BLACK+DECKER GK1940 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
37
NEDERLANDS
NEDERLANDS
Beoogd gebruik
Uw Black & Decker kettingzaag is ontwikkeld voor het
snoeien en vellen van bomen en het zagen van blokken.
Dit gereedschap is uitsluitend bedoeld voor
consumentengebruik.
Algemene veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Lees alle voorschriften. Wanneer de volgende
voorschriften niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Het hierna gebruikte begrip 'elektrisch gereedschap' heeft
betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op de
netspanning (met netsnoer) of op een accu (snoerloos).
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN GOED.
1. Werkomgeving
a. Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd. Een
rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen
leiden.
b. Gebruik elektrisch gereedschap niet in een omgeving met
explosiegevaar, zoals in de nabijheid van brandbare
vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap
veroorzaakt vonken die het stof of de dampen tot ontsteking
kunnen brengen.
c. Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van
elektrisch gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt
afgeleid, kunt u de controle over het gereedschap verliezen.
2. Elektrische veiligheid
a. De netstekker van het gereedschap moet in het stopcontact
passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd.
Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende
stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok.
b. Vermijd aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld buizen, verwarmingen,
fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico voor
een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is.
c. Houd het gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het
binnendringen van water in het elektrische gereedschap
vergroot het risico van een elektrische schok.
d. Gebruik het snoer niet voor een verkeerd doel. Gebruik het
snoer niet om het gereedschap te dragen of op te hangen of
om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het
snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen of
bewegende delen. Beschadigde of in de war geraakte
snoeren vergroten het risico van een elektrische schok.
e. Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt,
dient u alleen verlengsnoeren te gebruiken die zijn
goedgekeurd voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een
verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis beperkt
het risico van een elektrische schok.
3. Veiligheid van personen
a. Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te
werk bij het gebruik van elektrische gereedschappen.
Gebruik elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of
onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen. Een
moment van onoplettendheid bij het gebruik van het
gereedschap kan leiden tot ernstige verwondingen.
b. Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Draag altijd
een veiligheidsbril. Het dragen van persoonlijke
beschermende uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste
werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming,
afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische
gereedschap, vermindert het risico van verwondingen.
c. Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of de
schakelaar in de uit-stand staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt. Wanneer u bij het dragen van het
gereedschap uw vinger op de schakelaar hebt of wanneer u
het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening
aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d. Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels
voordat u het gereedschap inschakelt. Een
instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het
gereedschap kan tot verwondingen leiden.
e. Reik niet te ver. Zorg er altijd voor dat u stevig staat en in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het gereedschap in
onverwachte situaties beter onder controle houden.
f. Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding
of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de
buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden
en lange haren kunnen door bewegende delen worden
meegenomen.
g. Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te
verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden
gebruikt. Het gebruik van deze voorzieningen beperkt het
gevaar door stof.
4. Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
a. Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw
toepassing het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven
capaciteitsbereik.
b. Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer
kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het
gereedschap weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt
onbedoeld starten van het gereedschap.
38
NEDERLANDS
d. Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten
bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken
door personen die er niet vertrouwd mee zijn en deze
aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische
gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door
onervaren personen worden gebruikt.
e. Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Controleer of
bewegende delen van het gereedschap correct
functioneren en niet klemmen, en of er onderdelen zodanig
zijn gebroken of beschadigd dat de werking van het
gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde
delen repareren voordat u het gereedschap gebruikt. Veel
ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhouden
elektrische gereedschappen.
f. Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon.
Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen
met scherpe snijkanten klemmen minder snel en zijn
gemakkelijker te geleiden.
g. Gebruik elektrische gereedschappen, toebehoren,
inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze
aanwijzingen en zoals voor dit speciale gereedschapstype
is voorgeschreven. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van elektrische
gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen
kan leiden tot gevaarlijke situaties.
5. Service
a. Laat het gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd
en vakkundig personeel en alleen met originele
vervangingsonderdelen. Daarmee wordt de veiligheid van
het gereedschap gewaarborgd.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor de kettingzaag
X Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting
terwijl de kettingzaag in bedrijf is. Controleer voordat u
de kettingzaag start of de zaagketting vrij kan draaien.
Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van de
kettingzaag kan ertoe leiden dat kledingstukken of
lichaamsdelen in de kettingzaag verstrikt raken.
X Houd altijd uw rechterhand op de achterste handgreep
van de kettingzaag en uw linkerhand op de voorste
handgreep. Houd de kettingzaag nooit anders beet,
aangezien hierdoor het gevaar voor lichamelijk letsel
toeneemt.
X Draag een veiligheidsbril en gehoorbeschermers. Ook
beschermende uitrusting voor hoofd, handen, benen en
voeten wordt aanbevolen. Een adequaat beschermende
kleding verkleint eventueel letsel door rondvliegende
snippers of ongewild contact met de zaagketting.
X Gebruik de kettingzaag niet terwijl u zich in een boom
bevindt. Dit kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
X Zorg er altijd voor dat u stevig staat en gebruik de
kettingzaag alleen wanneer u op een stabiel, veilig en
horizontaal vlak staat. Bij gladde of instabiele vlakken
(zoals ladders) kunt u uw evenwicht of de controle over de
kettingzaag verliezen.
X Wees er bedacht op dat takken die onder spanning staan,
kunnen terugveren wanneer u deze doorzaagt. Zodra de
spanning in de houtvezels vrijkomt, kunt u door de tak
worden geraakt en/of de controle over de kettingzaag
verliezen.
X Ga zeer voorzichtig te werk bij het zagen van struikgewas
of jong hout. Het dunne materiaal kan in de zaagketting
vast komen te zitten en naar u toe zwiepen of u uit balans
trekken.
X Draag de kettingzaag aan de voorste handgreep, in
uitgeschakelde toestand en van uw lichaam af gericht.
Plaats altijd de kap over het zwaard als u de kettingzaag
vervoert of bewaart. Een correct gebruik van de
kettingzaag verkleint de kans op een ongewild contact met
de bewegende zaagketting.
X Volg de instructies voor het smeren en spannen van de
ketting, en het vervangen van accessoires nauwgezet op.
Een onjuist gespannen of gesmeerde ketting kan breken en
vergroot de kans op terugslag.
X Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet.
Vette handgrepen zijn glad waardoor u de controle over het
gereedschap kunt verliezen.
X Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet voor
doeleinden waarvoor deze niet bestemd is. Gebruik de
kettingzaag niet voor het zagen van kunststof,
metselwerk of bouwmaterialen die niet van hout zijn.
Gebruik voor andere doeleinden dan waarvoor de
kettingzaag bestemd is, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
Oorzaken en voorkoming van terugslag:
Er kan terugslag optreden wanneer de punt van het zwaard
op een voorwerp stoot of het hout terugveert en de
zaagketting in de zaagsnede klem komt te zitten.
Als de punt een voorwerp raakt, kan het zwaard plotseling
omhoog en naar achter slaan in de richting van uw lichaam.
Wanneer de zaagketting aan de bovenzijde van het zwaard
klem komt te zitten, kan het zwaard snel achterwaarts in de
richting van uw lichaam worden geduwd.
Door deze beide reacties kunt u de controle over de
kettingzaag verliezen en ernstig lichamelijk letsel oplopen.
Vertrouw niet uitsluitend op de ingebouwde
veiligheidsvoorzieningen van de kettingzaag. Als gebruiker
van de kettingzaag kunt u ook zelf het nodige doen om
ongevallen of letsel tijdens de zaagwerkzaamheden te
voorkomen.
39
NEDERLANDS
Terugslag is het gevolg van het verkeerde gebruik of onjuiste
gebruiksomstandigheden van het gereedschap. Met
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder zijn
beschreven, kan terugslag worden voorkomen.
X Zorg voor een stevige grip door uw duimen en vingers om
de handgrepen te sluiten. Houd de kettingzaag met beide
handen vast en houd uw lichaam en armen zodanig dat u
weerstand kunt bieden aan de terugslagkrachten.
