Indesit LR8 S1 X de handleiding

Type
de handleiding
Gezondheid & Veiligheid, Gebruik en Verzorging en Installa-
tie Gids
www.indesit.com/register
2
NEDERLANDS ....................................3
NL
3
NEDERLANDS
GEZONDHEID & VEILIGHEID, GEBRUIKS-
AANWIJZING en INSTALLATIEGIDS
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN INDESIT
PRODUCT.
Voor verdere assistentie
kunt u het apparaat registeren op www.indesit.com/register
Index
Gids voor Gezondheid en Veiligheid .......................................................................4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................................................ 4
MILIEUTIPS ...............................................................................................7
CONFORMITEITSVERKLARING ............................................................................7
Gids voor Gebruik en Verzorging ..........................................................................8
PRODUCTBESCHRIJVING .................................................................................8
APPARAAT .................................................................................................8
BEDIENINGSPANEEL ........................................................................................ 8
DEUR ......................................................................................................9
KOELKAST VERLICHTING ...................................................................................9
SCHAPPEN ................................................................................................. 9
IJSVRIJ KOELKAST COMPARTIMENT ........................................................................10
HET VRIESVAK ONTDOOIEN ................................................................................10
ACCESSOIRES .............................................................................................10
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ...........................................................................11
EERSTE GEBRUIK ..........................................................................................11
INSTALLATIE ..............................................................................................11
DAGELIJKS GEBRUIK .......................................................................................12
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN ................................................................13
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT ........................................17
ONDERHOUD EN REINIGING .............................................................................18
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING EN CONSUMENTENSERVICE ..............................19
FUNCTIONELE GELUIDEN ..................................................................................19
CONSUMENTENSERVICE ...................................................................................22
Installatiegids ............................................................................................23
4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
BELANGRIJK MOET WORDEN
GELEZEN EN IN ACHT GENO
MEN
Lees voordat u het apparaat
gaat gebruiken zorgvuldig deze
veiligheidsinstructies.
Bewaar ze dicht bij de hand voor
toekomstige raadpleging.
Deze instructies en het apparaat
zelf zijn voorzien van belangrijke
veiligheidsaanwijzingen, die te
allen tijde moeten worden
opgevolgd.
De fabrikant kan niet aansprake-
lijk gesteld worden voor schade
die het gevolg is van het niet
opvolgen van deze veiligheids-
instructies, oneigenlijk gebruik
of een foute programmering
van de regelknoppen.
VEILIGHEIDSWAARSCHU
WINGEN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge
kinderen (3-8 jaar) dienen op
afstand van het apparaat ge-
houden te worden, tenzij ze
onder voortdurend toezicht
staan.
Kinderen vanaf 8 jaar en perso-
nen met verminderde fysieke,
sensorische of mentale vermo-
gens of gebrek aan ervaring en
kennis, mogen dit apparaat
gebruiken indien ze onder
toezicht staan of instructies
hebben ontvangen over veilig
gebruik en de mogelijke geva-
ren ervan begrijpen. Kinderen
mogen niet spelen met het
apparaat. De reiniging en het
onderhoud mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd
zonder toezicht.
TOEGESTAAN GEBRUIK
Het apparaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk,
niet professioneel gebruik.
Gebruik het apparaat niet bui-
tenshuis.
Geen ontplofbare brandbare
stoen, zoals spuitbussen op-
slaan en geen benzine of andere
brandbare materialen gebruiken
in of in de buurt van het appa-
raat: er kan brand ontstaan
vliegen als het apparaat per
ongeluk wordt ingeschakeld.
VOORZICHTIG: Het apparaat is
niet geschikt voor inwerkingstel-
ling met een externe timer of
afzonderlijk systeem met af-
standsbediening.
• Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik in huishoudelijke en
gelijkaardige toepassingen
zoals:
– personeelskeukens in winkels,
kantoren en andere werkomge-
vingen;
- cottages en door klanten in
hotels, motels en andere resi-
dentiële omgevingen;
- bed- and breakfast omgevin-
gen;
- catering en soortgelijke non-re-
tail toepassingen .
De lamp die in het apparaat
wordt gebruikt is speciek
ontworpen voor huishoudappa-
raten en is niet geschikt voor
ruimteverlichting (EC Richtlijn Nr.
244/2009).
Het apparaat is bedoeld voor
gebruik op plaatsen waar de
temperatuur binnen het volgen-
de bereik komt, conform de
klimaatklasse op het typeplaatje.
Mogelijk werkt het apparaat niet
correct indien het lange tijd op
een temperatuur buiten het
aangegeven bereik wordt ge-
bruikt.
