ETNA AFI8523ZT Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
Gebruiks-
aanwijzing
Afwasmachine
Notice
d'utilisation
Lave-vaisselle
Benutzer-
information
Geschirrspüler
User manual
Dishwasher
AFI8523
Inhoud
Veiligheidsinformatie 2
Beschrijving van het product 3
Bedieningspaneel 4
Bediening van het apparaat 5
De waterontharder instellen 5
Gebruik van zout voor de vaatwasser 6
Gebruik van glansspoelmiddel 7
De vaatwasser inruimen 8
Gebruik van vaatwasmiddelen 10
Een wasprogramma selecteren en starten
11
Wasprogramma's 12
Onderhoud en reiniging 13
Problemen oplossen 14
Technische gegevens 15
Montage 16
Aansluiting aan de waterleiding 16
Aansluiting aan het elektriciteitsnet 17
Milieubescherming 18
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Lees voor uw eigen veiligheid en correc-
te werking van het apparaat eerst deze
handleiding aandachtig door, alvorens
het apparaat te installeren. Bewaar deze
instructies altijd bij het apparaat, zelfs
wanneer u deze verplaatst of verkoopt.
Gebruikers moeten volledig op de hoog-
te zijn van de bediening en veiligheids-
functies van het apparaat.
Gebruik conform de voorschriften
• Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor
huishoudelijk gebruik.
• Gebruik het apparaat alleen om huishou-
delijk keukengerei dat geschikt is voor af-
wasmachines, schoon te maken.
• Doe geen oplosmiddelen in het apparaat.
Pas op voor explosiegevaar.
• Plaats de messen en alle voorwerpen met
scherpe punten met de punt naar beneden
in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze
dan horizontaal op het bovenrek.
• Gebruik alleen merkproducten voor af-
wasmachines (afwasmiddel, zout, glans-
spoelmiddel).
• Als u de deur opent als het apparaat in
werking is, kan er hete stoom ontsnappen.
Gevaar voor brandwonden.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasma-
chine voordat het afwasprogramma is af-
gelopen.
• Haal, als het afwasprogramma is afgelo-
pen, de stekker uit het stopcontact en
draai de waterkraan dicht.
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag
dit apparaat repareren. Gebruik alleen ori-
ginele reserveonderdelen.
• Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en
schade aan het apparaat te voorkomen.
Neem altijd contact op met onze service-
afdeling.
Algemene veiligheid
• Mensen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of ver-
standelijke vermogens of gebrek aan er-
varing en kennis mogen dit apparaat niet
gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan
of instructies krijgen over het gebruik van
dit apparaat van iemand die verantwoor-
delijk is voor hun veiligheid.
• Volg de veiligheidsinstructies van de af-
wasmiddelfabrikant op om brandwonden
aan ogen, mond en keel te voorkomen.
• Drink geen water uit de afwasmachine. Er
kan afwasmiddel in uw apparaat achter-
gebleven zijn.
• Sluit de deur altijd als u het apparaat niet
gebruikt om letsel te voorkomen. Boven-
dien struikelt u zo niet over de deur.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
Veiligheid van kinderen
• Alleen volwassenen mogen dit apparaat
gebruiken. Kinderen moeten in de gaten
gehouden worden om te voorkomen dat
zij met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstik-
king.
2
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge
plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen
niet aanraken.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwas-
machine als de deur open staat.
Installatie
• Controleer of het apparaat niet is bescha-
digd tijdens het vervoer. Sluit een bescha-
digd apparaat niet aan. Neem, indien no-
dig, contact op met de leverancier.
• Verwijder de verpakking vóór de eerste in-
gebruikneming.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon
moet de elektrische installatie uitvoeren.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon
moet het loodgieterswerk uitvoeren.
• Wijzig de specificaties van dit product niet
en verander dit product niet. Gevaar voor
letsel en schade aan het apparaat.
• Het apparaat niet gebruiken:
– als de hoofdkabel of waterslangen be-
schadigd zijn,
– als het bedieningspaneel, werkblad of
plint zodanig beschadigd zijn, dat u bij
het inwendige van het apparaat kan ko-
men.
Neem contact op met onze service-afde-
ling.
• Boor niet in de zijkanten van het apparaat
om schade aan de hydraulische en elek-
trische onderdelen te voorkomen.
Waarschuwing! Volg nauwkeurig de
instructies op voor de elektrische en
wateraansluitingen.
Beschrijving van het product
1 Bovenrek
2 Instelschijf waterhardheid
3 Zoutreservoir
4 Afwasmiddeldoseerbakje
5 Glansmiddeldoseerbakje
6 Typeplaatje
7 Filters
8 Onderste sproeiarm
9 Bovenste sproeiarm
3
Bedieningspaneel
4
A B
3
12
1 Aan/Uit-toets
2 Toets programmakeuze/annuleren / (CANCEL)
3 Indicatielampje
4 Programmalampjes
Indicatielampje
Het indicatielampje gaat aan wanneer het afwas-
programma is afgelopen. Hulpfuncties:
• Niveau van de waterontharder.
• In- of uitschakelen van de geluidssignalen.
• Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een
storing heeft.
Toets programmakeuze/annuleren
Gebruik de toets Programmakeuze/Annule-
ren voor de volgende handelingen:
• Selecteren van afwasprogramma. Zie het
hoofdstuk 'Instellen en starten van een
wasprogramma'.
• De waterontharder instellen. Lees het
hoofdstuk 'Waterontharder instellen'.
• In- of uitschakelen van de geluidssignalen.
Zie het hoofdstuk 'Geluidssignalen'.
• Een lopend programma annuleren. Zie het
hoofdstuk 'Instellen en starten van een
wasprogramma'.
Instelmodus
Het apparaat staat in de instelmodus als alle
programmacontrolelampjes uit zijn en het
lampje Einde programma knippert.
Het apparaat moet in de instelmodus staan
voor de volgende handelingen:
– Selecteren van een afwasprogramma.
– Het waterontharderniveau instellen.
– In- of uitschakelen van de geluidssignalen.
Als een programmalampje aan is, annuleer
dan het programma om terug te keren naar
de instelmodus. Zie het hoofdstuk 'Instellen
en starten van een afwasprogramma'.
Programmalampjes A en B
In aanvulling op de keuze van het bijbeho-
rende afwasprogramma hebben deze lamp-
jes extra functies:
• Op welke stand de waterontharder is in-
gesteld.
• In- en uitschakelen van de geluidssignalen.
Geluidssignalen
U kunt een geluidssignaal waarnemen:
• Aan het einde van het wasprogramma.
• Als het apparaat een storing heeft.
Activering van de geluidssignalen is fabrieks-
matig ingesteld.
4
De geluidssignalen kunnen worden uitge-
schakeld aan de hand van de volgende stap-
pen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Houd de toets programmakeuze/annule-
ren ingedrukt totdat het programma-
lampje A gaat knipperen en programma-
lampje B continu gaat branden.
4. Druk nogmaals op de toets programma-
keuze/annuleren.
– Programmalampjes A gaat branden.
– Het programma-indicatielampje B be-
gint te knipperen.
5. Wacht tot programmalampje A uit gaat.
– Het programma-indicatielampje B blijft
knipperen.
