Zanussi ZQF6114A Handleiding

Type
Handleiding
28 Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
Plaats nooit elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in de kast.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten
behoeve van de installatie van dit apparaat, mag
uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden. Het betreffende stopcontact
dient, ook na eventuele onder- of inbouw,
gemakkelijk bereikbaar te zijn. Werkzaamheden
die door personen zonder de noodzakelijke kennis
uitgevoerd worden, kunnen schade of letsel tot
gevolg hebben.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door een erkend servicecentrum en laat
geen andere dan originele onderdelen plaatsen.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door door het bedrijf
aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te
worden.
• Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd worden,
kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg het
plaatselijke servicecentrum en vraag altijd om
originele reserveonderdelen.
Gebruik
• Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproducten
mogen, om gezondheidsredenen, niet wederom
ingevroren worden.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en
Aanwijzing voor het gebruik van het instructieboekje
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden wordt de aandacht
gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het
apparaat.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch gebruik van het
apparaat.
Tips en aanwijzingen voor een economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Het is uiterst belangrijk dat de bij het apparaat
behorende gebruiksaanwijzing bewaard blijft.
Zou het apparaat door u aan iemand anders
gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat
in het huis van waaruit u verhuist achterblijven,
dan dient de nieuwe gebruik(st)er over de
gebruiksaanwijzing en de daarin opgenomen
waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud
model met haak- of veersluiting opgesteld wordt,
dan is het raadzaam de sluiting van het oude
apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te
maken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
Veiligheid
Algemene veiligheid
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak-
werkzaamheden of het verwisselen van het,
eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint
altijd de stekker uit het stopcontact.
• Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees
voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton
enzovoorts.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke, kan
verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben;
wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische
schok bloot kunnen staan.
29
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Gebruik Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Bedieningspaneel / In bedrijf stellen / Instellen van de temperatuur / Snelvriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Controlelampje «te warm» / Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Interieur / Tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Onderhoud Ontdooien / Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Storingen / Klantenservice / Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Installatie Plaats van opstelling / Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Inbouw onder een werkblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Voorbereiding van het ventilatierooster / Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Montage van het sokkelpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Wijzigen van de deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Garantievoorwaarden (NL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
Reparatievoorwaarden (NL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Inhoud
schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of
ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en bederf
van de levensmiddelen veroorzaakt.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
• Nooit metalen voorwerpen gebruiken om het
apparaat schoon te maken; dit zou het apparaat
kunnen beschadigen.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing
van de inhoud exploderen.
Installatie
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of
beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand
en/of een elektrische schok veroorzaken.
Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u
verbrandingsletsel door aanraking van hete tot
zeer hete delen.
Veiligheid van kinderen
• Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen
voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar
maken. Stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer doorknippen, eventueel aanwezige
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken.
Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen
in het apparaat opgesloten raken
(verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke
situaties terecht komen.
Milieubescherming
Belangrijk: Dit apparaat bevat, zowel in het
koelcircuit als in de isolatie, geen
ozononvriendelijke stoffen. Het apparaat mag
niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten
weggegooid worden. Afgedankte koel- en
vriesapparaten moeten volgens de plaatselijke
regelingen op deskundige wijze verwerkt
worden. Informeer bij uw gemeente naar de
mogelijkheden in uw woonplaats. Voorkom dat
het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan de
achterkant in de buurt van de warmtewisselaar.
30
Dit apparaat is voorzien van het 4-sterren symbool dat wil zeggen dat het bedoeld is voor zowel het
bewaren van diepvriesartikelen als voor het zelf invriezen van verse levensmiddelen. Voor het veilig bewaren
van diepvriesartikelen dient de inwendige temperatuur niet warmer dan -18°C te zijn.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van het symbool zijn geschikt voor recycling.
>PE<=polyethyleen
>PS<=schuimpolystyrol
>PP<=polypropyleen
Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu!
Weggooien van oude apparaten
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag
worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van
dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de
verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Voor ingebruikname
Wacht, na het plaatsen van het apparaat, ten
minste twee uuren alvorens de stekker in het
stopcontact te steken. Daarmee geeft u de olie
de gelegenheid in de compressor terug te
vloeien.
• Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische
geur van een nieuw apparaat weg te nemen.
Droog vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen, waarmee u de
afwerkingen van het apparaat zou kunnen
beschadigen.
Het apparaat en onderdelen van het interieur zijn
voor het transport beschermd.
Plakband links en rechts aan de buitenkant van de
deur verwijderen. Alle plakband en bekledingsdelen
uit het interieur verwijderen.
Gebruik
31
In bedrijf stellen
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop (2) rechtsom uit de «O»
(STOP) stand er is gedurende slechts 2 sec. een
geluidssignaal te horen.
Het groene lampje (1) gaat branden. Het apparaat is
ingeschakeld. Het rode lampje (5) knippert en het
geluidssignaal gaat af. Reset het geluidssignaal door
op knop (4) te drukken. Het rode lampje knippert
voortdurend. Schakel de snelvriesknop (4) nogmaals
in. Het gele controlelampje (3) gaat branden.
• Pas als het rode lampje (5) niet meer brandt,
schakelt u de snelvriesschakelaar uit, het gele
lampje (3) gaat uit, het akoestische signaal is weer
geactiveerd.
De werking van de kast kan geheel gestopt worden
door de knop in de stand «O» te draaien er is
gedurende slechts 2 sec. een geluidssignaal te horen.