Klimaatklasse Omg. (°C)
SN Van 10 tot 32
N Van 16 tot 32
ST Van 16 tot 38
T Van 16 tot 43
Dit apparaat bevat geen CFK.
Het koelcircuit bevat R600a (HC).
Apparaten met Isobutaan
(R600a): isobutaan is een natuur-
lijk gas dat geen schadelijke
invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is.
Zorg er daarom voor dat de
koelcircuitleidingen niet bescha-
digd raken. Let vooral op be-
schadigde leidingen die tot het
leegraken van het koelcircuit
leiden.
WAARSCHUWING: Beschadig
de koelcircuitleidingen van het
apparaat niet.
WAARSCHUWING: Houd de
ventilatieopeningen in de behui-
zing van het apparaat of in de
ingebouwde structuur vrij van
obstakels.
WAARSCHUWING: Gebruik
geen mechanische, elektrische
of chemische middelen behalve
de middelen aanbevolen door
de fabrikant om het ontdooipro-
ces te versnellen.
WAARSCHUWING: Gebruik of
plaats geen elektrische appara-
ten binnenin de apparaatcom-
partimenten indien deze niet
het type zijn dat uitdrukkelijk is
goedgekeurd door de Fabrikant.
WAARSCHUWING: IJsmakers
en/of waterdispensers die niet
rechtstreeks op het waterlei-
dingnet zijn aangesloten mogen
uitsluitend met drinkwater
worden gevuld
WAARSCHUWING: Automati-
sche ijsmakers en/of waterdis-
pensers moeten worden aange-
sloten op een waterleidingnet
dat uitsluitend drinkwater levert,
met een waterdruk tussen 0,17
en 0,81 MPa (1,7 en 8,1 bar).
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit
de vrieselementen niet in (bij
enkele modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes
die net uit de vriezer komen,
aangezien deze vriesbrandwon-
den kunnen veroorzaken.
Bij producten ontworpen voor
gebruik met een luchtlter in
een toegankelijke ventilatoraf-
dekking, moet het lter altijd
zijn aangebracht wanneer de
koelkast in bedrijf is.
Bewaar geen glazen containers
met vloeistoen in het diep-
vriescompartiment, omdat ze
kunnen breken.
Blokkeer de ventilator (indien
aanwezig) niet met levensmid-
delen.
Nadat de levensmiddelen in het
apparaat zijn geplaatst dient
NL
5
gecontroleerd te worden of de
deuren van de vakken goed
sluiten, met name de deur van
het vriesvak.
Een beschadigde afdichting
dient zo snel mogelijk vervan-
gen te worden.
Gebruik het koelkastcomparti-
ment uitsluitend voor het bewa-
ren van vers voedsel en het
diepvriescompartiment uitslui-
tend voor het bewaren van
bevroren voedsel, het invriezen
van vers voedsel en het maken
van ijsblokjes.
Vermijd het bewaren van onver-
pakt voedsel in direct contact
met interne oppervlakken van
de koelkast- of diepvriescompar-
timenten.
Apparaten kunnen over speciale
compartimenten beschikken
(vak voor verse etenswaar, nul
graden-vak,...).
Indien niet anders gespeci-
ceerd in het betreende pro-
ductboekje kunnen deze com-
partimenten verwijderd worden
en blijven daarbij vergelijkbare
prestaties behouden.
C-pentaan wordt gebruikt als
blaasmiddel in het isolatie-
schuim en is een licht ontvlam-
baar gas.
INSTALLATIE
Installaties en reparaties moeten
worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd monteur, vol-
gens de instructies van de fabri-
kant en in overeenstemming
met de plaatselijke veiligheids-
voorschriften. Repareer of ver-
vang geen enkel onderdeel van
het apparaat, behalve als dit
expliciet aangegeven wordt in
de gebruikershandleiding.
De installatie mag niet door
kinderen worden uitgevoerd.
Tijdens het installeren moeten
kinderen er vandaan worden
gehouden. Houd, tijdens en na
de installatie, het verpakkings-
materiaal (plastic zakken, onder-
delen van polystyreen, enz.)
buiten het bereik van kinderen.
Het apparaat moet gehanteerd
en geïnstalleerd worden door
twee of meer personen. Gebruik
beschermende handschoenen
bij het uitpakken en installeren
van het apparaat.
Zorg dat u de vloer (bijv. parket)
niet beschadigt tijdens het
verplaatsen van het apparaat.
Installeer het apparaat op een
vloer of steun die sterk genoeg
is om het gewicht te kunnen
hebben, en op een plaats die
geschikt is voor grootte en
gebruik.
Controleer na het uitpakken van
het apparaat of deze tijdens het
transport geen beschadigingen
heeft opgelopen. Neem in geval
van twijfel contact op met uw
leverancier of de dichtstbijzijnde
Whirlpool Consumentenservice.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektrici-
teitsnet, voordat u installatie-
werkzaamheden uitvoert.