– Het controlelampje Einde gaat bran-
den.
Er klinken geluidssignalen.
6. Druk nogmaals op de toets programma-
keuze/annuleren.
– Het controlelampje Einde gaat uit.
De geluidssignalen gaan uit.
7. Schakel het apparaat uit om de handeling
op te slaan.
De geluidssignalen kunnen worden inge-
schakeld aan de hand van de volgende stap-
pen:
1. Voer de bovengenoemde procedure uit
totdat het controlelampje Einde gaat
branden.
Bediening van het apparaat
Zie de volgende instructies voor elke stap van
de procedure:
1. Controleer of het niveau van de water-
ontharder juist is voor de waterhardheid
in uw omgeving. Stel, indien nodig, de
waterontharder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor af-
wasmachines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met
glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de af-
wasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het type
lading en mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de
juiste hoeveelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie
hoofdstuk 'Gebruik van tabletten'.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en
zouten van de watertoevoer. Mineralen en
zouten kunnen een negatieve invloed heb-
ben op de werking van het apparaat.
De waterhardheid wordt gemeten in de vol-
gende gelijkwaardige schalen:
• Duitse graden (dH°).
• Franse graden (°TH).
• mmol/l (millimol per liter - een internatio-
nale eenheid voor de hardheid van water).
•Clarke.
Stel de waterontharder af op de waterhard-
heid in uw omgeving. Neem, indien nodig,
contact op met het lokale waterschap.
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4
5
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0,7 < 5
1
1)
1
1)
1) Geen zout nodig.
U moet de waterontharder handmatig
en elektronisch instellen.
Handmatige afstelling
Het apparaat in in de fabriek ingesteld op
stand 2.
1. Open de deur.
2. Verwijder het onderste rek.
3. Zet de schijf voor de waterhardheid in
stand 1 of 2 (zie tabel).
4. Plaats het onderste rek terug.
5. Sluit de deur.
Elektronische aanpassing
De waterontharder is fabrieksmatig in-
gesteld op niveau 5
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Druk op de toets programmakeuze/an-
nuleren en houd deze ingedrukt.
4. Laat de toets programmakeuze/annule-
ren los nadat het programmalampje A
gaat knipperen en programmalampje B
continu gaat branden.
5. Wacht tot programmalampje B uit gaat.
– Het programma-indicatielampje A be-
gint te knipperen.
– Het controlelampje einde programma
begint te knipperen.
6. Druk een keer op de toets programma-
keuze/annuleren.
– Het programma-indicatielampje A be-
gint te knipperen.
– De instelfunctie van de waterontharder
is geactiveerd.
– Het lampje 'einde programma' knip-
pert om het niveau van de wateront-
harder aan te geven.
Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5
keer knipperen, pauze, enz... = niveau
5.
7. Druk een keer op de toets programma-
keuze/annuleren om de stand van de wa-
terontharder te verhogen.
8. Druk op de aan-/uit-toets om de hande-
ling op te slaan.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Let op! Gebruik alleen zout voor
afwasmachines. Andere soorten zout
die niet geschikt zijn voor
afwasmachines kunnen schade
toebrengen aan de waterontharder.
Let op! Zoutkorrels en zout water op de
bodem van het apparaat kunnen roest
veroorzaken. Vul het apparaat met zout
voordat u een afwasprogramma start
om roest te voorkomen.
Volg deze stappen om het zoutreservoir
te vullen:
1. Draai de dop linksom om het zoutreser-
voir te openen.
2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (al-
leen de eerste keer).
3. Gebruik de trechter om het zoutreservoir
te vullen met zout.
6
4. Verwijder het zout rond de opening van
het zoutreservoir.
5. Draai de dop rechtsom om het zoutre-
servoir te sluiten.
Het is normaal dat water uit het zoutre-
servoir stroomt wanneer u dit vult met
zout.
Belangrijk! Vul het zoutreservoir regelmatig.
De dop van het zoutreservoir bevat een bij-
vulindicatievenster in het midden. Een groe-
ne vlotter is duidelijk zichtbaar als er zout in
het reservoir aanwezig is. Dit is niet meer te
zien als er zout bijgevuld moet worden.
Gebruik van glansspoelmiddel
Let op! Gebruik alleen
merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachi-
nereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmid-
del). Dit kan het apparaat beschadigen.
Met glansmiddel wordt het serviesgoed
zonder vlekken of strepen gedroogd.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste
keer spoelen automatisch toegevoegd.
Volg deze stappen om het glansmiddeldo-
seerbakje te vullen:
1. Druk op de vrijgaveknop om het glans-
middeldoseerbakje te openen.
2. Vul het glansmiddeldoseerbakje met
glansmiddel. De markering 'max.' toont
het maximale niveau.
7
+
-
M
A
X
3. Verwijder gemorst glansmiddel met een
absorberend doekje om te voorkomen
dat er te veel schuim ontstaat tijdens het
wassen.
4. Sluit het glansmiddeldoseerbakje.
Vul het doseerbakje bij wanneer de glans-
middelindicatie B) helder wordt.
De glansmiddeldosering afstellen
De dosering van het glansmiddel is in de fa-
briek ingesteld op stand 3.
U kunt de dosering van het glansmiddel in-
stellen tussen stand 1 (laagste dosering) en
stand 4 (hoogste dosering).
+
-
M
A
X
1. Draai de glansmiddelknop om de dose-
ring te verhogen of verlagen.
– Verhoog de dosering als er waterdrup-
pels of kalkresten op het serviesgoed
achterblijft.
– Verlaag de dosering als er strepen, wit-
te vlekken of een blauwige laag op het
serviesgoed te zien is.
De vaatwasser inruimen
Handige aanwijzingen en tips
Let op! Gebruik het apparaat alleen voor
huishoudelijk keukengerei dat geschikt
is voor afwasmachines.
Gebruik het apparaat niet om voorwerpen
die water kunnen opnemen (sponzen, huis-
houddoekjes, enz.) te reinigen.
• Volg deze stappen voordat u serviesgoed
en bestek laadt:
– Verwijder alle voedselresten en vuil
– Laat aangebakken voedselresten eerst
inweken.
• Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en
bestek laadt:
– Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening naar
beneden.
– Zorg er voor dat het water niet in het re-
servoir of een diepe pan kan verzame-
len.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek
niet in elkaar liggen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek
elkaar niet overlappen.
– Zorg er voor dat glazen andere glazen
niet aanraken.
– Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels
vast te houden. Voorwerpen van kunststof
drogen niet zo goed als porselein en stalen
voorwerpen.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek.
Zorg er voor dat de voorwerpen niet ver-
schuiven.
Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen
vrij kunnen ronddraaien voordat u een
afwasprogramma start.
Waarschuwing! Sluit altijd de deur
nadat u het apparaat vult of leeg haalt.
Een geopende deur kan gevaarlijk zijn.
8
Onderrek
Plaats steelpannen, deksels, slakommen en
bestek in het onderrek. Rangschik dekscha-
len en grote deksels langs de rand van het
onderrek.
Bestekmand
Waarschuwing! Plaats messen met
lange punten niet rechtop in de
bestekmand. Leg lang en scherp
snijgereedschap horizontaal in het
bovenrek. Wees voorzichtig met
scherpe voorwerpen.
