Bauknecht GTE 260 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
NL
1. Handgreep
2. Elektronisch bedieningspaneel
3. Veiligheidssluiting (indien aanwezig)
4. Scheider (indien aanwezig)
5. Dop afvoerkanaal voor dooiwater
6. Ventilatierooster van de motorruimte
7. Bovenrand
8. Afdichting
9. Vrieselementen (indien aanwezig)
10. Mandje (indien aanwezig)
1. Digitale temperatuurindicator: geeft de temperatuur
binnenin de vriezer (ononderbroken weergave) of de
ingestelde temperatuur (knipperende weergave) aan.
2. Toets om een lagere temperatuur in te stellen: als u
hierop drukt daalt de temperatuur naar lagere waarden.
3. Toets om een hogere temperatuur in te stellen: als u
hierop drukt stijgt de temperatuur naar hogere waarden
4. Toets “Big load”: als u hierop drukt wordt de
vriesfunctie voor grote hoeveelheden
geactiveerd/gedeactiveerd.
5. Indicatielampje “Big load” (geel): als dit brandt, wil dat
zeggen dat de vriesfunctie grote hoeveelheden geactiveerd
is.
6. Indicatielampje inschakeling “Sensor” (blauw): als dit
brandt, is de functie “Dynamic Intelligence” (zie paragraaf
“Functie Dynamic Intelligence”) ingeschakeld.
7. Resettoets alarm: schakelt het geluidsalarm en de
indicatie voor het black-out-alarm uit (zie de paragraaf
Alarmen”).
8. Indicatielampje alarm (rood): als dit knippert, signaleert
het een alarmsituatie (zie paragraaf “Alarmen”).
INSTALLATIE
Raadpleeg het hoofdstuk “ALVORENS HET
APPARAAT TE GEBRUIKEN”.
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en
het apparaat.
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste
manier geplaatst is (5).
Om de maximale prestaties te
verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen
van de deur van het
apparaat, dient een afstand
van tenminste 7 cm van de
achterwand en 7 cm van de
zijkanten te worden vrijgelaten.
Breng de bijgeleverde accessoires (indien aanwezig) aan.
INGEBRUIKNEMING VAN DE VRIEZER
Steek de stekker in het stopcontact.
Digitale indicator (1) geeft als het product
warm is (binnentemperatuur hoger dan 0°C)
twee streepjes in het midden weer.
Het rode alarmlampje (8) knippert en het
geluidsalarm treedt in werking.
Het indicatielampje “Sensor” (6) brandt.
Druk op de resettoets (7) om het geluidsalarm uit te
schakelen.
Het geluidsalarm wordt uitgeschakeld, terwijl het rode
alarmlampje blijft knipperen.
Als het apparaat een temperatuur van ten minste -12°C
heeft bereikt, stopt het rode lampje (8) met knipperen.
Nu kunt u de levensmiddelen weer in de vriezer plaatsen.
Het indicatielampje “Sensor” (6) blijft aan tot de ingestelde
temperatuur op het display bereikt is.
OPMERKING: de afdichting sluit de vriezer hermetisch af,
dus u kunt de deur van de vriezer niet onmiddellijk na sluiting
weer openen. U moet enkele minuten wachten.
Binnentemperatuurregeling in de vriezer
Het apparaat is gewoonlijk in de fabriek afgesteld om te
werken op de aanbevolen temperatuur van -18°C. De
ingestelde binnentemperatuur kan gewijzigd worden tussen -
17°C en -24°C, en het apparaat kan ingesteld worden op de
ENERGIEBESPARENDE modus (zie de paragraaf “ECO-
instelling”) door als volgt te werk te gaan:
Druk eenmaal op één van de twee toetsen voor de regeling
van de temperatuur (2; 3).
De digitale indicator (l) knippert en geeft de temperatuur
aan die van tevoren is ingesteld
Druk meerdere malen op de toets (3) om de ingestelde
temperatuur op een hogere waarde in te stellen. Bij elke
druk op de toets neemt de waarde met 1°C toe. Tijdens
deze handeling knippert de waarde die op de digitale
indicatie is weergegeven.
GEBRUIKSAANWIJZING
Druk meerdere malen op de toets (2) om de ingestelde
temperatuur op een lagere waarde in te stellen. Bij elke
druk op de toets neemt de waarde met 1°C af. Tijdens
deze handeling knippert de waarde die op de digitale
indicator is weergegeven.
