164
Bewaar geen onverpakt voedsel
in direct contact met de binnenste
oppervlakken van de koelkast of vriezer.
Apparaten hebben mogelijk speciale vakken (vak
voor vers voedsel, nulgradenbox enz.). Tenzij
anders aangegeven in het bijbehorende boekje
bij het product kunnen deze worden verwijderd,
waarbij de prestaties van het apparaat behouden
blijven.
Waarschuwing: Risico op brand/ontvlambare
materialen De meest geschikte ruimtes van
het apparaat om specifieke soorten voedsel te
bewaren, rekening houdend met de verschillende
temperatuurverdelingen in de verschillende
ruimtes in het apparaat, zijn als volgt:
- Koelkast: Bewaren van tropisch fruit, blikjes,
drankjes, eieren, sauzen, augurken, boter,
jam, kaas, melk, zuivelproducten, yoghurt.
U kunt er ook vleeswaren, desserts, vlees en vis,
cheesecake, verse pasta, zure room, pudding en
roomkaas bewaren.
Groente- en fruitlade onderin de koelkast:
Bewaren van groenten en fruit (behalve tropische
vruchten).
Koelvak: Bewaar alleen vlees en vis in de koudste
lade
- Vriesvak:
is geschikt voor het invriezen van voedsel
op omgevingstemperatuur en voor het
bewaren van diepvriesproducten, omdat de
temperatuur gelijk verdeeld is over het hele
vak. De houdbaarheidsdatum van gekochte
diepvriesproducten staat aangegeven op de
verpakking. Deze datum houdt rekening met het
type voedsel dat bewaard wordt, en moet in acht
worden genomen. Vers voedsel kan gedurende
de volgende tijdsperioden worden bewaard: 1-3
maanden voor kaas, schaaldieren, ijs, ham/worst,
melk, verse vloeistoffen; 4 maanden voor steak of
koteletten (rundvlees, lamsvlees, varkensvlees);
6 maanden voor boter of margarine, gevogelte
(kip, kalkoen); 8-12 maanden voor fruit (behalve
citrusvruchten), gebraden vlees (rundvlees,
varkensvlees, lamsvlees), groenten. De
houdbaarheidsdata op de verpakking van het
voedsel moeten in acht worden genomen. Om
besmetting van voedsel te voorkomen dient u te
letten op het volgende:
– Het langdurig openen van de deur kan een
aanzienlijke verhoging van de temperatuur van
de koelkast en het vriesvak veroorzaken.
– Maak oppervlakken die in contact kunnen
komen met voedsel en de toegankelijke
afvoersystemen regelmatig schoon.
– Maak waterreservoirs schoon als ze 48 uur
niet gebruikt zijn; spoel het watersysteem dat
aangesloten is op de waterleiding door als er 5
dagen geen water is afgetapt.
– Bewaar rauw vlees en vis in geschikte bakjes in
de koelkast, zodat het niet in contact komt met
ander voedsel en er geen vlees- of vissappen op
ander voedsel druppelen.
Gebruik het Flexi Freeze-model als volgt:
+10°C: bewaren van wijn
+4°C: bewaren van groenten en fruit (behalve
tropische vruchten)
0°C: alleen bewaren van vlees en vis
Alle instelpunten onder nul: bewaar bevroren
voedsel in het vriesvak
– Vriesvakken met twee sterren zijn geschikt
voor het bewaren van diepvriesproducten, het
bewaren of maken van ijs en ijsblokjes.
– Vers voedsel niet invriezen in vriesvakken met
één, twee of drie sterren.
– Als de koelkast lange tijd leeg wordt gelaten,
schakel het apparaat dan uit, ontdooi het, maak
het schoon, droog en laat de deur open om
schimmelvorming in het apparaat te voorkomen.
INSTALLATIE
Het apparaat moet worden verplaatst en
geïnstalleerd door twee of meer personen- risico
van letsel. Draag beschermende handschoenen
bij het uitpakken en installeren - risico van
snijwonden.
Installatie, met inbegrip van de
wateraansluiting (indien aanwezig) en de
elektrische aansluitingen en reparaties moeten
worden uitgevoerd door een erkende monteur.
Repareer of vervang geen enkel deel van het
apparaat, tenzij dit specifiek vermeld is in de
gebruikershandleiding. Houd kinderen uit de
buurt van de installatieplaats.
Controleer na het uitpakken van het apparaat of
het niet beschadigd is tijdens transport. Neem
bij problemen contact op met de leverancier of
met de dichtstbijzijnde Klantenservice. Na de
installatie moet het verpakkingsafval (plastic,
piepschuim enz.) buiten het bereik van kinderen
worden bewaard - gevaar voor verstikking. Het
apparaat moet worden losgekoppeld van de
netvoeding voordat het geïnstalleerd wordt -
gevaar voor elektrische schok. Zorg tijdens de
installatie dat het apparaat de stroomkabel niet
beschadigt - gevaar voor brand of elektrische
schok. Zet het apparaat pas aan als de installatie
voltooid is.
Wees voorzichtig zodat u de vloeren niet
beschadigt (bv. parket) wanneer het u apparaat
verplaatst. Installeer het apparaat op een vloer
of steun die sterk genoeg is om het gewicht te
kunnen dragen, en op een plaats die geschikt
is voor de afmetingen en het gebruik. Zorg
dat het apparaat niet in de buurt staat van een
warmtebron en dat de vier poten stabiel staan
en op de vloer rusten. Stel ze indien nodig af, en
controleer of het apparaat perfect waterpas staat
met behulp van een waterpas. Wacht ten minste
twee uur voordat u het apparaat inschakelt, om