Plaats vorken en lepels met het handvat naar
beneden.
Plaats messen met het handvat naar boven.
Meng lepels met ander bestek om te voor-
komen dat zij aan elkaar kleven.
Gebruik de bestekroosters. Als de afmetin-
gen van het bestek het gebruik van de be-
stekroosters voorkomen, verwijder ze dan.
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (met
een maximale diameter tot 24 cm), steelpan-
nen, slakommen, kopjes en glazen, koeke-
pannen en pannen. Rangschik alle voorwer-
pen zo dat het water er aan alle kanten bij kan
komen.
Plaats geen borden in de eerste drie
voorste delen van het rek. Zorg ervoor
dat de borden voorover kantelen.
Zet glazen met een lange voet onderstebo-
ven in de kopjesrekken. Klap de kopjesrek-
ken op voor langere voorwerpen.
9
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als u grote borden in het onderrek plaatst,
moet u eerst het bovenrek in de hoogste
stand zetten.
Let op! Stel de hoogte af voordat u het
bovenrek gebruikt.
Maximale hoogte van de borden
bovenrek onderrek
Bovenste stand 20 cm 31 cm
Onderste stand 24 cm 27 cm
Volg deze stappen om het bovenrek in de
bovenste stand te zetten:
1. Verwijder de vergrendelingen (A) van het
bovenrek.
2. Trek het rek er uit.
3. Zet het rek in de hoogste stand.
4. Zet de vergrendelingen (A) van het bo-
venrek terug in hun oorspronkelijke
stand.
Let op! Als het rek zich in de bovenste
stand bevindt, kunt u geen kopjes op het
kopjesrek plaatsen.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder,
vloeibaar of tablet) die geschikt zijn voor
afwasmiddelen.
Volg de gegevens op de verpakking op:
• Dosering aanbevolen door de fabri-
kant.
• Aanbevelingen omtrent opslag.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveel-
heid afwasmiddel om het milieu te spa-
ren.
Volg deze stappen om het afwasmiddelbakje
te vullen:
1. Open het deksel van het afwasmiddel-
bakje.
2. Vul het afwasmiddelbakje ( A) met afwas-
middel. De markering toont de dosering:
20 = ongeveer 20 g afwasmiddel
30 = ongeveer 30 g afwasmiddel.
3. Als u een wasprogramma gebruikt met
een voorwasfase, doet u ook afwasmid-
del in het voorwasdoseerbakje ( B).
10
A
B
4. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt,
plaatst u deze in het afwasmiddelbakje
( A).
5. Sluit het deksel van het afwasmiddelbak-
je. Druk op het deksel totdat het op zijn
plaats klikt.
Verschillende merken afwasmiddel heb-
ben een ander oplostraject. Sommige
afwasmiddeltabletten geven niet het
beste reinigingsresultaat tijdens korte
wasprogramma's. Gebruik lange was-
programma's als u afwasmiddeltablet-
ten gebruikt om het afwasmiddel volle-
dig te verwijderen.
Gebruik van gecombineerde
afwasmiddeltabletten
Deze tabletten bevatten hulpmiddelen zoals
afwasmiddel, glansmiddel en zout voor af-
wasmachines. Sommige soorten tabletten
kunnen andere hulpmiddelen bevatten
Als u tabletten gebruikt met speciaal zout en
glansmiddel, hoeft u de bakjes voor zout en
glansmiddel niet te vullen. In dat geval blijft
het controlelampje voor het glansmiddel
branden wanneer de machine wordt inge-
schakeld.
1. Controleer of deze tabletten geschikt zijn
voor de lokale waterhardheid. Zie de in-
structies van de fabrikant.
2. Kies de laagste instelling voor de water-
hardheid en de dosering van het glans-
middel.
Volg deze stappen als de droogresultaten
niet naar wens zijn
1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met
glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in
op stand 2.
Om normaal afwasmiddel te gebruiken
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddel-
doseerbakje.
2. Stel de instelling van de waterontharder
op het hoogste niveau in.
3. Draai een afwasprogramma zonder ser-
viesgoed.
4. Stel de waterontharder af op de water-
hardheid in uw omgeving.
5. Stel de glansmiddeldosering af.
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma met de
deur enigszins geopend. Het afwaspro-
gramma start pas nadat u de deur ge-
sloten hebt. Tot dat moment kunnen de
instellingen nog worden gewijzigd.
Voer deze handelingen uit om een afwaspro-
gramma in te stellen en te starten:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Druk nogmaals op de toets programma-
keuze/annuleren om het afwasprogram-
ma in te stellen. Zie het hoofdstuk "Was-
programma's".
– Het programmalampje gaat branden.
4. Sluit de deur.
– Het wasprogramma start automatisch.
11
Wanneer het afwasprogramma wordt
uitgevoerd, kunt u het programma niet
wijzigen. Annuleer het afwasprogram-
ma.
Waarschuwing! Onderbreek of
annuleer een afwasprogramma alleen
als dit nodig is.
Let op! Open de deur voorzichtig. Er
kan hete stoom vrijkomen.
Annuleren van een afwasprogramma
1. Druk op de toets programmakeuze/an-
nuleren en houd deze ca. 3 seconden in-
gedrukt.
– Het programmalampje gaat uit.
– Het controlelampje einde programma
begint te knipperen.
2. Laat de toets programmakeuze/annule-
ren los om het afwasprogramma te an-
nuleren.
Nu kunt u de volgende stappen uitvoeren:
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Een nieuw afwasprogramma selecteren.
Vul het afwasmiddelbakje met afwasmiddel
voordat u een nieuw afwasprogramma in-
stelt.
Een afwasprogramma onderbreken
Open de deur.
• Het programma stopt.
Sluit de deur.
• Het programma gaat verder vanaf het punt
dat het was onderbroken.
Einde van het afwasprogramma
Schakel het apparaat onder de volgende
omstandigheden uit:
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen voor het programma-
einde zijn hoorbaar.
1. Open de deur.
– Het controlelampje Einde gaat bran-
den.
– Het programmalampje blijft branden.
2. Druk op de Aan-/uittoets.
3. Wanneer u de deur van de afwasauto-
maat een paar minuten op een kier laat
staan voordat u het serviesgoed uit de
machine haalt, bereikt u betere droogre-
sultaten.
Laat de borden afkoelen voordat u deze uit
het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoe-
lig voor beschadigingen.
De lading verwijderen
• Verwijder eerst voorwerpen van het on-
derrek en dan van het bovenrek.
• Er kan water liggen aan de zijkanten en op
de deur van het apparaat. Roestvrij staal
koelt sneller af dan borden.
Wasprogramma's
Wasprogramma's
Programma
Mate van
vervuiling
Soort servies-
goed
Beschrijving programma
Sterk ver-
vuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 70°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal
vervuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 65°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
1)
Normaal
vervuild
Serviesgoed en
bestek
Voorwas
Hoofdwas tot 50°C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
12
Programma
Mate van
vervuiling
Soort servies-
goed
Beschrijving programma
Alles
Gedeeltelijke la-
ding (later op de
dag verder te vul-
len)
1 koude spoelgang (om te voorkomen
dat voedselresten kunnen aankoeken).
Voor dit programma hoeft geen afwas-
middel gebruikt te worden.
1) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad.
Verbruikswaarden
Programma Programmaduur
(in minuten)
Energieverbruik
(in kWh)
Waterverbruik
(in liter)
120-130 1,8-2,0 22-24
105-115 1,5-1,7 23-25
130-140 1,0-1,2 14-16
12 0,1 5
De druk en de temperatuur van het wa-
ter, de variaties in stroomtoevoer en de
hoeveelheid serviesgoed kunnen deze
waarden veranderen.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Schakel het apparaat
uit voordat u de filters schoon maakt.
De filters reinigen
Let op! Gebruik het apparaat niet
zonder filters. Zorg er voor dat de filters
juist zijn geplaatst. Onjuiste plaatsing
veroorzaakt slechte wasresultaten en
schade aan het apparaat.
Maak indien nodig de filters schoon. Vuile fil-
ters verminderen de wasresultaten.
De afwasmachine heeft drie filters:
1. grove filter (A)
2. microfilter (B)
3. platte filter (C)
A
B
C
A
B
C
Volg deze stappen om de filters schoon te
maken:
1. Open de deur.
2. Verwijder het onderste rek.
3. Draai het handvat van het microfilter (B)
een kwartslag naar links om het filtersys-
teem te ontgrendelen.
4. Verwijder het filtersysteem.
5. Houd het grove filter (A) handmatig uit de
opening.
6. Verwijder het grove filter (A) van het mi-
crofilter (B).
7. Verwijder het platte filter (C) uit de bodem
van eht apparaat.
13
D
8. Maak de filters schoon onder stromend
water.
9. Plaats het platte filter (C) terug in de bo-
dem van het apparaat. Plaats het platte
filter juist terug onder de twee geleiders
(D).
10. Plaats het grove filter (A) in het microfilter
(B) en druk ze tegen elkaar.
11. Zet het filtersysteem op zijn plaats.
12. Draai het handvat van het microfilter (B)
naar rechts totdat het op z'n plek klikt.
Zo vergrendelt u het filtersysteem.
13. Plaats het onderste rek terug.
14. Sluit de deur.
Verwijder de sproeiarmen niet.
Als de openingen in de sproeiarmen verstopt
raken, verwijdert u de achterblijvende delen
met een coctailprikkertje.
Schoonmaken van de buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machi-
ne en het bedieningspaneel met een vochti-
ge zachte doek. Gebruik alleen neutrale af-
wasmiddelen. Gebruik geen schuurmidde-
len, schuursponsjes of oplosmiddelen (ace-
ton, trichloroethyleen enz).
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Let op! Installeer het apparaat niet op
een plek waar de temperatuur onder de
0 °C komt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade door
vorst.
Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en
sluit de deur. Haal de watertoevoerslagn los
en verwijder het water in de watertoevoers-
lang.
Problemen oplossen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Als er een storing is, probeer dan eerst het
probleem zelf op te lossen. Als u het pro-
bleem zelf niet kunt oplossen, neem dan con-
tact op met de klantenservice.
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het
controlelampje programma bezig
• Onderbroken geluidssignaal
• 1 keer knipperen van het contro-
lelampje Einde
Het apparaat wordt niet gevuld met
water
.
• De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
• De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
• Het filter in de watertoevoerslang is geblokkeerd.
Maak het filter schoon.
• De aansluiting van de watertoevoerslang is niet juist. De
slang kan geknakt of ingedeukt zijn.
Zorg er voor dat de aansluiting juist is.
14
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het
controlelampje programma bezig
• Onderbroken geluidssignaal
• 2 keer knipperen van het contro-
lelampje einde programma
Het apparaat voert het water niet af.
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
• De aansluiting van de waterafvoerslang is niet juist. De slang
kan geknakt of ingedeukt zijn.
Zorg er voor dat de aansluiting juist is.
• Voortdurend knipperen van het
controlelampje programma bezig
• Onderbroken geluidssignaal
• 3 keer knipperen van het contro-
lelampje einde programma
De anti-overstromingsinrichting is
geactiveerd
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze
service-afdeling.
Het programma begint niet • De deur van het apparaat is niet gesloten.
Sluit de deur.
• De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
• De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Sluit het apparaat aan na de controle. Het
programma gaat verder vanaf het punt dat
het was onderbroken. Als de storing zich op-
nieuw voordoet, neemt u contact op met de
service-afdeling.
Deze gegevens zijn nodig om u snel en juist
te helpen:
• Modelbeschrijving (Mod.)
• Productnummer (PNC)
• Serienummer (S.N.)
Raadpleeg het typeplaatje voor deze gege-
vens.
Schrijf de benodigde gegevens hier op:
Modelbeschrijving : ..........
Productnummer : ..........
Serienummer : ..........
De schoonmaakresultaten zijn slecht
De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type
lading en mate van vervuiling.
• De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle
kanten bij kan.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste
plaatsing van het serviesgoed.
• De filters zijn vuil of niet juist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Er zitten kalkresten op de bor-
den
• Het zoutreservoir is leeg.
• De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau.
• De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden verto-
nen strepen, melkachtige
vlekken of een blauwzweem
• Verminder de glansmiddeldosering.
Opgedroogde waterdruppels
op de glazen en de borden
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte cm 59,6
15
Hoogte cm 81,8-87,8
Diepte cm 55,5
Elektrische aansluiting - Voltage
- Totale vermogen - Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het type-
plaatje aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Capaciteit Aantal couverts 12
Montage
Waarschuwing! Zorg dat de stekker
tijdens de installatie niet is aangesloten.
Belangrijk! Volg de instructies op de
bijgesloten sjabloon voor:
• inbouw van het apparaat.
• Installeer het meubelpaneel.
• Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan.
Installeer het apparaat onder een aanrecht
(keukenblad of gootsteen).
Als reparatie nodig is, moet het apparaat
eenvoudig bereikbaar zijn voor de monteur.
Plaats het apparaat naast een waterkraan en
een afvoer.
Er zijn geen verdere openingen voor de ont-
luchting van de afwasmachine vereist, maar
alleen om de watertoevoer- en afvoerslang
en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes
voor het instellen van de hoogte.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de
machine voor dat de watertoevoerslang, de
afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn ge-
knikt of worden platgedrukt.
Bevestigen van het apparaat aan de
aangrenzende keukenmeubelen
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waar-
onder de machine geplaatst wordt, stevig
bevestigd is aan een vaste structuur (aan-
grenzende keukenunits, kasten, wand).
Het apparaat waterpas afstellen
Zorg er voor dat het apparaat waterpas
staat, zodat de deur goed kan sluiten en af-
gedicht is. Als het apparaat waterpas staat,
mag de deur de zijkanten van het keuken-
kastje niet raken. Als de deur niet juist sluit,
draai dan de afstelbare pootjes losser of va-
ster totdat het apparaat waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Watertoevoerslang
Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of
koude watertoevoer aan.
Gebruik een heet watertoevoer om het ener-
gieverbruik te verminderen, als het hete wa-
ter door alternatieve, milieuvriendelijkere
energiebronnen geproduceerd wordt (bijv.
zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind).
Sluit de watertoevoerslang aan op een wa-
terkraan met een externe schroefdraad van
3/4".
Let op! Gebruik geen aansluitslangen
van een oud apparaat.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen
bevinden (zie "Technische gegevens"). Zorg
er voor dat uw waterleidingbedrijf u de ge-
middelde leidingwaterdrukwaarden in uw
omgeving geeft.
Zorg er voor dat er geen deuken in de wa-
tertoevoerslang zitten en dat de slang niet is
geknakt of ingedeukt.
Plaats de sluitmoer op de juiste manier om
waterlekkage te voorkomen.
Let op! Sluit het apparaat niet aan
nieuwe leidingen aan of aan leidingen die
lang niet zijn gebruikt. Laat het water
enkele minuten stromen en sluit dan de
toevoerslang pas aan.
De watertoevoerslang heeft een dubbele
wand en bevat een hoofdkabel aan de bin-
nenkant en een veiligheidsklep. De watertoe-
voerslang staat alleen onder druk als het wa-
ter stroomt. Als er een lek in de watertoe-
voerslang is, onderbreekt de veiligheidsklep
het stromende water.
16
Wees voorzichtig als u de watertoevoerslang
aansluit:
• Laat de watertoevoerslang of de veilig-
heidsklep niet in het water komen.
• Als de watertoevoerslang of de veiligheids-
klep beschadigd is, haal dan onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact.
• Laat alleen de Klantenservice de watertoe-
voerslang met de veiligheidsklep repare-
ren.
Waarschuwing! Gevaarlijke spanning
Afvoerslang
1. Sluit de waterafvoerslang aan op een si-
fon en maak deze vast onder het werk-
oppervlak. Hiermee wordt voorkomen
dat het gootsteenwater terug de machine
in loopt.
2. Sluit de waterafvoerslang aan een be-
staande leiding met een ventilatieopening
(minimale binnendiameter 4 cm).
max 85 cm
min 40 cm
max 400 cm
Zorg er voor dat de afvoerslang niet geknikt
is of bekneld raakt om te voorkomen dat de
waterafvoerslang niet juist werkt.
Verwijder de gootsteendop als het apparaat
water afvoert om te voorkomen dat het water
terug in de machine loopt.
Een verlenging van een afvoerslang mag niet
langer zijn dan 2 m. De binnendiameter mag
niet kleiner zijn dan de diameter van de slang.
Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de
waterafvoerslang aan een sifon onder de
gootsteen aansluit. Als u het membraan niet
verwijdert, kunnen voedselresten een ver-
stopping in de slang veroorzaken
Het apparaat heeft een veiligheidsfunc-
tie om te voorkomen dat vuil water terug
in de machine loopt. Als uw gootsteen-
afvoer is voorzien van een geïntegreerde
terugslagklep kan dit een goede water-
afvoer van uw afwasmachine in de weg
staan. Verwijder de terugslagklep.
Let op! Zorg er voor dat de
waterkoppelingen stevig vast zitten om
waterlekkage te voorkomen.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! De fabrikant is niet
verantwoordelijk, als u deze
veiligheidsmaatregelen niet opvolgt.
Aard het apparaat volgens de veilig-
heidsmaatregelen.
Zorg er voor dat het aangegeven voltage
en het type stroom op het typeplaatje
overeenkomen met het voltage en
stroomtype van uw lokale stroomleve-
rancier.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegspluggen, con-
nectors en verlengsnoeren. Gevaar voor
brand.
Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem
contact op met de service-afdeling.
17
Zorg er voor dat de stekker toegankelijk
is na de installatie.
Trek niet aan de kabel om het apparaat
los te halen. Trek altijd aan de stekker
zelf.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriende-
lijk en herbruikbaar. De kunststofonderdelen
zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi
het verpakkingsmateriaal in de daarvoor be-
doelde container bij uw plaatselijke afval-
dienst.
Waarschuwing! Volg de volgende
procedure om het apparaat weg te
gooien:
• Trek de stekker uit het stopcontact.
• Snijd de hoofdkabels en stekkers af
en gooi ze weg.
• Verwijder het slot van de deur. Dit
voorkomt dat kinderen zichzelf in het
apparaat insluiten en zo hun leven in
gevaar brengen.
18

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing Notice d'utilisation Benutzerinformation User manual Afwasmachine Lave-vaisselle Geschirrspüler Dishwasher AFI8523 2 Inhoud Veiligheidsinformatie 2 Beschrijving van het product 3 Bedieningspaneel 4 Bediening van het apparaat 5 De waterontharder instellen 5 Gebruik van zout voor de vaatwasser 6 Gebruik van glansspoelmiddel 7 De vaatwasser inruimen 8 Gebruik van vaatwasmiddelen 10 Een wasprogramma selecteren en starten 11 Wasprogramma's Onderhoud en reiniging Problemen oplossen Technische gegevens Montage Aansluiting aan de waterleiding Aansluiting aan het elektriciteitsnet Milieubescherming 12 13 14 15 16 16 17 18 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst deze handleiding aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de hoogte zijn van de bediening en veiligheidsfuncties van het apparaat. Gebruik conform de voorschriften • Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk gebruik. • Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken. • Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op voor explosiegevaar. • Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek. • Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel). • Als u de deur opent als het apparaat in werking is, kan er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brandwonden. • Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelopen. • Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht. • Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. • Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact op met onze serviceafdeling. Algemene veiligheid • Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen. • Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn. • Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet over de deur. • Ga niet op de open deur zitten of staan. Veiligheid van kinderen • Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking. 3 • Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken. • Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat. Installatie • Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem, indien nodig, contact op met de leverancier. • Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruikneming. • Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de elektrische installatie uitvoeren. • Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het loodgieterswerk uitvoeren. • Wijzig de specificaties van dit product niet en verander dit product niet. Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat. • Het apparaat niet gebruiken: – als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd zijn, – als het bedieningspaneel, werkblad of plint zodanig beschadigd zijn, dat u bij het inwendige van het apparaat kan komen. Neem contact op met onze service-afdeling. • Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voorkomen. Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies op voor de elektrische en wateraansluitingen. Beschrijving van het product 1 2 3 4 5 Bovenrek Instelschijf waterhardheid Zoutreservoir Afwasmiddeldoseerbakje Glansmiddeldoseerbakje 6 7 8 9 Typeplaatje Filters Onderste sproeiarm Bovenste sproeiarm 4 Bedieningspaneel 4 1 2 A 1 2 3 4 3 B Aan/Uit-toets Toets programmakeuze/annuleren / (CANCEL) Indicatielampje Programmalampjes Indicatielampje Het indicatielampje gaat aan wanneer het afwasprogramma is afgelopen. Hulpfuncties: • Niveau van de waterontharder. • In- of uitschakelen van de geluidssignalen. • Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een storing heeft. Toets programmakeuze/annuleren Gebruik de toets Programmakeuze/Annuleren voor de volgende handelingen: • Selecteren van afwasprogramma. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een wasprogramma'. • De waterontharder instellen. Lees het hoofdstuk 'Waterontharder instellen'. • In- of uitschakelen van de geluidssignalen. Zie het hoofdstuk 'Geluidssignalen'. • Een lopend programma annuleren. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een wasprogramma'. Instelmodus Het apparaat staat in de instelmodus als alle programmacontrolelampjes uit zijn en het lampje Einde programma knippert. Het apparaat moet in de instelmodus staan voor de volgende handelingen: – Selecteren van een afwasprogramma. – Het waterontharderniveau instellen. – In- of uitschakelen van de geluidssignalen. Als een programmalampje aan is, annuleer dan het programma om terug te keren naar de instelmodus. Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een afwasprogramma'. Programmalampjes A en B In aanvulling op de keuze van het bijbehorende afwasprogramma hebben deze lampjes extra functies: • Op welke stand de waterontharder is ingesteld. • In- en uitschakelen van de geluidssignalen. Geluidssignalen U kunt een geluidssignaal waarnemen: • Aan het einde van het wasprogramma. • Als het apparaat een storing heeft. Activering van de geluidssignalen is fabrieksmatig ingesteld. 5 De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld aan de hand van de volgende stappen: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Houd de toets programmakeuze/annuleren ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden. 4. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/annuleren. – Programmalampjes A gaat branden. – Het programma-indicatielampje B begint te knipperen. 5. Wacht tot programmalampje A uit gaat. – Het programma-indicatielampje B blijft knipperen. – Het controlelampje Einde gaat branden. Er klinken geluidssignalen. 6. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/annuleren. – Het controlelampje Einde gaat uit. De geluidssignalen gaan uit. 7. Schakel het apparaat uit om de handeling op te slaan. De geluidssignalen kunnen worden ingeschakeld aan de hand van de volgende stappen: 1. Voer de bovengenoemde procedure uit totdat het controlelampje Einde gaat branden. Bediening van het apparaat Zie de volgende instructies voor elke stap van de procedure: 1. Controleer of het niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Stel, indien nodig, de waterontharder in. 2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine. 5. Stel het juiste programma in voor het type lading en mate van vervuiling. 6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel. 7. Start het afwasprogramma. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk 'Gebruik van tabletten'. De waterontharder instellen De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van het apparaat. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen: • Duitse graden (dH°). • Franse graden (°TH). • mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water). • Clarke. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. Neem, indien nodig, contact op met het lokale waterschap. Waterhardheid Instelling waterhardheid °dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch 51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10 43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4 6 Waterhardheid Instelling waterhardheid °dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2 <4 <7 < 0,7 <5 1 1) 1 1) 1) Geen zout nodig. U moet de waterontharder handmatig en elektronisch instellen. Handmatige afstelling Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 2. 1. Open de deur. 2. Verwijder het onderste rek. 3. Zet de schijf voor de waterhardheid in stand 1 of 2 (zie tabel). 4. Plaats het onderste rek terug. 5. Sluit de deur. Elektronische aanpassing De waterontharder is fabrieksmatig ingesteld op niveau 5 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en houd deze ingedrukt. 4. Laat de toets programmakeuze/annuleren los nadat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden. 5. Wacht tot programmalampje B uit gaat. – Het programma-indicatielampje A begint te knipperen. – Het controlelampje einde programma begint te knipperen. 6. Druk een keer op de toets programmakeuze/annuleren. – Het programma-indicatielampje A begint te knipperen. – De instelfunctie van de waterontharder is geactiveerd. – Het lampje 'einde programma' knippert om het niveau van de waterontharder aan te geven. Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen, pauze, enz... = niveau 5. 7. Druk een keer op de toets programmakeuze/annuleren om de stand van de waterontharder te verhogen. 8. Druk op de aan-/uit-toets om de handeling op te slaan. Gebruik van zout voor de vaatwasser Let op! Gebruik alleen zout voor afwasmachines. Andere soorten zout die niet geschikt zijn voor afwasmachines kunnen schade toebrengen aan de waterontharder. Let op! Zoutkorrels en zout water op de bodem van het apparaat kunnen roest veroorzaken. Vul het apparaat met zout voordat u een afwasprogramma start om roest te voorkomen. Volg deze stappen om het zoutreservoir te vullen: 1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen. 2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (alleen de eerste keer). 3. Gebruik de trechter om het zoutreservoir te vullen met zout. 7 Het is normaal dat water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u dit vult met zout. Belangrijk! Vul het zoutreservoir regelmatig. 4. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir. 5. Draai de dop rechtsom om het zoutreservoir te sluiten. De dop van het zoutreservoir bevat een bijvulindicatievenster in het midden. Een groene vlotter is duidelijk zichtbaar als er zout in het reservoir aanwezig is. Dit is niet meer te zien als er zout bijgevuld moet worden. Gebruik van glansspoelmiddel Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines. Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het apparaat beschadigen. Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Glansmiddel wordt tijdens de laatste keer spoelen automatisch toegevoegd. Volg deze stappen om het glansmiddeldoseerbakje te vullen: 1. Druk op de vrijgaveknop om het glansmiddeldoseerbakje te openen. 2. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. De markering 'max.' toont het maximale niveau. 8 M MA + + X AX - - 3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat tijdens het wassen. 4. Sluit het glansmiddeldoseerbakje. Vul het doseerbakje bij wanneer de glansmiddelindicatie B) helder wordt. De glansmiddeldosering afstellen De dosering van het glansmiddel is in de fabriek ingesteld op stand 3. U kunt de dosering van het glansmiddel instellen tussen stand 1 (laagste dosering) en stand 4 (hoogste dosering). 1. Draai de glansmiddelknop om de dosering te verhogen of verlagen. – Verhoog de dosering als er waterdruppels of kalkresten op het serviesgoed achterblijft. – Verlaag de dosering als er strepen, witte vlekken of een blauwige laag op het serviesgoed te zien is. De vaatwasser inruimen Handige aanwijzingen en tips Let op! Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines. Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water kunnen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te reinigen. • Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek laadt: – Verwijder alle voedselresten en vuil – Laat aangebakken voedselresten eerst inweken. • Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek laadt: – Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. – Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of een diepe pan kan verzamelen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar niet overlappen. – Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken. – Leg kleine voorwerpen in de bestekmand. • Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon hebben de neiging waterdruppels vast te houden. Voorwerpen van kunststof drogen niet zo goed als porselein en stalen voorwerpen. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg er voor dat de voorwerpen niet verschuiven. Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start. Waarschuwing! Sluit altijd de deur nadat u het apparaat vult of leeg haalt. Een geopende deur kan gevaarlijk zijn. 9 Onderrek Plaats steelpannen, deksels, slakommen en bestek in het onderrek. Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van het onderrek. Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat zij aan elkaar kleven. Gebruik de bestekroosters. Als de afmetingen van het bestek het gebruik van de bestekroosters voorkomen, verwijder ze dan. Bestekmand Bovenrek Het bovenrek is geschikt voor borden (met een maximale diameter tot 24 cm), steelpannen, slakommen, kopjes en glazen, koekepannen en pannen. Rangschik alle voorwerpen zo dat het water er aan alle kanten bij kan komen. Waarschuwing! Plaats messen met lange punten niet rechtop in de bestekmand. Leg lang en scherp snijgereedschap horizontaal in het bovenrek. Wees voorzichtig met scherpe voorwerpen. Plaats vorken en lepels met het handvat naar beneden. Plaats messen met het handvat naar boven. Plaats geen borden in de eerste drie voorste delen van het rek. Zorg ervoor dat de borden voorover kantelen. Zet glazen met een lange voet ondersteboven in de kopjesrekken. Klap de kopjesrekken op voor langere voorwerpen. 