Instellen van de temperatuur
Bij gebruik onder abnormale omstandigheden kan
het gewenst zijn de thermostaatknop kouder in te
stellen. Draai hiertoe de knop naar een hoger cijfer.
Omgekeerd kan, in veel gunstiger
omstandigheden, de inwendige temperatuur
kouder dan nodig zijn. Draai de knop dan naar een
lager cijfer.
Indien het apparaat voor de eerste keer in gebruik
genomen wordt, adviseren wij om de
thermostaatknop (2) in het midden, tussen «1» en
«6» te draaien. Met de knop op deze stand wordt
de inwendige temperatuur automatisch en
voortdurend op een voldoende laag niveau
gehouden, waarbij veilig bewaren gegarandeerd
wordt.
Voor het veilig bewaren van diepvries- en bevroren
producten dient de interne temperatuur van de
diepvriezer tenminste -18° te zijn.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er
rekening mee te houden dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
Bedieningspaneel
1
Groen controlelampje «in bedrijf»
2
Thermostaat
3
Geel controlelampje voor snelvriezen
4
Snelvriesschakelaar
5
Rood alarmlampje (“te warm”)
Snelvriezen
Schakelaar (4) indrukken. Het lampje (3) licht op.
Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt gestopt,
schakelt het apparaat deze functie na 52 uur uit. Het gele
lampje gaat uit.
U kunt de snelvriesfunctie altijd zelf beëindigen door
opnieuw op de toets (4) te drukken.
Controlelampje «te warm»
Indien het controlelampje (5) oplicht, dan wordt
hierdoor aangegeven dat de inwendige temperatuur
onveilig voor het bewaren van diepvriesartikelen
geworden is (-12°C). Bij de eerste ingebruikname, of
na een schoonmaakbeurt, licht het controlelampje op
totdat de inwendige temperatuur het veilige niveau
bereikt heeft.
Diepvrieskalender
De symbolen geven de diverse soorten
diepvriesproducten aan.
De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct
de bewaartijd in maanden aan. Of de hoogste of de
laagste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt,
hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en
de behandeling voorafgaand aan het invriezen.
de kamertemperatuur;
de frequentie waarmee de deuren geopend
worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de
middenstand te draaien.
5
4
3
1
2
6
32
Binnenthermometer
De thermometer informeert u over de temperatuur in
de vriezer.
De thermometer kan een warmere temperatuur dan
-18°C aanwijzen als u, bijvoorbeeld, veel in te
vriezen levensmiddelen tegelijk in de vriezer plaatst
of de deur regelmatig te lang open staat.
Blauw: -18°C ÷ -30°C
Beige: warmer dan -18°C
Rood: alarm, warmer dan -9°C.
Interieur
IJslaatjes
Met het apparaat zijn ijslaatjes meegeleverd.
De ijslaatjes zijn bedoeld voor het maken van
ijsblokjes. Vul ze met drinkwater. Maak de onderkant
goed droog, anders vriezen de laatjes vast aan
datgene waar u ze bovenop zet.
Laden
De stabiele laden kunnen niet kiepen en zijn
voorzien van een eindstop.
Daardoor kunt u diepvriesproducten makkelijk en
veilig rangschikken en uitnemen.
Voor het uitnemen van de lade deze tot de eindstop
naar buiten trekken, optillen en naar voren uitnemen
(zie tekening).
PR001c
°
C
Tips
Energie besparen
Het apparaat niet in de buurt van kachels,
verwarmingselementen of andere warmtebronnen
plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur
werkt de compressor vaker en langer. Zie
hoofdstuk “Plaats van opstelling”.
Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten.
Warme spijzen eerst laten afkoelen.
De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de
koelruimte leggen. De koude in de
diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de
koelruimte gebruikt.
Invriezen en bewaren
Indien het invriezen van verse levensmiddelen
direct na de eerste ingebruikname of na een
schoonmaakbeurt gaat plaatsvinden, zet dan de
snelvriesschakelaar in de invries-stand en laat de
vriezer tenminste 3 uur leeg vriezen.
Is de vriezer reeds in gebruik, zet dan de
schakelaar de avond tevoren in de invries-stand.
Voor het invriezen van zeer kleine hoeveelheden,
zoals enige restanten van een maaltijd of een
enkel vers brood, is het niet nodig om de
diepvriezer naar de invries-stand om te schakelen.
Voor het in-één-keer invriezen van de maximaal
toegestane hoeveelheid, verdient het aanbeveling
om de schakelaar 24 uur van te voren op de
invries-stand te zetten. Met name voor de
maximaal toegestane hoeveelheid wordt het
invriesproces na 24 uur geacht beëindigd te zijn.
Schakel daarna terug op de bewaarstand.
Indien direct na de eerste ingebruikname gekochte
diepvriesartikelen in de vriezer geplaatst gaan
worden, zet dan de snelvriesschakelaar in de
invries-stand en laat de vriezer tenminste 2 uur
leeg vriezen. Is de vriezer reeds in gebruik, dan is
deze handeling niet nodig.
Plaats na 2 uur de diepvriesartikelen in de vriezer
en zet de schakelaar in de stand voor bewaren.
De in te vriezen levensmiddelen in de twee
bovenste laden van het apparaat plaatsen; voor
het invriezen van heel kleine hoeveelheden altijd
de bovenste lade gebruiken.
De maximaal toegestane hoeveelheid vindt u op
het typeplaatje (links onderin de kast) in
kilogrammen per 24 uur (...kg/24h).