Zorg er tijdens de installatie voor
dat het apparaat het netsnoer
niet beschadigt.
Om voor voldoende ventilatie te
zorgen dient er aan beide zijkan-
ten en aan de bovenkant van
het apparaat ruimte vrijgelaten
te worden.
De afstand tussen de achterzijde
van het apparaat en de muur
achter het apparaat dient mini-
maal 50 mm te bedragen, om
contact met hete oppervlakken
te voorkomen.
Bij minder ruimte aan de achter-
zijde neemt het energieverbruik
van het product toe.
Het apparaat alleen activeren als
de installatie is voltooid.
Wacht minstens twee uur alvo-
rens het apparaat in te schake-
len, om zeker te stellen dat het
koelcircuit volledig eciënt is.
Installeer het product niet in de
buurt van een warmtebron.
ELEKTRISCHE WAARSCHU
WINGEN
Om ervoor te zorgen dat de
installatie voldoet aan de gel-
dende veiligheidsvoorschriften
moet er een multipolaire scha-
kelaar met een afstand van
minstens 3 mm worden gebruikt
en moet het apparaat geaard
worden.
Als de bijgeleverde stekker niet
geschikt is voor uw stopcontact
neem dan contact op met een
erkende monteur.
De stroomkabel moet lang
genoeg zijn om het apparaat,
nadat dit is ingebouwd in het
meubel, te kunnen aansluiten
op het stopcontact van de
netvoeding. Niet aan de stroom-
kabel trekken.
Vervang een beschadigde
stroomkabel door een soortge-
lijk exemplaar.
De stroomkabel mag uitsluitend
vervangen worden door een
gespecialiseerd monteur, vol-
gens de instructies van de fabri-
kant en in overeenstemming
met de geldende veiligheids-
voorschriften.
Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Voor apparaten met een stekker
dient u, als de steker niet ge-
schikt is voor het stopcontact,
contact op te nemen met een
erkende monteur.
Gebruik geen verlengkabels,
meervoudige stopcontacten of
adapters.
Gebruik het apparaat niet als het
netsnoer of de stekker bescha-
digd is, als het apparaat niet
goed werkt of als het bescha-
digd of gevallen is. Houd het
snoer uit de buurt van hete
oppervlakken.
Als de installatie voltooid is,
mogen de elektrische onderde-
len niet meer toegankelijk zijn
voor de gebruiker.
Raak het apparaat niet aan met
vochtige lichaamsdelen en
gebruik het niet op blote voe-
ten.
REINIGING EN ONDERHOUD
Draag bij reiniging en onder-
houd beschermende hand-
schoenen.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektrici-
6
teitsnet voordat u onderhouds-
werkzaamheden uitvoert.
Gebruik geen stoomreinigers.
Gebruik op kunststof onderde-
len, binnen- en deurranden of
afdichtingen geen schurende of
agressieve schoonmaakmidde-
len zoals ruitensprays, schuren-
de reinigingsmiddelen, brand-
bare vloeistoen,
schoonmaakwassen, geconcen-
treerde schoonmaakmiddelen,
bleekmiddelen en reinigings-
middelen die aardolieproducten
bevatten. Gebruik geen papie-
ren handdoeken, schuurspons-
jes of ander hard schoonmaak-
materiaal.
NL
7
CONFORMITEITSVERKLARING
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
veiligheidsvoorschriften van de
Europese Richtlijnen:
LVD2014 / 35 / EU, EMC2014 / 30 / EU en
MILIEUTIPS
VERWERKING VAN DE
VERPAKKING
De verpakking kan volledig
gerecycled worden, zoals door het
recyclingssymbool wordt
aangegeven.
De diverse onderdelen van de
verpakking mogen daarom niet bij
het gewone huisvuil worden
weggegooid, maar moeten worden
afgevoerd volgens de plaatselijke
voorschriften.
AFVALVERWERKING
VAN HUISHOUDELIJKE
APPARATEN
Bij het afdanken van het apparaat
dient u het onbruikbaar te maken
door de stroomkabel af te snijden en
de deuren en schappen te
verwijderen (indien aanwezig), zodat
kinderen niet in het apparaat kunnen
klauteren en vast komen te zitten.
Dit apparaat is vervaardigd van
recyclebaar
of herbruikbaar
materiaal. Dank het apparaat af in
overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor
afvalverwerking.
Voor meer informatie over
behandeling, terugwinning en
recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke
instantie, de vuilnisophaaldienst of de
winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake
Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product
op de juiste manier als afval wordt
verwerkt helpt u mogelijke schadelijke
gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid te voorkomen, die
veroorzaakt zouden kunnen worden
door onjuiste verwerking van dit
product als afval.
Het symbool
op het product of
op de begeleidende documentatie
geeft aan dat dit apparaat niet als
huishoudelijk afval behandeld mag
worden, maar dat het ingeleverd
moet worden bij een speciaal
inzamelingscentrum voor de recycling
van elektrische en elektronische
apparatuur.
TIPS VOOR
ENERGIEBESPARING
Installeer het apparaat in een droge,
goed geventileerde ruimte, ver bij
eventuele warmtebronnen vandaan
(bijv. radiator, fornuis, etc.) en op een
plek die niet aan direct zonlicht wordt
blootgesteld. Gebruik indien nodig
een isolatieplaat.
Volg de installatie-instructies om
voldoende ventilatie te garanderen.
Door onvoldoende ventilatie aan de
achterzijde van het product neemt
het energieverbruik toe en neemt de
koeleciëntie af.
De binnentemperatuur van het
apparaat kan beïnvloed worden door
de omgevingstemperatuur, hoe vaak
de deur wordt geopend en de plaats
van het apparaat. Bij het instellen van
de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Beperk het openen van deuren tot
een minimum. Plaats diepgevroren
etenswaar die u wilt ontdooien in de
koelkast. De lage temperatuur van de
diepgevroren etenswaar koelt de
etenswaar in de koelkast.
Laat warme gerechten en dranken
eerst afkoelen voordat ze in het
apparaat geplaatst worden.
De positionering van de platen in de
koelkast heeft geen invloed op het
eciënte energiegebruik. De
etenswaar dient zodanig op de platen
geplaatst te worden om voor
voldoende luchtcirculatie te zorgen
(de verschillende etenswaar dient
elkaar niet te raken en de afstand
tussen de etenswaar en de
achterwand moet behouden blijven).
U kunt de opslagcapaciteit voor
ingevroren etenswaar vergroten door
opslagmanden en, indien aanwezig,
de Stop Frost-plaat te verwijderen en
daarbij een vergelijkbaar
energieverbruik behouden.
Producten van een hoge
energieklasse zijn uitgerust met een
hoogrendementsmotor die langer
blijft werken, maar een laag
energieverbruik hebben. Maakt u zich
dus geen zorgen als de motor langere
tijd blijft werken.
RoHS2011 / 65 / EU.
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
voorschriften voor Ecodesign en
Energielabel van de EG-richtlijnen:
2009/125/EG en 2010/30/EU.
8
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
Gids voor Gebruik en Verzorging
Koelkastcompartiment
1. Elektronisch bedieningspaneel/
verlichting
2. Schappen
3. Typeplaatje met handelsnaam
4. Crisper voor groente en fruit
5. Omkeren van de deur
6. Deurvakken
7. Eierhouder
8. Flessenhouders
9. Vakhoogte essen
10. Deurafdichting
Diepvriescompartiment
10. Deurafdichtingen
11. Laden vriesvak
12. Schappen
13. Onderste lade: koudste zone
ideaal voor het invriezen van
verse levensmiddelen
14. IJsbakje
PRODUCTBESCHRIJVING
1
2
3
5
10
4
6
9
7
8
14
11
12
13
BEDIENINGSPANEEL
A. Lampje
B. Thermostaatknop
C. Instelling van de
thermostaat
D. Verlichtingsknop
A
BC
D
-
MAX
MED
MIN
TEMPERATUURINSTELLING
Thermostaat op MIN: lage koelintensiteit
Thermostaat ingesteld op tussen MIN en MAX:
de intensiteit van de koeling kan aan uw eigen
voorkeuren worden aangepast.
Thermostaat ingesteld op MAX: maximale
koelinstensiteit.
Voor de beste conservering van levensmiddelen wordt de
stand MED aanbevolen.
Thermostaat ingesteld op • : koeling en verlichting
uitgeschakeld.
Opmerking: De weergegeven temperatuurinstelling komt
overeen met de gemiddelde temperatuur in de hele
koelkast.
NL
9
DEUR
OMKEREN VAN DE DEUR Opmerking: De richting waarin de deur opengaat, kan
worden veranderd.
Indien deze actie wordt uitgevoerd door
Klantenservice valt dit niet onder de garantie. Het
wordt aanbevolen om de scharnierzijde van de deur
met twee personen om te keren.
Volg de instructies in de
Installatiegids.
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn
uitneembaar.
SCHAPPEN
KOELKAST
VERLICHTING
Draai het lampje linksom los, zoals aangegeven op
de afbeelding, en verwijder het:
Controleer het lampje. Schroef indien nodig de
kapotte lamp los en vervang ze door een LED-lamp
van hetzelfde type dat alleen te verkrijgen is bij
onze Servicecentra of bij erkende dealers.
De binnenverlichting van het koelkastcompartiment
gaat branden wanneer de deur van de koelkast
geopend wordt.
10
ACCESSOIRES
Het vriesvak moet een of tweemaal per jaar of als
de ijslaag te dik geworden is (3 mm dik) ontdooid
worden. De vorming van ijs is normaal.
De hoeveelheid en de mate waarin het ijs zich
ophoopt hangt af van de omstandigheden in de
ruimte en hoe vaak de deur geopend wordt.
Om de vriezer te ontdooien, het apparaat
uitschakelen en alle levensmiddelen verwijderen.
Laat de deur van de vriezer open, zodat het ijs kan
smelten.
Voor apparaten zoals afgebeeld hoeft u alleen de
waterafvoer naar buiten te trekken en er een bak
onder te zetten.
Na afloop van de handeling, de
waterafvoer weer op zijn plaats
zetten.
Maak de binnenkant van het
vriesvak schoon. Goed afspoelen
en afdrogen.
Schakel het apparaat weer in en leg de
levensmiddelen terug.
HET VRIESVAK
ONTDOOIEN
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de
achterwand aan de binnenkant van de koelkast
geeft aan dat de automatische ontdooifase bezig
is. Het dooiwater loopt automatisch weg in een
afvoeropening en vervolgens in een bak, waar het
verdampt.
IJSVRIJ KOELKAST
COMPARTIMENT
EIERHOUDER FLESSENHOUDER IJsbakje
NL
11
EERSTE GEBRUIK
INSTALLATIE
GEBRUIK VAN HET
APPARAAT
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken,
begint het apparaat automatisch te werken.
Wacht nadat u het apparaat heeft ingeschakeld,
minstens 4-6 uur voordat u levensmiddelen in het
apparaat legt.
Het apparaat wordt normaal in de fabriek ingesteld
op de aanbevolen medium temperatuur.
Opmerking: De weergegeven temperatuurinstelling
komt overeen met de gemiddelde temperatuur in de
hele koelkast.
Wanneer het apparaat wordt aangesloten op
de netvoeding wordt het display verlicht en
worden alle pictogrammen gedurende circa 1
seconde weergegeven. De standaardwaarden
(fabriekswaarden) van de instellingen van de koelkast
lichten op.
IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
EEN APPARAAT INSTALLEREN
Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er
aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en
de muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm te
bedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
TEMPERATUURINSTELLING
50mm
50mm
12
DAGELIJKS GEBRUIK
DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER VERGROTEN het verwijderen van de opslagmanden, voor het
opslaan van grote producten.
de voedselproducten rechtstreeks op de schappen
van de vriezer leggen.
het verwijderen van extra verwisselbare accessoires.
Het luchtuitlaatgebied (aan de achterwand en aan
de onderkant in het product) niet blokkeren met
voedingsmiddelen.
Alle schappen en schuifmandjes zijn uitneembaar.
De binnentemperatuur van het apparaat kan
beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat.
Bij het instellen van de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
Tenzij anders gespeciceerd zijn de accessoires van
het apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
VERWIJDEREN VAN DE VRIESLADECONTAINER
Open de vriezerdeur
De bovenste container aan de rechter en linker
hoeken naar boven trekken (1)
De lade verwijderen (2)
1
2
De bovenste container in de omgekeerde volgorde
installeren
NL
13
KOELVAK
De koelkast is de ideale opslagplek voor
kant-en-klare maaltijden, verse en geconserveerde
voedingswaren, zuivelproducten, groente/fruit en
dranken.
VENTILATIE
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak
resulteert in zones met verschillende temperaturen.
Het koudste gedeelte bevindt zich direct boven
de crisperlade voor groente en fruit en bij de
achterwand. Het warmste gedeelte bevindt zich
bovenaan de voorzijde van het koelvak.
Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger
energieverbruik en lagere koelprestaties.
De luchtslots niet met voedsel bedekken - ze zijn
geoptimaliseerd voor goede luchtcirculatie en
voedselbewaring.
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal,
aluminium en glas, of wikkel de levensmiddelen in
folie.
› Gebruik altijd afsluitbare houders voor vloeistoffen
en etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven
of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af.
› Levensmiddelen die een grote hoeveelheid
ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die
gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit, groenten
en salade, moeten altijd worden zodanig worden
gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet
achteruit gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met
kiwi's of kool bewaren.
› Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij
elkaar om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
› Om te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u
gebruik maken van de flessenhouder.
› Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de
koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven
de crisperlade voor groente en fruit te gebruiken,
aangezien dit de koelste plek in het koelvak is.› Let
er op dat de luchtslots niet door het voedsel worden
afgesloten.
DE JUISTE PLEK VOOR VERSE ETENSWAAR EN
DRANKEN
› Op de schappen van de koelkast: kant-en-klare
maaltijden, tropisch fruit,
kazen, delicatessen.
› Op de koelste plek (boven de crisperlade voor fruit
en groenten): vlees, vis, vleeswaren, gebak.
› In de crisperlade voor fruit en groenten: fruit, sla,
groente.
› In de deur: boter, jam, sauzen, augurken, blikjes,
flessen, drankkartons, eieren.
14
OPSLAAN VAN ETENSWAAR
EN DRANKEN
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van
tropisch fruit,blikjes, dranken, eieren,
sauzen, augurken, boter, jam
KOUDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren
van kaas, melk, zuivelproducten,
delicatessen, yoghurt,
vleeswaren,desserts
FRUIT & GROENTELADE
NORMALE DIEPVRIESLADEN
LADE DIEPVRIESGEDEELTE
((MAX KOELZONE) Aanbevolen voor
het invriezen van verse/gekookte
levensmiddelen.
Opmerking: De grijsschakering van de
legenda komt niet overeen met de kleur
van de laden
NL
15
TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN BEWAREN VAN
VERSE LEVENSMIDDELEN
› Wij raden aan om de bevroren levensmiddelen
van een etiket en datum te voorzien. Door een label
aan te brengen, kunt u levensmiddelen makkelijker
herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet
worden voordat de kwaliteit ervan afneemt. Vries
ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
› Voor het invriezen de verse levensmiddelen wikkelen
en luchtdicht verpakken in:
aluminiumfolie, plastic folie, lucht- en waterdichte
plastic zakken, polytheen containers met deksel
of diepvriezercontainers die geschikt zijn voor het
invriezen van verse levensmiddelen.
› Het voedsel moet vers, rijp en van uitstekende
kwaliteit zijn voor het verkrijgen van een hoge
kwaliteit bevroren voedsel.
› Verse groenten en fruit moeten bij voorkeur zo snel
mogelijk worden bevroren, zodra ze zijn uitgekozen,
om de volledige oorspronkelijke voedingswaarde,
consistentie, kleur en smaak te bewaren. Enkele
vleessoorten (vooral wild) moet worden opgehangen
voordat dit wordt ingevroren.
› Warm voedsel altijd laten afkoelen voordat het in de
vriezer wordt geplaatst.
› Volledig of gedeeltelijk ontdooid voedsel meteen
opeten.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het
ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het
opnieuw worden ingevroren.
› Geen flessen met vloeistof invriezen.
DIEPGEVROREN ETENSWAAR: WINKELTIPS
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
Zorg dat de verpakking niet beschadigd is
(diepgevroren levensmiddelen in beschadigde
verpakkingen kan
een verminderde kwaliteit hebben). Indien de
verpakking bol staat of vochtplekken heeft, werd het
mogelijk niet bij optimale omstandigheden bewaard
en het ontdooien is mogelijk al begonnen.
› Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het
einde van uw trip en vervoer het in een thermisch
geïsoleerde koeltas.
› Bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in
de vriezer leggen.
› Als het voedsel ook maar gedeeltelijk is ontdooid
niet opnieuw invriezen. Binnen 24 uur opeten.
› Temperatuurschommelingen voorkomen of tot een
minimum beperken. De uiterste houdbaarheidsdatum
op de verpakking moet worden gerespecteerd.
› Altijd kijken naar de opslaginformatie op de
verpakking.
DIEPVRIESCOMPARTIMENT
De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan
van ingevroren levensmiddelen, het maken van
ijsblokjes en het invriezen van verse levensmiddelen
in het vriesvak.
De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die
in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven
op het typeplaatje (kg/24h).
Wanneer u een kleine hoeveelheid voedsel heeft om
in de vriezer te bewaren is het aan te bevelen om het
onderste gebied te gebruiken.
16
VLEES
maanden
STOOFVLEES
maanden
FRUIT
maanden
Rundvlees 8 - 12 Vlees, gevogelte 2 - 3 Appels 12
Varkensvlees,
kalfsvlees
6 - 9
ZUIVELPRODUCTEN
Abrikozen 8
Lamsvlees 6 - 8 Boter 6 Bramen 8 - 12
Konijnenvlees 4 - 6 Kaas 3 Zwarte/rode bessen 8 - 12
Gehakt/Orgaanvlees 2 - 3 Room 1 - 2 Kersen 10
Worstjes 1 - 2 IJs 2 - 3 Perziken 10
GEVOGELTE
Eieren 8 Peren 8 - 12
Kip 5 - 7
SOEP EN SAUZEN
Pruimen 10
Kalkoen 6 Soep 2 - 3 Frambozen 8 - 12
Eetbare organen
gevogelte
2 - 3 Jus 2 - 3 Aardbeien 10
KREEFTACHTIGEN
Pastei 1 Rabarber 10
Weekdieren, kreeft 1 - 2 Ratatouille 8 Vruchtensap
(sinaasappelsap,
citroensap,
grapefruitsap)
4 - 6
Krab, kreeft 1 - 2
GEBAK EN BROOD GROENTE
SCHAALDIEREN
Brood 1 - 2 Asperges 8 - 10
Oesters, zonder
schaal
1 - 2 Taart (normaal) 4 Basilicum 6 - 8
VIS
Gateaux (gebak) 2 - 3 Bonen 12
"vette vissoorten"
(zalm, haring,
makreel)
2 - 3 Crêpes 1 - 2 Artisjok 8 - 10
"magere vissoorten"
(tong)
3 - 4 Ongebakken gebak 2 - 3 Broccoli 8 - 10
Quiche 1 - 2 Spruiten 8 - 10
Pizza 1 - 2 Bloemkool 8 - 10
Wortelen 10 - 12
Selderij 6 - 8
Paddenstoelen 8
Peterselie 6 - 8
Pepers 10 - 12
Erwten 12
Pronkbonen 12
Spinazie 12
Tomaten 8 - 10
Courgette 8 - 10
BEWAARTIJD
VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN
NL
17
AFWEZIGHEID/VAKANTIE Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen
levensmiddelen te consumeren en het apparaat te
ontkoppelen om energie te besparen.
VERHUIZEN
STROOMUITVAL
Als de stroom uitvalt,dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang
de stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak
langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar
zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden
ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma
waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte
staat verkeren, kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze
manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo
lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en
zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer
niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs
beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die
het snelst bederven te consumeren.
Maak de easy ice leeg.
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
1. Haal alle uitneembare elementen uit het apparaat.
4. Sluit de deur en plak deze met plakband dicht
en plak ook de voedingskabel met plakband aan het
apparaat vast.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast
met plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar
klapperen of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het
steunvlak niet raken.
18
ONDERHOUD EN REINIGING
› Reinig het apparaat regelmatig met een doek
en een oplossing van lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel, speciaal voor de binnenkant van
koelkasten.
› Reinig regelmatig de buitenkant van het apparaat en
de deurafdichting met een vochtige doek en droog
het met een zachte doek.
› De condensor aan de achterkant van het apparaat
moet regelmatig met behulp van een stofzuiger
worden schoongemaakt.
Belangrijk:
› De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op basis
van alcohol of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in
plaats daarvan een droge doek.
› De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt
van de ontdooibak en kunnen heet worden. Maak ze
regelmatig schoon met een stofzuiger.
Om de constante en correcte afvoer van het
dooiwater te garanderen, regelmatig het afvoergaatje
op de achterwand van het koelvak, in de buurt van de
groente- en fruitlade, schoonmaken met behulp van
het bijgeleverde gereedschap.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak
de onderdelen van de koelkast nooit schoon met
licht ontvlambare vloeistoffen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op
basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen;
gebruik in plaats daarvan een droge doek.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
NL
19
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING EN
CONSUMENTENSERVICE
VOORDAT U DE CONSUMENTENSERVICE BELT... De problemen bij het gebruik worden vaak
veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt
opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor
gereedschap nodig is.
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal,
omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het
regelen van prestaties aanwezig zijn die automatisch
worden in- en uitgeschakeld.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN KUNNEN
WORDEN VERMINDERD DOOR MIDDEL VAN:
› Optillen van het apparaat en op een egaal oppervlak
installeren.
› Scheiden en vermijden van contact tussen het
apparaat en meubilair.
› Controleren of de interne onderdelen correct zijn
geplaatst.
› Controleren of de flessen en houders niet tegen
elkaar komen.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN DIE U ZOU
KUNNEN HOREN
FUNCTIONELE GELUIDEN
Een sisgeluid bij het voor de
eerste keer of na een lange pauze
inschakelen van het apparaat.
Een borrelgeluid wanneer
koelmiddel de leidingen instroomt.
BRRR geluid van de compressor die
loopt..
Een zoemgeluid wanneer de
waterklep of de ventilator begint te
werken.
Een kraakgeluid wanneer de
compressor start.
De KLIK is van de thermostaat die
afstelt hoe vaak de compressor
draait..
20
HANDLEIDING VOOR
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
HET APPARAAT WERKT NIET Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat
zijn.
› Controleer of het netsnoer
met de juiste spanning in een
stopcontact zit.
› Controleer de beveiligingen en
zekeringen van het elektrische
systeem in uw huis
ER ZIT WATER IN DE ONTDOOIBAK Dit is normaal bij heet, vochtig
weer. De bak kan zelfs tot
halverwege gevuld raken.
Controleer of het apparaat
goed horizontaal staat, om te
voorkomen dat het water uit de
bak loopt.
DE RANDEN VAN HET APPARAAT
DIE IN CONTACT MET DE
DEURAFDICHTING KOMEN ZIJN
WARM BIJ AANRAKING
Dit is geen defect.
Dit is normaal bij een warm
klimaat en als de compressor in
werking is.
HET LAMPJE WERKT NIET Het lampje moet mogelijk
vervangen worden.
Het apparaat kan in Aan/Stand-by
modus staan
› Controleer of de beveiligingen
en zekeringen van het elektrische
systeem in uw huis goed werken.
› Controleer of het netsnoer
met de juiste spanning in een
stopcontact zit
› Mochten de Leds gebroken
zijn moet de gebruiker de
Servicedienst bellen om ze voor
hetzelfde type om te wisselen,
dat alleen te verkrijgen is bij
onze Servicecentra of bij erkende
dealers.
DE MOTOR LIJKT TE LANG IN
WERKING TE BLIJVEN
De tijd dat de motor draait
hangt van verschillende
factoren af: het aantal keren
dat de deur wordt geopend, de
hoeveelheid levensmiddelen die
in de koelkast wordt bewaard, de
kamertemperatuur en de instelling
van de thermostaten.
› Zorg ervoor dat controles van het
apparaat correct zijn ingesteld.
› Controleer of er is niet een grote
hoeveelheid voedsel aan het
apparaat is toegevoegd.
› Controleer of de deur niet te vaak
geopend is.
› Controleer of de deur goed
gesloten is.
NL
21
DE TEMPERATUUR VAN HET
APPARAAT IS TE HOOG
Er kunnen verschillende oorzaken
(Zie 'Oplossingen')
› Zorg ervoor dat de condensor
(achter het apparaat) vrij is van stof
en pluizen.
› Zorg ervoor dat de deur goed
gesloten is.
› Zorg ervoor dat de
deurafdichtingen goed vastzitten.
› Op warme dagen of als het in de
kamer warm is draait de motor
natuurlijk langer.
› Als de deur van het apparaat een
tijdje open is geweest of als er
grote hoeveelheden voedsel zijn
opgeslagen zal de motor langer
lopen, om de binnenkant van het
apparaat af te laten koelen..
DE DEUREN GAAN NIET GOED
OPEN EN DICHT
Er kunnen verschillende oorzaken
(Zie 'Oplossingen')
› Controleer of de
voedselpakketten niet de deur
blokkeren.
› Controleer of de interne
onderdelen of de automatische
ijsmaker niet uit positie zijn.
› Controleer of de deurafdichtingen
niet vuil of kleverig zijn.
› Controleer of het apparaat op
niveau is.
22
CONSUMENTENSERVICE
VOORDAT U DE
CONSUMENTENSERVICE BELT
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES
DE STORING NOG STEEDS AANWEZIG IS,
CONTACT OPNEMEN MET DE DICHTSTBIJZIJNDE
CONSUMENTENSERVICE
1. Controleer of u het probleem zelf kunt
oplossen aan de hand van de punten die
beschreven zijn in “HANDLEIDING VOOR
PROBLEEMOPLOSSING”.
Bel voor assistentie het nummer dat in het
garantieboekje staat, of volg de instructies op de
website www.indesit.com
Vermeld altijd:
een korte beschrijving van de storing;
het type en het exacte model van het apparaat;
het servicenummer (nummer na het woord Service
op het typeplaatje). Het servicenummer staat ook
in het garantieboekje;
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien
reparatie noodzakelijk is (alleen dan heeft u
zekerheid dat originele vervangingsonderdelen
worden gebruikt en de reparatie correct wordt
uitgevoerd).
2. Het apparaat aan- en uitzetten om te
controleren of het probleem is opgelost
Fabrikant:
Whirlpool Europe S.r.l. - Socio Unico
Viale Guido Borghi 27
21025 Comerio (VA)
Italy
NL
23
2
1
6
c
5
1x 1x4x
c
a
b
c
C
A
B
1x
D
50mm
c
a
c
a
c
3
2
b
4
24
12
15
10
9
B
b
A
B
b
11
b
D
13
14
a
7
8
c
a
c
NL
25
1
2
2
1
1
2
45
o
1
2
1
45
o
1
2
3
1
2
3
1
2
34
56
26
Whirlpool® is een geregistreerd handelsmerk van Whirlpool USA
400010846631
011
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Indesit LR8 S1 X de handleiding

Type
de handleiding