Panasonic DMCLX100 de handleiding

Type
de handleiding
SQW0028
M0914KZ0
Weergave berichten →299
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-LX100
Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en
bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
V&A Storingen verhelpen →310
De informatie zoeken die u nodig hebt →2
Inhoudsopgave →4
Inhoudsopgave per functie →10
Menulijst →303
2
SQW0028
De informatie zoeken die u nodig hebt
In deze "Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken" kunt u de informatie die u
nodig hebt, vinden op de volgende pagina’s.
Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de gekoppelde pagina gaan en de
informatie snel vinden.
Zoeken vanuit "Inhoudsopgave"
P.4 -
Zoeken vanuit de lijst met
functienamen
"Inhoudsopgave per functie"
P.10 -
Zoeken vanuit "Namen en
functies van hoofdonderdelen"
P.14 -
Zoeken vanuit "Lijst met
symbolen op het scherm/de
zoeker"
P.293 -
Zoeken vanuit de lijst met
schermberichten
"Weergave berichten"
P.299 -
Zoeken vanuit de menulijst
"Menulijst"
P.303 -
[Opname] .................. P.303
[Bewegend beeld] ..... P.305
[Voorkeuze]............... P.306
[Set-up] .................... P.308
[Afspelen].................. P.309
Zoeken vanuit "V&A Storingen
verhelpen"
P.310 -
Zie de volgende pagina voor meer
informatie over het gebruik van deze
handleiding.
Wi-Fi
®
-functie →224
3
SQW0028
Gebruik van deze handleiding
Klik op dit pictogram om naar "De informatie zoeken die u nodig hebt" te gaan.
Klik op dit pictogram om naar "Inhoudsopgave" te gaan.
Klik op dit pictogram om naar "Menulijst" te gaan.
Klik op dit pictogram om terug te gaan naar de eerder weergegeven pagina.
Opnamemoduspictogrammen
Opnamemodus:
In opnamemodi waarin pictogrammen in zwart staan, kunt u de aangeduide menu’s en
functies selecteren en uitvoeren.
• Klik op een verwijzing in de tekst om naar de bijbehorende pagina te gaan.
• Door trefwoorden in het zoekveld boven aan het scherm van Adobe Reader in te
voeren, kunt u op trefwoord zoeken en naar de bijbehorende pagina gaan.
• Bewerkingen en andere details van deze handleiding kunnen verschillen, afhankelijk
van de versie van Adobe Reader die u gebruikt.
De symbolen in de tekst
Duidt aan dat het menu kan worden ingesteld door op de [MENU/SET]-knop te
drukken.
Duidt aan dat de Wi-Fi-instelling kan worden uitgevoerd door op de [Wi-Fi]-knop
te drukken.
Configuraties die kunnen worden uitgevoerd in het menu [Voorkeuze].
Tips voor vaardig gebruik en punten voor opname.
Omstandigheden waarin een specifieke functie niet kan worden gebruikt.
(→00)
Duidt de referentiepagina aan. Klik hierop om naar de bijbehorende pagina te
gaan.
Klik hierop om de beschrijving op de volgende pagina te bekijken.
In deze gebruiksaanwijzing worden stappen voor het instellen van een menuonderdeel
als volgt beschreven:
[Opname] → [Kwaliteit] → [ ]
4
SQW0028
Inhoudsopgave
De informatie zoeken die u nodig
hebt ...................................................... 2
Gebruik van deze handleiding ........... 3
Voordat u de camera gaat
gebruiken ........................................... 12
Standaardaccessoires ...................... 13
Voordat u de camera gaat gebruiken
Namen en functies van
hoofdonderdelen ............................... 14
[MENU/SET]-knop / cursortoets /
bedieningsknop..........................................18
Voorbereidingen
De lensdop en schouderriem
bevestigen ......................................... 19
Batterij opladen ................................. 20
Resterend batterijvermogen ......................21
Richtlijnen voor aantal te maken foto’s en
gebruiksduur ..............................................22
Insteken en verwijderen van de
batterij/de kaart (optioneel) .............. 24
Informatie over de kaart ................... 25
De kaart formatteren (initialisatie) ..............26
Richtlijnen voor opnamecapaciteit
(aantal foto’s/opnameduur) ........................27
Instellen van de klok ......................... 29
Tijdsinstellingen wijzigen ...........................30
Het menu instellen ............................ 31
De achtergrond van het menuscherm
instellen......................................................33
Veelgebruikte menu’s direct
oproepen (Quick-menu) ................... 34
Het Quick-menu wijzigen in uw
voorkeursonderdeel ...................................35
Veelgebruikte functies aan de
knoppen toewijzen
(functieknoppen) ............................... 37
Instellingen veranderen met de
bedieningsring .................................. 39
Verandering van de instellingen die aan
de bedieningsring toegewezen zijn ...........40
Gebruik van het [Set-up]-menu ....... 41
[Klokinst.] ...................................................41
[Wereldtijd] .................................................41
[Reisdatum]................................................42
[Wi-Fi] ........................................................42
[Toon] .........................................................43
[Live View Modus] ......................................43
[Scherm]/[Zoeker] ......................................44
[Helderheid scherm]...................................45
[Slaapsmodus] ...........................................46
[USB mode] ...............................................47
[TV-verbinding]...........................................47
[Menu hervatten] ........................................49
[Achtergrondkleur] .....................................49
[Menu-informatie] .......................................49
[Taal] ..........................................................49
[Versie disp.] ..............................................50
[Zelf ontsp. auto uit] ...................................50
[Nr. resetten] ..............................................50
[Resetten] ..................................................50
[Wi-Fi resetten] ..........................................51
[Formatteren] .............................................51
Tekst invoeren ................................... 52
Inhoudsopgave per functie .............. 10
5
SQW0028
De camera vasthouden ..................... 53
Beelden opnemen met de zoeker ... 54
Schakelen tussen het scherm en
de zoeker ...................................................54
Informatie over oogsensor-AF ...................55
Fotograferen ...................................... 56
Films opnemen .................................. 58
De opnamemodus selecteren .......... 59
Inhoudsopgave
Basisbediening
De weergavegegevens schakelen
op het opnamescherm ...................... 62
Uw beelden bekijken ......................... 67
Filmbeelden bekijken .................................70
De weergavegegevens van het
afspeelscherm schakelen ................ 71
Beelden verwijderen ......................... 73
[Apart wissen] ............................................73
Meerdere beelden wissen (tot 100 tegelijk)/
Wissen van alle beelden ............................74
Opnamemodus
Foto’s opnemen met automatische
instellingen
Modus [Intelligent auto] ................... 75
Beelden opnemen met de camera in de
hand ([iHandh. nachtop.]) ..........................78
Beelden tot één foto met een rijke gradatie
combineren ([iHDR]) ..................................79
Beelden opnemen nadat de
diafragmawaarde en de sluitertijd
ingesteld zijn ..................................... 80
Beelden opnemen nadat de
diafragmawaarde en de sluitertijd
automatisch ingesteld zijn
([Program AE]-modus) ...............................81
Beelden opnemen met beeldeffecten
(Filter) ................................................. 89
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen door de
diafragmawaarde in te stellen
([Lensopeningspr.]-modus) ........................83
Beelden opnemen door de sluitertijd in te
stellen
([Sluiterprioriteit]-modus) ...........................84
Beelden opnemen door de
diafragmawaarde en de sluitertijd in te
stellen ([Handm. belicht.]-modus) ..............86
De effecten van de diafragmawaarde en
de sluitertijd controleren
([Voorvertoning]-modus) ............................88
6
SQW0028
Inhoudsopgave
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De beeldkwaliteit aanpassen met
effecten [Fotostijl] ........................... 100
Lichte partijen en schaduwen
aanpassen [Schaduw markeren] ... 102
De witbalans aanpassen ................ 103
Beeldkwaliteit en fotoresolutie
instellen ........................................... 107
De beeldverhouding van de foto’s
wijzigen ....................................................107
Fotoresolutie instellen ..............................108
De compressieratio van beelden instellen
([Kwaliteit]) ...............................................109
De beeldcorrectiefuncties effectief
gebruiken ..........................................111
Contrast en belichting corrigeren
([Int.dynamiek]) ........................................ 111
De indruk van hoge resolutie versterken
([I.resolutie]) ............................................. 111
Foto’s met verschillende belichting
combineren ([HDR]) ................................. 112
De ruis van een lange belichting
onderdrukken ([Lang sl.n.red])................. 113
De kleurruimte instellen ........................... 113
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische
scherpstelling .................................. 114
Selecteer de scherpstellingsfunctie
(AFS, AFF, AFC) ...................................... 114
[AF mode] schakelen ...............................115
De positie en de grootte van het
AF-gebied wijzigen ..................................121
Uw voorkeursscherpstelmethode
instellen....................................................124
Close-upfoto’s maken
(macro-opnamen) ............................ 126
Scherpstelbereik ......................................126
Beelden opnemen met handmatige
scherpstelling .................................. 128
MF Assist .................................................131
Beelden opnemen door de
belichting en/of scherpstelling te
vergrendelen [AF/AE vergrend.] .... 133
Foto’s opnemen met
belichtingscompensatie ................. 135
De ISO-gevoeligheid instellen ....... 136
De bovengrens voor ISO-gevoeligheid
instellen....................................................137
De incrementele waarde voor
ISO-gevoeligheid instellen .......................138
De instelling voor ISO-gevoeligheid
verhogen ..................................................138
Instelling van de meetmodus ......... 139
Sluitertype instellen ........................ 140
Een aandrijfstand selecteren ......... 141
Burst-functie .................................... 142
Opnemen terwijl de belichting
automatisch verandert
[Auto bracket] .................................. 145
Automatisch de beeldverhouding
wijzigen terwijl u beelden opneemt
[Asp. bracket] .................................. 147
Foto’s maken met de
zelfontspanner ................................ 148
Panoramafoto’s maken................... 150
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
7
SQW0028
Inhoudsopgave
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Automatisch beelden opnemen op
vaste intervallen
[Intervalopname] ............................. 153
Stop-motion-animatie maken
[Stop-motionanimatie] .................... 156
Meerdere belichtingen uitvoeren
voor één beeld
[Multi-belicht.] ................................. 159
De pieptonen en de flitser
tegelijkertijd uitschakelen
[Stille modus] .................................. 161
Opnemen met de
gezichtsherkenningsfunctie
[Gezicht herk.] ................................. 162
Het profiel instellen voor een baby
of huisdier om in een beeld op te
nemen .............................................. 165
Het relevante scherm weergeven
voor specifieke
opnameomstandigheden ............... 166
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beweging corrigeren ..................... 168
Zoom gebruiken .............................. 170
Zoomtypes en gebruik .............................171
Beelden opnemen met de
(bijgeleverde) flitser ........................ 176
De flitser bevestigen ................................176
De flitsmodus wijzigen
(handmatig flitsen) ...................................179
Flitsmodus wijzigen..................................180
De 2e gordijnsynchronisatie instellen ......182
Het flitsniveau aanpassen........................183
Het flitsniveau met de camera
synchroniseren tijdens
belichtingscompensatie ...........................183
Draadloos flitsen instellen ........................184
Films opnemen ................................ 187
Instelling van het formaat, de
beeldresolutie en de opnamesnelheid in
frames ......................................................187
Scherpstellen terwijl u films opneemt
([Continu AF])...........................................189
Films opnemen ........................................190
Films opnemen van 4K ............................194
Vastleggen van een foto met hoge resolutie
uit een 4K-film [4K-FOTO] .......................195
Foto’s maken terwijl u een film
opneemt ........................................... 198
Gebruik van het
[Bewegend beeld]-menu ................ 199
[4K-FOTO] ...............................................199
[Opname-indeling] ...................................199
[Opn. kwaliteit] .........................................199
[Foto/film] .................................................199
[Continu AF] .............................................199
[Micr. weerg.] ...........................................200
[Micr. instellen] .........................................200
[Windreductie] ..........................................200
Films opnemen
8
SQW0028
Inhoudsopgave
Beelden afspelen en bewerken
Het groepsbeeld bekijken .............. 201
Overnemen van foto’s uit films...... 203
Gebruik van het [Afspelen]-menu
... 204
[Diashow] .................................................204
[Afspeelfunctie] ........................................206
[Locatie vermelden] .................................207
[RAW-verwerking] ....................................208
[Titel bew.] ................................................211
[Tekst afdr.] ..............................................212
[Splits video] ............................................214
[Intervalvideo] ..........................................215
[Stop-motionvideo] ...................................215
[Nw. rs.] ....................................................216
[Bijsnijden] ...............................................217
[Roteren]/[Scherm roteren] ......................218
[Favorieten] ..............................................219
[Print inst.] ................................................220
[Beveiligen] ..............................................221
[Gez.herk. bew.] .......................................222
[Foto's sorteren] .......................................223
[Wissen bevestigen].................................223
Wi-Fi
Wi-Fi
®
-functie en NFC-functie ........ 224
Wat u kunt doen met de
Wi-Fi-functie .................................... 227
De camera bedienen door deze met
een smartphone te verbinden ........ 228
De app "Panasonic Image App" voor
smartphone/tablet installeren...................228
Verbinding maken met een smartphone
...229
Verbinding maken met een smartphone
via de NFC-functie ...................................233
Beelden opnemen via een smartphone
(opnemen op afstand)..............................234
Beelden in de camera op een smartphone
afspelen ...................................................235
Beelden in de camera op de smartphone
opslaan ....................................................235
Beelden in de camera gemakkelijk
overbrengen.............................................236
Beelden in de camera naar sociale-
netwerkdiensten verzenden .....................237
Plaatsinformatie aan beelden in de camera
toevoegen vanaf een smartphone ...........237
De camera bedienen om beelden naar een
smartphone te verzenden ........................239
Foto’s weergeven op een tv ........... 242
Draadloos afdrukken ...................... 243
Beelden naar een AV-apparaat
sturen ............................................... 244
Beelden naar een pc sturen ........... 247
Gebruik van WEB-services ............ 251
Tijdens het verzenden van beelden naar
een WEB-service .....................................251
Tijdens het verzenden van beelden naar
[Cloud-synchr. service] ............................255
Gebruik van "LUMIX CLUB" ........... 258
Informatie over de [LUMIX CLUB] ...........258
Informatie over verbindingen ........ 263
[Via netwerk]
Verbinding maken via een draadloos
toegangspunt ...........................................264
[Direct]
Rechtstreeks verbinden ...........................267
Snel verbinden met dezelfde instellingen als
eerder
([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/
[Selecteer doelapparaat uit favorieten]) ...268
Instellingen voor het verzenden van
beelden ....................................................270
[Wi-Fi setup] .................................... 272
9
SQW0028
Inhoudsopgave
Aansluiten op andere apparatuur
Genieten van films in 4K ............... 274
Films in 4K bekijken .................................274
4K-films opslaan ......................................275
Beelden op tv bekijken ................... 276
VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™) ....278
Opgenomen foto’s en films op uw
pc opslaan ....................................... 280
Informatie over bijgeleverde software ......281
Installatie van de bijgeleverde software ...283
Kopiëren van foto’s en filmbeelden ..........284
Foto’s en films in de recorder
opslaan ............................................ 286
Kopiëren door de kaart in de recorder te
plaatsen ...................................................286
Weergavebeelden kopiëren via
AV-kabels (optioneel) ...............................286
Afdrukken ........................................ 287
Meerdere beelden afdrukken ...................288
Afdrukken met datum en tekst .................289
Afdrukinstellingen maken op de camera
...290
Diversen
Optionele accessoires .................... 291
Externe flitser (optioneel) .........................291
Gebruik van de (optionele) netadapter en
(optionele) DC coupler in plaats van de
batterij ......................................................292
Lijst met symbolen op het scherm/
de zoeker ......................................... 293
Weergave berichten ........................ 299
Menulijst .......................................... 303
V&A Storingen verhelpen .............. 310
Waarschuwingen en opmerkingen
tijdens gebruik ................................ 326
10
SQW0028
Inhoudsopgave per functie
Opnemen
Opnamemodus .............................................59
[Voorvertoning] .............................................88
Beeldeffecten (Filter) ....................................89
Macro-opnamen .........................................126
Panoramafoto’s maken ...............................150
[Intervalopname] .........................................153
[Stop-motionanimatie] .................................156
[Multi-belicht.] .............................................159
[Stille modus] ..............................................161
Scherpstelling (AF/MF)
Scherpstelmodus ........................................ 114
AF Mode ..................................................... 115
De positie van het AF-gebied instellen .......121
Handmatig scherpstellen ............................128
AF/AE-vergrendeling ..................................133
Belichting
AF/AE-vergrendeling ..................................133
Belichtingscompensatie ..............................135
ISO-gevoeligheid ........................................136
[Meetfunctie] ...............................................139
[Auto bracket] .............................................145
Opnemen
Aandrijving
Aandrijfstand ...............................................141
[Asp. bracket] ..............................................147
[Zelfontspanner] ..........................................148
Beeldkwaliteit en kleurtint
[Fotostijl] .....................................................100
[Schaduw markeren] ...................................102
Witbalans ....................................................103
[Fotoresolutie] .............................................108
[Kwaliteit] ....................................................109
[Int.dynamiek] ............................................. 111
[I.resolutie] .................................................. 111
[HDR] .......................................................... 112
[Lang sl.n.red] ............................................. 113
[Kleurruimte] ............................................... 113
Flitser
[Flitserfunctie] .............................................180
2e gordijnsynchronisatie .............................182
[Flitser instel.] .............................................183
Instellingen draadloze flitser .......................184
Scherminstellingen
[Zwart-wit Live View] ...................................167
[Micr. weerg.] ..............................................200
Film
[Opname-indeling] ......................................187
[Opn. kwaliteit] ............................................187
Film in 4K ....................................................194
[4K-FOTO] ..................................................195
Foto’s maken terwijl u een film opneemt ....198
Film
Audio
[Micr. instellen] ............................................200
[Windreductie] .............................................200
Basisinstellingen
[Formatteren] ................................................26
[Klokinst.] ......................................................29
Menuonderdelen gebruiken ..........................31
[Q.MENU] .....................................................34
[Toon] ............................................................43
[Slaapsmodus] ..............................................46
[Resetten] (initialisatie) .................................50
Diopterinstelling ............................................55
Display wisselen .....................................62, 71
Instellen/aangepast
Aanpassen
[CUSTOM] in het Quick-menu ......................35
Functieknoppen ............................................37
Bedieningsring ..............................................40
Voorkeursinstelling .......................................60
[Voorkeuze]-menu ......................................306
[Cursortoets vergrend.] .................................38
Filmknop .....................................................192
11
SQW0028
Afspelen
[Auto review] .................................................57
Beeld afspelen ..............................................67
Zoom afspelen ..............................................68
Meerdere afspelen ........................................68
Films afspelen ..............................................70
Verwijderen ...................................................73
Display/afspelen-instellingen
[Diashow] ....................................................204
[Roteren]/[Scherm roteren] .........................218
Afspelen
Bewerken
[RAW-verwerking] .......................................208
[Nw. rs.] .......................................................216
[Bijsnijden] ..................................................217
Informatie toevoegen
[Locatie vermelden] ....................................207
[Titel bew.] ................................................... 211
[Tekst afdr.] .................................................212
Beeldinstellingen
[Favorieten] .................................................219
[Print inst.] ...................................................220
[Beveiligen] .................................................221
Verbinden
"Image App" ................................................228
NFC ............................................................233
[WPS (knop)] ......................................264, 267
Rechtstreekse verbinding ...........................267
Image App
Opnemen op afstand ..................................234
Beelden opslaan .........................................235
Beelden verzenden .............................236, 239
Locatie-informatie verzenden
en toevoegen ..............................................237
[Touch sharing] ...........................................272
Wi-Fi
In combinatie met andere apparaten
Beelden weergeven op een tv ....................242
Beelden afdrukken ......................................243
Beelden verzenden naar een
AV-apparaat ................................................244
Beelden verzenden naar een pc .................247
Beelden verzenden naar een
webservice ..................................................251
Gebruik van [Cloud-synchr. service] ...........255
Pc
"PHOTOfunSTUDIO" ..................................281
SILKYPIX ....................................................282
Tv
[VIERA link] .................................................278
Aansluiten op andere apparatuur
Recorder
Dubben .......................................................286
Printer
PictBridge ...................................................287
Inhoudsopgave per functie
12
SQW0028
Voordat u de camera gaat gebruiken
Voordat u de camera gaat gebruiken
Hanteren van de camera
Vrijwaar de camera tegen heftige trillingen, schokken of zware
druk.
Gebruik de camera niet onder de volgende omstandigheden, die schade
aan de lens, het scherm, de zoeker of het camerahuis kunnen toebrengen.
Dit kan ook leiden tot storingen in de camera of mislukte opnamen.
Laat de camera niet vallen of tegen een hard oppervlak aan stoten
Zorg dat er geen druk wordt uitgeoefend op de lens of het scherm
De camera is niet stofbestendig, spatbestendig of
waterbestendig.
Gebruik de camera niet op plaatsen met veel stof of zand, of
waar er water op de camera kan komen.
Gebruik de camera niet onder de volgende omstandigheden, die het
risico meebrengen dat er zand, water of andere materialen in de camera
kunnen komen via de openingen rond de toetsen of de lens. Wees uiterst
voorzichtig hiermee, want dergelijke omstandigheden kunnen de camera
beschadigen, mogelijk zelfs onherstelbaar.
Plaatsen met erg veel stof of stuifzand
In de regen of aan de waterkant, waar er water op de camera kan spatten
Condensatie (wanneer de lens, het scherm of de zoeker beslaat)
Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge wisselingen in
temperatuur of vochtigheid, kan er vocht in de camera condenseren. Mijd
dergelijke omstandigheden, want die kunnen de lens, het scherm of de
zoeker bevuilen, schimmelgroei veroorzaken of de camera beschadigen.
Als er vocht in de camera is gecondenseerd, schakelt u het toestel uit en
wacht u ongeveer twee uur voordat u de camera weer gebruikt. Wanneer
de camera eenmaal op omgevingstemperatuur is gekomen, zal de condens
vanzelf verdwijnen.
Maak altijd eerst een proefopname
Vóór het gebruik van de camera bij belangrijke gebeurtenissen (zoals een
huwelijksvoltrekking e.d.) dient u altijd eerst een proefopname te maken, om te zien of
beeld en geluid naar behoren worden opgenomen.
Er wordt geen compensatie geboden voor verloren opnamen
Wij kunnen geen compensatie bieden voor gemiste kansen of opnamen die verloren
gaan door technische problemen met de camera of de kaart.
Neem zorgvuldig de auteursrechtwetten in acht
Ongeoorloofd gebruik van opnamen waarop auteursrechten gelden, voor andere
dan puur persoonlijke doeleinden, is verboden onder de wet op het auteursrecht.
Het opnemen van bepaalde materialen kan streng gereguleerd zijn, zelfs voor zuiver
persoonlijk gebruik.
Zie tevens de "Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik" (→326)
13
SQW0028
Voordat u de camera gaat gebruiken
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires compleet bijgeleverd zijn, voordat u de camera in gebruik
neemt.
De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of
de regio waar de camera is aangeschaft.
Raadpleeg de beknopte gebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires.
De batterij wordt in de tekst aangeduid als batterij of accu.
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart worden in de tekst
als kaart aangeduid.
Verwijder de verpakking op de juiste manier.
Bewaar kleine onderdelen op een veilige plaats, buiten bereik van kinderen.
Optionele accessoires
Kaarten zijn optioneel.
14
SQW0028
Voordat u de camera gaat gebruiken
Namen en functies van hoofdonderdelen
1 Indicator voor zelfontspanner
(→148) /
AF-assistlampje (→53, 125)
2 Bedieningsring (→39)
3 Keuzeschakelaar voor
beeldverhouding (→107)
4 Flitsschoen (bescherming
flitsschoen) (→176)
De bescherming flitsschoen is al
op de flitsschoen bevestigd op het
moment van aanschaf.
5 Diafragmaring (→59)
6 Keuzeschakelaar voor
scherpstelling (→114, 126, 128)
7 Ring op de voorkant van de lens
Om de automatische lensdop
(optioneel) te bevestigen, verwijdert
u de ring op de voorkant van de
lens.
8 Lensbuis
9 Lens (Filterdiameter Φ43 mm)
1 2 5 643
9 8 7
15
SQW0028
Voordat u de camera gaat gebruiken
Namen en functies van hoofdonderdelen
10
Stereomicrofoon (→53, 200)
Zorg dat u de microfoon niet met
uw vinger bedekt. Hierdoor kan het
geluid moeilijk worden opgenomen.
11
Sluitertijdknop (→59)
12
Ontspanknop
13
Zoomhendel (→170)
14
[FILTER]-knop (→89)
15
Belichtingscompensatieknop
(→135)
16
[iA]-knop (→59)
17
[ON/OFF]-schakelaar van de
camera
18
Luidspreker
Zorg dat u de luidspreker niet met
uw vinger bedekt. Hierdoor kan het
geluid moeilijk hoorbaar worden.
19
Statiefaansluiting (→329)
Sluit niet aan op een statief
met een schroef van 5,5 mm of
langer. Hierdoor kan dit apparaat
beschadigd raken.
Het is soms niet mogelijk om
bepaalde soorten statieven goed te
bevestigen.
20
Klepje van de DC coupler
Open dit deksel om een netadapter
(optioneel) en een DC coupler
(optioneel) te gebruiken in plaats
van de batterij.
Wanneer u een netadapter
(optioneel) gebruikt, dient u ervoor
te zorgen dat de Panasonic
DC coupler (optioneel) en de
netadapter worden gebruikt.
(→292)
21
Vrijgavehendel (→24)
22
Klepje voor kaart/batterij (→24)
(Bovenkant)
(Onderkant)
10 11 12 14
18 20 21
13
1617 15
19 22
16
SQW0028
Voordat u de camera gaat gebruiken
Namen en functies van hoofdonderdelen
23
Zoeker (LVF) (→54)
In deze handleiding wordt "zoeker" gebruikt om de LVF aan te duiden.
24
Oogsensor (→54)
25
Diopterinstelring (→55)
26
[LVF]-knop (→54) / [Fn3]-knop (→37)
27
Oogje voor bandje (→19)
28
Scherm
29
[HDMI]-aansluiting (→276)
30
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting (→276, 284, 286, 287)
272523 2624
28
29
30
17
SQW0028
Voordat u de camera gaat gebruiken
Namen en functies van hoofdonderdelen
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het eigenlijke
product.
27
Oogje voor bandje (→19)
31
Wi-Fi
®
-antenne
32
Wi-Fi-verbindingslampje (→225)
33
[Wi-Fi]-knop (→225) / [Fn2]-knop (→37)
34
Filmknop (→58)
35
[AF/AE LOCK]-knop (→133)
36
NFC-antenne (→233)
37
[Q.MENU]-knop (→34)
38
Afspeelknop (→67)
39
[Fn1]-knop (→37) / [
] (verwijderen/annuleren)-knop (→32, 73)
40
[DISP.]-knop (→62, 71)
41
[MENU/SET]-knop / cursortoets / bedieningsknop (→18)
36
27 35343331 32
38
41
40
37
39
18
SQW0028
Voordat u de camera gaat gebruiken
Namen en functies van hoofdonderdelen
[MENU/SET]-knop / cursortoets / bedieningsknop
[MENU/SET]-knop
Met deze knop opent u de menu’s, kiest u de instellingen enz. (→31)
Cursorknop
Deze knop wordt gebruikt om de cursor op de menuschermen te
verplaatsen en voor andere functies. (→32)
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren tijdens het opnemen:
[ISO]-knop ( ) (→136)
[WB] (Witbalans)-knop ( ) (→103)
[ ] (aandrijfstand)-knop ( )
Enkel (→141), Burst (→142), Auto Bracket (→145),
Aspect Bracket (→147), zelfontspanner (→148), panorama (→150)
[ ] (AF Mode)-knop ( ) (→115, 131)
Bedieningsknop
Draai de knop om instelonderdelen te selecteren en instelwaarden te
wijzigen. (→32, 67)
Bediening via knoppen en toetsen uitschakelen (tijdens opnemen)
Wanneer de [Cursortoets vergrend.] is toegewezen aan de functieknop, kunnen de
[MENU/SET]-knop, cursorknop en bedieningsknop niet worden bediend. (→38)
Weergave bedieningsinstructies in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Draaiknop gids] → [ON]/[OFF]
• Wanneer u de bedieningsgids op [ON] zet, verschijnen
de bedieningsinstructies voor de bedieningsring ([
]),
de bedieningsknop ([ ]) en andere onderdelen op het
opnamescherm.
In deze handleiding wordt de knop die moet worden gebruikt, aangeduid met .
19
SQW0028
Voorbereidingen
De lensdop en schouderriem bevestigen
Bedek de lens met de lensdop om deze te beschermen wanneer u geen beelden
opneemt. We raden u aan de lensdop met het lensdopriempje aan de camera te
bevestigen om te voorkomen dat u de lensdop verliest. We raden u ook aan de
schouderriem te bevestigen om te voorkomen dat de camera valt.
1
Gebruik het lensdopriempje (bijgeleverd) om de lensdop aan
de camera te bevestigen
Zorg dat het dikkere gedeelte van het riempje niet over de lensdop of het oogje voor de
schouderriem hangt.
2
Bevestig de lensdop
Druk op de gedeelten die in de
afbeelding met pijlen worden aangeduid
om de lensdop te bevestigen en te
verwijderen.
3
Bevestig de schouderriem
Oogje voor schouderriem
• Bevestig het andere uiteinde van de schouderriem.
• Zorg dat de schouderriem niet losraakt.
• Bevestig de schouderriem met het LUMIX-logo op de schouderriem naar buiten
gericht.
• Draag de schouderriem over uw schouder.
Wikkel de riem niet rond uw nek. Dit kan leiden tot letsel of een ongeluk.
• Laat de schouderriem niet binnen bereik van kinderen liggen.
Dit kan tot een ongeluk leiden omdat het kind deze per ongeluk rond zijn nek wikkelt.
20
SQW0028
Voorbereidingen
Batterij opladen
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt!(batterij
ongeladen geleverd)
Batterijen die u in dit apparaat kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks van
echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet voorzien
van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een dergelijke
imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen. Houd er
rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor enig defect
of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij. Voor een veilig
gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik maakt van een
authentieke Panasonic batterij.
Gebruik de daarvoor ontworpen oplader en batterij.
1
Bevestig de batterij en let daarbij op de
plaatsingsrichting van de batterij
2
Sluit de oplader op het stopcontact aan
Het netsnoer past
niet volledig in de
netsnoeraansluiting.
Er blijft een opening
open.
Insteektype
Batterij
Oplader
(model-specifiek)
Stekkertype
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: opladen wordt uitgevoerd
Uit: het opladen is gereed
Wanneer het lampje knippert:
• De batterijtemperatuur
is te hoog of te laag. We
raden u aan op te laden
op een locatie waar de
omgevingstemperatuur
tussen 10 °C en 30 °C ligt.
• De aansluiting van de batterij/
oplader is vuil. Reinig deze
met een droge doek.
• Laad de batterij binnenshuis op met de oplader.
3
Haal de batterij uit de oplader nadat het opladen is voltooid
• Bij aansluiting op een stopcontact wordt de batterij-oplader in de standby-stand
geplaatst. Het primaire circuit is altijd "live" als de batterij-oplader is aangesloten
op een stopcontact.
21
SQW0028
Voorbereidingen
Batterij opladen
Opmerkingen over de oplaadtijd
Oplaadtijd Ongeveer 190 min
• De hierboven aangeduide oplaadtijd is de tijd die nodig is voor het opladen wanneer
de batterij volledig is opgebruikt. De benodigde oplaadtijd verschilt, afhankelijk van
de omstandigheden van het batterijgebruik. De oplaadtijd is langer in gevallen waar
de temperaturen hoog of laag zijn en wanneer de batterij een lange periode niet is
gebruikt.
Resterend batterijvermogen
Wanneer u de camera gebruikt, wordt de resterende batterijcapaciteit weergegeven.
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbool rood knippert, dient u de batterij opnieuw op
te laden of te vervangen door een volledig opgeladen batterij.
Gebruik altijd originele Panasonic batterijen.
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.
Verwijder na gebruik de batterij uit de camera.
Bewaar de batterij in een plastic zak, en let op dat er geen metalen voorwerpen (zoals
paperclips) tegen de batterij aan komen wanneer u die meeneemt of opbergt.
Als u de batterij wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator LUMIX op
het scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of
opgenomen gegevens beschadigd raken.)
22
SQW0028
Voorbereidingen
Batterij opladen
Richtlijnen voor aantal te maken foto’s en gebruiksduur
Foto’s maken (via het scherm)
Aantal op te nemen beelden
Ongeveer 350 beelden
(Ongeveer 300 beelden)
Volgens de CIPA-norm
Opnameduur
Ongeveer 175 min
(Ongeveer 150 min)
Foto’s maken (via de zoeker (LVF))
Aantal op te nemen beelden
Ongeveer 320 beelden
(Ongeveer 270 beelden)
Volgens de CIPA-norm
Opnameduur
Ongeveer 160 min
(Ongeveer 135 min)
De waarden bij gebruik van de flitser (bijgeleverd) worden tussen haakjes vermeld.
Opnameomstandigheden volgens de CIPA-norm
CIPA is een afkorting van "Camera & Imaging Products Association".
[Program AE]-modus
Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50%RH bij gebruik van scherm.
Gebruik van een Panasonic SDHC-geheugenkaart.
Gebruik van de bijgeleverde batterij.
Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld (wanneer [Stabilisatie] is
ingesteld op [
]).
Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits.
De zoomhendel van Tele naar Wide of omgekeerd draaien bij elke opname.
De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur van de batterij
daalt.
Het aantal wordt lager als de intervallen langer worden (bijvoorbeeld tot ongeveer een
kwart voor intervallen van 2 minuten onder de hierboven vermelde omstandigheden).
23
SQW0028
Voorbereidingen
Batterij opladen
Filmen (via het scherm)
[Opname-indeling] [AVCHD] [MP4] [MP4]
[Opn. kwaliteit] [FHD/17M/50i] [FHD/20M/25p] [4K/100M/25p]
Beschikbare opnameduur Ongeveer 125 min Ongeveer 135 min Ongeveer 90 min
Feitelijk beschikbare
opnameduur
*
Ongeveer 60 min Ongeveer 65 min Ongeveer 45 min
*
De werkelijke tijd waarin u kunt opnemen wanneer u de camera regelmatig in- en uitschakelt, begint
en stopt met opnemen en de zoom gebruikt.
Opnameomstandigheden
Temperatuur 23 °C, vochtigheidsgraad 50%RH (relatieve vochtigheid)
[AVCHD]-films:
het opnemen stopt wanneer de opnameduur voor doorlopend opnemen 29 minuten en 59 seconden
overschrijdt.
Films waarvoor de bestandsgrootte is ingesteld op [FHD], [HD] of [VGA] in [MP4]:
het opnemen stopt wanneer de opnameduur voor doorlopend opnemen 29 minuten en 59 seconden
overschrijdt of de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt.
Aangezien de bestandsgrootte toeneemt bij [FHD], stopt het opnemen met [FHD] voordat
29 minuten en 59 seconden zijn verstreken.
Films waarvoor de bestandsgrootte is ingesteld op [4K] in [MP4]:
Het opnemen stopt wanneer de continue opnameduur de 15 minuten overschrijdt. (U kunt zonder
onderbreking doorlopend opnemen, zelfs als de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt, maar het
filmbestand wordt bij opnemen gesplitst en de bestanden worden afzonderlijk afgespeeld.)
Beelden bekijken (via het scherm)
Afspeeltijd Ongeveer 260 min
De gebruikstijd en het aantal op te nemen beelden verschillen afhankelijk van de omgeving
en de gebruiksomstandigheden.
In de volgende gevallen wordt de gebruikstijd bijvoorbeeld korter en het aantal op te nemen
beelden kleiner.
In omgevingen met lage temperaturen, zoals op skipistes.
Wanneer functies zoals de flitser en de zoomfunctie herhaaldelijk worden gebruikt.
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij.
24
SQW0028
Voorbereidingen
Insteken en verwijderen van de batterij/de kaart
(optioneel)
• Zorg dat de camera uitgeschakeld is.
1
Schuif de vrijgavehendel naar
de positie [OPEN] en open het
klepje voor de kaart/batterij
[OPEN]
[LOCK]
Vrijgavehendel
2
Plaats de batterij en de kaart in
de camera en controleer of ze in
de juiste richting zijn geplaatst
Batterij:
Steek de batterij helemaal in de camera
totdat u een sluitklik hoort en controleer
of het borghendeltje de batterij stevig
vasthoudt.
Kaart:
Steek de kaart helemaal in het apparaat
totdat deze vastklikt.
Raak de
aansluiting niet
aan
Opgeladen batterij (let op de richting)
Kaart
(controleer richting:
aansluitingen naar scherm gericht)
Hendel
3
Sluit het klepje voor kaart/
batterij en schuif de
vrijgavehendel naar de positie
[LOCK]
Verwijdering
Verwijdering van de batterij:
Beweeg de hendel in de richting van de
pijl.
Verwijdering van de kaart:
Druk op het midden van de kaart.
Hendel
Verwijder na gebruik de batterij uit de camera.
Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
Als u de kaart of batterij wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u totdat de LUMIX-
aanduiding op het scherm gedoofd is. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en
kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.)
25
SQW0028
Voorbereidingen
Informatie over de kaart
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
kunnen worden gebruikt.
Kaarttype Capaciteit Opmerkingen
SD-geheugenkaarten 8 MB – 2 GB Kunnen worden gebruikt met apparaten die compatibel
zijn met de desbetreffende formaten.
Controleer voordat u SDXC-geheugenkaarten gaat
gebruiken, of uw computer en andere apparatuur
geschikt is voor dit type kaart.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Dit apparaat is compatibel met UHS-
Ι standaard-
SDHC/SDXC-geheugenkaarten van UHS-
snelheidsklasse 3.
Alleen de kaarten die links met hun respectieve
capaciteiten staan vermeld, zijn geschikt.
SDHC-geheugenkaarten
4 GB – 32 GB
SDXC-geheugenkaarten
48 GB, 64 GB
Filmopnamen en snelheidsklasse
Afhankelijk van de [Opname-indeling] (→187) en [Opn. kwaliteit] (→187) van een film,
kan de vereiste kaart verschillen. Gebruik een kaart die aan de volgende specificaties
voor SD-snelheidsklasse of UHS-snelheidsklasse voldoet.
• SD-snelheidsklasse en UHS-snelheidsklasse zijn de snelheidsnormen met betrekking
tot doorlopend schrijven. Controleer de SD-snelheid aan de hand van het etiket op de
kaart of de bijbehorende documentatie.
[Opname-indeling] [Opn. kwaliteit] Snelheidsklasse Labelvoorbeeld
[AVCHD] Alle
Klasse 4 of hoger
[MP4] FHD/HD/VGA
[MP4] 4K UHS-snelheidsklasse 3
• Meest recente informatie:
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze website is alleen in het Engels beschikbaar.)
Toegang tot de kaart
De toegangsindicatie wordt rood weergegeven wanneer
beelden op de kaart worden opgenomen.
50
i
Terwijl de camera toegang heeft tot de kaart (voor een bewerking zoals het schrijven, lezen,
verwijderen of formatteren van beelden), mag u de camera niet uitschakelen of de batterij,
kaart, netadapter (optioneel) of DC coupler (optioneel) verwijderen. Zorg dat de camera niet
wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Mogelijk is de kaart of zijn
de gegevens op de kaart beschadigd en werkt dit apparaat niet langer naar behoren. Als de
handeling is mislukt vanwege trillingen, schokken of statische elektriciteit, voert u de handeling
opnieuw uit.
26
SQW0028
Voorbereidingen
Informatie over de kaart
Als u de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand "LOCK" zet, kan het
onmogelijk zijn om de gegevens te schrijven, wissen of formatteren, of
om de gegevens weer te geven op opnamedatum. Deze bedieningen
worden weer mogelijk wanneer de schakelaar uit de stand "LOCK"
wordt gehaald.
Wij raden u aan om belangrijke beelden te kopiëren naar uw computer
(aangezien elektromagnetische storing, statische elektriciteit of andere
problemen schade aan uw gegevens kunnen toebrengen).
Schrijfbeveiligingsschakelaar
De kaart formatteren (initialisatie)
Formatteer de kaart voordat u een beeld opneemt met dit apparaat. Aangezien
gegevens niet kunnen worden hersteld na het formatteren, dient u ervoor te zorgen
dat u van tevoren een back-up van benodigde gegevens maakt.
1
Stel het menu in
[Set-up] → [Formatteren]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Hiervoor is een voldoende opgeladen batterij nodig, of een netadapter (optioneel) en DC coupler
(optioneel).
Schakel de camera niet uit en voer geen andere bewerkingen uit tijdens het formatteren.
Formatteer kaarten altijd met deze camera. Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die
al eerder was geformatteerd met een computer of ander apparaat.
Als de kaart niet geformatteerd kan worden, probeer dan eerst een andere kaart voordat u contact
opneemt met Panasonic.
27
SQW0028
Voorbereidingen
Informatie over de kaart
Richtlijnen voor opnamecapaciteit (aantal foto’s/opnameduur)
Het aantal beelden dat u kunt opnemen en de opnameduur variëren met de capaciteit
van de kaart (naast de opname-omstandigheden en het type kaart).
Capaciteit voor het opnemen van beelden (foto’s)
Wanneer de beeldverhouding is ingesteld op [4:3] en de [Kwaliteit] op [ ]
[Fotoresolutie] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB
L (12.5M) 1090 2200 4420 8820
M (6.5M)
1880 3810 7630 14970
S (3M)
3220 6500 13030 24700
Wanneer de beeldverhouding is ingesteld op [4:3] en de [Kwaliteit] op [ ]
[Fotoresolutie] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB
L (12.5M) 340 700 1400 2800
M (6.5M) 400 810 1620 3230
S (3M) 440 890 1780 3530
Wanneer het aantal op te nemen beelden meer dan 9.999 is, wordt er "9999+" weergegeven.
Capaciteit opnameduur (films)
• De opnameduur is de totale tijd van alle films die zijn opgenomen.
([h], [m] en [s] staan voor "uren", "minuten" en "seconden".)
Wanneer [Opname-indeling] gelijk is aan [AVCHD]
[Opn. kwaliteit] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB
[FHD/28M/50p] 37m00s 1h15m00s 2h30m00s 5h00m00s
[FHD/17M/50i] 1h00m00s 2h00m00s 4h05m00s 8h15m00s
[FHD/24M/25p] 43m00s 1h25m00s 2h55m00s 5h50m00s
[FHD/24M/24p] 43m00s 1h25m00s 2h55m00s 5h50m00s
28
SQW0028
Voorbereidingen
Informatie over de kaart
Wanneer [Opname-indeling] gelijk is aan [MP4]
[Opn. kwaliteit] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB
[4K/100M/25p] 9m00s 20m00s 42m00s 1h20m00s
[4K/100M/24p] 9m00s 20m00s 42m00s 1h20m00s
[FHD/28M/50p] 37m00s 1h15m00s 2h30m00s 5h00m00s
[FHD/20M/25p] 49m00s 1h40m00s 3h20m00s 6h40m00s
[HD/10M/25p] 1h30m00s 3h10m00s 6h25m00s 12h50m00s
[VGA/4M/25p] 3h25m00s 7h00m00s 14h10m00s 28h15m00s
Als de omgevingstemperatuur hoog is of er sprake is van een continue filmopname, wordt [ ]
weergegeven en wordt de opname mogelijk halverwege stopgezet om de camera te beschermen.
[AVCHD]-films:
het opnemen stopt wanneer de opnameduur voor doorlopend opnemen 29 minuten en 59
seconden overschrijdt.
Films waarvoor de bestandsgrootte is ingesteld op [FHD], [HD] of [VGA] in [MP4]:
het opnemen stopt wanneer de opnameduur voor doorlopend opnemen 29 minuten en 59
seconden overschrijdt of de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt.
Aangezien de bestandsgrootte toeneemt bij [FHD], stopt het opnemen met [FHD] voordat 29
minuten en 59 seconden zijn verstreken.
Films waarvoor de bestandsgrootte is ingesteld op [4K] in [MP4]:
het opnemen stopt wanneer de continue opnameduur de 15 minuten overschrijdt. (U kunt zonder
onderbreking doorlopend opnemen, zelfs als de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt, maar het
filmbestand wordt bij opnemen gesplitst en de bestanden worden afzonderlijk afgespeeld.)
De maximaal beschikbare opnameduur voor doorlopend opnemen wordt op het scherm
weergegeven.
De weergave schakelen tussen het aantal op te nemen beelden en
de beschikbare opnameduur
[Voorkeuze] →[Rest-aanduiding]
[
] (Resterende opnamen):
Geeft het aantal beelden weer dat kan worden
opgenomen.
[ ] (Resterende tijd):
Geeft de resterende opnameduur weer.
Aantal op te
nemen beelden
Beschikbare
opnameduur
29
SQW0028
Voorbereidingen
Instellen van de klok
Bij verzending van de camera is de klok niet ingesteld.
1
Schakel de camera in
• Als het taalkeuzescherm niet wordt weergegeven,
gaat u naar stap
4
.
2
Druk op [MENU/SET] terwijl het bericht
wordt weergegeven
3
Druk op om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]
• Het bericht [Aub klok instellen] verschijnt.
4
Druk op [MENU/SET]
5
Druk op om de onderdelen (jaar,
maand, dag, uur, minuten) te selecteren
en druk op om deze in te stellen
• Annuleren → Druk op de [ ]-knop.
De weergavevolgorde of tijdweergave-indeling
instellen
• Selecteer [Indeling] en druk op [MENU/SET] om het
instelscherm voor weergavevolgorde en tijdweergave-
indeling in te stellen.
: Thuistijd
: Tijd op de bestemming
Stijl
Weergavevolgorde
Tijdweergave-indeling
6
Druk op [MENU/SET]
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Druk op [MENU/SET].
7
Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] wordt weergegeven,
drukt u op [MENU/SET]
30
SQW0028
Voorbereidingen
Instellen van de klok
8
Druk op om uw thuiszone in te
stellen en druk op [MENU/SET]
Naam stad of regio
Huidige tijd
Verschil met GMT
(Greenwich Mean Time)
Als de klok niet is ingesteld, kan de juiste datum niet worden afgedrukt wanneer u een fotostudio
opdracht geeft de foto af te drukken of wanneer u de datum afdrukt op de foto’s met [Tekst afdr.].
Tijdsinstellingen wijzigen
Selecteer [Klokinst.] in het [Set-up]-menu om de huidige tijdsinstellingen te wijzigen.
• De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt
verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd 24 uur
voordat de klok werd ingesteld.
1
Selecteer [Klokinst.] in het menu [Set-up]
Zie voor meer informatie over het instellen van het menu (→31)
2
Stel de datum en tijd in (voer stap
5
-
6
uit. (→29))
31
SQW0028
Voorbereidingen
Het menu instellen
Via het menu kunt u camera- en opnamefuncties instellen, afspeelfuncties bedienen
en andere bewerkingen uitvoeren. Het [Set-up]-menu bevat vooral enkele belangrijke
instellingen met betrekking tot de klok en het stroomverbruik van de camera. Controleer
de instellingen in dit menu voordat u de camera gaat gebruiken.
Wanneer [Menu hervatten] (→49) in het [Set-up]-menu op [ON] is ingesteld,
verschijnt opnieuw het scherm dat het laatst werd weergegeven nadat u het
menuonderdeel selecteerde. Deze is ingesteld op [ON] op het moment van
aanschaf.
Wanneer de [Menu-informatie] (→49) in het [Set-up]-menu op [ON] wordt
ingesteld, verschijnen beschrijvingen van de menuonderdelen en instellingen op
het menuscherm.
Voorbeeld: het wijzigen van de instelling [Kwaliteit] van [
] in [ ] in het [Opname]-
menu
In deze gebruiksaanwijzing worden stappen voor het instellen van een
menuonderdeel als volgt beschreven:
[Opname] → [Kwaliteit] → [ ]
1
Druk op [MENU/SET] om het menu te
openen
[Opname]
(→303 -)
U kunt instellingen uitvoeren voor fotoresolutie en de flitser.
[Bewegend beeld]
(→305)
U kunt het opnameformaat en beeldkwaliteit en andere
instellingen selecteren.
[Voorkeuze]
(→306 -)
De werking van het apparaat, zoals de weergave van het
scherm en de werking van de knoppen, kan afhankelijk van
uw voorkeuren worden ingesteld. Ook kunt u de gewijzigde
instellingen registreren.
[Set-up]
(→308)
U kunt instellingen maken die het gebruik vergemakkelijken,
zoals het veranderen van de klokinstellingen en het volume
van de pieptoon. U kunt ook aan de Wi-Fi-functie gerelateerde
instellingen verrichten.
[Afspelen]
(→309)
U kunt opgenomen beelden beveiligen, bijsnijden,
afdrukinstellingen en andere instellingen voor de opgenomen
beelden opgeven.
32
SQW0028
Voorbereidingen
Het menu instellen
2
Druk op om het menuonderdeel te
selecteren en druk op [MENU/SET]
• Onderdelen kunnen ook worden geselecteerd door de
bedieningsknop te draaien.
• U kunt ook naar de volgende pagina gaan door op de
[DISP.]-knop te drukken of de zoomhendel te draaien.
Pagina
Onderdeel
3
Druk op om de instelling te
selecteren en druk op [MENU/SET]
• Onderdelen kunnen ook worden geselecteerd door de
bedieningsknop te draaien.
Geselecteerde instelling
Instellingen
4
Druk herhaaldelijk op de [ ]-knop totdat het opname- of
afspeelscherm weer verschijnt
• Tijdens het opnemen kunt u het menuscherm ook sluiten door de ontspanknop
half in te drukken.
33
SQW0028
Voorbereidingen
Het menu instellen
Schakelen tussen menutypen
Voorbeeld: Naar het menu [Set-up] overschakelen vanuit het menu [Opname]
1
Druk op
Menutype
2
Druk op om een menu-overschakelpictogram [ ]
te selecteren
Onderdelen kunnen ook worden geselecteerd door de
bedieningsknop te draaien.
3
Druk op [MENU/SET]
Selecteer het menuonderdeel en voer de instelling uit.
De menutypen en onderdelen die worden weergegeven kunnen per modus verschillend zijn.
De instelmethoden variëren per menu-onderdeel.
De achtergrond van het menuscherm instellen
U kunt de achtergrond voor het menuscherm afhankelijk van uw voorkeuren instellen.
1
Stel het menu in
[Set-up] → [Achtergrondkleur]
2
Druk op om de achtergrondkleur te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET]
Sluit het menu af nadat het is ingesteld.
34
SQW0028
Voorbereidingen
Veelgebruikte menu’s direct oproepen
(Quick-menu)
U kunt eenvoudig een aantal menuonderdelen oproepen om die in te stellen.
• Welke menuonderdelen en instellingen er worden weergegeven, verschilt afhankelijk
van de opnamemodus en de instellingen tijdens het opnemen.
1
Druk op de [Q.MENU]-knop om het Quick-
menu weer te geven
2
Draai de bedieningsknop om het
menuonderdeel te selecteren en druk op
of
• Het menuonderdeel kan ook worden geselecteerd
door op te drukken.
50
i
3
Draai de bedieningsknop om de instelling
te selecteren
• De instelling kan ook geselecteerd worden met .
4
Druk op de [Q.MENU]-knop om het Quick-
menu te sluiten
50
i
Van methode wisselen voor het instellen van Quick-menuonderdelen
[Voorkeuze] → [Q.MENU]
[PRESET]: de standaardonderdelen kunnen worden ingesteld.
[CUSTOM]: het Quick-menu bestaat uit gewenste onderdelen. (→35)
Gebruik van het Quick-menu in het opnamegegevensscherm
(→62) van [
] (schermstijl)
(Druk herhaaldelijk op de [DISP.]-knop totdat het scherm verschijnt.)
Druk op de [Q.MENU]-knop en draai de bedieningsknop om een
onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET].
Draai de bedieningsknop om de instelling te selecteren en druk op
[MENU/SET] om in te stellen.
U kunt ook instellen met
en [MENU/SET].
35
SQW0028
Voorbereidingen
Veelgebruikte menu’s direct oproepen (Quick-menu)
Het Quick-menu wijzigen in uw voorkeursonderdeel
Wanneer [Q.MENU] (→34) in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [CUSTOM], kan
het Quick-menu naar wens worden gewijzigd. In het Quick-menu kunnen maximaal 15
onderdelen worden ingesteld.
1
Druk op om [ ] te selecteren en druk op
[MENU/SET]
2
Druk op om het menuonderdeel in de
bovenste rij te selecteren en druk op [MENU/SET]
Onderdelen die als Quick-
menu’s kunnen worden
ingesteld
Onderdelen die in het
Quick-menuscherm
kunnen worden
weergegeven
3
Druk op om de lege ruimte in de onderste rij te
selecteren en druk op [MENU/SET]
Als er geen lege ruimte is in de onderste rij, kunt u een bestaand
onderdeel door een nieuw selectieonderdeel vervangen door het
bestaande onderdeel te selecteren.
Als u de instelling wilt annuleren, gaat u naar de onderste rij door
op
te drukken en een item te selecteren om te annuleren, en
drukt u vervolgens op [MENU/SET].
De onderdelen die kunnen worden ingesteld, zijn als volgt:
[Opname]-menu/opnamefuncties
[Fotostijl] (→100)
[Fotoresolutie] (→108)
[Kwaliteit] (→109)
[AFS/AFF/AFC] (→114)
[Meetfunctie] (→139)
[Int.dynamiek] (→111)
[I.resolutie] (→111)
[HDR] (→112)
[Sluitertype] (→140)
[Flitserfunctie] (→180)
[Flitser instel.] (→183)
[i.Zoom] (→172)
[Dig. zoom] (→173)
[Stabilisatie] (→168)
[Gevoeligheid] (→136)
[Witbalans] (→103)
[AF mode] (→115)
[Aandrijfstand] (→141)
[Bewegend beeld]-menu
[4K-FOTO] (→195)
[Filmopnamestnd] (→187)
[Foto/film] (→198)
36
SQW0028
Voorbereidingen
Veelgebruikte menu’s direct oproepen (Quick-menu)
[Voorkeuze]-menu
[Stille modus] (→161)
[Peaking] (→130)
[Histogram] (→64)
[Richtlijnen] (→65)
[Zebrapatroon] (→166)
[Zwart-wit Live View] (→167)
[Opn.gebied] (→192)
[Zoomschakelaar] (→175)
4
Druk op de [ ]-knop
Er wordt teruggekeerd naar het scherm van stap
1
(→35). Druk op [MENU/SET] om naar het
opnamescherm te schakelen.
37
SQW0028
Voorbereidingen
Veelgebruikte functies aan de knoppen toewijzen
(functieknoppen)
U kunt veelgebruikte functies aan specifieke knoppen toewijzen.
1
Stel het menu in
[Voorkeuze] → [Fn knopinstelling]
2
Druk op om de functieknop te selecteren waaraan
u een functie wilt toewijzen en druk op [MENU/SET]
3
Druk op om de functie te selecteren die u wilt
toewijzen en druk op [MENU/SET]
Raadpleeg (→38) voor details over de functies die kunnen
worden toegewezen.
Selecteer [Terug naar standaard] om de functieknoppen terug te
zetten op de standaardinstellingen.
38
SQW0028
Voorbereidingen
Veelgebruikte functies aan de knoppen toewijzen (functieknoppen)
Een functie aan een functieknop toewijzen
Druk op de functieknop om de toegewezen functie te gebruiken.
• U kunt de volgende functies toewijzen aan de [Fn1]-, [Fn2]- en [Fn3]-knoppen.
[Opname]-menu/opnamefuncties
[Wi-Fi] (→225): [Fn2]
*
[LVF/Scherm] (→55): [Fn3]
*
[AF/AE vergrend.] (→133)
[AF AAN] (→129, 133)
[Voorvertoning] (→88): [Fn1]
*
[Niveaumeting] (→66)
[Focus instellen]
[Cursortoets vergrend.]
[Fotostijl] (→100)
[Fotoresolutie] (→108)
[Kwaliteit] (→109)
[AFS/AFF/AFC] (→114)
[Meetfunctie] (→139)
[Schaduw markeren] (→102)
[Int.dynamiek] (→111)
[I.resolutie] (→111)
[HDR] (→112)
[Sluitertype] (→140)
[Flitserfunctie] (→180)
[Flitser instel.] (→183)
[i.Zoom] (→172)
[Dig. zoom] (→173)
[Stabilisatie] (→168)
[Gevoeligheid] (→136)
[Witbalans] (→103)
[AF mode/MF] (→115)
[Aandrijfstand] (→141)
[Terug naar standaard]
[Bewegend beeld]-menu
[4K-FOTO] (→195)
[Filmopnamestnd] (→187)
[Foto/film] (→198)
[Voorkeuze]-menu
[Voorkeursinst. gebr.] (→60)
[Stille modus] (→161)
[Peaking] (→130)
[Histogram] (→64)
[Richtlijnen] (→65)
[Zebrapatroon] (→166)
[Zwart-wit Live View] (→167)
[Opn.gebied] (→192)
[Zoomschakelaar] (→175)
*
Instellingen van de functieknoppen bij het moment van aanschaf.
• Bepaalde functies kunnen niet aan bepaalde functieknoppen worden toegewezen.
De functie die aan de functieknop is toegewezen, werkt in sommige modi of op sommige
weergaveschermen mogelijk niet.
Wanneer [Focus instellen] is toegewezen aan een functieknop, kunt u het positie-instelscherm
voor het AF-gebied of MF assist weergeven.
Wanneer de cursortoets vergrendeld is, wordt de bediening van de cursortoets, de [MENU/SET]-
knop en de bedieningsknop uitgeschakeld. Druk opnieuw op de functieknop om de bediening in te
schakelen.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
De functie die wordt toegewezen aan de [Fn1]-knop, zal in de volgende gevallen niet werken:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect], [Kleuraccent], [Zonneschijn])
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
De functie die wordt toegewezen aan de [Fn2]-knop, zal in het volgende geval niet werken:
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Bij het opnemen van 4K-films na instelling van [4K-FOTO] op [ON]
39
SQW0028
Voorbereidingen
Instellingen veranderen met de bedieningsring
De "bedieningsring" is een eenvoudige en handige manier om diverse instellingen aan te
passen, afhankelijk van de geselecteerde cameramodus. Met de bedieningsring kunt u
de instellingen van het apparaat wijzigen.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld met de bedieningsring verschillen afhankelijk
van de opnamemodi.
Hieronder staan de vooraf geregistreerde instellingen.
Opnamemodus Instelling
[Intelligent auto]-modus Stapsgewijze zoom (→174)
[Program AE]-modus Stapsgewijze zoom (→174)
[Lensopeningspr.]-modus Stapsgewijze zoom (→174)
[Sluiterprioriteit]-modus
Sluitertijdinstelling
*
(→84)
[Handm. belicht.]-modus
Sluitertijdinstelling
*
(→86)
*
Met de bedieningsring kunt u de waarden van de volgende instellingen wijzigen, wat niet mogelijk is
met de sluitertijdknop.
Kortere sluitertijd dan 1/4000 seconde (elektronische sluiter (→140))
Langere sluitertijd dan 1 seconde (mechanische sluiter (→140))
Instelling in stappen van 1/3 EV
De bedieningsring is toegewezen aan het selecteren van het beeldeffect (Filter) wanneer u een
panoramabeeld opneemt. (→150)
Wanneer handmatig scherpstellen is ingesteld, is de scherpstelling toegewezen aan de
bedieningsring. (→128)
Met de bedieningsring kunt u uw voorkeursinstellingen wijzigen. (→40)
40
SQW0028
Voorbereidingen
Instellingen veranderen met de bedieningsring
Verandering van de instellingen die aan de bedieningsring
toegewezen zijn
Hiermee verandert u de instellingen die aan de bedieningsring toegewezen zijn.
1
Stel het menu in
[Voorkeuze] → [Bedieningsring]
2
Selecteer met de instelling en druk op [MENU/SET]
Instellingen die kunnen worden
toegewezen
[DEFLT] [Normaal]
[Zoom] (→170)
[Stapsg. zoom] (→174)
[Gevoeligheid] (→136)
[Witbalans] (→103)
[Filter selecteren] (→89)
[OFF] [Niet ingesteld]
Om terug te keren naar de standaardinstelling,
selecteert u [Normaal]. (→39)
Als u de bedieningsring niet gebruikt, selecteert
u [OFF] ([Niet ingesteld]).
De instelling van de toegewezen functie geldt voor alle opnamemodi.
De functie die aan de bedieningsring is toegewezen, kan mogelijk niet werken in sommige
combinaties van de opnamemodus of instellingen die voor opnemen worden gebruikt
(panoramafoto’s opnemen, filterinstelling enzovoort)
Als handmatig scherpstellen ingesteld is, is de bedieningsring vastgezet op de functie voor het
aanpassen van de scherpstelling. U kunt de toegewezen instellingen niet gebruiken bij gebruik
van de [Bedieningsring]. (→128)
41
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
[Klokinst.] en [Slaapsmodus] zijn belangrijk voor de klokinstelling en de
batterijgebruiksduur. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt.
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[Klokinst.]
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen. (→30)
[Wereldtijd]
Stel de opnamedatum en -tijd in met de lokale tijd op uw bestemming.
• Stel [Home] in wanneer u de camera na aanschaf voor het eerst gebruikt. U kunt
[Bestemming] instellen nadat u [Home] hebt ingesteld.
Instellingen: [Bestemming]/[Home]
1
Selecteer met [Bestemming] of [Home] en druk op [MENU/SET]
2
Selecteer met het gebied en druk op [MENU/SET]
Naam stad/regio
Verschil met
thuistijd
Huidige tijd op geselecteerde bestemming
Wanneer de [Bestemming] is gekozen Wanneer de [Home] is gekozen
Zomertijd instellen
Druk op
in stap
2
. (Nogmaals drukken om de instelling te annuleren)
Wanneer u de zomertijd [ ] instelt, wordt de huidige tijd 1 uur vooruitgezet. Als de instelling
wordt geannuleerd, keert de tijd automatisch terug naar de huidige tijd.
Wanneer u terugkomt van uw reisbestemming
Selecteer [Home] in stap
1
en druk op [MENU/SET]
Als u uw bestemming niet kunt vinden in het gebied dat op het scherm wordt weergegeven, stel
de tijd dan in op basis van het verschil met de tijd in de thuiszone.
42
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[Reisdatum]
Als u uw reisschema instelt en beelden opneemt, wordt ingesteld op welke dag van de
reis de foto is gemaakt.
[Reissetup]
Instellingen: [SET]/[OFF]
1
Selecteer met [Reissetup] en druk op [MENU/SET]
2
Selecteer met [SET] en druk op [MENU/SET]
3
Selecteer met de vertrekdatum en druk op [MENU/SET]
4
Selecteer met de retourdatum en druk op [MENU/SET]
Opnemen op [Locatie]
Wanneer de [Reissetup] is ingesteld, kunt u de locatie kiezen.
Selecteer [Locatie] in stap
1
hierboven en druk op [MENU/SET]
Selecteer met de optie [SET] en druk op [MENU/SET]
Voer uw locatie in (Tekst invoeren (→52))
Voor het afdrukken van de [Locatie] of het aantal dagen dat is verstreken, gebruikt u naar keuze
[Tekst afdr.] of drukt u af met de software "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde dvd.
De reisdatum wordt berekend aan de hand van de ingestelde vertrekdatum en de datum die is
ingesteld in de klok van de camera. Wanneer de bestemming wordt ingesteld in [Wereldtijd], wordt
het verstreken aantal dagen berekend op basis van de lokale tijd op de bestemming.
Wanneer [Reissetup] is ingesteld op [OFF], wordt het aantal verstreken dagen niet vastgelegd. Dit
aantal wordt zelfs niet weergegeven als [Reissetup] wordt ingesteld op [SET] na het opnemen.
Wanneer de huidige datum voorbij de retourdatum komt, wordt [Reissetup] automatisch
geannuleerd.
[Reisdatum] kan niet worden opgenomen voor AVCHD-films.
[Locatie] wordt niet opgenomen wanneer u films opneemt.
[Wi-Fi]
Instellingen: [Wi-Fi-functie]/[Wi-Fi setup]
Configureer de vereiste instellingen voor de Wi-Fi-functie. (→227, 272)
43
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[Toon]
Voor instellen van de waarschuwingstonen en de sluiterklikken.
[Beep volume]
Instellingen:
(Hard) / (Zacht) / (Uit)
[Shutter vol.]
Instellingen:
(Hard) / (Zacht) / (Uit)
[Shutter toon]
Instellingen:
/ /
Wanneer [Stille modus] op [ON] wordt ingesteld, worden [Beep volume] en [Shutter vol.] op "Uit"
ingesteld.
[Live View Modus]
Voor instellen van de weergavesnelheid en de beeldkwaliteit van het scherm ("live view"
scherm) bij het opnemen van beelden.
Instellingen
[30fps]
Beeldkwaliteit heeft een hogere prioriteit dan weergavesnelheid en beelden worden op
30 frames/seconde weergegeven.
Gebruik deze instelling bijvoorbeeld wanneer u een relatief langzaam bewegend
onderwerp op wilt nemen terwijl u de scherpstelling bevestigt. Het stroomverbruik wordt
beperkt en de gebruikstijd verlengd.
[60fps]
Weergavesnelheid heeft een hogere prioriteit dan beeldkwaliteit en beelden worden op
60 frames/seconde weergegeven. De weergegeven beelden zullen ietwat korrelig zijn.
Gebruik deze instelling bijvoorbeeld wanneer u een snel bewegend onderwerp op wilt
nemen.
De instelling [Live View Modus] heeft geen invloed op het opgenomen beeld.
De weergavesnelheid kan trager worden in donkere locaties.
Wanneer de zoeker wordt gebruikt, wordt de [Live View Modus] vast ingesteld op [60fps].
Wanneer de netadapter (optioneel) wordt gebruikt, wordt [Live View Modus] vastgezet op [60fps].
44
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[Scherm]/[Zoeker]
Pas de helderheid en de kleur van het scherm of de zoeker aan. U kunt het beste de
standaardinstellingen gebruiken.
Deze zijn bedoeld om een voorbeeld van het werkelijke beeld te geven, zo nauwkeurig
mogelijk.
Instellingen
[Helderheid]
Hiermee past u de helderheid aan.
[Contrast]
Hiermee past u het contrast aan.
[Verzadiging]
Hiermee past u de levendigheid van kleuren aan.
[Roodachtig]
Hiermee past u de roodtinten aan.
[Blauwzweem]
Hiermee past u de blauwtinten aan.
1
Druk op om de instelling te selecteren en druk op om deze aan te
passen
U kunt ook instellingen verrichten met de bedieningsknop.
2
Druk op [MENU/SET]
Het scherm wordt aangepast wanneer het scherm in gebruik is en de zoeker wanneer de zoeker
in gebruik is.
Sommige onderwerpen kunnen er anders uitzien dan in werkelijkheid, maar dit heeft geen invloed
op het opgenomen beeld.
45
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[Helderheid scherm]
Hiermee stelt u de helderheid van het scherm in, afhankelijk van het niveau van het
omgevingslicht.
Instellingen
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de
camera.
De helderheid wordt verhoogd.
De helderheid is standaard.
De helderheid wordt verlaagd.
Omdat op het beeld op het scherm de helderheid wordt benadrukt, kunnen sommige onderwerpen
er anders uitzien dan in werkelijkheid, maar dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
[ ] keert terug naar de gewone helderheid als u tijdens het opnemen 30 seconden lang geen
bedieningshandeling verricht. (Druk op een willekeurige knop om het scherm weer helderder te
maken.)
Wanneer u [ ] of [ ] instelt, wordt de gebruikstijd verkort.
[ ] kan niet geselecteerd worden tijdens het afspelen.
Wanneer de netadapter (optioneel) wordt gebruikt, is de oorspronkelijke instelling [ ].
46
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[Slaapsmodus]
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er een vastgestelde tijd lang geen
bedieningshandeling wordt uitgevoerd.
• Herstellen → Druk de ontspanknop half in of schakel de camera weer in.
Instellingen: [10MIN.] / [5MIN.] / [2MIN.] / [1MIN.] / [OFF]
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Tijdens het opnemen/afspelen van films
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Wanneer het apparaat op een computer/printer aangesloten is
Tijdens diashows
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling
[Automatische opname])
Wanneer de netadapter (optioneel) en de DC coupler (optioneel) gebruikt worden
47
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[USB mode]
Selecteer een communicatiemethode voor aansluiting van de camera op een computer of
printer via een USB-kabel (bijgeleverd).
Instellingen
[Select. verbinding]
Selecteer elke keer dat u verbinding met een computer of een
PictBridge-compatibele printer maakt, een communicatiemethode.
[PictBridge (PTP)]
Selecteer deze functie voor aansluiting op een PictBridge-geschikte
printer.
[PC]
Selecteer deze functie bij aansluiting op een computer.
[TV-verbinding]
Wijzig de instellingen die u wilt gebruiken wanneer de camera is aangesloten op een tv of
ander apparaat.
[Video uit]
Deze instelling werkt als de AV-kabel (optioneel) of de HDMI-microkabel is aangesloten.
Instellingen
[NTSC] Video-uitgang is ingesteld op NTSC-systeem.
[PAL] Video-uitgang is ingesteld op PAL-systeem.
[TV-aspect]
Deze instelling werkt als er een AV-kabel (optioneel) is aangesloten.
Instellingen: [16:9] / [4:3]
48
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[TV-verbinding] (vervolg)
[HDMI-functie]
Stel het formaat voor de HDMI-uitgang in wanneer u afspeelt op de HDMI-compatibele
HD-tv die op dit apparaat is aangesloten met de HDMI-microkabel.
Instellingen
[AUTO]
Hiermee stelt u automatisch de uitgangsresolutie in op basis van informatie
van een aangesloten tv.
[4K]
Hiermee worden beelden weergegeven met een resolutie van 3840 × 2160
pixels en een progressieve scanmethode voor het aantal effectieve scanlijnen
(2.160 lijnen).
[1080p]
Hiermee worden beelden weergegeven met een progressieve scanmethode
voor het aantal effectieve scanlijnen (1.080 lijnen).
[1080i]
Hiermee worden beelden weergegeven met een interliniëringsscanmethode
voor het aantal effectieve scanlijnen (1.080 lijnen).
[720p]
Hiermee worden beelden weergegeven met een progressieve scanmethode
voor het aantal effectieve scanlijnen (720 lijnen).
[576p]
*
1
/[480p]
*
2
Hiermee worden beelden weergegeven met een progressieve scanmethode
voor het aantal effectieve scanlijnen (576
*
1
/480
*
2
lijnen).
*
1
Wanneer [Video uit] is ingesteld op [PAL]
*
2
Wanneer [Video uit] is ingesteld op [NTSC]
Dit werkt wanneer de HDMI-microkabel is aangesloten.
Als er met [AUTO] geen beeld op de tv verschijnt, schakelt u de instelling naar een andere
constante instelling dan [AUTO] om een formaat in te stellen dat door uw tv wordt ondersteund.
(Lees de gebruiksaanwijzing van de tv.)
49
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[TV-verbinding] (vervolg)
[VIERA link]
Voor automatisch gekoppelde bediening met andere VIERA Link-compatibele
apparaten en bediening met een VIERA-afstandsbediening bij aansluiting met een
HDMI-microkabel. (→278)
Instellingen
[ON]
Voor de bediening gebruikt u de afstandsbediening van het aangesloten VIERA Link-
compatibele apparaat.
Niet alle functies zijn hiermee te bedienen.
De werking van de toetsen op de camera zelf zal beperkt zijn.
[OFF] Voor de bediening gebruikt u de toetsen op de camera zelf.
Dit werkt wanneer de HDMI-microkabel is aangesloten.
[Menu hervatten]
Sla de laatste gebruikte menupositie op.
Instellingen: [ON]/[OFF]
[Achtergrondkleur]
Hiermee stelt u de achtergrondkleur voor het menuscherm in. (→33)
[Menu-informatie]
Uitleg van de menuonderdelen en instellingen wordt op het menuscherm weergegeven.
Instellingen: [ON]/[OFF]
[Taal]
Schermtaal wijzigen.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
50
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[Versie disp.]
Controleert de firmware-versie van de camera of de bijgeleverde flitser (wanneer de flitser
is aangebracht).
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl de versie wordt aangegeven, verschijnt er software-informatie
voor dit apparaat, zoals bijvoorbeeld de licentie.
[Zelf ontsp. auto uit]
Als het apparaat uitgeschakeld wordt, wordt de zelfontspanner geannuleerd.
Instellingen: [ON]/[OFF]
[Nr. resetten]
Nummers van fotobestanden resetten. (Het nummer van de map wordt bijgewerkt en
bestanden worden genummerd vanaf 0001.)
• Het mapnummer terugzetten op 100:
formatteer eerst de kaart en zet vervolgens de bestandsnummers terug met
[Nr. resetten]. Selecteer vervolgens [Ja] in het scherm voor het resetten van de
mapnummers.
Aan de map kan een nummer tussen 100 en 999 worden toegekend.
De nummers kunnen niet worden teruggesteld wanneer het mapnummer 999 bereikt wordt. In dat
geval slaat u alle belangrijke beelden op uw computer op en formatteert u de kaart (→26).
[Resetten]
Terugkeren naar de standaardinstellingen.
[Opname instellingen resetten ?]
[Set-up/voorkeuze-instellingen resetten?]
De gegevens die zijn geregistreerde voor [Gezicht herk.] komen te vervallen wanneer u de
opname-instellingen terugstelt.
Wanneer de instelling/aangepaste instellingen worden teruggezet, worden ook de volgende
instellingen teruggezet:
De instelling [Profiel instellen]
De instellingen van [Scherm roteren], [Foto's sorteren], [Wissen bevestigen] in het [Afspelen]-
menu
De mapnummers en de klokinstellingen worden niet teruggesteld.
51
SQW0028
Voorbereidingen
Gebruik van het [Set-up]-menu
Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu
(→31)
[Wi-Fi resetten]
Zet de [Wi-Fi]-instellingen terug in de standaardinstellingen.
Als u uw camera wilt wegwerpen of weggeven, dient u deze altijd terug te zetten op de
beginwaarden om te voorkomen dat uw persoonlijke gegevens per ongeluk worden gebruikt.
Wanneer u om een reparatie van uw camera vraagt, dient u een back-up te maken van uw
persoonlijke gegevens en ook altijd de camera terug te zetten op de beginwaarden.
[Formatteren]
Hiermee formatteert (initialiseert) u een geheugenkaart. (→26)
52
SQW0028
Voorbereidingen
Tekst invoeren
Gebruik de cursortoets om namen in te voeren met de gezichtsherkenningsfunctie
en in [Profiel instellen] (baby’s en huisdieren), of voor het registreren van locaties in
[Reisdatum] enz.
• Er kunnen alleen letters en symbolen worden ingevoerd.
• Voorbeeld van een bewerking voor het weergeven van een scherm:
[Opname] → [Profiel instellen] → [SET] → [Baby1] → [Naam] → [SET]
1
Selecteer tekens met
2
Druk enkele malen op [MENU/SET] totdat
de gewenste letter wordt weergegeven
Er wordt tekst ingevoegd op de cursorpositie.
• [ ]: Voer een spatie in.
Lettertype wijzigen
• Druk op de [DISP.]-knop
• Selecteer met
[ ] en druk op
[MENU/SET]
Cursorpositie
Doorgaan met het invoeren van lettertekens
• Selecteer met
[ ] en druk op [MENU/SET]
• Beweeg de zoomhendel naar de T-zijde
• Draai de bedieningsknop naar rechts
Tekst bewerken
Selecteer met [ ] [ ] en druk op [MENU/SET]. Ga vervolgens met
de cursor naar de tekst die u wilt bewerken
• U kunt de cursor ook verplaatsen met de zoomhendel of de bedieningsknop.
Selecteer met [Wissen] en druk op [MENU/SET]
Selecteer met de juiste tekst en druk vervolgens op [MENU/SET]
3
Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekst, selecteert u
met [Inst.] en drukt u op [MENU/SET]
U kunt maximaal 30 tekens invoeren (maximaal 9 tekens wanneer u namen instelt in [Gezicht
herk.]).
U kunt maximaal 15 tekens invoeren voor [ ], [ ], [ ], [ ] en [ ] (maximaal 6 tekens wanneer
u namen instelt in [Gezicht herk.]).
53
SQW0028
Basisbediening
De camera vasthouden
• Om te voorkomen dat de camera gaat trillen, houdt u
deze met beide handen vast, houdt u uw armen strak
langs uw lichaam terwijl u met uw voeten iets uit elkaar
gaat staan.
• Raak de lens niet aan.
• Let bij het opnemen van filmbeelden op dat u de
microfoon niet blokkeert.
• Blokkeer het AF-assistlampje of de flitser niet wanneer
u dit gebruikt om een beeld op te nemen. Laat uw
onderwerp niet van dichtbij in de flits of het lampje
kijken.
• Zorg dat de camera niet beweegt op het moment dat u
op de ontspanknop drukt.
AF-assistlampje
Schouderriem
Microfoon
We raden u aan de bijgeleverde schouderriem te gebruiken om te voorkomen dat
u de camera laat vallen.
De richtingsdetectiefunctie
Foto’s die worden gemaakt terwijl de camera verticaal wordt
gehouden, kunnen tijdens het afspelen automatisch staand
worden weergegeven. (Alleen wanneer [Scherm roteren] is
ingesteld op [ON].)
• De richtingsdetectiefunctie werkt mogelijk niet juist als er
beelden worden opgenomen wanneer de camera omhoog
of omlaag wordt gericht.
• Films kunnen niet staand worden weergegeven.
54
SQW0028
Basisbediening
Beelden opnemen met de zoeker
Wanneer u de zoeker gebruikt, kunt u de weergave van het onderwerp zelfs in een
omgeving met veel licht bekijken.
Schakelen tussen het scherm en de zoeker
U kunt de [LVF]/[Fn3]-knop op twee manieren gebruiken,
ofwel als de [LVF]-knop voor weergave in de zoeker of als een
functieknop [Fn3].
Vanaf het moment van aanschaf kunt u deze knop gebruiken
als [LVF]-knop voor zoekerweergave.
• Raadpleeg voor details over de functieknop (→37).
Oogsensor
[LVF]-knop
1
Druk op de [LVF]-knop
Het scherm wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven.
Automatisch schakelen
tussen zoeker en scherm
Zoekerweergave Schermweergave
Automatisch schakelen tussen zoeker en scherm
Voor automatisch schakelen tussen de zoeker en het scherm schakelt de oogsensor de
weergave automatisch naar de zoeker wanneer uw oog of een object in de buurt komt
van de zoeker.
• De oogsensor werkt mogelijk niet correct, afhankelijk van de vorm van uw bril, de
manier waarop u de camera vasthoudt en of het oculair en de omgeving aan sterk licht
worden blootgesteld. Druk in dit geval op de [LVF]-knop om de weergave te schakelen.
• Tijdens het afspelen van een film of diashow schakelt de oogsensor de weergave niet
automatisch naar de zoeker.
• De gevoeligheid van de oogsensor kan ingesteld worden met [Oogsensor] in het
[Voorkeuze]-menu. (→55)
55
SQW0028
Basisbediening
Beelden opnemen met de zoeker
De gevoeligheid van de oogsensor instellen of instellen dat de
weergave tussen de zoeker en het scherm wordt geschakeld
[Voorkeuze] → [Oogsensor]
[Gevoeligheid]
Met deze instelling stelt u de gevoeligheid van de oogsensor in.
[HIGH] / [LOW]
[LVF/Scherm]
Met deze instelling schakelt u de weergave tussen de zoeker en het
scherm.
[LVF/MON AUTO] (automatisch schakelen tussen zoeker en scherm)/
[LVF] (weergave via zoeker)/[MON] (weergave via scherm)
Nadat de weergave is geschakeld met de [LVF]-knop, wordt de instelling
van [LVF/Scherm] ook gewijzigd.
Informatie over de diopterinstelling
Pas de diopter aan uw zicht aan, zodat u de zoeker duidelijk
kunt zien.
Draai de diopterinstelring om deze aan te passen totdat u de
lettertekens in de zoeker duidelijk kunt zien.
Diopterinstelring
Informatie over oogsensor-AF
Als de oogsensor geactiveerd wordt wanneer [Oogsensor AF] in het [Voorkeuze]-menu
ingesteld is op [ON], past de camera automatisch de scherpstelling aan.
• Oogsensor-AF past de scherpstelling slechts een keer aan als u in de zoeker kijkt. Het
past niet continu de scherpstelling aan terwijl u in de zoeker kijkt.
Zelfs wanneer [Oogsensor AF] is ingesteld en de camera de scherpstelling automatisch aanpast,
hoort u geen pieptoon.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
[Oogsensor AF] werkt mogelijk niet bij weinig licht.
56
SQW0028
Basisbediening
Fotograferen
• Druk op de [ ]-knop ( ) om de aandrijfstand in te stellen op [ ] ([Enkel]).
1
Selecteer de opnamemodus (→59)
2
Stel scherp op het onderwerp
Half indrukken (licht indrukken voor scherpstellen)
De diafragmawaarde en de sluitertijd worden
weergegeven. (Als de diafragmawaarde en de sluitertijd
in rood worden weergegeven en knipperen, hebt u niet
de juiste belichting, tenzij u de flitser gebruikt.)
• Wanneer u een foto maakt op een donkere locatie,
wordt [ ] weergegeven voor de schepstelaanduiding
en kan het langer duren dan gewoonlijk om scherp te
stellen.
• Wanneer [AFS/AFF/AFC] in het [Opname]-menu is
ingesteld op [AFF] of [AFC]
U hoort alleen de eerste keer als de camera
scherpstelt een pieptoon terwijl u de ontspanknop
half indrukt.
Wanneer de automatische scherpstelmodus is
ingesteld op aangepast multi, zoals [ ] en [ ],
wordt het AF-gebied alleen de eerste keer
weergegeven wanneer de camera scherp is gesteld
terwijl u de ontspanknop half indrukt.
Scherpstelaanduiding
( Goed scherpgesteld: brandt
Niet goed scherpgesteld:
knippert)
Diafragmawaarde
Sluitertijd
AF-gebied
( Goed scherpgesteld: groen)
3
Maak een foto
Volledig indrukken (helemaal indrukken om een opname te
maken)
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon wanneer niet
goed is scherpgesteld.
Gebruik het in rood weergegeven scherpstelbereik ter referentie.
Ook al wordt de scherpstelaanduiding weergegeven, dan nog kan de
camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het
scherpstelbereik valt.
Het weergegeven AF-gebied kan groter zijn, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, zoals donkere locaties of zoomfactor.
De kwaliteit van de beeldweergave kan slechter zijn tijdens de
automatische scherpstelling.
Scherpstelaanduiding
Scherpstelbereik
57
SQW0028
Basisbediening
Fotograferen
Onderwerpen/omgevingen waarbij scherpstellen een probleem kan zijn:
• Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen of voorwerpen zonder
kleurcontrasten.
• Foto’s maken door een ruit of vlakbij voorwerpen die licht uitstralen.
• In het donker, of als de camera erg beweegt.
• Wanneer u te dicht bij het voorwerp staat of wanneer u een foto maakt waarop
zowel veraf als dichtbij gelegen voorwerpen staan.
Foto’s weergeven direct nadat u ze hebt gemaakt
[Voorkeuze] → [Auto review]
[Tijdsduur]
Hiermee stelt u de tijd in om de gemaakte foto’s na het fotograferen weer te
geven.
[HOLD]: foto’s weergeven totdat u de ontspanknop half indrukt
[5SEC] / [4SEC] / [3SEC] / [2SEC] / [1SEC] / [OFF]
[Prior.
afspeelbewerking]
[ON]: tijdens [Auto review] kunt u het afspeelscherm schakelen of beelden
verwijderen.
[OFF]: tijdens [Auto review] kunt u dezelfde knoppen gebruiken als bij het
maken van een foto.
• Wanneer [Tijdsduur] is ingesteld op [HOLD], is [Prior. afspeelbewerking] vastgezet op
[ON].
58
SQW0028
Basisbediening
Films opnemen
U kunt beelden opnemen in volledige HD-kwaliteit die aan de AVCHD-norm voldoet,
evenals films in MP4 opnemen. U kunt tevens 4K-films in MP4 opnemen. (→194)
Het geluid wordt in stereo opgenomen.
1
Druk op de filmknop om bewegende
beelden op te nemen
• Na indrukken laat u de filmknop onmiddellijk weer los.
• U kunt films opnemen die bij elke opnamemodus
passen. (→59)
• Terwijl u films opneemt, knippert de
opnamestatusindicator (rood).
• Als u ongeveer 1 minuut of langer geen bewerking
uitvoert, wordt een deel van de informatie op het
scherm uitgeschakeld. Druk op de [DISP.]-knop als u
de informatie weer wilt weergeven.
• Let bij het opnemen van filmbeelden op dat u de
microfoons niet blokkeert.
• U kunt ook in- en uitzoomen als u films opneemt.
Het bedieningsgeluid van de zoomhendel of
bedieningsknop kan in sommige gevallen worden
opgenomen.
• Ook tijdens het filmen kunt u nog foto’s nemen (→198)
Verstreken
opnameduur
Resterende opnameduur
(ongeveer)
Opnamestatusindicator
2
Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met filmen
Lees "Films opnemen" voor details. (→187)
59
SQW0028
Basisbediening
De opnamemodus selecteren
De opnamemodus selecteren met de diafragmaring en de sluitertijdknop
1
Draai de diafragmaring en de sluitertijdknop
Draai de diafragmaring en de sluitertijdknop langzaam totdat ze
in een klikstand staan om de positie juist uit te lijnen.
U kunt de diafragmaring instellen op [A] (Auto) of op
diafragmawaarden tussen [1.7] en [16].
[Intelligent auto]-modus selecteren
1
Druk op de [iA]-knop
De [Intelligent auto]-modus wordt ingesteld en het pictogram van
de opnamemodus verandert in [
]. Wanneer u nogmaals op de
[iA]-knop drukt, wordt de opnamefunctie omgeschakeld naar een
die het mogelijk maakt om instellingen te maken met behulp van
de diafragmaring en sluitertijdknop.
Wanneer de [Intelligent auto]-modus geselecteerd wordt, wordt
de opnamemodus die was ingesteld met de diafragmaring en de
sluitertijdknop geannuleerd.
[Intelligent auto]-modus (→75)
Foto’s opnemen met automatische instellingen.
[Program AE]-modus (→81)
Foto’s maken met de instellingen voor diafragmawaarde en sluitertijd automatisch
aangepast.
[Lensopeningspr.]-modus (→83)
Diafragma instellen en vervolgens foto’s opnemen.
[Sluiterprioriteit]-modus (→84)
Sluitertijd instellen en vervolgens foto’s opnemen.
[Handm. belicht.]-modus (→86)
Kies de gewenste diafragmawaarde en sluitertijd en ga dan beelden opnemen.
60
SQW0028
Basisbediening
De opnamemodus selecteren
Een combinatie van instellingen registreren die gebruikt kunnen worden
tijdens het opnemen (Voorkeursinstelling)
U kunt tot drie combinaties van uw favoriete menu-instellingen registreren. Als u
[Voorkeursinst. gebr.] selecteert in het [Voorkeuze]-menu, kunt u snel schakelen naar de
instellingen die u als voorkeursinstellingen geselecteerd hebt.
De voorkeursinstellingen registreren
Stel uw voorkeursmenu-instellingen in zoals het [Opname]-menu, [Bewegend beeld]-
menu en [Voorkeuze]-menu
Stel het menu in
[Voorkeuze] → [Geh voorkeursinst.]
Selecteer met voorkeursinstellingen (C1-C3) voor registratie en druk op [MENU/
SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
De volgende menuonderdelen worden niet als voorkeursinstellingen geregistreerd.
[Opname]-menu [Set-up]-menu [Afspelen]-menu
Gegevens geregistreerd met
[Gezicht herk.]
De instelling [Profiel instellen]
Alle menu’s [Scherm roteren]
[Foto's sorteren]
[Wissen bevestigen]
De voorkeursinstellingen gebruiken
Stel het menu in
[Voorkeuze] → [Voorkeursinst. gebr.]
Selecteer met de voorkeursinstelling
Druk op [MENU/SET]
De instellingen worden geschakeld naar die instellingen die u
als voorkeursinstellingen geselecteerd hebt.
50
i
Voorkeursinstellingen oproepen met de functieknop
Als u de functieknop instelt op [Voorkeursinst. gebr.], kunt u snel naar uw
voorkeursinstellingen schakelen door op de functieknop te drukken.
Wijs [Voorkeursinst. gebr.] aan uw voorkeursfunctieknop toe met [Fn knopinstelling] in
het [Voorkeuze]-menu (→37)
Druk op de functieknop waaraan [Voorkeursinst. gebr.] is toegewezen. Selecteer met
de voorkeursinstellingen en druk op [MENU/SET].
61
SQW0028
Basisbediening
De opnamemodus selecteren
Bij wijziging van de menu-instellingen
Zelfs als de menu-instellingen tijdelijk worden veranderd terwijl een van de aangepaste
instellingen is geselecteerd, blijven de huidig geregistreerde instellingen onveranderd.
Als u de momenteel geregistreerde instellingen wilt wijzigen, overschrijft u de
geregistreerde gegevens via [Geh voorkeursinst.] in het [Voorkeuze]-menu.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
In de [Intelligent auto]-modus
62
SQW0028
Basisbediening
De weergavegegevens schakelen op het
opnamescherm
U kunt de opnamegegevens (zoals pictogrammen voor diverse instellingen) en de
waterpas ook uitschakelen (→66).
1
Druk op de [DISP.]-knop om van scherm
te wisselen
• U kunt met [Scherm disp. stijl] en [LVF disp. stijl] in
het [Voorkeuze]-menu [ ] (weergave-indeling stijl
scherm) of [ ] (weergave-indeling stijl Live zoeker)
selecteren voor de weergave van het scherm en de
zoeker.
[ ] Weergave-indeling stijl scherm
• Het scherm wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven. (Voorbeeld van
weergave stijl scherm)
Met informatie
*
1
Zonder informatie
Met informatie
*
1
+
waterpas
Zonder informatie
+
waterpas
50
i
50
i
Uitgeschakeld
Scherm met
opnamegegevensscherm
*
2
*
1
Wanneer [Histogram] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], wordt er een histogram
weergegeven. (→64) Wanneer [Lichtmeter] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], wordt
de belichtingsmeter weergegeven. (→81)
*
2
Dit scherm wordt alleen weergegeven wanneer [Scherm info stijl] in het [Voorkeuze]-menu is
ingesteld op [ON]. (→65) Terwijl u de opnamegegevens op het scherm controleert, kunt u beelden
opnemen via de zoeker.
63
SQW0028
Basisbediening
De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm
[ ] Weergave-indeling stijl Live zoeker
• Het scherm wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven. (Voorbeeld van
weergave stijl zoeker)
Met informatie
(gedetailleerde
informatie)
*
Met informatie
Met informatie
(gedetailleerde informatie)
*
+
waterpas
Met informatie
+
waterpas
50
i
50
i
*
Wanneer [Histogram] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], wordt er een histogram
weergegeven. (→64) Wanneer [Lichtmeter] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], wordt de
belichtingsmeter weergegeven. (→81)
Als u ongeveer 1 minuut of langer geen bewerking uitvoert, wordt een deel van de informatie op
het scherm uitgeschakeld. Druk op de [DISP.]-knop als u de informatie weer wilt weergeven.
De schermweergavemethode schakelen
[Voorkeuze] → [Scherm disp. stijl]
[
]: Weergave-indeling stijl Live zoeker
[ ]: Weergave-indeling stijl scherm
De zoekerweergavemethode schakelen
[Voorkeuze] → [LVF disp. stijl]
[
]: Weergave-indeling stijl Live zoeker
[ ]: Weergave-indeling stijl scherm
64
SQW0028
Basisbediening
De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm
Histogramweergave in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Histogram] → [ON]/[OFF]
Stel met
de positie in.
Geeft de verdeling van de helderheid in het beeld weer
– als de grafiek bijvoorbeeld een piek aan de rechterkant
heeft, betekent dit dat er verschillende lichte gedeelten op
het beeld staan. Een piek in het midden wijst op optimale
helderheid (juiste belichting). Dit kunt u gebruiken als
vingerwijzing voor de belichtingscompensatie e.d.
(Bijvoorbeeld)
Donker ← OK → Licht
Wanneer het histogram niet hetzelfde is dat als van het opgenomen beeld onder de volgende
omstandigheden, wordt het histogram in oranje weergegeven:
Wanneer het hulpmiddel voor de handmatige belichting andere instellingen aangeeft dan 0 EV in
de [Handm. belicht.]-modus of tijdens belichtingscompensatie.
Wanneer de flitser flitst.
Wanneer de juiste belichting niet wordt verkregen of wanneer de helderheid van het scherm niet
nauwkeurig kan worden weergegeven in een donkere locatie.
Het histogram dat tijdens het opnemen wordt weergegeven, is alleen een referentie.
Het histogram is anders dan de histogrammen die worden weergegeven in de
beeldbewerkingssoftware op een computer.
65
SQW0028
Basisbediening
De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm
Weergave van de richtlijn in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Richtlijnen] → [ ]/[ ]/[ ]/[OFF]
• De richtlijn wordt niet weergegeven tijdens het opnemen van panoramafoto’s.
Wanneer u [
] selecteert, kunt u met de positie
instellen.
De opnamegegevens op het scherm in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Scherm info stijl] → [ON]/[OFF]
66
SQW0028
Basisbediening
De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm
Gebruik van de waterpas
Als u zeker wilt weten dat de camera niet schuin staat of kantelt, bijvoorbeeld als u een
beeld van een landschap opneemt, gebruikt u de waterpasindicatie als referentie.
1
Druk op de [DISP.]-knop om van scherm te wisselen
Druk op de knop om naar een ander scherm te gaan. Druk op de
knop totdat de waterpas wordt weergegeven.
2
Camerahoek corrigeren
Gebruik van de waterpas
De gele lijn geeft de huidige hoek aan. Corrigeer de hoek van de camera zodat deze
overeenkomt met de witte lijn.
Omhoog of omlaag
kantelen
In dit geval is deze omhoog
gericht.
Naar links of rechts
kantelen
In dit geval is de rechterkant
omlaag gezakt.
• Wanneer de camera zeer weinig of helemaal niet gekanteld is, wordt de waterpas
groen.
• Wanneer foto’s staand worden opgenomen, schakelt de waterpas automatisch naar
een stand voor de staande richting.
Zelfs wanneer de hoek min of meer wordt gecorrigeerd, kan er een fout zijn van ±1 graad.
Wanneer [Niveaumeting] aan een functieknop wordt toegewezen, kunt u de waterpas in- en
uitschakelen elke keer als u op de functieknop drukt.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Wanneer de camera wordt bewogen, wordt de waterpas mogelijk niet goed weergegeven.
De waterpas wordt mogelijk niet goed weergegeven of de richtingsdetectiefunctie (→53) werkt
mogelijk niet correct als de foto’s worden gemaakt als de camera recht omhoog of omlaag wijst.
67
SQW0028
Basisbediening
Uw beelden bekijken
1
Druk op de afspeelknop
2
Druk op of draai de bedieningsknop
om het beeld te selecteren dat moet
worden weergegeven
• Wanneer u op drukt en deze knop ingedrukt
houdt, worden de beelden na elkaar weergegeven.
• De afspeelsnelheid van beelden verschilt, afhankelijk
van de afspeelomstandigheden.
Afspelen beëindigen
Druk opnieuw op de afspeelknop of druk op de filmknop.
Het afspelen kan ook worden beëindigd door half indrukken van de ontspanknop.
Wanneer de camera naar het afspeelscherm wordt geschakeld, wordt de lensbuis na ongeveer
15 seconden ingetrokken.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Deze camera voldoet aan de DCF-normen (Design rule for Camera File system) die zijn opgesteld
door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) en aan het
Exif (Exchangeable image file formaat). Bestanden die niet voldoen aan DCF kunnen niet worden
afgespeeld.
Het is niet altijd mogelijk beelden die met andere camera’s gemaakt zijn, goed af te spelen op dit
apparaat of de functies van dit apparaat voor die beelden te gebruiken.
Beelden naar de WEB-services verzenden
Als u op drukt terwijl er één beeld wordt weergegeven, kunt u het beeld snel naar de
WEB-service verzenden. (→254)
68
SQW0028
Basisbediening
Uw beelden bekijken
Inzoomen en bekijken "zoom afspelen"
1
Beweeg de zoomhendel naar de T-zijde
Telkens wanneer u de zoomhendel in de richting van de T-zijde
beweegt, volgt een sterkere vergroting in vier stappen: 2x, 4x, 8x
en 16x. (De weergegeven beeldkwaliteit wordt achtereenvolgens
lager.)
Uitzoomen → beweeg de zoomhendel naar de W-zijde.
Zoompositie verplaatsen → Druk op
.
Huidige zoomstand
Zoom afspelen kan niet worden gebruikt tijdens het afspelen van films, tijdens de automatisch
schuivende weergave van panoramabeelden of tijdens continu afspelen.
Lijst van beelden bekijken "meerdere afspelen"
1
Beweeg de zoomhendel naar de W-zijde
Beweeg de zoomhendel naar de W-zijde en u kunt in de
volgende volgorde van weergavemethode wisselen: scherm met
1 beeld (volledig scherm) → scherm met 12 beelden → scherm
met 30 beelden → kalenderscherm. (Beweeg de hendel naar de
T-zijde om terug te keren.)
Wanneer u met de cursortoets een beeld selecteert en op
[MENU/SET] drukt op het scherm met 12 of 30 beelden, wordt
het geselecteerde beeld weergegeven op het scherm met 1
beeld (volledig scherm).
Beelden kunnen ook worden geselecteerd met de
bedieningsknop.
Beelden gemarkeerd met [!] kunnen niet worden weergegeven.
69
SQW0028
Basisbediening
Uw beelden bekijken
Beelden bekijken volgens hun opnamedatum "Kalender afspelen"
1
Draai de zoomhendel naar de W-zijde (groothoek) om
het kalenderscherm weer te geven
2
Selecteer met de opnamedatum en druk op
[MENU/SET]
Beelden worden weergegeven op een scherm met 12 beelden.
U kunt ook de datum selecteren met de bedieningsknop.
Geselecteerde datum
U kunt de kalender weergeven vanaf januari 2000 tot en met december 2099.
Alleen maanden waarin beelden zijn opgenomen, worden op het kalenderscherm weergegeven.
Beelden die zijn opgenomen zonder dat de klok was ingesteld, worden weergegeven met de
datum 1 januari 2014.
Beelden met de bestemmingsinstelling [Wereldtijd] verschijnen in de kalenderweergave met de
juiste datum voor de tijdzone van de bestemming.
70
SQW0028
Basisbediening
Uw beelden bekijken
Filmbeelden bekijken
Dit apparaat is ontworpen om films af te spelen in de formaten AVCHD en MP4.
1
Selecteer een beeld met het filmpictogram ([ ]) in
de afspeelmodus en druk op om te beginnen met
afspelen
Nadat het afspelen begint, wordt de verstreken speelduur
weergegeven op het scherm.
Sommige informatie wordt niet weergegeven voor films die zijn
opgenomen met [AVCHD].
Opnameduur voor films
Voorbeeld:
29 minuten en
30 seconden: [29m30s]
Bewerkingen tijdens het afspelen van films
: Pauzeren/afspelen
: Stoppen
: Snel terugspoelen (2 stappen
*
1
)/Beeld voor beeld terugspoelen
*
2
(wanneer wordt
gepauzeerd)
: Snel vooruitspoelen (2 stappen
*
1
)/Beeld voor beeld vooruitspoelen (wanneer wordt
gepauzeerd)
Bedieningsknop (linksom): Volume omlaag
Bedieningsknop (rechtsom): Volume omhoog
[MENU/SET]: Overnemen van foto’s uit films (wanneer wordt gepauzeerd) (→203)
*
1
Wanneer u weer op drukt, neemt de snelheid van het snel vooruit of achteruit afspelen toe.
*
2
Films die zijn opgenomen met [AVCHD] worden bij het terugspoelen beeld voor beeld getoond, met
tussenpozen van ongeveer 0,5 seconde.
• Als u op drukt tijdens snel vooruitspoelen of terugspoelen, wordt automatisch
teruggekeerd naar de normale afspeelsnelheid.
U kunt uw films bekijken op uw computer via het programma "PHOTOfunSTUDIO" op de
bijgeleverde dvd.
Films die zijn opgenomen door het beeldeffect (Filter) in te stellen op [Miniatuureffect], worden
afgespeeld op ongeveer 8 x de snelheid.
71
SQW0028
Basisbediening
De weergavegegevens van het afspeelscherm
schakelen
U kunt de weergave van beeldinformatie (bestandsnummer enzovoort) en opname-
informatie (instellingen die voor opname enzovoort worden gebruikt) uitschakelen
wanneer een beeld wordt afgespeeld.
1
Druk op de [DISP.]-knop om van scherm
te wisselen
• Het scherm wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven.
Met informatie
*
1
Gedetailleerde
informatieweergave
*
2
Histogramweergave
*
2
Zonder
informatie
*
1,
*
2,
*
3
10:00 1.DEC.2014
100-0001
100-00011/98
R
G
B
Y
Zonder informatie
*
1
Als u ongeveer 1 minuut of langer geen bewerking uitvoert, wordt een deel van de informatie op het
scherm uitgeschakeld. Druk op de [DISP.]-knop als u de informatie weer wilt weergeven.
*
2
Tijdens zoom afspelen, afspelen van films, automatisch schuivende weergave van panoramafoto’s,
continu afspelen of diashow: u kunt het scherm alleen in- of uitschakelen.
*
3
Dit scherm wordt alleen weergegeven wanneer [Highlight] (→72) in het [Voorkeuze]-menu is
ingesteld op [ON].
Een histogram van elke kleur, inclusief R (rood), G (groen), B (blauw) en Y (belichting) wordt
tijdens het afspelen afzonderlijk weergegeven.
Tijdens afspelen van meerdere foto’s of afspelen van de kalender: u kunt het scherm niet wijzigen.
72
SQW0028
Basisbediening
De weergavegegevens van het afspeelscherm schakelen
Weergave overbelichte gebieden in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Highlight] → [ON]/[OFF]
U kunt overbelichte gebieden (gebieden die te licht zijn en waar geen grijstinten zijn)
laten flitsen op het scherm wanneer de functie [Auto review] is geactiveerd of tijdens het
afspelen. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
• Om overbelichte gebieden te voorkomen,
neemt u een beeld op door negatieve
belichtingscompensatie in te stellen
(→135) waarbij u de histogramweergave
(→64) enzovoort als referentie gebruikt.
(De rechterrand van het histogram laat het
overbelichte gedeelte zien.)
• Deze functie wordt uitgeschakeld tijdens
meerdere afspelen, kalender afspelen of
zoom afspelen.
[ON] [OFF]
73
SQW0028
Basisbediening
Beelden verwijderen
Verwijderde beelden kunnen niet worden teruggehaald.
Beelden worden in de volgende gevallen niet verwijderd:
• Beveiligde beelden.
• Wanneer de kaartvergrendeling in de positie "LOCK" staat.
• Beelden die niet in de DCF-indeling staan. (→67)
Schakel tijdens de verwijdering de camera niet uit.
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler
(optioneel).
[Apart wissen]
1
Druk op de [ ]-knop om het weergegeven beeld te
verwijderen
2
Selecteer met [Apart wissen] en druk op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk
op [MENU/SET]
Apart wissenApart wissen
Multi wissen
Multi wissen
Alles wissen
Alles wissen
U kunt [Ja] of [Nee] als standaardinstelling instellen op het scherm ter
bevestiging van verwijdering wanneer u [Wissen bevestigen] uitvoert in het
[Afspelen]-menu. [Nee] is geselecteerd op het moment van aanschaf. (→223)
74
SQW0028
Basisbediening
Beelden verwijderen
Meerdere beelden wissen (tot 100 tegelijk)/Wissen van alle
beelden
Een groep beelden (→201) wordt behandeld als 1 beeld. (Alle beelden uit de
geselecteerde groep beelden worden verwijderd.)
1
Druk op de [ ]-knop terwijl u een beeld weergeeft
2
Selecteer met [Multi wissen]/[Alles wissen] en
druk op [MENU/SET]
Onderdelen kunnen ook worden geselecteerd door de
bedieningsknop te draaien.
Wanneer [Alles wissen] is geselecteerd
Een bevestigingsscherm wordt weergegeven. Selecteer [Ja]
en druk op [MENU/SET]
U kunt [Alles wissen behalve Favoriet] in [Alles wissen]
selecteren als er beelden zijn die zijn ingesteld als [Favorieten]
(→219).
Apart wissenApart wissen
Multi wissenMulti wissen
Alles wissen
Alles wissen
3
(Wanneer [Multi wissen] is geselecteerd)
Selecteer met een beeld en druk op
[MENU/SET]
Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
Beelden kunnen ook worden geselecteerd met de
bedieningsknop.
Geselecteerd beeld
Uitvoer.
4
(Wanneer [Multi wissen] is geselecteerd) Selecteer met [Uitvoer.] en druk op
[MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET]
Dit kan even duren, afhankelijk van het aantal beelden dat wordt verwijderd.
75
SQW0028
Opnamemodus
Foto’s opnemen met automatische instellingen
Modus [Intelligent auto]
Opnamemodus:
Deze modus wordt aanbevolen voor diegenen die direct willen fotograferen. De camera
optimaliseert de instellingen namelijk voor het onderwerp en de opnameomgeving.
De camera optimaliseert de instellingen en de volgende functies worden automatisch
geactiveerd.
• Automatische scènedetectie / tegenlichtcompensatie / [Gezicht/ogen detecteren] /
Automatische witbalans / Knop intelligente ISO-gevoeligheid / [Rode-ogencorr] /
[i.Zoom] / [I.resolutie] / [Stabilisatie] / [Int.dynamiek] / [Lang sl.n.red] / [Quick AF] /
[AF ass. lamp]
1
Druk op de [iA]-knop
De camera schakelt naar de [Intelligent auto]-modus.
• Wanneer u nogmaals op de [iA]-knop drukt, wordt
de opnamemodus omgeschakeld naar de functie
die is ingesteld met behulp van de diafragmaring en
sluitertijdknop.
2
Richt de camera op het onderwerp
• Wanneer de camera de optimale scène identificeert,
wordt het pictogram voor elke scène 2 seconden
blauw en verandert dit vervolgens in de normale rode
indicatie.
• Wanneer u op drukt en de ontspanknop half indrukt,
wordt Tracking AF geactiveerd. Voor meer informatie
(→117).
50
i
De bedieningsmodus van de [iA]-knop wijzigen
[Voorkeuze] → [iA schakelaar]
[1x drukken]: Wanneer u op de [iA]-knop drukt, schakelt de camera naar de [Intelligent
auto]-modus.
[Houdt ingedrukt]: Wanneer u op de [iA]-knop drukt en deze knop ingedrukt houdt,
schakelt de camera naar de [Intelligent auto]-modus.
76
SQW0028
Opnamemodus
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Automatische scènedetectie
Bij het opnemen van beelden
[i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro]
[i-Nachtportret]
*
1
[i-Nachtl.schap]
[i-Nachtop. uit
hand]
*
2
[i-Voedsel]
[i-Baby]
*
3
[i-Zonsonderg.] Als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt
*
1
Wanneer de flitser (bijgeleverd/optioneel) wordt gebruikt.
*
2
Wanneer [iHandh. nachtop.] is ingesteld op [ON]. (→78)
*
3
Wanneer kinderen (die met gezichtsherkenning in de camera zijn geregistreerd) onder 3 jaar
worden herkend.
Bij het filmen
[i-Portret] [i-Landschap] [i-Zacht licht] [i-Macro]
Als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt
• In [ ], [ ], en [ ] past de camera de scherpstelling aan op het oog dat zich het
dichtst bij dit apparaat bevindt en wordt de belichting op het gezicht afgestemd. In
de [Intelligent auto]-modus kan het oog waarop wordt scherpgesteld, niet veranderd
worden. ([Gezicht/ogen detecteren])
• Wanneer de camera [ ] als de optimale scène identificeert en als de camera
vaststelt dat beweging wordt verminderd door gebruik van een statief of een andere
methode, wordt een sluitertijd geselecteerd die langer is dan gewoonlijk. Nadat op de
ontspanknop is gedrukt, mag u de camera tijdens het opnemen niet bewegen.
• Automatische scènedetectie functioneert alleen als de scherpstelling op een onderwerp
is vergrendeld tijdens Tracking AF.
• Wanneer [Gezicht herk.] is ingesteld op [ON] en als de camera een gezicht herkent
dat identiek is aan een geregistreerd gezicht, wordt [R] in de rechterbovenhoek van de
pictogrammen [ ], [ ] en [ ] weergegeven.
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen er verschillende scènefuncties worden
gebruikt voor hetzelfde onderwerp.
Tegenlichtcompensatie
In de [Intelligent auto]-modus wordt tegenlichtcompensatie automatisch geactiveerd.
Tegenlicht is een situatie waarbij een onderwerp van achteren wordt belicht. Wanneer er
sprake is van tegenlicht, lijkt het onderwerp donkerder en zal de camera dit automatisch
proberen te corrigeren door de helderheld van de foto te verhogen.
77
SQW0028
Opnamemodus
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Gebruik van de flitser (bijgeleverd/optioneel)
1
Schakel de camera uit
2
Verwijder de bescherming flitsschoen
3
Bevestig de flitser
4
Zet de camera en de flitser AAN
Voor meer informatie (→176, 291).
Flitser
Wanneer u de [ON/OFF]-schakelaar voor de flitser (bijgeleverd/optioneel) op [OFF] zet,
wordt de flitser ingesteld op [
] (Flitser gedwongen UIT). Wanneer u de [ON/OFF]-
schakelaar op [ON] zet, wordt de flitser ingesteld op [ ] (Auto).
Wanneer de flitser wordt ingeschakeld, stelt de camera automatisch in op [ ], [ ]
(Auto/Rode-ogenreductie), [ ] of [ ], afhankelijk van het soort onderwerp en de
helderheid.
Wanneer [ ] of [ ] wordt weergegeven, wordt de functie [Rode-ogencorr] geactiveerd om
automatisch rode ogen te ontdekken en de beeldgegevens te corrigeren.
Wanneer [ ] of [ ] is geselecteerd, wordt de sluitertijd verkort.
Beschikbare menu’s
U kunt alleen de volgende menu’s instellen.
Menu Onderdeel
[Opname] [Fotoresolutie] / [Kwaliteit] / [AFS/AFF/AFC] / [Burstsnelh.] / [Zelfontspanner] /
[iHandh. nachtop.] / [iHDR] / [Intervalopname] / [Stop-motionanimatie] /
[Gezicht herk.]
[Bewegend beeld] [Opname-indeling]/[Opn. kwaliteit]/[AFS/AFF/AFC]
[Voorkeuze] [Stille modus]/[Richtlijnen]/[Rest-aanduiding]
[Set-up] Alle menuonderdelen kunnen worden ingesteld. (→41)
78
SQW0028
Opnamemodus
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Beelden opnemen met de camera in de hand
([iHandh. nachtop.])
Als er automatisch een nachtscène wordt herkend terwijl u de camera in de hand houdt,
kan [iHandh. nachtop.] een foto met minder beweging en minder ruis opnemen zonder
gebruik van een statief door een burst-reeks van beelden te combineren.
[Opname] → [iHandh. nachtop.] → [ON]/[OFF]
De kijkhoek wordt iets smaller.
Er verschijnt een bericht op het scherm dat er meerdere beelden worden opgenomen. Nadat de
ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burst-opname.
Wanneer de camera vast staat opgesteld op een statief of een andere manier, zal [ ] niet
herkend worden.
De flitser wordt vastgezet op de instelling [ ] (Flitser gedwongen UIT).
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Deze functie werkt niet voor foto’s terwijl filmbeelden worden opgenomen.
[iHandh. nachtop.] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling
[Automatische opname])
79
SQW0028
Opnamemodus
Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
Beelden tot één foto met een rijke gradatie combineren
([iHDR])
Als er bijvoorbeeld een groot contrast is tussen de achtergrond en het onderwerp, neemt
[iHDR] meerdere foto’s met verschillende belichting op en worden deze gecombineerd tot
één foto met een rijke gradatie.
[iHDR] wordt indien nodig geactiveerd. Wanneer deze functie geactiveerd wordt, wordt
[ ] op het scherm weergegeven.
[Opname] → [iHDR] → [ON]/[OFF]
De kijkhoek wordt iets smaller.
Er verschijnt een bericht op het scherm dat er meerdere beelden worden opgenomen. Nadat de
ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burst-opname.
Aangezien er een burst aan foto’s wordt gecombineerd na het opnemen, kan het even duren
voordat u opnieuw een foto kunt maken.
Bij een samengesteld beeld na een burstopname kunnen er nabeelden verschijnen als het
onderwerp bewoog.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Deze functie werkt niet voor foto’s terwijl filmbeelden worden opgenomen.
[iHDR] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Bij het gebruik van de flitser
Wanneer [Burstfunctie] wordt gebruikt
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling
[Automatische opname])
80
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de
sluitertijd ingesteld zijn
Opnamemodus:
U kunt de belichting instellen met de instellingen van de diafragmaring en de
sluitertijdknop.
In het menu [Opname] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
U kunt ook beelden opnemen door beeldeffecten toe te passen. (→89)
1
Draai de diafragmaring en de sluitertijdknop om uw
voorkeursopnamemodus in te stellen
Stel de diafragmaring in op een stop met een klik.
Zet gelijk
met de
indicator
Opnamemodus Diafragmaring Sluitertijdknop
[Program AE]-modus (→81) [A] (AUTO) [A] (AUTO)
[Lensopeningspr.]-modus (→83)
Uw voorkeursinstellingen
*
1
[A] (AUTO)
[Sluiterprioriteit]-modus (→84) [A] (AUTO)
Uw voorkeursinstellingen
*
2
[Handm. belicht.]-modus (→86)
Uw voorkeursinstellingen
*
1
Uw voorkeursinstellingen
*
2
• In de [Lensopeningspr.]-modus, de [Sluiterprioriteit]-modus en de [Handm. belicht.]-
modus wordt het effect van de diafragmawaarde en de sluitertijd die u ingesteld hebt,
niet op het opnamescherm toegepast. Gebruik de [Voorvertoning]-modus om het effect
op het opnamescherm te controleren.(→88)
De helderheid van het scherm kan afwijken van de feitelijk opgenomen beelden.
Controleer de helderheid van beelden op het afspeelscherm.
Bij het filmen kan er wel eens een snellere sluitertijd dan uw gekozen sluitertijd worden
toegepast.
*
1
U kunt diafragmawaarden instellen tussen F1.7 en F16.
Sommige waarden kunt u niet selecteren, afhankelijk van de zoompositie.
*
2
U kunt de sluitertijd instellen tussen 1 seconde en 1/4000 seconde.
Draai in de volgende gevallen aan de bedieningsring of de bedieningsknop om de sluitertijd in te
stellen.
Kortere tijd dan 1/4000 seconde of langere sluitertijd dan 1 seconde
Instelling sluitertijd in stappen van 1/3 EV
81
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd
automatisch ingesteld zijn ([Program AE]-modus)
Beelden opnemen met automatische diafragmawaarden en sluitertijdinstellingen in
overeenstemming met de helderheid van een onderwerp.
1
Draai de diafragmaring om [A] (AUTO) te selecteren
2
Draai de sluitertijdknop om [A] (AUTO) te selecteren
De [Program AE]-modus wordt ingesteld en het pictogram van de
opnamemodus verandert in [P].
3
Druk de ontspanknop half in
Als de diafragmawaarde en de sluitertijd rood knipperen, hebt u
niet de juiste belichting.
2500 125 60 30 15
5.64.02.0 2.8
Indicatie Programme Shift
4
Draai terwijl de numerieke waarden in geel worden weergegeven (ongeveer
10 seconden), de bedieningsknop om de waarden te wijzigen met Programme
Shift (→82)
Om Programme Shift te annuleren, schakelt u de camera uit of draait u de bedieningsknop
totdat de indicatie Programme Shift uitgaat.
U corrigeert de belichting door met de belichtingscompensatieknop de compensatiewaarde aan
te passen. (→135)
Weergave belichtingsmeter in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Lichtmeter] → [ON]/[OFF]
Wanneer u deze functie instelt op [ON], wordt een
belichtingsmeter weergegeven tijdens Programme Shift, de
diafragma-instelling en de bediening van de sluitertijd.
Een juiste belichting is niet mogelijk in het bereik dat met
rood wordt aangeduid.
Als de belichtingsmeter niet wordt weergegeven, drukt u
op de [DISP.]-knop om de weergave van het scherm te
schakelen. (→62)
De belichtingsmeter gaat uit als er ongeveer 4 seconden
geen bewerking wordt uitgevoerd.
Belichtingsmeter
2500 125 60 30 15
5.64.02.0 2.8
82
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn
Informatie over Programme Shift
De functie voor het behouden van dezelfde belichting (helderheid) terwijl u de combinatie
van sluitertijd en diafragmawaarde verandert, heet "Programme Shift". Met "Programme
Shift" kunt u beelden opnemen door de sluitertijd en de diafragmawaarde aan te passen,
zelfs in de [Program AE]-modus.
<Voorbeeld van Programme Shift>
1.4
2.0
2.8
4.0
5.6
8.0
11
16
22
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1613 14 15
1
1/2
1/4
1/8
1/15
1/30
1/60
1/125
1/250
1/500
1/1000
1/2000
1/4000
1/8000
1/16000
17
18
19
20
21
22
23
24
25
(Diafragmawaarde)
(EV)
(Sluitertijd)
Hoeveelheid Programme Shift
Programme Shift-diagram
Limiet Programme Shift
EV is een afkorting van "Exposure Value", een eenheid die de hoeveelheid belichting aanduidt. EV
verandert wanneer de diafragmawaarde of de sluitertijd wordt veranderd.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Programme Shift kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Tijdens het opnemen van films
Als [Gevoeligheid] op [
] staat
83
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn
Beelden opnemen door de diafragmawaarde in te stellen
([Lensopeningspr.]-modus)
Wanneer de diafragmawaarde wordt verhoogd, wordt de scherptediepte groter, en
is het beeld scherp van vlak voor de camera tot op de achtergrond. Wanneer de
diafragmawaarde wordt verlaagd, wordt de scherptediepte kleiner en kan de achtergrond
wazig worden.
1
Draai de sluitertijdknop om [A] (AUTO) te selecteren
2
Draai de diafragmaring om de diafragmawaarde te
selecteren
De [Lensopeningspr.]-modus wordt ingesteld en het pictogram van
de opnamemodus verandert in [A].
U corrigeert de belichting door met de
belichtingscompensatieknop de compensatiewaarde aan te
passen. (→135)
Diafragmawaarden
die kunnen worden
ingesteld
*
Ingestelde sluitertijd (seconden)
F1.7 - F16
60 - 1/4000
(wanneer de mechanische sluiter wordt
gebruikt)
1 - 1/16000
(wanneer de elektronische sluiter wordt
gebruikt)
*
Sommige waarden kunt u niet selecteren, afhankelijk van de
zoompositie.
605 30 15 8 4
8.0 11 16
Diafragmawaarde
Belichtingsmeter
Wanneer u de diafragmaring draait, wordt er een belichtingsmeter weergegeven. Als de
juiste belichting niet wordt bereikt, worden de numerieke waarden van het diafragma in rood
weergegeven.
Als de juiste belichting niet wordt bereikt wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de
numerieke waarden van het diafragma en de sluitertijd in knipperend rood weergegeven.
84
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn
Beelden opnemen door de sluitertijd in te stellen
([Sluiterprioriteit]-modus)
Wanneer u de sluitertijd verlengt, kunt u beweging verminderen wanneer u een
onderwerp opneemt. Wanneer u de sluitertijd verkort, wordt de beweging van het
onderwerp weergegeven.
1
Draai de diafragmaring om [A] (AUTO) te selecteren
2
Draai de sluitertijdknop om de sluitertijd te selecteren
De [Sluiterprioriteit]-modus wordt ingesteld en het pictogram van de
opnamemodus verandert in [S].
U corrigeert de belichting door met de
belichtingscompensatieknop de compensatiewaarde aan te
passen. (→135)
Sluitertijden die kunnen worden ingesteld
(seconden)
Ingestelde
diafragmawaarde
60 - 1/4000
(wanneer de mechanische sluiter wordt
gebruikt)
1 - 1/16000
(wanneer de elektronische sluiter wordt
gebruikt)
F1.7 - F16
8 15 30 60 125
2.02.85.68.01 4.0
Sluitertijd
Belichtingsmeter
Instelling van de sluitertijd op waarden die niet staan aangegeven op de
sluitertijdknop
Draai de bedieningsring of bedieningsknop om de volgende sluitertijden in te stellen. Controleer de
sluitertijd op het scherm.
Zie voor meer informatie over het instellen van de sluitermodus (→140).
Kortere tijd dan 1/4000 seconde of langere sluitertijd dan 1 seconde
Draai de sluitertijdknop om [4000-] of [1+] te selecteren
Draai de bedieningsring of bedieningsknop om de sluitertijd te selecteren
Sluitertijdinstelling in stappen van 1/3 EV
U kunt de sluitertijd in het bereik van ± 2/3 stappen van de instelwaarde van de sluitertijdknop
instellen.
Voorbeeld: De sluitertijd op 1/400 seconde instellen
Draai de sluitertijdknop om [500] te selecteren
Draai de bedieningsring of de bedieningsknop om [400] te selecteren
85
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn
Wanneer u de sluitertijdknop draait, wordt er een belichtingsmeter weergegeven. Als de juiste
belichting niet wordt bereikt, wordt de numerieke waarde van de sluitertijd in rood weergegeven.
Als de juiste belichting niet wordt bereikt wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de
numerieke waarden van het diafragma en de sluitertijd in knipperend rood weergegeven.
Als u de opnamemodus naar de [Sluiterprioriteit]-modus schakelt wanneer [Gevoeligheid] is
ingesteld op [
], verandert [Gevoeligheid] in [AUTO].
We raden u aan een statief of de zelfontspanner te gebruiken bij een lange sluitertijd.
86
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn
Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in
te stellen ([Handm. belicht.]-modus)
Bepaal de belichting door de diafragmawaarde en de sluitertijd handmatig in te stellen.
Het hulpmiddel voor handmatige belichting verschijnt op het onderste gedeelte van het
scherm om de belichting aan te duiden.
1
Draai de diafragmaring om de diafragmawaarde te
selecteren
2
Draai de sluitertijdknop om de sluitertijd te selecteren
De [Handm. belicht.]-modus wordt ingesteld en het pictogram van
de opnamemodus verandert in [M].
Diafragmawaarden
die kunnen worden
ingesteld
*
1
Sluitertijden die kunnen worden
ingesteld
*
2
(seconden)
F1.7 - F16
T (Time),
60 - 1/4000
(wanneer de mechanische sluiter wordt
gebruikt)
1 - 1/16000
(wanneer de elektronische sluiter wordt
gebruikt)
*
1
Sommige waarden kunt u niet selecteren, afhankelijk van de
zoompositie.
*
2
Sommige sluitertijden kunt u mogelijk niet selecteren, afhankelijk
van de diafragmawaarde.
60 125 250 500 1
000
5.64.02.0 2.8
Sluitertijd
Hulpmiddel voor
handmatige
belichting
Diafragmawaarde
Belichtingsmeter
Instelling van de sluitertijd op waarden die niet staan aangegeven op de
sluitertijdknop
Draai de bedieningsring of bedieningsknop om de volgende sluitertijden in te stellen. Zie voor de
instelprocedures (→84).
Kortere tijd dan 1/4000 seconde of langere sluitertijd dan 1 seconde
Instelling sluitertijd in stappen van 1/3 EV
Als de juiste belichting niet wordt bereikt wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de
numerieke waarden van het diafragma en de sluitertijd in knipperend rood weergegeven.
Als u de opnamemodus naar de [Handm. belicht.]-modus schakelt wanneer [Gevoeligheid] is
ingesteld op [
], verandert [Gevoeligheid] in [AUTO].
We raden u aan een statief of de zelfontspanner te gebruiken bij een lange sluitertijd.
87
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn
Hulpmiddel bij handmatige belichting (schatting)
Beelden worden met standaardhelderheid weergegeven (juiste belichting).
Beelden worden helderder weergegeven. Gebruik voor de juiste belichting een
kortere sluitertijd of verhoog de diafragmawaarde.
Beelden worden donkerder weergegeven. Gebruik voor de juiste belichting een
langere sluitertijd of verlaag de diafragmawaarde.
Informatie over T (time)
Wanneer u de sluitertijd instelt op T (time) en de ontspanknop helemaal indrukt, gaat de
sluiter open. (Maximaal ongeveer 120 seconden)
Wanneer u opnieuw op de ontspanknop drukt, gaat de sluiter dicht. Gebruik deze functie
wanneer u de sluiter lange tijd open wilt houden, bijvoorbeeld om opnamen van vuurwerk
of nachtscènes te maken.
• Wanneer u beelden opneemt met de sluitertijd ingesteld op T (time), dient u een
volledig opgeladen batterij te gebruiken (→20).
• Het hulpmiddel voor de handmatige belichting wordt niet weergegeven.
• Als u de sluitertijd instelt op T (time) wanneer [Gevoeligheid] is ingesteld op [AUTO],
verandert [Gevoeligheid] in [200].
• U kunt deze functie niet gebruiken wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt.
• U kunt deze functie alleen gebruiken in de [Handm. belicht.]-modus.
Wanneer u beelden opneemt met de sluitertijd ingesteld op T (time), raden
wij u aan op afstand op te nemen met een statief of een smartphone als een
ontspanknop op afstand (→228, 234) om beweging te voorkomen.
Wanneer u beelden opneemt met de sluitertijd ingesteld op T (time), kunnen
de beelden een hoog ruisniveau vertonen. Als u ruis wilt onderdrukken, raden
we u aan beelden op te nemen door [Lang sl.n.red] in te stellen op [ON] in het
[Opname]-menu. (→113)
Voorbeeld van de geselecteerde diafragmawaarde- en
sluitertijdeffecten op het opnamescherm in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Constant preview] (M-modus) → [ON]/[OFF]
Deze functie is niet beschikbaar wanneer de flitser wordt gebruikt.
U kunt deze functie alleen gebruiken in de [Handm. belicht.]-modus.
88
SQW0028
Opnamemodus
Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn
De effecten van de diafragmawaarde en de sluitertijd
controleren ([Voorvertoning]-modus)
Opnamemodus:
Met de [Voorvertoning]-modus kunt u de effecten van de geselecteerde diafragmawaarde
en sluitertijd controleren.
Het effect van de geselecteerde diafragmawaarde controleren: hiermee kunt u de
scherptediepte (het scherpstelbereik) controleren door fysiek de diafragmabladen van de lens
te versmallen naar de diafragmawaarde die voor de daadwerkelijke opname wordt gebruikt.
Het effect van de geselecteerde sluitertijd controleren: hiermee kunt u beweging in een scène
controleren door het scherm weer te geven op de sluitertijd die voor de daadwerkelijke opname wordt
gebruikt. Wanneer de sluitertijd wordt verlengd, wordt het scherm weergegeven alsof het beeld omlaag
valt. Met deze functie kunt u het effect controleren wanneer u een beeld in een scène wilt vastleggen
door de beweging te stoppen, bijvoorbeeld wanneer u een beeld van stromend water opneemt.
1
Wijs [Voorvertoning] aan de functieknop toe (→37)
De volgende stap is een voorbeeld van het toewijzen van [Voorvertoning] aan de [Fn1]-knop.
2
Druk op de [Fn1]-knop om naar het bevestigingsscherm te schakelen
Elke keer als u op de [Fn1]-knop drukt, wordt het scherm geschakeld.
Normaal opnamescherm
Effect van
diafragmawaarde
Effect van sluitertijd
Sluitertijdeffect aan
Fn1
Sluitertijdeffect uit
Fn1
Scherptedieptekenmerk
Opnameomstandigheden
Diafragmawaarde Klein Groot
Brandpuntsafstand Tele Groothoek
Afstand tot een
onderwerp
Dichtbij Veraf
Scherptediepte
(Scherpstelbereik)
Ondiep (smal)
Voorbeeld:
Een foto maken door de
achtergrond opzettelijk
onscherp te maken
Diep (breed)
Voorbeeld:
Een foto maken door de scherpstelling
aan te passen terwijl ook de
achtergrond mee wordt gewogen
U kunt zelfs als de [Voorvertoning]-modus geactiveerd is, een foto maken.
Het bereikt waarin u het effect van een geselecteerde sluitertijd kunt controleren, ligt tussen de 8
seconden en 1/16000 seconde.
89
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten
(Filter)
Opnamemodus:
U kunt uw eigen instellingen selecteren uit diverse effecten en foto’s maken terwijl u
deze effecten op het scherm controleert. U kunt de gewenste effecten voor een beeld
instellen door een voorbeeld te selecteren. U kunt beeldeffecten toevoegen terwijl u een
panoramafoto maakt.
1
Druk op de [FILTER]-knop
2
Druk op of draai de bedieningsknop
om het beeldeffect (Filter) te selecteren
• U kunt kiezen uit 22 beeldeffecten (Filter). (→92 - 99)
• Het beeldeffect van het door u gekozen voorbeeld
wordt toegepast op het beeld dat wordt getoond in de
voorbeeldweergave.
Voorbeeldweergave
No
Effect
3
Druk op [MENU/SET]
De weergave van een beeld met een geselecteerd
beeldeffect verschijnt op het scherm.
Voorbeeld: wanneer het beeldeffect ([Zonneschijn])
wordt geselecteerd in de [Program AE]-
modus
Beeldeffecten
(Dit wordt niet weergegeven wanneer [Geen
effect] is geselecteerd.)
Het beeldeffect aanpassen (→91)
(Dit wordt alleen weergegeven wanneer een
beeldeffect wordt geselecteerd.)
Wijzigen van het beeldeffect (Filter)
Druk nogmaals op de [FILTER]-knop en verricht weer de zelfde handelingen van stap
2
hierboven.
90
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de opnamemodus wordt gewijzigd
of de camera wordt uitgeschakeld.
Als u geen foto-effecten wilt toevoegen, selecteert u [Geen effect].
Wanneer u een beeldeffect instelt, worden de volgende instellingen vastgezet.
Witbalans: [AWB]
[Fotostijl]: [Standaard]
[Schaduw markeren]: [Standaard]
[Int.dynamiek]: [OFF]
[HDR]: [OFF]
[Kleurruimte]: [sRGB]
De flitser wordt ingesteld op [ ] (Flitser gedwongen UIT).
De weergave van een beeld dat een afspiegeling is van een geselecteerd effect in het voorbeeld-
of opnamescherm kan afwijken van de werkelijk opgenomen beelden.
De weergave van een selectiescherm schakelen voor het toepassen van
beeldeffecten (Filter)
1
Druk op de [DISP.]-knop om van weergave te wisselen
Elke keer als u op de [DISP.]-knop drukt, verandert het scherm voor de geselecteerde
beeldeffecten.
Wanneer u het scherm naar de instructieweergave schakelt, verschijnt er een beschrijving van
de beeldeffecten.
Normale weergave Instructieweergave Lijstweergave
No
Effect
No
Effect
No
Effect
91
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Beeldeffecten aan uw voorkeuren aanpassen
U kunt de instellingsomstandigheden (zoals de mate en kleur van een effect) van de
beeldeffecten aan uw voorkeuren aanpassen.
1
Druk op om het instelscherm weer te geven
2
Draai de bedieningsknop om de
instellingsomstandigheden van de beeldeffecten aan
te passen
De instellingen die kunnen worden aangepast, verschillen
afhankelijk van het geselecteerde beeldeffect. Raadpleeg
"Onderdelen die kunnen worden ingesteld" voor het bijbehorende
beeldeffect.
Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te
keren.
Wanneer u beeldeffecten selecteert, verschijnt [
] op het
scherm.
Als u de huidige instelling niet wilt wijzigen, selecteert u het
middelpunt (standaard) in de balk voor het aanpassingsniveau.
Twee foto’s maken met en zonder beeldeffecten
([Gelijktijdig zond. filter])
U kunt twee foto’s tegelijk maken door één keer op de ontspanknop te drukken; één met
en één zonder effecten.
[Opname] → [Gelijktijdig zond. filter]
Instellingen: [ON]/[OFF]
Wanneer [ON] is ingesteld, wordt er een foto gemaakt met de effecten toegepast en vervolgens een
foto zonder de effecten.
Voor een foto gemaakt zonder toegepaste effecten, worden dezelfde menu-instellingen gebruikt als
wanneer de beeldeffecten (Filter) zijn toegepast. De volgende instellingen liggen vast.
Witbalans: [AWB] (U kunt geen verfijningen uitvoeren.)
[Int.dynamiek]: [OFF]
Na het maken van de foto geeft [Auto review] alleen de foto weer waarop de effecten zijn toegepast.
Als u deze functie instelt op [ON], Burst, Auto Bracket, Bracket voor beeldverhouding,
Bracketinstelling voor witbalans, [Intervalopname], worden [Stop-motionanimatie] en het maken
van panoramafoto’s uitgeschakeld.
Deze functie is uitgeschakeld tijdens het opnemen van films.
92
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89).
[Expressief]
Dit effect benadrukt de kleur om een foto in popartstijl te maken.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Levendigheid Gedempte kleuren Opvallende kleuren
[Retro]
Dit effect geeft een verbleekt beeld.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Kleur Geelachtige kleuren Roodachtige kleuren
[Vroeger]
Dit effect voegt een helder, zacht en nostalgisch gevoel aan de
algehele foto toe.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Contrast Minder contrast Meer contrast
[Overbelichting]
Dit effect voegt een helder, luchtig en zacht gevoel aan de algehele
foto toe.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Kleur
Rozeachtige
kleuren
Lichtblauwachtige
kleuren
Wanneer u een panoramafoto maakt in een scène met weinig licht, kunt u
mogelijk de gewenste resultaten niet bereiken.
93
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89).
[Donker]
Dit effect voegt een donker en ontspannen gevoel aan de algehele
foto toe en versterkt lichte gedeelten.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Kleur
Roodachtige
kleuren
Blauwachtige kleuren
[Sepia]
Dit effect maakt een beeld in sepia.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Contrast Minder contrast Meer contrast
[Zwart-wit]
Dit effect maakt een zwart-witfoto.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Kleur Geelachtige kleuren Blauwachtige kleuren
[Dynamisch zwart/wit]
Dit effect geeft een hoger contrast om een indrukwekkende zwart-
witfoto te creëren.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Contrast Minder contrast Meer contrast
94
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89).
[Ruw zwart-wit]
Dit effect maakt een zwart-witfoto met korrelige ruis.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Korrelig
beeldeffect
Zwak korrelig
beeldeffect
Sterk korrelig beeldeffect
Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een
lichte vertraging vergeleken met normale opnamen.
[Zacht zwart-wit]
Dit effect vervaagt het algehele beeld om een zwart-witfoto een zacht
gevoel te geven.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Mate van
onscherpte
Enigszins onscherp
Zeer onscherp
Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een
lichte vertraging vergeleken met normale opnamen.
[Expressieve indruk]
Dit effect geeft uw foto een dramatisch contrast.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Levendigheid Zwart-wit Opvallende kleuren
Bij het opnemen van een panoramabeeld kunnen de naden tussen de
achtereenvolgens genomen, aan elkaar geplakte beelden wel eens zichtbaar zijn.
[Hoge dynamiek]
Dit effect produceert de optimale helderheid voor zowel donkere als
lichte gedeelten.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Levendigheid Zwart-wit Opvallende kleuren
95
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89).
[Kruisproces]
Dit effect geeft uw foto dramatische kleuren.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Kleur
Groenachtige kleuren/blauwachtige kleuren/
geelachtige kleuren/roodachtige kleuren
[Speelgoedcam.effect]
Dit effect vervaagt de helderheid van randgebieden om de indruk te
wekken van een speelgoedcamera.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Kleur Oranjeachtige kleur Blauwachtige kleuren
[Speelgoedcamera levendig]
Dit effect geeft een levendig en helder beeld met het uiterlijk van een
speelgoedcamera.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Bereik waarin de
helderheid van
de randen wordt
verminderd.
Klein
Groot
[Bleach bypass]
Dit effect geeft een hoger contrast en een lagere verzadiging om een
kalme en rustige foto te creëren.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Contrast Minder contrast Meer contrast
96
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89).
[Miniatuureffect]
Dit effect vervaagt randgebieden om de indruk te wekken van een
diorama.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Levendigheid Gedempte kleuren Opvallende kleuren
Een beeld onscherp maken
U kunt de indruk wekken van een diorama door opzettelijk
een onscherp gebied en een scherpstelgebied te maken
met [Miniatuureffect]. U kunt de opnamerichting (richting
van het onscherpe gebied), de positie en de grootte van het
scherpstelgebied instellen.
Druk op de [Fn1]-knop
Druk op of om het scherpstelgebied (kader) te
verplaatsen
Draai de bedieningsknop om de grootte van het
scherpstelgebied (kader) te selecteren
Druk op [MENU/SET]
Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, wordt de oorspronkelijke
instelling hersteld.
Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een lichte vertraging
vergeleken met normale opnamen.
Er wordt geen geluid opgenomen voor films.
Bij het opnemen van een film is de voltooide opname ongeveer 1/8 deel van de daadwerkelijk
opgenomen tijd. (Als u 8 minuten film opneemt, is de uiteindelijke opnametijd van de film ongeveer
1 minuut.) De opnametijd die op de camera wordt weergegeven, is ongeveer 8 x zo lang als de
werkelijke tijd die nodig is voor de opname. Wanneer de opnamemodus wordt gewijzigd, dient u de
opnametijd te controleren.
Als u te vroeg stopt bij het opnemen van een film, kan het zijn dat de camera nog enige tijd doorgaat
met opnemen. Houd de camera in positie totdat de opname wordt stopgezet.
Als [MF] als scherpstelmodus geselecteerd is, verplaatst u het schepstelgebied naar de positie
waarin de scherpstelling is aangepast.
97
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89).
[Zachte focus]
Dit effect vervaagt het algehele beeld om een zacht gevoel te geven.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Mate van
onscherpte
Enigszins onscherp
Zeer onscherp
Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een
lichte vertraging vergeleken met normale opnamen.
[Fantasie]
Dit effect creëert een fantastisch beeld in een bleke kleurtint.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Levendigheid Gedempte kleuren Opvallende kleuren
[Sterfilter]
Dit effect transformeert speldenprikjes licht in een stereffect.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Lengte van de
lichtstralen
Lichtstralen zijn kort
Lichtstralen zijn lang
Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een
lichte vertraging vergeleken met normale opnamen.
98
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89).
[Kleuraccent]
Dit effect laat één geselecteerde kleur over om indruk te maken.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Hoeveelheid
behouden kleur
Er blijft een klein
beetje kleur
behouden
Er blijft veel kleur
behouden
Kleur selecteren
Druk op de [Fn1]-knop
Selecteer met de kleur die u wilt behouden en
druk op [MENU/SET]
Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, wordt de oorspronkelijke
instelling hersteld.
Bij sommige onderwerpen kan de geselecteerde kleur niet worden behouden.
99
SQW0028
Beeldeffecten (Filter)
Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter)
Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89).
[Zonneschijn]
Dit effect creëert een lichtovergoten scène.
Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op om het
instelscherm weer te geven)
Kleur
Geelachtige kleuren/roodachtige kleuren/
blauwachtige kleuren/witachtige kleuren
De lichtbron instellen
Druk op de [Fn1]-knop
Druk op om het midden van de lichtbron naar
een andere positie te verplaatsen
U kunt het midden van de lichtbron naar de rand van het
scherm verplaatsen.
Tips voor het plaatsen van het midden
van de lichtbron
U kunt het midden van de lichtbron naar een punt buiten
het beeld verplaatsen om een natuurlijkere afwerking te
bereiken.
Draai de bedieningsknop om de grootte van de lichtbron aan te passen
U kunt uit vier formaten voor de lichtbron kiezen.
Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, wordt de oorspronkelijke instelling hersteld.
Druk op [MENU/SET]
Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een lichte vertraging
vergeleken met normale opnamen.
100
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De beeldkwaliteit aanpassen met effecten
[Fotostijl]
Opnamemodus:
U kunt de kleuren en de beeldkwaliteit aanpassen op basis van het concept van het beeld
dat u wilt maken.
[Opname] → [Fotostijl]
[Standaard] Standaardinstelling.
[Levendig] Instelling met iets meer contrast en verzadiging.
[Natuurlijk] Instelling met iets minder contrast.
[Zwart-wit]
Instelling die een beeld maakt met alleen monochrome grijstinten,
zoals zwart en wit.
[Landschap]
Instelling die een beeld maakt met levendige kleuren voor de blauwe
lucht en voor het groen.
[Portret] Instelling die het uiterlijk van een gezonde huidskleur geeft.
[Custom]
Instelling voor het gebruik van kleuren en beeldkwaliteit die van
tevoren zijn geregistreerd.
[Fotostijl] is vastgezet op [Standaard] wanneer het filter (beeldeffect) wordt ingesteld.
Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-menu. Als
een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere
menu ook automatisch worden gewijzigd.
101
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De beeldkwaliteit aanpassen met effecten [Fotostijl]
De beeldkwaliteit aanpassen
Druk op om het type fotostijl te selecteren
Standaard
Druk op om een onderdeel te selecteren en druk op om het aan te passen
[Contrast]
[+] Hiermee vergroot u het contrast in een foto.
[–] Hiermee verkleint u het contrast in een foto.
[Scherpte]
[+] Hiermee versterkt u de contouren in een foto.
[–] Hiermee verzacht u de contouren in een foto.
[Ruisreductie]
[+]
Hiermee versterkt u het ruisonderdrukkingseffect om ruis
te onderdrukken. Door deze instelling kan de resolutie iets
afnemen.
[–]
Hiermee verkleint u het ruisonderdrukkingseffect om een
beeldkwaliteit met een duidelijkere resolutie te krijgen.
[Verzadiging]
*
1
[+] Opvallende kleuren
[–] Gedempte kleuren
[Kleurtoon]
*
1
[+] Blauwachtige kleuren
[–] Geelachtige kleuren
[Filtereffect]
*
2
[Geel]
Hiermee vergroot u het contrast van een onderwerp.
(Effect: laag)
Hiermee wordt blauwe lucht duidelijk vastgelegd.
[Oranje]
Hiermee vergroot u het contrast van een onderwerp.
(Effect: middel)
Hiermee wordt blauwe lucht met levendige kleuren vastgelegd.
[Rood]
Hiermee vergroot u het contrast van een onderwerp.
(Effect: hoog)
Hiermee wordt blauwe lucht met nog levendigere kleuren
vastgelegd.
[Groen]
Hiermee worden gedempte kleuren toegepast voor de
huid en lippen van een persoon. Hiermee worden groene
bladeren benadrukt en lichter gemaakt.
[Uit]
*
1
[Kleurtoon] wordt alleen weergegeven wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd. Anders wordt
[Verzadiging] weergegeven.
*
2
[Filtereffect] wordt alleen weergegeven wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd.
Wanneer de beeldkwaliteit wordt aangepast, wordt [+] in het pictogram weergegeven.
Druk op [MENU/SET]
U kunt de instelling voor de aangepaste beeldkwaliteit registreren onder [Custom]
Voer de aanpassing van de beeldkwaliteit uit in stap van "De beeldkwaliteit
aanpassen" en druk op de [DISP.]-knop
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET]
102
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
Lichte partijen en schaduwen aanpassen
[Schaduw markeren]
Opnamemodus:
U kunt de lichte partijen en schaduwen in een beeld aanpassen terwijl u de helderheid
van deze gebieden op het scherm controleert.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Schaduw markeren]
2
Druk op om de optie te selecteren
([Standaard]) Geen aanpassingen.
([Hoger contrast])
U maakt de lichte partijen lichter en de schaduwpartijen
donkerder.
([Lager contrast])
U maakt de lichte partijen donkerder en de schaduwpartijen
lichter.
([Schaduw lichter
maken])
U maakt de schaduwpartijen lichter.
/ / (Aangepast)
U kunt een aangepaste registratievorm instellen.
3
Draai de bedieningsring om de helderheid
van de lichte gebieden aan te passen
en draai de bedieningsknop om de
helderheid van de donkere gebieden aan
te passen
• Als u uw voorkeursinstellingen wilt registreren,
drukt u op
om het doelpictogram voor registratie
te selecteren (Custom 1 ([ ]), Custom 2 ([ ]) en
Custom 3 ([ ])).
Licht gebied
Schaduwgebied
Voorbeeldweergave
4
Druk op [MENU/SET]
U kunt op de [DISP.]-knop drukken op het scherm voor het aanpassen van de helderheid om de
schermweergave te schakelen.
De instellingen geregistreerd in [ ], [ ] of [ ] blijven behouden, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
De instellingen aangepast in [ ], [ ], [ ] of [ ] worden naar de standaardinstellingen hersteld
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-menu. Als
een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere
menu ook automatisch worden gewijzigd.
103
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De witbalans aanpassen
Opnamemodus:
In zonlicht, onder kunstlicht of in andere soortgelijke omstandigheden waar de kleur wit
een rood- of blauwzweem krijgt, kunt u met dit onderdeel de kleur van wit aanpassen die
het dichtst bij de kleur is die het oog opmerkt in overeenstemming met de lichtbron.
1
Druk op de [WB]-knop ( )
2
Draai de bedieningsknop om de witbalans
te selecteren en druk op [MENU/SET]
[AWB]
Automatische aanpassing in overeenstemming met van de
lichtbron.
[
]
Aanpassing aan de kleur onder een heldere lucht.
[
]
Aanpassing aan de kleur onder een bewolkte lucht.
[
]
Aanpassing aan de kleur in de schaduw.
[
]
Aanpassing aan de kleur onder kunstlicht.
[
]
*
Aanpassing aan de kleur die optimaal is voor het opnemen van
beelden met de flitser.
[
] / [ ] / [ ] / [ ]
De handmatig ingestelde witbalanswaarde gebruiken.
[
] De vooraf ingestelde kleurtemperatuurinstelling gebruiken.
*
De instelling [AWB] wordt toegepast bij het opnemen van films.
Onder tl-verlichting, ledlampen enzovoort kan de optimale witbalans variëren,
afhankelijk van het soort verlichting, dus gebruik [AWB], [ ], [ ], [ ] of [ ].
De witbalans kan niet goed werken als u beelden opneemt met een flitser of het onderwerp
opgenomen wordt buiten het effectieve flitsbereik (→177).
De instelling [Witbalans] wordt vast ingesteld op [AWB] in de volgende gevallen:
Wanneer het beeldeffect (Filter) is ingesteld
104
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De witbalans aanpassen
Automatische witbalans
Wanneer u de [AWB] (automatische witbalans) instelt, wordt de kleurbalans
automatisch aangepast aan de gebruikte lichtbron. Als de scène echter te helder of
te donker is of als er andere extreme omstandigheden zijn, kunnen de beelden wel
eens een rode of blauwe zweem vertonen. De witbalans kan niet altijd goed werken
als er een diversiteit aan lichtbronnen is. Stel in dat geval de [Witbalans] in op andere
instellingen dan [AWB] om de kleur aan te passen.
: [AWB]-instelbereik:
10000K
9000K
8000K
7000K
6000K
5000K
4000K
3000K
2000K
Bewolkte lucht (regen)
Schaduw
Gloeilamplicht
Zonsondergang/zonsopgang
Kaarslicht
Zonlicht
Wit tl-licht
Blauwe lucht
K=Kelvin kleurtemperatuur
De witbalans handmatig instellen
Neem een beeld op van een wit voorwerp onder de doellichtbron om de kleuren aan te
passen.
1
Druk op de [WB]-knop ( )
2
Draai de bedieningsknop om [ ], [ ], [ ] of [ ] te selecteren en druk op
3
Richt de camera op een wit voorwerp, zoals een stuk
papier, zorg dat dit binnen het kader in het midden van
het scherm ligt en druk op [MENU/SET]
Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht of te donker
zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw in te stellen.
105
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De witbalans aanpassen
De witbalans instellen met kleurtemperatuur
U kunt de witbalans instellen met de kleurtemperatuur. Kleurtemperatuur is een
numerieke waarde die uitdrukking geeft aan de kleur van licht (eenheid: K
*
). Een beeld
wordt blauwachtig wanneer de kleurtemperatuurwaarde hoger is en roodachtig wanneer
de temperatuurwaarde lager is.
*
Kelvin
1
Druk op de [WB]-knop ( )
2
Draai de bedieningsknop om [ ] te selecteren en druk op
3
Selecteer met de kleurtemperatuurwaarde en druk
op [MENU/SET]
U kunt de kleurtemperatuur instellen van 2.500 K tot en met
10.000 K.
Verfijningen van de witbalans uitvoeren
U kunt elke instelling voor witbalans handmatig verfijnen als de kleuren niet naar
verwachting zijn.
1
Selecteer de witbalans en druk op
2
Voer met verfijningen van de witbalans uit
: A (oranje: oranjeachtige
kleuren)
: B (blauw: blauwachtige
kleuren)
: G (groen: groenachtige kleuren) : M (magenta: roodachtige
kleuren)
Als u op de [DISP.]-knop drukt, zet u de positie terug in het
midden.
3
Druk op [MENU/SET]
Wanneer u verfijningen van de witbalans uitvoert in de richting van A (oranje) of B (blauw), zal de
kleur van het witbalanspictogram dat op het scherm wordt weergegeven, veranderen in de kleur
van de verfijning.
Wanneer u verfijningen van de witbalans uitvoert in de richting van G (groen) of M (magenta), zal
[+] (groen) of [-] (magenta) in het witbalanspictogram op het scherm worden weergegeven.
De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt.
U kunt verfijningen van de witbalans onafhankelijk uitvoeren voor elke instelling voor witbalans.
Wanneer u een nieuwe witbalanswaarde instelt door [ ], [ ], [ ] of [ ] te selecteren of de
kleurtemperatuur verandert door [
] te selecteren, wordt het verfijningsniveau van de witbalans
teruggezet op de standaardinstelling (middelpunt).
106
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De witbalans aanpassen
Bracketopnamen met gebruik van witbalans
Bracketinstellingen worden uitgevoerd op basis van de verfijningswaarden voor
witbalans, en drie beelden met verschillende kleuren worden automatisch opgenomen
wanneer u een keer op de ontspanknop drukt.
1
Voer verfijningen van de witbalans uit in stap
2
van
"Verfijningen van de witbalans uitvoeren" en draai de
bedieningsknop om de Bracketinstelling uit te voeren
De bedieningsknop naar rechts draaien: Horizontaal ([A] naar [B])
De bedieningsknop naar links draaien: Verticaal ([G] naar [M])
2
Druk op [MENU/SET]
Wanneer de bracket voor witbalans is ingesteld, verschijnt [BKT] op het pictogram voor witbalans.
Wanneer de camera wordt uitgeschakeld (inclusief [Slaapsmodus]), wordt de Bracketinstelling
voor witbalans geannuleerd.
Het sluitergeluid klinkt slechts een keer.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
De bracket voor witbalans functioneert in de volgende gevallen niet:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Tijdens het opnemen van films
Als [4K-FOTO] op [ON] staat
Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [
], [ ] of [ ] is ingesteld
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
107
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen
De beeldverhouding van de foto’s wijzigen
Opnamemodus:
U kunt gemakkelijk de beeldverhouding van foto’s wijzigen met de keuzeschakelaar voor
beeldverhouding.
1
Keuzeschakelaar voor beeldverhouding schakelen
[4:3] Beeldverhouding van een 4:3-tv
[1:1] Beeldverhouding van een vierkant beeld
[16:9] Beeldverhouding van HD-tv enz.
[3:2] Beeldverhouding van standaardfilmcamera’s
Bij het afdrukken kunnen er randen worden afgesneden. Controleer dit vooraf. (→324)
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
108
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen
Fotoresolutie instellen
Opnamemodus:
Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner de details van de beelden, zelfs als ze op groot
papierformaat worden afgedrukt.
[Opname] → [Fotoresolutie]
Beeldverhouding 4:3 1:1 16:9 3:2
[Fotoresolutie]
[L] 12.5M
4112×3088
[L] 10M
3088×3088
[L] 11M
4480×2520
[L] 12M
4272×2856
[ M] 6.5M
2976×2232
[ M] 5M
2240×2240
[ M] 8M
3840×2160
[ M] 6.5M
3120×2080
[ S] 3M
2048×1536
[ S] 2.5M
1536×1536
[ S] 2M
1920×1080
[ S] 3M
2112×1408
Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH], is [Fotoresolutie] vastgezet op [S].
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
109
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen
De compressieratio van beelden instellen ([Kwaliteit])
Opnamemodus:
Hiermee stelt u de compressieratio in voor het opslaan van beelden.
[Opname] → [Kwaliteit]
Instellingen Bestandsindeling Beschrijving
[
]
JPEG
Geeft voorrang aan beeldkwaliteit en slaat beelden op in de
bestandsindeling JPEG.
[
]
Slaat beelden op in de bestandsindeling JPEG met
standaardbeeldkwaliteit.
Deze instelling is nuttig wanneer u het aantal op te nemen
beelden wilt verhogen zonder het aantal pixels te wijzigen.
[
]
RAW + JPEG
Slaat beelden op in de bestandsindeling JPEG en in de
bestandsindeling RAW.
*
1
[ ]
[
] RAW
Slaat beelden op in de bestandsindeling RAW.
*
2
*
1
Als u een RAW-bestand van de camera verwijdert, wordt het bijbehorende JPEG-bestand ook
verwijderd.
*
2
De fotoresolutie wordt vastgezet op het maximale aantal opneembare pixels voor de
beeldverhouding van elk beeld. ([L])
RAW-bestand
In de bestandsindeling RAW worden gegevens opgeslagen zonder dat er beelden
worden verwerkt door de camera. Deze indeling geeft een hogere beeldkwaliteit dan de
JPEG-indeling, maar de hoeveelheid gegevens is groter.
Als u RAW-beelden wilt afspelen of bewerken, moet u dit apparaat of speciale software
gebruiken. U kunt RAW-beelden geavanceerd bewerken, zoals correctie van de witbalans
van beelden die eerder zijn opgenomen en de beelden opslaan in bestandsindelingen die
op een pc kunnen worden weergegeven.
• U kunt RAW-beelden ontwikkelen met [RAW-verwerking] in het [Afspelen]-menu.
(→208)
• Als u RAW-beelden op een pc wilt ontwikkelen en bewerken, gebruikt u de bijgeleverde
dvd-software ("SILKYPIX Developer Studio" van Ichikawa Soft Laboratory).
110
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
De volgende effecten kunnen niet worden gebruikt op RAW-beelden.
[Intelligent auto]-modus
Beeldeffecten (Filter)
Witbalans
*
1
[Fotostijl]
*
1
/ [Schaduw markeren]
*
1
/ [Int.dynamiek]
*
1
/ [Rode-ogencorr]
*
2
/ [I.resolutie]
*
1
/
[Kleurruimte]
*
1
([Opname]-menu)
U kunt deze niet instellen op [ ], [ ] of [ ] in het volgende geval:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
*
1
Wanneer u [RAW-verwerking] in het [Afspelen]-menu gebruikt, worden de aanpassingen
uitgevoerd op basis van de instellingen die tijdens het opnemen zijn gebruikt. Daarom kunt u
JPEG-beelden opslaan door de instellingen te gebruiken die tijdens het opnemen zijn toegepast.
*
2
Als [Rode-ogencorr] tijdens het opnemen is geactiveerd, kunt u [RAW-verwerking] in het
[Afspelen]-menu gebruiken om JPEG-beelden op te slaan waarin rode ogen zijn gedetecteerd en
gecorrigeerd.
111
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De beeldcorrectiefuncties effectief gebruiken
Contrast en belichting corrigeren ([Int.dynamiek])
Opnamemodus:
Past bij groot contrast tussen achtergrond en onderwerp automatisch het contrast en de
belichting aan voor meer levensechte kleuren.
[Opname] → [Int.dynamiek]
Instellingen: [AUTO] / [HIGH] / [STANDARD] /[LOW] / [OFF]
Wanneer [AUTO] is ingesteld, kunt u automatisch de sterkte van de effecten instellen op basis van
de opnameomstandigheden.
Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-menu. Als
een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere
menu ook automatisch worden gewijzigd.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Compensatie-effecten worden mogelijk niet bereikt, afhankelijk van de omstandigheden.
De [Int.dynamiek] functioneert in de volgende gevallen niet:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Als [HDR] op [ON] staat
De indruk van hoge resolutie versterken ([I.resolutie])
Opnamemodus:
Met de intelligente resolutietechnologie van de camera kunt u foto’s maken met
scherpere contouren en een hogere resolutie.
[Opname] → [I.resolutie]
Instellingen: [HIGH] / [STANDARD] /[LOW] / [EXTENDED] / [OFF]
Wanneer [EXTENDED] is ingesteld, kunt u natuurlijkere beelden opnemen met de indruk van
hoge resolutie.
De instelling [EXTENDED] verandert automatisch in de instelling [LOW] wanneer films worden
opgenomen.
Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-menu. Als
een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere
menu ook automatisch worden gewijzigd.
112
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De beeldcorrectiefuncties effectief gebruiken
Foto’s met verschillende belichting combineren ([HDR])
Opnamemodus:
De camera kan 3 foto’s die zijn gemaakt met een verschillende belichting, combineren
tot één goed belichte foto met een rijke gradatie. De afzonderlijke beelden die worden
gebruikt om het HDR-beeld te maken, worden niet opgeslagen. U kunt het verlies aan
gradaties in lichte en donkere gebieden beperken wanneer bijvoorbeeld het contrast
tussen de achtergrond en het onderwerp groot is.
Een gecombineerde HDR-foto wordt in JPEG-indeling opgeslagen.
[Opname] → [HDR]
[ON] Maakt een gecombineerde HDR-foto.
[OFF] Maakt geen gecombineerde HDR-foto.
[SET]
[Dynamisch
bereik]
[AUTO]: hiermee worden beelden opgenomen nadat automatisch het
instelbereik van de belichting is ingesteld op basis van het
contrast van een onderwerp.
[±1EV] / [±2EV] / [±3EV]: hiermee worden beelden opgenomen op
basis van het instelbereik van de ingestelde
belichting.
[Auto uitlijnen]
[ON]: hiermee wordt de verplaatsing van beelden als gevolg van
beweging enzovoort automatisch aangepast. Gebruik deze
instelling om met de camera in de hand beelden op te nemen.
[OFF]: de verplaatsing van beelden wordt niet aangepast. Gebruik deze
instelling als u een statief gebruikt.
Wat is HDR?
HDR staat voor High Dynamic Range en verwijst naar een techniek voor het uitdrukken
van een breed contrastbereik.
Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burst-opname.
Aangezien er een hele Burst aan foto’s wordt gecombineerd na het opnemen, kan het even duren
voordat u opnieuw een foto kunt maken.
Een onderwerp dat tijdens het opnemen in beweging was, kan als nabeeld worden opgenomen.
Wanneer [Auto uitlijnen] is ingesteld op[ON], wordt de kijkhoek iets smaller.
Wanneer u beelden opneemt met een flitser, wordt de flitsmodus vastgezet op [ ] (Flitser
gedwongen UIT).
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Deze functie werkt niet voor foto’s terwijl filmbeelden worden opgenomen.
[HDR] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [
], [ ] of [ ] is ingesteld
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling
[Automatische opname])
113
SQW0028
Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen
De beeldcorrectiefuncties effectief gebruiken
De ruis van een lange belichting onderdrukken ([Lang sl.n.red])
Opnamemodus:
De camera kan automatisch de ruis wegnemen die ontstaat bij het opnemen van beelden
met een langere sluitertijd (bijvoorbeeld om nachtscènes op te nemen) om scherpe
beelden op te nemen.
[Opname] → [Lang sl.n.red]
Instellingen: [ON]/[OFF]
Terwijl de camera de ruis wegneemt, wordt [Lange sluitertijd ruisreductie lopend] even lang
weergegeven als de sluitertijd die voor de signaalverwerkingstijd is geselecteerd.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
De [Lang sl.n.red] functioneert in de volgende gevallen niet.
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Tijdens het opnemen van films
Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH]
Wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt
De kleurruimte instellen
Opnamemodus:
U kunt de methode voor het reproduceren van de kleuren instellen om de opgenomen
beelden op de juiste manier weer te geven op de schermen van een pc of printer
enzovoort.
[Opname] → [Kleurruimte]
[sRGB]
Hiermee stelt u de kleurruimte sRGB in. Deze instelling wordt veel gebruikt voor
apparaten zoals pc’s.
[AdobeRGB]
Hiermee stelt u de kleurruimte AdobeRGB in.
De kleurruimte AdobeRGB heeft een breder kleurenweergavebereik dan de
kleurruimte sRGB. Daarom wordt de kleurruimte AdobeRGB voornamelijk gebruikt
voor zakelijke toepassingen zoals commercieel drukwerk.
Selecteer [sRGB] als u niet deskundig bent op het gebied van de kleurruimte AdobeRGB.
Tijdens het opnemen van films wordt de instelling vastgezet op [sRGB].
114
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
1
Zet de keuzeschakelaar voor
scherpstelling op [ ] of
[ ]
De automatische
scherpstelling
wordt geactiveerd.
Zet gelijk met de
indicator.
Selecteer de scherpstellingsfunctie (AFS, AFF, AFC)
Opnamemodus:
Stel de scherpstelbediening in die moet worden uitgevoerd wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt.
[Opname] → [AFS/AFF/AFC]
Keuzeschakelaar
voor
scherpstelling
Instellingen
De beweging van
het onderwerp en de
scène (aanbevolen)
Beschrijving
*
*
[AFS]
Onderwerp staat
stil (landschap,
verjaardagsfoto enz.)
"AFS" is een afkorting van "Auto
Focus Single". De scherpstelling wordt
automatisch ingesteld wanneer de
ontspanknop half ingedrukt wordt.
De scherpstelling wordt vastgezet terwijl
de knop half ingedrukt is.
[AFF]
Onvoorspelbare
bewegingen (kinderen,
huisdieren enz.)
"
AFF
"
is een afkorting van
"
Auto Focus
Flexible
"
. In deze modus wordt de
scherpstelling automatisch ingesteld wanneer
de ontspanknop half ingedrukt wordt.
Als het onderwerp beweegt terwijl de
ontspanknop half ingedrukt is, wordt de
scherpstelling automatisch gecorrigeerd
op basis van de beweging.
[AFC]
Onderwerp beweegt
(sport, treinen enz.)
"AFC" is een afkorting van "Auto Focus
Continuous". In deze modus wordt, terwijl
de ontspanknop half ingedrukt is, continu
scherpgesteld op basis van de beweging
van het onderwerp. Wanneer het
onderwerp beweegt, wordt scherpgesteld
door de positie van het onderwerp op het
moment van opname te voorspellen.
Het scherpstellen wordt handmatig
uitgevoerd. (→128)
*
In de [Intelligent auto] modus wordt er vast ingesteld op AF Macro, ook al zet u de keuzeschakelaar
voor scherpstelling op [
] of [ ] (AF Macro).
115
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Bij het opnemen met [AFF], [AFC]
Het scherpstellen kan enige tijd vergen wanneer de zoom plotseling wordt omgezet van
de maximale groothoekstand (W) naar de maximale telestand (T) of als u plotseling
dichter bij uw onderwerp komt.
Druk opnieuw de ontspanknop half in wanneer u moeilijk op het onderwerp kunt
scherpstellen.
Terwijl de ontspanknop half ingedrukt is, kunt u trillingen op het scherm zien.
Als het licht op een onderwerp onvoldoende is wanneer u [AFF] of [AFC] gebruikt, stelt de camera
op dezelfde manier scherp als bij [AFS]. In dit geval wordt de indicatie op het scherm geel [AFS].
Niet beschikbaar in het volgende geval:
De camera past de scherpstelling aan met [AFS] in het volgende geval:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
[AF mode] schakelen
Opnamemodus:
Hiermee schakelt u de scherpstelmodus in die geschikt is voor de posities en het aantal
te selecteren onderwerpen.
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om de automatische scherpstelmodus te
selecteren en druk op [MENU/SET]
Als u op drukt wanneer [ ], [ ], [ ] of [ ] geselecteerd
is, verschijnt het instelscherm voor het AF-gebied. Zie voor
details over bediening van het instelscherm voor het AF-gebied
(→121).
De automatische scherpstelmodus staat vast ingesteld op [ ] (scherpstellen op 1 punt) in het
volgende geval:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect])
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Er kan niet worden ingesteld op [ ] (precisiescherpstellen) in het onderstaande geval:
Wanneer [AFS/AFF/AFC] (→114) is ingesteld op [AFF] of [AFC]
116
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Beelden opnemen van mensen van voren (gezichts-/oogdetectie)
De camera detecteert automatisch de gezichten en ogen van personen. De camera past
de scherpstelling aan het oog aan dat zich het dichtst bij de camera bevindt en past de
belichting aan het gezicht aan (wanneer [Meetfunctie] is ingesteld op [ ] (multimeting)).
• De camera kan maximaal 15 gezichten detecteren. De camera kan alleen de ogen
detecteren van gezichten waarop wordt scherpgesteld.
Wanneer de camera een gezicht herkent, worden het AF-
gebied en het oog waarop wordt scherpgesteld, weergegeven.
Geel: als u de ontspanknop half indrukt, wordt het kader groen
als de camera is scherpgesteld.
Wit: verschijnt bij detectie van meerdere gezichten. Andere
gezichten die op dezelfde afstand zijn als de gezichten in
het gele AF-gebied, worden ook scherp vastgelegd.
Oog waarop wordt
scherpgesteld
U kunt de positie en de grootte van het AF-gebied en het oog waarop wordt scherpgesteld,
wijzigen. (→121)
Als [Meetfunctie] is ingesteld op [ ] (multimeting) wanneer [ ] (gezichts-/oogdetectie)
is geselecteerd, past de camera de belichting aan op basis van het gezicht van een van de
personen op de foto. (→139)
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Als de omstandigheden de herkenning van gezichten bemoeilijken, zoals wanneer de beweging
van het onderwerp te snel is, schakelt de instelling voor de AF-modus over naar
[
] (Scherpstellen op 49 punten).
117
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Automatisch koppelen van de scherpstelling aan een bewegend
onderwerp
(Tracking AF)
1
Plaats het Tracking AF-kader over uw onderwerp en
druk de ontspanknop half in
Wanneer uw onderwerp herkend wordt, verandert het Tracking
AF-kader van wit in geel en dan wordt uw onderwerp steeds scherp
in beeld gehouden.
Als de AF-vergrendeling mislukt, blijft er een tijdje lang een rood
kader knipperen en dooft dan. Probeert u de vergrendeling dan
opnieuw.
Tracking AF opheffen → Druk op [MENU/SET].
Scherpstelbereik: hetzelfde als bij macro-opnamen [
]
In de [Intelligent auto]-modus worden elke keer als u op
drukt,
Tracking AF en gezichtsdetectie verwisseld.
Tracking AF kader
Wanneer u [Meetfunctie] instelt op [ ] (multimeting), past de camera de belichting op basis van
een gekoppeld onderwerp aan. (→139)
Onder bepaalde opnameomstandigheden, bijvoorbeeld wanneer het onderwerp klein of donker
is, kan [
] (Tracking AF) niet goed werken. Wanneer [ ] (Tracking AF) niet werkt, wordt er
scherpgesteld op [
] (scherpstellen op 1 punt).
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
[ ] (Tracking AF) kan in het volgende geval niet worden gebruikt:
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
In de volgende gevallen voert [ ] (Tracking AF) de bewerking uit van [ ] (scherpstellen op 1 punt).
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Sepia], [Zwart-wit], [Dynamisch zwart/wit],
[Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn])
[Zwart-wit] in [Fotostijl]
Onderwerp niet gecentreerd in beeld (scherpstellen op 49 punten) /
enz. (aangepast multi)
(Scherpstellen op 49 punten)
Stelt scherp op het onderwerp in het brede gebied
(scherpstellen op 49 punten) op het opnamescherm.
U kunt het scherpstelgebied selecteren. (→121)
118
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
enz. (aangepast multi)
U kunt de voorkeursvorm van een AF-gebied instellen door 49 punten in het AF-gebied te
selecteren, op basis van het onderwerp.
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Selecteer een pictogram voor aangepast multi ([ ] enz.) en druk op
Wanneer u op drukt, verschijnt het instelscherm voor het AF-gebied.
3
Selecteer met de instelling
De momenteel ingestelde vorm van een AF-gebied wordt
linksonder op het scherm weergegeven.
([Horizontaal
patroon])
Horizontale lijn
Ideale vorm voor
verschuiven enz.
([Verticaal
patroon])
Verticale lijn
Ideale vorm voor het
opnemen van gebouwen
enz.
([Aangepast])
Aangepaste vorm
/ /
(Aangepast)
U kunt een aangepaste registratievorm instellen.
Huidige vorm AF-gebied
4
Druk op
Het instelscherm voor AF-gebied verschijnt.
5
Selecteer het AF-gebied
Het geselecteerde AF-gebied wordt in geel weergegeven en het ongeselecteerde gebied in wit.
Wanneer u [ ]/[ ] selecteert
Wanneer [ ] is geselecteerd, kunt u de grootte en positie
van het gebied in verticale richting instellen en wanneer [
]
is geselecteerd, kunt u de grootte en positie van het gebied in
horizontale richting instellen.
Knoppen bedienen Beschrijving
Positie wordt verplaatst
Bedieningsknop
Hiermee verandert u de grootte
(maximaal drie regels)
[DISP.]-knop
De oorspronkelijke instellingen
worden hersteld
119
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Wanneer u [ ]/[ ]/[ ]/[ ] selecteert
Selecteer met het AF-gebied en druk op [MENU/SET]
om het in te stellen (te herhalen)
Als u opnieuw op [MENU/SET] drukt, wordt de instelling
geannuleerd.
Druk op de [DISP.]-knop om alle instellingen te annuleren.
6
Druk op de [Fn2]-knop
Het ingestelde AF-gebied registreren in [ ], [ ] en [ ] (Aangepast)
Druk op op het scherm bij stap
3
op (→118)
Selecteer met het doelpictogram voor registratie en druk op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
De instellingen geregistreerd in [ ], [ ] of [ ] blijven behouden, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld.
De instellingen aangepast in [ ], [ ] of [ ] worden naar de standaardinstellingen hersteld
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Als u op de cursortoets drukt wanneer [Direct focuspunt] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op
[ON], verschijnt het instelscherm voor AF-gebied.
120
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Vastgestelde positie voor scherpstelling
(scherpstellen op 1 punt)/ (precisiescherpstellen)
(Scherpstellen op 1 punt)
Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied in het midden van het beeld. (Aanbevolen
wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
• U kunt de positie en de grootte van het AF-gebied wijzigen. (→121)
De scherpstelling vergrendelen
Volg onderstaande stappen als het onderwerp dat u
wilt opnemen, zich niet in het midden bevindt. (Alleen
wanneer [AFS/AFF/AFC] is ingesteld op [AFS])
Scherpstelaanduiding
( Goed scherpgesteld: brandt
Niet goed scherpgesteld: knippert)
AF-gebied
( Goed scherpgesteld: groen
Niet goed scherpgesteld: rood)
1
Stel scherp op het onderwerp
Leg het
AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
2
Keer terug naar de gewenste
compositie
Volledig
indrukken
(Precisiescherpstellen)
Hiermee kunt u nauwkeuriger scherpstellen op een kleiner punt dan met [ ]
(scherpstellen op 1 punt).
U kunt de scherpstelpositie met het vergrote scherm instellen. (→122)
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, verschijnt een grotere weergave van de scherpstelpositie.
U kunt de time-out voor de vergrote weergave instellen met [Spot AF tijd] in het [Voorkeuze]-menu.
(→122)
Als [ ] (precisiescherpstellen) is geselecteerd tijdens het opnemen van films, wordt de instelling
gewijzigd in [
] (scherpstellen op 1 punt).
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Er kan niet worden ingesteld op [ ] (precisiescherpstellen) in de onderstaande gevallen.
Wanneer [AFS/AFF/AFC] (→114) is ingesteld op [AFF] of [AFC]
121
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
De positie en de grootte van het AF-gebied wijzigen
Wanneer u [ ]/[ ] selecteert
U kunt de positie en de grootte van het AF-gebied wijzigen.
Selecteer [ ] of [ ] en druk op
Het instelscherm voor AF-gebied verschijnt.
AF-gebied wijzigen
De positie van het AF-gebied verplaatsen: Druk op
Grootte van het AF-gebied wijzigen: Draai aan de bedieningsknop
Als u het AF-gebied instelt op een oog in het gele kader
wanneer [
] is geselecteerd, wordt het oog dat voor
scherpstellen wordt gebruikt, gewijzigd.
AF-gebied in oorspronkelijke staat (positie) terugzetten
→ Druk op de [DISP.]-knop.
Druk op [MENU/SET]
Wanneer u [ ] selecteert
U kunt de scherpstelpositie instellen door een groep AF-gebieden te selecteren. Het
AF-gebied, dat met 49 punten wordt geconfigureerd, wordt in groepen verdeeld die elk
uit 9 punten bestaan (6 of 4 punten voor de groepen die zich aan de randen van het
scherm bevinden).
Selecteer [ ] en druk op
Het instelscherm voor AF-gebied verschijnt.
Druk op om een groep AF-gebieden te selecteren
Druk op [MENU/SET]
Alleen de [+]-indicaties (middelpunten van de geselecteerde groep)
blijven op het scherm staan.
Als u de instellingen van het kader met AF-gebieden wilt annuleren, drukt
u op [MENU/SET].
Voorbeelden van
groep
122
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Wanneer u [ ] selecteert
U kunt het scherm vergroten om de scherpstelpositie nauwkeuriger in te stellen.
• U kunt de scherpstelpositie niet instellen aan de randen van het scherm.
Selecteer [ ] en druk op
Stel met de scherpstelpositie in en druk op [MENU/SET]
Het vergrote hulpscherm voor het instellen van de scherpstelpositie verschijnt.
Verplaats [+] naar de scherpstelpositie met
Indrukken van de [DISP.]-knop brengt de scherpstelpositie terug
naar het midden van het hulpscherm.
De weergave van het hulpscherm wijzigen
[Voorkeuze] → [Spot AF weergave]
[FULL]: het hulpscherm wordt op basis van het volledige scherm
vergroot.
[PIP]: het hulpscherm wordt op een deel van het scherm
vergroot.
• Wanneer [PIP] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 6 keer vergroot of
verkleind. Wanneer [FULL] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 10 keer
vergroot of verkleind. Vergroot of verklein het scherm met vergrotingsfactoren van x 1
stappen met de bedieningsknop.
De time-out voor het vergrote scherm instellen
[Voorkeuze] → [Spot AF tijd] →
[LONG] (ongeveer 1,5 seconde) / [MID] (ongeveer 1,0 seconde) /
[SHORT] (ongeveer 0,5 seconde)
• Als u de ontspanknop loslaat, wordt het vergrote scherm uitgeschakeld, zelfs vóór de
schermtime-out.
123
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Gebruik van de cursortoets om het AF-gebied te verplaatsen in-/
uitschakelen
[Voorkeuze] → [Direct focuspunt] → [ON]/[OFF]
Wanneer [
], [ ] of [ ] is geselecteerd, kunt u het AF-gebied verplaatsen en wanneer
[ ] is geselecteerd, kunt u de vergrote positie verplaatsen.
• Wanneer [Voorkeur multi] zoals [ ] is geselecteerd, wordt het instelscherm voor het
AF-gebied weergegeven.
• Met het Quick-menu (→34) kunt u functies instellen die aan de cursortoets worden
toegewezen, zoals [Aandrijfstand], [Witbalans] en [Gevoeligheid].
Wanneer u [Meetfunctie] (→139) instelt op [ ] (scherpstellen op spot), beweegt het meetdoel
mee met het AF-gebied. Wanneer het AF-gebied naar de randen van het scherm wordt verplaatst,
kan de meting door de omliggende helderheid worden beïnvloed.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
[Direct focuspunt] staat vast ingesteld op [OFF] in het volgende geval:
Wanneer het beeldeffect (Filter) is ingesteld
De positie en de grootte van het AF-gebied kunnen niet worden gewijzigd in het digitale
zoombereik.
124
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
Uw voorkeursscherpstelmethode instellen
In het menu [Voorkeuze] kunt u de scherpstelmethode in detail instellen.
De scherpstelling in-/uitschakelen wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt
[Voorkeuze] → [Sluiter-focus] → [ON]/[OFF]
Het ontspannen van de sluiter in-/uitschakelen wanneer de
ontspanknop half ingedrukt wordt
[Voorkeuze] → [Ontsp. knop half indr.] → [ON]/[OFF]
Scherpstellen met de [AF/AE LOCK]-knop
U kunt op een onderwerp scherpstellen met de [AF/AE LOCK]-knop in plaats van de
ontspanknop.
1
Stel het [Voorkeuze]-menu in
[Voorkeuze] → [Sluiter-focus] → [OFF]
[Voorkeuze] → [AF/AE vergrend.] → [AF-ON]
2
Druk op de [AF/AE LOCK]-knop
De camera stelt scherp op een onderwerp.
3
2
3
Druk op de ontspanknop en maak een foto
De camera maakt de foto door de belichting aan te passen.
Aanpassing van scherpstelling vooraf in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Quick AF] → [ON]/[OFF]
De scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de cameraonscherpte gering is,
ook wanneer u de ontspanknop niet indrukt. (Verbruikt meer stroom van de batterij)
Druk de ontspanknop halverwege in als het moeilijk is een goede scherpstelling te
verkrijgen.
[Quick AF] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
• In de [Voorvertoning]-modus
• Bij weinig licht
125
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met automatische scherpstelling
AF-assistlampje in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [AF ass. lamp] → [ON]/[OFF]
Het AF-assistlampje gaat branden wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt wanneer
het te donker is om goed scherp te kunnen stellen. (Er wordt een groot AF-gebied
weergegeven op basis van de opnameomstandigheden.)
Het AF-assistlampje heeft een effectieve reikwijdte van 1,5 m.
Het AF-assistlampje is effectief voor een onderwerp in het midden van het scherm.
Gebruik het lampje door een onderwerp in het midden van het scherm te plaatsen.
Als u het AF-assistlampje niet wilt laten inschakelen wanneer u een foto maakt op een
donkere locatie (bijvoorbeeld van een dier in het donker), stelt u deze functie in op
[OFF]. Wanneer het AF-assistlampje ingesteld wordt op [OFF], is het lastig om goed
scherp te stellen.
De instelling wordt in de volgende gevallen vast ingesteld op [OFF]:
• Als [Stille modus] op [ON] staat
Opname in-/uitschakelen wanneer een onderwerp onscherp is
[Voorkeuze] → [Prio. focus/ontspan]
[FOCUS]: opname wordt uitgeschakeld, tenzij goed wordt scherpgesteld.
[RELEASE]: opname wordt uitgevoerd wanneer u de ontspanknop volledig indrukt om
voorrang te geven aan de timing van het ontspannen van de sluiter om
gemiste kansen te voorkomen.
Merk op dat een beeld onscherp kan zijn wanneer [RELEASE] is ingesteld, zelfs
wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op [AFS], [AFF] of [AFC].
Deze functie is uitgeschakeld tijdens het opnemen van films.
Handmatige scherpstelling na AF in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [AF+MF] → [ON]/[OFF]
U kunt de scherpstelling handmatig verrichten tijdens de AF-vergrendeling (het half
indrukken van de ontspanknop wanneer [AFS/AFF/AFC] is ingesteld op [AFS] of het
instellen van de AF-vergrendeling met de [AF/AE LOCK]-knop).
126
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Close-upfoto’s maken
(macro-opnamen)
Opnamemodus:
Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door
instellen op [ ] (AF Macro) onderwerpen dichter benaderen dan bij het normale
scherpstelbereik (tot op 3 cm in de max. groothoekstand).
1
Zet de keuzeschakelaar voor
scherpstelling op [ ]
Hiermee kunt u
scherpstellen op
een onderwerp
van dichtbij.
(Automatische
scherpstelfuncties.)
Zet gelijk met de
indicator.
Scherpstelbereik
Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kan er niet goed op worden
scherpgesteld.
Kortste opnameafstand
De kortste opnameafstand is de afstand van de voorkant van de lens tot het onderwerp.
Deze afstand verandert geleidelijk, afhankelijk van de zoomstand.
Max. groothoek
Max. tele
0,03 m
0,3 m
Wanneer de keuzeschakelaar
voor scherpstelling is ingesteld
op [
] (AF Macro).
Keuzeschakelaar
voor scherpstelling
Zoom
Max. groothoek Max. tele
[
] 50 cm 50 cm
[
]
(AF Macro)
3 cm 30 cm
[
] (→128) 3 cm 30 cm
Het scherpstelbereik wordt weergegeven wanneer u de zoom
gebruikt enzovoort.
Scherpstelbereik
127
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Close-upfoto’s maken (macro-opnamen)
In de [Intelligent auto]-modus zal de kortste opnameafstand hetzelfde zijn als die voor [ ],
ongeacht de instelling van de keuzeschakelaar voor scherpstelling.
Het kan even duren totdat onderwerpen op grote afstand scherp worden.
Het verdient aanbeveling een statief en de [Zelfontspanner] te gebruiken. Ook raden we u aan te
fotograferen zonder de flitser wanneer u een onderwerp dicht bij de camera opneemt.
Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw beelden onscherp zijn wanneer
uw onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte en dus het scherpstelbereik
bijzonder gering is.
Langs de randen van het beeld kan de resolutie minder zijn.
128
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met handmatige scherpstelling
Opnamemodus:
Handmatige scherpstelling is handig wanneer u de scherpstelling wilt vergrendelen om beelden op te
nemen of wanneer het moeilijk is de scherpstelling aan te passen met automatische scherpstelling.
1
Zet de keuzeschakelaar voor
scherpstelling op [ ]
Stel handmatig
scherp op een
onderwerp.
Zet gelijk met de
indicator.
2
Druk op de [ ]-knop ( )
3
Druk op om het gebied te
selecteren dat vergroot moet worden en
druk op [MENU/SET]
• Het scherm verandert in het hulpscherm en er
verschijnt een vergrote weergave. (MF Assist) (→131)
• Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, wordt het te
vergroten gebied teruggesteld naar het midden.
4
Pas de scherpstelling aan door de
bedieningsring te draaien
De bedieningsring naar rechts draaien:
Scherpstellen op een onderwerp dichtbij
De bedieningsring naar links draaien:
Scherpstellen op een onderwerp veraf
• Kleur wordt toegevoegd aan de gedeelten van het
beeld die scherp zijn. (Peaking) (→130)
• U kunt de richting van de aanpassing van de
scherpstelling naar de korte afstand of naar de lange
afstand bevestigen. (MF Guide) (→129)
MF Assist
(vergroot scherm)
Peaking
Indicator voor
(oneindig)
MF Guide
Pas na het gebruik van de zoom de scherpstelling aan.
Pas na het annuleren van [Slaapsmodus] altijd de scherpstelling aan.
129
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met handmatige scherpstelling
Weergave van MF Guide in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [MF-gids] → [ON]/[OFF]
Snel de scherpstelling aanpassen met automatisch scherpstellen
[Voorkeuze] → [AF/AE vergrend.] → [AF-ON]
Als u op de [AF/AE LOCK]-knop drukt in de handmatige scherpstelling, wordt de
automatische scherpstelling geactiveerd.
De automatische scherpstelling wordt in het midden van het
kader geactiveerd.
Wanneer de automatische scherpstelling geactiveerd wordt
op het MF Assist-scherm, past de camera de scherpstelling
in het midden van het MF Assist-scherm aan.
130
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met handmatige scherpstelling
[Peaking] in-/uitschakelen om kleur toe te voegen aan de gedeelten
van het beeld die scherp zijn
[Voorkeuze] → [Peaking]
[Peaking]-functies tijdens handmatig scherpstellen of wanneer u de scherpstelling
handmatig aanpast bij gebruik van [AF+MF].
[ON] Kleur wordt toegevoegd aan de gedeelten van het beeld die scherp zijn.
[OFF] De delen van het beeld die scherp zijn, worden niet weergegeven.
[SET]
[Niveau
detecteren]
Het detectieniveau voor de scherpe gedeelten wordt ingesteld.
Wanneer [HIGH] wordt ingesteld, worden er minder gedeelten gemarkeerd,
zodat u nauwkeuriger kunt scherpstellen.
Instellingen: [HIGH]/[LOW]
De instelling van het detectieniveau is niet van invloed op het
scherpstelbereik.
[Kleur
weergeven]
Hiermee stelt u de markeerkleur in die gebruikt wordt voor [Peaking].
Instellingen
De beschikbare kleurinstellingen verschillen, afhankelijk van de instelling
van [Niveau detecteren].
Als u de instelling [Niveau detecteren] verandert, verandert u ook de
instelling [Kleur weergeven] als volgt.
[Niveau
detecteren]
[HIGH]
[LOW]
[Kleur weergeven]
[
] (lichtblauw) [ ] (blauw)
[
] (geel) [ ] (oranje)
[
] (groen) [ ] (wit)
Wanneer [Peaking] is ingesteld op [ON], [ ] ([Niveau detecteren]: [HIGH]) of [ ]
([Niveau detecteren]: [LOW]) wordt weergegeven.
Wanneer [Fn knopinstelling] (→37) in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [Peaking], kunt u de
instelling in de volgende volgorde schakelen elke keer als u op de toegewezen functieknop drukt:
[ON] ([Niveau detecteren]: [LOW]) → [ON] ([Niveau detecteren]: [HIGH]) → [OFF].
Aangezien delen met scherpe contouren op het scherm gemarkeerd worden als scherpe gedeelten,
kunnen de gemarkeerde gedeelten variëren, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
De kleur die voor de markering gebruikt wordt, is niet van invloed op de opgenomen beelden.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
[Peaking] functioneert in het volgende geval niet:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Ruw zwart-wit])
131
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met handmatige scherpstelling
MF Assist
MF Assist weergeven
• Draai de bedieningsring om MF Assist weer te geven.
• U kunt MF Assist ook weergeven door op
te drukken om het instelscherm weer
te geven, op de cursortoets te drukken om de positie in te stellen die vergroot moet
worden en vervolgens op [MENU/SET] te drukken.
• Wanneer u de volgende bewerking uitvoert, wordt de positie die vergroot moet
worden, teruggezet naar het midden.
Wanneer u op de [DISP.]-knop op het scherm drukt dat gebruikt wordt voor
instelling van de positie die vergroot moet worden.
• Als u op de cursortoets drukt wanneer [Direct focuspunt] in het [Voorkeuze]-menu is
ingesteld op [ON], verschijnt het instelscherm voor de vergrote positie.
MF Assist sluiten
• Druk de ontspanknop half in om MF Assist te sluiten.
• U kunt MF Assist ook sluiten door op [MENU/SET] te drukken.
• Wanneer u MF Assist weergeeft door aan de bedieningsring te draaien, wordt MF
Assist ongeveer 10 seconden nadat u de bewerking voltooid hebt, automatisch
beëindigd.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
MF Assist wordt uitgeschakeld in het digitale zoombereik of bij het opnemen van films.
De weergavemethode van MF Assist instellen
[Voorkeuze] → [MF assist]
[ ]
Draai de bedieningsring of druk op de [
]-knop ( ) om de positie te vergroten.
[
]
Draai de bedieningsring om de positie te vergroten.
[
]
Druk op de [
]-knop ( ) om de positie te vergroten.
[OFF]
De bedieningsring of [
]-knop ( ) kan niet worden gebruikt om de positie te
vergroten.
132
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen met handmatige scherpstelling
De weergave van MF Assist wijzigen
[Voorkeuze] → [MF assist weergave]
[FULL]: het hulpscherm wordt op basis van het volledige scherm
vergroot.
[PIP]: het hulpscherm wordt op een deel van het scherm
vergroot.
• Wanneer [PIP] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 6 keer vergroot of
verkleind. Wanneer [FULL] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 10 keer
vergroot of verkleind. Vergroot of verklein het scherm met vergrotingsfactoren van x 1
stappen met de bedieningsknop.
133
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen door de belichting en/of
scherpstelling te vergrendelen
[AF/AE vergrend.]
Opnamemodus:
De AF/AE-vergrendelingsfunctie is bijvoorbeeld handig wanneer het onderwerp te veel contrast
heeft en u geen juiste belichting kunt krijgen (AE-vergrendeling) of wanneer u een foto wilt
maken met een compositie waarbij het onderwerp buiten het AF-gebied ligt (AF-vergrendeling).
1
Richt de camera op het onderwerp
2
Vergrendel de scherpstelling en/of
belichting terwijl u de [AF/AE LOCK]-knop
indrukt en ingedrukt houdt
• Wanneer u de [AF/AE LOCK]-knop loslaat, wordt de
vergrendeling van de scherpstelling en/of de belichting
opgeheven.
• Op het moment van aanschaf is alleen de belichting
vergrendeld.
3
Terwijl u de [AF/AE LOCK]-knop indrukt
en ingedrukt houdt, beweegt u de camera
om de compositie te maken van het
beeld dat u wilt opnemen en drukt u de
ontspanknop volledig in
• Wanneer [AE LOCK] ingesteld is, drukt u de
ontspanknop half in om scherp te stellen en drukt u
deze vervolgens helemaal in.
:
De scherpstelling wordt
vergrendeld
(AF-vergrendeling)
De functie van de [AF/AE LOCK]-knop instellen
[Voorkeuze] → [AF/AE vergrend.]
[AE LOCK]
Alleen de belichting wordt vergrendeld.
[AEL], diafragmawaarde en sluitertijd worden weergegeven wanneer de juiste
belichting wordt bereikt.
[AF LOCK]
Alleen de scherpstelling wordt vergrendeld.
[AFL], scherpstelling, diafragmawaarde en sluitertijd worden weergegeven
wanneer het onderwerp scherp wordt.
[AF/AE LOCK]
De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld.
[AFL], [AEL], scherpstelling, diafragmawaarde en sluitertijd worden weergegeven
wanneer het onderwerp scherp is en de juiste belichting wordt bereikt.
[AF-ON] De automatische scherpstelling wordt geactiveerd.
De vergrendeling wel/niet in stand houden wanneer de
[AF/AE LOCK]-knop wordt losgelaten
[Voorkeuze] → [AE-vergr.-vast] → [ON]/[OFF]
134
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Beelden opnemen door de belichting en/of scherpstelling te vergrendelen [AF/AE vergrend.]
De AF-vergrendeling is alleen effectief in het volgende geval:
[Handm. belicht.]-modus
Tijdens handmatige scherpstelling kan alleen de AE-vergrendeling gebruikt worden.
Alleen de AF-vergrendeling is ingeschakeld wanneer u films opneemt. Wanneer u de AF-
vergrendeling opheft terwijl u films opneemt, kunt u de AF-vergrendeling niet opnieuw uitvoeren.
U kunt opnieuw op het onderwerp scherpstellen door de ontspanknop half in te drukken, zelfs
wanneer AE is vergrendeld.
Programme Shift kan zelfs worden ingesteld wanneer AE is vergrendeld.
De vergrendeling wordt geannuleerd wanneer een zoombewerking wordt uitgevoerd nadat de
belichting en/of de scherpstelling is vergrendeld. Voer de vergrendeling opnieuw uit.
135
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Foto’s opnemen met belichtingscompensatie
Opnamemodus:
Corrigeert de belichting als er tegenlicht is of als het onderwerp te donker of te licht is.
1
Draai de belichtingscompensatieknop om
de compensatiewaarde te selecteren
Onderbelicht Optimale belichting Overbelicht
Pas de belichting aan in de [+]-richting Pas de belichting aan in de [-]-richting
• U kunt de belichtingscompensatiewaarde instellen in het bereik tussen -3 EV en
+3 EV.
Afhankelijk van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk.
Wanneer [Auto. belichtingscomp.] van [Flitser] in het [Opname]-menu is ingesteld op [ON], wordt
het flitsvermogen ook automatisch aangepast, gebaseerd op de belichtingscompensatiewaarde.
(→183)
136
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
De ISO-gevoeligheid instellen
Opnamemodus:
Stel de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig in.
We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties.
1
Druk op de [ISO]-knop ( )
2
Draai de bedieningsknop om de ISO-
gevoeligheid te selecteren en druk op
[MENU/SET]
AUTO
ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld in een bereik tot
3200
*
1
, afhankelijk van de helderheid van een onderwerp.
(Intelligente ISO)
ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld in een bereik tot
3200
*
1
, afhankelijk van de beweging en de helderheid van een
onderwerp.
100
*
2
/200/400/800/1600/
3200/6400/12800/25600
ISO-gevoeligheid wordt vastgezet op de geselecteerde instelling.
Wanneer [ISO verhoging] is ingesteld op [1/3EV], kunnen meer
instellingen voor ISO-gevoeligheid worden geselecteerd. (→138)
*
1
Wanneer [ISO-limiet] (→137) in het [Opname]-menu is ingesteld op een andere waarde dan [OFF],
wordt de ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld in het bereik tot de [ISO-limiet]-instelwaarde.
*
2
Alleen wanneer [Uitgebreide ISO] gelijk is aan [ON].
Instelinstructies
Gevoeligheid [200] [25600]
Locatie
(aanbevolen)
Licht
(buiten)
Donker
Sluitertijd Traag Snel
Interferentie Laag Hoog
Onscherp onderwerp Hoog Laag
137
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
De ISO-gevoeligheid instellen
Wanneer [Hoge dynamiek] is geselecteerd als het beeldeffect (Filter), wordt [Gevoeligheid]
vastgelegd op [AUTO].
Wanneer een ander foto-effect (Filter) dan [Hoge dynamiek] is geselecteerd of wanneer [Multi-
belicht.] is ingesteld, kan de ISO-gevoeligheid worden ingesteld in een bereik tot [3200].
Voor meer informatie over het beschikbare gebruikte flitsbereik wanneer de [Gevoeligheid] is
ingesteld op [AUTO], zie (→177).
Kan [ ] in de volgende gevallen niet selecteren:
[Sluiterprioriteit]-modus
[Handm. belicht.]-modus
Wanneer [Direct focuspunt] (→123) is ingesteld op [ON], functioneert de cursortoets als een
bewerking voor verplaatsing van het AF-gebied. Stel in dat geval in het Quick-menu (→34) de
ISO-gevoeligheid in.
U kunt bij het filmen de volgende instellingen gebruiken:
[AUTO], [200] - [6400]
De bovengrens voor ISO-gevoeligheid instellen
Opnamemodus:
U kunt de bovengrens voor ISO-gevoeligheid instellen wanneer [Gevoeligheid] is
ingesteld op [AUTO] of [ ].
[Opname] → [ISO-limiet]
Instellingen: [400] / [800] / [1600] / [3200] / [6400] / [12800] / [25600] / [OFF]
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Tijdens het opnemen van films
138
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
De ISO-gevoeligheid instellen
De incrementele waarde voor ISO-gevoeligheid instellen
Opnamemodus:
U kunt de instelling wijzigen om de ISO-gevoeligheid te vergroten met 1 EV of 1/3 EV.
[Opname] → [ISO verhoging]
[1/3EV]
[L.100]
*
/ [L.125]
*
/ [L.160]
*
/ [200] / [250] / [320] / [400] / [500] / [640] / [800] / [1000] /
[1250] / [1600] / [2000] / [2500] / [3200] / [4000] / [5000] / [6400] / [8000] / [10000] /
[12800] / [16000] / [20000] / [25600]
[1 EV]
[L.100]
*
/ [200] / [400] / [800] / [1600] / [3200] / [6400] / [12800] / [25600]
*
Alleen wanneer [Uitgebreide ISO] gelijk is aan [ON].
Wanneer deze instelling is gewijzigd van [1/3EV] in [1 EV], kan de instelling voor [Gevoeligheid]
worden gewijzigd. (De dichtstbijzijnde mogelijke ISO-gevoeligheid die voor [1 EV] kan worden
ingesteld, wordt gebruikt.)
De instelling voor ISO-gevoeligheid verhogen
Opnamemodus:
U kunt de numerieke waarden verhogen die voor ISO-gevoeligheid kunnen worden
ingesteld.
[Opname] → [Uitgebreide ISO]
Instellingen: [ON]/[OFF]
139
SQW0028
De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen
Instelling van de meetmodus
Opnamemodus:
U kunt de meetmethode voor het meten van de helderheid wijzigen.
[Opname] → [Meetfunctie]
[Meetfunctie] Meetpositie voor helderheid Omstandigheden
(Meerdere punten)
Hele scherm
Normaal gebruik
(levert evenwichtige beelden op)
(Zwaartepunt in het midden)
Midden en omgeving Onderwerp in het midden
(Eén punt)
Middelpunt bij de [+] (het punt
voor de spotmeting)
Spotmetingsdoel
Groot verschil in helderheid
tussen onderwerp en
achtergrond
(bijvoorbeeld iemand in
de spotlights op toneel,
achtergrondlicht)
• Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-
menu. Als een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde
naam in het andere menu ook automatisch worden gewijzigd.
140
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Sluitertype instellen
Opnamemodus:
U kunt beelden opnemen met twee typen sluitermodi: de mechanische sluiter en de
elektronische sluiter.
Mechanische sluiter Elektronische sluiter
Beschrijving
De belichting wordt elektronisch
gestart en beëindigd met de
mechanische sluiter.
De belichting wordt elektronisch
gestart en beëindigd.
Flitser
Sluitertijd
(seconden)
60 - 1/4000
1
*
1
- 1/16000
Sluitergeluid
Mechanisch sluitergeluid
*
2
+
Elektronisch sluitergeluid
*
3
Elektronisch sluitergeluid
*
3
*
1
U kunt de ISO-gevoeligheid instellen in een bereik tot [ISO 3200]. Wanneer de ISO-gevoeligheid
hoger is dan [ISO 3200], zal de sluitertijd sneller zijn dan 1 seconde.
*
2
U kunt het mechanische sluitergeluid niet uitschakelen.
*
3
Met [Shutter vol.] kunt u het volume van het elektronische sluitergeluid aanpassen. (→43)
1
Stel het menu in
[Opname] → [Sluitertype]
[AUTO]
De sluitermodus schakelt automatisch op basis van de
opnameomstandigheden en de sluitertijd.
De mechanische sluitermodus heeft een hogere prioriteit dan
de elektronische sluitermodus, omdat de mechanische sluiter
minder functiegerelateerde beperkingen heeft tijdens het
opnemen met een flitser enzovoort.
[MSHTR]
Alleen de mechanische sluitermodus wordt voor het opnemen
van beelden gebruikt.
[ESHTR]
Alleen de elektronische sluitermodus wordt voor het opnemen
van beelden gebruikt.
Wanneer [ ] op het scherm wordt weergegeven, wordt er een beeld opgenomen met de
elektronische sluiter.
Wanneer [Burstsnelh.] op [SH] is ingesteld, wordt er een beeld opgenomen met de elektronische
sluiter.
Wanneer [Stille modus] op [ON] is ingesteld, wordt er een beeld opgenomen met de elektronische
sluiter.
Als u een beeld opneemt van een bewegend onderwerp met de elektronische sluiter, kan
het onderwerp in sommige gevallen scheef zijn.
Wanneer u een beeld opneemt onder tl- of ledverlichtingsarmaturen met de elektronische
sluiter, kan het opgenomen beeld horizontale strepen vertonen. Als u een langere sluitertijd
gebruikt, kunnen de horizontale strepen verminderd worden. (→84)
Besteed speciale aandacht aan de privacy, portretrechten enzovoort van een onderwerp
wanneer u deze functie gebruikt. Gebruik de functie op eigen risico.
141
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Een aandrijfstand selecteren
Opnamemodus:
U kunt schakelen tussen de bewerkingen die worden uitgevoerd wanneer u op de
ontspanknop drukt.
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om de aandrijfstand te
selecteren en druk op [MENU/SET]
Aandrijfstand
[Enkel]
Wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, wordt slechts één beeld
opgenomen.
[Burstfunctie]
(→142)
Er wordt een opeenvolgende serie foto’s gemaakt terwijl de
ontspanknop is ingedrukt.
[Auto bracket]
*
(→145)
Elke keer als er op de ontspanknop wordt gedrukt, worden de
foto’s met andere belichtingsinstellingen gemaakt op basis van het
belichtingscompensatiebereik.
[Asp. bracket]
*
(→147)
Wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, worden er automatisch
4 foto’s met 4 verschillende beeldverhoudingen gemaakt.
[Zelf ontsp.]
(→148)
Wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, wordt opgenomen
nadat de ingestelde tijd is verstreken.
[Panorama-
opname]
*
(→150)
De foto’s worden achtereenvolgens opgenomen terwijl u op de
ontspanknop drukt en de camera horizontaal of verticaal beweegt en
de foto’s worden vervolgens tot één panoramafoto gecombineerd.
*
Kan niet worden ingesteld in de modus [Intelligent auto].
• Om de aandrijfstand te annuleren, selecteert u [ ] ([Enkel]) of [ ]. Het
opnemen wordt naar "enkel" geschakeld.
• Wanneer u op drukt, kunt u de instellingen van de verschillende aandrijfstanden
wijzigen. Houd er echter rekening mee dat u de instellingen voor [Enkel] en [Asp.
bracket] niet kunt wijzigen.
142
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Burst-functie
Opnamemodus:
Er wordt een opeenvolgende serie foto’s gemaakt terwijl de ontspanknop is ingedrukt.
• Foto’s die gemaakt zijn terwijl de [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH], worden samen als
één burstgroep opgenomen (→201).
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om het burstpictogram
([ ] enz.) te selecteren en druk op
3
Druk op om de burstsnelheid te
selecteren en druk op [MENU/SET]
[SH]
(superhoge
snelheid)
*
1
[H]
(hoge
snelheid)
[M]
(gemiddelde
snelheid)
[L]
(lage
snelheid)
Snelheid
(beelden/
sec.)
[AFS] 40 11 7 2
[AFF] / [AFC] 6,5 6,5 2
Live View tijdens
burstopname
Geen Geen Beschikbaar Beschikbaar
Aantal
beelden
*
2
Met RAW-
bestanden
20
*
3
20
*
3
20
*
3
Zonder RAW-
bestanden
60
Afhankelijk van de capaciteit van de kaart
*
3
*
1
De elektronische sluiter wordt geactiveerd.
*
2
Het aantal foto’s met de burstfunctie wordt beperkt door de omstandigheden waaronder u de
foto maakt en het type en/of de status van de gebruikte kaart.
*
3
Er kunnen beelden worden opgenomen totdat de kaart vol is. Halverwege de opname zal
de burstsnelheid echter afnemen. Het exacte moment waarop de burstsnelheid afneemt,
is afhankelijk van de instellingen van de beeldverhouding, fotoresolutie en kwaliteit en het
gebruikte kaarttype.
• De burstsnelheid kan afnemen afhankelijk van de volgende instellingen:
[Fotoresolutie] (→108), [Kwaliteit] (→109), Gevoeligheid (→136),
Scherpstelmodus (→114), [Prio. focus/ontspan] (→125)
De burstsnelheid kan ook worden ingesteld met [Burstsnelh.] in het [Opname]-menu.
• Zie voor informatie over RAW-bestanden (→109).
143
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Burst-functie
4
Op het onderwerp scherpstellen en een
foto maken
• Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om de
burstmodus te activeren.
50
i
Burst annuleren
Selecteer in stap
2
[ ] ([Enkel]) of [ ].
Scherpstellen in burstmodus
Scherpstellen verschilt afhankelijk van de scherpstelmodus (→114) en de instelling van
[Prio. focus/ontspan] (→125) in het [Voorkeuze]-menu.
Scherpstelmodus [Prio. focus/ontspan] Scherpstelling
[AFS]
[FOCUS]
Bij de eerste foto
[RELEASE]
[AFF] / [AFC]
*
1
[FOCUS]
Normale scherpstelling
*
2
[RELEASE]
Voorspelde scherpstelling
*
3
[MF]
Scherpgesteld met handmatige
scherpstelling
*
1
Scherpstelling wordt vastgezet in de eerste foto wanneer donkere onderwerpen worden
opgenomen of de burstsnelheid is ingesteld op [SH].
*
2
Aangezien de camera een burst foto’s maakt terwijl de scherpstelling wordt aangepast, kan de
burstsnelheid afnemen.
*
3
De camera voorspelt de scherpstelling binnen een mogelijk bereik door hogere prioriteit te geven
aan de burstsnelheid.
144
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Burst-functie
Wanneer de burstsnelheid staat ingesteld op [H] kan er bij het maken van een groot aantal
burstfoto’s de burstsnelheid tijdens het opnemen van de beelden wel eens minder worden.
Wanneer de burstsnelheid is ingesteld op [SH] of [H] (de scherpstelmodus is ingesteld op [AFS] of
[MF]), zijn de belichting en witbalans vastgezet op die van de eerste foto.
Wanneer de burstsnelheid is ingesteld op [H] (de scherpstelmodus is ingesteld op [AFF] of [AFC]),
[M] of [L], worden de belichting en witbalans apart aangepast voor elke foto.
De burstsnelheid kan afnemen als de sluitertijd (beelden/sec.) langer wordt in een donkere
omgeving.
Bij herhaalde opnamen kan dit tussen de opnamen door even duren, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden.
De opslag van foto’s die zijn gemaakt met de Burst-functie kan enige tijd vergen. Als u
doorgaat met opnemen tijdens het opslaan, kan het aantal burstbeelden dat kan worden
vastgelegd bij een burstopname worden beperkt. Een kaart met een hoge snelheid wordt
aanbevolen wanneer u opneemt met de burstfunctie.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
De burstmodus wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit],
[Miniatuureffect], [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn])
Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling
[Automatische opname])
Tijdens het opnemen van films
Als [4K-FOTO] op [ON] staat
Tijdens opnemen met de flitser
Tijdens de T (tijd) opname
Tijdens opnemen met [iHandh. nachtop.]
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Wanneer [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON]
[SH] in de burstmodus kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Wanneer [Kwaliteit] is ingesteld op [
], [ ] of [ ]
Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt
145
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Opnemen terwijl de belichting automatisch verandert
[Auto bracket]
Opnamemodus:
Elke keer als er op de ontspanknop wordt gedrukt, worden maximaal 7 foto’s gemaakt
met andere belichtingsinstellingen op basis van het belichtingscompensatiebereik.
Voorbeeld van opnemen met Auto Bracket wanneer [Stap] is ingesteld op [3·1/3]
en [Serie] is ingesteld op [0/–/+]
1e foto 2e foto 3e foto
±0 EV –1/3 EV +1/3 EV
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om het Auto Bracket-
pictogram ([ ] enz.) te selecteren en
druk op
3
Druk op om het compensatiebereik te
selecteren en druk op [MENU/SET]
4
Op het onderwerp scherpstellen en een
foto maken
• Als u op de ontspanknop drukt en deze ingedrukt
houdt, kunt u een burst foto’s maken.
• Het display van Auto Bracket knippert totdat alle
burstbeelden die u hebt ingesteld zijn opgenomen.
• De camera begint opnieuw met opnemen vanaf de
eerste foto als u de instellingen van Auto Bracket
wijzigt of de camera uitschakelt voordat alle burstfoto’s
zijn opgenomen die u hebt ingesteld.
50
i
[Auto bracket] annuleren
Selecteer in stap
2
[ ] ([Enkel]) of [ ].
146
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Opnemen terwijl de belichting automatisch verandert [Auto bracket]
De instelling enkel/burst, het compensatiebereik en de opnamevolgorde van Auto
Bracket wijzigen
Stel het menu in
[Opname] → [Auto bracket]
Druk op om [Enkel/Burst instellen], [Stap] of [Serie] te selecteren en druk op
[MENU/SET]
Druk op om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET]
[Enkel/Burst
instellen]
(enkel)
(burst)
[Stap]
3·1/3 (3 foto’s)
3·2/3 (3 foto’s)
3·1 (3 foto’s)
5·1/3 (5 foto’s)
5·2/3 (5 foto’s)
5·1 (5 foto’s)
7·1/3 (7 foto’s)
7·2/3 (7 foto’s)
7·1 (7 foto’s)
[Serie]
0/–/+
–/0/+
U kunt één foto tegelijk maken wanneer [
] is ingesteld.
U kunt een burst foto’s maken tot aan het aantal foto’s dat u hebt ingesteld wanneer [
] is
ingesteld.
Sluit het menu nadat u instellingen hebt gewijzigd.
Wanneer u foto’s maakt met Auto Bracket nadat u de belichtingscompensatie hebt uitgevoerd,
worden er foto’s gemaakt met de gecorrigeerde belichtingswaarde als referentie.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
[Auto bracket] is uitgeschakeld in de volgende gevallen:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit],
[Miniatuureffect], [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn])
Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld
Tijdens het opnemen van films
Als [4K-FOTO] op [ON] staat
Tijdens opnemen met de flitser
Tijdens de T (tijd) opname
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling
[Automatische opname])
Wanneer [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON]
147
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Automatisch de beeldverhouding wijzigen terwijl u
beelden opneemt
[Asp. bracket]
Opnamemodus:
Wanneer u één keer op de ontspanknop drukt, maakt de camera automatisch vier foto’s
met vier typen beeldverhoudingen (4:3, 3:2, 16:9 en 1:1). (Het sluitergeluid klinkt slechts
een keer.)
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om het pictogram Bracket
voor beeldverhouding ([ ]) te selecteren
en druk op [MENU/SET]
Het bereik dat voor elke
beeldverhouding kan
worden opgenomen, wordt
weergegeven.
3
Op het onderwerp scherpstellen en een foto maken
Bracket voor beeldverhouding annuleren
Selecteer in stap
2
[ ] ([Enkel]) of [ ].
Als [Fotoresolutie] op [S] staat, wordt de instelling automatisch gewijzigd in [M].
Dezelfde instellingen voor sluitertijd, diafragmawaarde, scherpstelling, [Belichting], [Witbalans] en
[Gevoeligheid] worden voor alle vier de foto’s gebruikt.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
[Asp. bracket] is uitgeschakeld in de volgende gevallen:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Speelgoedcam.
effect], [Speelgoedcamera levendig], [Miniatuureffect], [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn])
Tijdens het opnemen van films
Als [4K-FOTO] op [ON] staat
Tijdens de T (tijd) opname
Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld
Wanneer [Kwaliteit] is ingesteld op [
], [ ] of [ ]
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt (alleen beschikbaar bij de instelling
[Automatische opname])
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Wanneer [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON]
148
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Foto’s maken met de zelfontspanner
Opnamemodus:
We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om bewegingen te
voorkomen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen
op 2 seconden.
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om het
zelfontspannerpictogram ([ ]
enzovoort) te selecteren en druk op
3
Druk op om de instelling voor de
zelfontspanner te selecteren en druk op
[MENU/SET]
De sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd.
De sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd en
er worden drie foto’s gemaakt op intervallen van
ongeveer 2 seconden.
De sluiter wordt na 2 seconden geactiveerd.
• U kunt de tijd voor de zelfontspanner ook instellen met
[Zelfontspanner] in het [Opname]-menu.
4
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk deze vervolgens volledig
in om te beginnen met opnemen
• De scherpstelling en belichting worden vastgezet
wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt.
• Nadat de indicator voor zelfontspanner knippert, begint
de opname.
Zelfontspanner annuleren
Selecteer in stap
2
[ ] ([Enkel]) of [ ].
• U kunt de zelfontspanner annuleren door de camera uit te schakelen. (Wanneer
[Zelf ontsp. auto uit] (→50) is ingesteld op [ON].)
149
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Foto’s maken met de zelfontspanner
Als u een foto maakt met een flitser wanneer [ ] is ingesteld, is in sommige gevallen het
flitsniveau niet stabiel.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Er kan niet worden ingesteld op [ ] in de onderstaande gevallen:
Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Tijdens de T (tijd) opname
De zelfontspanner is uitgeschakeld in de volgende gevallen:
Tijdens het opnemen van films
Als [4K-FOTO] op [ON] staat
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt (alleen beschikbaar bij de instelling
[Automatische opname])
150
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Panoramafoto’s maken
Opnamemodus:
U kunt eenvoudig een panoramafoto opnemen door de camera in de richting te schuiven
waarin u de opname wilt maken en automatisch de burst te combineren van de beelden
die u in die periode hebt opgenomen.
1
Druk op de [ ]-knop ( )
2
Druk op om het panoramapictogram ([ ], enz.) te
selecteren en druk op
3
Druk op om de opnamerichting te selecteren en druk op
[MENU/SET]
Links → rechts
Er wordt een horizontale richtlijn weergegeven.
Rechts → links
Beneden → boven
Er wordt een verticale richtlijn weergegeven.
Boven → beneden
• U kunt de opnamerichting ook selecteren met behulp van [Panoramarichting] in
het menu [Opname].
Een foto-effect toepassen (Filter)
Druk op de [FILTER]-knop om een foto-effect te
selecteren (→89)
Opnamerichting
Beeldeffecten
(Dit wordt niet weergegeven wanneer [Geen effect] is
geselecteerd.)
Het foto-effect aanpassen
(Dit wordt alleen weergegeven wanneer er een foto-effect
wordt geselecteerd.)
U kunt de foto-effecten ook instellen door aan de
bedieningsring te draaien.
[Speelgoedcam.effect], [Speelgoedcamera levendig],
[Miniatuureffect] en [Zonneschijn] zijn niet beschikbaar.
Wanneer u panoramafoto’s maakt, worden de volgende effecten niet toegepast op het
opnamescherm.
[Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Zachte focus], [Sterfilter]
Druk op [MENU/SET]
4
Ontspanknop halverwege indrukken om scherp te stellen
151
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Panoramafoto’s maken
5
Druk de ontspanknop volledig in en verschuif de camera
in een kleine cirkelbeweging in de opnamerichting om te
beginnen met opnemen
Foto’s maken van links naar rechts
Opnamerichting en voortgangsstatus (bij
benadering)
1 sec.
2 sec.
3 sec.
4 sec.
• Verschuif de camera op een constante snelheid.
U kunt mogelijk geen foto’s maken als u de camera te snel of te langzaam beweegt.
6
Druk de ontspanknop opnieuw volledig in om de opname te
beëindigen
• U kunt ook stoppen met opnemen door de camera niet meer te laten verschuiven
terwijl u foto’s maakt.
• De opname kan ook worden beëindigd door de camera naar het einde van de
richtlijn te bewegen.
Tips
Verschuif de camera zo stabiel mogelijk in de opnamerichting.
Als de camera te veel beweegt, kunnen de
foto’s mogelijk niet worden gemaakt, of hebt u
uiteindelijk een smalle (kleine) panoramafoto.
Verschuif de camera naar een punt iets vóór het punt dat u wilt opnemen.
(Het laatste beeldje wordt echter niet tot het einde opgenomen.)
152
SQW0028
Instellingen voor de sluiter en de aandrijving
Panoramafoto’s maken
Panoramafoto’s afspelen
U kunt panoramafoto’s vergroten door de zoomhendel op dezelfde manier te bedienen
als bij andere foto’s. Als u panoramafoto’s op dezelfde manier afspeelt als een film,
bladert u tijdens het afspelen automatisch door de panoramafoto’s. (→70)
• Anders dan bij het afspelen van films kunt u niet snel vooruit of snel achteruit spoelen
tijdens het automatisch bladeren door de panoramafoto’s. (U kunt beeld voor beeld
vooruit of achteruit spoelen terwijl het automatisch bladeren wordt gepauzeerd.)
Annuleren
Selecteer in stap
2
[ ] ([Enkel]) of [ ].
De zoom wordt vast ingesteld op de uiterste W-stand.
De [Stabilisatie] werkt niet wanneer die staat ingesteld op [ ] (Normaal).
Aangezien de diafragmawaarde en de sluitertijd automatisch worden ingesteld tijdens het maken van een
panoramafoto, worden instellingen die worden verricht via de diafragmaring of de sluitertijdknop, uitgeschakeld.
De scherpstelling, belichting en witbalans worden allemaal vast ingesteld op optimale waarden
voor de eerste foto.
Als de scherpstelling of helderheid van volgende foto’s die worden gemaakt als deel van de
panoramafoto, aanzienlijk afwijken van die van de eerste foto, is de scherpstelling en helderheid
van de gehele panoramafoto (als alle foto’s aan elkaar zijn geplakt) mogelijk niet overal gelijk.
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld, wordt [Witbalans] vast ingesteld op [AWB].
Aangezien er meerdere foto’s aan elkaar worden geplakt om een panoramafoto te maken, kunnen
bepaalde onderwerpen vervormd zijn of kan de naad tussen de na elkaar genomen, aan elkaar
geplakte beelden, zichtbaar zijn.
Bij een panoramafoto varieert het aantal opnamepixels per horizontale en verticale lijn, afhankelijk
van de opnamerichting en het aantal aan elkaar geplakte foto’s.
Het maximumaantal opnamepixels is als volgt:
Liggend fotograferen: ongeveer 8176 × 1920
Staand fotograferen: ongeveer 2560 × 7680
[Sluitertype] wordt vastgezet op [AUTO].
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
U kunt geen panoramabeeld opnemen in de volgende gevallen.
Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld
Wanneer [Kwaliteit] is ingesteld op [
], [ ] of [ ]
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Tijdens de T (tijd) opname
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt
Wanneer [Stille modus] is ingesteld
Wanneer de [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON]
Als [4K-FOTO] op [ON] staat
Panoramafoto’s kunnen niet worden gemaakt of foto’s kunnen mogelijk niet goed worden opgenomen wanneer u
foto’s maakt van de volgende onderwerpen of wanneer u foto’s maakt in de volgende opnameomstandigheden:
Onderwerpen die een continu monotoon oppervlak of patroon hebben (lucht, strand enzovoort)
Bewegende onderwerpen (persoon, huisdier, voertuig, golven of bloemen die bewegen in de wind enzovoort)
Onderwerpen met snel veranderende kleuren of patronen (zoals een beeld dat op een display verschijnt)
Donkere locaties
Locaties met een knipperende lichtbron (tl-buis, kaarslicht enzovoort)
153
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Automatisch beelden opnemen op vaste intervallen
[Intervalopname]
Opnamemodus:
U kunt gegevens zoals de begintijd van de opname en de tijdvertraging om automatisch
foto’s te maken vooraf instellen. Deze instelling is handig voor het opnemen van
beelden op constante intervallen voor landschapscènes, observatie van de geleidelijke
veranderingen in dieren/planten en andere toepassingen. De beelden worden als één
groepsbeeld opgenomen. (→201) Wanneer [Intervalvideo] in het [Afspelen]-menu wordt
gebruikt, kunt u een film maken. (→215)
• Stel de datum en tijd van tevoren in. (→29)
1
Stel het menu in
[Opname] → [Intervalopname]
2
Druk op om het onderdeel te
selecteren en druk op [MENU/SET]
[Starttijd] [Nu] De opname wordt gestart door de ontspanknop helemaal in te
drukken.
[Begintijd
instellen]
Stel de tijd in om te beginnen met de opnamen. U kunt elke tijd
instellen tot 23 uur en 59 minuten van tevoren.
Druk op om het onderdeel (uur en/of minuten) te
selecteren en op om de begintijd in te stellen, en
druk vervolgens op [MENU/SET]
[Opname-
interval] /
[Aantal
beelden]
U kunt het opname-interval en het aantal beelden instellen.
: Selecteer het onderdeel (minuten/seconden/aantal beelden)
: Instelling
[MENU/SET]: Instellen
U kunt het interval van 1 seconde tot en met 99 minuten en 59 seconden in
intervallen van 1 seconde instellen.
U kunt het aantal op te nemen beelden van 1 tot en met 9.999 beelden
instellen.
Gebruik een instelling voor interval
die langer is dan de belichtingstijd
(sluitertijd)
. (Afbeelding hieronder)
Als de instelling van het interval
korter is dan de belichtingstijd (sluitertijd)
(bijvoorbeeld bij nachtopnamen), kan de opname overslaan.
Eerste Tweede Derde
3
Druk op om [Start] te selecteren en druk op [MENU/SET]
154
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Automatisch beelden opnemen op vaste intervallen [Intervalopname]
4
Druk de ontspanknop volledig in
• De opname begint automatisch.
• Tijdens stand-by tussen de opnamen gaat de camera automatisch uit wanneer er
een vooraf ingesteld interval geen bediening wordt verricht. De [Intervalopname]-
opname zal zelfs doorgaan als de camera uitgeschakeld wordt. De camera wordt
dan automatisch ingeschakeld op de begintijd van de opname. Als u de camera
handmatig wilt inschakelen, drukt u de ontspanknop half in.
• Wanneer u op de [Fn2]-knop drukt terwijl de camera ingeschakeld is, verschijnt
het scherm voor selectie van pauze of einde. Voer de bewerking uit op basis van
de instructies op het scherm. Wanneer u op de [Fn2]-knop drukt terwijl de camera
in de pauzestand staat, verschijnt het scherm voor selectie van opnieuw opstarten
of einde. U kunt de bewerking ook vanuit de pauzestand opnieuw opstarten door
de ontspanknop volledig in te drukken.
• Wanneer een bevestigingsscherm wordt weergegeven dat vraagt of u verder wilt
gaan met het aanmaken van een film, selecteert u [Ja].
5
Selecteer de filmaanmaakmethode
• [Opname-indeling]: [MP4]
[Opn. kwaliteit]
Stelt de beeldkwaliteit van de film in.
[4K/25p] / [4K/24p] / [FHD/50p] / [FHD/25p] / [HD/25p] / [VGA/25p]
[Beeldfrequentie]
Stel het aantal frames per seconde in. Wanneer u een hoger aantal
instelt, kunt u een meer naadloze stop-motion-animatie maken.
[50fps]
*
/ [25fps] / [12.5fps] / [8.3fps] / [6.25fps] / [5fps] / [2.5fps] / [1fps]
*
Alleen beschikbaar bij de instelling [FHD/50p]
U kunt het aantal frames per seconde instellen op [24fps], [12fps],
[8fps], [6fps], [4.8fps], [2.4fps] of [1fps] wanneer de [Opn. kwaliteit]
staat ingesteld op [4K/24p].
[Serie]
[NORMAL]: de foto’s worden in de opnamevolgorde geplakt.
[REVERSE]: de foto’s worden in de omgekeerde opnamevolgorde geplakt.
6
Selecteer met [Uitvoer.] en druk op
[MENU/SET]
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin
[Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
• U kunt ook een film aanmaken met behulp van
[Intervalvideo] in het menu [Afspelen]. (→215)
155
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Automatisch beelden opnemen op vaste intervallen [Intervalopname]
Deze functie is niet bedoeld voor toepassingsspecifieke systemen (bewakingscamera’s).
Als u niet bij de camera blijft tijdens [Intervalopname]-opnamen, zorg dan dat de camera
niet gestolen wordt.
Ga voorzichtig te werk wanneer u lange tijd [Intervalopname]-opnamen maakt in koude
gebieden of in een omgeving met een lage temperatuur of een hoge temperatuur/hoge
vochtigheidsgraad, want een dergelijke toepassing zou storingen kunnen veroorzaken.
De camera kan onder sommige opnameomstandigheden mogelijk niet opnemen met het vooraf
ingestelde interval en het aantal beelden dat moet worden opgenomen.
Als de opnameduur langer is dan het vooraf ingestelde interval als gevolg van een lange
belichting, kunnen opnames overslaan.
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler
(optioneel).
[Intervalopname] is gepauzeerd in de volgende gevallen:
Wanneer de batterij leegraakt
Wanneer de camera uitgeschakeld wordt
Als dit gebeurt tijdens [Intervalopname]-opnamen, kunt u de bewerking opnieuw opstarten door
de batterij of kaart te vervangen in de pauzestand en de [ON/OFF]-schakelaar van de camera
op [ON] te zetten. (Houd er echter rekening mee dat de beelden die zijn opgenomen nadat de
bewerking opnieuw is opgestart, als een ander groepsbeeld worden opgeslagen.) Wanneer u de
batterij of kaart vervangt, zet u de [ON/OFF]-schakelaar van de camera op [OFF].
Sluit tijdens [Intervalopname]-opnamen de AV-kabel (optioneel), HDMI-microkabel of de USB-
kabel (bijgeleverd) niet aan.
Wanneer u de beeldkwaliteit selecteert voor een beeldverhouding die afwijkt van het
oorspronkelijke beeld, wordt het beeld met een zwarte band aan de boven-/onderkant of de
linker-/rechterkant van een stop-motion-animatie weergegeven.
Als de voeding wordt uitgeschakeld als gevolg van een stroomuitval of ontkoppeling van de
netadapter terwijl er een film wordt opgenomen met de netadapter (optioneel), wordt die film niet
opgenomen.
U kunt geen film samenstellen die langer is dan 29 minuten en 59 seconden of waarvan het
bestand groter is dan 4 GB.
Wanneer een stop-motion-animatie korter is dan 2 seconden, wordt "2s" weergegeven als
opnameduur voor de film (→70).
Wanneer het aantal opgenomen beelden één is, wordt dit niet als groepsbeeld opgeslagen.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
[Intervalopname] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt
Wanneer de [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON]
156
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Stop-motion-animatie maken
[Stop-motionanimatie]
Opnamemodus:
U kunt foto’s aan elkaar plakken om een stop-motion-animatie te maken.
Stel de datum en tijd van tevoren in. (→29)
• Foto’s die zijn vastgelegd door deze beeld voor beeld op te nemen, worden in één
groepsbeeld gegroepeerd. (→201)
Voordat u stop-motion-animatie maakt
Wanneer u met [Stop-motionanimatie] foto’s maakt door een onderwerp zoals een pop
stukje bij beetje te bewegen en deze foto’s vervolgens aan elkaar plakt, kunt u een stop-
motion-animatie maken alsof het onderwerp beweegt.
Om een stop-motion-animatie te maken met deze camera, dient u 1 tot 50 fotoframes
te maken per 1 seconde film.
Om het onderwerp soepel te laten bewegen, moet u de beweging met zo veel mogelijk
frames opnemen en een hoger aantal frames per seconde (beeldsnelheid) instellen
wanneer u een stop-motion-animatie maakt.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Stop-motionanimatie]
2
Druk op om de opnamemethode te
selecteren en druk op [MENU/SET]
[Automatische
opname]
[ON] Automatisch foto’s maken op een vast opname-interval. Wanneer de
ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, start de opname.
[OFF] Hiermee worden handmatig beelden opgenomen, één beeldje tegelijk.
[Opname-
interval]
(Alleen beschikbar wanneer [Automatische opname] is ingesteld op [ON])
Stel het interval in dat gebruikt is voor [Automatische opname]. U kunt het
interval instellen van 1 seconde tot 60 seconden in intervallen van 1 seconde.
Druk op om het interval (seconden) te selecteren, druk op om
de geselecteerde tijd in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]
157
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Stop-motion-animatie maken [Stop-motionanimatie]
3
Druk op om [Start] te selecteren en druk op [MENU/SET]
4
Druk op om [Nieuw] te selecteren en
druk op [MENU/SET]
5
Druk de ontspanknop volledig in
• U kunt maximaal 9.999 frames opnemen.
6
Verplaats het onderwerp om de
compositie te bepalen
• Herhaal het maken van foto’s op dezelfde manier.
• Wanneer u de camera tijdens de opname uitschakelt, verschijnt er een bericht
om opnieuw met opnemen te beginnen wanneer u de camera inschakelt. Om te
beginnen met opnemen vanaf de volgende foto, selecteert u [Ja].
Effectief stop-motion-animatie maken
Maximaal twee opgenomen beelden worden op het opnamescherm
weergegeven. Controleer dit scherm als richtlijn om de hoeveelheid vereiste
beweging vast te stellen.
U kunt op de afspeelknop drukken om de opgenomen beelden te bekijken. Druk
op de [ ]-knop om onnodige beelden te verwijderen. Om terug te keren naar
het opnamescherm, drukt u opnieuw op de afspeelknop.
7
Druk op [MENU/SET] om te stoppen met opnemen. Selecteer
vervolgens [Stop-motionanimatie] in het [Opname]-menu en
druk vervolgens op opnieuw op [MENU/SET]
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Het wordt beëindigd wanneer [Ja]
wordt geselecteerd.
• Vervolgens wordt er een bevestigingsscherm voor het maken van een film
weergegeven, dus selecteer dan [Ja].
8
Selecteer een methode om een stop-motion-animatie te maken
• [Opname-indeling]: [MP4]
[Opn. kwaliteit]
Stelt de beeldkwaliteit van de film in.
[4K/25p] / [4K/24p] / [FHD/50p] / [FHD/25p] / [HD/25p] / [VGA/25p]
[Beeldfrequentie]
Stel het aantal frames per seconde in. Wanneer u een hoger aantal instelt,
kunt u een meer naadloze stop-motion-animatie maken.
[50fps]
*
/ [25fps] / [12.5fps] / [8.3fps] / [6.25fps] / [5fps] / [2.5fps] / [1fps]
*
Alleen wanneer [FHD/50p] is ingesteld
U kunt het aantal frames per seconde instellen op [24fps], [12fps],
[8fps], [6fps], [4.8fps], [2.4fps] of [1fps] wanneer de [Opn. kwaliteit] staat
ingesteld op [4K/24p].
[Serie]
[NORMAL]: de foto’s worden in de opnamevolgorde geplakt.
[REVERSE]: de foto’s worden in de omgekeerde opnamevolgorde geplakt.
158
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Stop-motion-animatie maken [Stop-motionanimatie]
9
Druk op om [Uitvoer.] te selecteren en
druk op [MENU/SET]
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin
[Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
• U kunt ook stop-motion-animatie maken met [Stop-
motionvideo] in het [Afspelen]-menu. (→215)
Beelden toevoegen aan een al opgenomen stop-motion-animatiegroep
Wanneer u [Aanvullend] selecteert in stap
4
, worden groepsbeelden weergegeven die
zijn opgenomen met [Stop-motionanimatie]. Selecteer een groepsbeeld en druk op
[MENU/SET]. Selecteer vervolgens [Ja] op het bevestigingsscherm.
[Automatische opname] wordt mogelijk niet uitgevoerd volgens het vooraf ingestelde interval,
omdat het opnemen onder bepaalde opnameomstandigheden langer duurt, zoals wanneer foto’s
met flitser worden gemaakt.
Wanneer u de beeldkwaliteit selecteert voor een beeldverhouding die afwijkt van het
oorspronkelijke beeld, wordt het beeld met een zwarte band aan de boven-/onderkant of de
linker-/rechterkant van een stop-motion-animatie weergegeven.
Wanneer u de beeldkwaliteit selecteert voor een andere beeldverhouding dan het oorspronkelijke
beeld, worden korrelige beelden geproduceerd in een stop-motion-animatie.
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler
(optioneel).
Als de voeding wordt uitgeschakeld als gevolg van een stroomuitval of ontkoppeling van de
netadapter terwijl er een film wordt opgenomen met de netadapter (optioneel), wordt die film niet
opgenomen.
U kunt geen film samenstellen die langer is dan 29 minuten en 59 seconden of waarvan het
bestand groter is dan 4 GB.
Wanneer een stop-motion-animatie korter is dan 2 seconden, wordt "2s" weergegeven als
opnameduur voor de film (→70).
Wanneer slechts één foto wordt gemaakt, wordt deze niet als groepsbeeld opgeslagen. U kunt
niet slechts één gemaakte foto selecteren met [Aanvullend].
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
[Stop-motionanimatie] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer de [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON]
159
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Meerdere belichtingen uitvoeren voor één beeld
[Multi-belicht.]
Opnamemodus:
U kunt een effect maken dat identiek is aan het maximaal vier keer belichten van één
beeld.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Multi-belicht.]
2
Druk op om [Start] te selecteren en
druk op [MENU/SET]
3
Kies uw compositie en neem het eerste
beeld op
• Nadat u het eerste beeld hebt opgenomen, drukt u de
ontspanknop half in om naar de volgende opname te
gaan.
• Druk op om het onderdeel te selecteren en
druk dan op [MENU/SET]. U kunt dan de volgende
handelingen verrichten.
[Volg.]: Ga door naar de volgende opname.
[Nieuw]: het resultaat van de laatste opname
verwijderen en nog een beeld opnemen.
[Exit]: meervoudige belichting afsluiten en het
opgenomen beeld opslaan.
Volg.
Nieuw
Exit
4
Neem het tweede, derde en vierde beeld
op
• Wanneer u op de [Fn1]-knop drukt bij het opnemen
van beelden, worden de opgenomen beelden
opgeslagen en wordt de meervoudige belichting
afgesloten.
Nieuw
Exit
5
Druk op om [Exit] te selecteren en druk
op [MENU/SET]
• U kunt de bewerking ook beëindigen door de
ontspanknop half in te drukken.
160
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Meerdere belichtingen uitvoeren voor één beeld [Multi-belicht.]
Instelling van de automatische versterkingscompensatie
Selecteer [Auto gain] op het scherm in stap
2
(→159).
[ON]: voegt diverse beelden tot één beeld samen door automatisch de helderheid
aan te passen in overeenstemming met het aantal opgenomen beelden.
[OFF] voegt diverse beelden tot één beeld samen door de belichtingsresultaten
van alle beelden gewoonweg te laten overlappen zoals ze zijn. Voer de
belichtingscompensatie uit op basis van de vereisten van een onderwerp.
De beelden op het RAW-beeld op een kaart over elkaar leggen
Stel [Overlappen] in op [ON] op het scherm in stap
2
(→159). Na [Start] worden de
beelden op een kaart weergegeven. Selecteer de RAW-beelden en druk op
[MENU/SET] om door te gaan met opnemen.
• U kunt [Overlappen] alleen uitvoeren op RAW-beelden die met deze camera zijn
opgenomen.
De beelden worden pas in het geheugen opgeslagen nadat de meervoudige belichting is voltooid.
Informatie voor het laatst opgenomen beeld wordt als opnamegegevens gebruikt van beelden die
met meervoudige belichting zijn gemaakt.
Terwijl de [Multi-belicht.]-opname wordt uitgevoerd, kunt u geen onderdelen instellen die in grijs op
het menuscherm worden weergegeven.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
[Multi-belicht.] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt
161
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
De pieptonen en de flitser tegelijkertijd uitschakelen
[Stille modus]
Opnamemodus:
Deze modus is nuttig wanneer u beelden opneemt in een rustige omgeving of op
openbare locaties of wanneer u beelden opneemt van een onderwerp zoals een baby of
dier.
1
Stel het menu in
[Voorkeuze] → [Stille modus]
Instellingen: [ON]/[OFF]
• Deze modus dempt pieptonen, stelt de flitser in op [Gedwongen uit] en schakelt
het AF-assistlampje uit. De instellingen voor de volgende functies staan vast:
[Sluitertype]: [ESHTR]
[Flitserfunctie]: [
] (Flitser gedwongen UIT)
[AF ass. lamp]: [OFF]
[Beep volume]: [ ] (Uit)
[Shutter vol.]: [ ] (Uit)
Zelfs wanneer deze modus is ingesteld op [ON], zullen de volgende lampjes/indicatoren branden
of knipperen.
Indicator voor zelfontspanner
Wi-Fi-verbindingslampje
De bedieningsgeluiden van deze camera, zoals het geluid van de lensopening, worden niet
gedempt.
Besteed speciale aandacht aan de privacy, portretrechten enzovoort van een onderwerp
wanneer u deze functie gebruikt. Gebruik de functie op eigen risico.
162
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie
[Gezicht herk.]
Opnamemodus:
De gezichtsherkenningsfunctie herkent een gezicht dat identiek is aan een geregistreerd
gezicht en past de scherpstelling en belichting voor het gezicht automatisch met een
hogere prioriteit aan. Zelfs als een persoon op wie u scherp wilt stellen, zich achterin of in
een hoek bevindt op een groepsfoto, zal de camera de persoon automatisch herkennen
en het gezicht van deze persoon duidelijk opnemen.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Gezicht herk.]
Instellingen: [ON]/[OFF]/[MEMORY]
De oorspronkelijke instelling voor [Gezicht herk.] is [OFF].
Wanneer u beelden met gezichten registreert, verandert de instelling automatisch in [ON].
Hoe de gezichtsherkenningsfunctie werkt
Tijdens het opnemen
• De camera herkent een geregistreerd gezicht en past de
scherpstelling en belichting daaraan aan.
• Wanneer geregistreerde gezichten waarvoor namen
zijn ingesteld, worden herkend, worden de namen
weergegeven (maximaal 3 personen).
Tijdens het afspelen
• De naam en de leeftijd worden weergegeven (als de
informatie is geregistreerd).
• De namen die zijn ingesteld voor de herkende gezichten,
worden weergegeven (maximaal 3 personen).
• Alleen beelden van de geselecteerde geregistreerde
personen worden afgespeeld ([Categor. afsp.]).
[Gezicht herk.] functioneert alleen wanneer de automatische scherpstelmodus is ingesteld
op [
].
Alleen de eerste foto van de burstopname bevat gezichtsherkenningsinformatie.
De naam van de persoon die in het eerste beeld is herkend, wordt weergegeven in het geval van
groepsfoto’s.
Bij gezichtsherkenning wordt naar gezichten gezocht die lijken op de gezichten die zijn
geregistreerd, maar er is geen garantie dat deze gezichten altijd worden herkend. In sommige
gevallen herkent de camera zelfs geregistreerde personen niet of onjuist, afhankelijk van de
uitdrukking van de personen of de omgeving.
Zelfs als er gezichtsherkenningsinformatie is geregistreerd, worden beelden die zijn opgenomen
wanneer de naam [OFF] is, niet gesorteerd voor gezichtsherkenning in [Categor. afsp.].
Zelfs als de gezichtsherkenningsinformatie is gewijzigd, wordt de
gezichtsherkenningsinformatie voor eerder gemaakte foto’s niet gewijzigd.
Als er bijvoorbeeld een naam wordt gewijzigd, worden foto’s die zijn gemaakt voor de wijziging,
niet gesorteerd voor gezichtsherkenning in [Categor. afsp.].
Als u naamgegevens wilt wijzigen voor beelden die al zijn opgenomen, dient u dit te doen met
[REPLACE] (→222) in [Gez.herk. bew.].
163
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [Gezicht herk.]
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
[Gezicht herk.] kan in de volgende gevallen niet worden ingesteld:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect])
Tijdens het opnemen van films
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Gezichtsfoto’s registreren
Er kunnen gezichtsfoto’s van maximaal 6 personen worden geregistreerd, samen met
informatie als de naam en de geboortedatum.
Opnametips voor het registreren van gezichtsfoto’s
• Zorg dat de persoon zijn ogen open en zijn mond dicht
heeft; laat de persoon rechtstreeks in de camera kijken
en zorg dat de contouren van het gezicht, de ogen en de
wenkbrauwen niet door haren zijn bedekt.
• Zorg dat er geen zware schaduwen op het gezicht vallen.
(Tijdens de registratie wordt de flitser niet gebruikt.)
Goed voorbeeld voor het
registreren van een gezicht
Als de camera tijdens het opnemen problemen lijkt te hebben met
gezichtsherkenning
• Registreer extra beelden van het gezicht van dezelfde persoon, binnen en buiten of
met verschillende uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken.
• Registreer extra beelden op de plaats waar u de opnamen maakt.
• Als een geregistreerd persoon niet langer wordt herkend, dient u die persoon
opnieuw te registreren.
1
Druk op om [MEMORY] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET]
32
654
1
New
KEN
Nieuw
2
Druk op om [Nieuw] te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET]
Als er al 6 personen zijn geregistreerd, dient u eerst een
geregistreerde persoon te verwijderen. (→164)
3
Zorg dat het kader om het gezicht ligt en maak de
opname
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest,
wordt de bewerking uitgevoerd.
Gezichten van andere onderwerpen dan personen (bijvoorbeeld
huisdieren) kunnen niet worden geregistreerd.
Wanneer u op
drukt, verschijnt er een uitleg.
164
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [Gezicht herk.]
4
Druk op om het aan te passen onderdeel te selecteren en druk op
[MENU/SET]
[Naam]
Druk op om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]
Voer de naam in (zie "Tekst invoeren": (→52))
[Leeftijd] Stel de geboortedatum in.
Druk op om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]
Gebruik om het jaar, de maand en de dag te kiezen, leg deze vast met
en druk op [MENU/SET]
[Beeld toev.] U kunt maximaal 3 gezichtsfoto’s van de persoon registreren.
Selecteer met de optie [Toev.] en druk op [MENU/SET]
Als er slechts één foto geregistreerd is, kunt u de handeling met de
cursortoets overslaan. Druk dan enkel op [MENU/SET] om nog een
gezichtsfoto te registreren.
Wanneer u een geregistreerde gezichtsfoto selecteert met de cursortoets,
verschijnt er een scherm om het verwijderen ervan te bevestigen. Selecteer
[Ja] om de foto van het gezicht te verwijderen.
(Als er slechts één foto geregistreerd is, kan deze niet worden verwijderd.)
Neem het beeld op (stap
3
(→163))
Informatie over geregistreerde personen bewerken of verwijderen
Informatie over geregistreerde personen kan worden bewerkt of verwijderd.
1
Druk op om [MEMORY] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]
2
Selecteer met het beeld van de persoon dat u wilt bewerken of
verwijderen en druk op [MENU/SET]
3
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
[Info bew.] Hier kunt u de naam of andere geregistreerde informatie bewerken. (Stap
4
hierboven)
[Prioriteit] Hier kunt u een prioriteitsvolgorde instellen voor scherpstelling en belichting.
Selecteer met de registratievolgorde en druk op [MENU/SET]
[Wissen] Hiermee kunt u informatie en gezichtsfoto’s van geregistreerde personen
verwijderen.
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de
bewerking uitgevoerd.
165
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Het profiel instellen voor een baby of huisdier om in
een beeld op te nemen
Opnamemodus:
U kunt een naam of geboortedatum van een baby of huisdier instellen voordat u een
beeld opneemt zodat de naam of leeftijd in maanden/jaar in het beeld wordt vermeld.
De naam en de leeftijd in maanden/jaren instellen
Stel het menu in
[Opname] → [Profiel instellen]
Instellingen: [ ] ([Baby1])/[ ] ([Baby2])/[ ] ([Huisdier])/[OFF]/[SET]
Druk op om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]
Selecteer met [Baby1], [Baby2] of [Huisdier] en druk vervolgens op [MENU/SET]
Selecteer met [Leeftijd] of [Naam] en druk vervolgens
op [MENU/SET]
Druk op om [SET] te selecteren en druk vervolgens
op [MENU/SET]
Leeftijd: Stel de geboortedatum in met en druk op
[MENU/SET]
Naam: (Zie "Tekst invoeren": (→52))
Druk op om [Exit] te selecteren en druk vervolgens op
[MENU/SET] om te voltooien
De weergave van de naam en de leeftijd in maanden/jaren annuleren
Selecteer [OFF] in stap
.
U kunt de afdrukinstelling voor [Leeftijd] en [Naam] op uw computer verrichten met
"PHOTOfunSTUDIO", dat u vindt op de bijgeleverde dvd. Er kan ook tekst worden afgedrukt in de
foto, met behulp van [Tekst afdr.].
Niet beschikbaar in het volgende geval:
U kunt de naam of leeftijd in maanden/jaren niet vastleggen in foto’s die zijn gemaakt terwijl u
films opneemt ([
] filmprioriteiten) (→198).
166
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Het relevante scherm weergeven voor specifieke
opnameomstandigheden
Het gebied controleren waar overbelichting kan plaatsvinden
([Zebrapatroon])
Opnamemodus:
U kunt het gebied in een beeld controleren dat lichter is dan een bepaalde helderheid,
wat tot overbelichting zou kunnen leiden, door een dergelijk gebied met een zebrapatroon
weer te geven. U kunt ook de helderheid aanpassen die door het zebrapatroon moet
worden vertegenwoordigd.
[Voorkeuze] → [Zebrapatroon]
[ZEBRA1]
Een gebied lichter dan een bepaalde helderheid wordt met
een naar rechts hellend zebrapatroon weergegeven.
[ZEBRA2]
Een gebied lichter dan een bepaalde helderheid wordt met
een naar links hellend zebrapatroon weergegeven.
[OFF]
[SET]
Hiermee stelt u de helderheid in die voor elk zebrapatroon moet worden
weergegeven.
[Zebra 1] / [Zebra 2]
1
Selecteer met de helderheid en druk vervolgens op
[MENU/SET]
Het helderheidsbereik dat u kunt selecteren, loopt van [50%] tot [105%]. De
instelling [OFF] is beschikbaar voor [Zebra 2]. Wanneer [100%] of [105%] wordt
geselecteerd, worden alleen de overbelichte gedeelten met het zebrapatroon
weergegeven. Wanneer een lagere numerieke waarde wordt ingesteld, neemt het
helderheidsbereik dat door elk zebrapatroon moet worden weergegeven, toe.
167
SQW0028
Functies voor specifieke onderwerpen en doelen
Het relevante scherm weergeven voor specifieke opnameomstandigheden
Als er sprake is van overbelichting, raden we aan beelden op te nemen met een lagere
belichtingswaarde (→135), waarbij u het histogram (→64) als richtlijn gebruikt.
Het weergegeven zebrapatroon wordt niet opgenomen.
Wanneer u [Zebrapatroon] instelt op [Fn knopinstelling] (→37) in het [Voorkeuze]-menu, zal elke
keer als u op de toegewezen functieknop drukt, de instelling in de volgende volgorde geschakeld
worden: [Zebra 1] → [Zebra 2] → [Zebra UIT]. Wanneer [ZEBRA2] is ingesteld op [OFF], kunt u de
instelling snel in de volgende volgorde schakelen: [Zebra 1] → [Zebra UIT].
Een monochrome weergave voor het opnamescherm instellen
([Zwart-wit Live View])
Opnamemodus:
U kunt het opnamescherm in zwart-wit weergeven. Deze functie is nuttig wanneer
een zwart-witscherm het gemakkelijker maakt scherp te stellen in de handmatige
scherpstelmodus.
[Voorkeuze] → [Zwart-wit Live View]
Instellingen: [ON]/[OFF]
• Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
168
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beweging corrigeren
Opnamemodus:
Neemt automatisch beweging waar en corrigeert die.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Stabilisatie]
2
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
(Normaal)
Hiermee corrigeert u verticale en horizontale beweging.
(Pannen)
Hiermee corrigeert u verticale beweging. Deze instelling is ideaal voor
verschuiven (techniek van het opnemen van een onderwerp door de
camerabeweging af te stemmen op de beweging van een onderwerp dat in
een specifieke richting beweegt).
[OFF] [Stabilisatie] werkt niet.
Beweging voorkomen
Als er een waarschuwing over beweging verschijnt, gebruikt
u [Stabilisatie], een statief of [Zelfontspanner]. In sommige
gevallen kan beweging worden verminderd door een hogere
instelling te gebruiken voor [Gevoeligheid].
Bewegingswaarschuwing
50
i
169
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beweging corrigeren
Wanneer u een statief gebruikt, raden we u aan [Stabilisatie] in te stellen op [OFF].
Als u wilt verschuiven door [ ] te selecteren, raden we u aan te fotograferen via de zoeker.
Omstandigheden waarbij de beeldstabilisatiefunctie niet goed werkt:
In geval van veel beweging
Bij een hoge zoomvergroting (ook in het digitale zoombereik)
Bij het opnemen van beelden terwijl u een bewegend voorwerp volgt
Wanneer de sluitertijd langer wordt om beelden op te nemen binnenshuis of op donkere
plaatsen
Het verschuivingseffect door [ ] te selecteren, wordt in de volgende gevallen niet volledig
bereikt:
Heldere zomerdagen of andere lichte locaties
Wanneer de sluitertijd korter is dan 1/100 seconde
Wanneer de beweging van een onderwerp traag is en de snelheid waarmee de camera wordt
bewogen, te traag is (dan wordt geen mooie vervaging van de achtergrond bereikt)
Wanneer de camera de beweging van een onderwerp niet goed volgt
Niet beschikbaar in het volgende geval:
[Stabilisatie] kan niet worden gebruikt door [ ] (Normaal) te selecteren tijdens het opnemen van
panoramabeelden.
170
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Zoom gebruiken
Opnamemodus:
U kunt het gebied van een beeld dat u wilt opnemen, met de zoomfunctie aanpassen.
Zoomhendel Bedieningsring
Zoomhendel verplaatsen Draai de bedieningsring
*
*
U kunt een zoombewerking uitvoeren door de
instelling [Zoom] aan de bedieningsring toe te
wijzen. (→40)
T-zijde: tele, het onderwerp vergroten
W-zijde: groothoek, groter gebied fotograferen
Rechtsom: tele, het onderwerp vergroten
Linksom: groothoek, groter gebied fotograferen
De afbeelding is een voorbeeld van het gebruik van de optische zoom, [i.Zoom] en [Dig. zoom] in de
modus [Program AE].
Scherpstelbereik
i.Zoombereik
Optisch zoombereik
Digitaal zoombereik
Huidige zoompositie (brandpuntsafstanden hetzelfde als die van een filmcamera van 35 mm)
Raak de lensbuis tijdens het zoomen niet aan.
Stel scherp nadat u de zoominstelling hebt aangepast.
De zoomfactor en de zoombalk die op het scherm worden weergegeven, tonen slechts een
schatting.
U hoort wellicht een ratelend geluid en voelt de camera trillen als u de zoomhendel gebruikt, maar
dit is normaal.
171
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Zoom gebruiken
Zoomtypes en gebruik
De zoomfactor verandert wanneer de fotoresolutie wordt gewijzigd.
Optische zoom
U kunt inzoomen zonder dat de beeldkwaliteit verslechtert.
Maximale vergroting: 3,1x
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Extra optische zoom
Deze functie werkt wanneer fotoresoluties met [ ] zijn geselecteerd in [Fotoresolutie]
(→108). Met extra optische zoom kunt u inzoomen met een hogere zoomfactor dan
optische zoom zonder dat de beeldkwaliteit verslechtert.
Maximale vergroting: 6,2x
(Inclusief de optische zoomfactor. Deze maximale zoomfactor varieert afhankelijk
van de fotoresolutie.)
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Speelgoedcam.effect], [Speelgoedcamera levendig])
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH]
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat
Als [iHDR] op [ON] staat
Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [
], [ ] of [ ] is ingesteld
Tijdens het opnemen van films
172
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Zoom gebruiken
Om de zoomfactor nog verder te verhogen, kunt u de volgende zoomfuncties in
combinatie gebruiken.
[i.Zoom]
Opnamemodus:
Met de intelligente resolutietechnologie van de camera kunt u de zoomfactor verhogen
naar 2 x de oorspronkelijke zoomfactor waarbij de beeldkwaliteit maar beperkt
verslechtert.
[Opname] → [i.Zoom] → [ON]/[OFF]
[Bewegend beeld] → [i.Zoom] → [ON]/[OFF]
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Expressieve indruk], [Speelgoedcam.effect],
[Speelgoedcamera levendig])
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH]
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat
Als [iHDR] op [ON] staat
Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [
], [ ] of [ ] is ingesteld
173
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Zoom gebruiken
[Dig. zoom]
Opnamemodus:
4 x verder inzoomen dan met de optische/extra optische zoom. Let erop dat bij de digitale
zoom door vergroting de beeldkwaliteit verslechtert.
[Opname] → [Dig. zoom] → [ON]/[OFF]
[Bewegend beeld] → [Dig. zoom] → [ON]/[OFF]
Wanneer [Dig. zoom] tegelijkertijd met [i.Zoom] wordt gebruikt, kunt u de zoomfactor slechts tot
2 x verhogen.
Wanneer u [Dig. zoom] gebruikt, raden we u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken
(→148) voor het opnemen van beelden.
Het AF-gebied wordt grotendeels in het midden van het digitale zoombereik weergegeven.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Expressieve indruk], [Speelgoedcam.effect],
[Speelgoedcamera levendig], [Miniatuureffect])
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH]
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld
Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [
], [ ] of [ ] is ingesteld
174
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Zoom gebruiken
[Stapsg. zoom]
Opnamemodus:
U kunt de zoombediening zo instellen dat de kijkhoek (beeldhoek) gemakkelijk zichtbaar
is voor de brandpuntsafstand van een reguliere lens met vaste brandpuntsafstand
(als bij een filmcamera van 35 mm). Wanneer u de [Stapsg. zoom] gebruikt, kunt u de
zoomfactor even gemakkelijk bedienen als het aanpassen van de cameralens.
1
Draai de bedieningsring (→39)
Huidige zoomstand
(Brandpuntsafstanden hetzelfde als die van een filmcamera van
35 mm)
De zoomhendel gebruiken voor [Stapsg. zoom]
U kunt de zoomhendel gebruiken voor [Stapsg. zoom] door [Zoomschakelaar] in te
stellen op [Stapsg. zoom] in het [Voorkeuze]-menu.
De brandpuntsafstandswaarden zijn uitsluitend ter referentie.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Tijdens het opnemen van films
175
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Zoom gebruiken
De zoombewerkingsinstellingen wijzigen
[Voorkeuze] → [Zoomschakelaar]
[Voorkeuze] → [Bedieningsring]
Zoom
De zoom werkt normaal.
Stapsgewijze zoom
Elke keer als wordt gezoomd, stopt de zoom bij de positie voor
een van de vooraf ingestelde brandpuntsafstanden.
De zoompositie behouden als de camera uitgeschakeld wordt
[Voorkeuze] → [Zoom hervatten] → [ON]/[OFF]
176
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
Opnamemodus:
Wanneer de flitser (bijgeleverd) is aangebracht, kunt u alle flitsfuncties (de [MANUAL]
instelling, enz.) gebruiken die met dit apparaat beschikbaar zijn. (Onthoud echter
dat deze flitser niet als draadloze flitser kan worden gebruikt.) In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u een beeld kunt opnemen met gebruikmaking van de flitser
(bijgeleverd).
• Voor meer informatie over het opnemen van een beeld met gebruikmaking van een
externe flitser (optioneel), raadpleegt u (→291).
Met de flitser kunt u beelden op donkere locaties opnemen of het volledige contrast van
een beeld aanpassen door een onderwerp met een lichte achtergrond te belichten.
De flitser bevestigen
De bescherming flitsschoen is al op de flitsschoen bevestigd op het moment van
aanschaf.
Bevestig de flitser aan de flitsschoen nadat u de bescherming flitsschoen verwijderd hebt.
De bescherming flitsschoen verwijderen
• Zorg dat de [ON/OFF]-schakelaar van de camera op [OFF] is ingesteld.
1
Verwijder de bescherming flitsschoen door deze in de
richting van pijl te trekken terwijl u deze indrukt in
de richting aangeduid met pijl
Bevestig de bescherming flitsschoen altijd wanneer de
flitsschoen niet in gebruik is.
Bewaar de bescherming flitsschoen op een veilige plaats
nadat u deze hebt verwijderd, zodat u deze niet kwijtraakt.
De flitser bevestigen
1
Schakel de flitser uit
Flitsschoen
[ON/OFF]-schakelaar van de flitser
2
Steek de flitser stevig op de flitsschoen van dit
apparaat tot hij vastklikt
Zet de [ON/OFF]-schakelaar van de camera in de stand
[ON] en schakel de flitser in wanneer u een beeld gaat
opnemen.
Houd de bescherming flitsschoen buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
Draag de camera niet aan de flitser wanneer de flitser op de camera is bevestigd.
177
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
De flitser verwijderen
Schakel de camera en de flitser uit
Houd de ontgrendelingsknop ingedrukt en trek de
flitser in de richting van de pijl om de flitser eraf te
halen
Ontkoppel de flitser altijd langzaam en zorgvuldig.
Bevestig de bescherming flitsschoen op de flitsschoen
van de camera.
Bewaar de verwijderde flitser in het bijbehorende zachte
tasje.
Ontgrendelingsknop
Informatie over [Gedwongen uit] ([ ])
[ ] (Flitser gedwongen UIT) verschijnt op het opnamescherm en de flitser flitst niet in de
volgende gevallen.
Het signaal van het communicatielampje bij een draadloze flitser wordt ook
uitgeschakeld. (→184)
• Wanneer de flitser niet op de camera is aangebracht
• Wanneer de [ON/OFF]-schakelaar van de flitser op [OFF] staat, ook al is de flitser
aangebracht
• Wanneer de flitser niet voor het opnemen van beelden kan worden gebruikt,
bijvoorbeeld bij het opnemen van films
Het beschikbare flitsbereik wanneer de instelling [Gevoeligheid] [AUTO] is
Randen van foto’s kunnen iets donkerder worden als de flitser wordt gebruikt op korte
afstanden zonder dat de zoom wordt gebruikt (vlakbij de maximale instelling voor W -
groothoek). U kunt dit oplossen door enigszins in te zoomen.
Max. groothoek Max. tele
Ongeveer 60 cm - 14,1 m
*
Ongeveer 30 cm - 8,5 m
*
*
Wanneer de flitser (bijgeleverd) is aangebracht en de [ISO-limiet] staat op [OFF].
178
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
Effectief gebruik van de flitser
Een beeld opnemen met de flitser als het onderwerp te dicht bij is, kan tot overbelichting
leiden. Wanneer u [Highlight] in het [Voorkeuze]-menu instelt op [ON], knipperen de
overbelichte gebieden zwart-wit tijdens [Auto review] of tijdens het afspelen. In dat geval
raden wij u aan het beeld opnieuw op te nemen, bijvoorbeeld na het instellen van een
lager flitsniveau met [Flitser instel.] (→183).
Let op dat u het flitsvenster niet met uw vingers bedekt en kijk niet van dichtbij in de flitser.
Gebruik de flitser niet vlakbij kwetsbare onderwerpen (de hitte/fel licht van de flitser kan het
onderwerp beschadigen).
Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser enkele keren
achter elkaar wordt gebruikt. Wanneer de flitser wordt opgeladen, knippert het flitserpictogram
rood en kunt u geen beeld opnemen, zelfs niet wanneer u de ontspanknop volledig indrukt.
De instelling van de flitser wordt in de volgende gevallen vast ingesteld op [ ] (Flitser
gedwongen UIT):
Tijdens het opnemen van films
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt
Als [HDR] op [ON] staat
Als [Stille modus] op [ON] staat
179
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
De flitsmodus wijzigen (handmatig flitsen)
Opnamemodus:
U kunt selecteren of het flitsniveau automatisch of handmatig wordt ingesteld.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Flitser] → [Flitser functie]
2
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
[TTL] De camera stelt het flitsniveau automatisch in.
[MANUAL]
U kunt de flitsverhouding handmatig instellen. Met [TTL] kunt u het beeld zoals
bedoeld opnemen, zelfs bij donkere scènes waar het flitsniveau meestal hoger is.
Wanneer [MANUAL] is geselecteerd, wordt de flitsverhouding (bijvoorbeeld [1/1]) weergegeven
met het flitspictogram op het scherm.
De flitsverhouding instellen (wanneer [MANUAL] is geselecteerd)
Stel het menu in
[Opname] → [Flitser] → [Handmatige flitserinstel.]
Druk op om een onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET]
U kunt de flitsverhouding instellen van [1/1] (flitsen op volledig vermogen) tot [1/64] in stappen
van 1/3.
180
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
Flitsmodus wijzigen
Opnamemodus:
Stel de flitser in overeenstemming met de opname in.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Flitser] → [Flitserfunctie]
2
Druk op om het onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET]
: [Flitser altijd aan]
: [Gdw. aan/rode-og]
*
Fotografeer altijd met de flitser.
Ideaal voor het maken van tegenlichtopnamen
of wanneer een onderwerp zich onder fel licht
bevindt, zoals een tl-buis.
: [Langz. sync.]
: [Lngz. sync./rode-og]
*
Hiermee neemt u lichtere beelden op, zoals van
onderwerpen in een nachtlandschap door de sluitertijd te
verkorten wanneer u flitst.
Ideaal voor het opnemen van beelden van
personen in een nachtlandschap.
: [Gedwongen uit]
Altijd beelden opnemen zonder gebruik van de flitser,
onder alle lichtomstandigheden.
Ideaal voor het filmen of fotograferen op plaatsen
waar het gebruik van een flitser verboden is.
*
Dit is alleen beschikbaar wanneer [Draadloos] in de [Flitser] is ingesteld op [OFF] (→184) en
[Flitser functie] is ingesteld op [TTL] (→179).
Er wordt twee keer geflitst. Beweeg niet tot na de tweede flits. Het interval tussen de flitsen
varieert, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt
beïnvloed door factoren zoals afstand tot het onderwerp en of het onderwerp tijdens de voorflits
naar de camera kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie
verwaarloosbaar.
Rode-ogenreductie
Opnamemodus:
Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens worden gecorrigeerd
wanneer de foto wordt gemaakt met flitser en rode-ogenreductie ([ ], [ ]).
[Opname] → [Rode-ogencorr]
Instellingen: [ON]/[OFF]
Wanneer deze functie is ingesteld op [ON], verandert het flitserpictogram in [ ]/[ ].
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Afhankelijk van de omstandigheden kan de rode-ogencorrectie niet altijd effectief zijn.
181
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
Sluitertijd voor elke flitsmodus
Flitsmodus
Sluitertijd (seconden)
1/60
*
1
- 1/4000
Flitsmodus
Sluitertijd (seconden)
1 - 1/16000
120
*
2
- 1/16000
*
1
De sluitertijd is ingesteld op 60 seconden in de [Sluiterprioriteit]-modus en op T (time) in de
[Handm. belicht.]-modus.
*
2
De sluitertijd is ingesteld op T (time) in de [Handm. belicht.]-modus.
• In de [Intelligent auto]-modus verandert de sluitertijd afhankelijk van de
geïdentificeerde scène.
Flitserinstellingen voor elke opnamemodus (Wanneer de flitser (bijgeleverd) is
aangebracht) (○: beschikbaar, –: niet beschikbaar)
Opnamemodus
[Intelligent auto]-modus
*
*
*
*
[Program AE]-modus
[Lensopeningspr.]-modus
[Sluiterprioriteit]-modus
[Handm. belicht.]-modus
*
U kunt geen flitsinstellingen maken via het menu [Opname]. Stel in op [ ], [ ], [ ] of [ ]
afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
De flitsinstellingen worden bewaard, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
182
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
De 2e gordijnsynchronisatie instellen
Opnamemodus:
De 2e gordijnsynchronisatie is een opnamemethode waarbij de flitser afgaat vlak vóór de
sluiter ontspant wanneer u een beeld opneemt van een bewegend onderwerp (zoals een
rijdende auto) met gebruikmaking van de flitser en met een lange sluitertijd.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Flitser] → [Flits-synchro]
2
Druk op om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET]
[1ST] De 1e gordijnsynchronisatie is de normale
opnamemethode met gebruikmaking van de flitser.
[2ND] De lichtbron wordt achter het onderwerp
vastgelegd en dit levert een levendige en kleurrijke
foto op.
Stel deze normaal in op [1ST].
Als u deze instelt op [2ND], wordt [2nd] weergegeven in het flitserpictogram op het scherm.
[2ND] is alleen beschikbaar wanneer [Draadloos] in de [Flitser] is ingesteld op [OFF]. (→184)
De [Flits-synchro]-instelling werkt ook als er een andere externe flitser dan de bijgeleverde flitser
wordt gebruikt. (→291)
Wanneer een korte sluitertijd wordt ingesteld, wordt het [Flits-synchro]-effect mogelijk niet
voldoende bereikt.
Wanneer [2ND] is ingesteld, kunt u de flitserinstelling niet op [ ] of [ ] zetten.
183
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
Het flitsniveau aanpassen
Opnamemodus:
Stel het flitsniveau af wanneer een beeld dat is opgenomen met gebruikmaking van de
flitser te licht of te donker is.
1
Stel het menu in
[Opname] → [Flitser] → [Flitser instel.]
2
Druk op om het flitsniveau in te stellen en druk op [MENU/SET]
Instellingen: -3 EV tot +3 EV (eenheid: 1/3 EV)
Wanneer u de intensiteit van de flitser niet wilt aanpassen, selecteert u [±0 EV].
Wanneer de intensiteit van de flitser wordt aangepast, wordt [+] of [-] weergegeven op het
pictogram van de flitser.
[Flitser instel.] is alleen beschikbaar wanneer [Draadloos] in de [Flitser] is ingesteld op [OFF]
(→184) en [Flitser functie] is ingesteld op [TTL] (→179).
De [Flitser instel.]-instelling werkt ook als er een andere externe flitser dan de bijgeleverde flitser
wordt gebruikt. (→291)
Het flitsniveau met de camera synchroniseren tijdens
belichtingscompensatie
Opnamemodus:
Het flitsniveau wordt automatisch afgesteld overeenkomstig de
belichtingscompensatiewaarde.
[Opname] → [Flitser] → [Auto. belichtingscomp.]
Instellingen: [ON] / [OFF]
Informatie over belichtingscompensatie (→135)
De [Auto. belichtingscomp.]-instelling werkt ook als er een andere externe flitser dan de
bijgeleverde flitser wordt gebruikt. (→291)
184
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
Draadloos flitsen instellen
Opnamemodus:
Wanneer u de flitsers (optioneel: DMW-FL360L, DMW-FL580L) met de opnamefunctie
voor draadloos flitsen gebruikt, kunt u het flitsen van de flitsers afzonderlijk regelen in drie
groepen, en van de flitser die op de flitsschoen van de camera is aangesloten.
Hoewel de (bijgeleverde) flitser niet is voorzien van een draadloze flitsopnamefunctie,
kunt u deze wel aanbrengen op de flitsschoen van dit apparaat en kunt u aldus wel het
flitsen van een draadloze flitser besturen.
De draadloze flitser plaatsen
Plaats de draadloze flitser met de sensor voor het draadloze signaal op de camera
gericht. De volgende illustratie is een voorbeeld van het bereik waarbinnen de flitser
geplaatst kan worden. Het regelbare bereik varieert, afhankelijk van de omliggende
omgeving.
Flitserbereik (wanneer de bijgeleverde flitser
is bevestigd)
Voorbeeld van de plaatsing van
flitsers
2 m
2 m
3 m
3 m
• Dit voorbeeld van de plaatsing van flitsers geeft een situatie aan waar flitser C is
geplaatst om de schaduwen weg te nemen uit de achtergrond van het onderwerp, die
worden geproduceerd door flitser A en B van de flitsgroep.
• Voor het aantal te besturen draadloze flitsers raden wij u aan maximaal drie flitsers in
elke groep te zetten.
• Wanneer een onderwerp te dichtbij is, kan het signaal van het communicatielampje van
invloed zijn op de belichting van het beeld. Het probleem kan worden verkleind door
het flitsniveau te verlagen door [Communicatielicht] in te stellen op [LOW] of door een
flitsdiffuser of soortgelijk apparaat te gebruiken.
Voorbereiding
Breng de bijgeleverde flitser of een optionele flitser (DMW-FL360L, DMW-FL580L) op dit apparaat
aan.
1
Zet de draadloze flitser in de RC-modus en plaats de flitser
Selecteer het kanaal en de groep van de draadloze flitser.
185
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
2
Stel het menu in
[Opname] → [Flitser] → [Draadloos]
3
Druk op om [ON] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Wanneer [Draadloos] is ingesteld op [ON], verschijnt [WL] bij het flitspictogram op het
opnamescherm.
Als u gedetailleerde instellingen voor de draadloze flitser wilt uitvoeren, voert u de volgende
instellingen uit vanuit de [Flitser].
4
Druk op om [Draadloos kanaal] te selecteren en
druk op [MENU/SET]
Flitsmodus Flitsniveau
Luminositeitsverhouding
5
Druk op om het kanaal te selecteren en druk op
[MENU/SET]
Selecteer hetzelfde kanaal als het kanaal dat is ingesteld voor de
draadloze flitser in stap
1
.
6
Druk op om [Draadloze setup] te selecteren en
druk op [MENU/SET]
7
Selecteer met het onderdeel en druk op
[MENU/SET]
Druk op de [DISP.]-knop om te testflitsen.
[Externe
flitser]
[Flitser
functie]
[TTL]: De camera stelt het flitsniveau automatisch in.
[AUTO]
*
: Hiermee stelt u het flitsniveau met een externe flitser in.
[MANUAL]: Hiermee stelt u handmatig het flitsniveau van een externe
flitser in.
[OFF]: Een externe flitser flitst alleen voor het verzenden van een
communicatielichtsignaal.
[Flitser
instel.]
Hiermee past u het flitsniveau van een externe flitser handmatig aan
wanneer [Flitser functie] is ingesteld op [TTL].
[Handmatige
flitserinstel.]
Hiermee stelt u de flitsverhouding van een externe flitser in wanneer
[Flitser functie] is ingesteld op [MANUAL].
U kunt de flitsverhouding instellen van [1/1] (flitsen op volledig
vermogen) tot [1/64] in stappen van 1/3.
[A Groep]/
[B Groep]/
[C Groep]
[Flitser
functie]
[TTL]: De camera stelt automatisch het draadloze flitslicht in.
[AUTO]: Stelt het flitslicht in bij gebruik van een draadloze flitser.
[MANUAL]: Voor handmatig instellen van het flitslicht van een
draadloze flitser.
[OFF]: De draadloze flitsers van de ingestelde groep flitsen niet.
[Flitser
instel.]
Voor handmatig instellen van het flitslicht van een draadloze flitser
wanneer [Flitser functie] staat ingesteld op [TTL].
[Handmatige
flitserinstel.]
Stelt het flitslicht van een draadloze flitser in wanneer [Flitser functie]
staat ingesteld op [MANUAL].
U kunt de flitsverhouding instellen van [1/1] (flitsen op volledig
vermogen) tot [1/64] in stappen van 1/3.
*
Wanneer de (bijgeleverde) flitser op dit apparaat is aangebracht, kunt u deze instellingen niet
maken.
186
SQW0028
Stabilizer, zoomen en flitsen
Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser
Het voortbrengen van communicatielicht instellen dat moet worden gebruikt
wanneer met een draadloze flitser wordt opgenomen
[Opname] → [Flitser] → [Communicatielicht]
Instellingen: [HIGH] / [STANDARD] / [LOW]
187
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
U kunt beelden opnemen in volledige HD-kwaliteit die aan de AVCHD-norm voldoet,
evenals films in MP4 opnemen. U kunt tevens 4K-films in MP4 opnemen. (→194)
Het geluid wordt in stereo opgenomen.
Instelling van het formaat, de beeldresolutie en de
opnamesnelheid in frames
Opnamemodus:
1
Stel het menu in
[Bewegend beeld] → [Opname-indeling]
2
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
[AVCHD] Dit gegevensformaat is geschikt voor weergave op HD TV’s.
[MP4]
Dit gegevensformaat is speciaal geschikt voor het afspelen van films op een
computer en dergelijk soort apparatuur.
3
Selecteer met [Opn. kwaliteit] en druk op [MENU/SET]
4
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
Sluit het menu af nadat het is uitgevoerd.
188
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
Wanneer [AVCHD] is geselecteerd
Onderdeel Fotoresolutie
Opnamesnelheid
in frames
Sensoruitgangssignaal
Bitwaarde
[FHD/28M/50p]
*
1920×1080 50p 50 fps Ongeveer 28 Mbps
[FHD/17M/50i] 1920×1080 50i 50 fps Ongeveer 17 Mbps
[FHD/24M/25p] 1920×1080 50i 25 fps Ongeveer 24 Mbps
[FHD/24M/24p] 1920×1080 24p 24 fps Ongeveer 24 Mbps
*
AVCHD Progressive
Wanneer [MP4] is geselecteerd
Onderdeel Fotoresolutie
Opnamesnelheid
in frames
Sensoruitgangssignaal
Bitwaarde
[4K/100M/25p] 3840×2160 25p 25 fps
Ongeveer 100 Mbps
[4K/100M/24p] 3840×2160 24p 24 fps
Ongeveer 100 Mbps
[FHD/28M/50p] 1920×1080 50p 50 fps Ongeveer 28 Mbps
[FHD/20M/25p] 1920×1080 25p 25 fps Ongeveer 20 Mbps
[HD/10M/25p] 1280×720 25p 25 fps Ongeveer 10 Mbps
[VGA/4M/25p] 640×480 25p 25 fps Ongeveer 4 Mbps
• Wat is bitwaarde
Bitwaarde is de hoeveelheid gegevens voor een specifieke periode. De kwaliteit wordt
beter wanneer de waarde hoger wordt. Dit apparaat gebruikt de opnamemethode
"VBR". "VBR" is een afkorting van "Variable Bit Rate" (variabele bitwaarde). De
bitwaarde (de hoeveelheid gegevens voor een specifieke periode) wordt automatisch
gewijzigd, afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Daarom wordt de opnametijd
verkort wanneer er een onderwerp wordt opgenomen dat snel beweegt.
189
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
Compatibiliteit van de opgenomen films
Films die zijn opgenomen in [AVCHD] of [MP4] kunnen worden afgespeeld met een
slechte beeld- of geluidskwaliteit of kunnen helemaal niet worden afgespeeld, zelfs niet
als ze worden afgespeeld met apparatuur die compatibel is met deze formaten. Ook
kan de opnamegegevens dan niet goed worden weergegeven. Gebruik in dit geval dit
apparaat.
• Wanneer u films importeert en afspeelt die opgenomen zijn met [FHD/28M/50p],
[FHD/24M/25p] of [FHD/24M/24p] in [AVCHD] met een ander apparaat dan
dit apparaat, hebt u een compatibele Blu-ray-recorder nodig of een pc waarop
"PHOTOfunSTUDIO" geïnstalleerd is.
• Voor meer informatie over films die zijn opgenomen met [4K/100M/25p] of
[4K/100M/24p] in het [MP4]-formaat, raadpleegt u "Genieten van films in 4K" (→274).
Scherpstellen terwijl u films opneemt ([Continu AF])
Opnamemodus:
Scherpstellen verschilt afhankelijk van de scherpstelmodus (→114) en de instelling van
[Continu AF] in het [Bewegend beeld]-menu.
[Focus] [Continu AF] Instelling
[AFS]/[AFF]/
[AFC]
[ON]
De scherpstelling continu automatisch laten
aanpassen tijdens het opnemen van films. (→114)
[OFF]
Scherpstelling vastzetten aan het begin van het
filmen.
[MF] [ON] / [OFF] Hiermee kunt u handmatig scherpstellen. (→128)
• Wanneer de scherpstelmodus is ingesteld op [AFS], [AFF] of [AFC], stelt de camera
opnieuw scherp als de ontspanknop half ingedrukt wordt tijdens het opnemen van films.
• Wanneer de automatische scherpstelling geactiveerd wordt terwijl u films opneemt, kan
onder sommige omstandigheden het bedieningsgeluid van het scherpstellen worden
opgenomen. Als u dit geluid wilt onderdrukken, raden we u aan beelden op te nemen
na [Continu AF] in te stellen op [OFF] in het [Bewegend beeld]-menu.
• Wanneer u in- en uitzoomt tijdens het opnemen van films, kan het even duren om
scherp te stellen.
190
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
Films opnemen
Opnamemodus:
U kunt bij filmopnamen ook handmatig de diafragmawaarde en de sluitertijd instellen.
(→80)
De camera stelt automatisch de diafragmawaarde en de sluitertijd in en kiest de optimale
scène-instelling voor het filmen in de modus [Intelligent auto]. (→76)
1
Filmknop indrukken om te gaan filmen
Na indrukken laat u de filmknop onmiddellijk weer los.
Terwijl u films opneemt, knippert de opnamestatusindicator
(rood).
Als u ongeveer 1 minuut of langer geen bewerking uitvoert, wordt
een deel van de informatie op het scherm uitgeschakeld. Druk
op de [DISP.]-knop als u de informatie weer wilt weergeven.
Deze bewerking vindt plaats om inbranden van het scherm te
voorkomen. Dit is geen storing.
Let bij het opnemen van filmbeelden op dat u de microfoons niet
blokkeert.
U kunt ook in- en uitzoomen als u films opneemt.
De bedieningsgeluiden van de zoomhendel of bedieningsring
kunnen in sommige gevallen worden opgenomen.
Ook tijdens het filmen kunt u nog foto’s nemen (→198)
Verstreken
opnameduur
Resterende opnameduur
(ongeveer)
Opnamestatusindicator
2
Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met
filmen
191
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
Omtrent de diafragmawaarde en de sluitertijd voor het filmen
Diafragmawaarde
• Om films op te nemen waarbij zowel het onderwerp als de achtergrond scherp zijn,
stelt u de diafragmawaarde op een hogere waarde in. Om films op te nemen met een
onscherpe achtergrond, stelt u een lagere waarde in.
Sluitertijd
• Als u een scherpe film wilt opnemen van een snel bewegend onderwerp, stelt u
een kortere sluitertijd in. Als u een film wilt opnemen met een slepend effect voor de
bewegingen van een onderwerp, stelt u een langere sluitertijd in.
• Wanneer u een kortere sluitertijd instelt, kan de schermruis toenemen als gevolg van
een hogere gevoeligheid.
• Wanneer u een onderwerp onder tl- of ledverlichting e.d. opneemt, kunnen de kleuren
en de helderheid van het scherm veranderen of kunnen er horizontale strepen op
het scherm verschijnen. In dat geval raden we u aan om de sluitertijd handmatig in te
stellen op 1/60 seconde of 1/100 seconde.
Bedieningsgeluid aan het einde van de opname
Aangezien films worden opgenomen totdat op de filmknop gedrukt wordt om de opname
te stoppen, kan het niveau van de bedieningsgeluiden in het beeld hoger zijn. We raden u
aan de volgende methode te gebruiken om dit geluid te onderdrukken.
Splits het einde van een film met [Splits video] (→214) in het [Afspelen]-menu. In
sommige gevallen kunnen films niet gesplitst worden op een positie vlak bij het eind
van de film. U voorkomt dit probleem door 3 seconden extra op te nemen.
192
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
De filmknop in-/uitschakelen
[Voorkeuze] → [Videotoets] → [ON]/[OFF]
Deze functie voorkomt onjuiste bediening van de knop.
De kijkhoekinstelling schakelen die gebruikt wordt voor het maken
van foto’s en het opnemen van films
[Voorkeuze] → [Opn.gebied] → (foto) / (film)
Als de beeldverhouding verschilt voor foto’s en films, verandert de kijkhoek wanneer u
een film gaat opnemen.
Wanneer u [Opn.gebied] instelt op [ ], wordt de kijkhoekinstelling weergegeven die
voor het opnemen van films wordt gebruikt.
[Opn.gebied] dient als een richtlijn geïnterpreteerd te worden.
193
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
Als de omgevingstemperatuur hoog is of er sprake is van een continue filmopname, wordt [ ]
weergegeven en wordt de opname mogelijk halverwege stopgezet om de camera te beschermen.
Als de extra optische zoom wordt gebruikt voordat u op de filmknop drukt, worden deze
instellingen gewist en wordt het opnamegebied aanzienlijk gewijzigd.
Als u bewerkingen uitvoert zoals zoomen, knoppen of wieltjes gebruikt terwijl u een film opneemt,
kan bedieningsgeluid worden opgenomen.
Tijdens het filmen zal de zoomsnelheid trager zijn dan normaal.
De beschikbare opnametijd die op het scherm wordt weergegeven, neemt mogelijk niet regelmatig
af.
Afhankelijk van het type kaart kan de kaarttoegangsindicatie kort verschijnen na het opnemen van
een film. Dit is geen storing.
Als u te snel stopt met het opnemen van films wanneer u het Filter (foto-effect) [Miniatuureffect]
hebt ingesteld, kan de camera een bepaalde tijd doorgaan met opnemen. Houd de camera in
positie totdat de opname wordt stopgezet.
[ISO-limiet] is uitgeschakeld tijdens het opnemen van films.
Zelfs als u [Stabilisatie] instelt op [ ] (Pannen) wanneer u films opneemt, is deze vast ingesteld
op [
] (Normaal).
Het verdient aanbeveling een volledig opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC
coupler (optioneel) te gebruiken voor het opnemen van films. (→292)
Als u films opneemt met de netadapter en de voeding wordt onderbroken als gevolg van een
stroomuitval of als de netadapter wordt ontkoppeld enzovoort, wordt die film in het geheel niet
opgenomen.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Het is niet mogelijk films op te nemen in de volgende gevallen:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld op ([Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit],
[Miniatuureffect]
*
, [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn])
*
Alleen tijdens het opnemen van films met een [Opn. kwaliteit] van [4K]
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt
194
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
Films opnemen van 4K
Opnamemodus:
U kunt films van 4K op hoge resolutie opnemen door [Opn. kwaliteit] op [4K] in te stellen.
• Gebruik voor het opnemen van films van 4K een kaart van UHS-snelheidsklasse 3.
(→25)
• Wanneer u films van 4K opneemt, wordt de kijkhoek smaller dan bij films van andere
formaten.
Films opnemen van 4K
Selecteer de opnamemodus (→59)
Stel de [Opname-indeling] in het [Bewegend beeld]-menu in op [MP4] (→187)
Stel [Opn. kwaliteit] in het menu [Bewegend beeld] in op [4K/100M/25p] of
[4K/100M/24p] (→188)
Filmknop indrukken om te gaan filmen
Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met filmen
195
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
Vastleggen van een foto met hoge resolutie uit een 4K-film
[4K-FOTO]
U kunt een foto maken met een resolutie van ongeveer 8 megapixels uit een 4K-film
die is opgenomen met de instelling [4K-FOTO]. U kunt een foto maken die een enkele
moment vastlegt op soortgelijke manier als bij hoge-snelheid burst-opnamen.
Deze instelling is niet beschikbaar in de [Intelligent auto]-modus.
Films opnemen van 4K
• Gebruik voor het opnemen van films van 4K een kaart van UHS-snelheidsklasse 3.
(→25)
1
Stel het menu in
[Bewegend beeld] → [4K-FOTO]
2
Druk op om [ON] te selecteren en druk op
[MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest,
wordt de bewerking uitgevoerd.
De juiste filmmodus voor het vastleggen van een foto uit een
4K-film wordt geselecteerd en de film kan worden opgenomen
met fotobeeldkwaliteit.
Aangezien de camera een hogere prioriteit geeft aan
de scherpstelling van een foto uit een 4K-film, kan de
scherpstelbeweging tijdens het filmen wel eens waarneembaar
zijn.
De camera zal automatisch de volgende instellingen maken.
Menu Onderdeel
[Opname-indeling] [MP4]
[Opn. kwaliteit] [4K/100M/25p]
3
Druk op de [ ] -knop om het opnamescherm weer
te geven
196
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
4
Draai aan de diafragmaring en de sluitertijdknop om de opnamemodus in te
stellen
Wij raden u aan om de modus [Sluiterprioriteit] te kiezen en de sluitertijd in te stellen op
1/1000 seconde of hoger, om bewegingsonscherpte van uw onderwerp te voorkomen. Om een
onderwerp dat snel beweegt op te nemen, stelt u de sluitertijd in op 1/2000 seconde of sneller.
5
Bedien de keuzeschakelaar voor de beeldverhouding
om de beeldverhouding voor een film in te stellen
De beeldverhouding van een foto die u overneemt uit een 4K-film
is gelijk aan de beeldverhouding van de film.
6
Filmknop indrukken om te gaan filmen
Wanneer u films van 4K opneemt, wordt de kijkhoek smaller dan
bij films van andere formaten.
Instellen van een markering
Wanneer u tijdens het filmen op de [Fn2]-knop drukt, kunt u een markering in de
filmbeelden aanbrengen.
Wanneer u daarna foto’s overneemt uit de film, kunt u snel naar de gemarkeerde
plaats gaan om een foto over te nemen.
U kunt in een enkele film tot 40 markeringen aanbrengen.
7
Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met filmen
U kunt ook beginnen of stoppen met filmen door de ontspanknop in te drukken.
197
SQW0028
Films opnemen
Films opnemen
Foto’s nemen van een film
1
Geef het beeld weer dat u als foto wilt vastleggen door
op te drukken om een film tijdens het afspelen op de
camera te pauzeren
U kunt door indrukken van de enkel-frame bewegingen
vooruit/terugwaarts uitvoeren.
Wanneer u op de [Fn2]-knop en dan op
drukt, kunt u snel
naar een plaats gaan waar u tijdens het filmen een markering
had aangebracht. (U kunt ditzelfde ook doen tijdens het afspelen
van de filmbeelden.)
Als u nogmaals op de [Fn2]-knop drukt, kunt u door indrukken
van
de enkel-frame bewegingen vooruit/terugwaarts
uitvoeren.
Fn2
2
Druk op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET]
[
] wordt weergegeven voor een vastgelegde foto.
Als u een foto wilt vastleggen uit een film terwijl de camera is aangesloten op een tv met de HDMI-
microkabel, stelt u [VIERA link] van [TV-verbinding] in het [Set-up]-menu in op [OFF].
198
SQW0028
Films opnemen
Foto’s maken terwijl u een film opneemt
Opnamemodus:
U kunt tussen het filmen door gewoon foto’s opnemen. (Gelijktijdig opnemen)
1
Druk tijdens het filmen de ontspanknop
volledig in
• Wanneer u een foto maakt, wordt het pictogram voor
het gelijktijdig opnemen van foto’s/films weergegeven.
De film- of fotoprioriteit instellen
Opnamemodus:
Met [Foto/film] in het [Bewegend beeld]-menu kunt u de opnamemethode van een foto
instellen die gemaakt moet worden terwijl u een film opneemt.
(filmprioriteiten)
Een foto maken met [Fotoresolutie] [S] (2M). De beeldkwaliteit kan anders zijn
dan [S] (2M) van standaardfoto’s.
Alleen foto’s in JPEG-indeling worden gemaakt wanneer [Kwaliteit] is
ingesteld op [
], [ ] of [ ]. ([Kwaliteit] wordt gebruikt bij de instelling
[
] wanneer [ ] is ingesteld.)
U kunt maximaal 30 foto’s maken tijdens het opnemen van een film.
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld op [Miniatuureffect], kan een foto
worden gemaakt met een lichte vertraging ten opzichte van het moment
waarop u de ontspanknop volledig indrukt.
(Fotoprioriteiten)
Een foto wordt gemaakt met de [Fotoresolutie] en de [Kwaliteit] die u hebt
ingesteld.
Terwijl er een foto wordt gemaakt, wordt het scherm zwart. Tijdens deze
periode wordt de foto gemaakt in de film en wordt het geluid gedempt.
U kunt maximaal 4 foto’s maken tijdens het opnemen van een film.
De beeldverhouding van een foto wordt vastgezet op [16:9].
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Het is niet mogelijk foto’s te maken in de volgende gevallen:
Wanneer [Opname-indeling] is ingesteld op [MP4], wordt [Opn. kwaliteit] ingesteld op
[4K/100M/25p], [4K/100M/24p] of [VGA/4M/25p]
Wanneer [Opname-indeling] is ingesteld op [AVCHD], is [Opn. kwaliteit] ingesteld op
[FHD/24M/24p] (alleen beschikbaar bij de instelling [
] ([Fotoprioriteit]))
199
SQW0028
Films opnemen
Gebruik van het [Bewegend beeld]-menu
Zie voor de instelprocedures voor het [Bewegend beeld]-menu (→31).
• De menuonderdelen [Fotostijl], [AFS/AFF/AFC], [Meetfunctie], [Schaduw markeren],
[Int.dynamiek], [I.resolutie], [i.Zoom] en [Dig. zoom] komen voor in zowel het [Opname]-
menu als het [Bewegend beeld]-menu.
Als een instelling in het ene menu wordt gewijzigd, wordt de instelling met dezelfde
naam in het andere menu ook automatisch gewijzigd.
• Het [Bewegend beeld]-menu wordt in de volgende gevallen niet weergegeven:
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
[4K-FOTO]
• Voor meer informatie (→195).
[Opname-indeling]
• Voor meer informatie (→187).
[Opn. kwaliteit]
• Voor meer informatie (→187).
[Foto/film]
• Voor meer informatie (→198).
[Continu AF]
• Voor meer informatie (→189).
200
SQW0028
Films opnemen
Gebruik van het [Bewegend beeld]-menu
Zie voor de instelprocedures voor het [Bewegend beeld]-menu (→31).
[Micr. weerg.]
Opnamemodus:
U kunt instellen of u het microfoonniveau wel of niet op het opnamescherm wilt
weergeven.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld op ([Miniatuureffect])
[Micr. instellen]
Opnamemodus:
U kunt het geluidsinvoerniveau in 4 stappen aanpassen.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect])
[Windreductie]
Opnamemodus:
Als u het ruisen van de wind hoort tijdens een geluidsopname, kunt u met [Windreductie]
het ruisen van de wind effectief reduceren.
Instellingen: [AUTO]/[HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF]
Als [Windreductie] is ingesteld, kan de geluidskwaliteit afwijken van die van normale opnamen.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect])
201
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Het groepsbeeld bekijken
U kunt achtereenvolgens meerdere beelden in een groep afspelen of groepsbeelden een
voor een afspelen.
[
]: achtereenvolgens opgenomen beelden groeperen
door [Burstsnelh.] in te stellen op [SH] (→142)
[ ]: opgenomen beelden groeperen met [Intervalopname]
(→153)
[ ]: opgenomen beelden groeperen met [Stop-
motionanimatie] (→156)
• U kunt beelden in groepen verwijderen of bewerken. (Als u
bijvoorbeeld een van de beelden in een groep verwijdert,
worden alle beelden in die groep verwijderd.)
15 foto15 foto
Groepsbeelden achtereenvolgens afspelen
1
Selecteer een beeld met het groepsbeeldpictogram ([ ], [ ] of [ ])
en druk op
Wanneer u groepsbeelden een voor een afspeelt, worden de optie-instellingen weergegeven.
[Vanaf eerste foto]: de groepsbeelden achtereenvolgens afspelen vanaf het eerste beeld in een
groep.
[Vanaf huidige foto]: de groepsbeelden achtereenvolgens afspelen vanaf het beeld dat
momenteel wordt afgespeeld.
Bewerkingen tijdens continu afspelen
Continu afspelen/pauzeren Stoppen
Snel terugspoelen Snel vooruitspoelen
Terugkeren naar het vorige beeld
(gepauzeerd)
Schuiven naar het volgende beeld
(gepauzeerd)
202
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Het groepsbeeld bekijken
Groepsbeelden een voor een afspelen
1
Selecteer een beeld met het submenu-pictogram
([ ]) en druk dan op
Het submenu wordt weergegeven.
GroepsweergaveGroepsweergave
Uploaden (Wi-Fi)Uploaden (Wi-Fi)
2
Selecteer met [Groepsweergave] en druk op
[MENU/SET]
3
Schuif met door de beelden
Wanneer u gebruikt om [Groepsweergave verlaten] te
selecteren en op [MENU/SET] drukt na nogmaals op
te
hebben gedrukt, verschijnt het scherm voor normaal afspelen
weer.
U kunt dezelfde bewerkingen voor foto’s in een groep gebruiken
als voor het normaal afspelen van foto’s. (Meerdere afspelen,
zoom afspelen, beelden verwijderen enz.)
Beelden worden niet gegroepeerd als ze opgenomen worden zonder [Klokinst.] in te stellen.
Burstfoto’s die zijn gemaakt op een ander toestel, kunnen niet altijd worden herkend als
groepsbeelden.
203
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Overnemen van foto’s uit films
Een scène uit een film opslaan als een foto.
• Raadpleeg (→195) voor de methode voor het vastleggen van een foto uit een 4K film
die is opgenomen door [4K-FOTO] in te stellen op [ON].
1
Geef het beeld weer dat u als foto wilt
vastleggen door op te drukken om een
film tijdens het afspelen op de camera te
pauzeren
• Wanneer u in de pauzestand op drukt, kunt u snel
vooruit/achteruit spoelen.
2
Druk op [MENU/SET]
• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer
[Ja] en druk op [MENU/SET]
• De foto wordt opgeslagen met een beeldverhouding
van [16:9] en een [Kwaliteit] van [ ]. De fotoresolutie
verschilt, afhankelijk van de film die wordt afgespeeld.
Voor films opgenomen in [Opn. kwaliteit] met [4K]: [M] (8M)
Voor films opgenomen in [Opn. kwaliteit] met [FHD], [HD]: [S] (2M)
De beeldkwaliteit wordt iets minder, afhankelijk van de [Opn. kwaliteit]-instelling van de
oorspronkelijke film.
Wanneer een foto die vastgelegd is vanuit een film, wordt afgespeeld, wordt [ ] weergegeven.
Als u een foto wilt vastleggen uit een film terwijl de camera is aangesloten op een tv met de HDMI-
microkabel, stelt u [VIERA link] van [TV-verbinding] in het [Set-up]-menu in op [OFF].
Niet beschikbaar in het volgende geval:
U kunt geen foto vastleggen uit de volgende films.
Films opgenomen in [MP4] met de instelling [VGA/4M/25p]
204
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
U kunt opgenomen beelden beveiligen, het formaat aanpassen, afdrukinstellingen en
andere instellingen voor de opgenomen beelden opgeven.
• Voor de instelprocedures van het menu. (→31)
In de volgende gevallen worden er nieuwe beelden gemaakt nadat ze zijn bewerkt. Controleer
voordat u gaat bewerken of er voldoende vrije ruimte is op de geheugenkaart.
[RAW-verwerking]
[Tekst afdr.]
[Intervalvideo]
[Stop-motionvideo]
[Nw. rs.]
[Bijsnijden]
Het is niet altijd mogelijk foto’s in te stellen of te bewerken die met andere camera’s zijn gemaakt.
[Diashow]
Beelden automatisch op volgorde afspelen. Aanbevolen voor het bekijken van uw
beelden op een tv-scherm.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Diashow]
2
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/
SET]
Wanneer u [Categorieselectie] selecteert, selecteert u met
een categorie en drukt u op [MENU/SET]. Zie voor
informatie over de categorie (→206).
3
Selecteer met [Start] en druk op [MENU/SET]
Bediening tijdens de diashow
Pauzeren/afspelen Stoppen
Vorige Volgende
Bedieningsknop
(linksom)
Volume omlaag
Bedieningsknop
(rechtsom)
Volume omhoog
205
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
Instellingen zoals muziek of weergavetijd wijzigen
Selecteer [Effect] of [Set-up] en druk vervolgens op [MENU/SET].
[Effect] [AUTO]/[NATURAL]/[SLOW]/[SWING]/[URBAN]/[OFF]
[Set-up] [Duur] [1SEC] / [2SEC] / [3SEC] / [5SEC]
[Herhalen] [ON] / [OFF]
[Geluid] [OFF]: Er wordt geen muziek of filmgeluid afgespeeld.
[AUTO]: Bij foto’s wordt er muziek afgespeeld en bij films wordt het
filmgeluid weergegeven.
[Muziek]: Er wordt effectmuziek afgespeeld.
[Audio]: Er wordt geluid afgespeeld van films.
Wanneer er [URBAN] is geselecteerd, kan het beeld in zwart/wit verschijnen als schermeffect.
[AUTO] kan alleen worden gebruikt wanneer [Categorieselectie] is geselecteerd. De beelden
worden afgespeeld met de aanbevolen effecten voor elke categorie.
Wanneer u een diashow afspeelt door [Alleen bew. beeld] of [Categorieselectie] op [ ], [ ] of
[
], in te stellen, wordt [Effect] vastgezet op [OFF].
Wanneer u een diashow afspeelt voor een groepsbeeld, en zelfs als [Effect] is ingesteld, worden
de effecten uitgeschakeld.
Wanneer panoramafoto’s, films of groepsbeelden worden afgespeeld, wordt de instelling [Duur]
uitgeschakeld.
[Duur] kan alleen worden ingesteld wanneer [Effect] is ingesteld op [OFF].
Een deel van [Effect] kan niet worden gebruikt wanneer u beelden op televisie weergeeft met een
HDMI-microkabel of wanneer u beelden weergeeft die in de staande positie zijn opgenomen.
U kunt geen muziekeffecten toevoegen.
206
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Afspeelfunctie]
Opgenomen beelden kunnen worden weergegeven op diverse manieren.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Afspeelfunctie]
2
Selecteer met het onderdeel en druk op
[MENU/SET]
Wanneer u [Categor. afsp.] selecteert in stap
2
hierboven
3
Selecteer met de categorie en druk op [MENU/SET]
De beschikbare categorieën zijn als volgt.
[Gezicht herk.]
*
[i-Portret], [i-Nachtportret], [i-Baby] in de automatische scènedetectie
[i-Landschap], [i-Zonsonderg.] in de automatische scènedetectie
[i-Nachtportret], [i-Nachtl.schap], [i-Nachtop. uit hand] in de automatische scènedetectie
[i-Voedsel] in de automatische scènedetectie
[Reisdatum]
Een burst foto’s opgenomen door [Burstsnelh.] in te stellen op [SH]
[Intervalopname], [Intervalvideo]
[Stop-motionanimatie], [Stop-motionvideo]
*
Selecteer met een persoon die moet worden afgespeeld en druk op [MENU/SET].
Gezichtsherkenning wordt op alle beelden in de groep toegepast.
[Afspeelfunctie] verandert automatisch in [Normaal afsp.] wanneer de camera wordt ingeschakeld
of wanneer van het stand-byscherm voor opname naar het afspeelscherm wordt geschakeld.
De categorie voor het opnemen van films is anders dan de categorie foto’s die in sommige
opnamemodi wordt gebruikt. Daarom worden de beelden mogelijk niet afgespeeld.
207
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Locatie vermelden]
Nadat u plaatsinformatie (breedtegraad en lengtegraad) die verkregen is met uw
smartphone/tablet naar dit apparaat hebt verzonden, kunt u deze informatie met dit
apparaat op de beelden schrijven.
Voorbereiding
Plaatsinformatie naar dit apparaat verzenden vanaf uw smartphone/tablet. (→237)
U moet "Panasonic Image App" op uw smartphone/tablet installeren. (→228)
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Locatie vermelden] → [Locatiegegevens toev.]
2
Selecteer met een periode om plaatsinformatie te schrijven en druk
vervolgens op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
[
] verschijnt bij beelden waarop plaatsinformatie is vastgelegd.
Plaatsinformatie schrijven afbreken
Druk op [MENU/SET] terwijl de plaatsinformatie wordt geschreven
[ ] wordt weergegeven voor de periode van de afbreekbewerking.
Als deze opnieuw wordt geselecteerd terwijl [
] wordt weergegeven, wordt het schrijven van
plaatsinformatie hervat vanaf het punt waar deze was gestopt.
Ontvangen plaatsinformatie verwijderen
Selecteer met de optie [Locatiegeg. wissen] en druk op [MENU/SET]
Selecteer met een periode om plaatsinformatie te verwijderen en druk
vervolgens op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Plaatsinformatie kan alleen worden geschreven op beelden die met dit apparaat zijn opgenomen.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Plaatsinformatie wordt mogelijk niet geschreven als er onvoldoende vrije ruimte op de kaart is.
De plaatsinformatie wordt niet geschreven op beelden die zijn opgenomen nadat u de
plaatsinformatie hebt verzonden (→237).
Plaatsinformatie wordt niet op AVCHD-films geschreven.
De plaatsinformatie kan niet naar beelden worden geschreven die zijn opgenomen zonder
[Klokinst.] in te stellen.
De plaatsinformatie schrijven met een smartphone/tablet
Wanneer u uw smartphone/tablet als afstandsbediening voor dit apparaat gebruikt, kunt u
de plaatsinformatie op beelden schrijven met de smartphone/tablet. (→238)
208
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[RAW-verwerking]
Met de camera kunt u foto’s ontwikkelen die in de bestandsindeling RAW zijn
opgenomen. De gemaakte foto’s worden in JPEG-indeling opgeslagen. U kunt de foto’s
ontwikkelen terwijl u de effecten op het scherm bevestigt.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [RAW-verwerking]
2
Druk op om het RAW-bestand te selecteren en
druk op [MENU/SET]
3
Druk op om de optie te selecteren
De volgende onderdelen kunnen worden ingesteld. De instellingen die tijdens het opnemen
worden gebruikt, worden op het moment van instelling toegepast.
[Witbalans]
U kunt de witbalans selecteren om aanpassingen te verrichten. Wanneer
u een onderdeel selecteert met [ ], kunt u de foto’s ontwikkelen met
dezelfde instellingen die voor het opnemen toegepast zijn.
[Belichtingscomp.]
U kunt belichtingscompensatie uitvoeren in het bereik van –1 EV tot
+1 EV.
[Fotostijl]
U kunt de [Fotostijl]-effecten selecteren ([Standaard], [Levendig],
[Natuurlijk], [Zwart-wit], [Landschap] of [Portret]).
[Int.dynamiek]
U kunt de [Int.dynamiek]-instellingen selecteren ([HIGH], [STANDARD],
[LOW] of [OFF]).
[Contrast] U kunt het contrast aanpassen.
[Markeren] U kunt de helderheid van een licht gebied aanpassen.
[Schaduw] U kunt de helderheid van een schaduwgebied aanpassen.
[Verzadiging] /
[Kleurtoon]
U kunt de verzadiging aanpassen. (U kunt de kleur aanpassen wanneer
[Zwart-wit] is geselecteerd voor [Fotostijl].)
[Filtereffect]
U kunt een filtereffect selecteren. (Alleen wanneer [Zwart-wit] is
geselecteerd voor [Fotostijl])
[Ruisreductie] U kunt ruisonderdrukking instellen.
[I.resolutie]
U kunt de [I.resolutie]-instellingen ([HIGH], [STANDARD], [LOW],
[EXTENDED] of [OFF]) selecteren.
[Scherpte] U kunt de indruk van resolutie aanpassen.
[Set-up]
U kunt de volgende instellingen verrichten.
[Aanpassingen herstellen]: U kunt de instellingen herstellen naar de
instellingen die tijdens het opnemen zijn
gebruikt.
[Kleurruimte]: U kunt [Kleurruimte] selecteren uit ofwel [sRGB] ofwel
[Adobe RGB].
[Fotoresolutie]: U kunt de fotoresolutie selecteren ([L], [M] of [S]) van
een JPEG-bestand wanneer u foto’s opslaat.
209
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
4
Druk op [MENU/SET] om in te stellen
De instelmethoden variëren per onderdeel. Zie "Onderdelen instellen" voor details.
5
Druk op [MENU/SET]
Het scherm in stap
3
verschijnt weer. Wanneer u nog een onderdeel wilt instellen, herhaalt u
stap
3
tot en met
5
.
6
Druk op om [Start verwerking] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Onderdelen instellen
Wanneer u een onderdeel selecteert, verschijnt het instelscherm.
Bedieningsknop
Gebruikt om aanpassingen te verrichten
Gebruikt om het instelscherm voor
kleurtemperatuur weer te geven (→105)
(Alleen wanneer [Witbalans] is ingesteld op
[
])
Gebruikt om het scherm voor verfijning van
witbalans weer te geven (→105)
(Alleen wanneer [Witbalans] is ingesteld)
[DISP.]
Gebruikt om het vergelijkingsscherm weer
te geven
[MENU/SET]
Gebruikt om een instelling die u zojuist hebt
verricht, definitief te maken en terug te keren
naar het onderdeelselectiescherm
• Als u [Ruisreductie], [I.resolutie], of [Scherpte] hebt geselecteerd, wordt het
vergelijkingsscherm niet weergegeven.
• Beelden kunnen vergroot worden met de zoomhendel.
De volgende bewerkingsmethoden zijn beschikbaar om aanpassingen te verrichten op
het vergelijkingsscherm.
Bedieningsknop
Gebruikt om aanpassingen te verrichten
[DISP.]
Gebruikt om terug te keren naar het
instelscherm
[MENU/SET]
Gebruikt om een instelling die u zojuist hebt
verricht, definitief te maken en terug te keren
naar het onderdeelselectiescherm
Huidige instelling
210
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
Wanneer [Set-up] wordt geselecteerd
Wanneer u een onderdeel selecteert, wordt het scherm voor de selectie van
[Aanpassingen herstellen], [Kleurruimte] of [Fotoresolutie] weergegeven.
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
Wanneer [Aanpassingen herstellen] is geselecteerd, wordt een bevestigingsscherm
weergegeven. Wanneer u [Ja] selecteert, verschijnt het onderdeelselectiescherm weer.
Selecteer met de instelling en druk op [MENU/SET]
Het resultaat van een RAW-bestand dat door deze camera is ontwikkeld en een RAW-bestand
dat is ontwikkeld door de bijgeleverde dvd-software "SILKYPIX Developer Studio" is niet precies
hetzelfde.
Het bereik dat kan worden ingesteld bij het gebruik van belichtingscompensatie, verschilt van het
bereik dat tijdens het opnemen wordt gebruikt.
De instelling [Witbalans] van foto’s opgenomen met [Multi-belicht.] wordt vastgezet op de instelling
die tijdens het opnemen wordt gebruikt.
Als [Rode-ogencorr] tijdens het opnemen is geactiveerd, kunt u [RAW-verwerking] in het
[Afspelen]-menu gebruiken om JPEG-beelden op te slaan waarin rode ogen zijn gedetecteerd en
gecorrigeerd.
U kunt geen RAW-verwerking uitvoeren op meerdere foto’s tegelijk.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Wanneer een AV-kabel (optioneel) of een HDMI-microkabel is aangesloten, is [RAW-verwerking]
uitgeschakeld.
U kunt RAW-verwerking alleen uitvoeren op beelden die met dit apparaat zijn opgenomen. [RAW-
verwerking] kan niet worden gebruikt voor beelden die op andere apparaten zijn opgenomen of
voor beelden die in andere indelingen dan RAW zijn opgenomen.
211
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Titel bew.]
U kunt lettertekens (opmerkingen) op een opgenomen beeld invoeren.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Titel bew.] → [Enkel] of [Multi]
2
Selecteer een foto
[Enkel]
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
TitelTitel
bew.
bew.
[Multi] (tot 100 beelden)
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
Uitvoeren → Selecteer met
[Uitvoer.] en druk op [MENU/SET].
Instelling [Titel bew.]
Uitvoer.
[Titel bew.] al ingesteld
3
Voer lettertekens in (Tekst invoeren (→52))
Om een titel te wissen, verwijdert u alle letters ervan in het tekstinvoerscherm.
Gebruik voor het afdrukken van tekst [Tekst afdr.] of "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde dvd.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Films
Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [
], [ ] of [ ]
212
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Tekst afdr.]
U kunt de opnamedatum en -tijd, namen, de reisbestemming, reisdatums enzovoort op de
gemaakte foto’s afdrukken.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Tekst afdr.] → [Enkel] of [Multi]
2
Selecteer een foto
[Enkel]
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
TekstTekst
afdruk.
afdruk.
[Multi] (tot 100 beelden)
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
Uitvoeren→ Selecteer met
[Uitvoer.] en druk op [MENU/SET].
Instelling [Tekst afdr.]
(
[Tekst afdr.] al ingesteld)
Uitvoer.
3
Selecteer met [Inst.] en druk op [MENU/SET]
4
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] (→213)
5
Selecteer met de instelling en druk op [MENU/SET] (→213)
6
Druk op de [ ]-knop
7
Selecteer met [Uitvoer.] en druk op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
213
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
Onderdelen die kunnen worden afgedrukt
[Opnamedatum] [ZON.TIJD]: Opnamedatum afdrukken
[MET TIJD]: Opnamedatum en -tijd afdrukken
[Naam]
: De naam die staat geregistreerd in de gezichtsherkenning, wordt
afgedrukt
: de naam die staat geregistreerd in [Profiel instellen] wordt afgedrukt
[Locatie] Afdrukken van de locatie die is geregistreerd via het menu [Set-up], in
[Reisdatum]
[Reisdatum] Hiermee drukt u het aantal dagen af dat verstreken is sinds de reisdatum die
in het menu [Set-up] onder [Reisdatum] is ingesteld
[Titel] De tekst die staat geregistreerd onder [Titel bew.] wordt afgedrukt
• Onderdelen die op [OFF] zijn gezet, worden niet afgedrukt.
Gebruik in een winkel of op een printer geen algemene datumafdrukinstellingen bij foto’s
met datumafdruk. (De datumafdruk kan overlappen.)
Tekens kunnen op sommige printers worden afgesneden.
Als u tekst op de foto’s in een groep afdrukt, worden die foto’s als nieuwe foto’s opgeslagen.
Tekst is moeilijk leesbaar als deze op foto’s wordt afgedrukt van 0.3M of minder.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Films
Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [
]
Panoramabeelden
Foto’s waarop al andere teksten zijn afgedrukt
Foto’s die zijn gemaakt zonder de klok in te stellen
214
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Splits video]
Een enkele film kan gesplitst worden in 2 delen. Dit is handig wanneer u alleen de beste
scènes wilt bewaren, of als u overbodige scènes wilt verwijderen om meer ruimte te
maken op uw kaart, zoals op reis.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Splits video]
2
Selecteer met een film om te splitsen en druk op [MENU/SET]
3
Druk op op het punt waar u een film wilt opsplitsen om deze te pauzeren
Als u op drukt terwijl de film gepauzeerd is, kunt u de splitsposities nauwkeuriger instellen
in een film.
Als u opnieuw op
drukt, wordt de film afgespeeld vanaf de laatste positie voordat de pauze
werd geactiveerd.
4
Druk op
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk
op [MENU/SET].
De oorspronkelijke film die is gesplitst, blijft niet bestaan.
(Het enige dat overblijft, zijn de 2 films die het resultaat zijn van
de splitsing.)
Tijdens het splitsen mag u de camera niet uitschakelen of de kaart of batterij verwijderen. Als u dat
wel doet, kunnen de filmbeelden worden gewist.
Als u een film onderverdeelt die is opgenomen in [MP4] met de beeldweergavevolgorde
ingesteld op [FILE NAME], zal de volgorde van de beelden veranderen. Het is aanbevolen om de
weergavevolgorde in te stellen op [DATE/TIME] of om voor de weergave [Kalender] te gebruiken.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Films kunnen niet gesplitst worden op een positie vlak bij het begin of eind van de film.
Films met een korte opnametijd kunnen niet worden gesplitst.
215
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Intervalvideo]
U kunt een film maken op basis van de beelden in een groep die is opgenomen met
[Intervalopname]. De film die u gemaakt hebt, wordt opgeslagen in de MP4-indeling.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Intervalvideo]
2
Selecteer met de met [Intervalopname] opgenomen beeldgroep en druk op
[MENU/SET]
3
Maak een film nadat een productiemethode is geselecteerd
De procedure is hetzelfde als die gebruikt wordt voor het maken van een film na het opnemen
van beelden met [Intervalopname]. Raadpleeg voor meer informatie stap
5
en daarop volgende
stappen (→154).
Voor meer informatie over de film die u maakte, raadpleegt u (→155).
[Stop-motionvideo]
U kunt een film maken op basis van de beelden in een groep die is opgenomen met
[Stop-motionanimatie]. De film die u gemaakt hebt, wordt opgeslagen in de MP4-indeling.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Stop-motionvideo]
2
Selecteer met een stop-motion-animatiegroep en druk op [MENU/SET]
3
Maak een film nadat een productiemethode is geselecteerd
De procedure is hetzelfde als die gebruikt wordt voor het maken van een film na het opnemen
van beelden met [Stop-motionanimatie]. Raadpleeg voor meer informatie stap
8
en daarop
volgende stappen (→157).
Voor meer informatie over de film die u maakte, raadpleegt u (→158).
216
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Nw. rs.]
De fotoresolutie kan worden verkleind als u foto’s als e-mailbijlage wilt meesturen, wilt
gebruiken op uw website, enzovoort.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Nw. rs.] → [Enkel] of [Multi]
2
Selecteer een foto en een fotoresolutie
[Enkel]
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
Selecteer met een formaat en druk op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja]
kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
[Multi] (tot 100 beelden)
Selecteer met een formaat en druk op [MENU/SET]
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja]
kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
Uitvoeren → Selecteer met
[Uitvoer.] en druk op [MENU/SET].
Uitvoer.
Instelling nieuwe resolutie
Na het wijzigen van de resolutie is de beeldkwaliteit minder.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Foto’s die op het kleinste opnamepixelniveau zijn opgenomen, kunnen niet verder worden
verkleind.
De resolutie kan niet worden gewijzigd van de volgende beelden:
Films
Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [
]
Panoramabeelden
Groepsbeelden
Foto’s waarop al andere teksten zijn afgedrukt
217
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Bijsnijden]
Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Bijsnijden]
2
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
3
Selecteer het gebied dat u wilt wegsnijden en druk dan
op [MENU/SET]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest,
wordt de bewerking uitgevoerd.
Vergroten
Wijzigingspositie
Voer de bijsnijding uit voor elk beeld in de groep. (U kunt beelden in groepen niet bewerken.)
Als u een beeld in de groep bijsnijdt, wordt het als een nieuw beeld opgeslagen.
De oorspronkelijke gegevens voor gezichtsherkenning worden niet gekopieerd wanneer u de
foto’s bijsnijdt.
Na het bijsnijden neemt de beeldkwaliteit af.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Films
Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [
]
Panoramabeelden
Foto’s waarop andere teksten al zijn afgedrukt
218
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Roteren]/[Scherm roteren]
U kunt een foto die staand is opgenomen, automatisch weergeven door deze te maken
terwijl u de camera verticaal houdt, of het beeld handmatig in stappen van 90 graden
draaien.
[Roteren] Een beeld handmatig draaien
• U kunt [Roteren] niet selecteren wanneer [Scherm roteren] is ingesteld op [OFF].
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Roteren]
2
Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET]
U kunt groepsbeelden niet draaien.
3
Selecteer met de draairichting en druk op
[MENU/SET]
[ ]: een beeld 90 graden rechtsom draaien.
[
]: een beeld 90 graden linksom draaien.
[Scherm roteren] Een beeld automatisch draaien om weer te geven
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Scherm roteren] → [ON]
Wanneer deze functie ingesteld is op [OFF], wordt het beeld weergegeven zonder de richting te
veranderen.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Wanneer u beelden op een pc afspeelt, kunnen ze niet in de gedraaide richting worden
weergegeven, tenzij het besturingssysteem of de software compatibel is met Exif. Exif is een
bestandsindeling voor foto’s die het mogelijk maakt opnamegegevens enzovoort toe te voegen.
Deze is ontwikkeld door "JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association)".
Een beeld wordt niet altijd automatisch gedraaid om dit staand weer te geven op het scherm voor
meerdere afspelen, dat wordt weergegeven voor instellingen zoals [Multi wissen].
219
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Favorieten]
Door uw favoriete beelden te markeren met een ster [ ], kunt u vlot alleen uw favoriete
beelden afspelen of kunt u alle beelden behalve uw favorieten verwijderen.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Favorieten] → [Enkel] of [Multi]
2
Selecteer een beeld
[Enkel]
Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET]
Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
Favorietbeeldmarkering
[Multi] (tot 999 beelden)
Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET]
Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
2 3
4 5 6
1
Favorietbeeldmarkering
Alles ongedaan maken
In stap
1
selecteert u [Favorieten] → [Annul] → [Ja] en drukt u vervolgens op
[MENU/SET]
Wanneer u [Favorieten] instelt voor een beeld in een groep, wordt het aantal ingestelde beelden
weergegeven met het pictogram [Favorieten] van het eerste beeld.
Alleen wanneer [Afspeelfunctie] is ingesteld op [Normaal afsp.], kunt u [Annul] selecteren.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [ ]
220
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Print inst.]
Hier kunt u instellingen voor beeld/beeldnr./datum afdrukken maken, voor als u afdrukt
met een DPOF-geschikte printer of bij een DPOF-geschikte fotozaak. (Vraag bij de
fotozaak of ze DPOF kunnen afdrukken.)
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Print inst.] → [Enkel] of [Multi]
2
Selecteer een foto
[Enkel]
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
Aantal
DatumDatum
[Multi]
Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET]
Aantal
2 3
4 5 6
1
DatumDatum
3
Stel met het aantal foto’s in en druk op [MENU/SET]
(Herhaal stap
2
en
3
bij gebruik van [Multi] (tot 999 beelden))
Instelling/opheffen datumafdruk → Druk op
.
Alles ongedaan maken
In stap
1
selecteert u [Print inst.] → [Annul] → [Ja] en drukt u vervolgens op
[MENU/SET]
Wanneer u [Print inst.] uitgevoerd hebt voor beelden in een groep, worden afdrukinstellingen
uitgevoerd voor het totale aantal beelden dat in die groep is ingesteld. Als het totale aantal
beelden 1.000 of hoger is, wordt [999+] weergegeven.
Wanneer u [Print inst.] uitvoert voor een beeld in een groep, worden het aantal ingestelde beelden
en het totale aantal beelden weergegeven met het afdrukinstellingspictogram van het eerste
beeld.
U kunt geen datumafdruk instellen voor beelden waarop een [Tekst afdr.] is toegepast.
Afhankelijk van uw type printer kunnen de printer-instellingen wel eens voorrang krijgen boven de
camera-instellingen.
Sommige DPOF-informatie (afdrukinstellingen) die zijn ingesteld op andere apparaten, kunnen
niet worden gebruikt. Verwijder in dergelijke gevallen alle DPOF-informatie en stel deze
vervolgens opnieuw in met deze camera.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Films
Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [
]
Niet te gebruiken voor bestanden die niet voldoen aan de DCF-norm.
221
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Beveiligen]
Beveiliging instellen om te voorkomen dat beelden worden gewist. Voorkomt dat
belangrijke beelden worden gewist.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Beveiligen] → [Enkel] of [Multi]
2
Selecteer een beeld
[Enkel]
Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET]
Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
Beeld beveiligd
[Multi]
Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET]
Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET].
2 3
4 5 6
1
Beeld beveiligd
Alles ongedaan maken
In stap
1
selecteert u [Beveiligen] → [Annul] → [Ja] en drukt u vervolgens op
[MENU/SET]
Wanneer u de schrijfbeveiligingsschakelaar op de kaart op de positie "LOCK" zet,
wordt het beeld niet gewist.
Het beeld wordt gewist tijdens het formatteren, zelfs als het beveiligd is.
Kan mogelijk niet worden gebruikt wanneer u andere apparaten gebruikt.
Wanneer u [Beveiligen] instelt voor een beeld in een groep, wordt het aantal ingestelde beelden
weergegeven met het pictogram [Beveiligen] van het eerste beeld.
222
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Gez.herk. bew.]
De herkenningsinformatie voor beelden met een onjuiste gezichtsherkenning bewerken
of verwijderen.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Gez.herk. bew.] → [REPLACE] of [DELETE]
2
Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET]
3
Selecteer met een persoon en druk op [MENU/SET]
Als u [DELETE] wilt uitvoeren, gaat u naar stap
5
.
Mensen van wie de gezichtsherkenningsinformatie niet is geregistreerd, kunnen niet worden
geselecteerd.
4
Selecteer met een andere, vervangende persoon en druk op
[MENU/SET]
5
Selecteer met [Ja] en druk op [MENU/SET]
Wanneer de gezichtsherkenningsinformatie is verwijderd, kan deze niet worden teruggezet.
Beelden waarvoor alle gezichtsherkenningsinformatie is verwijderd, worden niet gesorteerd in de
gezichtsherkenning tijdens [Categor. afsp.] of [Categorieselectie].
Bewerk de gezichtsherkenningsinformatie in groepen voor een groepsbeeld. (U kunt de informatie
niet bewerken voor elk beeld in een groep.)
U kunt alleen het eerste beeld in een groep bewerken.
223
SQW0028
Beelden afspelen en bewerken
Gebruik van het [Afspelen]-menu
[Foto's sorteren]
U kunt de weergavevolgorde instellen die voor het afspelen van beelden op dit apparaat
wordt gebruikt.
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Foto's sorteren]
2
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
[FILE NAME]
Hiermee geeft u beelden op volgorde van mapnaam of bestandsnaam
weer. Met deze weergave-indeling kunt u de opslaglocatie van een beeld
op een kaart gemakkelijker terugvinden.
[DATE/TIME]
Hiermee geeft u beelden weer op de datum en tijd waarop de beelden
zijn opgenomen, in chronologische volgorde. Wanneer de beelden
zijn opgenomen met verschillende camera’s en op dezelfde kaart zijn
opgeslagen, kunt u met deze weergave-indeling een specifiek beeld
gemakkelijker vinden.
Beelden worden mogelijk niet weergegeven overeenkomstig de [DATE/TIME] volgorde
onmiddellijk nadat een kaart in dit apparaat is gestoken. Wacht in dat geval even totdat de
beelden in de volgorde [DATE/TIME] worden weergegeven.
[Wissen bevestigen]
U kunt de ja/nee-opties die u wilt selecteren, eerst op het
bevestigingsscherm instellen wanneer u een beeld wist en
kiezen voor [Ja] of [Nee].
Eerst "Nee"Eerst "Nee"
Eerst "Ja"Eerst "Ja"
1
Stel het menu in
[Afspelen] → [Wissen bevestigen]
2
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
[Eerst "Ja"]
[Ja] is standaard geselecteerd om snel een beeld te kunnen
verwijderen.
[Eerst "Nee"]
[Nee] is standaard geselecteerd. Met deze instelling voorkomt u dat u
per ongeluk beelden wist.
224
SQW0028
Wi-Fi
Wi-Fi
®
-functie en NFC-functie
De camera als draadloos LAN-apparaat gebruiken
Wanneer u apparatuur of computersystemen gebruikt die een betrouwbaardere
beveiliging nodig hebben dan draadloze LAN-apparatuur, dient u te zorgen dat de juiste
maatregelen worden genomen voor veiligheidsontwerpen en defecten voor de gebruikte
systemen. Panasonic accepteert geen verantwoordelijkheid voor schade als het gevolg
van het gebruik van de camera voor andere doeleinden dan als draadloos LAN-apparaat.
Gebruik van de Wi-Fi-functie van deze camera wordt verondersteld plaats te
vinden in landen waar deze camera wordt verkocht
Het risico bestaat dat de camera de wetgeving met betrekking tot radiogolven overtreedt
wanneer deze wordt gebruikt in andere landen dan de landen waar deze camera wordt
verkocht en Panasonic accepteert geen aansprakelijkheid voor overtredingen.
Het risico bestaat dat gegevens die via radiogolven worden verzonden en
ontvangen, worden onderschept
Houd er rekening mee dat er een risico bestaat dat gegevens die via radiogolven
worden verzonden en ontvangen, door derden worden onderschept. We raden u aan
de versleuteling in te schakelen in de instellingen van uw draadloze toegangspunt om
de beveiliging van uw informatie te garanderen.
Gebruik de camera niet op plaatsen met magnetische velden, statische
elektriciteit of interferentie
Gebruik de camera niet op plaatsen met magnetische velden, statische elektriciteit of interferentie,
zoals in de buurt van magnetrons. Radiogolven bereiken de camera dan mogelijk niet.
• Het gebruik van de camera in de buurt van apparaten zoals magnetrons of draadloze
telefoons die gebruik maken van de radiofrequentieband van 2,4 GHz, kunnen tot
een verslechtering van de prestaties in beide apparaten leiden.
Verbind het apparaat niet met een draadloos netwerk wanneer u geen
toestemming hebt voor het gebruik ervan
Wanneer de camera de Wi-Fi-functie gebruikt, wordt automatisch naar draadloze
netwerken gezocht. In dit geval kunnen er draadloze netwerken worden weergegeven
die u niet mag gebruiken (SSID
*
). Probeer echter geen verbinding met het netwerk te
maken, want dit kan worden gezien als onrechtmatige toegang.
*
Met SSID wordt de naam bedoeld die gebruikt wordt ter identificatie van een netwerk over een
draadloze LAN-verbinding. Als de SSID tussen de twee apparaten overeenkomt, is verzending mogelijk.
Voordat u de camera gaat gebruiken
• Als u de Wi-Fi-functie op dit apparaat wilt gebruiken, hebt u een draadloos
toegangspunt of een doelapparaat voorzien van de draadloze LAN-functie nodig.
De camera is compatibel met NFC
Met de NFC-functie (Near Field Communication) kunnen de
camera en een smartphone/tablet gemakkelijk de informatie
uitwisselen die nodig is voor het opzetten van een Wi-Fi-
verbinding.
225
SQW0028
Wi-Fi
Wi-Fi
®
-functie en NFC-functie
Het Wi-Fi-verbindingslampje
[Wi-Fi]-knop
Wi-Fi-verbindingslampje
Brandt blauw: Wanneer de Wi-Fi-functie op "ON" staat
Blauw knipperend: Bij het verzenden van gegevens
Informatie over de [Wi-Fi]-knop
U kunt de [Wi-Fi]/[Fn2]-knop op twee manieren gebruiken, ofwel als de [Wi-Fi]-
knop voor weergave in de zoeker of als een functieknop [Fn2].
Deze is ingesteld op [Wi-Fi] op het moment van aanschaf.
Voor meer informatie over de functieknop (→37)
• Voordat een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, drukt u op de [Wi-Fi]-knop om de
volgende bewerkingen uit te voeren:
(U kunt hetzelfde menu ook weergeven door
[Set-up] → [Wi-Fi] →
[Wi-Fi-functie] te selecteren.)
[Nieuwe verbinding]
[Selecteer doelapparaat uit
geschiedenis] (→268)
[Selecteer doelapparaat uit favorieten]
(→268)
226
SQW0028
Wi-Fi
Wi-Fi
®
-functie en NFC-functie
• Als u op de [Wi-Fi]-knop drukt tijdens een Wi-Fi-verbinding, wordt de volgende
bewerking ingeschakeld.
[Verbinding beëindigen] Hiermee verbreekt u de Wi-Fi-verbinding.
[Doelapparaat wijzigen]
*
1
Hiermee verbreekt u de Wi-Fi-verbinding en kunt u
een andere Wi-Fi-verbinding selecteren.
[Instellingen wijzigen voor versturen]
*
2
Voor meer informatie (→271).
[Huidig apparaat in favorieten
registreren]
*
1
Als u de huidige verbindingsbestemming of
verbindingsmethode registreert, kunt u eenvoudig de
volgende keer met dezelfde verbindingsmethode een
verbinding maken.
[Netwerkadres]
Hiermee geeft u het MAC-adres en het IP-adres van
dit apparaat weer (→273).
*
1
Dit onderdeel wordt niet aangegeven als u op drukt om beelden naar een WEB-services te
verzenden terwijl de beelden worden getoond (→254).
*
2
Dit onderdeel wordt niet weergegeven als de bestemming voor [Op afstand opnemen en
weergeven], [Weergeven op tv] of [Afbeeldingen versturen van camera] is ingesteld op
[Printer].
Verwijder nooit de geheugenkaart of batterij en ga nooit naar een gebied zonder ontvangst
terwijl u beelden verzendt.
De camera kan niet worden gebruikt om een verbinding tot stand te brengen met een openbare
draadloze LAN-verbinding.
Gebruik een apparaat dat compatibel is met IEEE802.11b, IEEE802.11g of IEEE802.11n wanneer
u een draadloos toegangspunt gebruikt.
We raden u aan een volledig opgeladen batterij te gebruiken wanneer u beelden verzendt.
Wanneer de batterij-indicator rood knippert, wordt de verbinding met andere apparatuur niet altijd
gestart of kan de verbinding worden verbroken. (Er wordt een bericht zoals [Communicatiefout]
weergegeven.)
Bij het verzenden van beelden op een mobiel netwerk, maakt u mogelijk hoge
pakketcommunicatiekosten, afhankelijk van de details van uw contract.
Mogelijk worden beelden niet volledig verzonden, afhankelijk van de staat van de radiogolven.
Als de verbinding tijdens de verzending van beelden wordt verbroken, kunnen er beelden met
ontbrekende gedeelten worden verzonden.
Het beeld op de monitor kan een ogenblik vervormd raken als u met de service verbonden bent.
Dit is echter niet van invloed op het verzonden beeld.
227
SQW0028
Wi-Fi
Wat u kunt doen met de Wi-Fi-functie
De camera bedienen door deze aan te sluiten op een smartphone
(→228)
Beelden opnemen via een smartphone (opnemen op afstand)
Beelden in de camera op een smartphone/tablet afspelen
Beelden in de camera op de smartphone/tablet opslaan
Beelden in de camera naar sociale-netwerkdiensten verzenden
De plaatsinformatie op beelden in de camera schrijven
Gemakkelijk verbinden, gemakkelijk
beelden overbrengen
U kunt gemakkelijk de Wi-Fi-functies
gebruiken door op de [Wi-Fi]-knop te drukken
en deze ingedrukt te houden, of met de NFC-
functie.
of
Indrukken
en ingedrukt
houden
Houd het apparaat
dicht bij de camera
Foto’s weergeven op een tv (→242)
Draadloos afdrukken (→243)
Beelden naar een AV-apparaat sturen (→244)
Foto’s en films kunnen naar een AV-apparaat in de thuisomgeving worden verzonden
(AV-apparatuur thuis).
Beelden naar een pc sturen (→247)
Gebruik van WEB-services (→251)
Via "LUMIX CLUB" kunt u foto’s en films naar sociale-netwerkdiensten enzovoort
sturen. U kunt foto’s en films op een pc of een smartphone/tablet ontvangen via de
cloudsynchronisatie-service.
• Hierna wordt in deze handleiding de term "smartphone" zowel voor smartphones als
tablets gebruikt, tenzij een specifiek onderscheid wordt gemaakt.
228
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone
te verbinden
U kunt de camera op afstand bedienen met een smartphone.
De "Panasonic Image App" (hierna "Image App" genoemd) moet op uw smartphone
geïnstalleerd zijn.
De app "Panasonic Image App" voor smartphone/tablet
installeren
De "Image App" is een app die door Panasonic wordt aangeboden en waarmee uw
smartphone de volgende bewerkingen van een Wi-Fi-compatibele LUMIX kan uitvoeren.
Voor Android™-apps Voor iOS-apps
Ondersteunde
besturingssystemen
Android 2.3.3 of later
*
iOS 6.0 of later
(De iPhone 3GS wordt niet
ondersteund.)
Installatieprocedure
Maak met uw Android-apparaat
verbinding met een netwerk
Selecteer
"
Google Play
TM
Store
"
Voer in het zoekveld "Panasonic
Image App" of
"
LUMIX
"
in om de
app te zoeken
Selecteer "Panasonic Image App" en
installeer de app
Het pictogram wordt aan
het menu toegevoegd.
Maak met uw iOS-apparaat
verbinding met het netwerk
Selecteer
"
App Store
SM
"
Voer in het zoekveld "Panasonic
Image App" of
"
LUMIX
"
in om de
app te zoeken
Selecteer "Panasonic Image App" en
installeer de app
Het pictogram wordt aan
het menu toegevoegd.
*
Om dit apparaat te verbinden met [Wi-Fi Direct] is Android OS 4.0 of hoger vereist en moet het
apparaat compatibel zijn met Wi-Fi Direct™.
Gebruik de nieuwste versie.
Ondersteunde besturingssysteemversies per september 2014. De ondersteunde
besturingssysteemversies zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande
kennisgeving.
Sommige schermen en informatie die in dit document wordt geboden, kunnen
afwijken, afhankelijk van het ondersteunde besturingssysteem en de versie van
"Image App".
De service kan niet altijd correct worden gebruikt, afhankelijk van het gebruikte
type smartphone.
Raadpleeg voor meer informatie over de bedieningsprocedure enzovoort [Help]
in het menu van "Image App".
Zie de ondersteuningssite hieronder voor de nieuwste informatie over de "Image
App".
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze website is alleen in het Engels
beschikbaar.)
Bij het downloaden van de app op een mobiel netwerk maakt u mogelijk hoge
pakketcommunicatiekosten, afhankelijk van de details van uw contract.
229
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
Verbinding maken met een smartphone
U kunt gemakkelijk een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen op de camera door op de [Wi-
Fi]-knop te drukken en deze ingedrukt te houden, of met de NFC-functie.
Voorbereiding
Installeer "Image App" van tevoren. (→228)
1
Druk op de [Wi-Fi]-knop en houd deze ingedrukt
[Wi-Fi]-knop
Wi-Fi-verbindingslampje
(Brandt blauw)
De vereiste informatie (QR-code, SSID en wachtwoord) voor het
maken van een rechtstreekse verbinding tussen uw smartphone
en dit apparaat wordt weergegeven.
Na de tweede keer, wordt het scherm voor de eerder gebruikte
verbindingsmethode weergegeven.
Hetzelfde scherm kan worden weergegeven door als volgt
onderdelen van het menu te selecteren.
→ [Nieuwe verbinding] →
[Op afstand opnemen en weergeven]
Wanneer u op [MENU/SET] op de camera drukt, wordt de
QR-code vergroot weergegeven. Als u de code moeilijk kunt
lezen, gebruikt u de vergrote weergave. (Als uw smartphone de
QR-code niet kan lezen, zet u de camera uit de buurt van de
smartphone of gebruikt u een andere verbindingsmethode dan
de QR-code.)
Druk op de [DISP.]-knop en selecteer de verbindingsmethode om
de verbindingsmethode te wijzigen. (→232)
SSID en wachtwoord
QR-code
2
Bedien de smartphone
Wanneer de verbinding tot stand gebracht is, worden live beelden die door de camera zijn
vastgelegd, op uw smartphone weergegeven.
(Na instelling kan het even duren voordat de verbinding tot stand gebracht is.)
De verbindingsmethode verschilt, afhankelijk van de gebruikte smartphone. (→230, 231)
230
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
Gebruik van een iOS-apparaat
• Wanneer een QR-code wordt gelezen om te verbinden
(Stap
tot en met zijn niet nodig wanneer u opnieuw verbinding wilt maken.)
Start "Image App" (→228)
Selecteer [QR-code] → [OK]
Lees de QR-code die op dit apparaat wordt weergegeven met "Image App"
(Wanneer u op [MENU/SET] op de camera drukt, wordt de QR-code vergroot
weergegeven.)
Installeer het IMAGE APP-profiel
Selecteer [Installeer]
*
en selecteer vervolgens [Installeer nu]
*
[Gereed]
*
.
Het bericht wordt in de webbrowser weergegeven.
Als er een wachtwoordcode vereist is om de smartphone te
ontgrendelen, moet u de wachtwoordcode invoeren.
Druk op de knop Home om de webbrowser te sluiten
Selecteer [Wi-Fi]
*
onder [Instellingen]
*
op de smartphone
Schakel [Wi-Fi]
*
in en selecteer de SSID die op dit apparaat wordt weergegeven
Ga terug naar het scherm Home en start "Image App" (→228)
*
De weergave kan verschillen, afhankelijk van de ingestelde systeemtaal.
231
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
• Wanneer u verbinding maakt met SSID en wachtwoord
Selecteer [Wi-Fi]
*
onder [Instellingen]
*
op de smartphone
Schakel [Wi-Fi]
*
in en selecteer de SSID die op dit apparaat wordt weergegeven
Voer het wachtwoord in dat op dit apparaat wordt weergegeven (alleen wanneer u
voor het eerst verbinding maakt)
Ga terug naar het scherm Home en start "Image App" (→228)
*
De weergegeven naam kan verschillen, afhankelijk van de ingestelde systeemtaal.
Gebruik van een Android-apparaat
• Wanneer een QR-code wordt gelezen om te verbinden
Start "Image App" (→228)
Selecteer [QR-code]
Lees de QR-code die op dit apparaat wordt weergegeven met "Image App"
(Wanneer u op [MENU/SET] op de camera drukt, wordt de QR-code vergroot
weergegeven.)
• Wanneer u verbinding maakt met SSID en wachtwoord
Start "Image App" (→228)
Selecteer [Wi-Fi]
Selecteer de SSID die op dit apparaat wordt weergegeven
Voer het wachtwoord in dat op dit apparaat wordt weergegeven (alleen wanneer u
voor het eerst verbinding maakt)
• Als u het onderdeel voor weergave van het wachtwoord inschakelt, kunt u het
wachtwoord tijdens het invoeren controleren.
232
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
Verbindingsmethode wijzigen
Druk op de [DISP.]-knop en selecteer
de verbindingsmethode om de
verbindingsmethode te wijzigen.
Wanneer u verbinding maakt met [Via netwerk]
(Op de camera)
Selecteer [Via netwerk] en druk op [MENU/SET]
Verbind de camera met een draadloos toegangspunt door de verbindingsmethode te volgen
(→264).
(Op uw smartphone)
Zet de Wi-Fi-functie op "ON"
Selecteer het draadloze toegangspunt dat u met de camera verbonden hebt en stel in
Start "Image App" (→228)
Wanneer u verbinding maakt met [Direct]
(Op de camera)
Selecteer [Direct] en druk op [MENU/SET]
Selecteer [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding] en verbind de camera met de smartphone door de
verbindingsmethode te volgen (→267).
(Op uw smartphone)
Start "Image App" (→228)
De verbinding verbreken
Verbreek na gebruik de verbinding met de smartphone.
(Op de camera)
1
Druk op de [Wi-Fi]-knop
(Op het stand-byscherm voor opname kunt u de verbinding ook sluiten door op
[Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi-functie] → [Ja] te drukken.)
2
Selecteer [Verbinding beëindigen]
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET].
(Op uw smartphone)
3
Sluit "Image App"
<Gebruik van een iOS-apparaat>
Druk op het scherm van "Image App" op de knop Home op de smartphone om de app te sluiten
<Gebruik van een Android-apparaat>
Druk op het scherm van "Image App" twee keer op de knop Terug op de smartphone om de app te
sluiten
233
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
Verbinding maken met een smartphone via de NFC-functie
Met de NFC-functie (Near Field Communication) kunnen de camera en een smartphone
gemakkelijk de informatie uitwisselen die nodig is voor het opzetten van een Wi-Fi-
verbinding.
Compatibele modellen:
Deze functie kan worden gebruikt met NFC-compatibele apparaten met Android (2.3.3
of hoger). (Niet beschikbaar op bepaalde modellen)
• Zie de gebruiksaanwijzing van uw NFC-compatibele smartphone voor meer informatie
over bediening en instellingen van de smartphone.
Voorbereidingen
(Op de camera)
Stel [NFC-bediening] in op [ON] (→272)
(Op uw smartphone)
Controleer of uw smartphone een compatibel model is
Zet de Wi-Fi-functie op "ON"
Installeer "Image App" van tevoren (→228)
1
Start "Image App" op uw smartphone
2
Terwijl de aanduiding [ ] wordt weergegeven
op het verbindingsscherm van de "Image App",
houdt u de smartphone dicht bij de camera
Houd de smartphone dicht
bij dit gebied
(binnen 5 mm)
3
Selecteer met [Ja] en druk op [MENU/SET]
4
Houd de smartphone opnieuw dicht bij dit
gebied van het apparaat
Wanneer de verbinding tot stand gebracht is, worden
live beelden die door de camera zijn vastgelegd, op uw
smartphone weergegeven.
Het kan even duren voordat de verbinding voltooid is.
Verbonden smartphones zijn geregistreerd op dit
apparaat.
Vanaf de volgende keer en verder kunt u een verbinding
maken door stap
1
en
2
uit te voeren.
234
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
U kunt maximaal 20 smartphones registreren. Als het aantal geregistreerde smartphones hoger
is dan 20, worden registraties verwijderd, te beginnen met de smartphone die het eerst is
aangeraakt.
Als u [Wi-Fi resetten] uitvoert, wordt de registratie van de smartphone verwijderd.
Als de communicatieomgeving ongunstig is, is de NFC-functie mogelijk niet bruikbaar.
Als de apparatuur niet direct reageert, past u de positie enigszins aan.
Stoot niet hard met uw smartphone tegen dit apparaat.
Zie de gebruiksaanwijzing van uw NFC-compatibele smartphone voor meer informatie over
bediening en instellingen van de smartphone.
Metalen voorwerpen tussen dit apparaat en de smartphone kunnen de communicatie
belemmeren. Ook kunnen stickers enzovoort in de buurt van het NFC-gebied de prestaties van de
communicatie beïnvloeden.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
De NFC-functie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Wanneer de camera wordt uitgeschakeld (inclusief [Slaapsmodus])
Tijdens het opnemen van films
Tijdens het maken van foto’s (tijdens het aftellen van de zelfontspanner)
Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt
Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt
Wanneer [Multi-belicht.] wordt gebruikt
Tijdens het afspelen van films, tijdens diashows, tijdens het afspelen van panoramabeelden en
tijdens het continu afspelen van groepsbeelden (inclusief pauzes in al deze gevallen)
Tijdens de verzending van beelden via Wi-Fi
Wanneer het apparaat op een computer/printer aangesloten is
U kunt foto’s in RAW-indeling, AVCHD-films of MP4-films met een [Opn. kwaliteit] van [4K] neit
overdragen.
Beelden opnemen via een smartphone (opnemen op afstand)
1
Maak verbinding met een smartphone (→229)
2
Selecteer [ ] in "Image App"
3
Beelden opnemen
De opgenomen beelden worden in de camera opgeslagen.
Wanneer de zoomfunctie wordt gebruikt, zou de camera kunnen kantelen wanneer de lensbuis
uitsteekt. Zet de camera op zijn plaats vast met een statief of een andere methode.
Sommige instellingen zijn niet beschikbaar.
235
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
Beelden in de camera op een smartphone afspelen
1
Maak verbinding met een smartphone (→229)
Wisselen van
locatie van de
beelden die
moeten worden
weergegeven
2
Selecteer [ ] in "Image App"
De beelden die door de camera zijn vastgelegd, worden op de
smartphone weergegeven.
U kunt een beeld dat wordt weergegeven, schakelen met het pictogram
linksboven op het scherm. Selecteer [LUMIX] om een beeld weer te
geven dat op de camera is opgeslagen.
Wanneer u het beeld aanraakt, wordt het op een groter formaat
afgespeeld.
Beelden in de camera op de smartphone opslaan
1
Maak verbinding met een smartphone (→229)
2
Selecteer [ ] in "Image App"
3
Druk op het beeld en houd ingedrukt en sleep het om het op
de smartphone op te slaan
Het beeld wordt op de smartphone opgeslagen.
Functies kunnen naar desgewenst boven, onder, links en rechts worden
toegewezen.
Niet beschikbaar in het volgende geval:
U kunt foto’s in RAW-indeling, AVCHD-films of MP4-films met een [Opn. kwaliteit] van [4K] niet
opslaan.
236
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
Beelden in de camera gemakkelijk overbrengen
U kunt een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen met de NFC-functie en het beeld op de
display eenvoudig via Wi-Fi overbrengen door de smartphone dicht bij de camera te
houden. U kunt beelden overbrengen op het moment dat ze worden opgenomen, dus u
kunt ze gemakkelijk overbrengen naar de smartphones van vrienden en familie.
*
*
"Image App" moet geïnstalleerd zijn om deze functie te gebruiken.
Voorbereidingen
(Op de camera)
Stel [NFC-bediening] in op [ON] (→272)
Stel [Touch sharing] in op [ON] (→272)
(Op uw smartphone)
Controleer of uw smartphone een compatibel model is
Zet de Wi-Fi-functie op "ON"
Installeer "Image App" van tevoren (→228)
1
Speel op de camera het beeld af dat u naar een
smartphone wilt overbrengen
Houd de smartphone dicht
bij dit gebied
(binnen 5 mm)
2
Start "Image App" op de smartphone waarnaar
u het beeld overbrengt
3
Terwijl de aanduiding [ ] wordt weergegeven
op het verbindingsscherm van de "Image App",
houdt u de smartphone dicht bij de camera
Het beeld wordt naar de smartphone overgebracht.
Als u meerdere beelden overbrengt, herhaalt u stap
1
en
3
. (Meerdere beelden kunnen niet in één keer worden
overgebracht.)
Het kan enkele minuten duren om de beeldoverdracht te
voltooien, afhankelijk van de gebruikte omgeving.
237
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
Beelden in de camera naar sociale-netwerkdiensten verzenden
1
Maak verbinding met een
smartphone (→229)
Wisselen van
locatie van de
beelden die
moeten worden
weergegeven
2
Selecteer [ ] in "Image App"
3
Druk op het beeld en houd
ingedrukt en sleep het om het naar
de sociale-netwerkdienst enzovoort
te verzenden
Het beeld wordt naar de sociale-
netwerkdienst of andere WEB-services
verzonden.
Functies kunnen naar desgewenst
boven, onder, links en rechts worden
toegewezen.
Plaatsinformatie aan beelden in de camera toevoegen vanaf
een smartphone
U kunt de plaatsinformatie die door een smartphone is ontvangen, naar de camera
sturen. Nadat de informatie is verzonden, kunt u deze op de beelden in de camera
schrijven.
GPS
Beginnen met opnemen van
plaatsinformatie
Eindigen met opnemen van
plaatsinformatie
Plaatsinformatie verzenden en schrijven
Begin met de opname
• Er kan plaatsinformatie worden geschreven die afwijkt van de informatie die tijdens het
opnemen is ontvangen. Houd rekening met het volgende.
Stel [Home] van [Wereldtijd] op de camera in op uw woonplaats.
Wanneer een smartphone begint met het opnemen van de plaatsinformatie, mag u
de instelling [Home] van [Wereldtijd] op de camera niet wijzigen.
• De plaatsinformatie kan niet naar beelden worden geschreven die zijn opgenomen
zonder [Klokinst.] in te stellen.
238
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
Beginnen met opnemen van plaatsinformatie
Bedien de smartphone
Selecteer [ ]
Selecteer [Geogr. labell.]
Selecteer [ ]
Eindigen met opnemen van plaatsinformatie
Bedien de smartphone
Selecteer [ ]
Selecteer [Geogr. labell.]
Selecteer [ ]
Plaatsinformatie verzenden en schrijven
Maak verbinding met een smartphone (→229)
Bedien de smartphone
Selecteer [ ]
Selecteer [Geogr. labell.]
Selecteer [ ]
Volg de berichten op het scherm om de bewerking uit te voeren.
Plaatsinformatie wordt niet op AVCHD-films geschreven.
Plaatsinformatie wordt mogelijk niet geschreven als er onvoldoende vrije ruimte op de kaart
is.
U kunt ook met [Locatie vermelden] in het [Afspelen]-menu de verzonden plaatsinformatie op
de beelden schrijven.
Let op:
Besteed speciale aandacht aan de privacy, portretrechten enzovoort van het onderwerp
wanneer u deze functie gebruikt. Gebruik de functie op eigen risico.
Op de smartphone kunt u het inleesinterval van plaatsinformatie instellen en de overdrachtsstatus
van plaatsinformatie controleren. Lees de [Help] in het menu van "Image App" voor meer
informatie.
(Bij gebruik van "Image App" voor iOS)
Als u op de knop Home of Aan/Uit drukt op een smartphone terwijl plaatsinformatie wordt
opgenomen, wordt het opnemen gestopt.
239
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
De camera bedienen om beelden naar een smartphone te
verzenden
Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden
JPEG RAW MP4 AVCHD
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
(→240)
[Afbeeldingen versturen van camera]
(→241)
*
*
Met uitzondering van films opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K]
• Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk
van het apparaat.
• Zie de gebruiksaanwijzing van het doelapparaat voor meer informatie over het
afspelen van beelden.
• Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270)
Voorbereiding
Installeer "Image App" van tevoren. (→228)
240
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] →
[Smartphone]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en druk op [MENU/SET]
Wanneer u verbinding maakt met [Via netwerk]
(Op de camera)
Verbind de camera met een draadloos toegangspunt (→264)
(Op uw smartphone)
Zet de Wi-Fi-functie op "ON"
Selecteer het draadloze toegangspunt dat u met de camera verbonden hebt en stel in
Start "Image App" (→228)
Wanneer u verbinding maakt met [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding] in [Direct]
(Op de camera)
Verbind de camera met een smartphone (→267)
(Op uw smartphone)
Start "Image App" (→228)
Wanneer u verbinding maakt met [Handmatig. verbinden.] in [Direct]
Voer stap
2
uit (→229).
3
Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
4
Maak foto’s
De foto’s worden na opname automatisch verzonden.
Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken.
U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid
is.
(U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op
[Set-up] → [Wi-Fi] →
[Wi-Fi-functie] → [Ja].)
241
SQW0028
Wi-Fi
De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden
[Afbeeldingen versturen van camera]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera]
→ [Smartphone]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en druk op [MENU/SET]
Wanneer u verbinding maakt met [Via netwerk]
(Op de camera)
Verbind de camera met een draadloos toegangspunt (→264)
(Op uw smartphone)
Zet de Wi-Fi-functie op "ON"
Selecteer het draadloze toegangspunt dat u met de camera verbonden hebt en stel in
Start "Image App" (→228)
Wanneer u verbinding maakt met [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding] in [Direct]
(Op de camera)
Verbind de camera met een smartphone (→267)
(Op uw smartphone)
Start "Image App" (→228)
Wanneer u verbinding maakt met [Handmatig. verbinden.] in [Direct]
Voer stap
2
uit (→229).
3
Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
4
Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren]
[Enkelvoudig select.]
Selecteer het beeld
Druk op [MENU/SET]
[Multi selecteren]
Selecteer het beeld (herhaling)
Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling
geannuleerd.
Selecteer [Uitvoer.]
Het aantal beelden dat kan worden verzonden via [Multi
selecteren], is beperkt.
2 3
4 5 6
1
Uitvoer.
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen.
Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken.
242
SQW0028
Wi-Fi
Foto’s weergeven op een tv
U kunt foto’s weergeven op een tv die compatibel is met een DLNA-erkende DMR-functie
(digital media renderer).
Voorbereiding
Stel de tv in op de DLNA-wachtstand.
Lees de gebruiksaanwijzing van de tv.
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Weergeven op tv]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263)
3
Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken
Wanneer de verbinding wordt gemaakt, verschijnt het scherm.
4
Maak foto’s of speel ze af op dit apparaat
Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226)
(U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op
[Set-up] → [Wi-Fi] →
[Wi-Fi-functie] → [Ja].)
Wanneer u de beelden op een tv weergeeft met de Wi-Fi-functie, worden ze niet weergegeven in
een resolutie van 4K. Om beelden met een resolutie van 4K weer te geven, dient u dit apparaat op
de tv aan te sluiten met een HDMI-microkabel. (→276)
Wanneer er een tv op dit apparaat is aangesloten, kan het tv-scherm tijdelijk terugkeren naar
de status van voor de verbinding. Beelden worden opnieuw weergegeven wanneer u beelden
opneemt of afspeelt.
Zelfs als [Effect] en [Geluid] op dit apparaat zijn ingesteld, worden deze instellingen uitgeschakeld
wanneer de beelden op een tv worden afgespeeld tijdens het afspelen van een diashow.
Het kan enige tijd duren om de Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen, of het kan in het geheel niet
tot stand worden gebracht afhankelijk van de afstand van dit apparaat tot de tv.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Het afspelen van films of panoramabeelden en het continu afspelen van groepsbeelden vindt niet
op een tv plaats.
Tijdens multi/kalender afspelen worden de beelden die op het scherm van dit apparaat worden
weergegeven, niet op tv weergegeven.
243
SQW0028
Wi-Fi
Draadloos afdrukken
U kunt opgenomen foto’s draadloos afdrukken vanaf een PictBridge-printer (compatibel
met draadloos LAN)
*
.
*
Compatibel met de DPS over IP-normen.
Neem contact op met de fabrikanten van de printers voor details over PictBridge-printers (compatibel
met draadloos LAN).
Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden
JPEG RAW MP4 AVCHD
[Afbeeldingen versturen van camera]
• Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk
van het apparaat.
• Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270)
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera] →
[Printer]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263)
3
Selecteer een printer waarmee u wilt verbinden
4
Selecteer de foto en druk deze af
Beelden worden op dezelfde manier geselecteerd als bij aansluiting met een USB-kabel
(bijgeleverd). Voor meer informatie (→287).
Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226)
(U kunt de verbinding ook verbreken door op de [
]-knop te drukken.)
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Films kunnen niet worden afgedrukt.
244
SQW0028
Wi-Fi
Beelden naar een AV-apparaat sturen
Foto’s en films kunnen naar AV-apparatuur in de thuisomgeving worden verzonden (AV-
apparatuur thuis), zoals DLNA-compatibele recorders.
Draadloos toegangspunt
AV-apparaat thuis
Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden
JPEG RAW MP4 AVCHD
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
(→245)
[Afbeeldingen versturen van camera]
(→246)
• Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk
van het apparaat.
• Zie de gebruiksaanwijzing van het doelapparaat voor meer informatie over het
afspelen van beelden.
• Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270)
Voorbereidingen
Wanneer u een beeld naar AV-apparatuur verzendt, stelt u uw apparaat in op de DLNA-wachtstand.
Lees de gebruiksaanwijzing van uw apparaat voor meer informatie.
245
SQW0028
Wi-Fi
Beelden naar een AV-apparaat sturen
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] →
[AV-toestel]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263)
3
Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
4
Maak foto’s
Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226)
U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid
is.
(U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op
[Set-up] → [Wi-Fi] →
[Wi-Fi-functie] → [Ja].)
246
SQW0028
Wi-Fi
Beelden naar een AV-apparaat sturen
[Afbeeldingen versturen van camera]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera]
→ [AV-toestel]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263)
3
Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
4
Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren]
[Enkelvoudig select.]
Selecteer het beeld
Druk op [MENU/SET]
[Multi selecteren]
Selecteer het beeld (herhaling)
Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling
geannuleerd.
Selecteer [Uitvoer.]
Het aantal beelden dat in één keer kan worden verzonden via
[Multi selecteren], is beperkt.
2 3
4 5 6
1
Uitvoer.
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen.
Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken.
247
SQW0028
Wi-Fi
Beelden naar een pc sturen
U kunt foto’s en films die door de camera opgenomen zijn, naar een pc sturen.
Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden
JPEG RAW MP4
AVCHD
*
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
(→249)
[Afbeeldingen versturen van camera]
(→250)
*
Films die zijn opgenomen in [AVCHD] kunnen in bestandsgrootten van maximaal 4 GB verzonden
worden. Bestanden groter dan 4 GB kunnen niet worden verzonden.
• Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk
van het apparaat.
• Zie de gebruiksaanwijzing van het doelapparaat voor meer informatie over het
afspelen van beelden.
• Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270)
Voorbereidingen
Schakel de computer in.
Bereid mappen voor op het ontvangen van beelden op de pc voordat u een beeld naar de pc
stuurt. (→248)
Als de standaardinstellingen voor de werkgroep op de aangesloten pc gewijzigd worden, moet u
de instellingen in [PC-verbinding] op dit apparaat wijzigen. (→272)
248
SQW0028
Wi-Fi
Beelden naar een pc sturen
Een map voor het ontvangen van beelden maken
• Maak een pc-gebruikersaccount (accountnaam (maximaal 254 tekens) en wachtwoord
(maximaal 32 tekens)) bestaande uit alfanumerieke tekens. Een poging om een
ontvangstmap te maken, kan mislukken als er niet-alfanumerieke tekens in de account
voorkomen.
Bij gebruik van "PHOTOfunSTUDIO"
Installeer "PHOTOfunSTUDIO" op de pc
"PHOTOfunSTUDIO" is niet compatibel met de Mac.
Lees "Installatie van de bijgeleverde software" voor meer informatie over hardwarevereisten en
installatie (→281, 283)
Maak een map voor het ontvangen van beelden met "PHOTOfunSTUDIO"
Selecteer [Auto-create] om de map automatisch te maken. Selecteer [Create manually] om een
map op te geven, een nieuwe map te maken of een wachtwoord voor de map in te stellen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij "PHOTOfunSTUDIO" (PDF) voor meer informatie.
Bij geen gebruik van "PHOTOfunSTUDIO"
(Voor Windows)
Ondersteund besturingssysteem: Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista
Voorbeeld: Windows 7
Selecteer een map die u voor het ontvangen wilt gebruiken en klik met de
rechtermuisknop
Selecteer [Eigenschappen] en schakel vervolgens het delen van de map in
Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van de pc of de Help bij het besturingssysteem.
(Voor Mac)
Ondersteund besturingssysteem: OS X v10.5 t/m v10.9
Voorbeeld: OS X v10.8
Selecteer een map die u voor het ontvangen wilt gebruiken en klik vervolgens in de
volgende volgorde op de onderdelen
[Archief] → [Toon info]
Schakel het delen van de map in
Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van de pc of de Help bij het besturingssysteem.
249
SQW0028
Wi-Fi
Beelden naar een pc sturen
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] →
[PC]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263)
3
Selecteer de pc waarmee u een verbinding wilt maken
Als de pc waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven, selecteert u [Handmatige
invoer] en voert u vervolgens de computernaam in (voer voor Mac de NetBIOS-naam in).
4
Selecteer de map waarnaar u wilt verzenden
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
5
Maak foto’s
Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226)
U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid
is.
(U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op
[Set-up] → [Wi-Fi] →
[Wi-Fi-functie] → [Ja].)
250
SQW0028
Wi-Fi
Beelden naar een pc sturen
[Afbeeldingen versturen van camera]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera] → [PC]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263)
3
Selecteer de pc waarmee u een verbinding wilt maken
Als de pc waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven, selecteert u [Handmatige
invoer] en voert u vervolgens de computernaam in (voer voor Mac de NetBIOS-naam in).
4
Selecteer de map waarnaar u wilt verzenden
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
5
Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren]
[Enkelvoudig select.]
Selecteer het beeld
Druk op [MENU/SET]
[Multi selecteren]
Selecteer het beeld (herhaling)
Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling
geannuleerd.
Selecteer [Uitvoer.]
Het aantal beelden dat in één keer kan worden verzonden via
[Multi selecteren], is beperkt.
2 3
4 5 6
1
Uitvoer.
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen.
Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken.
Mappen die op verzendingsdatum zijn gesorteerd, worden in de opgegeven map gemaakt en
beelden worden in die mappen opgeslagen.
Als het scherm voor de invoer van een gebruikersaccount en wachtwoord verschijnt, voert u de
gebruikersnaam en het wachtwoord in die u op uw pc instelt.
Als de computernaam (voor Mac de NetBIOS-naam) spaties enzovoort bevat, wordt de naam
mogelijk niet goed herkend. Als u geen verbinding kunt maken, raden we u aan de computernaam
(voor Mac de NetBIOS-naam) te wijzigen in een combinatie van alleen 15 of minder alfanumerieke
tekens.
251
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van WEB-services
Via "LUMIX CLUB" kunt u foto’s en films naar sociale-netwerkdiensten enzovoort sturen.
Door de instelling te selecteren dat foto’s en films automatisch worden overgebracht naar
[Cloud-synchr. service], kunt u de overgebrachte foto’s en films op een pc of smartphone
ontvangen.
Draadloos toegangspunt
WEB-services
Cloudsynchronisatieservices
LUMIX CLUB
Tijdens het verzenden van beelden naar een WEB-service
Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden
JPEG RAW MP4 AVCHD
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
(→253)
[Afbeeldingen versturen van camera]
(→253)
*
*
Met uitzondering van films opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K]
• Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk
van het apparaat.
• Bekijk voor meer informatie over het afspelen van beelden de WEB-service waarnaar
u de beelden wilt verzenden.
• Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270)
Voorbereiding
U moet zich registreren bij "LUMIX CLUB" (→258) om een beeld naar een WEB-service te
verzenden.
Om beelden naar een webservice te verzenden, moet u de webservice registreren. (→252)
252
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van WEB-services
Beelden kunnen persoonlijke informatie bevatten die gebruikt kan worden om de gebruiker
te identificeren, zoals een titel, een opnamedatum en -tijd en de locatie waar het beeld is
opgenomen. Controleer deze informatie voordat u beelden naar WEB-services uploadt.
Panasonic accepteert geen aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van het lekken,
verlies enzovoort van beelden die naar WEB-services zijn geüpload.
Wanneer u beelden naar de WEB-service uploadt, dient u geen beelden van deze camera
te verwijderen, zelfs niet nadat ze verzonden zijn, totdat u hebt gecontroleerd of ze naar
behoren naar de WEB-service zijn geüpload. Panasonic accepteert geen aansprakelijkheid
voor de schade als gevolg van het verwijderen van beelden die in dit apparaat zijn
opgeslagen.
Beelden die naar de WEB-service zijn geüpload, kunnen niet met deze camera worden
weergegeven of verwijderd. Controleer beelden door met uw smartphone of computer de WEB-
service te bezoeken.
Als het verzenden van beelden mislukt, wordt er een e-mailrapport met een beschrijving van de
fout verzonden naar het e-mailadres dat bij "LUMIX CLUB" geregistreerd is.
De WEB-service registreren bij "LUMIX CLUB"
Voor het verzenden van beelden naar een WEB-service, moet de WEB-service die wordt
gebruikt zijn geregistreerd bij de "LUMIX CLUB".
• Raadpleeg "FAQ / Contact" op de volgende site voor compatibele WEB-services.
http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/lumix_faqs/
Voorbereiding
Zorg dat u een account hebt gemaakt op de WEB-service die u wilt gebruiken en de login-informatie
beschikbaar hebt.
1
Maak verbinding met de site van de "LUMIX CLUB" met een smartphone of
computer
http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/
2
Voer uw aanmeldings-ID en wachtwoord voor "LUMIX CLUB" in en meld u aan
bij de service
3
Als u uw e-mailadres niet geregistreerd hebt bij "LUMIX CLUB", registreert u het
e-mailadres
4
Selecteer de te gebruiken WEB-service voor de instellingen van de koppeling
naar de WEB-service en registreer deze
Volg de instructies op het scherm om de service te registreren.
253
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van WEB-services
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] →
[Webservice]
2
Selecteer [Via netwerk] en maak een verbinding met (→264)
3
Selecteer een WEB-service waarmee u wilt verbinden
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
4
Maak foto’s
Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226)
U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid is.
(U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op [Set-up] → [Wi-Fi] →
[Wi-Fi-functie] → [Ja].)
[Afbeeldingen versturen van camera]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera]
→ [Webservice]
2
Selecteer [Via netwerk] en maak een verbinding met (→264)
3
Selecteer een WEB-service waarmee u wilt verbinden
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
4
Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren]
[Enkelvoudig select.]
Selecteer het beeld
Druk op [MENU/SET]
[Multi selecteren]
Selecteer het beeld (herhaling)
Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling
geannuleerd.
Selecteer [Uitvoer.]
Het aantal beelden dat in één keer kan worden verzonden via
[Multi selecteren], is beperkt.
2 3
4 5 6
1
Uitvoer.
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen.
Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken.
254
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van WEB-services
Snel verzenden van beelden uit de camera naar WEB-services
U kunt beelden vlot en gemakkelijk verzenden naar WEB-service, net zo eenvoudig
als dat met een smartphone gaat, maar alleen als er in de omgeving een draadloos
toegangspunt voor de verbinding beschikbaar is.
Geef het beeld weer
Selecteer met [Ja] nadat u op hebt gedrukt
(Wanneer er een groepsbeeld wordt weergegeven,
selecteert u [Uploaden (Wi-Fi)] → [Ja])
De camera wordt verbonden met het eerder gebruikte draadloze
toegangspunt en de beelden worden verzonden naar de WEB-
service.
*
1,
*
2
Dit beeld uploaden via Wi-Fi?Dit beeld uploaden via Wi-Fi?
JaJa
NeeNee
*
1
Wanneer er geen verbindingsgeschiedenis beschikbaar is voor het draadloze toegangspunt, gaat
u naar het scherm voor selectie van een verbindingsmethode. Selecteer de verbindingsmethode
en verbind de camera met een draadloos toegangspunt. (→264)
*
2
Als u geen aanmeldings-ID hebt voor "LUMIX CLUB", gaat u naar het scherm voor registratie van
de nieuwe aanmeldings-ID. Vraag een aanmeldings-ID aan en stel een wachtwoord in. (→259)
Deze bediening voor het eerst uitvoeren
Wanneer u [Ja] selecteert in de bovenstaande stap , verschijnt het WEB-service
selectiescherm.
Selecteer met de WEB-services en druk op [MENU/SET]
Controleer de instelling op het bevestigingsscherm voor de verzendinstelling en
druk op [MENU/SET]
Het beeld wordt naar de WEB-service verzonden.
Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending van het beeld te wijzigen. (→271)
Na de tweede keer worden de beelden verzonden met dezelfde WEB-service en dezelfde
instellingen voor verzending van beelden als eerder.
Wanneer beelden als een groep worden weergegeven, worden ze allemaal verzonden. Wanneer
één beeld in een groep wordt weergegeven, wordt alleen het weergegeven beeld verzonden.
Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instellingen voor verzending van een beeld te wijzigen of de Wi-Fi-
verbinding te verbreken. U kunt de verbinding ook verbreken door op de afspeelknop te drukken
of [MENU/SET] te selecteren en [Ja] te selecteren. Wanneer u naar de opnamemodus schakelt,
wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
255
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van WEB-services
Tijdens het verzenden van beelden naar
[Cloud-synchr. service]
Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden
JPEG RAW MP4 AVCHD
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
(→256)
[Afbeeldingen versturen van camera]
(→257)
*
*
Met uitzondering van films opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K]
• Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk
van het apparaat.
• Zie de gebruiksaanwijzing van het doelapparaat voor meer informatie over het
afspelen van beelden.
• Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270)
Voorbereiding
U moet zich registreren bij "LUMIX CLUB" (→258) en de cloudsynchronisatie-instelling configureren
om een beeld naar een cloud-map te verzenden. Met "PHOTOfunSTUDIO" op een pc of "Image
App" op een smartphone kunt u de instellingen voor cloudsynchronisatie configureren.
Informatie over de beelden die naar een cloudmap zijn verzonden via de
[Cloud-synchr. service] (bijgewerkt tot september 2014)
• Als u de bestemming voor de beelden instelt op [Cloud-synchr. service], worden
verzonden beelden tijdelijk in de cloudmap opgeslagen en kunnen ze worden
gesynchroniseerd met het gebruikte apparaat, zoals de pc of de smartphone.
• In een cloud-map kunnen overgebrachte beelden 30 dagen worden opgeslagen
(maximaal 1.000 beelden). Overgebrachte beelden worden 30 dagen na de
overdracht automatisch verwijderd. Verder kunnen, als het aantal opgeslagen
beelden de 1.000 overschrijdt, sommige beelden verwijderd worden, afhankelijk van
de instelling van [Cloudbeperking] (→271), zelfs binnen 30 dagen na de overdracht.
• Wanneer het downloaden van beelden van een cloud-map naar alle opgegeven
apparaten voltooid is, kunnen beelden zelfs binnen 30 dagen na de overdracht uit
de cloud-map worden verwijderd.
256
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van WEB-services
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname]
→ [Cloud-synchr. service]
2
Controleer het bericht en druk op [MENU/SET]
3
Selecteer [Via netwerk] en maak een verbinding met (→264)
4
Controleer de instelling voor verzending
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
5
Maak foto’s
Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226)
U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid
is.
(U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op
[Set-up] → [Wi-Fi] →
[Wi-Fi-functie] → [Ja].)
257
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van WEB-services
[Afbeeldingen versturen van camera]
1
Stel het menu in
→ [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera]
→ [Cloud-synchr. service]
2
Controleer het bericht en druk op [MENU/SET]
3
Selecteer [Via netwerk] en maak een verbinding met (→264)
4
Controleer de instelling voor verzending
Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de
verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]-
knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271)
5
Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren]
[Enkelvoudig select.]
Selecteer het beeld
Druk op [MENU/SET]
[Multi selecteren]
Selecteer het beeld (herhaling)
Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling
geannuleerd.
Selecteer [Uitvoer.]
Het aantal beelden dat in één keer kan worden verzonden via
[Multi selecteren], is beperkt.
2 3
4 5 6
1
Uitvoer.
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.
Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen.
Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken.
258
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van "LUMIX CLUB"
Informatie over de [LUMIX CLUB]
Vraag een aanmeldings-ID bij "LUMIX CLUB" aan (gratis).
Als u dit apparaat bij "LUMIX CLUB" registreert, kunt u beelden synchroniseren tussen de
apparaten die u gebruikt of deze beelden naar WEB-services overbrengen.
Gebruik "LUMIX CLUB" wanneer u beelden naar WEB-services uploadt.
• U kunt dezelfde "LUMIX CLUB" aanmeldings-ID instellen voor dit apparaat en voor een
smartphone. (→261)
Zie de website van "LUMIX CLUB" voor meer informatie.
http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/
Opmerking:
• De service kan tijdelijk niet beschikbaar zijn als gevolg van regulier onderhoud of
onverwachte problemen, en de inhoud van de service kan worden gewijzigd of
uitgebreid, zonder voorafgaande kennisgeving aan de gebruikers.
• De service kan geheel of gedeeltelijk gestopt worden met een redelijke periode van
voorafgaande kennisgeving.
259
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van "LUMIX CLUB"
Een nieuwe aanmeldings-ID verkrijgen ([Nieuw account])
1
Stel het menu in
[Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → [LUMIX CLUB]
2
Selecteer [Account instellen/toev.]
3
Selecteer [Nieuw account]
Maak een verbinding met het netwerk. Ga naar de volgende pagina door op [MENU/SET] te
drukken.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven als er al een aanmeldings-ID is aangevraagd
voor de camera. Selecteer [Ja] om een nieuwe aanmeldings-ID aan te vragen of [Nee] als u
geen nieuwe aanmeldings-ID hoeft aan te vragen.
4
Selecteer de methode voor het maken van een verbinding met een draadloos
toegangspunt en stel in
Voor meer informatie (→264).
Het instelscherm verschijnt alleen bij de eerste keer verbinden. Verbindingsmethoden die op
dit apparaat worden ingesteld, worden opgeslagen en worden gebruikt wanneer de volgende
keer een verbinding wordt gemaakt. Als u het draadloze toegangspunt waarmee u een
verbinding wilt maken, wilt wijzigen, drukt u op de [DISP.]-knop en verandert u vervolgens de
verbindingsbestemming.
5
Lees de voorwaarden van "LUMIX CLUB" door en druk op [MENU/SET]
U kunt op drukken om van pagina te wisselen.
Draai de zoomhendel rechtsom om de paginaweergave te vergroten (vergroting x 2)
Als u de zoomhendel linksom draait nadat u de pagina vergroot hebt, keert de pagina terug naar
het oorspronkelijke formaat (geen vergroting).
Met
kunt u de positie verplaatsen van het gebied dat vergroot moet worden.
Druk op de [
]-knop om het proces te annuleren zonder een aanmeldings-ID op te vragen.
6
Voer het wachtwoord in
Voer een willekeurige combinatie van 8 tot 16 letters en cijfers voor het wachtwoord in.
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52).
7
Controleer de aanmeldings-ID en druk op [MENU/SET]
De aanmeldings-ID (12-cijferig nummer) wordt automatisch
weergegeven.
Wanneer u zich met een computer bij de "LUMIX CLUB"
aanmeldt, hoeft u alleen de cijfers in te voeren.
Er wordt een bericht weergegeven wanneer de verbinding tot
stand is gebracht. Druk op [MENU/SET].
Noteer de aanmeldings-ID en het wachtwoord.
260
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van "LUMIX CLUB"
Gebruik van een eerder verkregen aanmeldings-ID/bevestiging en
wijziging van aanmeldings-ID en wachtwoord ([Gebruikersnaam instellen])
Voorbereiding
Om een eerder verkregen aanmeldings-ID te gebruiken, bevestigt u uw ID en wachtwoord.
Als u het wachtwoord van de "LUMIX CLUB" op de camera wilt wijzigen, gaat u naar de "LUMIX
CLUB"-website op uw smartphone of pc en verandert van tevoren het wachtwoord van de "LUMIX
CLUB".
1
Stel het menu in
[Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → [LUMIX CLUB]
2
Selecteer [Account instellen/toev.]
3
Selecteer [Gebruikersnaam instellen]
De aanmeldings-ID en het wachtwoord worden weergegeven.
Het wachtwoord wordt weergegeven als "
".
Sluit het menu als u de aanmeldings-ID alleen wilde controleren.
4
Selecteer het onderdeel dat u wilt wijzigen
5
Voer uw aanmeldings-ID of wachtwoord in
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekst "Tekst invoeren" (→52).
Voer het nieuwe wachtwoord dat u op uw smartphone of pc hebt gemaakt, in de camera in. Als
het wachtwoord afwijkt van het wachtwoord dat u op uw smartphone of pc hebt gemaakt, kunt u
geen beelden uploaden.
6
Selecteer [Exit]
261
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van "LUMIX CLUB"
Dezelfde aanmeldings-ID instellen voor de camera en voor de
smartphone
• Als u dezelfde aanmeldings-ID instelt op dit apparaat en uw smartphone, is dat handig
om beelden op dit apparaat naar andere apparaten of WEB-services te zenden.
Wanneer dit apparaat of de smartphone de aanmeldings-ID heeft verkregen
Maak verbinding tussen dit apparaat en de smartphone (→229)
Stel in het menu van "Image App" de algemene aanmeldings-ID in
De aanmeldings-ID’s voor dit apparaat en de smartphone worden hetzelfde.
• Nadat u een verbinding tot stand hebt gebracht tussen dit apparaat en de
smartphone, verschijnt het setupscherm voor een algemene aanmeldings-ID mogelijk
wanneer u het afspeelscherm weergeeft. U kunt ook een algemene aanmeldings-ID
instellen door de instructies op het scherm te volgen.
• Deze bewerking is niet beschikbaar voor een [Wi-Fi Direct]-verbinding.
Wanneer dit apparaat en de smartphone verschillende aanmeldings-ID’s hebben
verkregen
Wanneer u de aanmeldings-ID van de smartphone voor dit apparaat wilt
gebruiken
Verander de aanmeldings-ID en het wachtwoord voor dit apparaat in de aanmeldings-
ID en het wachtwoord die door de smartphone zijn opgevraagd.
Wanneer u de aanmeldings-ID van dit apparaat voor de smartphone wilt
gebruiken
Verander de aanmeldings-ID en het wachtwoord voor de smartphone in de
aanmeldings-ID en het wachtwoord die door dit apparaat zijn opgevraagd.
Gebruiksvoorwaarden van "LUMIX CLUB" controleren
Controleer de details als de gebruiksvoorwaarden zijn aangepast.
1
Stel het menu in
[Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → [LUMIX CLUB]
2
Selecteer [Voorwaarden]
De camera maakt verbinding met het netwerk en de gebruiksvoorwaarden worden
weergegeven.
262
SQW0028
Wi-Fi
Gebruik van "LUMIX CLUB"
Uw aanmeldings-ID en account van "LUMIX CLUB"verwijderen
Verwijder de aanmeldings-ID van de camera wanneer u deze aan iemand anders geeft of
wegwerpt. U kunt ook uw "LUMIX CLUB"-account verwijderen.
1
Stel het menu in
[Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → [LUMIX CLUB]
2
Selecteer [Verwijder account]
Het bericht wordt weergegeven. Druk op [MENU/SET].
3
Selecteer [Ja] in het scherm ter bevestiging van verwijdering van de
aanmeldings-ID
Het bericht wordt weergegeven. Druk op [MENU/SET].
4
Selecteer [Ja] op het bevestigingsscherm om de "LUMIX CLUB"-account te
verwijderen
Als u de service wilt blijven gebruiken, zal alleen de aanmeldings-ID worden verwijderd als u
[Nee] selecteert. Sluit het menu af nadat het is uitgevoerd.
5
Druk op [MENU/SET]
De aanmeldings-ID wordt verwijderd en vervolgens verschijnt het bericht dat uw account is
verwijderd. Druk op [MENU/SET].
Wijzigingen en andere handelingen in aanmeldings-ID’s kunnen alleen worden gemaakt in de
aanmeldings-ID die bij de camera is verkregen.
263
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
Na selectie van de Wi-Fi-functie en de verzendbestemming selecteert u de
verbindingsmethode.
Als u op stap bent en uw draadloze toegangspunt niet kunt gebruiken of een tijdelijke
verbinding hebt met apparatuur die u gewoonlijk niet gebruikt, of in een soortgelijke
situatie verkeert, is het handig om een directe verbinding te maken.
Als u een verbinding maakt met dezelfde instellingen die u eerder gebruikt hebt, kunt
u de Wi-Fi-functie snel gebruiken door te verbinden met [Selecteer doelapparaat uit
geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten].
Draadloos toegangspunt
Verbindingsmethode Beschrijving
[Via netwerk] Verbinding maken via een draadloos toegangspunt. (→264)
[Direct]
Uw apparatuur maakt een rechtstreekse verbinding met de
camera.
(→267)
264
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
[Via netwerk] Verbinding maken via een draadloos
toegangspunt
Selecteer een verbindingsmethode met het draadloze
toegangspunt.
• Met WPS wordt een functie bedoeld waarmee u
gemakkelijk de instellingen kunt configureren die
verband houden met de verbinding en de beveiliging van
draadloze LAN-apparaten. Als u wilt controleren of het
draadloze toegangspunt dat u gebruikt, compatibel is
met WPS, raadpleegt u de handleiding van het draadloze
toegangspunt.
Verbindingsmethode Beschrijving
[WPS (knop)]
Hiermee kunt u een draadloos toegangspunt met een drukknop
opslaan dat compatibel is met Wi-Fi Protected Setup™ met een WPS-
merk.
1
Druk op de WPS-knop van het draadloze toegangspunt
totdat het naar de WPS-stand wordt geschakeld
Zie de instructiehandleiding van het draadloze toegangspunt voor
details.
[WPS (PIN-code)]
Hiermee kunt u een draadloos toegangspunt met een PIN-code
opslaan dat compatibel is met Wi-Fi Protected Setup met een WPS-
merk.
1
Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u
verbinding maakt
2
Voer de PIN-code die op het scherm van de camera
wordt weergegeven, in het draadloze toegangspunt in
3
Druk op [MENU/SET]
Zie de instructiehandleiding van het draadloze toegangspunt voor
details.
[Uit lijst]
Selecteer deze optie als u niet zeker weet of uw toegangspunt
compatibel is met WPS of als u wilt zoeken naar een draadloos
toegangspunt en daar een verbinding mee tot stand wilt brengen.
Voor meer informatie (→265).
265
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
Als u niet weet of uw systeem compatibel is met WPS
(verbinding via [Uit lijst])
Zoeken naar beschikbare draadloze toegangspunten.
• Bevestig de versleutelingscode van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de
netwerkverificatie versleuteld is.
• Wanneer u verbinding maakt met [Handmatige invoer], dient u de SSID, het type
netwerkverificatie, het type versleuteling en de versleutelingscode van het draadloze
toegangspunt dat u gebruikt, te controleren.
1
Druk op de WPS-knop van het draadloze toegangspunt
totdat het naar de WPS-stand wordt geschakeld
Als u op de [DISP.]-knop drukt, wordt opnieuw naar een
draadloos toegangspunt gezocht.
Als er geen draadloos toegangspunt wordt gevonden, raadpleegt
u "Wanneer u verbinding maakt met [Handmatige invoer]"
(→266).
2
(Als de netwerkverificatie versleuteld is)
Voer de versleutelingscode in
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52).
266
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
Wanneer u verbinding maakt met [Handmatige invoer]
Op het scherm van stap
1
van "Als u niet weet of uw systeem compatibel is met WPS
(verbinding via [Uit lijst])", selecteert u [Handmatige invoer] (→265)
Voer de SSID in van het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding maakt en
selecteer vervolgens [Inst.]
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52).
Selecteer het netwerkverificatietype
Zie de handleiding van het draadloze toegangspunt voor informatie over netwerkverificatie.
Selecteer het versleutelingstype
Het type van de instellingen die gewijzigd kunnen worden, kan verschillen, afhankelijk van de
details van de netwerkverificatie-instellingen.
Netwerkverificatietype Versleutelingstypen die kunnen worden ingesteld
[WPA2-PSK] / [WPA-PSK] [TKIP] / [AES]
[Algemene sleutel] [WEP]
[Open] [Niet coderen] / [WEP]
(Wanneer een andere optie dan [Niet coderen] wordt geselecteerd)
Voer de versleutelingscode in
Raadpleeg de instructiehandleiding van de draadloze toegangspunten en instellingen wanneer u
een draadloos toegangspunt opslaat.
Als er geen verbinding kan worden gemaakt, zijn de radiogolven van het draadloze toegangspunt
mogelijk te zwak. Zie "Weergave berichten" (→299) en "V&A Storingen verhelpen" (→310) voor
meer informatie.
De transmissiesnelheid kan afnemen of onbruikbaar zijn, afhankelijk van de omgeving waarin
deze wordt gebruikt.
267
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
[Direct] Rechtstreeks verbinden
U kunt de verbindingsmethode met uw apparatuur
selecteren.
Selecteer een verbindingsmethode waarmee uw apparatuur
compatibel is.
Verbindingsmethode
Beschrijving
[Wi-Fi Direct]
*
1
1
Stel het apparaat in op Wi-Fi Direct™
2
Selecteer [Wi-Fi Direct]
3
Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt
maken
Lees de gebruiksaanwijzing van uw apparaat voor meer informatie.
[WPS-verbinding]
*
2
[WPS (knop)]
1
Selecteer [WPS (knop)]
2
Stel het apparaat in op de WPS-modus
U kunt langer op een verbinding wachten door op dit
apparaat op de [DISP.]-knop te drukken.
[WPS (PIN-code)]
1
Selecteer [WPS (PIN-code)]
2
Voer de PIN-code van het apparaat in dit
apparaat in
[Handmatig.
verbinden.]
1
Voer de SSID en het wachtwoord in het
apparaat in. De SSID en het wachtwoord
worden weergegeven op het scherm voor
het wachten op een verbinding van dit
apparaat.
SSID en
wachtwoord
QR-code
Als de overdrachtsbestemming [Smartphone] is,
kunt u de QR-code lezen met uw smartphone om
verbinding te maken. (→229)
*
1
Om dit apparaat te verbinden met [Wi-Fi Direct] is Android OS 4.0 of hoger vereist en moet het
apparaat compatibel zijn met Wi-Fi Direct™.
*
2
Met WPS wordt een functie bedoeld waarmee u gemakkelijk de instellingen kunt configureren die
verband houden met de verbinding en de beveiliging van draadloze LAN-apparaten.
268
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
Snel verbinden met dezelfde instellingen als eerder
([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/
[Selecteer doelapparaat uit favorieten])
De camera houdt een historie bij van de momenten waarop u de Wi-Fi-functie gebruikt
hebt. U kunt items in de historie in de favorieten registreren.
U kunt gemakkelijk een verbinding maken met dezelfde instellingen als u eerder gebruikt
hebt door een verbinding te maken vanuit de historie of de favorieten.
1
Druk op de [Wi-Fi]-knop
2
Selecteer [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of
[Selecteer doelapparaat uit favorieten]
Onderdeel Beschrijving
[Selecteer doelapparaat uit
geschiedenis]
Snel verbinden met dezelfde
instellingen als eerder.
[Selecteer doelapparaat uit
favorieten]
Verbinden met instellingen die in de
favorieten geregistreerd zijn.
3
Selecteer de gewenste verbindingsinstelling
Onderdelen uit de historie als favorieten registreren
1
Druk op de [Wi-Fi]-knop
2
Selecteer [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]
3
Selecteer het onderdeel dat u wilt registreren en druk op
4
Voer een registratienaam in
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52).
U kunt maximaal 30 tekens invoeren. Een teken van twee bytes wordt als twee tekens
behandeld.
269
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
Onderdelen bewerken die in favorieten geregistreerd zijn
1
Druk op de [Wi-Fi]-knop
2
Selecteer [Selecteer doelapparaat uit favorieten]
3
Selecteer het favoriete onderdeel dat u wilt bewerken en druk op
4
Selecteer het onderdeel
Onderdeel Beschrijving
[Verwijderen uit favorieten]
[Volgorde van favorieten
wijzigen]
Selecteer de bestemming
[Geregistreerde naam
wijzigen]
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst
invoeren" (→52).
U kunt maximaal 30 tekens invoeren. Een teken van twee
bytes wordt als twee tekens behandeld.
Vaak gebruikte instellingen voor Wi-Fi-verbindingen in de favorieten
registreren en opslaan
Het aantal instellingen dat in één keer in de historie kan worden opgeslagen, is beperkt.
We raden aan vaak gebruikte instellingen voor Wi-Fi-verbindingen in de favorieten te
registreren en op te slaan. (→268)
Verbindingsdetails controleren in de historie of de favorieten
Wanneer u onderdelen selecteert uit de historie of de favorieten, kunt u
verbindingsdetails bekijken door op de [DISP.]-knop te drukken.
Als u [Wi-Fi resetten] uitvoert, wordt geregistreerde inhoud in de historie en favorieten gewist.
Wanneer u [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten]
gebruikt om een verbinding te maken met een netwerk waarop veel pc’s aangesloten zijn, kan
het moeilijk zijn om de verbinding te maken, omdat de camera zoekt naar eerder aangesloten
apparatuur onder een groot aantal verschillende apparaten. Als u geen verbinding kunt maken,
probeert u het opnieuw met [Nieuwe verbinding].
270
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
Instellingen voor het verzenden van beelden
Wanneer u beelden verzendt, selecteert u eerst [Nieuwe
verbinding] en vervolgens de methode voor het verzenden
van beelden.
Nadat u de verbinding tot stand hebt gebracht, kunt u ook de
instellingen voor verzending wijzigen, zoals het formaat van
beelden die u wilt verzenden.
[Afbeeldingen versturen tijdens opname]
Elke keer als u een beeld opneemt, kan het beeld automatisch naar een opgegeven
apparaat worden verzonden.
[ ] wordt op het opnamescherm weergegeven terwijl is verbonden
via [Afbeeldingen versturen tijdens opname] en [
] wordt
weergegeven terwijl bestanden worden verzonden.
Als u de camera uitschakelt voordat het verzenden voltooid is of de
Wi-Fi-verbinding verbreekt, of in soortgelijke situaties, worden niet-
verzonden beelden niet opnieuw verzonden.
U kunt bestanden mogelijk niet verwijderen of het [Afspelen]-menu
gebruiken tijdens het verzenden.
11
Niet beschikbaar in het volgende geval:
Films kunnen niet worden verzonden.
[Afbeeldingen versturen van camera]
U kunt opgenomen beelden selecteren en verzenden.
Details van het [Afspelen]-menu [Favorieten] of [Print inst.]-instellingen worden niet verzonden.
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
U kunt sommige beelden die met een andere camera zijn gemaakt, mogelijk niet verzenden.
U kunt beelden die zijn gewijzigd of bewerkt met een computer, mogelijk niet verzenden.
271
SQW0028
Wi-Fi
Informatie over verbindingen
De instellingen voor het verzenden van beelden wijzigen
Nadat u de verbinding tot stand hebt gebracht, kunt u ook de instellingen voor verzending
wijzigen, zoals het formaat van beelden die u wilt verzenden, door op de [DISP.]-knop te
drukken.
Onderdeel Beschrijving
[Grootte]
Verander het formaat van het te verzenden beeld.
[Origineel]/[Automatisch]
*
1
/[Wijzig]
Als u [Automatisch] selecteert, wordt het beeldformaat door de
omstandigheden op de bestemming bepaald.
U kunt het beeldformaat bepalen voor [Wijzig] en kiezen uit [M],
[S] of [VGA]. De beeldverhouding verandert niet.
[Bestandsindeling]
*
2
[JPG]/[RAW+JPG]/[RAW]
[Locatiegeg. wissen]
*
3
Selecteer of u de plaatsinformatie wilt verwijderen uit beelden
voordat u ze verzendt.
[ON]: de plaatsinformatie verwijderen en vervolgens verzenden.
[OFF]: de plaatsinformatie behouden en verzenden.
Bij deze bewerking wordt alleen de plaatsinformatie verwijderd
van de beelden die voor verzending zijn ingesteld. (De
plaatsinformatie zal niet worden verwijderd van de oorspronkelijke
beelden die in dit apparaat zijn opgeslagen.)
[Cloudbeperking]
*
4
U kunt selecteren of beelden moeten worden verzonden wanneer de
cloud-map te weinig vrije ruimte heeft.
[ON]: geen beelden verzenden.
[OFF]: beelden van de oudste verwijderen en vervolgens nieuwe
beelden verzenden.
*
1
Alleen beschikbaar wanneer de bestemming is ingesteld op [Webservice].
*
2
Alleen beschikbaar wanneer de bestemming is ingesteld op [PC].
*
3
Alleen beschikbaar wanneer de bestemming voor [Afbeeldingen versturen van camera] is ingesteld
op [Cloud-synchr. service] of [Webservice].
*
4
Alleen beschikbaar wanneer de bestemming is ingesteld op [Cloud-synchr. service].
272
SQW0028
Wi-Fi
[Wi-Fi setup]
Configureer de vereiste instellingen voor de Wi-Fi-functie.
[Wi-Fi setup] kan niet worden gewijzigd wanneer er een Wi-Fi-verbinding is.
1
Stel het menu in
[Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → Gewenste instelling
Onderdeel Beschrijving
[LUMIX CLUB]
De aanmeldings-ID van de
"LUMIX CLUB" opvragen of
wijzigen
Voor meer informatie (→258).
[PC-verbinding]
U kunt de werkgroep instellen.
U moet een verbinding maken met dezelfde werkgroep als de
doelcomputer wanneer u beelden naar de computer verzendt.
(De standaardverbindingsmethode is ingesteld op "WORKGROUP"
(WERKGROEP))
[Werkgroepnaam wijzigen]:
Hiermee voert u de werkgroep in van de computer waarmee
u verbinding maakt. Sluit het menu nadat u instellingen hebt
gewijzigd.
[Terug naar standaard]:
Zet de instellingen terug in de standaardinstellingen. Er verschijnt
een verzoek om bevestiging. Het wordt uitgevoerd wanneer [Ja]
wordt geselecteerd.
Sluit het menu af nadat het is uitgevoerd.
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekst "Tekst
invoeren" (→52).
Als u de camera wilt gebruiken met een computer in de
standaardinstellingen, hoeft u de werkgroep niet te wijzigen.
[Toestelnaam]
U kunt de naam van dit
apparaat wijzigen.
Druk op de [DISP.]-knop
Voer de gewenste apparaatnaam in
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekst "Tekst
invoeren" (→52).
U kunt maximaal 32 tekens invoeren.
[NFC-bediening]
Stelt de NFC-functie in.
[ON]: de NFC-functie werkt.
[OFF]
[Touch sharing]
Stel de bewerking in die moet
worden uitgevoerd wanneer
een Wi-Fi-verbinding wordt
gemaakt met de NFC-functie.
[ON]: wanneer een Wi-Fi-verbinding wordt gemaakt met de NFC-
functie terwijl er één beeld wordt afgespeeld, wordt het beeld
(1 beeld) overgebracht.
[OFF]
273
SQW0028
Wi-Fi
[Wi-Fi setup]
Onderdeel Beschrijving
[Wi-Fi-wachtwoord]
Om onjuist gebruik of het
gebruik van de Wi-Fi-functie
door derden te voorkomen
en opgeslagen persoonlijke
gegevens te beschermen,
verdient het aanbeveling
de Wi-Fi-functie met een
wachtwoord te beschermen.
Als u een wachtwoord instelt, wordt automatisch het
wachtwoordinvoerscherm weergegeven wanneer de Wi-Fi-functie
gebruikt wordt.
[Instellen]:
Voer een nummer van 4 cijfers als het wachtwoord in. Sluit het
menu nadat u instellingen hebt gewijzigd.
[Verwijderen]:
Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Het wordt uitgevoerd
wanneer [Ja] wordt geselecteerd.
Sluit het menu af nadat het is uitgevoerd.
Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst
invoeren" (→52).
Maak een kopie van het wachtwoord. Als u het wachtwoord
vergeet, kunt u het opnieuw instellen met [Wi-Fi resetten] in het
menu [Set-up]. Andere instellingen worden echter ook gereset.
(Met uitzondering van [LUMIX CLUB])
[Netwerkadres]
Hiermee geeft u het MAC-
adres en het IP-adres van dit
apparaat weer.
Een "MAC-adres" is een uniek adres dat gebruikt wordt ter
identificatie van netwerkapparatuur.
"IP-adres" verwijst naar een nummer dat een PC identificeert die
met een netwerk verbonden is, zoals internet. Gewoonlijk worden
thuisadressen automatisch toegewezen met de DHCP-functie,
zoals een draadloos toegangspunt. (Voorbeeld: 192.168.0.87)
274
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Genieten van films in 4K
Films in 4K bekijken
Beelden op tv bekijken
Wanneer u dit apparaat op een 4K-compatibele tv aansluit en
een film afspeelt die is opgenomen met een [Opn. kwaliteit]
van [4K], kunt u van 4K-filmbeelden met een hoge resolutie
genieten. Hoewel de weergegeven resolutie lager is, kunt u
filmbeelden in 4K ook afspelen door een verbinding te maken
met een HD-tv en andere apparaten die 4K niet ondersteunen.
Voorbereiding
Wanneer films zijn opgenomen in [Opn. kwaliteit] met [4K], stelt u [HDMI-functie] (→48) in op
[AUTO] of [4K].
Sluit dit apparaat aan op een 4K-compatibele tv met een HDMI-microkabel en geef
het afspeelscherm weer (→276)
Wanneer de instelling [VIERA link] op de camera op [ON] wordt gezet en de camera wordt
aangesloten op een VIERA Link (HDMI)-compatibele Panasonic televisie (VIERA), schakelt
de televisie automatisch naar het juiste signaal en wordt het afspeelscherm weergegeven.
Raadpleeg voor meer informatie (→278).
U kunt ook filmbeelden afspelen door de kaart te plaatsen in een
4K-compatibele tv die is voorzien van een SD-kaartsleuf.
Lees de gebruiksaanwijzing van de tv.
Films in 4K bekijken op het scherm van een pc
Als u films opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K] op een pc
wilt afspelen, gebruikt u de software "PHOTOfunSTUDIO" die op de
(bijgeleverde) dvd is opgeslagen.
• U kunt alleen 4K-films afspelen en bewerken in een pc-omgeving
voor zware toepassingen.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij "PHOTOfunSTUDIO" (PDF)
voor meer informatie.
275
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Genieten van films in 4K
4K-films opslaan
4K-films op uw pc opslaan
Foto’s/filmbeelden zijn te kopiëren van de camera naar uw computer, door de
apparaten op elkaar aan te sluiten. Raadpleeg voor meer informatie (→280).
Opslag van 4K-films op een dvd
U kunt films opgenomen in [
Opn. kwaliteit
] met [4K] niet met een Panasonic recorder
overbrengen of kopiëren naar een Blu-ray-disk of dvd. (Bijgewerkt tot oktober 2014)
U kunt de bijgeleverde dvd-software "PHOTOfunSTUDIO" gebruiken om de
bestandsgrootte van een film kleiner in te stellen of om de film over te brengen naar
een dvd.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij "PHOTOfunSTUDIO" (PDF) voor meer informatie.
276
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden op tv bekijken
U kunt beelden bekijken op uw tv-scherm door de camera aan te sluiten op uw tv met de
HDMI-microkabel of AV-kabel (optioneel).
Voorbereiding
Zet de camera en de tv uit.
1
Sluit de camera aan op uw tv
Controleer de richting van de stekker en steek deze recht in de camera. (Als
de kabel in de verkeerde richting in de camera wordt gestoken, zou de stekker
vervormd kunnen raken en een onjuiste werking kunnen veroorzaken). Sluit dit
apparaat ook niet op de verkeerde aansluiting aan. Hierdoor kan dit apparaat
beschadigd raken.
Aansluiting met een HDMI-microkabel
Met een HDMI-microkabel kunt u naar foto’s en films kijken met een hoge
resolutie.
Leg de markeringen gelijk
en sluit aan.
[HDMI]-aansluiting
Naar de HDMI video/
audio-ingangsaansluiting
HDMI-microkabel
Gebruik een "snelle HDMI microkabel" met het HDMI-logo. Kabels die niet
voldoen aan de HDMI-normen, zijn niet bruikbaar.
"Snelle HDMI microkabel" (Type D-Type A stekker, maximaal 2 m lang)
Aansluiting met een AV-kabel (optioneel)
Leg de markeringen gelijk
en sluit aan.
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
AV-kabel (optioneel)
Geel:
naar video-aansluiting
Wit:
naar audio-aansluiting
*
*
Monogeluidsweergave.
2
Zet de tv aan en schakel de tv-ingangsbron naar de juiste
ingang
3
Schakel de camera in en druk op de afspeelknop
277
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden op tv bekijken
Aansluiting met een HDMI-microkabel
Controleer de [HDMI-functie]. (→48)
Als u 24p-films wilt afspelen, stelt u [HDMI-functie] in op [AUTO]. Anders wordt het beeld niet op
24 frames per seconde weergegeven.
Er kunnen balken langs de zijkanten of de boven- en onderrand van het scherm verschijnen, al
naar gelang de ingestelde beeldverhouding.
Kabels die niet voldoen aan de HDMI-normen zijn niet bruikbaar.
Wanneer u een HDMI microkabel aansluit, worden de beelden niet op het scherm
weergegeven.
Het HDMI-uitgangssignaal wordt geannuleerd als er tegelijk een USB-kabel (bijgeleverd) is
aangesloten.
Wanneer de AV-kabel (optioneel) en de HDMI-microkabel tegelijkertijd zijn aangesloten, wordt
er geen beeld verzonden via de AV-kabel.
Onmiddellijk na het beginnen met afspelen of na pauzeren kunnen de beelden even vervormd
zijn, bij bepaalde TV-toestellen.
De geluidsweergave is in stereo.
Lees de gebruiksaanwijzing van de tv.
Aansluiting met een AV-kabel (optioneel)
Controleer de [TV-aspect]. (→47)
Gebruik altijd een echte Panasonic AV-kabel (DMW-AVC1: optioneel).
U kunt beelden afspelen op tv’s in andere landen (regio’s) waar het systeem NTSC of PAL wordt
gebruikt. U kunt de instelling [Video uit] vinden in [TV-verbinding] in het [Set-up]-menu.
Naar staand gedraaide beelden kunnen enigszins onscherp zijn.
Verander de instellingen van de fotomodus op de tv als de beeldverhouding niet goed wordt
weergegeven op een breedbeeld- of een HD-televisie.
De zoekerweergave kan niet worden gebruikt.
Lees de gebruiksaanwijzing van de tv.
De opgenomen beelden kunnen op een tv met een SD-
geheugenkaartsleuf worden afgespeeld
De juiste manier van afspelen (beeldverhouding) is afhankelijk van de tv die voor de
weergave wordt gebruikt.
De bestandsindeling van de films die kunnen worden afgespeeld, verschilt afhankelijk
van het tv-model.
U kunt panoramafoto’s mogelijk niet afspelen. Ook kunt u panoramafoto’s mogelijk niet
afspelen met automatisch bladeren.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor kaarten die compatibel zijn met
afspelen.
278
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden op tv bekijken
VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™)
Wat is VIERA Link (HDMI)?
VIERA Link is een functie voor het automatisch koppelen van deze camera aan
VIERA Link-compatibele apparaten via een aansluiting met HDMI-microkabels voor
een gemakkelijke bediening met de VIERA afstandsbediening. (Sommige functies
zijn niet beschikbaar.)
VIERA Link (HDMI) is een exclusieve Panasonic functie die een uitbreiding vormt
van de industriewijde norm van HDMI-bedieningsfuncties, bekend als HDMI CEC
(Consumer Electronics Control). De juiste bediening is niet gegarandeerd bij
aansluiting op HDMI CEC-geschikte apparaten van andere merken dan Panasonic.
Lees de gebruiksaanwijzing van uw apparatuur om te zien of die geschikt is voor de
VIERA Link (HDMI).
Deze camera is geschikt voor VIERA Link (HDMI) Versie 5. Dit is de Panasonic
norm, die ook geschikt is voor eerdere Panasonic VIERA Link-toestellen.
Voorbereiding
Stel [VIERA link] in op [ON] (→49).
1
Sluit de camera aan op een VIERA Link (HDMI)-compatibele Panasonic televisie
(VIERA) met een HDMI-microkabel (→276)
2
Schakel de camera in en druk op de afspeelknop
3
Bedien met de afstandsbediening van de tv
Bedien onder raadpleging van de bedieningspictogrammen die op het scherm worden
weergegeven.
279
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Beelden op tv bekijken
Andere betrokken bedieningsfuncties
Het apparaat uitschakelen
• De camera kan ook wanneer u de tv uitschakelt met de afstandsbediening,
tegelijkertijd uitgeschakeld worden.
Automatische ingangskeuze
• Deze functie schakelt automatisch het ingangskanaal van de tv over naar het
camerascherm zodra u de camera inschakelt, mits ze op elkaar zijn aangesloten met
een HDMI microkabel. De televisie kan ook worden ingeschakeld via de camera,
vanuit stand-by (als de "Power on link (Aan via Link)" van de televisie op "aan" staat).
• Als VIERA Link (HDMI) niet goed functioneert (→323)
Gebruik een "snelle HDMI microkabel" met het HDMI-logo. Kabels die niet voldoen aan de HDMI-
normen, zijn niet bruikbaar.
"Snelle HDMI microkabel" (Type D-Type A stekker, maximaal 2 m lang)
Als u niet weet of uw tv compatibel is met VIERA Link (HDMI), raadpleegt u de gebruiksaanwijzing
van de tv.
Kabels die niet voldoen aan de HDMI-normen zijn niet bruikbaar.
Wanneer VIERA Link is geactiveerd, wordt de instelling [HDMI-functie] van dit apparaat
automatisch herkend.
Wanneer de [VIERA link] instelling op de camera op [ON] staat, zal de bediening met de toetsen
op de camera zelf beperkt zijn.
Zorg dat het tv-toestel dat u aansluit is ingesteld voor het gebruik van de VIERA Link (HDMI) (zie
voor nadere aanwijzingen de handleiding van uw televisietoestel).
280
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan
Foto’s/filmbeelden zijn te kopiëren van de camera naar uw computer, door de apparaten
op elkaar aan te sluiten.
• Sommige computers kunnen rechtstreeks de geheugenkaart van de camera lezen.
Zie voor meer informatie de handleiding van uw computer.
• Als uw computer niet geschikt is voor SDXC-geheugenkaarten zal er een mededeling
verschijnen met het verzoek om de kaart te formatteren. (Formatteer de kaart niet.
Opgenomen beelden worden dan gewist.)
Als de kaart niet herkend wordt, raadpleegt u de volgende ondersteuningswebsite.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Computer-specificaties
U kunt de camera aansluiten op een computer die een apparaat voor massaopslag
(apparaat waarop een grote hoeveelheid gegevens kan worden opgeslagen) kan
herkennen.
• Windows: Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista
• Mac: OS X v10.5 - v10.9
Sommige films die zijn opgenomen in [AVCHD] worden mogelijk niet
goed gescand als een bestand of map wordt gekopieerd
Zorg er bij gebruik van Windows voor dat u de software "PHOTOfunSTUDIO" op de
bijgeleverde dvd gebruikt om films te kopiëren die in [AVCHD] zijn opgenomen.
Bij gebruik van de Mac kunt u films die in [AVCHD] zijn opgenomen, kopiëren met
"iMovie". Het is echter niet altijd mogelijk beelden te kopiëren, afhankelijk van de
instellingen voor beeldkwaliteit.
(Neem voor meer informatie over iMovie contact op met Apple Inc.)
281
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan
Informatie over bijgeleverde software
De bijgeleverde dvd bevat de volgende software.
Installeer de software op uw computer voordat u deze gaat gebruiken.
PHOTOfunSTUDIO 9.6 PE
U kunt foto’s of films op uw pc vastleggen of vastgelegde beelden ordenen door ze te
categoriseren op opnamedatum, modelnaam van de digitale camera waarmee ze zijn
opgenomen enzovoort. U kunt ook foto’s corrigeren, films bewerken of naar dvd schrijven.
Besturingsomgeving
Ondersteunde
besturingssystemen
Windows
®
8.1 (32-bits/64-bits)
Windows
®
8 (32-bits/64-bits)
Windows
®
7 (32-bits/64-bits) en SP1
Windows Vista
®
(32-bits) SP2
Processor
Windows
®
8.1
Pentium
®
ΙΙΙ 1 GHz of hogerWindows
®
8
Windows
®
7
Windows Vista
®
Pentium
®
ΙΙΙ 800 MHz of hoger
Monitor 1024×768 pixels of meer (1920×1080 pixels of meer aanbevolen)
RAM
Windows
®
8.1
1 GB of meer (32-bits)/2 GB of meer (64-bits)Windows
®
8
Windows
®
7
Windows Vista
®
512 MB of meer
Vrije ruimte op de
harde schijf
450 MB of meer om de software te installeren
• Als u 4K-films wilt bewerken, hebt u de 64-bits versies van Windows 8.1, Windows 8
of Windows 7 nodig.
• Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van "PHOTOfunSTUDIO" (PDF) voor meer
informatie over de besturingsomgeving. U kunt de gebruiksaanwijzing lezen nadat u
de software gestart hebt.
282
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan
SILKYPIX Developer Studio 4.2 SE
Met deze software kunt u beelden in RAW-bestanden ontwikkelen en bewerken.
De bewerkte beelden kunnen in een bestandsindeling zoals JPEG of TIFF worden
opgeslagen, die op een pc enzovoort kan worden weergegeven.
Besturingsomgeving
Ondersteunde
besturingssystemen
Windows
®
8.1
Windows
®
8
Windows
®
7
Windows Vista
®
Mac
®
OS X v10.5/v10.6/v10.7/v10.8/v10.9
• Zie voor meer informatie over het gebruik van SILKYPIX Developer Studio de "Help"
of de ondersteuningswebsite van Ichikawa Soft Laboratory:
http://www.isl.co.jp/SILKYPIX/english/p/support/
LoiLoScope, 30 dagen volledige proefversie
(Windows 8.1/8/7/Vista)
LoiLoScope is videobewerkingssoftware die gebruikmaakt van het volledige vermogen
van uw computer. Video’s maken is even gemakkelijk als het sorteren van kaarten op een
bureau. Met uw muziek, foto- en videobestanden kunt u video’s maken om te delen met
uw vrienden en familie door deze op een dvd te branden, te uploaden naar websites of
gewoon via e-mail met uw vrienden te delen.
• Hiermee installeert u alleen een snelkoppeling naar de downloadsite voor de
proefversie.
Lees voor meer informatie over het gebruik van LoiLoScope de LoiLoScope
handleiding die via de onderstaande koppeling kan worden gedownload.
URL van handleiding: http://loilo.tv/product/20
283
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan
Installatie van de bijgeleverde software
De software wordt geïnstalleerd die compatibel is met uw computer.
Voorbereidingen
Controleer de specificaties en besturingsomgeving van uw pc voor elke software.
Sluit alle lopende toepassingen voordat u de (bijgeleverde) dvd in de computer plaatst.
1
Plaats de dvd met de bijgeleverde software in de computer
Als het automatische afspeelscherm weergegeven wordt, kunt u het menu weergeven door
[Launcher.exe] te selecteren en uit te voeren.
In Windows 8.1/Windows 8 kunt u het menu weergeven door op een bericht te klikken dat
verschijnt nadat de dvd geplaatst is en vervolgens [Launcher.exe] uitvoeren.
U kunt ook het menu laten verschijnen door te dubbelklikken op [SFMXXXX] onder [Computer].
(Wat er bij "XXXX" verschijnt zal per model verschillend zijn.)
2
Klik op [Toepassingen]
3
Klik op [Recommended Installation]
Volg de instructies op het scherm om de installatieprocedure te voltooien.
Als u een Mac gebruikt, kunt u SILKYPIX handmatig installeren.
Plaats de dvd met de bijgeleverde software in de computer
Dubbelklik op de applicatiemap op de dvd
Dubbelklik op de map die automatisch verschijnt
Dubbelklik op het pictogram in de map
Niet beschikbaar in het volgende geval:
PHOTOfunSTUDIO / LoiLoScope zijn niet compatibel met de Mac.
284
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan
Kopiëren van foto’s en filmbeelden
Voorbereidingen
Installeer "PHOTOfunSTUDIO" op de computer voordat u de kopieerprocedure start. (→283)
Zet de camera en de computer aan.
1
Sluit de camera aan op de computer
Controleer de richting van de stekker en steek deze recht in de camera. (Als de kabel in de
verkeerde richting in de camera wordt gestoken, zou de stekker vervormd kunnen raken en een
onjuiste werking kunnen veroorzaken). Sluit dit apparaat ook niet op de verkeerde aansluiting
aan. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken.
Gebruik geen andere USB-kabels dan de bijgeleverde kabel of een echte Panasonic USB-kabel
(DMW-USBC1: optioneel). Wanneer u andere kabels dan de bovenstaande gebruikt, kan dit een
storing veroorzaken.
Leg de markeringen gelijk
en sluit aan.
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
[Toegang] (gegevens verzenden)
Ontkoppel de USB-kabel (bijgeleverd) niet terwijl
[Toegang] wordt weergegeven.
USB-kabel (bijgeleverd)
2
Selecteer met [PC] en druk op [MENU/SET]
Na instelling van [USB mode] op [PC] is het niet meer nodig de instelling telkens opnieuw te
maken wanneer u de camera aansluit op uw computer.
3
Kopieer de beelden met "PHOTOfunSTUDIO" naar uw computer
Zie voor meer informatie over het gebruik van "PHOTOfunSTUDIO" de handleiding
"PHOTOfunSTUDIO" (PDF).
Verwijder of verplaats geen gekopieerde bestanden of mappen met Windows Verkenner of andere
browsers. Anders kunt u de bestanden niet afspelen of bewerken met "PHOTOfunSTUDIO".
Voor PTP-modus
De camera kan worden aangesloten op uw computer, ook al staat [USB mode] (→47)
ingesteld op [PictBridge(PTP)].
• Alleen de weergave van beelden is mogelijk.
• Als u in de PTP-modus geen verbinding met uw pc kunt maken, stelt u [USB mode] in
op [PC] en maakt u opnieuw een verbinding.
• Beelden kunnen mogelijk niet worden geïmporteerd als er 1.000 of meer beelden op
de kaart staan.
• Films of RAW-foto’s kunnen niet worden gelezen.
285
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan
Kopiëren naar uw computer zonder dat u "PHOTOfunSTUDIO" gebruikt
U kunt beelden op uw computer opslaan en gebruiken door mappen en bestanden naar
aparte mappen op de computer te slepen.
De kaart van dit apparaat bevat de volgende bestanden (mapstructuur).
*
2
Windows
Station ("LUMIX")
wordt weergegeven in
"Computer".
Mac
Station ("LUMIX") wordt
weergegeven op het
bureaublad.
DCIM (Foto’s/films)
100_PANA (maximaal 999 beelden/map)
Mapnummer
P1000001.JPG
*
1
Bestandsnummer
P1000999.JPG
:
101_PANA
999_PANA
:
MISC (DPOF-bestanden, Favorieten)
PRIVATE
AVCHD (Films in AVCHD)
Kleurruimte P: sRGB
_: AdobeRGB
Kaart
*
1
.JPG: foto’s
.RW2: foto’s die als RAW-bestand zijn opgenomen
.MP4: [MP4]-films
*
2
In de volgende gevallen worden nieuwe mappen gemaakt:
Wanneer er een foto met bestandsnummer 999 in de map staat.
Bij gebruik van een kaart die al hetzelfde mapnummer bevat (bijvoorbeeld voor beelden die met
een andere camera zijn genomen, e.d.).
Bij opnemen na het verrichten van [Nr. resetten]. (→50)
Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC
coupler (optioneel). Wanneer de batterij leegraakt tijdens de communicatie klinkt er een
waarschuwingstoon. Annuleer onmiddellijk de communicatie via uw computer.
Raadpleeg de handleiding bij de computer voor meer informatie.
286
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Foto’s en films in de recorder opslaan
Volg de geschikte methode voor uw apparatuur.
Kopiëren door de kaart in de recorder te plaatsen
U kunt met Panasonic-apparatuur (bijvoorbeeld een Blu-ray-
recorder) beelden kopiëren met ondersteuning voor elke
bestandsindeling.
• Zie de handleiding van de recorder voor nadere informatie over
kopiëren en afspelen.
32
3232
Weergavebeelden kopiëren via AV-kabels (optioneel)
U kunt de beelden die op dit apparaat worden afgespeeld, overdragen of kopiëren naar
een recorder, disk, videobanden of andere media in de standaardbeeldkwaliteit. Dit kan
zeer nuttig zijn, want hiermee kunt u uw opnamen ook overnemen op apparatuur die niet
geschikt is voor hoge-definitie beelden. Het geluid is in mono.
1
Sluit uw camera aan op uw video- of dvd-recorder
Controleer de richting van de stekker en steek deze recht in de camera. (Als de kabel in de
verkeerde richting in de camera wordt gestoken, zou de stekker vervormd kunnen raken en een
onjuiste werking kunnen veroorzaken). Sluit dit apparaat ook niet op de verkeerde aansluiting
aan. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken.
Leg de markeringen gelijk
en sluit aan.
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
AV-kabel (optioneel)
Naar de ingangsaansluiting van de recorder
2
Start het opnemen op uw video- of dvd-recorder
3
Start het afspelen op de camera
Om te stoppen met opnemen (kopiëren), stopt u eerst het opnemen op uw recorder en dan stopt
u de weergave op de camera.
Gebruik altijd een echte Panasonic AV-kabel (DMW-AVC1: optioneel).
Bij gebruik van een conventioneel tv-toestel met beeldverhouding 4:3 dient u altijd de [TV-aspect]
instelling (→47) van de camera in te stellen op [4:3] voordat u gaat kopiëren. Films die worden
gekopieerd met de [16:9] instelling zullen er verticaal uitgerekt uitzien bij weergave op een 4:3
tv-scherm.
Zie voor nadere aanwijzingen voor het kopiëren en afspelen de gebruiksaanwijzing van uw
recorder.
287
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Afdrukken
U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een PictBridge-compatibele printer om af te
drukken.
• Sommige printers kunnen rechtstreeks vanaf de geheugenkaart van de camera
afdrukken.
Zie de handleiding voor uw printer voor meer informatie.
Voorbereidingen
Pas desgewenst de afdrukkwaliteit of andere instellingen op uw printer aan.
Zet de camera en de printer aan.
1
Sluit de camera aan op de printer
Controleer de richting van de stekker en steek deze recht in de camera. (Als de kabel in de
verkeerde richting in de camera wordt gestoken, zou de stekker vervormd kunnen raken en een
onjuiste werking kunnen veroorzaken). Sluit dit apparaat ook niet op de verkeerde aansluiting
aan. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken.
Gebruik geen andere USB-kabels dan de bijgeleverde kabel of een echte Panasonic USB-kabel
(DMW-USBC1: optioneel). Wanneer u andere kabels dan de bovenstaande gebruikt, kan dit een
storing veroorzaken.
Leg de markeringen gelijk
en sluit aan.
[AV OUT/DIGITAL]-aansluiting
Ontkoppel de (bijgeleverde) USB-kabel niet wanneer
het pictogram voor ontkoppeling van de kabel [
]
wordt weergegeven (dit wordt bij sommige printers
niet weergegeven).
USB-kabel (bijgeleverd)
2
Selecteer met [PictBridge(PTP)] en druk op [MENU/SET]
3
Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET]
4
Selecteer met [Print start] en druk op [MENU/SET]
(Afdrukinstellingen (→290))
Annuleren van de afdruk
Druk op [MENU/SET].
288
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Afdrukken
Meerdere beelden afdrukken
Er worden meerdere beelden tegelijk afgedrukt.
1
Druk op om [Veelv. afdr.] te selecteren in stap
3
(→287)
2
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
[Multi selecteren]: Schuif tussen beelden met , selecteer beelden om af te
drukken met [MENU/SET] (Druk nogmaals op [MENU/SET] om uw
keuze te annuleren.)
Selecteer met [Uitvoer.] en druk op [MENU/SET]
[Alles selecteren]: alle beelden afdrukken.
[Print inst.(DPOF)]: beelden afdrukken die zijn geselecteerd in [Print inst.]. (→220)
[Favorieten]: beelden afdrukken die zijn geselecteerd als [Favorieten]. (→219)
3
Selecteer met [Print start] en druk op [MENU/SET]
(Afdrukinstellingen (→290))
Selecteer [Ja] als het bevestigingsscherm voor afdrukken wordt weergegeven.
De groepsbeelden worden een voor een weergegeven in plaats van alle beelden tegelijk.
Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.
Ontkoppel de USB-kabel (bijgeleverd) na het afdrukken.
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler
(optioneel). Wanneer de batterij leegraakt terwijl de verbinding is gemaakt, klinkt er een
waarschuwingstoon. Annuleer het afdrukken en ontkoppel de USB-kabel.
Een oranje "●" bij het afdrukken geeft een foutmelding aan.
Het afdrukken kan in verschillende beelden worden opgesplitst wanneer u een groot aantal
beelden afdrukt.
(De weergave van de resterende beelden kan afwijken van het aantal beelden dat voor afdrukken
is ingesteld.)
Niet beschikbaar in de volgende gevallen:
Films kunnen niet worden afgedrukt.
Foto’s die in een RAW-bestand zijn opgenomen, kunnen niet worden afgedrukt. (De foto’s die
tegelijkertijd met het RAW-bestand in de bestandsindeling JPEG zijn opgeslagen, kunnen worden
afgedrukt.)
289
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Afdrukken
Afdrukken met datum en tekst
Tijd en datum kunnen zo worden ingesteld dat ze op het beeld worden afgedrukt wanneer
u het beeld maakt door de functie [Tekst afdr.] in het menu [Afspelen] te activeren. (→212)
Datum afdrukken zonder [Tekst afdr.]
In winkels afdrukken:
Alleen de opnamedatum kan worden afgedrukt. Vraag de winkel de datum af te
drukken.
• Door de instellingen van [Print inst.] (→220) van tevoren op de camera te maken,
kunt u het aantal afdrukken en de instellingen voor de datumafdruk kiezen voordat u
de kaart aan de fotozaak geeft.
• Controleer of de winkel 16:9 ondersteunt als u foto’s in deze beeldverhouding wilt
afdrukken.
Op de computer:
U kunt via de software "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde dvd afdrukinstellingen
voor de opnamedatum en tekstinformatie opgeven.
Op de printer:
U kunt de opnamedatum afdrukken door op de camera [Print inst.] in te stellen of door
[Print met dat.] (→290) in te stellen op [ON] als u de camera aansluit op een printer met
datumafdrukfunctie.
290
SQW0028
Aansluiten op andere apparatuur
Afdrukken
Afdrukinstellingen maken op de camera
Tot de instelopties behoren het aantal afgedrukte foto’s en hun formaat. Geef de
instellingen op voordat u [Print start] selecteert.
1
Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET]
Onderdeel Instellingen
[Print met dat.] [ON] / [OFF]
[Aantal prints] Hier stelt u het aantal beelden in (maximaal 999 beelden)
[Papierafmeting]
Wanneer [
] is geselecteerd, krijgen de printerinstellingen
voorrang.
[Lay-out pagina]
[ ] (printerinstellingen krijgen voorrang)/[ ] (1 foto, zonder rand)/
[
] (1 foto, met rand)/[ ] (2 foto’s)/[ ] (4 foto’s)
2
Selecteer met de instelling en druk op [MENU/SET]
Wanneer u [Print met dat.] instelt op [ON], controleert u de datumafdrukinstellingen op de printer
(de printerinstellingen kunnen voorrang krijgen).
Om een beeld af te drukken, waarop tekst of een datum is afgedrukt, stelt u [Print met dat.] in op
[OFF]. (De foto wordt afgedrukt met de datum er overheen.)
Opties die niet compatibel zijn met de printer, worden mogelijk niet weergegeven.
Als u op één afdruk [ ] "2 foto’s" of [ ] "4 foto’s" wilt afdrukken, stelt u het aantal afdrukken in
op 2 of 4.
Stel als u wilt afdrukken op papierformaten/indelingen die niet door deze camera worden
ondersteund, de camera in op [
] en voer de instellingen uit op de printer. (Raadpleeg de
handleiding van uw printer.)
Zelfs als u de instellingen van [Print inst.] volledig hebt ingesteld, worden datums mogelijk niet
afgedrukt, afhankelijk van de gebruikte fotozaak of printer.
291
SQW0028
Diversen
Optionele accessoires
Externe flitser (optioneel)
Wanneer u de flitsers (optioneel: DMW-FL220, DMW-FL360L of DMW-FL580L), wordt
een breder effectief flitsbereik geboden dan met de (bijgeleverde) flitser.
Voorbereiding
Zet de [ON/OFF]-schakelaar van de camera op [OFF].
De bescherming flitsschoen verwijderen
De bescherming flitsschoen is al op de flitsschoen bevestigd op het moment van
aanschaf.
Verwijder de bescherming flitsschoen door
deze in de richting van pijl te trekken terwijl
u deze indrukt in de richting aangeduid met
pijl
Bevestig de bescherming flitsschoen altijd wanneer de
flitsschoen niet in gebruik is.
Bewaar de bescherming flitsschoen op een veilige
plaats nadat u deze hebt verwijderd, zodat u deze niet
kwijtraakt.
Gebruik van de flitser (DMW-FL360L: optioneel)
Bevestig de externe flitser aan de flitsschoen en zet de camera en de externe flitser
vervolgens aan
Stel het menu in
[Opname] → [Flitser]
Druk op om [Flitserfunctie] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op om het onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET]
Terwijl de externe flitser is aangesloten, worden de volgende pictogrammen weergegeven.
: Externe flitser altijd AAN
:
Externe flitser Rode-ogenreductie Gedwongen AAN
*
: Externe flitser traag synchro
:
Externe flitser Rode-ogenreductie Langzame sync.
*
:
Externe flitser altijd UIT
Signaalflitsen met draadloze flitsers is ook uitgeschakeld.
*
Wanneer de flitsmodus staat ingesteld op [AUTO] of [MANUAL] op een externe flitser, kunt u
dit punt niet selecteren.
292
SQW0028
Diversen
Optionele accessoires
Wanneer andere in de handel verkrijgbare externe flitsers worden gebruikt
die geen directe communicatie met de camera bieden (DMC-LX100)
• U moet de belichting op de externe flitser instellen wanneer deze wordt gebruikt.
Wanneer u een externe flitser in de automatische modus gebruikt, gebruikt u een
externe flitser waarop u de diafragmawaarde en de ISO-gevoeligheid in kunt stellen op
dezelfde instellingen als op de camera.
• Stel de camera in op de [Lensopeningspr.]-modus of de [Handm. belicht.]-modus en
stel vervolgens dezelfde diafragmawaarde en ISO-gevoeligheid in op de externe flitser.
(De juiste belichting kan niet worden bereikt omdat de diafragmawaarde verandert in de
[Sluiterprioriteit]-modus. Het licht van de externe flitser kan niet naar behoren worden
aangepast, omdat de diafragmawaarde niet kan worden vastgezet in de [Program AE]-
modus.)
U kunt de diafragmawaarde, de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid zelfs op de camera instellen
wanneer de externe flitser is bevestigd.
Sommige in de handel verkrijgbare externe flitsers hebben synchro-aansluitingen met
hoogspanning of omgekeerde polariteit. Als dergelijke flitsers worden gebruikt, zouden ze een
storing kunnen veroorzaken of de normale werking van de camera kunnen belemmeren.
Als u gebruik maakt van in de handel verkrijgbare externe flitsers (met communicatiefuncties) die
niet compatibel zijn met dit apparaat, kunnen deze niet naar behoren werken of zelfs defect raken.
Gebruik dergelijke flitsers niet.
Zelfs als de externe flitser uitgeschakeld is, kan de camera naar de modus van de externe flitser
gaan wanneer de externe flitser is bevestigd. Als u de externe flitser niet gebruikt, dient u deze
van de camera te ontkoppelen.
Wanneer de externe flitser is aangesloten, wordt de camera instabiel. We raden u dan ook aan
beelden op te nemen met een statief.
Ontkoppel de externe flitser wanneer u de camera draagt.
Houd zowel de camera als de externe flitser vast wanneer de externe flitser aan de camera is
bevestigd. Als u alleen de externe flitser vasthoudt, zou deze los kunnen komen van de camera.
Als de witbalans is ingesteld op [ ] wanneer de externe flitser wordt gebruikt, voert u
verfijningen van de witbalans uit als de opnameresultaten niet bevredigend zijn. (→105)
Als u beelden opneemt dicht op het onderwerp in de groothoekstand wordt het licht van de flitser
belemmerd door de lens en kan de onderkant van het scherm donker zijn.
Raadpleeg (→184) met betrekking tot de instellingen voor de draadloze flitser.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe flitser voor meer informatie.
Gebruik van de (optionele) netadapter en (optionele) DC
coupler in plaats van de batterij
Met de netadapter (optioneel) en de DC coupler (optioneel) kunt u opnemen en afspelen
zonder dat u op het batterijvermogen hoeft te letten.
De optionele DC coupler is alleen te gebruiken met de bijbehorende Panasonic
netadapter.
Gebruik altijd een Panasonic netadapter (optioneel).
Lees ook de gebruiksaanwijzing van de netadapter en de DC coupler.
293
SQW0028
Diversen
50
i
Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker
• De volgende beelden zijn voorbeelden van wanneer het weergavescherm is ingesteld
op [ ] (schermstijl) op het scherm.
Tijdens het opnemen
Opnamemodus (→59)
Filmopnamemodus (→58)
Filmopnamemodus wanneer
[4K-FOTO] is ingesteld op [ON]
(→195)
Voorkeursinstelling (→60)
Panoramafoto-opnamemodus
(→150)
[Fotostijl] (→100)
Flitsmodus (→180, 291)
Flitser (→182, 184)
50i
[Opname-indeling]/
[Opn. kwaliteit] (→187)
Beeldverhouding/
[Fotoresolutie] (→108)
Kaart (alleen weergegeven
tijdens het opnemen) (→25)
→ ← ↑ ↓ Panoramarichting (→150)
EXPS
Soorten beeldeffecten (Filter)
(→89)
Weergave voor aanpassing
foto-effect (Filter) (→91)
XXmXXs
Verstreken opnameduur
*
(→190)
Indicator voor gelijktijdig
opnemen (→198)
Automatisch schakelen tussen
zoeker en scherm (→54)
[Peaking] (→130)
[Schaduw markeren] (→102)
[HDR] (→112)
[Multi-belicht.] (→159)
Elektronische sluiter (→140)
*
[m] en [s] staan voor "minuten" en "seconden".
294
SQW0028
Diversen
Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker
50
i
[Kwaliteit] (→109)
AFS AFF AFC MF
Scherpstelmodus (→114)
AF-modus (→115)
[Gezicht herk.] (→162)
AFL AF-vergrendeling (→133)
Burst (→142)
[Auto bracket] (→145)
[Asp. bracket] (→147)
Zelfontspanner (→148)
Panoramarichting (→150)
Resterend batterijvermogen
(→21)
Fotomodus (fotoprioriteiten)
(→198)
Macro-opname (→126)
Beeldstabilisatie (→168)
Bewegingswaarschuwing
(→168)
Opnamestatus (knippert rood.)/
schepstelling (brandt groen.)
(→56)
Scherpstelling (bij weinig licht)
(→56)
Wi-Fi-verbindingsstatus
[4K-FOTO]-markering (→196)
[Intervalopname] (→153)
[Stop-motionanimatie] (→156)
Histogram (→64)
295
SQW0028
Diversen
Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker
50
i
Instellingen bestemming/Aantal verstreken
reisdagen
*
2
(→42)
Naam
*
2
(→165)
Leeftijd in jaren/maanden
*
2
(→165)
Huidige datum/tijd
*
2
Wereldtijd
*
2
: (→41)
AF-gebied (→56, 121)
Spotmetingsdoel (→139)
Zelfontspanner
*
3
(→148)
[Stille modus] (→161)
[Micr. weerg.] (→200)
AEL AE-vergrendeling (→133)
[Meetfunctie] (→139)
Programme Shift (→81)
1.7 Diafragmawaarde (→56)
60 Sluitertijd (→56)
Belichtingscompensatiewaarde
(→135)
Hulpmiddel voor handmatige
belichting (→87)
ISO-gevoeligheid (→136)
[Draaiknop gids] (→18)
Bracketinstelling voor
witbalans (→106)
Verfijning voor witbalans
(→105)
Witbalans (→103)
98
Aantal op te nemen beelden
*
4
(→27)
R8m30s
Beschikbare opnameduur
*
1
*
4
(→27)
Belichtingsmeter (→81)
Zoom (→170, 174)
*
1
[m] en [s] staan voor "minuten" en "seconden".
*
2
Dit wordt ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer de camera ingeschakeld wordt, na instelling
van de klok en nadat van de afspeelmodus naar de opnamemodus is geschakeld.
*
3
Dit wordt tijdens het aftellen weergegeven.
*
4
Het is mogelijk om de weergave te schakelen tussen het aantal op te nemen beelden en de
beschikbare opnametijd met de instelling [Rest-aanduiding] in het [Voorkeuze]-menu.
296
SQW0028
Diversen
Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker
Opnamemodus (→59)
Programme Shift (→81)
Filmopnamemodus (→58)
Filmopnamemodus wanneer
[4K-FOTO] is ingesteld op [ON]
(→195)
Voorkeursinstelling (→60)
Panoramafoto-opnamemodus
(→150)
F1.7 Diafragmawaarde (→56)
1/60 Sluitertijd (→56)
T (tijd) opname (→87)
Resterend batterijvermogen
(→21)
Kaart (wordt alleen
aangegeven tijdens het filmen)
(→25)
ISO-gevoeligheid (→136)
Belichtingscompensatiewaarde
(→135)
Hulpmiddel voor handmatige
belichting (→87)
Flitsmodus (→180, 291)
Flitser (→182, 184)
Enkel (→141)
Burst (→142)
[Auto bracket] (→145)
[Asp. bracket] (→147)
Zelfontspanner (→148)
Panoramarichting (→150)
AFS AFF AFC MF
Scherpstelmodus (→114)
AF-modus (→115)
[Kwaliteit] (→109)
50i
[Opname-indeling]/[Opn.
kwaliteit] (→187)
Beeldverhouding/
[Fotoresolutie] (→108)
Wi-Fi Wi-Fi (→225)
Instelling functieknop (→37)
[Fotostijl] (→100)
AWB
Witbalans (→103)
[Int.dynamiek] (→111)
[Meetfunctie] (→139)
98 Aantal te maken foto’s (→27)
R8m30s
Beschikbare opnameduur
*
(→27)
Opnamegegevens op het scherm
*
[m] en [s] staan voor "minuten" en "seconden".
297
SQW0028
Diversen
Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker
15 foto15 foto
1E DAG1E DAG
11 mnd. 30 dg.
11 mnd. 30 dg.
Tijdens het afspelen
Afspeelmodus (→206)
Beveiligd beeld (→221)
Aantal afdrukken (→220)
Met plaatsinformatie (→207)
Favorieten (→219)
Pictogram ter voorkoming
ontkoppeling kabel (→287)
Films afspelen (→70)
Panoramafoto’s afspelen
(→152)
Groep burstfoto’s continu
afspelen (→201)
Groep foto’s opgenomen met
tijdvertraging continu afspelen
(→201)
Stop-motion-animatiegroep
continu afspelen (→201)
Aanduiding af te drukken tekst
(→212)
XXmXXs
Verstreken speelduur
*
1
(→70)
Beeldverhouding/
[Fotoresolutie] (→108)
50i
[Opname-indeling]/
[Opn. kwaliteit] (→187)
[Kwaliteit] (→109)
Resterend batterijvermogen
(→21)
1/98
Beeldnummer/Totaal aantal
beelden
15 foto Aantal foto’s in burst
XXmXXs
Filmopnameduur
*
1
(→70)
Pictogram voor het inlezen van
informatie (→302)
1E DAG
Aantal verstreken reisdagen
(→42)
Upload (Wi-Fi) pictogram
(→254)
Submenu-pictogram
(→202, 254)
[Stille modus] (→161)
11 mnd. 30 dg.
Leeftijd in jaren/maanden
(→165)
Naam
*
2
(→164, 165)
Plaats
*
2
(→42)
Titel
*
2
(→211)
Opnamegegevens
*
3
*
1
[m] en [s] staan voor "minuten" en "seconden".
*
2
De weergave vindt op de volgende
prioriteitsvolgorde plaats: titel, reisbestemming,
naam (baby’s en huisdieren) en naam ([Gezicht
herk.]).
*
3
Dit wordt niet weergegeven voor films die zijn
opgenomen met [AVCHD].
298
SQW0028
Diversen
Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker
10:00 1.DEC.2014
100-0001
100-00011/98
R
G
B
Y
Opnamegegevens
[Int.dynamiek]
*
1
(→111)
[HDR]
*
2
(→112)
[I.resolutie] (→111)
4K film opgenomen door
[4K-FOTO] in te stellen op [ON]
of een foto vastgelegd uit die
4K film (→195)
Opnamedatum/-tijd
Wereldtijd (→41)
Beeldverhouding/
[Fotoresolutie] (→108)
[Kwaliteit] (→109)
50i
[Opname-indeling]/
[Opn. kwaliteit] (→187)
[Kleurruimte]
*
2
(→113)
100-0001
Map-/bestandsnummer
*
1
(→285)
Gedetailleerde informatieweergave
Histogram (→64)
Opnamegegevens
*
1
1/98
Beeldnummer/Totaal aantal
beelden
100-0001
Map-/bestandsnummer
*
1
(→285)
*
1
Dit wordt niet weergegeven voor films die zijn opgenomen in [AVCHD].
*
2
Dit wordt niet weergegeven voor films.
Histogramweergave
299
SQW0028
Diversen
Weergave berichten
Hieronder wordt een uitleg gegeven van de belangrijkste berichten die op het scherm of
de zoeker weergegeven worden en hoe u erop moet reageren.
Geheugenkaarten
[Storing geheugenkaart] [Kaart formateren ?]
Het kaartformaat kan niet in deze camera worden gebruikt.
Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [Formatteren]
uit op de camera. (→26)
[Plaats SD-kaart opnieuw] [Andere kaart proberen a.u.b.]
Geen toegang tot de kaart.
Plaats de kaart opnieuw in de camera.
Probeer het met een andere kaart.
[Leesfout] / [Schrijffout] [Controleer de geheugenkaart]
Gegevens kunnen niet worden gelezen.
Controleer of de kaart op de juiste manier in de camera is geplaatst (→24).
Gegevens kunnen niet worden geschreven.
Schakel de camera uit en verwijder de kaart. Plaats de kaart terug in de camera en schakel de
camera weer in.
Kaart is mogelijk beschadigd.
Probeer het met een andere kaart.
[Opname bew. beelden geann. schrijfsnelheid kaart te beperkt]
De snelheidsklasse van een vereiste kaart varieert, afhankelijk van [Opname-indeling] en [Opn.
kwaliteit] van een film. Gebruik de kaart van de aanbevolen snelheidsklasse. Zie voor meer
informatie "Filmopnamen en snelheidsklasse" (→25).
Als het opnemen stopt bij gebruik van een kaart in de aanbevolen snelheidsklasse (→25), dan
is de gegevensschrijfsnelheid verminderd. In dat geval raden we u aan van alle gegevens op de
geheugenkaart een back-up te maken en die opnieuw te formatteren (→26).
[Storing geheugenkaart] [Deze geheugenkaart kan niet worden gebruikt.]
Niet compatibel met de camera. Gebruik een compatibele kaart.
[Kan niet opnemen wegens incompatibele gegevensindeling (NTSC/PAL) op kaart.]
Formatteer de kaart nadat u belangrijke gegevens op een pc enzovoort hebt opgeslagen. (→26)
Plaats een andere kaart.
300
SQW0028
Diversen
Weergave berichten
Batterij
[Deze batterij kan niet gebruikt worden]
Gebruik een echte Panasonic batterij.
De batterij wordt niet herkend, vanwege vuil op de aansluitingen.
Maak de batterijaansluitingen schoon.
Wi-Fi-functie
[Kan geen verbinding maken met draadloos toegangspunt] /
[Verbinding is mislukt] / [Kan bestemming niet vinden]
Controleer het volgende met betrekking tot het draadloze toegangspunt.
De informatie voor het draadloze toegangspunt die op dit apparaat is ingesteld, is onjuist.
Controleer het verificatietype, het versleutelingstype en de versleutelingscode. (→266)
De stroom van het draadloze toegangspunt is niet ingeschakeld.
De instelling van het draadloze toegangspunt wordt niet ondersteund door dit apparaat.
Controleer de netwerkinstelling van de bestemming.
Radiogolven van andere apparaten kunnen de verbinding met een draadloos toegangspunt
blokkeren.
Controleer andere apparaten die met het draadloze toegangspunt zijn verbonden en apparaten
die de 2,4 GHz band gebruiken.
[Geen foto om te versturen]
Dit wordt weergegeven wanneer er geen beeld is om te verzenden als gevolg van de beperking
van de bestemming.
Controleer het bestandstype van het te verzenden beeld. (→239, 243, 244, 247, 251, 255)
[Verbinding mislukt. Probeer het opnieuw over enkele minuten.] /
[Netwerkverbinding verbroken. Het overzetten is gestopt.]
Radiogolven van het draadloze toegangspunt worden zwak.
Voer de verbinding dichter bij het draadloze toegangspunt uit.
Er is geen antwoord van de server of de verwerkingstijd voor de communicatie is overschreden.
Probeer het later opnieuw.
Afhankelijk van het draadloze toegangspunt kan de verbinding automatisch verbroken worden
nadat een specifieke tijd is verstreken.
Voer de verbinding opnieuw uit.
[Uploaden naar cloudmap is beschikbaar als de cloud-synchronisatie is ingesteld op
apparaten met een downloadfunctie, zoals PC of smartphone.]
Apparaten die beelden uit een cloud-map downloaden, zijn niet geregistreerd.
Voer de instelling voor cloudsynchronisatie uit. Configureer de instellingen op een pc met
"PHOTOfunSTUDIO" of op een smartphone met "Image App". Zie voor meer informatie over
[Cloud-synchr. service] (→255).
[De verbinding is mislukt]
Controleer het volgende met betrekking tot de smartphones waarmee u een verbinding wilt maken.
De smartphone werkt niet.
Verander het toegangspunt om een verbinding mee te maken in de Wi-Fi-instellingen voor
smartphone in deze camera.
Er is geen vrije opslagruimte op de smartphone.
301
SQW0028
Diversen
Weergave berichten
[Aanmelding is mislukt. Controleer de aanmeldings-ID en het wachtwoord.]
Aanmeldings-ID of wachtwoord voor "LUMIX CLUB" is niet correct. Voer het opnieuw in.
Als u de aanmeldings-ID of het wachtwoord vergeten bent, is er informatie te vinden in het
aanmeldingsscherm van de "LUMIX CLUB"-website.
[Sommige bestanden kunnen niet worden verstuurd vanwege een beperking op het
doelapparaat.] /
[Het overzetten is voltooid. Sommige bestanden zijn niet verstuurd vanwege een beperking op
het doelapparaat.]
Controleer de bestandsindeling van het te verzenden beeld.
Het verzenden van films kan mislukken als de bestanden te groot zijn. Splits de film met [Splits
video]. (→214)
[Niet beschikbaar. Stel de instellingen voor aanmelden in op de website van LUMIX CLUB.]
Meld u aan bij "LUMIX CLUB" met uw smartphone of pc en stel de aanmeldingsdetails van de
WEB-service van bestemming in.
[Sharing-diensten voor foto's en video's kunnen niet tegelijk worden geselecteerd.]
WEB-services die alleen voor beelden bedoeld zijn, en WEB-services die alleen voor films bedoeld
zijn, kunnen niet tegelijkertijd worden geselecteerd. Maak de selectie van een van de services
ongedaan.
[Kan IP-adres niet verkrijgen. Stel de IP-adresinstelling van het draadloze toegangspunt in op
DHCP.]
Schakel de DHCP-instellingen van het IP-adres van de aangesloten draadloze toegangspunten uit.
[Kan geen verbinding maken met de server.]
Als er een bericht wordt weergegeven waarin wordt gevraagd het broncertificaat bij te werken, ga
hiermee dan akkoord.
302
SQW0028
Diversen
Weergave berichten
Diversen
[Sommige foto's kunnen niet gewist worden] [Deze foto kan niet gewist worden]
Niet-DCF-beelden (→67) kunnen niet worden verwijderd.
Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [Formatteren]
uit op de camera. (→26)
[Kan op deze foto niet ingesteld worden]
[Print inst.], [Titel bew.], [Tekst afdr.] en andere functies kunnen niet worden gebruikt voor beelden
die niet aan de DCF-norm voldoen (→67).
[Aub camera uit- en inschakelen] [Systeemfout]
De lens werkt niet goed.
Zet de camera weer aan. (Neem contact op met het verkooppunt of het dichtstbijzijnde
servicecentrum als het scherm opnieuw verschijnt.)
[Creëren van een map niet mogelijk]
Gebruikt aantal mapnummers heeft 999 bereikt.
Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [Formatteren]
uit op de camera (→26). Het mapnummer wordt teruggezet op 100 wanneer u [Nr. resetten]
(→50) uitvoert.
[Beeld wordt weergegeven voor 16:9 TV] [Beeld wordt weergegeven voor 4:3 TV]
AV-kabel (optioneel) is aangesloten op de camera.
Bericht direct verwijderen → Druk op [MENU/SET].
Beeldverhouding wijzigen → Wijzig [TV-aspect] (→47).
De (bijgeleverde) USB-kabel is alleen aangesloten op de camera.
Het bericht verdwijnt wanneer de kabel ook op een ander apparaat wordt aangesloten.
[Bewerking niet moge- lijk omdat er infor- matie wordt verwerkt.]
Als u het afspeelscherm weergeeft wanneer de camera veel beeldbestanden bevat, kan het
pictogram voor het inlezen van informatie [
] of [ ] lange tijd worden weergegeven.
Terwijl een van deze pictogrammen wordt weergegeven, kunnen sommige van de [Afspelen]-
menu’s niet gebruikt worden.
Wanneer de camera uitgeschakeld is terwijl informatie wordt ingelezen, worden alleen de
beelden waarvoor tot op dat moment informatie is ingelezen, als groep opgeslagen. Wanneer de
camera weer wordt ingeschakeld, begint deze opnieuw informatie over de resterende beelden in
de groep op te halen.
303
SQW0028
Diversen
Menulijst
[Opname]
U kunt instellingen maken zoals voor de beeldresolutie en de flitser (bijgeleverd/
optioneel).
• De menuonderdelen [Fotostijl], [AFS/AFF/AFC], [Meetfunctie], [Schaduw markeren],
[Int.dynamiek], [I.resolutie], [i.Zoom] en [Dig. zoom] zijn gemeenschappelijk voor
zowel [Opname]- als [Bewegend beeld]-menu’s. Als een instelling in één menu wordt
gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch
worden gewijzigd.
[Fotostijl]
U kunt de effecten kiezen al naar gelang het concept van het
beeld dat u wilt creëren. Hiermee past u de kleuren van effecten
en beeldkwaliteit aan.
→100
[Fotoresolutie] Hiermee stelt u het aantal pixels in. →108
[Kwaliteit]
Hiermee stelt u de compressieratio in voor het opslaan van
beelden.
→109
[AFS/AFF/AFC] Hiermee selecteert u hoe de scherpstelling wordt aangepast. →114
[Meetfunctie]
Het type optische meting om de helderheid te meten, kan worden
gewijzigd.
→139
[Burstsnelh.]
Hiermee stelt u de burstsnelheid in die voor burstopnamen moet
worden gebruikt.
→142
[Auto bracket]
De instelling enkel/burst, het compensatiebereik en de
opnamevolgorde van Auto Bracket instellen
→146
[Zelfontspanner]
Hiermee stelt u de tijd in voordat het opnemen begint wanneer u
een beeld opneemt met de zelfontspanner.
→148
[Schaduw markeren]
U kunt de lichte partijen en schaduwen in een beeld aanpassen
terwijl u de helderheid van deze gebieden op het scherm
controleert.
→102
[Int.dynamiek] Contrast en belichting corrigeren. →111
[I.resolutie]
Hiermee maakt u foto’s met scherpere contouren en wekt u de
indruk van een hoge resolutie.
→111
[Gelijktijdig zond.
filter]
Hiermee stelt u in of u beelden met filter en zonder filter
tegelijkertijd op wilt nemen.
→91
[iHandh. nachtop.]
Hiermee voegt u nachtlandschapsbeelden die met high-speed
burstopnamen zijn gemaakt, samen tot één beeld.
→78
[iHDR]
Als er bijvoorbeeld een groot contrast is tussen de achtergrond en
het onderwerp, neemt [iHDR] meerdere foto’s met verschillende
belichting op en worden deze gecombineerd tot één foto met een
rijke gradatie.
→79
[HDR]
De camera kan 3 foto’s die zijn gemaakt met een verschillende
belichting, combineren tot één goed belichte foto met een rijke
gradatie.
→112
[Multi-belicht.]
U kunt een effect maken dat identiek is aan het maximaal vier keer
belichten van één beeld.
→159
304
SQW0028
Diversen
Menulijst
[Intervalopname]
U kunt de opnamestarttijd, opname-interval en het aantal op
te nemen beelden vooraf instellen wanneer u een film met
tijdvertraging automatisch opneemt van onderwerpen zoals dieren
en planten.
→153
[Stop-motionanimatie]
U kunt foto’s aan elkaar plakken om een stop-motion-animatie te
maken.
→156
[Panoramarichting]
U kunt de te gebruiken opnamerichting instellen voor het opnemen
van panoramabeelden.
→150
[Sluitertype]
U kunt beelden opnemen met twee typen sluitermodi: de
mechanische sluiter en de elektronische sluiter.
→140
[Flitser]
Hiermee worden de flitsinstellingen uitgevoerd in
overeenstemming met de opnameomstandigheden.
→180
[Rode-ogencorr]
Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens
worden gecorrigeerd wanneer de foto wordt gemaakt met flitser.
→180
[ISO-limiet]
Hiermee stelt u de optimale ISO-gevoeligheid in met de
geselecteerde waarde als de bovengrens voor ISO-gevoeligheid
wanneer [Gevoeligheid] is ingesteld op [AUTO] of [
].
→137
[ISO-verhoging]
Hiermee verandert u de instellingen voor ISO-gevoeligheid elke
1/3 EV of 1 EV stap (pen).
→138
[Uitgebreide ISO]
U kunt de numerieke waarden verhogen die voor ISO-gevoeligheid
kunnen worden ingesteld.
→138
[Lang sl.n.red]
Hiermee wordt de ruis weggenomen bij het opnemen van beelden
met een langere sluitertijd.
→113
[i.Zoom]
Hiermee kunt u de zoomfactor verhogen terwijl u de verslechtering
van de beeldkwaliteit onderdrukt.
→172
[Dig. zoom]
Hiermee verbetert u het tele-effect van uw beelden. Houd er
rekening mee dat door vergroting de beeldkwaliteit verslechtert.
→173
[Kleurruimte]
U kunt de methode voor het reproduceren van de kleuren instellen
om de opgenomen beelden op de juiste manier weer te geven op
de schermen van een pc of printer enzovoort.
→113
[Stabilisatie]
Hiermee wordt beweging tijdens de opnamen automatisch
gedetecteerd en gecorrigeerd.
→168
[Gezicht herk.]
Herkent een gezicht en past de scherpstelling en belichting voor
dit gezicht automatisch met een hogere prioriteit aan.
→162
[Profiel instellen]
U kunt een naam of geboortedatum van een baby of huisdier
instellen voordat u een beeld opneemt zodat de naam of leeftijd in
maanden/jaar in het beeld wordt vermeld.
→165
305
SQW0028
Diversen
Menulijst
[Bewegend beeld]
U kunt instellingen verrichten, zoals de opname-indeling en de kwaliteit, voor het
opnemen van films.
• De menuonderdelen [Fotostijl], [AFS/AFF/AFC], [Meetfunctie], [Schaduw markeren],
[Int.dynamiek], [I.resolutie], [i.Zoom] en [Dig. zoom] zijn gemeenschappelijk voor
zowel [Opname]- als [Bewegend beeld]-menu’s. Als een instelling in één menu wordt
gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch
worden gewijzigd.
Zie voor meer informatie het bijbehorende onderdeel in het [Opname]-menu.
[4K-FOTO]
U kunt de filmmodus instellen voor het overnemen van een
foto met hoge resolutie door een enkel beeld uit een 4K-film te
selecteren.
→195
[Opname-indeling]
Stelt het gegevensformaat (AVCHD, MP4) in voor de op te nemen
film.
→187
[Opn. kwaliteit]
Hiermee stelt u de beeldkwaliteit van de op te nemen film
(formaat, beeldsnelheid enzovoort) in.
→187
[Foto/film]
Hiermee stelt u de opnamemethode in van foto’s die gemaakt
worden tijdens het opnemen van films.
→198
[Continu AF]
Hiermee past u continu de scherpstelling van een scherp
onderwerp aan.
→189
[Micr. weerg.]
U kunt instellen of u het microfoonniveau wel of niet op het
opnamescherm wilt weergeven.
→200
[Micr. instellen] U kunt het geluidsinvoerniveau in 4 stappen aanpassen. →200
[Windreductie]
Als u het ruisen van de wind hoort tijdens een geluidsopname,
kunt u met [Windreductie] het ruisen van de wind effectief
reduceren.
→200
306
SQW0028
Diversen
Menulijst
[Voorkeuze]
U kunt bewerkingen van dit apparaat, zoals de schermweergavemethode en functies van
een knop afhankelijk van uw voorkeuren instellen. U kunt de gewijzigde instellingen ook
registreren.
[Voorkeursinst. gebr.]
Hiermee roept u de geregistreerde instelling op met [Geh
voorkeursinst.].
→60
[Geh voorkeursinst.]
Hiermee registreert u de huidige camera-instellingen als een
aangepaste instelling.
→60
[Stille modus] De pieptonen en de flitser tegelijkertijd uitschakelen. →161
[AF/AE vergrend.]
Hiermee wordt de vergrendeling van de scherpstelling en/
of belichting uitgevoerd die gebruikt worden voor AF/AE-
vergrendeling.
→133
[AE-vergr.-vast]
Hiermee stelt u de werking van de [AF/AE LOCK]-knop in die
gebruikt wordt voor opnamen door de scherpstelling en/of de
belichting vast te zetten.
→133
[Sluiter-focus]
De scherpstelling automatisch aanpassen wanneer de
ontspanknop half ingedrukt wordt.
→124
[Ontsp. knop half
indr.]
Het ontspannen van de sluiter inschakelen wanneer de
ontspanknop half ingedrukt wordt.
→124
[Quick AF]
Sneller scherpstellen inschakelen wanneer de ontspanknop
ingedrukt wordt.
→124
[Oogsensor AF]
De scherpstelling automatisch aanpassen wanneer de oogsensor
geactiveerd is.
→55
[Spot AF tijd]
De tijd instellen voor weergave van het vergrote scherm als de
ontspanknop half ingedrukt wordt wanneer de automatische
scherpstelmodus is ingesteld op [
].
→122
[Spot AF weergave]
Hiermee stelt u in of het assist-scherm vergroot moet worden op
een deel van het scherm of op het volledige scherm wanneer de
automatische scherpstelmodus is ingesteld op [
].
→122
[AF ass. lamp]
Het AF-assistlampje gaat branden wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt wanneer het te donker is om goed scherp te
kunnen stellen.
→125
[Direct focuspunt]
Hiermee verplaatst u het AF-gebied of MF Assist met de
cursortoets tijdens het opnemen.
→123
→131
[Prio. focus/ontspan] Opname uitschakelen wanneer een onderwerp onscherp is. →125
[AF+MF]
Hiermee kunt u handmatig de scherpstelling aanpassen nadat
automatisch is scherpgesteld.
→125
[MF assist]
Hiermee stelt u de weergavemethode voor MF Assist (vergroot
scherm) in.
→131
[MF assist weergave]
Hiermee stelt u in of het Assist-scherm (vergroot scherm) vergroot
moet worden op een deel van het scherm of over het volledige
scherm.
→132
307
SQW0028
Diversen
Menulijst
[MF-gids]
Hiermee geeft u de MF Guide weer waarmee u de richting van
de scherpstelling op het scherm kunt vaststellen wanneer de
scherpstelling handmatig is aangepast.
→129
[Peaking]
Wanneer u handmatig scherpstelt, voegt deze functie automatisch
kleur toe aan de gedeelten van het beeld die scherp zijn.
→130
[Histogram] Hiermee stelt u in of het histogram moet worden weergegeven. →64
[Richtlijnen]
Hiermee stelt u het patroon in van de richtlijnen die tijdens het
opnemen moeten worden weergegeven.
→65
[Highlight]
Hiermee knipperen overbelichte gebieden in zwart-wit tijdens [Auto
review] of afspelen.
→72
[Zebrapatroon]
Het gebied waar overbelichting plaats kan vinden, wordt met
zebrapatroon weergegeven.
→166
[Zwart-wit Live View] U kunt het opnamescherm in zwart-wit weergeven. →167
[Constant preview]
(M-modus)
Hiermee kunt u de effecten van diafragmawaarde en sluitertijd
op het opnamescherm controleren wanneer de [Handm. belicht.]-
modus is ingesteld.
→87
[Lichtmeter]
Hiermee stelt u in of de belichtingsmeter moet worden
weergegeven.
→81
[Draaiknop gids]
Hiermee stelt u in of de bedieningsinstructies moeten worden
weergegeven.
→18
[LVF disp. stijl] De zoekerweergavemethode instellen. →63
[Scherm disp. stijl] De schermweergavemethode schakelen. →62
[Scherm info stijl] Het opnamegegevensscherm op het scherm in-/uitschakelen. →65
[Opn.gebied]
De kijkhoekinstelling schakelen die gebruikt wordt voor het maken
van foto’s en het opnemen van films.
→192
[Rest-aanduiding]
De weergave schakelen tussen het aantal op te nemen beelden
en de beschikbare opnameduur.
→28
[Auto review]
Hiermee stelt u de tijd in om de gemaakte foto’s na het
fotograferen weer te geven.
→57
[Fn knopinstelling] U kunt veelgebruikte functies aan specifieke knoppen toewijzen. →37
[Zoomschakelaar] Schakelt tussen instellingen voor bediening van de zoomhendel. →175
[Bedieningsring] U kunt veelgebruikte functies aan de bedieningsring toewijzen. →40
[Zoom hervatten] De zoompositie behouden als de camera uitgeschakeld wordt. →175
[Q.MENU]
Van methode wisselen voor het instellen van Quick-
menuonderdelen.
→34
[iA schakelaar]
Voor het wijzigen van de werking van de [iA]-knop die dient voor
het overschakelen naar de modus [Intelligent auto].
→75
[Videotoets] De filmknop in-/uitschakelen. →192
[Oogsensor]
De gevoeligheid van de oogsensor instellen of instellen dat de
weergave tussen de zoeker en het scherm wordt geschakeld.
→55
308
SQW0028
Diversen
Menulijst
[Set-up]
U kunt instellingen opgeven voor gebruiksgemak, bijvoorbeeld voor de klok en de
pieptonen. U kunt ook aan de Wi-Fi-functie gerelateerde instellingen verrichten.
[Klokinst.] De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen. →29
[Wereldtijd] Stel de plaatselijke tijd op uw reisbestemming in. →41
[Reisdatum]
Als u uw reisschema instelt en beelden opneemt, wordt ingesteld
op welke dag van de reis de foto is gemaakt.
→42
[Wi-Fi] Configureer de vereiste instellingen voor de Wi-Fi-functie. →272
[Toon] Voor instellen van de waarschuwingstonen en de sluiterklikken. →43
[Live View Modus]
Voor instellen van de weergavesnelheid en de beeldkwaliteit van
het scherm ("live view" scherm) bij het opnemen van beelden.
→43
[Scherm] /
[Zoeker]
Pas de helderheid en de kleur van het scherm of de zoeker aan. →44
[Helderheid scherm]
U kunt de helderheid van het scherm instellen, afhankelijk van de
lichtsterkte rondom de camera.
→45
[Slaapsmodus]
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er een
vastgestelde tijd lang geen bedieningshandeling wordt uitgevoerd.
→46
[USB mode]
Selecteer een communicatiemethode voor aansluiting van
de camera op een computer of printer via een USB-kabel
(bijgeleverd).
→47
[TV-verbinding]
Wijzig de instellingen die u wilt gebruiken wanneer de camera is
aangesloten op een tv of ander apparaat.
→47
[Menu hervatten] Sla de laatste gebruikte menupositie op. →49
[Achtergrondkleur] Hiermee stelt u de achtergrondkleur voor het menuscherm in. →49
[Menu-informatie]
Uitleg van de menuonderdelen en instellingen wordt op het
menuscherm weergegeven.
→49
[Taal] Hiermee stelt u de schermtaal in. →49
[Versie disp.]
Controleert de firmware-versie van de camera of de bijgeleverde
flitser (wanneer de flitser is aangebracht).
→50
[Zelf ontsp. auto uit]
Als het apparaat uitgeschakeld wordt, wordt de zelfontspanner
geannuleerd.
→50
[Nr. resetten] Nummers van fotobestanden resetten. →50
[Resetten] Terugkeren naar de standaardinstellingen. →50
[Wi-Fi resetten]
Hiermee zet u de [Wi-Fi]-instellingen terug in de
standaardinstellingen.
→51
[Formatteren] Hiermee formatteert (initialiseert) u een geheugenkaart. →26
309
SQW0028
Diversen
Menulijst
[Afspelen]
U kunt opgenomen beelden beveiligen, het formaat aanpassen, afdrukinstellingen en
andere instellingen voor de opgenomen beelden opgeven.
[Diashow] Beelden automatisch op volgorde afspelen. →204
[Afspeelfunctie]
U kunt de beelden die worden weergegeven, met een reeks filters
beperken, zoals categorieën of favoriete beelden.
→206
[Locatie vermelden]
Hiermee kunt u kunt plaatsinformatie (lengtegraad/breedtegraad)
die van de smartphone is verzonden, naar de beelden schrijven.
→207
[RAW-verwerking]
Met de camera kunt u foto’s ontwikkelen die in de
bestandsindeling RAW zijn opgenomen. De gemaakte foto’s
worden in JPEG-indeling opgeslagen.
→208
[Titel bew.]
Hiermee kunt u lettertekens (opmerkingen) op een opgenomen
beeld invoeren.
→211
[Tekst afdr.]
U kunt de opnamedatum en -tijd, namen, de reisbestemming,
reisdatums enzovoort op de gemaakte foto’s afdrukken.
→212
[Splits video] Een enkele film kan gesplitst worden in 2 delen. →214
[Intervalvideo]
U kunt een film maken op basis van de beelden in een groep die is
opgenomen met [Intervalopname].
→215
[Stop-motionvideo]
U kunt een film maken op basis van de beelden in een groep die is
opgenomen met [Stop-motionanimatie].
→215
[Nw. rs.] Hiermee kunt u de fotoresolutie verkleinen. →216
[Bijsnijden] Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden. →217
[Roteren] Beelden handmatig 90° draaien. →218
[Scherm roteren] Staande foto’s automatisch draaien. →218
[Favorieten]
Hiermee kunt u een label aan een beeld toewijzen met een
markering om dit als uw favoriete beeld in te stellen.
→219
[Print inst.]
Hiermee kunt u de beelden en het aantal beelden instellen om af
te drukken.
→220
[Beveiligen]
Hiermee kunt u bescherming instellen om te voorkomen dat u
beelden per ongeluk verwijdert.
→221
[Gez.herk. bew.]
De herkenningsinformatie voor beelden met een onjuiste
gezichtsherkenning bewerken of verwijderen.
→222
[Foto's sorteren]
U kunt de weergavevolgorde instellen die voor het afspelen van
beelden op dit apparaat wordt gebruikt.
→223
[Wissen bevestigen]
U kunt de ja/nee-opties die u wilt selecteren, eerst op het
bevestigingsscherm instellen wanneer u een beeld wist en kiezen
voor [Ja] of [Nee].
→223
310
SQW0028
Diversen
V&A
Storingen verhelpen
Controleer eerst de volgende onderdelen (→310 - 325).
Als het probleem zich blijft voordoen,
Wanneer u [Resetten] uitvoert in het [Set-up]-menu, is het probleem mogelijk
opgelost (→50). (Onthoud wel dat hierbij bijna alle instellingen, behalve bijvoorbeeld
[Klokinst.] worden teruggesteld in de oorspronkelijke stand op het moment van
aankoop.)
Zie ook de klantenservicewebsite van Panasonic voor de nieuwste
ondersteuningsinformatie.
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/
(Deze site is alleen in het Engels beschikbaar.)
Batterij, spanning
De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld.
De batterij is niet goed geplaatst (→24), of moet worden opgeladen.
De camera wordt uitgeschakeld als deze is ingeschakeld.
De batterij moet worden opgeladen.
Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld.
[Slaapsmodus] wordt geactiveerd. (→46)
Als u de aansluiting maakt op een tv-toestel dat geschikt is voor VIERA Link (HDMI) via een HDMI-
microkabel, dan wordt bij uitschakelen van de tv met de daarbij behorende afstandsbediening ook
dit apparaat uitgeschakeld.
Als u geen gebruik wilt maken van de VIERA Link (HDMI), zet u de [VIERA link] op [OFF]. (→49)
De batterij is snel leeg.
De Wi-Fi-verbinding is al lange tijd ingeschakeld.
De batterij raakt sneller leeg bij een Wi-Fi-verbinding. Schakel de camera zo vaak mogelijk uit
met [Slaapsmodus] (→46) of andere methoden.
311
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Opnemen
Er kunnen geen beelden opgenomen worden.
De kaart is vol.
Maak ruimte vrij door ongewenste beelden te verwijderen (→73).
Wanneer een kaart met een grote capaciteit wordt gebruikt, kunt u mogelijk een tijdje geen beelden
opnemen nadat u de camera hebt ingeschakeld.
Niet goed scherpgesteld.
Wanneer [Prio. focus/ontspan] is ingesteld op [FOCUS], neemt de camera pas op nadat naar
behoren is scherpgesteld. (→125)
Opgenomen beelden zien er wit uit.
De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
Schakel de stroom in om de lensbuis uit te schuiven en reinig het lensoppervlak met een zachte,
droge doek.
De lens is beslagen (→12).
Opgenomen beelden zijn te licht/te donker.
Corrigeer de belichting (→135).
AE-vergrendeling (→133) is niet goed ingesteld.
Het zoomen stopt direct.
Wanneer u de extra optische zoom gebruikt, stopt het zoomen tijdelijk. Dit is geen storing.
Er worden verscheidene beelden opgenomen, ook bij een enkele druk op de ontspanknop.
De camera is ingesteld op het gebruik van [Auto bracket], Bracket voor witbalans, [Asp. bracket] of
[Burstfunctie]. De zelfontspanner is ingesteld op [
].
Wis de instelling. (→106, 141)
Kan geen bracketopname maken.
Er is nog maar weinig opslagruimte over op de kaart.
→ Controleer de resterende opslagruimte op de kaart.
Er is niet goed scherpgesteld.
Het onderwerp is buiten scherpstelbereik. (→126)
Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp. (→168)
[Prio. focus/ontspan] is ingesteld op [RELEASE]. (→125)
[Sluiter-focus] is ingesteld op [OFF]. (→124)
AF-vergrendeling (→133) is niet goed ingesteld.
Opgenomen beelden zijn onscherp. De beeldstabilisatiefunctie werkt niet goed.
De sluitertijd is langer in donkere locaties en de stabilisatiefunctie is daar minder effectief.
Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam.
Gebruik een statief en de zelfontspanner wanneer u een langere sluitertijd gebruikt (→148).
312
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Opgenomen beelden zien er korrelig uit of er is storing zichtbaar.
Probeer de volgende methoden.
Verlaag de [Gevoeligheid] (→136).
Maak foto’s op locaties met meer licht.
Stel [Ruisreductie] van [Fotostijl] op een hogere instelling in of stel elk onderdeel behalve
[Ruisreductie] op een lagere instelling in. (→101)
Stel [Lang sl.n.red] in op [ON]. (→113)
Verander de instellingen van [Fotoresolutie] (→108) en [Kwaliteit] (→109).
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, wordt de beeldkwaliteit slechter als u verder inzoomt.
Er kunnen balken of flikkeringen verschijnen onder verlichting zoals tl- en LED-
verlichtingsarmaturen. Het onderwerp lijkt vervormd.
Dit is kenmerkend voor de MOS-sensors die in deze camera als lichtgevoelige
sensors dienen. Dit is geen storing. Wanneer het onderwerp snel voor de lens
passeert, zal het enigszins vervormd lijken.
Als u foto’s maakt met [ESHTR], kunnen de strepen afnemen door een langere
sluitertijd in te stellen. (→84)
De helderheid of kleuren van de opname zijn niet levensecht.
Wanneer u opnamen maakt onder een tl- of LED-lamp enzovoort, kunt u als u de sluitertijd verkort
kleine veranderingen opmerken in helderheid en kleur. Deze zijn een gevolg van de kenmerken
van de lichtbron en geven geen storing aan.
Wanneer u onderwerpen opneemt op extreem lichte locaties of onder tl-verlichting, LED-verlichting,
een kwiklamp, natriumverlichting enzovoort, kunnen de kleuren en de helderheid van het scherm
veranderen of kunnen horizontale balken op het scherm verschijnen.
Tijdens het opnemen verschijnen er roodachtige horizontale strepen op het scherm.
Dit is kenmerkend voor de MOS-sensoren die in deze camera als lichtgevoelige sensoren dienen.
De strepen verschijnen als het onderwerp een erg fel lichtpunt heeft. Er kunnen in de omgeving
wat onregelmatigheden optreden, maar dit duidt niet op onjuiste werking. Het wordt opgenomen in
filmbeelden, maar niet in foto’s.
Het is aanbevolen bij het opnemen van beelden op te letten dat er geen direct zonlicht of erg fel
lamplicht op het scherm valt.
De filmopname stopt halverwege.
De snelheidsklasse van een vereiste kaart varieert, afhankelijk van [Opname-indeling] en [Opn.
kwaliteit] van een film. Gebruik de kaart van de aanbevolen snelheidsklasse. Zie voor meer
informatie "Filmopnamen en snelheidsklasse" (→25).
Als het opnemen stopt bij gebruik van een kaart in de aanbevolen snelheidsklasse, dan is de
gegevensschrijfsnelheid verminderd. In dat geval raden we u aan van alle gegevens op de
geheugenkaart een back-up te maken en die opnieuw te formatteren (→26).
313
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Het scherm wordt donker als u films opneemt.
Terwijl films worden opgenomen, kan het scherm na verloop van tijd donker worden om het
batterijverbruik te beperken. Dit is echter niet van invloed op de opgenomen film.
Het scherm wordt kort zwart of er wordt ruis opgenomen.
Terwijl er films worden opgenomen, kan het scherm kort zwart worden of kan er ruis worden
opgenomen als gevolg van statische elektriciteit of sterke elektromagnetische golven
(radiozenders, hoogspanningsleidingen enzovoort) in sommige omgevingsomstandigheden.
Soms verloopt de scherpstelling met de automatische scherpstelmodus moeilijk tijdens het
opnemen van 4K-filmbeelden.
Dit kan zich voordoen bij het opnemen van een beeld met verminderde automatische
scherpstelsnelheid, om de scherpstelling met hoge precisie te verrichten. Het duidt niet op storing
in de werking.
Het opnemen van een panoramafoto stopt voordat deze klaar is.
Als de schuifbeweging van de camera te traag is, wordt ervan uitgegaan dat de bewerking is
afgebroken en wordt gestopt met opnemen.
Als de schuifbeweging van de camera te veel trilt wanneer deze in de opnamerichting wordt
bewogen, stopt de camera met opnemen.
Er kan niet vast op het onderwerp worden scherpgesteld. (De Tracking AF faalt)
Als de kleur van het onderwerp vrijwel gelijk is aan die van de achtergrond, kan de Tracking AF niet
altijd werken. Stel de AF-vergrendeling in op de kleuren die specifiek zijn voor het onderwerp.
Weinig of onhoorbaar bedieningsgeluid.
De luidspreker wordt geblokkeerd.
[Stille modus] is ingesteld op [ON] (→161).
314
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Scherm/zoeker
Het scherm/de zoeker is uitgeschakeld, hoewel de camera ingeschakeld is.
Wanneer een hand of voorwerp dicht bij de oogsensor komt, zou de schermweergavemodus
geschakeld kunnen worden naar de zoekerweergavemodus zonder dat u het merkt. (→54)
Beelden worden niet op het scherm weergegeven.
De zoekerweergavemodus is geactiveerd.
Druk op de [LVF]-knop om naar de schermweergave te gaan. (→54)
Het scherm is uitgeschakeld.
Druk op de [DISP.]-knop om de weergave-informatie in te schakelen. (→62)
Wanneer u de camera op een tv aansluit met een HDMI-microkabel, wordt het beeld in de
volgende gevallen niet op een scherm/zoeker weergegeven.
Tijdens het afspelen
De helderheid is instabiel.
De diafragmawaarde wordt ingesteld als de ontspanknop half is ingedrukt. (Niet van invloed op het
opgenomen beeld.)
Dit verschijnsel kan zich ook voordoen wanneer de helderheid verandert omdat u de zoom bedient
of de camera beweegt. Dit komt door de automatische diafragmaregeling van de camera; het duidt
niet op storing.
Het scherm flikkert binnenshuis.
Het scherm kan enkele seconden flikkeren nadat het is ingeschakeld. Dit is een bewerking om
flikkeringen te corrigeren die worden veroorzaakt door verlichting zoals tl-lampen, ledlampen
enzovoort en is geen storing.
Het scherm is te licht/te donker.
Controleer de instelling [Helderheid scherm]. (→45)
Pas met [Scherm]/[Zoeker] de helderheid van het scherm aan. (→44)
Er verschijnen zwarte/blauwe/rode/groene punten of interferentie. Scherm ziet er vervormd uit
als het wordt aangeraakt.
Dit is geen fout, en het wordt ook niet opgenomen in de uiteindelijke beelden.
Er verschijnt ruis op het scherm/de zoeker.
In donkere omgevingen kan er ruis verschijnen om de helderheid van het scherm/de zoeker te
behouden.
Kan niet schakelen tussen het scherm en de zoeker wanneer u op de [LVF]-knop drukt.
Wanneer de camera op een computer of printer is aangesloten, kunnen alleen beelden worden
weergegeven op het scherm.
315
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Flitser
Kan [Flitser] niet uitvoeren.
Flitser (bijgeleverd/optioneel) is niet goed bevestigd.
Bevestig de flitser (bijgeleverd/optioneel) op de juiste manier op de camera. (→176, 291)
Raadpleeg voor meer informatie over flitserinstellingen (→176 - 186, 291).
Geen flits.
De flitser is in de volgende situaties niet beschikbaar.
Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld
Wanneer de camera is ingesteld op het gebruik van [Auto bracket], Bracket voor witbalans of [Asp.
bracket]
Wanneer [Burstfunctie] wordt gebruikt
Tijdens het opnemen van panoramafoto’s
Als [HDR] op [ON] staat
Wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt (→140)
Stel [Sluitertype] in op [AUTO] of [MSHTR].
Wanneer [Stille modus] is ingesteld op [ON] (→161)
Stel [Stille modus] in op [OFF].
Er wordt twee keer geflitst.
De (bijgeleverde) flitser flitst tweemaal. (Behalve wanneer [Flitser functie] van [Flitser] is ingesteld
op [MANUAL]) Wanneer de rode-ogenreductie (→180) is ingesteld, is het flitsinterval langer. Zorg
dat het onderwerp niet beweegt totdat voor de tweede keer is geflitst.
316
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Afspelen
Beelden zijn geroteerd.
[Scherm roteren] wordt geactiveerd. (→218)
Kan geen beelden bekijken. Er zijn geen opgenomen beelden.
Er is geen kaart in de camera geplaatst.
Er is geen beeld op de kaart om af te spelen.
Is de bestandsnaam van het beeld gewijzigd met een computer? In dat geval kan het beeld niet
worden weergegeven met de camera.
[Afspeelfunctie] is op een andere waarde ingesteld dan [Normaal afsp.].
Stel [Afspeelfunctie] in op [Normaal afsp.]. (→206)
Map-/bestandsnummer weergegeven als [-]. Beeld is zwart.
Beeld bewerkt op computer of opgenomen met ander apparaat.
Batterij direct verwijderd na het opnemen van het beeld, of beeld opgenomen met bijna lege
batterij.
Gebruik [Formatteren] om te verwijderen (→26).
Onjuiste datum weergegeven bij zoeken in kalender.
Beeld bewerkt op computer of opgenomen met ander apparaat.
[Klokinst.] is onjuist (→29). (Onjuiste datum wordt weergegeven bij het zoeken in de kalender als
beelden naar een computer en dan terug naar dit apparaat zijn gekopieerd, als de datum van de
computer verschilt van die van de camera.)
In het beeld zijn witte ronde vlekken te zien die lijken op zeepbellen.
Als u binnenshuis of in een donkere omgeving flitst, kunnen er in het beeld
witte ronde vlekken verschijnen, die de weerkaatsing van het flitslicht op
stofdeeltjes in de lucht zijn. Dit is normaal. Kenmerkend hiervoor is het feit dat
het aantal ronde vlekken en hun positie in elk beeld anders zijn.
[Weergave thumbnail] verschijnt op het scherm.
De beelden zijn mogelijk met een ander toestel opgenomen. Zo ja, dan worden ze mogelijk met
een slechte beeldkwaliteit weergegeven.
Rode delen van beelden lijken zwart.
Wanneer de digitale rode-ogencorrectie ([
], [ ]) is ingeschakeld en er een onderwerp wordt
gefotografeerd met huidkleurige gebieden met daarbinnen rode gebieden, kunnen door de digitale
rode-ogencorrectiefunctie de rode gebieden zwart worden.
Wij raden u aan om de flitser (bijgeleverd/optioneel) in te stellen op [
] of de [Rode-ogencorr]
op [OFF] te zetten voor het opnemen. (→180)
317
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Een ongebruikelijk geluid, zoals een klik- of zoemgeluid, wordt op een film opgenomen. Geluid
wordt op lage volumes opgenomen.
Wanneer u een film opneemt in een rustige omgeving, kan geluid als gevolg van de beweging van
het diafragma en het scherpstelmechanisme op worden genomen in de film. Dit is geen storing. U
kunt de werking van de scherpstelling tijdens het opnemen van films instellen op [OFF] met gebruik
van [Continu AF] (→189).
Als u bewerkingen uitvoert zoals zoomen, knoppen of wieltjes gebruikt terwijl u een film opneemt,
kan bedieningsgeluid worden opgenomen.
Als u de microfoon met uw vingers blokkeert terwijl u films opneemt, kan het geluid op een laag
volume worden opgenomen of helemaal niet worden opgenomen. In dit geval kan de camera de
geluiden van de bediening van de lens gemakkelijker oppakken.
Bedieningsgeluiden worden opgenomen op het eind van het opnemen van de film.
Aangezien films worden opgenomen totdat op de filmknop gedrukt wordt om de opname te
stoppen, kan het niveau van de bedieningsgeluiden in het beeld hoger zijn. We raden u aan de
volgende methode te gebruiken om dit geluid te onderdrukken.
Splits het einde van een film met [Splits video] (→214) in het [Afspelen]-menu. In sommige
gevallen kunnen films niet gesplitst worden op een positie vlak bij het eind van de film. U
voorkomt dit probleem door 3 seconden extra op te nemen.
Afspeel- en bedieningsgeluiden zijn te zacht.
De luidspreker wordt geblokkeerd. (→15)
Filmbeelden die met deze camera zijn opgenomen, kunnen met een andere camera niet
worden weergegeven.
Zelfs als een apparaat compatibel is met AVCHD en MP4, kunnen de films die op dit apparaat zijn
opgenomen, slechte beeld- of geluidskwaliteit hebben bij het afspelen of kunnen ze niet worden
afgespeeld. Ook kunnen de opnamegegevens dan niet goed worden weergegeven.
318
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Wi-Fi-functie
Er kan geen verbinding worden gemaakt met het draadloze LAN. De radiogolven worden
onderbroken.
Gebruik het apparaat binnen het communicatiebereik van het draadloze netwerk.
Verbindingstypen en beveiligingsinstelmethoden kunnen variëren, afhankelijk van het draadloze
toegangspunt.
Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van het draadloze toegangspunt.
Wanneer de radiogolven onderbroken worden, kunt u de situatie verbeteren door de locatie te
verplaatsen of de hoek van het draadloze toegangspunt te veranderen.
Wanneer dit apparaat op een metalen tafel of plank wordt geplaatst, is het mogelijk dat de
verbinding niet gemakkelijk tot stand wordt gebracht omdat de camera wordt beïnvloed door
radiogolven. Gebruik de camera uit de buurt van metalen oppervlakken.
U hebt mogelijk niet automatisch verbinding wanneer de netwerk-SSID van het draadloze
toegangspunt op niet-uitzenden is ingesteld.
Stel de netwerk-SSID van het draadloze toegangspunt in op uitzenden.
Is er een apparaat, zoals een magnetron, draadloze telefoon enzovoort dat de frequentieband van
2,4 GHz gebruikt, in de omgeving?
Radiogolven kunnen onderbroken worden wanneer ze gelijktijdig worden gebruikt. Gebruik ze
op voldoende afstand van het apparaat.
Is het schakelbare draadloze toegangspunt van 5 GHz/2,4 GHz aangesloten op andere apparatuur
via de 5 GHz band?
Het gebruik van een draadloos toegangspunt dat tegelijkertijd 5 GHz/2,4 GHz kan gebruiken,
wordt aanbevolen. Het kan niet tegelijkertijd met deze camera worden gebruikt als het niet
compatibel is.
Wanneer de batterij-indicator rood knippert, wordt de verbinding met andere apparatuur niet altijd
gestart of kan de verbinding worden verbroken. (Er wordt een bericht zoals [Communicatiefout]
weergegeven.)
Voer [Wi-Fi resetten] uit in het [Set-up]-menu.
319
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Draadloos toegangspunt wordt niet weergegeven. Of er kan geen verbinding worden gemaakt.
Controleer of het draadloze toegangspunt om verbinding mee te maken, actief is.
De camera geeft mogelijk een draadloos toegangspunt niet weer of maakt er geen verbinding mee,
afhankelijk van de kwaliteit van de radiogolven.
Voer de verbinding dichter bij het draadloze toegangspunt uit.
→ Verwijder de obstakels tussen dit apparaat en het draadloze toegangspunt.
→ Verander de richting van dit apparaat.
Mogelijk wordt het zelfs niet weergegeven als de radiogolven bestaan, afhankelijk van de instelling
van het draadloze toegangspunt.
Controleer de instellingen van het draadloze toegangspunt.
Het draadloze toegangspunt wordt mogelijk niet gevonden, afhankelijk van de staat van de
radiogolven.
Voer de [Handmatige invoer] uit. (→266)
Is de netwerk-SSID van het draadloze toegangspunt ingesteld op niet uitzenden?
Het wordt mogelijk niet waargenomen als het op niet uitzenden is ingesteld. Voer de netwerk-
SSID in en stel deze in. (→265)
De verbindingsmethode verschilt afhankelijk van het draadloze toegangspunt.
Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van het draadloze toegangspunt.
Het duurt elke keer lang om verbinding te maken met een smartphone.
Het kan langer duren om een verbinding te maken, afhankelijk van de instelling voor de Wi-Fi-
verbinding van de smartphone, maar dit is geen storing.
Dit apparaat wordt niet weergegeven in het Wi-Fi-instellingsscherm van de smartphone.
Probeer de Wi-Fi-functie in/uit te schakelen in het Wi-Fi-instellingsscherm van de smartphone.
Ik ben de aanmeldings-ID of het wachtwoord voor de "LUMIX CLUB" vergeten.
Controleer de informatie in het aanmeldingsscherm van "LUMIX CLUB".
http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/
320
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Ik heb thuis geen draadloos toegangspunt, maar ik zou me graag willen registreren als
servicegebruiker van de "LUMIX CLUB".
Registratie als servicegebruiker voor de "LUMIX CLUB" is niet mogelijk in een omgeving zonder
een draadloos toegangspunt.
De camera kan niet met een Mac-computer/Windows-pc worden verbonden via de Wi-Fi-
verbinding.
Controleer of de aanmeldingsnaam en het wachtwoord correct zijn getypt.
Wanneer de systeemtijd van de Mac-computer of de Windows-pc die op een camera is
aangesloten, ernstig afwijkt van die van de camera, kan bij sommige besturingssystemen de
camera niet met de computer of pc worden verbonden. Controleer of de klokinstelling en de
wereldtijd van de camera overeenkomen met de tijd, datum en tijdzone op de Windows-pc
of de Mac-computer. Wanneer beide instellingen ernstig van elkaar afwijken, dient u deze te
corrigeren.
Ik heb een probleem met de verbinding met mijn Windows 8 pc. De gebruikersnaam en het
wachtwoord worden niet herkend.
Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, bijvoorbeeld op Windows 8, zijn er twee
soorten gebruikersaccounts (lokaal account/Microsoft-account).
Gebruik de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het lokale account.
De Wi-Fi-verbinding herkent mijn PC niet.
Standaard gebruikt de Wi-Fi-verbinding de standaardwerkgroepnaam "WORKGROUP". Als de
naam van de werkgroep is gewijzigd, wordt deze niet herkend.
Selecteer [PC-verbinding] en vervolgens [Werkgroepnaam wijzigen] in het [Wi-Fi setup]-menu
om de werkgroepnaam te veranderen in die van uw pc. (→272)
Beelden kunnen niet naar de computer worden overgebracht.
Als een firewall is ingeschakeld door het besturingssysteem of de beveiligingssoftware, kan dit
apparaat mogelijk geen verbinding maken met de computer.
Beelden kunnen niet naar de WEB-service worden overgebracht.
Controleer of de aanmeldingsinformatie (aanmeldings-ID/gebruikersnaam/e-mailadres/
wachtwoord) juist is.
De server van de WEB-service of het netwerk is mogelijk bezet.
Probeer het later opnieuw.
Controleer de site van de WEB-service waarnaar u het beeld verzendt.
321
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Het duurt lang voordat een beeld naar de WEB-service wordt overgebracht.
Is het formaat van het beeld te groot?
Verzend het beeld nadat u de film hebt gesplitst met [Splits video] (→214).
Verklein het beeldformaat bij [Grootte] (→271) en verzend het dan.
Het kan langer duren om een beeld te verzenden wanneer de afstand tot het draadloze
toegangspunt groot is.
Voer de verzending dichter bij het draadloze toegangspunt uit.
Het beeld dat zou moeten zijn geüpload naar de WEB-service, staat er niet op.
Upload is mogelijk niet voltooid wanneer de verbinding tijdens verzending van het beeld wordt
verbroken.
Na het uploaden van het beeld kan het even duren voordat het in de WEB-service wordt
weergegeven, afhankelijk van de status van de server.
Wacht een ogenblik en probeer het opnieuw.
U kunt de verzendstatus in de koppelingsinstellingen van de WEB-service bekijken door u aan te
melden bij "LUMIX CLUB".
Ik wil het beeld in de WEB-service terugzetten op de camera.
De beelden in de WEB-service kunnen niet op dit apparaat worden opgeslagen (gedownload).
Verwijder de geüploade beelden niet en maak er een back-up van.
Ik kan de beelden die door dit apparaat naar de WEB-service zijn geüpload, niet weergeven of
verwijderen.
De beelden die naar de WEB-service zijn geüpload, kunnen niet met dit apparaat worden
weergegeven of verwijderd.
Voer de taak uit met een smartphone of een pc.
Uw aanmeldings-ID en wachtwoord van "LUMIX CLUB" waren verwijderd nadat u de camera
ter reparatie had opgestuurd.
De instellingen die in de camera zijn opgeslagen, zijn mogelijk verwijderd, afhankelijk van het soort
reparatie.
Maak altijd een kopie van belangrijke instellingen.
De verzending van het beeld mislukt halverwege. Er is een beeld dat niet kon worden
verzonden.
Het beeld kan niet worden verzonden wanneer de batterij-indicator rood knippert.
Is het formaat van het beeld te groot?
Splits de film met [Splits video] (→214).
Verklein het beeldformaat bij [Grootte] (→271) en verzend het dan.
De bestandsindeling van het beeld dat kan worden verzonden, verschilt afhankelijk van de
bestemming. (→239, 243, 244, 247, 251, 255)
Capaciteit of aantal beelden in de WEB-service is vol.
Meld u aan bij "LUMIX CLUB" en controleer de status van de bestemming bij de instellingen
voor de koppeling naar de WEB-service.
322
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Ik ben het wachtwoord voor Wi-Fi vergeten.
Voer [Wi-Fi resetten] uit in het menu [Set-up]. (→51)
De informatie die u hebt ingesteld in de [Wi-Fi setup], wordt echter teruggezet op de
beginwaarden.
Ik kan geen beelden naar een AV-apparaat verzenden.
Verzending kan mislukken, afhankelijk van de gebruiksstatus van het AV-apparaat. Ook kan het
verzenden even duren.
Ik kan geen verbinding maken met de NFC-functie.
De smartphone is niet compatibel met NFC.
Deze functie kan worden gebruikt met NFC-compatibele apparaten met Android (2.3.3 of hoger).
Is de NFC-functie op de smartphone uitgeschakeld?
De [NFC-bediening] op dit apparaat is ingesteld op [OFF]. (→272)
De camera heeft problemen met het herkennen van sommige smartphonemodellen. Als de
smartphone niet wordt herkend, verschuift u langzaam de smartphone terwijl deze naast de
camera ligt.
Als u de smartphone te kort bij de camera houdt, herkent de camera de smartphone mogelijk niet.
Houd de smartphone een tijdje bij de camera.
323
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Tv, computer, printer
Geen beeld op de tv. Onscherp beeld of beeld niet in kleur.
Niet goed aangesloten (→276).
De ingang van de tv is niet op AUX gezet.
De weergave op de tv en op de camera komen niet overeen.
Beeldverhouding is mogelijk onjuist en op bepaalde tv’s worden de randen van beelden
afgesneden.
Filmbeelden kunnen niet op tv worden afgespeeld.
Kaart is in tv geplaatst.
Sluit aan met een AV-kabel (optioneel) of een HDMI-microkabel en speel af met de camera
(→276).
Beeld wordt niet op volledig tv-scherm weergegeven.
Controleer de instellingen van [TV-aspect] (→47).
Er komt geen geluid uit de luidspreker van de camera.
Wanneer de AV-kabel (optioneel) of de HDMI-microkabel op de camera is aangesloten, komt er
geen geluid uit de camera.
De VIERA Link (HDMI) werkt niet.
Is de HDMI-microkabel wel juist aangesloten? (→276)
Controleer of de HDMI-microkabel stevig is aangesloten.
Is de [VIERA link] instelling van de camera op [ON] gezet? (→49)
De ingangskeuze kan niet altijd automatisch worden omgeschakeld met de HDMI-
aansluitingen van bepaalde tv-toestellen. In dit geval schakelt u de ingangskeuze over met
de afstandsbediening van uw tv-toestel (zie voor nadere aanwijzingen de handleiding van uw
televisie).
Controleer de VIERA Link (HDMI) instellingen op het aangesloten toestel.
Zet de camera uit en vervolgens weer aan.
Zet de "VIERA Link control (HDMI device control)" instelling op uw tv (VIERA) eenmaal uit en
dan weer aan. (Nadere informatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw VIERA toestel.)
Geen communicatie met de computer.
Niet goed aangesloten (→284).
Controleer of de computer de camera heeft herkend.
Stel [USB mode] in op [PC] (→47).
Zet de camera uit en vervolgens weer aan.
De computer herkent de kaart niet.
Maak de (bijgeleverde) USB-kabel los en sluit deze weer aan nadat de kaart is geplaatst.
Als er twee of meer USB-poorten op één pc zitten, kunt u proberen de USB-kabel op een andere
USB-poort aan te sluiten.
324
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
De computer herkent de kaart niet. (Bij gebruik van een SDXC-geheugenkaart)
Controleer of uw computer SDXC-geheugenkaarten ondersteunt.
http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
Wanneer u de kaart plaatst, kan er een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd de kaart te
formatteren. Formatteer de kaart niet.
Als de indicator [Toegang] op het scherm niet uitgaat, schakelt u de camera uit voordat u de
USB-kabel loskoppelt.
Kan niet afdrukken als de camera op de printer is aangesloten.
Printer niet compatibel met PictBridge.
Stel [USB mode] in op [PictBridge(PTP)] (→47, 287).
De randen van de foto’s worden bij het afdrukken bijgetrimd.
Hef instellingen voor bijsnijden of afdrukken zonder randen op de printer op voordat u gaat
afdrukken. (Raadpleeg de handleiding bij de printer.)
De beeldverhouding van beelden is anders dan die van het papier waarop wordt afgedrukt.
→ Controleer als u de foto’s in een fotozaak laat afdrukken of formaten van 16:9 kunnen worden
afgedrukt.
Kan panoramafoto’s niet goed afdrukken.
De beeldverhouding van panoramafoto’s wijkt af van die van normale foto’s en sommige
panoramafoto’s worden mogelijk niet correct afgedrukt.
Gebruik een printer die panoramafoto’s ondersteunt. (Raadpleeg de handleiding bij de printer.)
Het verdient aanbeveling het formaat van de foto naargelang het papier aan te passen met het
programma "PHOTOfunSTUDIO" op de dvd (bijgeleverd).
325
SQW0028
Diversen
V&A Storingen verhelpen
Diversen
Menu niet weergegeven in gewenste taal.
Verander de instelling [Taal] (→49).
Camera rammelt als deze wordt geschud.
Dit geluid wordt veroorzaakt door beweging van de lens en is geen storing.
De lens maakt een klikkend geluid.
Wanneer de camera in of uit wordt geschakeld, de lens wordt bewogen of er een diafragmafunctie
wordt uitgevoerd, kunt u dit geluid horen. Dit is geen storing.
Wanneer de helderheid verandert na het zoomen of het bewegen van de camera, kan de lens
geluid maken terwijl het diafragma wordt aangepast. Dit is geen storing.
Rood lampje gaat branden wanneer u de ontspanknop half indrukt op donkere locaties.
[AF ass. lamp] is ingesteld op [ON] (→125).
AF-assistlampje brandt niet.
[AF ass. lamp] is ingesteld op [OFF] (→125).
Brandt niet op locaties met veel licht.
Een deel van een beeld knippert in zwart-wit.
[Highlight] is ingesteld op [ON]. (→72)
De camera is heet.
De camera kan bij gebruik een beetje warm worden, maar dit is niet van invloed op de prestaties of
de kwaliteit.
De klok staat niet goed.
De camera is lange tijd niet gebruikt.
→ Zet de klok terug (→30).
Het instellen van de klok duurde nogal lang (en de klok loopt daardoor diezelfde tijdsspanne
achter).
Als u de zoom gebruikt, raakt het beeld iets vervormd en worden de randen van het onderwerp
gekleurd.
Afhankelijk van de zoomfactor zijn beelden wellicht iets vervormd of gekleurd aan de randen, maar
dit is normaal.
Bestandsnummers worden niet op volgorde opgenomen.
Bestandsnummers worden opnieuw ingesteld wanneer er nieuwe mappen worden gemaakt (→50).
Als u deze bewerking uitvoert nadat u een specifieke bewerking hebt uitgevoerd, kan het beeld
opgeslagen worden in een map met een ander mapnummer dan het vorige mapnummer.
Bestandsnummers lopen achteruit.
De batterij is verwijderd/geplaatst terwijl de camera aan was. (Nummers kunnen achteruit lopen als
de bestands-/mapnummers niet goed worden opgenomen.)
326
SQW0028
Diversen
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
Tijdens gebruik
De camera kan warm worden als deze lange tijd wordt gebruikt, maar dit is geen
storing.
Houd dit apparaat zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische
apparatuur (zoals magnetrons, tv’s, videospellen enzovoort).
• Wanneer u dit apparaat boven op of bij een tv gebruikt, kunnen de beelden en/of het
geluid op dit apparaat vervormd raken door elektromagnetische straling.
• Gebruik dit apparaat niet in de buurt van mobiele telefoons, want dit kan tot ruis
leiden die stoort op de beelden en/of het geluid.
• Opgenomen gegevens kunnen beschadigd raken, of beelden kunnen vervormd
raken, door sterke magnetische velden die door luidsprekers of grote motoren
worden veroorzaakt.
• Elektromagnetische straling kan een negatieve invloed hebben op dit apparaat en
storen op de beelden en/of het geluid.
• Wanneer dit apparaat negatief wordt beïnvloed door elektromagnetische apparatuur
en niet goed meer functioneert, schakelt u dit apparaat uit en verwijdert u de batterij
of ontkoppelt u de netadapter (optioneel). Plaats vervolgens de batterij weer in het
apparaat of sluit de netadapter weer aan en zet dit apparaat aan.
Gebruik dit apparaat niet bij radiozenders of hoogspanningslijnen.
• Wanneer u dicht bij radiozenders of hoogspanningslijnen opneemt, kunnen de
opgenomen beelden en/of geluiden negatief worden beïnvloed.
Verleng het bijgeleverde snoer en de bijgeleverde kabel niet.
Laat de camera niet in aanraking komen met pesticiden of vluchtige stoffen (hierdoor
kan het oppervlak beschadigd raken of de coating gaan bladderen).
Houd voorwerpen die magnetisch beïnvloed kunnen worden, niet dicht bij de
luidspreker.
• Gemagnetiseerde voorwerpen zoals bankpasjes, pasjes voor het openbaar vervoer
of horloges, kunnen negatief worden beïnvloed door de magnetische invloed van de
luidspreker.
Laat de camera en de batterij nooit achter in een auto die in de zon staat en leg het
toestel ook niet op de motorkap.
De batterij van de camera kan gaan lekken, oververhit raken, in brand vliegen of
ontploffen als gevolg van de hoge temperatuur.
Onderhoud van uw camera
Als u uw camera wilt schoonmaken, verwijdert u de batterij of DC coupler (optioneel) of
haalt u de stekker uit het stopcontact en veegt u de camera met een zachte, droge doek
af.
Verwijder hardnekkige vlekken met een goed uitgewrongen natte doek en wrijf de
camera vervolgens na met een droge doek.
Gebruik geen benzine, verfverdunner, alcohol of allesreiniger, want deze kunnen de
behuizing en coating van de camera beschadigen.
Lees bij gebruik van een chemisch behandelde doek de bijgeleverde instructies goed
door.
327
SQW0028
Diversen
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
Wanneer u de camera lange tijd niet gebruikt
Schakel de camera uit voordat u de batterij en de kaart verwijdert. (Zorg dat de batterij
is verwijderd om schade door diepontlading te voorkomen.)
Laat de camera niet in aanraking komen met rubberen of plastic zakken.
Bij bewaren in een lade en dergelijke altijd samen opbergen met een drogingsmiddel
(silicagel). Bewaar batterijen op een koele (15 °C tot en met 25 °C), droge plaats
(40%RH - 60%RH), zonder grote temperatuurschommelingen.
Laad de batterij eens per jaar op en laat deze een keer volledig leeg lopen voordat u
deze weer bewaart.
Geheugenkaarten
Schade voorkomen aan kaarten en gegevens
• Voorkom hoge temperaturen, rechtstreeks zonlicht, elektromagnetische golven en
statische elektriciteit.
• Laat de camera niet buigen, vallen en stel deze niet bloot aan ernstige schokken.
• Raak de aansluitingen op de achterzijde van de kaart niet aan en laat deze niet vuil of
nat worden.
Opgenomen gegevens kunnen beschadigd of verloren raken als de camera defect
raakt als gevolg van onjuiste behandeling. Panasonic is niet aansprakelijk voor schade
als gevolg van verlies van opgenomen gegevens.
Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/inlevert
• Wanneer u de functies "formatteren" of "verwijderen" op uw camera of computer
gebruikt, worden alleen de bestandsbeheergegevens gewijzigd, maar worden
de gegevens zelf niet volledig van de geheugenkaart verwijderd. Wanneer u uw
geheugenkaarten verwijdert of inlevert, raden wij u aan deze te vernietigen of in de
handel verkrijgbare software voor het wissen van computergegevens te gebruiken
om de gegevens volledig van de kaart te verwijderen. Ga verantwoordelijk om met de
gegevens op geheugenkaarten.
Scherm/zoeker
Druk niet hard op het scherm. Hierdoor kunt u ongelijkmatig beeld krijgen en kan het
scherm beschadigd raken.
In koude klimaten of in andere omstandigheden waarin de camera koud wordt, kan
het scherm of de zoeker direct na het inschakelen van de camera iets donkerder zijn
dan normaal. De normale helderheid keert terug wanneer de interne onderdelen zijn
opgewarmd.
Het scherm en de zoeker zijn gemaakt met extreem hoge precisietechnologie. Er
kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw of groen) op het scherm
zichtbaar zijn. Dit is geen storing. De schermen van het scherm en de zoeker worden
geregeld met extreem hoge precisie, maar sommige pixels kunnen inactief zijn. De
spikkeltjes zullen niet worden geregistreerd op de beelden die worden opgeslagen op
de geheugenkaart.
328
SQW0028
Diversen
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
Batterij
De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij.
Deze batterij is gevoelig voor temperaturen en vochtigheid en dit wordt erger bij hoge of
lage temperaturen.
De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het
batterijgebruik. Het opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij
al lang niet meer is gebruikt.
Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm.
De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is
opgeladen.
Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker
liggen.
Anders bestaat er kans op brand en/of elektrische schokken vanwege kortsluiting of de
vrijkomende hitte.
Al te vaak opladen van de batterij wordt niet aanbevolen.
(Erg vaak opladen van een batterij vermindert de maximale gebruiksduur en kan de
batterij doen uitzetten.)
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe
batterij.
Bij het opladen:
• Maak de batterijaansluitingen schoon met een droge doek.
• Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie
veroorzaken).
Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen
zijn beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan
veroorzaken).
Oplader
Afhankelijk van de omgeving tijdens het opladen kan het oplaadlampje knipperen als
gevolg van statische elektriciteit of elektromagnetische straling enzovoort. Dit heeft
geen effect op het opladen.
Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie
veroorzaken).
De oplader kan een zoemend geluid voortbrengen als deze wordt gebruikt. Dit is geen
storing.
Haal na gebruik altijd de stekker uit het stopcontact. (Er wordt een klein beetje stroom
verbruikt als u deze op het stopcontact aangesloten houdt.)
Houd de aansluitpunten van de oplader en de batterij schoon. Reinig deze met een
droge doek als ze vuil worden.
329
SQW0028
Diversen
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
Lens
De beelden kunnen enigszins wit lijken als de lens vuil is (vingerafdrukken enzovoort).
Schakel de camera in, houd de uitgeschoven lensbuis met uw vingers vast en veeg het
lensoppervlak voorzichtig af met een zachte, droge doek.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht.
Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief
Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn. (Hierdoor
kunnen de camera, het schroefgat of het label beschadigd raken.)
Zorg ervoor dat het statief stabiel staat. (Lees de handleiding bij het statief.)
U kunt mogelijk de kaart of de batterij niet verwijderen als u een driepoot- of
eenpootstatief gebruikt.
Persoonlijke gegevens
Om uw persoonlijke gegevens te beschermen, raden wij u aan een Wi-Fi-wachtwoord in
te stellen. (→273)
Als namen of geboortedatums zijn ingesteld in de [Profiel instellen]-modus of met de
[Gezicht herk.]-functie, houd er dan rekening mee dat de camera en de opgenomen
beelden persoonlijke informatie bevatten.
Aansprakelijkheid
• Gegevens met persoonlijke informatie zouden kunnen worden aangetast of verloren
kunnen gaan door storingen, statische elektriciteit, ongelukjes, defecten, reparaties of
andere voorvallen.
Panasonic kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, direct of indirect, die
voortvloeit uit aantasting of verlies van gegevens met persoonlijke informatie.
Bij het verzoeken om reparatie of de overdracht/wegdoen van de camera
• Nadat u de persoonlijke informatie hebt genoteerd, dient u [Wi-Fi resetten]/[Verwijder
account] uit te voeren om gegevens te verwijderen die persoonlijke informatie
bevatten zoals de instellingen voor verbinding met het draadloze LAN die u in dit
apparaat geregistreerd of ingesteld hebt. (→51, 262)
• Ter bescherming van uw persoonlijke informatie verzoeken wij u de instellingen alle
terug te stellen. (→50)
• Verwijder de geheugenkaart uit de camera.
• Wanneer u de camera terugkrijgt na reparatie, kunnen instellingen zijn teruggezet op
in de oorspronkelijke stand bij aankoop.
• Als de bovenstaande ingrepen niet mogelijk blijken vanwege een storing in de
camera, raadpleegt u dan het verkooppunt of de dichtstbijzijnde onderhoudsdienst.
Zie voor inlevering/verwijdering van geheugenkaarten "Wanneer u
geheugenkaarten verwijdert/inlevert" in het vorige gedeelte. (→327)
Beelden naar Web-services uploaden
• Beelden kunnen persoonlijke informatie bevatten die kan worden gebruikt om de
gebruiker te identificeren, zoals titels, opnamedatums en -tijden en locatiegegevens.
Voordat u de beelden naar webservices laadt, dient u de beelden zorgvuldig te
controleren op informatie die niet openbaar mag worden gemaakt.
330
SQW0028
Diversen
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere
landen.
HDAVI Control™ is een handelsmerk van Panasonic Corporation.
“AVCHD”, “AVCHD Progressive” en het “AVCHD Progressive” logo zijn handelsmerken van
Panasonic Corporation en Sony Corporation.
Geproduceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
Dolby en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Adobe is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Pentium is een handelsmerk van Intel Corporation in de VS en/of andere landen.
Windows en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
iMovie, Mac en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere
landen.
iPad, iPhone en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en
andere landen.
App Store is een servicemerk van Apple Inc.
Android en Google Play zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Google Inc.
Het Wi-Fi CERTIFIED™-logo is een keurmerk van Wi-Fi Alliance
®
.
Het Wi-Fi Protected Setup™-identificatiemerk is een keurmerk van Wi-Fi Alliance
®
.
“Wi-Fi
®
” en “Wi-Fi Direct
®
” zijn gedeponeerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance
®
.
“Wi-Fi Protected Setup™”, “WPA™” en “WPA2™” zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance
®
.
DLNA, the DLNA Logo and DLNA CERTIFIED are trademarks, service marks, or certification
marks of the Digital Living Network Alliance.
QR Code is een gedeponeerd handelsmerk van DENSO WAVE INCORPORATED.
Dit product maakt gebruik van “DynaFont” van DynaComware Corporation. DynaFont is een
geregistreerd handelsmerk van DynaComware Taiwan Inc.
Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden
vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven.
331
SQW0028
Diversen
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
Dit product is gemachtigd onder de AVC-octrooimachtiging voor persoonlijk, niet-commercieel
gebruik voor een consument om (i) video-opnamen te coderen in overeenstemming met de AVC-
normen (“AVC Video”) en/of (ii) AVC Video-opnamen te decoderen die gecodeerd werden door
een consument voor persoonlijke, niet-commerciële doeleinden en/of verkregen werden van een
videoleverancier die gemachtigd is tot levering van AVC Video. Er is geen machtiging verleend of
bedoeld voor enig ander gebruik. Aanvullende informatie is te verkrijgen van de MPEG LA, LLC.
Zie http://www.mpegla.com.
332
SQW0028
Diversen
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik
In dit product is de volgende software opgenomen:
(1) de software die onafhankelijk door of voor Panasonic Corporation is ontwikkeld,
(2) de software die het eigendom is van derden en in licentie is gegeven aan Panasonic
Corporation en/of
(3) open-source-software
De software die als (3) gecategoriseerd is, wordt gedistribueerd in de hoop dat deze
nuttig is, maar ZONDER ENIGE GARANTIE, zelfs zonder de impliciete garantie van
VERKOOPBAARHEID of GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Raadpleeg de uitgebreide algemene voorwaarden van deze software door
[MENU/SET] → [Set-up] → [Versie disp.] → [Software info] te selecteren.
Het ontdoen van oude apparatuur en batterijen.
Enkel voor de Europese Unie en landen met recycle systemen.
Deze symbolen op de producten, verpakkingen en/of begeleidende
documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische
producten en batterijen niet samen mogen worden weggegooid met de rest
van het huishoudelijk afval.
Voor een juiste verwerking, hergebruik en recycling van oude producten en
batterijen, gelieve deze in te leveren bij de desbetreffende inleverpunten in
overeenstemming met uw nationale wetgeving.
Door ze op de juiste wijze weg te gooien, helpt u mee met het besparen
van kostbare hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve effecten op
de volksgezondheid en het milieu.
Voor meer informatie over inzameling en recycling kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke gemeente.
Afhankelijk van uw nationale wetgeving kunnen er boetes worden
opgelegd bij het onjuist weggooien van dit soort afval.
Let op: het batterij symbool (Onderstaand symbool).
Dit symbool kan in combinatie met een chemisch symbool gebruikt
worden. In dit geval volstaan de eisen, die zijn vastgesteld in de richtlijnen
van de desbetreffende chemische stof.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DMC-LX100 Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen. Weergave berichten →299 V&A Storingen verhelpen →310 De informatie zoeken die u nodig hebt →2 Inhoudsopgave →4 Inhoudsopgave per functie →10 Menulijst →303 SQW0028 M0914KZ0 De informatie zoeken die u nodig hebt In deze "Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken" kunt u de informatie die u nodig hebt, vinden op de volgende pagina’s. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de gekoppelde pagina gaan en de informatie snel vinden. Zoeken vanuit "Inhoudsopgave" P.4 - Zoeken vanuit de lijst met functienamen P.10 - "Inhoudsopgave per functie" Zoeken vanuit "Namen en functies van hoofdonderdelen" P.14 - Zoeken vanuit "Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker" P.293 - Zoeken vanuit de lijst met schermberichten P.299 - Zoeken vanuit de menulijst P.303 - "Weergave berichten" "Menulijst" [Opname]................... P.303 [Bewegend beeld]...... P.305 [Voorkeuze]............... P.306 [Set-up] ..................... P.308 [Afspelen].................. P.309 Zoeken vanuit "V&A Storingen verhelpen" P.310 - Zie de volgende pagina voor meer informatie over het gebruik van deze handleiding. ® Wi-Fi -functie 2 →224 SQW0028 Gebruik van deze handleiding Opnamemoduspictogrammen Opnamemodus: In opnamemodi waarin pictogrammen in zwart staan, kunt u de aangeduide menu’s en functies selecteren en uitvoeren. ••Klik op een verwijzing in de tekst om naar de bijbehorende pagina te gaan. ••Door trefwoorden in het zoekveld boven aan het scherm van Adobe Reader in te voeren, kunt u op trefwoord zoeken en naar de bijbehorende pagina gaan. ••Bewerkingen en andere details van deze handleiding kunnen verschillen, afhankelijk van de versie van Adobe Reader die u gebruikt. ■■De symbolen in de tekst Duidt aan dat het menu kan worden ingesteld door op de [MENU/SET]-knop te drukken. Duidt aan dat de Wi-Fi-instelling kan worden uitgevoerd door op de [Wi-Fi]-knop te drukken. Configuraties die kunnen worden uitgevoerd in het menu [Voorkeuze]. Tips voor vaardig gebruik en punten voor opname. Omstandigheden waarin een specifieke functie niet kan worden gebruikt. (→00) Duidt de referentiepagina aan. Klik hierop om naar de bijbehorende pagina te gaan. Klik hierop om de beschrijving op de volgende pagina te bekijken. In deze gebruiksaanwijzing worden stappen voor het instellen van een menuonderdeel als volgt beschreven: → [Opname] → [Kwaliteit] → [   ] Klik op dit pictogram om naar "De informatie zoeken die u nodig hebt" te gaan. Klik op dit pictogram om naar "Inhoudsopgave" te gaan. Klik op dit pictogram om naar "Menulijst" te gaan. Klik op dit pictogram om terug te gaan naar de eerder weergegeven pagina. 3 SQW0028 Inhoudsopgave ■■De informatie zoeken die u nodig hebt....................................................... 2 ■■Gebruik van deze handleiding............ 3 ■■Inhoudsopgave per functie............... 10 Voordat u de camera gaat gebruiken ■■Voordat u de camera gaat gebruiken............................................ 12 ■■Standaardaccessoires....................... 13 ■■Namen en functies van hoofdonderdelen................................ 14 [MENU/SET]-knop / cursortoets / bedieningsknop..........................................18 Voorbereidingen ■■De lensdop en schouderriem bevestigen.......................................... 19 ■■Batterij opladen.................................. 20 Resterend batterijvermogen.......................21 Richtlijnen voor aantal te maken foto’s en gebruiksduur...............................................22 ■■Insteken en verwijderen van de batterij/de kaart (optioneel)............... 24 ■■Informatie over de kaart.................... 25 De kaart formatteren (initialisatie)...............26 Richtlijnen voor opnamecapaciteit (aantal foto’s/opnameduur).........................27 ■■Instellen van de klok.......................... 29 Tijdsinstellingen wijzigen............................30 ■■Het menu instellen............................. 31 De achtergrond van het menuscherm instellen......................................................33 ■■Veelgebruikte menu’s direct oproepen (Quick-menu).................... 34 Het Quick-menu wijzigen in uw voorkeursonderdeel....................................35 ■■Veelgebruikte functies aan de knoppen toewijzen (functieknoppen)................................ 37 ■■Instellingen veranderen met de bedieningsring................................... 39 ■■Gebruik van het [Set-up]-menu........ 41 [Klokinst.]....................................................41 [Wereldtijd]..................................................41 [Reisdatum]................................................42 [Wi-Fi].........................................................42 [Toon]..........................................................43 [Live View Modus].......................................43 [Scherm]/[Zoeker].......................................44 [Helderheid scherm]...................................45 [Slaapsmodus]............................................46 [USB mode]................................................47 [TV-verbinding]...........................................47 [Menu hervatten].........................................49 [Achtergrondkleur]......................................49 [Menu-informatie]........................................49 [Taal]...........................................................49 [Versie disp.]...............................................50 [Zelf ontsp. auto uit]....................................50 [Nr. resetten]...............................................50 [Resetten]...................................................50 [Wi-Fi resetten]...........................................51 [Formatteren]..............................................51 ■■Tekst invoeren.................................... 52 Verandering van de instellingen die aan de bedieningsring toegewezen zijn............40 4 SQW0028 Inhoudsopgave Basisbediening ■■De camera vasthouden...................... 53 ■■Beelden opnemen met de zoeker .... 54 Schakelen tussen het scherm en de zoeker....................................................54 Informatie over oogsensor-AF....................55 ■■Fotograferen....................................... 56 ■■Films opnemen................................... 58 ■■De opnamemodus selecteren........... 59 ■■De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm....................... 62 ■■Uw beelden bekijken.......................... 67 Filmbeelden bekijken..................................70 ■■De weergavegegevens van het afspeelscherm schakelen................. 71 ■■Beelden verwijderen.......................... 73 [Apart wissen].............................................73 Meerdere beelden wissen (tot 100 tegelijk)/ Wissen van alle beelden.............................74 Opnamemodus ■■Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto].................... 75 Beelden opnemen met de camera in de hand ([iHandh. nachtop.])...........................78 Beelden tot één foto met een rijke gradatie combineren ([iHDR])...................................79 ■■Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn...................................... 80 Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd automatisch ingesteld zijn ([Program AE]-modus)................................81 Beelden opnemen door de diafragmawaarde in te stellen ([Lensopeningspr.]-modus).........................83 Beelden opnemen door de sluitertijd in te stellen ([Sluiterprioriteit]-modus)............................84 Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen ([Handm. belicht.]-modus)...............86 De effecten van de diafragmawaarde en de sluitertijd controleren ([Voorvertoning]-modus).............................88 Beeldeffecten (Filter) ■■Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter).................................................. 89 5 SQW0028 Inhoudsopgave Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen ■■De beeldkwaliteit aanpassen met effecten [Fotostijl]............................ 100 ■■Lichte partijen en schaduwen aanpassen [Schaduw markeren].... 102 ■■De witbalans aanpassen................. 103 ■■Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen............................................ 107 De beeldverhouding van de foto’s wijzigen.....................................................107 Fotoresolutie instellen...............................108 De compressieratio van beelden instellen ([Kwaliteit])................................................109 ■■De beeldcorrectiefuncties effectief gebruiken...........................................111 Contrast en belichting corrigeren ([Int.dynamiek])......................................... 111 De indruk van hoge resolutie versterken ([I.resolutie]).............................................. 111 Foto’s met verschillende belichting combineren ([HDR]).................................. 112 De ruis van een lange belichting onderdrukken ([Lang sl.n.red])................. 113 De kleurruimte instellen............................ 113 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen ■■Beelden opnemen met automatische scherpstelling................................... 114 Selecteer de scherpstellingsfunctie (AFS, AFF, AFC)....................................... 114 [AF mode] schakelen................................ 115 De positie en de grootte van het AF-gebied wijzigen...................................121 Uw voorkeursscherpstelmethode instellen....................................................124 ■■Close-upfoto’s maken (macro-opnamen)............................. 126 Scherpstelbereik.......................................126 ■■Beelden opnemen met handmatige scherpstelling................................... 128 ■■Beelden opnemen door de belichting en/of scherpstelling te vergrendelen [AF/AE vergrend.]..... 133 ■■Foto’s opnemen met belichtingscompensatie.................. 135 ■■De ISO-gevoeligheid instellen........ 136 De bovengrens voor ISO-gevoeligheid instellen....................................................137 De incrementele waarde voor ISO-gevoeligheid instellen........................138 De instelling voor ISO-gevoeligheid verhogen...................................................138 ■■Instelling van de meetmodus.......... 139 MF Assist..................................................131 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving ■■Sluitertype instellen......................... 140 ■■Een aandrijfstand selecteren.......... 141 ■■Burst-functie..................................... 142 ■■Opnemen terwijl de belichting automatisch verandert [Auto bracket]................................... 145 6 ■■Automatisch de beeldverhouding wijzigen terwijl u beelden opneemt [Asp. bracket]................................... 147 ■■Foto’s maken met de zelfontspanner................................. 148 ■■Panoramafoto’s maken................... 150 SQW0028 Inhoudsopgave Functies voor specifieke onderwerpen en doelen ■■Automatisch beelden opnemen op vaste intervallen [Intervalopname].............................. 153 ■■Stop-motion-animatie maken [Stop-motionanimatie]..................... 156 ■■Meerdere belichtingen uitvoeren voor één beeld [Multi-belicht.].................................. 159 ■■De pieptonen en de flitser tegelijkertijd uitschakelen [Stille modus]................................... 161 ■■Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [Gezicht herk.].................................. 162 ■■Het profiel instellen voor een baby of huisdier om in een beeld op te nemen............................................... 165 ■■Het relevante scherm weergeven voor specifieke opnameomstandigheden................ 166 Stabilizer, zoomen en flitsen ■■Beweging corrigeren ...................... 168 ■■Zoom gebruiken............................... 170 Zoomtypes en gebruik..............................171 ■■Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser......................... 176 De flitser bevestigen.................................176 De flitsmodus wijzigen (handmatig flitsen)....................................179 Flitsmodus wijzigen..................................180 De 2e gordijnsynchronisatie instellen.......182 Het flitsniveau aanpassen........................183 Het flitsniveau met de camera synchroniseren tijdens belichtingscompensatie............................183 Draadloos flitsen instellen.........................184 Films opnemen ■■Films opnemen................................. 187 Instelling van het formaat, de beeldresolutie en de opnamesnelheid in frames.......................................................187 Scherpstellen terwijl u films opneemt ([Continu AF])...........................................189 Films opnemen.........................................190 Films opnemen van 4K.............................194 Vastleggen van een foto met hoge resolutie uit een 4K-film [4K-FOTO]........................195 ■■Foto’s maken terwijl u een film ■■Gebruik van het [Bewegend beeld]-menu................. 199 [4K-FOTO]................................................199 [Opname-indeling]....................................199 [Opn. kwaliteit]..........................................199 [Foto/film]..................................................199 [Continu AF]..............................................199 [Micr. weerg.]............................................200 [Micr. instellen]..........................................200 [Windreductie]...........................................200 opneemt............................................ 198 7 SQW0028 Inhoudsopgave Beelden afspelen en bewerken ■■Het groepsbeeld bekijken............... 201 ■■Overnemen van foto’s uit films...... 203 ■■Gebruik van het [Afspelen]-menu... 204 [Diashow]..................................................204 [Afspeelfunctie].........................................206 [Locatie vermelden]..................................207 [RAW-verwerking].....................................208 [Titel bew.]................................................. 211 [Tekst afdr.]...............................................212 [Splits video].............................................214 [Intervalvideo]...........................................215 [Stop-motionvideo]....................................215 [Nw. rs.].....................................................216 [Bijsnijden]................................................217 [Roteren]/[Scherm roteren].......................218 [Favorieten]...............................................219 [Print inst.].................................................220 [Beveiligen]...............................................221 [Gez.herk. bew.]........................................222 [Foto's sorteren]........................................223 [Wissen bevestigen].................................223 Wi-Fi ■■Wi-Fi®-functie en NFC-functie......... 224 ■■Wat u kunt doen met de Wi-Fi-functie..................................... 227 ■■De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden......... 228 De app "Panasonic Image App" voor smartphone/tablet installeren...................228 Verbinding maken met een smartphone...229 Verbinding maken met een smartphone via de NFC-functie....................................233 Beelden opnemen via een smartphone (opnemen op afstand)..............................234 Beelden in de camera op een smartphone afspelen....................................................235 Beelden in de camera op de smartphone opslaan.....................................................235 Beelden in de camera gemakkelijk overbrengen.............................................236 Beelden in de camera naar socialenetwerkdiensten verzenden......................237 Plaatsinformatie aan beelden in de camera toevoegen vanaf een smartphone............237 De camera bedienen om beelden naar een smartphone te verzenden.........................239 ■■Foto’s weergeven op een tv............ 242 ■■Draadloos afdrukken....................... 243 ■■Beelden naar een AV-apparaat sturen................................................ 244 ■■Beelden naar een pc sturen............ 247 ■■Gebruik van WEB-services............. 251 Tijdens het verzenden van beelden naar een WEB-service......................................251 Tijdens het verzenden van beelden naar [Cloud-synchr. service].............................255 ■■Gebruik van "LUMIX CLUB"............ 258 Informatie over de [LUMIX CLUB]............258 ■■Informatie over verbindingen......... 263 [Via netwerk] Verbinding maken via een draadloos toegangspunt............................................264 [Direct] Rechtstreeks verbinden............................267 Snel verbinden met dezelfde instellingen als eerder ([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/ [Selecteer doelapparaat uit favorieten])....268 Instellingen voor het verzenden van beelden.....................................................270 ■■[Wi-Fi setup]..................................... 272 8 SQW0028 Inhoudsopgave Aansluiten op andere apparatuur ■■Genieten van films in 4K ................ 274 Films in 4K bekijken..................................274 4K-films opslaan.......................................275 ■■Beelden op tv bekijken.................... 276 VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™).....278 ■■Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan........................................ 280 Informatie over bijgeleverde software.......281 Installatie van de bijgeleverde software....283 Kopiëren van foto’s en filmbeelden...........284 ■■Foto’s en films in de recorder opslaan............................................. 286 Kopiëren door de kaart in de recorder te plaatsen....................................................286 Weergavebeelden kopiëren via AV-kabels (optioneel)................................286 ■■Afdrukken......................................... 287 Meerdere beelden afdrukken....................288 Afdrukken met datum en tekst..................289 Afdrukinstellingen maken op de camera....290 Diversen ■■Optionele accessoires..................... 291 Externe flitser (optioneel)..........................291 Gebruik van de (optionele) netadapter en (optionele) DC coupler in plaats van de batterij.......................................................292 ■■Lijst met symbolen op het scherm/ ■■Weergave berichten......................... 299 ■■Menulijst........................................... 303 ■■V&A Storingen verhelpen............... 310 ■■Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik................................. 326 de zoeker.......................................... 293 9 SQW0028 Inhoudsopgave per functie Opnemen Opnemen Opnamemodus..............................................59 [Voorvertoning]..............................................88 Beeldeffecten (Filter).....................................89 Macro-opnamen..........................................126 Panoramafoto’s maken................................150 [Intervalopname]..........................................153 [Stop-motionanimatie]..................................156 [Multi-belicht.]..............................................159 [Stille modus]...............................................161 Scherpstelling (AF/MF) Scherpstelmodus......................................... 114 AF Mode...................................................... 115 De positie van het AF-gebied instellen........121 Handmatig scherpstellen.............................128 AF/AE-vergrendeling...................................133 Belichting AF/AE-vergrendeling...................................133 Belichtingscompensatie...............................135 ISO-gevoeligheid.........................................136 [Meetfunctie]................................................139 [Auto bracket]..............................................145 Aandrijving Aandrijfstand................................................141 [Asp. bracket]...............................................147 [Zelfontspanner]...........................................148 Beeldkwaliteit en kleurtint [Fotostijl]......................................................100 [Schaduw markeren]....................................102 Witbalans.....................................................103 [Fotoresolutie]..............................................108 [Kwaliteit].....................................................109 [Int.dynamiek].............................................. 111 [I.resolutie]................................................... 111 [HDR]........................................................... 112 [Lang sl.n.red].............................................. 113 [Kleurruimte]................................................ 113 Flitser [Flitserfunctie]..............................................180 2e gordijnsynchronisatie..............................182 [Flitser instel.]..............................................183 Instellingen draadloze flitser........................184 Scherminstellingen [Zwart-wit Live View]....................................167 [Micr. weerg.]...............................................200 Film Film [Opname-indeling].......................................187 [Opn. kwaliteit].............................................187 Film in 4K.....................................................194 [4K-FOTO]...................................................195 Foto’s maken terwijl u een film opneemt.....198 Audio [Micr. instellen].............................................200 [Windreductie]..............................................200 Instellen/aangepast Basisinstellingen [Formatteren].................................................26 [Klokinst.].......................................................29 Menuonderdelen gebruiken...........................31 [Q.MENU]......................................................34 [Toon].............................................................43 [Slaapsmodus]...............................................46 [Resetten] (initialisatie)..................................50 Diopterinstelling.............................................55 Display wisselen......................................62, 71 10 Aanpassen [CUSTOM] in het Quick-menu.......................35 Functieknoppen.............................................37 Bedieningsring...............................................40 Voorkeursinstelling........................................60 [Voorkeuze]-menu.......................................306 [Cursortoets vergrend.]..................................38 Filmknop......................................................192 SQW0028 Inhoudsopgave per functie Afspelen Afspelen [Auto review]..................................................57 Beeld afspelen...............................................67 Zoom afspelen...............................................68 Meerdere afspelen.........................................68 Films afspelen...............................................70 Verwijderen....................................................73 Display/afspelen-instellingen [Diashow].....................................................204 [Roteren]/[Scherm roteren]..........................218 Bewerken [RAW-verwerking]........................................208 [Nw. rs.]........................................................216 [Bijsnijden]...................................................217 Informatie toevoegen [Locatie vermelden].....................................207 [Titel bew.].................................................... 211 [Tekst afdr.]..................................................212 Beeldinstellingen [Favorieten]..................................................219 [Print inst.]....................................................220 [Beveiligen]..................................................221 Wi-Fi Verbinden "Image App".................................................228 NFC.............................................................233 [WPS (knop)].......................................264, 267 Rechtstreekse verbinding............................267 Image App Opnemen op afstand...................................234 Beelden opslaan..........................................235 Beelden verzenden..............................236, 239 Locatie-informatie verzenden en toevoegen...............................................237 [Touch sharing]............................................272 In combinatie met andere apparaten Beelden weergeven op een tv.....................242 Beelden afdrukken.......................................243 Beelden verzenden naar een AV-apparaat.................................................244 Beelden verzenden naar een pc..................247 Beelden verzenden naar een webservice...................................................251 Gebruik van [Cloud-synchr. service]............255 Aansluiten op andere apparatuur Pc "PHOTOfunSTUDIO"...................................281 SILKYPIX.....................................................282 Tv [VIERA link]..................................................278 11 Recorder Dubben........................................................286 Printer PictBridge....................................................287 SQW0028 Voordat u de camera gaat gebruiken Voordat u de camera gaat gebruiken ■■Hanteren van de camera Vrijwaar de camera tegen heftige trillingen, schokken of zware druk. ●●Gebruik de camera niet onder de volgende omstandigheden, die schade aan de lens, het scherm, de zoeker of het camerahuis kunnen toebrengen. Dit kan ook leiden tot storingen in de camera of mislukte opnamen. •• Laat de camera niet vallen of tegen een hard oppervlak aan stoten •• Zorg dat er geen druk wordt uitgeoefend op de lens of het scherm De camera is niet stofbestendig, spatbestendig of waterbestendig. Gebruik de camera niet op plaatsen met veel stof of zand, of waar er water op de camera kan komen. ●●Gebruik de camera niet onder de volgende omstandigheden, die het risico meebrengen dat er zand, water of andere materialen in de camera kunnen komen via de openingen rond de toetsen of de lens. Wees uiterst voorzichtig hiermee, want dergelijke omstandigheden kunnen de camera beschadigen, mogelijk zelfs onherstelbaar. •• Plaatsen met erg veel stof of stuifzand •• In de regen of aan de waterkant, waar er water op de camera kan spatten ■■Condensatie (wanneer de lens, het scherm of de zoeker beslaat) ●●Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge wisselingen in temperatuur of vochtigheid, kan er vocht in de camera condenseren. Mijd dergelijke omstandigheden, want die kunnen de lens, het scherm of de zoeker bevuilen, schimmelgroei veroorzaken of de camera beschadigen. ●●Als er vocht in de camera is gecondenseerd, schakelt u het toestel uit en wacht u ongeveer twee uur voordat u de camera weer gebruikt. Wanneer de camera eenmaal op omgevingstemperatuur is gekomen, zal de condens vanzelf verdwijnen. ■■Maak altijd eerst een proefopname Vóór het gebruik van de camera bij belangrijke gebeurtenissen (zoals een huwelijksvoltrekking e.d.) dient u altijd eerst een proefopname te maken, om te zien of beeld en geluid naar behoren worden opgenomen. ■■Er wordt geen compensatie geboden voor verloren opnamen Wij kunnen geen compensatie bieden voor gemiste kansen of opnamen die verloren gaan door technische problemen met de camera of de kaart. ■■Neem zorgvuldig de auteursrechtwetten in acht Ongeoorloofd gebruik van opnamen waarop auteursrechten gelden, voor andere dan puur persoonlijke doeleinden, is verboden onder de wet op het auteursrecht. Het opnemen van bepaalde materialen kan streng gereguleerd zijn, zelfs voor zuiver persoonlijk gebruik. ■■Zie tevens de "Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik" (→326) 12 SQW0028 Voordat u de camera gaat gebruiken Standaardaccessoires Controleer of alle accessoires compleet bijgeleverd zijn, voordat u de camera in gebruik neemt. ●●De accessoires en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of de regio waar de camera is aangeschaft. Raadpleeg de beknopte gebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires. ●●De batterij wordt in de tekst aangeduid als batterij of accu. ●●SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en SDXC-geheugenkaart worden in de tekst als kaart aangeduid. ●●Verwijder de verpakking op de juiste manier. ●●Bewaar kleine onderdelen op een veilige plaats, buiten bereik van kinderen. ■■Optionele accessoires ••Kaarten zijn optioneel. 13 SQW0028 Voordat u de camera gaat gebruiken Namen en functies van hoofdonderdelen 1 2 3 4 5 6 1 Indicator voor zelfontspanner (→148) / AF-assistlampje (→53, 125) 2 Bedieningsring (→39) 3 Keuzeschakelaar voor beeldverhouding (→107) 4 Flitsschoen (bescherming flitsschoen) (→176) De bescherming flitsschoen is al op de flitsschoen bevestigd op het moment van aanschaf. 5 Diafragmaring (→59) 9 8 7 6 Keuzeschakelaar voor scherpstelling (→114, 126, 128) 7 Ring op de voorkant van de lens Om de automatische lensdop (optioneel) te bevestigen, verwijdert u de ring op de voorkant van de lens. 8 Lensbuis 9 Lens (Filterdiameter Φ43 mm) 14 SQW0028 Voordat u de camera gaat gebruiken Namen en functies van hoofdonderdelen (Bovenkant) 10 11 12 13 14 10 Stereomicrofoon (→53, 200) Zorg dat u de microfoon niet met uw vinger bedekt. Hierdoor kan het geluid moeilijk worden opgenomen. 11 Sluitertijdknop (→59) 12 Ontspanknop 13 Zoomhendel (→170) 14 [FILTER]-knop (→89) 17 16 15 (Onderkant) 18 19 20 21 22 15 Belichtingscompensatieknop (→135) 16 [iA]-knop (→59) 17 [ON/OFF]-schakelaar van de camera 18 Luidspreker Zorg dat u de luidspreker niet met uw vinger bedekt. Hierdoor kan het geluid moeilijk hoorbaar worden. 19 Statiefaansluiting (→329) Sluit niet aan op een statief met een schroef van 5,5 mm of langer. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken. Het is soms niet mogelijk om bepaalde soorten statieven goed te bevestigen. 20 Klepje van de DC coupler Open dit deksel om een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel) te gebruiken in plaats van de batterij. Wanneer u een netadapter (optioneel) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de Panasonic DC coupler (optioneel) en de netadapter worden gebruikt. (→292) 21 Vrijgavehendel (→24) 22 Klepje voor kaart/batterij (→24) 15 SQW0028 Voordat u de camera gaat gebruiken Namen en functies van hoofdonderdelen 23 24 25 26 27 29 28 30 23 Zoeker (LVF) (→54) In deze handleiding wordt "zoeker" gebruikt om de LVF aan te duiden. Oogsensor (→54) 24 25 Diopterinstelring (→55) 26 [LVF]-knop (→54) / [Fn3]-knop (→37) 27 Oogje voor bandje (→19) 28 Scherm 29 [HDMI]-aansluiting (→276) 30 [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting (→276, 284, 286, 287) 16 SQW0028 Voordat u de camera gaat gebruiken Namen en functies van hoofdonderdelen 27 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 27 Oogje voor bandje (→19) 31 Wi-Fi®-antenne 32 Wi-Fi-verbindingslampje (→225) 33 [Wi-Fi]-knop (→225) / [Fn2]-knop (→37) 34 Filmknop (→58) 35 [AF/AE LOCK]-knop (→133) 36 NFC-antenne (→233) 37 [Q.MENU]-knop (→34) 38 Afspeelknop (→67) 39 [Fn1]-knop (→37) / [   ] (verwijderen/annuleren)-knop (→32, 73) 40 [DISP.]-knop (→62, 71) 41 [MENU/SET]-knop / cursortoets / bedieningsknop (→18) ●●De in deze handleiding afgebeelde illustraties en schermen kunnen afwijken van het eigenlijke product. 17 SQW0028 Voordat u de camera gaat gebruiken Namen en functies van hoofdonderdelen [MENU/SET]-knop / cursortoets / bedieningsknop [MENU/SET]-knop Met deze knop opent u de menu’s, kiest u de instellingen enz. (→31) Cursorknop Deze knop wordt gebruikt om de cursor op de menuschermen te verplaatsen en voor andere functies. (→32) U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren tijdens het opnemen: [ISO]-knop (   ) (→136) [WB] (Witbalans)-knop (   ) (→103) [   ] (aandrijfstand)-knop (   ) Enkel (→141), Burst (→142), Auto Bracket (→145), Aspect Bracket (→147), zelfontspanner (→148), panorama (→150) [   ] (AF Mode)-knop (   ) (→115, 131) Bedieningsknop Draai de knop om instelonderdelen te selecteren en instelwaarden te wijzigen. (→32, 67) Bediening via knoppen en toetsen uitschakelen (tijdens opnemen) Wanneer de [Cursortoets vergrend.] is toegewezen aan de functieknop, kunnen de [MENU/SET]-knop, cursorknop en bedieningsknop niet worden bediend. (→38) Weergave bedieningsinstructies in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [Draaiknop gids] → [ON]/[OFF] ••Wanneer u de bedieningsgids op [ON] zet, verschijnen de bedieningsinstructies voor de bedieningsring ([   ]), de bedieningsknop ([   ]) en andere onderdelen op het opnamescherm. ●●In deze handleiding wordt de knop die moet worden gebruikt, aangeduid met 18 . SQW0028 Voorbereidingen De lensdop en schouderriem bevestigen Bedek de lens met de lensdop om deze te beschermen wanneer u geen beelden opneemt. We raden u aan de lensdop met het lensdopriempje aan de camera te bevestigen om te voorkomen dat u de lensdop verliest. We raden u ook aan de schouderriem te bevestigen om te voorkomen dat de camera valt. 1 Gebruik het lensdopriempje (bijgeleverd) om de lensdop aan de camera te bevestigen Zorg dat het dikkere gedeelte van het riempje niet over de lensdop of het oogje voor de schouderriem hangt. 2 Bevestig de lensdop 3 Bevestig de schouderriem Druk op de gedeelten die in de afbeelding met pijlen worden aangeduid om de lensdop te bevestigen en te verwijderen. Oogje voor schouderriem ••Bevestig het andere uiteinde van de schouderriem. ••Zorg dat de schouderriem niet losraakt. ••Bevestig de schouderriem met het LUMIX-logo op de schouderriem naar buiten gericht. ••Draag de schouderriem over uw schouder. –– Wikkel de riem niet rond uw nek. Dit kan leiden tot letsel of een ongeluk. ••Laat de schouderriem niet binnen bereik van kinderen liggen. –– Dit kan tot een ongeluk leiden omdat het kind deze per ongeluk rond zijn nek wikkelt. 19 SQW0028 Voorbereidingen Batterij opladen Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt!(batterij ongeladen geleverd) Batterijen die u in dit apparaat kunt gebruiken Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen. Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij. Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik maakt van een authentieke Panasonic batterij. ••Gebruik de daarvoor ontworpen oplader en batterij. 1 Bevestig de batterij en let daarbij op de plaatsingsrichting van de batterij 2 Sluit de oplader op het stopcontact aan Insteektype Stekkertype Batterij Oplader (model-specifiek) Aan: opladen wordt uitgevoerd Uit: het opladen is gereed •• Het netsnoer past niet volledig in de netsnoeraansluiting. Er blijft een opening open. ••Laad de batterij binnenshuis op met de oplader. 3 20 Oplaadlampje ([CHARGE]) Wanneer het lampje knippert: ••De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. We raden u aan op te laden op een locatie waar de omgevingstemperatuur tussen 10 °C en 30 °C ligt. ••De aansluiting van de batterij/ oplader is vuil. Reinig deze met een droge doek. Haal de batterij uit de oplader nadat het opladen is voltooid ••Bij aansluiting op een stopcontact wordt de batterij-oplader in de standby-stand geplaatst. Het primaire circuit is altijd "live" als de batterij-oplader is aangesloten op een stopcontact. SQW0028 Voorbereidingen Batterij opladen Opmerkingen over de oplaadtijd Oplaadtijd Ongeveer 190 min ••De hierboven aangeduide oplaadtijd is de tijd die nodig is voor het opladen wanneer de batterij volledig is opgebruikt. De benodigde oplaadtijd verschilt, afhankelijk van de omstandigheden van het batterijgebruik. De oplaadtijd is langer in gevallen waar de temperaturen hoog of laag zijn en wanneer de batterij een lange periode niet is gebruikt. Resterend batterijvermogen Wanneer u de camera gebruikt, wordt de resterende batterijcapaciteit weergegeven. Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij) (knippert rood) Als het batterijsymbool rood knippert, dient u de batterij opnieuw op te laden of te vervangen door een volledig opgeladen batterij. ●●Gebruik altijd originele Panasonic batterijen. ●●Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen. ●●Verwijder na gebruik de batterij uit de camera. •• Bewaar de batterij in een plastic zak, en let op dat er geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) tegen de batterij aan komen wanneer u die meeneemt of opbergt. ●●Als u de batterij wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u tot de indicator LUMIX op het scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.) 21 SQW0028 Voorbereidingen Batterij opladen Richtlijnen voor aantal te maken foto’s en gebruiksduur Foto’s maken (via het scherm) Aantal op te nemen beelden Opnameduur Ongeveer 350 beelden (Ongeveer 300 beelden) Ongeveer 175 min (Ongeveer 150 min) Volgens de CIPA-norm Foto’s maken (via de zoeker (LVF)) Aantal op te nemen beelden Opnameduur Ongeveer 320 beelden (Ongeveer 270 beelden) Ongeveer 160 min (Ongeveer 135 min) Volgens de CIPA-norm •• De waarden bij gebruik van de flitser (bijgeleverd) worden tussen haakjes vermeld. ■■Opnameomstandigheden volgens de CIPA-norm CIPA is een afkorting van "Camera & Imaging Products Association". •• [Program AE]-modus •• Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50%RH bij gebruik van scherm. •• Gebruik van een Panasonic SDHC-geheugenkaart. •• Gebruik van de bijgeleverde batterij. •• Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld (wanneer [Stabilisatie] is ingesteld op [   ]). •• Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits. •• De zoomhendel van Tele naar Wide of omgekeerd draaien bij elke opname. •• De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur van de batterij daalt. Het aantal wordt lager als de intervallen langer worden (bijvoorbeeld tot ongeveer een kwart voor intervallen van 2 minuten onder de hierboven vermelde omstandigheden). 22 SQW0028 Voorbereidingen Batterij opladen Filmen (via het scherm) [Opname-indeling] [AVCHD] [MP4] [MP4] [FHD/17M/50i] [FHD/20M/25p] [4K/100M/25p] Beschikbare opnameduur Ongeveer 125 min Ongeveer 135 min Ongeveer 90 min Feitelijk beschikbare opnameduur* Ongeveer 60 min Ongeveer 65 min Ongeveer 45 min [Opn. kwaliteit] * De werkelijke tijd waarin u kunt opnemen wanneer u de camera regelmatig in- en uitschakelt, begint en stopt met opnemen en de zoom gebruikt. ■■Opnameomstandigheden •• Temperatuur 23 °C, vochtigheidsgraad 50%RH (relatieve vochtigheid) ●●[AVCHD]-films: het opnemen stopt wanneer de opnameduur voor doorlopend opnemen 29 minuten en 59 seconden overschrijdt. ●●Films waarvoor de bestandsgrootte is ingesteld op [FHD], [HD] of [VGA] in [MP4]: het opnemen stopt wanneer de opnameduur voor doorlopend opnemen 29 minuten en 59 seconden overschrijdt of de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt. •• Aangezien de bestandsgrootte toeneemt bij [FHD], stopt het opnemen met [FHD] voordat 29 minuten en 59 seconden zijn verstreken. ●●Films waarvoor de bestandsgrootte is ingesteld op [4K] in [MP4]: Het opnemen stopt wanneer de continue opnameduur de 15 minuten overschrijdt. (U kunt zonder onderbreking doorlopend opnemen, zelfs als de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt, maar het filmbestand wordt bij opnemen gesplitst en de bestanden worden afzonderlijk afgespeeld.) Beelden bekijken (via het scherm) Afspeeltijd Ongeveer 260 min ●●De gebruikstijd en het aantal op te nemen beelden verschillen afhankelijk van de omgeving en de gebruiksomstandigheden. In de volgende gevallen wordt de gebruikstijd bijvoorbeeld korter en het aantal op te nemen beelden kleiner. •• In omgevingen met lage temperaturen, zoals op skipistes. •• Wanneer functies zoals de flitser en de zoomfunctie herhaaldelijk worden gebruikt. ●●Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij. 23 SQW0028 Voorbereidingen Insteken en verwijderen van de batterij/de kaart (optioneel) ••Zorg dat de camera uitgeschakeld is. 1 2 Schuif de vrijgavehendel naar de positie [OPEN] en open het klepje voor de kaart/batterij Vrijgavehendel Plaats de batterij en de kaart in de camera en controleer of ze in de juiste richting zijn geplaatst ••Batterij: Steek de batterij helemaal in de camera totdat u een sluitklik hoort en controleer of het borghendeltje de batterij stevig vasthoudt. ••Kaart: Steek de kaart helemaal in het apparaat totdat deze vastklikt. 3 [OPEN] [LOCK] Sluit het klepje voor kaart/ batterij en schuif de vrijgavehendel naar de positie [LOCK] Hendel Raak de aansluiting niet aan Opgeladen batterij (let op de richting) Kaart (controleer richting: aansluitingen naar scherm gericht) ■■Verwijdering ••Verwijdering van de batterij: ••Verwijdering van de kaart: Beweeg de hendel in de richting van de Druk op het midden van de kaart. pijl. Hendel ●●Verwijder na gebruik de batterij uit de camera. ●●Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken. ●●Als u de kaart of batterij wilt verwijderen, schakelt u de camera uit en wacht u totdat de LUMIXaanduiding op het scherm gedoofd is. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.) 24 SQW0028 Voorbereidingen Informatie over de kaart De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen) kunnen worden gebruikt. Capaciteit Opmerkingen SD-geheugenkaarten Kaarttype 8 MB – 2 GB SDHC-geheugenkaarten 4 GB – 32 GB SDXC-geheugenkaarten 48 GB, 64 GB •• Kunnen worden gebruikt met apparaten die compatibel zijn met de desbetreffende formaten. •• Controleer voordat u SDXC-geheugenkaarten gaat gebruiken, of uw computer en andere apparatuur geschikt is voor dit type kaart. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html •• Dit apparaat is compatibel met UHS-Ι standaardSDHC/SDXC-geheugenkaarten van UHSsnelheidsklasse 3. •• Alleen de kaarten die links met hun respectieve capaciteiten staan vermeld, zijn geschikt. ■■Filmopnamen en snelheidsklasse Afhankelijk van de [Opname-indeling] (→187) en [Opn. kwaliteit] (→187) van een film, kan de vereiste kaart verschillen. Gebruik een kaart die aan de volgende specificaties voor SD-snelheidsklasse of UHS-snelheidsklasse voldoet. ••SD-snelheidsklasse en UHS-snelheidsklasse zijn de snelheidsnormen met betrekking tot doorlopend schrijven. Controleer de SD-snelheid aan de hand van het etiket op de kaart of de bijbehorende documentatie. [Opname-indeling] [Opn. kwaliteit] [AVCHD] Alle [MP4] FHD/HD/VGA [MP4] 4K Snelheidsklasse Labelvoorbeeld Klasse 4 of hoger UHS-snelheidsklasse 3 ••Meest recente informatie: http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze website is alleen in het Engels beschikbaar.) Toegang tot de kaart De toegangsindicatie wordt rood weergegeven wanneer beelden op de kaart worden opgenomen. 50i ●●Terwijl de camera toegang heeft tot de kaart (voor een bewerking zoals het schrijven, lezen, verwijderen of formatteren van beelden), mag u de camera niet uitschakelen of de batterij, kaart, netadapter (optioneel) of DC coupler (optioneel) verwijderen. Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Mogelijk is de kaart of zijn de gegevens op de kaart beschadigd en werkt dit apparaat niet langer naar behoren. Als de handeling is mislukt vanwege trillingen, schokken of statische elektriciteit, voert u de handeling opnieuw uit. 25 SQW0028 Voorbereidingen Informatie over de kaart ●●Als u de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand "LOCK" zet, kan het onmogelijk zijn om de gegevens te schrijven, wissen of formatteren, of om de gegevens weer te geven op opnamedatum. Deze bedieningen worden weer mogelijk wanneer de schakelaar uit de stand "LOCK" wordt gehaald. ●●Wij raden u aan om belangrijke beelden te kopiëren naar uw computer (aangezien elektromagnetische storing, statische elektriciteit of andere problemen schade aan uw gegevens kunnen toebrengen). Schrijfbeveiligingsschakelaar De kaart formatteren (initialisatie) Formatteer de kaart voordat u een beeld opneemt met dit apparaat. Aangezien gegevens niet kunnen worden hersteld na het formatteren, dient u ervoor te zorgen dat u van tevoren een back-up van benodigde gegevens maakt. 1 Stel het menu in → [Set-up] → [Formatteren] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. ●●Hiervoor is een voldoende opgeladen batterij nodig, of een netadapter (optioneel) en DC coupler (optioneel). ●●Schakel de camera niet uit en voer geen andere bewerkingen uit tijdens het formatteren. ●●Formatteer kaarten altijd met deze camera. Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was geformatteerd met een computer of ander apparaat. ●●Als de kaart niet geformatteerd kan worden, probeer dan eerst een andere kaart voordat u contact opneemt met Panasonic. 26 SQW0028 Voorbereidingen Informatie over de kaart Richtlijnen voor opnamecapaciteit (aantal foto’s/opnameduur) Het aantal beelden dat u kunt opnemen en de opnameduur variëren met de capaciteit van de kaart (naast de opname-omstandigheden en het type kaart). Capaciteit voor het opnemen van beelden (foto’s) Wanneer de beeldverhouding is ingesteld op [4:3] en de [Kwaliteit] op [   ] [Fotoresolutie] 8 GB 16 GB L (12.5M) 1090 2200 32 GB 4420 64 GB 8820 M (6.5M) 1880 3810 7630 14970 S (3M) 3220 6500 13030 24700 Wanneer de beeldverhouding is ingesteld op [4:3] en de [Kwaliteit] op [   ] [Fotoresolutie] 8 GB 16 GB 32 GB 64 GB L (12.5M) 340 700 1400 2800 M (6.5M) 400 810 1620 3230 S (3M) 440 890 1780 3530 ●●Wanneer het aantal op te nemen beelden meer dan 9.999 is, wordt er "9999+" weergegeven. Capaciteit opnameduur (films) ••De opnameduur is de totale tijd van alle films die zijn opgenomen. ([h], [m] en [s] staan voor "uren", "minuten" en "seconden".) Wanneer [Opname-indeling] gelijk is aan [AVCHD] 27 [Opn. kwaliteit] 8 GB [FHD/28M/50p] 37m00s 16 GB 32 GB 64 GB 1h15m00s 2h30m00s 5h00m00s [FHD/17M/50i] 1h00m00s 2h00m00s 4h05m00s 8h15m00s [FHD/24M/25p] 43m00s 1h25m00s 2h55m00s 5h50m00s [FHD/24M/24p] 43m00s 1h25m00s 2h55m00s 5h50m00s SQW0028 Voorbereidingen Informatie over de kaart Wanneer [Opname-indeling] gelijk is aan [MP4] [Opn. kwaliteit] [4K/100M/25p] 8 GB 9m00s 16 GB 20m00s 32 GB 42m00s 64 GB 1h20m00s [4K/100M/24p] 9m00s 20m00s 42m00s 1h20m00s [FHD/28M/50p] 37m00s 1h15m00s 2h30m00s 5h00m00s [FHD/20M/25p] 49m00s 1h40m00s 3h20m00s 6h40m00s [HD/10M/25p] 1h30m00s 3h10m00s 6h25m00s 12h50m00s [VGA/4M/25p] 3h25m00s 7h00m00s 14h10m00s 28h15m00s ●●Als de omgevingstemperatuur hoog is of er sprake is van een continue filmopname, wordt [   ] weergegeven en wordt de opname mogelijk halverwege stopgezet om de camera te beschermen. ●●[AVCHD]-films: het opnemen stopt wanneer de opnameduur voor doorlopend opnemen 29 minuten en 59 seconden overschrijdt. ●●Films waarvoor de bestandsgrootte is ingesteld op [FHD], [HD] of [VGA] in [MP4]: het opnemen stopt wanneer de opnameduur voor doorlopend opnemen 29 minuten en 59 seconden overschrijdt of de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt. •• Aangezien de bestandsgrootte toeneemt bij [FHD], stopt het opnemen met [FHD] voordat 29 minuten en 59 seconden zijn verstreken. ●●Films waarvoor de bestandsgrootte is ingesteld op [4K] in [MP4]: het opnemen stopt wanneer de continue opnameduur de 15 minuten overschrijdt. (U kunt zonder onderbreking doorlopend opnemen, zelfs als de bestandsgrootte 4 GB overschrijdt, maar het filmbestand wordt bij opnemen gesplitst en de bestanden worden afzonderlijk afgespeeld.) ●●De maximaal beschikbare opnameduur voor doorlopend opnemen wordt op het scherm weergegeven. De weergave schakelen tussen het aantal op te nemen beelden en de beschikbare opnameduur → [Voorkeuze] →[Rest-aanduiding] [   ] (Resterende opnamen): Geeft het aantal beelden weer dat kan worden opgenomen. [   ] (Resterende tijd): Geeft de resterende opnameduur weer. 28 Aantal op te nemen beelden Beschikbare opnameduur SQW0028 Voorbereidingen Instellen van de klok Bij verzending van de camera is de klok niet ingesteld. 1 Schakel de camera in 2 Druk op [MENU/SET] terwijl het bericht wordt weergegeven 3 Druk op 4 5 ••Als het taalkeuzescherm niet wordt weergegeven, gaat u naar stap 4. om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET] ••Het bericht [Aub klok instellen] verschijnt. Druk op [MENU/SET] Druk op om de onderdelen (jaar, maand, dag, uur, minuten) te selecteren en druk op om deze in te stellen ••Annuleren → Druk op de [  : Thuistijd : Tijd op de bestemming  ]-knop. De weergavevolgorde of tijdweergave-indeling instellen ••Selecteer [Indeling] en druk op [MENU/SET] om het instelscherm voor weergavevolgorde en tijdweergaveindeling in te stellen. Stijl Weergavevolgorde Tijdweergave-indeling 6 Druk op [MENU/SET] 7 Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] wordt weergegeven, drukt u op [MENU/SET] 29 ••Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Druk op [MENU/SET]. SQW0028 Voorbereidingen Instellen van de klok 8 Druk op om uw thuiszone in te stellen en druk op [MENU/SET] Naam stad of regio Huidige tijd Verschil met GMT (Greenwich Mean Time) ●●Als de klok niet is ingesteld, kan de juiste datum niet worden afgedrukt wanneer u een fotostudio opdracht geeft de foto af te drukken of wanneer u de datum afdrukt op de foto’s met [Tekst afdr.]. Tijdsinstellingen wijzigen Selecteer [Klokinst.] in het [Set-up]-menu om de huidige tijdsinstellingen te wijzigen. ••De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd 24 uur voordat de klok werd ingesteld. 1 Selecteer [Klokinst.] in het menu [Set-up] 2 30 •• Zie voor meer informatie over het instellen van het menu (→31) Stel de datum en tijd in (voer stap 5 - 6 uit. (→29)) SQW0028 Voorbereidingen Het menu instellen Via het menu kunt u camera- en opnamefuncties instellen, afspeelfuncties bedienen en andere bewerkingen uitvoeren. Het [Set-up]-menu bevat vooral enkele belangrijke instellingen met betrekking tot de klok en het stroomverbruik van de camera. Controleer de instellingen in dit menu voordat u de camera gaat gebruiken. ●●Wanneer [Menu hervatten] (→49) in het [Set-up]-menu op [ON] is ingesteld, verschijnt opnieuw het scherm dat het laatst werd weergegeven nadat u het menuonderdeel selecteerde. Deze is ingesteld op [ON] op het moment van aanschaf. ●●Wanneer de [Menu-informatie] (→49) in het [Set-up]-menu op [ON] wordt ingesteld, verschijnen beschrijvingen van de menuonderdelen en instellingen op het menuscherm. Voorbeeld: h  et wijzigen van de instelling [Kwaliteit] van [   ] in [   ] in het [Opname]menu In deze gebruiksaanwijzing worden stappen voor het instellen van een menuonderdeel als volgt beschreven: → [Opname] → [Kwaliteit] → [   ] 1 31 Druk op [MENU/SET] om het menu te openen [Opname] (→303 -) U kunt instellingen uitvoeren voor fotoresolutie en de flitser. [Bewegend beeld] (→305) U kunt het opnameformaat en beeldkwaliteit en andere instellingen selecteren. [Voorkeuze] (→306 -) De werking van het apparaat, zoals de weergave van het scherm en de werking van de knoppen, kan afhankelijk van uw voorkeuren worden ingesteld. Ook kunt u de gewijzigde instellingen registreren. [Set-up] (→308) U kunt instellingen maken die het gebruik vergemakkelijken, zoals het veranderen van de klokinstellingen en het volume van de pieptoon. U kunt ook aan de Wi-Fi-functie gerelateerde instellingen verrichten. [Afspelen] (→309) U kunt opgenomen beelden beveiligen, bijsnijden, afdrukinstellingen en andere instellingen voor de opgenomen beelden opgeven. SQW0028 Voorbereidingen Het menu instellen 2 Druk op om het menuonderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET] Pagina ••Onderdelen kunnen ook worden geselecteerd door de bedieningsknop te draaien. ••U kunt ook naar de volgende pagina gaan door op de [DISP.]-knop te drukken of de zoomhendel te draaien. Onderdeel 3 Druk op om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET] Geselecteerde instelling ••Onderdelen kunnen ook worden geselecteerd door de bedieningsknop te draaien. Instellingen 4 Druk herhaaldelijk op de [   ]-knop totdat het opname- of afspeelscherm weer verschijnt ••Tijdens het opnemen kunt u het menuscherm ook sluiten door de ontspanknop half in te drukken. 32 SQW0028 Voorbereidingen Het menu instellen Schakelen tussen menutypen Voorbeeld: N  aar het menu [Set-up] overschakelen vanuit het menu [Opname] 1 2 3 Druk op Druk op om een menu-overschakelpictogram [   ] te selecteren •• Onderdelen kunnen ook worden geselecteerd door de bedieningsknop te draaien. Druk op [MENU/SET] •• Selecteer het menuonderdeel en voer de instelling uit. Menutype ●●De menutypen en onderdelen die worden weergegeven kunnen per modus verschillend zijn. ●●De instelmethoden variëren per menu-onderdeel. De achtergrond van het menuscherm instellen U kunt de achtergrond voor het menuscherm afhankelijk van uw voorkeuren instellen. 1 Stel het menu in → 2 [Set-up] → [Achtergrondkleur] Druk op om de achtergrondkleur te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] •• Sluit het menu af nadat het is ingesteld. 33 SQW0028 Voorbereidingen Veelgebruikte menu’s direct oproepen (Quick-menu) U kunt eenvoudig een aantal menuonderdelen oproepen om die in te stellen. ••Welke menuonderdelen en instellingen er worden weergegeven, verschilt afhankelijk van de opnamemodus en de instellingen tijdens het opnemen. 1 Druk op de [Q.MENU]-knop om het Quickmenu weer te geven 2 Draai de bedieningsknop om het menuonderdeel te selecteren en druk op of 50i ••Het menuonderdeel kan ook worden geselecteerd door op te drukken. 3 Draai de bedieningsknop om de instelling te selecteren ••De instelling kan ook geselecteerd worden met 4 . Druk op de [Q.MENU]-knop om het Quickmenu te sluiten 50i Van methode wisselen voor het instellen van Quick-menuonderdelen → [Voorkeuze] → [Q.MENU] [PRESET]: de standaardonderdelen kunnen worden ingesteld. [CUSTOM]: het Quick-menu bestaat uit gewenste onderdelen. (→35) Gebruik van het Quick-menu in het opnamegegevensscherm (→62) van [   ] (schermstijl) (Druk herhaaldelijk op de [DISP.]-knop totdat het scherm verschijnt.) Druk op de [Q.MENU]-knop en draai de bedieningsknop om een onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET]. Draai de bedieningsknop om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET] om in te stellen. en [MENU/SET]. •• U kunt ook instellen met 34 SQW0028 Voorbereidingen Veelgebruikte menu’s direct oproepen (Quick-menu) Het Quick-menu wijzigen in uw voorkeursonderdeel Wanneer [Q.MENU] (→34) in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [CUSTOM], kan het Quick-menu naar wens worden gewijzigd. In het Quick-menu kunnen maximaal 15 onderdelen worden ingesteld. 1 Druk op om [   ] te selecteren en druk op [MENU/SET] 2 3 Druk op om het menuonderdeel in de bovenste rij te selecteren en druk op [MENU/SET] Druk op om de lege ruimte in de onderste rij te selecteren en druk op [MENU/SET] •• Als er geen lege ruimte is in de onderste rij, kunt u een bestaand onderdeel door een nieuw selectieonderdeel vervangen door het bestaande onderdeel te selecteren. •• Als u de instelling wilt annuleren, gaat u naar de onderste rij door op te drukken en een item te selecteren om te annuleren, en drukt u vervolgens op [MENU/SET]. •• De onderdelen die kunnen worden ingesteld, zijn als volgt: Onderdelen die als Quickmenu’s kunnen worden ingesteld Onderdelen die in het Quick-menuscherm kunnen worden weergegeven [Opname]-menu/opnamefuncties •• [Fotostijl] (→100) •• [Fotoresolutie] (→108) •• [Kwaliteit] (→109) •• [AFS/AFF/AFC] (→114) •• [Meetfunctie] (→139) •• [Int.dynamiek] (→111) •• [I.resolutie] (→111) •• [HDR] (→112) •• [Sluitertype] (→140) •• [Flitserfunctie] (→180) •• [Flitser instel.] (→183) •• [i.Zoom] (→172) •• [Dig. zoom] (→173) •• [Stabilisatie] (→168) •• [Gevoeligheid] (→136) •• [Witbalans] (→103) •• [AF mode] (→115) •• [Aandrijfstand] (→141) [Bewegend beeld]-menu •• [4K-FOTO] (→195) •• [Filmopnamestnd] (→187) 35 •• [Foto/film] (→198) SQW0028 Voorbereidingen Veelgebruikte menu’s direct oproepen (Quick-menu) [Voorkeuze]-menu •• [Stille modus] (→161) •• [Peaking] (→130) •• [Histogram] (→64) •• [Richtlijnen] (→65) 4 36 Druk op de [  •• [Zebrapatroon] (→166) •• [Zwart-wit Live View] (→167) •• [Opn.gebied] (→192) •• [Zoomschakelaar] (→175)  ]-knop •• Er wordt teruggekeerd naar het scherm van stap 1 (→35). Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm te schakelen. SQW0028 Voorbereidingen Veelgebruikte functies aan de knoppen toewijzen (functieknoppen) U kunt veelgebruikte functies aan specifieke knoppen toewijzen. 1 Stel het menu in → 2 3 [Voorkeuze] → [Fn knopinstelling] Druk op om de functieknop te selecteren waaraan u een functie wilt toewijzen en druk op [MENU/SET] Druk op om de functie te selecteren die u wilt toewijzen en druk op [MENU/SET] •• Raadpleeg (→38) voor details over de functies die kunnen worden toegewezen. •• Selecteer [Terug naar standaard] om de functieknoppen terug te zetten op de standaardinstellingen. 37 SQW0028 Voorbereidingen Veelgebruikte functies aan de knoppen toewijzen (functieknoppen) Een functie aan een functieknop toewijzen Druk op de functieknop om de toegewezen functie te gebruiken. ••U kunt de volgende functies toewijzen aan de [Fn1]-, [Fn2]- en [Fn3]-knoppen. •• [Wi-Fi] (→225): [Fn2]* •• [LVF/Scherm] (→55): [Fn3]* •• [AF/AE vergrend.] (→133) •• [AF AAN] (→129, 133) •• [Voorvertoning] (→88): [Fn1]* •• [Niveaumeting] (→66) •• [Focus instellen] •• [Cursortoets vergrend.] •• [Fotostijl] (→100) [Opname]-menu/opnamefuncties •• [Fotoresolutie] (→108) •• [Kwaliteit] (→109) •• [AFS/AFF/AFC] (→114) •• [Meetfunctie] (→139) •• [Schaduw markeren] (→102) •• [Int.dynamiek] (→111) •• [I.resolutie] (→111) •• [HDR] (→112) •• [Sluitertype] (→140) •• [Flitserfunctie] (→180) •• [Flitser instel.] (→183) •• [i.Zoom] (→172) •• [Dig. zoom] (→173) •• [Stabilisatie] (→168) •• [Gevoeligheid] (→136) •• [Witbalans] (→103) •• [AF mode/MF] (→115) •• [Aandrijfstand] (→141) •• [Terug naar standaard] [Bewegend beeld]-menu •• [4K-FOTO] (→195) •• [Filmopnamestnd] (→187) •• [Foto/film] (→198) [Voorkeuze]-menu •• [Voorkeursinst. gebr.] (→60) •• [Stille modus] (→161) •• [Peaking] (→130) •• [Histogram] (→64) •• [Richtlijnen] (→65) •• [Zebrapatroon] (→166) •• [Zwart-wit Live View] (→167) •• [Opn.gebied] (→192) •• [Zoomschakelaar] (→175) * Instellingen van de functieknoppen bij het moment van aanschaf. ••Bepaalde functies kunnen niet aan bepaalde functieknoppen worden toegewezen. ●●De functie die aan de functieknop is toegewezen, werkt in sommige modi of op sommige weergaveschermen mogelijk niet. ●●Wanneer [Focus instellen] is toegewezen aan een functieknop, kunt u het positie-instelscherm voor het AF-gebied of MF assist weergeven. ●●Wanneer de cursortoets vergrendeld is, wordt de bediening van de cursortoets, de [MENU/SET]- knop en de bedieningsknop uitgeschakeld. Druk opnieuw op de functieknop om de bediening in te schakelen. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●De functie die wordt toegewezen aan de [Fn1]-knop, zal in de volgende gevallen niet werken: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect], [Kleuraccent], [Zonneschijn]) •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld ●●De functie die wordt toegewezen aan de [Fn2]-knop, zal in het volgende geval niet werken: •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Bij het opnemen van 4K-films na instelling van [4K-FOTO] op [ON] 38 SQW0028 Voorbereidingen Instellingen veranderen met de bedieningsring De "bedieningsring" is een eenvoudige en handige manier om diverse instellingen aan te passen, afhankelijk van de geselecteerde cameramodus. Met de bedieningsring kunt u de instellingen van het apparaat wijzigen. Onderdelen die kunnen worden ingesteld met de bedieningsring verschillen afhankelijk van de opnamemodi. Hieronder staan de vooraf geregistreerde instellingen. Opnamemodus Instelling [Intelligent auto]-modus Stapsgewijze zoom (→174) [Program AE]-modus Stapsgewijze zoom (→174) [Lensopeningspr.]-modus Stapsgewijze zoom (→174) [Sluiterprioriteit]-modus Sluitertijdinstelling* (→84) [Handm. belicht.]-modus Sluitertijdinstelling* (→86) * Met de bedieningsring kunt u de waarden van de volgende instellingen wijzigen, wat niet mogelijk is met de sluitertijdknop. –– Kortere sluitertijd dan 1/4000 seconde (elektronische sluiter (→140)) –– Langere sluitertijd dan 1 seconde (mechanische sluiter (→140)) –– Instelling in stappen van 1/3 EV ●●De bedieningsring is toegewezen aan het selecteren van het beeldeffect (Filter) wanneer u een panoramabeeld opneemt. (→150) ●●Wanneer handmatig scherpstellen is ingesteld, is de scherpstelling toegewezen aan de bedieningsring. (→128) ●●Met de bedieningsring kunt u uw voorkeursinstellingen wijzigen. (→40) 39 SQW0028 Voorbereidingen Instellingen veranderen met de bedieningsring Verandering van de instellingen die aan de bedieningsring toegewezen zijn Hiermee verandert u de instellingen die aan de bedieningsring toegewezen zijn. 1 Stel het menu in → 2 [Voorkeuze] → [Bedieningsring] Selecteer met de instelling en druk op [MENU/SET] Instellingen die kunnen worden toegewezen [DEFLT] [Normaal] [Zoom] (→170) •• Om terug te keren naar de standaardinstelling, selecteert u [Normaal]. (→39) •• Als u de bedieningsring niet gebruikt, selecteert u [OFF] ([Niet ingesteld]). [Stapsg. zoom] (→174) [Gevoeligheid] (→136) [Witbalans] (→103) [Filter selecteren] (→89) [OFF] [Niet ingesteld] ●●De instelling van de toegewezen functie geldt voor alle opnamemodi. De functie die aan de bedieningsring is toegewezen, kan mogelijk niet werken in sommige combinaties van de opnamemodus of instellingen die voor opnemen worden gebruikt (panoramafoto’s opnemen, filterinstelling enzovoort) ●●Als handmatig scherpstellen ingesteld is, is de bedieningsring vastgezet op de functie voor het aanpassen van de scherpstelling. U kunt de toegewezen instellingen niet gebruiken bij gebruik van de [Bedieningsring]. (→128) 40 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu [Klokinst.] en [Slaapsmodus] zijn belangrijk voor de klokinstelling en de batterijgebruiksduur. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt. Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [Klokinst.] De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen. (→30) [Wereldtijd] Stel de opnamedatum en -tijd in met de lokale tijd op uw bestemming. ••Stel [Home] in wanneer u de camera na aanschaf voor het eerst gebruikt. U kunt [Bestemming] instellen nadat u [Home] hebt ingesteld. Instellingen: [Bestemming]/[Home] 1 2 Selecteer met [Bestemming] of [Home] en druk op [MENU/SET] Selecteer met het gebied en druk op [MENU/SET] Huidige tijd op geselecteerde bestemming Naam stad/regio Verschil met thuistijd Wanneer de [Bestemming] is gekozen Wanneer de [Home] is gekozen ■■Zomertijd instellen Druk op in stap 2. (Nogmaals drukken om de instelling te annuleren) •• Wanneer u de zomertijd [   ] instelt, wordt de huidige tijd 1 uur vooruitgezet. Als de instelling wordt geannuleerd, keert de tijd automatisch terug naar de huidige tijd. ■■Wanneer u terugkomt van uw reisbestemming Selecteer [Home] in stap 1 en druk op [MENU/SET] ●●Als u uw bestemming niet kunt vinden in het gebied dat op het scherm wordt weergegeven, stel de tijd dan in op basis van het verschil met de tijd in de thuiszone. 41 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [Reisdatum] Als u uw reisschema instelt en beelden opneemt, wordt ingesteld op welke dag van de reis de foto is gemaakt. ■■[Reissetup] Instellingen: [SET]/[OFF] 1 2 3 4 Selecteer met [Reissetup] en druk op [MENU/SET] Selecteer met [SET] en druk op [MENU/SET] Selecteer met de vertrekdatum en druk op [MENU/SET] Selecteer met de retourdatum en druk op [MENU/SET] ■■Opnemen op [Locatie] Wanneer de [Reissetup] is ingesteld, kunt u de locatie kiezen. Selecteer [Locatie] in stap 1 hierboven en druk op [MENU/SET] Selecteer met de optie [SET] en druk op [MENU/SET] Voer uw locatie in (Tekst invoeren (→52)) ●●Voor het afdrukken van de [Locatie] of het aantal dagen dat is verstreken, gebruikt u naar keuze [Tekst afdr.] of drukt u af met de software "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde dvd. ●●De reisdatum wordt berekend aan de hand van de ingestelde vertrekdatum en de datum die is ingesteld in de klok van de camera. Wanneer de bestemming wordt ingesteld in [Wereldtijd], wordt het verstreken aantal dagen berekend op basis van de lokale tijd op de bestemming. ●●Wanneer [Reissetup] is ingesteld op [OFF], wordt het aantal verstreken dagen niet vastgelegd. Dit aantal wordt zelfs niet weergegeven als [Reissetup] wordt ingesteld op [SET] na het opnemen. ●●Wanneer de huidige datum voorbij de retourdatum komt, wordt [Reissetup] automatisch geannuleerd. ●●[Reisdatum] kan niet worden opgenomen voor AVCHD-films. ●●[Locatie] wordt niet opgenomen wanneer u films opneemt. [Wi-Fi] Instellingen: [Wi-Fi-functie]/[Wi-Fi setup] Configureer de vereiste instellingen voor de Wi-Fi-functie. (→227, 272) 42 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [Toon] Voor instellen van de waarschuwingstonen en de sluiterklikken. ■■[Beep volume] Instellingen: (Hard) / (Zacht) / (Uit) Instellingen: (Hard) / (Zacht) / (Uit) Instellingen: / ■■[Shutter vol.] ■■[Shutter toon] / ●●Wanneer [Stille modus] op [ON] wordt ingesteld, worden [Beep volume] en [Shutter vol.] op "Uit" ingesteld. [Live View Modus] Voor instellen van de weergavesnelheid en de beeldkwaliteit van het scherm ("live view" scherm) bij het opnemen van beelden. Instellingen [30fps] [60fps] Beeldkwaliteit heeft een hogere prioriteit dan weergavesnelheid en beelden worden op 30 frames/seconde weergegeven. Gebruik deze instelling bijvoorbeeld wanneer u een relatief langzaam bewegend onderwerp op wilt nemen terwijl u de scherpstelling bevestigt. Het stroomverbruik wordt beperkt en de gebruikstijd verlengd. Weergavesnelheid heeft een hogere prioriteit dan beeldkwaliteit en beelden worden op 60 frames/seconde weergegeven. De weergegeven beelden zullen ietwat korrelig zijn. Gebruik deze instelling bijvoorbeeld wanneer u een snel bewegend onderwerp op wilt nemen. ●●De instelling [Live View Modus] heeft geen invloed op het opgenomen beeld. ●●De weergavesnelheid kan trager worden in donkere locaties. ●●Wanneer de zoeker wordt gebruikt, wordt de [Live View Modus] vast ingesteld op [60fps]. ●●Wanneer de netadapter (optioneel) wordt gebruikt, wordt [Live View Modus] vastgezet op [60fps]. 43 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [Scherm]/[Zoeker] Pas de helderheid en de kleur van het scherm of de zoeker aan. U kunt het beste de standaardinstellingen gebruiken. Deze zijn bedoeld om een voorbeeld van het werkelijke beeld te geven, zo nauwkeurig mogelijk. Instellingen Hiermee past u de helderheid aan. [Helderheid] Hiermee past u het contrast aan. [Contrast] Hiermee past u de levendigheid van kleuren aan. [Verzadiging] Hiermee past u de roodtinten aan. [Roodachtig] Hiermee past u de blauwtinten aan. [Blauwzweem] 1 2 Druk op passen om de instelling te selecteren en druk op om deze aan te •• U kunt ook instellingen verrichten met de bedieningsknop. Druk op [MENU/SET] ●●Het scherm wordt aangepast wanneer het scherm in gebruik is en de zoeker wanneer de zoeker in gebruik is. ●●Sommige onderwerpen kunnen er anders uitzien dan in werkelijkheid, maar dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld. 44 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [Helderheid scherm] Hiermee stelt u de helderheid van het scherm in, afhankelijk van het niveau van het omgevingslicht. Instellingen De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de camera. De helderheid wordt verhoogd. De helderheid is standaard. De helderheid wordt verlaagd. ●●Omdat op het beeld op het scherm de helderheid wordt benadrukt, kunnen sommige onderwerpen er anders uitzien dan in werkelijkheid, maar dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.  ] keert terug naar de gewone helderheid als u tijdens het opnemen 30 seconden lang geen bedieningshandeling verricht. (Druk op een willekeurige knop om het scherm weer helderder te maken.) ●●Wanneer u [   ] of [   ] instelt, wordt de gebruikstijd verkort. ●●[   ] kan niet geselecteerd worden tijdens het afspelen. ●●Wanneer de netadapter (optioneel) wordt gebruikt, is de oorspronkelijke instelling [   ]. ●●[  45 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [Slaapsmodus] De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er een vastgestelde tijd lang geen bedieningshandeling wordt uitgevoerd. ••Herstellen → Druk de ontspanknop half in of schakel de camera weer in. Instellingen: [10MIN.] / [5MIN.] / [2MIN.] / [1MIN.] / [OFF] Niet beschikbaar in de volgende gevallen: •• Tijdens het opnemen/afspelen van films •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Wanneer het apparaat op een computer/printer aangesloten is •• Tijdens diashows •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling [Automatische opname]) •• Wanneer de netadapter (optioneel) en de DC coupler (optioneel) gebruikt worden 46 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [USB mode] Selecteer een communicatiemethode voor aansluiting van de camera op een computer of printer via een USB-kabel (bijgeleverd). Instellingen [Select. verbinding] Selecteer elke keer dat u verbinding met een computer of een PictBridge-compatibele printer maakt, een communicatiemethode. [PictBridge (PTP)] Selecteer deze functie voor aansluiting op een PictBridge-geschikte printer. Selecteer deze functie bij aansluiting op een computer. [PC] [TV-verbinding] Wijzig de instellingen die u wilt gebruiken wanneer de camera is aangesloten op een tv of ander apparaat. ■■[Video uit] Deze instelling werkt als de AV-kabel (optioneel) of de HDMI-microkabel is aangesloten. Instellingen [NTSC] Video-uitgang is ingesteld op NTSC-systeem. [PAL] Video-uitgang is ingesteld op PAL-systeem. ■■[TV-aspect] Deze instelling werkt als er een AV-kabel (optioneel) is aangesloten. Instellingen: [16:9] / [4:3] 47 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [TV-verbinding] (vervolg) ■■[HDMI-functie] Stel het formaat voor de HDMI-uitgang in wanneer u afspeelt op de HDMI-compatibele HD-tv die op dit apparaat is aangesloten met de HDMI-microkabel. Instellingen [AUTO] Hiermee stelt u automatisch de uitgangsresolutie in op basis van informatie van een aangesloten tv. [4K] Hiermee worden beelden weergegeven met een resolutie van 3840 × 2160 pixels en een progressieve scanmethode voor het aantal effectieve scanlijnen (2.160 lijnen). [1080p] Hiermee worden beelden weergegeven met een progressieve scanmethode voor het aantal effectieve scanlijnen (1.080 lijnen). [1080i] Hiermee worden beelden weergegeven met een interliniëringsscanmethode voor het aantal effectieve scanlijnen (1.080 lijnen). [720p] Hiermee worden beelden weergegeven met een progressieve scanmethode voor het aantal effectieve scanlijnen (720 lijnen). [576p]*1/[480p]*2 Hiermee worden beelden weergegeven met een progressieve scanmethode voor het aantal effectieve scanlijnen (576*1/480*2 lijnen). *1 Wanneer [Video uit] is ingesteld op [PAL] *2 Wanneer [Video uit] is ingesteld op [NTSC] ●●Dit werkt wanneer de HDMI-microkabel is aangesloten. ●●Als er met [AUTO] geen beeld op de tv verschijnt, schakelt u de instelling naar een andere constante instelling dan [AUTO] om een formaat in te stellen dat door uw tv wordt ondersteund. (Lees de gebruiksaanwijzing van de tv.) 48 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [TV-verbinding] (vervolg) ■■[VIERA link] Voor automatisch gekoppelde bediening met andere VIERA Link-compatibele apparaten en bediening met een VIERA-afstandsbediening bij aansluiting met een HDMI-microkabel. (→278) Instellingen [ON] Voor de bediening gebruikt u de afstandsbediening van het aangesloten VIERA Linkcompatibele apparaat. •• Niet alle functies zijn hiermee te bedienen. •• De werking van de toetsen op de camera zelf zal beperkt zijn. [OFF] Voor de bediening gebruikt u de toetsen op de camera zelf. ●●Dit werkt wanneer de HDMI-microkabel is aangesloten. [Menu hervatten] Sla de laatste gebruikte menupositie op. Instellingen: [ON]/[OFF] [Achtergrondkleur] Hiermee stelt u de achtergrondkleur voor het menuscherm in. (→33) [Menu-informatie] Uitleg van de menuonderdelen en instellingen wordt op het menuscherm weergegeven. Instellingen: [ON]/[OFF] [Taal] Schermtaal wijzigen. Hiermee stelt u de schermtaal in. 49 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [Versie disp.] Controleert de firmware-versie van de camera of de bijgeleverde flitser (wanneer de flitser is aangebracht). ●●Als u op [MENU/SET] drukt terwijl de versie wordt aangegeven, verschijnt er software-informatie voor dit apparaat, zoals bijvoorbeeld de licentie. [Zelf ontsp. auto uit] Als het apparaat uitgeschakeld wordt, wordt de zelfontspanner geannuleerd. Instellingen: [ON]/[OFF] [Nr. resetten] Nummers van fotobestanden resetten. (Het nummer van de map wordt bijgewerkt en bestanden worden genummerd vanaf 0001.) ••Het mapnummer terugzetten op 100: formatteer eerst de kaart en zet vervolgens de bestandsnummers terug met [Nr. resetten]. Selecteer vervolgens [Ja] in het scherm voor het resetten van de mapnummers. ●●Aan de map kan een nummer tussen 100 en 999 worden toegekend. De nummers kunnen niet worden teruggesteld wanneer het mapnummer 999 bereikt wordt. In dat geval slaat u alle belangrijke beelden op uw computer op en formatteert u de kaart (→26). [Resetten] Terugkeren naar de standaardinstellingen. ■■[Opname instellingen resetten ?] ■■[Set-up/voorkeuze-instellingen resetten?] ●●De gegevens die zijn geregistreerde voor [Gezicht herk.] komen te vervallen wanneer u de opname-instellingen terugstelt. ●●Wanneer de instelling/aangepaste instellingen worden teruggezet, worden ook de volgende instellingen teruggezet: •• De instelling [Profiel instellen] •• De instellingen van [Scherm roteren], [Foto's sorteren], [Wissen bevestigen] in het [Afspelen]menu ●●De mapnummers en de klokinstellingen worden niet teruggesteld. 50 SQW0028 Voorbereidingen Gebruik van het [Set-up]-menu Zie voor meer informatie over selectie van de instellingen van het [Set-up]-menu (→31) [Wi-Fi resetten] Zet de [Wi-Fi]-instellingen terug in de standaardinstellingen. ●●Als u uw camera wilt wegwerpen of weggeven, dient u deze altijd terug te zetten op de beginwaarden om te voorkomen dat uw persoonlijke gegevens per ongeluk worden gebruikt. ●●Wanneer u om een reparatie van uw camera vraagt, dient u een back-up te maken van uw persoonlijke gegevens en ook altijd de camera terug te zetten op de beginwaarden. [Formatteren] Hiermee formatteert (initialiseert) u een geheugenkaart. (→26) 51 SQW0028 Voorbereidingen Tekst invoeren Gebruik de cursortoets om namen in te voeren met de gezichtsherkenningsfunctie en in [Profiel instellen] (baby’s en huisdieren), of voor het registreren van locaties in [Reisdatum] enz. ••Er kunnen alleen letters en symbolen worden ingevoerd. ••Voorbeeld van een bewerking voor het weergeven van een scherm: → [Opname] → [Profiel instellen] → [SET] → [Baby1] → [Naam] → [SET] 1 2 Selecteer tekens met Druk enkele malen op [MENU/SET] totdat de gewenste letter wordt weergegeven Cursorpositie Er wordt tekst ingevoegd op de cursorpositie. ••[   ]: Voer een spatie in. ■■Lettertype wijzigen ••Druk op de [DISP.]-knop ••Selecteer met [  [MENU/SET]  ] en druk op ■■Doorgaan met het invoeren van lettertekens ••Selecteer met [   ] en druk op [MENU/SET] ••Beweeg de zoomhendel naar de T-zijde ••Draai de bedieningsknop naar rechts ■■Tekst bewerken Selecteer met [   ] [   ] en druk op [MENU/SET]. Ga vervolgens met de cursor naar de tekst die u wilt bewerken ••U kunt de cursor ook verplaatsen met de zoomhendel of de bedieningsknop. Selecteer met [Wissen] en druk op [MENU/SET] Selecteer met de juiste tekst en druk vervolgens op [MENU/SET] 3 Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekst, selecteert u met [Inst.] en drukt u op [MENU/SET] ●●U kunt maximaal 30 tekens invoeren (maximaal 9 tekens wanneer u namen instelt in [Gezicht herk.]). ●●U kunt maximaal 15 tekens invoeren voor [  u namen instelt in [Gezicht herk.]). 52  ], [   ], [   ], [   ] en [   ] (maximaal 6 tekens wanneer SQW0028 Basisbediening De camera vasthouden AF-assistlampje ••Om te voorkomen dat de camera gaat trillen, houdt u deze met beide handen vast, houdt u uw armen strak Microfoon langs uw lichaam terwijl u met uw voeten iets uit elkaar gaat staan. ••Raak de lens niet aan. ••Let bij het opnemen van filmbeelden op dat u de microfoon niet blokkeert. ••Blokkeer het AF-assistlampje of de flitser niet wanneer u dit gebruikt om een beeld op te nemen. Laat uw onderwerp niet van dichtbij in de flits of het lampje Schouderriem kijken. ••Zorg dat de camera niet beweegt op het moment dat u op de ontspanknop drukt. ••We raden u aan de bijgeleverde schouderriem te gebruiken om te voorkomen dat u de camera laat vallen. De richtingsdetectiefunctie Foto’s die worden gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, kunnen tijdens het afspelen automatisch staand worden weergegeven. (Alleen wanneer [Scherm roteren] is ingesteld op [ON].) ••De richtingsdetectiefunctie werkt mogelijk niet juist als er beelden worden opgenomen wanneer de camera omhoog of omlaag wordt gericht. ••Films kunnen niet staand worden weergegeven. 53 SQW0028 Basisbediening Beelden opnemen met de zoeker Wanneer u de zoeker gebruikt, kunt u de weergave van het onderwerp zelfs in een omgeving met veel licht bekijken. Schakelen tussen het scherm en de zoeker U kunt de [LVF]/[Fn3]-knop op twee manieren gebruiken, ofwel als de [LVF]-knop voor weergave in de zoeker of als een functieknop [Fn3]. Vanaf het moment van aanschaf kunt u deze knop gebruiken als [LVF]-knop voor zoekerweergave. ••Raadpleeg voor details over de functieknop (→37). [LVF]-knop Oogsensor 1 Druk op de [LVF]-knop •• Het scherm wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven. Automatisch schakelen tussen zoeker en scherm Zoekerweergave Schermweergave Automatisch schakelen tussen zoeker en scherm Voor automatisch schakelen tussen de zoeker en het scherm schakelt de oogsensor de weergave automatisch naar de zoeker wanneer uw oog of een object in de buurt komt van de zoeker. ••De oogsensor werkt mogelijk niet correct, afhankelijk van de vorm van uw bril, de manier waarop u de camera vasthoudt en of het oculair en de omgeving aan sterk licht worden blootgesteld. Druk in dit geval op de [LVF]-knop om de weergave te schakelen. ••Tijdens het afspelen van een film of diashow schakelt de oogsensor de weergave niet automatisch naar de zoeker. ••De gevoeligheid van de oogsensor kan ingesteld worden met [Oogsensor] in het [Voorkeuze]-menu. (→55) 54 SQW0028 Basisbediening Beelden opnemen met de zoeker De gevoeligheid van de oogsensor instellen of instellen dat de weergave tussen de zoeker en het scherm wordt geschakeld → [Voorkeuze] → [Oogsensor] [Gevoeligheid] Met deze instelling stelt u de gevoeligheid van de oogsensor in. [HIGH] / [LOW] [LVF/Scherm] Met deze instelling schakelt u de weergave tussen de zoeker en het scherm. [LVF/MON AUTO] (automatisch schakelen tussen zoeker en scherm)/ [LVF] (weergave via zoeker)/[MON] (weergave via scherm) •• Nadat de weergave is geschakeld met de [LVF]-knop, wordt de instelling van [LVF/Scherm] ook gewijzigd. Informatie over de diopterinstelling Pas de diopter aan uw zicht aan, zodat u de zoeker duidelijk kunt zien. Draai de diopterinstelring om deze aan te passen totdat u de lettertekens in de zoeker duidelijk kunt zien. Diopterinstelring Informatie over oogsensor-AF Als de oogsensor geactiveerd wordt wanneer [Oogsensor AF] in het [Voorkeuze]-menu ingesteld is op [ON], past de camera automatisch de scherpstelling aan. ••Oogsensor-AF past de scherpstelling slechts een keer aan als u in de zoeker kijkt. Het past niet continu de scherpstelling aan terwijl u in de zoeker kijkt. ●●Zelfs wanneer [Oogsensor AF] is ingesteld en de camera de scherpstelling automatisch aanpast, hoort u geen pieptoon. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●[Oogsensor AF] werkt mogelijk niet bij weinig licht. 55 SQW0028 Basisbediening Fotograferen ••Druk op de [  1 2  ]-knop (   ) om de aandrijfstand in te stellen op [   ] ([Enkel]). Selecteer de opnamemodus (→59) Stel scherp op het onderwerp Scherpstelaanduiding (Goed scherpgesteld: brandt Niet goed scherpgesteld: knippert) Half indrukken (licht indrukken voor scherpstellen) 3 ••De diafragmawaarde en de sluitertijd worden weergegeven. (Als de diafragmawaarde en de sluitertijd in rood worden weergegeven en knipperen, hebt u niet de juiste belichting, tenzij u de flitser gebruikt.) ••Wanneer u een foto maakt op een donkere locatie, Diafragmawaarde wordt [   ] weergegeven voor de schepstelaanduiding Sluitertijd en kan het langer duren dan gewoonlijk om scherp te stellen. AF-gebied ••Wanneer [AFS/AFF/AFC] in het [Opname]-menu is (Goed scherpgesteld: groen) ingesteld op [AFF] of [AFC] –– U hoort alleen de eerste keer als de camera scherpstelt een pieptoon terwijl u de ontspanknop half indrukt. –– Wanneer de automatische scherpstelmodus is ingesteld op aangepast multi, zoals [   ] en [   ], wordt het AF-gebied alleen de eerste keer weergegeven wanneer de camera scherp is gesteld terwijl u de ontspanknop half indrukt. Maak een foto Volledig indrukken (helemaal indrukken om een opname te maken) ●●De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon wanneer niet goed is scherpgesteld. Gebruik het in rood weergegeven scherpstelbereik ter referentie. Ook al wordt de scherpstelaanduiding weergegeven, dan nog kan de camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het scherpstelbereik valt. ●●Het weergegeven AF-gebied kan groter zijn, afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals donkere locaties of zoomfactor. ●●De kwaliteit van de beeldweergave kan slechter zijn tijdens de automatische scherpstelling. 56 Scherpstelaanduiding Scherpstelbereik SQW0028 Basisbediening Fotograferen ●●Onderwerpen/omgevingen waarbij scherpstellen een probleem kan zijn: ••Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen of voorwerpen zonder kleurcontrasten. ••Foto’s maken door een ruit of vlakbij voorwerpen die licht uitstralen. ••In het donker, of als de camera erg beweegt. ••Wanneer u te dicht bij het voorwerp staat of wanneer u een foto maakt waarop zowel veraf als dichtbij gelegen voorwerpen staan. Foto’s weergeven direct nadat u ze hebt gemaakt → [Tijdsduur] [Voorkeuze] → [Auto review] Hiermee stelt u de tijd in om de gemaakte foto’s na het fotograferen weer te geven. [HOLD]: foto’s weergeven totdat u de ontspanknop half indrukt [5SEC] / [4SEC] / [3SEC] / [2SEC] / [1SEC] / [OFF] [ON]: tijdens [Auto review] kunt u het afspeelscherm schakelen of beelden [Prior. verwijderen. afspeelbewerking] [OFF]: tijdens [Auto review] kunt u dezelfde knoppen gebruiken als bij het maken van een foto. ••Wanneer [Tijdsduur] is ingesteld op [HOLD], is [Prior. afspeelbewerking] vastgezet op [ON]. 57 SQW0028 Basisbediening Films opnemen U kunt beelden opnemen in volledige HD-kwaliteit die aan de AVCHD-norm voldoet, evenals films in MP4 opnemen. U kunt tevens 4K-films in MP4 opnemen. (→194) Het geluid wordt in stereo opgenomen. 1 Druk op de filmknop om bewegende beelden op te nemen ••Na indrukken laat u de filmknop onmiddellijk weer los. ••U kunt films opnemen die bij elke opnamemodus passen. (→59) ••Terwijl u films opneemt, knippert de opnamestatusindicator (rood). ••Als u ongeveer 1 minuut of langer geen bewerking uitvoert, wordt een deel van de informatie op het scherm uitgeschakeld. Druk op de [DISP.]-knop als u de informatie weer wilt weergeven. ••Let bij het opnemen van filmbeelden op dat u de microfoons niet blokkeert. ••U kunt ook in- en uitzoomen als u films opneemt. –– Het bedieningsgeluid van de zoomhendel of bedieningsknop kan in sommige gevallen worden opgenomen. ••Ook tijdens het filmen kunt u nog foto’s nemen (→198) 2 Opnamestatusindicator Verstreken opnameduur Resterende opnameduur (ongeveer) Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met filmen ●●Lees "Films opnemen" voor details. (→187) 58 SQW0028 Basisbediening De opnamemodus selecteren De opnamemodus selecteren met de diafragmaring en de sluitertijdknop 1 Draai de diafragmaring en de sluitertijdknop •• Draai de diafragmaring en de sluitertijdknop langzaam totdat ze in een klikstand staan om de positie juist uit te lijnen. U kunt de diafragmaring instellen op [A] (Auto) of op diafragmawaarden tussen [1.7] en [16]. [Intelligent auto]-modus selecteren 1 Druk op de [iA]-knop •• De [Intelligent auto]-modus wordt ingesteld en het pictogram van de opnamemodus verandert in [   ]. Wanneer u nogmaals op de [iA]-knop drukt, wordt de opnamefunctie omgeschakeld naar een die het mogelijk maakt om instellingen te maken met behulp van de diafragmaring en sluitertijdknop. •• Wanneer de [Intelligent auto]-modus geselecteerd wordt, wordt de opnamemodus die was ingesteld met de diafragmaring en de sluitertijdknop geannuleerd. [Intelligent auto]-modus (→75) Foto’s opnemen met automatische instellingen. [Program AE]-modus (→81) Foto’s maken met de instellingen voor diafragmawaarde en sluitertijd automatisch aangepast. [Lensopeningspr.]-modus (→83) Diafragma instellen en vervolgens foto’s opnemen. [Sluiterprioriteit]-modus (→84) Sluitertijd instellen en vervolgens foto’s opnemen. [Handm. belicht.]-modus (→86) Kies de gewenste diafragmawaarde en sluitertijd en ga dan beelden opnemen. 59 SQW0028 Basisbediening De opnamemodus selecteren Een combinatie van instellingen registreren die gebruikt kunnen worden tijdens het opnemen (Voorkeursinstelling) U kunt tot drie combinaties van uw favoriete menu-instellingen registreren. Als u [Voorkeursinst. gebr.] selecteert in het [Voorkeuze]-menu, kunt u snel schakelen naar de instellingen die u als voorkeursinstellingen geselecteerd hebt. ■■De voorkeursinstellingen registreren Stel uw voorkeursmenu-instellingen in zoals het [Opname]-menu, [Bewegend beeld]menu en [Voorkeuze]-menu Stel het menu in → [Voorkeuze] → [Geh voorkeursinst.] Selecteer met SET] voorkeursinstellingen (C1-C3) voor registratie en druk op [MENU/ •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. ●●De volgende menuonderdelen worden niet als voorkeursinstellingen geregistreerd. [Opname]-menu •• Gegevens geregistreerd met [Gezicht herk.] •• De instelling [Profiel instellen] [Set-up]-menu •• Alle menu’s [Afspelen]-menu •• [Scherm roteren] •• [Foto's sorteren] •• [Wissen bevestigen] ■■De voorkeursinstellingen gebruiken Stel het menu in → [Voorkeuze] → [Voorkeursinst. gebr.] Selecteer met de voorkeursinstelling Druk op [MENU/SET] 50i •• De instellingen worden geschakeld naar die instellingen die u als voorkeursinstellingen geselecteerd hebt. Voorkeursinstellingen oproepen met de functieknop Als u de functieknop instelt op [Voorkeursinst. gebr.], kunt u snel naar uw voorkeursinstellingen schakelen door op de functieknop te drukken. Wijs [Voorkeursinst. gebr.] aan uw voorkeursfunctieknop toe met [Fn knopinstelling] in het [Voorkeuze]-menu (→37) Druk op de functieknop waaraan [Voorkeursinst. gebr.] is toegewezen. Selecteer met de voorkeursinstellingen en druk op [MENU/SET]. 60 SQW0028 Basisbediening De opnamemodus selecteren Bij wijziging van de menu-instellingen Zelfs als de menu-instellingen tijdelijk worden veranderd terwijl een van de aangepaste instellingen is geselecteerd, blijven de huidig geregistreerde instellingen onveranderd. Als u de momenteel geregistreerde instellingen wilt wijzigen, overschrijft u de geregistreerde gegevens via [Geh voorkeursinst.] in het [Voorkeuze]-menu. Niet beschikbaar in het volgende geval: •• In de [Intelligent auto]-modus 61 SQW0028 Basisbediening De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm U kunt de opnamegegevens (zoals pictogrammen voor diverse instellingen) en de waterpas ook uitschakelen (→66). 1 Druk op de [DISP.]-knop om van scherm te wisselen ••U kunt met [Scherm disp. stijl] en [LVF disp. stijl] in het [Voorkeuze]-menu [   ] (weergave-indeling stijl scherm) of [   ] (weergave-indeling stijl Live zoeker) selecteren voor de weergave van het scherm en de zoeker. ■■[   ] Weergave-indeling stijl scherm ••Het scherm wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven. (Voorbeeld van weergave stijl scherm) Met informatie*1 Zonder informatie Met informatie*1 50i Zonder informatie + waterpas + waterpas 50i Uitgeschakeld Scherm met opnamegegevensscherm*2 *1 Wanneer [Histogram] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], wordt er een histogram weergegeven. (→64) Wanneer [Lichtmeter] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], wordt de belichtingsmeter weergegeven. (→81) * scherm wordt alleen weergegeven wanneer [Scherm info stijl] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON]. (→65) Terwijl u de opnamegegevens op het scherm controleert, kunt u beelden opnemen via de zoeker. 2 Dit 62 SQW0028 Basisbediening De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm ■■[   ] Weergave-indeling stijl Live zoeker ••Het scherm wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven. (Voorbeeld van weergave stijl zoeker) Met informatie (gedetailleerde informatie)* Met informatie Met informatie (gedetailleerde informatie)* + waterpas 50i Met informatie + waterpas 50i * Wanneer [Histogram] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], wordt er een histogram weergegeven. (→64) Wanneer [Lichtmeter] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], wordt de belichtingsmeter weergegeven. (→81) ●●Als u ongeveer 1 minuut of langer geen bewerking uitvoert, wordt een deel van de informatie op het scherm uitgeschakeld. Druk op de [DISP.]-knop als u de informatie weer wilt weergeven. De schermweergavemethode schakelen [  [  → [Voorkeuze] → [Scherm disp. stijl]  ]: Weergave-indeling stijl Live zoeker  ]: Weergave-indeling stijl scherm De zoekerweergavemethode schakelen [  [  63 → [Voorkeuze] → [LVF disp. stijl]  ]: Weergave-indeling stijl Live zoeker  ]: Weergave-indeling stijl scherm SQW0028 Basisbediening De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm Histogramweergave in-/uitschakelen → Stel met [Voorkeuze] → [Histogram] → [ON]/[OFF] de positie in. Geeft de verdeling van de helderheid in het beeld weer – als de grafiek bijvoorbeeld een piek aan de rechterkant heeft, betekent dit dat er verschillende lichte gedeelten op het beeld staan. Een piek in het midden wijst op optimale helderheid (juiste belichting). Dit kunt u gebruiken als vingerwijzing voor de belichtingscompensatie e.d. (Bijvoorbeeld) Donker ← OK → Licht ●●Wanneer het histogram niet hetzelfde is dat als van het opgenomen beeld onder de volgende omstandigheden, wordt het histogram in oranje weergegeven: •• Wanneer het hulpmiddel voor de handmatige belichting andere instellingen aangeeft dan 0 EV in de [Handm. belicht.]-modus of tijdens belichtingscompensatie. •• Wanneer de flitser flitst. •• Wanneer de juiste belichting niet wordt verkregen of wanneer de helderheid van het scherm niet nauwkeurig kan worden weergegeven in een donkere locatie. ●●Het histogram dat tijdens het opnemen wordt weergegeven, is alleen een referentie. ●●Het histogram is anders dan de histogrammen die worden weergegeven in de beeldbewerkingssoftware op een computer. 64 SQW0028 Basisbediening De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm Weergave van de richtlijn in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [Richtlijnen] → [   ]/[   ]/[   ]/[OFF] ••De richtlijn wordt niet weergegeven tijdens het opnemen van panoramafoto’s. Wanneer u [   ] selecteert, kunt u met de positie instellen. De opnamegegevens op het scherm in-/uitschakelen → 65 [Voorkeuze] → [Scherm info stijl] → [ON]/[OFF] SQW0028 Basisbediening De weergavegegevens schakelen op het opnamescherm Gebruik van de waterpas Als u zeker wilt weten dat de camera niet schuin staat of kantelt, bijvoorbeeld als u een beeld van een landschap opneemt, gebruikt u de waterpasindicatie als referentie. 1 Druk op de [DISP.]-knop om van scherm te wisselen 2 Druk op de knop om naar een ander scherm te gaan. Druk op de knop totdat de waterpas wordt weergegeven. Camerahoek corrigeren ■■Gebruik van de waterpas De gele lijn geeft de huidige hoek aan. Corrigeer de hoek van de camera zodat deze overeenkomt met de witte lijn. Omhoog of omlaag Naar links of rechts kantelen kantelen •• In dit geval is deze omhoog gericht. •• In dit geval is de rechterkant omlaag gezakt. ••Wanneer de camera zeer weinig of helemaal niet gekanteld is, wordt de waterpas groen. ••Wanneer foto’s staand worden opgenomen, schakelt de waterpas automatisch naar een stand voor de staande richting. ●●Zelfs wanneer de hoek min of meer wordt gecorrigeerd, kan er een fout zijn van ±1 graad. ●●Wanneer [Niveaumeting] aan een functieknop wordt toegewezen, kunt u de waterpas in- en uitschakelen elke keer als u op de functieknop drukt. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Wanneer de camera wordt bewogen, wordt de waterpas mogelijk niet goed weergegeven. ●●De waterpas wordt mogelijk niet goed weergegeven of de richtingsdetectiefunctie (→53) werkt mogelijk niet correct als de foto’s worden gemaakt als de camera recht omhoog of omlaag wijst. 66 SQW0028 Basisbediening Uw beelden bekijken 1 Druk op de afspeelknop 2 Druk op of draai de bedieningsknop om het beeld te selecteren dat moet worden weergegeven ••Wanneer u op drukt en deze knop ingedrukt houdt, worden de beelden na elkaar weergegeven. ••De afspeelsnelheid van beelden verschilt, afhankelijk van de afspeelomstandigheden. ■■Afspelen beëindigen Druk opnieuw op de afspeelknop of druk op de filmknop. Het afspelen kan ook worden beëindigd door half indrukken van de ontspanknop. ●●Wanneer de camera naar het afspeelscherm wordt geschakeld, wordt de lensbuis na ongeveer 15 seconden ingetrokken. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Deze camera voldoet aan de DCF-normen (Design rule for Camera File system) die zijn opgesteld door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) en aan het Exif (Exchangeable image file formaat). Bestanden die niet voldoen aan DCF kunnen niet worden afgespeeld. ●●Het is niet altijd mogelijk beelden die met andere camera’s gemaakt zijn, goed af te spelen op dit apparaat of de functies van dit apparaat voor die beelden te gebruiken. Beelden naar de WEB-services verzenden Als u op drukt terwijl er één beeld wordt weergegeven, kunt u het beeld snel naar de WEB-service verzenden. (→254) 67 SQW0028 Basisbediening Uw beelden bekijken Inzoomen en bekijken "zoom afspelen" 1 Beweeg de zoomhendel naar de T-zijde •• Telkens wanneer u de zoomhendel in de richting van de T-zijde beweegt, volgt een sterkere vergroting in vier stappen: 2x, 4x, 8x en 16x. (De weergegeven beeldkwaliteit wordt achtereenvolgens lager.) •• Uitzoomen → beweeg de zoomhendel naar de W-zijde. . •• Zoompositie verplaatsen → Druk op Huidige zoomstand ●●Zoom afspelen kan niet worden gebruikt tijdens het afspelen van films, tijdens de automatisch schuivende weergave van panoramabeelden of tijdens continu afspelen. Lijst van beelden bekijken "meerdere afspelen" 1 Beweeg de zoomhendel naar de W-zijde •• Beweeg de zoomhendel naar de W-zijde en u kunt in de volgende volgorde van weergavemethode wisselen: scherm met 1 beeld (volledig scherm) → scherm met 12 beelden → scherm met 30 beelden → kalenderscherm. (Beweeg de hendel naar de T-zijde om terug te keren.) •• Wanneer u met de cursortoets een beeld selecteert en op [MENU/SET] drukt op het scherm met 12 of 30 beelden, wordt het geselecteerde beeld weergegeven op het scherm met 1 beeld (volledig scherm). •• Beelden kunnen ook worden geselecteerd met de bedieningsknop. ●●Beelden gemarkeerd met [!] kunnen niet worden weergegeven. 68 SQW0028 Basisbediening Uw beelden bekijken Beelden bekijken volgens hun opnamedatum "Kalender afspelen" 1 Draai de zoomhendel naar de W-zijde (groothoek) om het kalenderscherm weer te geven 2 Selecteer met [MENU/SET] de opnamedatum en druk op Geselecteerde datum •• Beelden worden weergegeven op een scherm met 12 beelden. •• U kunt ook de datum selecteren met de bedieningsknop. ●●U kunt de kalender weergeven vanaf januari 2000 tot en met december 2099. ●●Alleen maanden waarin beelden zijn opgenomen, worden op het kalenderscherm weergegeven. Beelden die zijn opgenomen zonder dat de klok was ingesteld, worden weergegeven met de datum 1 januari 2014. ●●Beelden met de bestemmingsinstelling [Wereldtijd] verschijnen in de kalenderweergave met de juiste datum voor de tijdzone van de bestemming. 69 SQW0028 Basisbediening Uw beelden bekijken Filmbeelden bekijken Dit apparaat is ontworpen om films af te spelen in de formaten AVCHD en MP4. 1 Selecteer een beeld met het filmpictogram ([   ]) in de afspeelmodus en druk op om te beginnen met afspelen •• Nadat het afspelen begint, wordt de verstreken speelduur weergegeven op het scherm. •• Sommige informatie wordt niet weergegeven voor films die zijn opgenomen met [AVCHD]. Opnameduur voor films Voorbeeld: 29 minuten en 30 seconden: [29m30s] Bewerkingen tijdens het afspelen van films : Pauzeren/afspelen : Stoppen :S  nel terugspoelen (2 stappen*1)/Beeld voor beeld terugspoelen*2 (wanneer wordt gepauzeerd) :S  nel vooruitspoelen (2 stappen*1)/Beeld voor beeld vooruitspoelen (wanneer wordt gepauzeerd) Bedieningsknop (linksom): Volume omlaag Bedieningsknop (rechtsom): Volume omhoog [MENU/SET]: Overnemen van foto’s uit films (wanneer wordt gepauzeerd) (→203) *1 Wanneer u weer op drukt, neemt de snelheid van het snel vooruit of achteruit afspelen toe. *2 Films die zijn opgenomen met [AVCHD] worden bij het terugspoelen beeld voor beeld getoond, met tussenpozen van ongeveer 0,5 seconde. ••Als u op drukt tijdens snel vooruitspoelen of terugspoelen, wordt automatisch teruggekeerd naar de normale afspeelsnelheid. ●●U kunt uw films bekijken op uw computer via het programma "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde dvd. ●●Films die zijn opgenomen door het beeldeffect (Filter) in te stellen op [Miniatuureffect], worden afgespeeld op ongeveer 8 x de snelheid. 70 SQW0028 Basisbediening De weergavegegevens van het afspeelscherm schakelen U kunt de weergave van beeldinformatie (bestandsnummer enzovoort) en opnameinformatie (instellingen die voor opname enzovoort worden gebruikt) uitschakelen wanneer een beeld wordt afgespeeld. 1 Druk op de [DISP.]-knop om van scherm te wisselen ••Het scherm wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven. Met informatie*1 Gedetailleerde informatieweergave*2 Histogramweergave*2 Zonder informatie*1,*2,*3 R G B 10:00 1.DEC.2014 100-0001 Y 1/98 100-0001 Zonder informatie *1 Als u ongeveer 1 minuut of langer geen bewerking uitvoert, wordt een deel van de informatie op het scherm uitgeschakeld. Druk op de [DISP.]-knop als u de informatie weer wilt weergeven. *2 Tijdens zoom afspelen, afspelen van films, automatisch schuivende weergave van panoramafoto’s, continu afspelen of diashow: u kunt het scherm alleen in- of uitschakelen. *3 Dit scherm wordt alleen weergegeven wanneer [Highlight] (→72) in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON]. ●●Een histogram van elke kleur, inclusief R (rood), G (groen), B (blauw) en Y (belichting) wordt tijdens het afspelen afzonderlijk weergegeven. ●●Tijdens afspelen van meerdere foto’s of afspelen van de kalender: u kunt het scherm niet wijzigen. 71 SQW0028 Basisbediening De weergavegegevens van het afspeelscherm schakelen Weergave overbelichte gebieden in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [Highlight] → [ON]/[OFF] U kunt overbelichte gebieden (gebieden die te licht zijn en waar geen grijstinten zijn) laten flitsen op het scherm wanneer de functie [Auto review] is geactiveerd of tijdens het afspelen. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. [OFF] ••Om overbelichte gebieden te voorkomen, [ON] neemt u een beeld op door negatieve belichtingscompensatie in te stellen (→135) waarbij u de histogramweergave (→64) enzovoort als referentie gebruikt. (De rechterrand van het histogram laat het overbelichte gedeelte zien.) ••Deze functie wordt uitgeschakeld tijdens meerdere afspelen, kalender afspelen of zoom afspelen. 72 SQW0028 Basisbediening Beelden verwijderen Verwijderde beelden kunnen niet worden teruggehaald. Beelden worden in de volgende gevallen niet verwijderd: ••Beveiligde beelden. ••Wanneer de kaartvergrendeling in de positie "LOCK" staat. ••Beelden die niet in de DCF-indeling staan. (→67) ●●Schakel tijdens de verwijdering de camera niet uit. ●●Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel). [Apart wissen] 1 Druk op de [  verwijderen  ]-knop om het weergegeven beeld te 2 Selecteer met [Apart wissen] en druk op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET] Apart wissen Multi wissen Alles wissen ●●U kunt [Ja] of [Nee] als standaardinstelling instellen op het scherm ter bevestiging van verwijdering wanneer u [Wissen bevestigen] uitvoert in het [Afspelen]-menu. [Nee] is geselecteerd op het moment van aanschaf. (→223) 73 SQW0028 Basisbediening Beelden verwijderen Meerdere beelden wissen (tot 100 tegelijk)/Wissen van alle beelden Een groep beelden (→201) wordt behandeld als 1 beeld. (Alle beelden uit de geselecteerde groep beelden worden verwijderd.) 1 Druk op de [   ]-knop terwijl u een beeld weergeeft 2 Selecteer met [Multi wissen]/[Alles wissen] en druk op [MENU/SET] Apart wissen •• Onderdelen kunnen ook worden geselecteerd door de bedieningsknop te draaien. •• Wanneer [Alles wissen] is geselecteerd → Een bevestigingsscherm wordt weergegeven. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET] •• U kunt [Alles wissen behalve Favoriet] in [Alles wissen] selecteren als er beelden zijn die zijn ingesteld als [Favorieten] (→219). 3 (Wanneer [Multi wissen] is geselecteerd) Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET] •• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. •• Beelden kunnen ook worden geselecteerd met de bedieningsknop. 4 (Wanneer [Multi wissen] is geselecteerd) Selecteer met [MENU/SET] Multi wissen Alles wissen Geselecteerd beeld Uitvoer. [Uitvoer.] en druk op •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET] •• Dit kan even duren, afhankelijk van het aantal beelden dat wordt verwijderd. 74 SQW0028 Opnamemodus Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] Opnamemodus: Deze modus wordt aanbevolen voor diegenen die direct willen fotograferen. De camera optimaliseert de instellingen namelijk voor het onderwerp en de opnameomgeving. De camera optimaliseert de instellingen en de volgende functies worden automatisch geactiveerd. ••Automatische scènedetectie / tegenlichtcompensatie / [Gezicht/ogen detecteren] / Automatische witbalans / Knop intelligente ISO-gevoeligheid / [Rode-ogencorr] / [i.Zoom] / [I.resolutie] / [Stabilisatie] / [Int.dynamiek] / [Lang sl.n.red] / [Quick AF] / [AF ass. lamp] 1 Druk op de [iA]-knop 2 Richt de camera op het onderwerp De camera schakelt naar de [Intelligent auto]-modus. ••Wanneer u nogmaals op de [iA]-knop drukt, wordt de opnamemodus omgeschakeld naar de functie die is ingesteld met behulp van de diafragmaring en sluitertijdknop. ••Wanneer de camera de optimale scène identificeert, wordt het pictogram voor elke scène 2 seconden blauw en verandert dit vervolgens in de normale rode indicatie. ••Wanneer u op drukt en de ontspanknop half indrukt, wordt Tracking AF geactiveerd. Voor meer informatie (→117). 50i De bedieningsmodus van de [iA]-knop wijzigen → [Voorkeuze] → [iA schakelaar] [1x drukken]: Wanneer u op de [iA]-knop drukt, schakelt de camera naar de [Intelligent auto]-modus. [Houdt ingedrukt]: Wanneer u op de [iA]-knop drukt en deze knop ingedrukt houdt, schakelt de camera naar de [Intelligent auto]-modus. 75 SQW0028 Opnamemodus Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] Automatische scènedetectie Bij het opnemen van beelden [i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro] [i-Nachtportret]*1 [i-Nachtl.schap] [i-Nachtop. uit hand]*2 [i-Voedsel] [i-Baby]*3 [i-Zonsonderg.] Als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt * de flitser (bijgeleverd/optioneel) wordt gebruikt. *2 Wanneer [iHandh. nachtop.] is ingesteld op [ON]. (→78) 3 * Wanneer kinderen (die met gezichtsherkenning in de camera zijn geregistreerd) onder 3 jaar 1 Wanneer worden herkend. Bij het filmen [i-Portret] [i-Landschap] [i-Zacht licht] [i-Macro] Als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt ••In [   ], [   ], en [   ] past de camera de scherpstelling aan op het oog dat zich het dichtst bij dit apparaat bevindt en wordt de belichting op het gezicht afgestemd. In de [Intelligent auto]-modus kan het oog waarop wordt scherpgesteld, niet veranderd worden. ([Gezicht/ogen detecteren]) ••Wanneer de camera [   ] als de optimale scène identificeert en als de camera vaststelt dat beweging wordt verminderd door gebruik van een statief of een andere methode, wordt een sluitertijd geselecteerd die langer is dan gewoonlijk. Nadat op de ontspanknop is gedrukt, mag u de camera tijdens het opnemen niet bewegen. ••Automatische scènedetectie functioneert alleen als de scherpstelling op een onderwerp is vergrendeld tijdens Tracking AF. ••Wanneer [Gezicht herk.] is ingesteld op [ON] en als de camera een gezicht herkent dat identiek is aan een geregistreerd gezicht, wordt [R] in de rechterbovenhoek van de pictogrammen [   ], [   ] en [   ] weergegeven. ●●Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen er verschillende scènefuncties worden gebruikt voor hetzelfde onderwerp. Tegenlichtcompensatie In de [Intelligent auto]-modus wordt tegenlichtcompensatie automatisch geactiveerd. Tegenlicht is een situatie waarbij een onderwerp van achteren wordt belicht. Wanneer er sprake is van tegenlicht, lijkt het onderwerp donkerder en zal de camera dit automatisch proberen te corrigeren door de helderheld van de foto te verhogen. 76 SQW0028 Opnamemodus Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] Gebruik van de flitser (bijgeleverd/optioneel) 1 2 3 4 Schakel de camera uit Verwijder de bescherming flitsschoen Bevestig de flitser Zet de camera en de flitser AAN Voor meer informatie (→176, 291). ■■Flitser Wanneer u de [ON/OFF]-schakelaar voor de flitser (bijgeleverd/optioneel) op [OFF] zet, wordt de flitser ingesteld op [   ] (Flitser gedwongen UIT). Wanneer u de [ON/OFF]schakelaar op [ON] zet, wordt de flitser ingesteld op [   ] (Auto). Wanneer de flitser wordt ingeschakeld, stelt de camera automatisch in op [   ], [   ] (Auto/Rode-ogenreductie), [   ] of [   ], afhankelijk van het soort onderwerp en de helderheid. ●●Wanneer [   ] of [   ] wordt weergegeven, wordt de functie [Rode-ogencorr] geactiveerd om automatisch rode ogen te ontdekken en de beeldgegevens te corrigeren. ●●Wanneer [   ] of [   ] is geselecteerd, wordt de sluitertijd verkort. Beschikbare menu’s U kunt alleen de volgende menu’s instellen. Menu Onderdeel [Opname] [Fotoresolutie] / [Kwaliteit] / [AFS/AFF/AFC] / [Burstsnelh.] / [Zelfontspanner] / [iHandh. nachtop.] / [iHDR] / [Intervalopname] / [Stop-motionanimatie] / [Gezicht herk.] [Bewegend beeld] [Opname-indeling]/[Opn. kwaliteit]/[AFS/AFF/AFC] [Voorkeuze] [Stille modus]/[Richtlijnen]/[Rest-aanduiding] [Set-up] Alle menuonderdelen kunnen worden ingesteld. (→41) 77 SQW0028 Opnamemodus Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] Beelden opnemen met de camera in de hand ([iHandh. nachtop.]) Als er automatisch een nachtscène wordt herkend terwijl u de camera in de hand houdt, kan [iHandh. nachtop.] een foto met minder beweging en minder ruis opnemen zonder gebruik van een statief door een burst-reeks van beelden te combineren. → [Opname] → [iHandh. nachtop.] → [ON]/[OFF] ●●De kijkhoek wordt iets smaller. ●●Er verschijnt een bericht op het scherm dat er meerdere beelden worden opgenomen. Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burst-opname. ●●Wanneer de camera vast staat opgesteld op een statief of een andere manier, zal [  herkend worden. ●●De flitser wordt vastgezet op de instelling [   ] niet  ] (Flitser gedwongen UIT). Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Deze functie werkt niet voor foto’s terwijl filmbeelden worden opgenomen. ●●[iHandh. nachtop.] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling [Automatische opname]) 78 SQW0028 Opnamemodus Foto’s opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto] Beelden tot één foto met een rijke gradatie combineren ([iHDR]) Als er bijvoorbeeld een groot contrast is tussen de achtergrond en het onderwerp, neemt [iHDR] meerdere foto’s met verschillende belichting op en worden deze gecombineerd tot één foto met een rijke gradatie. [iHDR] wordt indien nodig geactiveerd. Wanneer deze functie geactiveerd wordt, wordt [   ] op het scherm weergegeven. → [Opname] → [iHDR] → [ON]/[OFF] ●●De kijkhoek wordt iets smaller. ●●Er verschijnt een bericht op het scherm dat er meerdere beelden worden opgenomen. Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burst-opname. ●●Aangezien er een burst aan foto’s wordt gecombineerd na het opnemen, kan het even duren voordat u opnieuw een foto kunt maken. ●●Bij een samengesteld beeld na een burstopname kunnen er nabeelden verschijnen als het onderwerp bewoog. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Deze functie werkt niet voor foto’s terwijl filmbeelden worden opgenomen. ●●[iHDR] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: •• Bij het gebruik van de flitser •• Wanneer [Burstfunctie] wordt gebruikt •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling [Automatische opname]) 79 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn Opnamemodus: U kunt de belichting instellen met de instellingen van de diafragmaring en de sluitertijdknop. In het menu [Opname] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen. U kunt ook beelden opnemen door beeldeffecten toe te passen. (→89) 1 Draai de diafragmaring en de sluitertijdknop om uw voorkeursopnamemodus in te stellen Zet gelijk met de indicator Stel de diafragmaring in op een stop met een klik. Opnamemodus [Program AE]-modus (→81) [Lensopeningspr.]-modus (→83) [Sluiterprioriteit]-modus (→84) [Handm. belicht.]-modus (→86) Diafragmaring Sluitertijdknop [A] (AUTO) [A] (AUTO) Uw voorkeursinstellingen*1 [A] (AUTO) [A] (AUTO) Uw voorkeursinstellingen*2 Uw voorkeursinstellingen*1 Uw voorkeursinstellingen*2 ••In de [Lensopeningspr.]-modus, de [Sluiterprioriteit]-modus en de [Handm. belicht.]modus wordt het effect van de diafragmawaarde en de sluitertijd die u ingesteld hebt, niet op het opnamescherm toegepast. Gebruik de [Voorvertoning]-modus om het effect op het opnamescherm te controleren.(→88) De helderheid van het scherm kan afwijken van de feitelijk opgenomen beelden. Controleer de helderheid van beelden op het afspeelscherm. Bij het filmen kan er wel eens een snellere sluitertijd dan uw gekozen sluitertijd worden toegepast. *1 U kunt diafragmawaarden instellen tussen F1.7 en F16. Sommige waarden kunt u niet selecteren, afhankelijk van de zoompositie. *2 U kunt de sluitertijd instellen tussen 1 seconde en 1/4000 seconde. Draai in de volgende gevallen aan de bedieningsring of de bedieningsknop om de sluitertijd in te stellen. •• Kortere tijd dan 1/4000 seconde of langere sluitertijd dan 1 seconde •• Instelling sluitertijd in stappen van 1/3 EV 80 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd automatisch ingesteld zijn ([Program AE]-modus) Beelden opnemen met automatische diafragmawaarden en sluitertijdinstellingen in overeenstemming met de helderheid van een onderwerp. 1 Draai de diafragmaring om [A] (AUTO) te selecteren 2 Draai de sluitertijdknop om [A] (AUTO) te selecteren 3 Druk de ontspanknop half in 4 Draai terwijl de numerieke waarden in geel worden weergegeven (ongeveer 10 seconden), de bedieningsknop om de waarden te wijzigen met Programme Shift (→82) De [Program AE]-modus wordt ingesteld en het pictogram van de opnamemodus verandert in [P]. •• Als de diafragmawaarde en de sluitertijd rood knipperen, hebt u niet de juiste belichting. 0 250 125 2.0 60 2.8 30 4.0 15 5.6 Indicatie Programme Shift •• Om Programme Shift te annuleren, schakelt u de camera uit of draait u de bedieningsknop totdat de indicatie Programme Shift uitgaat. •• U corrigeert de belichting door met de belichtingscompensatieknop de compensatiewaarde aan te passen. (→135) Weergave belichtingsmeter in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [Lichtmeter] → [ON]/[OFF] ●●Wanneer u deze functie instelt op [ON], wordt een belichtingsmeter weergegeven tijdens Programme Shift, de diafragma-instelling en de bediening van de sluitertijd. ●●Een juiste belichting is niet mogelijk in het bereik dat met rood wordt aangeduid. ●●Als de belichtingsmeter niet wordt weergegeven, drukt u op de [DISP.]-knop om de weergave van het scherm te schakelen. (→62) ●●De belichtingsmeter gaat uit als er ongeveer 4 seconden geen bewerking wordt uitgevoerd. 81 Belichtingsmeter 0 250 125 2.0 60 2.8 30 4.0 15 5.6 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn Informatie over Programme Shift De functie voor het behouden van dezelfde belichting (helderheid) terwijl u de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde verandert, heet "Programme Shift". Met "Programme Shift" kunt u beelden opnemen door de sluitertijd en de diafragmawaarde aan te passen, zelfs in de [Program AE]-modus. <Voorbeeld van Programme Shift> 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 (EV) (Diafragmawaarde) 1.4 17 2.0 18 2.8 19 4.0 20 5.6 21 8.0 22 11 23 16 24 22 25 1 1/2 1/4 1/8 1/15 1/30 1/60 1/250 1/1000 1/4000 1/16000 (Sluitertijd) 1/125 1/500 1/2000 1/8000 Hoeveelheid Programme Shift Programme Shift-diagram Limiet Programme Shift ●●EV is een afkorting van "Exposure Value", een eenheid die de hoeveelheid belichting aanduidt. EV verandert wanneer de diafragmawaarde of de sluitertijd wordt veranderd. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Programme Shift kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: •• Tijdens het opnemen van films  ] staat •• Als [Gevoeligheid] op [  82 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn Beelden opnemen door de diafragmawaarde in te stellen ([Lensopeningspr.]-modus) Wanneer de diafragmawaarde wordt verhoogd, wordt de scherptediepte groter, en is het beeld scherp van vlak voor de camera tot op de achtergrond. Wanneer de diafragmawaarde wordt verlaagd, wordt de scherptediepte kleiner en kan de achtergrond wazig worden. 1 Draai de sluitertijdknop om [A] (AUTO) te selecteren 2 Draai de diafragmaring om de diafragmawaarde te selecteren De [Lensopeningspr.]-modus wordt ingesteld en het pictogram van de opnamemodus verandert in [A]. •• U corrigeert de belichting door met de belichtingscompensatieknop de compensatiewaarde aan te passen. (→135) Diafragmawaarden die kunnen worden ingesteld* F1.7 - F16 Ingestelde sluitertijd (seconden) 60 - 1/4000 (wanneer de mechanische sluiter wordt gebruikt) 1 - 1/16000 (wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt) * Sommige waarden kunt u niet selecteren, afhankelijk van de 5 60 8.0 30 11 15 8 4 16 Belichtingsmeter Diafragmawaarde zoompositie. ●●Wanneer u de diafragmaring draait, wordt er een belichtingsmeter weergegeven. Als de juiste belichting niet wordt bereikt, worden de numerieke waarden van het diafragma in rood weergegeven. ●●Als de juiste belichting niet wordt bereikt wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de numerieke waarden van het diafragma en de sluitertijd in knipperend rood weergegeven. 83 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn Beelden opnemen door de sluitertijd in te stellen ([Sluiterprioriteit]-modus) Wanneer u de sluitertijd verlengt, kunt u beweging verminderen wanneer u een onderwerp opneemt. Wanneer u de sluitertijd verkort, wordt de beweging van het onderwerp weergegeven. 1 Draai de diafragmaring om [A] (AUTO) te selecteren 2 Draai de sluitertijdknop om de sluitertijd te selecteren De [Sluiterprioriteit]-modus wordt ingesteld en het pictogram van de opnamemodus verandert in [S]. •• U corrigeert de belichting door met de belichtingscompensatieknop de compensatiewaarde aan te passen. (→135) Sluitertijden die kunnen worden ingesteld Ingestelde (seconden) diafragmawaarde 60 - 1/4000 (wanneer de mechanische sluiter wordt gebruikt) 1 - 1/16000 (wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt) F1.7 - F16 8 1 15 8.0 30 5.6 4.0 60 2.8 125 2.0 Belichtingsmeter Sluitertijd ■■Instelling van de sluitertijd op waarden die niet staan aangegeven op de sluitertijdknop Draai de bedieningsring of bedieningsknop om de volgende sluitertijden in te stellen. Controleer de sluitertijd op het scherm. Zie voor meer informatie over het instellen van de sluitermodus (→140). •• Kortere tijd dan 1/4000 seconde of langere sluitertijd dan 1 seconde Draai de sluitertijdknop om [4000-] of [1+] te selecteren Draai de bedieningsring of bedieningsknop om de sluitertijd te selecteren •• Sluitertijdinstelling in stappen van 1/3 EV U kunt de sluitertijd in het bereik van ± 2/3 stappen van de instelwaarde van de sluitertijdknop instellen. Voorbeeld: De sluitertijd op 1/400 seconde instellen Draai de sluitertijdknop om [500] te selecteren Draai de bedieningsring of de bedieningsknop om [400] te selecteren 84 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn ●●Wanneer u de sluitertijdknop draait, wordt er een belichtingsmeter weergegeven. Als de juiste belichting niet wordt bereikt, wordt de numerieke waarde van de sluitertijd in rood weergegeven. ●●Als de juiste belichting niet wordt bereikt wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de numerieke waarden van het diafragma en de sluitertijd in knipperend rood weergegeven. ●●Als u de opnamemodus naar de [Sluiterprioriteit]-modus schakelt wanneer [Gevoeligheid] is ingesteld op [   ], verandert [Gevoeligheid] in [AUTO]. ●●We raden u aan een statief of de zelfontspanner te gebruiken bij een lange sluitertijd. 85 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn Beelden opnemen door de diafragmawaarde en de sluitertijd in te stellen ([Handm. belicht.]-modus) Bepaal de belichting door de diafragmawaarde en de sluitertijd handmatig in te stellen. Het hulpmiddel voor handmatige belichting verschijnt op het onderste gedeelte van het scherm om de belichting aan te duiden. 1 Draai de diafragmaring om de diafragmawaarde te selecteren 2 Draai de sluitertijdknop om de sluitertijd te selecteren De [Handm. belicht.]-modus wordt ingesteld en het pictogram van de opnamemodus verandert in [M]. Diafragmawaarden die kunnen worden ingesteld*1 F1.7 - F16 Sluitertijden die kunnen worden ingesteld*2 (seconden) T (Time), 60 - 1/4000 (wanneer de mechanische sluiter wordt gebruikt) 1 - 1/16000 (wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt) *1 Sommige waarden kunt u niet selecteren, afhankelijk van de zoompositie. *2 Sommige sluitertijden kunt u mogelijk niet selecteren, afhankelijk van de diafragmawaarde. Belichtingsmeter 60 125 250 500 1000 2.0 2.8 4.0 5.6 Hulpmiddel voor handmatige belichting Sluitertijd Diafragmawaarde ■■Instelling van de sluitertijd op waarden die niet staan aangegeven op de sluitertijdknop Draai de bedieningsring of bedieningsknop om de volgende sluitertijden in te stellen. Zie voor de instelprocedures (→84). •• Kortere tijd dan 1/4000 seconde of langere sluitertijd dan 1 seconde •• Instelling sluitertijd in stappen van 1/3 EV ●●Als de juiste belichting niet wordt bereikt wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de numerieke waarden van het diafragma en de sluitertijd in knipperend rood weergegeven. ●●Als u de opnamemodus naar de [Handm. belicht.]-modus schakelt wanneer [Gevoeligheid] is ingesteld op [   ], verandert [Gevoeligheid] in [AUTO]. ●●We raden u aan een statief of de zelfontspanner te gebruiken bij een lange sluitertijd. 86 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn Hulpmiddel bij handmatige belichting (schatting) Beelden worden met standaardhelderheid weergegeven (juiste belichting). Beelden worden helderder weergegeven. Gebruik voor de juiste belichting een kortere sluitertijd of verhoog de diafragmawaarde. Beelden worden donkerder weergegeven. Gebruik voor de juiste belichting een langere sluitertijd of verlaag de diafragmawaarde. Informatie over T (time) Wanneer u de sluitertijd instelt op T (time) en de ontspanknop helemaal indrukt, gaat de sluiter open. (Maximaal ongeveer 120 seconden) Wanneer u opnieuw op de ontspanknop drukt, gaat de sluiter dicht. Gebruik deze functie wanneer u de sluiter lange tijd open wilt houden, bijvoorbeeld om opnamen van vuurwerk of nachtscènes te maken. ••Wanneer u beelden opneemt met de sluitertijd ingesteld op T (time), dient u een volledig opgeladen batterij te gebruiken (→20). ••Het hulpmiddel voor de handmatige belichting wordt niet weergegeven. ••Als u de sluitertijd instelt op T (time) wanneer [Gevoeligheid] is ingesteld op [AUTO], verandert [Gevoeligheid] in [200]. ••U kunt deze functie niet gebruiken wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt. ••U kunt deze functie alleen gebruiken in de [Handm. belicht.]-modus. ●●Wanneer u beelden opneemt met de sluitertijd ingesteld op T (time), raden wij u aan op afstand op te nemen met een statief of een smartphone als een ontspanknop op afstand (→228, 234) om beweging te voorkomen. ●●Wanneer u beelden opneemt met de sluitertijd ingesteld op T (time), kunnen de beelden een hoog ruisniveau vertonen. Als u ruis wilt onderdrukken, raden we u aan beelden op te nemen door [Lang sl.n.red] in te stellen op [ON] in het [Opname]-menu. (→113) Voorbeeld van de geselecteerde diafragmawaarde- en sluitertijdeffecten op het opnamescherm in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [Constant preview] (M-modus) → [ON]/[OFF] ●●Deze functie is niet beschikbaar wanneer de flitser wordt gebruikt. ●●U kunt deze functie alleen gebruiken in de [Handm. belicht.]-modus. 87 SQW0028 Opnamemodus Beelden opnemen nadat de diafragmawaarde en de sluitertijd ingesteld zijn De effecten van de diafragmawaarde en de sluitertijd controleren ([Voorvertoning]-modus) Opnamemodus: Met de [Voorvertoning]-modus kunt u de effecten van de geselecteerde diafragmawaarde en sluitertijd controleren. ••Het effect van de geselecteerde diafragmawaarde controleren: hiermee kunt u de scherptediepte (het scherpstelbereik) controleren door fysiek de diafragmabladen van de lens te versmallen naar de diafragmawaarde die voor de daadwerkelijke opname wordt gebruikt. ••Het effect van de geselecteerde sluitertijd controleren: hiermee kunt u beweging in een scène controleren door het scherm weer te geven op de sluitertijd die voor de daadwerkelijke opname wordt gebruikt. Wanneer de sluitertijd wordt verlengd, wordt het scherm weergegeven alsof het beeld omlaag valt. Met deze functie kunt u het effect controleren wanneer u een beeld in een scène wilt vastleggen door de beweging te stoppen, bijvoorbeeld wanneer u een beeld van stromend water opneemt. 1 Wijs [Voorvertoning] aan de functieknop toe (→37) 2 •• De volgende stap is een voorbeeld van het toewijzen van [Voorvertoning] aan de [Fn1]-knop. Druk op de [Fn1]-knop om naar het bevestigingsscherm te schakelen •• Elke keer als u op de [Fn1]-knop drukt, wordt het scherm geschakeld. Normaal opnamescherm Effect van diafragmawaarde Sluitertijdeffect aan Fn1 Effect van sluitertijd Sluitertijdeffect uit Fn1 Scherptedieptekenmerk Opnameomstandigheden Diafragmawaarde Klein Groot Brandpuntsafstand Tele Groothoek Afstand tot een onderwerp Scherptediepte (Scherpstelbereik) Dichtbij Ondiep (smal) Voorbeeld: Een foto maken door de achtergrond opzettelijk onscherp te maken Veraf Diep (breed) Voorbeeld: Een foto maken door de scherpstelling aan te passen terwijl ook de achtergrond mee wordt gewogen ●●U kunt zelfs als de [Voorvertoning]-modus geactiveerd is, een foto maken. ●●Het bereikt waarin u het effect van een geselecteerde sluitertijd kunt controleren, ligt tussen de 8 seconden en 1/16000 seconde. 88 SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Opnamemodus: U kunt uw eigen instellingen selecteren uit diverse effecten en foto’s maken terwijl u deze effecten op het scherm controleert. U kunt de gewenste effecten voor een beeld instellen door een voorbeeld te selecteren. U kunt beeldeffecten toevoegen terwijl u een panoramafoto maakt. 1 Druk op de [FILTER]-knop 2 Druk op of draai de bedieningsknop om het beeldeffect (Filter) te selecteren ••U kunt kiezen uit 22 beeldeffecten (Filter). (→92 - 99) ••Het beeldeffect van het door u gekozen voorbeeld wordt toegepast op het beeld dat wordt getoond in de voorbeeldweergave. 3 Voorbeeldweergave No Effect Druk op [MENU/SET] De weergave van een beeld met een geselecteerd beeldeffect verschijnt op het scherm. Voorbeeld: wanneer het beeldeffect ([Zonneschijn]) wordt geselecteerd in de [Program AE]modus Beeldeffecten (Dit wordt niet weergegeven wanneer [Geen effect] is geselecteerd.) Het beeldeffect aanpassen (→91) (Dit wordt alleen weergegeven wanneer een beeldeffect wordt geselecteerd.) Wijzigen van het beeldeffect (Filter) Druk nogmaals op de [FILTER]-knop en verricht weer de zelfde handelingen van stap 2 hierboven. 89 SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) ●●De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de opnamemodus wordt gewijzigd of de camera wordt uitgeschakeld. ●●Als u geen foto-effecten wilt toevoegen, selecteert u [Geen effect]. ●●Wanneer u een beeldeffect instelt, worden de volgende instellingen vastgezet. •• Witbalans: [AWB] •• [Fotostijl]: [Standaard] •• [Schaduw markeren]: [Standaard] •• [Int.dynamiek]: [OFF] •• [HDR]: [OFF] •• [Kleurruimte]: [sRGB] ●●De flitser wordt ingesteld op [   ] (Flitser gedwongen UIT). ●●De weergave van een beeld dat een afspiegeling is van een geselecteerd effect in het voorbeeldof opnamescherm kan afwijken van de werkelijk opgenomen beelden. De weergave van een selectiescherm schakelen voor het toepassen van beeldeffecten (Filter) 1 Druk op de [DISP.]-knop om van weergave te wisselen •• Elke keer als u op de [DISP.]-knop drukt, verandert het scherm voor de geselecteerde beeldeffecten. •• Wanneer u het scherm naar de instructieweergave schakelt, verschijnt er een beschrijving van de beeldeffecten. Normale weergave No Effect 90 Instructieweergave No Effect Lijstweergave No Effect SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Beeldeffecten aan uw voorkeuren aanpassen U kunt de instellingsomstandigheden (zoals de mate en kleur van een effect) van de beeldeffecten aan uw voorkeuren aanpassen. 1 2 Druk op om het instelscherm weer te geven Draai de bedieningsknop om de instellingsomstandigheden van de beeldeffecten aan te passen •• De instellingen die kunnen worden aangepast, verschillen afhankelijk van het geselecteerde beeldeffect. Raadpleeg "Onderdelen die kunnen worden ingesteld" voor het bijbehorende beeldeffect. •• Druk op [MENU/SET] om naar het opnamescherm terug te keren. •• Wanneer u beeldeffecten selecteert, verschijnt [   ] op het scherm. •• Als u de huidige instelling niet wilt wijzigen, selecteert u het middelpunt (standaard) in de balk voor het aanpassingsniveau. Twee foto’s maken met en zonder beeldeffecten ([Gelijktijdig zond. filter]) U kunt twee foto’s tegelijk maken door één keer op de ontspanknop te drukken; één met en één zonder effecten. → [Opname] → [Gelijktijdig zond. filter] Instellingen: [ON]/[OFF] •• Wanneer [ON] is ingesteld, wordt er een foto gemaakt met de effecten toegepast en vervolgens een foto zonder de effecten. •• Voor een foto gemaakt zonder toegepaste effecten, worden dezelfde menu-instellingen gebruikt als wanneer de beeldeffecten (Filter) zijn toegepast. De volgende instellingen liggen vast. –– Witbalans: [AWB] (U kunt geen verfijningen uitvoeren.) –– [Int.dynamiek]: [OFF] •• Na het maken van de foto geeft [Auto review] alleen de foto weer waarop de effecten zijn toegepast. ●●Als u deze functie instelt op [ON], Burst, Auto Bracket, Bracket voor beeldverhouding, Bracketinstelling voor witbalans, [Intervalopname], worden [Stop-motionanimatie] en het maken van panoramafoto’s uitgeschakeld. ●●Deze functie is uitgeschakeld tijdens het opnemen van films. 91 SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89). [Expressief] Dit effect benadrukt de kleur om een foto in popartstijl te maken. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Levendigheid Gedempte kleuren om het Opvallende kleuren [Retro] Dit effect geeft een verbleekt beeld. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Kleur Geelachtige kleuren om het Roodachtige kleuren [Vroeger] Dit effect voegt een helder, zacht en nostalgisch gevoel aan de algehele foto toe. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Contrast Minder contrast om het Meer contrast [Overbelichting] Dit effect voegt een helder, luchtig en zacht gevoel aan de algehele foto toe. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Kleur Rozeachtige kleuren om het Lichtblauwachtige kleuren ●●Wanneer u een panoramafoto maakt in een scène met weinig licht, kunt u mogelijk de gewenste resultaten niet bereiken. 92 SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89). [Donker] Dit effect voegt een donker en ontspannen gevoel aan de algehele foto toe en versterkt lichte gedeelten. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Kleur Roodachtige kleuren om het Blauwachtige kleuren [Sepia] Dit effect maakt een beeld in sepia. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Contrast Minder contrast om het Meer contrast [Zwart-wit] Dit effect maakt een zwart-witfoto. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Kleur Geelachtige kleuren om het Blauwachtige kleuren [Dynamisch zwart/wit] Dit effect geeft een hoger contrast om een indrukwekkende zwartwitfoto te creëren. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Contrast 93 Minder contrast om het Meer contrast SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89). [Ruw zwart-wit] Dit effect maakt een zwart-witfoto met korrelige ruis. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Korrelig beeldeffect Zwak korrelig beeldeffect om het Sterk korrelig beeldeffect ●●Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een lichte vertraging vergeleken met normale opnamen. [Zacht zwart-wit] Dit effect vervaagt het algehele beeld om een zwart-witfoto een zacht gevoel te geven. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Mate van onscherpte Enigszins onscherp om het Zeer onscherp ●●Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een lichte vertraging vergeleken met normale opnamen. [Expressieve indruk] Dit effect geeft uw foto een dramatisch contrast. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Levendigheid Zwart-wit om het Opvallende kleuren ●●Bij het opnemen van een panoramabeeld kunnen de naden tussen de achtereenvolgens genomen, aan elkaar geplakte beelden wel eens zichtbaar zijn. [Hoge dynamiek] Dit effect produceert de optimale helderheid voor zowel donkere als lichte gedeelten. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Levendigheid 94 Zwart-wit om het Opvallende kleuren SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89). [Kruisproces] Dit effect geeft uw foto dramatische kleuren. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Kleur om het Groenachtige kleuren/blauwachtige kleuren/ geelachtige kleuren/roodachtige kleuren [Speelgoedcam.effect] Dit effect vervaagt de helderheid van randgebieden om de indruk te wekken van een speelgoedcamera. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Kleur Oranjeachtige kleur om het Blauwachtige kleuren [Speelgoedcamera levendig] Dit effect geeft een levendig en helder beeld met het uiterlijk van een speelgoedcamera. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Bereik waarin de helderheid van de randen wordt verminderd. Klein om het Groot [Bleach bypass] Dit effect geeft een hoger contrast en een lagere verzadiging om een kalme en rustige foto te creëren. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Contrast 95 Minder contrast om het Meer contrast SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89). [Miniatuureffect] Dit effect vervaagt randgebieden om de indruk te wekken van een diorama. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Levendigheid Gedempte kleuren om het Opvallende kleuren ■■Een beeld onscherp maken U kunt de indruk wekken van een diorama door opzettelijk een onscherp gebied en een scherpstelgebied te maken met [Miniatuureffect]. U kunt de opnamerichting (richting van het onscherpe gebied), de positie en de grootte van het scherpstelgebied instellen. Druk op de [Fn1]-knop Druk op of om het scherpstelgebied (kader) te verplaatsen Draai de bedieningsknop om de grootte van het scherpstelgebied (kader) te selecteren Druk op [MENU/SET] •• Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, wordt de oorspronkelijke instelling hersteld. ●●Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een lichte vertraging vergeleken met normale opnamen. ●●Er wordt geen geluid opgenomen voor films. ●●Bij het opnemen van een film is de voltooide opname ongeveer 1/8 deel van de daadwerkelijk opgenomen tijd. (Als u 8 minuten film opneemt, is de uiteindelijke opnametijd van de film ongeveer 1 minuut.) De opnametijd die op de camera wordt weergegeven, is ongeveer 8 x zo lang als de werkelijke tijd die nodig is voor de opname. Wanneer de opnamemodus wordt gewijzigd, dient u de opnametijd te controleren. ●●Als u te vroeg stopt bij het opnemen van een film, kan het zijn dat de camera nog enige tijd doorgaat met opnemen. Houd de camera in positie totdat de opname wordt stopgezet. ●●Als [MF] als scherpstelmodus geselecteerd is, verplaatst u het schepstelgebied naar de positie waarin de scherpstelling is aangepast. 96 SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89). [Zachte focus] Dit effect vervaagt het algehele beeld om een zacht gevoel te geven. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Mate van onscherpte Enigszins onscherp om het Zeer onscherp ●●Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een lichte vertraging vergeleken met normale opnamen. [Fantasie] Dit effect creëert een fantastisch beeld in een bleke kleurtint. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Levendigheid Gedempte kleuren om het Opvallende kleuren [Sterfilter] Dit effect transformeert speldenprikjes licht in een stereffect. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Lengte van de lichtstralen Lichtstralen zijn kort om het Lichtstralen zijn lang ●●Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een lichte vertraging vergeleken met normale opnamen. 97 SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89). [Kleuraccent] Dit effect laat één geselecteerde kleur over om indruk te maken. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Hoeveelheid behouden kleur Er blijft een klein beetje kleur behouden om het Er blijft veel kleur behouden ■■Kleur selecteren Druk op de [Fn1]-knop Selecteer met de kleur die u wilt behouden en druk op [MENU/SET] •• Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, wordt de oorspronkelijke instelling hersteld. ●●Bij sommige onderwerpen kan de geselecteerde kleur niet worden behouden. 98 SQW0028 Beeldeffecten (Filter) Beelden opnemen met beeldeffecten (Filter) Zie voor de instelprocedures voor beeldeffecten (Filter) (→89). [Zonneschijn] Dit effect creëert een lichtovergoten scène. Onderdelen die kunnen worden ingesteld (druk op instelscherm weer te geven) Kleur om het Geelachtige kleuren/roodachtige kleuren/ blauwachtige kleuren/witachtige kleuren ■■De lichtbron instellen Druk op de [Fn1]-knop Druk op om het midden van de lichtbron naar een andere positie te verplaatsen •• U kunt het midden van de lichtbron naar de rand van het scherm verplaatsen. Tips voor het plaatsen van het midden van de lichtbron U kunt het midden van de lichtbron naar een punt buiten het beeld verplaatsen om een natuurlijkere afwerking te bereiken. Draai de bedieningsknop om de grootte van de lichtbron aan te passen •• U kunt uit vier formaten voor de lichtbron kiezen. •• Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, wordt de oorspronkelijke instelling hersteld. Druk op [MENU/SET] ●●Het opnamescherm wordt weergegeven alsof het beeld omlaag valt met een lichte vertraging vergeleken met normale opnamen. 99 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De beeldkwaliteit aanpassen met effecten [Fotostijl] Opnamemodus: U kunt de kleuren en de beeldkwaliteit aanpassen op basis van het concept van het beeld dat u wilt maken. → [Opname] → [Fotostijl] [Standaard] Standaardinstelling. [Levendig] Instelling met iets meer contrast en verzadiging. [Natuurlijk] Instelling met iets minder contrast. [Zwart-wit] Instelling die een beeld maakt met alleen monochrome grijstinten, zoals zwart en wit. [Landschap] Instelling die een beeld maakt met levendige kleuren voor de blauwe lucht en voor het groen. [Portret] Instelling die het uiterlijk van een gezonde huidskleur geeft. [Custom] Instelling voor het gebruik van kleuren en beeldkwaliteit die van tevoren zijn geregistreerd. ●●[Fotostijl] is vastgezet op [Standaard] wanneer het filter (beeldeffect) wordt ingesteld. ●●Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-menu. Als een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch worden gewijzigd. 100 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De beeldkwaliteit aanpassen met effecten [Fotostijl] ■■De beeldkwaliteit aanpassen Druk op om het type fotostijl te selecteren Druk op om een onderdeel te selecteren en druk op [Contrast] [Scherpte] [Ruisreductie] [Verzadiging]*1 [Kleurtoon]*1 [Filtereffect]*2 Standaard om het aan te passen [+] [–] [+] [–] Hiermee vergroot u het contrast in een foto. Hiermee verkleint u het contrast in een foto. Hiermee versterkt u de contouren in een foto. Hiermee verzacht u de contouren in een foto. Hiermee versterkt u het ruisonderdrukkingseffect om ruis [+] te onderdrukken. Door deze instelling kan de resolutie iets afnemen. Hiermee verkleint u het ruisonderdrukkingseffect om een [–] beeldkwaliteit met een duidelijkere resolutie te krijgen. [+] Opvallende kleuren [–] Gedempte kleuren [+] Blauwachtige kleuren [–] Geelachtige kleuren Hiermee vergroot u het contrast van een onderwerp. [Geel] (Effect: laag) Hiermee wordt blauwe lucht duidelijk vastgelegd. Hiermee vergroot u het contrast van een onderwerp. [Oranje] (Effect: middel) Hiermee wordt blauwe lucht met levendige kleuren vastgelegd. Hiermee vergroot u het contrast van een onderwerp. (Effect: hoog) [Rood] Hiermee wordt blauwe lucht met nog levendigere kleuren vastgelegd. Hiermee worden gedempte kleuren toegepast voor de [Groen] huid en lippen van een persoon. Hiermee worden groene bladeren benadrukt en lichter gemaakt. [Uit] — *1 [Kleurtoon] wordt alleen weergegeven wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd. Anders wordt [Verzadiging] weergegeven. *2 [Filtereffect] wordt alleen weergegeven wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd. •• Wanneer de beeldkwaliteit wordt aangepast, wordt [+] in het pictogram weergegeven. Druk op [MENU/SET] ■■U kunt de instelling voor de aangepaste beeldkwaliteit registreren onder [Custom] Voer de aanpassing van de beeldkwaliteit uit in stap aanpassen" en druk op de [DISP.]-knop van "De beeldkwaliteit •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET] 101 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen Lichte partijen en schaduwen aanpassen [Schaduw markeren] Opnamemodus: U kunt de lichte partijen en schaduwen in een beeld aanpassen terwijl u de helderheid van deze gebieden op het scherm controleert. 1 Stel het menu in 2 Druk op → / 3 4 [Opname] → [Schaduw markeren] om de optie te selecteren ([Standaard]) Geen aanpassingen. ([Hoger contrast]) U maakt de lichte partijen lichter en de schaduwpartijen donkerder. ([Lager contrast]) U maakt de lichte partijen donkerder en de schaduwpartijen lichter. ([Schaduw lichter maken]) U maakt de schaduwpartijen lichter. / (Aangepast) U kunt een aangepaste registratievorm instellen. Draai de bedieningsring om de helderheid van de lichte gebieden aan te passen en draai de bedieningsknop om de helderheid van de donkere gebieden aan te passen ••Als u uw voorkeursinstellingen wilt registreren, drukt u op om het doelpictogram voor registratie te selecteren (Custom 1 ([   ]), Custom 2 ([   ]) en Custom 3 ([   ])). Druk op [MENU/SET] Licht gebied Schaduwgebied Voorbeeldweergave ●●U kunt op de [DISP.]-knop drukken op het scherm voor het aanpassen van de helderheid om de schermweergave te schakelen. ●●De instellingen geregistreerd in [   ], [   ] of [   ] blijven behouden, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld. ●●De instellingen aangepast in [   ], [   ], [   ] of [   ] worden naar de standaardinstellingen hersteld wanneer de camera wordt uitgeschakeld. ●●Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-menu. Als een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch worden gewijzigd. 102 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De witbalans aanpassen Opnamemodus: In zonlicht, onder kunstlicht of in andere soortgelijke omstandigheden waar de kleur wit een rood- of blauwzweem krijgt, kunt u met dit onderdeel de kleur van wit aanpassen die het dichtst bij de kleur is die het oog opmerkt in overeenstemming met de lichtbron. 1 Druk op de [WB]-knop (   ) 2 Draai de bedieningsknop om de witbalans te selecteren en druk op [MENU/SET] Automatische aanpassing in overeenstemming met van de lichtbron. [AWB]  ]  ] Aanpassing aan de kleur onder een bewolkte lucht. [   ] Aanpassing aan de kleur in de schaduw. [   ] [  [   ] / [  Aanpassing aan de kleur onder een heldere lucht. [  [   ]*  ] / [  [  Aanpassing aan de kleur onder kunstlicht. Aanpassing aan de kleur die optimaal is voor het opnemen van beelden met de flitser.  ]  ] / [   ] De handmatig ingestelde witbalanswaarde gebruiken. De vooraf ingestelde kleurtemperatuurinstelling gebruiken. * De instelling [AWB] wordt toegepast bij het opnemen van films. Onder tl-verlichting, ledlampen enzovoort kan de optimale witbalans variëren, afhankelijk van het soort verlichting, dus gebruik [AWB], [   ], [   ], [   ] of [   ]. ●●De witbalans kan niet goed werken als u beelden opneemt met een flitser of het onderwerp opgenomen wordt buiten het effectieve flitsbereik (→177). ●●De instelling [Witbalans] wordt vast ingesteld op [AWB] in de volgende gevallen: •• Wanneer het beeldeffect (Filter) is ingesteld 103 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De witbalans aanpassen ■■Automatische witbalans Wanneer u de [AWB] (automatische witbalans) instelt, wordt de kleurbalans automatisch aangepast aan de gebruikte lichtbron. Als de scène echter te helder of te donker is of als er andere extreme omstandigheden zijn, kunnen de beelden wel eens een rode of blauwe zweem vertonen. De witbalans kan niet altijd goed werken als er een diversiteit aan lichtbronnen is. Stel in dat geval de [Witbalans] in op andere instellingen dan [AWB] om de kleur aan te passen. : [AWB]-instelbereik: 10000K 9000K Blauwe lucht 8000K 7000K 6000K 5000K 4000K 3000K 2000K Bewolkte lucht (regen) Schaduw Zonlicht Wit tl-licht Gloeilamplicht Zonsondergang/zonsopgang Kaarslicht K=Kelvin kleurtemperatuur De witbalans handmatig instellen Neem een beeld op van een wit voorwerp onder de doellichtbron om de kleuren aan te passen. 1 2 3 Druk op de [WB]-knop (   ) Draai de bedieningsknop om [   ], [   ], [   ] of [   ] te selecteren en druk op Richt de camera op een wit voorwerp, zoals een stuk papier, zorg dat dit binnen het kader in het midden van het scherm ligt en druk op [MENU/SET] ●●Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht of te donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw in te stellen. 104 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De witbalans aanpassen De witbalans instellen met kleurtemperatuur U kunt de witbalans instellen met de kleurtemperatuur. Kleurtemperatuur is een numerieke waarde die uitdrukking geeft aan de kleur van licht (eenheid: K*). Een beeld wordt blauwachtig wanneer de kleurtemperatuurwaarde hoger is en roodachtig wanneer de temperatuurwaarde lager is. * Kelvin 1 2 3 Druk op de [WB]-knop (   ) Draai de bedieningsknop om [  Selecteer met op [MENU/SET]  ] te selecteren en druk op de kleurtemperatuurwaarde en druk •• U kunt de kleurtemperatuur instellen van 2.500 K tot en met 10.000 K. Verfijningen van de witbalans uitvoeren U kunt elke instelling voor witbalans handmatig verfijnen als de kleuren niet naar verwachting zijn. 1 2 Selecteer de witbalans en druk op 3 Druk op [MENU/SET] Voer met verfijningen van de witbalans uit : A (oranje: oranjeachtige kleuren) : G (groen: groenachtige kleuren) : B (blauw: blauwachtige kleuren) : M (magenta: roodachtige kleuren) •• Als u op de [DISP.]-knop drukt, zet u de positie terug in het midden. ●●Wanneer u verfijningen van de witbalans uitvoert in de richting van A (oranje) of B (blauw), zal de kleur van het witbalanspictogram dat op het scherm wordt weergegeven, veranderen in de kleur van de verfijning. ●●Wanneer u verfijningen van de witbalans uitvoert in de richting van G (groen) of M (magenta), zal [+] (groen) of [-] (magenta) in het witbalanspictogram op het scherm worden weergegeven. ●●De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt. ●●U kunt verfijningen van de witbalans onafhankelijk uitvoeren voor elke instelling voor witbalans. ●●Wanneer u een nieuwe witbalanswaarde instelt door [   ], [   ], [   ] of [   ] te selecteren of de kleurtemperatuur verandert door [   ] te selecteren, wordt het verfijningsniveau van de witbalans teruggezet op de standaardinstelling (middelpunt). 105 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De witbalans aanpassen Bracketopnamen met gebruik van witbalans Bracketinstellingen worden uitgevoerd op basis van de verfijningswaarden voor witbalans, en drie beelden met verschillende kleuren worden automatisch opgenomen wanneer u een keer op de ontspanknop drukt. 1 Voer verfijningen van de witbalans uit in stap 2 van "Verfijningen van de witbalans uitvoeren" en draai de bedieningsknop om de Bracketinstelling uit te voeren 2 De bedieningsknop naar rechts draaien: Horizontaal ([A] naar [B]) De bedieningsknop naar links draaien: Verticaal ([G] naar [M]) Druk op [MENU/SET] ●●Wanneer de bracket voor witbalans is ingesteld, verschijnt [BKT] op het pictogram voor witbalans. ●●Wanneer de camera wordt uitgeschakeld (inclusief [Slaapsmodus]), wordt de Bracketinstelling voor witbalans geannuleerd. ●●Het sluitergeluid klinkt slechts een keer. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●De bracket voor witbalans functioneert in de volgende gevallen niet: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Tijdens het opnemen van films •• Als [4K-FOTO] op [ON] staat  ], [  •• Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [  •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt 106  ] of [   ] is ingesteld SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen De beeldverhouding van de foto’s wijzigen Opnamemodus: U kunt gemakkelijk de beeldverhouding van foto’s wijzigen met de keuzeschakelaar voor beeldverhouding. 1 Keuzeschakelaar voor beeldverhouding schakelen [4:3] Beeldverhouding van een 4:3-tv [1:1] Beeldverhouding van een vierkant beeld [16:9] Beeldverhouding van HD-tv enz. [3:2] Beeldverhouding van standaardfilmcamera’s ●●Bij het afdrukken kunnen er randen worden afgesneden. Controleer dit vooraf. (→324) Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Tijdens het opnemen van panoramafoto’s 107 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen Fotoresolutie instellen Opnamemodus: Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner de details van de beelden, zelfs als ze op groot papierformaat worden afgedrukt. → [Opname] → [Fotoresolutie] Beeldverhouding 4:3 1:1 16:9 3:2 [L] 12.5M [L] 10M [L] 11M [L] 12M 4112×3088 [Fotoresolutie] [  M] 6.5M 2976×2232 [  S] 3M 2048×1536 3088×3088 4480×2520 [  M] 5M [  M] 8M S] 2.5M [  S] 2M 2240×2240 [  1536×1536 3840×2160 1920×1080 4272×2856 [  M] 6.5M 3120×2080 [  S] 3M 2112×1408 ●●Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH], is [Fotoresolutie] vastgezet op [S]. Niet beschikbaar in het volgende geval: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s 108 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen De compressieratio van beelden instellen ([Kwaliteit]) Opnamemodus: Hiermee stelt u de compressieratio in voor het opslaan van beelden. → [Opname] → [Kwaliteit] Instellingen Bestandsindeling [   ] [   ] JPEG [   ] [   ] [  Beschrijving Geeft voorrang aan beeldkwaliteit en slaat beelden op in de bestandsindeling JPEG.  ] Slaat beelden op in de bestandsindeling JPEG met standaardbeeldkwaliteit. Deze instelling is nuttig wanneer u het aantal op te nemen beelden wilt verhogen zonder het aantal pixels te wijzigen. RAW + JPEG Slaat beelden op in de bestandsindeling JPEG en in de bestandsindeling RAW.*1 RAW Slaat beelden op in de bestandsindeling RAW.*2 *1 Als u een RAW-bestand van de camera verwijdert, wordt het bijbehorende JPEG-bestand ook verwijderd. *2 De fotoresolutie wordt vastgezet op het maximale aantal opneembare pixels voor de beeldverhouding van elk beeld. ([L]) RAW-bestand In de bestandsindeling RAW worden gegevens opgeslagen zonder dat er beelden worden verwerkt door de camera. Deze indeling geeft een hogere beeldkwaliteit dan de JPEG-indeling, maar de hoeveelheid gegevens is groter. Als u RAW-beelden wilt afspelen of bewerken, moet u dit apparaat of speciale software gebruiken. U kunt RAW-beelden geavanceerd bewerken, zoals correctie van de witbalans van beelden die eerder zijn opgenomen en de beelden opslaan in bestandsindelingen die op een pc kunnen worden weergegeven. ••U kunt RAW-beelden ontwikkelen met [RAW-verwerking] in het [Afspelen]-menu. (→208) ••Als u RAW-beelden op een pc wilt ontwikkelen en bewerken, gebruikt u de bijgeleverde dvd-software ("SILKYPIX Developer Studio" van Ichikawa Soft Laboratory). 109 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen Beeldkwaliteit en fotoresolutie instellen Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●De volgende effecten kunnen niet worden gebruikt op RAW-beelden. •• [Intelligent auto]-modus •• Beeldeffecten (Filter) •• Witbalans*1 •• [Fotostijl]*1 / [Schaduw markeren]*1 / [Int.dynamiek]*1 / [Rode-ogencorr]*2 / [I.resolutie]*1 / [Kleurruimte]*1 ([Opname]-menu) ●●U kunt deze niet instellen op [   ], [   ] of [   ] in het volgende geval: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s *1 Wanneer u [RAW-verwerking] in het [Afspelen]-menu gebruikt, worden de aanpassingen uitgevoerd op basis van de instellingen die tijdens het opnemen zijn gebruikt. Daarom kunt u JPEG-beelden opslaan door de instellingen te gebruiken die tijdens het opnemen zijn toegepast. 2 * Als [Rode-ogencorr] tijdens het opnemen is geactiveerd, kunt u [RAW-verwerking] in het [Afspelen]-menu gebruiken om JPEG-beelden op te slaan waarin rode ogen zijn gedetecteerd en gecorrigeerd. 110 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De beeldcorrectiefuncties effectief gebruiken Contrast en belichting corrigeren ([Int.dynamiek]) Opnamemodus: Past bij groot contrast tussen achtergrond en onderwerp automatisch het contrast en de belichting aan voor meer levensechte kleuren. → [Opname] → [Int.dynamiek] Instellingen: [AUTO] / [HIGH] / [STANDARD] /[LOW] / [OFF] ●●Wanneer [AUTO] is ingesteld, kunt u automatisch de sterkte van de effecten instellen op basis van de opnameomstandigheden. ●●Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-menu. Als een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch worden gewijzigd. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Compensatie-effecten worden mogelijk niet bereikt, afhankelijk van de omstandigheden. ●●De [Int.dynamiek] functioneert in de volgende gevallen niet: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Als [HDR] op [ON] staat De indruk van hoge resolutie versterken ([I.resolutie]) Opnamemodus: Met de intelligente resolutietechnologie van de camera kunt u foto’s maken met scherpere contouren en een hogere resolutie. → [Opname] → [I.resolutie] Instellingen: [HIGH] / [STANDARD] /[LOW] / [EXTENDED] / [OFF] ●●Wanneer [EXTENDED] is ingesteld, kunt u natuurlijkere beelden opnemen met de indruk van hoge resolutie. ●●De instelling [EXTENDED] verandert automatisch in de instelling [LOW] wanneer films worden opgenomen. ●●Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]-menu. Als een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch worden gewijzigd. 111 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De beeldcorrectiefuncties effectief gebruiken Foto’s met verschillende belichting combineren ([HDR]) Opnamemodus: De camera kan 3 foto’s die zijn gemaakt met een verschillende belichting, combineren tot één goed belichte foto met een rijke gradatie. De afzonderlijke beelden die worden gebruikt om het HDR-beeld te maken, worden niet opgeslagen. U kunt het verlies aan gradaties in lichte en donkere gebieden beperken wanneer bijvoorbeeld het contrast tussen de achtergrond en het onderwerp groot is. Een gecombineerde HDR-foto wordt in JPEG-indeling opgeslagen. → [Opname] → [HDR] [ON] Maakt een gecombineerde HDR-foto. [OFF] Maakt geen gecombineerde HDR-foto. [Dynamisch bereik] [AUTO]: hiermee worden beelden opgenomen nadat automatisch het instelbereik van de belichting is ingesteld op basis van het contrast van een onderwerp. [±1EV] / [±2EV] / [±3EV]: hiermee worden beelden opgenomen op basis van het instelbereik van de ingestelde belichting. [Auto uitlijnen] [ON]: hiermee wordt de verplaatsing van beelden als gevolg van beweging enzovoort automatisch aangepast. Gebruik deze instelling om met de camera in de hand beelden op te nemen. [OFF]: de verplaatsing van beelden wordt niet aangepast. Gebruik deze instelling als u een statief gebruikt. [SET] ■■Wat is HDR? HDR staat voor High Dynamic Range en verwijst naar een techniek voor het uitdrukken van een breed contrastbereik. ●●Nadat de ontspanknop is ingedrukt, mag u de camera niet bewegen tijdens de burst-opname. ●●Aangezien er een hele Burst aan foto’s wordt gecombineerd na het opnemen, kan het even duren voordat u opnieuw een foto kunt maken. ●●Een onderwerp dat tijdens het opnemen in beweging was, kan als nabeeld worden opgenomen. ●●Wanneer [Auto uitlijnen] is ingesteld op[ON], wordt de kijkhoek iets smaller. ●●Wanneer u beelden opneemt met een flitser, wordt de flitsmodus vastgezet op [   ] (Flitser gedwongen UIT). Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Deze functie werkt niet voor foto’s terwijl filmbeelden worden opgenomen. ●●[HDR] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:  ], [   ] of [   ] is ingesteld •• Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [  •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling [Automatische opname]) 112 SQW0028 Beeldkwaliteit- en kleurinstellingen De beeldcorrectiefuncties effectief gebruiken De ruis van een lange belichting onderdrukken ([Lang sl.n.red]) Opnamemodus: De camera kan automatisch de ruis wegnemen die ontstaat bij het opnemen van beelden met een langere sluitertijd (bijvoorbeeld om nachtscènes op te nemen) om scherpe beelden op te nemen. → [Opname] → [Lang sl.n.red] Instellingen: [ON]/[OFF] ●●Terwijl de camera de ruis wegneemt, wordt [Lange sluitertijd ruisreductie lopend] even lang weergegeven als de sluitertijd die voor de signaalverwerkingstijd is geselecteerd. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●De [Lang sl.n.red] functioneert in de volgende gevallen niet. •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Tijdens het opnemen van films •• Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH] •• Wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt De kleurruimte instellen Opnamemodus: U kunt de methode voor het reproduceren van de kleuren instellen om de opgenomen beelden op de juiste manier weer te geven op de schermen van een pc of printer enzovoort. → [Opname] → [Kleurruimte] [sRGB] Hiermee stelt u de kleurruimte sRGB in. Deze instelling wordt veel gebruikt voor apparaten zoals pc’s. [AdobeRGB] Hiermee stelt u de kleurruimte AdobeRGB in. De kleurruimte AdobeRGB heeft een breder kleurenweergavebereik dan de kleurruimte sRGB. Daarom wordt de kleurruimte AdobeRGB voornamelijk gebruikt voor zakelijke toepassingen zoals commercieel drukwerk. ●●Selecteer [sRGB] als u niet deskundig bent op het gebied van de kleurruimte AdobeRGB. ●●Tijdens het opnemen van films wordt de instelling vastgezet op [sRGB]. 113 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling 1 Zet de keuzeschakelaar voor scherpstelling op [    ] of [    ] De automatische scherpstelling wordt geactiveerd. Zet gelijk met de indicator. Selecteer de scherpstellingsfunctie (AFS, AFF, AFC) Opnamemodus: Stel de scherpstelbediening in die moet worden uitgevoerd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. → [Opname] → [AFS/AFF/AFC] De beweging van het onderwerp en de scène (aanbevolen) Keuzeschakelaar Instellingen voor scherpstelling [AFS] * * [AFF] [AFC] Beschrijving Onderwerp staat stil (landschap, verjaardagsfoto enz.) "AFS" is een afkorting van "Auto Focus Single". De scherpstelling wordt automatisch ingesteld wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt. De scherpstelling wordt vastgezet terwijl de knop half ingedrukt is. Onvoorspelbare bewegingen (kinderen, huisdieren enz.) "AFF" is een afkorting van "Auto Focus Flexible". In deze modus wordt de scherpstelling automatisch ingesteld wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt. Als het onderwerp beweegt terwijl de ontspanknop half ingedrukt is, wordt de scherpstelling automatisch gecorrigeerd op basis van de beweging. Onderwerp beweegt (sport, treinen enz.) "AFC" is een afkorting van "Auto Focus Continuous". In deze modus wordt, terwijl de ontspanknop half ingedrukt is, continu scherpgesteld op basis van de beweging van het onderwerp. Wanneer het onderwerp beweegt, wordt scherpgesteld door de positie van het onderwerp op het moment van opname te voorspellen. — Het scherpstellen wordt handmatig uitgevoerd. (→128) * In de [Intelligent auto] modus wordt er vast ingesteld op AF Macro, ook al zet u de keuzeschakelaar voor scherpstelling op [  114  ] of [   ] (AF Macro). SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling Bij het opnemen met [AFF], [AFC] ●●Het scherpstellen kan enige tijd vergen wanneer de zoom plotseling wordt omgezet van de maximale groothoekstand (W) naar de maximale telestand (T) of als u plotseling dichter bij uw onderwerp komt. ●●Druk opnieuw de ontspanknop half in wanneer u moeilijk op het onderwerp kunt scherpstellen. ●●Terwijl de ontspanknop half ingedrukt is, kunt u trillingen op het scherm zien. ●●Als het licht op een onderwerp onvoldoende is wanneer u [AFF] of [AFC] gebruikt, stelt de camera op dezelfde manier scherp als bij [AFS]. In dit geval wordt de indicatie op het scherm geel [AFS]. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●De camera past de scherpstelling aan met [AFS] in het volgende geval: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s [AF mode] schakelen Opnamemodus: Hiermee schakelt u de scherpstelmodus in die geschikt is voor de posities en het aantal te selecteren onderwerpen. 1 Druk op de [   ]-knop (   ) 2 Druk op om de automatische scherpstelmodus te selecteren en druk op [MENU/SET] •• Als u op drukt wanneer [   ], [   ], [   ] of [   ] geselecteerd is, verschijnt het instelscherm voor het AF-gebied. Zie voor details over bediening van het instelscherm voor het AF-gebied (→121). ●●De automatische scherpstelmodus staat vast ingesteld op [   ] (scherpstellen op 1 punt) in het volgende geval: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect]) Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Er kan niet worden ingesteld op [   ] (precisiescherpstellen) in het onderstaande geval: •• Wanneer [AFS/AFF/AFC] (→114) is ingesteld op [AFF] of [AFC] 115 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling Beelden opnemen van mensen van voren (gezichts-/oogdetectie) De camera detecteert automatisch de gezichten en ogen van personen. De camera past de scherpstelling aan het oog aan dat zich het dichtst bij de camera bevindt en past de belichting aan het gezicht aan (wanneer [Meetfunctie] is ingesteld op [   ] (multimeting)). ••De camera kan maximaal 15 gezichten detecteren. De camera kan alleen de ogen detecteren van gezichten waarop wordt scherpgesteld. Wanneer de camera een gezicht herkent, worden het AFgebied en het oog waarop wordt scherpgesteld, weergegeven. Geel: als u de ontspanknop half indrukt, wordt het kader groen als de camera is scherpgesteld. Wit: verschijnt bij detectie van meerdere gezichten. Andere gezichten die op dezelfde afstand zijn als de gezichten in het gele AF-gebied, worden ook scherp vastgelegd. Oog waarop wordt scherpgesteld ●●U kunt de positie en de grootte van het AF-gebied en het oog waarop wordt scherpgesteld, wijzigen. (→121) ●●Als [Meetfunctie] is ingesteld op [   ] (multimeting) wanneer [   ] (gezichts-/oogdetectie) is geselecteerd, past de camera de belichting aan op basis van het gezicht van een van de personen op de foto. (→139) Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Als de omstandigheden de herkenning van gezichten bemoeilijken, zoals wanneer de beweging van het onderwerp te snel is, schakelt de instelling voor de AF-modus over naar [   ] (Scherpstellen op 49 punten). 116 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling Automatisch koppelen van de scherpstelling aan een bewegend onderwerp (Tracking AF) 1 Plaats het Tracking AF-kader over uw onderwerp en druk de ontspanknop half in Wanneer uw onderwerp herkend wordt, verandert het Tracking AF-kader van wit in geel en dan wordt uw onderwerp steeds scherp in beeld gehouden. Als de AF-vergrendeling mislukt, blijft er een tijdje lang een rood kader knipperen en dooft dan. Probeert u de vergrendeling dan opnieuw. •• Tracking AF opheffen → Druk op [MENU/SET].  ] •• Scherpstelbereik: hetzelfde als bij macro-opnamen [  •• In de [Intelligent auto]-modus worden elke keer als u op drukt, Tracking AF en gezichtsdetectie verwisseld. Tracking AF kader ●●Wanneer u [Meetfunctie] instelt op [   ] (multimeting), past de camera de belichting op basis van een gekoppeld onderwerp aan. (→139) ●●Onder bepaalde opnameomstandigheden, bijvoorbeeld wanneer het onderwerp klein of donker is, kan [   ] (Tracking AF) niet goed werken. Wanneer [   ] (Tracking AF) niet werkt, wordt er scherpgesteld op [   ] (scherpstellen op 1 punt). ●●[  Niet beschikbaar in de volgende gevallen:  ] (Tracking AF) kan in het volgende geval niet worden gebruikt: •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt ●●In de volgende gevallen voert [   ] (Tracking AF) de bewerking uit van [   ] (scherpstellen op 1 punt). •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Sepia], [Zwart-wit], [Dynamisch zwart/wit], [Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn]) •• [Zwart-wit] in [Fotostijl] Onderwerp niet gecentreerd in beeld enz. (aangepast multi) (scherpstellen op 49 punten) / (Scherpstellen op 49 punten) Stelt scherp op het onderwerp in het brede gebied (scherpstellen op 49 punten) op het opnamescherm. ●●U kunt het scherpstelgebied selecteren. (→121) 117 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling enz. (aangepast multi) U kunt de voorkeursvorm van een AF-gebied instellen door 49 punten in het AF-gebied te selecteren, op basis van het onderwerp. 1 2 Druk op de [   ]-knop (   ) 3 Selecteer met Selecteer een pictogram voor aangepast multi ([  •• Wanneer u op  ] enz.) en druk op drukt, verschijnt het instelscherm voor het AF-gebied. de instelling •• De momenteel ingestelde vorm van een AF-gebied wordt linksonder op het scherm weergegeven. ([Horizontaal patroon]) Horizontale lijn Ideale vorm voor verschuiven enz. ([Verticaal patroon]) Verticale lijn Ideale vorm voor het opnemen van gebouwen enz. ([Aangepast]) / / (Aangepast) Huidige vorm AF-gebied Aangepaste vorm U kunt een aangepaste registratievorm instellen. 4 Druk op 5 Selecteer het AF-gebied •• Het instelscherm voor AF-gebied verschijnt. •• Het geselecteerde AF-gebied wordt in geel weergegeven en het ongeselecteerde gebied in wit. Wanneer u [   ]/[   ] selecteert Wanneer [   ] is geselecteerd, kunt u de grootte en positie van het gebied in verticale richting instellen en wanneer [   ] is geselecteerd, kunt u de grootte en positie van het gebied in horizontale richting instellen. Knoppen bedienen Beschrijving Positie wordt verplaatst 118 Bedieningsknop Hiermee verandert u de grootte (maximaal drie regels) [DISP.]-knop De oorspronkelijke instellingen worden hersteld SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling Wanneer u [   ]/[   ]/[   ]/[   ] selecteert Selecteer met het AF-gebied en druk op [MENU/SET] om het in te stellen (te herhalen) •• Als u opnieuw op [MENU/SET] drukt, wordt de instelling geannuleerd. •• Druk op de [DISP.]-knop om alle instellingen te annuleren. 6 Druk op de [Fn2]-knop ■■Het ingestelde AF-gebied registreren in [   ], [  Druk op op het scherm bij stap 3 op (→118) Selecteer met  ] en [   ] (Aangepast) het doelpictogram voor registratie en druk op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. ●●De instellingen geregistreerd in [   ], [   ] of [   ] blijven behouden, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld. ●●De instellingen aangepast in [   ], [   ] of [   ] worden naar de standaardinstellingen hersteld wanneer de camera wordt uitgeschakeld. ●●Als u op de cursortoets drukt wanneer [Direct focuspunt] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], verschijnt het instelscherm voor AF-gebied. 119 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling Vastgestelde positie voor scherpstelling (scherpstellen op 1 punt)/ (precisiescherpstellen) (Scherpstellen op 1 punt) Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied in het midden van het beeld. (Aanbevolen wanneer u moeilijk kunt scherpstellen) ••U kunt de positie en de grootte van het AF-gebied wijzigen. (→121) De scherpstelling vergrendelen Volg onderstaande stappen als het onderwerp dat u Scherpstelaanduiding wilt opnemen, zich niet in het midden bevindt. (Alleen (Goed scherpgesteld: brandt Niet goed scherpgesteld: knippert) wanneer [AFS/AFF/AFC] is ingesteld op [AFS]) Stel scherp op het onderwerp Leg het 1 AF-gebied gelijk met het onderwerp 2 AF-gebied Half ingedrukt (Goed scherpgesteld: groen houden Niet goed scherpgesteld: rood) Keer terug naar de gewenste compositie Volledig indrukken (Precisiescherpstellen) Hiermee kunt u nauwkeuriger scherpstellen op een kleiner punt dan met [   ] (scherpstellen op 1 punt). ●●U kunt de scherpstelpositie met het vergrote scherm instellen. (→122) ●●Wanneer u de ontspanknop half indrukt, verschijnt een grotere weergave van de scherpstelpositie. ●●U kunt de time-out voor de vergrote weergave instellen met [Spot AF tijd] in het [Voorkeuze]-menu. (→122) ●●Als [   ] (precisiescherpstellen) is geselecteerd tijdens het opnemen van films, wordt de instelling gewijzigd in [   ] (scherpstellen op 1 punt). Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Er kan niet worden ingesteld op [   ] (precisiescherpstellen) in de onderstaande gevallen. •• Wanneer [AFS/AFF/AFC] (→114) is ingesteld op [AFF] of [AFC] 120 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling De positie en de grootte van het AF-gebied wijzigen ■■Wanneer u [   ]/[   ] selecteert U kunt de positie en de grootte van het AF-gebied wijzigen. Selecteer [   ] of [   ] en druk op •• Het instelscherm voor AF-gebied verschijnt. AF-gebied wijzigen De positie van het AF-gebied verplaatsen: Druk op Grootte van het AF-gebied wijzigen: Draai aan de bedieningsknop •• Als u het AF-gebied instelt op een oog in het gele kader wanneer [   ] is geselecteerd, wordt het oog dat voor scherpstellen wordt gebruikt, gewijzigd. •• AF-gebied in oorspronkelijke staat (positie) terugzetten → Druk op de [DISP.]-knop. Druk op [MENU/SET] ■■Wanneer u [   ] selecteert U kunt de scherpstelpositie instellen door een groep AF-gebieden te selecteren. Het AF-gebied, dat met 49 punten wordt geconfigureerd, wordt in groepen verdeeld die elk uit 9 punten bestaan (6 of 4 punten voor de groepen die zich aan de randen van het scherm bevinden). Voorbeelden van Selecteer [   ] en druk op •• Het instelscherm voor AF-gebied verschijnt. Druk op om een groep AF-gebieden te selecteren Druk op [MENU/SET] groep •• Alleen de [+]-indicaties (middelpunten van de geselecteerde groep) blijven op het scherm staan. •• Als u de instellingen van het kader met AF-gebieden wilt annuleren, drukt u op [MENU/SET]. 121 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling ■■Wanneer u [   ] selecteert U kunt het scherm vergroten om de scherpstelpositie nauwkeuriger in te stellen. ••U kunt de scherpstelpositie niet instellen aan de randen van het scherm. Selecteer [   ] en druk op Stel met de scherpstelpositie in en druk op [MENU/SET] •• Het vergrote hulpscherm voor het instellen van de scherpstelpositie verschijnt. Verplaats [+] naar de scherpstelpositie met •• Indrukken van de [DISP.]-knop brengt de scherpstelpositie terug naar het midden van het hulpscherm. De weergave van het hulpscherm wijzigen → [Voorkeuze] → [Spot AF weergave] [FULL]: het hulpscherm wordt op basis van het volledige scherm vergroot. [PIP]: het hulpscherm wordt op een deel van het scherm vergroot. ••Wanneer [PIP] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 6 keer vergroot of verkleind. Wanneer [FULL] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 10 keer vergroot of verkleind. Vergroot of verklein het scherm met vergrotingsfactoren van x 1 stappen met de bedieningsknop. De time-out voor het vergrote scherm instellen →  [Voorkeuze] → [Spot AF tijd] → [LONG] (ongeveer 1,5 seconde) / [MID] (ongeveer 1,0 seconde) / [SHORT] (ongeveer 0,5 seconde) ••Als u de ontspanknop loslaat, wordt het vergrote scherm uitgeschakeld, zelfs vóór de schermtime-out. 122 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling Gebruik van de cursortoets om het AF-gebied te verplaatsen in-/ uitschakelen → [Voorkeuze] → [Direct focuspunt] → [ON]/[OFF] Wanneer [   ], [   ] of [   ] is geselecteerd, kunt u het AF-gebied verplaatsen en wanneer [   ] is geselecteerd, kunt u de vergrote positie verplaatsen. ••Wanneer [Voorkeur multi] zoals [   ] is geselecteerd, wordt het instelscherm voor het AF-gebied weergegeven. ••Met het Quick-menu (→34) kunt u functies instellen die aan de cursortoets worden toegewezen, zoals [Aandrijfstand], [Witbalans] en [Gevoeligheid]. ●●Wanneer u [Meetfunctie] (→139) instelt op [   ] (scherpstellen op spot), beweegt het meetdoel mee met het AF-gebied. Wanneer het AF-gebied naar de randen van het scherm wordt verplaatst, kan de meting door de omliggende helderheid worden beïnvloed. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●[Direct focuspunt] staat vast ingesteld op [OFF] in het volgende geval: •• Wanneer het beeldeffect (Filter) is ingesteld ●●De positie en de grootte van het AF-gebied kunnen niet worden gewijzigd in het digitale zoombereik. 123 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling Uw voorkeursscherpstelmethode instellen In het menu [Voorkeuze] kunt u de scherpstelmethode in detail instellen. De scherpstelling in-/uitschakelen wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt → [Voorkeuze] → [Sluiter-focus] → [ON]/[OFF] Het ontspannen van de sluiter in-/uitschakelen wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt → [Voorkeuze] → [Ontsp. knop half indr.] → [ON]/[OFF] Scherpstellen met de [AF/AE LOCK]-knop U kunt op een onderwerp scherpstellen met de [AF/AE LOCK]-knop in plaats van de ontspanknop. 1 Stel het [Voorkeuze]-menu in → [Voorkeuze] → [Sluiter-focus] → [OFF] → [Voorkeuze] → [AF/AE vergrend.] → [AF-ON] 2 Druk op de [AF/AE LOCK]-knop 3 Druk op de ontspanknop en maak een foto 3 De camera stelt scherp op een onderwerp. •• De camera maakt de foto door de belichting aan te passen. 2 Aanpassing van scherpstelling vooraf in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [Quick AF] → [ON]/[OFF] De scherpstelling wordt automatisch aangepast wanneer de cameraonscherpte gering is, ook wanneer u de ontspanknop niet indrukt. (Verbruikt meer stroom van de batterij) ●●Druk de ontspanknop halverwege in als het moeilijk is een goede scherpstelling te verkrijgen. ●●[Quick AF] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: ••In de [Voorvertoning]-modus ••Bij weinig licht 124 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met automatische scherpstelling AF-assistlampje in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [AF ass. lamp] → [ON]/[OFF] Het AF-assistlampje gaat branden wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt wanneer het te donker is om goed scherp te kunnen stellen. (Er wordt een groot AF-gebied weergegeven op basis van de opnameomstandigheden.) ●●Het AF-assistlampje heeft een effectieve reikwijdte van 1,5 m. ●●Het AF-assistlampje is effectief voor een onderwerp in het midden van het scherm. Gebruik het lampje door een onderwerp in het midden van het scherm te plaatsen. ●●Als u het AF-assistlampje niet wilt laten inschakelen wanneer u een foto maakt op een donkere locatie (bijvoorbeeld van een dier in het donker), stelt u deze functie in op [OFF]. Wanneer het AF-assistlampje ingesteld wordt op [OFF], is het lastig om goed scherp te stellen. ●●De instelling wordt in de volgende gevallen vast ingesteld op [OFF]: ••Als [Stille modus] op [ON] staat Opname in-/uitschakelen wanneer een onderwerp onscherp is → [Voorkeuze] → [Prio. focus/ontspan] [FOCUS]: opname wordt uitgeschakeld, tenzij goed wordt scherpgesteld. [RELEASE]: opname wordt uitgevoerd wanneer u de ontspanknop volledig indrukt om voorrang te geven aan de timing van het ontspannen van de sluiter om gemiste kansen te voorkomen. ●●Merk op dat een beeld onscherp kan zijn wanneer [RELEASE] is ingesteld, zelfs wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op [AFS], [AFF] of [AFC]. ●●Deze functie is uitgeschakeld tijdens het opnemen van films. Handmatige scherpstelling na AF in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [AF+MF] → [ON]/[OFF] U kunt de scherpstelling handmatig verrichten tijdens de AF-vergrendeling (het half indrukken van de ontspanknop wanneer [AFS/AFF/AFC] is ingesteld op [AFS] of het instellen van de AF-vergrendeling met de [AF/AE LOCK]-knop). 125 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Close-upfoto’s maken (macro-opnamen) Opnamemodus: Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door instellen op [   ] (AF Macro) onderwerpen dichter benaderen dan bij het normale scherpstelbereik (tot op 3 cm in de max. groothoekstand). 1 Zet de keuzeschakelaar voor scherpstelling op [    ] Hiermee kunt u scherpstellen op een onderwerp van dichtbij. (Automatische scherpstelfuncties.) Zet gelijk met de indicator. Scherpstelbereik Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kan er niet goed op worden scherpgesteld. Kortste opnameafstand De kortste opnameafstand is de afstand van de voorkant van de lens tot het onderwerp. Deze afstand verandert geleidelijk, afhankelijk van de zoomstand. Max. groothoek 0,03 m Wanneer de keuzeschakelaar voor scherpstelling is ingesteld op [   ] (AF Macro). Max. tele 0,3 m Keuzeschakelaar voor scherpstelling [   ] [   ] (AF Macro) [   ] (→128) Scherpstelbereik Zoom Max. groothoek Max. tele 50 cm 50 cm 3 cm 30 cm 3 cm 30 cm •• Het scherpstelbereik wordt weergegeven wanneer u de zoom gebruikt enzovoort. 126 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Close-upfoto’s maken (macro-opnamen) ●●In de [Intelligent auto]-modus zal de kortste opnameafstand hetzelfde zijn als die voor [   ], ongeacht de instelling van de keuzeschakelaar voor scherpstelling. ●●Het kan even duren totdat onderwerpen op grote afstand scherp worden. ●●Het verdient aanbeveling een statief en de [Zelfontspanner] te gebruiken. Ook raden we u aan te fotograferen zonder de flitser wanneer u een onderwerp dicht bij de camera opneemt. ●●Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw beelden onscherp zijn wanneer uw onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte en dus het scherpstelbereik bijzonder gering is. ●●Langs de randen van het beeld kan de resolutie minder zijn. 127 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met handmatige scherpstelling Opnamemodus: Handmatige scherpstelling is handig wanneer u de scherpstelling wilt vergrendelen om beelden op te nemen of wanneer het moeilijk is de scherpstelling aan te passen met automatische scherpstelling. 1 2 3 4 Zet de keuzeschakelaar voor scherpstelling op [    ] Stel handmatig scherp op een onderwerp. Zet gelijk met de indicator. Druk op de [   ]-knop (   ) Druk op om het gebied te selecteren dat vergroot moet worden en druk op [MENU/SET] ••Het scherm verandert in het hulpscherm en er verschijnt een vergrote weergave. (MF Assist) (→131) ••Wanneer u op de [DISP.]-knop drukt, wordt het te vergroten gebied teruggesteld naar het midden. Pas de scherpstelling aan door de bedieningsring te draaien De bedieningsring naar rechts draaien: Scherpstellen op een onderwerp dichtbij De bedieningsring naar links draaien: Scherpstellen op een onderwerp veraf ••Kleur wordt toegevoegd aan de gedeelten van het beeld die scherp zijn. (Peaking) (→130) ••U kunt de richting van de aanpassing van de scherpstelling naar de korte afstand of naar de lange afstand bevestigen. (MF Guide) (→129) MF Assist (vergroot scherm) Peaking Indicator voor MF Guide (oneindig) ●●Pas na het gebruik van de zoom de scherpstelling aan. ●●Pas na het annuleren van [Slaapsmodus] altijd de scherpstelling aan. 128 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met handmatige scherpstelling Weergave van MF Guide in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [MF-gids] → [ON]/[OFF] Snel de scherpstelling aanpassen met automatisch scherpstellen → [Voorkeuze] → [AF/AE vergrend.] → [AF-ON] Als u op de [AF/AE LOCK]-knop drukt in de handmatige scherpstelling, wordt de automatische scherpstelling geactiveerd. ●●De automatische scherpstelling wordt in het midden van het kader geactiveerd. ●●Wanneer de automatische scherpstelling geactiveerd wordt op het MF Assist-scherm, past de camera de scherpstelling in het midden van het MF Assist-scherm aan. 129 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met handmatige scherpstelling [Peaking] in-/uitschakelen om kleur toe te voegen aan de gedeelten van het beeld die scherp zijn → [Voorkeuze] → [Peaking] ●●[Peaking]-functies tijdens handmatig scherpstellen of wanneer u de scherpstelling handmatig aanpast bij gebruik van [AF+MF]. [ON] Kleur wordt toegevoegd aan de gedeelten van het beeld die scherp zijn. [OFF] De delen van het beeld die scherp zijn, worden niet weergegeven. [Niveau detecteren] [SET] [Kleur weergeven] Het detectieniveau voor de scherpe gedeelten wordt ingesteld. Wanneer [HIGH] wordt ingesteld, worden er minder gedeelten gemarkeerd, zodat u nauwkeuriger kunt scherpstellen. Instellingen: [HIGH]/[LOW] •• De instelling van het detectieniveau is niet van invloed op het scherpstelbereik. Hiermee stelt u de markeerkleur in die gebruikt wordt voor [Peaking]. Instellingen De beschikbare kleurinstellingen verschillen, afhankelijk van de instelling van [Niveau detecteren]. Als u de instelling [Niveau detecteren] verandert, verandert u ook de instelling [Kleur weergeven] als volgt. [Niveau detecteren] [LOW] [HIGH] [  [Kleur weergeven] [  [   ] (lichtblauw) [   ] (blauw)  ] (geel) [   ] (oranje)  ] (groen) [   ] (wit) ●●Wanneer [Peaking] is ingesteld op [ON], [   ] ([Niveau detecteren]: [HIGH]) of [   ] ([Niveau detecteren]: [LOW]) wordt weergegeven. ●●Wanneer [Fn knopinstelling] (→37) in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [Peaking], kunt u de instelling in de volgende volgorde schakelen elke keer als u op de toegewezen functieknop drukt: [ON] ([Niveau detecteren]: [LOW]) → [ON] ([Niveau detecteren]: [HIGH]) → [OFF]. ●●Aangezien delen met scherpe contouren op het scherm gemarkeerd worden als scherpe gedeelten, kunnen de gemarkeerde gedeelten variëren, afhankelijk van de opnameomstandigheden. ●●De kleur die voor de markering gebruikt wordt, is niet van invloed op de opgenomen beelden. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●[Peaking] functioneert in het volgende geval niet: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Ruw zwart-wit]) 130 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met handmatige scherpstelling MF Assist ■■MF Assist weergeven ••Draai de bedieningsring om MF Assist weer te geven. ••U kunt MF Assist ook weergeven door op te drukken om het instelscherm weer te geven, op de cursortoets te drukken om de positie in te stellen die vergroot moet worden en vervolgens op [MENU/SET] te drukken. ••Wanneer u de volgende bewerking uitvoert, wordt de positie die vergroot moet worden, teruggezet naar het midden. –– Wanneer u op de [DISP.]-knop op het scherm drukt dat gebruikt wordt voor instelling van de positie die vergroot moet worden. ••Als u op de cursortoets drukt wanneer [Direct focuspunt] in het [Voorkeuze]-menu is ingesteld op [ON], verschijnt het instelscherm voor de vergrote positie. ■■MF Assist sluiten ••Druk de ontspanknop half in om MF Assist te sluiten. ••U kunt MF Assist ook sluiten door op [MENU/SET] te drukken. ••Wanneer u MF Assist weergeeft door aan de bedieningsring te draaien, wordt MF Assist ongeveer 10 seconden nadat u de bewerking voltooid hebt, automatisch beëindigd. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●MF Assist wordt uitgeschakeld in het digitale zoombereik of bij het opnemen van films. De weergavemethode van MF Assist instellen → [Voorkeuze] → [MF assist] [   ] Draai de bedieningsring of druk op de [   ]-knop (   ) om de positie te vergroten. [   ] Draai de bedieningsring om de positie te vergroten. [   ] [OFF] 131 Druk op de [   ]-knop (   ) om de positie te vergroten. De bedieningsring of [   ]-knop (   ) kan niet worden gebruikt om de positie te vergroten. SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen met handmatige scherpstelling De weergave van MF Assist wijzigen → [Voorkeuze] → [MF assist weergave] [FULL]: het hulpscherm wordt op basis van het volledige scherm vergroot. [PIP]: het hulpscherm wordt op een deel van het scherm vergroot. ••Wanneer [PIP] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 6 keer vergroot of verkleind. Wanneer [FULL] is geselecteerd, wordt het scherm ongeveer 3 tot 10 keer vergroot of verkleind. Vergroot of verklein het scherm met vergrotingsfactoren van x 1 stappen met de bedieningsknop. 132 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen door de belichting en/of scherpstelling te vergrendelen [AF/AE vergrend.] Opnamemodus: De AF/AE-vergrendelingsfunctie is bijvoorbeeld handig wanneer het onderwerp te veel contrast heeft en u geen juiste belichting kunt krijgen (AE-vergrendeling) of wanneer u een foto wilt maken met een compositie waarbij het onderwerp buiten het AF-gebied ligt (AF-vergrendeling). 1 2 3 Richt de camera op het onderwerp Vergrendel de scherpstelling en/of belichting terwijl u de [AF/AE LOCK]-knop indrukt en ingedrukt houdt ••Wanneer u de [AF/AE LOCK]-knop loslaat, wordt de vergrendeling van de scherpstelling en/of de belichting opgeheven. ••Op het moment van aanschaf is alleen de belichting vergrendeld. Terwijl u de [AF/AE LOCK]-knop indrukt en ingedrukt houdt, beweegt u de camera om de compositie te maken van het beeld dat u wilt opnemen en drukt u de ontspanknop volledig in : De scherpstelling wordt vergrendeld (AF-vergrendeling) ••Wanneer [AE LOCK] ingesteld is, drukt u de ontspanknop half in om scherp te stellen en drukt u deze vervolgens helemaal in. De functie van de [AF/AE LOCK]-knop instellen → [Voorkeuze] → [AF/AE vergrend.] [AE LOCK] [AF LOCK] [AF/AE LOCK] [AF-ON] Alleen de belichting wordt vergrendeld. •• [AEL], diafragmawaarde en sluitertijd worden weergegeven wanneer de juiste belichting wordt bereikt. Alleen de scherpstelling wordt vergrendeld. •• [AFL], scherpstelling, diafragmawaarde en sluitertijd worden weergegeven wanneer het onderwerp scherp wordt. De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld. •• [AFL], [AEL], scherpstelling, diafragmawaarde en sluitertijd worden weergegeven wanneer het onderwerp scherp is en de juiste belichting wordt bereikt. De automatische scherpstelling wordt geactiveerd. De vergrendeling wel/niet in stand houden wanneer de [AF/AE LOCK]-knop wordt losgelaten → 133 [Voorkeuze] → [AE-vergr.-vast] → [ON]/[OFF] SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Beelden opnemen door de belichting en/of scherpstelling te vergrendelen [AF/AE vergrend.] ●●De AF-vergrendeling is alleen effectief in het volgende geval: •• [Handm. belicht.]-modus ●●Tijdens handmatige scherpstelling kan alleen de AE-vergrendeling gebruikt worden. ●●Alleen de AF-vergrendeling is ingeschakeld wanneer u films opneemt. Wanneer u de AF- vergrendeling opheft terwijl u films opneemt, kunt u de AF-vergrendeling niet opnieuw uitvoeren. ●●U kunt opnieuw op het onderwerp scherpstellen door de ontspanknop half in te drukken, zelfs wanneer AE is vergrendeld. ●●Programme Shift kan zelfs worden ingesteld wanneer AE is vergrendeld. ●●De vergrendeling wordt geannuleerd wanneer een zoombewerking wordt uitgevoerd nadat de belichting en/of de scherpstelling is vergrendeld. Voer de vergrendeling opnieuw uit. 134 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Foto’s opnemen met belichtingscompensatie Opnamemodus: Corrigeert de belichting als er tegenlicht is of als het onderwerp te donker of te licht is. 1 Draai de belichtingscompensatieknop om de compensatiewaarde te selecteren Onderbelicht Optimale belichting Pas de belichting aan in de [+]-richting Overbelicht Pas de belichting aan in de [-]-richting ••U kunt de belichtingscompensatiewaarde instellen in het bereik tussen -3 EV en +3 EV. ●●Afhankelijk van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk. ●●Wanneer [Auto. belichtingscomp.] van [Flitser] in het [Opname]-menu is ingesteld op [ON], wordt het flitsvermogen ook automatisch aangepast, gebaseerd op de belichtingscompensatiewaarde. (→183) 135 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen De ISO-gevoeligheid instellen Opnamemodus: Stel de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig in. We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties. 1 Druk op de [ISO]-knop (   ) 2 Draai de bedieningsknop om de ISOgevoeligheid te selecteren en druk op [MENU/SET] ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 3200*1, afhankelijk van de helderheid van een onderwerp. AUTO (Intelligente ISO) ISO-gevoeligheid wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 3200*1, afhankelijk van de beweging en de helderheid van een onderwerp. 100*2/200/400/800/1600/ 3200/6400/12800/25600 ISO-gevoeligheid wordt vastgezet op de geselecteerde instelling. •• Wanneer [ISO verhoging] is ingesteld op [1/3EV], kunnen meer instellingen voor ISO-gevoeligheid worden geselecteerd. (→138) *1 Wanneer [ISO-limiet] (→137) in het [Opname]-menu is ingesteld op een andere waarde dan [OFF], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld in het bereik tot de [ISO-limiet]-instelwaarde. *2 Alleen wanneer [Uitgebreide ISO] gelijk is aan [ON]. Instelinstructies Gevoeligheid Locatie (aanbevolen) Sluitertijd Interferentie Onscherp onderwerp 136 [200] Licht (buiten) Traag Laag Hoog [25600] Donker Snel Hoog Laag SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen De ISO-gevoeligheid instellen ●●Wanneer [Hoge dynamiek] is geselecteerd als het beeldeffect (Filter), wordt [Gevoeligheid] vastgelegd op [AUTO]. ●●Wanneer een ander foto-effect (Filter) dan [Hoge dynamiek] is geselecteerd of wanneer [Multibelicht.] is ingesteld, kan de ISO-gevoeligheid worden ingesteld in een bereik tot [3200]. ●●Voor meer informatie over het beschikbare gebruikte flitsbereik wanneer de [Gevoeligheid] is ingesteld op [AUTO], zie (→177).  ] in de volgende gevallen niet selecteren: •• [Sluiterprioriteit]-modus •• [Handm. belicht.]-modus ●●Wanneer [Direct focuspunt] (→123) is ingesteld op [ON], functioneert de cursortoets als een bewerking voor verplaatsing van het AF-gebied. Stel in dat geval in het Quick-menu (→34) de ISO-gevoeligheid in. ●●U kunt bij het filmen de volgende instellingen gebruiken: [AUTO], [200] - [6400] ●●Kan [  De bovengrens voor ISO-gevoeligheid instellen Opnamemodus: U kunt de bovengrens voor ISO-gevoeligheid instellen wanneer [Gevoeligheid] is ingesteld op [AUTO] of [   ]. → [Opname] → [ISO-limiet] Instellingen: [400] / [800] / [1600] / [3200] / [6400] / [12800] / [25600] / [OFF] Niet beschikbaar in het volgende geval: •• Tijdens het opnemen van films 137 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen De ISO-gevoeligheid instellen De incrementele waarde voor ISO-gevoeligheid instellen Opnamemodus: U kunt de instelling wijzigen om de ISO-gevoeligheid te vergroten met 1 EV of 1/3 EV. → [Opname] → [ISO verhoging] [1/3EV] [1 EV] [L.100]* / [L.125]* / [L.160]* / [200] / [250] / [320] / [400] / [500] / [640] / [800] / [1000] / [1250] / [1600] / [2000] / [2500] / [3200] / [4000] / [5000] / [6400] / [8000] / [10000] / [12800] / [16000] / [20000] / [25600] [L.100]* / [200] / [400] / [800] / [1600] / [3200] / [6400] / [12800] / [25600] * Alleen wanneer [Uitgebreide ISO] gelijk is aan [ON]. ●●Wanneer deze instelling is gewijzigd van [1/3EV] in [1 EV], kan de instelling voor [Gevoeligheid] worden gewijzigd. (De dichtstbijzijnde mogelijke ISO-gevoeligheid die voor [1 EV] kan worden ingesteld, wordt gebruikt.) De instelling voor ISO-gevoeligheid verhogen Opnamemodus: U kunt de numerieke waarden verhogen die voor ISO-gevoeligheid kunnen worden ingesteld. → [Opname] → [Uitgebreide ISO] Instellingen: [ON]/[OFF] 138 SQW0028 De scherpstelling en helderheid (belichting) aanpassen Instelling van de meetmodus Opnamemodus: U kunt de meetmethode voor het meten van de helderheid wijzigen. → [Opname] → [Meetfunctie] [Meetfunctie] (Meerdere punten) (Zwaartepunt in het midden) Meetpositie voor helderheid Omstandigheden Hele scherm Normaal gebruik (levert evenwichtige beelden op) Midden en omgeving Onderwerp in het midden Middelpunt bij de [+] (het punt voor de spotmeting) (Eén punt) Groot verschil in helderheid tussen onderwerp en achtergrond (bijvoorbeeld iemand in de spotlights op toneel, achtergrondlicht) Spotmetingsdoel ••Het menuonderdeel is standaard voor zowel het [Opname]- als het [Bewegend beeld]menu. Als een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch worden gewijzigd. 139 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Sluitertype instellen Opnamemodus: U kunt beelden opnemen met twee typen sluitermodi: de mechanische sluiter en de elektronische sluiter. Mechanische sluiter Beschrijving De belichting wordt elektronisch gestart en beëindigd met de mechanische sluiter. Elektronische sluiter De belichting wordt elektronisch gestart en beëindigd. Flitser ○ – Sluitertijd (seconden) 60 - 1/4000 1*1 - 1/16000 Mechanisch sluitergeluid*2 + Elektronisch sluitergeluid*3 Elektronisch sluitergeluid*3 Sluitergeluid *1 U kunt de ISO-gevoeligheid instellen in een bereik tot [ISO 3200]. Wanneer de ISO-gevoeligheid hoger is dan [ISO 3200], zal de sluitertijd sneller zijn dan 1 seconde. *2 U kunt het mechanische sluitergeluid niet uitschakelen. *3 Met [Shutter vol.] kunt u het volume van het elektronische sluitergeluid aanpassen. (→43) 1 Stel het menu in → [Opname] → [Sluitertype] [AUTO] De sluitermodus schakelt automatisch op basis van de opnameomstandigheden en de sluitertijd. •• De mechanische sluitermodus heeft een hogere prioriteit dan de elektronische sluitermodus, omdat de mechanische sluiter minder functiegerelateerde beperkingen heeft tijdens het opnemen met een flitser enzovoort. [MSHTR] Alleen de mechanische sluitermodus wordt voor het opnemen van beelden gebruikt. [ESHTR] Alleen de elektronische sluitermodus wordt voor het opnemen van beelden gebruikt. ●●Wanneer [   ] op het scherm wordt weergegeven, wordt er een beeld opgenomen met de elektronische sluiter. ●●Wanneer [Burstsnelh.] op [SH] is ingesteld, wordt er een beeld opgenomen met de elektronische sluiter. ●●Wanneer [Stille modus] op [ON] is ingesteld, wordt er een beeld opgenomen met de elektronische sluiter. ●●Als u een beeld opneemt van een bewegend onderwerp met de elektronische sluiter, kan het onderwerp in sommige gevallen scheef zijn. ●●Wanneer u een beeld opneemt onder tl- of ledverlichtingsarmaturen met de elektronische sluiter, kan het opgenomen beeld horizontale strepen vertonen. Als u een langere sluitertijd gebruikt, kunnen de horizontale strepen verminderd worden. (→84) ●●Besteed speciale aandacht aan de privacy, portretrechten enzovoort van een onderwerp wanneer u deze functie gebruikt. Gebruik de functie op eigen risico. 140 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Een aandrijfstand selecteren Opnamemodus: U kunt schakelen tussen de bewerkingen die worden uitgevoerd wanneer u op de ontspanknop drukt. 1 Druk op de [  2 Druk op om de aandrijfstand te selecteren en druk op [MENU/SET]  ]-knop (   ) Aandrijfstand [Enkel] Wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, wordt slechts één beeld opgenomen. [Burstfunctie] (→142) Er wordt een opeenvolgende serie foto’s gemaakt terwijl de ontspanknop is ingedrukt. [Auto bracket]* (→145) Elke keer als er op de ontspanknop wordt gedrukt, worden de foto’s met andere belichtingsinstellingen gemaakt op basis van het belichtingscompensatiebereik. [Asp. bracket]* (→147) Wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, worden er automatisch 4 foto’s met 4 verschillende beeldverhoudingen gemaakt. [Zelf ontsp.] (→148) Wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, wordt opgenomen nadat de ingestelde tijd is verstreken. [Panoramaopname]* (→150) De foto’s worden achtereenvolgens opgenomen terwijl u op de ontspanknop drukt en de camera horizontaal of verticaal beweegt en de foto’s worden vervolgens tot één panoramafoto gecombineerd. * Kan niet worden ingesteld in de modus [Intelligent auto]. ••Om de aandrijfstand te annuleren, selecteert u [   ] ([Enkel]) of [   ]. Het opnemen wordt naar "enkel" geschakeld. ••Wanneer u op drukt, kunt u de instellingen van de verschillende aandrijfstanden wijzigen. Houd er echter rekening mee dat u de instellingen voor [Enkel] en [Asp. bracket] niet kunt wijzigen. 141 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Burst-functie Opnamemodus: Er wordt een opeenvolgende serie foto’s gemaakt terwijl de ontspanknop is ingedrukt. ••Foto’s die gemaakt zijn terwijl de [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH], worden samen als één burstgroep opgenomen (→201). 1 2 Druk op de [  3 Druk op om de burstsnelheid te selecteren en druk op [MENU/SET]  ]-knop (   ) Druk op om het burstpictogram ([   ] enz.) te selecteren en druk op [SH] (superhoge snelheid)*1 Snelheid (beelden/ sec.) [M] (gemiddelde snelheid) [L] (lage snelheid) [AFS] 40 11 7 2 [AFF] / [AFC] ― 6,5 6,5 2 Geen Geen Beschikbaar Beschikbaar Met RAWbestanden ― 20*3 20*3 20*3 Zonder RAWbestanden 60 Live View tijdens burstopname Aantal beelden*2 [H] (hoge snelheid) Afhankelijk van de capaciteit van de kaart*3 *1 De elektronische sluiter wordt geactiveerd. *2 Het aantal foto’s met de burstfunctie wordt beperkt door de omstandigheden waaronder u de foto maakt en het type en/of de status van de gebruikte kaart. *3 Er kunnen beelden worden opgenomen totdat de kaart vol is. Halverwege de opname zal de burstsnelheid echter afnemen. Het exacte moment waarop de burstsnelheid afneemt, is afhankelijk van de instellingen van de beeldverhouding, fotoresolutie en kwaliteit en het gebruikte kaarttype. ••De burstsnelheid kan afnemen afhankelijk van de volgende instellingen: –– [Fotoresolutie] (→108), [Kwaliteit] (→109), Gevoeligheid (→136), Scherpstelmodus (→114), [Prio. focus/ontspan] (→125) ••De burstsnelheid kan ook worden ingesteld met [Burstsnelh.] in het [Opname]-menu. ••Zie voor informatie over RAW-bestanden (→109). 142 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Burst-functie 4 Op het onderwerp scherpstellen en een foto maken 50i ••Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om de burstmodus te activeren. ■■Burst annuleren Selecteer in stap 2 [   ] ([Enkel]) of [   ]. Scherpstellen in burstmodus Scherpstellen verschilt afhankelijk van de scherpstelmodus (→114) en de instelling van [Prio. focus/ontspan] (→125) in het [Voorkeuze]-menu. Scherpstelmodus [AFS] [AFF] / [AFC]*1 [MF] [Prio. focus/ontspan] [FOCUS] [RELEASE] [FOCUS] Scherpstelling Bij de eerste foto Normale scherpstelling*2 [RELEASE] Voorspelde scherpstelling*3 — Scherpgesteld met handmatige scherpstelling *1 Scherpstelling wordt vastgezet in de eerste foto wanneer donkere onderwerpen worden opgenomen of de burstsnelheid is ingesteld op [SH]. *2 Aangezien de camera een burst foto’s maakt terwijl de scherpstelling wordt aangepast, kan de burstsnelheid afnemen. *3 De camera voorspelt de scherpstelling binnen een mogelijk bereik door hogere prioriteit te geven aan de burstsnelheid. 143 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Burst-functie ●●Wanneer de burstsnelheid staat ingesteld op [H] kan er bij het maken van een groot aantal burstfoto’s de burstsnelheid tijdens het opnemen van de beelden wel eens minder worden. ●●Wanneer de burstsnelheid is ingesteld op [SH] of [H] (de scherpstelmodus is ingesteld op [AFS] of [MF]), zijn de belichting en witbalans vastgezet op die van de eerste foto. Wanneer de burstsnelheid is ingesteld op [H] (de scherpstelmodus is ingesteld op [AFF] of [AFC]), [M] of [L], worden de belichting en witbalans apart aangepast voor elke foto. ●●De burstsnelheid kan afnemen als de sluitertijd (beelden/sec.) langer wordt in een donkere omgeving. ●●Bij herhaalde opnamen kan dit tussen de opnamen door even duren, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. ●●De opslag van foto’s die zijn gemaakt met de Burst-functie kan enige tijd vergen. Als u doorgaat met opnemen tijdens het opslaan, kan het aantal burstbeelden dat kan worden vastgelegd bij een burstopname worden beperkt. Een kaart met een hoge snelheid wordt aanbevolen wanneer u opneemt met de burstfunctie. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●De burstmodus wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Miniatuureffect], [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn]) •• Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling [Automatische opname]) •• Tijdens het opnemen van films •• Als [4K-FOTO] op [ON] staat •• Tijdens opnemen met de flitser •• Tijdens de T (tijd) opname •• Tijdens opnemen met [iHandh. nachtop.] •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Wanneer [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON] ●●[SH] in de burstmodus kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:  ], [   ] of [   ] •• Wanneer [Kwaliteit] is ingesteld op [  •• Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt 144 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Opnemen terwijl de belichting automatisch verandert [Auto bracket] Opnamemodus: Elke keer als er op de ontspanknop wordt gedrukt, worden maximaal 7 foto’s gemaakt met andere belichtingsinstellingen op basis van het belichtingscompensatiebereik. Voorbeeld van opnemen met Auto Bracket wanneer [Stap] is ingesteld op [3·1/3] en [Serie] is ingesteld op [0/–/+] 1e foto 2e foto 3e foto 1 2 ±0 EV Druk op de [  –1/3 EV +1/3 EV  ]-knop (   ) Druk op om het Auto Bracketpictogram ([   ] enz.) te selecteren en druk op 3 Druk op om het compensatiebereik te selecteren en druk op [MENU/SET] 4 Op het onderwerp scherpstellen en een foto maken 50i ••Als u op de ontspanknop drukt en deze ingedrukt houdt, kunt u een burst foto’s maken. ••Het display van Auto Bracket knippert totdat alle burstbeelden die u hebt ingesteld zijn opgenomen. ••De camera begint opnieuw met opnemen vanaf de eerste foto als u de instellingen van Auto Bracket wijzigt of de camera uitschakelt voordat alle burstfoto’s zijn opgenomen die u hebt ingesteld. ■■[Auto bracket] annuleren Selecteer in stap 2 [   ] ([Enkel]) of [  145  ]. SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Opnemen terwijl de belichting automatisch verandert [Auto bracket] ■■De instelling enkel/burst, het compensatiebereik en de opnamevolgorde van Auto Bracket wijzigen Stel het menu in → [Opname] → [Auto bracket] Druk op om [Enkel/Burst instellen], [Stap] of [Serie] te selecteren en druk op [MENU/SET] Druk op om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET] [Enkel/Burst instellen] (enkel) (burst) 3·1/3 3·2/3 3·1 5·1/3 [Stap] 5·2/3 5·1 7·1/3 7·2/3 7·1 (3 foto’s) (3 foto’s) (3 foto’s) (5 foto’s) (5 foto’s) (5 foto’s) (7 foto’s) (7 foto’s) (7 foto’s) [Serie] •• U kunt één foto tegelijk maken wanneer [   ] is ingesteld. •• U kunt een burst foto’s maken tot aan het aantal foto’s dat u hebt ingesteld wanneer [  ingesteld. •• Sluit het menu nadat u instellingen hebt gewijzigd. 0/–/+ –/0/+  ] is ●●Wanneer u foto’s maakt met Auto Bracket nadat u de belichtingscompensatie hebt uitgevoerd, worden er foto’s gemaakt met de gecorrigeerde belichtingswaarde als referentie. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●[Auto bracket] is uitgeschakeld in de volgende gevallen: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Miniatuureffect], [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn]) •• Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld •• Tijdens het opnemen van films •• Als [4K-FOTO] op [ON] staat •• Tijdens opnemen met de flitser •• Tijdens de T (tijd) opname •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt (alleen beschikbaar bij de instelling [Automatische opname]) •• Wanneer [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON] 146 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Automatisch de beeldverhouding wijzigen terwijl u beelden opneemt [Asp. bracket] Opnamemodus: Wanneer u één keer op de ontspanknop drukt, maakt de camera automatisch vier foto’s met vier typen beeldverhoudingen (4:3, 3:2, 16:9 en 1:1). (Het sluitergeluid klinkt slechts een keer.) 1 2 Druk op de [   ]-knop (   ) Druk op om het pictogram Bracket voor beeldverhouding ([   ]) te selecteren en druk op [MENU/SET] Het bereik dat voor elke beeldverhouding kan worden opgenomen, wordt weergegeven. 3 Op het onderwerp scherpstellen en een foto maken ■■Bracket voor beeldverhouding annuleren Selecteer in stap 2 [   ] ([Enkel]) of [   ]. ●●Als [Fotoresolutie] op [S] staat, wordt de instelling automatisch gewijzigd in [M]. ●●Dezelfde instellingen voor sluitertijd, diafragmawaarde, scherpstelling, [Belichting], [Witbalans] en [Gevoeligheid] worden voor alle vier de foto’s gebruikt. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●[Asp. bracket] is uitgeschakeld in de volgende gevallen: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Speelgoedcam. effect], [Speelgoedcamera levendig], [Miniatuureffect], [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn]) •• Tijdens het opnemen van films •• Als [4K-FOTO] op [ON] staat •• Tijdens de T (tijd) opname •• Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld  ], [   ] of [   ] •• Wanneer [Kwaliteit] is ingesteld op [  •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt (alleen beschikbaar bij de instelling [Automatische opname]) •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Wanneer [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON] 147 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Foto’s maken met de zelfontspanner Opnamemodus: We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om bewegingen te voorkomen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen op 2 seconden. 1 2 3 Druk op de [   ]-knop (   ) Druk op om het zelfontspannerpictogram ([   ] enzovoort) te selecteren en druk op Druk op om de instelling voor de zelfontspanner te selecteren en druk op [MENU/SET] De sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd. De sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd en er worden drie foto’s gemaakt op intervallen van ongeveer 2 seconden. De sluiter wordt na 2 seconden geactiveerd. 4 ••U kunt de tijd voor de zelfontspanner ook instellen met [Zelfontspanner] in het [Opname]-menu. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk deze vervolgens volledig in om te beginnen met opnemen ••De scherpstelling en belichting worden vastgezet wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt. ••Nadat de indicator voor zelfontspanner knippert, begint de opname. ■■Zelfontspanner annuleren Selecteer in stap 2 [   ] ([Enkel]) of [   ]. ••U kunt de zelfontspanner annuleren door de camera uit te schakelen. (Wanneer [Zelf ontsp. auto uit] (→50) is ingesteld op [ON].) 148 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Foto’s maken met de zelfontspanner ●●Als u een foto maakt met een flitser wanneer [  flitsniveau niet stabiel.  ] is ingesteld, is in sommige gevallen het Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Er kan niet worden ingesteld op [   ] in de onderstaande gevallen: •• Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Tijdens de T (tijd) opname ●●De zelfontspanner is uitgeschakeld in de volgende gevallen: •• Tijdens het opnemen van films •• Als [4K-FOTO] op [ON] staat •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt (alleen beschikbaar bij de instelling [Automatische opname]) 149 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Panoramafoto’s maken Opnamemodus: U kunt eenvoudig een panoramafoto opnemen door de camera in de richting te schuiven waarin u de opname wilt maken en automatisch de burst te combineren van de beelden die u in die periode hebt opgenomen. 1 2 Druk op de [  3 Druk op om de opnamerichting te selecteren en druk op [MENU/SET]  ]-knop (   ) Druk op om het panoramapictogram ([  selecteren en druk op Links → rechts Rechts → links Beneden → boven Boven → beneden  ], enz.) te Er wordt een horizontale richtlijn weergegeven. Er wordt een verticale richtlijn weergegeven. ••U kunt de opnamerichting ook selecteren met behulp van [Panoramarichting] in het menu [Opname]. Een foto-effect toepassen (Filter) Druk op de [FILTER]-knop om een foto-effect te selecteren (→89) Opnamerichting Beeldeffecten (Dit wordt niet weergegeven wanneer [Geen effect] is geselecteerd.) Het foto-effect aanpassen (Dit wordt alleen weergegeven wanneer er een foto-effect wordt geselecteerd.) •• U kunt de foto-effecten ook instellen door aan de bedieningsring te draaien. •• [Speelgoedcam.effect], [Speelgoedcamera levendig], [Miniatuureffect] en [Zonneschijn] zijn niet beschikbaar. •• Wanneer u panoramafoto’s maakt, worden de volgende effecten niet toegepast op het opnamescherm. –– [Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Zachte focus], [Sterfilter] Druk op [MENU/SET] 4 150 Ontspanknop halverwege indrukken om scherp te stellen SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Panoramafoto’s maken 5 Druk de ontspanknop volledig in en verschuif de camera in een kleine cirkelbeweging in de opnamerichting om te beginnen met opnemen Foto’s maken van links naar rechts 2 sec. 1 sec. Opnamerichting en voortgangsstatus (bij benadering) 3 sec. 4 sec. ••Verschuif de camera op een constante snelheid. ••U kunt mogelijk geen foto’s maken als u de camera te snel of te langzaam beweegt. 6 Druk de ontspanknop opnieuw volledig in om de opname te beëindigen ••U kunt ook stoppen met opnemen door de camera niet meer te laten verschuiven terwijl u foto’s maakt. ••De opname kan ook worden beëindigd door de camera naar het einde van de richtlijn te bewegen. Tips ●●Verschuif de camera zo stabiel mogelijk in de opnamerichting. Als de camera te veel beweegt, kunnen de foto’s mogelijk niet worden gemaakt, of hebt u uiteindelijk een smalle (kleine) panoramafoto. Verschuif de camera naar een punt iets vóór het punt dat u wilt opnemen. (Het laatste beeldje wordt echter niet tot het einde opgenomen.) 151 SQW0028 Instellingen voor de sluiter en de aandrijving Panoramafoto’s maken ■■Panoramafoto’s afspelen U kunt panoramafoto’s vergroten door de zoomhendel op dezelfde manier te bedienen als bij andere foto’s. Als u panoramafoto’s op dezelfde manier afspeelt als een film, bladert u tijdens het afspelen automatisch door de panoramafoto’s. (→70) ••Anders dan bij het afspelen van films kunt u niet snel vooruit of snel achteruit spoelen tijdens het automatisch bladeren door de panoramafoto’s. (U kunt beeld voor beeld vooruit of achteruit spoelen terwijl het automatisch bladeren wordt gepauzeerd.) ■■Annuleren Selecteer in stap 2 [   ] ([Enkel]) of [   ]. ●●De zoom wordt vast ingesteld op de uiterste W-stand. ●●De [Stabilisatie] werkt niet wanneer die staat ingesteld op [   ] (Normaal). ●●Aangezien de diafragmawaarde en de sluitertijd automatisch worden ingesteld tijdens het maken van een panoramafoto, worden instellingen die worden verricht via de diafragmaring of de sluitertijdknop, uitgeschakeld. ●●De scherpstelling, belichting en witbalans worden allemaal vast ingesteld op optimale waarden voor de eerste foto. Als de scherpstelling of helderheid van volgende foto’s die worden gemaakt als deel van de panoramafoto, aanzienlijk afwijken van die van de eerste foto, is de scherpstelling en helderheid van de gehele panoramafoto (als alle foto’s aan elkaar zijn geplakt) mogelijk niet overal gelijk. ●●Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld, wordt [Witbalans] vast ingesteld op [AWB]. ●●Aangezien er meerdere foto’s aan elkaar worden geplakt om een panoramafoto te maken, kunnen bepaalde onderwerpen vervormd zijn of kan de naad tussen de na elkaar genomen, aan elkaar geplakte beelden, zichtbaar zijn. ●●Bij een panoramafoto varieert het aantal opnamepixels per horizontale en verticale lijn, afhankelijk van de opnamerichting en het aantal aan elkaar geplakte foto’s. Het maximumaantal opnamepixels is als volgt: •• Liggend fotograferen: ongeveer 8176 × 1920 •• Staand fotograferen: ongeveer 2560 × 7680 ●●[Sluitertype] wordt vastgezet op [AUTO]. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●U kunt geen panoramabeeld opnemen in de volgende gevallen. •• Wanneer de bracket voor witbalans wordt ingesteld  ], [   ] of [   ] •• Wanneer [Kwaliteit] is ingesteld op [  •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Tijdens de T (tijd) opname •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] gebruikt wordt •• Wanneer [Stille modus] is ingesteld •• Wanneer de [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON] •• Als [4K-FOTO] op [ON] staat ●●Panoramafoto’s kunnen niet worden gemaakt of foto’s kunnen mogelijk niet goed worden opgenomen wanneer u foto’s maakt van de volgende onderwerpen of wanneer u foto’s maakt in de volgende opnameomstandigheden: •• Onderwerpen die een continu monotoon oppervlak of patroon hebben (lucht, strand enzovoort) •• Bewegende onderwerpen (persoon, huisdier, voertuig, golven of bloemen die bewegen in de wind enzovoort) •• Onderwerpen met snel veranderende kleuren of patronen (zoals een beeld dat op een display verschijnt) •• Donkere locaties •• Locaties met een knipperende lichtbron (tl-buis, kaarslicht enzovoort) 152 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Automatisch beelden opnemen op vaste intervallen [Intervalopname] Opnamemodus: U kunt gegevens zoals de begintijd van de opname en de tijdvertraging om automatisch foto’s te maken vooraf instellen. Deze instelling is handig voor het opnemen van beelden op constante intervallen voor landschapscènes, observatie van de geleidelijke veranderingen in dieren/planten en andere toepassingen. De beelden worden als één groepsbeeld opgenomen. (→201) Wanneer [Intervalvideo] in het [Afspelen]-menu wordt gebruikt, kunt u een film maken. (→215) ••Stel de datum en tijd van tevoren in. (→29) 1 Stel het menu in 2 Druk op om het onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET] → [Starttijd] [Opnameinterval] / [Aantal beelden] [Opname] → [Intervalopname] [Nu] De opname wordt gestart door de ontspanknop helemaal in te drukken. [Begintijd instellen] Stel de tijd in om te beginnen met de opnamen. U kunt elke tijd instellen tot 23 uur en 59 minuten van tevoren. Druk op om het onderdeel (uur en/of minuten) te selecteren en op om de begintijd in te stellen, en druk vervolgens op [MENU/SET] U kunt het opname-interval en het aantal beelden instellen.  : Selecteer het onderdeel (minuten/seconden/aantal beelden)  : Instelling [MENU/SET]: Instellen •• U kunt het interval van 1 seconde tot en met 99 minuten en 59 seconden in intervallen van 1 seconde instellen. •• U kunt het aantal op te nemen beelden van 1 tot en met 9.999 beelden instellen. •• Gebruik een instelling voor interval die langer is dan de belichtingstijd (sluitertijd) . (Afbeelding hieronder) Als de instelling van het interval korter is dan de belichtingstijd (sluitertijd) (bijvoorbeeld bij nachtopnamen), kan de opname overslaan. Eerste 3 153 Druk op Tweede Derde om [Start] te selecteren en druk op [MENU/SET] SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Automatisch beelden opnemen op vaste intervallen [Intervalopname] 4 Druk de ontspanknop volledig in 5 Selecteer de filmaanmaakmethode 6 ••De opname begint automatisch. ••Tijdens stand-by tussen de opnamen gaat de camera automatisch uit wanneer er een vooraf ingesteld interval geen bediening wordt verricht. De [Intervalopname]opname zal zelfs doorgaan als de camera uitgeschakeld wordt. De camera wordt dan automatisch ingeschakeld op de begintijd van de opname. Als u de camera handmatig wilt inschakelen, drukt u de ontspanknop half in. ••Wanneer u op de [Fn2]-knop drukt terwijl de camera ingeschakeld is, verschijnt het scherm voor selectie van pauze of einde. Voer de bewerking uit op basis van de instructies op het scherm. Wanneer u op de [Fn2]-knop drukt terwijl de camera in de pauzestand staat, verschijnt het scherm voor selectie van opnieuw opstarten of einde. U kunt de bewerking ook vanuit de pauzestand opnieuw opstarten door de ontspanknop volledig in te drukken. ••Wanneer een bevestigingsscherm wordt weergegeven dat vraagt of u verder wilt gaan met het aanmaken van een film, selecteert u [Ja]. ••[Opname-indeling]: [MP4] [Opn. kwaliteit] Stelt de beeldkwaliteit van de film in. [4K/25p] / [4K/24p] / [FHD/50p] / [FHD/25p] / [HD/25p] / [VGA/25p] [Beeldfrequentie] Stel het aantal frames per seconde in. Wanneer u een hoger aantal instelt, kunt u een meer naadloze stop-motion-animatie maken. [50fps]* / [25fps] / [12.5fps] / [8.3fps] / [6.25fps] / [5fps] / [2.5fps] / [1fps] * Alleen beschikbaar bij de instelling [FHD/50p] •• U kunt het aantal frames per seconde instellen op [24fps], [12fps], [8fps], [6fps], [4.8fps], [2.4fps] of [1fps] wanneer de [Opn. kwaliteit] staat ingesteld op [4K/24p]. [Serie] [NORMAL]: de foto’s worden in de opnamevolgorde geplakt. [REVERSE]: de foto’s worden in de omgekeerde opnamevolgorde geplakt. Selecteer met [MENU/SET] [Uitvoer.] en druk op ••Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. ••U kunt ook een film aanmaken met behulp van [Intervalvideo] in het menu [Afspelen]. (→215) 154 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Automatisch beelden opnemen op vaste intervallen [Intervalopname] ●●Deze functie is niet bedoeld voor toepassingsspecifieke systemen (bewakingscamera’s). ●●Als u niet bij de camera blijft tijdens [Intervalopname]-opnamen, zorg dan dat de camera niet gestolen wordt. ●●Ga voorzichtig te werk wanneer u lange tijd [Intervalopname]-opnamen maakt in koude gebieden of in een omgeving met een lage temperatuur of een hoge temperatuur/hoge vochtigheidsgraad, want een dergelijke toepassing zou storingen kunnen veroorzaken. ●●De camera kan onder sommige opnameomstandigheden mogelijk niet opnemen met het vooraf ingestelde interval en het aantal beelden dat moet worden opgenomen. ●●Als de opnameduur langer is dan het vooraf ingestelde interval als gevolg van een lange belichting, kunnen opnames overslaan. ●●Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel). ●●[Intervalopname] is gepauzeerd in de volgende gevallen: •• Wanneer de batterij leegraakt •• Wanneer de camera uitgeschakeld wordt Als dit gebeurt tijdens [Intervalopname]-opnamen, kunt u de bewerking opnieuw opstarten door de batterij of kaart te vervangen in de pauzestand en de [ON/OFF]-schakelaar van de camera op [ON] te zetten. (Houd er echter rekening mee dat de beelden die zijn opgenomen nadat de bewerking opnieuw is opgestart, als een ander groepsbeeld worden opgeslagen.) Wanneer u de batterij of kaart vervangt, zet u de [ON/OFF]-schakelaar van de camera op [OFF]. ●●Sluit tijdens [Intervalopname]-opnamen de AV-kabel (optioneel), HDMI-microkabel of de USBkabel (bijgeleverd) niet aan. ●●Wanneer u de beeldkwaliteit selecteert voor een beeldverhouding die afwijkt van het oorspronkelijke beeld, wordt het beeld met een zwarte band aan de boven-/onderkant of de linker-/rechterkant van een stop-motion-animatie weergegeven. ●●Als de voeding wordt uitgeschakeld als gevolg van een stroomuitval of ontkoppeling van de netadapter terwijl er een film wordt opgenomen met de netadapter (optioneel), wordt die film niet opgenomen. ●●U kunt geen film samenstellen die langer is dan 29 minuten en 59 seconden of waarvan het bestand groter is dan 4 GB. ●●Wanneer een stop-motion-animatie korter is dan 2 seconden, wordt "2s" weergegeven als opnameduur voor de film (→70). ●●Wanneer het aantal opgenomen beelden één is, wordt dit niet als groepsbeeld opgeslagen. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●[Intervalopname] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt •• Wanneer de [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON] 155 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Stop-motion-animatie maken [Stop-motionanimatie] Opnamemodus: U kunt foto’s aan elkaar plakken om een stop-motion-animatie te maken. ••Stel de datum en tijd van tevoren in. (→29) ••Foto’s die zijn vastgelegd door deze beeld voor beeld op te nemen, worden in één groepsbeeld gegroepeerd. (→201) Voordat u stop-motion-animatie maakt Wanneer u met [Stop-motionanimatie] foto’s maakt door een onderwerp zoals een pop stukje bij beetje te bewegen en deze foto’s vervolgens aan elkaar plakt, kunt u een stopmotion-animatie maken alsof het onderwerp beweegt. ●●Om een stop-motion-animatie te maken met deze camera, dient u 1 tot 50 fotoframes te maken per 1 seconde film. ●●Om het onderwerp soepel te laten bewegen, moet u de beweging met zo veel mogelijk frames opnemen en een hoger aantal frames per seconde (beeldsnelheid) instellen wanneer u een stop-motion-animatie maakt. 1 Stel het menu in 2 Druk op om de opnamemethode te selecteren en druk op [MENU/SET] → [Opname] → [Stop-motionanimatie] [Automatische [ON] opname] [OFF] [Opnameinterval] Automatisch foto’s maken op een vast opname-interval. Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, start de opname. Hiermee worden handmatig beelden opgenomen, één beeldje tegelijk. (Alleen beschikbar wanneer [Automatische opname] is ingesteld op [ON]) Stel het interval in dat gebruikt is voor [Automatische opname]. U kunt het interval instellen van 1 seconde tot 60 seconden in intervallen van 1 seconde. Druk op om het interval (seconden) te selecteren, druk op om de geselecteerde tijd in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET] 156 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Stop-motion-animatie maken [Stop-motionanimatie] 3 4 5 6 Druk op om [Start] te selecteren en druk op [MENU/SET] Druk op om [Nieuw] te selecteren en druk op [MENU/SET] Druk de ontspanknop volledig in ••U kunt maximaal 9.999 frames opnemen. Verplaats het onderwerp om de compositie te bepalen ••Herhaal het maken van foto’s op dezelfde manier. ••Wanneer u de camera tijdens de opname uitschakelt, verschijnt er een bericht om opnieuw met opnemen te beginnen wanneer u de camera inschakelt. Om te beginnen met opnemen vanaf de volgende foto, selecteert u [Ja]. Effectief stop-motion-animatie maken ●●Maximaal twee opgenomen beelden worden op het opnamescherm weergegeven. Controleer dit scherm als richtlijn om de hoeveelheid vereiste beweging vast te stellen. ●●U kunt op de afspeelknop drukken om de opgenomen beelden te bekijken. Druk op de [   ]-knop om onnodige beelden te verwijderen. Om terug te keren naar het opnamescherm, drukt u opnieuw op de afspeelknop. 7 8 Druk op [MENU/SET] om te stoppen met opnemen. Selecteer vervolgens [Stop-motionanimatie] in het [Opname]-menu en druk vervolgens op opnieuw op [MENU/SET] ••Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Het wordt beëindigd wanneer [Ja] wordt geselecteerd. ••Vervolgens wordt er een bevestigingsscherm voor het maken van een film weergegeven, dus selecteer dan [Ja]. Selecteer een methode om een stop-motion-animatie te maken ••[Opname-indeling]: [MP4] [Opn. kwaliteit] Stelt de beeldkwaliteit van de film in. [4K/25p] / [4K/24p] / [FHD/50p] / [FHD/25p] / [HD/25p] / [VGA/25p] Stel het aantal frames per seconde in. Wanneer u een hoger aantal instelt, kunt u een meer naadloze stop-motion-animatie maken. [50fps]* / [25fps] / [12.5fps] / [8.3fps] / [6.25fps] / [5fps] / [2.5fps] / [1fps] [Beeldfrequentie] * Alleen wanneer [FHD/50p] is ingesteld •• U kunt het aantal frames per seconde instellen op [24fps], [12fps], [8fps], [6fps], [4.8fps], [2.4fps] of [1fps] wanneer de [Opn. kwaliteit] staat ingesteld op [4K/24p]. [Serie] 157 [NORMAL]: de foto’s worden in de opnamevolgorde geplakt. [REVERSE]: de foto’s worden in de omgekeerde opnamevolgorde geplakt. SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Stop-motion-animatie maken [Stop-motionanimatie] 9 Druk op om [Uitvoer.] te selecteren en druk op [MENU/SET] ••Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. ••U kunt ook stop-motion-animatie maken met [Stopmotionvideo] in het [Afspelen]-menu. (→215) ■■Beelden toevoegen aan een al opgenomen stop-motion-animatiegroep Wanneer u [Aanvullend] selecteert in stap 4, worden groepsbeelden weergegeven die zijn opgenomen met [Stop-motionanimatie]. Selecteer een groepsbeeld en druk op [MENU/SET]. Selecteer vervolgens [Ja] op het bevestigingsscherm. ●●[Automatische opname] wordt mogelijk niet uitgevoerd volgens het vooraf ingestelde interval, omdat het opnemen onder bepaalde opnameomstandigheden langer duurt, zoals wanneer foto’s met flitser worden gemaakt. ●●Wanneer u de beeldkwaliteit selecteert voor een beeldverhouding die afwijkt van het oorspronkelijke beeld, wordt het beeld met een zwarte band aan de boven-/onderkant of de linker-/rechterkant van een stop-motion-animatie weergegeven. ●●Wanneer u de beeldkwaliteit selecteert voor een andere beeldverhouding dan het oorspronkelijke beeld, worden korrelige beelden geproduceerd in een stop-motion-animatie. ●●Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel). ●●Als de voeding wordt uitgeschakeld als gevolg van een stroomuitval of ontkoppeling van de netadapter terwijl er een film wordt opgenomen met de netadapter (optioneel), wordt die film niet opgenomen. ●●U kunt geen film samenstellen die langer is dan 29 minuten en 59 seconden of waarvan het bestand groter is dan 4 GB. ●●Wanneer een stop-motion-animatie korter is dan 2 seconden, wordt "2s" weergegeven als opnameduur voor de film (→70). ●●Wanneer slechts één foto wordt gemaakt, wordt deze niet als groepsbeeld opgeslagen. U kunt niet slechts één gemaakte foto selecteren met [Aanvullend]. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●[Stop-motionanimatie] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer de [Gelijktijdig zond. filter] is ingesteld op [ON] 158 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Meerdere belichtingen uitvoeren voor één beeld [Multi-belicht.] Opnamemodus: U kunt een effect maken dat identiek is aan het maximaal vier keer belichten van één beeld. 1 Stel het menu in 2 Druk op om [Start] te selecteren en druk op [MENU/SET] 3 Kies uw compositie en neem het eerste beeld op → [Opname] → [Multi-belicht.] ••Nadat u het eerste beeld hebt opgenomen, drukt u de ontspanknop half in om naar de volgende opname te gaan. ••Druk op om het onderdeel te selecteren en druk dan op [MENU/SET]. U kunt dan de volgende handelingen verrichten. –– [Volg.]: Ga door naar de volgende opname. –– [Nieuw]: h  et resultaat van de laatste opname verwijderen en nog een beeld opnemen. –– [Exit]: m  eervoudige belichting afsluiten en het opgenomen beeld opslaan. 4 Exit Neem het tweede, derde en vierde beeld op ••Wanneer u op de [Fn1]-knop drukt bij het opnemen van beelden, worden de opgenomen beelden opgeslagen en wordt de meervoudige belichting afgesloten. 5 Volg. Nieuw Nieuw Exit Druk op om [Exit] te selecteren en druk op [MENU/SET] ••U kunt de bewerking ook beëindigen door de ontspanknop half in te drukken. 159 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Meerdere belichtingen uitvoeren voor één beeld [Multi-belicht.] ■■Instelling van de automatische versterkingscompensatie Selecteer [Auto gain] op het scherm in stap 2 (→159). ••[ON]: voegt diverse beelden tot één beeld samen door automatisch de helderheid aan te passen in overeenstemming met het aantal opgenomen beelden. ••[OFF] voegt diverse beelden tot één beeld samen door de belichtingsresultaten van alle beelden gewoonweg te laten overlappen zoals ze zijn. Voer de belichtingscompensatie uit op basis van de vereisten van een onderwerp. ■■De beelden op het RAW-beeld op een kaart over elkaar leggen Stel [Overlappen] in op [ON] op het scherm in stap 2 (→159). Na [Start] worden de beelden op een kaart weergegeven. Selecteer de RAW-beelden en druk op [MENU/SET] om door te gaan met opnemen. ••U kunt [Overlappen] alleen uitvoeren op RAW-beelden die met deze camera zijn opgenomen. ●●De beelden worden pas in het geheugen opgeslagen nadat de meervoudige belichting is voltooid. ●●Informatie voor het laatst opgenomen beeld wordt als opnamegegevens gebruikt van beelden die met meervoudige belichting zijn gemaakt. ●●Terwijl de [Multi-belicht.]-opname wordt uitgevoerd, kunt u geen onderdelen instellen die in grijs op het menuscherm worden weergegeven. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●[Multi-belicht.] kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt 160 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen De pieptonen en de flitser tegelijkertijd uitschakelen [Stille modus] Opnamemodus: Deze modus is nuttig wanneer u beelden opneemt in een rustige omgeving of op openbare locaties of wanneer u beelden opneemt van een onderwerp zoals een baby of dier. 1 Stel het menu in → [Voorkeuze] → [Stille modus] Instellingen: [ON]/[OFF] ••Deze modus dempt pieptonen, stelt de flitser in op [Gedwongen uit] en schakelt het AF-assistlampje uit. De instellingen voor de volgende functies staan vast: –– [Sluitertype]: [ESHTR] –– [Flitserfunctie]: [   ] (Flitser gedwongen UIT) –– [AF ass. lamp]: [OFF] –– [Beep volume]: [   ] (Uit) –– [Shutter vol.]: [   ] (Uit) ●●Zelfs wanneer deze modus is ingesteld op [ON], zullen de volgende lampjes/indicatoren branden of knipperen. •• Indicator voor zelfontspanner •• Wi-Fi-verbindingslampje ●●De bedieningsgeluiden van deze camera, zoals het geluid van de lensopening, worden niet gedempt. ●●Besteed speciale aandacht aan de privacy, portretrechten enzovoort van een onderwerp wanneer u deze functie gebruikt. Gebruik de functie op eigen risico. 161 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [Gezicht herk.] Opnamemodus: De gezichtsherkenningsfunctie herkent een gezicht dat identiek is aan een geregistreerd gezicht en past de scherpstelling en belichting voor het gezicht automatisch met een hogere prioriteit aan. Zelfs als een persoon op wie u scherp wilt stellen, zich achterin of in een hoek bevindt op een groepsfoto, zal de camera de persoon automatisch herkennen en het gezicht van deze persoon duidelijk opnemen. 1 Stel het menu in → [Opname] → [Gezicht herk.] Instellingen: [ON]/[OFF]/[MEMORY] De oorspronkelijke instelling voor [Gezicht herk.] is [OFF]. Wanneer u beelden met gezichten registreert, verandert de instelling automatisch in [ON]. ■■Hoe de gezichtsherkenningsfunctie werkt Tijdens het opnemen ••De camera herkent een geregistreerd gezicht en past de scherpstelling en belichting daaraan aan. ••Wanneer geregistreerde gezichten waarvoor namen zijn ingesteld, worden herkend, worden de namen weergegeven (maximaal 3 personen). Tijdens het afspelen ••De naam en de leeftijd worden weergegeven (als de informatie is geregistreerd). ••De namen die zijn ingesteld voor de herkende gezichten, worden weergegeven (maximaal 3 personen). ••Alleen beelden van de geselecteerde geregistreerde personen worden afgespeeld ([Categor. afsp.]). ●●[Gezicht herk.] functioneert alleen wanneer de automatische scherpstelmodus is ingesteld op [   ]. ●●Alleen de eerste foto van de burstopname bevat gezichtsherkenningsinformatie. ●●De naam van de persoon die in het eerste beeld is herkend, wordt weergegeven in het geval van groepsfoto’s. ●●Bij gezichtsherkenning wordt naar gezichten gezocht die lijken op de gezichten die zijn geregistreerd, maar er is geen garantie dat deze gezichten altijd worden herkend. In sommige gevallen herkent de camera zelfs geregistreerde personen niet of onjuist, afhankelijk van de uitdrukking van de personen of de omgeving. ●●Zelfs als er gezichtsherkenningsinformatie is geregistreerd, worden beelden die zijn opgenomen wanneer de naam [OFF] is, niet gesorteerd voor gezichtsherkenning in [Categor. afsp.]. ●●Zelfs als de gezichtsherkenningsinformatie is gewijzigd, wordt de gezichtsherkenningsinformatie voor eerder gemaakte foto’s niet gewijzigd. Als er bijvoorbeeld een naam wordt gewijzigd, worden foto’s die zijn gemaakt voor de wijziging, niet gesorteerd voor gezichtsherkenning in [Categor. afsp.]. ●●Als u naamgegevens wilt wijzigen voor beelden die al zijn opgenomen, dient u dit te doen met [REPLACE] (→222) in [Gez.herk. bew.]. 162 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [Gezicht herk.] Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●[Gezicht herk.] kan in de volgende gevallen niet worden ingesteld: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect]) •• Tijdens het opnemen van films •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt Gezichtsfoto’s registreren Er kunnen gezichtsfoto’s van maximaal 6 personen worden geregistreerd, samen met informatie als de naam en de geboortedatum. Goed voorbeeld voor het ■■Opnametips voor het registreren van gezichtsfoto’s registreren van een gezicht ••Zorg dat de persoon zijn ogen open en zijn mond dicht heeft; laat de persoon rechtstreeks in de camera kijken en zorg dat de contouren van het gezicht, de ogen en de wenkbrauwen niet door haren zijn bedekt. ••Zorg dat er geen zware schaduwen op het gezicht vallen. (Tijdens de registratie wordt de flitser niet gebruikt.) ■■Als de camera tijdens het opnemen problemen lijkt te hebben met gezichtsherkenning ••Registreer extra beelden van het gezicht van dezelfde persoon, binnen en buiten of met verschillende uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken. ••Registreer extra beelden op de plaats waar u de opnamen maakt. ••Als een geregistreerd persoon niet langer wordt herkend, dient u die persoon opnieuw te registreren. 1 2 Druk op om [MEMORY] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] Druk op om [Nieuw] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] •• Als er al 6 personen zijn geregistreerd, dient u eerst een geregistreerde persoon te verwijderen. (→164) 3 1 Nieuw New 2 3 5 6 KEN 4 Zorg dat het kader om het gezicht ligt en maak de opname •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. •• Gezichten van andere onderwerpen dan personen (bijvoorbeeld huisdieren) kunnen niet worden geregistreerd. •• Wanneer u op drukt, verschijnt er een uitleg. 163 SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [Gezicht herk.] 4 Druk op om het aan te passen onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET] [Naam] Druk op om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] Voer de naam in (zie "Tekst invoeren": (→52)) [Leeftijd] Stel de geboortedatum in. Druk op om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] Gebruik om het jaar, de maand en de dag te kiezen, leg deze vast met en druk op [MENU/SET] [Beeld toev.] U kunt maximaal 3 gezichtsfoto’s van de persoon registreren. Selecteer met de optie [Toev.] en druk op [MENU/SET] •• Als er slechts één foto geregistreerd is, kunt u de handeling met de cursortoets overslaan. Druk dan enkel op [MENU/SET] om nog een gezichtsfoto te registreren. •• Wanneer u een geregistreerde gezichtsfoto selecteert met de cursortoets, verschijnt er een scherm om het verwijderen ervan te bevestigen. Selecteer [Ja] om de foto van het gezicht te verwijderen. (Als er slechts één foto geregistreerd is, kan deze niet worden verwijderd.) Neem het beeld op (stap 3 (→163)) Informatie over geregistreerde personen bewerken of verwijderen Informatie over geregistreerde personen kan worden bewerkt of verwijderd. 1 Druk op om [MEMORY] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] 2 3 164 Selecteer met het beeld van de persoon dat u wilt bewerken of verwijderen en druk op [MENU/SET] Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] [Info bew.] Hier kunt u de naam of andere geregistreerde informatie bewerken. (Stap 4 hierboven) [Prioriteit] Hier kunt u een prioriteitsvolgorde instellen voor scherpstelling en belichting. Selecteer met de registratievolgorde en druk op [MENU/SET] [Wissen] Hiermee kunt u informatie en gezichtsfoto’s van geregistreerde personen verwijderen. •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Het profiel instellen voor een baby of huisdier om in een beeld op te nemen Opnamemodus: U kunt een naam of geboortedatum van een baby of huisdier instellen voordat u een beeld opneemt zodat de naam of leeftijd in maanden/jaar in het beeld wordt vermeld. ■■De naam en de leeftijd in maanden/jaren instellen Stel het menu in → [Opname] → [Profiel instellen] Instellingen: [   ] ([Baby1])/[   ] ([Baby2])/[   ] ([Huisdier])/[OFF]/[SET] Druk op om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] Selecteer met [Baby1], [Baby2] of [Huisdier] en druk vervolgens op [MENU/SET] Selecteer met [Leeftijd] of [Naam] en druk vervolgens op [MENU/SET] Druk op om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] Leeftijd: Stel de geboortedatum in met [MENU/SET] Naam: (Zie "Tekst invoeren": (→52)) en druk op Druk op om [Exit] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om te voltooien ■■De weergave van de naam en de leeftijd in maanden/jaren annuleren Selecteer [OFF] in stap . ●●U kunt de afdrukinstelling voor [Leeftijd] en [Naam] op uw computer verrichten met "PHOTOfunSTUDIO", dat u vindt op de bijgeleverde dvd. Er kan ook tekst worden afgedrukt in de foto, met behulp van [Tekst afdr.]. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●U kunt de naam of leeftijd in maanden/jaren niet vastleggen in foto’s die zijn gemaakt terwijl u films opneemt ([  165  ] filmprioriteiten) (→198). SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Het relevante scherm weergeven voor specifieke opnameomstandigheden Het gebied controleren waar overbelichting kan plaatsvinden ([Zebrapatroon]) Opnamemodus: U kunt het gebied in een beeld controleren dat lichter is dan een bepaalde helderheid, wat tot overbelichting zou kunnen leiden, door een dergelijk gebied met een zebrapatroon weer te geven. U kunt ook de helderheid aanpassen die door het zebrapatroon moet worden vertegenwoordigd. → [Voorkeuze] → [Zebrapatroon] [ZEBRA1] Een gebied lichter dan een bepaalde helderheid wordt met een naar rechts hellend zebrapatroon weergegeven. [ZEBRA2] Een gebied lichter dan een bepaalde helderheid wordt met een naar links hellend zebrapatroon weergegeven. [OFF] — Hiermee stelt u de helderheid in die voor elk zebrapatroon moet worden weergegeven. [Zebra 1] / [Zebra 2] [SET] 166 1 Selecteer met [MENU/SET] de helderheid en druk vervolgens op •• Het helderheidsbereik dat u kunt selecteren, loopt van [50%] tot [105%]. De instelling [OFF] is beschikbaar voor [Zebra 2]. Wanneer [100%] of [105%] wordt geselecteerd, worden alleen de overbelichte gedeelten met het zebrapatroon weergegeven. Wanneer een lagere numerieke waarde wordt ingesteld, neemt het helderheidsbereik dat door elk zebrapatroon moet worden weergegeven, toe. SQW0028 Functies voor specifieke onderwerpen en doelen Het relevante scherm weergeven voor specifieke opnameomstandigheden ●●Als er sprake is van overbelichting, raden we aan beelden op te nemen met een lagere belichtingswaarde (→135), waarbij u het histogram (→64) als richtlijn gebruikt. ●●Het weergegeven zebrapatroon wordt niet opgenomen. ●●Wanneer u [Zebrapatroon] instelt op [Fn knopinstelling] (→37) in het [Voorkeuze]-menu, zal elke keer als u op de toegewezen functieknop drukt, de instelling in de volgende volgorde geschakeld worden: [Zebra 1] → [Zebra 2] → [Zebra UIT]. Wanneer [ZEBRA2] is ingesteld op [OFF], kunt u de instelling snel in de volgende volgorde schakelen: [Zebra 1] → [Zebra UIT]. Een monochrome weergave voor het opnamescherm instellen ([Zwart-wit Live View]) Opnamemodus: U kunt het opnamescherm in zwart-wit weergeven. Deze functie is nuttig wanneer een zwart-witscherm het gemakkelijker maakt scherp te stellen in de handmatige scherpstelmodus. → [Voorkeuze] → [Zwart-wit Live View] Instellingen: [ON]/[OFF] ••Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. 167 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beweging corrigeren Opnamemodus: Neemt automatisch beweging waar en corrigeert die. 1 Stel het menu in 2 Selecteer met → (Normaal) (Pannen) [OFF] [Opname] → [Stabilisatie] het onderdeel en druk op [MENU/SET] Hiermee corrigeert u verticale en horizontale beweging. Hiermee corrigeert u verticale beweging. Deze instelling is ideaal voor verschuiven (techniek van het opnemen van een onderwerp door de camerabeweging af te stemmen op de beweging van een onderwerp dat in een specifieke richting beweegt). [Stabilisatie] werkt niet. Beweging voorkomen Als er een waarschuwing over beweging verschijnt, gebruikt u [Stabilisatie], een statief of [Zelfontspanner]. In sommige gevallen kan beweging worden verminderd door een hogere instelling te gebruiken voor [Gevoeligheid]. 168 Bewegingswaarschuwing 50i SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beweging corrigeren ●●Wanneer u een statief gebruikt, raden we u aan [Stabilisatie] in te stellen op [OFF]. ●●Als u wilt verschuiven door [   ] te selecteren, raden we u aan te fotograferen via de zoeker. ●●Omstandigheden waarbij de beeldstabilisatiefunctie niet goed werkt: •• In geval van veel beweging •• Bij een hoge zoomvergroting (ook in het digitale zoombereik) •• Bij het opnemen van beelden terwijl u een bewegend voorwerp volgt •• Wanneer de sluitertijd langer wordt om beelden op te nemen binnenshuis of op donkere plaatsen ●●Het verschuivingseffect door [   ] te selecteren, wordt in de volgende gevallen niet volledig bereikt: •• Heldere zomerdagen of andere lichte locaties •• Wanneer de sluitertijd korter is dan 1/100 seconde •• Wanneer de beweging van een onderwerp traag is en de snelheid waarmee de camera wordt bewogen, te traag is (dan wordt geen mooie vervaging van de achtergrond bereikt) •• Wanneer de camera de beweging van een onderwerp niet goed volgt Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●[Stabilisatie] kan niet worden gebruikt door [  panoramabeelden. 169  ] (Normaal) te selecteren tijdens het opnemen van SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Zoom gebruiken Opnamemodus: U kunt het gebied van een beeld dat u wilt opnemen, met de zoomfunctie aanpassen. Zoomhendel Zoomhendel verplaatsen Bedieningsring Draai de bedieningsring* * U kunt een zoombewerking uitvoeren door de instelling [Zoom] aan de bedieningsring toe te wijzen. (→40) T-zijde: tele, het onderwerp vergroten W-zijde: groothoek, groter gebied fotograferen Rechtsom: tele, het onderwerp vergroten Linksom: groothoek, groter gebied fotograferen De afbeelding is een voorbeeld van het gebruik van de optische zoom, [i.Zoom] en [Dig. zoom] in de modus [Program AE]. Scherpstelbereik Optisch zoombereik i.Zoombereik Digitaal zoombereik Huidige zoompositie (brandpuntsafstanden hetzelfde als die van een filmcamera van 35 mm) ●●Raak de lensbuis tijdens het zoomen niet aan. ●●Stel scherp nadat u de zoominstelling hebt aangepast. ●●De zoomfactor en de zoombalk die op het scherm worden weergegeven, tonen slechts een schatting. ●●U hoort wellicht een ratelend geluid en voelt de camera trillen als u de zoomhendel gebruikt, maar dit is normaal. 170 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Zoom gebruiken Zoomtypes en gebruik De zoomfactor verandert wanneer de fotoresolutie wordt gewijzigd. Optische zoom U kunt inzoomen zonder dat de beeldkwaliteit verslechtert. Maximale vergroting: 3,1x Niet beschikbaar in het volgende geval: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s Extra optische zoom Deze functie werkt wanneer fotoresoluties met [   ] zijn geselecteerd in [Fotoresolutie] (→108). Met extra optische zoom kunt u inzoomen met een hogere zoomfactor dan optische zoom zonder dat de beeldkwaliteit verslechtert. Maximale vergroting: 6,2x (Inclusief de optische zoomfactor. Deze maximale zoomfactor varieert afhankelijk van de fotoresolutie.) Niet beschikbaar in de volgende gevallen: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Speelgoedcam.effect], [Speelgoedcamera levendig]) •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH] •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat •• Als [iHDR] op [ON] staat  ], [   ] of [   ] is ingesteld •• Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [  •• Tijdens het opnemen van films 171 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Zoom gebruiken Om de zoomfactor nog verder te verhogen, kunt u de volgende zoomfuncties in combinatie gebruiken. [i.Zoom] Opnamemodus: Met de intelligente resolutietechnologie van de camera kunt u de zoomfactor verhogen naar 2 x de oorspronkelijke zoomfactor waarbij de beeldkwaliteit maar beperkt verslechtert. → [Opname] → [i.Zoom] → [ON]/[OFF] → [Bewegend beeld] → [i.Zoom] → [ON]/[OFF] Niet beschikbaar in de volgende gevallen: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Expressieve indruk], [Speelgoedcam.effect], [Speelgoedcamera levendig]) •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH] •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld •• Als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat •• Als [iHDR] op [ON] staat  ], [   ] of [   ] is ingesteld •• Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [  172 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Zoom gebruiken [Dig. zoom] Opnamemodus: 4 x verder inzoomen dan met de optische/extra optische zoom. Let erop dat bij de digitale zoom door vergroting de beeldkwaliteit verslechtert. → [Opname] → [Dig. zoom] → [ON]/[OFF] → [Bewegend beeld] → [Dig. zoom] → [ON]/[OFF] ●●Wanneer [Dig. zoom] tegelijkertijd met [i.Zoom] wordt gebruikt, kunt u de zoomfactor slechts tot 2 x verhogen. ●●Wanneer u [Dig. zoom] gebruikt, raden we u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken (→148) voor het opnemen van beelden. ●●Het AF-gebied wordt grotendeels in het midden van het digitale zoombereik weergegeven. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Expressieve indruk], [Speelgoedcam.effect], [Speelgoedcamera levendig], [Miniatuureffect]) •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer [Burstsnelh.] is ingesteld op [SH] •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer [Multi-belicht.] is ingesteld  ], [   ] of [   ] is ingesteld •• Wanneer de instelling [Kwaliteit] op [  173 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Zoom gebruiken [Stapsg. zoom] Opnamemodus: U kunt de zoombediening zo instellen dat de kijkhoek (beeldhoek) gemakkelijk zichtbaar is voor de brandpuntsafstand van een reguliere lens met vaste brandpuntsafstand (als bij een filmcamera van 35 mm). Wanneer u de [Stapsg. zoom] gebruikt, kunt u de zoomfactor even gemakkelijk bedienen als het aanpassen van de cameralens. 1 Draai de bedieningsring (→39) Huidige zoomstand (Brandpuntsafstanden hetzelfde als die van een filmcamera van 35 mm) ■■De zoomhendel gebruiken voor [Stapsg. zoom] U kunt de zoomhendel gebruiken voor [Stapsg. zoom] door [Zoomschakelaar] in te stellen op [Stapsg. zoom] in het [Voorkeuze]-menu. ●●De brandpuntsafstandswaarden zijn uitsluitend ter referentie. Niet beschikbaar in het volgende geval: •• Tijdens het opnemen van films 174 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Zoom gebruiken De zoombewerkingsinstellingen wijzigen → [Voorkeuze] → [Zoomschakelaar] → [Voorkeuze] → [Bedieningsring] Zoom Stapsgewijze zoom De zoom werkt normaal. Elke keer als wordt gezoomd, stopt de zoom bij de positie voor een van de vooraf ingestelde brandpuntsafstanden. De zoompositie behouden als de camera uitgeschakeld wordt → 175 [Voorkeuze] → [Zoom hervatten] → [ON]/[OFF] SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser Opnamemodus: Wanneer de flitser (bijgeleverd) is aangebracht, kunt u alle flitsfuncties (de [MANUAL] instelling, enz.) gebruiken die met dit apparaat beschikbaar zijn. (Onthoud echter dat deze flitser niet als draadloze flitser kan worden gebruikt.) In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een beeld kunt opnemen met gebruikmaking van de flitser (bijgeleverd). ••Voor meer informatie over het opnemen van een beeld met gebruikmaking van een externe flitser (optioneel), raadpleegt u (→291). Met de flitser kunt u beelden op donkere locaties opnemen of het volledige contrast van een beeld aanpassen door een onderwerp met een lichte achtergrond te belichten. De flitser bevestigen De bescherming flitsschoen is al op de flitsschoen bevestigd op het moment van aanschaf. Bevestig de flitser aan de flitsschoen nadat u de bescherming flitsschoen verwijderd hebt. De bescherming flitsschoen verwijderen ••Zorg dat de [ON/OFF]-schakelaar van de camera op [OFF] is ingesteld. 1 Verwijder de bescherming flitsschoen door deze in de richting van pijl te trekken terwijl u deze indrukt in de richting aangeduid met pijl •• Bevestig de bescherming flitsschoen altijd wanneer de flitsschoen niet in gebruik is. •• Bewaar de bescherming flitsschoen op een veilige plaats nadat u deze hebt verwijderd, zodat u deze niet kwijtraakt. De flitser bevestigen 1 2 Schakel de flitser uit Flitsschoen Steek de flitser stevig op de flitsschoen van dit apparaat tot hij vastklikt •• Zet de [ON/OFF]-schakelaar van de camera in de stand [ON] en schakel de flitser in wanneer u een beeld gaat opnemen. [ON/OFF]-schakelaar van de flitser ●●Houd de bescherming flitsschoen buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken. ●●Draag de camera niet aan de flitser wanneer de flitser op de camera is bevestigd. 176 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser ■■De flitser verwijderen Schakel de camera en de flitser uit Houd de ontgrendelingsknop ingedrukt en trek de flitser in de richting van de pijl om de flitser eraf te halen Ontgrendelingsknop •• Ontkoppel de flitser altijd langzaam en zorgvuldig. •• Bevestig de bescherming flitsschoen op de flitsschoen van de camera. •• Bewaar de verwijderde flitser in het bijbehorende zachte tasje. Informatie over [Gedwongen uit] ([   ]) [   ] (Flitser gedwongen UIT) verschijnt op het opnamescherm en de flitser flitst niet in de volgende gevallen. Het signaal van het communicatielampje bij een draadloze flitser wordt ook uitgeschakeld. (→184) ••Wanneer de flitser niet op de camera is aangebracht ••Wanneer de [ON/OFF]-schakelaar van de flitser op [OFF] staat, ook al is de flitser aangebracht ••Wanneer de flitser niet voor het opnemen van beelden kan worden gebruikt, bijvoorbeeld bij het opnemen van films ■■Het beschikbare flitsbereik wanneer de instelling [Gevoeligheid] [AUTO] is Randen van foto’s kunnen iets donkerder worden als de flitser wordt gebruikt op korte afstanden zonder dat de zoom wordt gebruikt (vlakbij de maximale instelling voor W groothoek). U kunt dit oplossen door enigszins in te zoomen. Max. groothoek Ongeveer 60 cm - 14,1 m* Max. tele Ongeveer 30 cm - 8,5 m* * Wanneer de flitser (bijgeleverd) is aangebracht en de [ISO-limiet] staat op [OFF]. 177 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser Effectief gebruik van de flitser Een beeld opnemen met de flitser als het onderwerp te dicht bij is, kan tot overbelichting leiden. Wanneer u [Highlight] in het [Voorkeuze]-menu instelt op [ON], knipperen de overbelichte gebieden zwart-wit tijdens [Auto review] of tijdens het afspelen. In dat geval raden wij u aan het beeld opnieuw op te nemen, bijvoorbeeld na het instellen van een lager flitsniveau met [Flitser instel.] (→183). ●●Let op dat u het flitsvenster niet met uw vingers bedekt en kijk niet van dichtbij in de flitser. Gebruik de flitser niet vlakbij kwetsbare onderwerpen (de hitte/fel licht van de flitser kan het onderwerp beschadigen). ●●Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser enkele keren achter elkaar wordt gebruikt. Wanneer de flitser wordt opgeladen, knippert het flitserpictogram rood en kunt u geen beeld opnemen, zelfs niet wanneer u de ontspanknop volledig indrukt. ●●De instelling van de flitser wordt in de volgende gevallen vast ingesteld op [   ] (Flitser gedwongen UIT): •• Tijdens het opnemen van films •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt •• Als [HDR] op [ON] staat •• Als [Stille modus] op [ON] staat 178 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser De flitsmodus wijzigen (handmatig flitsen) Opnamemodus: U kunt selecteren of het flitsniveau automatisch of handmatig wordt ingesteld. 1 Stel het menu in → 2 [Opname] → [Flitser] → [Flitser functie] Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] [TTL] De camera stelt het flitsniveau automatisch in. [MANUAL] U kunt de flitsverhouding handmatig instellen. Met [TTL] kunt u het beeld zoals bedoeld opnemen, zelfs bij donkere scènes waar het flitsniveau meestal hoger is. ●●Wanneer [MANUAL] is geselecteerd, wordt de flitsverhouding (bijvoorbeeld [1/1]) weergegeven met het flitspictogram op het scherm. ■■De flitsverhouding instellen (wanneer [MANUAL] is geselecteerd) Stel het menu in → [Opname] → [Flitser] → [Handmatige flitserinstel.] Druk op om een onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET] •• U kunt de flitsverhouding instellen van [1/1] (flitsen op volledig vermogen) tot [1/64] in stappen van 1/3. 179 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser Flitsmodus wijzigen Opnamemodus: Stel de flitser in overeenstemming met de opname in. 1 Stel het menu in → 2 Druk op [Opname] → [Flitser] → [Flitserfunctie] om het onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET] : [Flitser altijd aan] : [Gdw. aan/rode-og]* : [Langz. sync.] : [Lngz. sync./rode-og]* : [Gedwongen uit] Fotografeer altijd met de flitser. •• Ideaal voor het maken van tegenlichtopnamen of wanneer een onderwerp zich onder fel licht bevindt, zoals een tl-buis. Hiermee neemt u lichtere beelden op, zoals van onderwerpen in een nachtlandschap door de sluitertijd te verkorten wanneer u flitst. •• Ideaal voor het opnemen van beelden van personen in een nachtlandschap. Altijd beelden opnemen zonder gebruik van de flitser, onder alle lichtomstandigheden. •• Ideaal voor het filmen of fotograferen op plaatsen waar het gebruik van een flitser verboden is. * Dit is alleen beschikbaar wanneer [Draadloos] in de [Flitser] is ingesteld op [OFF] (→184) en [Flitser functie] is ingesteld op [TTL] (→179). Er wordt twee keer geflitst. Beweeg niet tot na de tweede flits. Het interval tussen de flitsen varieert, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. •• Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed door factoren zoals afstand tot het onderwerp en of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar. ■■Rode-ogenreductie Opnamemodus: Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens worden gecorrigeerd wanneer de foto wordt gemaakt met flitser en rode-ogenreductie ([   ], [   ]). → [Opname] → [Rode-ogencorr] Instellingen: [ON]/[OFF] ●●Wanneer deze functie is ingesteld op [ON], verandert het flitserpictogram in [   ]/[   ]. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Afhankelijk van de omstandigheden kan de rode-ogencorrectie niet altijd effectief zijn. 180 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser ■■Sluitertijd voor elke flitsmodus Flitsmodus Sluitertijd (seconden) Flitsmodus Sluitertijd (seconden) 1/60*1 - 1/4000 1 - 1/16000 120*2 - 1/16000 *1 De sluitertijd is ingesteld op 60 seconden in de [Sluiterprioriteit]-modus en op T (time) in de [Handm. belicht.]-modus. *2 De sluitertijd is ingesteld op T (time) in de [Handm. belicht.]-modus. ••In de [Intelligent auto]-modus verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde scène. ■■Flitserinstellingen voor elke opnamemodus (Wanneer de flitser (bijgeleverd) is aangebracht) (○: beschikbaar, –: niet beschikbaar) Opnamemodus [Intelligent auto]-modus –* –* –* –* ○ [Program AE]-modus ○ ○ ○ ○ ○ [Lensopeningspr.]-modus ○ ○ ○ ○ ○ [Sluiterprioriteit]-modus ○ ○ – – ○ [Handm. belicht.]-modus ○ ○ – – ○ * U kunt geen flitsinstellingen maken via het menu [Opname]. Stel in op [  afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.  ], [   ], [   ] of [   ] ●●Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest. ●●De flitsinstellingen worden bewaard, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld. 181 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser De 2e gordijnsynchronisatie instellen Opnamemodus: De 2e gordijnsynchronisatie is een opnamemethode waarbij de flitser afgaat vlak vóór de sluiter ontspant wanneer u een beeld opneemt van een bewegend onderwerp (zoals een rijdende auto) met gebruikmaking van de flitser en met een lange sluitertijd. 1 Stel het menu in → 2 Druk op [Opname] → [Flitser] → [Flits-synchro] om de instelling te selecteren en druk op [MENU/SET] [1ST] De 1e gordijnsynchronisatie is de normale opnamemethode met gebruikmaking van de flitser. [2ND] De lichtbron wordt achter het onderwerp vastgelegd en dit levert een levendige en kleurrijke foto op. ●●Stel deze normaal in op [1ST]. ●●Als u deze instelt op [2ND], wordt [2nd] weergegeven in het flitserpictogram op het scherm. ●●[2ND] is alleen beschikbaar wanneer [Draadloos] in de [Flitser] is ingesteld op [OFF]. (→184) ●●De [Flits-synchro]-instelling werkt ook als er een andere externe flitser dan de bijgeleverde flitser wordt gebruikt. (→291) ●●Wanneer een korte sluitertijd wordt ingesteld, wordt het [Flits-synchro]-effect mogelijk niet voldoende bereikt. ●●Wanneer [2ND] is ingesteld, kunt u de flitserinstelling niet op [  182  ] of [   ] zetten. SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser Het flitsniveau aanpassen Opnamemodus: Stel het flitsniveau af wanneer een beeld dat is opgenomen met gebruikmaking van de flitser te licht of te donker is. 1 Stel het menu in → 2 Druk op [Opname] → [Flitser] → [Flitser instel.] om het flitsniveau in te stellen en druk op [MENU/SET] Instellingen: -3 EV tot +3 EV (eenheid: 1/3 EV) Wanneer u de intensiteit van de flitser niet wilt aanpassen, selecteert u [±0 EV]. ●●Wanneer de intensiteit van de flitser wordt aangepast, wordt [+] of [-] weergegeven op het pictogram van de flitser. ●●[Flitser instel.] is alleen beschikbaar wanneer [Draadloos] in de [Flitser] is ingesteld op [OFF] (→184) en [Flitser functie] is ingesteld op [TTL] (→179). ●●De [Flitser instel.]-instelling werkt ook als er een andere externe flitser dan de bijgeleverde flitser wordt gebruikt. (→291) Het flitsniveau met de camera synchroniseren tijdens belichtingscompensatie Opnamemodus: Het flitsniveau wordt automatisch afgesteld overeenkomstig de belichtingscompensatiewaarde. → [Opname] → [Flitser] → [Auto. belichtingscomp.] Instellingen: [ON] / [OFF] ●●Informatie over belichtingscompensatie (→135) ●●De [Auto. belichtingscomp.]-instelling werkt ook als er een andere externe flitser dan de bijgeleverde flitser wordt gebruikt. (→291) 183 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser Draadloos flitsen instellen Opnamemodus: Wanneer u de flitsers (optioneel: DMW-FL360L, DMW-FL580L) met de opnamefunctie voor draadloos flitsen gebruikt, kunt u het flitsen van de flitsers afzonderlijk regelen in drie groepen, en van de flitser die op de flitsschoen van de camera is aangesloten. Hoewel de (bijgeleverde) flitser niet is voorzien van een draadloze flitsopnamefunctie, kunt u deze wel aanbrengen op de flitsschoen van dit apparaat en kunt u aldus wel het flitsen van een draadloze flitser besturen. ■■De draadloze flitser plaatsen Plaats de draadloze flitser met de sensor voor het draadloze signaal op de camera gericht. De volgende illustratie is een voorbeeld van het bereik waarbinnen de flitser geplaatst kan worden. Het regelbare bereik varieert, afhankelijk van de omliggende omgeving. Flitserbereik (wanneer de bijgeleverde flitser Voorbeeld van de plaatsing van is bevestigd) flitsers 3m 2m 3m 2m ••Dit voorbeeld van de plaatsing van flitsers geeft een situatie aan waar flitser C is geplaatst om de schaduwen weg te nemen uit de achtergrond van het onderwerp, die worden geproduceerd door flitser A en B van de flitsgroep. ••Voor het aantal te besturen draadloze flitsers raden wij u aan maximaal drie flitsers in elke groep te zetten. ••Wanneer een onderwerp te dichtbij is, kan het signaal van het communicatielampje van invloed zijn op de belichting van het beeld. Het probleem kan worden verkleind door het flitsniveau te verlagen door [Communicatielicht] in te stellen op [LOW] of door een flitsdiffuser of soortgelijk apparaat te gebruiken. Voorbereiding Breng de bijgeleverde flitser of een optionele flitser (DMW-FL360L, DMW-FL580L) op dit apparaat aan. 1 184 Zet de draadloze flitser in de RC-modus en plaats de flitser •• Selecteer het kanaal en de groep van de draadloze flitser. SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser 2 Stel het menu in 3 Druk op 4 Druk op om [Draadloos kanaal] te selecteren en druk op [MENU/SET] Druk op om het kanaal te selecteren en druk op [MENU/SET] 5 6 7 → [Opname] → [Flitser] → [Draadloos] om [ON] te selecteren en druk op [MENU/SET] •• Wanneer [Draadloos] is ingesteld op [ON], verschijnt [WL] bij het flitspictogram op het opnamescherm. •• Als u gedetailleerde instellingen voor de draadloze flitser wilt uitvoeren, voert u de volgende instellingen uit vanuit de [Flitser]. Flitsmodus Flitsniveau •• Selecteer hetzelfde kanaal als het kanaal dat is ingesteld voor de draadloze flitser in stap 1. Druk op om [Draadloze setup] te selecteren en druk op [MENU/SET] Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] Luminositeitsverhouding •• Druk op de [DISP.]-knop om te testflitsen. [Externe flitser] [A Groep]/ [B Groep]/ [C Groep] [Flitser functie] [TTL]: D  e camera stelt het flitsniveau automatisch in. [AUTO]*: Hiermee stelt u het flitsniveau met een externe flitser in. [MANUAL]: Hiermee stelt u handmatig het flitsniveau van een externe flitser in. [OFF]: E  en externe flitser flitst alleen voor het verzenden van een communicatielichtsignaal. [Flitser instel.] Hiermee past u het flitsniveau van een externe flitser handmatig aan wanneer [Flitser functie] is ingesteld op [TTL]. [Handmatige flitserinstel.] Hiermee stelt u de flitsverhouding van een externe flitser in wanneer [Flitser functie] is ingesteld op [MANUAL]. •• U kunt de flitsverhouding instellen van [1/1] (flitsen op volledig vermogen) tot [1/64] in stappen van 1/3. [Flitser functie] [TTL]: De camera stelt automatisch het draadloze flitslicht in. [AUTO]: S  telt het flitslicht in bij gebruik van een draadloze flitser. [MANUAL]: Voor handmatig instellen van het flitslicht van een draadloze flitser. [OFF]: D  e draadloze flitsers van de ingestelde groep flitsen niet. [Flitser instel.] Voor handmatig instellen van het flitslicht van een draadloze flitser wanneer [Flitser functie] staat ingesteld op [TTL]. Stelt het flitslicht van een draadloze flitser in wanneer [Flitser functie] [Handmatige staat ingesteld op [MANUAL]. flitserinstel.] •• U kunt de flitsverhouding instellen van [1/1] (flitsen op volledig vermogen) tot [1/64] in stappen van 1/3. * Wanneer de (bijgeleverde) flitser op dit apparaat is aangebracht, kunt u deze instellingen niet maken. 185 SQW0028 Stabilizer, zoomen en flitsen Beelden opnemen met de (bijgeleverde) flitser ■■Het voortbrengen van communicatielicht instellen dat moet worden gebruikt wanneer met een draadloze flitser wordt opgenomen → [Opname] → [Flitser] → [Communicatielicht] Instellingen: [HIGH] / [STANDARD] / [LOW] 186 SQW0028 Films opnemen Films opnemen U kunt beelden opnemen in volledige HD-kwaliteit die aan de AVCHD-norm voldoet, evenals films in MP4 opnemen. U kunt tevens 4K-films in MP4 opnemen. (→194) Het geluid wordt in stereo opgenomen. Instelling van het formaat, de beeldresolutie en de opnamesnelheid in frames Opnamemodus: 1 Stel het menu in 2 Selecteer met 3 4 187 → [Bewegend beeld] → [Opname-indeling] het onderdeel en druk op [MENU/SET] [AVCHD] Dit gegevensformaat is geschikt voor weergave op HD TV’s. [MP4] Dit gegevensformaat is speciaal geschikt voor het afspelen van films op een computer en dergelijk soort apparatuur. Selecteer met [Opn. kwaliteit] en druk op [MENU/SET] Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] •• Sluit het menu af nadat het is uitgevoerd. SQW0028 Films opnemen Films opnemen Wanneer [AVCHD] is geselecteerd Onderdeel Fotoresolutie [FHD/28M/50p]* 1920×1080 Opnamesnelheid Sensoruitgangssignaal in frames 50p 50 fps Bitwaarde Ongeveer 28 Mbps [FHD/17M/50i] 1920×1080 50i 50 fps Ongeveer 17 Mbps [FHD/24M/25p] 1920×1080 50i 25 fps Ongeveer 24 Mbps [FHD/24M/24p] 1920×1080 24p 24 fps Ongeveer 24 Mbps * AVCHD Progressive Wanneer [MP4] is geselecteerd Onderdeel Fotoresolutie Opnamesnelheid Sensoruitgangssignaal in frames Bitwaarde [4K/100M/25p] 3840×2160 25p 25 fps Ongeveer 100 Mbps [4K/100M/24p] 3840×2160 24p 24 fps Ongeveer 100 Mbps [FHD/28M/50p] 1920×1080 50p 50 fps Ongeveer 28 Mbps [FHD/20M/25p] 1920×1080 25p 25 fps Ongeveer 20 Mbps [HD/10M/25p] 1280×720 25p 25 fps Ongeveer 10 Mbps [VGA/4M/25p] 640×480 25p 25 fps Ongeveer 4 Mbps ••Wat is bitwaarde Bitwaarde is de hoeveelheid gegevens voor een specifieke periode. De kwaliteit wordt beter wanneer de waarde hoger wordt. Dit apparaat gebruikt de opnamemethode "VBR". "VBR" is een afkorting van "Variable Bit Rate" (variabele bitwaarde). De bitwaarde (de hoeveelheid gegevens voor een specifieke periode) wordt automatisch gewijzigd, afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Daarom wordt de opnametijd verkort wanneer er een onderwerp wordt opgenomen dat snel beweegt. 188 SQW0028 Films opnemen Films opnemen ■■Compatibiliteit van de opgenomen films Films die zijn opgenomen in [AVCHD] of [MP4] kunnen worden afgespeeld met een slechte beeld- of geluidskwaliteit of kunnen helemaal niet worden afgespeeld, zelfs niet als ze worden afgespeeld met apparatuur die compatibel is met deze formaten. Ook kan de opnamegegevens dan niet goed worden weergegeven. Gebruik in dit geval dit apparaat. ••Wanneer u films importeert en afspeelt die opgenomen zijn met [FHD/28M/50p], [FHD/24M/25p] of [FHD/24M/24p] in [AVCHD] met een ander apparaat dan dit apparaat, hebt u een compatibele Blu-ray-recorder nodig of een pc waarop "PHOTOfunSTUDIO" geïnstalleerd is. ••Voor meer informatie over films die zijn opgenomen met [4K/100M/25p] of [4K/100M/24p] in het [MP4]-formaat, raadpleegt u "Genieten van films in 4K" (→274). Scherpstellen terwijl u films opneemt ([Continu AF]) Opnamemodus: Scherpstellen verschilt afhankelijk van de scherpstelmodus (→114) en de instelling van [Continu AF] in het [Bewegend beeld]-menu. [Focus] [AFS]/[AFF]/ [AFC] [MF] [Continu AF] Instelling [ON] De scherpstelling continu automatisch laten aanpassen tijdens het opnemen van films. (→114) [OFF] Scherpstelling vastzetten aan het begin van het filmen. [ON] / [OFF] Hiermee kunt u handmatig scherpstellen. (→128) ••Wanneer de scherpstelmodus is ingesteld op [AFS], [AFF] of [AFC], stelt de camera opnieuw scherp als de ontspanknop half ingedrukt wordt tijdens het opnemen van films. ••Wanneer de automatische scherpstelling geactiveerd wordt terwijl u films opneemt, kan onder sommige omstandigheden het bedieningsgeluid van het scherpstellen worden opgenomen. Als u dit geluid wilt onderdrukken, raden we u aan beelden op te nemen na [Continu AF] in te stellen op [OFF] in het [Bewegend beeld]-menu. ••Wanneer u in- en uitzoomt tijdens het opnemen van films, kan het even duren om scherp te stellen. 189 SQW0028 Films opnemen Films opnemen Films opnemen Opnamemodus: U kunt bij filmopnamen ook handmatig de diafragmawaarde en de sluitertijd instellen. (→80) De camera stelt automatisch de diafragmawaarde en de sluitertijd in en kiest de optimale scène-instelling voor het filmen in de modus [Intelligent auto]. (→76) 1 Filmknop indrukken om te gaan filmen •• Na indrukken laat u de filmknop onmiddellijk weer los. •• Terwijl u films opneemt, knippert de opnamestatusindicator (rood). •• Als u ongeveer 1 minuut of langer geen bewerking uitvoert, wordt een deel van de informatie op het scherm uitgeschakeld. Druk op de [DISP.]-knop als u de informatie weer wilt weergeven. Deze bewerking vindt plaats om inbranden van het scherm te voorkomen. Dit is geen storing. •• Let bij het opnemen van filmbeelden op dat u de microfoons niet blokkeert. •• U kunt ook in- en uitzoomen als u films opneemt. –– De bedieningsgeluiden van de zoomhendel of bedieningsring kunnen in sommige gevallen worden opgenomen. •• Ook tijdens het filmen kunt u nog foto’s nemen (→198) 2 Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met filmen Opnamestatusindicator Verstreken opnameduur Resterende opnameduur (ongeveer) 190 SQW0028 Films opnemen Films opnemen Omtrent de diafragmawaarde en de sluitertijd voor het filmen ●●Diafragmawaarde ••Om films op te nemen waarbij zowel het onderwerp als de achtergrond scherp zijn, stelt u de diafragmawaarde op een hogere waarde in. Om films op te nemen met een onscherpe achtergrond, stelt u een lagere waarde in. ●●Sluitertijd ••Als u een scherpe film wilt opnemen van een snel bewegend onderwerp, stelt u een kortere sluitertijd in. Als u een film wilt opnemen met een slepend effect voor de bewegingen van een onderwerp, stelt u een langere sluitertijd in. ••Wanneer u een kortere sluitertijd instelt, kan de schermruis toenemen als gevolg van een hogere gevoeligheid. ••Wanneer u een onderwerp onder tl- of ledverlichting e.d. opneemt, kunnen de kleuren en de helderheid van het scherm veranderen of kunnen er horizontale strepen op het scherm verschijnen. In dat geval raden we u aan om de sluitertijd handmatig in te stellen op 1/60 seconde of 1/100 seconde. Bedieningsgeluid aan het einde van de opname Aangezien films worden opgenomen totdat op de filmknop gedrukt wordt om de opname te stoppen, kan het niveau van de bedieningsgeluiden in het beeld hoger zijn. We raden u aan de volgende methode te gebruiken om dit geluid te onderdrukken. ●●Splits het einde van een film met [Splits video] (→214) in het [Afspelen]-menu. In sommige gevallen kunnen films niet gesplitst worden op een positie vlak bij het eind van de film. U voorkomt dit probleem door 3 seconden extra op te nemen. 191 SQW0028 Films opnemen Films opnemen De filmknop in-/uitschakelen → [Voorkeuze] → [Videotoets] → [ON]/[OFF] ●●Deze functie voorkomt onjuiste bediening van de knop. De kijkhoekinstelling schakelen die gebruikt wordt voor het maken van foto’s en het opnemen van films → [Voorkeuze] → [Opn.gebied] → (foto) / (film) ●●Als de beeldverhouding verschilt voor foto’s en films, verandert de kijkhoek wanneer u een film gaat opnemen. Wanneer u [Opn.gebied] instelt op [   ], wordt de kijkhoekinstelling weergegeven die voor het opnemen van films wordt gebruikt. ●●[Opn.gebied] dient als een richtlijn geïnterpreteerd te worden. 192 SQW0028 Films opnemen Films opnemen ●●Als de omgevingstemperatuur hoog is of er sprake is van een continue filmopname, wordt [   ] weergegeven en wordt de opname mogelijk halverwege stopgezet om de camera te beschermen. ●●Als de extra optische zoom wordt gebruikt voordat u op de filmknop drukt, worden deze instellingen gewist en wordt het opnamegebied aanzienlijk gewijzigd. ●●Als u bewerkingen uitvoert zoals zoomen, knoppen of wieltjes gebruikt terwijl u een film opneemt, kan bedieningsgeluid worden opgenomen. ●●Tijdens het filmen zal de zoomsnelheid trager zijn dan normaal. ●●De beschikbare opnametijd die op het scherm wordt weergegeven, neemt mogelijk niet regelmatig af. ●●Afhankelijk van het type kaart kan de kaarttoegangsindicatie kort verschijnen na het opnemen van een film. Dit is geen storing. ●●Als u te snel stopt met het opnemen van films wanneer u het Filter (foto-effect) [Miniatuureffect] hebt ingesteld, kan de camera een bepaalde tijd doorgaan met opnemen. Houd de camera in positie totdat de opname wordt stopgezet. ●●[ISO-limiet] is uitgeschakeld tijdens het opnemen van films. ●●Zelfs als u [Stabilisatie] instelt op [   ] (Pannen) wanneer u films opneemt, is deze vast ingesteld op [   ] (Normaal). ●●Het verdient aanbeveling een volledig opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel) te gebruiken voor het opnemen van films. (→292) ●●Als u films opneemt met de netadapter en de voeding wordt onderbroken als gevolg van een stroomuitval of als de netadapter wordt ontkoppeld enzovoort, wordt die film in het geheel niet opgenomen. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Het is niet mogelijk films op te nemen in de volgende gevallen: •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld op ([Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Miniatuureffect]*, [Zachte focus], [Sterfilter], [Zonneschijn]) * Alleen tijdens het opnemen van films met een [Opn. kwaliteit] van [4K] •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt 193 SQW0028 Films opnemen Films opnemen Films opnemen van 4K Opnamemodus: U kunt films van 4K op hoge resolutie opnemen door [Opn. kwaliteit] op [4K] in te stellen. ••Gebruik voor het opnemen van films van 4K een kaart van UHS-snelheidsklasse 3. (→25) ••Wanneer u films van 4K opneemt, wordt de kijkhoek smaller dan bij films van andere formaten. ■■Films opnemen van 4K Selecteer de opnamemodus (→59) Stel de [Opname-indeling] in het [Bewegend beeld]-menu in op [MP4] (→187) Stel [Opn. kwaliteit] in het menu [Bewegend beeld] in op [4K/100M/25p] of [4K/100M/24p] (→188) Filmknop indrukken om te gaan filmen Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met filmen 194 SQW0028 Films opnemen Films opnemen Vastleggen van een foto met hoge resolutie uit een 4K-film [4K-FOTO] U kunt een foto maken met een resolutie van ongeveer 8 megapixels uit een 4K-film die is opgenomen met de instelling [4K-FOTO]. U kunt een foto maken die een enkele moment vastlegt op soortgelijke manier als bij hoge-snelheid burst-opnamen. Deze instelling is niet beschikbaar in de [Intelligent auto]-modus. Films opnemen van 4K ••Gebruik voor het opnemen van films van 4K een kaart van UHS-snelheidsklasse 3. (→25) 1 Stel het menu in → 2 [Bewegend beeld] → [4K-FOTO] Druk op om [ON] te selecteren en druk op [MENU/SET] Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. •• De juiste filmmodus voor het vastleggen van een foto uit een 4K-film wordt geselecteerd en de film kan worden opgenomen met fotobeeldkwaliteit. •• Aangezien de camera een hogere prioriteit geeft aan de scherpstelling van een foto uit een 4K-film, kan de scherpstelbeweging tijdens het filmen wel eens waarneembaar zijn. De camera zal automatisch de volgende instellingen maken. Menu 3 195 Onderdeel [Opname-indeling] [MP4] [Opn. kwaliteit] [4K/100M/25p] Druk op de [  te geven  ] -knop om het opnamescherm weer SQW0028 Films opnemen Films opnemen 4 5 Draai aan de diafragmaring en de sluitertijdknop om de opnamemodus in te stellen •• Wij raden u aan om de modus [Sluiterprioriteit] te kiezen en de sluitertijd in te stellen op 1/1000 seconde of hoger, om bewegingsonscherpte van uw onderwerp te voorkomen. Om een onderwerp dat snel beweegt op te nemen, stelt u de sluitertijd in op 1/2000 seconde of sneller. Bedien de keuzeschakelaar voor de beeldverhouding om de beeldverhouding voor een film in te stellen •• De beeldverhouding van een foto die u overneemt uit een 4K-film is gelijk aan de beeldverhouding van de film. 6 Filmknop indrukken om te gaan filmen •• Wanneer u films van 4K opneemt, wordt de kijkhoek smaller dan bij films van andere formaten. Instellen van een markering ●●Wanneer u tijdens het filmen op de [Fn2]-knop drukt, kunt u een markering in de filmbeelden aanbrengen. ●●Wanneer u daarna foto’s overneemt uit de film, kunt u snel naar de gemarkeerde plaats gaan om een foto over te nemen. ●●U kunt in een enkele film tot 40 markeringen aanbrengen. 7 196 Druk nogmaals op de filmknop om te stoppen met filmen •• U kunt ook beginnen of stoppen met filmen door de ontspanknop in te drukken. SQW0028 Films opnemen Films opnemen Foto’s nemen van een film 1 Geef het beeld weer dat u als foto wilt vastleggen door op te drukken om een film tijdens het afspelen op de camera te pauzeren •• U kunt door indrukken van de enkel-frame bewegingen vooruit/terugwaarts uitvoeren. drukt, kunt u snel •• Wanneer u op de [Fn2]-knop en dan op naar een plaats gaan waar u tijdens het filmen een markering had aangebracht. (U kunt ditzelfde ook doen tijdens het afspelen van de filmbeelden.) Als u nogmaals op de [Fn2]-knop drukt, kunt u door indrukken de enkel-frame bewegingen vooruit/terugwaarts van uitvoeren. 2 Fn2 Druk op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET] •• [   ] wordt weergegeven voor een vastgelegde foto. ●●Als u een foto wilt vastleggen uit een film terwijl de camera is aangesloten op een tv met de HDMImicrokabel, stelt u [VIERA link] van [TV-verbinding] in het [Set-up]-menu in op [OFF]. 197 SQW0028 Films opnemen Foto’s maken terwijl u een film opneemt Opnamemodus: U kunt tussen het filmen door gewoon foto’s opnemen. (Gelijktijdig opnemen) 1 Druk tijdens het filmen de ontspanknop volledig in ••Wanneer u een foto maakt, wordt het pictogram voor het gelijktijdig opnemen van foto’s/films weergegeven. De film- of fotoprioriteit instellen Opnamemodus: Met [Foto/film] in het [Bewegend beeld]-menu kunt u de opnamemethode van een foto instellen die gemaakt moet worden terwijl u een film opneemt. (filmprioriteiten) (Fotoprioriteiten) •• Een foto maken met [Fotoresolutie] [S] (2M). De beeldkwaliteit kan anders zijn dan [S] (2M) van standaardfoto’s. •• Alleen foto’s in JPEG-indeling worden gemaakt wanneer [Kwaliteit] is ingesteld op [   ], [   ] of [   ]. ([Kwaliteit] wordt gebruikt bij de instelling [   ] wanneer [   ] is ingesteld.) •• U kunt maximaal 30 foto’s maken tijdens het opnemen van een film. •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld op [Miniatuureffect], kan een foto worden gemaakt met een lichte vertraging ten opzichte van het moment waarop u de ontspanknop volledig indrukt. •• Een foto wordt gemaakt met de [Fotoresolutie] en de [Kwaliteit] die u hebt ingesteld. •• Terwijl er een foto wordt gemaakt, wordt het scherm zwart. Tijdens deze periode wordt de foto gemaakt in de film en wordt het geluid gedempt. •• U kunt maximaal 4 foto’s maken tijdens het opnemen van een film. ●●De beeldverhouding van een foto wordt vastgezet op [16:9]. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Het is niet mogelijk foto’s te maken in de volgende gevallen: •• Wanneer [Opname-indeling] is ingesteld op [MP4], wordt [Opn. kwaliteit] ingesteld op [4K/100M/25p], [4K/100M/24p] of [VGA/4M/25p] •• Wanneer [Opname-indeling] is ingesteld op [AVCHD], is [Opn. kwaliteit] ingesteld op [FHD/24M/24p] (alleen beschikbaar bij de instelling [   ] ([Fotoprioriteit])) 198 SQW0028 Films opnemen Gebruik van het [Bewegend beeld]-menu Zie voor de instelprocedures voor het [Bewegend beeld]-menu (→31). ••De menuonderdelen [Fotostijl], [AFS/AFF/AFC], [Meetfunctie], [Schaduw markeren], [Int.dynamiek], [I.resolutie], [i.Zoom] en [Dig. zoom] komen voor in zowel het [Opname]menu als het [Bewegend beeld]-menu. Als een instelling in het ene menu wordt gewijzigd, wordt de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch gewijzigd. ••Het [Bewegend beeld]-menu wordt in de volgende gevallen niet weergegeven: –– Tijdens het opnemen van panoramafoto’s [4K-FOTO] ••Voor meer informatie (→195). [Opname-indeling] ••Voor meer informatie (→187). [Opn. kwaliteit] ••Voor meer informatie (→187). [Foto/film] ••Voor meer informatie (→198). [Continu AF] ••Voor meer informatie (→189). 199 SQW0028 Films opnemen Gebruik van het [Bewegend beeld]-menu Zie voor de instelprocedures voor het [Bewegend beeld]-menu (→31). [Micr. weerg.] Opnamemodus: U kunt instellen of u het microfoonniveau wel of niet op het opnamescherm wilt weergeven. Instellingen: [ON]/[OFF] Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld op ([Miniatuureffect]) [Micr. instellen] Opnamemodus: U kunt het geluidsinvoerniveau in 4 stappen aanpassen. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect]) [Windreductie] Opnamemodus: Als u het ruisen van de wind hoort tijdens een geluidsopname, kunt u met [Windreductie] het ruisen van de wind effectief reduceren. Instellingen: [AUTO]/[HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF] ●●Als [Windreductie] is ingesteld, kan de geluidskwaliteit afwijken van die van normale opnamen. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld ([Miniatuureffect]) 200 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Het groepsbeeld bekijken U kunt achtereenvolgens meerdere beelden in een groep afspelen of groepsbeelden een voor een afspelen.  ]: achtereenvolgens opgenomen beelden groeperen [  door [Burstsnelh.] in te stellen op [SH] (→142) 15 foto [   ]: opgenomen beelden groeperen met [Intervalopname] (→153) [   ]: opgenomen beelden groeperen met [Stopmotionanimatie] (→156) ••U kunt beelden in groepen verwijderen of bewerken. (Als u bijvoorbeeld een van de beelden in een groep verwijdert, worden alle beelden in die groep verwijderd.) Groepsbeelden achtereenvolgens afspelen 1 Selecteer een beeld met het groepsbeeldpictogram ([  en druk op  ], [   ] of [   ]) •• Wanneer u groepsbeelden een voor een afspeelt, worden de optie-instellingen weergegeven. [Vanaf eerste foto]: de groepsbeelden achtereenvolgens afspelen vanaf het eerste beeld in een groep. [Vanaf huidige foto]: d  e groepsbeelden achtereenvolgens afspelen vanaf het beeld dat momenteel wordt afgespeeld. ■■Bewerkingen tijdens continu afspelen 201 Continu afspelen/pauzeren Stoppen Snel terugspoelen Snel vooruitspoelen Terugkeren naar het vorige beeld (gepauzeerd) Schuiven naar het volgende beeld (gepauzeerd) SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Het groepsbeeld bekijken Groepsbeelden een voor een afspelen 1 Selecteer een beeld met het submenu-pictogram ([   ]) en druk dan op •• Het submenu wordt weergegeven. 2 Selecteer met [MENU/SET] 3 Schuif met [Groepsweergave] en druk op Groepsweergave Uploaden (Wi-Fi) door de beelden •• Wanneer u gebruikt om [Groepsweergave verlaten] te selecteren en op [MENU/SET] drukt na nogmaals op te hebben gedrukt, verschijnt het scherm voor normaal afspelen weer. •• U kunt dezelfde bewerkingen voor foto’s in een groep gebruiken als voor het normaal afspelen van foto’s. (Meerdere afspelen, zoom afspelen, beelden verwijderen enz.) ●●Beelden worden niet gegroepeerd als ze opgenomen worden zonder [Klokinst.] in te stellen. ●●Burstfoto’s die zijn gemaakt op een ander toestel, kunnen niet altijd worden herkend als groepsbeelden. 202 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Overnemen van foto’s uit films Een scène uit een film opslaan als een foto. ••Raadpleeg (→195) voor de methode voor het vastleggen van een foto uit een 4K film die is opgenomen door [4K-FOTO] in te stellen op [ON]. 1 Geef het beeld weer dat u als foto wilt vastleggen door op te drukken om een film tijdens het afspelen op de camera te pauzeren ••Wanneer u in de pauzestand op vooruit/achteruit spoelen. 2 drukt, kunt u snel Druk op [MENU/SET] ••Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET] ••De foto wordt opgeslagen met een beeldverhouding van [16:9] en een [Kwaliteit] van [   ]. De fotoresolutie verschilt, afhankelijk van de film die wordt afgespeeld. –– Voor films opgenomen in [Opn. kwaliteit] met [4K]: [M] (8M) –– Voor films opgenomen in [Opn. kwaliteit] met [FHD], [HD]: [S] (2M) ●●De beeldkwaliteit wordt iets minder, afhankelijk van de [Opn. kwaliteit]-instelling van de oorspronkelijke film. ●●Wanneer een foto die vastgelegd is vanuit een film, wordt afgespeeld, wordt [   ] weergegeven. ●●Als u een foto wilt vastleggen uit een film terwijl de camera is aangesloten op een tv met de HDMImicrokabel, stelt u [VIERA link] van [TV-verbinding] in het [Set-up]-menu in op [OFF]. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●U kunt geen foto vastleggen uit de volgende films. •• Films opgenomen in [MP4] met de instelling [VGA/4M/25p] 203 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu U kunt opgenomen beelden beveiligen, het formaat aanpassen, afdrukinstellingen en andere instellingen voor de opgenomen beelden opgeven. ••Voor de instelprocedures van het menu. (→31) ●●In de volgende gevallen worden er nieuwe beelden gemaakt nadat ze zijn bewerkt. Controleer voordat u gaat bewerken of er voldoende vrije ruimte is op de geheugenkaart. •• [RAW-verwerking] •• [Tekst afdr.] •• [Intervalvideo] •• [Stop-motionvideo] •• [Nw. rs.] •• [Bijsnijden] ●●Het is niet altijd mogelijk foto’s in te stellen of te bewerken die met andere camera’s zijn gemaakt. [Diashow] Beelden automatisch op volgorde afspelen. Aanbevolen voor het bekijken van uw beelden op een tv-scherm. 1 Stel het menu in → 2 3 [Afspelen] → [Diashow] Selecteer met SET] het onderdeel en druk op [MENU/ •• Wanneer u [Categorieselectie] selecteert, selecteert u met een categorie en drukt u op [MENU/SET]. Zie voor informatie over de categorie (→206). Selecteer met [Start] en druk op [MENU/SET] ■■Bediening tijdens de diashow Pauzeren/afspelen Stoppen Vorige Bedieningsknop (linksom) 204 Volume omlaag Volgende Bedieningsknop (rechtsom) Volume omhoog SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu ■■Instellingen zoals muziek of weergavetijd wijzigen Selecteer [Effect] of [Set-up] en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Effect] [Set-up] [AUTO]/[NATURAL]/[SLOW]/[SWING]/[URBAN]/[OFF] [Duur] [1SEC] / [2SEC] / [3SEC] / [5SEC] [Herhalen] [ON] / [OFF] [Geluid] [OFF]: Er wordt geen muziek of filmgeluid afgespeeld. [AUTO]: B  ij foto’s wordt er muziek afgespeeld en bij films wordt het filmgeluid weergegeven. [Muziek]: Er wordt effectmuziek afgespeeld. [Audio]: Er wordt geluid afgespeeld van films. ●●Wanneer er [URBAN] is geselecteerd, kan het beeld in zwart/wit verschijnen als schermeffect. ●●[AUTO] kan alleen worden gebruikt wanneer [Categorieselectie] is geselecteerd. De beelden worden afgespeeld met de aanbevolen effecten voor elke categorie. ●●Wanneer u een diashow afspeelt door [Alleen bew. beeld] of [Categorieselectie] op [   ], [   ] of [   ], in te stellen, wordt [Effect] vastgezet op [OFF]. ●●Wanneer u een diashow afspeelt voor een groepsbeeld, en zelfs als [Effect] is ingesteld, worden de effecten uitgeschakeld. ●●Wanneer panoramafoto’s, films of groepsbeelden worden afgespeeld, wordt de instelling [Duur] uitgeschakeld. ●●[Duur] kan alleen worden ingesteld wanneer [Effect] is ingesteld op [OFF]. ●●Een deel van [Effect] kan niet worden gebruikt wanneer u beelden op televisie weergeeft met een HDMI-microkabel of wanneer u beelden weergeeft die in de staande positie zijn opgenomen. ●●U kunt geen muziekeffecten toevoegen. 205 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Afspeelfunctie] Opgenomen beelden kunnen worden weergegeven op diverse manieren. 1 Stel het menu in → 2 [Afspelen] → [Afspeelfunctie] Selecteer met [MENU/SET] het onderdeel en druk op Wanneer u [Categor. afsp.] selecteert in stap 2 hierboven 3 Selecteer met de categorie en druk op [MENU/SET] •• De beschikbare categorieën zijn als volgt. [Gezicht herk.]* [i-Portret], [i-Nachtportret], [i-Baby] in de automatische scènedetectie [i-Landschap], [i-Zonsonderg.] in de automatische scènedetectie [i-Nachtportret], [i-Nachtl.schap], [i-Nachtop. uit hand] in de automatische scènedetectie [i-Voedsel] in de automatische scènedetectie [Reisdatum] Een burst foto’s opgenomen door [Burstsnelh.] in te stellen op [SH] [Intervalopname], [Intervalvideo] [Stop-motionanimatie], [Stop-motionvideo] * Selecteer met een persoon die moet worden afgespeeld en druk op [MENU/SET]. Gezichtsherkenning wordt op alle beelden in de groep toegepast. ●●[Afspeelfunctie] verandert automatisch in [Normaal afsp.] wanneer de camera wordt ingeschakeld of wanneer van het stand-byscherm voor opname naar het afspeelscherm wordt geschakeld. ●●De categorie voor het opnemen van films is anders dan de categorie foto’s die in sommige opnamemodi wordt gebruikt. Daarom worden de beelden mogelijk niet afgespeeld. 206 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Locatie vermelden] Nadat u plaatsinformatie (breedtegraad en lengtegraad) die verkregen is met uw smartphone/tablet naar dit apparaat hebt verzonden, kunt u deze informatie met dit apparaat op de beelden schrijven. Voorbereiding Plaatsinformatie naar dit apparaat verzenden vanaf uw smartphone/tablet. (→237) •• U moet "Panasonic Image App" op uw smartphone/tablet installeren. (→228) 1 Stel het menu in 2 Selecteer met een periode om plaatsinformatie te schrijven en druk vervolgens op [MENU/SET] → [Afspelen] → [Locatie vermelden] → [Locatiegegevens toev.] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd.  ] verschijnt bij beelden waarop plaatsinformatie is vastgelegd. •• [  ■■Plaatsinformatie schrijven afbreken Druk op [MENU/SET] terwijl de plaatsinformatie wordt geschreven •• [   ] wordt weergegeven voor de periode van de afbreekbewerking. Als deze opnieuw wordt geselecteerd terwijl [   ] wordt weergegeven, wordt het schrijven van plaatsinformatie hervat vanaf het punt waar deze was gestopt. ■■Ontvangen plaatsinformatie verwijderen Selecteer met de optie [Locatiegeg. wissen] en druk op [MENU/SET] Selecteer met een periode om plaatsinformatie te verwijderen en druk vervolgens op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. ●●Plaatsinformatie kan alleen worden geschreven op beelden die met dit apparaat zijn opgenomen. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Plaatsinformatie wordt mogelijk niet geschreven als er onvoldoende vrije ruimte op de kaart is. ●●De plaatsinformatie wordt niet geschreven op beelden die zijn opgenomen nadat u de plaatsinformatie hebt verzonden (→237). ●●Plaatsinformatie wordt niet op AVCHD-films geschreven. ●●De plaatsinformatie kan niet naar beelden worden geschreven die zijn opgenomen zonder [Klokinst.] in te stellen. De plaatsinformatie schrijven met een smartphone/tablet Wanneer u uw smartphone/tablet als afstandsbediening voor dit apparaat gebruikt, kunt u de plaatsinformatie op beelden schrijven met de smartphone/tablet. (→238) 207 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [RAW-verwerking] Met de camera kunt u foto’s ontwikkelen die in de bestandsindeling RAW zijn opgenomen. De gemaakte foto’s worden in JPEG-indeling opgeslagen. U kunt de foto’s ontwikkelen terwijl u de effecten op het scherm bevestigt. 1 Stel het menu in → 2 3 208 [Afspelen] → [RAW-verwerking] Druk op om het RAW-bestand te selecteren en druk op [MENU/SET] Druk op om de optie te selecteren •• De volgende onderdelen kunnen worden ingesteld. De instellingen die tijdens het opnemen worden gebruikt, worden op het moment van instelling toegepast. [Witbalans] U kunt de witbalans selecteren om aanpassingen te verrichten. Wanneer u een onderdeel selecteert met [   ], kunt u de foto’s ontwikkelen met dezelfde instellingen die voor het opnemen toegepast zijn. [Belichtingscomp.] U kunt belichtingscompensatie uitvoeren in het bereik van –1 EV tot +1 EV. [Fotostijl] U kunt de [Fotostijl]-effecten selecteren ([Standaard], [Levendig], [Natuurlijk], [Zwart-wit], [Landschap] of [Portret]). [Int.dynamiek] U kunt de [Int.dynamiek]-instellingen selecteren ([HIGH], [STANDARD], [LOW] of [OFF]). [Contrast] U kunt het contrast aanpassen. [Markeren] U kunt de helderheid van een licht gebied aanpassen. [Schaduw] U kunt de helderheid van een schaduwgebied aanpassen. [Verzadiging] / [Kleurtoon] U kunt de verzadiging aanpassen. (U kunt de kleur aanpassen wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd voor [Fotostijl].) [Filtereffect] U kunt een filtereffect selecteren. (Alleen wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd voor [Fotostijl]) [Ruisreductie] U kunt ruisonderdrukking instellen. [I.resolutie] U kunt de [I.resolutie]-instellingen ([HIGH], [STANDARD], [LOW], [EXTENDED] of [OFF]) selecteren. [Scherpte] U kunt de indruk van resolutie aanpassen. [Set-up] U kunt de volgende instellingen verrichten. [Aanpassingen herstellen]: U kunt de instellingen herstellen naar de instellingen die tijdens het opnemen zijn gebruikt. [Kleurruimte]: U kunt [Kleurruimte] selecteren uit ofwel [sRGB] ofwel [Adobe RGB]. [Fotoresolutie]: U kunt de fotoresolutie selecteren ([L], [M] of [S]) van een JPEG-bestand wanneer u foto’s opslaat. SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu 4 Druk op [MENU/SET] om in te stellen 5 Druk op [MENU/SET] 6 Druk op •• De instelmethoden variëren per onderdeel. Zie "Onderdelen instellen" voor details. •• Het scherm in stap 3 verschijnt weer. Wanneer u nog een onderdeel wilt instellen, herhaalt u stap 3 tot en met 5. om [Start verwerking] te selecteren en druk op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. ■■Onderdelen instellen Wanneer u een onderdeel selecteert, verschijnt het instelscherm. Bedieningsknop Gebruikt om aanpassingen te verrichten Gebruikt om het instelscherm voor kleurtemperatuur weer te geven (→105) (Alleen wanneer [Witbalans] is ingesteld op [   ]) Gebruikt om het scherm voor verfijning van witbalans weer te geven (→105) (Alleen wanneer [Witbalans] is ingesteld) [DISP.] [MENU/SET] Gebruikt om het vergelijkingsscherm weer te geven Gebruikt om een instelling die u zojuist hebt verricht, definitief te maken en terug te keren naar het onderdeelselectiescherm ••Als u [Ruisreductie], [I.resolutie], of [Scherpte] hebt geselecteerd, wordt het vergelijkingsscherm niet weergegeven. ••Beelden kunnen vergroot worden met de zoomhendel. De volgende bewerkingsmethoden zijn beschikbaar om aanpassingen te verrichten op het vergelijkingsscherm. Bedieningsknop [DISP.] [MENU/SET] 209 Gebruikt om aanpassingen te verrichten Gebruikt om terug te keren naar het instelscherm Gebruikt om een instelling die u zojuist hebt verricht, definitief te maken en terug te keren naar het onderdeelselectiescherm Huidige instelling SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu Wanneer [Set-up] wordt geselecteerd Wanneer u een onderdeel selecteert, wordt het scherm voor de selectie van [Aanpassingen herstellen], [Kleurruimte] of [Fotoresolutie] weergegeven. Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] •• Wanneer [Aanpassingen herstellen] is geselecteerd, wordt een bevestigingsscherm weergegeven. Wanneer u [Ja] selecteert, verschijnt het onderdeelselectiescherm weer. Selecteer met de instelling en druk op [MENU/SET] ●●Het resultaat van een RAW-bestand dat door deze camera is ontwikkeld en een RAW-bestand dat is ontwikkeld door de bijgeleverde dvd-software "SILKYPIX Developer Studio" is niet precies hetzelfde. ●●Het bereik dat kan worden ingesteld bij het gebruik van belichtingscompensatie, verschilt van het bereik dat tijdens het opnemen wordt gebruikt. ●●De instelling [Witbalans] van foto’s opgenomen met [Multi-belicht.] wordt vastgezet op de instelling die tijdens het opnemen wordt gebruikt. ●●Als [Rode-ogencorr] tijdens het opnemen is geactiveerd, kunt u [RAW-verwerking] in het [Afspelen]-menu gebruiken om JPEG-beelden op te slaan waarin rode ogen zijn gedetecteerd en gecorrigeerd. ●●U kunt geen RAW-verwerking uitvoeren op meerdere foto’s tegelijk. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Wanneer een AV-kabel (optioneel) of een HDMI-microkabel is aangesloten, is [RAW-verwerking] uitgeschakeld. ●●U kunt RAW-verwerking alleen uitvoeren op beelden die met dit apparaat zijn opgenomen. [RAWverwerking] kan niet worden gebruikt voor beelden die op andere apparaten zijn opgenomen of voor beelden die in andere indelingen dan RAW zijn opgenomen. 210 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Titel bew.] U kunt lettertekens (opmerkingen) op een opgenomen beeld invoeren. 1 Stel het menu in → 2 [Afspelen] → [Titel bew.] → [Enkel] of [Multi] Selecteer een foto [Enkel] Selecteer met Titel bew. een foto en druk op [MENU/SET] [Multi] (tot 100 beelden) Selecteer met •• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. •• Uitvoeren → Selecteer met [Uitvoer.] en druk op [MENU/SET]. 3 Instelling [Titel bew.] een foto en druk op [MENU/SET] Uitvoer. [Titel bew.] al ingesteld Voer lettertekens in (Tekst invoeren (→52)) •• Om een titel te wissen, verwijdert u alle letters ervan in het tekstinvoerscherm. ●●Gebruik voor het afdrukken van tekst [Tekst afdr.] of "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde dvd. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: •• Films •• Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [  211  ], [   ] of [   ] SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Tekst afdr.] U kunt de opnamedatum en -tijd, namen, de reisbestemming, reisdatums enzovoort op de gemaakte foto’s afdrukken. 1 Stel het menu in → 2 [Afspelen] → [Tekst afdr.] → [Enkel] of [Multi] Selecteer een foto [Enkel] Selecteer met Tekst afdruk. een foto en druk op [MENU/SET] [Multi] (tot 100 beelden) Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET] ( Instelling [Tekst afdr.] [Tekst afdr.] al ingesteld) •• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. •• Uitvoeren→ Selecteer met [Uitvoer.] en druk op [MENU/SET]. Uitvoer. 3 4 5 6 7 212 Selecteer met [Inst.] en druk op [MENU/SET] Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] (→213) Selecteer met Druk op de [  Selecteer met de instelling en druk op [MENU/SET] (→213)  ]-knop [Uitvoer.] en druk op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu ■■Onderdelen die kunnen worden afgedrukt [Opnamedatum] [Naam] [ZON.TIJD]: Opnamedatum afdrukken [MET TIJD]: Opnamedatum en -tijd afdrukken : De naam die staat geregistreerd in de gezichtsherkenning, wordt afgedrukt : de naam die staat geregistreerd in [Profiel instellen] wordt afgedrukt [Locatie] Afdrukken van de locatie die is geregistreerd via het menu [Set-up], in [Reisdatum] [Reisdatum] Hiermee drukt u het aantal dagen af dat verstreken is sinds de reisdatum die in het menu [Set-up] onder [Reisdatum] is ingesteld [Titel] De tekst die staat geregistreerd onder [Titel bew.] wordt afgedrukt ••Onderdelen die op [OFF] zijn gezet, worden niet afgedrukt. ●●Gebruik in een winkel of op een printer geen algemene datumafdrukinstellingen bij foto’s met datumafdruk. (De datumafdruk kan overlappen.) ●●Tekens kunnen op sommige printers worden afgesneden. ●●Als u tekst op de foto’s in een groep afdrukt, worden die foto’s als nieuwe foto’s opgeslagen. ●●Tekst is moeilijk leesbaar als deze op foto’s wordt afgedrukt van 0.3M of minder. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: •• Films •• Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [   ] •• Panoramabeelden •• Foto’s waarop al andere teksten zijn afgedrukt •• Foto’s die zijn gemaakt zonder de klok in te stellen 213 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Splits video] Een enkele film kan gesplitst worden in 2 delen. Dit is handig wanneer u alleen de beste scènes wilt bewaren, of als u overbodige scènes wilt verwijderen om meer ruimte te maken op uw kaart, zoals op reis. 1 Stel het menu in → [Afspelen] → [Splits video] 2 3 Selecteer met 4 Druk op Druk op een film om te splitsen en druk op [MENU/SET] op het punt waar u een film wilt opsplitsen om deze te pauzeren •• Als u op drukt terwijl de film gepauzeerd is, kunt u de splitsposities nauwkeuriger instellen in een film. •• Als u opnieuw op drukt, wordt de film afgespeeld vanaf de laatste positie voordat de pauze werd geactiveerd. •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET]. •• De oorspronkelijke film die is gesplitst, blijft niet bestaan. (Het enige dat overblijft, zijn de 2 films die het resultaat zijn van de splitsing.) ●●Tijdens het splitsen mag u de camera niet uitschakelen of de kaart of batterij verwijderen. Als u dat wel doet, kunnen de filmbeelden worden gewist. ●●Als u een film onderverdeelt die is opgenomen in [MP4] met de beeldweergavevolgorde ingesteld op [FILE NAME], zal de volgorde van de beelden veranderen. Het is aanbevolen om de weergavevolgorde in te stellen op [DATE/TIME] of om voor de weergave [Kalender] te gebruiken. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Films kunnen niet gesplitst worden op een positie vlak bij het begin of eind van de film. ●●Films met een korte opnametijd kunnen niet worden gesplitst. 214 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Intervalvideo] U kunt een film maken op basis van de beelden in een groep die is opgenomen met [Intervalopname]. De film die u gemaakt hebt, wordt opgeslagen in de MP4-indeling. 1 Stel het menu in → 2 3 [Afspelen] → [Intervalvideo] Selecteer met de met [Intervalopname] opgenomen beeldgroep en druk op [MENU/SET] Maak een film nadat een productiemethode is geselecteerd •• De procedure is hetzelfde als die gebruikt wordt voor het maken van een film na het opnemen van beelden met [Intervalopname]. Raadpleeg voor meer informatie stap 5 en daarop volgende stappen (→154). Voor meer informatie over de film die u maakte, raadpleegt u (→155). [Stop-motionvideo] U kunt een film maken op basis van de beelden in een groep die is opgenomen met [Stop-motionanimatie]. De film die u gemaakt hebt, wordt opgeslagen in de MP4-indeling. 1 Stel het menu in → 2 3 215 [Afspelen] → [Stop-motionvideo] Selecteer met een stop-motion-animatiegroep en druk op [MENU/SET] Maak een film nadat een productiemethode is geselecteerd •• De procedure is hetzelfde als die gebruikt wordt voor het maken van een film na het opnemen van beelden met [Stop-motionanimatie]. Raadpleeg voor meer informatie stap 8 en daarop volgende stappen (→157). Voor meer informatie over de film die u maakte, raadpleegt u (→158). SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Nw. rs.] De fotoresolutie kan worden verkleind als u foto’s als e-mailbijlage wilt meesturen, wilt gebruiken op uw website, enzovoort. 1 Stel het menu in → 2 [Afspelen] → [Nw. rs.] → [Enkel] of [Multi] Selecteer een foto en een fotoresolutie [Enkel] Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET] Selecteer met een formaat en druk op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. [Multi] (tot 100 beelden) Selecteer met een formaat en druk op [MENU/SET] Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. •• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. •• Uitvoeren → Selecteer met [Uitvoer.] en druk op [MENU/SET]. Uitvoer. Instelling nieuwe resolutie ●●Na het wijzigen van de resolutie is de beeldkwaliteit minder. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Foto’s die op het kleinste opnamepixelniveau zijn opgenomen, kunnen niet verder worden verkleind. ●●De resolutie kan niet worden gewijzigd van de volgende beelden: •• Films •• Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [   ] •• Panoramabeelden •• Groepsbeelden •• Foto’s waarop al andere teksten zijn afgedrukt 216 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Bijsnijden] Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden. 1 Stel het menu in → 2 3 [Afspelen] → [Bijsnijden] Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET] Selecteer het gebied dat u wilt wegsnijden en druk dan op [MENU/SET] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. Vergroten Wijzigingspositie ●●Voer de bijsnijding uit voor elk beeld in de groep. (U kunt beelden in groepen niet bewerken.) ●●Als u een beeld in de groep bijsnijdt, wordt het als een nieuw beeld opgeslagen. ●●De oorspronkelijke gegevens voor gezichtsherkenning worden niet gekopieerd wanneer u de foto’s bijsnijdt. ●●Na het bijsnijden neemt de beeldkwaliteit af. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: •• Films •• Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [   ] •• Panoramabeelden •• Foto’s waarop andere teksten al zijn afgedrukt 217 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Roteren]/[Scherm roteren] U kunt een foto die staand is opgenomen, automatisch weergeven door deze te maken terwijl u de camera verticaal houdt, of het beeld handmatig in stappen van 90 graden draaien. [Roteren] Een beeld handmatig draaien ••U kunt [Roteren] niet selecteren wanneer [Scherm roteren] is ingesteld op [OFF]. 1 Stel het menu in → [Afspelen] → [Roteren] 2 Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET] 3 Selecteer met [MENU/SET] de draairichting en druk op •• U kunt groepsbeelden niet draaien. [  [   ]: een beeld 90 graden rechtsom draaien.  ]: een beeld 90 graden linksom draaien. [Scherm roteren] 1 Een beeld automatisch draaien om weer te geven Stel het menu in → [Afspelen] → [Scherm roteren] → [ON] •• Wanneer deze functie ingesteld is op [OFF], wordt het beeld weergegeven zonder de richting te veranderen. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Wanneer u beelden op een pc afspeelt, kunnen ze niet in de gedraaide richting worden weergegeven, tenzij het besturingssysteem of de software compatibel is met Exif. Exif is een bestandsindeling voor foto’s die het mogelijk maakt opnamegegevens enzovoort toe te voegen. Deze is ontwikkeld door "JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)". ●●Een beeld wordt niet altijd automatisch gedraaid om dit staand weer te geven op het scherm voor meerdere afspelen, dat wordt weergegeven voor instellingen zoals [Multi wissen]. 218 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Favorieten] Door uw favoriete beelden te markeren met een ster [ ], kunt u vlot alleen uw favoriete beelden afspelen of kunt u alle beelden behalve uw favorieten verwijderen. 1 Stel het menu in → 2 [Afspelen] → [Favorieten] → [Enkel] of [Multi] Selecteer een beeld [Enkel] Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET] •• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. Favorietbeeldmarkering [Multi] (tot 999 beelden) Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET] •• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. 1 2 3 4 5 6 Favorietbeeldmarkering ■■Alles ongedaan maken In stap 1 selecteert u [Favorieten] → [Annul] → [Ja] en drukt u vervolgens op [MENU/SET] ●●Wanneer u [Favorieten] instelt voor een beeld in een groep, wordt het aantal ingestelde beelden weergegeven met het pictogram [Favorieten] van het eerste beeld. ●●Alleen wanneer [Afspeelfunctie] is ingesteld op [Normaal afsp.], kunt u [Annul] selecteren. Niet beschikbaar in het volgende geval: •• Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [   ] 219 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Print inst.] Hier kunt u instellingen voor beeld/beeldnr./datum afdrukken maken, voor als u afdrukt met een DPOF-geschikte printer of bij een DPOF-geschikte fotozaak. (Vraag bij de fotozaak of ze DPOF kunnen afdrukken.) 1 Stel het menu in → 2 [Afspelen] → [Print inst.] → [Enkel] of [Multi] Selecteer een foto [Enkel] Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET] Aantal Datum [Multi] Selecteer met een foto en druk op [MENU/SET] 1 4 Aantal 3 Stel met 2 3 5 6 Datum het aantal foto’s in en druk op [MENU/SET] (Herhaal stap 2 en 3 bij gebruik van [Multi] (tot 999 beelden)) •• Instelling/opheffen datumafdruk → Druk op . ■■Alles ongedaan maken In stap 1 selecteert u [Print inst.] → [Annul] → [Ja] en drukt u vervolgens op [MENU/SET] ●●Wanneer u [Print inst.] uitgevoerd hebt voor beelden in een groep, worden afdrukinstellingen uitgevoerd voor het totale aantal beelden dat in die groep is ingesteld. Als het totale aantal beelden 1.000 of hoger is, wordt [999+] weergegeven. ●●Wanneer u [Print inst.] uitvoert voor een beeld in een groep, worden het aantal ingestelde beelden en het totale aantal beelden weergegeven met het afdrukinstellingspictogram van het eerste beeld. ●●U kunt geen datumafdruk instellen voor beelden waarop een [Tekst afdr.] is toegepast. ●●Afhankelijk van uw type printer kunnen de printer-instellingen wel eens voorrang krijgen boven de camera-instellingen. ●●Sommige DPOF-informatie (afdrukinstellingen) die zijn ingesteld op andere apparaten, kunnen niet worden gebruikt. Verwijder in dergelijke gevallen alle DPOF-informatie en stel deze vervolgens opnieuw in met deze camera. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: •• Films •• Foto’s gemaakt met de [Kwaliteit]-instelling [   ] •• Niet te gebruiken voor bestanden die niet voldoen aan de DCF-norm. 220 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Beveiligen] Beveiliging instellen om te voorkomen dat beelden worden gewist. Voorkomt dat belangrijke beelden worden gewist. 1 Stel het menu in → 2 [Afspelen] → [Beveiligen] → [Enkel] of [Multi] Selecteer een beeld [Enkel] Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET] •• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. Beeld beveiligd [Multi] Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET] •• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. 1 2 3 4 5 6 Beeld beveiligd ■■Alles ongedaan maken In stap 1 selecteert u [Beveiligen] → [Annul] → [Ja] en drukt u vervolgens op [MENU/SET] Wanneer u de schrijfbeveiligingsschakelaar op de kaart op de positie "LOCK" zet, wordt het beeld niet gewist. ●●Het beeld wordt gewist tijdens het formatteren, zelfs als het beveiligd is. ●●Kan mogelijk niet worden gebruikt wanneer u andere apparaten gebruikt. ●●Wanneer u [Beveiligen] instelt voor een beeld in een groep, wordt het aantal ingestelde beelden weergegeven met het pictogram [Beveiligen] van het eerste beeld. 221 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Gez.herk. bew.] De herkenningsinformatie voor beelden met een onjuiste gezichtsherkenning bewerken of verwijderen. 1 Stel het menu in → [Afspelen] → [Gez.herk. bew.] → [REPLACE] of [DELETE] 2 3 Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET] Selecteer met een persoon en druk op [MENU/SET] 4 Selecteer met [MENU/SET] 5 •• Als u [DELETE] wilt uitvoeren, gaat u naar stap 5. •• Mensen van wie de gezichtsherkenningsinformatie niet is geregistreerd, kunnen niet worden geselecteerd. Selecteer met een andere, vervangende persoon en druk op [Ja] en druk op [MENU/SET] ●●Wanneer de gezichtsherkenningsinformatie is verwijderd, kan deze niet worden teruggezet. ●●Beelden waarvoor alle gezichtsherkenningsinformatie is verwijderd, worden niet gesorteerd in de gezichtsherkenning tijdens [Categor. afsp.] of [Categorieselectie]. ●●Bewerk de gezichtsherkenningsinformatie in groepen voor een groepsbeeld. (U kunt de informatie niet bewerken voor elk beeld in een groep.) ●●U kunt alleen het eerste beeld in een groep bewerken. 222 SQW0028 Beelden afspelen en bewerken Gebruik van het [Afspelen]-menu [Foto's sorteren] U kunt de weergavevolgorde instellen die voor het afspelen van beelden op dit apparaat wordt gebruikt. 1 Stel het menu in → 2 [Afspelen] → [Foto's sorteren] Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] Hiermee geeft u beelden op volgorde van mapnaam of bestandsnaam weer. Met deze weergave-indeling kunt u de opslaglocatie van een beeld op een kaart gemakkelijker terugvinden. Hiermee geeft u beelden weer op de datum en tijd waarop de beelden zijn opgenomen, in chronologische volgorde. Wanneer de beelden zijn opgenomen met verschillende camera’s en op dezelfde kaart zijn opgeslagen, kunt u met deze weergave-indeling een specifiek beeld gemakkelijker vinden. [FILE NAME] [DATE/TIME] ●●Beelden worden mogelijk niet weergegeven overeenkomstig de [DATE/TIME] volgorde onmiddellijk nadat een kaart in dit apparaat is gestoken. Wacht in dat geval even totdat de beelden in de volgorde [DATE/TIME] worden weergegeven. [Wissen bevestigen] U kunt de ja/nee-opties die u wilt selecteren, eerst op het bevestigingsscherm instellen wanneer u een beeld wist en kiezen voor [Ja] of [Nee]. Eerst "Ja" Eerst "Nee" 1 Stel het menu in 2 Selecteer met → [Eerst "Ja"] [Eerst "Nee"] 223 [Afspelen] → [Wissen bevestigen] het onderdeel en druk op [MENU/SET] [Ja] is standaard geselecteerd om snel een beeld te kunnen verwijderen. [Nee] is standaard geselecteerd. Met deze instelling voorkomt u dat u per ongeluk beelden wist. SQW0028 Wi-Fi Wi-Fi®-functie en NFC-functie ■■De camera als draadloos LAN-apparaat gebruiken Wanneer u apparatuur of computersystemen gebruikt die een betrouwbaardere beveiliging nodig hebben dan draadloze LAN-apparatuur, dient u te zorgen dat de juiste maatregelen worden genomen voor veiligheidsontwerpen en defecten voor de gebruikte systemen. Panasonic accepteert geen verantwoordelijkheid voor schade als het gevolg van het gebruik van de camera voor andere doeleinden dan als draadloos LAN-apparaat. ■■Gebruik van de Wi-Fi-functie van deze camera wordt verondersteld plaats te vinden in landen waar deze camera wordt verkocht Het risico bestaat dat de camera de wetgeving met betrekking tot radiogolven overtreedt wanneer deze wordt gebruikt in andere landen dan de landen waar deze camera wordt verkocht en Panasonic accepteert geen aansprakelijkheid voor overtredingen. ■■Het risico bestaat dat gegevens die via radiogolven worden verzonden en ontvangen, worden onderschept Houd er rekening mee dat er een risico bestaat dat gegevens die via radiogolven worden verzonden en ontvangen, door derden worden onderschept. We raden u aan de versleuteling in te schakelen in de instellingen van uw draadloze toegangspunt om de beveiliging van uw informatie te garanderen. ■■Gebruik de camera niet op plaatsen met magnetische velden, statische elektriciteit of interferentie ••Gebruik de camera niet op plaatsen met magnetische velden, statische elektriciteit of interferentie, zoals in de buurt van magnetrons. Radiogolven bereiken de camera dan mogelijk niet. ••Het gebruik van de camera in de buurt van apparaten zoals magnetrons of draadloze telefoons die gebruik maken van de radiofrequentieband van 2,4 GHz, kunnen tot een verslechtering van de prestaties in beide apparaten leiden. ■■Verbind het apparaat niet met een draadloos netwerk wanneer u geen toestemming hebt voor het gebruik ervan Wanneer de camera de Wi-Fi-functie gebruikt, wordt automatisch naar draadloze netwerken gezocht. In dit geval kunnen er draadloze netwerken worden weergegeven die u niet mag gebruiken (SSID*). Probeer echter geen verbinding met het netwerk te maken, want dit kan worden gezien als onrechtmatige toegang. * Met SSID wordt de naam bedoeld die gebruikt wordt ter identificatie van een netwerk over een draadloze LAN-verbinding. Als de SSID tussen de twee apparaten overeenkomt, is verzending mogelijk. ■■Voordat u de camera gaat gebruiken ••Als u de Wi-Fi-functie op dit apparaat wilt gebruiken, hebt u een draadloos toegangspunt of een doelapparaat voorzien van de draadloze LAN-functie nodig. ■■De camera is compatibel met NFC Met de NFC-functie (Near Field Communication) kunnen de camera en een smartphone/tablet gemakkelijk de informatie uitwisselen die nodig is voor het opzetten van een Wi-Fiverbinding. 224 SQW0028 Wi-Fi Wi-Fi®-functie en NFC-functie ■■Het Wi-Fi-verbindingslampje Wi-Fi-verbindingslampje Brandt blauw: Wanneer de Wi-Fi-functie op "ON" staat Blauw knipperend: Bij het verzenden van gegevens [Wi-Fi]-knop ■■Informatie over de [Wi-Fi]-knop U kunt de [Wi-Fi]/[Fn2]-knop op twee manieren gebruiken, ofwel als de [Wi-Fi]knop voor weergave in de zoeker of als een functieknop [Fn2]. Deze is ingesteld op [Wi-Fi] op het moment van aanschaf. Voor meer informatie over de functieknop (→37) ••Voordat een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, drukt u op de [Wi-Fi]-knop om de volgende bewerkingen uit te voeren: → [Set-up] → [Wi-Fi] → (U kunt hetzelfde menu ook weergeven door [Wi-Fi-functie] te selecteren.) [Nieuwe verbinding] [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] (→268) [Selecteer doelapparaat uit favorieten] (→268) 225 SQW0028 Wi-Fi Wi-Fi®-functie en NFC-functie ••Als u op de [Wi-Fi]-knop drukt tijdens een Wi-Fi-verbinding, wordt de volgende bewerking ingeschakeld. [Verbinding beëindigen] Hiermee verbreekt u de Wi-Fi-verbinding. [Doelapparaat wijzigen]*1 Hiermee verbreekt u de Wi-Fi-verbinding en kunt u een andere Wi-Fi-verbinding selecteren. [Instellingen wijzigen voor versturen]*2 Voor meer informatie (→271). [Huidig apparaat in favorieten registreren]*1 Als u de huidige verbindingsbestemming of verbindingsmethode registreert, kunt u eenvoudig de volgende keer met dezelfde verbindingsmethode een verbinding maken. [Netwerkadres] Hiermee geeft u het MAC-adres en het IP-adres van dit apparaat weer (→273). *1 Dit onderdeel wordt niet aangegeven als u op drukt om beelden naar een WEB-services te verzenden terwijl de beelden worden getoond (→254). *2 Dit onderdeel wordt niet weergegeven als de bestemming voor [Op afstand opnemen en weergeven], [Weergeven op tv] of [Afbeeldingen versturen van camera] is ingesteld op [Printer]. ●●Verwijder nooit de geheugenkaart of batterij en ga nooit naar een gebied zonder ontvangst terwijl u beelden verzendt. ●●De camera kan niet worden gebruikt om een verbinding tot stand te brengen met een openbare draadloze LAN-verbinding. ●●Gebruik een apparaat dat compatibel is met IEEE802.11b, IEEE802.11g of IEEE802.11n wanneer u een draadloos toegangspunt gebruikt. ●●We raden u aan een volledig opgeladen batterij te gebruiken wanneer u beelden verzendt. ●●Wanneer de batterij-indicator rood knippert, wordt de verbinding met andere apparatuur niet altijd gestart of kan de verbinding worden verbroken. (Er wordt een bericht zoals [Communicatiefout] weergegeven.) ●●Bij het verzenden van beelden op een mobiel netwerk, maakt u mogelijk hoge pakketcommunicatiekosten, afhankelijk van de details van uw contract. ●●Mogelijk worden beelden niet volledig verzonden, afhankelijk van de staat van de radiogolven. Als de verbinding tijdens de verzending van beelden wordt verbroken, kunnen er beelden met ontbrekende gedeelten worden verzonden. ●●Het beeld op de monitor kan een ogenblik vervormd raken als u met de service verbonden bent. Dit is echter niet van invloed op het verzonden beeld. 226 SQW0028 Wi-Fi Wat u kunt doen met de Wi-Fi-functie De camera bedienen door deze aan te sluiten op een smartphone (→228) Beelden opnemen via een smartphone (opnemen op afstand) Beelden in de camera op een smartphone/tablet afspelen Beelden in de camera op de smartphone/tablet opslaan Beelden in de camera naar sociale-netwerkdiensten verzenden De plaatsinformatie op beelden in de camera schrijven Gemakkelijk verbinden, gemakkelijk beelden overbrengen U kunt gemakkelijk de Wi-Fi-functies gebruiken door op de [Wi-Fi]-knop te drukken en deze ingedrukt te houden, of met de NFCfunctie. Indrukken en ingedrukt houden Houd het apparaat dicht bij de camera of Foto’s weergeven op een tv (→242) Draadloos afdrukken (→243) Beelden naar een AV-apparaat sturen (→244) Foto’s en films kunnen naar een AV-apparaat in de thuisomgeving worden verzonden (AV-apparatuur thuis). Beelden naar een pc sturen (→247) Gebruik van WEB-services (→251) Via "LUMIX CLUB" kunt u foto’s en films naar sociale-netwerkdiensten enzovoort sturen. U kunt foto’s en films op een pc of een smartphone/tablet ontvangen via de cloudsynchronisatie-service. ••Hierna wordt in deze handleiding de term "smartphone" zowel voor smartphones als tablets gebruikt, tenzij een specifiek onderscheid wordt gemaakt. 227 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden U kunt de camera op afstand bedienen met een smartphone. De "Panasonic Image App" (hierna "Image App" genoemd) moet op uw smartphone geïnstalleerd zijn. De app "Panasonic Image App" voor smartphone/tablet installeren De "Image App" is een app die door Panasonic wordt aangeboden en waarmee uw smartphone de volgende bewerkingen van een Wi-Fi-compatibele LUMIX kan uitvoeren. Voor Android™-apps Ondersteunde Android 2.3.3 of later* besturingssystemen Installatieprocedure Maak met uw Android-apparaat verbinding met een netwerk Selecteer "Google PlayTM Store" Voer in het zoekveld "Panasonic Image App" of "LUMIX" in om de app te zoeken Selecteer "Panasonic Image App" en installeer de app •• Het pictogram wordt aan het menu toegevoegd. Voor iOS-apps iOS 6.0 of later (De iPhone 3GS wordt niet ondersteund.) Maak met uw iOS-apparaat verbinding met het netwerk Selecteer "App StoreSM" Voer in het zoekveld "Panasonic Image App" of "LUMIX" in om de app te zoeken Selecteer "Panasonic Image App" en installeer de app •• Het pictogram wordt aan het menu toegevoegd. * Om dit apparaat te verbinden met [Wi-Fi Direct] is Android OS 4.0 of hoger vereist en moet het apparaat compatibel zijn met Wi-Fi Direct™. ••Gebruik de nieuwste versie. ••Ondersteunde besturingssysteemversies per september 2014. De ondersteunde besturingssysteemversies zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. ••Sommige schermen en informatie die in dit document wordt geboden, kunnen afwijken, afhankelijk van het ondersteunde besturingssysteem en de versie van "Image App". ••De service kan niet altijd correct worden gebruikt, afhankelijk van het gebruikte type smartphone. ••Raadpleeg voor meer informatie over de bedieningsprocedure enzovoort [Help] in het menu van "Image App". ••Zie de ondersteuningssite hieronder voor de nieuwste informatie over de "Image App". http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze website is alleen in het Engels beschikbaar.) •• Bij het downloaden van de app op een mobiel netwerk maakt u mogelijk hoge pakketcommunicatiekosten, afhankelijk van de details van uw contract. 228 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden Verbinding maken met een smartphone U kunt gemakkelijk een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen op de camera door op de [WiFi]-knop te drukken en deze ingedrukt te houden, of met de NFC-functie. Voorbereiding Installeer "Image App" van tevoren. (→228) 1 Druk op de [Wi-Fi]-knop en houd deze ingedrukt Wi-Fi-verbindingslampje (Brandt blauw) [Wi-Fi]-knop •• De vereiste informatie (QR-code, SSID en wachtwoord) voor het maken van een rechtstreekse verbinding tussen uw smartphone en dit apparaat wordt weergegeven. •• Na de tweede keer, wordt het scherm voor de eerder gebruikte verbindingsmethode weergegeven. •• Hetzelfde scherm kan worden weergegeven door als volgt onderdelen van het menu te selecteren. → [Nieuwe verbinding] → [Op afstand opnemen en weergeven] 2 229 SSID en wachtwoord QR-code •• Wanneer u op [MENU/SET] op de camera drukt, wordt de QR-code vergroot weergegeven. Als u de code moeilijk kunt lezen, gebruikt u de vergrote weergave. (Als uw smartphone de QR-code niet kan lezen, zet u de camera uit de buurt van de smartphone of gebruikt u een andere verbindingsmethode dan de QR-code.) •• Druk op de [DISP.]-knop en selecteer de verbindingsmethode om de verbindingsmethode te wijzigen. (→232) Bedien de smartphone •• Wanneer de verbinding tot stand gebracht is, worden live beelden die door de camera zijn vastgelegd, op uw smartphone weergegeven. (Na instelling kan het even duren voordat de verbinding tot stand gebracht is.) •• De verbindingsmethode verschilt, afhankelijk van de gebruikte smartphone. (→230, 231) SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden ■■Gebruik van een iOS-apparaat ••Wanneer een QR-code wordt gelezen om te verbinden (Stap tot en met zijn niet nodig wanneer u opnieuw verbinding wilt maken.) Start "Image App" (→228) Selecteer [QR-code] → [OK] Lees de QR-code die op dit apparaat wordt weergegeven met "Image App" (Wanneer u op [MENU/SET] op de camera drukt, wordt de QR-code vergroot weergegeven.) Installeer het IMAGE APP-profiel Selecteer [Installeer]* en selecteer vervolgens [Installeer nu]*→ [Gereed]*. •• Het bericht wordt in de webbrowser weergegeven. •• Als er een wachtwoordcode vereist is om de smartphone te ontgrendelen, moet u de wachtwoordcode invoeren. Druk op de knop Home om de webbrowser te sluiten Selecteer [Wi-Fi]* onder [Instellingen]* op de smartphone Schakel [Wi-Fi]* in en selecteer de SSID die op dit apparaat wordt weergegeven Ga terug naar het scherm Home en start "Image App" (→228) * De weergave kan verschillen, afhankelijk van de ingestelde systeemtaal. 230 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden ••Wanneer u verbinding maakt met SSID en wachtwoord Selecteer [Wi-Fi]* onder [Instellingen]* op de smartphone Schakel [Wi-Fi]* in en selecteer de SSID die op dit apparaat wordt weergegeven Voer het wachtwoord in dat op dit apparaat wordt weergegeven (alleen wanneer u voor het eerst verbinding maakt) Ga terug naar het scherm Home en start "Image App" (→228) * De weergegeven naam kan verschillen, afhankelijk van de ingestelde systeemtaal. ■■Gebruik van een Android-apparaat ••Wanneer een QR-code wordt gelezen om te verbinden Start "Image App" (→228) Selecteer [QR-code] Lees de QR-code die op dit apparaat wordt weergegeven met "Image App" (Wanneer u op [MENU/SET] op de camera drukt, wordt de QR-code vergroot weergegeven.) ••Wanneer u verbinding maakt met SSID en wachtwoord Start "Image App" (→228) Selecteer [Wi-Fi] Selecteer de SSID die op dit apparaat wordt weergegeven Voer het wachtwoord in dat op dit apparaat wordt weergegeven (alleen wanneer u voor het eerst verbinding maakt) ••Als u het onderdeel voor weergave van het wachtwoord inschakelt, kunt u het wachtwoord tijdens het invoeren controleren. 231 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden Verbindingsmethode wijzigen Druk op de [DISP.]-knop en selecteer de verbindingsmethode om de verbindingsmethode te wijzigen. ■■Wanneer u verbinding maakt met [Via netwerk] (Op de camera) Selecteer [Via netwerk] en druk op [MENU/SET] •• Verbind de camera met een draadloos toegangspunt door de verbindingsmethode te volgen (→264). (Op uw smartphone) Zet de Wi-Fi-functie op "ON" Selecteer het draadloze toegangspunt dat u met de camera verbonden hebt en stel in Start "Image App" (→228) ■■Wanneer u verbinding maakt met [Direct] (Op de camera) Selecteer [Direct] en druk op [MENU/SET] •• Selecteer [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding] en verbind de camera met de smartphone door de verbindingsmethode te volgen (→267). (Op uw smartphone) Start "Image App" (→228) De verbinding verbreken Verbreek na gebruik de verbinding met de smartphone. (Op de camera) 1 Druk op de [Wi-Fi]-knop (Op het stand-byscherm voor opname kunt u de verbinding ook sluiten door op → [Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi-functie] → [Ja] te drukken.) 2 Selecteer [Verbinding beëindigen] •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Selecteer [Ja] en druk op [MENU/SET]. (Op uw smartphone) 3 Sluit "Image App" <Gebruik van een iOS-apparaat> Druk op het scherm van "Image App" op de knop Home op de smartphone om de app te sluiten <Gebruik van een Android-apparaat> Druk op het scherm van "Image App" twee keer op de knop Terug op de smartphone om de app te sluiten 232 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden Verbinding maken met een smartphone via de NFC-functie Met de NFC-functie (Near Field Communication) kunnen de camera en een smartphone gemakkelijk de informatie uitwisselen die nodig is voor het opzetten van een Wi-Fiverbinding. Compatibele modellen: Deze functie kan worden gebruikt met NFC-compatibele apparaten met Android (2.3.3 of hoger). (Niet beschikbaar op bepaalde modellen) ••Zie de gebruiksaanwijzing van uw NFC-compatibele smartphone voor meer informatie over bediening en instellingen van de smartphone. Voorbereidingen (Op de camera) •• Stel [NFC-bediening] in op [ON] (→272) (Op uw smartphone) •• Controleer of uw smartphone een compatibel model is •• Zet de Wi-Fi-functie op "ON" •• Installeer "Image App" van tevoren (→228) 1 2 3 4 Start "Image App" op uw smartphone Terwijl de aanduiding [   ] wordt weergegeven op het verbindingsscherm van de "Image App", houdt u de smartphone dicht bij de camera Selecteer met [Ja] en druk op [MENU/SET] Houd de smartphone opnieuw dicht bij dit gebied van het apparaat •• Wanneer de verbinding tot stand gebracht is, worden live beelden die door de camera zijn vastgelegd, op uw smartphone weergegeven. •• Het kan even duren voordat de verbinding voltooid is. •• Verbonden smartphones zijn geregistreerd op dit apparaat. •• Vanaf de volgende keer en verder kunt u een verbinding maken door stap 1 en 2 uit te voeren. 233 Houd de smartphone dicht bij dit gebied (binnen 5 mm) SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden ●●U kunt maximaal 20 smartphones registreren. Als het aantal geregistreerde smartphones hoger is dan 20, worden registraties verwijderd, te beginnen met de smartphone die het eerst is aangeraakt. ●●Als u [Wi-Fi resetten] uitvoert, wordt de registratie van de smartphone verwijderd. ●●Als de communicatieomgeving ongunstig is, is de NFC-functie mogelijk niet bruikbaar. ●●Als de apparatuur niet direct reageert, past u de positie enigszins aan. ●●Stoot niet hard met uw smartphone tegen dit apparaat. ●●Zie de gebruiksaanwijzing van uw NFC-compatibele smartphone voor meer informatie over bediening en instellingen van de smartphone. ●●Metalen voorwerpen tussen dit apparaat en de smartphone kunnen de communicatie belemmeren. Ook kunnen stickers enzovoort in de buurt van het NFC-gebied de prestaties van de communicatie beïnvloeden. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●De NFC-functie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt: •• Wanneer de camera wordt uitgeschakeld (inclusief [Slaapsmodus]) •• Tijdens het opnemen van films •• Tijdens het maken van foto’s (tijdens het aftellen van de zelfontspanner) •• Wanneer [Intervalopname] wordt gebruikt •• Wanneer [Stop-motionanimatie] wordt gebruikt •• Wanneer [Multi-belicht.] wordt gebruikt •• Tijdens het afspelen van films, tijdens diashows, tijdens het afspelen van panoramabeelden en tijdens het continu afspelen van groepsbeelden (inclusief pauzes in al deze gevallen) •• Tijdens de verzending van beelden via Wi-Fi •• Wanneer het apparaat op een computer/printer aangesloten is ●●U kunt foto’s in RAW-indeling, AVCHD-films of MP4-films met een [Opn. kwaliteit] van [4K] neit overdragen. Beelden opnemen via een smartphone (opnemen op afstand) 1 2 3 234 Maak verbinding met een smartphone (→229) Selecteer [   ] in "Image App" Beelden opnemen •• De opgenomen beelden worden in de camera opgeslagen. •• Wanneer de zoomfunctie wordt gebruikt, zou de camera kunnen kantelen wanneer de lensbuis uitsteekt. Zet de camera op zijn plaats vast met een statief of een andere methode. •• Sommige instellingen zijn niet beschikbaar. SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden Beelden in de camera op een smartphone afspelen 1 2 Maak verbinding met een smartphone (→229) Selecteer [   ] in "Image App" •• De beelden die door de camera zijn vastgelegd, worden op de smartphone weergegeven. •• U kunt een beeld dat wordt weergegeven, schakelen met het pictogram linksboven op het scherm. Selecteer [LUMIX] om een beeld weer te geven dat op de camera is opgeslagen. •• Wanneer u het beeld aanraakt, wordt het op een groter formaat afgespeeld. Wisselen van locatie van de beelden die moeten worden weergegeven Beelden in de camera op de smartphone opslaan 1 2 3 Maak verbinding met een smartphone (→229) Selecteer [   ] in "Image App" Druk op het beeld en houd ingedrukt en sleep het om het op de smartphone op te slaan •• Het beeld wordt op de smartphone opgeslagen. •• Functies kunnen naar desgewenst boven, onder, links en rechts worden toegewezen. Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●U kunt foto’s in RAW-indeling, AVCHD-films of MP4-films met een [Opn. kwaliteit] van [4K] niet opslaan. 235 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden Beelden in de camera gemakkelijk overbrengen U kunt een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen met de NFC-functie en het beeld op de display eenvoudig via Wi-Fi overbrengen door de smartphone dicht bij de camera te houden. U kunt beelden overbrengen op het moment dat ze worden opgenomen, dus u kunt ze gemakkelijk overbrengen naar de smartphones van vrienden en familie.* * "Image App" moet geïnstalleerd zijn om deze functie te gebruiken. Voorbereidingen (Op de camera) •• Stel [NFC-bediening] in op [ON] (→272) •• Stel [Touch sharing] in op [ON] (→272) (Op uw smartphone) •• Controleer of uw smartphone een compatibel model is •• Zet de Wi-Fi-functie op "ON" •• Installeer "Image App" van tevoren (→228) 1 2 3 Speel op de camera het beeld af dat u naar een smartphone wilt overbrengen Start "Image App" op de smartphone waarnaar u het beeld overbrengt Terwijl de aanduiding [   ] wordt weergegeven op het verbindingsscherm van de "Image App", houdt u de smartphone dicht bij de camera •• Het beeld wordt naar de smartphone overgebracht. •• Als u meerdere beelden overbrengt, herhaalt u stap 1 en 3. (Meerdere beelden kunnen niet in één keer worden overgebracht.) •• Het kan enkele minuten duren om de beeldoverdracht te voltooien, afhankelijk van de gebruikte omgeving. 236 Houd de smartphone dicht bij dit gebied (binnen 5 mm) SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden Beelden in de camera naar sociale-netwerkdiensten verzenden 1 2 3 Maak verbinding met een smartphone (→229) Selecteer [   ] in "Image App" Druk op het beeld en houd ingedrukt en sleep het om het naar de sociale-netwerkdienst enzovoort te verzenden Wisselen van locatie van de beelden die moeten worden weergegeven •• Het beeld wordt naar de socialenetwerkdienst of andere WEB-services verzonden. •• Functies kunnen naar desgewenst boven, onder, links en rechts worden toegewezen. Plaatsinformatie aan beelden in de camera toevoegen vanaf een smartphone U kunt de plaatsinformatie die door een smartphone is ontvangen, naar de camera sturen. Nadat de informatie is verzonden, kunt u deze op de beelden in de camera schrijven. GPS Eindigen met opnemen van plaatsinformatie Plaatsinformatie verzenden en schrijven Beginnen met opnemen van plaatsinformatie Begin met de opname ••Er kan plaatsinformatie worden geschreven die afwijkt van de informatie die tijdens het opnemen is ontvangen. Houd rekening met het volgende. –– Stel [Home] van [Wereldtijd] op de camera in op uw woonplaats. –– Wanneer een smartphone begint met het opnemen van de plaatsinformatie, mag u de instelling [Home] van [Wereldtijd] op de camera niet wijzigen. ••De plaatsinformatie kan niet naar beelden worden geschreven die zijn opgenomen zonder [Klokinst.] in te stellen. 237 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden ■■Beginnen met opnemen van plaatsinformatie Bedien de smartphone Selecteer [   ] Selecteer [Geogr. labell.] Selecteer [   ] ■■Eindigen met opnemen van plaatsinformatie Bedien de smartphone Selecteer [   ] Selecteer [Geogr. labell.] Selecteer [   ] ■■Plaatsinformatie verzenden en schrijven Maak verbinding met een smartphone (→229) Bedien de smartphone Selecteer [   ] Selecteer [Geogr. labell.] Selecteer [   ] •• Volg de berichten op het scherm om de bewerking uit te voeren. •• Plaatsinformatie wordt niet op AVCHD-films geschreven. •• Plaatsinformatie wordt mogelijk niet geschreven als er onvoldoende vrije ruimte op de kaart is. •• U kunt ook met [Locatie vermelden] in het [Afspelen]-menu de verzonden plaatsinformatie op de beelden schrijven. ●●Let op: Besteed speciale aandacht aan de privacy, portretrechten enzovoort van het onderwerp wanneer u deze functie gebruikt. Gebruik de functie op eigen risico. ●●Op de smartphone kunt u het inleesinterval van plaatsinformatie instellen en de overdrachtsstatus van plaatsinformatie controleren. Lees de [Help] in het menu van "Image App" voor meer informatie. ●●(Bij gebruik van "Image App" voor iOS) Als u op de knop Home of Aan/Uit drukt op een smartphone terwijl plaatsinformatie wordt opgenomen, wordt het opnemen gestopt. 238 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden De camera bedienen om beelden naar een smartphone te verzenden ■■Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden JPEG RAW MP4 AVCHD [Afbeeldingen versturen tijdens opname] (→240) ○ – – – [Afbeeldingen versturen van camera] (→241) ○ – ○* – * Met uitzondering van films opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K] ••Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk van het apparaat. ••Zie de gebruiksaanwijzing van het doelapparaat voor meer informatie over het afspelen van beelden. ••Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270) Voorbereiding Installeer "Image App" van tevoren. (→228) 239 SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden [Afbeeldingen versturen tijdens opname] 1 Stel het menu in 2 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en druk op [MENU/SET] → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] → [Smartphone] ■■Wanneer u verbinding maakt met [Via netwerk] (Op de camera) Verbind de camera met een draadloos toegangspunt (→264) (Op uw smartphone) Zet de Wi-Fi-functie op "ON" Selecteer het draadloze toegangspunt dat u met de camera verbonden hebt en stel in Start "Image App" (→228) ■■Wanneer u verbinding maakt met [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding] in [Direct] (Op de camera) Verbind de camera met een smartphone (→267) (Op uw smartphone) Start "Image App" (→228) ■■Wanneer u verbinding maakt met [Handmatig. verbinden.] in [Direct] Voer stap 2 uit (→229). 3 Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken 4 Maak foto’s 240 •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) •• De foto’s worden na opname automatisch verzonden. •• Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid is. → [Set-up] → [Wi-Fi] → (U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op [Wi-Fi-functie] → [Ja].) SQW0028 Wi-Fi De camera bedienen door deze met een smartphone te verbinden [Afbeeldingen versturen van camera] 1 Stel het menu in 2 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en druk op [MENU/SET] → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera] → [Smartphone] ■■Wanneer u verbinding maakt met [Via netwerk] (Op de camera) Verbind de camera met een draadloos toegangspunt (→264) (Op uw smartphone) Zet de Wi-Fi-functie op "ON" Selecteer het draadloze toegangspunt dat u met de camera verbonden hebt en stel in Start "Image App" (→228) ■■Wanneer u verbinding maakt met [Wi-Fi Direct] of [WPS-verbinding] in [Direct] (Op de camera) Verbind de camera met een smartphone (→267) (Op uw smartphone) Start "Image App" (→228) ■■Wanneer u verbinding maakt met [Handmatig. verbinden.] in [Direct] Voer stap 2 uit (→229). 3 Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken 4 Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren] •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) [Enkelvoudig select.] Selecteer het beeld Druk op [MENU/SET] [Multi selecteren] Selecteer het beeld (herhaling) •• Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling geannuleerd. Selecteer [Uitvoer.] •• Het aantal beelden dat kan worden verzonden via [Multi selecteren], is beperkt. Uitvoer. 1 2 3 4 5 6 •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. •• Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen. •• Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken. 241 SQW0028 Wi-Fi Foto’s weergeven op een tv U kunt foto’s weergeven op een tv die compatibel is met een DLNA-erkende DMR-functie (digital media renderer). Voorbereiding Stel de tv in op de DLNA-wachtstand. •• Lees de gebruiksaanwijzing van de tv. 1 Stel het menu in 2 3 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263) 4 Maak foto’s of speel ze af op dit apparaat → [Nieuwe verbinding] → [Weergeven op tv] Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken •• Wanneer de verbinding wordt gemaakt, verschijnt het scherm. •• Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226) → [Set-up] → [Wi-Fi] → (U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op [Wi-Fi-functie] → [Ja].) ●●Wanneer u de beelden op een tv weergeeft met de Wi-Fi-functie, worden ze niet weergegeven in een resolutie van 4K. Om beelden met een resolutie van 4K weer te geven, dient u dit apparaat op de tv aan te sluiten met een HDMI-microkabel. (→276) ●●Wanneer er een tv op dit apparaat is aangesloten, kan het tv-scherm tijdelijk terugkeren naar de status van voor de verbinding. Beelden worden opnieuw weergegeven wanneer u beelden opneemt of afspeelt. ●●Zelfs als [Effect] en [Geluid] op dit apparaat zijn ingesteld, worden deze instellingen uitgeschakeld wanneer de beelden op een tv worden afgespeeld tijdens het afspelen van een diashow. ●●Het kan enige tijd duren om de Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen, of het kan in het geheel niet tot stand worden gebracht afhankelijk van de afstand van dit apparaat tot de tv. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Het afspelen van films of panoramabeelden en het continu afspelen van groepsbeelden vindt niet op een tv plaats. ●●Tijdens multi/kalender afspelen worden de beelden die op het scherm van dit apparaat worden weergegeven, niet op tv weergegeven. 242 SQW0028 Wi-Fi Draadloos afdrukken U kunt opgenomen foto’s draadloos afdrukken vanaf een PictBridge-printer (compatibel met draadloos LAN)*. * Compatibel met de DPS over IP-normen. Neem contact op met de fabrikanten van de printers voor details over PictBridge-printers (compatibel met draadloos LAN). ■■Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden JPEG RAW MP4 AVCHD ○ – – – [Afbeeldingen versturen van camera] ••Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk van het apparaat. ••Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270) 1 Stel het menu in 2 3 4 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263) → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera] → [Printer] Selecteer een printer waarmee u wilt verbinden Selecteer de foto en druk deze af •• Beelden worden op dezelfde manier geselecteerd als bij aansluiting met een USB-kabel (bijgeleverd). Voor meer informatie (→287). •• Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226)  ]-knop te drukken.) (U kunt de verbinding ook verbreken door op de [  Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Films kunnen niet worden afgedrukt. 243 SQW0028 Wi-Fi Beelden naar een AV-apparaat sturen Foto’s en films kunnen naar AV-apparatuur in de thuisomgeving worden verzonden (AVapparatuur thuis), zoals DLNA-compatibele recorders. AV-apparaat thuis Draadloos toegangspunt ■■Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden JPEG RAW MP4 AVCHD [Afbeeldingen versturen tijdens opname] (→245) ○ – – – [Afbeeldingen versturen van camera] (→246) ○ – – – ••Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk van het apparaat. ••Zie de gebruiksaanwijzing van het doelapparaat voor meer informatie over het afspelen van beelden. ••Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270) Voorbereidingen Wanneer u een beeld naar AV-apparatuur verzendt, stelt u uw apparaat in op de DLNA-wachtstand. •• Lees de gebruiksaanwijzing van uw apparaat voor meer informatie. 244 SQW0028 Wi-Fi Beelden naar een AV-apparaat sturen [Afbeeldingen versturen tijdens opname] 1 Stel het menu in 2 3 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263) 4 Maak foto’s 245 → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] → [AV-toestel] Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) •• Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226) U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid is. → [Set-up] → [Wi-Fi] → (U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op [Wi-Fi-functie] → [Ja].) SQW0028 Wi-Fi Beelden naar een AV-apparaat sturen [Afbeeldingen versturen van camera] 1 Stel het menu in 2 3 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263) 4 Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren] → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera] → [AV-toestel] Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) [Enkelvoudig select.] Selecteer het beeld Druk op [MENU/SET] [Multi selecteren] Selecteer het beeld (herhaling) •• Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling geannuleerd. Selecteer [Uitvoer.] •• Het aantal beelden dat in één keer kan worden verzonden via [Multi selecteren], is beperkt. Uitvoer. 1 2 3 4 5 6 •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. •• Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen. •• Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken. 246 SQW0028 Wi-Fi Beelden naar een pc sturen U kunt foto’s en films die door de camera opgenomen zijn, naar een pc sturen. ■■Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden JPEG RAW MP4 AVCHD* [Afbeeldingen versturen tijdens opname] (→249) ○ ○ – – [Afbeeldingen versturen van camera] (→250) ○ ○ ○ ○ * Films die zijn opgenomen in [AVCHD] kunnen in bestandsgrootten van maximaal 4 GB verzonden worden. Bestanden groter dan 4 GB kunnen niet worden verzonden. ••Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk van het apparaat. ••Zie de gebruiksaanwijzing van het doelapparaat voor meer informatie over het afspelen van beelden. ••Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270) Voorbereidingen •• Schakel de computer in. •• Bereid mappen voor op het ontvangen van beelden op de pc voordat u een beeld naar de pc stuurt. (→248) •• Als de standaardinstellingen voor de werkgroep op de aangesloten pc gewijzigd worden, moet u de instellingen in [PC-verbinding] op dit apparaat wijzigen. (→272) 247 SQW0028 Wi-Fi Beelden naar een pc sturen Een map voor het ontvangen van beelden maken ••Maak een pc-gebruikersaccount (accountnaam (maximaal 254 tekens) en wachtwoord (maximaal 32 tekens)) bestaande uit alfanumerieke tekens. Een poging om een ontvangstmap te maken, kan mislukken als er niet-alfanumerieke tekens in de account voorkomen. ■■Bij gebruik van "PHOTOfunSTUDIO" Installeer "PHOTOfunSTUDIO" op de pc •• "PHOTOfunSTUDIO" is niet compatibel met de Mac. •• Lees "Installatie van de bijgeleverde software" voor meer informatie over hardwarevereisten en installatie (→281, 283) Maak een map voor het ontvangen van beelden met "PHOTOfunSTUDIO" •• Selecteer [Auto-create] om de map automatisch te maken. Selecteer [Create manually] om een map op te geven, een nieuwe map te maken of een wachtwoord voor de map in te stellen. •• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij "PHOTOfunSTUDIO" (PDF) voor meer informatie. ■■Bij geen gebruik van "PHOTOfunSTUDIO" (Voor Windows) Ondersteund besturingssysteem: Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista Voorbeeld: Windows 7 Selecteer een map die u voor het ontvangen wilt gebruiken en klik met de rechtermuisknop Selecteer [Eigenschappen] en schakel vervolgens het delen van de map in •• Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van de pc of de Help bij het besturingssysteem. (Voor Mac) Ondersteund besturingssysteem: OS X v10.5 t/m v10.9 Voorbeeld: OS X v10.8 Selecteer een map die u voor het ontvangen wilt gebruiken en klik vervolgens in de volgende volgorde op de onderdelen [Archief] → [Toon info] Schakel het delen van de map in •• Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van de pc of de Help bij het besturingssysteem. 248 SQW0028 Wi-Fi Beelden naar een pc sturen [Afbeeldingen versturen tijdens opname] 1 Stel het menu in [PC] → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] → 2 3 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263) 4 Selecteer de map waarnaar u wilt verzenden 5 Maak foto’s 249 Selecteer de pc waarmee u een verbinding wilt maken •• Als de pc waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven, selecteert u [Handmatige invoer] en voert u vervolgens de computernaam in (voer voor Mac de NetBIOS-naam in). •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) •• Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226) U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid is. → [Set-up] → [Wi-Fi] → (U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op [Wi-Fi-functie] → [Ja].) SQW0028 Wi-Fi Beelden naar een pc sturen [Afbeeldingen versturen van camera] 1 Stel het menu in 2 3 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] om te verbinden (→263) 4 Selecteer de map waarnaar u wilt verzenden 5 Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren] → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera] → [PC] Selecteer de pc waarmee u een verbinding wilt maken •• Als de pc waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven, selecteert u [Handmatige invoer] en voert u vervolgens de computernaam in (voer voor Mac de NetBIOS-naam in). •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) [Enkelvoudig select.] Selecteer het beeld Druk op [MENU/SET] [Multi selecteren] Selecteer het beeld (herhaling) •• Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling geannuleerd. Selecteer [Uitvoer.] •• Het aantal beelden dat in één keer kan worden verzonden via [Multi selecteren], is beperkt. Uitvoer. 1 2 3 4 5 6 •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. •• Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen. •• Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken. ●●Mappen die op verzendingsdatum zijn gesorteerd, worden in de opgegeven map gemaakt en beelden worden in die mappen opgeslagen. ●●Als het scherm voor de invoer van een gebruikersaccount en wachtwoord verschijnt, voert u de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u op uw pc instelt. ●●Als de computernaam (voor Mac de NetBIOS-naam) spaties enzovoort bevat, wordt de naam mogelijk niet goed herkend. Als u geen verbinding kunt maken, raden we u aan de computernaam (voor Mac de NetBIOS-naam) te wijzigen in een combinatie van alleen 15 of minder alfanumerieke tekens. 250 SQW0028 Wi-Fi Gebruik van WEB-services Via "LUMIX CLUB" kunt u foto’s en films naar sociale-netwerkdiensten enzovoort sturen. Door de instelling te selecteren dat foto’s en films automatisch worden overgebracht naar [Cloud-synchr. service], kunt u de overgebrachte foto’s en films op een pc of smartphone ontvangen. WEB-services LUMIX CLUB Cloudsynchronisatieservices Draadloos toegangspunt Tijdens het verzenden van beelden naar een WEB-service ■■Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden JPEG RAW MP4 AVCHD [Afbeeldingen versturen tijdens opname] (→253) ○ – – – [Afbeeldingen versturen van camera] (→253) ○ – ○* – * Met uitzondering van films opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K] ••Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk van het apparaat. ••Bekijk voor meer informatie over het afspelen van beelden de WEB-service waarnaar u de beelden wilt verzenden. ••Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270) Voorbereiding U moet zich registreren bij "LUMIX CLUB" (→258) om een beeld naar een WEB-service te verzenden. Om beelden naar een webservice te verzenden, moet u de webservice registreren. (→252) 251 SQW0028 Wi-Fi Gebruik van WEB-services ●●Beelden kunnen persoonlijke informatie bevatten die gebruikt kan worden om de gebruiker te identificeren, zoals een titel, een opnamedatum en -tijd en de locatie waar het beeld is opgenomen. Controleer deze informatie voordat u beelden naar WEB-services uploadt. ●●Panasonic accepteert geen aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van het lekken, verlies enzovoort van beelden die naar WEB-services zijn geüpload. ●●Wanneer u beelden naar de WEB-service uploadt, dient u geen beelden van deze camera te verwijderen, zelfs niet nadat ze verzonden zijn, totdat u hebt gecontroleerd of ze naar behoren naar de WEB-service zijn geüpload. Panasonic accepteert geen aansprakelijkheid voor de schade als gevolg van het verwijderen van beelden die in dit apparaat zijn opgeslagen. ●●Beelden die naar de WEB-service zijn geüpload, kunnen niet met deze camera worden weergegeven of verwijderd. Controleer beelden door met uw smartphone of computer de WEBservice te bezoeken. ●●Als het verzenden van beelden mislukt, wordt er een e-mailrapport met een beschrijving van de fout verzonden naar het e-mailadres dat bij "LUMIX CLUB" geregistreerd is. De WEB-service registreren bij "LUMIX CLUB" Voor het verzenden van beelden naar een WEB-service, moet de WEB-service die wordt gebruikt zijn geregistreerd bij de "LUMIX CLUB". ••Raadpleeg "FAQ / Contact" op de volgende site voor compatibele WEB-services. http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/lumix_faqs/ Voorbereiding Zorg dat u een account hebt gemaakt op de WEB-service die u wilt gebruiken en de login-informatie beschikbaar hebt. 1 2 3 4 Maak verbinding met de site van de "LUMIX CLUB" met een smartphone of computer http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/ Voer uw aanmeldings-ID en wachtwoord voor "LUMIX CLUB" in en meld u aan bij de service Als u uw e-mailadres niet geregistreerd hebt bij "LUMIX CLUB", registreert u het e-mailadres Selecteer de te gebruiken WEB-service voor de instellingen van de koppeling naar de WEB-service en registreer deze •• Volg de instructies op het scherm om de service te registreren. 252 SQW0028 Wi-Fi Gebruik van WEB-services [Afbeeldingen versturen tijdens opname] 1 Stel het menu in 2 3 Selecteer [Via netwerk] en maak een verbinding met (→264) 4 Maak foto’s → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] → [Webservice] Selecteer een WEB-service waarmee u wilt verbinden •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) •• Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226) U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid is. (U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op → [Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi-functie] → [Ja].) [Afbeeldingen versturen van camera] 1 Stel het menu in 2 3 Selecteer [Via netwerk] en maak een verbinding met (→264) 4 Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren] → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera] → [Webservice] Selecteer een WEB-service waarmee u wilt verbinden •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) [Enkelvoudig select.] Selecteer het beeld Druk op [MENU/SET] [Multi selecteren] Selecteer het beeld (herhaling) •• Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling geannuleerd. Selecteer [Uitvoer.] •• Het aantal beelden dat in één keer kan worden verzonden via [Multi selecteren], is beperkt. Uitvoer. 1 2 3 4 5 6 •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. •• Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen. •• Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken. 253 SQW0028 Wi-Fi Gebruik van WEB-services ■■Snel verzenden van beelden uit de camera naar WEB-services U kunt beelden vlot en gemakkelijk verzenden naar WEB-service, net zo eenvoudig als dat met een smartphone gaat, maar alleen als er in de omgeving een draadloos toegangspunt voor de verbinding beschikbaar is. Geef het beeld weer Selecteer met [Ja] nadat u op hebt gedrukt (Wanneer er een groepsbeeld wordt weergegeven, selecteert u [Uploaden (Wi-Fi)] → [Ja]) •• De camera wordt verbonden met het eerder gebruikte draadloze toegangspunt en de beelden worden verzonden naar de WEBservice.*1, *2 Dit beeld uploaden via Wi-Fi? Ja Nee *1 Wanneer er geen verbindingsgeschiedenis beschikbaar is voor het draadloze toegangspunt, gaat u naar het scherm voor selectie van een verbindingsmethode. Selecteer de verbindingsmethode en verbind de camera met een draadloos toegangspunt. (→264) *2 Als u geen aanmeldings-ID hebt voor "LUMIX CLUB", gaat u naar het scherm voor registratie van de nieuwe aanmeldings-ID. Vraag een aanmeldings-ID aan en stel een wachtwoord in. (→259) Deze bediening voor het eerst uitvoeren Wanneer u [Ja] selecteert in de bovenstaande stap , verschijnt het WEB-service selectiescherm. Selecteer met de WEB-services en druk op [MENU/SET] Controleer de instelling op het bevestigingsscherm voor de verzendinstelling en druk op [MENU/SET] •• Het beeld wordt naar de WEB-service verzonden. •• Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending van het beeld te wijzigen. (→271) •• Na de tweede keer worden de beelden verzonden met dezelfde WEB-service en dezelfde instellingen voor verzending van beelden als eerder. ●●Wanneer beelden als een groep worden weergegeven, worden ze allemaal verzonden. Wanneer één beeld in een groep wordt weergegeven, wordt alleen het weergegeven beeld verzonden. ●●Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instellingen voor verzending van een beeld te wijzigen of de Wi-Fiverbinding te verbreken. U kunt de verbinding ook verbreken door op de afspeelknop te drukken of [MENU/SET] te selecteren en [Ja] te selecteren. Wanneer u naar de opnamemodus schakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken. 254 SQW0028 Wi-Fi Gebruik van WEB-services Tijdens het verzenden van beelden naar [Cloud-synchr. service] ■■Verzendmethode en beelden die kunnen worden verzonden JPEG RAW MP4 AVCHD [Afbeeldingen versturen tijdens opname] (→256) ○ – – – [Afbeeldingen versturen van camera] (→257) ○ – ○* – * Met uitzondering van films opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K] ••Sommige beelden kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of verzonden, afhankelijk van het apparaat. ••Zie de gebruiksaanwijzing van het doelapparaat voor meer informatie over het afspelen van beelden. ••Zie voor meer informatie over verzendmethoden voor beelden. (→270) Voorbereiding U moet zich registreren bij "LUMIX CLUB" (→258) en de cloudsynchronisatie-instelling configureren om een beeld naar een cloud-map te verzenden. Met "PHOTOfunSTUDIO" op een pc of "Image App" op een smartphone kunt u de instellingen voor cloudsynchronisatie configureren. ■■Informatie over de beelden die naar een cloudmap zijn verzonden via de [Cloud-synchr. service] (bijgewerkt tot september 2014) ••Als u de bestemming voor de beelden instelt op [Cloud-synchr. service], worden verzonden beelden tijdelijk in de cloudmap opgeslagen en kunnen ze worden gesynchroniseerd met het gebruikte apparaat, zoals de pc of de smartphone. ••In een cloud-map kunnen overgebrachte beelden 30 dagen worden opgeslagen (maximaal 1.000 beelden). Overgebrachte beelden worden 30 dagen na de overdracht automatisch verwijderd. Verder kunnen, als het aantal opgeslagen beelden de 1.000 overschrijdt, sommige beelden verwijderd worden, afhankelijk van de instelling van [Cloudbeperking] (→271), zelfs binnen 30 dagen na de overdracht. ••Wanneer het downloaden van beelden van een cloud-map naar alle opgegeven apparaten voltooid is, kunnen beelden zelfs binnen 30 dagen na de overdracht uit de cloud-map worden verwijderd. 255 SQW0028 Wi-Fi Gebruik van WEB-services [Afbeeldingen versturen tijdens opname] 1 Stel het menu in 2 3 4 Controleer het bericht en druk op [MENU/SET] 5 Maak foto’s 256 → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen tijdens opname] → [Cloud-synchr. service] Selecteer [Via netwerk] en maak een verbinding met (→264) Controleer de instelling voor verzending •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) •• Druk op de [Wi-Fi]-knop om de instelling te wijzigen of de verbinding te verbreken. (→226) U kunt de instellingen niet wijzigen terwijl u foto’s verzendt. Wacht totdat het verzenden voltooid is. → [Set-up] → [Wi-Fi] → (U kunt de verbinding ook verbreken door te drukken op [Wi-Fi-functie] → [Ja].) SQW0028 Wi-Fi Gebruik van WEB-services [Afbeeldingen versturen van camera] 1 Stel het menu in 2 3 4 Controleer het bericht en druk op [MENU/SET] 5 Selecteer [Enkelvoudig select.] of [Multi selecteren] → [Nieuwe verbinding] → [Afbeeldingen versturen van camera] → [Cloud-synchr. service] Selecteer [Via netwerk] en maak een verbinding met (→264) Controleer de instelling voor verzending •• Wanneer de verbinding gemaakt is, wordt het bevestigingsscherm voor het instellen van de verzending weergegeven. Controleer de instelling en druk op [MENU/SET]. Druk op de [DISP.]knop om de instelling voor verzending te wijzigen. (→271) [Enkelvoudig select.] Selecteer het beeld Druk op [MENU/SET] [Multi selecteren] Selecteer het beeld (herhaling) •• Als u het beeld opnieuw selecteert, wordt de instelling geannuleerd. Selecteer [Uitvoer.] •• Het aantal beelden dat in één keer kan worden verzonden via [Multi selecteren], is beperkt. Uitvoer. 1 2 3 4 5 6 •• Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Als u hierin [Ja] kiest, wordt de bewerking uitgevoerd. •• Druk op de [DISP.]-knop om de instelling voor verzending te wijzigen. •• Selecteer [Exit] om de verbinding te verbreken. 257 SQW0028 Wi-Fi Gebruik van "LUMIX CLUB" Informatie over de [LUMIX CLUB] Vraag een aanmeldings-ID bij "LUMIX CLUB" aan (gratis). Als u dit apparaat bij "LUMIX CLUB" registreert, kunt u beelden synchroniseren tussen de apparaten die u gebruikt of deze beelden naar WEB-services overbrengen. Gebruik "LUMIX CLUB" wanneer u beelden naar WEB-services uploadt. ••U kunt dezelfde "LUMIX CLUB" aanmeldings-ID instellen voor dit apparaat en voor een smartphone. (→261) Zie de website van "LUMIX CLUB" voor meer informatie. http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/ Opmerking: ••De service kan tijdelijk niet beschikbaar zijn als gevolg van regulier onderhoud of onverwachte problemen, en de inhoud van de service kan worden gewijzigd of uitgebreid, zonder voorafgaande kennisgeving aan de gebruikers. ••De service kan geheel of gedeeltelijk gestopt worden met een redelijke periode van voorafgaande kennisgeving. 258 SQW0028 Wi-Fi Gebruik van "LUMIX CLUB" Een nieuwe aanmeldings-ID verkrijgen ([Nieuw account]) 1 Stel het menu in 2 3 Selecteer [Account instellen/toev.] 4 Selecteer de methode voor het maken van een verbinding met een draadloos toegangspunt en stel in → [Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → [LUMIX CLUB] Selecteer [Nieuw account] •• Maak een verbinding met het netwerk. Ga naar de volgende pagina door op [MENU/SET] te drukken. •• Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven als er al een aanmeldings-ID is aangevraagd voor de camera. Selecteer [Ja] om een nieuwe aanmeldings-ID aan te vragen of [Nee] als u geen nieuwe aanmeldings-ID hoeft aan te vragen. •• Voor meer informatie (→264). •• Het instelscherm verschijnt alleen bij de eerste keer verbinden. Verbindingsmethoden die op dit apparaat worden ingesteld, worden opgeslagen en worden gebruikt wanneer de volgende keer een verbinding wordt gemaakt. Als u het draadloze toegangspunt waarmee u een verbinding wilt maken, wilt wijzigen, drukt u op de [DISP.]-knop en verandert u vervolgens de verbindingsbestemming. 5 Lees de voorwaarden van "LUMIX CLUB" door en druk op [MENU/SET] 6 Voer het wachtwoord in 7 Controleer de aanmeldings-ID en druk op [MENU/SET] 259 •• U kunt op drukken om van pagina te wisselen. •• Draai de zoomhendel rechtsom om de paginaweergave te vergroten (vergroting x 2) •• Als u de zoomhendel linksom draait nadat u de pagina vergroot hebt, keert de pagina terug naar het oorspronkelijke formaat (geen vergroting). kunt u de positie verplaatsen van het gebied dat vergroot moet worden. •• Met  ]-knop om het proces te annuleren zonder een aanmeldings-ID op te vragen. •• Druk op de [  •• Voer een willekeurige combinatie van 8 tot 16 letters en cijfers voor het wachtwoord in. •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52). •• De aanmeldings-ID (12-cijferig nummer) wordt automatisch weergegeven. Wanneer u zich met een computer bij de "LUMIX CLUB" aanmeldt, hoeft u alleen de cijfers in te voeren. •• Er wordt een bericht weergegeven wanneer de verbinding tot stand is gebracht. Druk op [MENU/SET]. •• Noteer de aanmeldings-ID en het wachtwoord. SQW0028 Wi-Fi Gebruik van "LUMIX CLUB" Gebruik van een eerder verkregen aanmeldings-ID/bevestiging en wijziging van aanmeldings-ID en wachtwoord ([Gebruikersnaam instellen]) Voorbereiding Om een eerder verkregen aanmeldings-ID te gebruiken, bevestigt u uw ID en wachtwoord. Als u het wachtwoord van de "LUMIX CLUB" op de camera wilt wijzigen, gaat u naar de "LUMIX CLUB"-website op uw smartphone of pc en verandert van tevoren het wachtwoord van de "LUMIX CLUB". 1 Stel het menu in 2 3 Selecteer [Account instellen/toev.] 4 5 Selecteer het onderdeel dat u wilt wijzigen 6 Selecteer [Exit] 260 → [Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → [LUMIX CLUB] Selecteer [Gebruikersnaam instellen] •• De aanmeldings-ID en het wachtwoord worden weergegeven. •• Het wachtwoord wordt weergegeven als " ". •• Sluit het menu als u de aanmeldings-ID alleen wilde controleren. Voer uw aanmeldings-ID of wachtwoord in •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekst "Tekst invoeren" (→52). •• Voer het nieuwe wachtwoord dat u op uw smartphone of pc hebt gemaakt, in de camera in. Als het wachtwoord afwijkt van het wachtwoord dat u op uw smartphone of pc hebt gemaakt, kunt u geen beelden uploaden. SQW0028 Wi-Fi Gebruik van "LUMIX CLUB" Dezelfde aanmeldings-ID instellen voor de camera en voor de smartphone ••Als u dezelfde aanmeldings-ID instelt op dit apparaat en uw smartphone, is dat handig om beelden op dit apparaat naar andere apparaten of WEB-services te zenden. ■■Wanneer dit apparaat of de smartphone de aanmeldings-ID heeft verkregen Maak verbinding tussen dit apparaat en de smartphone (→229) Stel in het menu van "Image App" de algemene aanmeldings-ID in •• De aanmeldings-ID’s voor dit apparaat en de smartphone worden hetzelfde. ••Nadat u een verbinding tot stand hebt gebracht tussen dit apparaat en de smartphone, verschijnt het setupscherm voor een algemene aanmeldings-ID mogelijk wanneer u het afspeelscherm weergeeft. U kunt ook een algemene aanmeldings-ID instellen door de instructies op het scherm te volgen. ••Deze bewerking is niet beschikbaar voor een [Wi-Fi Direct]-verbinding. ■■Wanneer dit apparaat en de smartphone verschillende aanmeldings-ID’s hebben verkregen Wanneer u de aanmeldings-ID van de smartphone voor dit apparaat wilt gebruiken Verander de aanmeldings-ID en het wachtwoord voor dit apparaat in de aanmeldingsID en het wachtwoord die door de smartphone zijn opgevraagd. Wanneer u de aanmeldings-ID van dit apparaat voor de smartphone wilt gebruiken Verander de aanmeldings-ID en het wachtwoord voor de smartphone in de aanmeldings-ID en het wachtwoord die door dit apparaat zijn opgevraagd. Gebruiksvoorwaarden van "LUMIX CLUB" controleren Controleer de details als de gebruiksvoorwaarden zijn aangepast. 1 Stel het menu in → 2 261 [Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → [LUMIX CLUB] Selecteer [Voorwaarden] •• De camera maakt verbinding met het netwerk en de gebruiksvoorwaarden worden weergegeven. SQW0028 Wi-Fi Gebruik van "LUMIX CLUB" Uw aanmeldings-ID en account van "LUMIX CLUB"verwijderen Verwijder de aanmeldings-ID van de camera wanneer u deze aan iemand anders geeft of wegwerpt. U kunt ook uw "LUMIX CLUB"-account verwijderen. 1 Stel het menu in → [Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → [LUMIX CLUB] 2 Selecteer [Verwijder account] 3 Selecteer [Ja] in het scherm ter bevestiging van verwijdering van de aanmeldings-ID 4 Selecteer [Ja] op het bevestigingsscherm om de "LUMIX CLUB"-account te verwijderen 5 •• Het bericht wordt weergegeven. Druk op [MENU/SET]. •• Het bericht wordt weergegeven. Druk op [MENU/SET]. •• Als u de service wilt blijven gebruiken, zal alleen de aanmeldings-ID worden verwijderd als u [Nee] selecteert. Sluit het menu af nadat het is uitgevoerd. Druk op [MENU/SET] •• De aanmeldings-ID wordt verwijderd en vervolgens verschijnt het bericht dat uw account is verwijderd. Druk op [MENU/SET]. ●●Wijzigingen en andere handelingen in aanmeldings-ID’s kunnen alleen worden gemaakt in de aanmeldings-ID die bij de camera is verkregen. 262 SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen Na selectie van de Wi-Fi-functie en de verzendbestemming selecteert u de verbindingsmethode. Als u op stap bent en uw draadloze toegangspunt niet kunt gebruiken of een tijdelijke verbinding hebt met apparatuur die u gewoonlijk niet gebruikt, of in een soortgelijke situatie verkeert, is het handig om een directe verbinding te maken. Als u een verbinding maakt met dezelfde instellingen die u eerder gebruikt hebt, kunt u de Wi-Fi-functie snel gebruiken door te verbinden met [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten]. Draadloos toegangspunt Verbindingsmethode Beschrijving [Via netwerk] Verbinding maken via een draadloos toegangspunt. (→264) [Direct] Uw apparatuur maakt een rechtstreekse verbinding met de camera. (→267) 263 SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen [Via netwerk] Verbinding maken via een draadloos toegangspunt Selecteer een verbindingsmethode met het draadloze toegangspunt. ••Met WPS wordt een functie bedoeld waarmee u gemakkelijk de instellingen kunt configureren die verband houden met de verbinding en de beveiliging van draadloze LAN-apparaten. Als u wilt controleren of het draadloze toegangspunt dat u gebruikt, compatibel is met WPS, raadpleegt u de handleiding van het draadloze toegangspunt. Verbindingsmethode Beschrijving Hiermee kunt u een draadloos toegangspunt met een drukknop opslaan dat compatibel is met Wi-Fi Protected Setup™ met een WPSmerk. [WPS (knop)] 1 Druk op de WPS-knop van het draadloze toegangspunt totdat het naar de WPS-stand wordt geschakeld •• Zie de instructiehandleiding van het draadloze toegangspunt voor details. Hiermee kunt u een draadloos toegangspunt met een PIN-code opslaan dat compatibel is met Wi-Fi Protected Setup met een WPSmerk. 1 [WPS (PIN-code)] 2 3 Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding maakt Voer de PIN-code die op het scherm van de camera wordt weergegeven, in het draadloze toegangspunt in Druk op [MENU/SET] •• Zie de instructiehandleiding van het draadloze toegangspunt voor details. [Uit lijst] 264 Selecteer deze optie als u niet zeker weet of uw toegangspunt compatibel is met WPS of als u wilt zoeken naar een draadloos toegangspunt en daar een verbinding mee tot stand wilt brengen. •• Voor meer informatie (→265). SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen Als u niet weet of uw systeem compatibel is met WPS (verbinding via [Uit lijst]) Zoeken naar beschikbare draadloze toegangspunten. ••Bevestig de versleutelingscode van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de netwerkverificatie versleuteld is. ••Wanneer u verbinding maakt met [Handmatige invoer], dient u de SSID, het type netwerkverificatie, het type versleuteling en de versleutelingscode van het draadloze toegangspunt dat u gebruikt, te controleren. 1 Druk op de WPS-knop van het draadloze toegangspunt totdat het naar de WPS-stand wordt geschakeld •• Als u op de [DISP.]-knop drukt, wordt opnieuw naar een draadloos toegangspunt gezocht. •• Als er geen draadloos toegangspunt wordt gevonden, raadpleegt u "Wanneer u verbinding maakt met [Handmatige invoer]" (→266). 2 (Als de netwerkverificatie versleuteld is) Voer de versleutelingscode in •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52). 265 SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen ■■Wanneer u verbinding maakt met [Handmatige invoer] Op het scherm van stap 1 van "Als u niet weet of uw systeem compatibel is met WPS (verbinding via [Uit lijst])", selecteert u [Handmatige invoer] (→265) Voer de SSID in van het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding maakt en selecteer vervolgens [Inst.] •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52). Selecteer het netwerkverificatietype •• Zie de handleiding van het draadloze toegangspunt voor informatie over netwerkverificatie. Selecteer het versleutelingstype •• Het type van de instellingen die gewijzigd kunnen worden, kan verschillen, afhankelijk van de details van de netwerkverificatie-instellingen. Netwerkverificatietype Versleutelingstypen die kunnen worden ingesteld [WPA2-PSK] / [WPA-PSK] [TKIP] / [AES] [Algemene sleutel] [WEP] [Open] [Niet coderen] / [WEP] (Wanneer een andere optie dan [Niet coderen] wordt geselecteerd) Voer de versleutelingscode in ●●Raadpleeg de instructiehandleiding van de draadloze toegangspunten en instellingen wanneer u een draadloos toegangspunt opslaat. ●●Als er geen verbinding kan worden gemaakt, zijn de radiogolven van het draadloze toegangspunt mogelijk te zwak. Zie "Weergave berichten" (→299) en "V&A Storingen verhelpen" (→310) voor meer informatie. ●●De transmissiesnelheid kan afnemen of onbruikbaar zijn, afhankelijk van de omgeving waarin deze wordt gebruikt. 266 SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen [Direct] Rechtstreeks verbinden U kunt de verbindingsmethode met uw apparatuur selecteren. Selecteer een verbindingsmethode waarmee uw apparatuur compatibel is. Verbindingsmethode [Wi-Fi Direct]*1 1 2 3 Beschrijving Stel het apparaat in op Wi-Fi Direct™ Selecteer [Wi-Fi Direct] Selecteer het apparaat waarmee u een verbinding wilt maken •• Lees de gebruiksaanwijzing van uw apparaat voor meer informatie. [WPS (knop)] 1 2 [WPS-verbinding]*2 [Handmatig. verbinden.] Selecteer [WPS (knop)] Stel het apparaat in op de WPS-modus •• U kunt langer op een verbinding wachten door op dit apparaat op de [DISP.]-knop te drukken. [WPS (PIN-code)] 1 2 Selecteer [WPS (PIN-code)] 1 Voer de SSID en het wachtwoord in het apparaat in. De SSID en het wachtwoord worden weergegeven op het scherm voor het wachten op een verbinding van dit apparaat. Voer de PIN-code van het apparaat in dit apparaat in •• Als de overdrachtsbestemming [Smartphone] is, kunt u de QR-code lezen met uw smartphone om verbinding te maken. (→229) QR-code SSID en wachtwoord *1 Om dit apparaat te verbinden met [Wi-Fi Direct] is Android OS 4.0 of hoger vereist en moet het apparaat compatibel zijn met Wi-Fi Direct™. *2 Met WPS wordt een functie bedoeld waarmee u gemakkelijk de instellingen kunt configureren die verband houden met de verbinding en de beveiliging van draadloze LAN-apparaten. 267 SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen Snel verbinden met dezelfde instellingen als eerder ([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/ [Selecteer doelapparaat uit favorieten]) De camera houdt een historie bij van de momenten waarop u de Wi-Fi-functie gebruikt hebt. U kunt items in de historie in de favorieten registreren. U kunt gemakkelijk een verbinding maken met dezelfde instellingen als u eerder gebruikt hebt door een verbinding te maken vanuit de historie of de favorieten. 1 Druk op de [Wi-Fi]-knop 2 Selecteer [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten] Onderdeel 3 Beschrijving [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] Snel verbinden met dezelfde instellingen als eerder. [Selecteer doelapparaat uit favorieten] Verbinden met instellingen die in de favorieten geregistreerd zijn. Selecteer de gewenste verbindingsinstelling Onderdelen uit de historie als favorieten registreren 1 2 3 4 268 Druk op de [Wi-Fi]-knop Selecteer [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] Selecteer het onderdeel dat u wilt registreren en druk op Voer een registratienaam in •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52). •• U kunt maximaal 30 tekens invoeren. Een teken van twee bytes wordt als twee tekens behandeld. SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen Onderdelen bewerken die in favorieten geregistreerd zijn 1 2 3 4 Druk op de [Wi-Fi]-knop Selecteer [Selecteer doelapparaat uit favorieten] Selecteer het favoriete onderdeel dat u wilt bewerken en druk op Selecteer het onderdeel Onderdeel Beschrijving [Verwijderen uit favorieten] — [Volgorde van favorieten wijzigen] Selecteer de bestemming [Geregistreerde naam wijzigen] •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52). •• U kunt maximaal 30 tekens invoeren. Een teken van twee bytes wordt als twee tekens behandeld. Vaak gebruikte instellingen voor Wi-Fi-verbindingen in de favorieten registreren en opslaan ●●Het aantal instellingen dat in één keer in de historie kan worden opgeslagen, is beperkt. We raden aan vaak gebruikte instellingen voor Wi-Fi-verbindingen in de favorieten te registreren en op te slaan. (→268) Verbindingsdetails controleren in de historie of de favorieten ●●Wanneer u onderdelen selecteert uit de historie of de favorieten, kunt u verbindingsdetails bekijken door op de [DISP.]-knop te drukken. ●●Als u [Wi-Fi resetten] uitvoert, wordt geregistreerde inhoud in de historie en favorieten gewist. ●●Wanneer u [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten] gebruikt om een verbinding te maken met een netwerk waarop veel pc’s aangesloten zijn, kan het moeilijk zijn om de verbinding te maken, omdat de camera zoekt naar eerder aangesloten apparatuur onder een groot aantal verschillende apparaten. Als u geen verbinding kunt maken, probeert u het opnieuw met [Nieuwe verbinding]. 269 SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen Instellingen voor het verzenden van beelden Wanneer u beelden verzendt, selecteert u eerst [Nieuwe verbinding] en vervolgens de methode voor het verzenden van beelden. Nadat u de verbinding tot stand hebt gebracht, kunt u ook de instellingen voor verzending wijzigen, zoals het formaat van beelden die u wilt verzenden. [Afbeeldingen versturen tijdens opname] Elke keer als u een beeld opneemt, kan het beeld automatisch naar een opgegeven apparaat worden verzonden. ●●[   ] wordt op het opnamescherm weergegeven terwijl is verbonden via [Afbeeldingen versturen tijdens opname] en [   ] wordt weergegeven terwijl bestanden worden verzonden. ●●Als u de camera uitschakelt voordat het verzenden voltooid is of de Wi-Fi-verbinding verbreekt, of in soortgelijke situaties, worden nietverzonden beelden niet opnieuw verzonden. ●●U kunt bestanden mogelijk niet verwijderen of het [Afspelen]-menu gebruiken tijdens het verzenden. 1 Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●Films kunnen niet worden verzonden. [Afbeeldingen versturen van camera] U kunt opgenomen beelden selecteren en verzenden. ●●Details van het [Afspelen]-menu [Favorieten] of [Print inst.]-instellingen worden niet verzonden. Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●U kunt sommige beelden die met een andere camera zijn gemaakt, mogelijk niet verzenden. ●●U kunt beelden die zijn gewijzigd of bewerkt met een computer, mogelijk niet verzenden. 270 SQW0028 Wi-Fi Informatie over verbindingen De instellingen voor het verzenden van beelden wijzigen Nadat u de verbinding tot stand hebt gebracht, kunt u ook de instellingen voor verzending wijzigen, zoals het formaat van beelden die u wilt verzenden, door op de [DISP.]-knop te drukken. Onderdeel [Grootte] [Bestandsindeling]*2 Beschrijving Verander het formaat van het te verzenden beeld. [Origineel]/[Automatisch]*1/[Wijzig] •• Als u [Automatisch] selecteert, wordt het beeldformaat door de omstandigheden op de bestemming bepaald. •• U kunt het beeldformaat bepalen voor [Wijzig] en kiezen uit [M], [S] of [VGA]. De beeldverhouding verandert niet. [JPG]/[RAW+JPG]/[RAW] [Locatiegeg. wissen]*3 Selecteer of u de plaatsinformatie wilt verwijderen uit beelden voordat u ze verzendt. [ON]: de plaatsinformatie verwijderen en vervolgens verzenden. [OFF]: de plaatsinformatie behouden en verzenden. •• Bij deze bewerking wordt alleen de plaatsinformatie verwijderd van de beelden die voor verzending zijn ingesteld. (De plaatsinformatie zal niet worden verwijderd van de oorspronkelijke beelden die in dit apparaat zijn opgeslagen.) [Cloudbeperking]* U kunt selecteren of beelden moeten worden verzonden wanneer de cloud-map te weinig vrije ruimte heeft. [ON]: geen beelden verzenden. [OFF]: beelden van de oudste verwijderen en vervolgens nieuwe beelden verzenden. 4 *1 Alleen beschikbaar wanneer de bestemming is ingesteld op [Webservice]. *2 Alleen beschikbaar wanneer de bestemming is ingesteld op [PC]. *3 Alleen beschikbaar wanneer de bestemming voor [Afbeeldingen versturen van camera] is ingesteld op [Cloud-synchr. service] of [Webservice]. *4 Alleen beschikbaar wanneer de bestemming is ingesteld op [Cloud-synchr. service]. 271 SQW0028 Wi-Fi [Wi-Fi setup] Configureer de vereiste instellingen voor de Wi-Fi-functie. [Wi-Fi setup] kan niet worden gewijzigd wanneer er een Wi-Fi-verbinding is. 1 Stel het menu in → [Set-up] → [Wi-Fi] → [Wi-Fi setup] → Gewenste instelling Onderdeel Beschrijving [LUMIX CLUB] De aanmeldings-ID van de "LUMIX CLUB" opvragen of wijzigen •• Voor meer informatie (→258). [PC-verbinding] U kunt de werkgroep instellen. U moet een verbinding maken met dezelfde werkgroep als de doelcomputer wanneer u beelden naar de computer verzendt. (De standaardverbindingsmethode is ingesteld op "WORKGROUP" (WERKGROEP)) [Werkgroepnaam wijzigen]: Hiermee voert u de werkgroep in van de computer waarmee u verbinding maakt. Sluit het menu nadat u instellingen hebt gewijzigd. [Terug naar standaard]: Zet de instellingen terug in de standaardinstellingen. Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Het wordt uitgevoerd wanneer [Ja] wordt geselecteerd. Sluit het menu af nadat het is uitgevoerd. •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekst "Tekst invoeren" (→52). •• Als u de camera wilt gebruiken met een computer in de standaardinstellingen, hoeft u de werkgroep niet te wijzigen. [Toestelnaam] U kunt de naam van dit apparaat wijzigen. Druk op de [DISP.]-knop Voer de gewenste apparaatnaam in •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekst "Tekst invoeren" (→52). •• U kunt maximaal 32 tekens invoeren. [NFC-bediening] Stelt de NFC-functie in. [ON]: de NFC-functie werkt. [OFF] [Touch sharing] Stel de bewerking in die moet worden uitgevoerd wanneer een Wi-Fi-verbinding wordt gemaakt met de NFC-functie. [ON]: wanneer een Wi-Fi-verbinding wordt gemaakt met de NFCfunctie terwijl er één beeld wordt afgespeeld, wordt het beeld (1 beeld) overgebracht. [OFF] 272 SQW0028 Wi-Fi [Wi-Fi setup] Onderdeel [Wi-Fi-wachtwoord] Om onjuist gebruik of het gebruik van de Wi-Fi-functie door derden te voorkomen en opgeslagen persoonlijke gegevens te beschermen, verdient het aanbeveling de Wi-Fi-functie met een wachtwoord te beschermen. Beschrijving Als u een wachtwoord instelt, wordt automatisch het wachtwoordinvoerscherm weergegeven wanneer de Wi-Fi-functie gebruikt wordt. [Instellen]: Voer een nummer van 4 cijfers als het wachtwoord in. Sluit het menu nadat u instellingen hebt gewijzigd. [Verwijderen]: Er verschijnt een verzoek om bevestiging. Het wordt uitgevoerd wanneer [Ja] wordt geselecteerd. Sluit het menu af nadat het is uitgevoerd. •• Zie voor meer informatie over het invoeren van tekens "Tekst invoeren" (→52). •• Maak een kopie van het wachtwoord. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het opnieuw instellen met [Wi-Fi resetten] in het menu [Set-up]. Andere instellingen worden echter ook gereset. (Met uitzondering van [LUMIX CLUB]) [Netwerkadres] Hiermee geeft u het MACadres en het IP-adres van dit apparaat weer. 273 •• Een "MAC-adres" is een uniek adres dat gebruikt wordt ter identificatie van netwerkapparatuur. •• "IP-adres" verwijst naar een nummer dat een PC identificeert die met een netwerk verbonden is, zoals internet. Gewoonlijk worden thuisadressen automatisch toegewezen met de DHCP-functie, zoals een draadloos toegangspunt. (Voorbeeld: 192.168.0.87) SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Genieten van films in 4K Films in 4K bekijken ■■Beelden op tv bekijken Wanneer u dit apparaat op een 4K-compatibele tv aansluit en een film afspeelt die is opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K], kunt u van 4K-filmbeelden met een hoge resolutie genieten. Hoewel de weergegeven resolutie lager is, kunt u filmbeelden in 4K ook afspelen door een verbinding te maken met een HD-tv en andere apparaten die 4K niet ondersteunen. Voorbereiding Wanneer films zijn opgenomen in [Opn. kwaliteit] met [4K], stelt u [HDMI-functie] (→48) in op [AUTO] of [4K]. Sluit dit apparaat aan op een 4K-compatibele tv met een HDMI-microkabel en geef het afspeelscherm weer (→276) •• Wanneer de instelling [VIERA link] op de camera op [ON] wordt gezet en de camera wordt aangesloten op een VIERA Link (HDMI)-compatibele Panasonic televisie (VIERA), schakelt de televisie automatisch naar het juiste signaal en wordt het afspeelscherm weergegeven. Raadpleeg voor meer informatie (→278). •• U kunt ook filmbeelden afspelen door de kaart te plaatsen in een 4K-compatibele tv die is voorzien van een SD-kaartsleuf. •• Lees de gebruiksaanwijzing van de tv. ■■Films in 4K bekijken op het scherm van een pc Als u films opgenomen met een [Opn. kwaliteit] van [4K] op een pc wilt afspelen, gebruikt u de software "PHOTOfunSTUDIO" die op de (bijgeleverde) dvd is opgeslagen. ••U kunt alleen 4K-films afspelen en bewerken in een pc-omgeving voor zware toepassingen. ••Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij "PHOTOfunSTUDIO" (PDF) voor meer informatie. 274 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Genieten van films in 4K 4K-films opslaan ■■4K-films op uw pc opslaan Foto’s/filmbeelden zijn te kopiëren van de camera naar uw computer, door de apparaten op elkaar aan te sluiten. Raadpleeg voor meer informatie (→280). ■■Opslag van 4K-films op een dvd U kunt films opgenomen in [Opn. kwaliteit] met [4K] niet met een Panasonic recorder overbrengen of kopiëren naar een Blu-ray-disk of dvd. (Bijgewerkt tot oktober 2014) U kunt de bijgeleverde dvd-software "PHOTOfunSTUDIO" gebruiken om de bestandsgrootte van een film kleiner in te stellen of om de film over te brengen naar een dvd. ••Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij "PHOTOfunSTUDIO" (PDF) voor meer informatie. 275 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Beelden op tv bekijken U kunt beelden bekijken op uw tv-scherm door de camera aan te sluiten op uw tv met de HDMI-microkabel of AV-kabel (optioneel). Voorbereiding Zet de camera en de tv uit. 1 Sluit de camera aan op uw tv Controleer de richting van de stekker en steek deze recht in de camera. (Als de kabel in de verkeerde richting in de camera wordt gestoken, zou de stekker vervormd kunnen raken en een onjuiste werking kunnen veroorzaken). Sluit dit apparaat ook niet op de verkeerde aansluiting aan. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken. ■■Aansluiting met een HDMI-microkabel Met een HDMI-microkabel kunt u naar foto’s en films kijken met een hoge resolutie. Leg de markeringen gelijk en sluit aan. [HDMI]-aansluiting Naar de HDMI video/ audio-ingangsaansluiting HDMI-microkabel Gebruik een "snelle HDMI microkabel" met het HDMI-logo. Kabels die niet voldoen aan de HDMI-normen, zijn niet bruikbaar. "Snelle HDMI microkabel" (Type D-Type A stekker, maximaal 2 m lang) ■■Aansluiting met een AV-kabel (optioneel) [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting Leg de markeringen gelijk en sluit aan. AV-kabel (optioneel) 2 3 276 Geel: naar video-aansluiting Wit: naar audio-aansluiting* *Monogeluidsweergave. Zet de tv aan en schakel de tv-ingangsbron naar de juiste ingang Schakel de camera in en druk op de afspeelknop SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Beelden op tv bekijken ■■Aansluiting met een HDMI-microkabel ●●Controleer de [HDMI-functie]. (→48) ●●Als u 24p-films wilt afspelen, stelt u [HDMI-functie] in op [AUTO]. Anders wordt het beeld niet op 24 frames per seconde weergegeven. ●●Er kunnen balken langs de zijkanten of de boven- en onderrand van het scherm verschijnen, al naar gelang de ingestelde beeldverhouding. ●●Kabels die niet voldoen aan de HDMI-normen zijn niet bruikbaar. ●●Wanneer u een HDMI microkabel aansluit, worden de beelden niet op het scherm weergegeven. ●●Het HDMI-uitgangssignaal wordt geannuleerd als er tegelijk een USB-kabel (bijgeleverd) is aangesloten. ●●Wanneer de AV-kabel (optioneel) en de HDMI-microkabel tegelijkertijd zijn aangesloten, wordt er geen beeld verzonden via de AV-kabel. ●●Onmiddellijk na het beginnen met afspelen of na pauzeren kunnen de beelden even vervormd zijn, bij bepaalde TV-toestellen. ●●De geluidsweergave is in stereo. ●●Lees de gebruiksaanwijzing van de tv. ■■Aansluiting met een AV-kabel (optioneel) ●●Controleer de [TV-aspect]. (→47) ●●Gebruik altijd een echte Panasonic AV-kabel (DMW-AVC1: optioneel). ●●U kunt beelden afspelen op tv’s in andere landen (regio’s) waar het systeem NTSC of PAL wordt gebruikt. U kunt de instelling [Video uit] vinden in [TV-verbinding] in het [Set-up]-menu. ●●Naar staand gedraaide beelden kunnen enigszins onscherp zijn. ●●Verander de instellingen van de fotomodus op de tv als de beeldverhouding niet goed wordt weergegeven op een breedbeeld- of een HD-televisie. ●●De zoekerweergave kan niet worden gebruikt. ●●Lees de gebruiksaanwijzing van de tv. De opgenomen beelden kunnen op een tv met een SDgeheugenkaartsleuf worden afgespeeld ●●De juiste manier van afspelen (beeldverhouding) is afhankelijk van de tv die voor de weergave wordt gebruikt. ●●De bestandsindeling van de films die kunnen worden afgespeeld, verschilt afhankelijk van het tv-model. ●●U kunt panoramafoto’s mogelijk niet afspelen. Ook kunt u panoramafoto’s mogelijk niet afspelen met automatisch bladeren. ●●Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor kaarten die compatibel zijn met afspelen. 277 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Beelden op tv bekijken VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™) Wat is VIERA Link (HDMI)? ●●VIERA Link is een functie voor het automatisch koppelen van deze camera aan VIERA Link-compatibele apparaten via een aansluiting met HDMI-microkabels voor een gemakkelijke bediening met de VIERA afstandsbediening. (Sommige functies zijn niet beschikbaar.) ●●VIERA Link (HDMI) is een exclusieve Panasonic functie die een uitbreiding vormt van de industriewijde norm van HDMI-bedieningsfuncties, bekend als HDMI CEC (Consumer Electronics Control). De juiste bediening is niet gegarandeerd bij aansluiting op HDMI CEC-geschikte apparaten van andere merken dan Panasonic. Lees de gebruiksaanwijzing van uw apparatuur om te zien of die geschikt is voor de VIERA Link (HDMI). ●●Deze camera is geschikt voor VIERA Link (HDMI) Versie 5. Dit is de Panasonic norm, die ook geschikt is voor eerdere Panasonic VIERA Link-toestellen. Voorbereiding Stel [VIERA link] in op [ON] (→49). 1 2 3 278 Sluit de camera aan op een VIERA Link (HDMI)-compatibele Panasonic televisie (VIERA) met een HDMI-microkabel (→276) Schakel de camera in en druk op de afspeelknop Bedien met de afstandsbediening van de tv •• Bedien onder raadpleging van de bedieningspictogrammen die op het scherm worden weergegeven. SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Beelden op tv bekijken ■■Andere betrokken bedieningsfuncties Het apparaat uitschakelen ••De camera kan ook wanneer u de tv uitschakelt met de afstandsbediening, tegelijkertijd uitgeschakeld worden. Automatische ingangskeuze ••Deze functie schakelt automatisch het ingangskanaal van de tv over naar het camerascherm zodra u de camera inschakelt, mits ze op elkaar zijn aangesloten met een HDMI microkabel. De televisie kan ook worden ingeschakeld via de camera, vanuit stand-by (als de "Power on link (Aan via Link)" van de televisie op "aan" staat). ••Als VIERA Link (HDMI) niet goed functioneert (→323) ●●Gebruik een "snelle HDMI microkabel" met het HDMI-logo. Kabels die niet voldoen aan de HDMI- normen, zijn niet bruikbaar. "Snelle HDMI microkabel" (Type D-Type A stekker, maximaal 2 m lang) ●●Als u niet weet of uw tv compatibel is met VIERA Link (HDMI), raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de tv. ●●Kabels die niet voldoen aan de HDMI-normen zijn niet bruikbaar. ●●Wanneer VIERA Link is geactiveerd, wordt de instelling [HDMI-functie] van dit apparaat automatisch herkend. ●●Wanneer de [VIERA link] instelling op de camera op [ON] staat, zal de bediening met de toetsen op de camera zelf beperkt zijn. ●●Zorg dat het tv-toestel dat u aansluit is ingesteld voor het gebruik van de VIERA Link (HDMI) (zie voor nadere aanwijzingen de handleiding van uw televisietoestel). 279 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan Foto’s/filmbeelden zijn te kopiëren van de camera naar uw computer, door de apparaten op elkaar aan te sluiten. ••Sommige computers kunnen rechtstreeks de geheugenkaart van de camera lezen. Zie voor meer informatie de handleiding van uw computer. ••Als uw computer niet geschikt is voor SDXC-geheugenkaarten zal er een mededeling verschijnen met het verzoek om de kaart te formatteren. (Formatteer de kaart niet. Opgenomen beelden worden dan gewist.) Als de kaart niet herkend wordt, raadpleegt u de volgende ondersteuningswebsite. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html ■■Computer-specificaties U kunt de camera aansluiten op een computer die een apparaat voor massaopslag (apparaat waarop een grote hoeveelheid gegevens kan worden opgeslagen) kan herkennen. ••Windows: Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista ••Mac: OS X v10.5 - v10.9 Sommige films die zijn opgenomen in [AVCHD] worden mogelijk niet goed gescand als een bestand of map wordt gekopieerd ●●Zorg er bij gebruik van Windows voor dat u de software "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde dvd gebruikt om films te kopiëren die in [AVCHD] zijn opgenomen. ●●Bij gebruik van de Mac kunt u films die in [AVCHD] zijn opgenomen, kopiëren met "iMovie". Het is echter niet altijd mogelijk beelden te kopiëren, afhankelijk van de instellingen voor beeldkwaliteit. (Neem voor meer informatie over iMovie contact op met Apple Inc.) 280 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan Informatie over bijgeleverde software De bijgeleverde dvd bevat de volgende software. Installeer de software op uw computer voordat u deze gaat gebruiken. PHOTOfunSTUDIO 9.6 PE U kunt foto’s of films op uw pc vastleggen of vastgelegde beelden ordenen door ze te categoriseren op opnamedatum, modelnaam van de digitale camera waarmee ze zijn opgenomen enzovoort. U kunt ook foto’s corrigeren, films bewerken of naar dvd schrijven. ••Besturingsomgeving Ondersteunde besturingssystemen Windows® 8.1 (32-bits/64-bits) Windows® 8 (32-bits/64-bits) Windows® 7 (32-bits/64-bits) en SP1 Windows Vista® (32-bits) SP2 Windows® 8.1 Processor Windows® 8 Windows Vista® Monitor Pentium® III 1 GHz of hoger Windows® 7 Pentium® III 800 MHz of hoger 1024×768 pixels of meer (1920×1080 pixels of meer aanbevolen) Windows® 8.1 RAM Windows® 8 Windows Vista® Vrije ruimte op de harde schijf 1 GB of meer (32-bits)/2 GB of meer (64-bits) Windows® 7 512 MB of meer 450 MB of meer om de software te installeren ••Als u 4K-films wilt bewerken, hebt u de 64-bits versies van Windows 8.1, Windows 8 of Windows 7 nodig. ••Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van "PHOTOfunSTUDIO" (PDF) voor meer informatie over de besturingsomgeving. U kunt de gebruiksaanwijzing lezen nadat u de software gestart hebt. 281 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan SILKYPIX Developer Studio 4.2 SE Met deze software kunt u beelden in RAW-bestanden ontwikkelen en bewerken. De bewerkte beelden kunnen in een bestandsindeling zoals JPEG of TIFF worden opgeslagen, die op een pc enzovoort kan worden weergegeven. ••Besturingsomgeving Ondersteunde besturingssystemen Windows® 8.1 Windows® 8 Windows® 7 Windows Vista® Mac® OS X v10.5/v10.6/v10.7/v10.8/v10.9 ••Zie voor meer informatie over het gebruik van SILKYPIX Developer Studio de "Help" of de ondersteuningswebsite van Ichikawa Soft Laboratory: http://www.isl.co.jp/SILKYPIX/english/p/support/ LoiLoScope, 30 dagen volledige proefversie (Windows 8.1/8/7/Vista) LoiLoScope is videobewerkingssoftware die gebruikmaakt van het volledige vermogen van uw computer. Video’s maken is even gemakkelijk als het sorteren van kaarten op een bureau. Met uw muziek, foto- en videobestanden kunt u video’s maken om te delen met uw vrienden en familie door deze op een dvd te branden, te uploaden naar websites of gewoon via e-mail met uw vrienden te delen. ••Hiermee installeert u alleen een snelkoppeling naar de downloadsite voor de proefversie. ••Lees voor meer informatie over het gebruik van LoiLoScope de LoiLoScope handleiding die via de onderstaande koppeling kan worden gedownload. URL van handleiding: http://loilo.tv/product/20 282 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan Installatie van de bijgeleverde software De software wordt geïnstalleerd die compatibel is met uw computer. Voorbereidingen •• Controleer de specificaties en besturingsomgeving van uw pc voor elke software. •• Sluit alle lopende toepassingen voordat u de (bijgeleverde) dvd in de computer plaatst. 1 Plaats de dvd met de bijgeleverde software in de computer 2 3 Klik op [Toepassingen] •• Als het automatische afspeelscherm weergegeven wordt, kunt u het menu weergeven door [Launcher.exe] te selecteren en uit te voeren. •• In Windows 8.1/Windows 8 kunt u het menu weergeven door op een bericht te klikken dat verschijnt nadat de dvd geplaatst is en vervolgens [Launcher.exe] uitvoeren. •• U kunt ook het menu laten verschijnen door te dubbelklikken op [SFMXXXX] onder [Computer]. (Wat er bij "XXXX" verschijnt zal per model verschillend zijn.) Klik op [Recommended Installation] •• Volg de instructies op het scherm om de installatieprocedure te voltooien. ●●Als u een Mac gebruikt, kunt u SILKYPIX handmatig installeren. Plaats de dvd met de bijgeleverde software in de computer Dubbelklik op de applicatiemap op de dvd Dubbelklik op de map die automatisch verschijnt Dubbelklik op het pictogram in de map Niet beschikbaar in het volgende geval: ●●PHOTOfunSTUDIO / LoiLoScope zijn niet compatibel met de Mac. 283 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan Kopiëren van foto’s en filmbeelden Voorbereidingen •• Installeer "PHOTOfunSTUDIO" op de computer voordat u de kopieerprocedure start. (→283) •• Zet de camera en de computer aan. 1 Sluit de camera aan op de computer •• Controleer de richting van de stekker en steek deze recht in de camera. (Als de kabel in de verkeerde richting in de camera wordt gestoken, zou de stekker vervormd kunnen raken en een onjuiste werking kunnen veroorzaken). Sluit dit apparaat ook niet op de verkeerde aansluiting aan. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken. •• Gebruik geen andere USB-kabels dan de bijgeleverde kabel of een echte Panasonic USB-kabel (DMW-USBC1: optioneel). Wanneer u andere kabels dan de bovenstaande gebruikt, kan dit een storing veroorzaken. Leg de markeringen gelijk en sluit aan. [Toegang] (gegevens verzenden) •• Ontkoppel de USB-kabel (bijgeleverd) niet terwijl [Toegang] wordt weergegeven. [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting USB-kabel (bijgeleverd) 2 Selecteer met 3 Kopieer de beelden met "PHOTOfunSTUDIO" naar uw computer [PC] en druk op [MENU/SET] •• Na instelling van [USB mode] op [PC] is het niet meer nodig de instelling telkens opnieuw te maken wanneer u de camera aansluit op uw computer. •• Zie voor meer informatie over het gebruik van "PHOTOfunSTUDIO" de handleiding "PHOTOfunSTUDIO" (PDF). ●●Verwijder of verplaats geen gekopieerde bestanden of mappen met Windows Verkenner of andere browsers. Anders kunt u de bestanden niet afspelen of bewerken met "PHOTOfunSTUDIO". ■■Voor PTP-modus De camera kan worden aangesloten op uw computer, ook al staat [USB mode] (→47) ingesteld op [PictBridge(PTP)]. ••Alleen de weergave van beelden is mogelijk. ••Als u in de PTP-modus geen verbinding met uw pc kunt maken, stelt u [USB mode] in op [PC] en maakt u opnieuw een verbinding. ••Beelden kunnen mogelijk niet worden geïmporteerd als er 1.000 of meer beelden op de kaart staan. ••Films of RAW-foto’s kunnen niet worden gelezen. 284 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Opgenomen foto’s en films op uw pc opslaan ■■Kopiëren naar uw computer zonder dat u "PHOTOfunSTUDIO" gebruikt U kunt beelden op uw computer opslaan en gebruiken door mappen en bestanden naar aparte mappen op de computer te slepen. ••De kaart van dit apparaat bevat de volgende bestanden (mapstructuur). DCIM (Foto’s/films) 100_PANA (maximaal 999 beelden/map) Kaart ●●Windows Station ("LUMIX") wordt weergegeven in "Computer". ●●Mac Station ("LUMIX") wordt weergegeven op het bureaublad. Mapnummer P1000001.JPG*1 Bestandsnummer : P1000999.JPG Kleurruimte P: sRGB _: AdobeRGB 101_PANA : 999_PANA *2 MISC (DPOF-bestanden, Favorieten) PRIVATE AVCHD (Films in AVCHD) *1 .JPG: foto’s .RW2: foto’s die als RAW-bestand zijn opgenomen .MP4: [MP4]-films *2 In de volgende gevallen worden nieuwe mappen gemaakt: •• Wanneer er een foto met bestandsnummer 999 in de map staat. •• Bij gebruik van een kaart die al hetzelfde mapnummer bevat (bijvoorbeeld voor beelden die met een andere camera zijn genomen, e.d.). •• Bij opnemen na het verrichten van [Nr. resetten]. (→50) ●●Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert. ●●Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel). Wanneer de batterij leegraakt tijdens de communicatie klinkt er een waarschuwingstoon. Annuleer onmiddellijk de communicatie via uw computer. ●●Raadpleeg de handleiding bij de computer voor meer informatie. 285 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Foto’s en films in de recorder opslaan Volg de geschikte methode voor uw apparatuur. Kopiëren door de kaart in de recorder te plaatsen U kunt met Panasonic-apparatuur (bijvoorbeeld een Blu-rayrecorder) beelden kopiëren met ondersteuning voor elke bestandsindeling. ••Zie de handleiding van de recorder voor nadere informatie over kopiëren en afspelen. 32 Weergavebeelden kopiëren via AV-kabels (optioneel) U kunt de beelden die op dit apparaat worden afgespeeld, overdragen of kopiëren naar een recorder, disk, videobanden of andere media in de standaardbeeldkwaliteit. Dit kan zeer nuttig zijn, want hiermee kunt u uw opnamen ook overnemen op apparatuur die niet geschikt is voor hoge-definitie beelden. Het geluid is in mono. 1 Sluit uw camera aan op uw video- of dvd-recorder •• Controleer de richting van de stekker en steek deze recht in de camera. (Als de kabel in de verkeerde richting in de camera wordt gestoken, zou de stekker vervormd kunnen raken en een onjuiste werking kunnen veroorzaken). Sluit dit apparaat ook niet op de verkeerde aansluiting aan. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken. [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting Leg de markeringen gelijk en sluit aan. AV-kabel (optioneel) 2 3 Naar de ingangsaansluiting van de recorder Start het opnemen op uw video- of dvd-recorder Start het afspelen op de camera •• Om te stoppen met opnemen (kopiëren), stopt u eerst het opnemen op uw recorder en dan stopt u de weergave op de camera. ●●Gebruik altijd een echte Panasonic AV-kabel (DMW-AVC1: optioneel). ●●Bij gebruik van een conventioneel tv-toestel met beeldverhouding 4:3 dient u altijd de [TV-aspect] instelling (→47) van de camera in te stellen op [4:3] voordat u gaat kopiëren. Films die worden gekopieerd met de [16:9] instelling zullen er verticaal uitgerekt uitzien bij weergave op een 4:3 tv-scherm. ●●Zie voor nadere aanwijzingen voor het kopiëren en afspelen de gebruiksaanwijzing van uw recorder. 286 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Afdrukken U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een PictBridge-compatibele printer om af te drukken. ••Sommige printers kunnen rechtstreeks vanaf de geheugenkaart van de camera afdrukken. Zie de handleiding voor uw printer voor meer informatie. Voorbereidingen •• Pas desgewenst de afdrukkwaliteit of andere instellingen op uw printer aan. •• Zet de camera en de printer aan. 1 Sluit de camera aan op de printer •• Controleer de richting van de stekker en steek deze recht in de camera. (Als de kabel in de verkeerde richting in de camera wordt gestoken, zou de stekker vervormd kunnen raken en een onjuiste werking kunnen veroorzaken). Sluit dit apparaat ook niet op de verkeerde aansluiting aan. Hierdoor kan dit apparaat beschadigd raken. •• Gebruik geen andere USB-kabels dan de bijgeleverde kabel of een echte Panasonic USB-kabel (DMW-USBC1: optioneel). Wanneer u andere kabels dan de bovenstaande gebruikt, kan dit een storing veroorzaken. Leg de markeringen gelijk en sluit aan. •• Ontkoppel de (bijgeleverde) USB-kabel niet wanneer het pictogram voor ontkoppeling van de kabel [   ] wordt weergegeven (dit wordt bij sommige printers niet weergegeven). 2 3 4 Selecteer met [AV OUT/DIGITAL]-aansluiting USB-kabel (bijgeleverd) [PictBridge(PTP)] en druk op [MENU/SET] Selecteer met een beeld en druk op [MENU/SET] Selecteer met [Print start] en druk op [MENU/SET] (Afdrukinstellingen (→290)) ■■Annuleren van de afdruk Druk op [MENU/SET]. 287 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Afdrukken Meerdere beelden afdrukken Er worden meerdere beelden tegelijk afgedrukt. 1 2 3 Druk op om [Veelv. afdr.] te selecteren in stap 3 (→287) Selecteer met het onderdeel en druk op [MENU/SET] •• [Multi selecteren]: Schuif tussen beelden met , selecteer beelden om af te drukken met [MENU/SET] (Druk nogmaals op [MENU/SET] om uw keuze te annuleren.) Selecteer met [Uitvoer.] en druk op [MENU/SET] •• [Alles selecteren]: alle beelden afdrukken. •• [Print inst.(DPOF)]: beelden afdrukken die zijn geselecteerd in [Print inst.]. (→220) •• [Favorieten]: beelden afdrukken die zijn geselecteerd als [Favorieten]. (→219) Selecteer met [Print start] en druk op [MENU/SET] (Afdrukinstellingen (→290)) •• Selecteer [Ja] als het bevestigingsscherm voor afdrukken wordt weergegeven. ●●De groepsbeelden worden een voor een weergegeven in plaats van alle beelden tegelijk. ●●Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert. ●●Ontkoppel de USB-kabel (bijgeleverd) na het afdrukken. ●●Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel). Wanneer de batterij leegraakt terwijl de verbinding is gemaakt, klinkt er een waarschuwingstoon. Annuleer het afdrukken en ontkoppel de USB-kabel. ●●Een oranje "●" bij het afdrukken geeft een foutmelding aan. ●●Het afdrukken kan in verschillende beelden worden opgesplitst wanneer u een groot aantal beelden afdrukt. (De weergave van de resterende beelden kan afwijken van het aantal beelden dat voor afdrukken is ingesteld.) Niet beschikbaar in de volgende gevallen: ●●Films kunnen niet worden afgedrukt. ●●Foto’s die in een RAW-bestand zijn opgenomen, kunnen niet worden afgedrukt. (De foto’s die tegelijkertijd met het RAW-bestand in de bestandsindeling JPEG zijn opgeslagen, kunnen worden afgedrukt.) 288 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Afdrukken Afdrukken met datum en tekst Tijd en datum kunnen zo worden ingesteld dat ze op het beeld worden afgedrukt wanneer u het beeld maakt door de functie [Tekst afdr.] in het menu [Afspelen] te activeren. (→212) ■■Datum afdrukken zonder [Tekst afdr.] In winkels afdrukken: Alleen de opnamedatum kan worden afgedrukt. Vraag de winkel de datum af te drukken. ••Door de instellingen van [Print inst.] (→220) van tevoren op de camera te maken, kunt u het aantal afdrukken en de instellingen voor de datumafdruk kiezen voordat u de kaart aan de fotozaak geeft. ••Controleer of de winkel 16:9 ondersteunt als u foto’s in deze beeldverhouding wilt afdrukken. Op de computer: U kunt via de software "PHOTOfunSTUDIO" op de bijgeleverde dvd afdrukinstellingen voor de opnamedatum en tekstinformatie opgeven. Op de printer: U kunt de opnamedatum afdrukken door op de camera [Print inst.] in te stellen of door [Print met dat.] (→290) in te stellen op [ON] als u de camera aansluit op een printer met datumafdrukfunctie. 289 SQW0028 Aansluiten op andere apparatuur Afdrukken Afdrukinstellingen maken op de camera Tot de instelopties behoren het aantal afgedrukte foto’s en hun formaat. Geef de instellingen op voordat u [Print start] selecteert. het onderdeel en druk op [MENU/SET] 1 Selecteer met Onderdeel 2 Instellingen [Print met dat.] [ON] / [OFF] [Aantal prints] Hier stelt u het aantal beelden in (maximaal 999 beelden) [Papierafmeting] Wanneer [  voorrang. [Lay-out pagina] [  [  Selecteer met  ] is geselecteerd, krijgen de printerinstellingen  ] (printerinstellingen krijgen voorrang)/[   ] (1 foto, zonder rand)/  ] (1 foto, met rand)/[   ] (2 foto’s)/[   ] (4 foto’s) de instelling en druk op [MENU/SET] ●●Wanneer u [Print met dat.] instelt op [ON], controleert u de datumafdrukinstellingen op de printer (de printerinstellingen kunnen voorrang krijgen). ●●Om een beeld af te drukken, waarop tekst of een datum is afgedrukt, stelt u [Print met dat.] in op [OFF]. (De foto wordt afgedrukt met de datum er overheen.) ●●Opties die niet compatibel zijn met de printer, worden mogelijk niet weergegeven. ●●Als u op één afdruk [   ] "2 foto’s" of [   ] "4 foto’s" wilt afdrukken, stelt u het aantal afdrukken in op 2 of 4. ●●Stel als u wilt afdrukken op papierformaten/indelingen die niet door deze camera worden ondersteund, de camera in op [   ] en voer de instellingen uit op de printer. (Raadpleeg de handleiding van uw printer.) ●●Zelfs als u de instellingen van [Print inst.] volledig hebt ingesteld, worden datums mogelijk niet afgedrukt, afhankelijk van de gebruikte fotozaak of printer. 290 SQW0028 Diversen Optionele accessoires Externe flitser (optioneel) Wanneer u de flitsers (optioneel: DMW-FL220, DMW-FL360L of DMW-FL580L), wordt een breder effectief flitsbereik geboden dan met de (bijgeleverde) flitser. Voorbereiding Zet de [ON/OFF]-schakelaar van de camera op [OFF]. De bescherming flitsschoen verwijderen De bescherming flitsschoen is al op de flitsschoen bevestigd op het moment van aanschaf. Verwijder de bescherming flitsschoen door deze in de richting van pijl te trekken terwijl u deze indrukt in de richting aangeduid met pijl ••Bevestig de bescherming flitsschoen altijd wanneer de flitsschoen niet in gebruik is. ••Bewaar de bescherming flitsschoen op een veilige plaats nadat u deze hebt verwijderd, zodat u deze niet kwijtraakt. ■■Gebruik van de flitser (DMW-FL360L: optioneel) Bevestig de externe flitser aan de flitsschoen en zet de camera en de externe flitser vervolgens aan Stel het menu in → [Opname] → [Flitser] Druk op Druk op om [Flitserfunctie] te selecteren en druk op [MENU/SET] om het onderdeel te selecteren en druk op [MENU/SET] •• Terwijl de externe flitser is aangesloten, worden de volgende pictogrammen weergegeven. : Externe flitser altijd AAN : Externe flitser Rode-ogenreductie Gedwongen AAN* : Externe flitser traag synchro : Externe flitser Rode-ogenreductie Langzame sync.* : Externe flitser altijd UIT •• Signaalflitsen met draadloze flitsers is ook uitgeschakeld. * Wanneer de flitsmodus staat ingesteld op [AUTO] of [MANUAL] op een externe flitser, kunt u dit punt niet selecteren. 291 SQW0028 Diversen Optionele accessoires Wanneer andere in de handel verkrijgbare externe flitsers worden gebruikt die geen directe communicatie met de camera bieden (DMC-LX100) ••U moet de belichting op de externe flitser instellen wanneer deze wordt gebruikt. Wanneer u een externe flitser in de automatische modus gebruikt, gebruikt u een externe flitser waarop u de diafragmawaarde en de ISO-gevoeligheid in kunt stellen op dezelfde instellingen als op de camera. ••Stel de camera in op de [Lensopeningspr.]-modus of de [Handm. belicht.]-modus en stel vervolgens dezelfde diafragmawaarde en ISO-gevoeligheid in op de externe flitser. (De juiste belichting kan niet worden bereikt omdat de diafragmawaarde verandert in de [Sluiterprioriteit]-modus. Het licht van de externe flitser kan niet naar behoren worden aangepast, omdat de diafragmawaarde niet kan worden vastgezet in de [Program AE]modus.) ●●U kunt de diafragmawaarde, de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid zelfs op de camera instellen wanneer de externe flitser is bevestigd. ●●Sommige in de handel verkrijgbare externe flitsers hebben synchro-aansluitingen met hoogspanning of omgekeerde polariteit. Als dergelijke flitsers worden gebruikt, zouden ze een storing kunnen veroorzaken of de normale werking van de camera kunnen belemmeren. ●●Als u gebruik maakt van in de handel verkrijgbare externe flitsers (met communicatiefuncties) die niet compatibel zijn met dit apparaat, kunnen deze niet naar behoren werken of zelfs defect raken. Gebruik dergelijke flitsers niet. ●●Zelfs als de externe flitser uitgeschakeld is, kan de camera naar de modus van de externe flitser gaan wanneer de externe flitser is bevestigd. Als u de externe flitser niet gebruikt, dient u deze van de camera te ontkoppelen. ●●Wanneer de externe flitser is aangesloten, wordt de camera instabiel. We raden u dan ook aan beelden op te nemen met een statief. ●●Ontkoppel de externe flitser wanneer u de camera draagt. ●●Houd zowel de camera als de externe flitser vast wanneer de externe flitser aan de camera is bevestigd. Als u alleen de externe flitser vasthoudt, zou deze los kunnen komen van de camera. ●●Als de witbalans is ingesteld op [   ] wanneer de externe flitser wordt gebruikt, voert u verfijningen van de witbalans uit als de opnameresultaten niet bevredigend zijn. (→105) ●●Als u beelden opneemt dicht op het onderwerp in de groothoekstand wordt het licht van de flitser belemmerd door de lens en kan de onderkant van het scherm donker zijn. ●●Raadpleeg (→184) met betrekking tot de instellingen voor de draadloze flitser. ●●Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de externe flitser voor meer informatie. Gebruik van de (optionele) netadapter en (optionele) DC coupler in plaats van de batterij Met de netadapter (optioneel) en de DC coupler (optioneel) kunt u opnemen en afspelen zonder dat u op het batterijvermogen hoeft te letten. De optionele DC coupler is alleen te gebruiken met de bijbehorende Panasonic netadapter. ●●Gebruik altijd een Panasonic netadapter (optioneel). ●●Lees ook de gebruiksaanwijzing van de netadapter en de DC coupler. 292 SQW0028 Diversen Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker ••De volgende beelden zijn voorbeelden van wanneer het weergavescherm is ingesteld op [   ] (schermstijl) op het scherm. Tijdens het opnemen 50i XXmXXs Opnamemodus (→59) Filmopnamemodus (→58) Filmopnamemodus wanneer [4K-FOTO] is ingesteld op [ON] (→195) Voorkeursinstelling (→60) Panoramafoto-opnamemodus (→150) [Fotostijl] (→100) 50i →←↑↓ EXPS Verstreken opnameduur* (→190) Indicator voor gelijktijdig opnemen (→198) Automatisch schakelen tussen zoeker en scherm (→54) [Peaking] (→130) [Schaduw markeren] (→102) [HDR] (→112) [Multi-belicht.] (→159) Elektronische sluiter (→140) Flitsmodus (→180, 291) Flitser (→182, 184) [Opname-indeling]/ [Opn. kwaliteit] (→187) Beeldverhouding/ [Fotoresolutie] (→108) Kaart (alleen weergegeven tijdens het opnemen) (→25) Panoramarichting (→150) Soorten beeldeffecten (Filter) (→89) Weergave voor aanpassing foto-effect (Filter) (→91) * [m] en [s] staan voor "minuten" en "seconden". 293 SQW0028 Diversen Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker 50i [Kwaliteit] (→109) AFS AFF AFC MF Scherpstelmodus (→114) AF-modus (→115) AFL [Gezicht herk.] (→162) AF-vergrendeling (→133) Burst (→142) [Auto bracket] (→145) [Asp. bracket] (→147) Zelfontspanner (→148) Panoramarichting (→150) Resterend batterijvermogen (→21) Fotomodus (fotoprioriteiten) (→198) Macro-opname (→126) Opnamestatus (knippert rood.)/ schepstelling (brandt groen.) (→56) Scherpstelling (bij weinig licht) (→56) Wi-Fi-verbindingsstatus [4K-FOTO]-markering (→196) [Intervalopname] (→153) [Stop-motionanimatie] (→156) Histogram (→64) Beeldstabilisatie (→168) Bewegingswaarschuwing (→168) 294 SQW0028 Diversen Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker 50i Instellingen bestemming/Aantal verstreken reisdagen*2 (→42) Naam*2 (→165) Leeftijd in jaren/maanden*2 (→165) Huidige datum/tijd*2 Wereldtijd*2: (→41) AEL 1.7 60 [Draaiknop gids] (→18) Bracketinstelling voor witbalans (→106) Verfijning voor witbalans (→105) Witbalans (→103) AF-gebied (→56, 121) Spotmetingsdoel (→139) Aantal op te nemen beelden*4 98 (→27) Zelfontspanner*3 (→148) Beschikbare opnameduur*1*4 [Stille modus] (→161) R8m30s (→27) [Micr. weerg.] (→200) AE-vergrendeling (→133) [Meetfunctie] (→139) Belichtingsmeter (→81) Programme Shift (→81) Zoom (→170, 174) Diafragmawaarde (→56) Sluitertijd (→56) Belichtingscompensatiewaarde (→135) Hulpmiddel voor handmatige belichting (→87) ISO-gevoeligheid (→136) *1 [m] en [s] staan voor "minuten" en "seconden". *2 Dit wordt ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer de camera ingeschakeld wordt, na instelling van de klok en nadat van de afspeelmodus naar de opnamemodus is geschakeld. *3 Dit wordt tijdens het aftellen weergegeven. *4 Het is mogelijk om de weergave te schakelen tussen het aantal op te nemen beelden en de beschikbare opnametijd met de instelling [Rest-aanduiding] in het [Voorkeuze]-menu. 295 SQW0028 Diversen Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker ■■Opnamegegevens op het scherm F1.7 1/60 Opnamemodus (→59) Programme Shift (→81) Filmopnamemodus (→58) Filmopnamemodus wanneer [4K-FOTO] is ingesteld op [ON] (→195) Voorkeursinstelling (→60) Panoramafoto-opnamemodus (→150) Diafragmawaarde (→56) Sluitertijd (→56) T (tijd) opname (→87) Resterend batterijvermogen (→21) Kaart (wordt alleen aangegeven tijdens het filmen) (→25) ISO-gevoeligheid (→136) Belichtingscompensatiewaarde (→135) Hulpmiddel voor handmatige belichting (→87) Flitsmodus (→180, 291) Flitser (→182, 184) Enkel (→141) Burst (→142) [Auto bracket] (→145) [Asp. bracket] (→147) Zelfontspanner (→148) Panoramarichting (→150) AFS AFF AFC MF Scherpstelmodus (→114) AF-modus (→115) 50i Wi-Fi [Kwaliteit] (→109) [Opname-indeling]/[Opn. kwaliteit] (→187) Beeldverhouding/ [Fotoresolutie] (→108) Wi-Fi (→225) Instelling functieknop (→37) [Fotostijl] (→100) AWB Witbalans (→103) [Int.dynamiek] (→111) 98 R8m30s [Meetfunctie] (→139) Aantal te maken foto’s (→27) Beschikbare opnameduur* (→27) * [m] en [s] staan voor "minuten" en "seconden". 296 SQW0028 Diversen Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker Tijdens het afspelen 15 foto 1E DAG 11 mnd. 30 dg. Afspeelmodus (→206) Beveiligd beeld (→221) Aantal afdrukken (→220) XXmXXs 50i 1/98 15 foto XXmXXs 297 Met plaatsinformatie (→207) Favorieten (→219) Pictogram ter voorkoming ontkoppeling kabel (→287) Films afspelen (→70) Panoramafoto’s afspelen (→152) Groep burstfoto’s continu afspelen (→201) Groep foto’s opgenomen met tijdvertraging continu afspelen (→201) Stop-motion-animatiegroep continu afspelen (→201) Aanduiding af te drukken tekst (→212) Verstreken speelduur*1 (→70) Beeldverhouding/ [Fotoresolutie] (→108) [Opname-indeling]/ [Opn. kwaliteit] (→187) [Kwaliteit] (→109) Resterend batterijvermogen (→21) Beeldnummer/Totaal aantal beelden Aantal foto’s in burst Filmopnameduur*1 (→70) Pictogram voor het inlezen van informatie (→302) Aantal verstreken reisdagen 1E DAG (→42) Upload (Wi-Fi) pictogram (→254) Submenu-pictogram (→202, 254) [Stille modus] (→161) Leeftijd in jaren/maanden 11 mnd. 30 dg. (→165) Naam*2 (→164, 165) Plaats*2 (→42) Titel*2 (→211) Opnamegegevens*3 *1 [m] en [s] staan voor "minuten" en "seconden". *2 De weergave vindt op de volgende prioriteitsvolgorde plaats: titel, reisbestemming, naam (baby’s en huisdieren) en naam ([Gezicht herk.]). 3 * Dit wordt niet weergegeven voor films die zijn opgenomen met [AVCHD]. SQW0028 Diversen Lijst met symbolen op het scherm/de zoeker ■■Gedetailleerde informatieweergave 10:00 1.DEC.2014 100-0001 Opnamegegevens [Int.dynamiek]*1 (→111) Opnamedatum/-tijd Wereldtijd (→41) [HDR]*2 (→112) [I.resolutie] (→111) 4K film opgenomen door [4K-FOTO] in te stellen op [ON] of een foto vastgelegd uit die 4K film (→195) 50i 100-0001 Beeldverhouding/ [Fotoresolutie] (→108) [Kwaliteit] (→109) [Opname-indeling]/ [Opn. kwaliteit] (→187) [Kleurruimte]*2 (→113) Map-/bestandsnummer*1 (→285) ■■Histogramweergave R G B Y 1/98 Histogram (→64) Opnamegegevens*1 100-0001 1/98 100-0001 Beeldnummer/Totaal aantal beelden Map-/bestandsnummer*1 (→285) *1 Dit wordt niet weergegeven voor films die zijn opgenomen in [AVCHD]. *2 Dit wordt niet weergegeven voor films. 298 SQW0028 Diversen Weergave berichten Hieronder wordt een uitleg gegeven van de belangrijkste berichten die op het scherm of de zoeker weergegeven worden en hoe u erop moet reageren. ■■Geheugenkaarten [Storing geheugenkaart] [Kaart formateren ?] •• Het kaartformaat kan niet in deze camera worden gebruikt. → Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [Formatteren] uit op de camera. (→26) [Plaats SD-kaart opnieuw] [Andere kaart proberen a.u.b.] •• Geen toegang tot de kaart. → Plaats de kaart opnieuw in de camera. •• Probeer het met een andere kaart. [Leesfout] / [Schrijffout] [Controleer de geheugenkaart] •• Gegevens kunnen niet worden gelezen. →Controleer of de kaart op de juiste manier in de camera is geplaatst (→24). •• Gegevens kunnen niet worden geschreven. → Schakel de camera uit en verwijder de kaart. Plaats de kaart terug in de camera en schakel de camera weer in. •• Kaart is mogelijk beschadigd. → Probeer het met een andere kaart. [Opname bew. beelden geann. schrijfsnelheid kaart te beperkt] •• De snelheidsklasse van een vereiste kaart varieert, afhankelijk van [Opname-indeling] en [Opn. kwaliteit] van een film. Gebruik de kaart van de aanbevolen snelheidsklasse. Zie voor meer informatie "Filmopnamen en snelheidsklasse" (→25). → Als het opnemen stopt bij gebruik van een kaart in de aanbevolen snelheidsklasse (→25), dan is de gegevensschrijfsnelheid verminderd. In dat geval raden we u aan van alle gegevens op de geheugenkaart een back-up te maken en die opnieuw te formatteren (→26). [Storing geheugenkaart] [Deze geheugenkaart kan niet worden gebruikt.] •• Niet compatibel met de camera. Gebruik een compatibele kaart. [Kan niet opnemen wegens incompatibele gegevensindeling (NTSC/PAL) op kaart.] •• Formatteer de kaart nadat u belangrijke gegevens op een pc enzovoort hebt opgeslagen. (→26) → Plaats een andere kaart. 299 SQW0028 Diversen Weergave berichten ■■Batterij [Deze batterij kan niet gebruikt worden] •• Gebruik een echte Panasonic batterij. •• De batterij wordt niet herkend, vanwege vuil op de aansluitingen. → Maak de batterijaansluitingen schoon. ■■Wi-Fi-functie [Kan geen verbinding maken met draadloos toegangspunt] / [Verbinding is mislukt] / [Kan bestemming niet vinden] •• Controleer het volgende met betrekking tot het draadloze toegangspunt. → De informatie voor het draadloze toegangspunt die op dit apparaat is ingesteld, is onjuist. Controleer het verificatietype, het versleutelingstype en de versleutelingscode. (→266) → De stroom van het draadloze toegangspunt is niet ingeschakeld. → De instelling van het draadloze toegangspunt wordt niet ondersteund door dit apparaat. •• Controleer de netwerkinstelling van de bestemming. •• Radiogolven van andere apparaten kunnen de verbinding met een draadloos toegangspunt blokkeren. → Controleer andere apparaten die met het draadloze toegangspunt zijn verbonden en apparaten die de 2,4 GHz band gebruiken. [Geen foto om te versturen] •• Dit wordt weergegeven wanneer er geen beeld is om te verzenden als gevolg van de beperking van de bestemming. Controleer het bestandstype van het te verzenden beeld. (→239, 243, 244, 247, 251, 255) [Verbinding mislukt. Probeer het opnieuw over enkele minuten.] / [Netwerkverbinding verbroken. Het overzetten is gestopt.] •• Radiogolven van het draadloze toegangspunt worden zwak. → Voer de verbinding dichter bij het draadloze toegangspunt uit. •• Er is geen antwoord van de server of de verwerkingstijd voor de communicatie is overschreden. → Probeer het later opnieuw. •• Afhankelijk van het draadloze toegangspunt kan de verbinding automatisch verbroken worden nadat een specifieke tijd is verstreken. → Voer de verbinding opnieuw uit. [Uploaden naar cloudmap is beschikbaar als de cloud-synchronisatie is ingesteld op apparaten met een downloadfunctie, zoals PC of smartphone.] •• Apparaten die beelden uit een cloud-map downloaden, zijn niet geregistreerd. •• Voer de instelling voor cloudsynchronisatie uit. Configureer de instellingen op een pc met "PHOTOfunSTUDIO" of op een smartphone met "Image App". Zie voor meer informatie over [Cloud-synchr. service] (→255). [De verbinding is mislukt] •• Controleer het volgende met betrekking tot de smartphones waarmee u een verbinding wilt maken. → De smartphone werkt niet. → Verander het toegangspunt om een verbinding mee te maken in de Wi-Fi-instellingen voor smartphone in deze camera. → Er is geen vrije opslagruimte op de smartphone. 300 SQW0028 Diversen Weergave berichten [Aanmelding is mislukt. Controleer de aanmeldings-ID en het wachtwoord.] •• Aanmeldings-ID of wachtwoord voor "LUMIX CLUB" is niet correct. Voer het opnieuw in. Als u de aanmeldings-ID of het wachtwoord vergeten bent, is er informatie te vinden in het aanmeldingsscherm van de "LUMIX CLUB"-website. [Sommige bestanden kunnen niet worden verstuurd vanwege een beperking op het doelapparaat.] / [Het overzetten is voltooid. Sommige bestanden zijn niet verstuurd vanwege een beperking op het doelapparaat.] •• Controleer de bestandsindeling van het te verzenden beeld. •• Het verzenden van films kan mislukken als de bestanden te groot zijn. Splits de film met [Splits video]. (→214) [Niet beschikbaar. Stel de instellingen voor aanmelden in op de website van LUMIX CLUB.] •• Meld u aan bij "LUMIX CLUB" met uw smartphone of pc en stel de aanmeldingsdetails van de WEB-service van bestemming in. [Sharing-diensten voor foto's en video's kunnen niet tegelijk worden geselecteerd.] •• WEB-services die alleen voor beelden bedoeld zijn, en WEB-services die alleen voor films bedoeld zijn, kunnen niet tegelijkertijd worden geselecteerd. Maak de selectie van een van de services ongedaan. [Kan IP-adres niet verkrijgen. Stel de IP-adresinstelling van het draadloze toegangspunt in op DHCP.] •• Schakel de DHCP-instellingen van het IP-adres van de aangesloten draadloze toegangspunten uit. [Kan geen verbinding maken met de server.] •• Als er een bericht wordt weergegeven waarin wordt gevraagd het broncertificaat bij te werken, ga hiermee dan akkoord. 301 SQW0028 Diversen Weergave berichten ■■Diversen [Sommige foto's kunnen niet gewist worden] [Deze foto kan niet gewist worden] •• Niet-DCF-beelden (→67) kunnen niet worden verwijderd. → Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [Formatteren] uit op de camera. (→26) [Kan op deze foto niet ingesteld worden] •• [Print inst.], [Titel bew.], [Tekst afdr.] en andere functies kunnen niet worden gebruikt voor beelden die niet aan de DCF-norm voldoen (→67). [Aub camera uit- en inschakelen] [Systeemfout] •• De lens werkt niet goed. → Zet de camera weer aan. (Neem contact op met het verkooppunt of het dichtstbijzijnde servicecentrum als het scherm opnieuw verschijnt.) [Creëren van een map niet mogelijk] •• Gebruikt aantal mapnummers heeft 999 bereikt. → Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [Formatteren] uit op de camera (→26). Het mapnummer wordt teruggezet op 100 wanneer u [Nr. resetten] (→50) uitvoert. [Beeld wordt weergegeven voor 16:9 TV] [Beeld wordt weergegeven voor 4:3 TV] •• AV-kabel (optioneel) is aangesloten op de camera. → Bericht direct verwijderen → Druk op [MENU/SET]. → Beeldverhouding wijzigen → Wijzig [TV-aspect] (→47). •• De (bijgeleverde) USB-kabel is alleen aangesloten op de camera. → Het bericht verdwijnt wanneer de kabel ook op een ander apparaat wordt aangesloten. [Bewerking niet moge- lijk omdat er infor- matie wordt verwerkt.] •• Als u het afspeelscherm weergeeft wanneer de camera veel beeldbestanden bevat, kan het  ] of [   ] lange tijd worden weergegeven. pictogram voor het inlezen van informatie [  Terwijl een van deze pictogrammen wordt weergegeven, kunnen sommige van de [Afspelen]menu’s niet gebruikt worden. →W  anneer de camera uitgeschakeld is terwijl informatie wordt ingelezen, worden alleen de beelden waarvoor tot op dat moment informatie is ingelezen, als groep opgeslagen. Wanneer de camera weer wordt ingeschakeld, begint deze opnieuw informatie over de resterende beelden in de groep op te halen. 302 SQW0028 Diversen Menulijst [Opname] U kunt instellingen maken zoals voor de beeldresolutie en de flitser (bijgeleverd/ optioneel). ••De menuonderdelen [Fotostijl], [AFS/AFF/AFC], [Meetfunctie], [Schaduw markeren], [Int.dynamiek], [I.resolutie], [i.Zoom] en [Dig. zoom] zijn gemeenschappelijk voor zowel [Opname]- als [Bewegend beeld]-menu’s. Als een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch worden gewijzigd. [Fotostijl] U kunt de effecten kiezen al naar gelang het concept van het beeld dat u wilt creëren. Hiermee past u de kleuren van effecten en beeldkwaliteit aan. →100 [Fotoresolutie] Hiermee stelt u het aantal pixels in. →108 [Kwaliteit] Hiermee stelt u de compressieratio in voor het opslaan van beelden. →109 [AFS/AFF/AFC] Hiermee selecteert u hoe de scherpstelling wordt aangepast. →114 [Meetfunctie] Het type optische meting om de helderheid te meten, kan worden gewijzigd. →139 [Burstsnelh.] Hiermee stelt u de burstsnelheid in die voor burstopnamen moet worden gebruikt. →142 [Auto bracket] De instelling enkel/burst, het compensatiebereik en de opnamevolgorde van Auto Bracket instellen →146 [Zelfontspanner] Hiermee stelt u de tijd in voordat het opnemen begint wanneer u een beeld opneemt met de zelfontspanner. →148 [Schaduw markeren] U kunt de lichte partijen en schaduwen in een beeld aanpassen terwijl u de helderheid van deze gebieden op het scherm controleert. →102 [Int.dynamiek] Contrast en belichting corrigeren. →111 [I.resolutie] Hiermee maakt u foto’s met scherpere contouren en wekt u de indruk van een hoge resolutie. →111 [Gelijktijdig zond. filter] Hiermee stelt u in of u beelden met filter en zonder filter tegelijkertijd op wilt nemen. →91 [iHandh. nachtop.] Hiermee voegt u nachtlandschapsbeelden die met high-speed burstopnamen zijn gemaakt, samen tot één beeld. →78 [iHDR] Als er bijvoorbeeld een groot contrast is tussen de achtergrond en het onderwerp, neemt [iHDR] meerdere foto’s met verschillende belichting op en worden deze gecombineerd tot één foto met een rijke gradatie. →79 [HDR] De camera kan 3 foto’s die zijn gemaakt met een verschillende belichting, combineren tot één goed belichte foto met een rijke gradatie. →112 [Multi-belicht.] U kunt een effect maken dat identiek is aan het maximaal vier keer →159 belichten van één beeld. 303 SQW0028 Diversen Menulijst [Intervalopname] U kunt de opnamestarttijd, opname-interval en het aantal op te nemen beelden vooraf instellen wanneer u een film met tijdvertraging automatisch opneemt van onderwerpen zoals dieren en planten. →153 [Stop-motionanimatie] U kunt foto’s aan elkaar plakken om een stop-motion-animatie te maken. →156 [Panoramarichting] U kunt de te gebruiken opnamerichting instellen voor het opnemen →150 van panoramabeelden. [Sluitertype] U kunt beelden opnemen met twee typen sluitermodi: de mechanische sluiter en de elektronische sluiter. →140 [Flitser] Hiermee worden de flitsinstellingen uitgevoerd in overeenstemming met de opnameomstandigheden. →180 [Rode-ogencorr] Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens worden gecorrigeerd wanneer de foto wordt gemaakt met flitser. →180 [ISO-limiet] Hiermee stelt u de optimale ISO-gevoeligheid in met de geselecteerde waarde als de bovengrens voor ISO-gevoeligheid  ]. wanneer [Gevoeligheid] is ingesteld op [AUTO] of [  →137 [ISO-verhoging] Hiermee verandert u de instellingen voor ISO-gevoeligheid elke 1/3 EV of 1 EV stap (pen). →138 [Uitgebreide ISO] U kunt de numerieke waarden verhogen die voor ISO-gevoeligheid →138 kunnen worden ingesteld. [Lang sl.n.red] Hiermee wordt de ruis weggenomen bij het opnemen van beelden met een langere sluitertijd. [i.Zoom] Hiermee kunt u de zoomfactor verhogen terwijl u de verslechtering →172 van de beeldkwaliteit onderdrukt. [Dig. zoom] Hiermee verbetert u het tele-effect van uw beelden. Houd er rekening mee dat door vergroting de beeldkwaliteit verslechtert. →173 [Kleurruimte] U kunt de methode voor het reproduceren van de kleuren instellen om de opgenomen beelden op de juiste manier weer te geven op de schermen van een pc of printer enzovoort. →113 [Stabilisatie] Hiermee wordt beweging tijdens de opnamen automatisch gedetecteerd en gecorrigeerd. →168 [Gezicht herk.] Herkent een gezicht en past de scherpstelling en belichting voor dit gezicht automatisch met een hogere prioriteit aan. →162 [Profiel instellen] U kunt een naam of geboortedatum van een baby of huisdier instellen voordat u een beeld opneemt zodat de naam of leeftijd in maanden/jaar in het beeld wordt vermeld. →165 304 →113 SQW0028 Diversen Menulijst [Bewegend beeld] U kunt instellingen verrichten, zoals de opname-indeling en de kwaliteit, voor het opnemen van films. ••De menuonderdelen [Fotostijl], [AFS/AFF/AFC], [Meetfunctie], [Schaduw markeren], [Int.dynamiek], [I.resolutie], [i.Zoom] en [Dig. zoom] zijn gemeenschappelijk voor zowel [Opname]- als [Bewegend beeld]-menu’s. Als een instelling in één menu wordt gewijzigd, zal de instelling met dezelfde naam in het andere menu ook automatisch worden gewijzigd. Zie voor meer informatie het bijbehorende onderdeel in het [Opname]-menu. [4K-FOTO] U kunt de filmmodus instellen voor het overnemen van een foto met hoge resolutie door een enkel beeld uit een 4K-film te selecteren. →195 [Opname-indeling] Stelt het gegevensformaat (AVCHD, MP4) in voor de op te nemen film. →187 [Opn. kwaliteit] Hiermee stelt u de beeldkwaliteit van de op te nemen film (formaat, beeldsnelheid enzovoort) in. →187 [Foto/film] Hiermee stelt u de opnamemethode in van foto’s die gemaakt worden tijdens het opnemen van films. →198 [Continu AF] Hiermee past u continu de scherpstelling van een scherp onderwerp aan. →189 [Micr. weerg.] U kunt instellen of u het microfoonniveau wel of niet op het opnamescherm wilt weergeven. →200 [Micr. instellen] U kunt het geluidsinvoerniveau in 4 stappen aanpassen. →200 [Windreductie] Als u het ruisen van de wind hoort tijdens een geluidsopname, kunt u met [Windreductie] het ruisen van de wind effectief reduceren. →200 305 SQW0028 Diversen Menulijst [Voorkeuze] U kunt bewerkingen van dit apparaat, zoals de schermweergavemethode en functies van een knop afhankelijk van uw voorkeuren instellen. U kunt de gewijzigde instellingen ook registreren. [Voorkeursinst. gebr.] Hiermee roept u de geregistreerde instelling op met [Geh voorkeursinst.]. [Geh voorkeursinst.] Hiermee registreert u de huidige camera-instellingen als een aangepaste instelling. →60 [Stille modus] De pieptonen en de flitser tegelijkertijd uitschakelen. →161 [AF/AE vergrend.] Hiermee wordt de vergrendeling van de scherpstelling en/ of belichting uitgevoerd die gebruikt worden voor AF/AEvergrendeling. →133 [AE-vergr.-vast] Hiermee stelt u de werking van de [AF/AE LOCK]-knop in die gebruikt wordt voor opnamen door de scherpstelling en/of de belichting vast te zetten. →133 [Sluiter-focus] De scherpstelling automatisch aanpassen wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt. →124 [Ontsp. knop half indr.] Het ontspannen van de sluiter inschakelen wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt. →124 [Quick AF] Sneller scherpstellen inschakelen wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt. →124 [Oogsensor AF] De scherpstelling automatisch aanpassen wanneer de oogsensor geactiveerd is. →55 [Spot AF tijd] De tijd instellen voor weergave van het vergrote scherm als de ontspanknop half ingedrukt wordt wanneer de automatische scherpstelmodus is ingesteld op [   ]. →122 [Spot AF weergave] Hiermee stelt u in of het assist-scherm vergroot moet worden op een deel van het scherm of op het volledige scherm wanneer de automatische scherpstelmodus is ingesteld op [   ]. →122 [AF ass. lamp] Het AF-assistlampje gaat branden wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt wanneer het te donker is om goed scherp te kunnen stellen. →125 [Direct focuspunt] Hiermee verplaatst u het AF-gebied of MF Assist met de cursortoets tijdens het opnemen. →123 →131 [Prio. focus/ontspan] Opname uitschakelen wanneer een onderwerp onscherp is. →125 [AF+MF] Hiermee kunt u handmatig de scherpstelling aanpassen nadat automatisch is scherpgesteld. →125 [MF assist] Hiermee stelt u de weergavemethode voor MF Assist (vergroot scherm) in. →131 [MF assist weergave] Hiermee stelt u in of het Assist-scherm (vergroot scherm) vergroot moet worden op een deel van het scherm of over het volledige scherm. →132 306 →60 SQW0028 Diversen Menulijst [MF-gids] Hiermee geeft u de MF Guide weer waarmee u de richting van de scherpstelling op het scherm kunt vaststellen wanneer de scherpstelling handmatig is aangepast. →129 [Peaking] Wanneer u handmatig scherpstelt, voegt deze functie automatisch kleur toe aan de gedeelten van het beeld die scherp zijn. →130 [Histogram] Hiermee stelt u in of het histogram moet worden weergegeven. →64 [Richtlijnen] Hiermee stelt u het patroon in van de richtlijnen die tijdens het opnemen moeten worden weergegeven. →65 [Highlight] Hiermee knipperen overbelichte gebieden in zwart-wit tijdens [Auto →72 review] of afspelen. [Zebrapatroon] Het gebied waar overbelichting plaats kan vinden, wordt met zebrapatroon weergegeven. →166 [Zwart-wit Live View] U kunt het opnamescherm in zwart-wit weergeven. →167 [Constant preview] (M-modus) Hiermee kunt u de effecten van diafragmawaarde en sluitertijd op het opnamescherm controleren wanneer de [Handm. belicht.]modus is ingesteld. →87 [Lichtmeter] Hiermee stelt u in of de belichtingsmeter moet worden weergegeven. →81 [Draaiknop gids] Hiermee stelt u in of de bedieningsinstructies moeten worden weergegeven. →18 [LVF disp. stijl] De zoekerweergavemethode instellen. →63 [Scherm disp. stijl] De schermweergavemethode schakelen. →62 [Scherm info stijl] Het opnamegegevensscherm op het scherm in-/uitschakelen. →65 [Opn.gebied] De kijkhoekinstelling schakelen die gebruikt wordt voor het maken van foto’s en het opnemen van films. →192 [Rest-aanduiding] De weergave schakelen tussen het aantal op te nemen beelden en de beschikbare opnameduur. →28 [Auto review] Hiermee stelt u de tijd in om de gemaakte foto’s na het fotograferen weer te geven. →57 →37 [Fn knopinstelling] U kunt veelgebruikte functies aan specifieke knoppen toewijzen. [Zoomschakelaar] Schakelt tussen instellingen voor bediening van de zoomhendel. →175 [Bedieningsring] U kunt veelgebruikte functies aan de bedieningsring toewijzen. →40 [Zoom hervatten] De zoompositie behouden als de camera uitgeschakeld wordt. →175 [Q.MENU] Van methode wisselen voor het instellen van Quickmenuonderdelen. →34 [iA schakelaar] Voor het wijzigen van de werking van de [iA]-knop die dient voor het overschakelen naar de modus [Intelligent auto]. →75 [Videotoets] De filmknop in-/uitschakelen. →192 [Oogsensor] De gevoeligheid van de oogsensor instellen of instellen dat de weergave tussen de zoeker en het scherm wordt geschakeld. →55 307 SQW0028 Diversen Menulijst [Set-up] U kunt instellingen opgeven voor gebruiksgemak, bijvoorbeeld voor de klok en de pieptonen. U kunt ook aan de Wi-Fi-functie gerelateerde instellingen verrichten. [Klokinst.] De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen. →29 [Wereldtijd] Stel de plaatselijke tijd op uw reisbestemming in. →41 [Reisdatum] Als u uw reisschema instelt en beelden opneemt, wordt ingesteld op welke dag van de reis de foto is gemaakt. →42 [Wi-Fi] Configureer de vereiste instellingen voor de Wi-Fi-functie. →272 [Toon] Voor instellen van de waarschuwingstonen en de sluiterklikken. →43 [Live View Modus] Voor instellen van de weergavesnelheid en de beeldkwaliteit van het scherm ("live view" scherm) bij het opnemen van beelden. →43 [Scherm] / [Zoeker] Pas de helderheid en de kleur van het scherm of de zoeker aan. →44 [Helderheid scherm] U kunt de helderheid van het scherm instellen, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de camera. →45 [Slaapsmodus] De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er een vastgestelde tijd lang geen bedieningshandeling wordt uitgevoerd. →46 [USB mode] Selecteer een communicatiemethode voor aansluiting van de camera op een computer of printer via een USB-kabel (bijgeleverd). →47 [TV-verbinding] Wijzig de instellingen die u wilt gebruiken wanneer de camera is aangesloten op een tv of ander apparaat. →47 [Menu hervatten] Sla de laatste gebruikte menupositie op. →49 [Achtergrondkleur] Hiermee stelt u de achtergrondkleur voor het menuscherm in. →49 [Menu-informatie] Uitleg van de menuonderdelen en instellingen wordt op het menuscherm weergegeven. →49 [Taal] Hiermee stelt u de schermtaal in. →49 [Versie disp.] Controleert de firmware-versie van de camera of de bijgeleverde flitser (wanneer de flitser is aangebracht). →50 [Zelf ontsp. auto uit] Als het apparaat uitgeschakeld wordt, wordt de zelfontspanner geannuleerd. →50 [Nr. resetten] Nummers van fotobestanden resetten. →50 [Resetten] Terugkeren naar de standaardinstellingen. →50 [Wi-Fi resetten] Hiermee zet u de [Wi-Fi]-instellingen terug in de standaardinstellingen. →51 [Formatteren] Hiermee formatteert (initialiseert) u een geheugenkaart. →26 308 SQW0028 Diversen Menulijst [Afspelen] U kunt opgenomen beelden beveiligen, het formaat aanpassen, afdrukinstellingen en andere instellingen voor de opgenomen beelden opgeven. [Diashow] Beelden automatisch op volgorde afspelen. →204 [Afspeelfunctie] U kunt de beelden die worden weergegeven, met een reeks filters beperken, zoals categorieën of favoriete beelden. →206 [Locatie vermelden] Hiermee kunt u kunt plaatsinformatie (lengtegraad/breedtegraad) die van de smartphone is verzonden, naar de beelden schrijven. →207 [RAW-verwerking] Met de camera kunt u foto’s ontwikkelen die in de bestandsindeling RAW zijn opgenomen. De gemaakte foto’s worden in JPEG-indeling opgeslagen. →208 [Titel bew.] Hiermee kunt u lettertekens (opmerkingen) op een opgenomen beeld invoeren. →211 [Tekst afdr.] U kunt de opnamedatum en -tijd, namen, de reisbestemming, reisdatums enzovoort op de gemaakte foto’s afdrukken. →212 [Splits video] Een enkele film kan gesplitst worden in 2 delen. →214 [Intervalvideo] U kunt een film maken op basis van de beelden in een groep die is →215 opgenomen met [Intervalopname]. [Stop-motionvideo] U kunt een film maken op basis van de beelden in een groep die is →215 opgenomen met [Stop-motionanimatie]. [Nw. rs.] Hiermee kunt u de fotoresolutie verkleinen. →216 [Bijsnijden] Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden. →217 [Roteren] Beelden handmatig 90° draaien. →218 [Scherm roteren] Staande foto’s automatisch draaien. →218 [Favorieten] Hiermee kunt u een label aan een beeld toewijzen met een markering om dit als uw favoriete beeld in te stellen. →219 [Print inst.] Hiermee kunt u de beelden en het aantal beelden instellen om af te drukken. →220 [Beveiligen] Hiermee kunt u bescherming instellen om te voorkomen dat u beelden per ongeluk verwijdert. →221 [Gez.herk. bew.] De herkenningsinformatie voor beelden met een onjuiste gezichtsherkenning bewerken of verwijderen. →222 [Foto's sorteren] U kunt de weergavevolgorde instellen die voor het afspelen van beelden op dit apparaat wordt gebruikt. →223 [Wissen bevestigen] U kunt de ja/nee-opties die u wilt selecteren, eerst op het bevestigingsscherm instellen wanneer u een beeld wist en kiezen voor [Ja] of [Nee]. →223 309 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen Controleer eerst de volgende onderdelen (→310 - 325). Als het probleem zich blijft voordoen, Wanneer u [Resetten] uitvoert in het [Set-up]-menu, is het probleem mogelijk opgelost (→50). (Onthoud wel dat hierbij bijna alle instellingen, behalve bijvoorbeeld [Klokinst.] worden teruggesteld in de oorspronkelijke stand op het moment van aankoop.) Zie ook de klantenservicewebsite van Panasonic voor de nieuwste ondersteuningsinformatie. http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels beschikbaar.) ■■Batterij, spanning De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld. •• De batterij is niet goed geplaatst (→24), of moet worden opgeladen. De camera wordt uitgeschakeld als deze is ingeschakeld. •• De batterij moet worden opgeladen. Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. •• [Slaapsmodus] wordt geactiveerd. (→46) •• Als u de aansluiting maakt op een tv-toestel dat geschikt is voor VIERA Link (HDMI) via een HDMImicrokabel, dan wordt bij uitschakelen van de tv met de daarbij behorende afstandsbediening ook dit apparaat uitgeschakeld. → Als u geen gebruik wilt maken van de VIERA Link (HDMI), zet u de [VIERA link] op [OFF]. (→49) De batterij is snel leeg. •• De Wi-Fi-verbinding is al lange tijd ingeschakeld. → De batterij raakt sneller leeg bij een Wi-Fi-verbinding. Schakel de camera zo vaak mogelijk uit met [Slaapsmodus] (→46) of andere methoden. 310 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen ■■Opnemen Er kunnen geen beelden opgenomen worden. •• De kaart is vol. → Maak ruimte vrij door ongewenste beelden te verwijderen (→73). •• Wanneer een kaart met een grote capaciteit wordt gebruikt, kunt u mogelijk een tijdje geen beelden opnemen nadat u de camera hebt ingeschakeld. •• Niet goed scherpgesteld. → Wanneer [Prio. focus/ontspan] is ingesteld op [FOCUS], neemt de camera pas op nadat naar behoren is scherpgesteld. (→125) Opgenomen beelden zien er wit uit. •• De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort). → Schakel de stroom in om de lensbuis uit te schuiven en reinig het lensoppervlak met een zachte, droge doek. •• De lens is beslagen (→12). Opgenomen beelden zijn te licht/te donker. •• Corrigeer de belichting (→135). •• AE-vergrendeling (→133) is niet goed ingesteld. Het zoomen stopt direct. •• Wanneer u de extra optische zoom gebruikt, stopt het zoomen tijdelijk. Dit is geen storing. Er worden verscheidene beelden opgenomen, ook bij een enkele druk op de ontspanknop. •• De camera is ingesteld op het gebruik van [Auto bracket], Bracket voor witbalans, [Asp. bracket] of [Burstfunctie]. De zelfontspanner is ingesteld op [   ]. →W  is de instelling. (→106, 141) Kan geen bracketopname maken. •• Er is nog maar weinig opslagruimte over op de kaart. → Controleer de resterende opslagruimte op de kaart. Er is niet goed scherpgesteld. •• Het onderwerp is buiten scherpstelbereik. (→126) •• Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp. (→168) •• [Prio. focus/ontspan] is ingesteld op [RELEASE]. (→125) •• [Sluiter-focus] is ingesteld op [OFF]. (→124) •• AF-vergrendeling (→133) is niet goed ingesteld. Opgenomen beelden zijn onscherp. De beeldstabilisatiefunctie werkt niet goed. •• De sluitertijd is langer in donkere locaties en de stabilisatiefunctie is daar minder effectief. → Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam. •• Gebruik een statief en de zelfontspanner wanneer u een langere sluitertijd gebruikt (→148). 311 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen Opgenomen beelden zien er korrelig uit of er is storing zichtbaar. •• Probeer de volgende methoden. → Verlaag de [Gevoeligheid] (→136). → Maak foto’s op locaties met meer licht. → Stel [Ruisreductie] van [Fotostijl] op een hogere instelling in of stel elk onderdeel behalve [Ruisreductie] op een lagere instelling in. (→101) → Stel [Lang sl.n.red] in op [ON]. (→113) → Verander de instellingen van [Fotoresolutie] (→108) en [Kwaliteit] (→109). •• Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, wordt de beeldkwaliteit slechter als u verder inzoomt. Er kunnen balken of flikkeringen verschijnen onder verlichting zoals tl- en LEDverlichtingsarmaturen. Het onderwerp lijkt vervormd. •• Dit is kenmerkend voor de MOS-sensors die in deze camera als lichtgevoelige sensors dienen. Dit is geen storing. Wanneer het onderwerp snel voor de lens passeert, zal het enigszins vervormd lijken. •• Als u foto’s maakt met [ESHTR], kunnen de strepen afnemen door een langere sluitertijd in te stellen. (→84) De helderheid of kleuren van de opname zijn niet levensecht. •• Wanneer u opnamen maakt onder een tl- of LED-lamp enzovoort, kunt u als u de sluitertijd verkort kleine veranderingen opmerken in helderheid en kleur. Deze zijn een gevolg van de kenmerken van de lichtbron en geven geen storing aan. •• Wanneer u onderwerpen opneemt op extreem lichte locaties of onder tl-verlichting, LED-verlichting, een kwiklamp, natriumverlichting enzovoort, kunnen de kleuren en de helderheid van het scherm veranderen of kunnen horizontale balken op het scherm verschijnen. Tijdens het opnemen verschijnen er roodachtige horizontale strepen op het scherm. •• Dit is kenmerkend voor de MOS-sensoren die in deze camera als lichtgevoelige sensoren dienen. De strepen verschijnen als het onderwerp een erg fel lichtpunt heeft. Er kunnen in de omgeving wat onregelmatigheden optreden, maar dit duidt niet op onjuiste werking. Het wordt opgenomen in filmbeelden, maar niet in foto’s. •• Het is aanbevolen bij het opnemen van beelden op te letten dat er geen direct zonlicht of erg fel lamplicht op het scherm valt. De filmopname stopt halverwege. •• De snelheidsklasse van een vereiste kaart varieert, afhankelijk van [Opname-indeling] en [Opn. kwaliteit] van een film. Gebruik de kaart van de aanbevolen snelheidsklasse. Zie voor meer informatie "Filmopnamen en snelheidsklasse" (→25). •• Als het opnemen stopt bij gebruik van een kaart in de aanbevolen snelheidsklasse, dan is de gegevensschrijfsnelheid verminderd. In dat geval raden we u aan van alle gegevens op de geheugenkaart een back-up te maken en die opnieuw te formatteren (→26). 312 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen Het scherm wordt donker als u films opneemt. •• Terwijl films worden opgenomen, kan het scherm na verloop van tijd donker worden om het batterijverbruik te beperken. Dit is echter niet van invloed op de opgenomen film. Het scherm wordt kort zwart of er wordt ruis opgenomen. •• Terwijl er films worden opgenomen, kan het scherm kort zwart worden of kan er ruis worden opgenomen als gevolg van statische elektriciteit of sterke elektromagnetische golven (radiozenders, hoogspanningsleidingen enzovoort) in sommige omgevingsomstandigheden. Soms verloopt de scherpstelling met de automatische scherpstelmodus moeilijk tijdens het opnemen van 4K-filmbeelden. •• Dit kan zich voordoen bij het opnemen van een beeld met verminderde automatische scherpstelsnelheid, om de scherpstelling met hoge precisie te verrichten. Het duidt niet op storing in de werking. Het opnemen van een panoramafoto stopt voordat deze klaar is. •• Als de schuifbeweging van de camera te traag is, wordt ervan uitgegaan dat de bewerking is afgebroken en wordt gestopt met opnemen. •• Als de schuifbeweging van de camera te veel trilt wanneer deze in de opnamerichting wordt bewogen, stopt de camera met opnemen. Er kan niet vast op het onderwerp worden scherpgesteld. (De Tracking AF faalt) •• Als de kleur van het onderwerp vrijwel gelijk is aan die van de achtergrond, kan de Tracking AF niet altijd werken. Stel de AF-vergrendeling in op de kleuren die specifiek zijn voor het onderwerp. Weinig of onhoorbaar bedieningsgeluid. •• De luidspreker wordt geblokkeerd. •• [Stille modus] is ingesteld op [ON] (→161). 313 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen ■■Scherm/zoeker Het scherm/de zoeker is uitgeschakeld, hoewel de camera ingeschakeld is. •• Wanneer een hand of voorwerp dicht bij de oogsensor komt, zou de schermweergavemodus geschakeld kunnen worden naar de zoekerweergavemodus zonder dat u het merkt. (→54) Beelden worden niet op het scherm weergegeven. •• De zoekerweergavemodus is geactiveerd. → Druk op de [LVF]-knop om naar de schermweergave te gaan. (→54) •• Het scherm is uitgeschakeld. → Druk op de [DISP.]-knop om de weergave-informatie in te schakelen. (→62) •• Wanneer u de camera op een tv aansluit met een HDMI-microkabel, wordt het beeld in de volgende gevallen niet op een scherm/zoeker weergegeven. –– Tijdens het afspelen De helderheid is instabiel. •• De diafragmawaarde wordt ingesteld als de ontspanknop half is ingedrukt. (Niet van invloed op het opgenomen beeld.) Dit verschijnsel kan zich ook voordoen wanneer de helderheid verandert omdat u de zoom bedient of de camera beweegt. Dit komt door de automatische diafragmaregeling van de camera; het duidt niet op storing. Het scherm flikkert binnenshuis. •• Het scherm kan enkele seconden flikkeren nadat het is ingeschakeld. Dit is een bewerking om flikkeringen te corrigeren die worden veroorzaakt door verlichting zoals tl-lampen, ledlampen enzovoort en is geen storing. Het scherm is te licht/te donker. •• Controleer de instelling [Helderheid scherm]. (→45) •• Pas met [Scherm]/[Zoeker] de helderheid van het scherm aan. (→44) Er verschijnen zwarte/blauwe/rode/groene punten of interferentie. Scherm ziet er vervormd uit als het wordt aangeraakt. •• Dit is geen fout, en het wordt ook niet opgenomen in de uiteindelijke beelden. Er verschijnt ruis op het scherm/de zoeker. •• In donkere omgevingen kan er ruis verschijnen om de helderheid van het scherm/de zoeker te behouden. Kan niet schakelen tussen het scherm en de zoeker wanneer u op de [LVF]-knop drukt. •• Wanneer de camera op een computer of printer is aangesloten, kunnen alleen beelden worden weergegeven op het scherm. 314 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen ■■Flitser Kan [Flitser] niet uitvoeren. •• Flitser (bijgeleverd/optioneel) is niet goed bevestigd. → Bevestig de flitser (bijgeleverd/optioneel) op de juiste manier op de camera. (→176, 291) •• Raadpleeg voor meer informatie over flitserinstellingen (→176 - 186, 291). Geen flits. De flitser is in de volgende situaties niet beschikbaar. •• Wanneer het foto-effect (Filter) is ingesteld •• Wanneer de camera is ingesteld op het gebruik van [Auto bracket], Bracket voor witbalans of [Asp. bracket] •• Wanneer [Burstfunctie] wordt gebruikt •• Tijdens het opnemen van panoramafoto’s •• Als [HDR] op [ON] staat •• Wanneer de elektronische sluiter wordt gebruikt (→140) → Stel [Sluitertype] in op [AUTO] of [MSHTR]. •• Wanneer [Stille modus] is ingesteld op [ON] (→161) → Stel [Stille modus] in op [OFF]. Er wordt twee keer geflitst. •• De (bijgeleverde) flitser flitst tweemaal. (Behalve wanneer [Flitser functie] van [Flitser] is ingesteld op [MANUAL]) Wanneer de rode-ogenreductie (→180) is ingesteld, is het flitsinterval langer. Zorg dat het onderwerp niet beweegt totdat voor de tweede keer is geflitst. 315 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen ■■Afspelen Beelden zijn geroteerd. •• [Scherm roteren] wordt geactiveerd. (→218) Kan geen beelden bekijken. Er zijn geen opgenomen beelden. •• Er is geen kaart in de camera geplaatst. •• Er is geen beeld op de kaart om af te spelen. •• Is de bestandsnaam van het beeld gewijzigd met een computer? In dat geval kan het beeld niet worden weergegeven met de camera. •• [Afspeelfunctie] is op een andere waarde ingesteld dan [Normaal afsp.]. → Stel [Afspeelfunctie] in op [Normaal afsp.]. (→206) Map-/bestandsnummer weergegeven als [-]. Beeld is zwart. •• Beeld bewerkt op computer of opgenomen met ander apparaat. •• Batterij direct verwijderd na het opnemen van het beeld, of beeld opgenomen met bijna lege batterij. → Gebruik [Formatteren] om te verwijderen (→26). Onjuiste datum weergegeven bij zoeken in kalender. •• Beeld bewerkt op computer of opgenomen met ander apparaat. •• [Klokinst.] is onjuist (→29). (Onjuiste datum wordt weergegeven bij het zoeken in de kalender als beelden naar een computer en dan terug naar dit apparaat zijn gekopieerd, als de datum van de computer verschilt van die van de camera.) In het beeld zijn witte ronde vlekken te zien die lijken op zeepbellen. •• Als u binnenshuis of in een donkere omgeving flitst, kunnen er in het beeld witte ronde vlekken verschijnen, die de weerkaatsing van het flitslicht op stofdeeltjes in de lucht zijn. Dit is normaal. Kenmerkend hiervoor is het feit dat het aantal ronde vlekken en hun positie in elk beeld anders zijn. [Weergave thumbnail] verschijnt op het scherm. •• De beelden zijn mogelijk met een ander toestel opgenomen. Zo ja, dan worden ze mogelijk met een slechte beeldkwaliteit weergegeven. Rode delen van beelden lijken zwart.  ]) is ingeschakeld en er een onderwerp wordt •• Wanneer de digitale rode-ogencorrectie ([   ], [  gefotografeerd met huidkleurige gebieden met daarbinnen rode gebieden, kunnen door de digitale rode-ogencorrectiefunctie de rode gebieden zwart worden. → Wij raden u aan om de flitser (bijgeleverd/optioneel) in te stellen op [   ] of de [Rode-ogencorr] op [OFF] te zetten voor het opnemen. (→180) 316 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen Een ongebruikelijk geluid, zoals een klik- of zoemgeluid, wordt op een film opgenomen. Geluid wordt op lage volumes opgenomen. •• Wanneer u een film opneemt in een rustige omgeving, kan geluid als gevolg van de beweging van het diafragma en het scherpstelmechanisme op worden genomen in de film. Dit is geen storing. U kunt de werking van de scherpstelling tijdens het opnemen van films instellen op [OFF] met gebruik van [Continu AF] (→189). •• Als u bewerkingen uitvoert zoals zoomen, knoppen of wieltjes gebruikt terwijl u een film opneemt, kan bedieningsgeluid worden opgenomen. •• Als u de microfoon met uw vingers blokkeert terwijl u films opneemt, kan het geluid op een laag volume worden opgenomen of helemaal niet worden opgenomen. In dit geval kan de camera de geluiden van de bediening van de lens gemakkelijker oppakken. Bedieningsgeluiden worden opgenomen op het eind van het opnemen van de film. •• Aangezien films worden opgenomen totdat op de filmknop gedrukt wordt om de opname te stoppen, kan het niveau van de bedieningsgeluiden in het beeld hoger zijn. We raden u aan de volgende methode te gebruiken om dit geluid te onderdrukken. → Splits het einde van een film met [Splits video] (→214) in het [Afspelen]-menu. In sommige gevallen kunnen films niet gesplitst worden op een positie vlak bij het eind van de film. U voorkomt dit probleem door 3 seconden extra op te nemen. Afspeel- en bedieningsgeluiden zijn te zacht. •• De luidspreker wordt geblokkeerd. (→15) Filmbeelden die met deze camera zijn opgenomen, kunnen met een andere camera niet worden weergegeven. •• Zelfs als een apparaat compatibel is met AVCHD en MP4, kunnen de films die op dit apparaat zijn opgenomen, slechte beeld- of geluidskwaliteit hebben bij het afspelen of kunnen ze niet worden afgespeeld. Ook kunnen de opnamegegevens dan niet goed worden weergegeven. 317 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen ■■Wi-Fi-functie Er kan geen verbinding worden gemaakt met het draadloze LAN. De radiogolven worden onderbroken. •• Gebruik het apparaat binnen het communicatiebereik van het draadloze netwerk. •• Verbindingstypen en beveiligingsinstelmethoden kunnen variëren, afhankelijk van het draadloze toegangspunt. → Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van het draadloze toegangspunt. •• Wanneer de radiogolven onderbroken worden, kunt u de situatie verbeteren door de locatie te verplaatsen of de hoek van het draadloze toegangspunt te veranderen. •• Wanneer dit apparaat op een metalen tafel of plank wordt geplaatst, is het mogelijk dat de verbinding niet gemakkelijk tot stand wordt gebracht omdat de camera wordt beïnvloed door radiogolven. Gebruik de camera uit de buurt van metalen oppervlakken. •• U hebt mogelijk niet automatisch verbinding wanneer de netwerk-SSID van het draadloze toegangspunt op niet-uitzenden is ingesteld. → Stel de netwerk-SSID van het draadloze toegangspunt in op uitzenden. •• Is er een apparaat, zoals een magnetron, draadloze telefoon enzovoort dat de frequentieband van 2,4 GHz gebruikt, in de omgeving? → Radiogolven kunnen onderbroken worden wanneer ze gelijktijdig worden gebruikt. Gebruik ze op voldoende afstand van het apparaat. •• Is het schakelbare draadloze toegangspunt van 5 GHz/2,4 GHz aangesloten op andere apparatuur via de 5 GHz band? → Het gebruik van een draadloos toegangspunt dat tegelijkertijd 5 GHz/2,4 GHz kan gebruiken, wordt aanbevolen. Het kan niet tegelijkertijd met deze camera worden gebruikt als het niet compatibel is. •• Wanneer de batterij-indicator rood knippert, wordt de verbinding met andere apparatuur niet altijd gestart of kan de verbinding worden verbroken. (Er wordt een bericht zoals [Communicatiefout] weergegeven.) •• Voer [Wi-Fi resetten] uit in het [Set-up]-menu. 318 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen Draadloos toegangspunt wordt niet weergegeven. Of er kan geen verbinding worden gemaakt. •• Controleer of het draadloze toegangspunt om verbinding mee te maken, actief is. •• De camera geeft mogelijk een draadloos toegangspunt niet weer of maakt er geen verbinding mee, afhankelijk van de kwaliteit van de radiogolven. → Voer de verbinding dichter bij het draadloze toegangspunt uit. → Verwijder de obstakels tussen dit apparaat en het draadloze toegangspunt. → Verander de richting van dit apparaat. •• Mogelijk wordt het zelfs niet weergegeven als de radiogolven bestaan, afhankelijk van de instelling van het draadloze toegangspunt. → Controleer de instellingen van het draadloze toegangspunt. •• Het draadloze toegangspunt wordt mogelijk niet gevonden, afhankelijk van de staat van de radiogolven. → Voer de [Handmatige invoer] uit. (→266) •• Is de netwerk-SSID van het draadloze toegangspunt ingesteld op niet uitzenden? → Het wordt mogelijk niet waargenomen als het op niet uitzenden is ingesteld. Voer de netwerkSSID in en stel deze in. (→265) •• De verbindingsmethode verschilt afhankelijk van het draadloze toegangspunt. → Zie voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van het draadloze toegangspunt. Het duurt elke keer lang om verbinding te maken met een smartphone. •• Het kan langer duren om een verbinding te maken, afhankelijk van de instelling voor de Wi-Fiverbinding van de smartphone, maar dit is geen storing. Dit apparaat wordt niet weergegeven in het Wi-Fi-instellingsscherm van de smartphone. → Probeer de Wi-Fi-functie in/uit te schakelen in het Wi-Fi-instellingsscherm van de smartphone. Ik ben de aanmeldings-ID of het wachtwoord voor de "LUMIX CLUB" vergeten. •• Controleer de informatie in het aanmeldingsscherm van "LUMIX CLUB". http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/ 319 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen Ik heb thuis geen draadloos toegangspunt, maar ik zou me graag willen registreren als servicegebruiker van de "LUMIX CLUB". •• Registratie als servicegebruiker voor de "LUMIX CLUB" is niet mogelijk in een omgeving zonder een draadloos toegangspunt. De camera kan niet met een Mac-computer/Windows-pc worden verbonden via de Wi-Fiverbinding. → Controleer of de aanmeldingsnaam en het wachtwoord correct zijn getypt. → Wanneer de systeemtijd van de Mac-computer of de Windows-pc die op een camera is aangesloten, ernstig afwijkt van die van de camera, kan bij sommige besturingssystemen de camera niet met de computer of pc worden verbonden. Controleer of de klokinstelling en de wereldtijd van de camera overeenkomen met de tijd, datum en tijdzone op de Windows-pc of de Mac-computer. Wanneer beide instellingen ernstig van elkaar afwijken, dient u deze te corrigeren. Ik heb een probleem met de verbinding met mijn Windows 8 pc. De gebruikersnaam en het wachtwoord worden niet herkend. •• Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, bijvoorbeeld op Windows 8, zijn er twee soorten gebruikersaccounts (lokaal account/Microsoft-account). → Gebruik de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het lokale account. De Wi-Fi-verbinding herkent mijn PC niet. •• Standaard gebruikt de Wi-Fi-verbinding de standaardwerkgroepnaam "WORKGROUP". Als de naam van de werkgroep is gewijzigd, wordt deze niet herkend. → Selecteer [PC-verbinding] en vervolgens [Werkgroepnaam wijzigen] in het [Wi-Fi setup]-menu om de werkgroepnaam te veranderen in die van uw pc. (→272) Beelden kunnen niet naar de computer worden overgebracht. •• Als een firewall is ingeschakeld door het besturingssysteem of de beveiligingssoftware, kan dit apparaat mogelijk geen verbinding maken met de computer. Beelden kunnen niet naar de WEB-service worden overgebracht. •• Controleer of de aanmeldingsinformatie (aanmeldings-ID/gebruikersnaam/e-mailadres/ wachtwoord) juist is. •• De server van de WEB-service of het netwerk is mogelijk bezet. → Probeer het later opnieuw. → Controleer de site van de WEB-service waarnaar u het beeld verzendt. 320 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen Het duurt lang voordat een beeld naar de WEB-service wordt overgebracht. •• Is het formaat van het beeld te groot? → Verzend het beeld nadat u de film hebt gesplitst met [Splits video] (→214). → Verklein het beeldformaat bij [Grootte] (→271) en verzend het dan. •• Het kan langer duren om een beeld te verzenden wanneer de afstand tot het draadloze toegangspunt groot is. → Voer de verzending dichter bij het draadloze toegangspunt uit. Het beeld dat zou moeten zijn geüpload naar de WEB-service, staat er niet op. •• Upload is mogelijk niet voltooid wanneer de verbinding tijdens verzending van het beeld wordt verbroken. •• Na het uploaden van het beeld kan het even duren voordat het in de WEB-service wordt weergegeven, afhankelijk van de status van de server. → Wacht een ogenblik en probeer het opnieuw. •• U kunt de verzendstatus in de koppelingsinstellingen van de WEB-service bekijken door u aan te melden bij "LUMIX CLUB". Ik wil het beeld in de WEB-service terugzetten op de camera. •• De beelden in de WEB-service kunnen niet op dit apparaat worden opgeslagen (gedownload). Verwijder de geüploade beelden niet en maak er een back-up van. Ik kan de beelden die door dit apparaat naar de WEB-service zijn geüpload, niet weergeven of verwijderen. •• De beelden die naar de WEB-service zijn geüpload, kunnen niet met dit apparaat worden weergegeven of verwijderd. → Voer de taak uit met een smartphone of een pc. Uw aanmeldings-ID en wachtwoord van "LUMIX CLUB" waren verwijderd nadat u de camera ter reparatie had opgestuurd. •• De instellingen die in de camera zijn opgeslagen, zijn mogelijk verwijderd, afhankelijk van het soort reparatie. → Maak altijd een kopie van belangrijke instellingen. De verzending van het beeld mislukt halverwege. Er is een beeld dat niet kon worden verzonden. •• Het beeld kan niet worden verzonden wanneer de batterij-indicator rood knippert. •• Is het formaat van het beeld te groot? → Splits de film met [Splits video] (→214). → Verklein het beeldformaat bij [Grootte] (→271) en verzend het dan. •• De bestandsindeling van het beeld dat kan worden verzonden, verschilt afhankelijk van de bestemming. (→239, 243, 244, 247, 251, 255) •• Capaciteit of aantal beelden in de WEB-service is vol. → Meld u aan bij "LUMIX CLUB" en controleer de status van de bestemming bij de instellingen voor de koppeling naar de WEB-service. 321 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen Ik ben het wachtwoord voor Wi-Fi vergeten. → Voer [Wi-Fi resetten] uit in het menu [Set-up]. (→51) De informatie die u hebt ingesteld in de [Wi-Fi setup], wordt echter teruggezet op de beginwaarden. Ik kan geen beelden naar een AV-apparaat verzenden. •• Verzending kan mislukken, afhankelijk van de gebruiksstatus van het AV-apparaat. Ook kan het verzenden even duren. Ik kan geen verbinding maken met de NFC-functie. •• De smartphone is niet compatibel met NFC. Deze functie kan worden gebruikt met NFC-compatibele apparaten met Android (2.3.3 of hoger). •• Is de NFC-functie op de smartphone uitgeschakeld? •• De [NFC-bediening] op dit apparaat is ingesteld op [OFF]. (→272) •• De camera heeft problemen met het herkennen van sommige smartphonemodellen. Als de smartphone niet wordt herkend, verschuift u langzaam de smartphone terwijl deze naast de camera ligt. •• Als u de smartphone te kort bij de camera houdt, herkent de camera de smartphone mogelijk niet. Houd de smartphone een tijdje bij de camera. 322 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen ■■Tv, computer, printer Geen beeld op de tv. Onscherp beeld of beeld niet in kleur. •• Niet goed aangesloten (→276). •• De ingang van de tv is niet op AUX gezet. De weergave op de tv en op de camera komen niet overeen. •• Beeldverhouding is mogelijk onjuist en op bepaalde tv’s worden de randen van beelden afgesneden. Filmbeelden kunnen niet op tv worden afgespeeld. •• Kaart is in tv geplaatst. → Sluit aan met een AV-kabel (optioneel) of een HDMI-microkabel en speel af met de camera (→276). Beeld wordt niet op volledig tv-scherm weergegeven. •• Controleer de instellingen van [TV-aspect] (→47). Er komt geen geluid uit de luidspreker van de camera. •• Wanneer de AV-kabel (optioneel) of de HDMI-microkabel op de camera is aangesloten, komt er geen geluid uit de camera. De VIERA Link (HDMI) werkt niet. •• Is de HDMI-microkabel wel juist aangesloten? (→276) → Controleer of de HDMI-microkabel stevig is aangesloten. •• Is de [VIERA link] instelling van de camera op [ON] gezet? (→49) → De ingangskeuze kan niet altijd automatisch worden omgeschakeld met de HDMIaansluitingen van bepaalde tv-toestellen. In dit geval schakelt u de ingangskeuze over met de afstandsbediening van uw tv-toestel (zie voor nadere aanwijzingen de handleiding van uw televisie). → Controleer de VIERA Link (HDMI) instellingen op het aangesloten toestel. → Zet de camera uit en vervolgens weer aan. → Zet de "VIERA Link control (HDMI device control)" instelling op uw tv (VIERA) eenmaal uit en dan weer aan. (Nadere informatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van uw VIERA toestel.) Geen communicatie met de computer. •• Niet goed aangesloten (→284). •• Controleer of de computer de camera heeft herkend. → Stel [USB mode] in op [PC] (→47). → Zet de camera uit en vervolgens weer aan. De computer herkent de kaart niet. •• Maak de (bijgeleverde) USB-kabel los en sluit deze weer aan nadat de kaart is geplaatst. •• Als er twee of meer USB-poorten op één pc zitten, kunt u proberen de USB-kabel op een andere USB-poort aan te sluiten. 323 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen De computer herkent de kaart niet. (Bij gebruik van een SDXC-geheugenkaart) → Controleer of uw computer SDXC-geheugenkaarten ondersteunt. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html → Wanneer u de kaart plaatst, kan er een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd de kaart te formatteren. Formatteer de kaart niet. → Als de indicator [Toegang] op het scherm niet uitgaat, schakelt u de camera uit voordat u de USB-kabel loskoppelt. Kan niet afdrukken als de camera op de printer is aangesloten. •• Printer niet compatibel met PictBridge. •• Stel [USB mode] in op [PictBridge(PTP)] (→47, 287). De randen van de foto’s worden bij het afdrukken bijgetrimd. •• Hef instellingen voor bijsnijden of afdrukken zonder randen op de printer op voordat u gaat afdrukken. (Raadpleeg de handleiding bij de printer.) •• De beeldverhouding van beelden is anders dan die van het papier waarop wordt afgedrukt. → Controleer als u de foto’s in een fotozaak laat afdrukken of formaten van 16:9 kunnen worden afgedrukt. Kan panoramafoto’s niet goed afdrukken. •• De beeldverhouding van panoramafoto’s wijkt af van die van normale foto’s en sommige panoramafoto’s worden mogelijk niet correct afgedrukt. → Gebruik een printer die panoramafoto’s ondersteunt. (Raadpleeg de handleiding bij de printer.) → Het verdient aanbeveling het formaat van de foto naargelang het papier aan te passen met het programma "PHOTOfunSTUDIO" op de dvd (bijgeleverd). 324 SQW0028 Diversen V&A Storingen verhelpen ■■Diversen Menu niet weergegeven in gewenste taal. •• Verander de instelling [Taal] (→49). Camera rammelt als deze wordt geschud. •• Dit geluid wordt veroorzaakt door beweging van de lens en is geen storing. De lens maakt een klikkend geluid. •• Wanneer de camera in of uit wordt geschakeld, de lens wordt bewogen of er een diafragmafunctie wordt uitgevoerd, kunt u dit geluid horen. Dit is geen storing. •• Wanneer de helderheid verandert na het zoomen of het bewegen van de camera, kan de lens geluid maken terwijl het diafragma wordt aangepast. Dit is geen storing. Rood lampje gaat branden wanneer u de ontspanknop half indrukt op donkere locaties. •• [AF ass. lamp] is ingesteld op [ON] (→125). AF-assistlampje brandt niet. •• [AF ass. lamp] is ingesteld op [OFF] (→125). •• Brandt niet op locaties met veel licht. Een deel van een beeld knippert in zwart-wit. •• [Highlight] is ingesteld op [ON]. (→72) De camera is heet. •• De camera kan bij gebruik een beetje warm worden, maar dit is niet van invloed op de prestaties of de kwaliteit. De klok staat niet goed. •• De camera is lange tijd niet gebruikt. → Zet de klok terug (→30). •• Het instellen van de klok duurde nogal lang (en de klok loopt daardoor diezelfde tijdsspanne achter). Als u de zoom gebruikt, raakt het beeld iets vervormd en worden de randen van het onderwerp gekleurd. •• Afhankelijk van de zoomfactor zijn beelden wellicht iets vervormd of gekleurd aan de randen, maar dit is normaal. Bestandsnummers worden niet op volgorde opgenomen. •• Bestandsnummers worden opnieuw ingesteld wanneer er nieuwe mappen worden gemaakt (→50). •• Als u deze bewerking uitvoert nadat u een specifieke bewerking hebt uitgevoerd, kan het beeld opgeslagen worden in een map met een ander mapnummer dan het vorige mapnummer. Bestandsnummers lopen achteruit. •• De batterij is verwijderd/geplaatst terwijl de camera aan was. (Nummers kunnen achteruit lopen als de bestands-/mapnummers niet goed worden opgenomen.) 325 SQW0028 Diversen Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Tijdens gebruik ●●De camera kan warm worden als deze lange tijd wordt gebruikt, maar dit is geen storing. ●●Houd dit apparaat zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, tv’s, videospellen enzovoort). ••Wanneer u dit apparaat boven op of bij een tv gebruikt, kunnen de beelden en/of het geluid op dit apparaat vervormd raken door elektromagnetische straling. ••Gebruik dit apparaat niet in de buurt van mobiele telefoons, want dit kan tot ruis leiden die stoort op de beelden en/of het geluid. ••Opgenomen gegevens kunnen beschadigd raken, of beelden kunnen vervormd raken, door sterke magnetische velden die door luidsprekers of grote motoren worden veroorzaakt. ••Elektromagnetische straling kan een negatieve invloed hebben op dit apparaat en storen op de beelden en/of het geluid. ••Wanneer dit apparaat negatief wordt beïnvloed door elektromagnetische apparatuur en niet goed meer functioneert, schakelt u dit apparaat uit en verwijdert u de batterij of ontkoppelt u de netadapter (optioneel). Plaats vervolgens de batterij weer in het apparaat of sluit de netadapter weer aan en zet dit apparaat aan. Gebruik dit apparaat niet bij radiozenders of hoogspanningslijnen. ••Wanneer u dicht bij radiozenders of hoogspanningslijnen opneemt, kunnen de opgenomen beelden en/of geluiden negatief worden beïnvloed. ●●Verleng het bijgeleverde snoer en de bijgeleverde kabel niet. ●●Laat de camera niet in aanraking komen met pesticiden of vluchtige stoffen (hierdoor kan het oppervlak beschadigd raken of de coating gaan bladderen). ●●Houd voorwerpen die magnetisch beïnvloed kunnen worden, niet dicht bij de luidspreker. ••Gemagnetiseerde voorwerpen zoals bankpasjes, pasjes voor het openbaar vervoer of horloges, kunnen negatief worden beïnvloed door de magnetische invloed van de luidspreker. ●●Laat de camera en de batterij nooit achter in een auto die in de zon staat en leg het toestel ook niet op de motorkap. De batterij van de camera kan gaan lekken, oververhit raken, in brand vliegen of ontploffen als gevolg van de hoge temperatuur. Onderhoud van uw camera Als u uw camera wilt schoonmaken, verwijdert u de batterij of DC coupler (optioneel) of haalt u de stekker uit het stopcontact en veegt u de camera met een zachte, droge doek af. ●●Verwijder hardnekkige vlekken met een goed uitgewrongen natte doek en wrijf de camera vervolgens na met een droge doek. ●●Gebruik geen benzine, verfverdunner, alcohol of allesreiniger, want deze kunnen de behuizing en coating van de camera beschadigen. ●●Lees bij gebruik van een chemisch behandelde doek de bijgeleverde instructies goed door. 326 SQW0028 Diversen Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Wanneer u de camera lange tijd niet gebruikt ●●Schakel de camera uit voordat u de batterij en de kaart verwijdert. (Zorg dat de batterij is verwijderd om schade door diepontlading te voorkomen.) ●●Laat de camera niet in aanraking komen met rubberen of plastic zakken. ●●Bij bewaren in een lade en dergelijke altijd samen opbergen met een drogingsmiddel (silicagel). Bewaar batterijen op een koele (15 °C tot en met 25 °C), droge plaats (40%RH - 60%RH), zonder grote temperatuurschommelingen. ●●Laad de batterij eens per jaar op en laat deze een keer volledig leeg lopen voordat u deze weer bewaart. Geheugenkaarten ●●Schade voorkomen aan kaarten en gegevens ••Voorkom hoge temperaturen, rechtstreeks zonlicht, elektromagnetische golven en statische elektriciteit. ••Laat de camera niet buigen, vallen en stel deze niet bloot aan ernstige schokken. ••Raak de aansluitingen op de achterzijde van de kaart niet aan en laat deze niet vuil of nat worden. ●●Opgenomen gegevens kunnen beschadigd of verloren raken als de camera defect raakt als gevolg van onjuiste behandeling. Panasonic is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van verlies van opgenomen gegevens. ●●Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/inlevert ••Wanneer u de functies "formatteren" of "verwijderen" op uw camera of computer gebruikt, worden alleen de bestandsbeheergegevens gewijzigd, maar worden de gegevens zelf niet volledig van de geheugenkaart verwijderd. Wanneer u uw geheugenkaarten verwijdert of inlevert, raden wij u aan deze te vernietigen of in de handel verkrijgbare software voor het wissen van computergegevens te gebruiken om de gegevens volledig van de kaart te verwijderen. Ga verantwoordelijk om met de gegevens op geheugenkaarten. Scherm/zoeker ●●Druk niet hard op het scherm. Hierdoor kunt u ongelijkmatig beeld krijgen en kan het scherm beschadigd raken. ●●In koude klimaten of in andere omstandigheden waarin de camera koud wordt, kan het scherm of de zoeker direct na het inschakelen van de camera iets donkerder zijn dan normaal. De normale helderheid keert terug wanneer de interne onderdelen zijn opgewarmd. Het scherm en de zoeker zijn gemaakt met extreem hoge precisietechnologie. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw of groen) op het scherm zichtbaar zijn. Dit is geen storing. De schermen van het scherm en de zoeker worden geregeld met extreem hoge precisie, maar sommige pixels kunnen inactief zijn. De spikkeltjes zullen niet worden geregistreerd op de beelden die worden opgeslagen op de geheugenkaart. 327 SQW0028 Diversen Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. Deze batterij is gevoelig voor temperaturen en vochtigheid en dit wordt erger bij hoge of lage temperaturen. ●●De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het batterijgebruik. Het opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij al lang niet meer is gebruikt. ●●Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm. ●●De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is opgeladen. ●●Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker liggen. Anders bestaat er kans op brand en/of elektrische schokken vanwege kortsluiting of de vrijkomende hitte. ●●Al te vaak opladen van de batterij wordt niet aanbevolen. (Erg vaak opladen van een batterij vermindert de maximale gebruiksduur en kan de batterij doen uitzetten.) ●●Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij. ●●Bij het opladen: ••Maak de batterijaansluitingen schoon met een droge doek. ••Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie veroorzaken). ●●Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen zijn beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan veroorzaken). Oplader ●●Afhankelijk van de omgeving tijdens het opladen kan het oplaadlampje knipperen als gevolg van statische elektriciteit of elektromagnetische straling enzovoort. Dit heeft geen effect op het opladen. ●●Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie veroorzaken). ●●De oplader kan een zoemend geluid voortbrengen als deze wordt gebruikt. Dit is geen storing. ●●Haal na gebruik altijd de stekker uit het stopcontact. (Er wordt een klein beetje stroom verbruikt als u deze op het stopcontact aangesloten houdt.) ●●Houd de aansluitpunten van de oplader en de batterij schoon. Reinig deze met een droge doek als ze vuil worden. 328 SQW0028 Diversen Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Lens ●●De beelden kunnen enigszins wit lijken als de lens vuil is (vingerafdrukken enzovoort). Schakel de camera in, houd de uitgeschoven lensbuis met uw vingers vast en veeg het lensoppervlak voorzichtig af met een zachte, droge doek. ●●Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief ●●Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn. (Hierdoor kunnen de camera, het schroefgat of het label beschadigd raken.) ●●Zorg ervoor dat het statief stabiel staat. (Lees de handleiding bij het statief.) ●●U kunt mogelijk de kaart of de batterij niet verwijderen als u een driepoot- of eenpootstatief gebruikt. Persoonlijke gegevens Om uw persoonlijke gegevens te beschermen, raden wij u aan een Wi-Fi-wachtwoord in te stellen. (→273) Als namen of geboortedatums zijn ingesteld in de [Profiel instellen]-modus of met de [Gezicht herk.]-functie, houd er dan rekening mee dat de camera en de opgenomen beelden persoonlijke informatie bevatten. ●●Aansprakelijkheid ••Gegevens met persoonlijke informatie zouden kunnen worden aangetast of verloren kunnen gaan door storingen, statische elektriciteit, ongelukjes, defecten, reparaties of andere voorvallen. Panasonic kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, direct of indirect, die voortvloeit uit aantasting of verlies van gegevens met persoonlijke informatie. ●●Bij het verzoeken om reparatie of de overdracht/wegdoen van de camera ••Nadat u de persoonlijke informatie hebt genoteerd, dient u [Wi-Fi resetten]/[Verwijder account] uit te voeren om gegevens te verwijderen die persoonlijke informatie bevatten zoals de instellingen voor verbinding met het draadloze LAN die u in dit apparaat geregistreerd of ingesteld hebt. (→51, 262) ••Ter bescherming van uw persoonlijke informatie verzoeken wij u de instellingen alle terug te stellen. (→50) ••Verwijder de geheugenkaart uit de camera. ••Wanneer u de camera terugkrijgt na reparatie, kunnen instellingen zijn teruggezet op in de oorspronkelijke stand bij aankoop. ••Als de bovenstaande ingrepen niet mogelijk blijken vanwege een storing in de camera, raadpleegt u dan het verkooppunt of de dichtstbijzijnde onderhoudsdienst. ●●Zie voor inlevering/verwijdering van geheugenkaarten "Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/inlevert" in het vorige gedeelte. (→327) ●●Beelden naar Web-services uploaden ••Beelden kunnen persoonlijke informatie bevatten die kan worden gebruikt om de gebruiker te identificeren, zoals titels, opnamedatums en -tijden en locatiegegevens. Voordat u de beelden naar webservices laadt, dient u de beelden zorgvuldig te controleren op informatie die niet openbaar mag worden gemaakt. 329 SQW0028 Diversen Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik ●●SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. ●●HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen. ●●HDAVI Control™ is een handelsmerk van Panasonic Corporation. ●●“AVCHD”, “AVCHD Progressive” en het “AVCHD Progressive” logo zijn handelsmerken van Panasonic Corporation en Sony Corporation. ●●Geproduceerd onder licentie van Dolby Laboratories. Dolby en het dubbele-D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. ●●Adobe is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. ●●Pentium is een handelsmerk van Intel Corporation in de VS en/of andere landen. ●●Windows en Windows Vista zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. ●●iMovie, Mac en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. ●●iPad, iPhone en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. ●●App Store is een servicemerk van Apple Inc. ●●Android en Google Play zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Google Inc. ●●Het Wi-Fi CERTIFIED™-logo is een keurmerk van Wi-Fi Alliance®. ●●Het Wi-Fi Protected Setup™-identificatiemerk is een keurmerk van Wi-Fi Alliance®. ●●“Wi-Fi®” en “Wi-Fi Direct®” zijn gedeponeerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance®. ●●“Wi-Fi Protected Setup™”, “WPA™” en “WPA2™” zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance®. ●●DLNA, the DLNA Logo and DLNA CERTIFIED are trademarks, service marks, or certification marks of the Digital Living Network Alliance. ●●QR Code is een gedeponeerd handelsmerk van DENSO WAVE INCORPORATED. ●●Dit product maakt gebruik van “DynaFont” van DynaComware Corporation. DynaFont is een geregistreerd handelsmerk van DynaComware Taiwan Inc. ●●Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven. 330 SQW0028 Diversen Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Dit product is gemachtigd onder de AVC-octrooimachtiging voor persoonlijk, niet-commercieel gebruik voor een consument om (i) video-opnamen te coderen in overeenstemming met de AVCnormen (“AVC Video”) en/of (ii) AVC Video-opnamen te decoderen die gecodeerd werden door een consument voor persoonlijke, niet-commerciële doeleinden en/of verkregen werden van een videoleverancier die gemachtigd is tot levering van AVC Video. Er is geen machtiging verleend of bedoeld voor enig ander gebruik. Aanvullende informatie is te verkrijgen van de MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com. 331 SQW0028 Diversen Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik In dit product is de volgende software opgenomen: (1) de software die onafhankelijk door of voor Panasonic Corporation is ontwikkeld, (2) de software die het eigendom is van derden en in licentie is gegeven aan Panasonic Corporation en/of (3) open-source-software De software die als (3) gecategoriseerd is, wordt gedistribueerd in de hoop dat deze nuttig is, maar ZONDER ENIGE GARANTIE, zelfs zonder de impliciete garantie van VERKOOPBAARHEID of GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Raadpleeg de uitgebreide algemene voorwaarden van deze software door [MENU/SET] → [Set-up] → [Versie disp.] → [Software info] te selecteren. Het ontdoen van oude apparatuur en batterijen. Enkel voor de Europese Unie en landen met recycle systemen. Deze symbolen op de producten, verpakkingen en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet samen mogen worden weggegooid met de rest van het huishoudelijk afval. Voor een juiste verwerking, hergebruik en recycling van oude producten en batterijen, gelieve deze in te leveren bij de desbetreffende inleverpunten in overeenstemming met uw nationale wetgeving. Door ze op de juiste wijze weg te gooien, helpt u mee met het besparen van kostbare hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve effecten op de volksgezondheid en het milieu. Voor meer informatie over inzameling en recycling kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente. Afhankelijk van uw nationale wetgeving kunnen er boetes worden opgelegd bij het onjuist weggooien van dit soort afval. Let op: het batterij symbool (Onderstaand symbool). Dit symbool kan in combinatie met een chemisch symbool gebruikt worden. In dit geval volstaan de eisen, die zijn vastgesteld in de richtlijnen van de desbetreffende chemische stof. 332 SQW0028
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332

Panasonic DMCLX100 de handleiding

Type
de handleiding