Verdeel de levensmiddelen van te voren in
handzame porties. Dat heeft twee voordelen: ze
vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts
zoveel te ontdooien als op dat moment nodig is.
Open, tijdens het invriezen, de deur zo weinig en
zo kort mogelijk.
Verpak de levensmiddelen in aluminium-of
kunststoffolie of speciale diepvriesdozen, zoals een
en ander in de handel, speciaal voor het invriezen,
verkrijgbaar is.
• Zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren producten;
de temperatuur van deze laatste zou daardoor
kunnen stijgen.
Vermijd rechtstreekse consumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen
verbranden.
Schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt controleren.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak; de blikjes of flessen
zouden kunnen ontploffen.
Onthoud dat reeds ontdooide levensmiddelen niet
wederom ingevroren mogen worden.
Onderhoud
Neem voor iedere handeling altijd eerst de
stekker uit het stopcontact.
Belangrijk
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het
koelcircuit; onderhoud en bijvulling dient
daarom uitsluitend door door de fabrikant
bevoegd personeel uitgevoerd te worden.
Ontdooien
Na verloop van tijd ontstaat op de binnenwanden
een rijplaag. De rijplaag stoort de werking niet,
maar kan wel hinderlijk in het gebruik van de
binnenruimte worden.
Gebruik voor het verwijderen de meegeleverde
kunststof schraper.
Het is niet nodig voor het verwijderen van rijp de
vriezer uit te schakelen.
Wanneer zich een dikke laag ijs heeft gevormd,
dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga dan als volgt te werk:
Verwijder nog resterende pakketten uit de vriezer,
verpak ze in oude kranten en leg ze zolang op een
koele plaats; eventueel in een kartonnen doos met
een wollen deken er omheen.
Neem de stekker uit het stopcontact of draai de
thermostaatknop in de «O» -stand.
Alle laden, behalve de onderste, er uit halen. De
onderste lade dient als praktische
dooiwateropvang.
Bedenk dat, in verband met uw vloerbedekking,
mogelijk wat dooiwater van de deur kan lopen.
• Maak, nadat de kast geheel ontdooid is, de
binnenwanden en de binnendeur schoon en zeem
ze goed droog.
Steek de stekker in het stopcontact of draai de
thermostaatknop in de gewenste stand, zet de
snelvriesschakelaar in de invries-stand en laat de
vriezer tenminste 2 uur leeg vriezen. Zet daarna de
schakelaar terug in de stand voor bewaren en plaats
de tijdelijk verwijderde pakketten terug in de vriezer.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp
nooit metalen voorwerpen; u zou uw
vrieskast kunnen beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken
om het ontdooiproces te versnellen die niet
door de fabrikant zijn aangegeven.
Schoonmaken
Geen schurende schoonmaakmiddelen
gebruiken.
Nooit metalen voorwerpen gebruiken om
het apparaat schoon te maken; dit zou het
apparaat kunnen beschadigen.
Naar behoefte kunt u de buitenkant van de kast
lappen met lauwwarm water en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel, daarna afnemen met
schoon water.
Het verdient aanbeveling de buitenkant af en toe in
de witte (auto-) was te zetten.
Het apparaat is zo gebouwd dat u de achterzijde bij
de muur kunt reinigen, eventueel met een borstel of
stofzuiger met borstel.
Stof belemmert de warmte-afgifte en verhoogt
zodoende het energieverbruik.
1. De sokkel (1) verwijderen.
2. Het ventilatierooster (2) demonteren.
3. De verdamperbak (3) voorzichtig verwijderen.
33
S.I.013
3
21
34
Tijdelijk buiten gebruik stellen
Trek de stekker uit het stopcontact, verwijder dan
alle resterende levensmiddelen en maak de
binnenkant goed schoon (zie “Voor
ingebruikname”).
Laat de deur op een kier staan.
Storing Oplossing
Temperatuur in het apparaat is te hoog
Apparaat koelt te sterk.
Het koelaggregaat werkt continu
Geluiden
Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk “Instellen van de temperatuur”.
Plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Omgevingstemperatuur te hoog.
Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk “Instellen van de temperatur”.
Draai de thermostaatknop naar een lager cijfer.
Omgevingstemperatuur te hoog.
In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
Geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten.
Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, hoort u een gebubbel of
gegorgel.
Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem. Elke keer als de compressor in- of
uitgeschakeld wordt, hoort u een klik.
Storingen
Indien de koelkast niet functioneert, controleer dan onderstaande punten, voordat u contact opneemt met onze
service-afdeling:
Klantenservice
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
raadpleeg dan onze service-afdeling.
Vermeld de volgende gegevens van het apparaat:
Modelnaam
Productnummer (PNC)
Productienummer (S-No.)
Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op
het typeplaatje dat zich linksonder aan de
binnenzijde van het apparaat bevindt.
Aanbevolen wordt deze gegevens hier in te vullen
om ze snel bij de hand te hebben.
Technische gegevens
Het typeplaatje met de technische gegevens vindt u aan de linker binnenzijde van het apparaat.
Belangrijk
Open de deur niet tijdens stroomuitval. Wij adviseren u om na een lange stroomuitval de
diepvriesproducten in korte tijd te consumeren (een temperatuurstijging verkort de
houdbaarheidsduur van de producten). De normale houdbaarheid wordt niet aangetast indien de
stroomuitval kort was (minder dan 20 uur) en de vriezer vol is.
35
Installatie
Bij het transport en het opstellen van het
apparaat erop letten dat geen onderdelen van
het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
Tijdens normaal gebruik worden de condensor en
de compressor die zich op de achterkant van het
apparaat bevinden, warm. Om veiligheidsredenen
moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in
de speciale afbeelding. Zie hoofdstuk “Plaats van
opstelling”.
Belangrijk: De netaansluiting mag alleen door
gekwalificeerd personeel verwisseld worden. Wend
u in geval van reparaties tot onze service-afdeling.
Plaats van opstelling
Controleer het koelapparaat op transportschade.
Plaats het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen: centrale verwarming, kachels,
felle zonnestralen enz.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een
centrale verwarming of een gasfornuis.
Zie voor deurdraairichting en inbouw de
betreffende aanwijzingen.
De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich
rechts aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke
omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse
behoort:
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden met
de omgevingstemperatuur voor dit type product maar
tevens met de volgende aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangeduide
minimum waarde daalt, wordt de
conserveringstemperatuur in het vriesvak niet meer
gegarandeerd; u kunt de bewaarde levensmiddelen
dan het beste zo snel mogelijk nuttigen.
Klimaatklasse
SN +10 tot +32°C
+16 tot +32°C
+18 tot +38°C
+18 tot +43°C
N
ST
T
voor een
omgevingstemperatuur van
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrequentie, die op het typeplaatje in de kast staan
aangegeven, overeenkomen met de netspanning en
de netfrequentie in uw woning.
Een afwijking op de netspanning tot plus of minus
6% is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken.
De stekker mag alleen geplaatst worden in
een geaard stopcontact.
De kast is daarom voorzien van een speciaal
drieaderig snoer, geschikt voor een geaard
stopcontact. Mocht het stopcontact in uw
woning niet geaard zijn, dan dient een erkend
installateur het apparaat volgens de geldende
normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73
(Laagspanning) en opeenvolgende
wijzigingen;
- 87/308 EG-richtlijn van 2.6.87 met betrekking
tot de radio-ontstoring;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en
opeenvolgende wijzigingen.
Attentie
Het apparaat moet
van de stroomvoorziening
afgesloten kunnen worden; de stekker moet
dus ook na de installatie bereikbaar blijven.
36
1xA
2xD
1xB
2xC
2xL
2xE
18xI
2xF
2xG
1xK
1
1. Meegeleverde montage-onderdelen.
2. De bijgeleverde hoeken (D) aan de kast
bevestigen (zie afb.).
Lato sinistro Lato destro
2
Inbouw onder een werkblad
Voorbereiding van het
ventilatierooster
Neem het rooster uit de onderste verpakkingsschaal.
Deuropening links:
- Het linker paneel (A) van het rooster vanaf de
achterzijde afsnijden.
Deuropening rechts:
- Het rechter paneel (B) van het rooster vanaf de
achterzijde afsnijden.
Om het rooster op het apparaat te plaatsen, drukt u
het op de haken (a) tot het vastklikt.
Het rooster met de montagehaken in de nis
bevestigen, daarna het rooster monteren.
DO002/2
A
B
DO001
a
a
Inbouw
Nismaten
De afmetingen van de nis moeten overeenkomen
met de afmetingen uit de tekening.
DO013
600
550
min.
600
596
555
max
+
-
3
+
-
E
b)
3. Apparaat naar binnen schuiven. Het stopcontact
met randaarde dat het apparaat voor aansluiting
nodig heeft, moet zodanig geïnstalleerd zijn dat
het niet door het apparaat wordt bedekt.
Het apparaat is voorzien van verstelbare voeten; u
brengt het apparaat op de gewenste hoogte (max.
890 mm) door de voeten in de vier onderhoeken te
verstellen.
4. Voegafdekprofiel (B) op het apparaat plakken (zie
afb.).
B
4
1
5
I
5. Apparaat vastschroeven.
6. Meubeldeur monteren.
a
b
10
1
2
3
4
C
6
7
37
39
7. Afdekking (A) aanbrengen.
14
A
90°
115°
L
L
15
Montage van het sokkelpaneel
Belangrijk
Het originele ventilatie-rooster dient
gebruikt te worden opdat de functionaliteit
van het apparaat niet belemmerd wordt.
Bij een binnenwerkse inbouwhoogte maat A=820
mm en een sokkelpaneelhoogte maat a=100 mm
kan het sokkelpaneel ongewijzigd worden
gemonteerd. Dat is ook zo bij een binnenwerkse
inbouwhoogte maat B=890 mm en een
sokkelpaneelhoogte maat b=170 mm.
Bij sokkelpaneelhoogten boven a=100 mm, b=170
mm, moet het sokkelpaneel centrisch 580 mm
breed op een resterende hoogte van a=100 mm,
b=170 mm worden uitgesneden.
Het sokkelpaneel aan het keukenblok bevestigen.
Belangrijk
Het sokkelpaneel moet op een afstand van
tenminste 25 mm van de deur geplaatst
worden.
DO008
580
a = 100
b = 150
25 - 80
A = 820
B = 870
25
40
Wijzigen van de deurdraairichting
Voor het wijzigen van de deurdraairichting als volgt te werk gaan:
Attentie!
Bij een lage omgevingstemperatuur (bijv. in de
winter) kan het voorkomen dat de
deurafdichting niet perfect aan de kast hecht.
De afdichting wordt na een bepaalde tijd
vanzelf in vorm getrokken. Als u dit proces wilt
bespoedigen, is het voldoende om de
afdichting m.b.v. een haardroger te
verwarmen.
10
11
9
12
13
6
6
3
6
8
7
2
1
2
3
4
5
6
6
1
GARANTIEVOORWAARDEN (NL)
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een
defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur
van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit
voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die zich
openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee
gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn
van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect
optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt
indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij
ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber,
die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid
van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan,
niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks-
of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet
bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn
en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze
servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en
uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening
gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten
disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn
tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten
voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk
anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product
naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden
(o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het
buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke
of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Service-informatielijn tel. (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
www.zanussi.nl
42
REPARATIEVOORWAARDEN
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden
medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven
werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van
de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken
van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de
technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel worden
teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de
kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel
van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote bedrag
kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument
plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende
staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de technicus met de
consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak
voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat,
omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving
van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct
contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal
3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de
uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de
reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de
technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw
optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw
uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk
toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder
garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan de
veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij
het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden
uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften
gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.

Documenttranscriptie

Aanwijzing voor het gebruik van het instructieboekje Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch gebruik van het apparaat. Tips en aanwijzingen voor een economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat. Veiligheid Het is uiterst belangrijk dat de bij het apparaat behorende gebruiksaanwijzing bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over de gebruiksaanwijzing en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. Algemene veiligheid • Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen. • Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaakwerkzaamheden of het verwisselen van het, eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint altijd de stekker uit het stopcontact. • Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees voorzichtig bij het tillen. • Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat, zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton enzovoorts. • Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke, kan verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben; wacht even. AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische schok bloot kunnen staan. 28 • Plaats nooit elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in de kast. Onderhoud / Reparatie • Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Het betreffende stopcontact dient, ook na eventuele onder- of inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn. Werkzaamheden die door personen zonder de noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen schade of letsel tot gevolg hebben. • Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden uitvoeren door een erkend servicecentrum en laat geen andere dan originele onderdelen plaatsen. • Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te worden. • Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg het plaatselijke servicecentrum en vraag altijd om originele reserveonderdelen. Gebruik • Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of invriezen van eet- of drinkbare producten. • Volg de raadgevingen van de fabrikant op met betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproducten mogen, om gezondheidsredenen, niet wederom ingevroren worden. • De vriezende binnenwanden of -vlakken in het apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een onherstelbare schade aan het apparaat en bederf van de levensmiddelen veroorzaakt. • Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven. • Nooit metalen voorwerpen gebruiken om het apparaat schoon te maken; dit zou het apparaat kunnen beschadigen. • Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing van de inhoud exploderen. Installatie • Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. - Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. • Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. - Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. • Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. - Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. • Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u verbrandingsletsel door aanraking van hete tot zeer hete delen. Veiligheid van kinderen • Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken. • Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventueel aanwezige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen. Milieubescherming • Belangrijk: Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Afgedankte koel- en vriesapparaten moeten volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Voorkom dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan de achterkant in de buurt van de warmtewisselaar. Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Gebruik Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Bedieningspaneel / In bedrijf stellen / Instellen van de temperatuur / Snelvriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Controlelampje «te warm» / Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 Interieur / Tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Onderhoud Ontdooien / Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Storingen / Klantenservice / Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Installatie Plaats van opstelling / Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Inbouw onder een werkblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Voorbereiding van het ventilatierooster / Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Montage van het sokkelpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Wijzigen van de deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 Garantievoorwaarden (NL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 Reparatievoorwaarden (NL) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 29 Weggooien Informatie over de verpakking van het apparaat • De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van het symbool >PE<=polyethyleen >PS<=schuimpolystyrol >PP<=polypropyleen Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu! zijn geschikt voor recycling. Weggooien van oude apparaten Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Gebruik Dit apparaat is voorzien van het 4-sterren symbool dat wil zeggen dat het bedoeld is voor zowel het bewaren van diepvriesartikelen als voor het zelf invriezen van verse levensmiddelen. Voor het veilig bewaren van diepvriesartikelen dient de inwendige temperatuur niet warmer dan -18°C te zijn. Voor ingebruikname Wacht, na het plaatsen van het apparaat, ten minste twee uuren alvorens de stekker in het stopcontact te steken. Daarmee geeft u de olie de gelegenheid in de compressor terug te vloeien. • Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de binnenkant met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog vervolgens de wanden goed af. 30 Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen, waarmee u de afwerkingen van het apparaat zou kunnen beschadigen. Het apparaat en onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur verwijderen. Alle plakband en bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. Bedieningspaneel 1 2 6 5 4 3 ➀ ➁ 1 2 3 Groen controlelampje «in bedrijf» Thermostaat Geel controlelampje voor snelvriezen In bedrijf stellen • Steek de stekker in het stopcontact. • Draai de thermostaatknop (2) rechtsom uit de «O» (STOP) stand er is gedurende slechts 2 sec. een geluidssignaal te horen. • Het groene lampje (1) gaat branden. Het apparaat is ingeschakeld. Het rode lampje (5) knippert en het geluidssignaal gaat af. Reset het geluidssignaal door op knop (4) te drukken. Het rode lampje knippert voortdurend. Schakel de snelvriesknop (4) nogmaals in. Het gele controlelampje (3) gaat branden. • Pas als het rode lampje (5) niet meer brandt, schakelt u de snelvriesschakelaar uit, het gele lampje (3) gaat uit, het akoestische signaal is weer geactiveerd. • De werking van de kast kan geheel gestopt worden door de knop in de stand «O» te draaien er is gedurende slechts 2 sec. een geluidssignaal te horen. Instellen van de temperatuur • Bij gebruik onder abnormale omstandigheden kan het gewenst zijn de thermostaatknop kouder in te stellen. Draai hiertoe de knop naar een hoger cijfer. Omgekeerd kan, in veel gunstiger omstandigheden, de inwendige temperatuur kouder dan nodig zijn. Draai de knop dan naar een lager cijfer. • Indien het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt, adviseren wij om de thermostaatknop (2) in het midden, tussen «1» en «6» te draaien. Met de knop op deze stand wordt de inwendige temperatuur automatisch en voortdurend op een voldoende laag niveau gehouden, waarbij veilig bewaren gegarandeerd wordt. • Voor het veilig bewaren van diepvries- en bevroren producten dient de interne temperatuur van de diepvriezer tenminste -18° te zijn. • Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: ➂ ➃ ➄ 4 5 Snelvriesschakelaar Rood alarmlampje (“te warm”) • de kamertemperatuur; • de frequentie waarmee de deuren geopend worden; • de hoeveelheid levensmiddelen in de kast; • de plaats van het apparaat. Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de middenstand te draaien. Snelvriezen Schakelaar (4) indrukken. Het lampje (3) licht op. Als de snelvriesfunctie niet handmatig wordt gestopt, schakelt het apparaat deze functie na 52 uur uit. Het gele lampje gaat uit. U kunt de snelvriesfunctie altijd zelf beëindigen door opnieuw op de toets (4) te drukken. Controlelampje «te warm» Indien het controlelampje (5) oplicht, dan wordt hierdoor aangegeven dat de inwendige temperatuur onveilig voor het bewaren van diepvriesartikelen geworden is (-12°C). Bij de eerste ingebruikname, of na een schoonmaakbeurt, licht het controlelampje op totdat de inwendige temperatuur het veilige niveau bereikt heeft. Diepvrieskalender De symbolen geven diepvriesproducten aan. de diverse soorten De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. 31 Interieur IJslaatjes Met het apparaat zijn ijslaatjes meegeleverd. De ijslaatjes zijn bedoeld voor het maken van ijsblokjes. Vul ze met drinkwater. Maak de onderkant goed droog, anders vriezen de laatjes vast aan datgene waar u ze bovenop zet. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruimte gebruikt. Laden De stabiele laden kunnen niet kiepen en zijn voorzien van een eindstop. Daardoor kunt u diepvriesproducten makkelijk en veilig rangschikken en uitnemen. Voor het uitnemen van de lade deze tot de eindstop naar buiten trekken, optillen en naar voren uitnemen (zie tekening). PR001c Binnenthermometer De thermometer informeert u over de temperatuur in de vriezer. De thermometer kan een warmere temperatuur dan -18°C aanwijzen als u, bijvoorbeeld, veel in te vriezen levensmiddelen tegelijk in de vriezer plaatst of de deur regelmatig te lang open staat. °C Blauw: -18°C ÷ -30°C Beige: warmer dan -18°C Rood: alarm, warmer dan -9°C. Tips Energie besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer. Zie hoofdstuk “Plaats van opstelling”. 32 Invriezen en bewaren • Indien het invriezen van verse levensmiddelen direct na de eerste ingebruikname of na een schoonmaakbeurt gaat plaatsvinden, zet dan de snelvriesschakelaar in de invries-stand en laat de vriezer tenminste 3 uur leeg vriezen. Is de vriezer reeds in gebruik, zet dan de schakelaar de avond tevoren in de invries-stand. Voor het invriezen van zeer kleine hoeveelheden, zoals enige restanten van een maaltijd of een enkel vers brood, is het niet nodig om de diepvriezer naar de invries-stand om te schakelen. • Voor het in-één-keer invriezen van de maximaal toegestane hoeveelheid, verdient het aanbeveling om de schakelaar 24 uur van te voren op de invries-stand te zetten. Met name voor de maximaal toegestane hoeveelheid wordt het invriesproces na 24 uur geacht beëindigd te zijn. Schakel daarna terug op de bewaarstand. • Indien direct na de eerste ingebruikname gekochte diepvriesartikelen in de vriezer geplaatst gaan worden, zet dan de snelvriesschakelaar in de invries-stand en laat de vriezer tenminste 2 uur leeg vriezen. Is de vriezer reeds in gebruik, dan is deze handeling niet nodig. Plaats na 2 uur de diepvriesartikelen in de vriezer en zet de schakelaar in de stand voor bewaren. • De in te vriezen levensmiddelen in de twee bovenste laden van het apparaat plaatsen; voor het invriezen van heel kleine hoeveelheden altijd de bovenste lade gebruiken. • De maximaal toegestane hoeveelheid vindt u op het typeplaatje (links onderin de kast) in kilogrammen per 24 uur (...kg/24h). • Verdeel de levensmiddelen van te voren in handzame porties. Dat heeft twee voordelen: ze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u slechts zoveel te ontdooien als op dat moment nodig is. • Open, tijdens het invriezen, de deur zo weinig en zo kort mogelijk. • Verpak de levensmiddelen in aluminium-of kunststoffolie of speciale diepvriesdozen, zoals een en ander in de handel, speciaal voor het invriezen, verkrijgbaar is. • Zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in aanraking komen met reeds ingevroren producten; de temperatuur van deze laatste zou daardoor kunnen stijgen. • Vermijd rechtstreekse consumptie van ijslollies uit het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen verbranden. • Schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de houdbaarheidsduur kunt controleren. • Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in het vriesvak; de blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen. • Onthoud dat reeds ontdooide levensmiddelen niet wederom ingevroren mogen worden. Onderhoud Neem voor iedere handeling altijd eerst de stekker uit het stopcontact. Belangrijk Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het koelcircuit; onderhoud en bijvulling dient daarom uitsluitend door door de fabrikant bevoegd personeel uitgevoerd te worden. Ontdooien • Na verloop van tijd ontstaat op de binnenwanden een rijplaag. De rijplaag stoort de werking niet, maar kan wel hinderlijk in het gebruik van de binnenruimte worden. Gebruik voor het verwijderen de meegeleverde kunststof schraper. • Het is niet nodig voor het verwijderen van rijp de vriezer uit te schakelen. Wanneer zich een dikke laag ijs heeft gevormd, dient u het gehele apparaat te ontdooien. Ga dan als volgt te werk: • Verwijder nog resterende pakketten uit de vriezer, verpak ze in oude kranten en leg ze zolang op een koele plaats; eventueel in een kartonnen doos met een wollen deken er omheen. • Neem de stekker uit het stopcontact of draai de thermostaatknop in de «O» -stand. • Alle laden, behalve de onderste, er uit halen. De onderste lade dient als praktische dooiwateropvang. Bedenk dat, in verband met uw vloerbedekking, mogelijk wat dooiwater van de deur kan lopen. • Maak, nadat de kast geheel ontdooid is, de binnenwanden en de binnendeur schoon en zeem ze goed droog. • Steek de stekker in het stopcontact of draai de thermostaatknop in de gewenste stand, zet de snelvriesschakelaar in de invries-stand en laat de vriezer tenminste 2 uur leeg vriezen. Zet daarna de schakelaar terug in de stand voor bewaren en plaats de tijdelijk verwijderde pakketten terug in de vriezer. Belangrijk Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit metalen voorwerpen; u zou uw vrieskast kunnen beschadigen. Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het ontdooiproces te versnellen die niet door de fabrikant zijn aangegeven. Schoonmaken Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Nooit metalen voorwerpen gebruiken om het apparaat schoon te maken; dit zou het apparaat kunnen beschadigen. Naar behoefte kunt u de buitenkant van de kast lappen met lauwwarm water en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel, daarna afnemen met schoon water. Het verdient aanbeveling de buitenkant af en toe in de witte (auto-) was te zetten. Het apparaat is zo gebouwd dat u de achterzijde bij de muur kunt reinigen, eventueel met een borstel of stofzuiger met borstel. Stof belemmert de warmte-afgifte en verhoogt zodoende het energieverbruik. 1. De sokkel (1) verwijderen. 3 2 1 S.I.013 2. Het ventilatierooster (2) demonteren. 3. De verdamperbak (3) voorzichtig verwijderen. 33 Tijdelijk buiten gebruik stellen • Trek de stekker uit het stopcontact, verwijder dan alle resterende levensmiddelen en maak de binnenkant goed schoon (zie “Voor ingebruikname”). • Laat de deur op een kier staan. Storingen Indien de koelkast niet functioneert, controleer dan onderstaande punten, voordat u contact opneemt met onze service-afdeling: Storing Oplossing Temperatuur in het apparaat is te hoog Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk “Instellen van de temperatuur”. Plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren. Omgevingstemperatuur te hoog. Apparaat koelt te sterk. Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk “Instellen van de temperatur”. Het koelaggregaat werkt continu Draai de thermostaatknop naar een lager cijfer. Omgevingstemperatuur te hoog. In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen. Deur slechts zo lang open laten als nodig is. Geluiden Geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten. Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, hoort u een gebubbel of gegorgel. Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem. Elke keer als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, hoort u een klik. Klantenservice Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, raadpleeg dan onze service-afdeling. Vermeld de volgende gegevens van het apparaat: • Modelnaam • Productnummer (PNC) • Productienummer (S-No.) Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich linksonder aan de binnenzijde van het apparaat bevindt. Aanbevolen wordt deze gegevens hier in te vullen om ze snel bij de hand te hebben. Technische gegevens Het typeplaatje met de technische gegevens vindt u aan de linker binnenzijde van het apparaat. Belangrijk Open de deur niet tijdens stroomuitval. Wij adviseren u om na een lange stroomuitval de diepvriesproducten in korte tijd te consumeren (een temperatuurstijging verkort de houdbaarheidsduur van de producten). De normale houdbaarheid wordt niet aangetast indien de stroomuitval kort was (minder dan 20 uur) en de vriezer vol is. 34 Installatie Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Tijdens normaal gebruik worden de condensor en de compressor die zich op de achterkant van het apparaat bevinden, warm. Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als aangegeven in de speciale afbeelding. Zie hoofdstuk “Plaats van opstelling”. • Belangrijk: De netaansluiting mag alleen door gekwalificeerd personeel verwisseld worden. Wend u in geval van reparaties tot onze service-afdeling. Plaats van opstelling • Controleer het koelapparaat op transportschade. • Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen enz. • Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een centrale verwarming of een gasfornuis. • Zie voor deurdraairichting en inbouw de betreffende aanwijzingen. De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich rechts aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse behoort: Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32°C N +16 tot +32°C ST +18 tot +38°C T +18 tot +43°C Elektrische aansluiting Overtuig u ervan dat de netspanning en de netfrequentie, die op het typeplaatje in de kast staan aangegeven, overeenkomen met de netspanning en de netfrequentie in uw woning. Een afwijking op de netspanning tot plus of minus 6% is toegestaan. Bij aansluiting op een andere spanning dient u een geschikte transformator te gebruiken. De stekker mag alleen geplaatst worden in een geaard stopcontact. De kast is daarom voorzien van een speciaal drieaderig snoer, geschikt voor een geaard stopcontact. Mocht het stopcontact in uw woning niet geaard zijn, dan dient een erkend installateur het apparaat volgens de geldende normen te aarden. Wij wijzen u er op dat schade of letsel, veroorzaakt door het niet voldoen aan dit veiligheidsvoorschrift, niet onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant valt. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: - 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning) en opeenvolgende wijzigingen; - 87/308 EG-richtlijn van 2.6.87 met betrekking tot de radio-ontstoring; - 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en opeenvolgende wijzigingen. Attentie Het apparaat moet van de stroomvoorziening afgesloten kunnen worden; de stekker moet dus ook na de installatie bereikbaar blijven. Attentie: u dient niet alleen rekening te houden met de omgevingstemperatuur voor dit type product maar tevens met de volgende aanwijzingen: wanneer de omgevingstemperatuur onder de aangeduide minimum waarde daalt, wordt de conserveringstemperatuur in het vriesvak niet meer gegarandeerd; u kunt de bewaarde levensmiddelen dan het beste zo snel mogelijk nuttigen. 35 Inbouw onder een werkblad Inbouw Voorbereiding van het ventilatierooster Nismaten Neem het rooster uit de onderste verpakkingsschaal. Deuropening links: - Het linker paneel (A) van het rooster vanaf de achterzijde afsnijden. 60 0 5 min50 . A 600 B DO013 De afmetingen van de nis moeten overeenkomen met de afmetingen uit de tekening. DO002/2 1xB Deuropening rechts: - Het rechter paneel (B) van het rooster vanaf de achterzijde afsnijden. Om het rooster op het apparaat te plaatsen, drukt u het op de haken (a) tot het vastklikt. 2xC 1xA 1xK 2xG 18xI 2xL a 2xF 2xE 2xD 1 a 1. Meegeleverde montage-onderdelen. DO001 Het rooster met de montagehaken in de nis bevestigen, daarna het rooster monteren. 2 Lato sinistro Lato destro 2. De bijgeleverde hoeken (D) aan de kast bevestigen (zie afb.). 36 b) 596 I 5 55 x ma + - - + E 3 3. Apparaat naar binnen schuiven. Het stopcontact met randaarde dat het apparaat voor aansluiting nodig heeft, moet zodanig geïnstalleerd zijn dat het niet door het apparaat wordt bedekt. Het apparaat is voorzien van verstelbare voeten; u brengt het apparaat op de gewenste hoogte (max. 890 mm) door de voeten in de vier onderhoeken te verstellen. 5 5. Apparaat vastschroeven. 6. Meubeldeur monteren. 2 1 a 10 C 4 3 b 1 6 B 4 4. Voegafdekprofiel (B) op het apparaat plakken (zie afb.). 7 37 Montage van het sokkelpaneel Belangrijk Het originele ventilatie-rooster dient gebruikt te worden opdat de functionaliteit van het apparaat niet belemmerd wordt. • Bij een binnenwerkse inbouwhoogte maat A=820 mm en een sokkelpaneelhoogte maat a=100 mm kan het sokkelpaneel ongewijzigd worden gemonteerd. Dat is ook zo bij een binnenwerkse inbouwhoogte maat B=890 mm en een sokkelpaneelhoogte maat b=170 mm. • Bij sokkelpaneelhoogten boven a=100 mm, b=170 mm, moet het sokkelpaneel centrisch 580 mm breed op een resterende hoogte van a=100 mm, b=170 mm worden uitgesneden. • Het sokkelpaneel aan het keukenblok bevestigen. A 14 25 L 90° L a = 100 b = 150 A = 820 B = 870 7. Afdekking (A) aanbrengen. 25 - 80 580 DO008 Belangrijk Het sokkelpaneel moet op een afstand van tenminste 25 mm van de deur geplaatst worden. 115° 15 39 Wijzigen van de deurdraairichting Voor het wijzigen van de deurdraairichting als volgt te werk gaan: 6 6 4 1 7 8 5 6 2 3 1 2 6 10 13 9 6 11 3 40 12 Attentie! Bij een lage omgevingstemperatuur (bijv. in de winter) kan het voorkomen dat de deurafdichting niet perfect aan de kast hecht. De afdichting wordt na een bepaalde tijd vanzelf in vorm getrokken. Als u dit proces wilt bespoedigen, is het voldoende om de afdichting m.b.v. een haardroger te verwarmen. GARANTIEVOORWAARDEN (NL) Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast. Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden: 1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden. 2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom. 3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld. 4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd. 5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik. 6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn. 7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door: a. chemische en elektrochemische inwerking van water, b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen, c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden, d. contact met agressieve stoffen. 8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiksof montageaanwijzingen. 9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken. 10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten. 11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker. 12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode. 13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg. 14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek. 15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd. 16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald. Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden (o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht. Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking. Electrolux Service Vennootsweg 1 2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN Service-informatielijn tel. (0172) 468 300 (voor bezoek servicetechnicus en onderdelen) Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172 (voor algemene, product- of gebruiksinformatie) www.zanussi.nl REPARATIEVOORWAARDEN Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*. Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd. Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd. b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief. Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat: a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt. In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde. Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal: a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken. b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden. c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven. Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden. Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen. Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage. Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen. Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen. *) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland. 42
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Zanussi ZQF6114A Handleiding

Type
Handleiding