Met geschikte voorzorgsmaatregelen kunt u de
terugslagkrachten onder controle houden. Laat de
kettingzaag niet los.
X Reik niet te ver en zaag niet boven schouderhoogte.
Dit voorkomt ongewild contact met de punt en zorgt ervoor
dat u de kettingzaag in onverwachte situaties beter onder
controle kunt houden.
X Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen
vervangingsonderdelen. Onjuiste zwaarden en kettingen
kunnen kettingbreuk of terugslag veroorzaken.
X Volg voor de zaagketting de slijp- en
onderhoudsinstructies van de fabrikant. Verkleining van
de dieptemaat kan tot meer terugslag leiden.
Veiligheidsaanbevelingen voor de kettingzaag
X Onervaren gebruikers wordt sterk aangeraden een ervaren
gebruiker om praktische instructies over het gebruik van de
kettingzaag en veiligheidsuitrusting te vragen. De eerste
ervaringen kunnen het beste worden opgedaan met het
zagen van stammen op een zaagbok of montageframe.
X Draag de kettingzaag uitsluitend met geactiveerde
kettingrem.
X Onderhoud uw kettingzaag als u deze niet gebruikt. Berg de
kettingzaag niet op zonder dat u eerst de ketting en het
zwaard uit de zaag hebt verwijderd en ondergedompeld in
olie hebt bewaard. Bewaar alle onderdelen van uw
kettingzaag op een droge, veilige plaats, buiten bereik van
kinderen.
X Laat het oliereservoir leeglopen voordat u de kettingzaag
opbergt.
X Zorg dat u stevig staat en zoek van tevoren naar een veilige
uitweg voor vallende bomen of takken.
X Maak gebruik van wiggen om controle te houden over het
kapproces en om te voorkomen dat de ketting en het
zwaard in de zaagsnede vast komen te zitten.
X Onderhoud de zaagketting. Houd de zaagketting scherp en
zorg dat deze stevig tegen het zwaard ligt. Zorg dat de
zaagketting en het zwaard schoon en goed geolied zijn.
Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet.
Terugslag kan worden veroorzaakt door:
X Het per ongeluk raken van takken of andere voorwerpen
met de punt van de zaag, terwijl de zaagketting in
beweging is.
X Het raken van metaal, cement of andere harde materialen
in of in de buurt van het hout.
X Een botte of losse ketting.
X Het zagen boven schouderhoogte.
X Gebrek aan aandacht bij het vasthouden of leiden van de
kettingzaag tijdens het zagen.
X Te hoog reiken. Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding
en reik niet te ver.
X Steek de zaag niet in een vorige zaagsnede. Dit kan een
terugslag veroorzaken. Maak elke keer een nieuwe
zaagsnede.
X Gebruik geen kettingzaag als u zich in een boom, op een
ladder of op een ander onstabiel oppervlak bevindt. Als u
dit wel doet, dient u te beseffen dat deze posities extreem
gevaarlijk zijn.
X Bij het zagen van een tak die onder spanning staat, moet u
er rekening mee houden dat deze kan terugspringen. Zorg
dat u dan niet geraakt wordt.
Zaag niet:
X In geprepareerd hout.
X In de grond.
X In gaasafrasteringen, spijkers, enz.
X In kort struikgewas of jong hout, want dun materiaal kan in
de zaagketting vast komen te zitten en naar u toe zwiepen
of u uit balans trekken.
X Gebruik de kettingzaag niet boven schouderhoogte.
X Zorg dat er iemand in de buurt (maar op veilige afstand) is
voor het geval er zich een ongeluk voordoet.
X Zorg dat de kettingzaag niet meer op de netspanning is
aangesloten wanneer u de zaagketting om bepaalde
redenen moet aanraken.
X Het geluidsniveau van dit product kan meer dan 85 dB(A)
bedragen.
X Het is daarom raadzaam om adequate maatregelen te
nemen om uw gehoor te beschermen.
Uw gereedschap is voorzien van de volgende
waarschuwingssymbolen:
Lees deze handleiding zorgvuldig door.
Gebruik uw zaag niet in natte
omstandigheden en stel deze niet bloot
aan regen.
Draag altijd oor- en oogbescherming.
Controleer de kettingspanning na elke
10 minuten gebruik. Stel de ketting af
op een speling van 3 mm.
40
NEDERLANDS
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat
u een beschadigd snoer inspecteert. Gebruik de
kettingzaag niet als de kabel is beschadigd.
Het geluidsniveau van dit product kan meer dan
85 dB(A) bedragen.
Elektrische veiligheid
Dit gereedschap is dubbel geïsoleerd; een
aardaansluiting is daarom niet noodzakelijk.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt
met de waarde op het typeplaatje.
Aanvullende veiligheidsinstructies
X Dit apparaat mag niet zonder supervisie worden gebruikt
door jonge of lichamelijk zwakke mensen. Houd toezicht op
kinderen om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat
gaan spelen.
X Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden vervangen
door de fabrikant of een Black & Decker-servicecentrum om
gevaren te voorkomen.
Bescherming tegen elektrische schok.
X Vermijd aanraking met geaarde oppervlakken (bijv. metalen
relingen, lantaarnpalen, enz.). Verhoog de elektrische
veiligheid eventueel verder met behulp van een
hooggevoelige (30 mA/30 mS) reststroomschakelaar (RCD).
Waarschuwing! Ondanks een dergelijke schakelaar of andere
stroomonderbreker moeten de veiligheidsinstructies en -
procedures uit deze gebruikersaanwijzing overigens nog steeds
worden opgevolgd.
Onderdelen
1. Aan/uit-schakelaar
2. Ontgrendelingsknop
3. Oliedop
4. Beschermkap/kettingrem
5. Stelschroef voor kettingspanning
6. Ketting
7. Zwaard
8. Beschermkap
9. Knop van kettingbeschermer
10. Kettingbeschermer
11. Oliepeilaanwijzer
MONTAGE
Ketting oliën (fig. A)
Als u een nieuwe ketting (6) voor de eerste keer gebruikt,
moet u deze oliën. Haal de nieuwe ketting (6) uit de plastic
zak en week deze minimaal één uur in kettingolie voordat u
deze gebruikt. Gebruik Black & Decker kettingolie.
Het is raadzaam om tijdens de levensduur van uw
kettingzaag slechts één merk olie te gebruiken, omdat
mengsels van verschillende oliën de kwaliteit van de olie
kunnen verslechteren waardoor de zaagketting veel korter
meegaat.
Gebruik nooit afvalolie, dikke olie of zeer dunne
naaimachineolie. Deze kunnen uw kettingzaag beschadigen.
Zwaard en ketting bevestigen (fig. A - F)
Waarschuwing! Draag altijd beschermende
handschoenen wanneer u aan de kettingzaag
werkt.
X Plaats de kettingzaag op een stabiele ondergrond.
X Draai de knop (9) van de kettingbeschermer los en
verwijder deze (fig. A).
X Plaats de beschermkap in stand (fig. C).
X Verwijder de kettingbeschermer (10).
X Plaats de ketting (6) over het zwaard (7) en zorg ervoor dat
de zaagtanden aan de bovenkant van het zwaard (7) naar
voren wijzen (fig. B).
X Leid de ketting (6) om het zwaard (7) en trek deze aan zodat
aan de achterkant van het zwaard (7) een lus naar één zijde
ontstaat.
X Plaats de ketting (6) en het zwaard (7) op de kettingzaag.
Leid de ketting (6) om het aandrijfkettingwiel (12). Plaats
het zwaard (7) op de noppen (13). Zorg ervoor dat de
schuifpen (14) van de knop goed in het spanningsgat (15) zit
(fig. E).
X Zorg ervoor dat de kettingrem (4) zich in de instelstand
bevindt voordat u deze opnieuw aanbrengt (fig. C).
X Plaats de kettingbeschermer (10) op de kettingzaag.
X Breng de knop van de kettingbeschermer (9) aan en draai
deze handvast aan.
X Draai de stelschroef voor de kettingspanning (5) (fig.E)
rechtsom totdat de ketting (6) strak staat. Controleer of de
ketting (6) netjes rondom het zwaard (7) zit. Stel deze niet
te strak af.
X Draai de knop van de kettingbeschermer (9) aan.
!
!
41
NEDERLANDS
Kettingspanning controleren en afstellen (fig. E & G)
X Voor gebruik, en na iedere 10 minuten gebruik, dient u de
kettingspanning te controleren.
X Trek licht aan de ketting (6) (zie de inzet van fig. G). De
spanning is juist als de ketting (6) terugspringt nadat u deze
3 mm van het zwaard (7) af hebt getrokken. De ketting (6)
mag niet "doorzakken" aan de onderzijde van het
zwaard (7).
Opmerking: Stel de ketting (6) niet te strak af. Dit leidt tot
overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard
(7) en de ketting (6).
Opmerking: Wanneer de ketting (6) nieuw is, moet u de
spanning tijdens de eerste 2 gebruiksuren regelmatig (na
ontkoppeling van de netspanning) controleren, aangezien
een nieuwe ketting (6) enigszins uitzet.
Verhoog de spanning als volgt:
X Draai de stelschroef voor de kettingspanning (5a)
rechtsom.
Oliereservoir vullen (fig. F)
X Verwijder de oliedop (3) en vul het reservoir met de
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met
de oliepeilindicator (11). Plaats de oliedop (3) terug.
X Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens de
oliepeilindicator (11). Neem de stekker van de kettingzaag
uit het stopcontact en vul het reservoir met de juiste olie bij
zodra de indicator op minder dan een kwart staat.
Automatische kettingrem (fig. C)
X Dit gereedschap is uitgerust met een automatische
kettingrem (4), die de ketting (6) binnen 150 ms stopt
wanneer u de achterste trekker loslaat of wanneer er een
terugslag optreedt. Test de kettingrem (4) voor elk gebruik.
Kettingrem afstellen (fig. C)
X Zorg dat het gereedschap niet op de netspanning is
aangesloten.
X Trek de beschermkap/kettingrem (4) naar achter in de
instelstand (fig. C).
Het gereedschap is nu klaar voor gebruik.
Werking van de kettingrem tegen terugslag
Bij een terugslag komt uw linkerhand in aanraking met de
beschermkap en drukt deze naar voren in de richting van het
werkstuk. Het gereedschap stopt binnen 150 ms.
Werking van de vertragingskettingrem
De beschermkap/kettingrem (4) wordt geactiveerd wanneer
de beschermkap naar voren wordt gedrukt. Dit kan
handmatig met de achterkant van uw hand of door het eigen
gewicht gebeuren. De vertragingskettingrem wordt
geactiveerd bij een sterke terugslag, bijvoorbeeld wanneer
de ketting (6) op metaal stoot. Het voordeel hierbij is dat dit
zelfs gebeurt wanneer de hand van de gebruiker niet met de
beschermkap in aanraking komt, d.w.z. wanneer de
kettingzaag zich in de velstand bevindt.
Vertragingskettingrem testen (fig. C)
X Pak het gereedschap met beide handen stevig vast terwijl
u op een stabiele ondergrond staat. Zorg dat de zaagketting
(6) vrij van de grond is en schakel de zaag in (zie:
"Kettingzaag inschakelen").
X Draai uw linkerhand naar voren rond de voorste handgreep,
zodat de achterzijde van uw hand met de beschermkap/
kettingrem (4) in aanraking komt en deze naar voren, in de
richting van het werkstuk duwt (fig. C). De zaagketting (6)
moet binnen enkele fracties van een seconde stoppen.
Deactiveer de beschermkap/kettingrem (4) na activering als
volgt:
X Volg de instructies in het gedeelte "Kettingrem afstellen".
Opmerking: U kunt de zaag pas inschakelen als de
beschermkap/kettingrem (4) weer in de instelpositie
staat.
Opmerking: Start de zaag pas opnieuw als de motor volledig
tot rust is gekomen.
Opmerking: Als de zaagketting (6) niet direct tot stilstand
komt, geeft dit aan dat de ketting moet worden gespannen
(zie: "Zwaard en ketting bevestigen").
Kettingzaag inschakelen (fig. F)
X Grijp uw kettingzaag met beide handen stevig vast. Druk de
ontgrendelingsknop (2) naar voren en druk vervolgens op de
aan/uit-schakelaar (1) om te starten.
X Neem uw duim van de vergrendelingsknop (2) en grijp de
handgreep stevig vast zodra de motor is gestart.
Oefen geen druk uit op het gereedschap, maar laat de
zaagketting zijn werk doen.
De zaag werkt beter en veiliger op de snelheid waarvoor
deze is ontworpen. Bij te veel kracht kan de zaagketting (6)
uitrekken.
Als de zaagketting (6) of het zwaard (7) vast komt te zitten:
X Schakel het gereedschap uit.
X Koppel het gereedschap los van de netspanning.
X Open de snede met wiggen om de spanning van het zwaard
(7) weg te nemen. Probeer de kettingzaag niet los te
wrikken. Begin met een nieuwe zaagsnede.
Vellen (fig. H - J)
Onervaren gebruikers kunnen beter niet proberen om bomen
te vellen. Er kan letsel of materiële schade optreden als de
boom in de verkeerde richting valt of versplintert, of als er
beschadigde/dode takken tijdens het zagen omlaag vallen.
42
NEDERLANDS
De veilige afstand tussen een te vellen boom en omstanders,
gebouwen en andere objecten is ten minste 2 ½ keer de
hoogte van de boom. Elke omstander en elk gebouw of
voorwerp binnen deze afstand loopt het gevaar om geraakt
te worden door de vallende boom.
Voordat u een boom velt:
X Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het
vellen van de boom verbieden.
X Houd rekening met alle voorwaarden die van invloed
kunnen zijn op de valrichting, waaronder:
X De beoogde valrichting.
X De natuurlijke overhelling van de boom.
X Een verdikking of rotte plek.
X Omstaande bomen en obstakels zoals bovengrondse
kabels en ondergrondse afvoeren.
X De richting en kracht van de wind.
Plan van tevoren een veilige uitweg, uit de buurt van
vallende bomen of takken. Zorg dat de vluchtweg vrij is van
obstakels die u kunnen hinderen. Onthoud dat nat gras en
pas gesnoeide schors glad is.
Vel geen bomen waarvan de stamdiameter groter is dan de
zaaglengte van de kettingzaag.
Maak een inkeping om de valrichting te bepalen.
Maak hiervoor aan de voet van de boom haaks op de vallijn
een horizontale snede tot een diepte van 1/5e tot 1/3e van
de stamdiameter (fig. H). Maak vervolgens van bovenaf
onder een hoek van circa 45° een tweede snede die het
einde van de eerste snede kruist en zo de inkeping vormt.
Maak hierna vanaf de andere zijde 2,5 tot 5 centimeter
boven het centrum van deze inkeping een enkele horizontale
snede (fig. I). Zaag niet helemaal tot aan de inkeping,
aangezien u hierdoor de controle over de valrichting kunt
verliezen.
Sla een of meer wiggen in de zaagsnede om deze te openen
en de boom om te laten vallen (fig. J).
Bomen snoeien
Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het
snoeien van de boomtakken verbieden. Snoei alleen als u al
wat meer ervaring met de zaag hebt opgedaan. Hierbij
bestaat namelijk een grotere kans dat de zaagketting klem
komt te zitten en terugslaat.
Houd vóór het snoeien rekening met alle voorwaarden die de
valrichting kunnen beïnvloeden, waaronder:
X De lengte en het gewicht van de te zagen tak.
X Een verdikking of rotte plek.
X Andere bomen of obstakels zoals bovengrondse kabels.
X De richting en kracht van de wind.
X Vervlechtingen van de tak met andere takken.
Houd rekening met de toegankelijkheid van de tak en de
valrichting. Takken hebben de neiging om naar de boomstam
te zwaaien. Behalve de gebruiker loopt elke omstander, elk
object of elk gebouw onder de tak gevaar.
Maak ter voorkoming van versplintering de opwaartse eerste
snede tot een diepte van maximaal éénderde van de
takdiameter. Maak vervolgens een neerwaartse tweede
snede tot aan de eerste.
Blokken zagen (fig. K, L & M)
De manier van zagen is afhankelijk van de ondersteuning van
het blok. Maak zo mogelijk gebruik van een zaagbok. Begin
een zaagsnede altijd terwijl de zaagketting (6) draait en de
gekartelde stootrand (17) het hout raakt (fig. K). Maak met de
gekartelde stootrand draaibewegingen tegen het hout.
Bij ondersteuning over de volle lengte:
X Zaag in neerwaartse richting, maar zorg dat u de grond niet
raakt, want hierdoor wordt uw zaag snel bot.
Bij ondersteuning aan beide uiteinden:
X Zaag eerst tot eenderde omlaag om versplintering te
voorkomen en vervolgens nogmaals tot aan de eerste
snede.
Bij ondersteuning aan één uiteinde:
X Zaag eerst tot eenderde omhoog en vervolgens omlaag om
versplintering te voorkomen.
Zagen op een helling (fig. L):
X Ga altijd heuvelopwaarts van het werk staan.
Bij gebruik van een zaagbok (fig. M):
Het wordt sterk aanbevolen om indien mogelijk een zaagbok
te gebruiken.
X Plaats het blok in een stabiele positie. Zaag altijd aan de
buitenkant van de armen van de zaagbok. Zet het werkstuk
met klemmen of riemen vast.
Zet het werkstuk met klampen of wiggen vast als u het blok
op de grond wilt zagen. Ga niet op het blok staan of zitten om
het blok stabiel te houden. Vraag dit ook niet aan anderen.
Zorg ervoor dat de zaagketting de grond niet raakt.
Onderhoud
Wanneer u de zaag regelmatig onderhoudt, kunt u deze lang
gebruiken. Controleer regelmatig de volgende zaken.
Oliepeil
Het peil in het reservoir mag niet onder een kwart komen.
43
NEDERLANDS
Zaagketting en zwaard (fig. G)
X Verwijder telkens na enkele uren gebruik de zaagketting (6)
en het zwaard (7), en reinig deze grondig.
X Wanneer u de onderdelen weer monteert, moet het zwaard
(7) 180° worden gedraaid en moet de neus van het
aandrijfkettingwiel via het tandwielsmeergat (16) worden
gesmeerd. Hierdoor wordt de slijtage gelijkmatig over de
zwaardrails verdeeld.
Zaagketting slijpen
Voor optimale prestaties van het gereedschap moet u de
tanden van de zaagketting scherp houden. Richtlijnen voor
deze procedure vindt u op de verpakking van de slijper. Wij
raden u aan de Black & Decker kettingslijpset aan te
schaffen (verkrijgbaar bij servicecentra van Black & Decker
en geselecteerde dealers).
Versleten ketting vervangen
Reservekettingen zijn verkrijgbaar in de detailhandel of bij
Black & Decker servicecentra. Gebruik alleen
reserveonderdelen van Black & Decker.
Scherpte van zaagketting
De zaagtanden worden direct bot als deze tijdens het zagen
de grond of een spijker raken.
Spanning van zaagketting
Controleer regelmatig de kettingspanning.
Reparatie van de kettingzaag
Uw kettingzaag voldoet aan de geldende veiligheidseisen.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
bevoegde vakmensen en met behulp van originele
reserveonderdelen. Niet-naleving van deze regel kan
aanzienlijk gevaren voor de gebruiker opleveren. Bewaar
deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats.
Netstekker vervangen (alleen V.K. & Ierland)
Als er een nieuwe netstekker moet worden aangebracht:
X Gooi de oude stekker op verantwoorde wijze weg.
X Verbind de bruine draad met de spannings-/fasepool in de
nieuwe stekker.
X Verbind de blauwe draad met de nul-/neutraalpool.
Waarschuwing! De aardepool hoeft niet te worden
aangesloten. Volg de bevestigingsinstructies die met
hoogwaardige stekkers wordt meegeleverd. Aanbevolen
zekering: 10 A.
Milieu
Mocht u op een dag constateren dat het
gereedschap aan vervanging toe is of dat u het
gereedschap niet meer nodig hebt, houdt u dan
rekening met het milieu. Black & Decker-
servicecentra zijn bereid oude Black & Decker-machines in te
nemen en ervoor te zorgen dat deze op milieuvriendelijke
wijze worden afgevoerd.
Gescheiden inzameling van gebruikte producten
en verpakkingsmaterialen maakt het mogelijk
materialen te recycleren en opnieuw te
gebruiken. Hergebruik van gerecycleerde
materialen zorgt voor minder milieuvervuiling en
dringt de vraag naar grondstoffen terug.
Plaatselijke verordeningen kunnen voorzien in gescheiden
inzameling van huishoudelijke elektrische producten via
gemeentelijke stortplaatsen of via de leverancier bij wie u
een nieuw product aanschaft.
Black & Decker biedt de mogelijkheid tot het recyclen van
afgedankte Black & Decker-producten. Om gebruik te maken
van deze service, dient u het product naar een van onze
servicecentra te sturen, die de inzameling voor ons
verzorgen.
U kunt het adres van het dichtstbijzijnde servicecentrum
opvragen via de adressen op de achterzijde van deze
handleiding. U kunt ook een lijst van onze servicecentra en
meer informatie over onze klantenservice vinden op het
volgende internetadres: www.2helpU.com.
44
NEDERLANDS
Technische gegevens
Ontwerpregistratienr voor Europese Gemeenschap
000417274-0001
EG-conformiteitsverklaring
GK1730, GK1735, GK1740, GK1930, GK1935, GK1940
Black & Decker verklaart dat deze producten in
overeenstemming zijn met:
98/37/EG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, 2002/96/EG, 2002/95/EG,
EN 50144, EN 55014, EN61000, EN60745
2000/14/EG, Kettingzaag _ 1600 w, Bijlage V
Niveau van de geluidsdruk, gemeten volgens 2000/14/EG:
LpA (geluidsdruk) 94.2 dB(A)
LWA (geluidsvermogen) 105.2 dB(A)
LWA (gegarandeerd) 104 dB(A)
Draag altijd gehoorbeschermers als de geluidsdruk meer dan
85 dB (A) bedraagt.
Gewogen waarde van hand-arm-trilling, gemeten volgens EN
60745:
3.5 m/sec
2
Kevin Hewitt
Director of Consumer Engineering
Spennymoor, County Durham
DL16 6JG,
Verenigd Koninkrijk
31-10-2006
Garantie
Black & Decker heeft vertrouwen in zijn producten en biedt
een uitstekende garantie. Deze garantiebepalingen vormen
een aanvulling op uw wettelijke rechten en beperken deze
niet. De garantie geldt in de lidstaten van de Europese Unie
en de Europese Vrijhandelsassociatie.
Mocht uw Black & Decker product binnen 24 maanden na de
datum van aankoop defect raken ten gevolge van materiaal-
of constructiefouten, dan garanderen wij de kosteloze
vervanging van defecte onderdelen, de reparatie van het
product of de vervanging van het product, tenzij:
X Het product is gebruikt voor handelsdoeleinden,
professionele toepassingen of verhuurdoeleinden;
X Het product onoordeelkundig is gebruikt;
X Het product is beschadigd door invloeden van buitenaf of
door een ongeval;
X Reparaties zijn uitgevoerd door anderen dan onze
servicecentra of Black & Decker-personeel.
Om een beroep te doen op de garantie, dient u een
aankoopbewijs te overhandigen aan de verkoper of een van
onze servicecentra. U kunt het adres van het dichtstbijzijnde
servicecentrum opvragen via de adressen op de achterzijde
van deze handleiding. U kunt ook een lijst van onze
servicecentra en meer informatie m.b.t. onze klantenservice
vinden op het volgende internetadres: www.2helpU.com
Meld u aan op onze website www.blackanddecker.nl om te
worden geïnformeerd over nieuwe producten en speciale
aanbiedingen. Verdere informatie over het merk Black &
Decker en onze producten vindt u op
www.blackanddecker.nl.
GK1730 GK1735GK1740GK1930GK1935GK1940
Spanning
(Vac)
230 230 230 230 230 230
Ingangs-
vermogen
(W)
1700 1700 1700 1850 1850 1850
Onbelast
toerental
(min
-1
)
5500 5500 5500 5500 5500 5500
Maximale
lengte
zaagsne-
de (cm)
30 35 40 30 35 40
Olie-in-
houd (ml)
100 100 100 100 100 100
Gewicht
(kg)
5,55 5,65 5,8 5,6 5,7 5,85
Veilig-
heidsklas-
se
II II II II II II

Documenttranscriptie

NEDERLANDS Beoogd gebruik NEDERLANDS Uw Black & Decker kettingzaag is ontwikkeld voor het snoeien en vellen van bomen en het zagen van blokken. Dit gereedschap is uitsluitend bedoeld voor consumentengebruik. Algemene veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! Lees alle voorschriften. Wanneer de volgende voorschriften niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Het hierna gebruikte begrip 'elektrisch gereedschap' heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op de netspanning (met netsnoer) of op een accu (snoerloos). BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN GOED. 1. Werkomgeving a. Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. b. Gebruik elektrisch gereedschap niet in een omgeving met explosiegevaar, zoals in de nabijheid van brandbare vloeistoffen, gassen of stof. Elektrisch gereedschap veroorzaakt vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. c. Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van elektrisch gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het gereedschap verliezen. 2. Elektrische veiligheid a. De netstekker van het gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b. Vermijd aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico voor een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. c. Houd het gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. d. Gebruik het snoer niet voor een verkeerd doel. Gebruik het snoer niet om het gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen of bewegende delen. Beschadigde of in de war geraakte snoeren vergroten het risico van een elektrische schok. e. Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengsnoeren te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een verlengsnoer dat geschikt is voor gebruik buitenshuis beperkt het risico van een elektrische schok. 3. Veiligheid van personen a. Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van elektrische gereedschappen. Gebruik elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het gereedschap kan leiden tot ernstige verwondingen. b. Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Draag altijd een veiligheidsbril. Het dragen van persoonlijke beschermende uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico van verwondingen. c. Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of de schakelaar in de uit-stand staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. Wanneer u bij het dragen van het gereedschap uw vinger op de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. d. Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het gereedschap inschakelt. Een instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot verwondingen leiden. e. Reik niet te ver. Zorg er altijd voor dat u stevig staat en in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. f. Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g. Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van deze voorzieningen beperkt het gevaar door stof. 4. Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap a. Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw toepassing het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik. b. Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het gereedschap weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het gereedschap. 37 NEDERLANDS d. Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet vertrouwd mee zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. e. Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Controleer of bewegende delen van het gereedschap correct functioneren en niet klemmen, en of er onderdelen zodanig zijn gebroken of beschadigd dat de werking van het gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het gereedschap gebruikt. Veel ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhouden elektrische gereedschappen. f. Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel en zijn gemakkelijker te geleiden. g. Gebruik elektrische gereedschappen, toebehoren, inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze aanwijzingen en zoals voor dit speciale gereedschapstype is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan leiden tot gevaarlijke situaties. 5. Service a. Laat het gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt de veiligheid van het gereedschap gewaarborgd. Aanvullende veiligheidsinstructies voor de kettingzaag X Houd alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting terwijl de kettingzaag in bedrijf is. Controleer voordat u de kettingzaag start of de zaagketting vrij kan draaien. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van de kettingzaag kan ertoe leiden dat kledingstukken of lichaamsdelen in de kettingzaag verstrikt raken. X Houd altijd uw rechterhand op de achterste handgreep van de kettingzaag en uw linkerhand op de voorste handgreep. Houd de kettingzaag nooit anders beet, aangezien hierdoor het gevaar voor lichamelijk letsel toeneemt. X Draag een veiligheidsbril en gehoorbeschermers. Ook beschermende uitrusting voor hoofd, handen, benen en voeten wordt aanbevolen. Een adequaat beschermende kleding verkleint eventueel letsel door rondvliegende snippers of ongewild contact met de zaagketting. X Gebruik de kettingzaag niet terwijl u zich in een boom bevindt. Dit kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. 38 X X X X X X X Zorg er altijd voor dat u stevig staat en gebruik de kettingzaag alleen wanneer u op een stabiel, veilig en horizontaal vlak staat. Bij gladde of instabiele vlakken (zoals ladders) kunt u uw evenwicht of de controle over de kettingzaag verliezen. Wees er bedacht op dat takken die onder spanning staan, kunnen terugveren wanneer u deze doorzaagt. Zodra de spanning in de houtvezels vrijkomt, kunt u door de tak worden geraakt en/of de controle over de kettingzaag verliezen. Ga zeer voorzichtig te werk bij het zagen van struikgewas of jong hout. Het dunne materiaal kan in de zaagketting vast komen te zitten en naar u toe zwiepen of u uit balans trekken. Draag de kettingzaag aan de voorste handgreep, in uitgeschakelde toestand en van uw lichaam af gericht. Plaats altijd de kap over het zwaard als u de kettingzaag vervoert of bewaart. Een correct gebruik van de kettingzaag verkleint de kans op een ongewild contact met de bewegende zaagketting. Volg de instructies voor het smeren en spannen van de ketting, en het vervangen van accessoires nauwgezet op. Een onjuist gespannen of gesmeerde ketting kan breken en vergroot de kans op terugslag. Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet. Vette handgrepen zijn glad waardoor u de controle over het gereedschap kunt verliezen. Zaag uitsluitend hout. Gebruik de kettingzaag niet voor doeleinden waarvoor deze niet bestemd is. Gebruik de kettingzaag niet voor het zagen van kunststof, metselwerk of bouwmaterialen die niet van hout zijn. Gebruik voor andere doeleinden dan waarvoor de kettingzaag bestemd is, kan leiden tot gevaarlijke situaties. Oorzaken en voorkoming van terugslag: Er kan terugslag optreden wanneer de punt van het zwaard op een voorwerp stoot of het hout terugveert en de zaagketting in de zaagsnede klem komt te zitten. Als de punt een voorwerp raakt, kan het zwaard plotseling omhoog en naar achter slaan in de richting van uw lichaam. Wanneer de zaagketting aan de bovenzijde van het zwaard klem komt te zitten, kan het zwaard snel achterwaarts in de richting van uw lichaam worden geduwd. Door deze beide reacties kunt u de controle over de kettingzaag verliezen en ernstig lichamelijk letsel oplopen. Vertrouw niet uitsluitend op de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van de kettingzaag. Als gebruiker van de kettingzaag kunt u ook zelf het nodige doen om ongevallen of letsel tijdens de zaagwerkzaamheden te voorkomen. NEDERLANDS Terugslag is het gevolg van het verkeerde gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van het gereedschap. Met geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder zijn beschreven, kan terugslag worden voorkomen. X Zorg voor een stevige grip door uw duimen en vingers om de handgrepen te sluiten. Houd de kettingzaag met beide handen vast en houd uw lichaam en armen zodanig dat u weerstand kunt bieden aan de terugslagkrachten. Met geschikte voorzorgsmaatregelen kunt u de terugslagkrachten onder controle houden. Laat de kettingzaag niet los. X Reik niet te ver en zaag niet boven schouderhoogte. Dit voorkomt ongewild contact met de punt en zorgt ervoor dat u de kettingzaag in onverwachte situaties beter onder controle kunt houden. X Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Onjuiste zwaarden en kettingen kunnen kettingbreuk of terugslag veroorzaken. X Volg voor de zaagketting de slijp- en onderhoudsinstructies van de fabrikant. Verkleining van de dieptemaat kan tot meer terugslag leiden. Veiligheidsaanbevelingen voor de kettingzaag Onervaren gebruikers wordt sterk aangeraden een ervaren gebruiker om praktische instructies over het gebruik van de kettingzaag en veiligheidsuitrusting te vragen. De eerste ervaringen kunnen het beste worden opgedaan met het zagen van stammen op een zaagbok of montageframe. X Draag de kettingzaag uitsluitend met geactiveerde kettingrem. X Onderhoud uw kettingzaag als u deze niet gebruikt. Berg de kettingzaag niet op zonder dat u eerst de ketting en het zwaard uit de zaag hebt verwijderd en ondergedompeld in olie hebt bewaard. Bewaar alle onderdelen van uw kettingzaag op een droge, veilige plaats, buiten bereik van kinderen. X Laat het oliereservoir leeglopen voordat u de kettingzaag opbergt. X Zorg dat u stevig staat en zoek van tevoren naar een veilige uitweg voor vallende bomen of takken. X Maak gebruik van wiggen om controle te houden over het kapproces en om te voorkomen dat de ketting en het zwaard in de zaagsnede vast komen te zitten. X Onderhoud de zaagketting. Houd de zaagketting scherp en zorg dat deze stevig tegen het zwaard ligt. Zorg dat de zaagketting en het zwaard schoon en goed geolied zijn. Houd de handvatten droog, schoon en vrij van olie en vet. X Terugslag kan worden veroorzaakt door: Het per ongeluk raken van takken of andere voorwerpen met de punt van de zaag, terwijl de zaagketting in beweging is. X X X X X X X X X Het raken van metaal, cement of andere harde materialen in of in de buurt van het hout. Een botte of losse ketting. Het zagen boven schouderhoogte. Gebrek aan aandacht bij het vasthouden of leiden van de kettingzaag tijdens het zagen. Te hoog reiken. Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding en reik niet te ver. Steek de zaag niet in een vorige zaagsnede. Dit kan een terugslag veroorzaken. Maak elke keer een nieuwe zaagsnede. Gebruik geen kettingzaag als u zich in een boom, op een ladder of op een ander onstabiel oppervlak bevindt. Als u dit wel doet, dient u te beseffen dat deze posities extreem gevaarlijk zijn. Bij het zagen van een tak die onder spanning staat, moet u er rekening mee houden dat deze kan terugspringen. Zorg dat u dan niet geraakt wordt. Zaag niet: X In geprepareerd hout. X In de grond. X In gaasafrasteringen, spijkers, enz. X In kort struikgewas of jong hout, want dun materiaal kan in de zaagketting vast komen te zitten en naar u toe zwiepen of u uit balans trekken. X Gebruik de kettingzaag niet boven schouderhoogte. X Zorg dat er iemand in de buurt (maar op veilige afstand) is voor het geval er zich een ongeluk voordoet. X Zorg dat de kettingzaag niet meer op de netspanning is aangesloten wanneer u de zaagketting om bepaalde redenen moet aanraken. X Het geluidsniveau van dit product kan meer dan 85 dB(A) bedragen. X Het is daarom raadzaam om adequate maatregelen te nemen om uw gehoor te beschermen. Uw gereedschap is voorzien van de volgende waarschuwingssymbolen: Lees deze handleiding zorgvuldig door. Gebruik uw zaag niet in natte omstandigheden en stel deze niet bloot aan regen. Draag altijd oor- en oogbescherming. Controleer de kettingspanning na elke 10 minuten gebruik. Stel de ketting af op een speling van 3 mm. 39 NEDERLANDS ! Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u een beschadigd snoer inspecteert. Gebruik de kettingzaag niet als de kabel is beschadigd. MONTAGE Het geluidsniveau van dit product kan meer dan 85 dB(A) bedragen. Als u een nieuwe ketting (6) voor de eerste keer gebruikt, moet u deze oliën. Haal de nieuwe ketting (6) uit de plastic zak en week deze minimaal één uur in kettingolie voordat u deze gebruikt. Gebruik Black & Decker kettingolie. Elektrische veiligheid Dit gereedschap is dubbel geïsoleerd; een aardaansluiting is daarom niet noodzakelijk. Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt met de waarde op het typeplaatje. Aanvullende veiligheidsinstructies Dit apparaat mag niet zonder supervisie worden gebruikt door jonge of lichamelijk zwakke mensen. Houd toezicht op kinderen om ervoor te zorgen dat zij niet met het apparaat gaan spelen. X Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden vervangen door de fabrikant of een Black & Decker-servicecentrum om gevaren te voorkomen. X Bescherming tegen elektrische schok. X Vermijd aanraking met geaarde oppervlakken (bijv. metalen relingen, lantaarnpalen, enz.). Verhoog de elektrische veiligheid eventueel verder met behulp van een hooggevoelige (30 mA/30 mS) reststroomschakelaar (RCD). Waarschuwing! Ondanks een dergelijke schakelaar of andere stroomonderbreker moeten de veiligheidsinstructies en procedures uit deze gebruikersaanwijzing overigens nog steeds worden opgevolgd. Ketting oliën (fig. A) Het is raadzaam om tijdens de levensduur van uw kettingzaag slechts één merk olie te gebruiken, omdat mengsels van verschillende oliën de kwaliteit van de olie kunnen verslechteren waardoor de zaagketting veel korter meegaat. Gebruik nooit afvalolie, dikke olie of zeer dunne naaimachineolie. Deze kunnen uw kettingzaag beschadigen. Zwaard en ketting bevestigen (fig. A - F) Waarschuwing! Draag altijd beschermende handschoenen wanneer u aan de kettingzaag werkt. ! X X X X X X X Onderdelen 1. Aan/uit-schakelaar 2. Ontgrendelingsknop 3. Oliedop 4. Beschermkap/kettingrem 5. Stelschroef voor kettingspanning 6. Ketting 7. Zwaard 8. Beschermkap 9. Knop van kettingbeschermer 10. Kettingbeschermer 11. Oliepeilaanwijzer X X X X X 40 Plaats de kettingzaag op een stabiele ondergrond. Draai de knop (9) van de kettingbeschermer los en verwijder deze (fig. A). Plaats de beschermkap in stand (fig. C). Verwijder de kettingbeschermer (10). Plaats de ketting (6) over het zwaard (7) en zorg ervoor dat de zaagtanden aan de bovenkant van het zwaard (7) naar voren wijzen (fig. B). Leid de ketting (6) om het zwaard (7) en trek deze aan zodat aan de achterkant van het zwaard (7) een lus naar één zijde ontstaat. Plaats de ketting (6) en het zwaard (7) op de kettingzaag. Leid de ketting (6) om het aandrijfkettingwiel (12). Plaats het zwaard (7) op de noppen (13). Zorg ervoor dat de schuifpen (14) van de knop goed in het spanningsgat (15) zit (fig. E). Zorg ervoor dat de kettingrem (4) zich in de instelstand bevindt voordat u deze opnieuw aanbrengt (fig. C). Plaats de kettingbeschermer (10) op de kettingzaag. Breng de knop van de kettingbeschermer (9) aan en draai deze handvast aan. Draai de stelschroef voor de kettingspanning (5) (fig.E) rechtsom totdat de ketting (6) strak staat. Controleer of de ketting (6) netjes rondom het zwaard (7) zit. Stel deze niet te strak af. Draai de knop van de kettingbeschermer (9) aan. NEDERLANDS Kettingspanning controleren en afstellen (fig. E & G) X Voor gebruik, en na iedere 10 minuten gebruik, dient u de kettingspanning te controleren. X Trek licht aan de ketting (6) (zie de inzet van fig. G). De spanning is juist als de ketting (6) terugspringt nadat u deze 3 mm van het zwaard (7) af hebt getrokken. De ketting (6) mag niet "doorzakken" aan de onderzijde van het zwaard (7). Opmerking: Stel de ketting (6) niet te strak af. Dit leidt tot overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het zwaard (7) en de ketting (6). Opmerking: Wanneer de ketting (6) nieuw is, moet u de spanning tijdens de eerste 2 gebruiksuren regelmatig (na ontkoppeling van de netspanning) controleren, aangezien een nieuwe ketting (6) enigszins uitzet. Verhoog de spanning als volgt: Draai de stelschroef voor de kettingspanning (5a) rechtsom. X Oliereservoir vullen (fig. F) Verwijder de oliedop (3) en vul het reservoir met de aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met de oliepeilindicator (11). Plaats de oliedop (3) terug. X Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens de oliepeilindicator (11). Neem de stekker van de kettingzaag uit het stopcontact en vul het reservoir met de juiste olie bij zodra de indicator op minder dan een kwart staat. X Automatische kettingrem (fig. C) X Dit gereedschap is uitgerust met een automatische kettingrem (4), die de ketting (6) binnen 150 ms stopt wanneer u de achterste trekker loslaat of wanneer er een terugslag optreedt. Test de kettingrem (4) voor elk gebruik. de ketting (6) op metaal stoot. Het voordeel hierbij is dat dit zelfs gebeurt wanneer de hand van de gebruiker niet met de beschermkap in aanraking komt, d.w.z. wanneer de kettingzaag zich in de velstand bevindt. Vertragingskettingrem testen (fig. C) Pak het gereedschap met beide handen stevig vast terwijl u op een stabiele ondergrond staat. Zorg dat de zaagketting (6) vrij van de grond is en schakel de zaag in (zie: "Kettingzaag inschakelen"). X Draai uw linkerhand naar voren rond de voorste handgreep, zodat de achterzijde van uw hand met de beschermkap/ kettingrem (4) in aanraking komt en deze naar voren, in de richting van het werkstuk duwt (fig. C). De zaagketting (6) moet binnen enkele fracties van een seconde stoppen. X Deactiveer de beschermkap/kettingrem (4) na activering als volgt: X Volg de instructies in het gedeelte "Kettingrem afstellen". Opmerking: U kunt de zaag pas inschakelen als de beschermkap/kettingrem (4) weer in de instelpositie staat. Opmerking: Start de zaag pas opnieuw als de motor volledig tot rust is gekomen. Opmerking: Als de zaagketting (6) niet direct tot stilstand komt, geeft dit aan dat de ketting moet worden gespannen (zie: "Zwaard en ketting bevestigen"). Kettingzaag inschakelen (fig. F) Grijp uw kettingzaag met beide handen stevig vast. Druk de ontgrendelingsknop (2) naar voren en druk vervolgens op de aan/uit-schakelaar (1) om te starten. X Neem uw duim van de vergrendelingsknop (2) en grijp de handgreep stevig vast zodra de motor is gestart. X Kettingrem afstellen (fig. C) X Zorg dat het gereedschap niet op de netspanning is aangesloten. X Trek de beschermkap/kettingrem (4) naar achter in de instelstand (fig. C). Oefen geen druk uit op het gereedschap, maar laat de zaagketting zijn werk doen. Het gereedschap is nu klaar voor gebruik. Bij een terugslag komt uw linkerhand in aanraking met de beschermkap en drukt deze naar voren in de richting van het werkstuk. Het gereedschap stopt binnen 150 ms. Als de zaagketting (6) of het zwaard (7) vast komt te zitten: X Schakel het gereedschap uit. X Koppel het gereedschap los van de netspanning. X Open de snede met wiggen om de spanning van het zwaard (7) weg te nemen. Probeer de kettingzaag niet los te wrikken. Begin met een nieuwe zaagsnede. Werking van de vertragingskettingrem Vellen (fig. H - J) De beschermkap/kettingrem (4) wordt geactiveerd wanneer de beschermkap naar voren wordt gedrukt. Dit kan handmatig met de achterkant van uw hand of door het eigen gewicht gebeuren. De vertragingskettingrem wordt geactiveerd bij een sterke terugslag, bijvoorbeeld wanneer Onervaren gebruikers kunnen beter niet proberen om bomen te vellen. Er kan letsel of materiële schade optreden als de boom in de verkeerde richting valt of versplintert, of als er beschadigde/dode takken tijdens het zagen omlaag vallen. Werking van de kettingrem tegen terugslag De zaag werkt beter en veiliger op de snelheid waarvoor deze is ontworpen. Bij te veel kracht kan de zaagketting (6) uitrekken. 41 NEDERLANDS De veilige afstand tussen een te vellen boom en omstanders, gebouwen en andere objecten is ten minste 2 ½ keer de hoogte van de boom. Elke omstander en elk gebouw of voorwerp binnen deze afstand loopt het gevaar om geraakt te worden door de vallende boom. Voordat u een boom velt: X Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het vellen van de boom verbieden. X Houd rekening met alle voorwaarden die van invloed kunnen zijn op de valrichting, waaronder: X De beoogde valrichting. X De natuurlijke overhelling van de boom. X Een verdikking of rotte plek. X Omstaande bomen en obstakels zoals bovengrondse kabels en ondergrondse afvoeren. X De richting en kracht van de wind. Plan van tevoren een veilige uitweg, uit de buurt van vallende bomen of takken. Zorg dat de vluchtweg vrij is van obstakels die u kunnen hinderen. Onthoud dat nat gras en pas gesnoeide schors glad is. Vel geen bomen waarvan de stamdiameter groter is dan de zaaglengte van de kettingzaag. Maak een inkeping om de valrichting te bepalen. Houd rekening met de toegankelijkheid van de tak en de valrichting. Takken hebben de neiging om naar de boomstam te zwaaien. Behalve de gebruiker loopt elke omstander, elk object of elk gebouw onder de tak gevaar. Maak ter voorkoming van versplintering de opwaartse eerste snede tot een diepte van maximaal éénderde van de takdiameter. Maak vervolgens een neerwaartse tweede snede tot aan de eerste. Blokken zagen (fig. K, L & M) De manier van zagen is afhankelijk van de ondersteuning van het blok. Maak zo mogelijk gebruik van een zaagbok. Begin een zaagsnede altijd terwijl de zaagketting (6) draait en de gekartelde stootrand (17) het hout raakt (fig. K). Maak met de gekartelde stootrand draaibewegingen tegen het hout. Bij ondersteuning over de volle lengte: Zaag in neerwaartse richting, maar zorg dat u de grond niet raakt, want hierdoor wordt uw zaag snel bot. X Bij ondersteuning aan beide uiteinden: Zaag eerst tot eenderde omlaag om versplintering te voorkomen en vervolgens nogmaals tot aan de eerste snede. X Bij ondersteuning aan één uiteinde: Zaag eerst tot eenderde omhoog en vervolgens omlaag om versplintering te voorkomen. Maak hiervoor aan de voet van de boom haaks op de vallijn een horizontale snede tot een diepte van 1/5e tot 1/3e van de stamdiameter (fig. H). Maak vervolgens van bovenaf onder een hoek van circa 45° een tweede snede die het einde van de eerste snede kruist en zo de inkeping vormt. X Maak hierna vanaf de andere zijde 2,5 tot 5 centimeter boven het centrum van deze inkeping een enkele horizontale snede (fig. I). Zaag niet helemaal tot aan de inkeping, aangezien u hierdoor de controle over de valrichting kunt verliezen. Het wordt sterk aanbevolen om indien mogelijk een zaagbok te gebruiken. X Plaats het blok in een stabiele positie. Zaag altijd aan de buitenkant van de armen van de zaagbok. Zet het werkstuk met klemmen of riemen vast. Sla een of meer wiggen in de zaagsnede om deze te openen en de boom om te laten vallen (fig. J). Zet het werkstuk met klampen of wiggen vast als u het blok op de grond wilt zagen. Ga niet op het blok staan of zitten om het blok stabiel te houden. Vraag dit ook niet aan anderen. Zorg ervoor dat de zaagketting de grond niet raakt. Bomen snoeien Controleer of er geen wetten of voorschriften zijn die het snoeien van de boomtakken verbieden. Snoei alleen als u al wat meer ervaring met de zaag hebt opgedaan. Hierbij bestaat namelijk een grotere kans dat de zaagketting klem komt te zitten en terugslaat. Houd vóór het snoeien rekening met alle voorwaarden die de valrichting kunnen beïnvloeden, waaronder: X De lengte en het gewicht van de te zagen tak. X Een verdikking of rotte plek. X Andere bomen of obstakels zoals bovengrondse kabels. X De richting en kracht van de wind. X Vervlechtingen van de tak met andere takken. 42 Zagen op een helling (fig. L): Ga altijd heuvelopwaarts van het werk staan. X Bij gebruik van een zaagbok (fig. M): Onderhoud Wanneer u de zaag regelmatig onderhoudt, kunt u deze lang gebruiken. Controleer regelmatig de volgende zaken. Oliepeil Het peil in het reservoir mag niet onder een kwart komen. NEDERLANDS Zaagketting en zwaard (fig. G) X Verwijder telkens na enkele uren gebruik de zaagketting (6) en het zwaard (7), en reinig deze grondig. X Wanneer u de onderdelen weer monteert, moet het zwaard (7) 180° worden gedraaid en moet de neus van het aandrijfkettingwiel via het tandwielsmeergat (16) worden gesmeerd. Hierdoor wordt de slijtage gelijkmatig over de zwaardrails verdeeld. Zaagketting slijpen Voor optimale prestaties van het gereedschap moet u de tanden van de zaagketting scherp houden. Richtlijnen voor deze procedure vindt u op de verpakking van de slijper. Wij raden u aan de Black & Decker kettingslijpset aan te schaffen (verkrijgbaar bij servicecentra van Black & Decker en geselecteerde dealers). Versleten ketting vervangen Reservekettingen zijn verkrijgbaar in de detailhandel of bij Black & Decker servicecentra. Gebruik alleen reserveonderdelen van Black & Decker. Scherpte van zaagketting De zaagtanden worden direct bot als deze tijdens het zagen de grond of een spijker raken. Spanning van zaagketting Controleer regelmatig de kettingspanning. Reparatie van de kettingzaag Uw kettingzaag voldoet aan de geldende veiligheidseisen. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde vakmensen en met behulp van originele reserveonderdelen. Niet-naleving van deze regel kan aanzienlijk gevaren voor de gebruiker opleveren. Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats. Milieu Mocht u op een dag constateren dat het gereedschap aan vervanging toe is of dat u het gereedschap niet meer nodig hebt, houdt u dan rekening met het milieu. Black & Deckerservicecentra zijn bereid oude Black & Decker-machines in te nemen en ervoor te zorgen dat deze op milieuvriendelijke wijze worden afgevoerd. Gescheiden inzameling van gebruikte producten en verpakkingsmaterialen maakt het mogelijk materialen te recycleren en opnieuw te gebruiken. Hergebruik van gerecycleerde materialen zorgt voor minder milieuvervuiling en dringt de vraag naar grondstoffen terug. Plaatselijke verordeningen kunnen voorzien in gescheiden inzameling van huishoudelijke elektrische producten via gemeentelijke stortplaatsen of via de leverancier bij wie u een nieuw product aanschaft. Black & Decker biedt de mogelijkheid tot het recyclen van afgedankte Black & Decker-producten. Om gebruik te maken van deze service, dient u het product naar een van onze servicecentra te sturen, die de inzameling voor ons verzorgen. U kunt het adres van het dichtstbijzijnde servicecentrum opvragen via de adressen op de achterzijde van deze handleiding. U kunt ook een lijst van onze servicecentra en meer informatie over onze klantenservice vinden op het volgende internetadres: www.2helpU.com. Netstekker vervangen (alleen V.K. & Ierland) Als er een nieuwe netstekker moet worden aangebracht: X Gooi de oude stekker op verantwoorde wijze weg. X Verbind de bruine draad met de spannings-/fasepool in de nieuwe stekker. X Verbind de blauwe draad met de nul-/neutraalpool. Waarschuwing! De aardepool hoeft niet te worden aangesloten. Volg de bevestigingsinstructies die met hoogwaardige stekkers wordt meegeleverd. Aanbevolen zekering: 10 A. 43 NEDERLANDS Technische gegevens GK1730 GK1735GK1740GK1930GK1935GK1940 Spanning 230 230 230 230 230 230 (Vac) Ingangs- 1700 1700 1700 1850 1850 1850 vermogen (W) Onbelast 5500 5500 5500 5500 5500 5500 toerental (min-1) 35 40 30 35 40 Maximale 30 lengte zaagsnede (cm) Olie-in- 100 100 100 100 100 100 houd (ml) Gewicht 5,55 5,65 5,8 5,6 5,7 5,85 (kg) II II II II II II Veiligheidsklasse Ontwerpregistratienr voor Europese Gemeenschap 000417274-0001 EG-conformiteitsverklaring GK1730, GK1735, GK1740, GK1930, GK1935, GK1940 Black & Decker verklaart dat deze producten in overeenstemming zijn met: 98/37/EG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, 2002/96/EG, 2002/95/EG, EN 50144, EN 55014, EN61000, EN60745 2000/14/EG, Kettingzaag _ 1600 w, Bijlage V Niveau van de geluidsdruk, gemeten volgens 2000/14/EG: LpA (geluidsdruk) 94.2 dB(A) LWA (geluidsvermogen) 105.2 dB(A) LWA (gegarandeerd) 104 dB(A) Draag altijd gehoorbeschermers als de geluidsdruk meer dan 85 dB (A) bedraagt. Gewogen waarde van hand-arm-trilling, gemeten volgens EN 60745: 3.5 m/sec2 Kevin Hewitt Director of Consumer Engineering Spennymoor, County Durham DL16 6JG, Verenigd Koninkrijk 31-10-2006 44 Garantie Black & Decker heeft vertrouwen in zijn producten en biedt een uitstekende garantie. Deze garantiebepalingen vormen een aanvulling op uw wettelijke rechten en beperken deze niet. De garantie geldt in de lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelsassociatie. Mocht uw Black & Decker product binnen 24 maanden na de datum van aankoop defect raken ten gevolge van materiaalof constructiefouten, dan garanderen wij de kosteloze vervanging van defecte onderdelen, de reparatie van het product of de vervanging van het product, tenzij: X Het product is gebruikt voor handelsdoeleinden, professionele toepassingen of verhuurdoeleinden; X Het product onoordeelkundig is gebruikt; X Het product is beschadigd door invloeden van buitenaf of door een ongeval; X Reparaties zijn uitgevoerd door anderen dan onze servicecentra of Black & Decker-personeel. Om een beroep te doen op de garantie, dient u een aankoopbewijs te overhandigen aan de verkoper of een van onze servicecentra. U kunt het adres van het dichtstbijzijnde servicecentrum opvragen via de adressen op de achterzijde van deze handleiding. U kunt ook een lijst van onze servicecentra en meer informatie m.b.t. onze klantenservice vinden op het volgende internetadres: www.2helpU.com Meld u aan op onze website www.blackanddecker.nl om te worden geïnformeerd over nieuwe producten en speciale aanbiedingen. Verdere informatie over het merk Black & Decker en onze producten vindt u op www.blackanddecker.nl.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

BLACK+DECKER GK1940 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding