp. bij kunststof
tanks met het naastgelegen aardpotentiaal. Aan de zijkant op de behui-
zing van het instrument is daarvoor tussen de kabelwartels een aardklem
aanwezig. Deze verbinding is bedoeld voor de aeiding van elektrostati-
sche ladingen. Bij Ex-toepassingen moet u eerste prioriteit geven aan de
opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlijke omgeving.
Aansluitkabel kiezen
De VEGASWING wordt met standaard 2-aderige kabel zonder afscher-
ming met ronde doorsnede aangesloten. Indien elektromagnetische
instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN
61326 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel
worden gebruikt.
Gebruik een geschikte kabelwartel en kies afhankelijk van de kabeldia-
meter een passende afdichting.
Gebruik voor een VEGASWING in explosiegevaarlijke omgevin-
gen alleen toegelaten kabelwartels.
Aansluitkabel voor Ex-toepassingen kiezen
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschrif-
ten worden aangehouden.
Transistoruitgang
Het verdient aanbeveling de VEGASWING zodanig aan te sluiten, dat het
schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail
safe).
Voor het aansturen van relais, schakelaars, magneetventielen, signaal-
lampen, claxons en PLC-ingangen.
VEGASWING 61, 63
1
2
3
4
1
2
3
Fig. 19: VEGASWING 61, 63 - elektronica met transistoruitgang
1 Controle-LED
2 DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling
3 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
+ -
1234
+-
Fig. 20: VEGASWING 61, 63 - transistoruitgang - NPN-gedrag
+ -
1234
+-
Fig. 21: VEGASWING 61, 63 - transistoruitgang - PNP-gedrag
1
2
3
4
5
Fig. 22: Aderbezetting aansluitkabel. De nummers van de aders komen overeen
met de aansluitklemmen van het instrument.
1 Bruin (+) voedingsspanning
2 Wit
3 Geel
4 Blauw (-) voedingsspanning
5 Afscherming
16
Transistoruitgang
Vibratie
30115-NL-191115
VEGASWING 66
7
4
6
1
5
3
2
min
max
0,7
T
on
4
321
214
314
PNP
NPN
N
P
g / cm
3
0,47
Fig. 23: VEGASWING 66 - elektronica met transistoruitgang
1 Controlelamp - storingsmelding (rood)
2 Controlelamp - schakeltoestand (geel)
3 Controlelamp - bedrijfstoestand (groen)
4 Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (min./
max.)
5 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
6 Aardklem
7 Aansluitklemmen
Wij adviseren de VEGASWING aan te sluiten volgens het ruststroom-
principe, d.w.z. het schakelcircuit is bij niveausignalering, kabelbreuk of
storing geopend (veilige toestand).
Voor het aansturen van relais, schakelaars, magneetventielen, signaal-
lampen, claxons en PLC-ingangen.
1234
+
-
+
-
Fig. 24: VEGASWING 66 - transistoruitgang - NPN-gedrag
1234
+
-
+
-
Fig. 25: VEGASWING 66 - transistoruitgang - PNP-gedrag
VEGASWING 51, 53
Max. Min.
3
21
3
21
-+
R
L
R
L
-+
PA PA
Fig. 26: VEGASWING 51, 53 - transistoruitgang bij ventielstekker ISO 4400
PA Potentiaalvereening
RL Lastweerstand (schakelaar, relais, enz.)
R
L
R
L
1
4
2
3
1
4
2
3
-
Max.
Min.
-
+
+
Fig. 27: VEGASWING 51, 53 - transistoruitgang bij M12 x 1-stekkerverbinding
(behuizing)
1 Bruin
2 Wit
3 Blauw
4 Zwart
RL Lastweerstand (schakelaar, relais, enz.)
17
Contactloze schakelaar
Vibratie
30115-NL-191115
11 Contactloze schakelaar
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies aanhouden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voor-
schriften, de conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de
sensoren en de voedingen worden aangehouden.