10 Volg deze stappen om het bovenrek in de bovenste stand te zetten: 1. Verwijder de vergrendelingen (A) van het bovenrek. 2. Trek het rek er uit. De hoogte van het bovenrek aanpassen Als u grote borden in het onderrek plaatst, moet u eerst het bovenrek in de hoogste stand zetten. Let op! Stel de hoogte af voordat u het bovenrek gebruikt. Maximale hoogte van de borden bovenrek onderrek Bovenste stand 20 cm 31 cm Onderste stand 24 cm 27 cm 3. Zet het rek in de hoogste stand. 4. Zet de vergrendelingen (A) van het bovenrek terug in hun oorspronkelijke stand. Let op! Als het rek zich in de bovenste stand bevindt, kunt u geen kopjes op het kopjesrek plaatsen. Gebruik van vaatwasmiddelen Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar of tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen. Volg de gegevens op de verpakking op: • Dosering aanbevolen door de fabrikant. • Aanbevelingen omtrent opslag. Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te sparen. Volg deze stappen om het afwasmiddelbakje te vullen: 1. Open het deksel van het afwasmiddelbakje. 2. Vul het afwasmiddelbakje ( A) met afwasmiddel. De markering toont de dosering: 20 = ongeveer 20 g afwasmiddel 30 = ongeveer 30 g afwasmiddel. 3. Als u een wasprogramma gebruikt met een voorwasfase, doet u ook afwasmiddel in het voorwasdoseerbakje ( B). 11 B A 4. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, plaatst u deze in het afwasmiddelbakje ( A). wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's als u afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmiddel volledig te verwijderen. Gebruik van gecombineerde afwasmiddeltabletten Deze tabletten bevatten hulpmiddelen zoals afwasmiddel, glansmiddel en zout voor afwasmachines. Sommige soorten tabletten kunnen andere hulpmiddelen bevatten Als u tabletten gebruikt met speciaal zout en glansmiddel, hoeft u de bakjes voor zout en glansmiddel niet te vullen. In dat geval blijft het controlelampje voor het glansmiddel branden wanneer de machine wordt ingeschakeld. 1. Controleer of deze tabletten geschikt zijn voor de lokale waterhardheid. Zie de instructies van de fabrikant. 2. Kies de laagste instelling voor de waterhardheid en de dosering van het glansmiddel. Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar wens zijn 1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand 2. 5. Sluit het deksel van het afwasmiddelbakje. Druk op het deksel totdat het op zijn plaats klikt. Verschillende merken afwasmiddel hebben een ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte Om normaal afwasmiddel te gebruiken 1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje. 2. Stel de instelling van de waterontharder op het hoogste niveau in. 3. Draai een afwasprogramma zonder serviesgoed. 4. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. 5. Stel de glansmiddeldosering af. Een wasprogramma selecteren en starten Selecteer het afwasprogramma met de deur enigszins geopend. Het afwasprogramma start pas nadat u de deur gesloten hebt. Tot dat moment kunnen de instellingen nog worden gewijzigd. Voer deze handelingen uit om een afwasprogramma in te stellen en te starten: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/annuleren om het afwasprogramma in te stellen. Zie het hoofdstuk "Wasprogramma's". – Het programmalampje gaat branden. 4. Sluit de deur. – Het wasprogramma start automatisch. 12 Wanneer het afwasprogramma wordt uitgevoerd, kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het afwasprogramma. Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een afwasprogramma alleen als dit nodig is. Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete stoom vrijkomen. Annuleren van een afwasprogramma 1. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en houd deze ca. 3 seconden ingedrukt. – Het programmalampje gaat uit. – Het controlelampje einde programma begint te knipperen. 2. Laat de toets programmakeuze/annuleren los om het afwasprogramma te annuleren. Nu kunt u de volgende stappen uitvoeren: 1. Het apparaat uitschakelen. 2. Een nieuw afwasprogramma selecteren. Vul het afwasmiddelbakje met afwasmiddel voordat u een nieuw afwasprogramma instelt. Een afwasprogramma onderbreken Open de deur. • Het programma stopt. Sluit de deur. • Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken. Einde van het afwasprogramma Schakel het apparaat onder de volgende omstandigheden uit: • Het apparaat stopt automatisch. • De geluidssignalen voor het programmaeinde zijn hoorbaar. 1. Open de deur. – Het controlelampje Einde gaat branden. – Het programmalampje blijft branden. 2. Druk op de Aan-/uittoets. 3. Wanneer u de deur van de afwasautomaat een paar minuten op een kier laat staan voordat u het serviesgoed uit de machine haalt, bereikt u betere droogresultaten. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. De lading verwijderen • Verwijder eerst voorwerpen van het onderrek en dan van het bovenrek. • Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden. Wasprogramma's Wasprogramma's Programma 1) Mate van vervuiling Soort serviesgoed Sterk vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Voorwas Hoofdwas tot 70°C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen Normaal vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Voorwas Hoofdwas tot 65°C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen Normaal vervuild Serviesgoed en bestek Beschrijving programma Voorwas Hoofdwas tot 50°C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen 13 Programma Mate van vervuiling Soort serviesgoed Beschrijving programma Alles Gedeeltelijke lading (later op de dag verder te vullen) 1 koude spoelgang (om te voorkomen dat voedselresten kunnen aankoeken). Voor dit programma hoeft geen afwasmiddel gebruikt te worden. 1) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad. Verbruikswaarden Programma Programmaduur (in minuten) Energieverbruik (in kWh) Waterverbruik (in liter) 120-130 1,8-2,0 22-24 105-115 1,5-1,7 23-25 130-140 1,0-1,2 14-16 12 0,1 5 De druk en de temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid serviesgoed kunnen deze waarden veranderen. Onderhoud en reiniging Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat u de filters schoon maakt. De filters reinigen 2. Verwijder het onderste rek. 3. Draai het handvat van het microfilter (B) een kwartslag naar links om het filtersysteem te ontgrendelen. Let op! Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Onjuiste plaatsing veroorzaakt slechte wasresultaten en schade aan het apparaat. Maak indien nodig de filters schoon. Vuile filters verminderen de wasresultaten. De afwasmachine heeft drie filters: 1. grove filter (A) 2. microfilter (B) 3. platte filter (C) A B C Volg deze stappen om de filters schoon te maken: 1. Open de deur. 4. Verwijder het filtersysteem. 5. Houd het grove filter (A) handmatig uit de opening. 6. Verwijder het grove filter (A) van het microfilter (B). 7. Verwijder het platte filter (C) uit de bodem van eht apparaat. 14 13. Plaats het onderste rek terug. 14. Sluit de deur. D Verwijder de sproeiarmen niet. Als de openingen in de sproeiarmen verstopt raken, verwijdert u de achterblijvende delen met een coctailprikkertje. 8. Maak de filters schoon onder stromend water. 9. Plaats het platte filter (C) terug in de bodem van het apparaat. Plaats het platte filter juist terug onder de twee geleiders (D). 10. Plaats het grove filter (A) in het microfilter (B) en druk ze tegen elkaar. 11. Zet het filtersysteem op zijn plaats. 12. Draai het handvat van het microfilter (B) naar rechts totdat het op z'n plek klikt. Zo vergrendelt u het filtersysteem. Schoonmaken van de buitenkant Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichloroethyleen enz). Voorzorgsmaatregelen bij vorst Let op! Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door vorst. Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de deur. Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het water in de watertoevoerslang. Problemen oplossen Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem zelf op te lossen. Als u het proStoringscode en storing • Voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • Onderbroken geluidssignaal • 1 keer knipperen van het controlelampje Einde Het apparaat wordt niet gevuld met water . bleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op met de klantenservice. Mogelijke oorzaak en oplossing • De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Maak de waterkraan schoon. • De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open. • Het filter in de watertoevoerslang is geblokkeerd. Maak het filter schoon. • De aansluiting van de watertoevoerslang is niet juist. De slang kan geknakt of ingedeukt zijn. Zorg er voor dat de aansluiting juist is. 15 Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing • Voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • Onderbroken geluidssignaal • 2 keer knipperen van het controlelampje einde programma Het apparaat voert het water niet af. • De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer. • De aansluiting van de waterafvoerslang is niet juist. De slang kan geknakt of ingedeukt zijn. Zorg er voor dat de aansluiting juist is. • Voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • Onderbroken geluidssignaal • 3 keer knipperen van het controlelampje einde programma De anti-overstromingsinrichting is geactiveerd • Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service-afdeling. Het programma begint niet • De deur van het apparaat is niet gesloten. Sluit de deur. • De stekker zit niet in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact. • De zekering in de meterkast is doorgebrand. Vervang de zekering. Sluit het apparaat aan na de controle. Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken. Als de storing zich opnieuw voordoet, neemt u contact op met de service-afdeling. Deze gegevens zijn nodig om u snel en juist te helpen: • Modelbeschrijving (Mod.) • Productnummer (PNC) • Serienummer (S.N.) Raadpleeg het typeplaatje voor deze gegevens. Schrijf de benodigde gegevens hier op: Modelbeschrijving : .......... Productnummer : .......... Serienummer : .......... De schoonmaakresultaten zijn slecht De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading en mate van vervuiling. • De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij kan. • De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed. • De filters zijn vuil of niet juist geplaatst. • Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt. Er zitten kalkresten op de bor- • Het zoutreservoir is leeg. den • De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau. • De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht. Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt. • Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem • Verminder de glansmiddeldosering. Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden • Verhoog de dosering van het glansmiddel. • Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Technische gegevens Afmetingen Breedte cm 59,6 16 Hoogte cm Diepte cm 81,8-87,8 55,5 Elektrische aansluiting - Voltage - Totale vermogen - Zekering Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine. Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa) Maximaal 8 bar (0,8 MPa) Capaciteit Aantal couverts 12 Montage Waarschuwing! Zorg dat de stekker tijdens de installatie niet is aangesloten. Belangrijk! Volg de instructies op de bijgesloten sjabloon voor: • inbouw van het apparaat. • Installeer het meubelpaneel. • Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan. Installeer het apparaat onder een aanrecht (keukenblad of gootsteen). Als reparatie nodig is, moet het apparaat eenvoudig bereikbaar zijn voor de monteur. Plaats het apparaat naast een waterkraan en een afvoer. Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar alleen om de watertoevoer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten. De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het instellen van de hoogte. Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt. Bevestigen van het apparaat aan de aangrenzende keukenmeubelen Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de machine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, wand). Het apparaat waterpas afstellen Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de deur goed kan sluiten en afgedicht is. Als het apparaat waterpas staat, mag de deur de zijkanten van het keukenkastje niet raken. Als de deur niet juist sluit, draai dan de afstelbare pootjes losser of vaster totdat het apparaat waterpas staat. Aansluiting aan de waterleiding Watertoevoerslang Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude watertoevoer aan. Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik te verminderen, als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind). Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met een externe schroefdraad van 3/4". Let op! Gebruik geen aansluitslangen van een oud apparaat. De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden (zie "Technische gegevens"). Zorg er voor dat uw waterleidingbedrijf u de gemiddelde leidingwaterdrukwaarden in uw omgeving geeft. Zorg er voor dat er geen deuken in de watertoevoerslang zitten en dat de slang niet is geknakt of ingedeukt. Plaats de sluitmoer op de juiste manier om waterlekkage te voorkomen. Let op! Sluit het apparaat niet aan nieuwe leidingen aan of aan leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan. De watertoevoerslang heeft een dubbele wand en bevat een hoofdkabel aan de binnenkant en een veiligheidsklep. De watertoevoerslang staat alleen onder druk als het water stroomt. Als er een lek in de watertoevoerslang is, onderbreekt de veiligheidsklep het stromende water. 17 Wees voorzichtig als u de watertoevoerslang aansluit: • Laat de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in het water komen. • Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd is, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. • Laat alleen de Klantenservice de watertoevoerslang met de veiligheidsklep repareren. Waarschuwing! Gevaarlijke spanning Afvoerslang 1. Sluit de waterafvoerslang aan op een sifon en maak deze vast onder het werkoppervlak. Hiermee wordt voorkomen dat het gootsteenwater terug de machine in loopt. 2. Sluit de waterafvoerslang aan een bestaande leiding met een ventilatieopening (minimale binnendiameter 4 cm). max 400 cm max 85 cm Zorg er voor dat de afvoerslang niet geknikt is of bekneld raakt om te voorkomen dat de waterafvoerslang niet juist werkt. Verwijder de gootsteendop als het apparaat water afvoert om te voorkomen dat het water terug in de machine loopt. Een verlenging van een afvoerslang mag niet langer zijn dan 2 m. De binnendiameter mag niet kleiner zijn dan de diameter van de slang. Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de waterafvoerslang aan een sifon onder de gootsteen aansluit. Als u het membraan niet verwijdert, kunnen voedselresten een verstopping in de slang veroorzaken Het apparaat heeft een veiligheidsfunctie om te voorkomen dat vuil water terug in de machine loopt. Als uw gootsteenafvoer is voorzien van een geïntegreerde terugslagklep kan dit een goede waterafvoer van uw afwasmachine in de weg staan. Verwijder de terugslagklep. Let op! Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen. min 40 cm Aansluiting aan het elektriciteitsnet Waarschuwing! De fabrikant is niet verantwoordelijk, als u deze veiligheidsmaatregelen niet opvolgt. Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen. Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het type stroom op het typeplaatje overeenkomen met het voltage en stroomtype van uw lokale stroomleverancier. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen meerwegspluggen, connectors en verlengsnoeren. Gevaar voor brand. Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met de service-afdeling. 18 Zorg er voor dat de stekker toegankelijk is na de installatie. Trek niet aan de kabel om het apparaat los te halen. Trek altijd aan de stekker zelf. Milieubescherming Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst. Waarschuwing! Volg de volgende procedure om het apparaat weg te gooien: • Trek de stekker uit het stopcontact. • Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg. • Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kinderen zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun leven in gevaar brengen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

ETNA AFI8523ZT Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding