AEG LAV41030 Handleiding

Type
Handleiding
ÖKO_LAVAMAT
41030 UPDATE
De wasautomaat die het milieu ontziet
Informatie voor de gebruiker
2
Geachte klant,
Lees deze informatie aandachtig door.
Lees vooral het hoofdstuk "Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid" op de
eerste pagina's. Bewaar dit boekje goed, zodat u nog eens iets kunt
nalezen en geef het door aan een eventuele volgende eigenaar van het
toestel.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die
belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de
machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het toestel.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en
praktisch gebruik van het toestel.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het toestel.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u onder "Wat is er aan de hand
als..." aanwijzingen om kleine storingen zelf op te heffen.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met de AEG
fabrieksservice, zie hoofdstuk "Klantenservice".
Gedrukt op chloorvrij papier -
wie milieubewust denkt, handelt ook zo...
F
3
INHOUD
Gebruiksaanwijzing .................................................................................. 6
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid.................................................................... 6
Afvalverwerking ................................................................................................... 9
ÖKO-tips voor zuinig wassen ........................................................................... 9
Uitrusting.............................................................................................................. 11
Frontaanzicht ............................................................................................................11
Lade voor was- en nabehandelingsmiddel .................................................... 11
Bedieningspaneel .................................................................................................... 12
Programmakiezer ..................................................................................................... 12
Toetsen voor extra programma's........................................................................14
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen programma's ............... 17
Wat betekent "UPDATE" ? ........................................................................... 18
Vóór het in gebruik nemen ............................................................................. 19
Voordat u gaat wassen ..................................................................................... 19
Wasgoed sorteren en voorbereiden .................................................................19
Textielsoorten en wasetiketten...........................................................................20
Was- en nabehandelingsmiddelen.................................................................... 21
Welk was- en nabehandelingsmiddel ? .................................................... 21
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel ? .............................................. 21
Waterontharder gebruiken .................................................................................. 21
4
Inhoud
Wassen .................................................................................................................. 22
Beknopte gebruiksaanwijzing.............................................................................22
Wasprogramma instellen ...................................................................................... 23
Centrifugetoerental wijzigen / spoelstop kiezen ........................................ 23
Extra spoelgang (SPOELEN +) .............................................................................. 24
Machinedeksel openen en sluiten..................................................................... 25
Wasgoed in de machine doen.............................................................................25
Was- / nabehandelingsmiddel doseren........................................................... 26
Wasprogramma starten.......................................................................................... 27
Afloop van het wasprogramma ..........................................................................28
Wasprogramma wijzigen....................................................................................... 28
Einde van het programma / wasgoed uit de machine nemen ................ 29
Programmatabellen........................................................................................... 30
Wassen.......................................................................................................................... 30
Apart wasverzachten / stijven ............................................................................. 31
Apart spoelen............................................................................................................31
Apart centrifugeren ................................................................................................31
Reiniging en onderhoud .................................................................................. 32
In het dagelijks gebruik ........................................................................................ 32
Bedieningspaneel .................................................................................................... 32
Wasmiddelbakje ....................................................................................................... 32
Wastrommel ............................................................................................................... 33
Kans op vorst.............................................................................................................33
Pluizenfilter reinigen ............................................................................................. 34
Wat is er aan de hand als... ............................................................................. 35
Hulp bij storingen ................................................................................................... 35
Als het wasresultaat niet bevredigend is ....................................................... 38
5
Opstel- en aansluitaanwijzing .......................................39
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid voor de installatie ............................. 39
Transportbeveiliging verwijderen ................................................................. 40
Opstelling van het toestel .................................................................................... 41
Opstelling van verrijdbare machines ............................................................... 42
Elektrische aansluiting ..................................................................................... 43
Wateraansluiting................................................................................................ 44
Waterdruk ................................................................................................................... 44
Watertoevoer.............................................................................................................44
Waterafvoer ...............................................................................................................45
Pomphoogten van meer dan 1 meter.............................................................. 45
Technische gegevens ........................................................................................ 46
Afmetingen van het toestel ............................................................................ 46
Garantiebepalingen .........................................................47
Klantenservice...................................................................50
Inhoud
6
GEBRUIKSAANWIJZING
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid
De veiligheid van elektrische toestellen van AEG voldoet aan de Europese
en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u en
uw eventuele medegebruikers op het volgende te wijzen:
Vóór het in gebruik nemen
De wasautomaat moet volgens de voorschriften worden opgesteld en
aangesloten. Alles daarover leest u achter in dit boekje.
Gebruik de wasautomaat alleen voor het wassen en centrifugeren van
wasgoed. Als de machine voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt
of foutief wordt bediend, wordt eventueel ontstane schade niet door
de garantiebepalingen gedekt.
Controleer of de machine geen transportschade heeft. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten.
Controleert u vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje
aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen met
netspanning en stroomsoort bij u thuis. Op het typeplaatje kunt u ook
zien welke zekering nodig is.
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en
styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar!
In het dagelijks gebruik
De wasautomaat nooit in gebruik nemen, als aansluitsnoer, toevoer-
resp. afvoerslang, bedieningspaneel, bovenblad of sokkel beschadigd
zijn.
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot onze
service-afdeling. Alleen originele AEG-onderdelen voldoen
aan alle eisen!
Als u het apparaat gaat schoonmaken, moet het altijd uitgeschakeld
zijn: stekker uit het stopcontact trekken of bij vaste aansluiting de
groepenhoofdschakelaar uitschakelen of de zekering uitdraaien.
In geval van storing eerst de waterkraan dichtdraaien, dan de stekker
uit het stopcontact trekken.
Bij vaste aansluiting: zekering in de huisinstallatie uitschakelen.
7
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de
stekker.
Het apparaat in geen geval met een waterstraal afsproeien. Kans op
kortsluiting!
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige omgang
met elektrische apparaten. Zorg daarom voor het nodige toezicht als de
machine aanstaat en laat kinderen niet met de machine spelen.
Huisdieren, vooral kleine dieren, kunnen in snoeren en slangen bijten,
kans op kortsluiting resp. overstroming! Houd daarom huisdieren uit de
buurt van de wasautomaat.
Bij het openen van het pluizenfilter bestaat verbrandingsgevaar door
heet sop. Laat het sop eerst in de machine afkoelen.
Zorg ervoor dat de afvoerslang niet kan wegglijden, als hij in een
gootsteen of badkuip hangt. Verbrandings- en overstromingsgevaar!
Als de wasautomaat in een ruimte staat waar het kan gaan vriezen,
moet bij kans op vorst het water worden afgetapt (zie «Hulp bij
storingen/water aftappen»).
Vlekkenreinigers die oplosmiddel bevatten zijn brand- en
explosiegevaarlijk. Voorbehandeld wasgoed pas in de wasautomaat
wassen, als de oplosmiddelen volledig verdampt zijn.
De wasautomaat mag niet voor chemische reiniging gebruikt worden.
Vergewis u er vóór het gebruik van wateronthardings-, ontkalkings-,
kleur- en ontkleuringsmiddelen van, dat de fabrikant van deze middelen
duidelijk aangeeft dat gebruik in de wasautomaat mogelijk is.
Als u het apparaat afdankt, maak het dan dadelijk onbruikbaar: stekker
uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden en weggooien.
Maak bovendien het deurslot onbruikbaar. Informeer bij de gemeente
naar de afvalverwerkingsmogelijkheden in uw woonplaats.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor ongevallen die ontstaan
door niet opvolgen van deze veiligheidsvoorschriften.
Gebruiksaanwijzing
8
Gebruiksaanwijzing
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht
als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de wasautomaat
spelen.
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn
voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit de buurt
van kinderen houden.
Zorg ervoor dat kleine huisdieren niet in de trommel van de wasautomaat
klimmen.
Als u de wasautomaat afdankt: trek de stekker uit het stopcontact, maak
het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker en
snoer weg. Zo kunnen spelende kinderen zichzelf of andere kinderen
niet in het apparaat opsluiten en niet in levensgevaar komen.
Algemene veiligheid
Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico‘s
leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
Neem de wasautomaat nooit in gebruik, als het aansluitsnoer beschadigd
is of als bedieningspaneel, bovenblad of sokkel zo beschadigd zijn, dat
de binnenkant van het apparaat toegankelijk is.
Schakel de wasautomaat uit voordat u hem gaat schoonmaken. Bovendien
de stekker uit het stopcontact trekken of -bij vaste aansluiting -
automatische zekering in de huisinstallatie uitschakelen of zekering
geheel uitdraaien.
Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de
stekker.
Sproei de wasautomaat niet met een waterstraal af. Kans op kortsluiting!
Laat het sop afkoelen voordat u water gaat aftappen, de pomp gaat
reinigen of noodontgrendeling van de deur gaat toepassen.
Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
9
Gebruiksaanwijzing
Kleine huisdieren kunnen aan snoeren en slangen knagen. Kans op
kortsluiting en overstroming! Kleine dieren uit de buurt van de
wasautomaat houden.
Afvalverwerking
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk. Ze
kunnen zonder gevaren bij het afval worden gezet en in een
vuilverbrandingsinstallatie worden verbrand !
Over de materialen : de kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de doorzichtige folieverpakking en de
plastic zakjes.
>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers, volkomen
cfk-vrij. Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook
weer in een container voor oud papier te deponeren.
ÖKO-tips voor zuinig wassen
Deze tips helpen u, zich milieubewust te gedragen.
Voor normaal verontreinigd wasgoed zijn de programma’s zonder
voorwas bedoeld. In vergelijking met een programma met voorwas
besparen ze wasmiddel en water.
Gebruik totaalwasmiddelen met bleekmiddel alleen als zich bleekbare
vlekken op het wasgoed bevinden.Bleekmiddel wordt pas werkzaam
bij hogere temperaturen.
Het zuinigst wast u met een volle trommel.
Voor licht tot normaal verontreinigd wasgoed is vaak het energie-
spaarprogramma met lagere temperatuur en verlengde wastijd
voldoende.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte
verontreinigingen verwijderd worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de
wasmiddelfabrikant - te veel wasmiddel is geldverspilling, belast het
milieu en leidt tot verminderde was- en spoelwerking. En let ook op
de doseeraanwijzingen bij licht verontreinigd wasgoed.
10
Gebruiksaanwijzing
Wasmiddelbesparing en milieuvriendelijk gedrag bereikt u ook als u
bij hogere waterhardheden (boven 10°dH) de laagste door de fabrikant
aangegeven dosering aanhoudt en apart een ontharder toevoegt. Er
komt dan minder wasmiddel in het oppervlaktewater terecht.
Gebruik wasverzachter alleen als het noodzakelijk is, bijv. bij
synthetische mengweefsels, om statische oplading te voorkomen. Als
u een wasdroger gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter
zacht en wollig.
11
Uitrusting
Frontaanzicht
Lade voor was- en nabehandelingsmiddel
Bedieningspaneel
Deksel
Greep om het
deksel te openen
Hefboompje
voor wielen
Stelvoeten
Gebruiksaanwijzing
Deurtje voor het
pluizenfilter
voorwasmiddel/
inweekmiddel of
ontharder of
vlekkenzout
hoofdwasmiddel
(poedervormig) en
evt. ontharder
vloeibare
nabehandelings-
middelen
overloop-
beveiliging
wasverzachter
12
Gebruiksaanwijzing
Programmakiezer
De programmakiezer bepaalt hoe het
wasproces gaat verlopen (bijv. waterniveau,
trommelbeweging, aantal spoelgangen,
centrifugetoerental) aangepast aan de
betreffende textielsoort, en de
soptemperatuur. De verschillende instellingen
werken als volgt :
UIT
Schakelt de wasautomaat uit, op alle andere standen is de wasautomaat
ingeschakeld.
WITTE WAS/BONTE WAS
Hoofdwas voor witte/bonte was (wassen 60°-95°C - spoelen/wasverzachten
- centrifugeren).
E-STAND
: energiebesparend programma op ca. 67°C voor licht tot
normaal verontreinigde witte was, verlengde wastijd (niet te combineren
met KORT).
Bedieningspaneel
Toetsen
Toets
centrifugetoerental/SPOELSTOP
Indicatie DEKSEL
Indicatie van het
programmaverloop
Programmakiezer
Indicatie OVERDOSERING
Toets
START/
PAUZE
13
Gebruiksaanwijzing
KREUKHERSTELLEND
Hoofdwas voor kreukherstellend goed (wassen 40°-60°C - spoelen/
wasverzachten - centrifugeren).
Stand STRIJKVRIJ
: Hoofdwas op 40°C voor kreukherstellend goed dat
m.b.v. dit programma nog slechts licht of helemaal niet gestreken
hoeft te worden.
FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was (wassen 30°/40°C - spoelen/wasverzachten-
centrifugeren, hoog waterniveau en verminderde trommelbeweging).
WOL /
HANDWAS
Hoofdwas voor in de machine wasbare wol en voor wasbare wol en zijde
met het wasetiket "
" (handwas) (wassen koud-40°C - spoelen/
wasverzachten - centrifugeren, hoog waterniveau en sterk verminderde
trommelbeweging).
SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand
gewassen goed (2 spoelgangen en centrifugeren).
STIJVEN
Apart stijven, apart wasverzachten (na 1 spoelgang wordt vloeibaar
nabehandelingsmiddel uit doseervakje
ingespoeld).
POMPEN
Wegpompen van het water na spoelstop zonder centrifugeren.
Spoelstop betekent:
het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en centrifugeren, resp. apart
centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
KORT CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na spoelstop en voorzichtig centrifugeren,
resp. apart voorzichtig centrifugeren van met de hand gewassen teer
textiel (kreukherstellend goed, fijne was, wol).
14
Toetsen voor extra programma's
Met deze toetsen kunt u het wasprogramma
aanpassen aan de mate van verontreiniging van
het wasgoed. Voor normaal verontreinigd goed
zijn extra programma's niet nodig.
Afhankelijk van het programma kunnen de
verschillende functies met elkaar gecombineerd
worden.
De programma’s kunt u kiezen na het instellen
van het programma en vóór het indrukken van toets START/PAUZE. Als u
een toets indrukt, gaat het betreffende lampje branden. Als u de toets
nogmaals indrukt, gaat het lampje uit.
VOORWAS
Warm voorwassen voor de automatisch volgende hoofdwas (kan niet
gekozen worden bij instelling WOL en in combinatie met INWEKEN en
VLEKKEN); met tussendoor centrifugeren bij WITTE/BONTE WAS, zonder
tussendoor centrifugeren bij KREUKHERSTELLEND en FIJNE WAS.
INWEKEN
Ca. 45 minuten bij 30°C. Daarna volgt automatisch de hoofdwas.
Kan niet gekozen worden bij instelling WOL en in combinatie met VOOR-
WAS en VLEKKEN.
Het inweken eindigt met een korte centrifugegang bij de programma’s
WITTE/BONTE WAS en KREUKHERSTELLEND en met alleen pompen bij
FIJNE WAS.
KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed (kan niet gekozen
worden bij instelling WOL, E-STAND en in combinatie met VLEKKEN).
VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk verontreinigd wasgoed of van wasgoed
met vlekken (verlengde hoofdwas, waarbij vlekkenzout op het juiste
moment wordt ingespoeld, kan niet gekozen worden bij instelling WOL
en in combinatie met KORT, INWEKEN en VOORWAS en bij temperaturen
beneden 40°C.
Bij instelling WOL/
(handwas) kunnen de extra programma’s niet
worden gekozen (eventueel ingedrukte toetsen hebben geen effect).
Gebruiksaanwijzing
15
Toets "START/PAUZE"
Deze toets heeft drie functies:
a) Start
Door indrukken van de toets wordt het ingestelde programma gestart.
b) Pauze
Om een lopend programma te onderbreken, toets START/PAUZE in-
drukken: de indicatie in het multidisplay knippert
U zet het programma voort door de toets opnieuw in te drukken.
c) Wegpompen van het water
Door indrukken van de toets wordt:
• bij programma’s met spoelstop het water weggepompt en
gecentrifugeerd.
Toets CENTRIFUGETOERENTAL / SPOELSTOP
Door indrukken van deze toets kunt u het maxi-
male centrifugetoerental voor het ingestelde
programma reduceren of SPOELSTOP instellen.
De maximale centrifugetoerentallen zijn aangepast
aan de betreffende soort wasgoed.
Gebruiksaanwijzing
16
Indicatie van het programmaverloop
Geeft vóór de start van het programma aan welke
programma-onderdelen zijn gekozen. Tijdens het
programma brandt de indicatie van het onderdeel
waarmee de machine bezig is.
Als OVERDOSERING brandt, hebt u in het afgelo-
pen programma te veel wasmiddel gebruikt. Bij de
volgende was op de doseeraanwijzingen van de
wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht letten!
Programma annuleren
Als u een reeds lopend programma wilt annuleren, draait u de
programmakiezer op UIT.
Attentie! Na een programma met SPOELSTOP-functie programmakiezer
eerst op UIT zetten en dan programma POMPEN kiezen.
Wijzigen van een lopend programma
Om een functie te wijzigen, eerst door indrukken van toets START/
PAUZE de machine op PAUZE zetten.
Alle functies kunnen, voordat het programma ze doorvoert, worden
gewijzigd. Na inschakelen van de gewenste functie(s) toets START/
PAUZE nogmaals indrukken.
Om een programma te wijzigen, eerst de programmakiezer op UIT
draaien en dan op een ander programma zetten.
Het water blijft in de trommel en na opnieuw indrukken van toets
START/PAUZE loopt het programma verder.
Gebruiksaanwijzing
17
Verbruikswaarden en tijdsduur voor gekozen
programma's (richtlijnen)
De waarden in deze tabel zijn onder normomstandigheden met
normwasgoed bepaald. Tijden voor opwarmen en onbalansherkenning
zijn niet meegerekend. Afwijkingen naar boven of beneden zijn in de
praktijk mogelijk.
(1) Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens
op het energielabel, volgens richtlijn 92/75/EG.
Gebruiksaanwijzing
Programma / Temperatuur in °C
Wasgoed
in kg
Water
in liter
Stroom
in kWh
Tijd in
minuten
WITTE WAS / BONTE WAS 95 4,5 49 1,9 137
WITTE WAS / BONTE WAS 60
1)
4,5 45 0,85 131
WITTE WAS / BONTE WAS 40 4,5 45 0,54 132
KREUKHERSTELLEND 40 2,0 48 0,42 76
STRIJKVRIJ 40 1,0 52 0,47 76
FIJNE WAS 40 2,0 45 0,28 50
WOL / (handwas) 40 1,0
44
0,30
55
18
Wat betekent "UPDATE" ?
De wasprogramma‘s van uw wasautomaat worden door software
bestuurd.
Door nieuwe textielsoorten of nieuwe wasmiddelen kunnen in de
toekomst nieuwe wasprogramma‘s nodig zijn. De software kan
meestal daaraan worden aangepast.
Voor meer informatie over “update” kunt u contact opnemen met
onze service-afdeling. De service-afdeling kan u ook meer vertellen
over de kosten van een “update”.
Gebruiksaanwijzing
19
Gebruiksaanwijzing
F
Vóór het in gebruik nemen
1. Voer een wasgang zonder wasgoed uit (WITTE WAS 95°C, met een
halve maatbeker wasmiddel).
2. Daardoor worden vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in
de wastrommel en de kuip verwijderd.
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en wasetiket sorteren (zie "Textielsoorten en
wasetiketten").
Zakken leegmaken. Metalen delen (paperclips, veiligheidsspelden
e.d.) verwijderen. Als onze servicetechnicus voorwerpen moet
verwijderen die niet in het apparaat thuis horen, wordt dat niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
Om te voorkomen dat het wasgoed beschadigt en in een kluwen
raakt: ritssluitingen sluiten, slopen en dekbedovertrekken
dichtknopen, losse stofceintuurs en lange schortbanden samenbinden.
Wasgoed dat uit meer lagen bestaat (slaapzak e.d.) binnenste buiten
wassen.
Gebreid gekleurd textiel, wol en textiel met applicaties binnenste
buiten wassen.
Kleine en tere stukken wasgoed (bijv. babysokjes, panty's) in een
wasnetje, een kussensloop met ritssluiting of in een grote sok
stoppen.
Beugelbeha's altijd in een wasnetje (verkrijgbaar bij lingeriezaken)
op het programma WOL/HANDWAS wassen. Een losgeraakte beugel
kan zeer grote schade veroorzaken aan wasgoed en wasautomaat,
waarvoor AEG niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Ze kunnen al door
openstaande ramen of bij het afnemen zijn beschadigd. Metalen of
kunststof rolletjes of haken uit de vitrages verwijderen of de vitrages
in een net of een zak binden. Bij eventuele beschadigingen van
vitrages kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld.
Gekleurd en wit wasgoed niet samen wassen. Wit wasgoed wordt dan
grauw.
Nieuw gekleurd wasgoed geeft vaak af. Was zulke stukken daarom
de eerste keer apart.
20
Grote en kleine stukken tegelijk wassen! Daardoor verbetert de
waswerking en het wasgoed wordt bij het centrifugeren gunstiger
verdeeld.
Wasgoed niet in elkaar gevouwen in de machine doen.
Textielsoorten en wasetiketten
De wasetiketten helpen u bij de keuze van het juiste wasprogramma.
Het wasgoed moet volgens textielsoort en wasetiket gesorteerd worden.
De aangegeven temperaturen in de wasetiketten zijn maximale
temperaturen.
Witte was
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor
mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor deze textielsoort
is het programma WITTE/BONTE WAS geschikt.
Bonte was
Textiel van katoen en linnen met dit wasetiket is ongevoelig voor
mechanische belasting. Voor deze textielsoort is het programma
WITTE/BONTE WAS geschikt.
Kreukherstellend goed
Textiel van kreukherstellend gemaakte katoen, weefsels gemengd met
katoen, synthetische weefels met dit wasetiket vereisen een mechanisch
voorzichtiger behandeling. Voor deze textielsoort is het programma
KREUKHERSTELLEND geschikt.
Fijne was
Textiel dat uit verschillende lagen bestaat, textiel van microvezels,
synthetische weefsels en vitrages met dit wasetiket vereisen een
bijzonder voorzichtige behandeling. Voor deze textielsoort is het
programma FIJNE WAS geschikt.
Wol en bijzonder teer wasgoed
Textiel van wol, weefsels gemengd met wol en zijde met dit wasetiket
zijn bijzonder gevoelig voor mechanische belasting. Voor deze
textielsoorten is het programma WOL/HANDWAS geschikt.
Attentie! Textiel met het wasetiket
(niet wassen!) mag niet in de
wasautomaat gewassen worden.
Gebruiksaanwijzing
21
Gebruiksaanwijzing
Was- en nabehandelingsmiddelen
Welk was- en nabehandelingsmiddel?
Gebruik alleen was- en nabehandelingsmiddelen die geschikt zijn voor
huishoud-wasmachines. Let altijd op de aanwijzingen van de fabrikant
van de middelen.
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel?
De hoeveelheid is afhankelijk
van het vulgewicht:
Als de wasmiddelfabrikant geen doseeraanwijzingen voor kleine
hoeveelheden wasgoed geeft, doseert u bij halve belading 1/3 minder
en bij nog kleinere belading 1/2 minder dan normaal.
van de mate van verontreiniging van het wasgoed:
Bij licht verontreinigd wasgoed minder doseren. Let op de aanwijzingen
van de wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht.
van de hardheidsgraad van het water:
Hoe harder het water, des te hoger de dosering! Let op de
doseeraanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruik voor het doseren van vloeibaar wasmiddel de door de
wasmidddelindustrie aangeboden doseerhulpjes. Doseer deze middelen
volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Waterontharder gebruiken
Gebruik bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II) een
speciale ontharder. Let op de aanwijzingen van de fabrikant. Wasmiddel
dan altijd voor hardheid I (= zacht) doseren. Informatie over de
waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het waterleidingbedrijf
krijgen.
Waterhardheid
Hardheidsbereik
Waterhardheid in d°H
(graden Duitse hardheid)
Waterhardheid in mmol/l
(millimol per liter)
I - laag onder 10 onder 1,8
II - gemiddeld 10 - 16 1,8 - 2,9
III - hoog boven 16 boven 2,9
22
Gebruiksaanwijzing
F
Wassen
Beknopte gebruiksaanwijzing
Een wasproces verloopt als volgt:
1. Wasgoed voorbereiden.
2. Machine- en trommeldeksel openen.
3. Wasgoed in de machine doen.
4. Was-/nabehandelingsmiddel doseren.
5. Trommel- en machinedeksel sluiten.
6. Het juiste wasprogramma instellen:
- met de programmakiezer programma en temperatuur instellen,
- eventueel toets(en) voor extra programma's indrukken,
- eventueel centrifugetoerental wijzigen of SPOELSTOP kiezen,
7. Wasprogramma starten (toets START/PAUZE indrukken).
Na afloop van het wasprogramma:
Attentie! Als het wasprogramma in een spoelstop geëindigd is, vóór
het openen van het deksel POMPEN, CENTRIFUGEREN, of KORT
CENTRIFUGEREN kiezen.
8. Wasautomaat uitschakelen: programmakiezer op UIT draaien.
9. Machine- en trommeldeksel openen, wasgoed uit de machine
nemen.
23
F
Gebruiksaanwijzing
Wasprogramma instellen
Geschikt programma, juiste temperatuur en eventueel extra programma's
voor het wasgoed: zie "Programmatabellen".
1. Programmakiezer op het gewenste
wasprogramma met de gewenste
temperatuur draaien.
2. Eventueel extra programma('s) kiezen: de
indicaties van de gekozen extra programma's
gaan branden.
Om een ander programma te kiezen de
betreffende toets indrukken.
Om een programma uit te schakelen de toets
nogmaals indrukken.
Centrifugetoerental wijzigen/spoelstop kiezen
Eventueel centrifugetoerental voor de laatste
centrifugegang wijzigen/SPOELSTOP kiezen:
Toets centrifugetoerental/SPOELSTOP zo vaak
indrukken, tot de indicatie van het gewenste
centrifugetoerental (resp. van SPOELSTOP) brandt.
Als u SPOELSTOP kiest, blijft het wasgoed in het
laatste spoelwater liggen, het wordt niet gecentrifugeerd.
Als u het centrifugetoerental niet wijzigt, wordt het automatisch aan
het wasprogramma aangepast:
- WITTE/BONTE WAS 1000 tpm
- KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ 900 tpm
- FIJNE WAS 700 tpm
- WOL/
(handwas) 900 tpm
Het toerental voor de centrifugegangen tussendoor is afhankelijk van
het gekozen programma en kan niet worden gewijzigd.
F
24
Extra spoelgang (SPOELEN +)
De wasautomaat is ingesteld op een uiterst zuinig waterverbruik. Voor
mensen die aan een allergie lijden, kan het echter van belang zijn om
met meer water te spoelen.
Als SPOELEN+ is ingesteld, wordt een extra spoelgang uitgevoerd
bij de programma‘s WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/STRIJK-
VRIJ en FIJNE WAS.
Bij levering van het apparaat is geen extra spoelgang ingesteld.
Extra spoelgang instellen:
1. Programmakiezer op WITTE/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND/
STRIJKVRIJ of FIJNE WAS (met willekeurige temperatuur) draaien.
2. Toets VOORWAS en toets KORT tegelijk minstens 2 seconden
ingedrukt houden. In de indicatie van het programmaverloop
brandt SPOELEN+.
De extra spoelgang is ingesteld. Dat blijft zo, tot u de extra spoelgang
weer opheft.
Door de extra spoelgang wordt het waterverbruik hoger en de
programmalooptijd langer.
Extra spoelgang opheffen:
1. Programmakiezer opnieuw op WITTE/BONTE WAS,
KREUKHERSTELLEND/STRIJKVRIJ of FIJNE WAS draaien.
2. Toets VOORWAS en toets KORT tegelijk minstens 2 seconden
ingedrukt houden. In de indicatie van het programmaverloop gaat
SPOELEN+ uit. De extra spoelgang is opgeheven.
F
F
Gebruiksaanwijzing
25
Machinedeksel openen en sluiten
Openen: aan de greep van het machinedeksel trekken.
Sluiten: machinedeksel stevig dichtdrukken.
De indicaties DEKSEL en START/PAUZE geven,
als het apparaat is ingeschakeld, aan of het machinedeksel
kan worden geopend:
1) Machinedeksel is vanwege hoog waterniveau resp. hoge temperatuur
vergrendeld.
Als
- de indicatie DEKSEL rood knippert,
- en de indicatie HOOFDWAS knippert,
hebt u geprobeerd een programma te starten, zonder dat het
machinedeksel goed gesloten was. In dat geval machinedeksel
stevig dichtdrukken en wasprogramma nogmaals starten.
Wasgoed in de machine doen
Maximale vulgewichten, zie “Programmatabellen”.
Aanwijzingen m.b.t. de juiste voorbereiding van het wasgoed,
zie “Wasgoed sorteren en voorbereiden”.
1. Wasgoed sorteren en voorbereiden.
2. Machine- en trommeldeksel openen.
3. Wasgoed in de machine doen.
Attentie! Let erop dat er geen wasgoed tussen het deksel wordt
geklemd!
Wasgoed en apparaat zouden kunnen beschadigen!
4. Trommel- en machinedeksel goed sluiten.
Gebruiksaanwijzing
F
F
F
indicatie DEKSEL indicatie START/PAUZE machinedeksel openen mogelijk ?
brandt groen knippert rood ja
brandt groen brandt rood ja, na indrukken van toets START/PAUZE
is uit knippert of brandt rood nee
1)
26
Was-/nabehandelingsmiddel doseren
Aanwijzingen m.b.t. was- en nabehandelingsmiddelen, zie hoofdstuk
“Was- en nabehandelingsmiddelen”.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren:
vak voor vloeibaar
nabehandelingsmiddel
(wasverzachter, stijfsel)
Attentie! Vak niet verder dan
markering MAX vullen. Dikvloeibare
middelen eventueel tot markering
MAX met water verdunnen,
poedervormig stijfsel eerst oplossen.
vak voor vlekkenzout
vak voor voorwasmiddel/
inweekmiddel
(alleen voor extra programma’s VOORWAS/INWEKEN)
of voor ontharder
vak voor poedervormig
hoofdwasmiddel
(Als u waterontharder gebruikt en het rechter vak voor voorwas-/
inweekmiddel nodig hebt, de waterontharder op het hoofdwasmiddel
in het linker vak doseren.)
Bij gebruik van vloeibare wasmiddelen/tabletten:
Vloeibare wasmiddelen resp. tabletten met door de wasmiddelindustrie
aangeboden doseerhulpjes doseren.
Let op de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Gebruiksaanwijzing
27
Wasprogramma starten
1. Controleren of de waterkraan open is.
2. Wasprogramma starten: toets START/PAUZE indrukken.
Het programma wordt gestart.
Het machinedeksel is niet goed gesloten als bij indrukken van toets
START/PAUZE
- de indicatie DEKSEL rood knippert
- en de indicatie HOOFDWAS knippert.
In dat geval deksel stevig dichtdrukken en toets START/PAUZE
nogmaals indrukken.
F
Gebruiksaanwijzing
28
Afloop van het wasprogramma
Indicatie van het programmaverloop
Vóór de start worden de verschillende pro-
gramma-onderdelen op de indicatie van het
programmaverloop aangegeven.
Tijdens het wasprogramma wordt aangegeven
met welk onderdeel de machine bezig is.
Wasprogramma wijzigen
Programma wijzigen resp. afbreken
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Programmakiezer op UIT draaien. Het programma wordt afgebroken
3. Indien gewenst, nieuw wasprogramma instellen. Anders
programmakiezer op POMPEN draaien en toets START/PAUZE
indrukken.
Met toets START/PAUZE kan het wasprogramma te allen tijde worden
onderbroken. Als u deze toets nogmaals indrukt wordt het programma
weer voortgezet. Wijzigen van het programma is alleen mogelijk als
de programakiezer op UIT staat.
Extra programma’s kiezen
De extra programma‘s KORT resp. VLEKKEN kunnen nog gekozen
worden nadat het programma is gestart.
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Toets KORT resp. VLEKKEN indrukken.
3. Toets START/PAUZE opnieuw indrukken. Het wasprogramma wordt
voortgezet.
Centrifugetoerental wijzigen
Tijdens het wasprogramma kan het centrifugetoerental nog gewijzigd
of SPOELSTOP gekozen worden.
1. Toets START/PAUZE indrukken.
2. Met toets centrifugetoerental/SPOELSTOP het toerental wijzigen.
3. Toets START/PAUZE opnieuw indrukken. Het wasprogramma wordt
voortgezet.
F
F
F
Gebruiksaanwijzing
29
Einde van het programma/wasgoed uit de machine nemen
Als een wasprogramma is beëindigd, gaat EINDE in de indicatie van
het programmaverloop branden.
1. Als u spoelstop hebt gekozen, moet eerst het water worden
weggepompt:
Toets START/PAUZE indrukken (het water wordt weggepompt en
het wasgoed wordt aangepast aan het afgelopen programma
gecentrifugeerd; als u toets START/PAUZE opnieuw indrukt, kan
het centrifugetoerental ook tijdens het centrifugeren nog
worden gewijzigd), of
Programmakiezer op POMPEN draaien en toets START/PAUZE
indrukken (het water wordt zonder centrifugeren weggepompt),
of
Programmakiezer op CENTRIFUGEREN of KORT CENTRIFUGEREN
draaien en toets START/PAUZE indrukken (het water wordt
weggepompt en het wasgoed wordt gecentrifugeerd of
voorzichtig gecentrifugeerd).
Na beëindiging van dit programma-onderdeel brandt de indicatie
EINDE.
2. Deksel openen.
Zodra de indicatie DEKSEL groen brandt, kan het machinedeksel
worden geopend.
De indicatie PARKEERSTAND in de indicatie van het programma-
verloop wijst erop, dat de trommel vastgezet is en direct kan wor-
den geopend.
3. Wasgoed uit de machine nemen.
4. Programmakiezer op UIT draaien.
5. Na het wassen het machinedeksel een tijd open laten staat zodat de
wasautomaat kan luchten.
Als de indicatie OVERDOSERING brandt, hebt u in
het afgelopen wasprogramma te veel wasmiddel
gebruikt.
Bij de volgende was op de doseeraanwijzingen van de wasmiddel-
fabrikant en op het vulgewicht letten!
Attentie! Als de wasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt: waterkraan
dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
F
Gebruiksaanwijzing
30
Gebruiksaanwijzing
Programmatabellen
Wassen
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in het
dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
( ) Dit 60°C-programma is het referentieprogramma voor de gegevens op het energielabel,
volgens richtlijn 92/75/EG.
Soort wasgoed,
wasetiket
Max.
vulgewicht
(droog
wasgoed)
1
Programmakiezer
Temperatuur
Mogelijke
extra
programma's
Witte was
4,5 kg
WITTE WAS / BONTE WAS
60 - 95
VLEKKEN
INWEKEN
VORWAS
KORT
CENTRIFUG./SPOELSTOP
Energiespaarprogramma :
WITTE WAS / BONTE WAS
E-STAND
VORWAS
CENTRIFUG./SPOELSTOP
Bonte was ( )
4,5 kg
WITTE WAS / BONTE WAS
30 - 60
VLEKKEN
VORWAS
INWEKEN
KORT
CENTRIFUG./SPOELSTOP
Kreukherstellend
2,0 kg
KREUKHERSTELLEND
40 - 60
VLEKKEN
VORWAS
INWEKEN
KORT
CENTRIFUG./SPOELSTOP
1,0 kg
STRIJKVRIJ
40
Fijne was
2,0 kg
(resp. 15 - 20
m² vitrages)
FIJNE WAS
30 / 40
VLEKKEN
VORWAS
INWEKEN
KORT
CENTRIFUG./SPOELSTOP
Wol/handwas
2,0 kg WOL
koud - 40
CENTRIFUG./SPOELSTOP
31
Gebruiksaanwijzing
Apart spoelen
Apart wasverzachten / stijven
Apart centrifugeren
Soort wasgoed
Max. vulgewicht
(droog wasgoed)
Programmakiezer
Witte was / bonte was 4,5 kg
SPOELEN
Kreukherstellend 2,0 kg
Fijne was 2,0 kg
Wol / handwas 1,0 kg
Soort wasgoed
Max. vulgewicht
(droog wasgoed)
Programmakiezer
Witte was / bonte was 4,5 kg
STIJVEN
Soort wasgoed
Max. vulgewicht
(droog wasgoed)
Programmakiezer
Witte was / bonte was 4,5 kg CENTRIFUGEREN
Kreukherstellend 2,0 kg
KORT CENTRIFUGEREN
Fijne was 2,0 kg
Wol / handwas 1,0 kg
32
F
F
Gebruiksaanwijzing
F
Reiniging en onderhoud
In het dagelijks gebruik
Deksel na het wassen open laten staan, opdat de wasautomaat kan
drogen.
Als u de wasautomaat langere tijd niet gebruikt:
Waterkraan dichtdraaien en de wasautomaat spanningloos maken.
Bedieningselementen reinigen
Bedieningspaneel
Attentie! Het paneel en de bedieningselementen in geen geval met
middelen voor het onderhoud van meubelen of agressieve
reinigingsmiddelen schoonmaken.
Het bedieningspaneel en de bedieningselementen met een vochtig
doekje reinigen. Alleen warm water gebruiken.
Wasmiddelbakje
Van tijd tot tijd moeten resten van wasmiddel uit het wasmiddelbakje
verwijderd worden. U kunt het bakje makkelijk losnemen.
Losnemen:
Druk op de lipjes aan weerskanten
van het wasmiddelbakje en trek
het naar boven.
Maak het bakje onder stromend water schoon. Gebruik
een borstel of doekje.
Controleer of de hevels aan de achterkant van het
bakje niet geblokkeerd worden.
33
Gebruiksaanwijzing
F
F
Weer inzetten:
Plaats het wasmiddelbakje weer in de openingen.
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij edelstaal. Door roestende vreemde
voorwerpen in het wasgoed kunnen roestvlekken op de trommel
ontstaan.
Attentie! De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen,
chloor- of ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol reinigen.
Geschikte ontkalkingsmiddelen zijn verkrijgbaar bij drogist en
supermarkt.
Roestvlekken op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal verwijderen.
Kans op vorst
Beschadigingen ten gevolge van vorst worden niet door de
garantiebepalingen gedekt! Als de wasautomaat in een ruimte staat
waar het kan gaan vriezen, moet bij kans op vorst het water worden
afgetapt (zie "Pluizenfilter reinigen").
Bovendien: de toevoerslang van de waterkraan losschroeven en op de
vloer leggen.
34
F
F
F
Gebruiksaanwijzing
F
Pluizenfilter reinigen
Waarschuwing! Wasautomaat uitschakelen
voordat u het pluizenfilter gaat reinigen!
Het is belangrijk dat het pluizenfilter regelmatig gereinigd wordt.
Het pluizenfilter bevindt zich achter het klepje in de sokkel van de
machine. Wij adviseren u het filter regelmatig te controleren en, zo
nodig, schoon te maken. Een verstopt filter veroorzaakt machinestoring.
Controleer het filter in elk geval na het wassen van pluizig goed, zoals
molton.
• Open het deurtje
Om het water te laten weglopen:
Zet een platte bak op de grond.
Draai de dop van het filter in de verticale stand en
laat het water weglopen.
Om het filter te reinigen:
Draai het pluizenfilter linksom los en neem het uit de
machine.
Maak het onder stromend water schoon.
Zet het filter terug en draai het rechtsom vast. Sluit
het deurtje.
F
35
Gebruiksaanwijzing
Wat is er aan de hand als ...
Hulp bij storingen
Aan de hand van onderstaande aanwijzingen kunt u kleine storingen aan
het apparaat zelf opheffen. Helpt deze informatie u niet verder, neem dan
contact op met de service-afdeling.
Als u toch voor één van de hier vermelde storingen of vanwege foutieve
bediening de service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de
garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De wasautomaat werkt
helemaal niet.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Stekker in het stopcontact
steken.
De zekering in de
huisinstallatie is niet in orde.
Zekering vervangen resp.
inschakelen
Het deksel is niet goed
gesloten.
Deksel sluiten; de sluiting
moet hoorbaar dichtvallen
Toets START/PAUZE is niet lang
genoeg ingedrukt.
Toets START/PAUZE zo lang
indrukken, tot het programma
begint.
Es wordt geen water
toegevoerd.
De waterkraan is dicht. Waterkraan opendraaien.
De zeef in de koppeling van de
toevoerslang is verstopt.
Slang van de waterkraan
losschroeven, zeef uitnemen
en onder stromend water
reinigen.
De toevoerslang is geknikt. Controleer de hele slang en
verwijder de knik.
Het deksel is niet goed
gesloten.
Deksel sluiten.
36
Gebruiksaanwijzing
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat vibreert tijdens
het gebruik of staat onrustig.
De in hoogte verstelbare
schroefvoeten zijn niet goed
ingesteld.
Voeten volgens de opstel- en
aansluitaanwijzing afstellen.
Er zit erg weinig wasgoed in
de trommel (bijv. slechts één
badjas).
Dit heeft geen invloed op de
werking van de machine.
Het water kon vóór het
centrifugeren niet geheel
weggepompt worden, omdat
- de afvoerslang geknikt is
of
- de afvoerpomp verstopt is
Afvoerslang controleren en
evt. recht leggen of
afvoerpomp reinigen en
evt.vreemde voorwerpen uit de
pomp verwijderen.
Het sop in de hoofdwas
schuimt te sterk.
Er is waarschijnlijk te veel
wasmiddel gedoseerd.
Wasmiddel precies volgens de
aanwijzingen van de
wasmiddelfabrikant doseren.
Onder de wasautomaat komt
water te voorschijn.
De slangkoppeling van de
toevoerslang is lek.
Toevoerslang vastschroeven.
De afvoerslang is lek. Afvoerslang controleren en
eventueel vervangen.
Het deksel van het
pluizenfilter is niet goed
gesloten.
Deksel goed sluiten.
Er zit wasgoed in het deksel
geklemd.
Programma afbreken, wasgoed
uit het deksel verwijdere,
nieuw programma starten.
Het wasgoed is erg
gekreukeld.
Waarschijnlijk hebt u te veel
wasgoed in de machine
gedaan.
Let op het maximale
vulgewicht (zie
programmatabellen). Bij
kreukherstellend goed het
programma STRIJKVRIJ kiezen.
In het wasmiddelbakje
bevinden zich wasmiddelresten
De waterkraan is niet geheel
open
Waterkraan geheel
opendraaien.
De zeef in de koppeling van
de toevoerslang is verstopt.
Zeef reinigen.
De zeef in de koppeling van
de toevoerslang aan het
toestel is verstopt.
Zeef reinigen.
37
Gebruiksaanwijzing
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het wasgoed is niet goed
gecentrifugeerd, in de
trommel is nog restwater
zichtbaar.
Er zit een knik in de
afvoerslang.
Knik verwijderen.
De maximale pomphoogte
(uitloophoogte 1 meter vanaf
de onderkant van de machine)
is overschreden.
Neem contact op met onze
service-afdeling, daar is een
opvoerset voor opvoerhoogten
boven 1 meter te verkrijgen.
De afvoerpomp is verstopt.
Apparaat uitschakelen, stekker
uit het stopcontact trekken,
afvoerpomp schoonmaken.
Bij sifonaansluiting: de sifon is
verstopt.
Sifon schoonmaken.
Het spoelwater is troebel.
Waarschijnlik hebt u
wasmiddel met hoog
silicaatgehalte gebruikt.
Green negatieve invloed op
het spoelresultaat, evt.
vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Bij het indrukken van een
toets voor een extra
programma gaat de
betreffende indicatie niet
branden.
Het gekozen extra programma
kan niet met het ingestelde
programma gecombineerd
worden.
Maak een andere keuze.
38
Gebruiksaanwijzing
Als het wasresultaat niet bevredigend is
Als het wasgoed grauw is en zich in de trommel kalkaanslag bevindt
U hebt niet genoeg wasmiddel gedoseerd.
U hebt niet het juiste wasmiddel gebruikt.
U hebt speciale verontreinigingen niet voorbehandeld.
U hebt niet het juiste programma of de juiste temperatuur
gekozen.
Als op het wasgoed nog grijze vlekken zitten
U hebt door zalf, crème of olie verontreinigd wasgoed met te weinig
wasmiddel gewassen.
U hebt een te lage temperatuur gekozen.
In zulke gevallen is vaak wasverzachter (vooral in geconcentreerde
vorm) buiten de machine direct op het wasgoed terechtgekomen.
Dergelijke vlekken zo snel mogelijk uitwassen.
Als na de laatste spoelgang nog schuim zichtbaar is
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste spoelwater nog
schuim veroorzaken. Het wasgoed is dan echter voldoende
gespoeld.
Als op het wasgoed witte resten zitten
Hierbij gaat het om onoplosbare bestanddelen van moderne
wasmiddelen. Ze zijn niet het gevolg van een onvoldoende
spoeleffect. Wasgoed uitborstelen of uitschudden. Evt. ook het
wasgoed binnenste buiten wassen. Evt. vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
39
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING
Aanwijzingen m.b.t de veiligheid voor de
installatie
Controleer de wasautomaat op transportschade. Een beschadigd apparaat
in geen geval aansluiten. Neem in geval van transportschade contact op
met de leverancier.
Verwijder de transportbeveiliging geheel. Een niet verwijderde
transportbeveiliging kan tijdens het centrifugeren leiden tot beschadiging
van het apparaat en meubelen die ernaast staan.
Stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact
met randaarde steken. Geen verlengsnoeren, meervoudige stopcontacten
of adapters gebruiken.
Bij vaste aansluiting moet het apparaat d.m.v. een schakelaar in de
installatie (zekering, automatische zekering, aardlekschakelaar of iets
dergelijks) met een contactopening van minstens 3 mm van het net
gescheiden kunnen worden. Vaste aansluiting mag alleen door een
erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Let er vóór het in gebruik nemen op dat de op het typeplaatje aangegeven
stroomsoort en netspanning overeenkomen met stroomsoort en
netspanning op de plek van opstelling. Op het typeplaatje is ook te zien
welke zekering nodig is.
Vóór eventuele werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit het
stopcontact trekken.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-afdeling vervangen
worden.
40
Opstel- en aansluitaanwijzing
Transportbeveiliging verwijderen
Attentie
Voordat het apparaat wordt opgesteld en aangesloten, moeten beslist de
transportbeveiligingen verwijderd worden.
De gedemonteerde transportbeveiligingen goed bewaren. Bij evt. transport
(verhuizing) zijn ze weer nodig!
1.Apparaat uitpakken en van de grondplaat tillen.
2.Styropor-deel verwijderen door de machine iets op te
tillen.
3.Deksel van de machine openen en de polystyreen
en rode kunststof wiggen die de trommel
blokkeren verwijderen. Deksel sluiten.
4.M.b.v. de meegeleverde sleutel (A) de twee schroeven
(B) uitdraaien en de kunststof busjes (C) verwijderen.
5.De gaten afsluiten met de stopjes uit het meegeleverde
plastic zakje.
6.Overtuig u ervan, dat deze onderdelen uit het apparaat
verwijderd zijn.
Het apparaat is nu ontgrendeld en kan in gebruik
genomen worden.
C
A
B
41
Opstel- en aansluitaanwijzing
Opstelling van het apparaat
Apparaat vervoeren
Apparaat nooit zonder transportbeveiliging vervoeren. Transportbeveiliging
pas op de plaats van opstelling verwijderen! Vervoer zonder
transportbeveiliging kan tot beschadiging van het apparaat leiden.
Het apparaat weegt ongeveer 75 kg.
Plaats van opstelling voorbereiden
De vloer moet schoon en droog zijn, vrij van bijv. resten van zeep, boenwas
of andere vettige aanslag, zodat de machine niet kan wegglijden. Geen
vettige stoffen of zeep als glijmiddel gebruiken !
Opstelling op hoogpolig tapijt en op tapijt met een rug van zacht schuim is
niet aan te bevelen, omdat daardoor de stabiliteit van de machine niet meer
gewaarborgd is.
Als de machine op kleine tegels wordt opgesteld, een rubber mat onder de
machine leggen.
Kleine oneffenheden in de vloer nooit compenseren d.m.v. hout, karton of
iets dergelijks, maar altijd door verstellen van de stelvoeten.
Als vanwege ruimtegebrek opstelling van de wasautomaat direct naast een
fornuis of andere warmtebron onvermijdelijk is, moet tussen warmtebron en
wasautomaat een warmte-isolerende plaat worden geplaatst, die aan de kant
van de warmtebron van aluminiumfolie voorzien moet zijn.
De wasautomaat niet plaatsen in een ruimte waar het kan gaan vriezen. Kans
op beschadiging!
Toevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt of platgedrukt worden.
42
Opstel- en aansluitaanwijzing
Afb.1
Afb.2
Afb.3
Afb.4
Hefboom voor rol
gebruiksstand
Hefboom voor rol
rijdstand
stelvoeten
in hoogte
verstelbaar
Opstelling van verrijdbare machines
Attentie!
Door een centrale rol, die bediend wordt d.m.v. een hefboommechanisme, kan
de machine verplaatst worden.
Het apparaat alleen in gebruik nemen, als de hefboom in de “gebruiksstand”
staat.
43
Opstel- en aansluitaanwijzing
Elektrische aansluiting
Aanwijzingen m.b.t. netspanning, stroom-
soort en benodigde zekering staan op het
typeplaatje. Het typeplaatje vindt u aan de
achterzijde van het toestel. Bovendien
vindt u op de binnenkant van het klepje
voor het pluizenfilter een sticker met
productnummer en serienummer.
Bij vaste aansluiting moet het apparaat d.m.v. een schakelaar in de
installatie (zekering, automatische zekering, aardlekschakelaar of iets
dergelijks) met een contactopening van minstens 3 mm van het net
gescheiden kunnen worden. Vaste aansluiting mag alleen door een
erkend elektro-installateur worden uitgevoerd.
Het stopcontact moet na opstelling van het apparaat makkelijk te
bereiken zijn.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- "laagspanningsrichtlijn" 73/23/EG van 19.2.1973,
incl. wijzigingsrichtlijn 93/68/EG
- "EMC-richtlijn" 89/336/EG van 3.5.1989, incl.
wijzigingsrichtlijn 92/31/EG.
44
Opstel- en aansluitaanwijzing
Wateraansluiting
De wasautomaat bezit veiligheidsinrichtingen die ervoor zorgen dat het
drinkwater niet door terugstromen verontreinigd kan worden en die
voldoen aan de voorschriften van de waterleidingbedrijven. Verdere
beschermende maatregelen in de installatie zijn daarom niet nodig.
Attentie! Apparaten voor aansluiting aan koud water mogen niet aan
warm water worden aangesloten!
Waterdruk
De waterdruk moet minimaal 1 bar ( 0,1 MPa) en
maximaal 10 bar (= 1 MPa) zijn.
Bij meer dan 10 bar: reduceerventiel installeren
Bij minder dan 1 bar: toevoerslang aan de kant
van het apparaat bij de magneetinlaatklep
losschroeven en de doorstroomregelaar eruit nemen (de zeef m.b.v.
een spitse tang verwijderen en de rubber schijf daarachter uitnemen).
Zeef weer inzetten.
Watertoevoer
Met het apparaat wordt een drukslang van 1,5
meter lang meegeleverd.
Als u een langere toevoerslang nodig hebt,
gebruikt u dan uitsluitend een bij onze service-
afdeling verkrijgbare, goedgekeurde complete
slangenset met gemonteerde slangkoppeling.
Attentie! In geen geval de slang verlengen!
Afdichtringen zijn meegeleverd. Geen andere
afdichtringen gebruiken!
afdichtring
45
F
F
Opstel- en aansluitaanwijzing
Waterafvoer
De afvoerslang kan worden aangesloten op een afvoerpijp of sifon of in
een wastafel, gootsteen of badkuip worden gehangen.
Waterafvoer op een afvoerpijp of sifon
U hangt de afvoerslang zodanig in het meegeleverde
kunststof bochtstuk, dat alleen de rubber tuit er
uitsteekt. Dit uiteinde hangt u in de afvoerpijp of
sifon. Het bochtstuk kunt u m.b.v. de gaten eventueel
aan bijv. de muur vastmaken.
De afvoerslang mag niet ingekort worden!
Als de afvoerslang te lang is, laat hem dan in een
ruime bocht achter de machine hangen; de slang
mag niet knikken!
Als de afvoerslang iets te kort is, verplaats dan de afvoerpijp.
De hoogte van de afvoerpijp moet zich tussen 70 en 100 cm vanaf de
onderzijde van de machine bevinden.
Waterafvoer in een wastafel, gootsteen of badkuip
Om wegglijden van de slang in een wastafel,
gootsteen of badkuip te voorkomen, moet de
afvoerslang met het meegeleverde bochtstuk worden
vastgezet.
De slang zou anders door de terugslagkracht van het
uitstromende water uit de wastafel kunnen worden
gedrukt.
Een kleine gootsteen is niet geschikt!
Het bochtstuk m.b.v. de gaten aan de waterkraan of
de muur vastmaken.
Pomphoogten van meer dan 1 meter
Voor het wegpompen van het sop bezit de wasautomaat een afvoerpomp
die via de afvoerslang vloeistof transporteert tot een hoogte van 1 m,
gerekend vanaf de standplaats van de machine.
Neem bij een pomphoogte van meer dan 1 meter contact op met onze
service-afdeling.
Houd een minimale afvoerhoogte van 70 cm aan.
46
Technische gegevens
Hoogte x breedte x diepte 85 x 40 x 60
In hoogte verstelbaar ca. + 10/-5 mm
Nettogewicht ca 73 kg
Vulgewicht (afhankelijk van het programma) max. 4,5 kg
Toepassingsgebied huishouden
Trommeltoerentallen wassen max. 55 omw./min.
Trommeltoerentallen centrifugeren max. 1000 omw./min.
Waterdruk 1-10 bar
( = 0,1-1,0MPa)
Afmetingen van het toestel
(afmetingen in mm)
Opstel- en aansluitaanwijzing
47
GARANTIEBEPALINGEN
Garantiebepalingen.
1. Indien AEG Huishoudelijke Apparaten binnen 12 (twaalf) maanden na
aflevering, onder overlegging van de aankoopfacturen, in kennis wordt gesteld
van gebreken aan de geleverde toestellen die hun oorzaak vinden in materiaal-
of constructiefouten, verbindt AEG zich genoemde gebreken te herstellen en
wel onder de volgende voorwaarden:
- Arbeids-, voorrij- en materiaalkosten zullen de cliënt niet in rekening
worden gebracht; de kosten van een volgens AEG noodzakelijke verzending
komen voor rekening van AEG, mits deze verzending geschiedt in overleg
met en met instemming van AEG.
- De garantietijd is beperkt tot 6 maanden, indien het toestel industrieel of
in gemeenschappelijke ruimten wordt gebruikt.
2. Voor hermetisch gesloten koelsystemen (motorcompressor, koellichaam,
koelleiding en condensor) gelden de volgende garantiebepalingen:
- Gedurende de eerste 12 maanden na aankoop, volledige garantie, conform
artikel 1.
- Gedurende het tweede tot en met het vijfde jaar na aankoop, wordt naast
het arbeidsloon en voorrijkosten resp. 20%, 40%, 60% en 80% van de
materiaalkosten berekend.
- Na het vijfde jaar volgt volledige berekening.
3. Indien een binnen de garantietermijn opgetreden defect niet binnen 2
maanden kan worden hersteld, volgt kosteloze omruiling van het toestel.
4. Alle garantieverplichtingen vervallen:
- Indien het toestel niet volgens de gebruiksaanwijzing en voor andere dan
gewone huishoudelijke doeleinden is gebruikt.
- Indien aan het toestel door anderen dan AEG reparaties zijn verricht of
veranderingen zijn aangebracht.
- Indien de nummers van het toestel zijn verminkt of verwijderd.
- Indien geen fabrieksoriginele onderdelen zijn gemonteerd.
- Indien beschadigingen of defecten zijn opgetreden ten gevolge van niet
volgens de voorschriften uitgevoerde aansluiting, niet deskundig gebruik, niet
opvolgen van de inbouwvoorschriften en gebruiksaanwijzingen.
5. Indien binnen de garantietermijn door AEG reparaties worden verricht, wordt
de oorspronkelijke garantietermijn niet verlengd.
- Op reparaties buiten de garantietermijn, door AEG verricht, en op de hierbij
geleverde, betaalde en gemonteerde onderdelen verleent AEG Huishoudelijke
Apparaten 1 jaar volledige garantie.
48
- Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie, hetzelfde defect
opnieuw optreedt en geen afdoend resultaat van een opnieuw uitvoeren
van een reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw exemplaar of
soortgelijk toestel worden aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen
bijbetaling op basis van een te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
6. Voor reparaties, zowel binnen als buiten de garantietermijn, kunt u zich
rechtstreeks wenden tot: AEG fabrieksservice, tel. 0172-468 268.
Voor reparaties uitgevoerd door anderen, kan AEG geen
productaansprakelijkheid aanvaarden.
AEG fabrieksservice
Vennootsweg 1
2404 CG Alphen aan den Rijn
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de
Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk
direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op welke
dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden.
De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn
uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek
uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de
hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting
maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-
kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk
worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op
verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin
het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen
de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld
tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene
omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn,
zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting
worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens
het in artikel 2b bepaalde.
Garantiebepalingen
49
Garantiebepalingen
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden
uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te brengen een tweede
bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-
organisatie of door de technicus met de consument de datum voor een tweede
bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding
plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening
worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de
consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding
van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose,
toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte
omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening
dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van
een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk
gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze
garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de
uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12
maanden.
Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de
gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te
overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij
normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6
bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het
opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de
consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk
worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per produkt te bepalen
jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de
consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde
prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een
toestel daarna weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op
grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden,
danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake.
Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met
originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -
voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
50
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u contact opnemen met AEG: zie "Adres Klantenservice".
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd het E/PNC- en F/S-nummer
van uw toestel bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje (op
het deurtje voor het pluizenfilter.) en kunt u het beste hieronder en
voorop deze gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding .........................................
E/PNC-Nr. .........................................
F/S-Nr .........................................
Geef onze service-afdeling ook het volgende op:
Hoe doet de storing zich voor?
Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening de AEG service-afdeling
inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende
veiligheidsbepalingen. Reparaties aan elektrische toestellen mogen
alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Wend u daarom
altijd tot de AEG service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door
anderen kan AEG geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele
AEG-onderdelen voldoen aan alle eisen! Onze service-afdeling voert
reparaties uit overeenkomstig de voorwaarden die tussen de
Consumentenbond en de VLEHAN (Vereniging Leveranciers
Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten Nederland) zijn
overeengekomen.
51
52
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http: //www.aeg.hausgeraete.de
Copyright by AEG
146 2132 02 - 09/2001
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

AEG LAV41030 Handleiding

Type
Handleiding