Yamaha RX-V1700 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
.....................110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
1 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
KENMERKEN ...................................................... 2
VAN START .......................................................... 3
Meegeleverde accessoires ......................................... 3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........ 4
Voorpaneel ................................................................ 4
Afstandsbediening .................................................... 6
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening ............................. 8
Voorbereiden van de afstandsbediening ................... 9
Display voorpaneel ................................................. 10
Achterpaneel ........................................................... 12
CONNECTIONS ................................................. 13
Luidsprekers opstellen ............................................ 13
Aansluiten van luidsprekers .................................... 14
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
....... 17
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 18
Informatie over HDMI ............................................ 19
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 20
Aansluiten van een beeldscherm of projector ......... 21
Aansluiten van andere componenten ...................... 22
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
... 26
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock
..... 27
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
.... 27
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 28
Aansluiten van het netsnoer .................................... 29
Instellen van de luidspreker-impedantie ................. 30
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 31
AUTO SETUP ...................................................... 32
Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 32
WEERGAVE ....................................................... 38
Basisprocedure ........................................................ 38
Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT)
.... 40
Selecteren van de MULTI CH INPUT component
........ 41
Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 41
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 41
Tonen van informatie over de signaalbron ............. 42
Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij
audiomateriaal .................................................... 43
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 43
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................... 44
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 44
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 45
Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 49
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES .......... 50
Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 50
Toonregeling ........................................................... 50
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 51
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
...................................................... 51
Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie
..... 52
Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 53
FM/AM AFSTEMMEN .......................................54
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen ......... 54
Automatisch afstemmen ......................................... 56
Handmatig afstemmen ............................................ 57
Automatisch voorprogrammeren ............................ 58
Handmatig voorprogrammeren ............................... 59
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 60
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 61
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN
MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
.......62
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 62
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................ 63
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON) ..................... 64
GEBRUIKEN MET EEN iPod ...........................66
iPod bediening ........................................................ 66
OPNEMEN ...........................................................68
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
.....69
Veranderen van geluidsveldparameter instellingen
........ 69
Selecteren van decoders .......................................... 73
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW
VOORKEUREN (MANUAL SETUP) ...........77
Gebruiken van het SET MENU .............................. 79
1 BASIC MENU ..................................................... 80
2 SOUND MENU ................................................... 84
3 INPUT MENU ..................................................... 87
4 OPTION MENU .................................................. 90
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
....94
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
..... 94
Instellen van afstandsbedieningscodes ................... 96
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen ........................................... 98
Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen
....... 99
Macro programmeerfuncties ................................. 100
Instellingen wissen ............................................... 103
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
.....106
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
..... 106
Bedienen van Zone 2 of Zone 3 ............................ 107
GEAVANCEERDE SETUP ..............................110
Gebruik van het ADVANCED SETUP ................ 110
Instellen van een afstandsbediening ID ................ 112
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ....................115
RESETTEN VAN HET SYSTEEM .................122
WOORDENLIJST .............................................123
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
........126
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
.......127
TECHNISCHE GEGEVENS ............................128
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
APPENDIX (aan het eind van deze handleiding)
GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES
KENMERKEN
2 Nl
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 )
Voor: 130 W + 130 W
Midden: 130 W
Surround: 130 W + 130 W
Surround Achter: 130 W + 130 W
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor het
V.K . e n E u ro pa )
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video S-video component
video HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
iPod bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod
nano en iPod mini
Overige kenmerken
YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische instelling van de luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i
(NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Leer- en Macrofuncties
ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
Slaaptimer
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
KENMERKEN
iPod
®
VAN START
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
VAN START
Meegeleverde accessoires
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de
naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als
gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
B
A
N
D
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
Afstandsbediening
Batterijen (6)
(AAA, R03, UM-4)
AM ringantenne
Optimalisatie-microfoonSleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Netsnoer
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada, China, Azië,
Korea en Algemene modellen)
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa, het V.K.
en Australië)
TUNER
CD
CD-R
DTV
PHONO
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
(behalve modellen voor Europa)
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
4 Nl
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
AM/FM radio ...................... zie bladzijde 54
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 31).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 31).
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteert de gewenste signaalbron (zie bladzijde 38).
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40).
5 TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voorkanalen, samen met PROGRAM (zie
bladzijde 50).
6 STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 49).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
32 BA09
GFEDC
876541
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
7 MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 107 voor details.
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of
uit (standby) zetten.
Zie bladzijde 107 voor details.
Deze toetsen werken alleen wanneer MASTER ON/OFF
naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROLS
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3. Zie
bladzijde 107 voor details.
y
Nadat u op ZONE CONTROLS heeft gedrukt, zal de
indicator voor de op dit moment geselecteerde zone
ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het
voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de
indicator aan het knipperen is.
8 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 10).
9 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52).
0 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie
bladzijde 9).
A NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 53).
B PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 50).
C PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 44).
Hiermee kunt u de weergave van de lage/hoge tonen
regelen samen met TONE CONTROL (zie
bladzijde 50).
D OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon
aansluiten voor gebruik met de “AUTO SETUP” functie
(zie bladzijde 32).
E PHONES aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 41).
F VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer of videocamera
aansluiten (zie bladzijde 27).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
G VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
Open en dicht doen van de klep in het
voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Opmerking
Opmerking
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te
openen.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6 Nl
Functies en bedieningsorganen van de afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ................................... zie bladzijde 54
• TV bediening ................................... zie bladzijde 94
Bedienen van andere componenten
....... zie bladzijde 95
Bedienen van optionele componenten
... zie bladzijde 96
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de
grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de
keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie. Zet de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen (zie
bladzijde 9).
2 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
y
De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening om aan te geven welk
toestel er op dat moment bediend wordt.
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
5 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 51).
6 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de
geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters
selecteren en instellen.
7 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het “SET MENU”.
8 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 44).
9 SUR. DECODE
Hiermee stelt u decoders in werking om 2-kanaals
materiaal met surroundweergave weer te geven (zie
bladzijde 73).
Afstandsbediening
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
B
A
ND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
U
t
S
R
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
0 MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 100).
A MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets
programmeren (zie bladzijde 100).
B STANDBY
Hiermee zet u de hoofdzone uit (standby) (zie bladzijde 31).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C POWER
Hiermee zet u de weergave voor de hoofdzone aan (zie bladzijde 31).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
D AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40).
E SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 43).
F MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een
externe decoder enz. (zie bladzijde 41).
G SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
H Schakelaar voor de bedieningsfunctie
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
de grijze gedeelten.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 95).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV of PHONO
(zie bladzijde 94).
Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 96.
Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO (zie bladzijde 96), wordt voorrang gegeven aan de
voor DTV ingestelde code.
I VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
J MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 41).
K PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 50).
L SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 79).
M PARAMETER
Toont de instellingen voor de geluidsveldparameters via
het in-beeld display (OSD) (zie bladzijde 69).
N STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 49).
O EXTD SUR.
Schakelt heen en weer tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 73).
P SELECT
Selecteert decoders voor 2-kanaals materiaal (zie de
bladzijden 73 en 75).
Q ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52).
R NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 53).
S RENAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 99).
T CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd met de overname- of leerfunctie, de
macrofunctie en/of de functie voor het herbenoemen
wissen (zie bladzijde 103).
U LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren
of functies van andere afstandsbedieningen overnemen
(zie bladzijde 98).
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 Nl
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van
de versterkerfuncties voor Zone 2 of Zone 3 beschreven.
Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere
functies en bedieningsmogelijkheden.
AM/FM radio................................
zie bladzijde 54
Een afstandsbediening voor Zone 2/Zone 3 wordt alleen
meegeleverd met modellen voor de V.S., Canada, Australië, het
V.K., China, Azië en met Algemene modellen.
1 Ingangskeuzetoetsen
Selecteert de gewenste signaalbron voor Zone 2 of Zone 3.
2 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 97).
3 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
4 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
5 VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
6 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of
Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te
zetten.
7 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
Opmerking
TUNER
CD
CD-R
DTV
PHONO
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
2
7
6
5
4
3
1
Opmerking
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9 Nl
INLEIDING
Nederlands
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Inzetten van batterijen in de Zone 2/
Zone 3 afstandsbediening (behalve
model voor Europa)
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
– stoffige plekken
Voorbereiden van de afstandsbediening
1
3
2
1
3
2
Opmerkingen
Opmerkingen
30 30
Ongeveer 6 m
Sensor voor de afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10 Nl
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluitingen (zie bladzijde 19).
2 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 27).
3 Oplaad-indicator
Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de
aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit
(standby) staat (zie bladzijde 66).
4 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
5 VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
6 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 41).
7 Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
8 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
9 Ingangskanaal en luidspreker indicators
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Aanwezigheids- en surround achter-
luidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en
surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor
“PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) en “SB L/R SP”
(zie bladzijde 82) in het “SOUND MENU” wanneer
“TEST” in het “SOUND MENU” is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 85).
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround
achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “AUTO
SETUP” (zie bladzijde 32), of met de hand via de instellingen
voor “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) en “SB L/R SP” (zie
bladzijde 82) in het “SOUND MENU”.
Display voorpaneel
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
MUTE
VOLUME
dB
LFE
LL C R
SL SB SR
HiFi DSP
DIGITAL
EX
PL x
DSD
PCM
VIRTUAL
YPAO
ENHANCER
MATRIX
DISCRETE
CINEMA
SILENT
24
96
96/24
TUNED
STEREO
AUTO
MEMORY
PS
ZONE2
ZONE3
SLEEP
PTY HOLD
PTY
RT
CT
EON
NIGHT
DOCK
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
DSD
PCM
TUNED
STEREO
AUTO
MEMORY
PS
ZONE2
ZONE3
SLEEP
PTY HOLD
PTY
RT
CT
EON
NIGHT
HiFi DSP
DIGITAL
EX
PL x
VIRTUAL
YPAO
ENHANCER
MATRIX
DISCRETE
CINEMA
SILENT
24
96
J
I
H
G
F
E
C
B
A
0
O
N
M
L
K
9
87
654321
D
O........ Alleen modellen voor het V.K. en Europa
Aanwezigheidsluidsprekers
indicators
Indicators ingangskanalen
Surround achter-luidspreker
indicators
L CR
SL SB SR
LFE
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
11 Nl
INLEIDING
Nederlands
0 DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
A VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 49).
B YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer
de via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker-
instellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie
bladzijde 32).
C DSD indicator
Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital)
digitale audiosignalen produceert.
D ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 52).
E PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
F Dolby decoder indicators
Wanneer één van de Dolby decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
G Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie
bladzijde 41).
I SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 49).
J DTS decoder indicators
Wanneer één van de DTS decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
K Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat.
TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een
zender (zie bladzijde 54).
STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM
stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt
(zie bladzijde 54).
AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 54).
MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan
worden (zie bladzijde 58).
L ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie
bladzijde 107).
M NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie
bladzijde 53).
N SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie
bladzijde 43).
O Radio Data Systeem indicators (Alleen
modellen voor het V.K. en Europa)
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
12 Nl
1 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 106 voor details.
2 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 21 en 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 21 en 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
5 ANTENNA aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen.
6 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 15).
7 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor
Azië en Algemene modellen)
Zie bladzijde 29 voor details.
8 AC IN/OUTLET(S)
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
9 HDMI aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
0 DOCK aansluiting
Zie bladzijde 27 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
A DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
B CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
C RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
D Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
E MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen.
F PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 25 voor meer informatie over deze aansluitingen.
G ZONE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 106 voor meer informatie over deze aansluitingen.
Achterpaneel
AC IN
AC OUTLETS
HOLDER
WRENCH
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE
SP1
FRONT
SURROUND
SINGLE
SP2
ANTENNA
FM
GND
AM
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
COMPONENT VIDEO
REMOTE
PHONO
GND
CD
IN
OUT
(REC)
(PLAY)
CD-R
HDMI
AUDIO
DOCK
DIGITAL INPUT
MULTI CH INPUT
PRE OUT
CONTROL OUT
RS-232C
DIGITAL OUTPUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
CD
D
VD
DVR/
VCR2
COAXIAL
1
2
CD
DVD
DTV
CBL/
SAT
MD/
TAP E
CD-R
98
7
6
5
4
32
1
SB(8CH)
DTV
TAP E
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
DVD
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
OUT
IN
OUT
IN
DVD
DTV
CBL/SAT
MONITOR OUT
Y
Y
P
R
P
R
P
B
P
B
IN
OUT
DVD
SAT
CBL/
IN 1
IN 2
OUT
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
A B
C
L
R
L
R
L
R
L
L
L
R
R
R
MULTI CH INPUT
PRE OUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
SB(8CH)
8765432
GFE
DCBA09
1
OPTICAL
CONNECTIONS
13 Nl
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het
hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een midden-
luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats
de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers
en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld
direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
(SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar
plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit
elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers.
Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra
omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie
bladzijde 126). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die
de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen
voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de
kamer, ongeveer 0,5 tot 1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar
binnen gericht en ongeveer 1,8 m boven de vloer.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt
niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in
sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-
fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie
effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De
opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer
lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt
hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing
via de wanden te verminderen.
CONNECTIONS
Luidsprekers opstellen
SW
FR
PR
PL
FL
SBR
SBL
SL
SR
C
60˚
30˚
PL
PR
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
FR
PRPL
C
FL
1,8 m
30 cm of meer
1,8 m
0,5 tot 1 m 0,5 tot 1 m
14 Nl
CONNECTIONS
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 31).
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken
.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “
6MIN
” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie
bladzijde 30). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 111)
.
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of “NONE” bij “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 80 en 82) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80).
U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren.
Via de “PRIORITY” parameter in de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 82) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
U kunt de PRESENCE aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 106).
Aansluiten van luidsprekers
Opmerkingen
LET OP
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE
SP1
FRONT
SURROUND
SINGLE
SP2
PRE OUT
SUB
WOOFER
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
L
R
L
L
L
R
R
R
Voor-luidsprekers
Surround-luidsprekers
Aanwezigheidsluidsprekers
Subwoofer
Rechts
Links
Links
Midden-luidspreker
Surround achter-luidsprekers
Rechts
Links
Links
Rechts
Rechts
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 106)
15 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
FRONT aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter voor-luidsprekers
aansluiten.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround-luidsprekers
aansluiten.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround achter-
luidsprekers aansluiten.
Wanneer u één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze
te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting
(SINGLE).
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers
aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
2 Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4 Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
Opmerking
10 mm
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
16 Nl
CONNECTIONS
5 Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het
achterpaneel van dit toestel wanneer u de
sleutel niet gebruikt.
Verbinden met de SP2 luidspreker-
aansluitingen
Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten
(zie bladzijde 106).
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer dicht om de draad vast te
zetten.
Aansluiten met bananenstekkers
(uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
1 Draai de knop vast met behulp van de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
2 Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidspreker-
aansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het
gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een
bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
17 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Sommige boxen kunnen dubbel bedraad worden zodat de
luidsprekers daarin kunnen worden aangesloten op
verschillende versterkers voor verschillende toonhoogten
om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de
luidsprekers geleverd met kortsluitplaatjes of -bruggen;
één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere
voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze
kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan
bent om bi-amp dubbele bedrading of dubbele
versterkeraansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers.
Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt
aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de
linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede
stel aansluitingen negeren.
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK
aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 112).
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar
te scheiden.
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
FRONT
+ +
R
L
Dit toestel
Korsluitplaatjes of
-bruggen
Korsluitplaatjes of
-bruggen
Voor-luidsprekers
Rechts Links
Opmerking
BI-AMP
SURROUND BACK/
FRONT
SINGLE
+
+
+
R
L
+
Dit toestel
Voor-luidsprekers
Links
Rechts
18 Nl
CONNECTIONS
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-
aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is voorzien van een video-aansluiting. Zie de
bladzijden 20 en 90 voor details.
Informatie over aansluitingen en stekkers
VIDEO S VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y R PB P
PB
Y
P
R
S
V
COAXIAL
DIGITAL
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL
R
L
C
O
R
L
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
Optisch
digitale
audiostekker
Coaxiaal
digitale
audiostekker
Composiet
videostekker
S-videostekker Component
videostekkers
Audio-aansluitingen en stekkers Video-aansluitingen en stekkers
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
Opmerking
19 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel is uitgerust met HDMI IN 1, HDMI IN 2 en HDMI OUT aansluitingen voor het ontvangen en produceren van
digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI
uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector).
De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van de geselecteerde
signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 42).
HDMI compatibiliteit met dit toestel
Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-
speler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
HDMI aansluiting en stekker
y
We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5
meter en die duidelijk voorzien van het HDMI logo.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen
niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-
video en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “V CONV.”
op “ON” via de “MANUAL SETUP” om deze functie in te
schakelen (zie bladzijde 91).
Informatie over HDMI
Opmerking
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele
HDMI
componenten
2-kanaals Lineair
PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bits
DVD-Audio enz.
DSD 2/5.1ch,
2,8224 MHz, 1 bit
SACD, enz.
Bitstroom Dolby Digital,
DTS
DVD-Video enz.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia
Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd
door HDMI Licensing, LLC.
HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital
Content Protection System Revisie 1.1)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
Opmerkingen
HDMI
HDMI stekker
20 Nl
CONNECTIONS
Stroomschema audiosignalen
2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS
signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2
aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting wanneer “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op
“OTHER” (zie bladzijde 86).
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT of via
de DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
Stroomschema videosignalen
Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet
van 480i (NTSC)/576i (PAL) geïnterlinieerd naar 480p/576p.
Zet “CMPNT I/P” op “ON” via de MANUAL SETUP om deze
functie in te schakelen (zie bladzijde 91).
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting
kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen
.
Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 91) en HDMI
geïnterlinieerd/progressief opwaardering/omzetting (zie bladzijde 91) zijn
alleen mogelijk wanneer “V CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90
).
Gebruik de “HDMI I/P” parameter in het “OPTION MENU” om analoge videosignalen die
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting om te zetten van geïnterlinieerd naar
progressief (zie bladzijde 91). Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van
1080i of 720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt gereproduceerd via de HDMI
OUT jack, is het mogelijk dat de beeldkwaliteit achteruit gaat
.
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de VCR 1
OUT en DVR/VCR 2 OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen
.
De kleur van de letters en afbeeldingen op het in-beeld display kan
verschillen, mede afhankelijk van de ingangssignalen en uw beeldscherm
.
Stroomschema audio- en videosignalen
Opmerkingen
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
HDMI
AUDIO
UitgangIngang
Analoog uitgangssignaal
Digitaal uitgangssignaal
Opmerkingen
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
HDMI
Door
Uitgang
HDMI geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 91)
Component geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 91)
Ingang
Video conversie (zie bladzijde 90)
21 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO”
parameter in het “SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 86).
Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen
herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
Stel “V CONV.” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 90) om verkorte meldingen en parameters te laten weergeven.
Stel “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 90) om de parameters te laten weergeven.
Het SET MENU en de parameters kunnen worden getoond met een grijze achtergrond, afhankelijk van het ontvangen videosignaal en
de instellingen bij “DISPLAY SET” (zie bladzijde 90).
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Opmerkingen
LET OP
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
COMPONENT VIDEO
HDMI
MONITOR OUT
Y
P
R
P
B
OUT
PRPB
V
S
Y
TV (of projector)
Video ingang
Component video in
S-video in
HDMI ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
22 Nl
CONNECTIONS
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Wanneer “V CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 90) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt
heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 21). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Wanneer “V CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 87).
Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
De parameters worden niet getoond wanneer er component videosignalen van 720p, 1080i of 1080p worden ontvangen.
De parameters en de verkorte meldingen worden niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p, 720p, 1080i of
1080p resolutie worden ontvangen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Aansluiten van een DVD-speler
Aansluiten van andere componenten
Opmerkingen
LET OP
VIDEO
COMPONENT VIDEO
HDMI
DIGITAL INPUT
D
V
D
COAXIAL
DVD
OPTICAL
5
2
DVD
DVD
Y
P
R
P
B
DVD
IN 1
A
R
L
LR
C
O
V
S
PR PB Y
DVD-speler
HDMI uitgang
Coaxiale uitgang
Component uitgang
S-video uit Video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
23 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
*1
Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR 1 aansluitingen (S VIDEO IN, VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO
OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR/VCR 2 aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting.
Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Opmerking
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
DIGITAL INPUT
DVR/
VCR2
COAXIAL
3
DVR/VCR 2
VCR 1
OUT
OUT
ININ
R
R
R
L
DVR/VCR 2
O
U
T
IN
R
L
R
L
V
V
S
S
C
*1
DVD-recorder, PVR of videorecorder
Coaxiale uitgang
S-video uit
Video uitgang
Audio ingang
Video ingang
S-video in
Audio uitgang
VIDEO
S VIDEO
VIDEO
CO
MP
O
NENT VIDEO
HDMI
DIGITAL INPUT
DTV
CBL/
SAT
OPTICAL
7
6
DTV
CBL/SAT
DTV
CBL/SAT
Y
P
R
P
B
CBL/
IN 2
B
C
R
L
SAT
LR
O
O
VV
S
PR PB Y
L R
S
PR PB Y
HDTV decoder
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger
HDMI uitgang
Component uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
S-video uit
S-video uit
Video uitgang
Audio uitgang
Optische uitgang
Component uitgang
Optische uitgang
24 Nl
CONNECTIONS
Aansluiten van audiocomponenten
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 87).
Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Opmerkingen
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
AUDIO
DIGITAL INPUT
DIGITAL OUTPUT
CD
COAXIAL
CD
MD/
TA PE
CD-R
OPTICAL
98
4
1
TA PE
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
R
L
R
L
LR LRLRLR
L
R
L
R
C
O
O
O
CD-recorder
Draaitafel
CD-speler
MD-recorder of
cassettedeck
Audio ingang
Optische ingang
Audio uitgang
Optische
uitgang
Audio
ingang
Audio
uitgang
Optische ingang
Aarde
Audio
uitgang
Coaxiale
uitgang
Audio
uitgang
25 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik
bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor
de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere
versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen.
Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets
verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT
en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van
de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 50).
Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf (zie bladzijde 51).
Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de “SPEAKER SET” (zie bladzijde 80) en
“LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80) instellingen.
1 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
2 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
3 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
Zet “SB L/R SP” op “LRGx2”, “LRGx1”, “SMLx2” of
“SMLx1” en zet “PRESENCE SP” op “NONE” (zie
bladzijde 82) om de signalen voor het surround-achterkanaal te
laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
Zet “PRESENCE SP” op “YES” en “SB L/R SP” op “NONE”
(zie bladzijde 82) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal
te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
Opmerkingen
PRE OUT
SUB
WOOFER
CENTER
FRONT
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
R
L
5
4321
26 Nl
CONNECTIONS
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “INPUT CH” instelt op “8ch” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 41), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als
“FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89).
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Opmerkingen
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
R
L
LR
LR
Subwoofer
uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
Middenkanaal
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Opmerking
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
SUB
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
TAPE
MD/
(C)
()
R
L
R
L
*1
LR
LRLR
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voorkanaal uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
Surround-achter
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
27 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel
dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden
aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen
met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los
verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel.
Sluit dit toestel pas aan op het lichtnet wanneer
alle verbindingen tussen de componenten
gemaakt zijn.
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
Aansluiten van een YAMAHA iPod
universeel dock
LET OP
DOCK
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10)
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Opmerking
LET OP
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
R
L
OPTICAL
AUDIO
S VIDEO
VIDEO
O
V
S
L
R
Spelcomputer of
videocamera
Optische
uitgang
Video
uitgang
S-video
uitgang
Audio
uitgang
28 Nl
CONNECTIONS
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met
de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen
deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst.
U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 111).
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden
.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
2 Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3 Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4 Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 54).
Aansluiten van de FM en AM antennes
Opmerkingen
ANTENNA
FM
GND
AM
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden.
Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een
metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
AM ringantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat u
bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
29 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van het netsnoer
Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren, want deze kunnen elektrische
schokken veroorzaken of zelfs brand.
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek
daarna pas de stekker in het stopcontact.
VOLTAGE SELECTOR (Alleen model
voor Azië en Algemene model)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin
naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië ...... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
...................................................... 1 Netstroomaansluiting
Model voor Korea ..................................................... Geen
Overige modellen..................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter
niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt
uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale
vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op
bladzijde 128.
Aansluiten van het netsnoer
LET OP
AC IN
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
LET OP
230-
240V
VOLTAGE
SELECTOR
Aanduiding voltage
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
30 Nl
CONNECTIONS
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SPEAKER IMP.” op “6MIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers
kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm
luidsprekers.
1 Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 31 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SPEAKER IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “6MIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Instellen van de luidspreker-impedantie
LET OP
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
2,432,5
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
8
MIN
IMP.SPEAKER
Opmerking
EFFECT
STRAIGHT
6
MIN
IMP.SPEAKER
MASTER
31 Nl
CONNECTIONS
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen in de ON stand om dit toestel
aan te zetten.
Wanneer u dit toestel aan zet door op MASTER ON/OFF
te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld.
Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te
schakelen.
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
Zoals gewoonlijk bevelen we u aan het toestel uit (standby) te
zetten wanneer u het toestel niet gebruikt.
Aan zetten van de hoofdzone wanneer
het toestel uit (standby) staat
Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op
het voorpaneel (of op POWER op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte
weer in te schakelen.
Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte uit
(standby) te zetten.
Aan en uit zetten van dit toestel
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
AV
TV
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
MAIN ZONE ON/OFF
MASTER ON/OFF
STANDBY
POWER
Opmerkingen
MASTER
Voorpaneel
MASTER
Voorpaneel
MAIN ZONE
ON/OFF
POWER
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
MAIN ZONE
ON/OFF
STANDBY
Voorpaneel Afstandsbediening
of
AUTO SETUP
32 Nl
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Wanneer u de meegeleverde optimalisatie-microfoon heeft
verbonden met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel en op een geschikte locatie in uw luisterruimte
heeft geplaatst, kunt u de “AUTO SETUP” beginnen via
het in-beeld display of via het display op het voorpaneel.
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO
SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP”
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
y
U kunt de “AUTO SETUP” beginnen via het systeemmenu op
het in-beeld display, of via het display op het voorpaneel. In
deze handleiding worden de aanduidingen op het in-beeld
display gebruikt om de “AUTO SETUP” procedure te
illustreren.
Als er iets mis gaat tijdens de “AUTO SETUP” procedure en er
een foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het in-beeld
display of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de
“AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN” op de bladzijden 120 en 121 voor een
complete lijst met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u
in zo’n geval moet doen.
De begininstelling voor elk van de parameters staat vet
aangegeven.
Als u het volume en de crossover-frequentie van uw subwoofer
kunt instellen, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en
zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
1 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
2 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief (o.i.d.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon met een schroef met een
diameter van 6 mm vastmaken aan een statief (enz.).
AUTO SETUP
Gebruiken van het AUTO SETUP
Opmerkingen
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
RETURN
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
3-13
4,14
4
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDI O
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
Omnidirectionele
microfoon
Optimalisatie-microfoon
33 Nl
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
3 Controleer de volgende punten voor u met de
AUTO SETUP begint.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
De meegeleverde optimalisatiemicrofoon moet zijn aangesloten
op dit toestel en op de juiste manier zijn opgesteld
.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel.
De kamer moet voldoende stil zijn.
Het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel moet aan staan.
4
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk
vervolgens op SET MENU om het “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
5
Druk op ENTER om de “AUTO SETUP” te openen
.
Het “AUTO:MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
6 Druk op l / h en selecteer “SETUP”.
Keuzes: AUTO, RELOAD
Selecteer “AUTO” om automatisch de hele “AUTO
SETUP” procedure te laten doen.
Selecteer “RELOAD” om de laatste “AUTO SETUP” instellingen
opnieuw te laden en de vorige instellingen te negeren. Wanneer u
“RELOAD” selecteert, zullen de eerdere resultaten van de
automatische instelling op het in-beeld display verschijnen. Zie stap
7 op bladzijde 34 en voer de bijbehorende handelingen uit.
“RELOAD” is alleen beschikbaar wanneer u de “AUTO SETUP” procedure
al eens eerder gedaan heeft en de resultaten daarvan bevestigd heeft.
7
Druk herhaaldelijk op
k
/
n
en selecteer “WIRING”,
“DISTANCE”, “SIZE”, “EQ” of “LEVEL”.
Dit toestel voert de volgende controles uit:
Luidsprekerbedrading WIRING
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en
de polariteit van elk van de luidsprekers.
Luidsprekerafstand DISTANCE
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de
luisterplek en stelt de timing voor elk van de kanalen af.
Luidsprekerafmetingen SIZE
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de juiste lage frequentie-
crossover voor elk van de kanalen in.
Keuzes: CHECK, SKIP
Selecteer “CHECK” om het onderdeel automatisch
te controleren en in te stellen.
Selecteer “SKIP” om het onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
Parametrische equalizerniveau EQ
Regelt de frequentie en het parametrische equalizerniveau
voor elk van de kanalen om interferentie tussen de kanalen te
verminderen en een samenhangend geluidsveld te creëren.
Dit is vooral van belang wanneer u luidsprekers van
verschillende afmetingen of verschillende merken gebruikt
voor sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere
akoestische kenmerken vertoond. Daarnaast zal de
frequentierespons van elk van de kanalen worden afgestemd
op de geluidsweergave van uw voor-luidsprekers.
Keuzes: NATURAL, FLAT, FRONT, SKIP
Selecteer “NATURAL” om de frequentierespons van
alle luidsprekers te middelen, met minder nadruk op
de hogere frequenties. Aanbevolen wanneer de FLAT
instelling een beetje schel klinkt.
Selecteer “FLAT” om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al
uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn.
Selecteer “FRONT” om de frequentierespons van
elk van de luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw voor-
luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voor-
luidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
Selecteer “SKIP” om het geselecteerde onderdeel
over te slaan zonder instellingen te wijzigen.
Opmerking
MENU
SRCH MODE
SET MENU

SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNALINFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
TV
SOURCE
AMP
1
AUTO:MENU
.SETUP;;;;;;;AUTO
WIRING;;;;;CHECK
DISTANCE;;;CHECK
SIZE;;;;;;;CHECK
EQ;;;;;;;NATURAL
LEVEL;;;;;;CHECK
START
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Select
p
p
p[
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
1
AUTO:MENU
SETUP;;;;;;;AUTO
.WIRING;;;;;CHECK
DISTANCE;;;CHECK
SIZE;;;;;;;CHECK
EQ;;;;;;;NATURAL
LEVEL;;;;;;CHECK
START
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Select
p
p
p[
34 Nl
AUTO SETUP
Volumeniveau LEVEL
Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de luidsprekers.
Keuzes: CHECK, SKIP
Selecteer “CHECK” om dit onderdeel automatisch
te controleren en in te stellen.
Selecteer “SKIP” om dit onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
8
Druk op
n
, selecteer “START” en druk vervolgens op
ENTER om de setup procedure te laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische instelprocedure
(setup). Er worden luide testtonen geproduceerd via de
diverse luidsprekers tijdens de automatische setup.
Wanneer alle items zijn ingesteld, zal het “RESULT:EXIT”
scherm verschijnen op het in-beeld display.
Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten
duren voor dit toestel de automatische setup heeft voltooid.
Het display verandert als volgt.
De resultaten zoals getoond onder “RESULT” zijn als
volgt.
Aantal luidsprekers SP
Toont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit
toestel in deze volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
Luidsprekerafstand DIST
Toont de afstand van de luidsprekers tot de luisterplek
in deze volgorde:
Kleinste luidsprekerafstand/
Grootste luidsprekerafstand
Luidsprekerniveau LVL
Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze
volgorde:
Laagste luidspreker uitgangsniveau/
Hoogste luidspreker uitgangsniveau
Als de melding “E-10:INTERNAL ERROR” verschijnt
tijdens het testen, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap
4.
Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er
geen testtonen worden geproduceerd.
Als er iets mis gaat tijdens de “AUTO:CHECK”
procedure, zal de setup procedure worden geannuleerd en
zal er een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een
foutmelding verschijnt” op bladzijde 36 voor details.
Wanneer dit toestel eventueel problemen detecteert tijdens
de “AUTO SETUP” procedure, zal de melding
“WARNING” en het nummer van de waarschuwing of
foutmelding boven “RESULT” verschijnen (zie
bladzijde 37).
Afhankelijk van de luisteromgeving zal “SWFR
PHASE:REV” verschijnen tijdens de “AUTO:CHECK”
procedure en zal “SUBWOOFER PHASE” in het
“SOUND MENU” (zie bladzijde 82) automatisch worden
ingesteld op “REVERSE”.
Opmerkingen
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
1
AUTO:MENU
SETUP;;;;;;;AUTO
WIRING;;;;;CHECK
DISTANCE;;;CHECK
SIZE;;;;;;;CHECK
EQ;;;;;;;NATURAL
LEVEL;;;;;;CHECK
. START
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
p
p
p[
RESULT:EXIT
. RESULT
. SP : 5/4/0.1
. DIST: 4.50/ 6.10m
. LVL : -9.0/ +6.5dB
SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
[
2
AUTO:CHECK
INITIALIZING
.PRE CHECK
MAIN CHECK
EQUALIZING
LEVEL
CHECK CH=CENTER
|||||;;;;;;;;
[]: Exit
p
Opmerkingen
35 Nl
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
9 Druk op ENTER om de resultaten van de
setup in detail te bekijken.
10
Druk herhaaldelijk op
l
/
h
om heen en weer te
schakelen tussen schermen met setup resultaten.
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse parameters met de
hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 77) doen.
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling
van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de “AUTO
SETUP” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren
.
De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen
groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer.
Bij de “EQ” resultaten kunnen er verschillende waarden
worden gebruikt voor dezelfde band om een nog
gedetailleerde instelling te bereiken.
RESULT:EXIT
. RESULT
. SP : 5/4/0.1
. DIST: 4.50/ 6.10m
. LVL : -9.0/ +6.5dB
SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
[
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
RESULT:WIRING
FRONT L;;;;;;;OK
[]/[]:Select
[ENTER]:Return
p[
Opmerkingen
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
RESULT:WIRING
FRONT L;;;;;;;OK
FRONT L;;;4.50m
CENTER;;;;5.20m
FRONT R;;;4.50m
PRNS L;;;;5.20m
PRNS R;;;;5.30m
RESULT:DISTANCE1
[]/[]:Select
[ENTER]:Return
FRONT L;;;;;;LRG
RESULT:SIZE
CENTER 1:100Hz;;;+2.5dB
2:300Hz;;;-0.5dB
3:1.5kHz;;+0.5dB
4:1.8kHz;;+2.5dB
5:1.8kHz;;-3.5dB
6:2.5kHz;;+2.5dB
7:10kHz;;;+2.5dB
RESULT:EQ
[]/[]:Select
[ENTER]:Return
FRONT L;;;+1.0dB
CENTER;;;;-1.5dB
FRONT R;;;+6.5dB
PRNS L;;;;-9.0dB
PRNS R;;;;+1.0dB
RESULT:LEVEL1
[]/[]:Select
[ENTER]:Return
[]/[]:Select
[ENTER]:Return
[]/[]:Select
[ENTER]:Return
p[
p[
p[
p[
p[
Resultaten voor de
luidspreker-aansluitingen
en -bedrading
Resultaten voor de
luidsprekerafstand tot de
luisterplek
Resultaten voor de
frequentierespons van
elk van de luidsprekers
Resultaten voor de
parametrische equalizer
van elk van de
luidsprekers
Resultaten voor het
luidspreker-
uitgangsniveau
36 Nl
AUTO SETUP
11 Druk op ENTER om terug te keren naar het
hoogste “RESULT:EXIT” scherm.
12 Zorg ervoor dat “SET” en “CANCEL” worden
aangeduid en druk vervolgens op l / h om
“SET” of “CANCEL” te kunnen selecteren.
Keuzes: SET, CANCEL
Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
13 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
14 Druk op SET MENU om het “SET MENU” te
verlaten.
Nadat u de “AUTO SETUP” procedure heeft afgemaakt moet u
de optimalisatie-microfoon weer losmaken.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel.
Als er een foutmelding verschijnt
Druk op k / n / l / h, selecteer “RETRY” of
“EXIT” en druk dan op ENTER.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-9:USER
CANCEL” verschijnt op het in-beeld display.
Keuzes: RETRY, EXIT
Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure af
te sluiten.
Opmerkingen
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
RESULT:EXIT
. RESULT
. SP : 5/4/0.1
. DIST: 4.50/ 6.10m
. LVL : -9.0/ +6.5dB
SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
[
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
RESULT:EXIT
RESULT
. SP : 5/4/0.1
. DIST: 4.50/ 6.10m
. LVL : -9.0/ +6.5dB
. SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
[
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH

SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNALINFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
MENU
SRCH MODE
SET MENU
ERROR
E-9:USER CANCEL
. Don't operate
any function.
. RETRY EXIT
[p]/[[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
[
37 Nl
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Als “WARNING” verschijnt
Wanneer dit toestel een probleem detecteert tijdens de
“AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING”
verschijnen in het “RESULT:EXIT” display. Controleer de
waarschuwingen en meldingen en corrigeer aan de hand
daarvan uw luidspreker-instellingen.
Waarschuwingen verschillen in die zin van foutmeldingen dat ze
de “AUTO SETUP” procedure niet annuleren.
1 Zorg ervoor dat “WARNING” wordt
aangewezen en druk vervolgens op ENTER
om gedetailleerde informatie betreffende de
waarschuwing te bekijken.
Het getal rechts van “WARNING” geeft het aantal
waarschuwingen aan.
2 Druk herhaaldelijk op l / h om heen en weer
te schakelen tussen schermen met
waarschuwingen.
y
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het
hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op
bladzijde 120.
Wanneer de waarschuwing in kwestie niet van toepassing
is op een bepaalde luidspreker, zal in plaats daarvan “–
–”
worden getoond.
3 Druk op ENTER om terug te keren naar het
hoogste “RESULT:EXIT” scherm.
Opmerking
RESULT:EXIT
. WARNING (3)
RESULT
. SP : 5/4/0.1
. DIST: 4.50/ 6.10m
. LVL : -9.0/ +6.5dB
[SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
WARNING: W-1
< OUT OF PHASE >
Reverse Channel
FL --
CENTER
PL PR
SL SR
SBL SBR
[]/[] : Select
[ENTER] : Enter
p[
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
RESULT:EXIT
WARNING (3)
RESULT
. SP : 5/4/0.1
. DIST: 4.50/ 6.10m
. LVL : -9.0/ +6.5dB
. SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
[
WEERGAVE
38 Nl
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-
speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint
“DECODER MODE” in het “INPUT MENU” instellen op “DTS” (zie bladzijde 89).
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
Zie bladzijde 42 om informatie over de signaalbron te
tonen.
U kunt een grijze achtergrond laten weergeven achter het
in-beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt
door “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” op
“AUTO” te zetten (zie bladzijde 90).
U kunt de weergave-instellingen wijzigen met behulp van
de “SHORT MESSAGE” parameter onder “DISPLAY
SET”. Zie bladzijde 91 voor details.
2 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en op het in-beeld display getoond.
WEERGAVE
LET OP
Basisprocedure
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
T
UNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
452
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
AV
TV
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
2
2
4
5
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
INPUT
TV
SOURCE
AMP
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
INPUT: DVD
Op dit moment
geselecteerde signaalbron
Beschikbare signaalbronnen
39 Nl
WEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 54 voor details omtrent het
afstemmen.
4 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
y
Zie bladzijde 51 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
5 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of
druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het in-beeld display. Zie
bladzijde 45 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music
Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer
de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 41) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld
op “ANALOG” (zie bladzijde 40).
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display
over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie
bladzijde 69 voor details.
Inhoudsgids
VOLUME
+
VOLUME
of
AfstandsbedieningVoorpaneel
PROGRAM
4
3
2
5
1
STEREO
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
Sci-Fi
MOVIE
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogrammacategorie
Opmerking
Wanneer u...
Zie
bladzijde
Wilt luisteren naar pure hi-fi stereoweergave 50
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt
regelen.
50
Naar verbeterde weergave van gecomprimeerd
bronmateriaal wilt luisteren.
52
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt
bewerken.
69
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch
bereik (harde geluiden) wilt luisteren.
53
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken. 41
Wilt luisteren naar multikanaals materiaal met 2-
kanaals stereoweergave
51
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee
weer te geven.
73
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt
laten zetten.
43
40 Nl
WEERGAVE
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een
andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting
wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor
de signaalbron in kwestie.
y
In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “AUDIO
SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 92).
1 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT op het
voorpaneel (of op AUDIO SEL op de
afstandsbediening) en selecteer de gewenste
instelling voor de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting.
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
HDMI Er zullen alleen HDMI signalen
worden geselecteerd. Als er geen
HDMI signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen
via de COAXIAL aansluiting.
(2) Digitale signalen die binnenkomen
via de OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal
er geen geluid worden weergegeven.
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale
ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI)
zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet beschikbaar zijn
als instelling voor de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting als de HDMI IN 1 en HDMI IN 2
aansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O
ASSIGNMENT” in het “INPUT MENU” om de
ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie
bladzijde 87).
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
INPUT
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
CD
MULTI CH IN
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
A.SEL: AUTO
AUDIO SEL
Huidige instelling
selectiefunctie audio
ingangsaansluiting
Beschikbare signaalbronnen
of
SELECT
AUDIO
Opmerking
41 Nl
WEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 26).
Verdraai de knop voor de keuze van de
signaalbron op het voorpaneel en selecteer
MULTI CH INPUT (of gebruik MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
y
Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om
de parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie
bladzijde 89).
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer
functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component
die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is
geselecteerd als signaalbron en de ingangsfunctie voor Audio is
ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 40).
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie
bladzijde 49).
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
Wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen van dit toestel wordt geselecteerd als
signaalbron en de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 40), dan zullen alleen
de signalen die binnenkomen via de FRONT aansluitingen worden
gereproduceerd via de aangesloten hoofdtelefoon.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd
naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTE TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie
bladzijde 86).
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Opmerking
INPUT
MULTI CH IN
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
Gebruiken van een hoofdtelefoon
Opmerkingen
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
T
UNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
MUTE
42 Nl
WEERGAVE
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op n om “SIGNAL INFO”
te selecteren en druk dan op ENTER.
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
in-beeld display verschijnen.
3
Druk herhaaldelijk op
k
/
n
om de cursor te
verplaatsen over het in-beeld display en druk op
l
/
h
om heen en weer te schakelen tussen de
schermen met audio en die met video-informatie.
4
Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om het “SET MENU” te verlaten.
Audio informatie
Signaalformattering FORMAT
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch
overgeschakeld naar analoog.
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren.
Bemonsteringsfrequentie SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
“---” verschijnt wanneer dit toestel de
bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
Kanaal CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn.
Bitsnelheid BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan
detecteren.
Dialoog normalisatieniveau DIALOG
Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor het op
dit moment ontvangen Dolby Digital of DTS signaal.
Vlag FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
Video informatie
HDMI Signal Type HDMI SIGNAL
Soort HDMI signalen die worden ontvangen of gereproduceerd
via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel.
HDMI Resolution HDMI RES.
Resolutie van de HDMI signalen die worden ontvangen of
gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel.
Analog Resolution ANALOG RES.
Resolutie van de analoge signalen die binnenkomen of worden
gereproduceerd via de video-aansluitingen van dit toestel.
HDMI Error HDMI ERROR
Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten
HDMI apparatuur. Zie bladzijde 119 voor details.
Tonen van informatie over de
signaalbron
MENU
SRCH MODE
SET MENU

SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNALINFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
TV
SOURCE
AMP
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Verplaatsen van de cursor Selecteren van de audio- of
video-informatie
MENU
SRCH MODE
SET MENU
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
43 Nl
WEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
y
Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH SET” menu in op
de gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 89).
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 29).
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
2 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 54 voor details omtrent het afstemmen.
3 Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt
op het display op het voorpaneel.
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF”
zal na een paar seconden verdwijnen van het display op
het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel)
de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten.
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
Gebruiken van de slaaptimer
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
Audiobronnen
Videobronnen
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
SLEEP 120min. SLEEP 90min.
SLEEP 60min.SLEEP 30min.SLEEP OFF
SLEEP
SLEEP 120min.
Knippert
SLEEP
STRAIGHT
Analog
Licht op
SLEEP
SLEEP OFF
Verdwijnt
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
44 Nl
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
Wanneer u de “DECODER MODE” parameter in het “INPUT MENU” instelt op “AUTO”, zal dit toestel de juiste digitale decoder
instellen aan de hand van het ingangssignaal.
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen.
De YAMAHA HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
U kunt de geluidsveldparameters wijzigen. Zie bladzijde 69 voor details.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Geluidsveldprogrammas kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie
bladzijde 40).
Wanneer u DSD materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel de DSD signalen omzetten naar PCM signalen en
vervolgens het geselecteerde programma toepassen.
Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma toepassen
zonder de DTS 96/24 decoder in werking te stellen.
Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
Bediening via het voorpaneel
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-
beeld display.
Afstandsbediening
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-
beeld display.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
PROGRAM keuzeknop
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
TV
SOURCE
AMP
AMP
Toetsen voor de
geluidsveldprogrammas
45 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
BASISBEDIENING
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 50), de “STRAIGHT” functie (zie
bladzijde 49), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 73).
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
CLASSICAL Hall in Munich
Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig
weerkaatsing via de wanden en het geluid spreidt zich op een verfijnde wijze uit.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
CLASSICAL Hall in Vienna
Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe
reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
DIALG. LIFT
SB ROOM SIZES. ROOM SIZE
SB INI. DLYS.INIT. DLY
P.ROOM SIZE
Sci-Fi
MOVIE
P.INIT. DLY
DSP LEVEL
4
MOVIE
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er
een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele
geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 70)
Omschrijving van het programma
Toets
afstandsbediening
Naam van het
programma
Gecreëerde
geluidsvelden
(zie bladzijde 11)
CINEMA DSP
of
HiFi DSP
Categorie van het
programma
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
CLASSICAL
Hall in Amsterdam
Dit is een grote doosvormige concertzaal met 2200 zitplaatsen in Amsterdam. De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen
erachter.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
CLASSICAL
Church in Freiburg
Dit programma recreëert de akoestiek van een grote kerk in Zuid-Duitsland. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de vroege
weerkaatsingen zachter zijn dan in andere geluidsveldprogramma’s.
DSP LEVEL
INIT. DLY
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
46 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Voor divers materiaal
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
CLASSICAL Chamber
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige
natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
DSP LEVEL
INIT. DLY
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
LIVE/CLUB Village Vanguard
Een traditionele jazzclub in New York, op 7th Avenue. Deze ruimte heeft een laag plafond en het “podium” bevindt zich in een hoek van de
ruimte. Dit programma creëert een intiem “met de neus er bovenop” gevoel.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
LIVE/CLUB Warehouse Loft
Dit programma simuleert een door beton omgeven ruimte. Er wordt een energetisch geluidsveld gecreëerd met relatief duidelijke
weerkaatsingen van de wanden.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
LIVE/CLUB Cellar Club
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een
krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
LIVE/CLUB The Roxy Theatre
Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock
club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
LIVE/CLUB The Bottom Line
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en
rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
DIALG.LIFT
Opmerking
ENTERTAINMENT Sports
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit
de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het
stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
1
CLASSICAL
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
47 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
BASISBEDIENING
Voor visuele muziekbronnen
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve “Mono Movie”). Zie
bladzijde 75 voor details.
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
ENTERTAINMENT Action Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt
van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan
zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
ENTERTAINMENT Roleplaying Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor
actiespellen om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk
recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
Opmerking
ENTERTAINMENT Music Video
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe
livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de
ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
ENTERTAINMENT Recital/Opera
Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem.
“Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid
voor de artiesten op het podium. Het surroundgeluidsveld is relatief gematigd, maar de gegevens voor de concertzaaleffecten worden gebruikt
om de schoonheid van de muziek zelf te benadrukken zodat de luisteraar ook na een voorstelling van enkele uren niet vermoeid raakt.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
Opmerking
3
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
2
LIVE/CLUB
3
ENTERTAIN
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
MOVIE Standard
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische
positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale
bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren.
DSP LEVEL
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
S. LIVENESS
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
SB LIVENESS
DIALG.LIFT
4
MOVIE
48 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Stereoweergave
MOVIE Spectacle
Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en
gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of
DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
4
MOVIE
MOVIE Sci-Fi
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films,
zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in
een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde
technieken.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
4
MOVIE
MOVIE Adventure
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld
bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
4
MOVIE
MOVIE Drama
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies.
De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven,
maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na
vele uren kijken.
DSP LEVEL
P. INIT. DLY
P. ROOM SIZE
S. INIT. DLY
S. ROOM SIZE
SB INI. DLY
SB ROOM SIZE
DIALG.LIFT
4
MOVIE
MOVIE Mono Movie
Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen
om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
DSP LEVEL
INIT. DLY
ROOM SIZE
LIVENESS
REV.TIME
REV.DELAY
REV. LEVEL
DIALG.LIFT
STEREO 2ch STEREO
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 51 voor details.
DIRECT
4
MOVIE
5
STEREO
STEREO 7ch STEREO
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het
bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld
en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
CT LEVEL
SL LEVEL
SR LEVEL
SB LEVEL
PL LEVEL
PR LEVEL
5
STEREO
HiFi DSP
49 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
BASISBEDIENING
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surround-
luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP”
op “NONE” (zie bladzijde 81)
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45).
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie
bladzijde 81):
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 41).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
wanneer Pure Direct (zie bladzijde 50) of “2ch Stereo” (zie
bladzijde 51) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de
“STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 49).
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogrammas met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 45). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41).
SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct
(zie bladzijde 50) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 51) is
geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie
staat (zie bladzijde 49).
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel (of de
afstandsbediening) en selecteer “STRAIGHT”.
Uitschakelen van de “STRAIGHT”
weergavefunctie
Druk op STRAIGHT op de afstandsbediening
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
Opmerking
Opmerkingen
Luisteren naar onbewerkte
weergave
Formaat Beschrijving
Dolby Digital
Standaard verwerking voor Dolby
Digital bronmateriaal.
DTS
Standaard verwerking voor DTS
bronmateriaal. Wanneer de
signaalbron een DTS-ES Discrete
of DTS-ES Matrix ingangssignaal
levert, zal de bijbehorende
indicator verschijnen op het
display op het voorpaneel.
DSD
Weergave van DSD (Direct
Stream Digital) materiaal.
PCM
Weergave van PCM (pulscode
modulatie) materiaal.
MPCM
Weergave van multikanaals PCM
(pulscode modulatie) materiaal.
Analog
Voor weergave van analoog
bronmateriaal.
EFFECT
STRAIGHT
STRAIGHT
EFFECT
STRAIGHT
of
EFFECT
STRAIGHT
EFFECT
STRAIGHT
of
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
50 Nl
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk nog eens op PURE DIRECT op het
voorpaneel (of op de afstandsbediening) om de
Pure Direct functie aan of uit te zetten.
De PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het
display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
Wanneer u multikanaals PCM materiaal weergeeft (minder dan
192 kHz), zal dit toestel de multikanaals signalen terugbrengen
in overeenstemming met de “SPEAKER SET” instellingen in
het “BASIC MENU” (zie bladzijde 80).
Wanneer de component die is verbonden met de HDMI IN
aansluitingen wordt geselecteerd als signaalbron en de
selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op
“AUTO” of “HDMI”, dan zal dit toestel de videoschakelingen
niet uitschakelen in de Pure Direct stand.
Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT” (zie
bladzijde 40) en vervolgens Dolby Digital, DTS of multikanaals
PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de
corresponderende decoder inschakelen.
De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
omschakelen van het geluidsveldprogramma
weergeven van het in-beeld display
instellen van de “SET MENU” parameters (behalve
instellingen voor de luidsprekerniveaus)
bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal, de
L/R aanwezigheidskanalen en het subwooferkanaal.
1 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel om de weergave van de hoge
tonen (TREBLE) of de weergave van de lage
tonen (BASS) te regelen.
2 Verdraai PROGRAM om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
Passeren van de schakelingen voor de
toonregeling
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
BYPASS en annuleer de toonregeling.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker, L/R aanwezigheidsluidsprekers en de
subwoofer.
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is
geselecteerd als signaalbron.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Opmerkingen
PURE DIRECT
PURE DIRECT
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
Toonregeling
Opmerkingen
CONTROL
TONE
PROGRAM
CONTROL
TONE
51 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Nederlands
BASISBEDIENING
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar
muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal
dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32) en “SP
LEVEL” (zie bladzijde 83) methodes.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op LEVEL
op de afstandsbediening tot u de luidspreker die
u wilt instellen heeft geselecteerd.
y
Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt,
kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
k
/
n
.
In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SUR. B” worden getoond indien
“SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 82).
2 Druk op l / h op de afstandsbediening om
het uitgangsniveau (volume) van de
luidspreker te regelen.
Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk herhaaldelijk op STEREO op
de afstandsbediening om “2ch Stereo” te
selecteren.
y
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “LFE/
BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie bladzijde 80)
.
U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM
op het voorpaneel te verdraaien.
2
Druk op PARAMETER en vervolgens op
l
/
h
om de “DIRECT” parameter in te stellen.
Keuzes: AUTO, OFF
Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP
processoren en de toonregeling automatisch alleen
te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE”
zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 50).
Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren
en de toonregeling niet te laten passeren wanneer
“BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
y
Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en
DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd
naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en
rechter voor-luidsprekers.
In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en
rechter voor-luidsprekers omgeleid worden naar de subwoofer:
–“
LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 80).
–“
FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 81) en
“LFE/BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” (zie bladzijde 80).
Druk nog eens op PARAMETER om de parameter
instelfunctie te verlaten.
Instellen luidsprekerniveaus
Opmerking
Display Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
TITLE
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
5
STEREO
2ch Stereo
TV
SOURCE
AMP
DISPLAY
PARAMETER
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
52 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Wanneer u DSD of PCM materiaal met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft, zal dit toestel
deze terugbrengen tot 48 kHz of minder en de Compressed
Music Enhancer functie inschakelen.
De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma’s.
Druk herhaaldelijk op ENHANCER op het
voorpaneel (of zet de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP en druk op
ENHANCER op de afstandsbediening) om de
gewenste Compressed Music Enhancer functie
te selecteren.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display en de ENHANCER indicator zal oplichten op het
display op het voorpaneel.
Keuzes: 2ch Enhancer, 7ch Enhancer, Off
Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in 2-
kanaals stereo.
Selecteer “7ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in 7-
kanaals stereo.
Selecteer “Off” om de Compressed Music
Enhancer functie uit te schakelen.
Wanneer u “Off” selecteert, keert dit toestel terug naar het
oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma.
Wijzigen van de parameters van de
Compressed Music Enhancer functie
Druk op PARAMETER en vervolgens op l / h op
de afstandsbediening om het gewenste
effectniveau te selecteren.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
Keuzes: HIGH, LOW
Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
y
Selecteer PARAMETER om het Compressed Music
Enhancer functieparameterdisplay uit te schakelen.
Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van
de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat
de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt
worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op
“LOW”.
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
Opmerkingen
ENT
ENHANCER
MUSICENHANCER
2chEnhancer
ENHANCER
TV
SOURCE
AMP
ENHANCER
Licht op
of
Opmerking
Opmerking
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
DISPLAY
PARAMETER
MUSIC ENHANCER
2ch Stereo
. LOW )HIGH
53 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Nederlands
BASISBEDIENING
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1
Druk herhaaldelijk op NIGHT op het voorpaneel (of
zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP
en druk op NIGHT op de afstandsbediening) om te
kiezen tussen “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC”.
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
2
Druk op
l
/ h
op de afstandsbediening om het
effectniveau te regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het display
op het voorpaneel
.
Keuzes: MIN, MID, MAX
Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
Selecteer “MID” voor standaard compressie.
Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
wanneer de Pure Direct functie (zie bladzijde 50) is
ingeschakeld.
wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 41).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting zit.
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
Selecteren van de nacht-
luisterfunctie
+
10
NIGHT
TV
SOURCE
AMP
NIGHT
of
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Effect.Lvl:MID
Afstandsbediening
Opmerkingen
FM/AM AFSTEMMEN
54 Nl
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Functies voorpaneel
1 INPUT keuzeknop
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron.
2 A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie
bladzijde 58).
3 PRESET/TUNING l / h
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt
op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 58).
Selecteert de frequentie waarop u wilt afstemmen
wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt op het
display (zie bladzijde 57).
4 PRESET/TUNING, EDIT
Hiermee schakelt u PRESET/TUNING
l
/
h
heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 59).
5 FM/AM
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 56).
6 MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie
bladzijde 58).
7 TUNING MODE
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 56).
FM/AM AFSTEMMEN
Opmerking
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen
INPUT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUN
IN
G
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDI O
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
75432 6
1
55 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
Afstandsbedieningsfuncties
Een afstandsbediening voor Zone 2/Zone 3 wordt alleen meegeleverd met modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K., China,
Azië en met Algemene modellen.
1 TUNER
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. Dit toestel
zal afstemmen op de laatst geselecteerde zender.
2 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 56). Dit toestel zal afstemmen
op de laatst geselecteerde AM of FM zender.
3 PRESET/CH k / n
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8)
kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 59).
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren (zie bladzijde 60).
5 A/B/C/D/E l / h, A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie
bladzijde 58).
6 Radio Data Systeem toetsen
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display
instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT
functie (als de zender in kwestie de corresponderende
diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie
bladzijde 62).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie
bladzijde 63).
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u
het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de
PTY SEEK functie (zie bladzijde 63).
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren
(NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u
automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 64).
Opmerking
TUNER
CD
CD-R
DTV
PHONO
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
6
3
1
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
5
3
2
4
1
6
Zet op
SOURCE
56 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Automatisch afstemmen
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
T
UNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
4 3231
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM AM
of
MODE
TUNING
AUTO
A FM 97.70MHz
Licht opGeen dubbele punt (:)
EDIT
TUNING
PRESET/
TUNED
A FM 97.70MHz
PRESET/TUNING
Licht op
57 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
Handmatig afstemmen
Opmerking
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
T
UNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
4 3231
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM AM
of
MODE
TUNING
A FM 97.70MHz
Geen dubbele punt (:)
EDIT
TUNING
PRESET/
PRESET/TUNING
58 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Houd MEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op PRESET/
TUNING l / h nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste
zender zal worden opgeslagen.
U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en
opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op
PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt
van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op
PRESET/TUNING l nadat u MEMORY tenminste 3
seconden ingedrukt heeft gehouden.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op
bladzijde 59.
Alleen Radio Data Systeem zenders worden opgeslagen
bij het automatisch voorprogrammeren.
Automatisch voorprogrammeren
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
T
UNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
321
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM
Opmerkingen
AUTO
MEMORY
A1:FM 97.70MHz
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
Knippert
59 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1 Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie de bladzijden 56 en 57 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
2 Druk op MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om een
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E)
terwijl de MEMORY indicator knippert.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
5 Druk op MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Handmatig voorprogrammeren
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
4 2,53
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MEMORY
Knippert
A/B/C/D/E
MEMORY
A :FM 97.70MHz
Voorkeuzegroep
Knippert
Dubbele punt (:)
Opmerkingen
PRESET/TUNING
MEMORY
A1:FM 97.70MHz
Voorkeuzenummer
Knippert
A1:FM 97.70MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
60 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens
op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
1 Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of zet
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE en druk op A/B/C/D/E l / h op de
afstandsbediening) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
2 Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
Selecteren van voorkeuzezenders
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
21
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
RETURN
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
1,2
1
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
A/B/C/D/E
TV
SOURCE
AMP
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
PRESET/TUNING
A1:FM 97.70MHz
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
61 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 60.
2 Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 60.
4 Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
Omwisselen van voorkeuzezenders
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
T
UNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
3 2,43
EDIT
TUNING
PRESET/
MEMORY
E1:FM 97.70MHz
KnippertKnippert
MEMORY
A5:FM 97.70MHz
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
Knippert
Knippert
EDIT E1-A5
EDIT
TUNING
PRESET/
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
62 Nl
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Raadpleeg “FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen” op
bladzijde 54 voor informatie over de functies en
bedieningsorganen voor het Radio Data Systeem.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 58).
U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Opmerking
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Opmerkingen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
FREQ/TEXT
FREQ/TEXT
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
63 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Nederlands
BASISBEDIENING
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 58).
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op TUNER op de afstandsbediening,
selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron.
2 Druk herhaaldelijk op BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
3 Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS”
zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
4 Druk op PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie)
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
REC
DISC SKIP
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
1
4
1
3,5
2
TUNER
TV
SOURCE
AMP
TITLE
BAND
LEVEL
FM
Knippert
MODE PTY SEEK
NEWS
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
Licht op
POP M
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
64 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
5 Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
Opmerkingen
POP M
PTY HOLD
Knippert Licht op
PTY SEEK
START
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)
Opmerkingen
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
EON
EON
65 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Nederlands
BASISBEDIENING
3 Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te
zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de
“TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
EON
NEWS
Licht op
GEBRUIKEN MET EEN IPOD
66 Nl
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 27), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 52).
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 95.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 120.
Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt
dat dit toestel de batterij van een aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “STANDBY
CHRG” parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 93).
Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 10) getoond
worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal
de indicator van het display verdwijnen.
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is
geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via
het in-beeld display van dit toestel (menufunctie) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie).
Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het in-
beeld display van dit toestel.
y
U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het in-beeld display van dit toestel. De naam
van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie
bladzijde 91). U kunt via het in-beeld display ook door de
muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien
instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke
voorkeuren.
U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het
display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit
toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via
het in-beeld display. Druk op ENTER op de afstandsbediening
om heen en weer te schakelen tussen de “Settings” instellingen.
U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op
uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats
daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de
gewenste foto of videoclip te selecteren.
GEBRUIKEN MET EEN iPod
Opmerkingen
iPod bediening
Opmerkingen
67 Nl
GEBRUIKEN MET EEN iPod
Nederlands
BASISBEDIENING
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk vervolgens op DISPLAY
op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
2 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op ENTER om
het geselecteerde muziekstuk weer te laten
geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
Playlists > Songs
Artists > Albums > Songs
Albums > Songs
Songs
Genres > Artists > Albums > Songs
Composers > Albums > Songs
Settings > Shuffle, Repeat
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
>
>
>
>
>
>
>
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
iPod Top
DISPLAY
PARAMETER
TV
SOURCE
AMP
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Opmerking
Opmerking
1 All
OPNEMEN
68 Nl
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de
DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende
instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale
audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding
van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 50), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 83) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron
waarvan u wilt opnemen te selecteren.
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
Start de opname op de opnemende component.
OPNEMEN
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
LET OP
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
2
V
-
AUX/DOCK
AV
TV
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
2
INPUT
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
of
Voorpaneel Afstandsbediening
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
69 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet
veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION
MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 92). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op “OFF” in te stellen.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op PARAMETER
op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
3 Druk net zo vaak op één van de toetsen voor
de geluidsveldprogramma’s tot u het
geluidsveldprogramma dat u wilt instellen
geselecteerd heeft.
4 Druk op k / n om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
vervolgens op l / h om de ingestelde
waarde te veranderen.
Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen.
y
Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor
elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 70.
Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere
waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (asterisk; *)
bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
Herhaal de stappen 3 en 4 indien u nog andere parameters voor
dit geluidsveldprogramma wilt veranderen.
Voor sommige geluidsveldprogrammafs zijn zoveel parameters
beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld
display beslaan. Druk in een dergelijk geval op k / n om door
de verschillende schermen te balderen.
•Als u
l
/
h
ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van
een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke fabrieksinstelling
kort op het display op het voorpaneel worden getoond.
Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU”
om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een
groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 92).
Om de parameters voor het geselecteerde
geluidsveldprogramma allemaal terug te zetten (initialiseren),
drukt u net zo vaak op n tot u “PARAM. INIT” geselecteerd
heeft, waarna u herhaaldelijk op h drukt.
5 Druk op PARAMETER om het display met de
geluidsveldparameters uit te schakelen.
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Veranderen van
geluidsveldparameter instellingen
Opmerking
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
TV
SOURCE
AMP
4
2
2,5
3
DISPLAY
PARAMETER
MOVIE
.<PROLOGIC>
DSPLEVEL;;;+0dB
P.INIT.DLY;;16ms
P.ROOM SIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;16ms
Sci-fi
Geluidsveldprogramma categorie
Geluidsveldparameters Geluidsveldparameterwaarden
Cursor
TV
SOURCE
AMP
4
3
2
5
1
STEREO
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
DISPLAY
PARAMETER
70 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
y
Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 69.
Geluidsveldparameter Kenmerken
DSP LEVEL
DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
INIT.DLY
P.INIT.DLY
S.INIT.DLY
SB INI.DLY
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij de luisteraar
lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde
voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY en P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY och SB INI.DLY)
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend oppervlak
Niveau
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
71 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB ROOM SIZE
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Geluidsveldparameter Kenmerken
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Kleine waarde = 0.1
Grote waarde = 2.0
Geluidsbron
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Dood
Levendig
Tijd
Tijd Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0 Grote waarde = 10
72 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
REV.TIME
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
REV.DELAY
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid
en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de
natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
REV.LEVEL
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 tot 100%
Geluidsveldparameter Kenmerken
Natrillingen
NatrillingenBrongeluid
REV.TIME
REV.TIME
REV.TIME
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1.0s Grote waarde = 5.0s
Vroege weerkaatsingen
60 dB 60 dB 60 dB
(dB)
Niveau
Brongeluid
Natrillingen
REV.TIME
REV.DELAY
Tijd
60 dB
Brongeluid
Niveau
REV. LEVEL
Tijd
73 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen
met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt
2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op
SUR. DECODE op de afstandsbediening om
de surround decoderfunctie te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
U kunt desgewenst de instellingen voor de decoder
wijzigen. Druk op PARAMETER en vervolgens
herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om de
gewenste decoderparameter te selecteren. U kunt de
ingestelde waarde voor de geselecteerde parameter
veranderen door herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
DIALG.LIFT
Dialoog-lift. Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door
sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de
aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de
weergave van de voor- en middenkanalen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
2ch Stereo
DIRECT
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AUTO, OFF
y
Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te
laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 50).
Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren
wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-
luidsprekers.
In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
“LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 80).
– “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 81) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 80).
7ch Stereo
CT LEVEL
SL LEVEL
SR LEVEL
SB LEVEL
PL LEVEL
PR LEVEL
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo
weergavefunctie.
Instelbereik: 0 tot 100%
Geluidsveldparameter Kenmerken
Selecteren van decoders
6
SUR. DECODE
TV
SOURCE
AMP
7
SELECT
74 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Decoder beschrijvingen
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het
“SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma
selecteren.
SURROUND DECODE PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
SURROUND DECODE
PLIIx Movie
PL II Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
SURROUND DECODE
PLIIx Music
PL II Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
PANORAMA DIMENSION CENTER WIDTH
SURROUND DECODE
PLIIx Game
PL II Game
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
CENTER WIDTHDIMENSION
PLIIMusic
PLIIxMusic
SURROUND DECODE
PANORAMA
6
SUR.DECODE
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder
kan niet worden gebruikt wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 70)
Omschrijving van het programma
Toets
afstandsbediening
Naam van het
programma
Categorie van het
programma
6
SUR.DECODE
6
SUR.DECODE
6
SUR.DECODE
6
SUR.DECODE
SURROUND DECODE Neo: 6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
6
SUR.DECODE
SURROUND DECODE Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
C. IMAGE
6
SUR.DECODE
75 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Decoder parameter beschrijvingen
Selecteren van de met
geluidsveldprogrammas te gebruiken
decoders
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt
gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve
met “Mono Movie”). Zie bladzijde 47 voor details over
MOVIE geluidsveldprogramma’s.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
MOVIE op de afstandsbediening tot u het
gewenste MOVIE geluidsveldprogramma
heeft geselecteerd.
2 Druk herhaaldelijk op SELECT om de
decoder te selecteren die u wilt gebruiken
met het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de afstandsbediening
te drukken.
Beschikbare decoders
Decoderparameter Kenmerken
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
PANORAMA
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surround-
luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
DIMENSION
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
CENTER WIDTH
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0
(geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers
weergegeven)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music
C.IMAGE
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0.3
4
MOVIE
TV
SOURCE
AMP
Decoder Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking
voor elk bronmateriaal
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby
Pro Logic II) verwerking voor
filmmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “SB L/R SP” op
“NONE” is ingesteld (zie
bladzijde 82).
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor
filmmateriaal
76 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Selecteren van decoders voor
multikanaals materiaal
Als u surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt
u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby
Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk herhaaldelijk op EXTD SUR.
op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- of 6.1/7.1-kanaals
weergave.
2 Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder
te selecteren terwijl de naam van de decoder
getoond wordt.
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/
7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/
7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te
creëren.
“PLIIx Movie” is alleen beschikbaar wanneer “SB L/R SP” (zie
bladzijde 82) is ingesteld op “SMLx2” of “LRGx2”.
Sommige discs met 6.1/7.1-kanaals materiaal hebben geen
aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan
detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1/7.1-kanaals
materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx
Music”, “EX/ES” of “EX”) te kiezen.
In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
wanneer “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 81) of “SB L/R SP”
(zie bladzijde 82) op “NONE” staat.
wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 51) of Pure Direct (zie
bladzijde 50) functie is ingeschakeld.
Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “AUTO”.
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82).
8
EXTD SUR.
TV
SOURCE
AMP
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Decoder Functies
PLIIxMovie
q D+PLIIx Movie
DTS+PLIIx Movie
MPCM+PLIIx Movie
DSD+PLIIx Movie
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 7.1
kanalen met de Pro Logic IIx
filmdecoder.
PLIIxMusic
q D+PLIIx Music
DTS+PLIIx Music
MPCM+PLIIx Music
DSD+PLIIx Music
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 6.1/
7.1 kanalen met de Pro Logic
IIx muziekdecoder.
DTS ES
DTS 96/24 ES
Voor weergave van DTS
signalen via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
DOLBY D EX
DTS+DOLBY EX
MPCM+DOLBY EX
DSD+DOLBY EX
Voor weergave van
multikanaals materiaal via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby
Digital EX decoder.
Opmerkingen
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
77 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Automatische setup AUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 32).
Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Basismenu 1 BASIC MENU
Gebruik dit menu om met de hand de basisinstellingen voor uw systeem aan te passen.
Geluidsmenu 2 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN
(MANUAL SETUP)
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
80
B)SP LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
83
C)SP DISTANCE
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
83
D)TEST TONE
Aan of uit zetten van de testtoon voor de SPEAKER SET, SPEAKER LEVEL en SP
DISTANCE instellingen.
84
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)EQUALIZER
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
84
B)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
85
C)DYNAMIC RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
85
D)AUDIO SET
Aanpassen van de volume-afname bij het tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave
(MUTE), de audiovertraging en de instellingen voor het passeren van de toonregeling.
86
E)HDMI SET
Selecteren van de component voor weergave van HDMI audiosignalen.
86
78 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Ingangsmenu 3 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
Optiemenu 4 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 42).
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)I/O ASSIGNMENT
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
87
B)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
88
C)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
89
D)DECODER MODE
Selecteren van de ingangsfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL
INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
89
E)MULTI CH SET
Instellen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor de
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten.
89
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen.
90
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
92
C)AUDIO SELECT
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
92
D)DECODER MODE
Kiezen of u de instellingen wilt initialiseren of eerder gemaakte instellingen wilt oproepen
voor de ingangsfunctie die geselecteerd is in het INPUT MENU.
92
E)PARAM.INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
92
F)ZONE SET
Aanpassen van de Zone 2 en Zone 3 parameters.
93
G)DOCK SET
Instellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat.
93
79 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
y
U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
Als u op PARAMETER drukt terwijl u bezig bent in het “SET
MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te
selecteren en te wijzigen.
Druk op RETURN of l om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als
nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 53).
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU
om het “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
2 Druk op k / n en selecteer “MANUAL
SETUP”.
3 Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te
openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
y
U kunt ook op h drukken om het geselecteerde menu-
onderdeel te openen.
4 Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste
menu te selecteren en druk op ENTER om het
te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het
“SOUND MENU” wordt geselecteerd.
Gebruiken van het SET MENU
Opmerking
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
XM MEMORY
A-E/CAT.
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
TV
SOURCE
AMP
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
TV
SOURCE
AMP
2-6
1,7
1
MENU
SRCH MODE
SET MENU

SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNALINFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
TV
SOURCE
AMP

SET MENU
;AUTO SETUP
. ;MANUAL SETUP
. ;SIGNAL INFO
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
;MANUAL SETUP
.1BASICMENU
2SOUNDMENU
3INPUTMENU
4OPTIONMENU
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
. A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)AUDIO SET
2 SOUND
MENU 1/2
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
. E)HDMI SET
2 SOUND
MENU 2/2
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
80 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
5 Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste
submenu te selecteren en druk op ENTER
om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “LFE
LEVEL” wordt geselecteerd.
6 Druk op k / n om de gewenste parameter te
selecteren en vervolgens op l / h om de
instelling te wijzigen.
Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen.
7 Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen
wijzigen.
Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen
aan uw voorkeuren.
Wanneer de diameter van de woofer van de box groter is dan
16 cm, dient u de corresponderende luidspreker-instelling op
“LARGE” (of “LRG”) te zetten.
LFE/Bass out LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRONT, BOTH
Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de
subwoofer gedirigeerd.
Selecteer “FRONT” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd worden naar de
linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de
“FRONT SP” instelling (zie bladzijde 80).
Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. De
lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen
naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT
SP” instelling (zie bladzijde 80).
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
B)LFE
LEVEL
p
p
p
[
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
MENU
SRCH MODE
SET MENU
1 BASIC MENU
. A)SPEAKERSET
B)SPLEVEL
C)SPDISTANCE
D)TESTTONE
2 BASIC
MENU
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
SWFRFRONTBOTH
LFE/BASS OUT
[
81 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Voor-luidsprekers FRONT SP
Keuzes: SMALL, LARGE
Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voor-
luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen
weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de
linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij
“LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden (zie bladzijde 80).
Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voor-
luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer
te geven. Alle signalen voor de linker en rechter
voorkanalen worden naar de linker en rechter voor-
luidsprekers gedirigeerd.
Als “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT” (zie
bladzijde 80), zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of
DTS bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter
voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) allemaal gedirigeerd
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de
“FRONT SP” instelling.
Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT” (zie
bladzijde 80), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT SP”.
Als “FRONT SP” van tevoren op een andere instelling dan
“LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch
veranderen naar “LARGE”.
Midden-luidspreker CENTER SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
Selecteer “NONE” (geen) als u geen midden-
luidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor-
luidsprekers worden gestuurd.
Selecteer “SML” (klein) als u een kleine midden-
luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
Selecteer “LRG” (groot) als u een grote midden-
luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround-
luidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie
bladzijde 49) en zal “SB L/R SP” automatisch op
“NONE” (geen) worden ingesteld.
Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surround-
luidsprekers worden gestuurd.
Opmerkingen
  SMALLLARGE
FRONT SP
[
NONESMLLRG
CENTER SP
[
NONESMLLRG
SUR. L/R SP
[
82 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Surround achter-luidsprekers SB L/R SP
Keuzes: NONE, SMLx1, SMLx2, LRGx1, LRGx2
Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround achter-
luidsprekers heeft aangesloten. De signalen voor het
surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
Selecteer “SMLx1” (klein x 1) als u een kleine
surround achter-luidspreker heeft die niet goed in staat
is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit de linker
en rechter surround-achterkanalen zullen gedirigeerd
worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij
“LFE/BASS OUT” en de rest van de surround-
achterkanalen zal naar de linker surround achter-
luidspreker worden gestuurd.
Selecteer “SMLx2” (klein x 2) als u twee kleine
surround achter-luidsprekers heeft die niet goed in staat
zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de
linker en rechter surround-achterkanalen zullen naar de
bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden.
Selecteer “LRGx1” (groot x 1) als u een grote surround
achter-luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen
weer te geven. Het hele toonbereik van de linker en
rechter surround-achterkanalen zal naar de linker
surround achter-luidspreker worden gestuurd.
Selecteer “LRGx2” (groot x 2) als u twee grote
surround achter-luidsprekers heeft die goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de
linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de
linker en rechter surround achter-luidsprekers worden
gestuurd.
Aanwezigheidsluidsprekers PRESENCE SP
Gebruik deze functie wanneer u
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel.
Keuzes: NONE, YES
Selecteer “NONE” (geen) als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten.
Selecteer “YES” (ja) als u wel
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten en deze
ook wilt gebruiken.
Lage tonen crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor
alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of
op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 80 en 82).
Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de
subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn
ingesteld op “LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET” (zie
de bladzijden 80 en 82).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw
subwoofer niet wilt omkeren.
Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer om te keren
.
Aanwezigheids-/surround achterkanaal voorkeur
PRIORITY
Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij uw
aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achter-luidsprekers
bij het afspelen van materiaal met signalen voor een surround
achterkanaal met de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: PRNS, SB
Selecteer “PRNS” als u uw aanwezigheidsluidsprekers
wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround
achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het
surround achterkanaal zullen worden weergegeven via
de suround-luidsprekers.
Selecteer “SB” als u uw surround achter-luidsprekers
wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal
wordt gedetecteerd in een CINEMA DSP programma.
Eventuele signalen voor een aanwezigheidskanaal
zullen worden weergegeven via de voor-luidsprekers.
SMLx1 SMLx2
SB L/R SP
[
NONEYES
PRESENCE SP
[
FREQ;;;80Hz
CROSS OVER
NORMALREVERSE
02ASUBWOOFER PHASE
[
PRNS SB
PRIORITY
[
83 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 80) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 t/m +10,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling:
FR. L/FR. R/SWFR/PR. L/PR. R: 0 dB
CENT./SUR. L/SUR. R/SB L/SB R: –1,0 dB
Selecteer “FR. L” om de balans voor de linker voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “FR. R” om de balans voor de rechter voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “CENT.” om de balans voor de midden-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “SUR. L” om de balans voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SUR. R” om de balans voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SB L” om de balans voor de linker surround
achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SB R” om de balans voor de rechter
surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in
te stellen.
Selecteer “PR. L” om de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “PR. R” om de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
“CENT.”, “SUR. L”, “SUR. R”, “SB L”, “SB R”, “SWFR”,
“PR. L” en “PR. R” kunnen niet worden ingesteld indien
“CENTER SP” (zie bladzijde 81), “SUR. L/R SP” (zie
bladzijde 81), “SB L/R SP” (zie bladzijde 82), “LFE/BASS
OUT” (zie bladzijde 80) en “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82)
zijn ingesteld op “NONE”.
In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SB” worden getoond
indien “SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie
bladzijde 82).
Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op
hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meter (m)
Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80,0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0,5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR/PRNS L/
PRNS R: 3.00m (10.0ft)
CENTER: 2.60m (8.5ft)
SUR. L/SUR. R/SB L/SB R: 2.40m (8.0ft)
Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker
voor-luidspreker in te stellen.
Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
Selecteer “CENTER” om de afstand voor de midden-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SB L” om de afstand voor de linker
surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SB R” om de afstand voor de rechter
surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in
te stellen.
Selecteer “PRNS L” om de afstand voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “PRNS R” om de afstand voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Opmerkingen

.FR.L;;;;;;;;;;
FR.R;;;;;;;;;;
CENT.;;;;;;;;;;
B)SP
LEVEL
-__________+
[]/[]:Up/Down
[p]/[[]:Adjust
p
p
. UNIT;;;;;;meters
FRONTL;;;;3.00m
FRONTR;;;;3.00m
CENTER;;;;;2.60m
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
C)SP
DISTANCE
p
p
p
[
84 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
“CENTER”, “SUR. L”, “SUR. R”, “SB L”, “SB R”, “SWFR”,
“PRNS L” en “PRNS R” kunnen niet worden ingesteld indien
“CENTER SP” (zie bladzijde 81), “SUR. L/R SP” (zie
bladzijde 81), “SB L/R SP” (zie bladzijde 82), “LFE/BASS
OUT” (zie bladzijde 80) en “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82)
zijn ingesteld op “NONE”.
In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SB” worden getoond
indien “SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie
bladzijde 82).
Testtoon D)TEST TONE
Aan of uit zetten van de testtoon voor de SPEAKER SET,
SP LEVEL en SP DISTANCE instellingen.
Keuzes: ON, OFF
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het
“BASIC MENU” verlaat.
Als u “ON” kiest en het “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” of
“SP DISTANCE” menu opent, zal de testtoon via de
geselecteerde luidsprekers worden weergegeven.
Hiermee kunt u met de hand luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertragingen bij het
verwerken van videosignalen bij gebruik van LCD
monitoren of projectoren. De meeste SOUND MENU
parameters worden automatisch ingesteld wanneer u de
AUTO SETUP (zie bladzijde 32) laat doen.
Equalizer A)EQUALIZER
Gebruik deze functie om te kiezen tussen de
parametrische en de grafische equalizer.
Equalizer selecteren SELECT
Gebruik deze functie om het type equalizer te kiezen.
Keuzes: AUTO PEQ, GEQ, EQ OFF
Selecteer “AUTO PEQ” om de parametrische equalizer
zoals ingesteld via de “AUTO SETUP” (zie
bladzijde 32) te gebruiken.
Selecteer “GEQ” om de ingebouwde 7-
frequentiebanden grafische equalizer zo in te stellen
dat de toonkleuren van de diverse luidsprekers met
elkaar overeenkomt. Druk op ENTER om het scherm
voor de grafische equalizer te openen.
Selecteer “EQ OFF” om de equalizerfunctie uit te
schakelen.
U kunt alleen “AUTO PEQ” selecteren wanneer u eerst al de
“AUTO SETUP” heeft uitgevoerd (zie bladzijde 32). In dit geval
zal “AUTO PEQ” automatisch geselecteerd staan als de
standaardinstelling.
Opmerkingen
Opmerkingen
[]/[]:Select
TEST TONE;;;;OFF
D)TEST TONE
)
)
2 SOUND MENU
Opmerking
. A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)AUDIO SET
2 SOUND
MENU 1/2
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
. E)HDMI SET
2 SOUND
MENU 2/2
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
SELECT;;;;;;;GEQ
A)EQUALIZER
[]/[]:Adjust
[ENTER]:Enter
)
)
85 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Graphische equalizer GEQ
Hiermee kunt u de toonkleur van de midden-, L/R
surround- en L/R surround achter-, surround achter-, L/R
aanwezigheidsluidsprekers en de subwoofer afstemmen
op die van de L/R voor-luidsprekers. U kunt instellingen
verrichten voor 7 frequentiebanden (63Hz, 160Hz, 400Hz,
1kHz, 2.5kHz, 6.3kHz, 16kHz).
Keuzes: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
y
Druk op k / n om een frequentieband te selecteren en op l / h
om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
De “GEQ” parameter kan alleen worden ingesteld wanneer
“GEQ” is geselecteerd bij “SELECT”.
Testtoon TEST TONE
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten via de
“GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon. Om “TEST
TONE” te selecteren, dient u op het scherm voor de
grafische equalizer herhaaldelijk op n te drukken.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
Selecteer “ON” om de geselecteerde luidsprekers
testtonen te laten produceren.
Niveau Lage Frequentie Effecten
B)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel
Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
Luidspreker SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie
bladzijde 80) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
Dynamisch bereik C)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Keuzes: MIN, STD, MAX
Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
Luidspreker SP
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon HP
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
Opmerking
.CHANNEL;;FRONTL

63Hz ;;;;;; 0.0dB
160Hz ;;;;;; 0.0dB
400Hz ;;;;;; 0.0dB

[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
A)EQUALIZER
-______+
p
p
p[
CHANNEL;;FRONTL

16kHz ;;;;;; 0.0dB


. TESTTONE;;;;OFF
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
A)EQUALIZER
-______+
p
p
p[
Opmerking
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
B)LFE
LEVEL
p
p
p
[
.SP:MINSTDMAX
HP:MINSTDMAX
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Select
C)DYNAMIC RANGE
p
p
p[
[
[
86 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Audio instellingen D)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (zie
bladzijde 41).
Keuzes: FULL, –20dB
Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging AUDIO DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
Passeren toonregeling TONE BYPASS
Gebruik deze functie om de geluidssignalen de
schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten
negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn
ingesteld (zie bladzijde 50).
Keuzes: AUTO, OFF
Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeerd wordt.
HDMI instellingen E)HDMI SET
Gebruik deze functie om de component te selecteren die
de HDMI audiosignalen moet weergeven.
Audio ondersteuning SUPPORT AUDIO
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Keuzes: RX-V1700, OTHER
Kies “RX-V1700” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van
dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Kies “OTHER” om HDMI audiosignalen weer te laten
geven door een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of
HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel, worden altijd
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
. MUTE TYPE;;;FULL
A.DELAY;;;;;;0ms
TONE BYPASS;AUTO
LE>E
D)AUDIO SET
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
p
p
[p
Opmerking
[]/[]:Adjust
SUPPORT AUDIO:
RX-V1700
E)HDMI SET
[p
87 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Via dit menu kunt u de in-/uitgangsaansluitingen
toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
A)I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
y
De naam van de signaalbron tussen haakjes geeft de standaard
ingestelde signaalbron aan.
Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen A, B en C
CMPNT-V IN
Keuzes: [A] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1,
DVR/VCR 2, V-AUX
[B] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1,
DVR/VCR 2, V-AUX
[C] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1,
DVR/VCR 2, V-AUX
Voor de COAXIAL INPUT aansluitingen 1, 2 en 3
COAXIAL IN
Keuzes: (1) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, MULTI CH
(2) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, MULTI CH
(3) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, MULTI CH
Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 4, 5, 6 en 7
OPTICAL IN
Keuzes: (4) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
MULTI CH
(5) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
MULTI CH
(6) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
MULTI CH
(7) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
MULTI CH
3 INPUT MENU
. E)MULTI CH SET
3 INPUT
MENU 2/2
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
. A)I/OASSIGNMENT
B)INPUT RENAME
C)VOLUME TRIM
D)DECODER MODE
3 INPUT
MENU 1/2
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
.[A];;;;;DVD
(DVD)
[B];;;;;DTV
(DTV)
[C];;;;;CBL/SAT
(CBL/SAT)

CMPNT-V
INPUT
.(1);;;;; CD
(CD)
 (2);;;;; DVD
( DVD )
(3);;;;;DVR/VCR2
(DVR/VCR2)

COAXIAL
IN
.(4);;;;;CD
(CD)
(5);;;;; DVD
(DVD )
(6);;;;;DTV
(DTV)

OPTICAL
IN1/2
.(7);;;;;CBL/SAT
(CBL/SAT)

OPTICAL
IN2/2
88 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Voor de OPTICAL OUTPUT aansluitingen 8 en 9
OPTICAL OUT
Keuzes: (8) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX
(9) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD,
DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL
INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Voor HDMI IN aansluitingen 1 en 2 HDMI IN
Keuzes: [IN1] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1,
DVR/VCR 2, V-AUX
[IN2] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1,
DVR/VCR 2, V-AUX
Signaalbronnen nieuwe namen geven
B) INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die
op het in-beeld display op het voorpaneel verschijnen veranderen.
y
Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen
en component video ingangsaansluitingen.
U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in
het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen.
Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen” op bladzijde 99.
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
2 Druk op l / h op de afstandsbediening om
de “_” (onderstreping) onder de spatie of het
teken dat u wilt bewerken te plaatsen.
3 Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op n om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, 0 t/m 9, a t/m z, symbolen (#, *, –, +, enz.),
spatie.
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5 Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om de “INPUT RENAME”
functie af te sluiten.
Opmerkingen
.(8);;;;;MD/TAPE
(MD/TAPE )
(9);;;;;;;CD-R
(CD-R)

OPTICAL
OUT
.[IN1];;; DVD
( DVD )
[IN2];;;CBL/SAT
(CBL/SAT)
HDMI IN
DVD-> DVD
[p]/[[]:Position
[]/[]:Chara.

C)INPUT
RENAME
________
p
p
Opmerkingen
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
MENU
SRCH MODE
SET MENU
89 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Volume Trim C)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar
afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden
dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: TUNER, PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE,
DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, DOCK, MULTI CH
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0,0 dB
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen.
Decoderfunctie D)DECODER MODE
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen.
U kunt de opnieuw toegewezen digitale
ingangsaansluitingen instellen voor bepaalde
audiosignalen (DTS, enz.).
Keuzes: AUTO, DTS
Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
Multikanaals ingang Setup
E)MULTI CH SET
Instellen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en
surroundkanalen voor een broncomponent die is
aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen
naartoe moeten. Als u een ingangssignaal met 8 kanalen
van een externe decoder gebruikt, kunt u met deze functie
de aansluitingen kiezen voor de extra voorkanalen.
BGV BGV
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als
achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen
die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, LAST, OFF
Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten
gebruiken.
Selecteer “OFF” om dit toestel geen achtergrondvideo
weer te laten geven.
Ingangskanalen INPUT CH
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6CH, 8CH
Selecteer “6CH” als de ingangssignalen uit 6 kanalen bestaan.
Selecteer “8CH” als de ingangssignalen uit 8 kanalen bestaan.
Als “ZONE2 AMP” is ingesteld op “[SP1]”, “[SP2]” of “BOTH” (zie
bladzijde 93), zal er geen geluid worden weergegeven via de surround
achter-luidsprekers, ook niet als u “8CH” selecteert. Selecteer in dit geval
“6CH” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen.
Voor-ingang FRONT
Als u 8ch heeft ingesteld bij “INPUT CH”, kunt u de
analoge aansluitingen selecteren waarop de voorkanalen
van de externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: MD/TAPE, CD-R, CD, DVD, DTV, CBL/SAT,
VCR1, DVR/VCR2, V-AUX
De “FRONT” parameter komt alleen beschikbaar wanneer u
“INPUT CH” instelt op “8CH”.
TUNER;;;0.0dB
PHONO;;;0.0dB
CD;;;0.0dB
CD-R;;;0.0dB
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust

C)VOLUME TRIM
p
p
p
[
D)DECODER MODE
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
p
p
. CD ;;;;AUTO
DVD ;;;;AUTO
DTV ;;;;AUTO
CBL/SAT ;;;;AUTO
p
[
Opmerking
Opmerking
. BGV;;;;;;;;;LAST
INPUTCH;;;;;6CH
E)MULTI CH SET
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
p
p
p
[
BGV;;;;;;;;;LAST
INPUTCH;;;;;8CH
.FRONT;;;;;;;;DVD
E)MULTI CH SET
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
p
p
p
[
90 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Display instellingen A)DISPLAY SET
Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de parameters
onder “DISPLAY SET” terug te zetten op de fabrieksinstellingen (met
uitzondering van “DIMMER”, “SHORT MESSAGE”, “ON
SCREEN” en “FL SCROLL”) (zie bladzijde 112).
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Instelstap: 1
Druk op l om het display op het voorpaneel te
dimmen.
Druk op h om het display op het voorpaneel helderder
te maken.
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar boven) t/m +5 (naar beneden)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
Druk op l om het in-beeld display hoger op het
scherm weer te geven.
Druk op h om het in-beeld display lager op het
scherm weer te geven.
Grijze achtergrond GRAY BACK
Met deze functie kunt u een grijze achtergrond weer laten geven
op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt.
Keuzes: AUTO, OFF
Selecteer “AUTO” om een grijze achtergrond weer
laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Selecteer “OFF” om geen grijze achtergrond weer te
laten geven op uw beeldscherm.
Afhankelijk van de binnenkomende signalen of de
systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het
mogelijk dat het in-beeld display niet correct kan worden
weergegeven. Zet in dergelijke gevallen “GRAY BACK” op
“OFF”.
Zelfs wanneer “GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”, is het,
afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat
het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven.
Video conversie V CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en
COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten worden
omgezet.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” om composiet, S-videosignalen en
component videosignalen om te zetten en in
voorkomende gevallen S-video- en component
videosignalen op te waarderen naar HDMI
videosignalen.
Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten.
Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
Stel “V CONV.” in op “ON” om het display voor de
geluidsveldparameters en de verkorte meldingen weer te laten
geven.
Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “V CONV.” op “OFF”.
Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen
worden binnenkomen (zoals videosignalen van een
spelcomputer), is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal
kunnen omzetten, ook al heeft u “V CONV.” ingesteld op
“ON”.
4 OPTION MENU
Opmerking
. A)DISPLAYSET
B)MEMORY GUARD
C)AUDIO SELECT
D)DECODER MODE
4
OPTION
MENU 1/2
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
. E)PARAM. INI
F)ZONE SET
G)DOCKSET
4
OPTION
MENU 2/2
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
.DIMMER;;;;;;;;;;0
OSD SHIFT;;;;;;;0
GRAY BACK;;;;AUTO
VCONV.;;;;;;;;ON

[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust

A)DISPLAY
SET
p
p
p[
Opmerkingen
Opmerkingen
91 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Component geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting CMPNT I/P
Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen in- of uit te schakelen
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden geproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen in te
schakelen.
Selecteer “OFF” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen uit te
schakelen.
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het in-beeld display (OSD) indien “V CONV.” is ingesteld
op “OFF”.
Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat de SET MENU
items niet op uw beeldscherm getoond kunnen worden wanneer
“CMPNT I/P” is ingesteld op “ON”. Gebruik “V-RESET” in de
“ADVANCED SETUP” om de parameters onder “CMPNT I/P”
terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 112).
HDMI geïnterlinieerde/progressieve weergave
opwaardering en omzetting HDMI I/P
Gebruik deze functie om de HDMI geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen in- of uit te schakelen
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden geproduceerd via de HDMI OUT
aansluiting.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” om de HDMI geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen in te
schakelen.
Selecteer “OFF” om de HDMI geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen uit te
schakelen.
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het in-beeld display (OSD) indien “V CONV.” is ingesteld
op “OFF”.
Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van 1080i
of 720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt
gereproduceerd via de HDMI OUT jack, is het mogelijk dat de
beeldkwaliteit achteruit gaat.
Verkorte weergave meldingen
SHORT MESSAGE
Gebruik deze functie om de verkorte weergave van
meldingen aan of uit te zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” om de verkorte weergave van
meldingen in te schakelen. De inhoud van het display
op het voorpaneel wordt onderaan het scherm getoond
telkens wanneer het toestel bediend wordt.
Selecteer “OFF” om de verkorte weergave van
meldingen uit te schakelen.
De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen
niet verschijnen:
wanneer er component videosignalen met een resolutie van
480p/576p, 720p, 1080i of 1080p binnenkomen
wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen
Weergavetijd in-beeld display ON SCREEN
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu
nog moet worden weergegeven op het in-beeld display
(OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: ALWAYS, 10SEC, 30SEC
Select “ALWAYS” om het in-beeld display
voortdurend te laten weergeven tijdens een handeling.
Selecteer “10SEC” om het in-beeld display 10
seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te
schakelen.
Selecteer “30SEC” om het in-beeld display 30
seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te
schakelen.
Scrollen over het display op het voorpaneel
FL SCROLL
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie
(zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig
over het display op het voorpaneel moet worden
weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat
alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven
moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer
over het display is geschoven wanneer “DOCK” is
geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: CONT, ONCE
Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de
eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerking
92 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie
uit te schakelen.
Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te
beveiligen:
DSP geluidsveldprogrammaparameters
alle “SET MENU” onderdelen
alle luidsprekerniveaus
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u
geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
Audio selectie C)AUDIO SELECT
Met deze functie kunt u de een bepaalde ingangsfunctie
standaard instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Bij “LAST” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de EXTD
SUR. toets op de afstandsbediening worden opgeroepen.
Decoderfunctie D)DECODER MODE
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het
soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoderfunctie wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Bij “LAST” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de EXTD
SUR. toets op de afstandsbediening worden opgeroepen.
Parameters initialiseren E)PARAM.INI
Met deze functie kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Druk op de corresponderende toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het
geluidsveldprogramma
dat u wilt initialiseren te
selecteren.
Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van
programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn.
Keuzes: CLASSICAL, LIVE/CLUB,
ENTERTAINMENT, MOVIE, STEREO,
SURROUND DECODE
U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft
geïnitialiseerd.
U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren
wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 92).
Opmerking
Opmerking
OFFON
[]/[]:Adjust

B)MEMORY
GUARD
p
[
[
[AUTO LAST
C)AUDIO SELECT
[p]/[[]:Adjust

Opmerking
Opmerkingen
[AUTO LAST
D)DECODER MODE
[p]/[[]:Adjust

CLASSICAL
*LIVE/CLUB
ENTERTAINMENT
*MOVIE
STEREO
SURROUNDDECODE
Press DSP key

E)PARAM.
INI
93 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Zone instelling F)ZONE SET
Zone 2 volume ZONE2 VOL
Zone 3 volume ZONE3 VOL
Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal
werken met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT of
ZONE 3 OUTPUT aansluitingen.
Keuzes: VAR, FIX
Kies “VAR” om het ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3
OUTPUT volume tegelijkertijd met VOLUME +/– op
de afstandsbediening te kunnen regelen.
Kies “FIX” om het ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3
OUTPUT volumeniveau vast te zetten op een standaard
niveau.
Zone 2 versterker ZONE2 AMP
Zone 3 versterker ZONE3 AMP
U kunt instellen hoe de ZONE 2 en/of ZONE 3
luidsprekers versterkt moeten worden.
Keuzes: EXT, [SP1], [SP2], BOTH
Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 of Zone 3
luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker
via de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “[SP1]” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP1 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “[SP2]” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP2 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “BOTH” om de ingebouwde surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken
als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op de SP1 en SP2 luidspreker-
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Als “BI-AMP” is ingesteld op “ON” via het “ADVANCED
SETUP” menu, kunnen “[SP1]”, “[SP2]” en “BOTH” niet
worden geselecteerd.
Wanneer “BOTH” is ingesteld bij “ZONE2 AMP”, kan alleen
“EXT” worden geselecteerd bij “ZONE3 AMP”.
Wanneer “BOTH” is ingesteld bij “ZONE3 AMP”, kan alleen
“EXT” worden geselecteerd bij “ZONE2 AMP”.
Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“[SP1]” of “[SP2]” en de corresponderende zone wordt
ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de
surround achter-luidsprekers.
Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“BOTH” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal
er geen geluid worden weergegeven via de surround-
luidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de
hoofdzone.
Wanneer “ZONE2 AMP” en “ZONE3 AMP” zijn ingesteld op
“[SP1]” of wanneer “[SP2]” en Zone 2 en Zone 3 zijn
ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de
surround-luidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de
hoofdzone.
Wanneer u de interne versterkers gebruikt voor Zone 2 of
Zone 3, is het mogelijk dat sommige geluidsveldprogramma’s
niet op dezelfde manier werken als wanneer u de interne
versterkers niet gebruikt voor Zone 2 of Zone 3.
Dock instelling G)DOCK SET
Opladen terwijl het toestel uit (standby) staat
STANDBY CHRG
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de
batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of
niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie
bladzijde 66).
Keuzes: AUTO, OFF
Selecteer “AUTO” om de batterij van de aangesloten
iPod op te laden wanneer dit toestel aan staat en
wanneer het uit (standby) staat.
Selecteer “OFF” om de batterij van de aangesloten
iPod alleen op te laden wanneer dit toestel aan staat.
. ZONE2 VOL;;;;VAR
ZONE3 VOL;;;;VAR
ZONE2 AMP;;;;EXT
ZONE3 AMP;;;;EXT
F)ZONE SET
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
p
p
[p
Opmerkingen
G)DOCK SET
.STANDBYCHRG;AUTO

[]/[]:Adjust
[ENTER]:Return
)
)
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
94 Nl
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 96).
Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om
dit toestel te bedienen (zie bladzijde 6).
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP staat.
Bedienen van een TV
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV om uw
TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de
juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of
PHONO (zie bladzijde 96). Wanneer u
afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV
ingestelde code.
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de
“TV” kolom op bladzijde 95.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
Opmerkingen
*2
*1
*1
*1
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
Opmerkingen
Afstandsbediening Digitale TV/Kabel TV
TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT Wijzigt de signaalbron.
*1
*1
*2
*2
*2
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
95 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE om andere
apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen, of kunt selecteren
te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste
afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 96). De volgende tabel
toont de functies van de bedieningstoetsen voor het bedienen van andere
componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen, of
. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect
hebben op de geselecteerde component.
y
De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen)
om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen.
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw videorecorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor VCR 1 (zie bladzijde 96).
*3
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de “TV” kolom op bladzijde 95
.
*4
Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken.
*5
Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie (zie bladzijde 66)
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
AV
TV
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
7
6
5
4
A
0
9
8
3
1
2
DVD-speler/
DVD-recorder
Videorecorder
Kabel TV/
satellietontvanger
TV LD-speler CD-speler
MD-recorder/
CD-recorder
Cassettedeck Tuner iPod
1 AV POW E R
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
VCR aan/
uit
*2
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
2 CH +
TV kanaal
hoger*3
Kanaal hoger Kanaal hoger
Kanaal
hoger
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
CH –
TV kanaal
lager*3
Kanaal lager Kanaal lager
Kanaal
lager
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
3 TITLE
Titel Titel Titel Titel Band
4 ENTER
Menu Enter Menu selectie
Menu
selectie
Volgende
menu
PRESET/CH k Menu op Menu op Menu op
Voorkeuzekanaal
hoger (1 t/m 8)
Hoger
PRESET/CH n Menu neer Menu neer Menu neer
Voorkeuzekanaal
lager (1 t/m 8)
Lager
A/B/C/D/E l Menu links Menu links Menu links
Voorkeuzekanaal
lager (A t/m E)
Vorige menu
A/B/C/D/E h Menu rechts Menu rechts
Menu
rechts
Richting A/B
Voorkeuzekanaal
hoger (A t/m E)
Volgende
menu
5 RETURN
Terug Terug Terug Terug
6 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
7 ll
Terug zoeken Terug zoeken
VCR terug
zoeken
*2
VCR terug
zoeken
*2
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug zoeken Terug zoeken
Zoeken,
achteruit*4
hh
Vooruit
zoeken
Vooruit zoeken
VCR vooruit
zoeken
*2
VCR vooruit
zoeken
*2
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit zoeken
Zoeken,
vooruit*4
b
Terug
springen
Hoofdstuk/
Terug
springen
Terug
springen
Terug
springen
Richting terug
Terug
springen
a
Vooruit
springen
Hoofdstuk/
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
Vooruit
springen
REC/
DISC SKIP
Disc overslaan
(speler)
Opname
(recorder)
Opname
VCR opname
*2
VCR
opname
*2
Disc
overslaan
Opname Opname
s Stop Stop
VCR stop
*2
VCR stop
*2
Stop Stop Stop Stop Stop
e Pauze Pauze
VCR pauze
*2
VCR
pauze
*2
Pauze Pauze Pauze Pauze
Pauze
(Weergave/
pauze)*5
p Weergave Weergave
VCR weergave
*2
VCR
weergave
*2
Weergave Weergave Weergave Weergave
Weergave
(Weergave/
pauze)*5
8 MENU
Menu Menu Menu Vorige menu
9 AUDIO
Audio Audio
0 DISPLAY
Display Display Display Display Display Display Display
A ENT
Enter Enter/oproepen Enter
Opmerkingen
96 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron
kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het uitleesvenster van de afstandsbediening.
Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan
worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties
die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen.
Deze set is handig voor het programmeren van instructies
die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt
gebruiken of waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Om de optionele set bedieningstoetsen te
selecteren dient u net zo vaak op SELECT n te
drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnt.
U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de extra of
‘optionele’ set bedieningstoetsen. Zie bladzijde 98 voor het
programmeren van bedieningstoetsen voor deze set.
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk
geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets,
of
om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
Opmerking
Instellen van
afstandsbedieningscodes
SELECT
SELECT
Ingang
Archief
(componentencategorie)
Fabrikant
Standaard
code
TAPE
YA M A H A
2700
TUNER
YA M A H A
2607
PHONO TV –
TUNER TUNER
YA M A H A
2602
CD CD
YA M A H A
2300
MULTI CH
INPUT
DVD
YA M A H A
2100
V-AU X/
DOCK
TUNER
YA M A H A
2606
CBL/SAT
CABLE
MD/TAPE
MD
YA M A H A
2500
CD-R CD-R
YA M A H A
2400
DTV TV
VCR 1 VCR
DVR/VCR2
DVR
YA M A H A
2807
DVD DVD
YA M A H A
2100
Opmerking
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
TV
SOURCE
AMP
97 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
2 Houd vervolgens LEARN ongeveer 3
seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de
geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD)
zullen om en om in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
y
U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set
bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op l / h om de
componentencategorie (het ‘archief’) te veranderen.
Beschikbare archieven:
L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD,
L;CDR, L;MD,
L;TAP (cassettedeck), L;TUN
(tuner), L;AMP, L;TV, L;CAB
(kabel), L;SAT (satelliet), L;VCR
Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets, of , of druk
herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste set te
selecteren.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
0000 zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling met
succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets
of op of SELECT k / n om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
7 Druk op p of AV POWER om te controleren
of u de component in kwestie inderdaad met
de afstandsbediening kunt bedienen.
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze
dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
“ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke
codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-
apparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als
geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘leerfunctie’
(zie “Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen” op bladzijde 98) of dient u de met de
apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te
gebruiken.
Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
Opmerkingen
Opmerking
LEARN
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
Opmerkingen
LEARN
AV
POWER
of
98 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van andere
afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk
zijn onder één van de afstandsbedieningscodes, of als er geen
geschikte afstandsbedieningscode gevonden kan worden, dan kunt u
proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies van een
andere afstandsbediening programmeren onder de op de volgende
afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke
set bedieningstoetsen worden geprogrammeerd.
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan
deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen.
Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter
mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de
handleiding van de betreffende afstandsbediening.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets,
of om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP zet en vervolgens instructies van
andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in
kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
2 Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in
het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
4 Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
Opmerking
Opmerking
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
AV
TV
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
TV
SOURCE
AMP
Opmerkingen
V
-
AUX/DOCK
AV
TV
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
5 tot 10 cm
Andere
afstandsbediening
LEARN
V
-
AUX/DOCK
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
2
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
PARAMETER
STRAIGHT
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
99 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
5 Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster van
de afstandsbediening verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
y
Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 4 en 5.
6 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie
te verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet
goed op elkaar gericht zijn.
wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als
een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas
wanneer u een andere component met een bepaalde set
bedieningstoetsen wilt gebruiken.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets, of om de set
bedieningstoetsen waaraan u een andere
naam wilt geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in
het uitleesvenster.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
RENAME in.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap
2.
Opmerkingen
V
-
AUX/DOCK
AV
TV
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
Andere
afstandsbediening
LEARN
Wijzigen van namen zoals die in
het uitleesvenster verschijnen
Opmerking
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
RENAME
100 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
3 Druk op k / n om een teken te selecteren en
in te voeren.
Door op
n
te drukken zullen de tekens als volgt veranderen:
A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje),
; (punt comma), / (slash) en spatie.
Druk op
k
om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.
4 Druk op h om de cursor naar de volgende
tekenpositie te verplaatsen.
y
Druk op
l
om de cursor naar de vorige tekenpositie te verplaatsen.
5 Druk op ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het herbenoemen met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het herbenoemen niet met succes is
verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe naam wilt
geven, druk dan op de ingangskeuzetoets, of , of druk
herhaaldelijk op SELECT
k
/
n
om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5.
6
Druk nog eens op RENAME om de functie voor het
geven van nieuwe namen te verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen
als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde
stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
y
Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen en
component video ingangsaansluitingen. Raadpleeg
“Signaalbronnen nieuwe namen geven” op bladzijde 88.
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (zie bladzijde 102).
MACRO handelingen
1 Zet MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
2 Druk op de gewenste macrotoets.
3 Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF
wanneer u klaar bent met het programmeren
van macro’s.
Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld
tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen).
Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
Opmerking
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
RENAME
Macro programmeerfuncties
Opmerkingen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
V
-
AUX/DOCK
AV
TV
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDI O SE L
POWER
POWER
POWER
STANDBY
MACRO
MACRO ON/OFF
Macrotoetsen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
OFF
CLEAR
LEARN
MACRO
101 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Standaard macrofuncties
*1
U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC
OUTLETS netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en
uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten
component.
*2
Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 96), kunt u uw TV aan zetten zonder
een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3
Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4
De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is
voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets
programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 98) of een afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 96).
Druk op
macrotoets
Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
Eerste Tweede Derde
——
(*1)
(CD set) (*4)
(MD/TAPE set) (*4)
(CD-R set) (*4)
(VCR 1 set) (*4)
(DVR/VCR 2 set) (*4)
(DVD set) (*4)
STANDBY STANDBY
POWER
POWER
(*1)
TV
POWER
(*2)
POWER
POWER
PHONO
POWER
PHONO
TUNER
TUNER
(*3)
CD CD
MULTI CH IN MULTI CH IN
V
-
AUX/DOC
K
V
-
AUX/DOC
K
CBL/SA
T
CBL/SA
T
MD/TAP
E
MD/TAP
E
CD-R CD-R
DTV DTV
VCR 1 VCR 1
DVR/VCR
DVR/VCR
2
DVD DVD
102 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Programmeren van macrohandelingen
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een
macro gaat programmeren.
De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het
regelen van het volume, in een macro te programmeren.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van
de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om
en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
“AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
een andere dan een macrotoets drukt.
3 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten. Het volgende voorbeeld betreft het
programmeren van deze procedure:
Stap 1 (“MCR 1”): Druk op DVD.
Stap 2 (“MCR 2”): Druk op AV POWER.
Stap 3 (“MCR 3”): Druk op SLEEP.
Druk op SELECT k / n om de geselecteerde set
bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de
ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden
geprogrammeerd, terwijl u met SELECT k / n alleen de
geselecteerde set bedieningstoetsen verandert.
4 Druk nog eens op MACRO met een balpen of
iets dergelijks wanneer u klaar bent met
programmeren.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
Opmerking
MACRO
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
POWER
STANDBY
Opmerking
Opmerking
Opmerking
V
-
AUX/DOCK
AV
TV
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
1
2
3
Geeft het aantal
macro-stappen aan
dat u heeft
geprogrammeerd
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
MCR 1: DVD
MCR 2: AV POWER
MCR 3: SLEEP
103 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor
een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen.
Wissen van functiesets
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
CLEAR in met een balpen of iets dergelijks.
“CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren.
L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen)
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor de set bedieningstoetsen in kwestie. De
naam van een component wordt getoond
achter een puntcomma (;). Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste set
bedieningstoetsen.
L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor het bedienen van de versterkerfuncties
van dit toestel.
L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor
signaalbronnen.
FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en
zet deze terug op de fabrieksinstellingen.
3 Houd CLEAR nog eens tenminste 3
seconden ingedrukt.
“WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het
wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het
uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen.
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende
functie).
“L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden
duren.
“C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen
niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op
een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze
bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen
heeft ingedrukt.
Instellingen wissen
Opmerking
CLEAR
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Opmerkingen
CLEAR
104 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Wissen van een overgenomen
(’geleerde’) functie
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets, of om de set
bedieningstoetsen waarvoor u een functie
wilt wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en van de geselecteerde component (bijv.
“DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster
verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste 3
seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening kunt u met de
balpen of iets dergelijks CLEAR loslaten om de
wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu
weer in de leerfunctie.
y
Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste
set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal vervolgens
stap 4.
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
4 Druk nog eens op LEARN om deze functie te
verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
Opmerkingen
CLEAR
LEARN
RENAME
MODE PTY SEEK
START
105 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap
1.
2 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de
macrotoets met de functie die u wilt wissen
tenminste 3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het wissen met
succes is verlopen.
y
Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
3 Druk nog eens op MACRO om de
macrofunctie te verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerking
MACRO
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
Opmerkingen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
106 Nl
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De functies voor weergave in
meerdere zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven
in de eerste ruimte (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen
vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening.
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte.
Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de
tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte.
y
U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers
wilt gebruiken.
Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best
overeenkomen met uw wensen.
Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken voor Zone 2 of Zone 3, dient u de externe versterker te verbinden met de ZONE
OUT aansluitingen en moet u “EXT” selecteren bij “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” (zie bladzijde 93).
Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte wanneer “ZONE2 VOL” of “ZONE3 VOL” is ingesteld
op “FIX” (zie bladzijde 93).
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in de
tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Opmerkingen
OUTOUT
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
IN
REMOTE
REMOTE
Dit toestel
YAMAHA
component
YAMAHA
component
Infraroodontvanger
REMOTE OUT
VIDEO IN
AUDIO IN
MONITOR OUT
SP OUT
REMOTE IN
ZONE 2 AUDIO OUT
ZONE 3 AUDIO OUT
REMOTE IN
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
Infrarood-zender
DVD-speler
(of andere component)
Versterker
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Ver ste rke r
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Tweede ruimte
(Zone 2)
Derde ruimte
(Zone 3)
Eerste ruimte
(hoofdzone)
SYSTEEM
Dit toestel
107 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “[SP1]” of
“[SP2]” voor “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” (zie bladzijde 93).
Als u twee interne versterkers (zowel SP1 als SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “BOTH”
voor “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” (zie bladzijde 93).
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening.
Selecteren van Zone 2 of Zone 3
Bediening via het voorpaneel
1 Druk op ZONE 2 ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF
op het voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart
in of uit te schakelen.
y
Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal
naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op
POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken
om de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan te zetten.
2 Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROLS op
het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
Met elke druk op ZONE CONTROLS zal het display
op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat
aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment
geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang
knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd.
ZONE2
Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties.
ZONE3
Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties.
BELANGRIJKE WAARSCHUWING VOOR UW VEILIGHEID
De SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde
Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een
abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct
gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze
informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
R
L
+
SP2
SINGLE
R
L
+
+
+
+
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE
R
L
SP1
Derde ruimte
(Zone 3)
Dit toestel
Tweede ruimte
(Zone 2)
Bedienen van Zone 2 of Zone 3
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE 2
ZONE CONTROLS
ZONE2
ZONE3
Er zal geen indicator gaan knipperen wanneer de
hoofdzone is geselecteerd.
108 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE
CONTROLS nog eens ingedrukt.
De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als
Zone 3 zijn ingeschakeld.
3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 109 voor andere handelingen.
Afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
SELECT k om de zone die u wilt bedienen te
selecteren.
“ZONE 2” of “ZONE 3” zal in het uitleesvenster van
de afstandsbediening verschijnen.
2 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 109 voor andere handelingen.
3 Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3
bedieningsfunctie te verlaten
Zone 2 en/of Zone 3 aan of uit zetten met
de afstandsbediening
POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken
iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die
in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 stand heeft
geselecteerd, kunt u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3
onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten.
Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd,
zullen door op POWER te drukken de hoofdzone, Zone
2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een
druk op STANDBY deze zones tegelijk uit (standby)
zal zetten.
Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone
staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden
wanneer er op POWER of STANDBY wordt gedrukt.
“ALL” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen wanneer er op SELECT n wordt gedrukt.
Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en
druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste signaalbron
voor de geselecteerde zone te selecteren.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
signaalbron te selecteren, zal “2;naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” of “3;naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster
van de afstandsbediening verschijnen wanneer
respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is geselecteerd.
SELECT
TV
SOURCE
AMP
of
Bedieningsfunctie
Uitleesvenster
POWER en
STANDBY
Stand voor de
hoofdzone
Naam van de
geselecteerde set
bedieningstoetsen
Hiermee zet u alleen
de hoofdzone aan of
uit (standby).
Zone 2 stand
“ZONE 2” of “2;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 2 aan of uit
(standby) zetten.
Zone 3 stand
“ZONE 3” of “3;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 3 aan of uit
(standby) zetten.
Alle standen
“ALL”
POWER: zet de
hoofdzone, Zone 2
en Zone 3 aan.
STANDBY: hiermee
zet u de hoofdzone,
Zone 2 en Zone 3
tegelijkertijd uit
(standby).
Opmerkingen
109 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de
TUNER functies te kunnen gebruiken in de geselecteerde
zone. Voor details omtrent de bediening van de TUNER
(radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op bladzijde 54.
De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones.
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel.
Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden
geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op ZONE
CONTROLS op het voorpaneel.
Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op
VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het
volume voor de geselecteerde zone op het
gewenste niveau in te stellen.
y
Druk op MUTE op de afstandsbediening om het in de
geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen.
Wanneer u externe versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3,
kunt u VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “ZONE2 VOL”
of “ZONE3 VOL” is ingesteld op “VAR” via “ZONE SET” (zie
bladzijde 93).
Instellen van de balans van de
luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
“BALANCE” en verdraai vervolgens PROGRAM
op het voorpaneel om de balans tussen de linker
en rechter luidspreker in de geselecteerde zone
te regelen.
Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en gebruik CH +/– op de afstandsbediening
om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) te
regelen, of gebruik TV VOL +/– om de weergave
van de lage tonen (BASS) te regelen.
y
U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met
TONE CONTROL op het voorpaneel. Zie “Toonregeling” op
bladzijde 50 voor details.
Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor
de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 108).
Opmerking
Opmerking
INPUT
TV
SOURCE
AMP
of
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
+
VOLUME
VOLUME
of
Opmerking
CONTROL
TONE
PROGRAM
+
TV VOL
+
CH
TV
SOURCE
AMP
TREBLE
BASS
GEAVANCEERDE SETUP
110 Nl
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om
dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 31).
Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 111 voor een complete lijst met alle
beschikbare parameters.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om de geselecteerde instelling te
wijzigen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
GEAVANCEERDE SETUP
Opmerkingen
Gebruik van het ADVANCED SETUP
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
DISPLAY
MODE
TUNING
PRESET/TUNING/CH
SEARCH MODE
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CATEGORY
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
2,43
1-2,5
MASTER
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
8
MIN
IMP.SPEAKER
Op dit moment
geselecteerde
parameterinstelling
Op dit moment
geselecteerde
parameter
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
111 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8MIN, 6MIN
Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 .
Selecteer “6MIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 .
Gebruikersinstellingen USER PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten
op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie bladzijde 122).
Keuzes: CANCEL, RESET
Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
Select “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Sensor voor de afstandsbediening
REMOTE SENSOR
Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel
van dit toestel aan of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening aan wilt zetten.
Selecteer “OFF” als u de ontvanger voor de signalen
van de afstandsbediening uit wilt zetten.
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te laten staan.
Inschakelen bij RS-232C gebruik
WAKE ON RS232C
Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de RS-
232C interface laten versturen terwijl het toestel uit
(standby) staat.
Keuzes: YES, NO
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: YES
[Overige modellen]: NO
Selecteer “YES” om dit toestel gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Selecteer “NO” om dit toestel geen gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Afstandsbediening AMP ID
RC AMP ID
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 97).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2001”.
Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2002”.
U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 97).
Afstandsbediening TUNER ID
RC TUNER ID
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 114).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”.
Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”.
U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 114).
Afstemstap tuner TUNER FRQ STEP
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
SPEAKER IMP.
Luidspreker Impedantieniveau
8ΩMIN
Voor
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Surround
Surround Achter
6MIN
Voor
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 4
of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6
of hoger zijn.
Surround
Surround Achter
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
Opmerking
112 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Bi-AMP BI-AMP
Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de bi-AMP functie aan wilt
zetten.
Selecteer “OFF” als u de bi-AMP functie uit wilt
zetten.
Wanneer BI-AMP is ingesteld op ON, kunnen de SURROUND
BACK aansluitingen niet worden gebruikt om surround achter-
luidsprekers aan te sluiten omdat de SURROUND BACK
aansluitingen al worden gebruikt voor de bi-AMP aansluitingen
(zie bladzijde 17).
Video terugzetten VIDEO RESET
Hiermee kunt u de parameter instellingen voor “DISPLAY
SET” in het “OPTION MENU” initialiseren (zie
bladzijde 90).
Keuzes: YES, CANCEL
De parameterinstellingen voor “DIMMER”, “SHORT
MESSAGE”, “ON SCREEN” en “FL SCROLL” worden niet
geïnitialiseerd (zie bladzijde 90).
Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers
is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd
bedient als de standaard ID is ingesteld. Stel in een
dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel
apart te kunnen bedienen.
Instellen van een AMP ID voor de
afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE.
2 Houd LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot
“L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster van
de afstandsbediening.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
Opmerking
Opmerking
Instellen van een
afstandsbediening ID
Opmerkingen
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
113 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste set bedieningstoetsen in te voeren.
AMP codes voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de AMP code
voor de gewenste set bedieningstoetsen in te stellen.
U moet ook de corresponderende AMP ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 111).
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
Instellen van een tuner ID voor de
afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens op
TUNER op de afstandsbediening om de tuner
waarvoor een andere afstandsbediening ID
wilt instellen te selecteren.
2 Houd LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot
“L;TUN” en “TUNER” verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
AMP archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
AMP ID
voor de
afstandsbediening
2001
(begininstelling)
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2002
Om het toestel te
gebruiken met
een alternatieve
code.
ID2
Opmerking
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
LEARN
Opmerkingen
TUNER
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
114 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste set bedieningstoetsen in te voeren.
Afstandsbediening tunercodes
Selecteer één van de volgende codes om de tunercode
voor de gewenste set bedieningstoetsen op de
afstandsbediening in te stellen.
U moet ook de corresponderende tuner ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 111).
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
Tuner archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
Afstandsbediening
tuner ID
2602
(begininstelling)
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2603
Om het toestel te
gebruiken met
een alternatieve
code.
ID2
Opmerking
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
LEARN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
115 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
30
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
14
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
21-27
De optimalisatie-microfoon is
aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
36
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “HDMI”,
“COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
40
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”
terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal
wordt afgespeeld.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”.
40
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening).
38, 41
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
14
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
41
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een CD-
ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
19
“SUPPORT AUDIO” is ingesteld op
“OTHER” en “HDMI” audiosignalen
worden niet weergegeven door dit toestel.
Zet “SUPPORT AUDIO” op “RX-V1700” via de
“MANUAL SETUP”.
86
116 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Geen beeld.
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende
types video-aansluitingen voor de in- en
uitgang van het beeldsignaal.
Zet “V CONV.” op “ON” of sluit uw
broncomponenten op dezelfde manier aan op dit
toestel als uw beeldscherm.
90
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
Verkorte meldingen
worden niet
weergegeven op het
beeldscherm.
“SHORT MESSAGE” is ingesteld op “OFF”.
Zet “SHORT MESSAGE” op “ON”.
91
“GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”. Zet “GRAY BACK” op “AUTO”.
90
“V CONV.” is ingesteld op “OFF”. Zet “V CONV.” op “ON”.
90
De via de HDMI IN1 of HDMI IN2 aansluiting
binnenkomende signalen worden
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Er komen progressieve of HDTV
videosignalen binnen.
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
30, 111
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening
om de geluidsweergave te hervatten.
41
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
14
Onjuiste balans ingesteld via “SP LEVEL”.
Wijzig de “SP LEVEL” instellingen.
83
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en surround-
luidsprekers worden geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de midden-
luidspreker.
“CENTER SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”.
81
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd “7ch Stereo”) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
45
Er klinkt geen geluid uit de
aanwezigheidsluidsprekers.
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT om de effecten in te schakelen.
49
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
38
Er klinkt geen geluid
uit de surround-
luidsprekers.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”.
81
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel zodat
“STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt.
49
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” is
ingesteld op “NONE” en “SB L/R SP” is
automatisch ingesteld op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” en “SB L/R SP” op een andere
instelling dan “NONE”.
81
“SB L/R SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “SB L/R SP” op een andere instelling dan
“NONE”.
82
117 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“LFE/BASS OUT” staat op “FRONT” in
het “SET MENU” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
80
“LFE/BASS OUT” in het “SET MENU”
staat op “SWFR” of “FRONT” terwijl er
een 2-kanaals bronsignaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”.
80
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS
bronnen worden
weergegeven. (De
Dolby Digital of DTS
indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
40
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
24
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MC-
kopversterker.
24
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er wordt niet
opgenomen door
digitale opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron is niet aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
22, 24
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
24
De
geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in het “SET
MENU” staat op “ON”.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
92
118 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
14
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
28
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af.
57
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af.
57
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
58, 59
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
57
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
119 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Afstandsbediening
HDMI
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
9
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
9
De schakelaar voor de bedieningsfunctie
staat niet goed.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de
juiste stand. Zet de afstandsbediening in de AMP
stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de
afstandsbediening op de SOURCE stand wanneer u
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in
de TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de
DTV of PHONO set wilt bedienen.
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
96
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
96
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
97, 111
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
98
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
9
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
98
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
103
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
DEVICE OVER
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI
componenten.
HDCP ERROR
HDCP verificatie mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten
ondersteuning bieden voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
120 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
iPod
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het inbeeld
display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 27).
AUTO SETUP
Voor AUTO SETUP
Opmerking
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Loading...
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod
universeel dock opnieuw aan op de DOCK
aansluiting van dit toestel.
27
Probeer uw iPod te resetten.
Unknown type
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals de
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel, en
de verbinding tussen uw iPod en dit
toestel is correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10),
verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel.
27
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
32
Unplug HP!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
121 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tijdens AUTO SETUP
Na AUTO SETUP
Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren.
Als de waarschuwing “W-1” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn.
Als de waarschuwingen “W-2” of “W-3” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht.
Als foutmelding “E-10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
E-1:NO FRONT SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
14
E-2:NO SURR.SP
Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
14
E-3:NO PRNS. SP
Er wordt geen signaal voor een
aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
14
E-4:SBR->SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS
aansluiting als u slechts een enkele
surround achter-luidspreker heeft.
14
E-5:NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “AUTO SETUP” onder stille
omstandigheden.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
E-6:CHECK SUR.
Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surround-
luidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan
wanneer u surround achter-luidsprekers
gebruikt.
14
E-7:NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “AUTO SETUP” procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
32
E-8:NO SIGNAL
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon. 32
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
14
E-9:USER CANCEL
De “AUTO SETUP” procedure is geannuleerd
door iets dat de gebruiker gedaan heeft.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
32
E-10:INTERNAL ERROR
Er is een interne fout opgetreden. Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
32
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
W-1:OUT OF PHASE
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen (+ of –).
14
W-2:OVER 24m (80ft)
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W-3:LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
Controleer de aansluitingen van de luidspreker.
14
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit.
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer in.
32
Opmerkingen
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
122 Nl
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide
instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken
zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “PRESET”.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “RESET”.
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit
te schakelen.
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Opmerkingen
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
TUNING
PRESET/
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
ON/OFF
2,43
1-2,5
MASTER
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
CANCEL
USERPRESET
EFFECT
STRAIGHT
RESET
USERPRESET
MASTER
WOORDENLIJST
123 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee
versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene
versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen)
van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het
gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen.
In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers
slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte
toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder
zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de
weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossover-
schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de
naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een
bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen
frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op
dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde
waarde een HPF gewoon passeren.
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in P
B
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
‘Dialogue normalization’
‘Dialogue Normalization’ (dialoog normalisatie) is een
Dolby Digital of DTS functie die verschillende
programma’s op een gemiddeld niveau weergeeft zodat de
gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er
een ander Dolby Digital of DTS programma wordt
weergegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-
stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-
around” effecten.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-
kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-
kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
WOORDENLIJST
124 Nl
WOORDENLIJST
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt
voor het opslaan van audiosignalen op digitale media,
zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen
opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge
bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik
wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering
om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge
kwantisaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij de
hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM
technologie van gewone audio-CD’s.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-
Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-
kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig
aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems
Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld
zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen
(dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en
rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als
0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele
interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard,
verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen
verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron
(zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de audio/
video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI geeft
alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-
bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een
veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie
omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan
de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-
kanaals systeem.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
125 Nl
WOORDENLIJST
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
126 Nl
Onderdelen van een geluidsveld
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren
direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen
die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond
of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het
direct waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één
oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond) en zijn zo
talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm.
Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe
geluid in onze waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen
samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte
en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de
digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het
samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste
vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u
uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de
akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een
concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u
zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden
samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Geluidsweergave door elk van de
luidsprekers
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt
mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt.
Raadpleeg de diagrammen in de tabel hieronder voor meer
informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor
elk geluidsveldprogramma. Voor details omtrent de
geluidsweergave door elk van de luidsprekers bij gebruik
van de geluidsveldprogrammas verwijzen we u naar
“GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S” in de “APPENDIX”
aan het eind van deze handleiding.
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de
luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat
wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde
kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze
op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld
met speciale effecten enz.
y
Behalve voor “2ch Stereo”, “7ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt
u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de
surround achter-luidsprekers (zie bladzijde 45).
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Opmerking
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
127 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee,
samen met de Parametric EQ instellingen (zie
bladzijde 84), de frequentiekarakteristieken via een
instelbare equalizer worden afgestemd op uw
luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de
volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor)
om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van
de frequentiekarakteristieken.
Frequency
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van één-
derde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz.
Gain
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
Q factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en Q
factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7
equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
Gain (extra versterking)
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
Band 1
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Gain (extra versterking)
Frequentie
Band 1
Band 2
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Originele
frequentiekarakteristiek
TECHNISCHE GEGEVENS
128 Nl
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 .................................. 130 W
Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 ....................................................... 160/195/255/335 W
Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 ........................................................ 175 W
Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 ....................................................... 180 W
Dynamisch bereik
8 ....................................................................................... 0,9 dB
IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 ..................................................... 130 W
Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 ............................................... 150 of meer
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 k
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900
PRE OUT ................................................................. 1,0 V/1,2 k
SUBWOOFER ......................................................... 2,0 V/1,2 k
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,4 k
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 ) ............................... 150 mV/100
Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor Pure Direct
...................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ..... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................ 86 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer
CD, enz.
(5,1 k kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 3,5 kHz
Zone 2/Zone 3 Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/10 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 2,0 kHz
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter) ......... 12 dB/oct
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Videoformaat (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
...... NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.......... PAL
Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL
Signaalniveau
Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75
S-video ............................ 1 Vp-p/75 (Y), 0,286 Vp-p/75 (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit)
............................................................................... 1,5 Vp-p of meer
Signaal-ruis verhouding (Video omzetting uit)
.................................................................................... 60 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component (Video omzetting uit)
........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3%
Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo ................................................................................... 42 dB
Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
TECHNISCHE GEGEVENS
129 Nl
TECHNISCHE GEGEVENS
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
........................................................................ 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor Azië, China en Algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor het V.K. en Australië]
.............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
[Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
Afmetingen (b x h x d) ................................. 435 x 171 x 438,5 mm
Gewicht ................................................................................. 17,0 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië ................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Algemene modellen ..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. Alleen voor klanten in Nederlands Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. INHOUD KENMERKEN ...................................................... 2 VAN START .......................................................... 3 Meegeleverde accessoires ......................................... 3 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........ 4 VOORBEREIDINGEN CONNECTIONS ................................................. 13 RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) .......62 Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 62 Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) ................ 63 Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) ..................... 64 GEBRUIKEN MET EEN iPod ...........................66 iPod bediening ........................................................ 66 OPNEMEN ...........................................................68 GEAVANCEERDE BEDIENING GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN .....69 Veranderen van geluidsveldparameter instellingen ........ 69 Selecteren van decoders .......................................... 73 DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) ...........77 Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 32 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ....94 Basisprocedure ........................................................ 38 Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) .... 40 Selecteren van de MULTI CH INPUT component ........ 41 Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 41 Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 41 Tonen van informatie over de signaalbron ............. 42 Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal .................................................... 43 Gebruiken van de slaaptimer .................................. 43 GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) .....106 Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten ..... 106 Bedienen van Zone 2 of Zone 3 ............................ 107 GEAVANCEERDE SETUP ..............................110 AANVULLENDE INFORMATIE WEERGAVE ....................................................... 38 Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ..... 94 Instellen van afstandsbedieningscodes ................... 96 Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen ........................................... 98 Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen ....... 99 Macro programmeerfuncties ................................. 100 Instellingen wissen ............................................... 103 GEAVANCEERDE BEDIENING AUTO SETUP ...................................................... 32 Gebruiken van het SET MENU .............................. 79 1 BASIC MENU ..................................................... 80 2 SOUND MENU ................................................... 84 3 INPUT MENU ..................................................... 87 4 OPTION MENU .................................................. 90 BASISBEDIENING BASISBEDIENING Luidsprekers opstellen ............................................ 13 Aansluiten van luidsprekers .................................... 14 Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen ....... 17 Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 18 Informatie over HDMI ............................................ 19 Stroomschema audio- en videosignalen ................. 20 Aansluiten van een beeldscherm of projector ......... 21 Aansluiten van andere componenten ...................... 22 Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder ... 26 Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock ..... 27 Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel .... 27 Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 28 Aansluiten van het netsnoer .................................... 29 Instellen van de luidspreker-impedantie ................. 30 Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 31 FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen ......... 54 Automatisch afstemmen ......................................... 56 Handmatig afstemmen ............................................ 57 Automatisch voorprogrammeren ............................ 58 Handmatig voorprogrammeren ............................... 59 Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 60 Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 61 VOORBEREIDINGEN Voorpaneel ................................................................ 4 Afstandsbediening .................................................... 6 Zone 2/Zone 3 afstandsbediening ............................. 8 Voorbereiden van de afstandsbediening ................... 9 Display voorpaneel ................................................. 10 Achterpaneel ........................................................... 12 FM/AM AFSTEMMEN .......................................54 INLEIDING INLEIDING Gebruik van het ADVANCED SETUP ................ 110 Instellen van een afstandsbediening ID ................ 112 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................... 44 Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 44 Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 45 Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 49 GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES .......... 50 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ....................115 RESETTEN VAN HET SYSTEEM .................122 WOORDENLIJST .............................................123 INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ........126 PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE .......127 TECHNISCHE GEGEVENS ............................128 APPENDIX (aan het eind van deze handleiding) • GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S • LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES 1 Nl Nederlands Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 50 Toonregeling ........................................................... 50 Instellen luidsprekerniveaus ................................... 51 Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave ...................................................... 51 Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie ..... 52 Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 53 AANVULLENDE INFORMATIE KENMERKEN KENMERKEN Ingebouwde 7-kanaals eindversterker iPod bediening mogelijk ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω) Voor: 130 W + 130 W Midden: 130 W Surround: 130 W + 130 W Surround Achter: 130 W + 130 W ◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini Geluidsveldprogramma’s ◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden ◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder ◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6, DTS 96/24 decoder ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA Verfijnde AM/FM tuner ◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders) ◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a ◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component video → HDMI digitale video) voor de monitor uitgang Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Overige kenmerken ◆ YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van de luidsprekers ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem ◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i (NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p ◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT) ◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen ◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen ◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek ◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen (zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een hoogwaardige stereo-installatie ◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes en Leer- en Macrofuncties ◆ ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk ◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS ◆ Slaaptimer “HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC. “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION. Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. “DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright 1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. iPod® “iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. 2 Nl VAN START VAN START INLEIDING Meegeleverde accessoires Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. Afstandsbediening POWER POWER TV AV STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD Zone 2/Zone 3 afstandsbediening (behalve modellen voor Europa) Batterijen (6) (AAA, R03, UM-4) POWER TUNER CD STANDBY CD-R SELECT DTV CBL/SAT MD/TAPE PHONO AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TV MUTE LEVEL TV INPUT VCR 1 DVR/VCR 2 DVD V-AUX/DOCK TV MUTE PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT PRESET VOLUME A/B/C/D/E AUDIO ENTER MUTE A/B/C/D/E PARAMETER STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 9 0 FREQ/TEXT EON NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE ID1 ID2 ZONE 2 ZONE 3 PTY SEEK START REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen FM binnenantenne (Modellen voor de V.S., Canada, China, Azië, Korea en Algemene modellen) Netsnoer Optimalisatie-microfoon FM binnenantenne (Modellen voor Europa, het V.K. en Australië) AM ringantenne Over deze handleiding 3 Nl Nederlands • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Voorpaneel In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden. • AM/FM radio ...................... zie bladzijde 54 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 A B PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MEMORY PRESET/ TONE CONTROL PRESET/TUNING A/B/C/D/E TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM SILENT CINEMA OPTIMIZER MIC S VIDEO PHONES VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON OFF MASTER C D E 1 MASTER ON/OFF Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 31). 2 MAIN ZONE ON/OFF Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 31). Opmerkingen • Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. • Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. • Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 3 INPUT keuzeknop Selecteert de gewenste signaalbron (zie bladzijde 38). 4 Nl F G 4 AUDIO SELECT Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal (“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40). 5 TONE CONTROL Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en rechter voorkanalen, samen met PROGRAM (zie bladzijde 50). 6 STRAIGHT Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 49). BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 7 MULTI ZONE toetsen ZONE 3 ON/OFF Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of uit (standby) zetten. Zie bladzijde 107 voor details. D OPTIMIZER MIC aansluiting Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon aansluiten voor gebruik met de “AUTO SETUP” functie (zie bladzijde 32). Opmerking Deze toetsen werken alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. E PHONES aansluiting Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 41). ZONE CONTROLS Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen tussen de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3. Zie bladzijde 107 voor details. F VIDEO AUX aansluitingen Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer of videocamera aansluiten (zie bladzijde 27). y y Nadat u op ZONE CONTROLS heeft gedrukt, zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is. 8 Display voorpaneel Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 10). 9 ENHANCER Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52). INLEIDING ZONE 2 ON/OFF Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of uit (standby) zetten. Zie bladzijde 107 voor details. C PROGRAM keuzeknop • Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie bladzijde 44). • Hiermee kunt u de weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met TONE CONTROL (zie bladzijde 50). Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron. Opmerking De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen. G VOLUME Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle audiokanalen tegelijk instellen. y 0 Sensor voor de afstandsbediening Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie bladzijde 9). Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau. A NIGHT Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 53). Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft. ■ Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel B PURE DIRECT Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 50). Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen. Nederlands 5 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Afstandsbediening ■ Functies en bedieningsorganen van de afstandsbediening In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden. • AM/FM radio ................................... • TV bediening ................................... • Bedienen van andere componenten ....... • Bedienen van optionele componenten ... zie bladzijde 54 zie bladzijde 94 zie bladzijde 95 zie bladzijde 96 1 2 Opmerking B POWER POWER TV AV PHONO 3 TUNER STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP CD MULTI CH IN C D E F V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD 4 SELECT G + + + CH VOLUME SOURCE – – TV MUTE 5 LEVEL TV INPUT MUTE PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE 6 PURE DIRECT 8 9 PARAMETER STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 9 0 FREQ/TEXT EON y I J De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening om aan te geven welk toestel er op dat moment bediend wordt. K L 4 Uitleesvenster Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen. M N 5 LEVEL Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 51). AUDIO ENTER A/B/C/D/E 7 MOVIE 7 8 NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE PTY SEEK START O P Q R REC DISC SKIP 0 A OFF ON MACRO 2 TRANSMIT indicator Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is. H TV – 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 9). 3 Ingangskeuzetoetsen Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen. AMP TV VOL De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen. LEARN CLEAR RENAME S t U 6 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER Hiermee kunt u de parameters van de geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters selecteren en instellen. 7 RETURN Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij instellingen via het “SET MENU”. 8 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie bladzijde 44). 9 SUR. DECODE Hiermee stelt u decoders in werking om 2-kanaals materiaal met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 73). 6 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES I VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. A MACRO Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets programmeren (zie bladzijde 100). J MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 41). B STANDBY Hiermee zet u de hoofdzone uit (standby) (zie bladzijde 31). Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. C POWER Hiermee zet u de weergave voor de hoofdzone aan (zie bladzijde 31). Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. D AUDIO SEL Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal (“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 40). E SLEEP Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 43). F MULTI CH IN Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een externe decoder enz. (zie bladzijde 41). G SELECT k / n Hiermee kunt u een andere component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen. H Schakelaar voor de bedieningsfunctie Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in de grijze gedeelten. AMP Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel. SOURCE Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component (zie bladzijde 95). TV Bedient de TV die is toegewezen aan DTV of PHONO (zie bladzijde 94). K PURE DIRECT Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 50). INLEIDING 0 MACRO ON/OFF Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 100). L SET MENU Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 79). M PARAMETER Toont de instellingen voor de geluidsveldparameters via het in-beeld display (OSD) (zie bladzijde 69). N STRAIGHT Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 49). O EXTD SUR. Schakelt heen en weer tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 73). P SELECT Selecteert decoders voor 2-kanaals materiaal (zie de bladzijden 73 en 75). Q ENHANCER Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52). R NIGHT Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 53). S RENAME Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 99). T CLEAR Hiermee kunt u afstandsbedieningsfuncties die zijn geprogrammeerd met de overname- of leerfunctie, de macrofunctie en/of de functie voor het herbenoemen wissen (zie bladzijde 103). U LEARN Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 98). Opmerkingen Nederlands • Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten, zie bladzijde 96. • Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als PHONO (zie bladzijde 96), wordt voorrang gegeven aan de voor DTV ingestelde code. 7 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Zone 2/Zone 3 afstandsbediening In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van de versterkerfuncties voor Zone 2 of Zone 3 beschreven. Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden. 1 Ingangskeuzetoetsen Selecteert de gewenste signaalbron voor Zone 2 of Zone 3. • AM/FM radio ................................ zie bladzijde 54 3 POWER Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten. Opmerking Een afstandsbediening voor Zone 2/Zone 3 wordt alleen meegeleverd met modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K., China, Azië en met Algemene modellen. 3 1 DTV CD PRESET DVD 4 ID1 ID2 8 Nl Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 5 VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of Zone 3. V-AUX/DOCK VOLUME 5 MUTE 6 A/B/C/D/E 2 Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. STANDBY CD-R CBL/SAT MD/TAPE PHONO VCR 1 DVR/VCR 2 Opmerking 4 STANDBY Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit). POWER TUNER 2 ID1/ID2 schakelaar Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 97). ZONE 2 ZONE 3 7 6 MUTE Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. 7 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Voorbereiden van de afstandsbediening 2 1 3 1 Druk op en schuif het klepje van het batterijvak. 2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het vastklikt. Opmerkingen • Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. • Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren. ■ Gebruiken van de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten. Sensor voor de afstandsbediening ■ Inzetten van batterijen in de Zone 2/ Zone 3 afstandsbediening (behalve model voor Europa) 1 INLEIDING ■ Inzetten van batterijen in de afstandsbediening 3 Ongeveer 6 m 30 30 2 Opmerkingen Verwijder de klep van het batterijvak. 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats. • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken 9 Nl Nederlands 1 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Display voorpaneel 1 2 3 V-AUX DOCK 4 DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD 5 MD/TAPE CD-R CD VIRTUAL HiFi DSP YPAO ENHANCER SILENT DSD PCM 0 A B C D E DIGITAL PL x EX PCM CINEMA MATRIX DISCRETE 96 24 VIRTUAL HiFi DSP YPAO ENHANCER SILENT CINEMA DIGITAL PL x EX MATRIX DISCRETE F 96 24 8 G H J TUNER PTY HOLD TUNED STEREO AUTO MEMORY PS ZONE2 PTY ZONE3 RT NIGHT CT SLEEP EON PTY HOLD 8 96/24 indicator Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt. 9 Ingangskanaal en luidspreker indicators L C R LFE SL SB SR Aanwezigheidsluidsprekers indicators Indicators ingangskanalen Surround achter-luidspreker indicators Indicators ingangskanalen Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. 3 Oplaad-indicator Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 66). Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) en “SB L/R SP” (zie bladzijde 82) in het “SOUND MENU” wanneer “TEST” in het “SOUND MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 85). 4 Signaalbron indicators De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd. 5 VOLUME niveauaanduiding Geeft het huidige volumeniveau aan. 7 Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. TUNED STEREO AUTO MEMORY PS ZONE2 PTY ZONE3 RT NIGHT CT SLEEP EON O ........ Alleen modellen voor het V.K. en Europa 2 DOCK indicator Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 27). 6 MUTE indicator Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 41). 9 K L M N O I 1 HDMI indicator Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluitingen (zie bladzijde 19). 10 Nl MULTI CH dB VOLUME MUTE 96/24 L C R LFE SL SB SR 7 DSD PHONO 6 y U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32), of met de hand via de instellingen voor “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) en “SB L/R SP” (zie bladzijde 82) in het “SOUND MENU”. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 0 DSP indicators De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP geluidsveldprogramma is geselecteerd. HiFi DSP indicator Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45). A VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 49). B YPAO indicator Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de via de “AUTO SETUP” ingestelde luidsprekerinstellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 32). I SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 49). J DTS decoder indicators Wanneer één van de DTS decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. K Tuner (radio) indicators Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat. TUNED indicator Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender (zie bladzijde 54). C DSD indicator Licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital) digitale audiosignalen produceert. STEREO indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt (zie bladzijde 54). D ENHANCER indicator Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld (zie bladzijde 52). AUTO indicator Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat (zie bladzijde 54). E PCM indicator Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft. MEMORY indicator Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden (zie bladzijde 58). F Dolby decoder indicators Wanneer één van de Dolby decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. L ZONE2/ZONE3 indicators Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie bladzijde 107). G Geluidsveld indicators Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn. M NIGHT indicator Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie bladzijde 53). DSP aanwezigheidsgeluidsveld Luisterplek Linker surround DSP geluidsveld Rechter surround DSP geluidsveld Achter surround DSP geluidsveld INLEIDING CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45). H Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 41). N SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 43). O Radio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) PS, PTY, RT en CT Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde weergavefunctie voor het Radio Data Systeem. EON Licht op wanneer er EON gegevens worden ontvangen. 11 Nl Nederlands PTY HOLD Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data Systeem zenders in de PTY SEEK functie. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Achterpaneel 1 2 MONITOR OUT 3 4 COMPONENT VIDEO A DVD B DTV C CBL/SAT Y 5 DTV CBL/SAT IN 7 8 ANTENNA VIDEO DVD 6 VCR 1 OUT IN DVR/VCR 2 OUT MONITOR OUT FM Y GND AC IN AM S VIDEO PB PB PR PR IN (PLAY) IN REMOTE VIDEO OUT (REC) R MD/ + SP1 PRESENCE SPEAKERS + L WRENCH HOLDER L TAPE OUT R HDMI IN 2 CBL/ SAT PHONO CD-R CD CENTER FRONT(6CH) SURROUND CENTER FRONT ZONE 2 SURROUND SINGLE(SB) ZONE 3 CENTER + + AC OUTLETS R R IN (PLAY) OUT (REC) SUB WOOFER AUDIO SUB SB(8CH) WOOFER MULTI CH INPUT DIGITAL INPUT DOCK + SURROUND + L SUR.BACK/ R PRESENCE PRE OUT SP2 L ZONE OUT DIGITAL OUTPUT + DVD COAXIAL 1 CD OUT 2 DVD OPTICAL DVR/ 3 VCR2 4 CD 1 5 DVD 0 A 7 CBL/ SAT 6 DTV 8 MD/ TAPE R + + FRONT L 9 CD-R 2 CONTROL OUT B RS-232C C CENTER SUB WOOFER D FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) MULTI CH INPUT E 1 REMOTE aansluitingen Zie bladzijde 106 voor details. 2 COMPONENT VIDEO aansluitingen Zie de bladzijden 21 en 22 voor meer informatie over deze aansluitingen. 3 Aansluitingen voor audio-apparatuur Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen. 4 Aansluitingen voor video-apparatuur Zie de bladzijden 21 en 22 voor meer informatie over deze aansluitingen. 5 ANTENNA aansluitingen Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen. 6 WRENCH HOLDER Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 15). 7 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Zie bladzijde 29 voor details. 8 AC IN/OUTLET(S) Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen. 9 HDMI aansluitingen Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze aansluitingen. 12 Nl SINGLE L IN 1 9 SURROUND BACK/ BI-AMP + GND CENTER FRONT SURROUND SINGLE(SB) SUB WOOFER ZONE 2 ZONE 3 SUR.BACK/ PRESENCE PRE OUT ZONE OUT F G 0 DOCK aansluiting Zie bladzijde 27 voor meer informatie over deze aansluitingen. A DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze aansluitingen. B CONTROL OUT aansluiting Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties. C RS-232C aansluiting Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent. D Luidspreker-aansluitingen Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze aansluitingen. E MULTI CH INPUT aansluitingen Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen. F PRE OUT aansluitingen Zie bladzijde 25 voor meer informatie over deze aansluitingen. G ZONE OUT aansluitingen Zie bladzijde 106 voor meer informatie over deze aansluitingen. CONNECTIONS CONNECTIONS Luidsprekers opstellen Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio. PL PR C Midden-luidspreker (C) De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder. 30˚ SL SR 60˚ SL 80˚ SR SBL Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer. SBR 30 cm of meer Linker en rechter surround achter-luidsprekers (SBL en SBR) De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers. PR FR PL SW FL SR SBR C SBL SL 1,8 m 0,5 tot 1 m 0,5 tot 1 m PL PR FR FL C Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR) De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie bladzijde 126). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 tot 1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m boven de vloer. Subwoofer (SW) Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hifi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. 13 Nl Nederlands 1,8 m VOORBEREIDINGEN FR FL Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. CONNECTIONS Aansluiten van luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. LET OP • U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 31). • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. • Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 30). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 111). Opmerkingen • Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. • De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of “NONE” bij “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 80 en 82) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80). • U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Via de “PRIORITY” parameter in de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 82) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers. • U kunt de PRESENCE aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 106). Subwoofer Surround achter-luidsprekers Aanwezigheidsluidsprekers Links Rechts Rechts Links Midden-luidspreker R + + R + SP1 PRESENCE SURROUND BACK/ BI-AMP SURROUND SPEAKERS + SINGLE L CENTER + + L SUB WOOFER + R SP2 L PRE OUT + R + FRONT + L Zone 2 of Zone 3 luidsprekers (zie bladzijde 106) Links Rechts Surround-luidsprekers Links Rechts Voor-luidsprekers 14 Nl CONNECTIONS FRONT aansluitingen Hierop kunt u linker en rechter voor-luidsprekers aansluiten. ■ Aansluiten van de luidsprekerkabel 1 CENTER aansluitingen Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten. SURROUND aansluitingen Hierop kunt u linker en rechter surround-luidsprekers aansluiten. Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 10 mm VOORBEREIDINGEN SURROUND BACK aansluitingen Hierop kunt u linker en rechter surround achterluidsprekers aansluiten. Opmerking Wanneer u één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting (SINGLE). 2 PRESENCE aansluitingen Hierop kunt u linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers aansluiten. Maak de knop los met behulp van de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen SUBWOOFER aansluiting Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan (zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System). Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan de zijkant van de aansluiting. 4 Zet de knop en daarmee de draad vast met de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. Nederlands 15 Nl CONNECTIONS 5 Haak de luidspreker-aansluitingensleutel vast aan de WRENCH HOLDER op het achterpaneel van dit toestel wanneer u de sleutel niet gebruikt. ■ Aansluiten met bananenstekkers (uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa, Azië en Korea) Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten van luidsprekerkabels. Bananenstekker ■ Verbinden met de SP2 luidsprekeraansluitingen 1 Draai de knop vast met behulp van de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten (zie bladzijde 106). Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen 1 Doe het lipje open. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 2 2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van de aansluiting. 3 Doe het lipje weer dicht om de draad vast te zetten. 16 Nl Steek de bananenstekker in de bijbehorende aansluiting. y U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidsprekeraansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft. CONNECTIONS Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen ■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op “ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 112). Dit toestel R + SURROUND BACK/ BI-AMP + FRONT SINGLE VOORBEREIDINGEN Sommige boxen kunnen dubbel bedraad worden zodat de luidsprekers daarin kunnen worden aangesloten op verschillende versterkers voor verschillende toonhoogten om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren. Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de luidsprekers geleverd met kortsluitplaatjes of -bruggen; één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan bent om bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers. + + L ■ Conventionele aansluitingen Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede stel aansluitingen negeren. Dit toestel Rechts R + FRONT + Links Voor-luidsprekers L Opmerking Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden. Rechts Links Voor-luidsprekers Korsluitplaatjes of -bruggen Korsluitplaatjes of -bruggen Nederlands 17 Nl CONNECTIONS Informatie over aansluitingen en stekkers Audio-aansluitingen en stekkers DIGITAL DIGITAL L R COAXIAL OPTICAL (Wit) (Rood) (Oranje) L R C AUDIO Linker en Coaxiaal rechter digitale analoge audiostekker audiostekkers Video-aansluitingen en stekkers VIDEO (Geel) O Optisch digitale audiostekker V Composiet videostekker COMPONENT VIDEO Y PB PR S VIDEO (Groen) S S-videostekker Y (Blauw) (Rood) PB PR Component videostekkers ■ Audio-aansluitingen ■ Video-aansluitingen Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur. Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. AUDIO aansluitingen Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels. DIGITAL COAXIAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels. DIGITAL OPTICAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels. Opmerking U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. 18 Nl S VIDEO aansluitingen Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels. COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (PB, PR) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels. y Dit toestel is voorzien van een video-aansluiting. Zie de bladzijden 20 en 90 voor details. CONNECTIONS Informatie over HDMI Dit toestel is uitgerust met HDMI IN 1, HDMI IN 2 en HDMI OUT aansluitingen voor het ontvangen en produceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel met de HDMI uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector). De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van de geselecteerde signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Opmerking U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 42). Audiosignaaltypen Audiosignaal formaten Compatibele HDMI componenten 2-kanaals Lineair PCM 2ch, 32-192 kHz, 16/20/24 bit CD, DVD-Video, DVD-Audio enz. Multikanaals Lineair PCM 8ch, 32-192 kHz, 16/20/24 bits DVD-Audio enz. DSD 2/5.1ch, 2,8224 MHz, 1 bit SACD, enz. Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video enz. VOORBEREIDINGEN ■ HDMI compatibiliteit met dit toestel ■ HDMI aansluiting en stekker HDMI HDMI stekker De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen: • HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd door HDMI Licensing, LLC. • HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital Content Protection System Revisie 1.1) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC. Opmerkingen • Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd. • Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur. y • We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien van het HDMI logo. • Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur. Opmerkingen 19 Nl Nederlands • Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt. • Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. • Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen. • Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, Svideo en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “V CONV.” op “ON” via de “MANUAL SETUP” om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 91). CONNECTIONS Stroomschema audio- en videosignalen ■ Stroomschema audiosignalen Ingang ■ Stroomschema videosignalen Ingang Uitgang Uitgang HDMI HDMI DIGITAL AUDIO (COAXIAL) COMPONENT VIDEO DIGITAL AUDIO (OPTICAL) S VIDEO AUDIO VIDEO Digitaal uitgangssignaal Door Analoog uitgangssignaal Video conversie (zie bladzijde 90) Opmerkingen • 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op “OTHER” (zie bladzijde 86). • Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT of via de DIGITAL OUTPUT aansluitingen. 20 Nl Component geïnterlinieerd/progressieve opwaardering en omzetting (zie bladzijde 91) HDMI geïnterlinieerd/progressieve opwaardering en omzetting (zie bladzijde 91) Opmerkingen • Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven: 1. COMPONENT VIDEO 2. S VIDEO 3. VIDEO • Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet van 480i (NTSC)/576i (PAL) geïnterlinieerd naar 480p/576p. Zet “CMPNT I/P” op “ON” via de MANUAL SETUP om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 91). • Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen. • Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i (NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. • Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 91) en HDMI geïnterlinieerd/progressief opwaardering/omzetting (zie bladzijde 91) zijn alleen mogelijk wanneer “V CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90). • Gebruik de “HDMI I/P” parameter in het “OPTION MENU” om analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting om te zetten van geïnterlinieerd naar progressief (zie bladzijde 91). Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van 1080i of 720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt gereproduceerd via de HDMI OUT jack, is het mogelijk dat de beeldkwaliteit achteruit gaat. • Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de VCR 1 OUT en DVR/VCR 2 OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen. • De kleur van de letters en afbeeldingen op het in-beeld display kan verschillen, mede afhankelijk van de ingangssignalen en uw beeldscherm. CONNECTIONS Aansluiten van een beeldscherm of projector Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel. LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. y Opmerkingen • Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen. • Stel “V CONV.” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 90) om verkorte meldingen en parameters te laten weergeven. • Stel “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” in op “ON” (zie bladzijde 90) om de parameters te laten weergeven. • Het SET MENU en de parameters kunnen worden getoond met een grijze achtergrond, afhankelijk van het ontvangen videosignaal en de instellingen bij “DISPLAY SET” (zie bladzijde 90). COMPONENT VIDEO VOORBEREIDINGEN Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “SUPPORT AUDIO” parameter in het “SOUND MENU” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 86). VIDEO MONITOR OUT MONITOR OUT Y S VIDEO PB VIDEO PR HDMI OUT Y PB V PR Component video in S Video ingang S-video in HDMI ingang TV (of projector) geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan Nederlands 21 Nl CONNECTIONS Aansluiten van andere componenten LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. Opmerkingen • Wanneer “V CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 90) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 21). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen. • Wanneer “V CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 90), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 87). • Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. • De parameters worden niet getoond wanneer er component videosignalen van 720p, 1080i of 1080p worden ontvangen. • De parameters en de verkorte meldingen worden niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p, 720p, 1080i of 1080p resolutie worden ontvangen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. ■ Aansluiten van een DVD-speler DVD-speler HDMI uitgang Coaxiale uitgang Optische uitgang Audio uitgang Component uitgang S-video uit C PR PB Y Video uitgang S COMPONENT VIDEO A DVD R V VIDEO DVD Y PB PR L R HDMI IN 1 DIGITAL INPUT DVD OPTICAL COAXIAL 2 DVD geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan 22 Nl 5 DVD L O CONNECTIONS ■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder Opmerking *1 Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR 1 aansluitingen (S VIDEO IN, VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR/VCR 2 aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting. *1 VIDEO VCR 1 IN OUT IN DVR/VCR 2 OUT S VIDEO VIDEO L VOORBEREIDINGEN R R IN DVR/VCR 2 OUT DIGITAL INPUT COAXIAL R DVR/ 3 VCR2 L V S S-video in R Video ingang R Audio ingang L Audio uitgang V Video uitgang S S-video uit Coaxiale uitgang C DVD-recorder, PVR of videorecorder ■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder) Satellietontvanger, kabel-tv ontvanger HDTV decoder HDMI uitgang Component uitgang V COMPONENT VIDEO B DTV C CBL/SAT S S V L R Audio uitgang L Video uitgang R S-video uit O S-video uit Y Video uitgang PB Audio uitgang PR Optische uitgang Component uitgang Optische uitgang O PR PB Y VIDEO DTV CBL/SAT Y S VIDEO PB VIDEO PR L R HDMI IN 2 CBL/ SAT DIGITAL INPUT Nederlands OPTICAL 6 DTV 7 CBL/ SAT 23 Nl CONNECTIONS ■ Aansluiten van audiocomponenten Opmerkingen • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 87). • Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting. • De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken. • Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Audio uitgang Optische ingang L O R Audio ingang L CD-recorder R IN (PLAY) OUT (REC) MD/ L TAPE R GND PHONO CD CD-R L R IN(PLAY) OUT(REC) AUDIO DIGITAL OUTPUT DIGITAL INPUT OPTICAL COAXIAL 1 CD R Aarde Audio uitgang L R L O C Audio uitgang 8 MD/ TAPE 4 CD Coaxiale uitgang R Optische uitgang L R Audio uitgang 9 CD-R O L Audio ingang Optische ingang Draaitafel 24 Nl CD-speler MD-recorder of cassettedeck CONNECTIONS ■ Aansluiten van een externe versterker Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluitingen. 5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan. Opmerkingen 1 2 CENTER FRONT 3 VOORBEREIDINGEN • Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets verbinden met de SPEAKERS aansluitingen. • De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 50). • Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende SPEAKERS aansluiting. • Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf (zie bladzijde 51). • Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de “SPEAKER SET” (zie bladzijde 80) en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80) instellingen. 4 SURROUND SINGLE(SB) L R SUR.BACK/ SUB PRESENCE WOOFER PRE OUT 5 1 CENTER PRE OUT aansluiting Middenkanaal uitgangsaansluiting. 2 FRONT PRE OUT aansluitingen Voorkanaal uitgangsaansluitingen. 3 SURROUND PRE OUT aansluitingen Surroundkanaal uitgangsaansluitingen. 4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen Surround achter- of aanwezigheidskanaal uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting. y Nederlands • Zet “SB L/R SP” op “LRGx2”, “LRGx1”, “SMLx2” of “SMLx1” en zet “PRESENCE SP” op “NONE” (zie bladzijde 82) om de signalen voor het surround-achterkanaal te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen. • Zet “PRESENCE SP” op “YES” en “SB L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 82) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen. 25 Nl CONNECTIONS Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u “INPUT CH” instelt op “8ch” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. Opmerkingen • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 41), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen ( CENTER FRONT(6CH) SURROUND ) ( C) MD/ L TAPE L *1 R R CENTER SUB WOOFER FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) L MULTI CH INPUT L Surroundkanaal uitgang R R R SUB WOOFER SUB SB(8CH) R L Surroundkanaal uitgang Subwoofer uitgang Surround-achter uitgang L R L R Voorkanaal uitgang MULTI CH INPUT Middenkanaal Voorkanaal uitgang Subwoofer uitgang Middenkanaal uitgang L Multiformaat-speler/ externe decoder Multiformaat-speler/ externe decoder Opmerking *1 26 Nl De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “FRONT” via “MULTI CH SET” (zie bladzijde 89). CONNECTIONS Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten op dit toestel. LET OP U moet het volume van dit toestel en de andere componenten uit zetten voor u de aansluitingen gaat maken. Opmerking LET OP Sluit dit toestel pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen. VOORBEREIDINGEN Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MEMORY PRESET/ TONE CONTROL A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON OFF MASTER DOCK S VIDEO VIDEO L S V L AUDIO R OPTICAL R O YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) S-video uitgang Video Audio Optische uitgang uitgang uitgang Spelcomputer of videocamera Nederlands 27 Nl CONNECTIONS Aansluiten van de FM en AM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. 2 Houd het lipje van de AM ANT aansluiting ingedrukt. 3 Steek één van de draden van de AM ringantenne in de AM ANT aansluiting. 4 Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los. 5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere draad aan op de GND aansluiting. Opmerkingen • U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 111). • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. FM binnenantenne (meegeleverd) AM ringantenne (meegeleverd) ANTENNA FM GND AM AM buitenantenne Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant. Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. ■ Aansluiten van de AM ringantenne 1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar. 28 Nl y Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete AM zenders (zie bladzijde 54). CONNECTIONS Aansluiten van het netsnoer ■ Aansluiten van het netsnoer LET OP Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren, want deze kunnen elektrische schokken veroorzaken of zelfs brand. Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact. VOORBEREIDINGEN AC IN Naar het stopcontact AC OUTLETS ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen model voor Azië en Algemene model) LET OP De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren. Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier. De voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië ...... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom Algemene modellen ........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom VOLTAGE SELECTOR 230240V Aanduiding voltage ■ AC OUTLET(S) (SWITCHED) Modellen voor het V.K. en Australië ...................................................... 1 Netstroomaansluiting Model voor Korea ..................................................... Geen Overige modellen ..................... 2 Netstroomaansluitingen Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt (worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 128. 29 Nl Nederlands Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. CONNECTIONS Instellen van de luidspreker-impedantie LET OP 4 Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers. Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het voorpaneel om en selecteer “6ΩMIN”. De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen. STRAIGHT EFFECT PURE DIRECT SPEAKER IMP. VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT 6 MIN EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON OFF MASTER 5 2,5 1 3 2,4 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen. Controleer of het toestel uit staat. Zie bladzijde 31 voor details omtrent het aan en uit zetten van dit toestel. MASTER 2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/ OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT 3 MASTER Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer “SPEAKER IMP.”. De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen. PROGRAM SPEAKER IMP. 8 MIN 30 Nl Opmerking De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. CONNECTIONS Aan en uit zetten van dit toestel Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten. MAIN ZONE ON/OFF STANDBY POWER POWER TV AV PHONO TUNER PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ PRESET/TUNING A/B/C/D/E TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER STANDBY POWER POWER AUDIO SEL SLEEP CD MULTI CH IN NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO PHONES ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON OFF MASTER MASTER ON/OFF ■ Aan zetten van dit toestel Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten. Wanneer u dit toestel aan zet door op MASTER ON/OFF te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld. ■ Aan zetten van de hoofdzone wanneer het toestel uit (standby) staat VOORBEREIDINGEN PROGRAM ZONE 2 Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of op POWER op de afstandsbediening) om de eerste ruimte weer in te schakelen. MAIN ZONE POWER MASTER ON/OFF of Voorpaneel Voorpaneel Afstandsbediening ■ Uit zetten van dit toestel Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. ■ Zet de hoofdzone uit (standby) Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de afstandsbediening) om de eerste ruimte uit (standby) te zetten. MAIN ZONE MASTER STANDBY Voorpaneel ON/OFF of Opmerkingen • MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand. • Zoals gewoonlijk bevelen we u aan het toestel uit (standby) te zetten wanneer u het toestel niet gebruikt. Voorpaneel Afstandsbediening Nederlands 31 Nl AUTO SETUP AUTO SETUP Dit toestel maakt gebruik van YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden. Gebruiken van het AUTO SETUP Wanneer u de meegeleverde optimalisatie-microfoon heeft verbonden met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel en op een geschikte locatie in uw luisterruimte heeft geplaatst, kunt u de “AUTO SETUP” beginnen via het in-beeld display of via het display op het voorpaneel. 1 AUDIO SELECT Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT Opmerkingen STRAIGHT ZONE ON/OFF ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd. • Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. YPAO PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX Omnidirectionele microfoon y • U kunt de “AUTO SETUP” beginnen via het systeemmenu op het in-beeld display, of via het display op het voorpaneel. In deze handleiding worden de aanduidingen op het in-beeld display gebruikt om de “AUTO SETUP” procedure te illustreren. • Als er iets mis gaat tijdens de “AUTO SETUP” procedure en er een foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het in-beeld display of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op de bladzijden 120 en 121 voor een complete lijst met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u in zo’n geval moet doen. • De begininstelling voor elk van de parameters staat vet aangegeven. • Als u het volume en de crossover-frequentie van uw subwoofer kunt instellen, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde. AMP + + + TV VOL CH VOLUME 2 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven. Optimalisatie-microfoon 4 SOURCE – TV MUTE LEVEL – – TV INPUT MUTE PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE TV PURE DIRECT AUDIO ENTER A/B/C/D/E PARAMETER RETURN STRAIGHT DISPLAY EFFECT 32 Nl 4,14 3-13 y Het verdient aanbeveling een statief (o.i.d.) te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon met een schroef met een diameter van 6 mm vastmaken aan een statief (enz.). AUTO SETUP 3 SET MENU PRESET/CH 1 AUTO:MENU ENTER A/B/C/D/E SETUP;;;;;;;AUTO .WIRING;;;;;CHECK DISTANCE;;;CHECK SIZE;;;;;;;CHECK EQ;;;;;;;NATURAL LEVEL;;;;;;CHECK START []/[]:Up/Down []/[]:Select p [ Dit toestel voert de volgende controles uit: Luidsprekerbedrading WIRING Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de polariteit van elk van de luidsprekers. MENU SRCH MODE TV SET MENU Luidsprekerafstand DISTANCE Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de luisterplek en stelt de timing voor elk van de kanalen af. VOORBEREIDINGEN AMP SOURCE Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer “WIRING”, “DISTANCE”, “SIZE”, “EQ” of “LEVEL”. p Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU om het “SET MENU” te openen. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. 7 p 4 Controleer de volgende punten voor u met de AUTO SETUP begint. • De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten. • De meegeleverde optimalisatiemicrofoon moet zijn aangesloten op dit toestel en op de juiste manier zijn opgesteld. • Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel. • De kamer moet voldoende stil zijn. • Het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel moet aan staan.  .;AUTOSETUP ;MANUALSETUP .;SIGNALINFO Luidsprekerafmetingen SIZE Controleert de frequentierespons van elk van de luidsprekers en stelt de juiste lage frequentiecrossover voor elk van de kanalen in. 5 p p [ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Druk op ENTER om de “AUTO SETUP” te openen. Het “AUTO:MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. PRESET/CH 1 AUTO:MENU ENTER A/B/C/D/E p 6 p .SETUP;;;;;;;AUTO WIRING;;;;;CHECK DISTANCE;;;CHECK SIZE;;;;;;;CHECK EQ;;;;;;;NATURAL LEVEL;;;;;;CHECK START []/[]:Up/Down []/[]:Select p [ Druk op l / h en selecteer “SETUP”. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Opmerking “RELOAD” is alleen beschikbaar wanneer u de “AUTO SETUP” procedure al eens eerder gedaan heeft en de resultaten daarvan bevestigd heeft. Parametrische equalizerniveau EQ Regelt de frequentie en het parametrische equalizerniveau voor elk van de kanalen om interferentie tussen de kanalen te verminderen en een samenhangend geluidsveld te creëren. Dit is vooral van belang wanneer u luidsprekers van verschillende afmetingen of verschillende merken gebruikt voor sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere akoestische kenmerken vertoond. Daarnaast zal de frequentierespons van elk van de kanalen worden afgestemd op de geluidsweergave van uw voor-luidsprekers. Keuzes: NATURAL, FLAT, FRONT, SKIP • Selecteer “NATURAL” om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen, met minder nadruk op de hogere frequenties. Aanbevolen wanneer de FLAT instelling een beetje schel klinkt. • Selecteer “FLAT” om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn. • Selecteer “FRONT” om de frequentierespons van elk van de luidsprekers in te stellen in overeenstemming met de weergave van uw voorluidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voorluidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers. • Selecteer “SKIP” om het geselecteerde onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. 33 Nl Nederlands Keuzes: AUTO, RELOAD • Selecteer “AUTO” om automatisch de hele “AUTO SETUP” procedure te laten doen. • Selecteer “RELOAD” om de laatste “AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en de vorige instellingen te negeren. Wanneer u “RELOAD” selecteert, zullen de eerdere resultaten van de automatische instelling op het in-beeld display verschijnen. Zie stap 7 op bladzijde 34 en voer de bijbehorende handelingen uit. Keuzes: CHECK, SKIP • Selecteer “CHECK” om het onderdeel automatisch te controleren en in te stellen. • Selecteer “SKIP” om het onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. AUTO SETUP Volumeniveau LEVEL Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de luidsprekers. Keuzes: CHECK, SKIP • Selecteer “CHECK” om dit onderdeel automatisch te controleren en in te stellen. • Selecteer “SKIP” om dit onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. 8 Druk op n, selecteer “START” en druk vervolgens op ENTER om de setup procedure te laten beginnen. Dit toestel begint met de automatische instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de automatische setup. Wanneer alle items zijn ingesteld, zal het “RESULT:EXIT” scherm verschijnen op het in-beeld display. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Opmerkingen • Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische setup bezig is. • Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten duren voor dit toestel de automatische setup heeft voltooid. Het display verandert als volgt. 1 AUTO:MENU p p SETUP;;;;;;;AUTO WIRING;;;;;CHECK DISTANCE;;;CHECK SIZE;;;;;;;CHECK EQ;;;;;;;NATURAL LEVEL;;;;;;CHECK . START []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ 2 AUTO:CHECK p INITIALIZING .PRE CHECK MAIN CHECK EQUALIZING LEVEL CHECK CH=CENTER |||||;;;;;;;; []: Exit RESULT:EXIT 34 Nl p p . RESULT . SP : 5/4/0.1 . DIST: 4.50/ 6.10m . LVL : -9.0/ +6.5dB [ SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter De resultaten zoals getoond onder “RESULT” zijn als volgt. Aantal luidsprekers SP Toont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit toestel in deze volgorde: Voor/Achter/Subwoofer Luidsprekerafstand DIST Toont de afstand van de luidsprekers tot de luisterplek in deze volgorde: Kleinste luidsprekerafstand/ Grootste luidsprekerafstand Luidsprekerniveau LVL Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze volgorde: Laagste luidspreker uitgangsniveau/ Hoogste luidspreker uitgangsniveau Opmerkingen • Als de melding “E-10:INTERNAL ERROR” verschijnt tijdens het testen, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 4. • Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er geen testtonen worden geproduceerd. • Als er iets mis gaat tijdens de “AUTO:CHECK” procedure, zal de setup procedure worden geannuleerd en zal er een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 36 voor details. • Wanneer dit toestel eventueel problemen detecteert tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal de melding “WARNING” en het nummer van de waarschuwing of foutmelding boven “RESULT” verschijnen (zie bladzijde 37). • Afhankelijk van de luisteromgeving zal “SWFR PHASE:REV” verschijnen tijdens de “AUTO:CHECK” procedure en zal “SUBWOOFER PHASE” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 82) automatisch worden ingesteld op “REVERSE”. AUTO SETUP 9 Druk op ENTER om de resultaten van de setup in detail te bekijken. 10 Druk herhaaldelijk op l / h om heen en weer te schakelen tussen schermen met setup resultaten. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E RESULT:WIRING FRONT L;;;;;;;OK Resultaten voor de luidspreker-aansluitingen en -bedrading []/[]:Select p [ [ENTER]:Return p p . RESULT . SP : 5/4/0.1 . DIST: 4.50/ 6.10m . LVL : -9.0/ +6.5dB [ SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter RESULT:DISTANCE1 FRONT L;;;4.50m CENTER;;;;5.20m FRONT R;;;4.50m PRNS L;;;;5.20m PRNS R;;;;5.30m RESULT:WIRING VOORBEREIDINGEN RESULT:EXIT Resultaten voor de luidsprekerafstand tot de luisterplek []/[]:Select p [ [ENTER]:Return FRONT L;;;;;;;OK RESULT:SIZE FRONT L;;;;;;LRG []/[]:Select p [ [ENTER]:Return Resultaten voor de frequentierespons van elk van de luidsprekers []/[]:Select p [ [ENTER]:Return RESULT:EQ CENTER 1:100Hz;;;+2.5dB 2:300Hz;;;-0.5dB 3:1.5kHz;;+0.5dB 4:1.8kHz;;+2.5dB 5:1.8kHz;;-3.5dB 6:2.5kHz;;+2.5dB 7:10kHz;;;+2.5dB []/[]:Select p [ [ENTER]:Return RESULT:LEVEL1 FRONT L;;;+1.0dB CENTER;;;;-1.5dB FRONT R;;;+6.5dB PRNS L;;;;-9.0dB PRNS R;;;;+1.0dB Resultaten voor de parametrische equalizer van elk van de luidsprekers Resultaten voor het luidsprekeruitgangsniveau []/[]:Select p [ [ENTER]:Return y Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse parameters met de hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL SETUP” (zie bladzijde 77) doen. Opmerkingen 35 Nl Nederlands • Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren. • De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer. • Bij de “EQ” resultaten kunnen er verschillende waarden worden gebruikt voor dezelfde band om een nog gedetailleerde instelling te bereiken. AUTO SETUP 11 ■ Als er een foutmelding verschijnt Druk op ENTER om terug te keren naar het hoogste “RESULT:EXIT” scherm. PRESET/CH RESULT:EXIT A/B/C/D/E p 12 p . RESULT . SP : 5/4/0.1 . DIST: 4.50/ 6.10m . LVL : -9.0/ +6.5dB [ SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter ENTER Zorg ervoor dat “SET” en “CANCEL” worden aangeduid en druk vervolgens op l / h om “SET” of “CANCEL” te kunnen selecteren. PRESET/CH RESULT:EXIT A/B/C/D/E p p RESULT . SP : 5/4/0.1 . DIST: 4.50/ 6.10m . LVL : -9.0/ +6.5dB .[ SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter ENTER Keuzes: SET, CANCEL • Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten te bevestigen. • Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP” resultaten te annuleren. 13 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. PRESET/CH SET MENU  .;AUTOSETUP ;MANUALSETUP .;SIGNALINFO ENTER 14 p p [ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter A/B/C/D/E Druk op SET MENU om het “SET MENU” te verlaten. SET MENU MENU SRCH MODE Opmerkingen • Nadat u de “AUTO SETUP” procedure heeft afgemaakt moet u de optimalisatie-microfoon weer losmaken. • De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel. 36 Nl Druk op k / n / l / h, selecteer “RETRY” of “EXIT” en druk dan op ENTER. Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-9:USER CANCEL” verschijnt op het in-beeld display. ERROR E-9:USER CANCEL . Don't operate any function. .[ RETRY EXIT [p]/[[]:Up/Down [ENTER]:Enter Keuzes: RETRY, EXIT • Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure opnieuw te proberen. • Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure af te sluiten. AUTO SETUP ■ Als “WARNING” verschijnt Wanneer dit toestel een probleem detecteert tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” verschijnen in het “RESULT:EXIT” display. Controleer de waarschuwingen en meldingen en corrigeer aan de hand daarvan uw luidspreker-instellingen. Opmerking Waarschuwingen verschillen in die zin van foutmeldingen dat ze de “AUTO SETUP” procedure niet annuleren. Zorg ervoor dat “WARNING” wordt aangewezen en druk vervolgens op ENTER om gedetailleerde informatie betreffende de waarschuwing te bekijken. Het getal rechts van “WARNING” geeft het aantal waarschuwingen aan. VOORBEREIDINGEN 1 RESULT:EXIT 2 p p . WARNING (3) RESULT . SP : 5/4/0.1 . DIST: 4.50/ 6.10m . LVL : -9.0/ +6.5dB [SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Druk herhaaldelijk op l / h om heen en weer te schakelen tussen schermen met waarschuwingen. WARNING: W-1 < OUT OF PHASE > Reverse Channel FL -CENTER PL PR SL SR SBL SBR p [ : Select []/[] [ENTER] : Enter y • Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 120. • Wanneer de waarschuwing in kwestie niet van toepassing is op een bepaalde luidspreker, zal in plaats daarvan “– –” worden getoond. 3 Druk op ENTER om terug te keren naar het hoogste “RESULT:EXIT” scherm. PRESET/CH RESULT:EXIT ENTER p p Nederlands A/B/C/D/E WARNING (3) RESULT . SP : 5/4/0.1 . DIST: 4.50/ 6.10m . LVL : -9.0/ +6.5dB .[ SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter 37 Nl WEERGAVE WEERGAVE LET OP U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. y Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint “DECODER MODE” in het “INPUT MENU” instellen op “DTS” (zie bladzijde 89). Basisprocedure 2 PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT MEMORY PRESET/ TONE CONTROL A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren. NIGHT ENHANCER EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS INPUT MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO PHONES VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON OFF MASTER 2 5 4 Voorpaneel POWER POWER TV AV STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP LEVEL PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE AUDIO ENTER PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R A/B/C/D/E PARAMETER DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD STRAIGHT AMP PHONO DISPLAY RETURN 2 of PURE DIRECT TUNER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD EFFECT 5 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 NIGHT ENHANCER 9 0 + 10 ENT FREQ/TEXT EON SELECT MODE SOURCE V-AUX/DOCK CBL/SAT TV DTV VCR 1 PTY SEEK START AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TV MUTE 1 TV INPUT MUTE TV 2 4 Afstandsbediening REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display getoond. Beschikbare signaalbronnen Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. V-AUX y • Zie bladzijde 42 om informatie over de signaalbron te tonen. • U kunt een grijze achtergrond laten weergeven achter het in-beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt door “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” op “AUTO” te zetten (zie bladzijde 90). • U kunt de weergave-instellingen wijzigen met behulp van de “SHORT MESSAGE” parameter onder “DISPLAY SET”. Zie bladzijde 91 voor details. 38 Nl DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD INPUT: MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER DVD Op dit moment geselecteerde signaalbron WEERGAVE 3 4 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. • Zie bladzijde 54 voor details omtrent het afstemmen. Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume op het gewenste niveau in te stellen. VOLUME + of • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie bladzijde 69 voor details. Zie bladzijde 51 voor het instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of druk op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display. Zie bladzijde 45 voor details over geluidsveldprogramma’s. CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 Wanneer u... Zie bladzijde Wilt luisteren naar pure hi-fi stereoweergave 50 De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt regelen. 50 Naar verbeterde weergave van gecomprimeerd bronmateriaal wilt luisteren. 52 Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt bewerken. 69 Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch bereik (harde geluiden) wilt luisteren. 53 Een hoofdtelefoon wilt gebruiken. 41 Wilt luisteren naar multikanaals materiaal met 2kanaals stereoweergave 51 Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee weer te geven. 73 Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt laten zetten. 43 BASISBEDIENING Afstandsbediening of y ■ Inhoudsgids y 5 Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 40). VOLUME – Voorpaneel Opmerking STEREO PROGRAM Voorpaneel 5 Afstandsbediening Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogrammacategorie MOVIE Sci-Fi Nederlands Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma 39 Nl WEERGAVE AUTO Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie. y • In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan. • U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “AUDIO SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 92). 1 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren. INPUT PHONO V-AUX/DOCK CBL/SAT of DTV Voorpaneel 2 VCR 1 CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD Afstandsbediening Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT op het voorpaneel (of op AUDIO SEL op de afstandsbediening) en selecteer de gewenste instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting. AUDIO SELECT AUDIO SEL of Beschikbare signaalbronnen V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD A.SEL: MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER AUTO Huidige instelling selectiefunctie audio ingangsaansluiting 40 Nl Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) HDMI (2) Digitale signalen (3) Analoge signalen HDMI Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen die binnenkomen via de COAXIAL aansluiting. (2) Digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL aansluiting. Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Opmerking Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting als de HDMI IN 1 en HDMI IN 2 aansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O ASSIGNMENT” in het “INPUT MENU” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 87). WEERGAVE Selecteren van de MULTI CH INPUT component Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 26). Gebruiken van een hoofdtelefoon U kunt een hoofdtelefoon met een analoge stereostekker aansluiten op de PHONES aansluiting op het voorpaneel. Verdraai de knop voor de keuze van de signaalbron op het voorpaneel en selecteer MULTI CH INPUT (of gebruik MULTI CH IN op de afstandsbediening). PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF INPUT MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E INPUT PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX PHONES ON OFF MASTER MULTI CH IN of Voorpaneel Afstandsbediening y Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om de parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie bladzijde 89). Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie bladzijde 49). Opmerking Opmerkingen Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 40). • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen. • Wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel wordt geselecteerd als signaalbron en de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 40), dan zullen alleen de signalen die binnenkomen via de FRONT aansluitingen worden gereproduceerd via de aangesloten hoofdtelefoon. • Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen. BASISBEDIENING y Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave Druk op MUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op MUTE om de geluidsweergave te hervatten. MUTE y 41 Nl Nederlands • U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te hervatten. • U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de “MUTE TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 86). • De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat. WEERGAVE Tonen van informatie over de signaalbron U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. AMP SET MENU  SET MENU SOURCE MENU .;AUTOSETUP ;MANUALSETUP .;SIGNALINFO SRCH MODE TV 2 p p [ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Druk herhaaldelijk op n om “SIGNAL INFO” te selecteren en druk dan op ENTER. De audio-informatie over de signaalbron zal op het in-beeld display verschijnen. PRESET/CH PRESET/CH ■ Audio informatie Signaalformattering FORMAT Signaalformattering. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. Opmerking “---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren. Bemonsteringsfrequentie SAMPLING Het aantal metingen per seconden van een continu signaal om een digitaal signaal te kunnen maken. Opmerking “---” verschijnt wanneer dit toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren. Kanaal CHANNEL Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/ surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”. Opmerking “---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn. Bitsnelheid BITRATE Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een bepaald meetpunt passeert. ENTER ENTER A/B/C/D/E Opmerking A/B/C/D/E “---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan detecteren. 3 Druk herhaaldelijk op k / n om de cursor te verplaatsen over het in-beeld display en druk op l / h om heen en weer te schakelen tussen de schermen met audio en die met video-informatie. PRESET/CH PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Verplaatsen van de cursor Selecteren van de audio- of video-informatie Druk nog eens op SET MENU op de afstandsbediening om het “SET MENU” te verlaten. SET MENU MENU SRCH MODE 42 Nl Vlag FLAG Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen. ■ Video informatie ENTER 4 Dialoog normalisatieniveau DIALOG Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor het op dit moment ontvangen Dolby Digital of DTS signaal. HDMI Signal Type HDMI SIGNAL Soort HDMI signalen die worden ontvangen of gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel. HDMI Resolution HDMI RES. Resolutie van de HDMI signalen die worden ontvangen of gereproduceerd via de HDMI IN/OUT aansluitingen van dit toestel. Analog Resolution ANALOG RES. Resolutie van de analoge signalen die binnenkomen of worden gereproduceerd via de video-aansluitingen van dit toestel. HDMI Error HDMI ERROR Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten HDMI apparatuur. Zie bladzijde 119 voor details. WEERGAVE Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal 3 U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. SLEEP Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV VCR 1 SLEEP 120min. SLEEP OFF MULTI CH IN CD MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD Druk herhaaldelijk op SLEEP op de afstandsbediening om de gewenste tijd in te stellen. Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. SLEEP 90min. SLEEP 30min. SLEEP 60min. Audiobronnen Videobronnen y SLEEP Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH SET” menu in op de gewenste instelling om de standaard signaalbron voor achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT signaalbron (zie bladzijde 89). 120min. SLEEP Knippert BASISBEDIENING De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. Gebruiken van de slaaptimer Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit (zie bladzijde 29). 1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste signaalbron te selecteren. STRAIGHT Analog SLEEP Licht op ■ Gebruiken van de slaaptimer Druk net zo vaak op SLEEP op de afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. SLEEP PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV 2 VCR 1 CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. Zie bladzijde 54 voor details omtrent het afstemmen. SLEEP OFF Verdwijnt y U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel) de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten. 43 Nl Nederlands De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het display op het voorpaneel. GELUIDSVELDPROGRAMMA’S GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. y • Wanneer u de “DECODER MODE” parameter in het “INPUT MENU” instelt op “AUTO”, zal dit toestel de juiste digitale decoder instellen aan de hand van het ingangssignaal. • De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. • De YAMAHA HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts. • U kunt de geluidsveldparameters wijzigen. Zie bladzijde 69 voor details. Selecteren van geluidsveldprogramma’s Opmerkingen • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 40). • Wanneer u DSD materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel de DSD signalen omzetten naar PCM signalen en vervolgens het geselecteerde programma toepassen. • Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma toepassen zonder de DTS 96/24 decoder in werking te stellen. • Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast. ■ Bediening via het voorpaneel ■ Afstandsbediening AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – AMP SOURCE PURE DIRECT TV MUTE TV INPUT TV MUTE VOLUME LEVEL AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO AUDIO ENTER OPTICAL A/B/C/D/E PARAMETER PROGRAM OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO AUX STRAIGHT DISPLAY RETURN ON OFF EFFECT MASTER PROGRAM keuzeknop Verdraai PROGRAM op het voorpaneel. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het inbeeld display. 44 Nl CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 9 0 MOVIE 7 8 NIGHT ENHANCER + 10 ENT Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het inbeeld display. GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s y Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid. Toets afstandsbediening Categorie van het programma Naam van het programma Gecreëerde geluidsvelden (zie bladzijde 11) CINEMA DSP of HiFi DSP MOVIE MOVIE 4 Sci-Fi Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. DSP LEVEL P.INIT. DLY P.ROOM SIZE S.INIT. DLY S. ROOM SIZE SB INI. DLY Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 70) SB ROOM SIZE DIALG. LIFT Omschrijving van het programma y Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 50), de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 49), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 73). CLASSICAL ENTERTAIN 1 3 CLASSICAL Hall in Munich HiFi DSP BASISBEDIENING ■ Voor muziekmateriaal Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig weerkaatsing via de wanden en het geluid spreidt zich op een verfijnde wijze uit. DSP LEVEL INIT. DLY CLASSICAL ENTERTAIN 1 3 ROOM SIZE LIVENESS CLASSICAL DIALG.LIFT Hall in Vienna HiFi DSP Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave. DSP LEVEL INIT. DLY CLASSICAL ENTERTAIN 1 3 ROOM SIZE LIVENESS CLASSICAL DIALG.LIFT Hall in Amsterdam HiFi DSP Dit is een grote doosvormige concertzaal met 2200 zitplaatsen in Amsterdam. De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen erachter. DSP LEVEL INIT. DLY CLASSICAL ENTERTAIN 1 3 ROOM SIZE LIVENESS CLASSICAL DIALG.LIFT Church in Freiburg HiFi DSP Dit programma recreëert de akoestiek van een grote kerk in Zuid-Duitsland. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de vroege weerkaatsingen zachter zijn dan in andere geluidsveldprogramma’s. DSP LEVEL INIT. DLY LIVENESS REV.TIME REV.DELAY REV. LEVEL DIALG.LIFT Nederlands 45 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S CLASSICAL 1 CLASSICAL Chamber HiFi DSP Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen. DSP LEVEL INIT. DLY LIVE/CLUB 2 LIVENESS REV.TIME LIVE/CLUB REV.DELAY REV. LEVEL DIALG.LIFT Village Vanguard HiFi DSP Een traditionele jazzclub in New York, op 7th Avenue. Deze ruimte heeft een laag plafond en het “podium” bevindt zich in een hoek van de ruimte. Dit programma creëert een intiem “met de neus er bovenop” gevoel. DSP LEVEL INIT. DLY LIVE/CLUB 2 ROOM SIZE LIVENESS LIVE/CLUB DIALG.LIFT Warehouse Loft HiFi DSP Dit programma simuleert een door beton omgeven ruimte. Er wordt een energetisch geluidsveld gecreëerd met relatief duidelijke weerkaatsingen van de wanden. DSP LEVEL INIT. DLY LIVE/CLUB 2 ROOM SIZE LIVENESS LIVE/CLUB REV.TIME REV.DELAY REV. LEVEL DIALG.LIFT Cellar Club HiFi DSP Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt. DSP LEVEL INIT. DLY LIVE/CLUB 2 ROOM SIZE LIVENESS LIVE/CLUB DIALG.LIFT The Roxy Theatre HiFi DSP Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal. DSP LEVEL INIT. DLY LIVE/CLUB 2 ROOM SIZE LIVENESS LIVE/CLUB REV.TIME REV.DELAY REV. LEVEL DIALG.LIFT The Bottom Line HiFi DSP Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave. DSP LEVEL INIT. DLY ROOM SIZE LIVENESS DIALG.LIFT ■ Voor divers materiaal Opmerking De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. ENTERTAIN 3 ENTERTAINMENT Sports Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt. DSP LEVEL P. INIT. DLY 46 Nl P. ROOM SIZE S. INIT. DLY S. ROOM SIZE SB INI. DLY SB ROOM SIZE DIALG.LIFT GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ENTERTAIN 3 ENTERTAINMENT Action Game Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen. DSP LEVEL P. INIT. DLY ENTERTAIN 3 P. ROOM SIZE S. INIT. DLY S. ROOM SIZE SB INI. DLY SB ROOM SIZE DIALG.LIFT ENTERTAINMENT Roleplaying Game Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor actiespellen om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel. DSP LEVEL P. INIT. DLY P. ROOM SIZE S. INIT. DLY S. ROOM SIZE SB INI. DLY SB ROOM SIZE DIALG.LIFT ■ Voor visuele muziekbronnen Opmerking LIVE/CLUB ENTERTAIN 2 3 ENTERTAINMENT Music Video HiFi DSP Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal. DSP LEVEL P. INIT. DLY ENTERTAIN 3 P. ROOM SIZE S. INIT. DLY ENTERTAINMENT S. ROOM SIZE SB INI. DLY BASISBEDIENING De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. SB ROOM SIZE DIALG.LIFT Recital/Opera Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem. “Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid voor de artiesten op het podium. Het surroundgeluidsveld is relatief gematigd, maar de gegevens voor de concertzaaleffecten worden gebruikt om de schoonheid van de muziek zelf te benadrukken zodat de luisteraar ook na een voorstelling van enkele uren niet vermoeid raakt. DSP LEVEL P. INIT. DLY P. ROOM SIZE S. INIT. DLY S. ROOM SIZE SB INI. DLY SB ROOM SIZE DIALG.LIFT ■ Voor filmmateriaal y U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve “Mono Movie”). Zie bladzijde 75 voor details. Opmerking De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. MOVIE 4 MOVIE Standard DSP LEVEL S. INIT. DLY S. ROOM SIZE S. LIVENESS SB INI. DLY SB ROOM SIZE Nederlands Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren. SB LIVENESS DIALG.LIFT 47 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S MOVIE MOVIE 4 Spectacle Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films). DSP LEVEL P. INIT. DLY P. ROOM SIZE S. INIT. DLY S. ROOM SIZE SB INI. DLY MOVIE Sci-Fi MOVIE 4 SB ROOM SIZE DIALG.LIFT Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. DSP LEVEL P. INIT. DLY P. ROOM SIZE S. INIT. DLY MOVIE MOVIE 4 S. ROOM SIZE SB INI. DLY SB ROOM SIZE DIALG.LIFT Adventure Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden. DSP LEVEL P. INIT. DLY P. ROOM SIZE S. INIT. DLY MOVIE MOVIE 4 S. ROOM SIZE SB INI. DLY SB ROOM SIZE DIALG.LIFT Drama Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies. De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven, maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na vele uren kijken. DSP LEVEL P. INIT. DLY P. ROOM SIZE S. INIT. DLY MOVIE MOVIE 4 S. ROOM SIZE SB INI. DLY SB ROOM SIZE DIALG.LIFT Mono Movie Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven. DSP LEVEL INIT. DLY ROOM SIZE LIVENESS REV.TIME REV.DELAY REV. LEVEL DIALG.LIFT ■ Stereoweergave STEREO 5 STEREO 2ch STEREO Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 51 voor details. DIRECT STEREO 5 STEREO 7ch STEREO HiFi DSP Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz. CT LEVEL SL LEVEL 48 Nl SR LEVEL SB LEVEL PL LEVEL PR LEVEL GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP) Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren. Als u “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 81) instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 45). Opmerking ■ Luisteren naar multikanaals materiaal en geluidsveldprogramma’s met een hoofdtelefoon (SILENT CINEMA) SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45). Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel. Opmerkingen • SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41). • SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct (zie bladzijde 50) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 51) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 49). Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat, worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. Druk op STRAIGHT op het voorpaneel (of de afstandsbediening) en selecteer “STRAIGHT”. STRAIGHT STRAIGHT of EFFECT EFFECT STRAIGHT Formaat Beschrijving Dolby Digital Standaard verwerking voor Dolby Digital bronmateriaal. DTS Standaard verwerking voor DTS bronmateriaal. Wanneer de signaalbron een DTS-ES Discrete of DTS-ES Matrix ingangssignaal levert, zal de bijbehorende indicator verschijnen op het display op het voorpaneel. DSD Weergave van DSD (Direct Stream Digital) materiaal. PCM Weergave van PCM (pulscode modulatie) materiaal. BASISBEDIENING In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 81): – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. – wanneer Pure Direct (zie bladzijde 50) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 51) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 49). Luisteren naar onbewerkte weergave Weergave van multikanaals PCM (pulscode modulatie) materiaal. MPCM Analog Voor weergave van analoog bronmateriaal. ■ Uitschakelen van de “STRAIGHT” weergavefunctie Druk op STRAIGHT op de afstandsbediening zodat “STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt. Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld. STRAIGHT STRAIGHT of EFFECT EFFECT Nederlands 49 Nl GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Luisteren naar pure hi-fi weergave Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron. Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min mogelijk tussenliggende schakelingen. Toonregeling Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal, de L/R aanwezigheidskanalen en het subwooferkanaal. 1 Druk nog eens op PURE DIRECT op het voorpaneel (of op de afstandsbediening) om de Pure Direct functie aan of uit te zetten. De PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder. Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op het voorpaneel om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. TONE CONTROL PURE DIRECT of Voorpaneel PURE DIRECT 2 Afstandsbediening Verdraai PROGRAM om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. Opmerkingen • Wanneer u multikanaals PCM materiaal weergeeft (minder dan 192 kHz), zal dit toestel de multikanaals signalen terugbrengen in overeenstemming met de “SPEAKER SET” instellingen in het “BASIC MENU” (zie bladzijde 80). • Wanneer de component die is verbonden met de HDMI IN aansluitingen wordt geselecteerd als signaalbron en de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op “AUTO” of “HDMI”, dan zal dit toestel de videoschakelingen niet uitschakelen in de Pure Direct stand. • Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT” (zie bladzijde 40) en vervolgens Dolby Digital, DTS of multikanaals PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de corresponderende decoder inschakelen. • De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat: – omschakelen van het geluidsveldprogramma – weergeven van het in-beeld display – instellen van de “SET MENU” parameters (behalve instellingen voor de luidsprekerniveaus) – bedienen van videofuncties (video-conversie enz.) • De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer dit toestel uit wordt gezet. y Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer dat nodig is. 50 Nl PROGRAM ■ Passeren van de schakelingen voor de toonregeling Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer BYPASS en annuleer de toonregeling. TONE CONTROL Opmerkingen • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers, midden-luidspreker, L/R aanwezigheidsluidsprekers en de subwoofer. • TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron. GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Instellen luidsprekerniveaus U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt. U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2 kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo. Opmerking Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32) en “SP LEVEL” (zie bladzijde 83) methodes. 1 Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op LEVEL op de afstandsbediening tot u de luidspreker die u wilt instellen heeft geselecteerd. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk herhaaldelijk op STEREO op de afstandsbediening om “2ch Stereo” te selecteren. AMP STEREO SOURCE 5 TV AMP LEVEL SOURCE TITLE BAND TV Ingestelde luidspreker FRONT L Linker voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker FRONT R Rechter voor-luidspreker SUR. R Rechter surround-luidspreker SB R Rechter surround achter-luidspreker SB L Linker surround achter-luidspreker SUR. L Linker surround-luidspreker SWFR Subwoofer PRNS L Linker aanwezigheidsluidspreker PRNS R Rechter aanwezigheidsluidspreker y • U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “LFE/ BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie bladzijde 80). • U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien. 2 BASISBEDIENING 2ch Stereo Display Druk op PARAMETER en vervolgens op l / h om de “DIRECT” parameter in te stellen. PRESET/CH y • Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met k / n. • In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SUR. B” worden getoond indien “SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 82). 2 Druk op l / h op de afstandsbediening om het uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen. • Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen. Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB PRESET/CH DISPLAY ENTER A/B/C/D/E Keuzes: AUTO, OFF • Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 50). • Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB. y • Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. • In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers omgeleid worden naar de subwoofer: – “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 80). – “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 81) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” (zie bladzijde 80). • Druk nog eens op PARAMETER om de parameter instelfunctie te verlaten. 51 Nl Nederlands ENTER A/B/C/D/E PARAMETER GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt. Opmerkingen • Wanneer u DSD of PCM materiaal met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft, zal dit toestel deze terugbrengen tot 48 kHz of minder en de Compressed Music Enhancer functie inschakelen. • De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met de geluidsveldprogramma’s. Keuzes: 2ch Enhancer, 7ch Enhancer, Off • Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 2kanaals stereo. • Selecteer “7ch Enhancer” voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 7kanaals stereo. • Selecteer “Off” om de Compressed Music Enhancer functie uit te schakelen. Opmerking Wanneer u “Off” selecteert, keert dit toestel terug naar het oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma. ■ Wijzigen van de parameters van de Compressed Music Enhancer functie Druk op PARAMETER en vervolgens op l / h op de afstandsbediening om het gewenste effectniveau te selecteren. Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. PRESET/CH PARAMETER DISPLAY Druk herhaaldelijk op ENHANCER op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk op ENHANCER op de afstandsbediening) om de gewenste Compressed Music Enhancer functie te selecteren. Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld display en de ENHANCER indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel. ENTER A/B/C/D/E MUSIC ENHANCER 2ch Stereo . LOW )HIGH AMP ENHANCER of ENHANCER SOURCE ENT TV Keuzes: HIGH, LOW • Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau. • Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau. y Selecteer PARAMETER om het Compressed Music Enhancer functieparameterdisplay uit te schakelen. Opmerking ENHANCER MUSICENHANCER 2chEnhancer 52 Nl Licht op Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op “LOW”. GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES y Selecteren van de nachtluisterfunctie De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen worden apart opgeslagen. De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan. Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen. 1 Druk herhaaldelijk op NIGHT op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk op NIGHT op de afstandsbediening) om te kiezen tussen “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC”. AMP NIGHT SOURCE of NIGHT Opmerkingen • In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet gebruiken: – wanneer de Pure Direct functie (zie bladzijde 50) is ingeschakeld. – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 41). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. • Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave. + 10 TV BASISBEDIENING Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF • Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een film gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes. • Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken. • Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken. y Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel. 2 Druk op l / h op de afstandsbediening om het effectniveau te regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het display op het voorpaneel. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Afstandsbediening Effect.Lvl:MID Nederlands Keuzes: MIN, MID, MAX • Selecteer “MIN” voor minimale compressie. • Selecteer “MID” voor standaard compressie. • Selecteer “MAX” voor maximale compressie. 53 Nl FM/AM AFSTEMMEN FM/AM AFSTEMMEN Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. Opmerking Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen ■ Functies voorpaneel 1 2 AUDIO SELECT 3 45 6 7 CONTROL MEMORY PRESET/ TONE A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO PROGRAM 1 INPUT keuzeknop Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. 2 A/B/C/D/E Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie bladzijde 58). 3 PRESET/TUNING l / h • Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 58). • Selecteert de frequentie waarop u wilt afstemmen wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt op het display (zie bladzijde 57). 4 PRESET/TUNING, EDIT • Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen. • Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders wijzigen (zie bladzijde 59). 54 Nl OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX 5 FM/AM Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden FM en AM (zie bladzijde 56). 6 MEMORY Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie bladzijde 58). 7 TUNING MODE Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 56). FM/AM AFSTEMMEN ■ Afstandsbedieningsfuncties Opmerking Een afstandsbediening voor Zone 2/Zone 3 wordt alleen meegeleverd met modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K., China, Azië en met Algemene modellen. POWER POWER TV AV PHONO 1 TUNER STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP CD MULTI CH IN POWER 1 DTV V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD CD 3 AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TV MUTE LEVEL TV INPUT TV Zet op SOURCE 6 STANDBY CD-R CBL/SAT MD/TAPE PHONO VCR 1 DVR/VCR 2 SELECT 2 3 TUNER PRESET DVD V-AUX/DOCK VOLUME A/B/C/D/E MUTE MUTE PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT ID1 ID2 AUDIO ENTER A/B/C/D/E PARAMETER STRAIGHT DISPLAY RETURN ZONE 2 ZONE 3 5 EFFECT 4 LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 9 0 FREQ/TEXT EON NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE PTY SEEK START BASISBEDIENING CLASSICAL 6 REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME 1 TUNER Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. Dit toestel zal afstemmen op de laatst geselecteerde zender. 5 A/B/C/D/E l / h, A/B/C/D/E Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie bladzijde 58). 2 BAND Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden FM en AM (zie bladzijde 56). Dit toestel zal afstemmen op de laatst geselecteerde AM of FM zender. 6 Radio Data Systeem toetsen (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) 3 PRESET/CH k / n Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 59). FREQ/TEXT Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de zender in kwestie de corresponderende diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 62). 4 Cijfertoetsen Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender te selecteren (zie bladzijde 60). PTY SEEK MODE Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 63). PTY SEEK START Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 63). 55 Nl Nederlands EON Hiermee kunt u het programmatype selecteren (NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 64). FM/AM AFSTEMMEN Automatisch afstemmen 3 Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Druk op TUNING MODE zodat de AUTO indicator op het display oplicht. TUNING MODE PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON OFF MASTER A 1 FM 97.70MHz 4 32 3 Geen dubbele punt (:) 1 AUTO Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. Licht op Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. INPUT PRESET/ TUNING EDIT 4 Voorpaneel 2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM FM of AM Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. • Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. • Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie. PRESET/TUNING A FM 97.70MHz TUNED Licht op 56 Nl FM/AM AFSTEMMEN Handmatig afstemmen 3 Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Druk op TUNING MODE zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. TUNING MODE Opmerking Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. A FM 97.70MHz PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE Geen dubbele punt (:) ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen. ON OFF MASTER 1 4 32 3 PRESET/ 1 EDIT Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. 4 INPUT Druk op PRESET/TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. BASISBEDIENING TUNING PRESET/TUNING Voorpaneel 2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM FM of AM Nederlands 57 Nl FM/AM AFSTEMMEN Automatisch voorprogrammeren U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. 3 Houd MEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. MEMORY MAN'L/AUTO FM PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON OFF MASTER A1:FM 97.70MHz 1 2 3 Knippert 1 AUTO MEMORY Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. INPUT Knippert Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. y Voorpaneel 2 Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de radioband. “FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM FM • U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op PRESET/ TUNING l / h nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste zender zal worden opgeslagen. • U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op PRESET/TUNING l nadat u MEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt heeft gehouden. Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op bladzijde 59. • Alleen Radio Data Systeem zenders worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. 58 Nl FM/AM AFSTEMMEN Handmatig voorprogrammeren 4 U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren. PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS Druk op PRESET/TUNING l / h om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator nog aan het knipperen is. • Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te selecteren. • Druk op l om een lager voorkeuzenummer te selecteren. MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON PRESET/TUNING OFF MASTER 3 4 1 2,5 A1:FM 97.70MHz Voorkeuzenummer 2 Druk op MEMORY. De MEMORY indicator knippert ongeveer 5 seconden lang op het display op het voorpaneel. 5 MEMORY MAN'L/AUTO FM MEMORY Knippert 3 MEMORY Knippert Druk op MEMORY terwijl de MEMORY indicator knippert. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van het display op het voorpaneel verdwijnen. Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om een voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E) terwijl de MEMORY indicator knippert. De letter van de geselecteerde groep zal nu verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. BASISBEDIENING Stem automatisch of met de hand af op een zender. Zie de bladzijden 56 en 57 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. MEMORY MAN'L/AUTO FM A/B/C/D/E A1:FM 97.70MHz De getoonde zender is opgeslagen als A1. Opmerkingen A :FM 97.70MHz Voorkeuzegroep Dubbele punt (:) MEMORY Knippert • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. Nederlands 59 Nl FM/AM AFSTEMMEN Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. 2 Druk op PRESET/TUNING l / h op het voorpaneel (of PRESET/CH k / n op de afstandsbediening) om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie. PURE DIRECT PRESET/CH VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING FM/AM TUNING MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM SILENT CINEMA OPTIMIZER MIC S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO PRESET/TUNING OPTICAL of VIDEO AUX PHONES ENTER ON OFF A/B/C/D/E MASTER 1 2 Voorpaneel Afstandsbediening AMP + + + TV VOL CH VOLUME SOURCE – – – TV MUTE TV INPUT MUTE LEVEL PRESET/CH TITLE 1 A1:FM 97.70MHz PURE DIRECT MENU SRCH MODE BAND 1,2 SET MENU TV AUDIO ENTER A/B/C/D/E PARAMETER RETURN STRAIGHT DISPLAY EFFECT y Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren. 1 Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE en druk op A/B/C/D/E l / h op de afstandsbediening) om de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. A/B/C/D/E Voorpaneel of PRESET/CH AMP SOURCE ENTER TV A/B/C/D/E Afstandsbediening 60 Nl FM/AM AFSTEMMEN Omwisselen van voorkeuzezenders 3 U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”. Selecteer voorkeuzezender “A5” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op bladzijde 60. PURE DIRECT A/B/C/D/E PRESET/TUNING VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC S VIDEO SILENT CINEMA VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX PHONES ON OFF MASTER 3 3 2,4 1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op bladzijde 60. Knippert 4 Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt. De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. MEMORY Knippert Druk nog eens op EDIT. “EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen. BASISBEDIENING 2 A5:FM 97.70MHz PRESET/ TUNING PRESET/ TUNING EDIT EDIT EDIT E1:FM 97.70MHz Knippert E1-A5 MEMORY Knippert Nederlands 61 Nl RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START FREQ/TEXT Opmerking REC DISC SKIP Raadpleeg “FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen” op bladzijde 54 voor informatie over de functies en bedieningsorganen voor het Radio Data Systeem. Tonen van Radio Data Systeem informatie OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. • Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data Systeem zenders met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 58). • U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender. 2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de afstandsbediening om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren. Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel. Opmerkingen • U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie. • U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data Systeem functies selecteren. • Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn. • Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display op het voorpaneel. • Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding “...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. • Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_” (onderstreping). • Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. 62 Nl FREQ/TEXT PS PTY RT CT Frequentiedisplay • Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te laten geven. RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door middel van het programmatype. 4 Druk op PRESET/CH k / n op de afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. PRESET/CH y Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 58). POP M ENTER PHONO 1 V-AUX/DOCK DTV TUNER CD MD/TAPE CBL/SAT VCR 1 MULTI CH IN 2 4 CD-R DVR/VCR 2 DVD LEVEL PRESET/CH TITLE A/B/C/D/E SET MENU PURE DIRECT MENU SRCH MODE BAND Licht op AUDIO ENTER A/B/C/D/E PARAMETER STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT CLASSICAL SELECT AMP + + + SOURCE TV VOL CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT TV 1 LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 NIGHT ENHANCER + 10 ENT 9 0 FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START MUTE REC Programmatype 3,5 DISC SKIP Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk op TUNER op de afstandsbediening, selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. AMP SOURCE TUNER TV 2 Druk herhaaldelijk op BAND en selecteer “FM” als de radioband. LEVEL TITLE BAND 3 FM Druk op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS” zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel. NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rock muziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek BASISBEDIENING 1 Beschrijving MODE PTY SEEK NEWS Knippert Nederlands y Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken. 63 Nl RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) 5 Druk op PTY SEEK START op de afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl het toestel naar een geschikte zender zoekt. PTY SEEK START POP M PTY HOLD Knippert Licht op Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden. Opmerkingen y Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken. • U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is. • De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender. FREQ/TEXT EON Opmerkingen EON MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden wordt die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken naar een andere zender met een programma van het gewenste type. 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. 2 Controleer of de EON indicator brandt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden. EON 64 Nl RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) 3 Druk herhaaldelijk op EON op de afstandsbediening om één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. EON NEWS Licht op y BASISBEDIENING • Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. • Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren. Nederlands 65 Nl GEBRUIKEN MET EEN IPOD GEBRUIKEN MET EEN iPod Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 27), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 52). Opmerkingen • Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. • Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn. y • Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 95. • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 120. • Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen. • Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. • Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. • De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “STANDBY CHRG” parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 93). • Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 10) getoond worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal de indicator van het display verdwijnen. iPod bediening U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het in-beeld display van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie). ■ Bedienen van een iPod met de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop, overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het inbeeld display van dit toestel. y • U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken. • U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. 66 Nl ■ Bedienen van een iPod met de menufunctie U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met behulp van het in-beeld display van dit toestel. De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 91). U kunt via het in-beeld display ook door de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren. Opmerkingen • U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. • Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod. • Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping). • De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het in-beeld display. Druk op ENTER op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de “Settings” instellingen. • U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de gewenste foto of videoclip te selecteren. GEBRUIKEN MET EEN iPod 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE en druk vervolgens op DISPLAY op de afstandsbediening. Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. AMP PARAMETER SOURCE DISPLAY TV Opmerking iPod Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven. Top Playlists Artists Albums Songs Genres Composers Settings > > > > > > > Druk op k / n / l / h op de afstandsbediening om het iPod menu te bedienen en druk vervolgens op ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven. Herhaalde weergave Repeat Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: Off, One, All • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen. • Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen. Opmerking PRESET/CH PRESET/CH Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal “ ” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald. 1 ENTER ENTER BASISBEDIENING 2 Willekeurige weergave Shuffle Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: Off, Songs, Albums • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in willekeurige volgorde te laten weergeven. • Selecteer “Albums” om dit toestel albums in willekeurige volgorde te laten weergeven. All A/B/C/D/E A/B/C/D/E Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten), Albums (albums), Songs (songs), Genres (genres), Composers (componisten), Settings (instellingen) • Playlists > Songs • Artists > Albums > Songs • Albums > Songs • Songs • Genres > Artists > Albums > Songs • Composers > Albums > Songs • Settings > Shuffle, Repeat Nederlands 67 Nl OPNEMEN OPNEMEN Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten. LET OP Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert. Opmerkingen • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 50), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 83) en de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 45) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal. • S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder. • Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven en opgenomen. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. y Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. 2 PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de signaalbron waarvan u wilt opnemen te selecteren. NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL INPUT VIDEO AUX PHONES ON OFF MASTER PHONO of 2 DTV 2 1 POWER POWER TV AV STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD Zet alle aangesloten componenten aan. 68 Nl Voorpaneel TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT VCR 1 CD MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD Afstandsbediening 3 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. 4 Start de opname op de opnemende component. GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN Veranderen van geluidsveldparameter instellingen 3 U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer. Druk net zo vaak op één van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s tot u het geluidsveldprogramma dat u wilt instellen geselecteerd heeft. CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO 5 Opmerking U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 92). Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD” op “OFF” in te stellen. 4 AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TV MUTE LEVEL 4 TV INPUT PRESET/CH TV PRESET/CH MUTE SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE AUDIO ENTER PARAMETER PRESET/CH PURE DIRECT A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY RETURN 2 Druk op k / n om de gewenste geluidsveldparameter te selecteren en vervolgens op l / h om de ingestelde waarde te veranderen. • Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen. 2,5 ENTER ENTER EFFECT LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE 5 6 9 0 SELECT A/B/C/D/E A/B/C/D/E EXTD SUR. 7 8 NIGHT ENHANCER + 10 ENT y 1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 2 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op PARAMETER op de afstandsbediening. Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. AMP PARAMETER SOURCE DISPLAY TV Geluidsveldprogramma categorie MOVIE Sci-fi Cursor .  <  P R O  L O G I C  > DSPLEVEL;;;+0dB P.INIT.DLY;;16ms P.ROOM SIZE;;1.0 S.INIT.DLY;;16ms Geluidsveldparameterwaarden 5 Druk op PARAMETER om het display met de geluidsveldparameters uit te schakelen. PARAMETER DISPLAY 69 Nl Nederlands Geluidsveldparameters • Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 70. • Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (asterisk; *) bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen. • Herhaal de stappen 3 en 4 indien u nog andere parameters voor dit geluidsveldprogramma wilt veranderen. • Voor sommige geluidsveldprogrammafs zijn zoveel parameters beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld display beslaan. Druk in een dergelijk geval op k / n om door de verschillende schermen te balderen. • Als u l / h ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden getoond. • Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU” om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 92). • Om de parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma allemaal terug te zetten (initialiseren), drukt u net zo vaak op n tot u “PARAM. INIT” geselecteerd heeft, waarna u herhaaldelijk op h drukt. GEAVANCEERDE BEDIENING 3 CLASSICAL GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN ■ Beschrijvingen geluidsveldparameters U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s. y Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 69. Geluidsveldparameter DSP LEVEL Kenmerken DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten opzichte van het niveau van de directe weergave. Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB INIT.DLY P.INIT.DLY S.INIT.DLY SB INI.DLY Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij de luisteraar lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer. Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY en P.INIT.DLY) 1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY och SB INI.DLY) Brongeluid Niveau Niveau Niveau Vroege weerkaatsingen Tijd Tijd Tijd Vertraging Vertraging Vertraging Geluidsbron Weerkaatsend oppervlak Kleine waarde = 1 ms 70 Nl Grote waarde = 99 ms GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN Geluidsveldparameter ROOM SIZE P.ROOM SIZE S.ROOM SIZE SB ROOM SIZE Kenmerken Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden. Instelbereik: 0,1 t/m 2,0 Tijd Vroege weerkaatsingen Niveau Niveau Niveau Brongeluid Tijd Tijd Geluidsbron Kleine waarde = 0.1 Instelbereik: 0 t/m 10 GEAVANCEERDE BEDIENING Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen. Brongeluid Tijd Weinig weerkaatst geluid Kleine waarde = 0 Niveau Dood Niveau Levendig Niveau LIVENESS S.LIVENESS SB LIVENESS Grote waarde = 2.0 Tijd Tijd Veel weerkaatst geluid Grote waarde = 10 Nederlands 71 Nl GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN Geluidsveldparameter REV.TIME Kenmerken Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes. Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s Brongeluid Natrillingen Natrillingen Vroege weerkaatsingen 60 dB 60 dB REV.TIME Geluidsbron REV.TIME REV.TIME Lange natrillingen Korte natrillingen Kleine waarde = 1.0s REV.DELAY 60 dB Grote waarde = 5.0s Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt. Niveau Instelbereik: 0 t/m 250 ms Brongeluid (dB) 60 dB Natrillingen Tijd REV.DELAY REV.LEVEL REV.TIME Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn. Niveau Instelbereik: 0 tot 100% Brongeluid REV. LEVEL Tijd 72 Nl GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN Geluidsveldparameter DIALG.LIFT Kenmerken Dialoog-lift. Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en middenkanalen. Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5 2ch Stereo DIRECT 2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal. Keuzes: AUTO, OFF y • Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 50). • Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB. • Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers. • In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers omgeleid worden naar de subwoofer: – “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 80). – “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 81) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” (zie bladzijde 80). 7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie. Instelbereik: 0 tot 100% Selecteren van decoders ■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals materiaal (surround decoderfunctie) Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt 2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven. 2 Druk herhaaldelijk op SELECT op de afstandsbediening om de gewenste decoder te selecteren. U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. GEAVANCEERDE BEDIENING 7ch Stereo CT LEVEL SL LEVEL SR LEVEL SB LEVEL PL LEVEL PR LEVEL SELECT 1 7 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SUR. DECODE op de afstandsbediening om de surround decoderfunctie te selecteren. AMP SOURCE TV SUR. DECODE 6 y • U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en vervolgens herhaaldelijk op l / h op de afstandsbediening te drukken. • U kunt desgewenst de instellingen voor de decoder wijzigen. Druk op PARAMETER en vervolgens herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om de gewenste decoderparameter te selecteren. U kunt de ingestelde waarde voor de geselecteerde parameter veranderen door herhaaldelijk op l / h op de afstandsbediening te drukken. Nederlands 73 Nl GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN ■ Decoder beschrijvingen Toets afstandsbediening Categorie van het programma Naam van het programma SURROUND DECODE PLIIxMusic PLIIMusic SUR.DECODE 6 Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82). PANORAMA DIMENSION CENTER WIDTH Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 70) SUR.DECODE 6 SURROUND DECODE Omschrijving van het programma PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal. SUR.DECODE 6 SURROUND DECODE PLIIx Movie PL II Movie Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82). SUR.DECODE 6 SURROUND DECODE PLIIx Music PL II Music Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82). PANORAMA SUR.DECODE 6 DIMENSION SURROUND DECODE CENTER WIDTH PLIIx Game PL II Game Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82). SUR.DECODE 6 SURROUND DECODE Neo: 6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal. SUR.DECODE 6 SURROUND DECODE Neo:6 Music DTS verwerking voor muziekmateriaal. C. IMAGE y Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het “SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma selecteren. 74 Nl GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN Decoder parameter beschrijvingen Decoderparameter Kenmerken PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music PANORAMA Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect. PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music DIMENSION Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Keuzes: OFF, ON Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren) Begininstelling: STD (standaard) PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music CENTER WIDTH Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers. Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven) Begininstelling: 3 DTS Neo:6 Music C.IMAGE DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken. Instelbereik: 0,0 t/m 1,0 Begininstelling: 0.3 Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono Movie”). Zie bladzijde 47 voor details over MOVIE geluidsveldprogramma’s. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op MOVIE op de afstandsbediening tot u het gewenste MOVIE geluidsveldprogramma heeft geselecteerd. y U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en vervolgens herhaaldelijk op l / h op de afstandsbediening te drukken. Beschikbare decoders Decoder Functies PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal PLIIx Movie PLII Movie Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82). AMP GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Selecteren van de met geluidsveldprogramma’s te gebruiken decoders MOVIE SOURCE 4 TV 2 Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal Nederlands Druk herhaaldelijk op SELECT om de decoder te selecteren die u wilt gebruiken met het geselecteerde geluidsveldprogramma. U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. 75 Nl GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN ■ Selecteren van decoders voor multikanaals materiaal Als u surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk herhaaldelijk op EXTD SUR. op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen 5.1- of 6.1/7.1-kanaals weergave. AMP EXTD SUR. SOURCE 8 TV 2 Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder te selecteren terwijl de naam van de decoder getoond wordt. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Automatisch AUTO Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/ 7.1 kanalen selecteren. Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/ 7.1 kanalen worden weergegeven. 76 Nl Decoders Afhankelijk van de formattering van het weergegeven materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders. Decoder Functies PLIIxMovie q D+PLIIx Movie DTS+PLIIx Movie MPCM+PLIIx Movie DSD+PLIIx Movie Voor weergave van multikanaals materiaal via 7.1 kanalen met de Pro Logic IIx filmdecoder. PLIIxMusic q D+PLIIx Music DTS+PLIIx Music MPCM+PLIIx Music DSD+PLIIx Music Voor weergave van multikanaals materiaal via 6.1/ 7.1 kanalen met de Pro Logic IIx muziekdecoder. DTS ES DTS 96/24 ES Voor weergave van DTS signalen via 6.1/7.1 kanalen met de DTS-ES decoder. DOLBY D EX DTS+DOLBY EX MPCM+DOLBY EX DSD+DOLBY EX Voor weergave van multikanaals materiaal via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. Uit OFF Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te creëren. Opmerkingen • “PLIIx Movie” is alleen beschikbaar wanneer “SB L/R SP” (zie bladzijde 82) is ingesteld op “SMLx2” of “LRGx2”. • Sommige discs met 6.1/7.1-kanaals materiaal hebben geen aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1/7.1-kanaals materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx Music”, “EX/ES” of “EX”) te kiezen. • In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt: – wanneer “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 81) of “SB L/R SP” (zie bladzijde 82) op “NONE” staat. – wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron wordt weergegeven. – wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter surroundsignalen bevat. – wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt weergegeven. – wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 51) of Pure Direct (zie bladzijde 50) functie is ingeschakeld. • Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling terugkeren naar “AUTO”. • De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SB L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 82). DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. ■ Automatische setup AUTO SETUP Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 32). ■ Handmatige setup MANUAL SETUP Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen. Basismenu 1 BASIC MENU Gebruik dit menu om met de hand de basisinstellingen voor uw systeem aan te passen. Parameter Kenmerken Bladzijde A)SPEAKER SET Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen en de crossover frequentie. 80 B)SP LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. 83 C)SP DISTANCE Instellen van de vertraging voor elke luidspreker. 83 D)TEST TONE Aan of uit zetten van de testtoon voor de SPEAKER SET, SPEAKER LEVEL en SP DISTANCE instellingen. 84 Parameter Kenmerken GEAVANCEERDE BEDIENING Geluidsmenu 2 SOUND MENU Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of projectoren. Bladzijde A)EQUALIZER Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker. 84 B)LFE LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen. 85 C)DYNAMIC RANGE Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen. 85 D)AUDIO SET Aanpassen van de volume-afname bij het tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave (MUTE), de audiovertraging en de instellingen voor het passeren van de toonregeling. 86 E)HDMI SET Selecteren van de component voor weergave van HDMI audiosignalen. 86 Nederlands 77 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) Ingangsmenu 3 INPUT MENU Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven. Parameter Kenmerken Bladzijde A)I/O ASSIGNMENT Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden componenten. 87 B)INPUT RENAME Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven. 88 C)VOLUME TRIM Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting. 89 D)DECODER MODE Selecteren van de ingangsfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. 89 E)MULTI CH SET Instellen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor de broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten. 89 Optiemenu 4 OPTION MENU Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen. Parameter Kenmerken Bladzijde A)DISPLAY SET Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen. 90 B)MEMORY GUARD Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU” instellingen. 92 C)AUDIO SELECT Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s. 92 D)DECODER MODE Kiezen of u de instellingen wilt initialiseren of eerder gemaakte instellingen wilt oproepen voor de ingangsfunctie die geselecteerd is in het INPUT MENU. 92 E)PARAM.INI Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s. 92 F)ZONE SET Aanpassen van de Zone 2 en Zone 3 parameters. 93 G)DOCK SET Instellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat. 93 ■ Signaalinformatie SIGNAL INFO Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 42). 78 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) Gebruiken van het SET MENU 2 Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en de instellingen te verrichten. Druk op k / n en selecteer “MANUAL SETUP”. PRESET/CH SET MENU AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TV  1 ENTER TV MUTE TV INPUT PRESET/CH PRESET/CH LEVEL LEVEL 2-6 AUDIO ENTER []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter 1,7 A-E/CAT. A/B/C/D/E PARAMETER PARAMETER STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT EFFECT XM MEMORY LIVE/CLUB CLASSICAL CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO STEREO SUR. SUR. DECODE DECODE SELECT SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 NIGHT NIGHT ENHANCER 9 0 + 10 ENT 3 y Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te openen. Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. PRESET/CH ENTER ;MANUAL SETUP p .1BASICMENU 2SOUNDMENU 3INPUTMENU 4OPTIONMENU []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter A/B/C/D/E p • U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel geluid aan het weergeven is. • Als u op PARAMETER drukt terwijl u bezig bent in het “SET MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd. • Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te selecteren en te wijzigen. • Druk op RETURN of l om terug te keren naar het vorige menuniveau. y Opmerking Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU om het “SET MENU” te openen. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. U kunt ook op h drukken om het geselecteerde menuonderdeel te openen. 4 Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste menu te selecteren en druk op ENTER om het te openen. De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het “SOUND MENU” wordt geselecteerd. PRESET/CH GEAVANCEERDE BEDIENING U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 53). 1 p MENU SRCH MODE BAND BAND A/B/C/D/E PURE DIRECT p TITLE MUTE SET SET MENU MENU ;AUTO SETUP . ;MANUAL SETUP . ;SIGNAL INFO PRESET/CH AMP SET MENU SOURCE ENTER MENU SRCH MODE TV A/B/C/D/E ENTER A/B/C/D/E SET MENU  .;AUTOSETUP ;MANUALSETUP .;SIGNALINFO p p 2 SOUND MENU 2/2 . E)HDMI SET p []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p p p [ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter 2 SOUND MENU 1/2 . A)EQUALIZER B)LFE LEVEL C)DYNAMIC RANGE D)AUDIO SET []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Nederlands 79 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) 5 Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste submenu te selecteren en druk op ENTER om het te openen. Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “LFE LEVEL” wordt geselecteerd. 1 BASIC MENU Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen wijzigen. 2 BASIC MENU PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER p p . A)SPEAKERSET B)SPLEVEL C)SPDISTANCE D)TESTTONE []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter A/B/C/D/E A/B/C/D/E ■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. B)LFE LEVEL .SPEAKER;;;;;;0dB HEADPHONE;;;;0dB y p 6 p []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ Druk op k / n om de gewenste parameter te selecteren en vervolgens op l / h om de instelling te wijzigen. • Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen. PRESET/CH • Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. • Wanneer de diameter van de woofer van de box groter is dan 16 cm, dient u de corresponderende luidspreker-instelling op “LARGE” (of “LRG”) te zetten. LFE/Bass out LFE/BASS OUT Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven. Keuzes: SWFR, FRONT, BOTH PRESET/CH LFE/BASS OUT ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E [ SWFRFRONTBOTH 7 Druk op SET MENU om de “SET MENU” te verlaten. SET MENU MENU SRCH MODE 80 Nl • Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. • Selecteer “FRONT” (voor) als u geen subwoofer heeft aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 80). • Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 80). DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) Voor-luidsprekers FRONT SP Keuzes: SMALL, LARGE FRONT SP   SMALLLARGE [ • Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voorluidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden (zie bladzijde 80). • Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voorluidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Alle signalen voor de linker en rechter voorkanalen worden naar de linker en rechter voorluidsprekers gedirigeerd. Opmerkingen Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. L/R SP Keuzes: NONE, SML, LRG SUR. L/R SP NONESMLLRG [ • Selecteer “NONE” (geen) als u geen surroundluidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie bladzijde 49) en zal “SB L/R SP” automatisch op “NONE” (geen) worden ingesteld. • Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden. • Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd. GEAVANCEERDE BEDIENING • Als “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT” (zie bladzijde 80), zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling. • Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT” (zie bladzijde 80), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT SP”. Als “FRONT SP” van tevoren op een andere instelling dan “LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch veranderen naar “LARGE”. • Selecteer “LRG” (groot) als u een grote middenluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden naar de midden-luidspreker gedirigeerd. Midden-luidspreker CENTER SP Keuzes: NONE, SML, LRG CENTER SP NONESMLLRG [ Nederlands • Selecteer “NONE” (geen) als u geen middenluidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voorluidsprekers worden gestuurd. • Selecteer “SML” (klein) als u een kleine middenluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”. 81 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) Surround achter-luidsprekers SB L/R SP Keuzes: NONE, SMLx1, SMLx2, LRGx1, LRGx2 SB L/R SP SMLx1 [ SMLx2 • Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround achterluidsprekers heeft aangesloten. De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd. • Selecteer “SMLx1” (klein x 1) als u een kleine surround achter-luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit de linker en rechter surround-achterkanalen zullen gedirigeerd worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” en de rest van de surroundachterkanalen zal naar de linker surround achterluidspreker worden gestuurd. • Selecteer “SMLx2” (klein x 2) als u twee kleine surround achter-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en rechter surround-achterkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden. • Selecteer “LRGx1” (groot x 1) als u een grote surround achter-luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de linker surround achter-luidspreker worden gestuurd. • Selecteer “LRGx2” (groot x 2) als u twee grote surround achter-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de linker en rechter surround achter-luidsprekers worden gestuurd. Aanwezigheidsluidsprekers PRESENCE SP Gebruik deze functie wanneer u aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel. Keuzes: NONE, YES Lage tonen crossover CROSS OVER Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 80 en 82). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op “LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 80 en 82). Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz CROSS OVER FREQ;;;80Hz Subwooferfase SUBWOOFER PHASE Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen. Keuzes: NORMAL, REVERSE 02ASUBWOOFER PHASE NORMALREVERSE [ • Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw subwoofer niet wilt omkeren. • Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer om te keren. Aanwezigheids-/surround achterkanaal voorkeur PRIORITY Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij uw aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achter-luidsprekers bij het afspelen van materiaal met signalen voor een surround achterkanaal met de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s. Keuzes: PRNS, SB PRIORITY PRESENCE SP PRNS NONEYES [ • Selecteer “NONE” (geen) als u geen aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten. • Selecteer “YES” (ja) als u wel aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten en deze ook wilt gebruiken. 82 Nl SB [ • Selecteer “PRNS” als u uw aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het surround achterkanaal zullen worden weergegeven via de suround-luidsprekers. • Selecteer “SB” als u uw surround achter-luidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal wordt gedetecteerd in een CINEMA DSP programma. Eventuele signalen voor een aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via de voor-luidsprekers. DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) ■ Luidsprekerniveau B)SP LEVEL Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 80) geselecteerde luidsprekers. Instelbereik: –10,0 t/m +10,0 dB Instelstap: 0,5 dB Begininstelling: FR. L/FR. R/SWFR/PR. L/PR. R: 0 dB CENT./SUR. L/SUR. R/SB L/SB R: –1,0 dB ■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. C)SP DISTANCE B)SP LEVEL p p  -__________+ .FR.L;;;;;;;;;; FR.R;;;;;;;;;; CENT.;;;;;;;;;; . UNIT;;;;;;meters FRONTL;;;;3.00m FRONTR;;;;3.00m CENTER;;;;;2.60m []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ p p []/[]:Up/Down [p]/[[]:Adjust Opmerkingen • “CENT.”, “SUR. L”, “SUR. R”, “SB L”, “SB R”, “SWFR”, “PR. L” en “PR. R” kunnen niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 81), “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 81), “SB L/R SP” (zie bladzijde 82), “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80) en “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) zijn ingesteld op “NONE”. • In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SB” worden getoond indien “SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 82). Eenheid UNIT Keuzes: meters (m), feet (ft) Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft) [Overige modellen]: meter (m) • Selecteer “meters” om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren. • Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in feet (voeten) in te kunnen voeren. GEAVANCEERDE BEDIENING • Selecteer “FR. L” om de balans voor de linker voorluidspreker in te stellen. • Selecteer “FR. R” om de balans voor de rechter voorluidspreker in te stellen. • Selecteer “CENT.” om de balans voor de middenluidspreker in te stellen. • Selecteer “SUR. L” om de balans voor de linker surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SUR. R” om de balans voor de rechter surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SB L” om de balans voor de linker surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SB R” om de balans voor de rechter surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in te stellen. • Selecteer “PR. L” om de balans voor de linker aanwezigheidsluidspreker in te stellen. • Selecteer “PR. R” om de balans voor de rechter aanwezigheidsluidspreker in te stellen. Luidsprekerafstanden Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80,0 ft) Instelstap: 0,10 m (0,5 ft) Begininstelling: FRONT L/FRONT R/SWFR/PRNS L/ PRNS R: 3.00m (10.0ft) CENTER: 2.60m (8.5ft) SUR. L/SUR. R/SB L/SB R: 2.40m (8.0ft) 83 Nl Nederlands • Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker voor-luidspreker in te stellen. • Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter voor-luidspreker in te stellen. • Selecteer “CENTER” om de afstand voor de middenluidspreker in te stellen. • Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SB L” om de afstand voor de linker surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SB R” om de afstand voor de rechter surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in te stellen. • Selecteer “PRNS L” om de afstand voor de linker aanwezigheidsluidspreker in te stellen. • Selecteer “PRNS R” om de afstand voor de rechter aanwezigheidsluidspreker in te stellen. DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) 2 SOUND MENU Opmerkingen • “CENTER”, “SUR. L”, “SUR. R”, “SB L”, “SB R”, “SWFR”, “PRNS L” en “PRNS R” kunnen niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 81), “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 81), “SB L/R SP” (zie bladzijde 82), “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80) en “PRESENCE SP” (zie bladzijde 82) zijn ingesteld op “NONE”. • In plaats van “SB L” en “SB R”, zal “SB” worden getoond indien “SB L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 82). 2 SOUND MENU 2/2 . E)HDMI SET p []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p []/[]:Select ) ) p D)TEST TONE TEST TONE;;;;OFF 2 SOUND MENU 1/2 . A)EQUALIZER B)LFE LEVEL C)DYNAMIC RANGE D)AUDIO SET []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p ■ Testtoon D)TEST TONE Aan of uit zetten van de testtoon voor de SPEAKER SET, SP LEVEL en SP DISTANCE instellingen. Keuzes: ON, OFF Hiermee kunt u met de hand luidspreker-instellingen wijzigen of compenseren voor vertragingen bij het verwerken van videosignalen bij gebruik van LCD monitoren of projectoren. De meeste SOUND MENU parameters worden automatisch ingesteld wanneer u de AUTO SETUP (zie bladzijde 32) laat doen. ■ Equalizer A)EQUALIZER Gebruik deze functie om te kiezen tussen de parametrische en de grafische equalizer. Equalizer selecteren SELECT Gebruik deze functie om het type equalizer te kiezen. Keuzes: AUTO PEQ, GEQ, EQ OFF y Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB. A)EQUALIZER SELECT;;;;;;;GEQ ) ) []/[]:Adjust [ENTER]:Enter Opmerkingen • Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het “BASIC MENU” verlaat. • Als u “ON” kiest en het “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” of “SP DISTANCE” menu opent, zal de testtoon via de geselecteerde luidsprekers worden weergegeven. • Selecteer “AUTO PEQ” om de parametrische equalizer zoals ingesteld via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32) te gebruiken. • Selecteer “GEQ” om de ingebouwde 7frequentiebanden grafische equalizer zo in te stellen dat de toonkleuren van de diverse luidsprekers met elkaar overeenkomt. Druk op ENTER om het scherm voor de grafische equalizer te openen. • Selecteer “EQ OFF” om de equalizerfunctie uit te schakelen. Opmerking U kunt alleen “AUTO PEQ” selecteren wanneer u eerst al de “AUTO SETUP” heeft uitgevoerd (zie bladzijde 32). In dit geval zal “AUTO PEQ” automatisch geselecteerd staan als de standaardinstelling. 84 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) Graphische equalizer GEQ Hiermee kunt u de toonkleur van de midden-, L/R surround- en L/R surround achter-, surround achter-, L/R aanwezigheidsluidsprekers en de subwoofer afstemmen op die van de L/R voor-luidsprekers. U kunt instellingen verrichten voor 7 frequentiebanden (63Hz, 160Hz, 400Hz, 1kHz, 2.5kHz, 6.3kHz, 16kHz). Keuzes: –6,0 t/m +6,0 dB Instelstap: 0,5 dB A)EQUALIZER .CHANNEL;;FRONTL -______+ 63Hz ;;;;;; 0.0dB 160Hz ;;;;;; 0.0dB 400Hz ;;;;;; 0.0dB  ■ Niveau Lage Frequentie Effecten B)LFE LEVEL Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Instelbereik: –20 t/m 0 dB Instelstap: 1 dB B)LFE LEVEL p .SPEAKER;;;;;;0dB HEADPHONE;;;;0dB p []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ p Druk op k / n om een frequentieband te selecteren en op l / h om de geselecteerde frequentieband in te stellen. Opmerking De “GEQ” parameter kan alleen worden ingesteld wanneer “GEQ” is geselecteerd bij “SELECT”. Testtoon TEST TONE A)EQUALIZER p p  . TESTTONE;;;;OFF []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ Gebruik deze functie om instellingen te verrichten via de “GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon. Om “TEST TONE” te selecteren, dient u op het scherm voor de grafische equalizer herhaaldelijk op n te drukken. Keuzes: OFF, ON • Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven. • Selecteer “ON” om de geselecteerde luidsprekers testtonen te laten produceren. Luidspreker SPEAKER Stelt het LFE luidsprekerniveau in. Hoofdtelefoon HEADPHONE Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in. Opmerking Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 80) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd. ■ Dynamisch bereik C)DYNAMIC RANGE Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Keuzes: MIN, STD, MAX • Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren. • Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik. • Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste dynamische bereik te behouden. GEAVANCEERDE BEDIENING CHANNEL;;FRONTL -______+ 16kHz ;;;;;; 0.0dB  p []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ y C)DYNAMIC RANGE .SP:MINSTDMAX [ HP:MINSTDMAX [ p p []/[]:Up/Down []/[]:Select p [ Nederlands Luidspreker SP Stelt de compressie voor de luidsprekers in. Hoofdtelefoon HP Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in. 85 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) ■ Audio instellingen D)AUDIO SET Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen. ■ HDMI instellingen E)HDMI SET Gebruik deze functie om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven. E)HDMI SET D)AUDIO SET SUPPORT AUDIO: RX-V1700 Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid MUTING TYPE U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 41). Keuzes: FULL, –20dB • Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te stoppen. • Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB te verlagen. Audio vertraging AUDIO DELAY U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren. Instelbereik: 0 t/m 240 ms Instelstap: 1 ms Passeren toonregeling TONE BYPASS Gebruik deze functie om de geluidssignalen de schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 50). Keuzes: AUTO, OFF • Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de toonregeling wilt laten negeren om een zo puur mogelijke weergave te verkrijgen. • Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling helemaal genegeerd wordt. 86 Nl []/[]:Adjust p [ p p . MUTE TYPE;;;FULL A.DELAY;;;;;;0ms TONE BYPASS;AUTO LE>E []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ Audio ondersteuning SUPPORT AUDIO Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Keuzes: RX-V1700, OTHER • Kies “RX-V1700” om HDMI audiosignalen weer te laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. • Kies “OTHER” om HDMI audiosignalen weer te laten geven door een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting. Opmerking De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1 of HDMI IN 2 aansluiting van dit toestel, worden altijd gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) 3 INPUT MENU Via dit menu kunt u de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven. 3 INPUT MENU 1/2 3 INPUT MENU 2/2 . E)MULTI CH SET p []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p p p . A)I/OASSIGNMENT B)INPUT RENAME C)VOLUME TRIM D)DECODER MODE []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Voor de COAXIAL INPUT aansluitingen 1, 2 en 3 COAXIAL IN Keuzes: (1) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX, MULTI CH (2) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX, MULTI CH (3) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX, MULTI CH COAXIALIN ■ Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen A)I/O ASSIGNMENT U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening). y Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen A, B en C CMPNT-V IN Keuzes: [A] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX [B] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX [C] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX CMPNT-VINPUT  Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 4, 5, 6 en 7 OPTICAL IN Keuzes: (4) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, MULTI CH (5) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, MULTI CH (6) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, MULTI CH (7) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, MULTI CH OPTICALIN1/2 GEAVANCEERDE BEDIENING De naam van de signaalbron tussen haakjes geeft de standaard ingestelde signaalbron aan.  .(1);;;;; CD ( CD )  (2);;;;; DVD ( DVD ) (3);;;;;DVR/VCR2 (DVR/VCR2) OPTICALIN2/2   .(4);;;;;CD (CD) (5);;;;; DVD (DVD ) (6);;;;;DTV (DTV) .(7);;;;;CBL/SAT (CBL/SAT) .[A];;;;;DVD (DVD) [B];;;;;DTV (DTV) [C];;;;;CBL/SAT (CBL/SAT) Nederlands 87 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) Voor de OPTICAL OUTPUT aansluitingen 8 en 9 OPTICAL OUT Keuzes: (8) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX (9) MD/TAPE, CD-R, CD, PHONO, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX 1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren. PHONO TUNER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV VCR 1 OPTICALOUT  .(8);;;;;MD/TAPE (MD/TAPE ) (9);;;;;;;CD-R (CD-R) 2 Druk op l / h op de afstandsbediening om de “_” (onderstreping) onder de spatie of het teken dat u wilt bewerken te plaatsen. Opmerkingen PRESET/CH • U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting. • Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Voor HDMI IN aansluitingen 1 en 2 HDMI IN Keuzes: [IN1] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX [IN2] DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX ENTER A/B/C/D/E 3 Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met l / h naar het volgende teken. PRESET/CH PRESET/CH HDMI IN ENTER ENTER .[IN1];;; DVD ( DVD ) [IN2];;;CBL/SAT (CBL/SAT) A/B/C/D/E A/B/C/D/E Opmerkingen ■ Signaalbronnen nieuwe namen geven • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op n om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: A t/m Z, 0 t/m 9, a t/m z, symbolen (#, *, –, +, enz.), spatie. B) INPUT RENAME Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel verschijnen veranderen. C)INPUTRENAME  DVD-> DVD ________ 4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen van andere signaalbronnen wilt veranderen. 5 Druk nog eens op SET MENU op de afstandsbediening om de “INPUT RENAME” functie af te sluiten. p p [p]/[[]:Position []/[]:Chara. y • Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen en component video ingangsaansluitingen. • U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen. Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen” op bladzijde 99. 88 Nl SET MENU MENU SRCH MODE DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) ■ Volume Trim C)VOLUME TRIM ■ Multikanaals ingang Setup Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Keuzes: TUNER, PHONO, CD, CD-R, MD/TAPE, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX, DOCK, MULTI CH Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB Instelstap: 0,5 dB Begininstelling: 0,0 dB E)MULTI CH SET Instellen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor een broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen voor de extra voorkanalen. E)MULTI CH SET . BGV;;;;;;;;;LAST INPUTCH;;;;;6CH p p TUNER;;;0.0dB PHONO;;;0.0dB CD;;;0.0dB CD-R;;;0.0dB []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ y Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen. D)DECODER MODE . p p CD ;;;;AUTO DVD ;;;;AUTO DTV ;;;;AUTO CBL/SAT ;;;;AUTO []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ • Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als ingangsfunctie wilt laten gebruiken. BGV BGV Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen. Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX, LAST, OFF • Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten gebruiken. • Selecteer “OFF” om dit toestel geen achtergrondvideo weer te laten geven. Ingangskanalen INPUT CH Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen wordt van de externe decoder. Keuzes: 6CH, 8CH • Selecteer “6CH” als de ingangssignalen uit 6 kanalen bestaan. • Selecteer “8CH” als de ingangssignalen uit 8 kanalen bestaan. GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Decoderfunctie D)DECODER MODE Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen. U kunt de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen instellen voor bepaalde audiosignalen (DTS, enz.). Keuzes: AUTO, DTS p p []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ C)VOLUME TRIM  Opmerking Als “ZONE2 AMP” is ingesteld op “[SP1]”, “[SP2]” of “BOTH” (zie bladzijde 93), zal er geen geluid worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers, ook niet als u “8CH” selecteert. Selecteer in dit geval “6CH” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen. Voor-ingang FRONT E)MULTI CH SET BGV;;;;;;;;;LAST INPUTCH;;;;;8CH .FRONT;;;;;;;;DVD p p []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ Opmerking De “FRONT” parameter komt alleen beschikbaar wanneer u “INPUT CH” instelt op “8CH”. 89 Nl Nederlands Als u 8ch heeft ingesteld bij “INPUT CH”, kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen. Keuzes: MD/TAPE, CD-R, CD, DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2, V-AUX DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) 4 OPTION MENU Opmerkingen Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. 4 OPTION MENU 1/2 4 OPTION MENU 2/2 . E)PARAM. INI F)ZONE SET G)DOCKSET p p []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p p . A)DISPLAYSET B)MEMORY GUARD C)AUDIO SELECT D)DECODER MODE []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter ■ Display instellingen A)DISPLAY SET Opmerking Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de parameters onder “DISPLAY SET” terug te zetten op de fabrieksinstellingen (met uitzondering van “DIMMER”, “SHORT MESSAGE”, “ON SCREEN” en “FL SCROLL”) (zie bladzijde 112). A)DISPLAYSET • Afhankelijk van de binnenkomende signalen of de systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het mogelijk dat het in-beeld display niet correct kan worden weergegeven. Zet in dergelijke gevallen “GRAY BACK” op “OFF”. • Zelfs wanneer “GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”, is het, afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven. Video conversie V CONV. Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten worden omgezet. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” om composiet, S-videosignalen en component videosignalen om te zetten en in voorkomende gevallen S-video- en component videosignalen op te waarderen naar HDMI videosignalen. • Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten.  p p .DIMMER;;;;;;;;;;0 OSD SHIFT;;;;;;;0 GRAY BACK;;;;AUTO VCONV.;;;;;;;;ON  []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ Dimmer DIMMER Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: – 4 t/m 0 Instelstap: 1 • Druk op l om het display op het voorpaneel te dimmen. • Druk op h om het display op het voorpaneel helderder te maken. OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld display) instellen. Instelbereik: –5 (naar boven) t/m +5 (naar beneden) Instelstap: 1 Begininstelling: 0 • Druk op l om het in-beeld display hoger op het scherm weer te geven. • Druk op h om het in-beeld display lager op het scherm weer te geven. Grijze achtergrond GRAY BACK Met deze functie kunt u een grijze achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Keuzes: AUTO, OFF • Selecteer “AUTO” om een grijze achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt. • Selecteer “OFF” om geen grijze achtergrond weer te laten geven op uw beeldscherm. 90 Nl Opmerkingen • Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom. • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder. • Stel “V CONV.” in op “ON” om het display voor de geluidsveldparameters en de verkorte meldingen weer te laten geven. • Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen “V CONV.” op “OFF”. • Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen worden binnenkomen (zoals videosignalen van een spelcomputer), is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal kunnen omzetten, ook al heeft u “V CONV.” ingesteld op “ON”. DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) Component geïnterlinieerd/progressieve opwaardering en omzetting CMPNT I/P Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aansluitingen in- of uit te schakelen zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting naar 480p/576p worden geproduceerd via de COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” om analoge geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen in te schakelen. • Selecteer “OFF” om analoge geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen uit te schakelen. Opmerkingen • Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op het in-beeld display (OSD) indien “V CONV.” is ingesteld op “OFF”. • Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat de SET MENU items niet op uw beeldscherm getoond kunnen worden wanneer “CMPNT I/P” is ingesteld op “ON”. Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de parameters onder “CMPNT I/P” terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 112). Opmerkingen • Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op het in-beeld display (OSD) indien “V CONV.” is ingesteld op “OFF”. • Wanneer een analoog videosignaal met een resolutie van 1080i of 720p wordt opgewaardeerd naar HDMI en wordt gereproduceerd via de HDMI OUT jack, is het mogelijk dat de beeldkwaliteit achteruit gaat. Opmerking De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen niet verschijnen: – wanneer er component videosignalen met een resolutie van 480p/576p, 720p, 1080i of 1080p binnenkomen – wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen Weergavetijd in-beeld display ON SCREEN Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu nog moet worden weergegeven op het in-beeld display (OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd. Keuzes: ALWAYS, 10SEC, 30SEC • Select “ALWAYS” om het in-beeld display voortdurend te laten weergeven tijdens een handeling. • Selecteer “10SEC” om het in-beeld display 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. • Selecteer “30SEC” om het in-beeld display 30 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. Scrollen over het display op het voorpaneel FL SCROLL Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer over het display is geschoven wanneer “DOCK” is geselecteerd als signaalbron. Keuzes: CONT, ONCE • Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend weer te laten geven op het display op het voorpaneel. • Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het voorpaneel te laten zien. GEAVANCEERDE BEDIENING HDMI geïnterlinieerde/progressieve weergave opwaardering en omzetting HDMI I/P Gebruik deze functie om de HDMI geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aansluitingen in- of uit te schakelen zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting naar 480p/576p worden geproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” om de HDMI geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen in te schakelen. • Selecteer “OFF” om de HDMI geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen uit te schakelen. Verkorte weergave meldingen SHORT MESSAGE Gebruik deze functie om de verkorte weergave van meldingen aan of uit te zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” om de verkorte weergave van meldingen in te schakelen. De inhoud van het display op het voorpaneel wordt onderaan het scherm getoond telkens wanneer het toestel bediend wordt. • Selecteer “OFF” om de verkorte weergave van meldingen uit te schakelen. Nederlands 91 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) ■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD ■ Decoderfunctie D)DECODER MODE Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuzes: OFF, ON Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie standaard instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet. Keuzes: AUTO, LAST B)MEMORYGUARD  D)DECODER MODE OFFON [ [AUTO LAST []/[]:Adjust p [ [p]/[[]:Adjust  • Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie uit te schakelen. • Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te beveiligen: – DSP geluidsveldprogrammaparameters – alle “SET MENU” onderdelen – alle luidsprekerniveaus • Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste decoderfunctie wilt laten selecteren. • Kies “LAST” om het toestel automatisch de decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. Opmerking Opmerking Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen. Bij “LAST” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de EXTD SUR. toets op de afstandsbediening worden opgeroepen. ■ Audio selectie C)AUDIO SELECT Met deze functie kunt u de een bepaalde ingangsfunctie standaard instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet. Keuzes: AUTO, LAST ■ Parameters initialiseren E)PARAM.INI Met deze functie kunt u de instellingen voor alle geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in die groep worden teruggezet op hun beginwaarden. Druk op de corresponderende toetsen voor de geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het geluidsveldprogramma dat u wilt initialiseren te selecteren. Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn. Keuzes: CLASSICAL, LIVE/CLUB, ENTERTAINMENT, MOVIE, STEREO, SURROUND DECODE C)AUDIO SELECT [AUTO LAST [p]/[[]:Adjust  • Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Kies “LAST” om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. E)PARAM.INI  CLASSICAL *LIVE/CLUB ENTERTAINMENT *MOVIE STEREO SURROUNDDECODE Press DSP key Opmerking Bij “LAST” zal niet de laatst gebruikte instelling voor de EXTD SUR. toets op de afstandsbediening worden opgeroepen. Opmerkingen • U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft geïnitialiseerd. • U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren. • U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 92). 92 Nl DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP) ■ Zone instelling F)ZONE SET F)ZONE SET p p . ZONE2 VOL;;;;VAR ZONE3 VOL;;;;VAR ZONE2 AMP;;;;EXT ZONE3 AMP;;;;EXT []/[]:Up/Down []/[]:Adjust p [ Zone 2 volume ZONE2 VOL Zone 3 volume ZONE3 VOL Hiermee kunt u bepalen hoe de volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT aansluitingen. Keuzes: VAR, FIX • Kies “VAR” om het ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT volume tegelijkertijd met VOLUME +/– op de afstandsbediening te kunnen regelen. • Kies “FIX” om het ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT volumeniveau vast te zetten op een standaard niveau. Zone 2 versterker ZONE2 AMP Zone 3 versterker ZONE3 AMP • Als “BI-AMP” is ingesteld op “ON” via het “ADVANCED SETUP” menu, kunnen “[SP1]”, “[SP2]” en “BOTH” niet worden geselecteerd. • Wanneer “BOTH” is ingesteld bij “ZONE2 AMP”, kan alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE3 AMP”. • Wanneer “BOTH” is ingesteld bij “ZONE3 AMP”, kan alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE2 AMP”. • Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op “[SP1]” of “[SP2]” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers. • Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op “BOTH” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surroundluidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone. • Wanneer “ZONE2 AMP” en “ZONE3 AMP” zijn ingesteld op “[SP1]” of wanneer “[SP2]” en Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround-luidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone. • Wanneer u de interne versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3, is het mogelijk dat sommige geluidsveldprogramma’s niet op dezelfde manier werken als wanneer u de interne versterkers niet gebruikt voor Zone 2 of Zone 3. ■ Dock instelling G)DOCK SET G)DOCK SET .STANDBYCHRG;AUTO  []/[]:Adjust ) ) [ENTER]:Return Opladen terwijl het toestel uit (standby) staat STANDBY CHRG Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 66). Keuzes: AUTO, OFF • Selecteer “AUTO” om de batterij van de aangesloten iPod op te laden wanneer dit toestel aan staat en wanneer het uit (standby) staat. • Selecteer “OFF” om de batterij van de aangesloten iPod alleen op te laden wanneer dit toestel aan staat. GEAVANCEERDE BEDIENING U kunt instellen hoe de ZONE 2 en/of ZONE 3 luidsprekers versterkt moeten worden. Keuzes: EXT, [SP1], [SP2], BOTH • Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker via de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “[SP1]” om de ingebouwde surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de SP1 luidspreker-aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “[SP2]” om de ingebouwde surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de SP2 luidspreker-aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “BOTH” om de ingebouwde surround- en surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de SP1 en SP2 luidsprekeraansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. Opmerkingen Nederlands 93 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 96). Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ■ Bedienen van dit toestel ■ Bedienen van een TV Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen (zie bladzijde 6). Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV om uw TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of PHONO (zie bladzijde 96). Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV ingestelde code. POWER POWER TV AV POWER STANDBY AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV DVR/VCR 2 VCR 1 *1 *1 POWER POWER TV AV POWER STANDBY AUDIO SEL SLEEP CD MULTI CH IN *2 DVD PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD SELECT AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE SELECT TV AMP TV MUTE LEVEL TV INPUT MUTE PRESET/CH SET MENU TITLE PURE DIRECT MENU *1 *1 AUDIO ENTER A/B/C/D/E PARAMETER STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN + + CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE LEVEL *1 PRESET/CH TV SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT MOVIE AUDIO ENTER 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 *2 SOURCE SRCH MODE BAND + TV VOL A/B/C/D/E 9 0 FREQ/TEXT EON NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE PARAMETER *2 EFFECT CLASSICAL PTY SEEK START LIVE/CLUB DISC SKIP ON MACRO LEARN CLEAR RENAME ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 REC OFF STRAIGHT DISPLAY RETURN 9 0 FREQ/TEXT EON NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE PTY SEEK START *2 REC DISC SKIP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. *2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP staat. Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. Afstandsbediening *2 94 Nl Digitale TV/Kabel TV TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit. TV VOL +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. TV MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. TV INPUT Wijzigt de signaalbron. Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de “TV” kolom op bladzijde 95. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Bedienen van andere componenten Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE om andere apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen, of kunt selecteren te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 96). De volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen, of . Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op de geselecteerde component. 1 POWER POWER TV AV STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD 3 4 5 LEVEL + + CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE MENU PURE DIRECT AUDIO ENTER 6 PARAMETER STRAIGHT DISPLAY RETURN 8 9 0 EFFECT CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT 5 6 9 0 FREQ/TEXT EON 7 AMP + TV VOL SET MENU SRCH MODE A/B/C/D/E SELECT 2 PRESET/CH TITLE BAND EXTD SUR. 7 8 NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE A PTY SEEK START REC DISC SKIP SOURCE y De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen) om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen. DVD-speler/ DVD-recorder 1 AV POWER Aan/uit*1 2 CH + Videorecorder Kabel TV/ TV satellietontvanger OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME TV LD-speler CD-speler MD-recorder/ CD-recorder Cassettedeck Tuner Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 iPod Aan/uit*1 Aan/uit*1 VCR aan/ uit*2 TV kanaal hoger*3 Kanaal hoger Kanaal hoger Kanaal hoger TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 CH – TV kanaal lager*3 Kanaal lager Kanaal lager Kanaal lager TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TITLE Titel Titel Titel Titel ENTER Menu Enter Menu selectie Menu selectie PRESET/CH k Menu op Menu op Menu op Voorkeuzekanaal Hoger hoger (1 t/m 8) PRESET/CH n Menu neer Menu neer Menu neer Voorkeuzekanaal Lager lager (1 t/m 8) A/B/C/D/E l Menu links Menu links Menu links Voorkeuzekanaal Vorige menu lager (A t/m E) A/B/C/D/E h Menu rechts Menu rechts Menu rechts 3 4 8 9 0 A Volgende menu Richting A/B Voorkeuzekanaal Volgende hoger (A t/m E) menu RETURN Terug Terug Terug Terug 1-9, 0, +10 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen ll Terug zoeken Terug zoeken VCR terug zoeken*2 VCR terug zoeken*2 Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Zoeken, achteruit*4 hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken VCR vooruit zoeken*2 VCR vooruit Vooruit zoeken zoeken*2 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken Zoeken, vooruit*4 b Terug springen Hoofdstuk/ Terug Terug springen springen Terug springen Richting terug Terug springen a Vooruit springen Hoofdstuk/ Vooruit Vooruit springen springen Vooruit springen Richting vooruit Vooruit springen REC/ DISC SKIP Disc overslaan (speler) Opname (recorder) Opname VCR opname*2 VCR opname*2 Disc overslaan Opname Opname s Stop Stop VCR stop*2 VCR stop*2 Stop Stop Stop Stop Stop Pauze Pauze Pauze Pauze (Weergave/ pauze)*5 Weergave Weergave Weergave Weergave (Weergave/ pauze)*5 e Pauze Pauze VCR pauze*2 VCR pauze*2 p Weergave Weergave VCR weergave*2 VCR Weergave weergave*2 MENU Menu Menu Menu AUDIO Audio DISPLAY Display ENT Pauze GEAVANCEERDE BEDIENING 5 6 7 Band Vorige menu Audio Enter Display Display Enter/oproepen Enter Display Display Display Display Opmerkingen Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. Deze toetsen bedienen uw videorecorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor VCR 1 (zie bladzijde 96). *3 Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de “TV” kolom op bladzijde 95. *4 Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken. *5 Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie (zie bladzijde 66) *2 95 Nl Nederlands *1 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Selecteren van de te bedienen component U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen. In de volgende tabel staan de standaard ingestelde componenten (Archief: componentencategorie) en de afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen. Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes Ingang Druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren. De naam van de te bedienen component wordt getoond in het uitleesvenster van de afstandsbediening. Archief (componentencategorie) Fabrikant Standaard code TAPE YAMAHA 2700 TUNER YAMAHA 2607 PHONO TV – – TUNER TUNER YAMAHA 2602 SELECT ■ Bedienen van optionele apparatuur (‘Optie’ set) “OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze set is handig voor het programmeren van instructies die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat. Om de optionele set bedieningstoetsen te selecteren dient u net zo vaak op SELECT n te drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt. SELECT U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de extra of ‘optionele’ set bedieningstoetsen. Zie bladzijde 98 voor het programmeren van bedieningstoetsen voor deze set. Instellen van afstandsbedieningscodes CD YAMAHA 2300 DVD YAMAHA 2100 V-AUX/ DOCK TUNER YAMAHA 2606 CBL/SAT CABLE – – MD/TAPE MD YAMAHA 2500 CD-R CD-R YAMAHA 2400 DTV TV – – VCR 1 VCR – – DVR/VCR2 DVR YAMAHA 2807 DVD DVD YAMAHA 2100 Opmerking Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen. 1 Opmerking CD MULTI CH INPUT Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets, of om de set bedieningstoetsen die u wilt instellen te selecteren. AMP PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. 96 Nl CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD SOURCE TV DTV VCR 1 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 2 Houd vervolgens LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks. De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD) zullen om en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. 5 Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als de instelling niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. y LEARN Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets of op of SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5. y • U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op l / h om de componentencategorie (het ‘archief’) te veranderen. Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassettedeck), L;TUN (tuner), L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel), L;SAT (satelliet), L;VCR • Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk dan op de ingangskeuzetoets, of , of druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste set te selecteren. 6 Druk nog eens op LEARN om deze instelfunctie te verlaten. LEARN 7 Druk op p of AV POWER om te controleren of u de component in kwestie inderdaad met de afstandsbediening kunt bedienen. POWER of AV • U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. y Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. Opmerkingen 3 Druk op ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. Opmerking 0000 zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen code is ingesteld. 4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te voeren. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle beschikbare afstandsbedieningscodes. CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 9 0 GEAVANCEERDE BEDIENING Opmerkingen • “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en videoapparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen” op bladzijde 98) of dient u de met de apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken. • Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes. MOVIE Nederlands 97 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen 2 Leg deze afstandsbediening en de andere ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke ondergrond zodat hun infrarood vensters op elkaar gericht zijn. STANDBY POWER AV SLEEP POWER AUDIO SEL CD-R MULTI CH IN TV CD POWER MD/TAPE SLEEP TUNER POWER CBL/SAT STANDBY AUDIO SEL PHONO AV V-AUX/DOCK POWER TV DVD TITLE POWER DVR/VCR 2 SET MENU VCR 1 PRESET/CH DTV LEVEL SELECT U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk zijn onder één van de afstandsbedieningscodes, of als er geen geschikte afstandsbedieningscode gevonden kan worden, dan kunt u proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies van een andere afstandsbediening programmeren onder de op de volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke set bedieningstoetsen worden geprogrammeerd. Andere afstandsbediening PURE DIRECT 5 tot 10 cm MENU SRCH MODE BAND AUDIO ENTER A/B/C/D/E PARAMETER PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT SELECT CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 NIGHT ENHANCER 9 0 + 10 ENT FREQ/TEXT EON MODE MOVIE 3 Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. “LEARN” en de naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. PTY SEEK START REC AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE DISC SKIP SOURCE OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME TV Opmerking De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets, of om de set bedieningstoetsen die u wilt instellen te selecteren. AMP PHONO TUNER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD LEARN Opmerkingen • Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. 4 Druk op de toets waaronder u de nieuwe functie wilt programmeren. “LEARN” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. SOURCE V-AUX/DOCK CBL/SAT TV POWER CD MULTI CH IN SLEEP AV POWER POWER TUNER STANDBY TV DVD CD-R AUDIO SEL PHONO MD/TAPE AMP SELECT TV SOURCE DVR/VCR 2 + VCR 1 – VOLUME CBL/SAT + DTV – CH V-AUX/DOCK + PURE DIRECT AUDIO EFFECT STRAIGHT – MUTE SET MENU PARAMETER TV VOL TV INPUT MENU ENTER PRESET/CH SRCH MODE LEVEL TITLE TV MUTE BAND A/B/C/D/E DISPLAY 4 RETURN 8 MOVIE EXTD SUR. 3 ENTERTAIN SELECT 2 LIVE/CLUB SUR. DECODE 1 STEREO ENT ENHANCER 7 PTY SEEK START + 10 RENAME NIGHT MODE CLEAR CLASSICAL 6 0 5 EON LEARN 98 Nl 9 MACRO Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP zet en vervolgens instructies van andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen. FREQ/TEXT ON Opmerking REC VCR 1 DISC SKIP OFF DTV KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 5 Houd de toets waarvan u de functie wilt overnemen op de andere afstandsbediening ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt. “NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4. Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas wanneer u een andere component met een bepaalde set bedieningstoetsen wilt gebruiken. AV STANDBY SLEEP POWER MULTI CH IN POWER CD DVD CD-R TV MD/TAPE POWER TUNER DVR/VCR 2 SELECT AUDIO SEL PHONO VCR 1 CBL/SAT DTV V-AUX/DOCK 1 Andere afstandsbediening Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets, of om de set bedieningstoetsen waaraan u een andere naam wilt geven te selecteren. De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in het uitleesvenster. AMP SOURCE y TV • Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere functie wilt programmeren. • Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een andere component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 4 en 5. PHONO of TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD AMP DTV VCR 1 SOURCE TV GEAVANCEERDE BEDIENING 6 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie te verlaten. LEARN Opmerkingen 2 Druk met een balpen of iets dergelijks RENAME in. RENAME Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. Nederlands • “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies. • In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet werkt: – wanneer de batterijen in deze of in de andere afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn. – wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te groot of te klein is. – wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet goed op elkaar gericht zijn. – wanneer de afstandsbediening in de zon ligt. – wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen continu is of zeer ongewoon. 99 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 3 Druk op k / n om een teken te selecteren en in te voeren. Door op n te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash) en spatie. Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Macro programmeerfuncties De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen (zie bladzijde 102). ■ MACRO handelingen 4 Druk op h om de cursor naar de volgende tekenpositie te verplaatsen. Macrotoetsen PRESET/CH POWER POWER TV AV STANDBY POWER AUDIO SEL SLEEP FREQ/TEXT EON MODE PTY SEEK START REC DISC SKIP ENTER PHONO TUNER CD MULTI CH IN V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD OFF ON MACRO A/B/C/D/E MACRO ON/OFF y Druk op l om de cursor naar de vorige tekenpositie te verplaatsen. 5 1 y Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets, of , of druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5. RENAME MACRO ON MACRO LEARN CLEAR 2 Druk op de gewenste macrotoets. 3 Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF wanneer u klaar bent met het programmeren van macro’s. OFF 6 CLEAR Zet MACRO ON/OFF schakelaar op ON. OFF Druk op ENTER om de nieuwe naam definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. LEARN ON MACRO LEARN CLEAR Druk nog eens op RENAME om de functie voor het geven van nieuwe namen te verlaten. RENAME Opmerkingen Opmerking “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. y Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen en component video ingangsaansluitingen. Raadpleeg “Signaalbronnen nieuwe namen geven” op bladzijde 88. 100 Nl • Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen). • Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht tot de macro klaar is. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Standaard macrofuncties Druk op macrotoets Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden Eerste Tweede Derde STANDBY STANDBY POWER POWER — — (*1) (*2) POWER TV POWER — — POWER — PHONO PHONO TUNER TUNER CD CD MULTI CH IN MULTI CH IN V-AUX/DOCK V-AUX/DOCK CBL/SAT — (*3) CBL/SAT POWER MD/TAPE (*1) MD/TAPE CD-R DTV DTV VCR 1 VCR 1 — (CD set) (*4) — — — (MD/TAPE set) (*4) (CD-R set) (*4) — (VCR 1 set) (*4) DVR/VCR 2 (DVR/VCR 2 set) (*4) DVD GEAVANCEERDE BEDIENING CD-R DVR/VCR 2 — DVD (DVD set) (*4) *1 U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC OUTLETS netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten component. *2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 96), kunt u uw TV aan zetten zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO. *3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet. *4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 98) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 96). Nederlands 101 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Programmeren van macrohandelingen U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de afstandsbediening een aantal instructies uit te laten voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een macro gaat programmeren. Opmerking “AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op een andere dan een macrotoets drukt. 3 Opmerkingen • De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist. • Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd. • Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het regelen van het volume, in een macro te programmeren. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk vervolgens MACRO in met een balpen of iets dergelijks. “MCR ?” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. Druk in de gewenste volgorde op de toetsen voor de functies die u wilt opnemen in de macro. U kunt maximaal 10 stappen (10 functies) programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen en zal de macrofunctie automatisch worden afgesloten. Het volgende voorbeeld betreft het programmeren van deze procedure: Stap 1 (“MCR 1”): Druk op DVD. Stap 2 (“MCR 2”): Druk op AV POWER. Stap 3 (“MCR 3”): Druk op SLEEP. POWER POWER TV AV STANDBY 2 AMP MCR 2: AV POWER POWER AUDIO SEL SLEEP CD MULTI CH IN PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD MCR 3: SLEEP 3 1 SOURCE MCR 1: DVD TV of MACRO Geeft het aantal macro-stappen aan dat u heeft geprogrammeerd AMP SOURCE TV Knippert om en om zodat u de volgende stap kunt programmeren Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 2 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken. De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV 102 Nl VCR 1 STANDBY POWER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD Opmerking Druk op SELECT k / n om de geselecteerde set bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met SELECT k / n alleen de geselecteerde set bedieningstoetsen verandert. 4 Druk nog eens op MACRO met een balpen of iets dergelijks wanneer u klaar bent met programmeren. Opmerking “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Instellingen wissen 3 U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies, macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen. ■ Wissen van functiesets 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk vervolgens CLEAR in met een balpen of iets dergelijks. “CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster. AMP Houd CLEAR nog eens tenminste 3 seconden ingedrukt. “WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. CLEAR y Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie). SOURCE TV CLEAR of Opmerkingen AMP • “L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden duren. • “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. SOURCE TV Opmerking 2 GEAVANCEERDE BEDIENING Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren. L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen) Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor de set bedieningstoetsen in kwestie. De naam van een component wordt getoond achter een puntcomma (;). Druk op de ingangskeuzetoets voor de gewenste set bedieningstoetsen. L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor het bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel. L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies. M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s. RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen. FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet deze terug op de fabrieksinstellingen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Nederlands 103 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Wissen van een overgenomen (’geleerde’) functie 3 U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets, of om de set bedieningstoetsen waarvoor u een functie wilt wissen te selecteren. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de toets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. “C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening kunt u met de balpen of iets dergelijks CLEAR loslaten om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie. AMP MODE PTY SEEK START SOURCE TV PHONO TUNER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD LEARN of V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV AMP VCR 1 • Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal vervolgens stap 4. • Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). TV Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. “LEARN” en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. LEARN Opmerkingen • Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. 104 Nl RENAME y SOURCE 2 CLEAR 4 Druk nog eens op LEARN om deze functie te verlaten. Opmerkingen • “C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Wissen van een macrofunctie U kunt de functie wissen die onder een bepaalde macrotoets is geprogrammeerd. 1 2 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk vervolgens MACRO in met een balpen of iets dergelijks. “MCR ?” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de macrotoets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. “C;OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het wissen met succes is verlopen. AMP V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD SOURCE DTV VCR 1 TV of MACRO AMP OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME SOURCE TV y • Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 3 Druk nog eens op MACRO om de macrofunctie te verlaten. • “C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. GEAVANCEERDE BEDIENING Opmerkingen Nederlands 105 Nl GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De functies voor weergave in meerdere zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de eerste ruimte (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening. Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel. Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig: • Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte. • Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld). • Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte. y • U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken. • Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen. REMOTE REMOTE IN Infraroodontvanger OUT REMOTE IN OUT OUT YAMAHA component YAMAHA component Dit toestel REMOTE IN ■ Met externe versterkers Om een externe versterker te gebruiken voor Zone 2 of Zone 3, dient u de externe versterker te verbinden met de ZONE OUT aansluitingen en moet u “EXT” selecteren bij “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” (zie bladzijde 93). ZONE 3 AUDIO OUT ZONE 2 AUDIO OUT SP OUT Versterker Versterker MONITOR OUT DVD-speler (of andere component) VIDEO IN AUDIO IN Dit toestel MAIN SYSTEEM Afstandsbediening Afstandsbediening Infraroodontvanger Infraroodontvanger ZONE 3 ZONE 2 Infrarood-zender Eerste ruimte (hoofdzone) REMOTE OUT Tweede ruimte (Zone 2) Derde ruimte (Zone 3) REMOTE IN REMOTE IN Opmerkingen • Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte wanneer “ZONE2 VOL” of “ZONE3 VOL” is ingesteld op “FIX” (zie bladzijde 93). • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s. 106 Nl GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) ■ Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel BELANGRIJKE WAARSCHUWING VOOR UW VEILIGHEID De SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal. Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct gebruik. Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver. Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “[SP1]” of “[SP2]” voor “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” (zie bladzijde 93). Als u twee interne versterkers (zowel SP1 als SP2) van dit toestel wilt gebruiken Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “BOTH” voor “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” (zie bladzijde 93). R SP1 + – PRESENCE – + L R SP2 L + R + SURROUND BACK/ – BI-AMP – + L SINGLE – Tweede ruimte (Zone 2) Derde ruimte (Zone 3) Bedienen van Zone 2 of Zone 3 U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. ■ Selecteren van Zone 2 of Zone 3 Bediening via het voorpaneel 1 Druk op ZONE 2 ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart in of uit te schakelen. 2 Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROLS op het voorpaneel om de zone die u wilt bedienen te selecteren. ZONE CONTROLS GEAVANCEERDE BEDIENING Dit toestel Met elke druk op ZONE CONTROLS zal het display op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen. Er zal echter geen indicator gaan knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd. ZONE2 ZONE3 ZONE ON/OFF ZONE 2 ZONE 3 y ZONE2 Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties. ZONE3 Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties. 107 Nl Nederlands Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken om de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan te zetten. Er zal geen indicator gaan knipperen wanneer de hoofdzone is geselecteerd. GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) y • U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE CONTROLS nog eens ingedrukt. • De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld. 3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op bladzijde 109 voor andere handelingen. ■ Zone 2 en/of Zone 3 aan of uit zetten met de afstandsbediening POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt. • Wanneer u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 stand heeft geselecteerd, kunt u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten. • Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd, zullen door op POWER te drukken de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een druk op STANDBY deze zones tegelijk uit (standby) zal zetten. Bedieningsfunctie Uitleesvenster Naam van de POWER en STANDBY Hiermee zet u alleen de hoofdzone aan of uit (standby). Afstandsbediening Stand voor de geselecteerde set hoofdzone bedieningstoetsen 1 Zone 2 stand “ZONE 2” of “2;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of uit (standby) zetten. Zone 3 stand “ZONE 3” of “3;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of uit (standby) zetten. “ALL” POWER: zet de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan. STANDBY: hiermee zet u de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 tegelijkertijd uit (standby). Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op SELECT k om de zone die u wilt bedienen te selecteren. “ZONE 2” of “ZONE 3” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. AMP SOURCE SELECT Alle standen TV Opmerkingen of 2 3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op bladzijde 109 voor andere handelingen. Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3 bedieningsfunctie te verlaten 108 Nl • Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden wanneer er op POWER of STANDBY wordt gedrukt. • “ALL” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen wanneer er op SELECT n wordt gedrukt. ■ Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron voor de geselecteerde zone te selecteren. Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de signaalbron te selecteren, zal “2;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” of “3;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is geselecteerd. GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) ■ Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3 INPUT Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer “BALANCE” en verdraai vervolgens PROGRAM op het voorpaneel om de balans tussen de linker en rechter luidspreker in de geselecteerde zone te regelen. of AMP PHONO SOURCE TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT TV DTV VCR 1 CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD TONE CONTROL PROGRAM Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de TUNER functies te kunnen gebruiken in de geselecteerde zone. Voor details omtrent de bediening van de TUNER (radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op bladzijde 54. Opmerking De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones. y ■ Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en gebruik CH +/– op de afstandsbediening om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) te regelen, of gebruik TV VOL +/– om de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op ZONE CONTROLS op het voorpaneel. + TV VOL – GEAVANCEERDE BEDIENING AMP ■ Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3 SOURCE BASS TV + Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume voor de geselecteerde zone op het gewenste niveau in te stellen. VOLUME CH – TREBLE y + of VOLUME – y U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met TONE CONTROL op het voorpaneel. Zie “Toonregeling” op bladzijde 50 voor details. Opmerking Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 108). Druk op MUTE op de afstandsbediening om het in de geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen. Opmerking Wanneer u externe versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3, kunt u VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “ZONE2 VOL” of “ZONE3 VOL” is ingesteld op “VAR” via “ZONE SET” (zie bladzijde 93). Nederlands 109 Nl GEAVANCEERDE SETUP GEAVANCEERDE SETUP Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Opmerkingen • De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 31). • Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt. • Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent. • Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel. Gebruik van het ADVANCED SETUP 3 PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL A/B/C/D/E PRESET/TUNING/CH PRESET/ TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer de parameter waarvoor u de instelling wilt wijzigen. De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. Zie bladzijde 111 voor een complete lijst met alle beschikbare parameters. NIGHT EDIT CATEGORY INPUT DISPLAY SEARCH MODE ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R VIDEO AUDIO OPTICAL VIDEO AUX ON OFF MASTER 1-2,5 1 3 PROGRAM 2,4 Op dit moment geselecteerde parameter Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. Op dit moment geselecteerde parameterinstelling SPEAKER IMP. 8 MIN MASTER 2 4 Houd STRAIGHT op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/ OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. STRAIGHT EFFECT 5 Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT MASTER Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het voorpaneel om de geselecteerde instelling te wijzigen. Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen. MASTER y De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. 110 Nl GEAVANCEERDE SETUP ■ Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP. Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers. Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN • Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 8 Ω . • Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 6 Ω . SPEAKER IMP. 8ΩMIN Luidspreker Impedantieniveau Voor De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn. De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn. Surround Achter Voor 6ΩMIN De impedantie van elk van de luidsprekers moet 4 Ω of hoger zijn. Midden Surround WAKE ON RS232C Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de RS232C interface laten versturen terwijl het toestel uit (standby) staat. Keuzes: YES, NO Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: YES [Overige modellen]: NO • Selecteer “YES” om dit toestel gegevens te kunnen laten versturen via de RS-232C interface. • Selecteer “NO” om dit toestel geen gegevens te kunnen laten versturen via de RS-232C interface. ■ Afstandsbediening AMP ID Midden Surround ■ Inschakelen bij RS-232C gebruik De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6 Ω of hoger zijn. Surround Achter USER PRESET Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie bladzijde 122). Keuzes: CANCEL, RESET • Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel niet terug te zetten. • Select “RESET” om de instellingen van dit toestel terug te zetten. Opmerkingen • Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. ■ Sensor voor de afstandsbediening U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie bladzijde 97). ■ Afstandsbediening TUNER ID RC TUNER ID Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 114). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”. • Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”. Opmerking U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie bladzijde 114). ■ Afstemstap tuner TUNER FRQ STEP (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en Zuid Amerika. • Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden. Opmerking In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te laten staan. 111 Nl Nederlands REMOTE SENSOR Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel van dit toestel aan of uit zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” als u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening aan wilt zetten. • Selecteer “OFF” als u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening uit wilt zetten. Opmerking GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Gebruikersinstellingen RC AMP ID Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 97). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2001”. • Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2002”. GEAVANCEERDE SETUP ■ Bi-AMP BI-AMP Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” als u de bi-AMP functie aan wilt zetten. • Selecteer “OFF” als u de bi-AMP functie uit wilt zetten. Opmerking Wanneer BI-AMP is ingesteld op ON, kunnen de SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om surround achterluidsprekers aan te sluiten omdat de SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de bi-AMP aansluitingen (zie bladzijde 17). Instellen van een afstandsbediening ID Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd bedient als de standaard ID is ingesteld. Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel apart te kunnen bedienen. ■ Instellen van een AMP ID voor de afstandsbediening 1 ■ Video terugzetten VIDEO RESET Hiermee kunt u de parameter instellingen voor “DISPLAY SET” in het “OPTION MENU” initialiseren (zie bladzijde 90). Keuzes: YES, CANCEL Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE. AMP AMP SOURCE of TV SOURCE TV Opmerking De parameterinstellingen voor “DIMMER”, “SHORT MESSAGE”, “ON SCREEN” en “FL SCROLL” worden niet geïnitialiseerd (zie bladzijde 90). 2 Houd LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot “L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening. PRESET/CH LEARN ENTER A/B/C/D/E Opmerkingen • U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 3 Druk op ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde set bedieningstoetsen zal verschijnen in het uitleesvenster van de afstandsbediening. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E 112 Nl GEAVANCEERDE SETUP 4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste set bedieningstoetsen in te voeren. CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 9 0 ■ Instellen van een tuner ID voor de afstandsbediening 1 MOVIE Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk vervolgens op TUNER op de afstandsbediening om de tuner waarvoor een andere afstandsbediening ID wilt instellen te selecteren. AMP SOURCE TV AMP codes voor de afstandsbediening Selecteer één van de volgende codes om de AMP code voor de gewenste set bedieningstoetsen in te stellen. Functie AMP ID voor de afstandsbediening 2001 (begininstelling) Bedienen van het toestel met de standaardcode. ID1 (begininstelling) 2002 Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code. ID2 AMP archiefcode (afstandsbedieningsinstelling) TUNER of AMP SOURCE TV 2 Houd LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot “L;TUN” en “TUNER” verschijnen in het uitleesvenster van de afstandsbediening. PRESET/CH Opmerking GEAVANCEERDE BEDIENING U moet ook de corresponderende AMP ID voor de afstandsbediening instellen (zie bladzijde 111). LEARN ENTER A/B/C/D/E 5 Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. Opmerkingen • U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. PRESET/CH 3 ENTER A/B/C/D/E Druk op ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde set bedieningstoetsen zal verschijnen in het uitleesvenster van de afstandsbediening. PRESET/CH 6 Druk nog eens op LEARN om deze instelfunctie te verlaten. ENTER A/B/C/D/E LEARN Nederlands 113 Nl GEAVANCEERDE SETUP 4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste set bedieningstoetsen in te voeren. CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 9 0 MOVIE Afstandsbediening tunercodes Selecteer één van de volgende codes om de tunercode voor de gewenste set bedieningstoetsen op de afstandsbediening in te stellen. Tuner archiefcode Functie Afstandsbediening tuner ID 2602 (begininstelling) Bedienen van het toestel met de standaardcode. ID1 (begininstelling) 2603 Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code. ID2 (afstandsbedieningsinstelling) Opmerking U moet ook de corresponderende tuner ID voor de afstandsbediening instellen (zie bladzijde 111). 5 Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E 6 Druk nog eens op LEARN om deze instelfunctie te verlaten. LEARN 114 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. — De instelling voor de luidsprekerimpedantie is niet correct. Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 30 De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 14 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. De optimalisatie-microfoon is aangesloten. Maak de optimalisatie-microfoon los. 36 De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “HDMI”, “COAX/OPT” of “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 40 De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “ANALOG” terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal wordt afgespeeld. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”. 40 Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening). De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 14 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 41 Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CDROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd. — De HDMI componenten die zijn aangesloten op dit toestel bieden geen ondersteuning voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. 19 “SUPPORT AUDIO” is ingesteld op “OTHER” en “HDMI” audiosignalen worden niet weergegeven door dit toestel. Zet “SUPPORT AUDIO” op “RX-V1700” via de “MANUAL SETUP”. 86 21-27 Nederlands 115 Nl AANVULLENDE INFORMATIE 38, 41 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Geen beeld. Oorzaak Er wordt gebruik gemaakt van verschillende types video-aansluitingen voor de in- en uitgang van het beeldsignaal. Oplossing Zie bladzijde Zet “V CONV.” op “ON” of sluit uw broncomponenten op dezelfde manier aan op dit toestel als uw beeldscherm. 90 “SHORT MESSAGE” is ingesteld op “OFF”. Zet “SHORT MESSAGE” op “ON”. 91 “GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”. Zet “GRAY BACK” op “AUTO”. 90 “V CONV.” is ingesteld op “OFF”. Zet “V CONV.” op “ON”. 90 Er komen videosignalen binnen die niet standaard zijn. Verkorte meldingen worden niet weergegeven op het beeldscherm. De via de HDMI IN1 of HDMI IN2 aansluiting binnenkomende signalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Er komen progressieve of HDTV videosignalen binnen. Het geluid valt plotseling uit. Er klinkt alleen geluid uit de luidspreker aan één kant. De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is ingesteld. 30, 111 Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten. 41 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 14 Onjuiste balans ingesteld via “SP LEVEL”. Wijzig de “SP LEVEL” instellingen. 83 Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surroundluidsprekers worden geproduceerd. Er klinkt geen geluid uit de middenluidspreker. “CENTER SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”. Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”. 81 Eén van de HiFi DSP programma’s (uitgezonderd “7ch Stereo”) is geselecteerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 45 Er klinkt geen geluid uit de aanwezigheidsluidsprekers. De geluidsveldprogramma’s zijn uitgeschakeld. Kies STRAIGHT om de effecten in te schakelen. 49 U gebruikt een signaalbron of een programmacombinatie waarbij niet via alle kanalen geluid wordt geproduceerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 38 Er klinkt geen geluid uit de surroundluidsprekers. “SUR. L/R SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”. Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”. 81 Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand en er wordt mono materiaal weergegeven. Druk op STRAIGHT op het voorpaneel zodat “STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt. 49 Er klinkt geen geluid uit de surround achter-luidsprekers. “SUR. L/R SP” in het “SET MENU” is ingesteld op “NONE” en “SB L/R SP” is automatisch ingesteld op “NONE”. Zet “SUR. L/R SP” en “SB L/R SP” op een andere instelling dan “NONE”. 81 “SB L/R SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”. Zet “SB L/R SP” op een andere instelling dan “NONE”. 82 116 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Er klinkt geen geluid uit de subwoofer. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde “LFE/BASS OUT” staat op “FRONT” in het “SET MENU” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”. 80 “LFE/BASS OUT” in het “SET MENU” staat op “SWFR” of “FRONT” terwijl er een 2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven. Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”. 80 Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 40 U hoort een zeker gebrom. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — De draaitafel is niet verbonden met de GND aansluiting. Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND aansluiting van dit toestel. 24 Het volume is te laag bij weergave van een plaat. De plaat wordt afgespeeld op een draaitafel met een MC cartridge. Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MCkopversterker. 24 Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. — Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er wordt niet opgenomen door digitale opnameapparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OUTPUT aansluiting van dit toestel. De signaalbron is niet aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Er kan niet worden opgenomen door analoge opnameapparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen. De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. 24 De geluidsveldparameters en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd. “MEMORY GUARD” in het “SET MENU” staat op “ON”. Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”. 92 Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen. 22, 24 Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of DTS bronmateriaal opnemen. AANVULLENDE INFORMATIE Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) Nederlands 117 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Oplossing Zie bladzijde Probleem Oorzaak Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — “CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 14 U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — ■ Tuner FM AM Probleem Oorzaak Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Oplossing Zie bladzijde Controleer de aansluitingen van de antenne. 28 Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 57 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 57 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Programmeer de zenders opnieuw. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 57 58, 59 U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — 118 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 9 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 9 De schakelaar voor de bedieningsfunctie staat niet goed. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de juiste stand. Zet de afstandsbediening in de AMP stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de afstandsbediening op de SOURCE stand wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in de TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set wilt bedienen. — Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 96 Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 96 Oorzaak De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. De archiefcode van de afstandsbediening en de afstandsbedienings-ID van dit toestel komen niet overeen. Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit toestel overeenkomt met de archiefcode van de afstandsbediening. Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. Programmeer de gewenste functies apart onder de programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’. De batterijen van deze afstandsbediening en/of die van de andere afstandsbediening zijn te zwak. Vervang de batterijen. De afstand tussen de twee afstandsbedieningen is te groot of te klein. Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van elkaar. De signaalcodering of modulatie van de andere afstandsbediening is niet compatibel met deze afstandsbediening. Leren is niet mogelijk. Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te maken voor nieuwe functies. 103 Oplossing Zie bladzijde 97, 111 98 9 98 — AANVULLENDE INFORMATIE De afstandsbediening kan geen nieuwe functies leren. — ■ HDMI Foutmelding Oorzaak Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten. Verminder het aantal aangesloten HDMI componenten. — HDCP ERROR HDCP verificatie mislukt. Controleer of de aangesloten HDMI componenten ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. — 119 Nl Nederlands DEVICE OVER OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ iPod Opmerking Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het inbeeld display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 27). Statusmelding Loading... Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel is bezig de verbinding met uw iPod te herkennen. Dit toestel is bezig songlijsten over te nemen van uw iPod. Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw iPod. Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod universeel dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit toestel. 27 Probeer uw iPod te resetten. — Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. — Unknown type De gebruikte iPod wordt niet ondersteund door dit toestel. iPod connected Uw iPod is correct geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en de verbinding tussen uw iPod en dit toestel is correct tot stand gebracht. Disconnected Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. 27 Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod opgeslagen muziekstukken niet weergeven. Controleer of de muziekstukken op uw iPod inderdaad weergegeven kunnen worden. — Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel kunnen worden weergegeven. — ■ AUTO SETUP Voor AUTO SETUP Foutmelding Connect MIC! Unplug HP! 120 Nl Oorzaak Oplossing Zie bladzijde De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 32 Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los. — OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Tijdens AUTO SETUP Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde E-1:NO FRONT SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de L/R voor-luidsprekers. 14 E-2:NO SURR.SP Er wordt geen signaal voor een surroundkanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de surround-luidspreker. 14 E-3:NO PRNS. SP Er wordt geen signaal voor een aanwezigheidskanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de aanwezigheidsluidspreker. 14 E-4:SBR->SBL Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd. Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft. 14 Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “AUTO SETUP” onder stille omstandigheden. — Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon. — Wel surround achter-luidsprekers aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers. Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u surround achter-luidsprekers gebruikt. 14 De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 32 De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren. Controleer de instelling van de microfoon. 32 Controleer de aansluiting en de opstelling van de microfoon. 14 E-5:NOISY E-6:CHECK SUR. E-7:NO MIC E-8:NO SIGNAL E-9:USER CANCEL De “AUTO SETUP” procedure is geannuleerd door iets dat de gebruiker gedaan heeft. Doe de “AUTO SETUP” nog eens. E-10:INTERNAL ERROR Er is een interne fout opgetreden. Doe de “AUTO SETUP” nog eens. 32 32 Na AUTO SETUP Zie bladzijde Oorzaak Oplossing De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten. Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ of –). W-2:OVER 24m (80ft) De afstand tussen de luidspreker en de luisterplek is meer dan 24 m. Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. W-3:LEVEL ERROR Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden verkeren. — Controleer de aansluitingen van de luidspreker. 14 Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit. — Stel het uitgangsniveau van de subwoofer in. 32 W-1:OUT OF PHASE 14 AANVULLENDE INFORMATIE Waarschuwing — • Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren. • Als de waarschuwing “W-1” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn. • Als de waarschuwingen “W-2” of “W-3” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht. • Als foutmelding “E-10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum. 121 Nl Nederlands Opmerkingen RESETTEN VAN HET SYSTEEM RESETTEN VAN HET SYSTEEM Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Opmerkingen • Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. y Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand. 3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer “PRESET”. PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL MEMORY PRESET/ A/B/C/D/E PRESET/TUNING TUNING FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT STRAIGHT ZONE ON/OFF MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R VIDEO AUDIO OPTICAL PROGRAM PHONES VIDEO AUX ON OFF MASTER 1-2,5 1 3 2,4 USERPRESET Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. CANCEL 4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het voorpaneel om en selecteer “RESET”. MASTER STRAIGHT 2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/ OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. EFFECT USERPRESET RESET Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT y Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen. MASTER 5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit te schakelen. MASTER 122 Nl WOORDENLIJST WOORDENLIJST ■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen ■ Dolby Digital Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossoverschakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde waarde een HPF gewoon passeren. Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. ■ Component videosignaal In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. ■ Composiet videosignaal ■ ‘Dialogue normalization’ ‘Dialogue Normalization’ (dialoog normalisatie) is een Dolby Digital of DTS functie die verschillende programma’s op een gemiddeld niveau weergeeft zodat de gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er een ander Dolby Digital of DTS programma wordt weergegeven. Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “flyaround” effecten. ■ Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films en een “Game” stand voor spelletjes. AANVULLENDE INFORMATIE Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. ■ Dolby Digital EX ■ Dolby Pro Logic IIx 123 Nl Nederlands Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en een “Game” stand voor spelletjes. WOORDENLIJST ■ Dolby Surround ■ HDMI Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de audio/ video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen. Indien gebruikt in combinatie met HDCP (Highbandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”. ■ DSD Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge kwantisaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM technologie van gewone audio-CD’s. ■ DTS 96/24 DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video. ■ DTS (Digital Theater Systems) Digital Surround DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. 124 Nl ■ LFE 0.1 kanaal Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1kanaals systeem. ■ Neo:6 Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films. ■ PCM (Lineair PCM) Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. WOORDENLIJST ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. ■ S-videosignaal In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 125 Nl INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ■ Onderdelen van een geluidsveld ■ SILENT CINEMA Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft. Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen. YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. Vroege weerkaatsingen Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid voor ons helderder. Natrillingen Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze waarneming minder helder. Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld. Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor. ■ CINEMA DSP Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden. 126 Nl ■ Virtual CINEMA DSP YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. ■ Geluidsweergave door elk van de luidsprekers De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de diagrammen in de tabel hieronder voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma. Voor details omtrent de geluidsweergave door elk van de luidsprekers bij gebruik van de geluidsveldprogramma’s verwijzen we u naar “GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S” in de “APPENDIX” aan het eind van deze handleiding. Opmerking Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz. y Behalve voor “2ch Stereo”, “7ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de surround achter-luidsprekers (zie bladzijde 45). PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee, samen met de Parametric EQ instellingen (zie bladzijde 84), de frequentiekarakteristieken via een instelbare equalizer worden afgestemd op uw luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor) om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van de frequentiekarakteristieken. ■ Q factor De breedte van de opgegeven frequentieband wordt aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10. ■ Frequency Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz. ■ Gain Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van 0,5 dB, tussen –20 en +6 dB. YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw luistervoorkeuren aan via een combinatie van de bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en Q factor) voor elk van de equalizerbanden van de parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7 equalizerbanden voor elk kanaal. Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld (zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt (zoals in Afbeelding 1). Afbeelding 1 Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Frequentie Originele frequentiekarakteristiek AANVULLENDE INFORMATIE Gain (extra versterking) Afbeelding 2 Gain (extra versterking) Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Band 2 Originele frequentiekarakteristiek 127 Nl Nederlands Frequentie TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter 20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω .................................. 130 W • Dynamisch vermogen (IHF) 8/6/4/2 Ω ....................................................... 160/195/255/335 W • Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA) [Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen] 1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 175 W • Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ....................................................... 180 W • Dynamisch bereik 8 Ω ....................................................................................... 0,9 dB • IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ..................................................... 130 W • Dempingsfactor (IHF) 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 150 of meer • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Maximum ingangsvoltage PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer • Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900 Ω PRE OUT ................................................................. 1,0 V/1,2 kΩ SUBWOOFER ......................................................... 2,0 V/1,2 kΩ ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,4 kΩ • Toonregeling (L/R voor) BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz TREBLE turnover frequentie ........................................... 3,5 kHz • Zone 2/Zone 3 Toonregeling (L/R voor) BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/10 kHz TREBLE turnover frequentie ........................................... 2,0 kHz • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter) ......... 12 dB/oct L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct. VIDEO GEDEELTE • Videoformaat (Grijze achtergrond) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen] ...... NTSC [Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China] .......... PAL • Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL • Signaalniveau Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75 Ω S-video ............................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C) Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR) • Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit) ............................................................................... 1,5 Vp-p of meer • Signaal-ruis verhouding (Video omzetting uit) .................................................................................... 60 dB of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Component (Video omzetting uit) ........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω FM GEDEELTE • Frequentierespons CD aansluiting naar L/R voor Pure Direct ...................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] .............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz • RIAA Equalisatie-deviatie PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB • Totale harmonische vervorming PHONO t/m OUT (REC) (20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) PHONO (5 mV) naar L/R voor [Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ..... 81 dB of meer [Overige modellen] ................................................ 86 dB of meer CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 150 µV of minder • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer CD, enz. (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF) Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf) • Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf) • Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3% • Stereoscheiding (1 kHz) Stereo ................................................................................... 42 dB • Frequentierespons Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB • Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω AM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz • Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m 128 Nl TECHNISCHE GEGEVENS ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] .......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor het V.K. en Europa] .......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA [Overige modellen] ............................................................. 500 W • Stroomverbruik uit (standby) [Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder [Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom) ........................................................................ 0,33 W of minder [Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder • Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen] 6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W • Netstroomaansluitingen [Modellen voor de V.S. en Canada] .............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum) [Modellen voor Azië, China en Algemene modellen] .......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum) [Modellen voor het V.K. en Australië] .............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum) [Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum) • Afmetingen (b x h x d) ................................. 435 x 171 x 438,5 mm • Gewicht ................................................................................. 17,0 kg * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 129 Nl
1 / 1

Yamaha RX-V1700 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding

Gerelateerde artikelen