Voedingsspanning kiezen
Sluit de voedingsspanning aan conform de navolgende aansluitsche-
ma's. De elektronica is in veiligheidsklasse 1 uitgevoerd. Voor het
aanhouden van deze veiligheidsklasse is het absoluut noodzakelijk, dat
de randaarde op de interne aardklem wordt aangesloten. Houd de alge-
mene installatievoorschriften aan. Verbindt de VEGASWING in principe
met de tankaarde (PA) resp. bij kunststof tanks met het naastgelegen
aardpotentiaal. Aan de zijkant van de behuizing bevindt zich daarvoor
een aardklem tussen de kabelwartels. Deze verbinding dient voor het
aeiden van elektrostatische opladingen. Bij Ex-toepassingen moet u
als eerste de opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlijke omgeving
aanhouden.
Aansluitkabel kiezen
De VEGASWING wordt met standaard 3-aderige kabel zonder afscher-
ming met ronde doorsnede aangesloten. Indien elektromagnetische
instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN
61326 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel
worden gebruikt.
Gebruik een geschikte kabelwartel en kies afhankelijk van de kabeldia-
meter een passende afdichting.
Gebruik voor een VEGASWING in explosiegevaarlijke omgevin-
gen alleen toegelaten kabelwartels.
Aansluitkabel voor Ex-toepassingen kiezen
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschrif-
ten worden aangehouden.
Contactloze schakelaar
Het verdient aanbeveling de VEGASWING zodanig aan te sluiten, dat het
schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail
safe).
De contactloze schakelaar is altijd in de rusttoestand weergegeven.
Voor het direct aansturen van relais, schakelaars, magneetventielen, sig-
naallampen, claxons, enz. Mag niet zonder tussengeschakelde belasting
worden gebruikt, omdat de elektronica bij directe aansluiting op het net
wordt beschadigd. Niet voor aansluiting op laagspannings PLC-ingangen
geschikt.
De eigenstroom wordt na het afschakelen van de last kortstondig tot
onder 1 mA verlaagd, zodat schakelaars, waarvan de houdstroom min-
der is dan de constant aanwezige eigenstroom van de elektronica, toch
betrouwbaar worden afgeschakeld.
Wanneer de VEGASWING als onderdeel van een overvulbeveiliging
conform WHG wordt toegepast, dan moet u de bepalingen van de "Allge-
meinen bauaufsichtlichen Zulassung" aanhouden.
VEGASWING 61, 63
1
2
1
2
3
Fig. 28: VEGASWING 61, 63 - elektronica met contactloze schakelaar
1 Controle-LED
2 DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling
3 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
1
2
AC
DC
L1
+
-
N
-
+
Fig. 29: VEGASWING 61, 63 - aansluitschema - uitgang contactloze schakelaar
VEGASWING 51, 53
R
L
R
L
3
2 1
3
2 1
N- L1+ L1+ N-
Max. Min.
PE
PE
Fig. 30: VEGASWING 51, 53 - contactloze schakelaar bij ventielstekker ISO 4400
PE Protection earth
RL Lastweerstand (schakelaar, relais, enz.)
18
Tweedraadsuitgang
Vibratie
30115-NL-191115
12 Tweedraadsuitgang
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies aanhouden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voor-
schriften, de conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de
sensoren en de voedingen worden aangehouden.
Voedingsspanning kiezen
Sluit de voedingsspanning aan conform de hierna volgende aansluit-
schema's. Houd daarbij de algemene installatievoorschriften aan. Verbind
de VEGASWING in principe met de tankaarde (PA) resp. bij kunststof
tanks met het naastgelegen aardpotentiaal. Aan de zijkant op de behui-
zing van het instrument is daarvoor tussen de kabelwartels een aardklem
aanwezig. Deze verbinding is bedoeld voor de aeiding van elektrostati-
sche ladingen. Bij Ex-toepassingen moet u eerste prioriteit geven aan de
opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlijke omgeving.
Aansluitkabel kiezen
De VEGASWING wordt met standaard 2-aderige kabel zonder afscher-
ming met ronde doorsnede aangesloten. Indien elektromagnetische
instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN
61326 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel
worden gebruikt.
Gebruik een geschikte kabelwartel en kies afhankelijk van de kabeldia-
meter een passende afdichting.
Gebruik voor een VEGASWING in explosiegevaarlijke omgevin-
gen alleen toegelaten kabelwartels.
Aansluitkabel voor Ex-toepassingen kiezen
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschrif-
ten worden aangehouden.
Tweedraadsuitgang
VEGASWING 61, 63
1
2
1
2
Fig. 31: VEGASWING 61, 63 - elektronica met tweedraadselektronica
1 Controle-LED
2 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Het verdient aanbeveling de VEGASWING zodanig aan te sluiten, dat het
schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail
safe).
Voor aansluiting op een regelaar dto. Ex. Bedrijfsspanning via de aange-
sloten regelaar.
Het schakelvoorbeeld geldt voor alle toepasbare regelaars.
4321
12
+-
Fig. 32: VEGASWING 61, 63 - aansluitschema - tweedraadsuitgang
VEGASWING 66
9
4
7
1
5
3
2
6
8
on
4
32
Te st
1
Z
1
2
0,7
max
min
g / cm
3
0,47
Fig. 33: VEGASWING 66 - elektronica met tweedraadselektronica
1 Controlelamp - storingsmelding (rood)
2 Controlelamp - schakeltoestand (geel)
3 Controlelamp - bedrijfstoestand (groen)
4 Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (min./
max.)
5 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
6 Testknop
7 Aardklem
8 Klembrug
9 Aansluitklemmen
Het verdient aanbeveling de VEGASWING zodanig aan te sluiten, dat het
schakelcircuit bij niveaumelding, kabelbreuk of storing is geopend (fail
safe).
Voor aansluiting op een regelaar dto. Ex. Bedrijfsspanning via de aange-
sloten regelaar.
Het schakelvoorbeeld geldt voor alle toepasbare regelaars.
4321
+-
12
3
4
1
Fig. 34: VEGASWING 66 - aansluitschema - tweedraadsuitgang
1 Meetversterker
19
NAMUR-uitgang
Vibratie
30115-NL-191115
13 NAMUR-uitgang
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies aanhouden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voor-
schriften, de conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de
sensoren en de voedingen worden aangehouden.
Voedingsspanning kiezen
Sluit de voedingsspanning aan conform de hierna volgende aansluit-
schema's. Houd daarbij de algemene installatievoorschriften aan. Verbind
de VEGASWING in principe met de tankaarde (PA) resp. bij kunststof
tanks met het naastgelegen aardpotentiaal. Aan de zijkant op de behui-
zing van het instrument is daarvoor tussen de kabelwartels een aardklem
aanwezig. Deze verbinding is bedoeld voor de aeiding van elektrostati-
sche ladingen. Bij Ex-toepassingen moet u eerste prioriteit geven aan de
opstellingsvoorschriften voor explosiegevaarlijke omgeving.
Aansluitkabel kiezen
De VEGASWING wordt met standaard 2-aderige kabel zonder afscher-
ming met ronde doorsnede aangesloten. Indien elektromagnetische
instrooiingen worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN
61326 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel
worden gebruikt.
Gebruik een geschikte kabelwartel en kies afhankelijk van de kabeldia-
meter een passende afdichting.
Gebruik voor een VEGASWING in explosiegevaarlijke omgevin-
gen alleen toegelaten kabelwartels.
Aansluitkabel voor Ex-toepassingen kiezen
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschrif-
ten worden aangehouden.
NAMUR-uitgang
VEGASWING 61, 63
1
5
2
3
4
Fig. 35: VEGASWING 61, 63 - elektronica met NAMUR-elektronica
1 Controle-LED
2 DIL-schakelaar voor omkeren karakteristiek
3 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
4 Simulatieknop
5 EMC-lterelement
Voor aansluiting op de scheidingsversterker conform NAMUR
(IEC 60947-5-6, EN 50227)
12
+
+
-
-
Fig. 36: Aansluitschema - NAMUR-uitgang
20
IO-Link-uitgang
Vibratie
30115-NL-191115
14 IO-Link-uitgang
Aansluiting voorbereiden
Veiligheidsinstructies aanhouden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Sluit het instrument in principe zodanig aan, dat spanningsloos aan-
sluiten en losmaken op de klemmen mogelijk is.
Voedingsspanning kiezen
Sluit de voedingsspanning aan conform de aansluitschema's hierna.
Houd daarbij de algemene installatievoorschriften aan.
Aansluitkabel kiezen
Het instrument wordt met standaard 3-aderige kabel zonder afscherming
aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht,
die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industriële omgeving
liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en brand-
veiligheid heeft.
Stekkeruitvoeringen
M12 x 1-connector
Voor deze steekverbinding is een prefab kabel met connector nodig.
Afhankelijk van de uitvoering beschermingsklasse IP66/IP67 of IP68
(0,2 bar).
IO-Link-uitgang
VEGASWING 51, 53
Voor aansluiting op binaire ingangen van een PLC.
Gebruik voor de voedingsspanning een energiebegrensd circuit conform
EN 61010.
LLC/Q1 LL
R
L
1
4
2
3
1
4
2
3
-
Max.
Min.
-
+
+
Q2
Fig. 37: Aansluitschema (behuizing), klembezetting IO-Link-uitgang met
M12x1-steekverbinding
1 L+ voedingsspanning (bruin)
2 Maximaal niveaudetectie (wit)
3 L- voedingsspanning (blauw)
4 Minimaal niveaudetectie/IO-Link-communicatie (zwart)
R
L
Lastweerstand (schakelaar, relais, enz.)
21
Bediening
Vibratie
30115-NL-191115
15 Bediening
15.1 VEGASWING 51, 53
Schakelpuntaanpassing
Er kunnen media met een dichtheid > 0,7 … 2,5 g/cm³ (0.025 … 0.09 lbs/
in³) worden gedetecteerd. Deze instelling kan niet worden veranderd.
De schakeltoestand van de VEGASWING kan bij gesloten behuizing
worden gecontroleerd (controlelamp, lichtring onder de stekker).
Simulatie
De VEGASWING heeft een geïntegreerde testschakelaar, die magne-
tisch kan worden geactiveerd. Om het instrument te testen, houdt u de
testmagneet (toebehoren) op het magneetsymbool op de instrumentbe-
huizing.
De testmagneet verandert de actuele schakeltoestand van het instru-
ment. U kunt de verandering via de controle-LED controleren. Let erop,
dat de nageschakelde apparaten tijdens de test worden geactiveerd.
Fig. 38: Simulatie van het uitgangssignaal
Bedrijfsstandenomschakeling
Door een overeenkomstige poling van de voedingsspanning kan het
schakelgedrag worden gedenieerd (maximaal niveaudetectie/minimaal
niveaudetectie). Bij de uitvoering met transistoruitgang kan door verschil-
lend aansluiten van de verbruiker (last) PNP- of NPN-gedrag worden
gerealiseerd.
Controlelamp (LED)
De schakeltoestand van de VEGASWING is van buitenaf zichtbaar (con-
trolelamp, lichtlens onder de stekker).
15.2 VEGASWING 61, 63
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
Fig. 39: Elektronica SWE60R - relaisuitgang
1 Controlelamp (LED)
2 DIL-schakelaar voor bedrijfsstandenomschakeling
3 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Schakelpuntaanpassing
Met deze DIL-schakelaar (3) kunt u het schakelpunt op vloeistoen
instellen, die een dichtheid hebben tussen 0,5 en 0,7 g/cm³. In de
basisinstelling kunnen vloeistoen met een dichtheid ≥0,7 g/cm³ worden
gedetecteerd. Bij producten met een lagere dichtheid moet u de scha-
kelaar op ≥0,5 g/cm³ instellen. De specicaties van de positie van het
schakelpunt zijn gerelateerd aan het medium water - dichtheidswaarde 1
g/cm³. Bij media met een afwijkende dichtheid verschuift dit schakelpunt
afhankelijk van de dichtheid en het type inbouw in de richting van de
behuizing of het uiteinde van de trilvork.
Bedrijfsstandenomschakeling
Met de bedrijfsstandomschakeling (min./max.) kunt u de schakeltoe-
stand van de uitgang veranderen. U kunt daarmee de gewenste bedrijfs-
modus instellen (A/max. - maximaal niveaudetectie resp. overvulbeveili-
ging, B/min. - minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging).
Controlelamp (LED)
Lichtdiode voor het weergeven van de schakeltoestand (bij kunststof
behuizing van buiten zichtbaar).
VEGASWING 61, 63 - NAMUR-elektronica
Simulatieknop
De simulatieknop is aan de bovenzijde van de elektronica verzonken
aangebracht. Druk de simulatieknop in met een daarvoor geschikt object
(schroevendraaier, ballpoint, enz.).
Bij bediening wordt een kabelbreuk tussen sensor en meetversterker
gesimuleerd. Op de sensor gaat de controlelamp uit. De meetopstel-
ling moet bij bediening een storing melden en overgaan in de veilige
toestand.
Let erop, dat de nageschakelde apparaten tijdens de bediening zijn
geactiveerd. Daarmee kunt u dan het correct functioneren van het
meetsysteem controleren.
Omkeren karakteristiek
Met de DIL-schakelaar kunt u de karakteristiek van de NAMUR-elektroni-
ca omkeren. U kunt tussen een dalende karakteristiek (schakelaarstand
max.) en een stijgende karakteristiek (schakelaarstand min.) kiezen. U
kunt daarmee de gewenste stroom laten uitsturen.
Bedrijfsstanden
Min. - stijgende karakteristiek (high current bij bedekking)
Max. - dalende karakteristiek (low current bij bedekking)
De NAMUR-uitgang is omschakelbaar naar dalende of stijgende karak-
teristiek.
Bij toepassingen conform WHG moet de DIL-schakelaar op de positie
max. staan.
22
Bediening
Vibratie
30115-NL-191115
15.3 VEGASWING 66
4
1
5
3
2
R
Fig. 40: Elektronica - VEGASWING 66, bijv. relaisuitgang
1 Controlelamp voor storingsmelding (rood)
2 Controlelamp voor aanwijzing van de schakeltoestand (geel).
3 Controlelamp voor aanwijzing van de bedrijfstoestand (groen).
4 Bedrijfsstandenomschakeling voor de keuze van het schakelgedrag (min./
max.)
5 DIL-schakelaar voor gevoeligheidsomschakeling
Schakelpuntaanpassing
Met deze DIL-schakelaar (3) kunt u het schakelpunt op vloeistoen
instellen, die een dichtheid hebben tussen 0,47 en 0,7 g/cm³. In de
basisinstelling kunnen vloeistoen met een dichtheid ≥0,7 g/cm³ worden
gedetecteerd. Bij producten met een lagere dichtheid moet u de scha-
kelaar op ≥0,47 g/cm³ instellen. De specicaties van de positie van het
schakelpunt zijn gerelateerd aan het medium water - dichtheidswaarde 1
g/cm³. Bij media met een afwijkende dichtheid verschuift dit schakelpunt
afhankelijk van de dichtheid en het type inbouw in de richting van de
behuizing of het uiteinde van de trilvork.
Als optie kan het instrument ook met een minimaal dichtheidsbereik
van ≥ 0,42 g/cm³ (0.015 lbs/in³) worden uitgeleverd. In dit geval is de
maximaal toegestane procesdruk op 25 bar (363 psig) begrensd. Deze
instrumentuitvoering mag niet in systemen met veiligheidsinstrumentatie
(SIL) of in toepassingen conform WHG worden ingezet.
Bedrijfsstandenomschakeling
Met de bedrijfsstandomschakeling (min./max.) kunt u de schakeltoe-
stand van de uitgang veranderen. U kunt daarmee de gewenste bedrijfs-
modus instellen (A/max. - maximaal niveaudetectie resp. overvulbeveili-
ging, B/min. - minimaal niveaudetectie resp. droogloopbeveiliging).
Controlelamp (LED)
Lichtdiode voor het weergeven van de schakeltoestand (bij kunststof
behuizing van buiten zichtbaar).
23
Afmetingen
Vibratie
30115-NL-191115
16 Afmetingen
VEGASWING 51, standaarduitvoering, schroefdraad
M12 x 1
36 mm
(1.41")
46 mm
(1.81")
42 mm
(1.65")
52 mm
(2.05")
27 mm
(1.06")
SW 32 mm
(1.26")
36 mm
(1.42")
28 mm
(1.1")
38 mm
(1.5")
20 mm
(0.79")
10 mm
(0.39")
ø 31,7 mm
(1.25")
ø 17 mm
(0.67")
ø 21,3 mm
(0.84")
G
1
/
2
, R
1
/
2
1
/
2
NPT
G
3
/
4
, R
3
/
4
3
/
4
NPT
G1, R1
1NPT
1 2 3
4
5
48 mm
(1.98")
62 mm
(2.44")
64 mm
(2.52")
67 mm
(2.64")
46 mm
(1.81")
42 mm
(1.65")
11 mm
(0.43")
6
47 mm
(1.81")
39 mm
(1.54")
70 mm
(2.76")
53mm
(2.07")
49,5 mm
(1.95")
Fig. 41: VEGASWING, standaard uitvoering, schroefdraadaansluiting
1 Schroefdraad G½ (DIN ISO 228/1), ½ NPT, M12 x 1-stekker
1)
2 Schroefdraad G¾ (DIN ISO 228/1), ¾ NPT, M12 x 1-stekker
3 Schroefdraad G1 (DIN ISO 228/1), 1 NPT, ventielstekker ISO 4400
4 Ventielstekker ISO 4400 met snijklemtechniek
5 Ventielstekker ISO 4400 met klapdeksel
6 Schakelpunt
VEGASWING 51, hogetemperatuuruitvoering
M12 x 1
36 mm
(1.41")
46 mm
(1.81")
42 mm
(1.65")
52 mm
(2.05")
27 mm
(1.06")
SW 32 mm
(1.26")
36 mm
(1.42")
28 mm
(1.1")
38 mm
(1.5")
20 mm
(0.79")
10 mm
(0.39")
ø 31,7 mm
(1.25")
ø 17 mm
(0.67")
ø 21,3 mm
(0.84")
G
1
/
2
, R
1
/
2
1
/
2
NPT
G
3
/
4
, R
3
/
4
3
/
4
NPT
G1, R1
1NPT
1 2 3
4
5
79 mm
(3.11")
62 mm
(2.44")
64 mm
(2.52")
67 mm
(2.64")
77 mm
(3.03")
42 mm
(1.65")
11 mm
(0.43")
6
78 mm
(3.07")
39 mm
(1.54")
70 mm
(2.76")
53mm
(2.07")
49,5 mm
(1.95")
Fig. 42: VEGASWING, hogetemperatuuruitvoering, schroefdraadaansluitingen
1 Schroefdraad G½ (DIN ISO 228/1), ½ NPT, M12 x 1-stekker
2 Schroefdraad G¾ (DIN ISO 228/1), ¾ NPT, M12 x 1-stekker
3 Schroefdraad G1 (DIN ISO 228/1), 1 NPT, ventielstekker ISO 4400
4 Ventielstekker ISO 4400 met snijklemtechniek
5 Ventielstekker ISO 4400 met klapdeksel
6 Schakelpunt
VEGASWING 51, levensmiddelenuitvoeringen
M12 x 1
20 mm
(0.79")
10 mm
(0.39")
L1
L2
L3
51 mm
(2.01 ")
51 mm
(2.01 ")
51 mm
(2.01 ")
L4
51 mm
(2.01 ")
5
21 3 4
38 mm
(1.5")
11 mm
(0.43")
ø 21,3 mm
(0.84")
Fig. 43: VEGASWING, levensmiddelenuitvoeringen, hygiënische aanluitingen
1 Clamp, M12 x 1-stekker
2 Melkkoppeling, M12 x 1-stekker
3 SMS 1145, M12 x 1-stekker
4 Aseptische aansluiting met wartelmoer, M12 x 1-stekker
5 Schakelpunt
L1 Lengte bij clamp
Clamp 1": 90 mm (3.54 in)
Clamp 1½": 90 mm (3.54 in)
Clamp 2": 89 mm (3.50 in)
L2 Lengte bij melkkoppeling
DN 25 PN 40: 98 mm (3.86 in)
DN 40 PN 40: 103 mm (4.06 in)
DN 50 PN 25: 104 mm (4.09 in)
L3 Lengte bij SMS
DN 38 PN 6: 94 mm (3.70 in)
L4 Lengte bij aseptische aansluiting
134 mm (5.28 in)
VEGASWING 53, standaarduitvoering, schroefdraadaansluitingen
M12 x 1
36 mm
(1.41")
46 mm
(1.81")
42 mm
(1.65")
52 mm
(2.05")
27 mm
(1.06")
SW 32 mm
(1.26")
36 mm
(1.42")
28 mm
(1.1")
38 mm
(1.5")
20 mm
(0.79")
10 mm
(0.39")
ø 31,7 mm
(1.25")
ø 21,3 mm
(0.84")
ø 21,3 mm
(0.84")
G
3
/
4
, R
3
/
4
3
/
4
NPT
G1, R1
1NPT
1 2
3
4
L
L
46 mm
(1.81")
42 mm
(1.65")
11 mm
(0.43")
5
47 mm
(1.81")
39 mm
(1.54")
70 mm
(2.76")
53mm
(2.07")
49,5 mm
(1.95")
Fig. 44: VEGASWING, standaard uitvoering, schroefdraadaansluiting
1 M12 x 1, schroefdraad G¾ (DIN ISO 228/1), ¾ NPT
2)
2 Ventielstekker ISO 4400, schroefdraad G1 (DIN ISO 228/1), 1 NPT
3 Ventielstekker ISO 4400 met snijklemtechniek
4 Ventielstekker ISO 4400 met klapdeksel
5 Schakelpunt
L Sensorlengte
1)
Houdt er rekening mee, dat de totale lengte door de connector verandert.
2)
Houdt er rekening mee, dat de totale lengte door de connector verandert.
24
Afmetingen
Vibratie
30115-NL-191115
VEGASWING 53, hogetemperatuuruitvoering,
schroefdraadaansluitingen
M12 x 1
36 mm
(1.41")
46 mm
(1.81")
42 mm
(1.65")
52 mm
(2.05")
27 mm
(1.06")
36 mm
(1.42")
28 mm
(1.1")
38 mm
(1.5")
20 mm
(0.79")
10 mm
(0.39")
ø 21,3 mm
(0.84")
G
3
/
4
, R
3
/
4
3
/
4
NPT
G1, R1
1NPT
1 2
3
4
L
L
77 mm
(3.03")
42 mm
(1.65")
11 mm
(0.43")
5
78 mm
(3.07")
SW 32 mm
(1.26")
ø 31,7 mm
(1.25")
39 mm
(1.54")
70 mm
(2.76")
53mm
(2.07")
49,5 mm
(1.95")
Fig. 45: VEGASWING, hogetemperatuuruitvoering, schroefdraadaansluitingen
1 M12 x 1, schroefdraad G¾ (DIN ISO 228/1), ¾ NPT
3)
2 Ventielstekker ISO 4400, schroefdraad G1 (DIN ISO 228/1), 1 NPT
3 Ventielstekker ISO 4400 met snijklemtechniek
4 Ventielstekker ISO 4400 met klapdeksel
5 Schakelpunt
L Sensorlengte
VEGASWING 53, levensmiddelenuitvoeringen, hygiënische
aansluitingen
L1
L2
L3
L5
L5
L5
L4
L5
5
21 3 4
38 mm
(1.5")
11 mm
(0.43")
ø 21,3 mm
(0.84")
36 mm
(1.41")
46 mm
(1.81")
27 mm
(1.06")
36 mm
(1.42")
Fig. 46: VEGASWING, levensmiddelenuitvoeringen, hygiënische aanluitingen
1 Ventielstekker ISO 4400, clamp
2 Ventilstecker ISO 4400, schroefdraadaansluiting
3 Ventielstekker ISO 4400, SMS 1145
4 Ventielstekker ISO 4400, aseptische aansluiting met wartelmoer
5 Schakelpunt
L1 Clamp 1": 90 mm (3.54 in)
Clamp 1½": 90 mm (3.54 in)
Clamp 2": 89 mm (3.50 in)
L2 Schroefdraadaansluiting DN 25 PN 40: 98 mm (3.86 in)
Schroefdraadaansluiting DN 40 PN 40: 103 mm (4.06 in)
Schroefdraadaansluiting DN 50 PN 25: 104 mm (4.09 in)
L3 SMS-aansluiting: 94 mm (3.70 in)
L4 Aseptische aansluiting: 134 mm (5.28 in)
Behuizing VEGASWING 61, 63, 66
32
1
4
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.11")
117 mm (4.61")
M20x1,5/
½ NPT
~ 59 mm
(2.32")
ø 80 mm
(3.15")
112 mm (4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.03")
112 mm (4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 116 mm (4.57")
ø 86 mm (3.39")
116 mm (4.57")
M20x1,5
M20x1,5/
½ NPT
Fig. 47: Behuizingsuitvoeringen voor VEGASWING 61, 63, 66
1 Kunststof behuizing
2 RVS-huis (geëlektropoleerd)
3 RVS-behuizing(jngietstaal)
4 Aluminium behuizing
3)
Houdt er rekening mee, dat de totale lengte door de connector verandert.
25
Afmetingen
Vibratie
30115-NL-191115
Behuizing in beschermingsklasse IP66/IP68 (1 bar)
117 mm
(4.61")
~ 103 mm
(4.06")
ø 77 mm
(3.03")
116 mm
(4.57")
~ 150 mm
(5.91")
ø 84 mm
(3.31")
M20x1,5
M20x1,5
M20x1,5
1
2
Fig. 48: Behuizingsuitvoeringen in beschermingsklasse IP66/IP68 (1 bar) voor
VEGASWING 61, 63, 66
1 RVS-behuizing(jngietstaal)
2 Aluminium behuizing
VEGASWING 61
G
¾
A,
¾
"NPT
G1A, 1"NPT
18,5 mm
(0.73")
32 (G
¾
A,
¾
"NPT)
41 (G1A, 1"NPT)
57 mm
(2.24")
50 mm
(1.97")
ø 33,7 mm
(1.33")
36 mm
(1.42")
19 mm
(0.75")
49 mm
(1.93")
50 mm
(1.97")
53 mm
(2.09")
51 mm
(2.01")
53 mm
(2.09")
55 mm
(2.17")
G¾=66 mm (2.6")
G1=69 mm (2.72")
4 5
6
6
1 2 3
Fig. 49: VEGASWING 61
1 Schroefdraad
2 Clamp
3 Conus DN 25
4 Melkkoppeling DN 40
5 Flens
6 Gasdichte doorvoer
7 Temperatuurtussenstuk
VEGASWING 63
G
3
/
4
A,
3
/
4
"NPT
G1A, 1"NPT
L
L
L
L
L
32 (G
3
/
4
A,
3
/
4
"NPT)
41 (G1A, 1"NPT)
4
5
1
2
3
18,5 mm
(0.73")
57 mm
(2.24")
50 mm
(1.97")
ø 33,7 mm
(1.33")
36 mm
(1.42")
19 mm
(0.75")
50 mm
(1.97")
L
6
ø 21,3 mm
(0.84")
Fig. 50: VEGASWING 63
1 Schroefdraad
2 Clamp
3 Conus DN 25
4 Melkkoppeling DN 40
5 Flens
6 Gasdichte doorvoer
7 Temperatuurtussenstuk
L Sensorlengte, zie hoofdstuk "Type-overzicht"
Temperatuurtussenstuk - VEGASWING 61, 63
ø 34 mm
(1.34")
178 mm
(7.01")
Fig. 51: Temperatuurtussenstuk tot +250 °C (+482 °F) voor VEGASWING 61 en 63
26
Afmetingen
Vibratie
30115-NL-191115
VEGASWING 66
41
ø 28,5 mm
(1.12")
ø 28,5 mm
(1.12")
ø 33,7 mm
(1.33")
G 1, 1 NPT
40 mm
(1.57")
77 mm
(3.03")
320 mm
(12.60")
40 mm
(1.57")
74 mm
(2.91")
323 mm
(12.72")
1
DN50 PN40
Fig. 52: VEGASWING 66 - compacte uitvoering, -196 … +450 °C (-321 … +842 °F)
1 Afdichtvlak
VEGASWING 66
41
ø 33,7 mm
(1.33")
ø 21,3 mm
(0.84")
ø 28,5 mm
(1.12")
G 1, 1 NPT
40 mm
(1.57")
85 mm
(3.35")
ø 28,5 mm
(1.12")
40 mm
(1.57")
85 mm
(3.35")
320 mm
(12.60")
L
L
1
ø 33,7 mm
(1.33")
323 mm
(12.72")
DN50 PN40
Fig. 53: VEGASWING 66 - buisuitvoering, -196 … +450 °C (-321 … +842 °F)
1 Afdichtvlak
L Sensorlengte, zie hoofdstuk "Type-overzicht"
27
Notes
Vibratie
30115-NL-191115
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
30115-NL-191115
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2019
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Vega VEGASWING 61 Productinformatie

Type
Productinformatie
Deze handleiding is ook geschikt voor