Ongeveer 5 seconden nadat de knop voor het laatst is
ingedrukt wordt de ingestelde temperatuur opgeslagen in
het geheugen. De digitale indicator (1) stopt met knipperen
en geeft opnieuw de binnentemperatuur van het apparaat
weer.
Om, op willekeurig welk moment, te controleren op welke
temperatuur het apparaat is ingesteld, dient u op één van
de twee toetsen voor de temperatuurregeling te drukken.
De ingestelde waarde knippert 5 seconden. waarna
opnieuw de binnentemperatuur van de vriezer wordt
weergegeven.
OPMERKING: Als de stroom uitvalt, blijven de
instellingen hoe dan ook in het geheugen. De tijd die
nodig is om de ingestelde temperatuur ook werkelijk in
de vriezer te bereiken, kan variëren naar gelang de
klimaatomstandigheden en de gekozen instelling; de
temperatuurvariaties worden in ieder geval met een
zekere vertraging weergegeven.
ECO-instelling
De ENERGIEBESPARENDE instelling wordt aanbevolen
wanneer het apparaat slechts gedeeltelijk gevuld wordt, onder
het niveau van de “e” op de afscheider. Het apparaat instellen
op de ENERGIEBESPARENDE werking:
Druk eenmaal op één van de twee toetsen voor de regeling
van de temperatuur (2; 3).
De digitale indicator (1) knippert en geeft de eerder
ingestelde temperatuur weer.
Druk meerdere malen op toets (3) om de ingestelde
temperatuur op een hogere waarde in te stellen tot de EC-
waarde op de digitale indicator is bereikt.
OPMERKING: als u de vriesfunctie voor grote
hoeveelheden inschakelt wanneer het apparaat in de
ECO-modus werkt, wordt deze laatste functie
automatisch uitgeschakeld voor de gehele duur van de
functie.
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het apparaat dat u zojuist gekocht heeft, is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik en voor het gebruik in:
- keukens van werkplekken, winkels en/of kantoren
- op boerderijen
- in hotels, motels, residences, bed & breakfast voor het
gebruik door de verschillende klanten.
Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het
raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te
lezen, hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en
adviezen voor het conserveren van voedingsmiddelen.
Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt
raadplegen.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient
binnen 24 uur vanaf de levering van het product van
eventuele schade op de hoogte te worden gesteld.
2. Het is raadzaam minstens twee uur te wachten alvorens het
apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te
kunnen laten functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting
door een gekwalificeerd technicus worden verricht
overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens het in
gebruik te nemen.
FUNCTIE DYNAMIC INTELLIGENCE
De functie Dynamic Intelligence wordt in de volgende
gevallen automatisch ingeschakeld:
Openen van de deur
De functie treedt in werking bij iedere opening van de deur
die de binnentemperatuur van het apparaat wijzigt, en blijft
actief gedurende de tijd die nodig is om automatisch de
optimale conserveringsomstandigheden te herstellen.
Plaatsen van in te vriezen levensmiddelen
De functie treedt iedere keer dat er voedsel in het apparaat
wordt geplaatst in werking, en blijft actief gedurende de tijd
die nodig is om optimale invriescondities te creëren, waarbij
de juiste balans tussen de kwaliteit van het invriezen en het
energieverbruik wordt gegarandeerd.
OPMERKING: de duur van de functie Dynamic Intelligence
wordt niet alleen op basis van de hoeveelheid in te vriezen
levensmiddelen berekend, maar ook op basis van de
hoeveelheid levensmiddelen die reeds aanwezig is in de
vriezer, en van de buitentemperatuur. Daarom is het normaal
dat significante veranderingen hierin van invloed zijn op het
gedrag van het apparaat.
Toetsenblokkering
Met deze functie kunnen eventuele wijzigingen van de
instellingen, doordat onopzettelijk op de toetsen wordt
gedrukt, voorkomen worden.
Als de functie eenmaal is ingeschakeld en op een toets
wordt gedrukt, wordt de bijbehorende functie niet
geactiveerd.
Om de toetsenblokkering in te schakelen drukt u ongeveer
3 seconden tegelijkertijd op de toetsen (2) en (7), tot het
display het symbool weergeeft, waarna de ingestelde
temperatuur weer verschijnt.
Ga als volgt te werk om het toetsenbord te deblokkeren:
wanneer het symbool op het display verschijnt is de
toetsenblokkering uitgeschakeld.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Gebruik de vriezer alleen voor het bewaren van
diepgevroren levensmiddelen, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te
vriezen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen in:
aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic verpakking,
polyethyleen bakjes met deksel, diepvriesbakken die geschikt
zijn voor invriezen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede
kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoffen, de structuur, de
consistentie, de kleur en de smaak te behouden.
Het verdient de voorkeur vlees en wild vóór het invriezen
voldoende lang te laten besterven.
Warme levensmiddelen altijd laten afkoelen alvorens ze in te
vriezen.
Invriezen van verse levensmiddelen
Controleer of de verticale wanden van de vriezer niet
bedekt zijn met een te dikke laag ijs. In dat geval dient u het
apparaat eerst te ontdooien (zie het hoofdstuk “Het
ontdooien van de vriezer”).
Als u minder dan 10-12 kg levensmiddelen in de vriezer
plaatst, wordt de werking van het apparaat automatisch
geregeld door de functie “Dynamic Intelligence” (zie het
hoofdstuk “De functie Dynamic Intelligence”), en hoeft u
verder niets te doen.
Als u de maximale vriescapaciteit van het apparaat wilt
benutten, dat vermeld staat op het typeplaatje (zie hoofdstuk
“Installatie”), dan moet de snelvriesfunctie 24 uur voordat
het in te vriezen voedsel in het apparaat geplaatst wordt,
worden ingeschakeld.
Om de vriesfunctie voor grote hoeveelheden in te schakelen
drukt u op toets (4). Het gele lampje (5) gaat branden.
Plaats de in te vriezen
levensmiddelen direct tegen de
verticale wanden van de vriezer,
zoals aangegeven op de afbeelding
hiernaast:
A) - in te vriezen levensmiddelen
B) - reeds ingevroren
levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen
levensmiddelen niet direct tegen
de al ingevroren levensmiddelen
aan.
Voor beter en sneller invriezen
raden wij u aan de levensmiddelen in kleine pakjes te
verdelen; dit handigheidje is ook nuttig op het moment van
gebruik van het ingevroren voedsel.
Na het plaatsen van de verse levensmiddelen adviseren wij u
om de deur van de vriezer 24 uur gesloten te houden. Na
afloop van die periode zijn de levensmiddelen ingevroren.
De vriesfunctie voor grote hoeveelheden kan uitgeschakeld
worden door op toets (4) te drukken; als u dit niet doet,
wordt de functie na ongeveer 48 uur automatisch
uitgeschakeld.
GEBRUIKSAANWIJZING
ALARMEN
Temperatuuralarm
Signaleert dat de binnentemperatuur hoger dan -12°C is.
Het geluidsalarm wordt ingeschakeld en het rode lampje (8)
knippert.
Het geluidsalarm kan uitgeschakeld worden door op toets
(7) te drukken.
Het indicatielampje (8) blijft knipperen tot de temperatuur
weer onder de -12°C is gedaald.
Opmerking: In deze omstandigheden treedt de indicator
Sensor automatisch in werking tot de normale
conserveringsomstandigheden hersteld zijn.
Alarm lange black-out
Signaleert dat als gevolg van een black-out van het
elektriciteitsnet de binnentemperatuur waarden heeft
bereikt die hoger zijn dan -8°C.
Het geluidsalarm wordt ingeschakeld, het rode lampje (8)
knippert en de digitale indicator (l) geeft knipperend de
hoogst bereikte temperatuur tijdens de black-out aan. Door
op de toets (7) te drukken; geeft de digitale indicator
opnieuw de huidige binnentemperatuur weer.
Opmerking: In deze omstandigheden treedt de indicator
Sensor automatisch in werking.
Alarm sensor
Signaleert een storing van de temperatuursensor.
Het geluidsalarm wordt ingeschakeld, het rode lampje (8)
knippert en de digitale indicator geeft “SF” weer. In dit
geval dient u zich tot de Klantenservice te wenden.
OPMERKING: het temperatuuralarm kan ook afgaan
nadat u verse levensmiddelen in het apparaat heeft
geplaatst, of nadat de deur wat langer open heeft
gestaan; dit heeft verder geen invloed op de perfecte
conservering van reeds ingevroren levensmiddelen.
Een stroomuitval kan echter leiden tot een gevaarlijke
situatie voor wat betreft de conservering; wij adviseren
u in dat geval de staat van conservering van de
levensmiddelen te controleren.
GEBRUIKSAANWIJZING
VOORZROGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Installatie
Het apparaat moet door twee of meer personen worden
verplaatst en geïnstalleerd.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat om
te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (bijv. parket).
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie de
voedingskabel niet beschadigt.
Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron.
Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven het
apparaat om een goede ventilatie te garanderen en volg
de installatie-instructies.
Houd de ventilatie-openingen van het apparaat vrij van
obstakels.
Beschadig de leidingen van het koelcircuit van het
apparaat niet.
Installeer het apparaat waterpas op een vloer die het
gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor
de afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde
ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten
waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
afhankelijk van de klimaatklasse die op het typeplaatje
staat aangegeven. Het is mogelijk dat het apparaat niet
goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte
wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan
het genoemde bereik.
Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als
het voor korte tijd leeg is.
Gebruik geen andere mechanische systemen of middelen
die het ontdooiproces versnellen dan door de fabrikant
zijn aanbevolen.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Gebruik geen enkele of meervoudige adapters of
verlengsnoeren.
Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding de bij het
nieuwe apparaat geleverde slang en niet die van het vorige
apparaat.
De voedingskabel mag alleen door gekwalificeerd
personeel of door de Klantenservice worden gewijzigd of
vervangen.
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen
worden afgekoppeld door de stekker uit het stopcontact
te trekken of via de tweepolige schakelaar die voor het
stopcontact is geplaatst.
Veiligheid
Plaats geen spuitbussen of houders die drijfgas of
brandbare stoffen bevatten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht
ontvlambare stoffen in de buurt van het apparaat of van
andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen
die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
Gebruik geen andere mechanische, elektrische of
chemische systemen die het ontdooiproces versnellen dan
door de fabrikant zijn aanbevolen.
Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in de vakken
van het apparaat, als hiervoor geen uitdrukkelijke
toestemming door de fabrikant is gegeven.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door
personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte
fysieke, sensorische of verstandelijke vermogens, of
zonder ervaring of kennis van het apparaat, behalve als zij
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat (indien aanwezig)
Indeling van de ingevroren
levensmiddelen
Zet de ingevroren
levensmiddelen in de vriezer en
deel ze in; het is raadzaam om
de invriesdatum op de
verpakking aan te geven, om te
zorgen dat het product tijdig
geconsumeerd zal worden.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
De verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in
beschadigde verpakkingen bedorven kan zijn. Als een pakje
bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het product niet
onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al
gedeeltelijk zijn ontdooid.
Diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in
isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de
vriezer.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De aanwijzingen op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten dienen altijd te worden opgevolgd.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten
onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet opnieuw in,
tenzij het ontdooide levensmiddel gebruikt wordt voor de
bereiding van een gerecht dat gekookt wordt. Nadat het
ontdooide levensmiddel gekookt is, mag het opnieuw worden
ingevroren. Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van de vriezer niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het ingevroren
voedsel aan de rechter- en linkerkant van de vriezer te
plaatsen. Op deze manier kunt u de snelheid waarmee de
temperatuur stijgt beperken.
Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
MAANDEN VOEDSEL
GEBRUIKSAANWIJZING
tijdens het gebruik instructies ontvangen van of begeleid
worden door een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Om het risico op verstikking en opsluiting in de koelkast
te vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan in
het apparaat te spelen of zich erin te verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in
(bij enkele modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze vrieswonden
kunnen veroorzaken.
Gebruik
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak; deze kunnen
barsten.
Open de deur van het apparaat zo weinig mogelijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld,
indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen.
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op
de wanden 5-6 mm dik is geworden.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Haal de levensmiddelen uit het
apparaat, wikkel ze strak tegen
elkaar in kranten en berg ze op
op een koele plaats of in een
isolerende tas.
Laat de deur van het apparaat
openstaan.
Verwijder de binnendop van het
afvoerkanaal (indien aanwezig).
Verwijder de buitendop van het
afvoerkanaal (indien aanwezig) en
plaats hem zoals aangegeven op de afbeelding.
Zet een bak onder het afvoerkanaal om het restwater op
te vangen. Gebruik, indien aanwezig, de afscheiding.
U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het
ijs op de wanden van het apparaat los te maken.
Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak
te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
Droog de binnenkant van het apparaat zorgvuldig.
Zet na afloop van het ontdooien de dop weer op zijn
plaats.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs dat zich op de bovenste randen gevormd
heeft (zie Storingen opsporen).
• Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
• Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien aanwezig).
• Verwijder het stof van de condensator aan de achterkant van
het apparaat.
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik
geen schuurmiddelen of schuursponsjes noch
vlekkenmiddelen (bijv. aceton, trichloorethyleen) om het
apparaat te reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om de reinigings- en onderhoudshandelingen
minstens eenmaal per jaar uit te voeren.
VERVANGEN VAN HET LAMPJE VAN DE DEUREN
Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijder het melkglazen kapje aan de hand van de aanwijzingen van de afbeelding en in de aangegeven
volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen
Breng het melkglazen kapje weer aan en steek de stekker weer in het stopcontact.
STORINGEN OPSPOREN
1. Het rode controlelampje knippert.
Controleer of de deur gesloten is of dat deze niet lange tijd
opengestaan heeft.
Controleer of er niet kort geleden verse levensmiddelen in
het apparaat geplaatst zijn.
Controleer of de verse levensmiddelen op de juiste manier
geplaatst zijn (zie het hoofdstuk “Het invriezen van
levensmiddelen”).
Controleer of het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron staat.
Controleer of het ventilatierooster en de condensator
schoon zijn.
2. Het geluidsalarm klinkt.
Zie het hoofdstuk “Richtlijnen voor de functionering”,
paragraaf “Alarmen”.
3. Het display is uit, het binnenlampje gaat niet aan en
de compressor werkt niet (apparaat is warm).
Controleer of er een black-out is.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact is
gestoken.
Controleer, nadat u de stekker uit het stopcontact heeft
gehaald, of de elektrische kabel intact is.
4. Het display is uit, het binnenlampje gaat aan en de
compressor werkt onafgebroken.
Neem contact op met de Technische dienst.
GEBRUIKSAANWIJZING
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak is
verholpen. Als dit niet het geval is, schakel het apparaat dan
opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE
op het typeplaatje op de achterkant van het apparaat)
uw volledige adres,
uw telefoonnummer.
5. Door op een toets te drukken wordt de bijbehorende
functie niet geactiveerd.
Controleer of de functie toetsenblokkering niet is
ingeschakeld (zie hoofdstuk “Toetsenblokkering”).
6. Het apparaat maakt te veel lawaai.
Controleer of het apparaat horizontaal staat.
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is, uit de
buurt van warmtebronnen (zie het hoofdstuk “Installatie”).
7. De compressor werkt onafgebroken.
Controleer of de vriesfunctie voor grote hoeveelheden is
ingeschakeld.
Controleer of er kort geleden verse levensmiddelen in het
apparaat gezet zijn.
Controleer of de deur gesloten is of dat deze niet lange tijd
opengestaan heeft.
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is, uit de
buurt van warmtebronnen (zie het hoofdstuk “Installatie”).
8. Er vormt zich erg veel ijs op de bovenrand.
Controleer of de doppen voor de afvoer van dooiwater
goed op hun plaats zitten.
Controleer of de deur gesloten is of dat deze niet lange tijd
opengestaan heeft.
Controleer of de afdichting van de deur niet vervormd is.
Controleer of u de vier beschermdelen van de deur heeft
verwijderd (zie het hoofdstuk “Installatie”).
9. Er vormt zich condens aan de buitenkant van de
vriezer.
Condensvorming is normaal onder bepaalde klimatologische
omstandigheden (luchtvochtigheid hoger dan 85%) of als het
apparaat geïnstalleerd is in vochtige en slecht geventileerde
ruimtes. Dit heeft echter geen negatieve invloed op de
prestaties van het apparaat.
10. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
Dit is normaal.
MILIEUTIPS
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt
het recyclingsymbool . Voor de verwerking moeten de
plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.)
moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden,
omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden
gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte
elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor
te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het
milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de bijbehorende
documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het
worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de
deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke
voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een
speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet onbewaakt
achter, ook niet voor slechts een paar dagen, aangezien het
voor kinderen een bron van gevaar kan opleveren. Voor
nadere informatie over de behandeling, terugwinning en
recycling van dit product wordt u verzocht contact op te
nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw
afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft
aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a
(HFC) of R600a (HC), zie serienummerplaatje in het apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een
natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te
controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd
zijn. Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas bevatten
dat onder het Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een
hermetisch verzegeld systeem. Koelgas: R134a heeft een
globaal verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming
met de Verordening (EG) nr. 1935/2004.
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- veiligheidsvoorschriften van de “Laagspanningsrichtlijn
2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd
wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt
werkende installatie is aangesloten, die volgens
de wettelijke voorschriften is geaard.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Bauknecht GTE 260 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor