Documenttranscriptie
2
Inhoud
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van
optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat
stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen.
Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem
te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige
eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud
Veiligheidsinformatie
Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Algemene veiligheid
Dagelijks gebruik
Onderhoud en reiniging
Installatie
Onderhoud
Bedieningspaneel
Inschakelen
Uitschakelen
Temperatuurdisplay
Temperatuurregeling
FROSTMATIC functie
Alarm hoge temperatuur
Het eerste gebruik
De binnenkant schoonmaken
Dagelijks gebruik
Vers voedsel invriezen
Het bewaren van ingevroren voedsel
Invriesagenda
Ontdooien
2
3
3
4
4
5
5
5
6
6
6
6
7
7
7
7
7
7
8
8
8
Het maken van ijsblokjes
Koude accumulators
Handige aanwijzingen en tips
Tips voor het invriezen
Tips voor het bewaren van ingevroren
voedsel
Onderhoud en reiniging
Periodieke reiniging
De vriezer ontdooien
Periodes dat het apparaat niet gebruikt
wordt
Problemen oplossen
De deur sluiten
Technische gegevens
8
8
9
9
9
9
9
10
Montage
Location
Opstelling
Elektrische aansluiting
Afstandsstukken achterkant
Omkeerbaarheid van de deur
Het milieu
13
13
14
14
15
15
17
11
11
13
13
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het
van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige
vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen
die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als
Veiligheidsinformatie
3
het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele
levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van
het apparaat.
Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatregelen
uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die
door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen)
met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon
of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik
van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel
door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat
vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan
voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
Algemene veiligheid
LET OP!
Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een
gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is
een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het
apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is:
– open vuur en ontstekingsbronnen vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren
4
Veiligheidsinformatie
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op
enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een
elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen uitsluitend vervangen
worden door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2. Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit
raken en brand veroorzaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dit kan gevaar opleveren
van een elektrische schok of brand.
6. U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje 1) voor de
binnenverlichting.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn,
dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
Dagelijks gebruik
•
•
•
•
•
•
•
•
Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand. 2)
Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid
is.
Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat
met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken
druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat geconsumeerd worden.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Als u het stopcontact niet kunt bereiken, onderbreek dan de
stroomtoevoer.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een
kunststof schraper.
1) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien
2) Als het apparaat vorstvrij is
Bedieningspaneel
5
Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen
nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan
als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u
het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie
terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting
leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en
brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding. 3)
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en
er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit
en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het
normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat
moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de
achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die
voorzien zijn van het symbool zijn recyclebaar.
Bedieningspaneel
1
2
3
4 5
6
3) Indien er een wateraansluiting voorzien is
7
8
6
Bedieningspaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
ON/OFF schakelaar
Temperatuurregelaar (warmst)
Controlelampje van de temperatuur
Temperatuurregelaar (koudst)
FROSTMATICcontrolelampje
FROSTMATIC schakelaar
ALARM controlelampje
ALARM schakelaar
Inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Druk op de ON/OFF schakelaar.
Uitschakelen
1. Houd de ON/OFF schakelaar langer dan 5 seconden ingedrukt.
2. Het apparaat is uitgeschakeld. Het temperatuurdisplay gaat uit.
Temperatuurdisplay
Het temperatuurdisplay toont verschillende informatie:
• Tijdens de normale werking wordt de temperatuur die op dat moment heerst in de koelkast (ACTUELE temperatuur) weergegeven. De ACTUELE temperatuur wordt getoond met
brandende getallen.
• Tijdens de temperatuurinstelling wordt de temperatuur die is ingestelt (GEWENSTE temperatuur) weergegeven. De GEWENSTE temperatuur wordt aangeduid met knipperende
getallen.
Temperatuurregeling
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
1. Stel de vereiste temperatuur in door op de overeenkomstige temperatuurregelaar. Het
temperatuurdisplay toont direct de gewijzigde instelling (GEWENSTE temperatuur) en
het temperatuurdisplay knippert.
2. Steeds als het temperatuurdisplay wordt ingedrukt, wordt de GEWENSTE temperatuur
aangepast met 1 °C. De GEWENSTE temperatuur moet na 24 uur bereikt zijn.
3. Als de vereiste temperatuur is ingesteld, zal na een korte periode (ong. 5 sec.) het
temperatuurdisplay veranderen en weer de ACTUELE temperatuur in de betreffende
vriesruimte tonen. Het temperatuurdisplay verandert van knipperende naar continue
verlichting.
Voor een juiste conservering van het voedsel moet de volgende temperatuur worden ingesteld:
• -18 °C in de vriezer.
Als de instelling is gewijzigd, start de compressor niet meteen als op dat moment automatisch ontdooien plaatsvindt. Aangezien de opslagtemperatuur binnen in de koelkast snel
wordt bereikt, kunt u meteen na het inschakelen voedsel opslaan.
Het eerste gebruik
7
FROSTMATIC functie
De functie FROSTMATIC versnelt het vriesproces van verse producten en,beschermt tegelijkertijd de reeds ingevroren levensmiddelen tegen ongewenst warmer worden.
Volg onderstaande aanwijzingen om de functie te activeren:
1. Druk op de schakelaar FROSTMATIC.
2. Het lampje FROSTMATIC gaat branden.
Volg onderstaande aanwijzingen om de functie te deactiveren:
1. Druk op de schakelaar FROSTMATIC .
2. Het lampje COOLMATIC dooft.
De functie COOLMATIC stopt automatisch na ongeveer 52 uur.
Als de FROSTMATIC -functie is ingeschakeld, mag de temperatuurinstelling niet worden
gewijzigd.
Alarm hoge temperatuur
Een stijging van de temperatuur in de vriezer (bijvoorbeeld doordat de stroom is uitgevallen
of doordat de deur open staat) wordt aangegeven door:
• het ALARM lampje knippert
• de zoemer gaat af.
Wanneer de normale omstandigheden worden hersteld:
• gaat het geluidssignaal uit
• het ALARM lampje blijft knipperen.
Stop het alarmlampje door op de ALARM schakelaar te drukken.
Als de ALARM schakelaar ingedrukt wordt gehouden, dan verschijnt de warmste temperatuur die in de vriezer bereikt is op het temperatuurdisplay.
Het eerste gebruik
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een
nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
Dagelijks gebruik
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange
periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel.
Om levensmiddelen in te vriezen, activeert u de functie FROSTMATICminimaal 24 uur voordat u deze in het vriesvak legt.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen in de twee bovenste vakken.
8
Dagelijks gebruik
De maximumhoeveelheid levensmiddelen die in 24 uur kunnen worden ingevroren, is aangegeven op het typeplaatje , een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat
bevindt.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel
toe.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het
apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in
plaatst.
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen
dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet
het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan
weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
Invriesagenda
De symbolen geven verschillende soorten ingevroren levensmiddelen aan.
De cijfers geven de bewaartijd in maanden aan voor de bijbehorende ingevroren levensmiddelen. Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven bewaartijd van toepassing
is, hangt af van de kwaliteit van het voedsel en eventuele bereiding voordat het werd
ingevroren.
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig
is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Vul deze
bladen met water en zet ze dan in het vriesvak.
Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen.
Koude accumulators
De vriezer is voorzien van een of meer koudeaccumulators; hierdoor blijft het voedsel langer
koud als de stroom uitvalt of als er een storing is.
Handige aanwijzingen en tips
9
Handige aanwijzingen en tips
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op
het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen
voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit
in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren
en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht
zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang
houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe
lang het al bewaard is;
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte
wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar
uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
Onderhoud en reiniging
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact
trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag alleen
uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
10
Onderhoud en reiniging
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat
ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig
ze niet.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat
schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat
verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in
dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen
de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje
afwasmiddel.
Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond
het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Zet, ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien, de thermostaatknop op een hogere stand,
om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg
het op een koele plaats.
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen.
Problemen oplossen
11
3. Laat de deur open staan en steek de kunststof schraper in de daarvoor bedoelde
opening in het midden van de bodem,
plaats er een opvangbak onder om het
dooiwater op te vangen
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u
een bak warm water in het vriesvak zetten.
Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken
voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de binnenkant grondig droog maken en de schraper
bewaren voor toekomstig gebruik.
5. Schakel het apparaat in.
6. Zet het eerder verwijderde voedsel na twee tot drie uur terug in het vriesvak.
Gebruik nooit scherpe metalen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd
kunnen raken.
Gebruik geen mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de
veilige bewaartijd verkorten.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen:
• trek de stekker uit het stopcontact,
• verwijder al het voedsel,
• ontdooi de koelkast, 4)en maak het apparaat en alle accessoires schoon,
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te
voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren,
om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
Problemen oplossen
WAARSCHUWING!
Voordat u storingen opspoort, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden
verricht door een gekwalificeerd technicus of deskundig persoon.
Er zijn tijdens de normale werking geluiden te horen (compressor, koelcircuit).
4) indien nodig,
12
Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld.
Het controlelampje knippert niet.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Het apparaat krijgt geen stroom. Sluit een ander elektrisch appaEr staat geen spanning op het
raat aan op het stopcontact.
stopcontact.
Neem contact op met een gekwalificeerde elektricien.
Het controlelampje gaat
branden.
Het apparaat werkt niet goed.
Neem contact op met een gekwalificeerde elektricien.
Het alarmlampje knippert.
De temperatuur in het vriesvak
is te hoog.
Raadpleeg "Alarm hoge temperatuur"
De compressor werkt
continu.
De temperatuur is niet goed in- Stel een hogere temperatuur in.
gesteld.
De deur is niet goed gesloten.
Raadpleeg "De deur sluiten".
De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open
staan dan noodzakelijk.
De temperatuur van het product Laat het product afkoelen tot kais te hoog.
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Verlaag de kamertemperatuur.
De functie FROSTMATIC is inge- Raadpleeg " FROSTMATIC funcschakeld.
tie".
De temperatuur in de
vriezer is te laag.
De temperatuur is niet goed in- Stel een hogere temperatuur in.
gesteld.
De functie FROSTMATIC is inge- Raadpleeg " FROSTMATIC funcschakeld.
tie".
De temperatuur in het
vriesvak is te hoog.
De temperatuur is niet goed in- Stel een lagere temperatuur in.
gesteld.
De deur is niet goed gesloten.
Raadpleeg "De deur sluiten".
De temperatuur van het product Laat het product afkoelen tot kais te hoog.
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
Er zijn veel producten tegelijk
geconserveerd.
Conserveer minder producten tegelijk.
Producten liggen te dicht op elk- Berg de producten zodanig op dat
aar.
er koude lucht kan circuleren.
Er is te veel rijp.
Het voedsel is niet goed verpakt. Verpak het voedsel op de juiste
manier.
Technische gegevens
Probleem
Mogelijke oorzaak
De deur is niet goed gesloten.
13
Oplossing
Raadpleeg "De deur sluiten".
De temperatuur is niet goed in- Stel een hogere temperatuur in.
gesteld.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de serviceafdeling.
Technische gegevens
Afmetingen van de uitsparing
Tijdsduur
Hoogte
1600 mm
Breedte
600 mm
Diepte
625 mm
35 h
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het apparaat
en op het energielabel.
Montage
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheidsinformatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
Location
Het apparaat moet ver van hittebronnen, zoals radiatoren, boilers, direct zonlicht enz.,
vandaan worden geïnstalleerd. Zorg er voor dat lucht vrij kan circuleren aan de achterkant
van het keukenkastje. Als het apparaat onder een muur met een afdakje wordt geplaatst,
moet de minimale afstand tussen de bovenkant van het keukenkastje en de muur ten minste
100 mm bedragen om de beste prestatie te garanderen. Voor de beste prestatie dient u het
apparaat echter niet onder een afdakje te zetten. De afstelbare voetjes aan de onderkant
van het apparaat garanderen een nauwkeurig horizontale uitlijning.
Als het keukenkastje in een hoek is geplaatst en de zijkant bevat scharnieren die naar de
muur wijzen, moet de afstand tussen de muur en het keukenkastje ten minste 10 mm zijn
om de deur ver genoeg open te krijgen zodat de planken verwijderd kunnen worden.
WAARSCHUWING!
Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen; de stekker
moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn.
14
10mm
10mm
100mm
Montage
Opstelling
WAARSCHUWING!
Als u een oud apparaat weggooit dat voorzien is van een deurslot of vergrendeling, zorg
er dan voor dat dit onbruikbaar gemaakt wordt, zodat kinderen er niet in opgesloten kunnen
raken.
De stekker van het apparaat moet na installatie toegankelijk zijn.
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Klimaatklasse
Omgevingstemperatuur
SN
+10°C tot + 32°C
N
+16°C tot + 32°C
ST
+16°C tot + 38°C
T
+16°C tot + 43°C
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk
aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien.
The manufacturer declines all responsibility if the above safety precautions are not observed.
Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
Montage
15
Afstandsstukken achterkant
In het apparaat vindt u twee afstandsstukken
die geplaatst moeten worden zoals aangegeven op de afbeelding.
Draai de schroeven los en plaats het afstandsstuk
onder de kop van de schroef, draai daarna de
schroeven weer vast.
Omkeerbaarheid van de deur
WAARSCHUWING!
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet u zich ervan verzekeren dat de stekker
uit het stopcontact is getrokken.
Om de draairichting van de deur te veranderen, gaat u als volgt te werk:
1. Verwijder het klik-in ventilatierooster
(D). Verwijder het onderste scharnier (E)
door de drie bevestigingsschroeven los
te draaien, laat de pakking van het
scharnier (X) zitten.
X
N
M
Z
F
Y
E
F
D
16
Montage
2.
Schuif de deur van de pen (G). Schroef
de pen (G) los en monteer deze op de
andere kant.
3. Draai de scharnierpen (Z) van het scharnier (E) en de achterste schroef (Y) los
met een sleutel van 10 mm en verwijder
het sluitmechanisme (M). Haal, uit het
G
zakje met de accessoires, het onderste
sluitmechanisme en monteer dit op de
andere kant van hetzelfde scharnier
door de achterste schroef weer vast te
draaien.
4. Schroef het bovenste sluitmechanisme
(N) los van de onderkant van de deur.
Haal, uit het zakje met de accessoires,
het bovenste sluitmechanisme en monteer dit op de andere kant van de deur door de
schroef weer vast te draaien.
5. Monteer de deur.
6. Installeer het onderste scharnier (E) op de andere kant, met behulp van de drie eerder
verwijderde schroeven en plaats de pakking van het scharnier (X).
7. Verwijder de afdekking (F) van het ventilatierooster (D) door het in de richting van de
pijl te drukken en monteer het op de andere kant.
8. Installeer het ventilatierooster (D), door het op zijn plaats vast te klikken.
9. Maak het handvat los. Verwijder de dop
met een drevel. Installeer het handvat op
de dop op de andere kant. Haal, uit het
zakje met de accessoires, de twee doppen en maak de gaten die overgebleven
zijn na verwijdering van het handvat
daarmee dicht.
10. Verzeker u ervan dat de voorste plaat
van de deur parallel is aan de voorste
plaat van de bovenkant.
11. Zet het apparaat op zijn plaats, zet het
waterpas, wacht minstens vier uur en
steek dan de stekker in het stopcontact.
Controleer goed en verzeker u ervan dat:
• alle schroeven zijn aangehaald,
• de magnetische afdichtstrip vast zit aan de kast,
• de deur goed open en dicht gaat.
Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de winter), kan het zijn dat de pakking niet
precies op de kast past. Wacht in dat geval tot de pakking op natuurlijke wijze passend
wordt.
Het milieu
17
Het milieu
Het symbool
op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt
u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.