Whirlpool LVR 645 A OW/HA Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

47
DE
Sollten Betriebsstörungen auftreten, kontrollieren Sie bitte die nachfolgenden Punkte, bevor Sie sich an den
Kundendienst wenden (
siehe Kundendienst
).
Einige Störungen werden auf dem Display durch Codenummern-Blinklichtanzeigen gemeldet. Notieren Sie sich
diese Anzeigen, bevor Sie den Kundendienst anfordern.
Störungen und Abhilfe
Störungen: Mögliche Ursachen / Lösungen:
Der Geschirrspü ler startet
nicht.
Der Netzstecker steckt nicht fest genug in der Steckdose, oder es besteht
ein Stromausfall.
Die Gerä tetü r ist nicht ganz geschlossen.
Es wurde eine Startzeitvorwahl programmiert (
siehe Start und
Inbetriebnahme
).
Der Geschirrspü ler pumpt das
Wasser nicht ab.
Das Spü lprogramm ist noch nicht ganz abgelaufen.
Der Ablaufschlauch ist geknickt (
siehe Installation
).
Der Ablauf des Spü lbeckens ist verstopft.
Im Filtersieb haben sich Speisereste angesammelt (
siehe
Wartung und
Pflege
).
Der Geschirrspü ler ist zu laut.
Das Geschirr schlä gt aneinander oder gegen die Sprü harme.
Auf dem Geschirr und auf den
Glä sern befinden sich
Kalkablagerungen oder ein
weiß er Belag.
Es fehlt Regeneriersalz bzw. die Dosierung entspricht nicht der
Wasserhä rte (
siehe Klarspü ler und Regeneriersalz
).
Der Deckel des Salzbehä lters ist nicht ordnungsgemäß geschlossen.
Es fehlt Klarspü lmittel oder es wird unzureichend dosiert.
Das Geschirr besteht aus Antihaftmaterial.
Das Geschirr und die Glä ser
weisen weiß e Streifen bzw.
blä uliche Schattierungen auf.
Die Dosierung des Klarspü lers ist zu hoch (
siehe Klarspü ler und
Regeneriersalz
).
Das Geschirr ist nicht ganz
trocken.
Es fehlt Klarspü lmittel oder es wird unzureichend dosiert (
siehe Klarspü ler
und Regeneriersalz
).
Die Klarspü ler-Dosiereinstellung ist nicht angemessen.
Es wurde ein Spü lprogramm, das keinen Trockengang vorsieht, eingestellt.
Das Geschirr ist nicht sauber
geworden
Die Kö rbe wurden zu voll geladen (
siehe Beschickung der Kö rbe
).
Das Geschirr wurde nicht korrekt eingeräumt.
Die Sprü harme kö nnen sich nicht frei bewegen.
Das Spü lprogramm ist zu schwach (
siehe Spü lprogramme
).
Es hat sich zu viel Schaum gebildet: Das Spü lmittel wurde unkorrekt
dosiert oder es ist ungeeignet für Geschirrspüler (
siehe Start und
Inbetriebnahme
).
Der Stö psel des Klarspü lerbehälters wurde nicht korrekt geschlossen.
Das Filtersieb ist schmutzig oder verstopft (
siehe Wartung und Pflege
).
Es fehlt Regeneriersalz (
siehe Klarspü ler und Regeneriersalz
).
Der Geschirrspü ler lä dt kein
Wasser/Alarm Wasserhahn
geschlossen.
(Sie vernehmen kurze Signaltöne)
Nur an einigen Modellen.
(Es blinken die 2. und 3. Spülen und
Klarspülen
SPÜLPHASEN -
Kontrolleuchten.)
Es besteht eine Unterbrechung der Wasserzufuhr.
Der Zufuhrschlauch ist geknickt (
siehe Installation
).
Ö ffnen Sie den Wasserhahn; das Gerä t setzt sich nach wenigen Minuten in
Gang.
Das Gerä t hat auf Sperre geschaltet, weil nach Erklingen der Bip-Tö ne*
kein Eingriff erfolgte. Schalten Sie das Gerä t ü ber die ON/OFF-Taste aus,
ö ffnen Sie den Wasserhahn und schalten Sie das Gerä t nach 20 Sekunden
ü ber dieselbe Taste wieder ein. Wiederholen Sie die Gerä teeinstellung und
starten Sie das Spü lprogramm erneut.
Alarmanzeige
Schaum/Filtersiebe verstopft
(Es blinken die 1. und 3. Vorspülen
und
Klarspülen SPÜLPHASEN -
Kontrolleuchten.)
Schalten Sie das Gerät ü ber die ON/OFF-Taste aus.
Es befindet sich zu viel Schaum in dem Gerät.
Es wurde ein fü r Geschirrspü ler ungeeignetes Spü lmittel verwendet.
Der Stö psel des Klarspü lerbehälters wurde nicht korrekt geschlossen.
Befreien Sie die Filtersiebe von Speiseresten (
siehe
Wartung und Pflege
).
Setzen Sie die Filtersiebeinheit wieder ordnungsgemäß ein und schalten
Sie das Gerä t ü ber die ON/OFF-Taste erneut ein. Wiederholen Sie die
Gerä teeinstellung und starten Sie das Spü lprogramm erneut.
Alarmanzeige aufgrund einer
Stö rung des
Wasserversorgungs-
Magnetventils
(Es blinkt die 2. Spülen SPÜLPHASEN
-Kontrolleuchten.)
Schalten Sie das Gerät durch Drü cken der ON/OFF-Taste aus und schalten
Sie es nach einer Minute wieder ein. Besteht der Alarm weiterhin, drehen
Sie den Wasserhahn zu, um Ü berschwemmungen zu vermeiden. Ziehen Sie
daraufhin den Netzstecker aus der Steckdose und fordern Sie den
Kundendienst an.
AFWASAUTOMAAT
NL
Inhoud
Installatie, 50-51
Plaatsing en nivellering
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Technische gegevens
Beschrijving van het apparaat, 52
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
Het laden van de rekken, 53
Onderrek
Bestekkorf
Bovenrek
Starten en gebruik, 54
Het starten van de afwasautomaat
Het afwasmiddel toevoegen
Afwasopties
Programmas, 55
Tabel van de programma’s
Glansmiddel en zout, 56
Het glansmiddel toevoegen
Het zout toevoegen
Onderhoud en verzorging, 57
Water en elektrische stroom afsluiten
Reinigen van de afwasautomaat
Vermijden van vervelende luchtjes
Reinigen van de sproeiarmen
Reinigen van de filters
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 58
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en respect voor het milieu
Storingen en oplossingen, 59
Service, 60
Nederlands, 49
NL
Gebruiksaanwijzing
LVR 645 A
50
NL
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele
toekomstige raadpleging. Wanneer u het product
weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u dit
boekje bij het apparaat te bewaren.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er
staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal
houden; als dit niet mogelijk is moet u het naar
achteren kantelen.
Plaatsing en nivellering
1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat
het geen schade heeft geleden tijdens het transport.
Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet
aansluiten maar de dealer inschakelen.
2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de
achterkant tegen de aangrenzende kastjes of de wand
worden geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het
aanrecht worden ingebouwd* (
zie Installatieblad
).
3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige
vloer. Compenseer eventuele onregelmatigheden door
de pootjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat
horizontaal staat (het mag niet meer dan 2 graden
hellen). Een correcte nivellering geeft stabiliteit en
voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen.
4. Het regelen van de hoogte van de achterste
stelvoetjes, vanaf de voorzijde*: schroef met een
schroevendraaier de schroeven die zich in het onderste
gedeelte van de afwasautomaat bevinden vast of los.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Het voor de installatie aanpassen aan het
elektrische en hydraulische systeem mag alleen door
erkende technici worden uitgevoerd.
De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of
de elektrische voedingskabel worden geplaatst.
Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding
met nieuwe buizen.
Gebruik geen oude buizen.
De buizen voor de toevoer (A) en de afvoer (B) van
het water, en de elektrische voedingskabel kunnen
voor een betere installatie zowel naar rechts of naar
links worden gericht (
zie afbeelding
).
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de
toevoerbuis op een kraan met schroefdraad van 3/
4 gas; voordat u hem vastschroeft moet u het water
laten lopen totdat het compleet helder is. Zo
voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het
apparaat doen verstoppen.
Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een
centrale verwarming is met radiatoren kan de
afwasautomaat worden voorzien met warm water
mits dit water niet warmer is dan 60°C.
Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven
voor de koudwateraansluiting.
Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend
is, dient u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot
een erkende monteur (
zie Service
).
De waterdruk moet zich bevinden tussen de
waarden die staan vermeld in de tabel met
Technische gegevens (
zie onder
).
Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of
samengedrukt.
Lekkagebeveiliging
Om te garanderen dat er geen lekkages worden
veroorzaakt is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer
onderbreekt in geval van storingen of lekkages van
binnenuit.
- voorzien van het veiligheidssysteem
Water Stop
*;
oftewel hij is voorzien van een watertoevoerbuis
bestaande uit een externe transparante buis en een
interne rode buis: beide buizen kunnen een erg hoge
druk verdragen. In het geval de binnenste buis
kapotgaat, zal de buitenste hardrood worden en zal het
water hierdoor vloeien, zodat lekkages worden
vermeden.
Het is heel belangrijk om geregeld de externe buis
te controleren: als u ziet dat hij hardrood is geworden,
moet hij zo spoedig mogelijk worden vervangen door de
erkende Technische Dienst (
zie Service
).
Installatie
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden
doorgesneden: hij bevat onderdelen die onder spanning
staan.
51
NL
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Verbindt de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een
afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4cm. U
kunt hem ook op de rand van een wasbak of een
badkuip hangen; het vrije uiteinde van de afvoerbuis
mag niet onder water liggen.
De speciale plastic
elleboogpijp* zorgt ervoor
dat u hem goed vast kunt
zetten: bevestig de
elleboogpijp goed aan de
muur om te voorkomen dat
de afvoerbuis beweegt en
het water lekt.
Het deel van de buis dat is
aangegeven met de letter A
moet zich op een hoogte
van tussen de 40 en de 100 cm van de grond bevinden
(
zie afbeelding
).
Er wordt afgeraden verlengbuizen te gebruiken.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u
zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen. Dit vermogen wordt
aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant
van de deur (
zie Beschrijving van de
afwasautomaat
);
de spanningswaarden zich bevinden tussen de
waarden die staan aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur;
de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een
bevoegde monteur inschakelen om de stekker te
laten vervangen (
zie Service
); gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk
te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
In het geval dat de voedingskabel beschadigd is,
dient deze vervangen te worden door de fabrikant of
door uw Installateur, zodat elk risico vermeden wordt.
(Zie Service)
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Anticondensstrip*
Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u
de deur en plakt u de doorzichtige plakstrip onder het
houten werkvlak, zodat u het beschermt tegen
eventuele condens.
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor
de eerste afwasbeurt, moet u het zoutreservoir
volledig met water vullen en ongeveer 2 kg zout
toevoegen (
zie Glansmiddel en zout
): het is normaal
dat er tijdens deze handeling water overloopt. Het is
ook normaal dat ondanks het toevoegen van het zout,
het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* voor enkele
afwasbeurten zal blijven knipperen.
Als u geen onthardingszout toevoegt kan de
waterontharder en het verwarmingselement worden
beschadigd.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit
12 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
4,3 psi – 145 psi
Netspanning
Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermog
en
Zie typeplaatje
Zekering
Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet
aan de volgende EU richtlijnen:
- 73/23/EEG van 19/02/73
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen
- 97/17/EG (Etikettering)
- 2002/96/EC
A
Technische gegevens
52
NL
Algemeen aanzicht
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarm
3. Opklaprekjes
4. Regelen hoogte rek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarm
7. Bestekkorf
8. Filter
9. Zoutreservoir
10. Bakje voor afwasmiddel en
glansmiddelreservoir
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel***
HOOFDWAS
DROGEN
SPOELEN
VOORWAS
Controlelampjes
VERLOOP WASCYCLE
Controlelampje
ON/OFF
Toets
ON/OFF
Knop
PROGRAMMAKEUZE
Toets
EXTRA DROGEN*
*** Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
53
NL
Het laden van de rekken
Open de grendeltjes van de rails aan
de rechter- en aan de linkerkant en
haal het rek naar buiten; plaats het
boven of onder en schuif het over de
rails totdat ook de voorste wieltjes erin
zitten; sluit vervolgens de grendeltjes
(
zie afbeelding
).
Als het rek voorzien is van click clack
handvaten* (
zie afbeelding
), moet u
ze naar beneden of naar boven
trekken om de hoogte te regelen.
Voorbeelden van het inladen van het bovenrek
Voorbeelden van het inladen van het onderrek
Baby Opklaprekjes
*
In de modellen afwasautomaat
waar een Baby Cyclus aanwezig
is, worden speciale opklaprekjes
geleverd voor het wassen van
zuigflessen, ringen en spenen.
Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat
Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn
of met delen die vastgelijmd zijn.
Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin.
Niet hittebestendige plastic voorwerpen.
Antiek of handbeschilderd porselein.
Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een
fijn programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het
niet in contact komt met andere metalen.
We raden u aan vaatwerk te gebruiken dat wel geschikt
is voor de afwasautomaat.
Het reinigen van de handvaten *
Om de handvaten van het boven- en onderrek te reinigen:
verwijder de twee bevestigingsdoppen, verwijder de
handvaten, was ze onder het stromend water en bevestig
ze weer op het rek met de dopjes.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
** Variabele aantallen en standen.
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Onderrek
In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden,
slakommen, bestek, etc. plaatsen, volgens de
Inlaadvoorbeelden.
Grote deksels en borden kunnen het beste aan de zijkanten
van het rek worden geplaatst. Zorg ervoor dat ze het
draaien van de bovenste sproeiarm niet verhinderen.
Enkele modellen afwasautomaat
beschikken over uitklapbare
delen*. Deze kunnen in verticale
stand worden gebruikt voor het
laden van borden, of in horizontale
stand voor het laden van pannen
en slakommen.
Bestekkorf
De bestekkorf verschilt aan de hand van het model
afwasautomaat.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe
punten dienen met de punten naar beneden in de
bestekkorf of in horizontale positie in de opklaprekjes van
de het bovenrek geplaatst te worden.
Om het middenstuk in tweeën te delen* moet u het handvat
loshalen. De twee zijelementen* kunnen worden losgemaakt
en aan het boven- of onderrek worden vastgehaakt.
De twee roosters* kunnen op de korf worden bevestigd om
het bestek gescheiden te houden: voeg het bestek in de
openingen met de handvaten naar beneden gericht.
Bovenrek
Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes,
mokken, bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage,
niet zo vuile pannen, zoals beschreven in de
Inlaadvoorbeelden
.
Lichte vaat: plaats deze voorwerpen zodanig dat ze niet
verplaatst worden door de waterstralen.
Mokken en kopjes: plaats deze op de opklaprekjes**.
Lange en scherpe messen, opschepbestek: op de
opklaprekjes**.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek
hoger of lager zetten:
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen
als het REK LEEG IS.
Til of laat het rek nooit aan een enkele kant neer.
1
2
3
4
54
NL
A
B
D
C
Starten en gebruik
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Druk op de ON-OFF knop: het controlelampje gaat aan.
3. Open de deur en doseer het afwasmiddel (
zie
hieronder
).
4. Laad de rekken in (
zie Het laden van de rekken
) en sluit
de deur.
5. Kies het gewenste afwasprogramma naar gelang het
soort vaatwerk en hoe vuil het is (
zie de tabel
) door met de
klok mee aan de knop PROGRAMMAKEUZE te draaien.
Na enkele seconden start het programma en de
controlelampjes VERLOOP WASCYCLE geven de stand van
het programma aan:
Voorwas, Hoofdwas, Spoelen, Drogen.
7. Aan het einde van de afwas gaat het controlelampje van
het Drogen knipperen.
8. Draai de knop PROGRAMMA-KEUZE tegen de klok in tot
aan de positie RESET voor het annuleren van alle
instellingen.
9. Schakel het apparaat uit met de ON-OFF knop, doe de
waterkraan dicht en haal de stekker uit het stopcontact.
10. Open de deur en wacht enkele minuten voordat u de
vaat eruit haalt om te voorkomen dat u zich brandt. Laad de
vaat uit beginnend met het onderrek.
Het veranderen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerde keuze heeft gemaakt kunt u dit nog
veranderen binnen een minuut vanaf de start: draai de
PROGRAMMA KEUZE knop tegen de klok in tot aan de
positie RESET; na enkele seconden gaat het controlelampje
VERLOOP WASCYCLE uit: kies het nieuwe programma.
Het toevoegen van overige vaat
Druk op de ON/OFF toets, open de deur, wees voorzichtig
met de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de
afwasautomaat. Druk nogmaals op de ON/OFF toets: de
wascyclus wordt hervat.
Accidentele onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het
werd onderbroken als de deur weer wordt dichtgedaan of
wanneer de stroom terugkeert.
Afwasopties
Extra drogen*
Om een perfect droge vaat te verkrijgen drukt u op de
toets EXTRA DROOG voor u het programma selecteert. Een
lang geluidssignaal geeft de activering van deze optie
weer, een kort geluidssignaal geeft aan dat deze is
uitgeschakeld.
Met extra drogen duren de programma's iets langer.
Het afwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste
dosering afwasmiddel die wordt aangegeven door de
fabrikant. Teveel afwasmiddel betekent niet automatisch
een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet goed voor
het milieu.
Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met de hand
wassen.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij
uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN
bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u met het
gebruik van een vaatwasmiddel in poedervorm, een vloei-
baar glansspoelmiddel en zout.
bakje A: Wasmiddel hoofdwas
bakje B: Wasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door middel
van de knop D.
2. Doseer het afwasmiddel met
behulp van de
Tabel van de
programma’s
:
• afwasmiddel in poeder: bakjes A
en B.
• tabletten: wanneer het
programma 1 tablet vereist doet u
hem in het bakje A en sluit u het
deksel. Wanneer het programma 2 tabletten vereist, doet u de
tweede op de bodem van de afwasautomaat.
3. Verwijder de wasmiddelresten van de rand van het bakje
en sluit het deksel met een klik.
55
NL
Tabel van de programmas
Programmas
Afwasmiddel
(A) = bakje A
(B) = bakje B
Aanwijzingen voor de
programmakeuze
Programma
Poeder Vloeibaar Tabletten
Drogen
Duur van het
programma
(tolerantie
±10%)
Hrs. Min.
Zeer vuile vaat en pannen
(niet voor breekbare vaat)
Intensief
30 gr (A)
5 gr (B)
30 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
1 (bodem
afwasauto
maat)
JA
2:00
Normaal vuile vaat en
pannen. Dagelijks
standaard programma.
Normaal
30 gr (A)
30 ml (A)
1 (A)
JA
1:28
Ecologisch wasprogramma
met laag energieverbruik,
geschikt voor normaal vuile
vaat en pannen.
Eco
*
25 gr (A)
5 gr (B)
25 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
JA
2:25
Zuinige snelle cycle voor
weinig vuil vaatwerk, direct
na gebruik.
Snel
25 gr (A)
25 gr (A)
NEE
NEE
0:30
Voorwas in afwachting van
de lading van de volgende
maaltijd.
Inweken
NEE
NEE
NEE
NEE
0:12'
Spe-ciale cycle voor fijn
vaatwerk dat gevoeliger is
voor hoge temperaturen,
direct na gebruik.
Glaswerk
25 gr (A)
25 gr (A)
1 (A)
JA
1:38'
Spoel- en droogcycle voor
weinig gebruikt vaatwerk
dat alleen stoffig is.
Special Guest
NEE
NEE
NEE
JA
0:36
N.B.
Om de dosering van het afwasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat:
1 eetlepel = 15 gram poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa
1 theelepel = 5 gram poeder = 5 ml vloeibaar wasmiddel circa
* Het programma Eco volgt de richtlijn EN-50242 en heeft een langere duur dan de rest van de programma’s. Dit programma
heeft echter het laagste energieverbruik en is het minst schadelijk voor het milieu.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria:Aanwijzing voor de Proeflaboratoria:
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria:Aanwijzing voor de Proeflaboratoria:
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN
vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: ASSISTENZA_EN_LVS@indesitcompany.com
De Ariston afwasautomaten zijn voorzien van een automatisch reinigingssysteem van de filters dat de duur van de
programma’s kan verlengen.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
56
NL
G
H
F
Glansmiddel en zout
Hardheid van het water
°dH °fH °mmol/l
Stand pijl
Zoutverbruik
(gram/cyclus)
Autonomie
(cycli/2kg)
0 - 10 0 - 17 0 - 1,7 / 0 /
10  25 18  44 1,8  4,4 - 20 60
25  50 45  89 4,5  8,9 MED 40 40
> 50 > 89 > 8,9 + 60 25
Gebruik uitsluitend producten die speciaal
voor afwasautomaten zijn bestemd.
Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en
ook geen wasmiddelen voor handwas.
Als u een multifunctie product gebruikt is het niet nodig
een glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel aan
zout toe te voegen als het water hard of zeer hard is.
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het normaal dat
de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL
TOEVOEGEN* blijven knipperen.
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het
water van het oppervlak te laten glijden. Op deze manier
voorkomt u strepen en vlekken.
Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
als u door het controlelampje ziet dat het leeg is (H).
Controlelampje licht: glansmiddel toevoegen;
controlelampje donker: voldoende glansmiddel;
als op het paneel het controlelampje GLANSMIDDEL
TOEVOEGEN* knippert;
1. Open het reservoir door de
dop (G) tegen de klok in te
draaien.
2. Giet het glansmiddel in het
reservoir zonder te morsen. Als
u wel morst, moet u het product
gelijk met een droge doek
verwijderen.
3. Schroef de dop weer op zijn
plaats.
Giet het glansmiddel
NOOIT direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over de was- of droogresultaten, kunt
u de dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een
schroevendraaier aan de regelaar (F) draaien en kiezen
tussen 6 verschillende standen (de fabrieksinstelling is op
stand 4):
als u op de vaat blauwachtige strepen aantreft moet u
een lagere stand instellen (1-3).
als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u een
hogere stand instellen (4-6).
Als u multifunctie tabletten gebruikt en u wilt dat de vaat
droger wordt, kunt u het reservoir in elk geval vullen en
instellen op stand 2.
Het zout toevoegen
Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd
controleren of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het
zout verwijdert het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er
geen kalkaanslag op de vaat achterblijft. Het zoutreservoir
bevindt zich aan de onderzijde van de afwasautomaat (
zie
Beschrijving
) en moet worden gevuld:
als de groene drijver* niet zichtbaar is wanneer u de
dop van het zoutreservoir bekijkt;
als op het paneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN* knippert;
als er geen controlelampje of groene drijver is:
ongeveer na iedere 30 wasbeurten;
1. Haal het onderrek naar voren
en draai de dop van het
zoutreservoir tegen de klok in.
2. Alleen voor de eerste
afwasbeurt: vul het reservoir tot
aan de rand met water.
3. Plaats bijgeleverde trechter op
de opening (
zie afbeelding
) en vul
het reservoir tot aan de rand met zout (ongeveer 2 kg); het
is normaal dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter, haal de zoutresten uit de groeven
en schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het
wassen geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de
ontkalker zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd).
Wanneer u onthardingszout toevoegt moet u direct
daarna een wascyclus starten zodat de overgelopen
zoutoplossing direct wordt verwijderd.
Het regelen van de dosis zout*
Het is mogelijk het zoutverbruik te regelen op basis van de
waterhardheid van uw leefgebied. Dit gegeven is
verkrijgbaar bij uw Gemeentelijke Waterbedrijf.
1. Schroef het deksel van het reservoir
los.
2. Draai de pijl op de rand (
zie
afbeelding
) richting de + o de - en baseer
u op de volgende tabel:
De ontkalker is in de fabriek ingesteld op +.
Als u multifunctie tabletten gebruikt kunt u toch het
zoutreservoir vullen en het op - afstellen; als de
waterhardheid hoger is dan 60°fH, dient u het op + te
zetten.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
57
NL
1
A
C
B
2
A
B
C
Onderhoud en
verzorging
Water en elektrische stroom afsluiten
Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om
lekkage te voorkomen.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens
reiniging en onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen
worden gereinigd met een natte, niet schurende
doek. Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen.
De vlekken aan de binnenkant van de
afwasautomaat kunnen worden verwijderd met
een natte doek en wat azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
Laat de deur altijd op een kier om het ophopen
van damp te voorkomen.
Reinig geregeld de afdichtingen rondom de
deur en de wasmiddelbakjes met een vochtige
spons. Zo vermijdt u het ophopen van
etensresten die de hoofdoorzaak zijn van
vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat
er etensresten aan de
sproeiarmen blijven
kleven en de gaatjes
waar water uit komt
verstoppen: u doet er
goed aan ze
regelmatig te
controleren en te
reinigen met een niet-
metalen borsteltje.
Reinigen van de filters
De filters reinigen het waswater van etensresten
en zorgen dat het weer in het watercircuit komt:
voor een beter resultaat moeten de filters
regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
Controleer na het reinigen dat het filter goed
op zijn plaats zit.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of
met een los filter worden gebruikt.
1. Verwijder de filters door het handvat naar boven
te trekken.
2. Reinigen van de filters:
reinig na elke
wasbeurt het halfronde
bord A en de koker B
(u verwijdert ze door
aan het handvat te
trekken). Verwijder de
grootste etensresten
door ze onder het
stromende water af te
spoelen.
de filtergroep moet
eens per maand
grondig worden
schoongemaakt:
halfrond bord A, koker
B en cilindrisch filter C
(wordt verwijderd door
het tegen de klok in te
draaien). Gebruik voor
het reinigen een niet-
metalen borsteltje.
3. Zet de filtergroep weer op zijn plaats totdat u
klik hoort volgens de handelingen 1 en 2, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Als u langere tijd geen gebruik maakt
van de afwasautomaat
Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af.
Laat de deur op een kier staan.
• Laat als u terugkeert de afwasautomaat een
keer leeg draaien.
58
NL
Voorzorgsmaatregelen en advies
Het apparaat is ontworpen en gebouwd
overeenkomstig de internationale
veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
geschreven om veiligheidsredenen en moeten
zorgvuldig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-
professioneel gebruik binnenshuis.
Dit apparaat moet worden gebruikt voor het
wassen van huishoudelijke vaat en alleen door
volwassenen volgens de aanwijzingen die terug
zijn te vinden in dit boekje.
De afwasautomaat mag niet buitenshuis
worden geïnstalleerd, ook niet in overdekte
toestand. Het is zeer gevaarlijk hem bloot te
stellen aan regen en onweer.
Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door
eraan te trekken, maar door hem beet te
pakken.
Voordat u de afwasautomaat reinigt of
onderhoud uitvoert moet u de waterkraan
afsluiten en de stekker uit het stopcontact
halen.
In het geval van een storing mag u in geen
enkel geval aan de interne mechanismen
sleutelen om een reparatie trachten uit te
voeren.
Raak nooit de weerstand aan.
Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat
zou om kunnen vallen.
De deur dient niet in openstaande stand gelaten te
worden omdat men erover zou kunnen struikelen.
Houdt was- en glansmiddelen buiten het bereik
van kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Vernietiging van oude electrische
apparaten
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over
Vernietiging van Electrische en Electronische
Apparatuur (WEEE), vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart
worden ingezameld om zo het hergebruik van de
gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu
te reduceren. Het symbool op het product van de
"afvalcontainer met een kruis erdoor" herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en respect voor het
milieu
Water en energie besparen
Start de afwasautomaat alleen als hij volledig
volgeladen is. Als u moet wachten totdat de
afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende
luchtjes vermijden door het programma
Inweken te gebruiken (
zie Programma’s
).
Selecteer een programma wat geschikt is voor
het type vaat en het soort vuil door de
Tabel
van de programma’s
te raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het
programma Eco, dat een laag energie- en
waterverbruik garandeert.
- als u een kleine vaat heeft activeert u de
optie Halve lading (
zie Starten en gebruik
).
Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of
dagen goedkopere tarieven heeft, dient u de
afwasautomaat te gebruiken op deze tijden. De
optie Uitgestelde start* (
zie Starten en gebruik
)
kan u erbij helpen het wassen op deze wijze te
organiseren.
Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor
en met enzymen.
We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder
fosfaten of chloor te gebruiken omdat deze
geschikter zijn voor het behoud van het milieu.
Enzymen zorgen voor een effectieve werking
op temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom
kan u met afwasmiddelen met enzymen op
lage temperaturen resultaten bereiken die u
anders pas op 65°C zou hebben.
Doseer het afwasmiddel goed op basis van de
aanwijzingen van de fabrikant, van de
waterhardheid, de hoeveelheid vuil en de
hoeveelheid vaat, om zo verspillingen te
voorkomen. Ook al zijn ze biologisch
afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten
elementen die het evenwicht van de natuur
verstoren.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
59
NL
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u
zich tot de Service Dienst wendt (
zie Service
).
Storingen en oplossingen
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De afwasautomaat start niet.
De stekker zit niet goed in het stopcontact of het hele huis zit
zonder stroom.
De deur van de afwasautomaat is niet goed dicht.
U heeft een Uitgestelde start ingesteld (
zie Starten en gebruik
).
De afwasautomaat pompt het
water niet af.
Het programma is nog niet beë indigd.
De waterafvoerbuis is gebogen (
zie Installatie
).
De afvoer van de wasbak is verstopt.
Het filter is verstopt met etensresten (
zie onderhoud en
verzorging
)
De afwasautomaat maakt lawaai.
De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen.
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen of een witte
aanslag achter.
Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir of zijn
afregeling is niet toereikend voor de waterhardheid (
zie
Glansmiddel en onthardingszout
).
De dop van het zoutreservoir is niet goed dicht.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen
achter.
Er wordt teveel glansmiddel gebruikt (
zie Glansmiddel en
onthardingszout
).
De vaat is niet droog genoeg.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (
zie
Glansmiddel en onthardingszout
).
De regeling van het glansmiddel is niet correct.
U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
De vaat is niet schoon.
De rekken zijn te vol geladen (
zie Het laden van de rekken
).
De vaat is niet goed verdeeld.
De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien.
Het wasprogramma is niet energiek genoeg (
zie Programmas
).
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is
niet geschikt voor de afwasautomaat (
zie Starten en gebruik
).
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
Het filter is vuil of verstopt (
zie Onderhoud en verzorging
).
Er zit geen onthardingszout meer in het reservoir (
zie
Glansmiddel en onthardingszout
).
De afwasautomaat vult zich niet
met water/Alarm kraan dicht.
(u hoort enkele korte pieptonen)*
Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
(de Hoofdwas en Spoelen VERLOOP
WASCYCLE controlelampjes knipperen).
Er zit geen water in de centrale waterleiding.
De watertoevoerbuis is gebogen (
zie Installatie
).
Open de kraan en de machine start na enkele minuten vanzelf.
Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na
de pieptonen*. Schakel de machine uit met de ON/OFF toets,
open de kraan en schakel hem na 20 seconden opnieuw in door
middel van dezelfde toets. Herprogrammeer het apparaat en
start het opnieuw.
Alarm Schuim/ filters verstopt
(de Voorwas en Spoelen VERLOOP
WASCYCLE controlelampjes knipperen).
Schakel het apparaat uit door op de ON/OFF toets te drukken.
Overtollig schuim aanwezig in het apparaat.
U heeft een afwasmiddel gebruikt dat niet geschikt is voor de
afwasautomaat;
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
Reinig het filter van de eventuele etensresten (
zie Onderhoud
en verzorging
).
Doe de filtergroep weer op zijn plaats en
schakel het apparaat in door op de ON/OFF toets te drukken.
Herprogrammeer het apparaat en start het opnieuw.
Alarm storing aan de
elektromagnetische klep van de
watertoevoer
(het Hoofdwas VERLOOP WASCYCLE
controlelampje knippert).
Schakel het apparaat uit door te drukken op de toets ON/OFF
en schakel het na een minuut weer in. Als het alarm blijft gaan
moet u de waterkraan dichtdraaien om lekkages te vermijden,
vervolgens de stekker uit het stopcontact halen en de
Servicedienst inschakelen.
60
NL
Service
Voordat u er de installateur bijhaalt:
Kijk eerst even of u het probleem zelf kunt
oplossen (zie Storingen en oplossingen);
Start het programma om te controleren of de
storing is verholpen.
Als de storing nog niet is opgelost moet u de
Servicedienst bellen op het nummer wat op het
garantiecertificaat is aangegeven.
Nooit een niet-bevoegde installateur erbij
halen.
Vermeld:
het soort storing
het model van de machine (Mod.)
het serienummer (S/N)
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de
zijkant van de deur (zie Beschrijving van de
vaatwasser).

Documenttranscriptie

Störungen und Abhilfe Sollten Betriebsstörungen auftreten, kontrollieren Sie bitte die nachfolgenden Punkte, bevor Sie sich an den Kundendienst wenden (siehe Kundendienst). Einige Störungen werden auf dem Display durch Codenummern-Blinklichtanzeigen gemeldet. Notieren Sie sich diese Anzeigen, bevor Sie den Kundendienst anfordern. Störungen: M ögliche Ursachen / Lösungen: • D er G e s ch irrs p ü le r s ta rte t n ic h t. D er G es ch irrsp ü le r p u m p t d as W asser nicht ab. D er G e s ch irrs p ü le r ist z u la u t. Au f d em G esch irr un d au f d en G läsern b efin d en sich K alkab lag eru ng en o der ein w eiß er B elag . D as G e sch irr u nd die G läser w e is en w e iß e S tre ife n b zw . b lä u lic h e S ch a ttie ru ng e n a uf. D as G e sch irr ist n ich t g an z tro ck e n. D as G e sch irr ist n ich t sau ber gew orden DE • • D er N e tzstec k er s te ck t n ich t fe s t g e nu g in d e r S tec k do s e, o de r e s be ste ht e in S trom a u sfall. D ie G e rä te tü r is t nich t ga n z ge s ch lo ss e n. E s w urde e in e S ta rtze itvo rw a h l p rog ra m m ie rt (s ie he S ta rt u n d In be trie bn a h m e ). • D as S p ü lp ro gram m is t no ch nic h t ga n z ab g elau fe n . • D er A b la ufsc h la uc h is t ge k nick t (s ie he Ins ta llatio n). • D er A b la uf d e s S p ü lb ec k en s is t ve rs to p ft. • Im F ilte rs ie b h ab e n sich S p e ise res te a n ge s am m e lt (s iehe W a rtun g u nd P fle g e). • D a s G e sc h irr s ch lä g t a n e ina n d e r o de r g e g e n die S p rü h arm e . • E s fe h lt R e g en e riersa lz b z w. d ie D o sierun g e ntsp ric ht n ic ht d er W ass e rh ärte (s ie h e K la rsp üler u n d R eg e ne rie rsa lz). D er D e ck e l d e s S alzb e h ä lte rs is t n ic h t o rdn u ng sg e m äß ge sc h lo ss e n. E s fe h lt K larsp ü lm itte l od e r e s w ird un zu reich e nd d o sie rt. D as G e sc hirr b es te h t a u s A n tiha ftm a te ria l. • • • • D ie D os ie ru n g de s K la rs p ülers is t zu h oc h (s ie he K la rsp ü ler u n d R e g en e rie rsa lz). • E s feh lt K la rs p ülm ittel o de r e s wi rd u n zu re ic h e n d d os ie rt (s ie he K la rs p ül er u nd R e g en e rie rs a lz). • • D ie K la rs p üler-D os ie reins te llun g is t nich t an g em e s se n . E s w urde e in S p ü lp ro g ram m , d a s ke in en T roc k en g an g vo rsieh t, e in ge s te llt. • • • • • D ie K ö rb e w u rde n zu vo ll g e lad e n (s ie he B e sc h ic ku n g de r K örbe ). D as G e s ch irr w u rd e n ic ht k o rre k t e in g er ä um t. D ie S p rü ha rm e kö n ne n s ich nic h t fre i be w e ge n . D as S p ü lp ro gram m is t zu s ch w a ch (s ie he S p ülp ro gra m m e ). E s ha t s ich zu vie l S c ha u m g eb ild e t: D a s S p ü lm itte l w u rd e u nk o rrek t d os ie rt o d e r e s is t u n ge e ig n e t fü r G es ch irrs p üler (s ie he S tart u n d In b etrie b n a h m e). D er S tö p se l d e s K la rs p üle rb e h älte rs w u rd e n ic ht k orre kt g e sc hlos s en . D as F ilte rs ie b is t sc hm utzig od e r ve rs to pft (s ie he W a rtu n g u nd P fleg e ). E s feh lt R e ge n e rie rs a lz (s ie he K la rsp üler u n d R e g e n e rie rsa lz). • • • D er G es ch irrsp ü le r läd t kein W asser/Alarm W asserhah n geschlossen. (Sie vernehm en kurze Signaltöne) Nur an einigen Modellen. • • • E s be s te ht e in e U nterb re ch u ng d e r W as s erzu fu h r. D er Z u fu hrsc h la uc h is t ge k nick t (s ie he Ins ta llatio n). Ö ffne n S ie d e n W as s erha h n; d as G e rä t s etzt s ich na ch w e n ig e n M inu te n in Gang. (Es blinken die 2. und 3. Spülen und Klarspülen SPÜLPHASEN Kontrolleuchten.) • D as G e rä t h at a uf S p erre g e sc ha ltet, we il n ac h E rk ling e n de r B ip-T ön e * k ein E ing riff e rfo lgte. S ch a lte n S ie d a s G erät ü be r d ie O N /O F F -T as te a u s, ö ffn e n S ie d e n W as se rh a hn un d s ch alte n S ie d as G e rä t n ac h 20 S e k un d en ü be r dies e lb e T as te w ie d er e in . W ie de rho le n S ie d ie G e rä te e in stellun g u nd s ta rte n S ie d a s S p ü lp ro g ra m m e rn eu t. Ala rm an zeig e S ch a u m /F ilte rs ie b e ve rs to p ft • • • • • S ch a lte n S ie d a s G erät ü be r d ie O N /O F F -T as te a u s. E s be find e t sich zu viel S c h a u m in d e m G e rä t. E s w urde e in fü r G e s ch irrs p ü le r u n g e e ig n ete s S p ü lm itte l ve rw e n d e t. D er S tö p se l d e s K la rs p üle rb e h älte rs w u rd e n ic ht k orre kt g e sc hlos s en . B efre ie n S ie d ie F ilte rs ie b e vo n S pe is e re sten (s ie he W a rtun g u nd P fle ge ). S etze n S ie d ie F ilte rs ie b ein h eit w ie d er o rd n un g sg em ä ß e in u n d sc h alte n S ie d as G e rä t ü b e r die O N /O F F -T as te e rn e u t e in . W ie de rho le n S ie d ie G e rä te eins te llu n g u n d s ta rte n S ie d as S p ülprog ram m erne u t. • S ch a lte n S ie d a s G erät d urc h D rüc k en d e r O N /O F F -T as te a u s un d s ch a lte n S ie e s na c h eine r M in u te w ie d er e in . B es te h t de r A la rm w e ite rhin, d re he n S ie d en W ass erha h n zu , um Ü be rs c hw e m m un g en z u ve rm eide n . Z ie he n S ie d ara u fh in d e n N e tzs te ck e r a u s de r S te ck d os e u nd ford ern S ie d en K un d en d ie ns t an . (Es blinken die 1. und 3. Vorspülen und Klarspülen SPÜLPHASEN Kontrolleuchten.) Ala rm a n ze ig e a u fg ru n d e in er S tö ru n g d es W asserversorgungs M a gn e tv e ntils (Es blinkt die 2. Spülen SPÜLPHASEN -Kontrolleuchten.) 47 Gebruiksaanwijzing AFWASAUTOMAAT NL Nederlands, 49 Inhoud Installatie, 50-51 Plaatsing en nivellering Hydraulische en elektrische aansluitingen Technische gegevens Beschrijving van het apparaat, 52 Algemeen aanzicht Bedieningspaneel Het laden van de rekken, 53 Onderrek Bestekkorf Bovenrek Starten en gebruik, 54 Het starten van de afwasautomaat Het afwasmiddel toevoegen Afwasopties Programma’s, 55 LVR 645 A Tabel van de programma’s Glansmiddel en zout, 56 Het glansmiddel toevoegen Het zout toevoegen Onderhoud en verzorging, 57 Water en elektrische stroom afsluiten Reinigen van de afwasautomaat Vermijden van vervelende luchtjes Reinigen van de sproeiarmen Reinigen van de filters Als u langere tijd geen gebruik maakt van de afwasautomaat Voorzorgsmaatregelen en advies, 58 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en respect voor het milieu Storingen en oplossingen, 59 Service, 60 NL Installatie NL Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren. Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal houden; als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren kantelen. Aansluiting van de buis voor de watertoevoer • Plaatsing en nivellering 1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat het geen schade heeft geleden tijdens het transport. Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet aansluiten maar de dealer inschakelen. 2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de achterkant tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het aanrecht worden ingebouwd* (zie Installatieblad). 3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige vloer. Compenseer eventuele onregelmatigheden door de pootjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat horizontaal staat (het mag niet meer dan 2 graden hellen). Een correcte nivellering geeft stabiliteit en voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen. 4. Het regelen van de hoogte van de achterste stelvoetjes, vanaf de voorzijde*: schroef met een schroevendraaier de schroeven die zich in het onderste gedeelte van de afwasautomaat bevinden vast of los. Hydraulische en elektrische aansluitingen Het voor de installatie aanpassen aan het elektrische en hydraulische systeem mag alleen door erkende technici worden uitgevoerd. De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of de elektrische voedingskabel worden geplaatst. Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding met nieuwe buizen. Gebruik geen oude buizen. De buizen voor de toevoer (A) en de afvoer (B) van het water, en de elektrische voedingskabel kunnen voor een betere installatie zowel naar rechts of naar links worden gericht (zie afbeelding). • Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de toevoerbuis op een kraan met schroefdraad van 3/ 4 gas; voordat u hem vastschroeft moet u het water laten lopen totdat het compleet helder is. Zo voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het apparaat doen verstoppen. Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een centrale verwarming is met radiatoren kan de afwasautomaat worden voorzien met warm water mits dit water niet warmer is dan 60°C. Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor de koudwateraansluiting. Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is, dient u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende monteur (zie Service ). De waterdruk moet zich bevinden tussen de waarden die staan vermeld in de tabel met Technische gegevens (zie onder). Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of samengedrukt. Lekkagebeveiliging Om te garanderen dat er geen lekkages worden veroorzaakt is de afwasautomaat: - voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt in geval van storingen of lekkages van binnenuit. - voorzien van het veiligheidssysteem Water Stop*; oftewel hij is voorzien van een watertoevoerbuis bestaande uit een externe transparante buis en een interne rode buis: beide buizen kunnen een erg hoge druk verdragen. In het geval de binnenste buis kapotgaat, zal de buitenste hardrood worden en zal het water hierdoor vloeien, zodat lekkages worden vermeden. Het is heel belangrijk om geregeld de externe buis te controleren: als u ziet dat hij hardrood is geworden, moet hij zo spoedig mogelijk worden vervangen door de erkende Technische Dienst (zie Service). BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING! De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden: hij bevat onderdelen die onder spanning staan. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 50 Aansluiting van de buis op de waterafvoer Verbindt de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4cm. U kunt hem ook op de rand van een wasbak of een badkuip hangen; het vrije uiteinde van de afvoerbuis mag niet onder water liggen. De speciale plastic elleboogpijp* zorgt ervoor dat u hem goed vast kunt zetten: bevestig de elleboogpijp goed aan de muur om te voorkomen dat de afvoerbuis beweegt en het water lekt. Het deel van de buis dat is aangegeven met de letter A moet zich op een hoogte van tussen de 40 en de 100 cm van de grond bevinden (zie afbeelding). A Anticondensstrip* Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u de deur en plakt u de doorzichtige plakstrip onder het houten werkvlak, zodat u het beschermt tegen eventuele condens. Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor de eerste afwasbeurt, moet u het zoutreservoir volledig met water vullen en ongeveer 2 kg zout toevoegen (zie Glansmiddel en zout): het is normaal dat er tijdens deze handeling water overloopt. Het is ook normaal dat ondanks het toevoegen van het zout, het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* voor enkele afwasbeurten zal blijven knipperen. Als u geen onthardingszout toevoegt kan de waterontharder en het verwarmingselement worden beschadigd. Er wordt afgeraden verlengbuizen te gebruiken. Elektrische aansluiting Technische gegevens Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich ervan verzekeren dat: • • • • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te dragen. Dit vermogen wordt aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur (zie Beschrijving van de afwasautomaat); de spanningswaarden zich bevinden tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur; de stekker van het apparaat en het stopcontact overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten vervangen (zie Service); gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn. De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt. In het geval dat de voedingskabel beschadigd is, dient deze vervangen te worden door de fabrikant of door uw Installateur, zodat elk risico vermeden wordt. (Zie Service) Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 82 diepte cm 57 Capaciteit 12 bordensets Waterdruk toevoer 0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar) 4,3 psi – 145 psi Netspanning Zie typeplaatje Totaal opnemingsvermog en Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje Deze afwasautomaat voldoet aan de volgende EU richtlijnen: - 73/23/EEG van 19/02/73 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 97/17/EG (Etikettering) - 2002/96/EC De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 51 NL Beschrijving van het apparaat NL Algemeen aanzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Bovenrek Bovenste sproeiarm Opklaprekjes Regelen hoogte rek Onderrek Onderste sproeiarm Bestekkorf Filter Zoutreservoir Bakje voor afwasmiddel en glansmiddelreservoir Typeplaatje Bedieningspaneel*** Bedieningspaneel DROGEN SPOELEN HOOFDWAS Controlelampje ON/OFF VOORWAS Controlelampjes VERLOOP WASCYCLE Toets EXTRA DROGEN* Knop PROGRAMMAKEUZE Toets ON/OFF *** Alleen op modellen voor volledige inbouw. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 52 Het laden van de rekken Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten verwijderen en glazen en bekers legen. Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. 1 Onderrek In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen, bestek, etc. plaatsen, volgens de Inlaadvoorbeelden. Grote deksels en borden kunnen het beste aan de zijkanten van het rek worden geplaatst. Zorg ervoor dat ze het draaien van de bovenste sproeiarm niet verhinderen. Enkele modellen afwasautomaat beschikken over uitklapbare delen*. Deze kunnen in verticale stand worden gebruikt voor het laden van borden, of in horizontale stand voor het laden van pannen en slakommen. 2 3 4 Open de grendeltjes van de rails aan de rechter- en aan de linkerkant en haal het rek naar buiten; plaats het boven of onder en schuif het over de rails totdat ook de voorste wieltjes erin zitten; sluit vervolgens de grendeltjes (zie afbeelding). Als het rek voorzien is van click clack handvaten* (zie afbeelding), moet u ze naar beneden of naar boven trekken om de hoogte te regelen. Voorbeelden van het inladen van het bovenrek Bestekkorf De bestekkorf verschilt aan de hand van het model afwasautomaat. Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe punten dienen met de punten naar beneden in de bestekkorf of in horizontale positie in de opklaprekjes van de het bovenrek geplaatst te worden. Voorbeelden van het inladen van het onderrek Baby Opklaprekjes* In de modellen afwasautomaat waar een Baby Cyclus aanwezig is, worden speciale opklaprekjes geleverd voor het wassen van zuigflessen, ringen en spenen. Om het middenstuk in tweeën te delen* moet u het handvat loshalen. De twee zijelementen* kunnen worden losgemaakt en aan het boven- of onderrek worden vastgehaakt. De twee roosters* kunnen op de korf worden bevestigd om het bestek gescheiden te houden: voeg het bestek in de openingen met de handvaten naar beneden gericht. Bovenrek Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes, mokken, bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage, niet zo vuile pannen, zoals beschreven in de Inlaadvoorbeelden. • Lichte vaat: plaats deze voorwerpen zodanig dat ze niet verplaatst worden door de waterstralen. • Mokken en kopjes: plaats deze op de opklaprekjes**. • Lange en scherpe messen, opschepbestek: op de opklaprekjes**. Het regelen van de hoogte van het bovenrek Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger of lager zetten: We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als het REK LEEG IS. Til of laat het rek nooit aan een enkele kant neer. Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat • • • • • Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn of met delen die vastgelijmd zijn. Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin. Niet hittebestendige plastic voorwerpen. Antiek of handbeschilderd porselein. Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een fijn programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het niet in contact komt met andere metalen. We raden u aan vaatwerk te gebruiken dat wel geschikt is voor de afwasautomaat. Het reinigen van de handvaten * Om de handvaten van het boven- en onderrek te reinigen: verwijder de twee bevestigingsdoppen, verwijder de handvaten, was ze onder het stromend water en bevestig ze weer op het rek met de dopjes. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. ** Variabele aantallen en standen. 53 NL Starten en gebruik NL Het starten van de afwasautomaat 1. Open de waterkraan. 2. Druk op de ON-OFF knop: het controlelampje gaat aan. 3. Open de deur en doseer het afwasmiddel (zie hieronder). 4. Laad de rekken in (zie Het laden van de rekken) en sluit de deur. 5. Kies het gewenste afwasprogramma naar gelang het soort vaatwerk en hoe vuil het is ( zie de tabel) door met de klok mee aan de knop PROGRAMMAKEUZE te draaien. Na enkele seconden start het programma en de controlelampjes VERLOOP WASCYCLE geven de stand van het programma aan: Voorwas, Hoofdwas, Spoelen, Drogen. 7. Aan het einde van de afwas gaat het controlelampje van het Drogen knipperen. 8. Draai de knop PROGRAMMA-KEUZE tegen de klok in tot aan de positie RESET voor het annuleren van alle instellingen. 9. Schakel het apparaat uit met de ON-OFF knop, doe de waterkraan dicht en haal de stekker uit het stopcontact. 10. Open de deur en wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt om te voorkomen dat u zich brandt. Laad de vaat uit beginnend met het onderrek. Het veranderen van een reeds gestart programma Als u een verkeerde keuze heeft gemaakt kunt u dit nog veranderen binnen een minuut vanaf de start: draai de PROGRAMMA KEUZE knop tegen de klok in tot aan de positie RESET; na enkele seconden gaat het controlelampje VERLOOP WASCYCLE uit: kies het nieuwe programma. Het toevoegen van overige vaat Druk op de ON/OFF toets, open de deur, wees voorzichtig met de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de afwasautomaat. Druk nogmaals op de ON/OFF toets: de wascyclus wordt hervat. Accidentele onderbrekingen Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het werd onderbroken als de deur weer wordt dichtgedaan of wanneer de stroom terugkeert. Het afwasmiddel toevoegen Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosering afwasmiddel die wordt aangegeven door de fabrikant. Teveel afwasmiddel betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet goed voor het milieu. Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel. GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met de hand wassen. We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN bestaat. De beste was- en droogprestaties bereikt u met het gebruik van een vaatwasmiddel in poedervorm, een vloeibaar glansspoelmiddel en zout. bakje A: Wasmiddel hoofdwas bakje B: Wasmiddel voorwas 1. Open het deksel C door middel van de knop D. 2. Doseer het afwasmiddel met behulp van de Tabel van de programma’s: • afwasmiddel in poeder: bakjes A en B. • tabletten: wanneer het programma 1 tablet vereist doet u C hem in het bakje A en sluit u het deksel. Wanneer het programma 2 tabletten vereist, doet u de tweede op de bodem van de afwasautomaat. 3. Verwijder de wasmiddelresten van de rand van het bakje en sluit het deksel met een klik. D A B Afwasopties Extra drogen* Om een perfect droge vaat te verkrijgen drukt u op de toets EXTRA DROOG voor u het programma selecteert. Een lang geluidssignaal geeft de activering van deze optie weer, een kort geluidssignaal geeft aan dat deze is uitgeschakeld. Met extra drogen duren de programma's iets langer. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 54 Programma’s Tabel van de programma’s NL De Ariston afwasautomaten zijn voorzien van een automatisch reinigingssysteem van de filters dat de duur van de programma’s kan verlengen. Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken. Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat. Aanwijzingen voor de programmakeuze Afwasmiddel (A) = bakje A (B) = bakje B Programma Zeer vuile vaat en pannen (niet voor breekbare vaat) Poeder Vloeibaar Tabletten 30 gr (A) 5 gr (B) 30 ml (A) 5 ml (B) 1 (A) 1 (bodem afwasauto maat) JA 2:00’ 30 gr (A) 30 ml (A) 1 (A) JA 1:28’ 25 gr (A) 5 gr (B) 25 ml (A) 5 ml (B) 1 (A) JA 2:25’ 25 gr (A) 25 gr (A) NEE NEE 0:30’ NEE NEE NEE NEE 0:12' 25 gr (A) 25 gr (A) 1 (A) JA 1:38' NEE NEE NEE JA 0:36’ Intensief Normaal vuile vaat en pannen. Dagelijks standaard programma. Drogen Duur van het programma (tolerantie ±10%) Hrs. Min. Normaal Ecologisch wasprogramma met laag energieverbruik, geschikt voor normaal vuile vaat en pannen. Eco* Zuinige snelle cycle voor weinig vuil vaatwerk, direct na gebruik. Snel Voorwas in afwachting van de lading van de volgende maaltijd. Inweken Spe-ciale cycle voor fijn vaatwerk dat gevoeliger is voor hoge temperaturen, direct na gebruik. Glaswerk Spoel- en droogcycle voor weinig gebruikt vaatwerk dat alleen stoffig is. Special Guest N.B. Om de dosering van het afwasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat: 1 eetlepel = 15 gram poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa 1 theelepel = 5 gram poeder = 5 ml vloeibaar wasmiddel circa * Het programma Eco volgt de richtlijn EN-50242 en heeft een langere duur dan de rest van de programma’s. Dit programma heeft echter het laagste energieverbruik en is het minst schadelijk voor het milieu. Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: [email protected] 55 Glansmiddel en zout NL Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor afwasautomaten zijn bestemd. Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en ook geen wasmiddelen voor handwas. Als u een multifunctie product gebruikt is het niet nodig een glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel aan zout toe te voegen als het water hard of zeer hard is. Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het normaal dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* blijven knipperen. Het glansmiddel toevoegen Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het water van het oppervlak te laten glijden. Op deze manier voorkomt u strepen en vlekken. Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld: • als u door het controlelampje ziet dat het leeg is (H). Controlelampje licht: glansmiddel toevoegen; controlelampje donker: voldoende glansmiddel; • als op het paneel het controlelampje GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* knippert; 1. Open het reservoir door de dop (G) tegen de klok in te H draaien. 2. Giet het glansmiddel in het reservoir zonder te morsen. Als u wel morst, moet u het product gelijk met een droge doek F verwijderen. G 3. Schroef de dop weer op zijn plaats. • als de groene drijver* niet zichtbaar is wanneer u de dop van het zoutreservoir bekijkt; • als op het paneel het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* knippert; • als er geen controlelampje of groene drijver is: ongeveer na iedere 30 wasbeurten; 1. Haal het onderrek naar voren en draai de dop van het zoutreservoir tegen de klok in. 2. Alleen voor de eerste afwasbeurt: vul het reservoir tot aan de rand met water. 3. Plaats bijgeleverde trechter op de opening (zie afbeelding) en vul het reservoir tot aan de rand met zout (ongeveer 2 kg); het is normaal dat er wat water overloopt. 4. Verwijder de trechter, haal de zoutresten uit de groeven en schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de ontkalker zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd). Wanneer u onthardingszout toevoegt moet u direct daarna een wascyclus starten zodat de overgelopen zoutoplossing direct wordt verwijderd. Het regelen van de dosis zout* Het is mogelijk het zoutverbruik te regelen op basis van de waterhardheid van uw leefgebied. Dit gegeven is verkrijgbaar bij uw Gemeentelijke Waterbedrijf. 1. Schroef het deksel van het reservoir los. 2. Draai de pijl op de rand (zie afbeelding) richting de + o de - en baseer u op de volgende tabel: Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine. Het regelen van de dosis glansmiddel Als u niet tevreden bent over de was- of droogresultaten, kunt u de dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een schroevendraaier aan de regelaar (F) draaien en kiezen tussen 6 verschillende standen (de fabrieksinstelling is op stand 4): • als u op de vaat blauwachtige strepen aantreft moet u een lagere stand instellen (1-3). • als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u een hogere stand instellen (4-6). Als u multifunctie tabletten gebruikt en u wilt dat de vaat droger wordt, kunt u het reservoir in elk geval vullen en instellen op stand 2. Het zout toevoegen Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd controleren of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het zout verwijdert het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er geen kalkaanslag op de vaat achterblijft. Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de afwasautomaat (zie Beschrijving) en moet worden gevuld: 56 Hardheid van het water Stand pijl Zoutverbruik (gram/cyclus) Autonomie (cycli/2kg) °dH °fH °mmol/l 0 - 10 0 - 17 0 - 1,7 / 0 / 10 – 25 18 – 44 1,8 – 4,4 - 20 60 25 – 50 45 – 89 4,5 – 8,9 MED 40 40 > 50 > 89 > 8,9 + 60 25 De ontkalker is in de fabriek ingesteld op +. Als u multifunctie tabletten gebruikt kunt u toch het zoutreservoir vullen en het op - afstellen; als de waterhardheid hoger is dan 60°fH, dient u het op + te zetten. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Onderhoud en verzorging Water en elektrische stroom afsluiten Reinigen van de filters • Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage te voorkomen. De filters reinigen het waswater van etensresten en zorgen dat het weer in het watercircuit komt: voor een beter resultaat moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt. • Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging en onderhoud. Reinigen van de afwasautomaat • De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen worden gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. • De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat azijn. Vermijden van vervelende luchtjes • Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van damp te voorkomen. • Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en de wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn van vervelende luchtjes. Reinig de filters regelmatig. Controleer na het reinigen dat het filter goed op zijn plaats zit. De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los filter worden gebruikt. 1. Verwijder de filters door het handvat naar boven te trekken. 2. Reinigen van de filters: • reinig na elke wasbeurt het halfronde bord A en de koker B C (u verwijdert ze door 1 aan het handvat te 2 trekken). Verwijder de grootste etensresten A door ze onder het B stromende water af te spoelen. C B Reinigen van de sproeiarmen Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen: u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen met een nietmetalen borsteltje. NL A • de filtergroep moet eens per maand grondig worden schoongemaakt: halfrond bord A, koker B en cilindrisch filter C (wordt verwijderd door het tegen de klok in te draaien). Gebruik voor het reinigen een nietmetalen borsteltje. 3. Zet de filtergroep weer op zijn plaats totdat u klik hoort volgens de handelingen 1 en 2, zoals aangegeven in de afbeelding. Als u langere tijd geen gebruik maakt van de afwasautomaat • Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af. • Laat de deur op een kier staan. • Laat als u terugkeert de afwasautomaat een keer leeg draaien. 57 Voorzorgsmaatregelen en advies NL Het apparaat is ontworpen en gebouwd overeenkomstig de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn geschreven om veiligheidsredenen en moeten zorgvuldig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is ontwikkeld voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis. • Dit apparaat moet worden gebruikt voor het wassen van huishoudelijke vaat en alleen door volwassenen volgens de aanwijzingen die terug zijn te vinden in dit boekje. • De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het is zeer gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen en onweer. • Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan. • Haal de stekker niet uit het stopcontact door eraan te trekken, maar door hem beet te pakken. • Voordat u de afwasautomaat reinigt of onderhoud uitvoert moet u de waterkraan afsluiten en de stekker uit het stopcontact halen. • In het geval van een storing mag u in geen enkel geval aan de interne mechanismen sleutelen om een reparatie trachten uit te voeren. • Raak nooit de weerstand aan. • Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat zou om kunnen vallen. • De deur dient niet in openstaande stand gelaten te worden omdat men erover zou kunnen struikelen. • Houdt was- en glansmiddelen buiten het bereik van kinderen. • Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Vernietiging van oude electrische apparaten De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de "afvalcontainer met een kruis erdoor" herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. 58 Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Energiebesparing en respect voor het milieu Water en energie besparen • Start de afwasautomaat alleen als hij volledig volgeladen is. Als u moet wachten totdat de afwasautomaat gevuld is, kunt u vervelende luchtjes vermijden door het programma Inweken te gebruiken (zie Programma’s). • Selecteer een programma wat geschikt is voor het type vaat en het soort vuil door de Tabel van de programma’s te raadplegen: - voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het programma Eco, dat een laag energie- en waterverbruik garandeert. - als u een kleine vaat heeft activeert u de optie Halve lading (zie Starten en gebruik ). • Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of dagen goedkopere tarieven heeft, dient u de afwasautomaat te gebruiken op deze tijden. De optie Uitgestelde start* (zie Starten en gebruik) kan u erbij helpen het wassen op deze wijze te organiseren. Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor en met enzymen. • We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te gebruiken omdat deze geschikter zijn voor het behoud van het milieu. • Enzymen zorgen voor een effectieve werking op temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kan u met afwasmiddelen met enzymen op lage temperaturen resultaten bereiken die u anders pas op 65°C zou hebben. • Doseer het afwasmiddel goed op basis van de aanwijzingen van de fabrikant, van de waterhardheid, de hoeveelheid vuil en de hoeveelheid vaat, om zo verspillingen te voorkomen. Ook al zijn ze biologisch afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen die het evenwicht van de natuur verstoren. *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Storingen en oplossingen Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de Service Dienst wendt (zie Service). Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossingen: • De afw asautom a at start niet. De afw asautom a at pom pt het w ater niet af. De afw asautom a at m aakt law aai. Er blijven op vaa t en gla zen kalkafzettingen o f een w itte aanslag achter. Er blijven op vaa t en gla zen strepen of blauw e kring en achter. • • • • • • • • • • • • • De vaa t is niet d roog ge noeg. De vaa t is niet sc hoon . • • • • • • • • • • De afw asautom a at vult z ich niet m et w ater/Alarm k raan d icht. (u hoort enkele korte pieptonen)* Alleen aanwezig op bepaalde modellen. • • • (de Hoofdwas en Spoelen VERLOOP WASCYCLE controlelampjes knipperen). • Alarm Schuim / filte rs ve rstopt • • • (de Voorwas en Spoelen VERLOOP WASCYCLE controlelampjes knipperen). • • Alarm sto ring aa n de elektrom agnetisc he klep van de w atertoevoer (het Hoofdwas VERLOOP W ASCYCLE controlelampje knippert). NL • De stekker zit niet goed in het stopcontact of het hele huis zit zonder stroom . De deur van de afw as autom aat is niet goed dic ht. U h eeft ee n U itg es teld e sta rt ing esteld (zie Starte n e n ge bruik ). Het program m a is nog niet beëindigd. D e w aterafvo erb uis is g eb o ge n (zie Installatie). De afvoer van de w as bak is verstopt. H et filter is versto p t m et etensresten ( zie o nd erh o ud en verzorging) De vaat stoot tege n elkaar of tegen de s proeiarm en. E r z i t n i e t g e n o e g o n t h a r d i n g s z o u t i n h e t r e s e r v o i r o f z i jn afregeling is niet t oereikend voor de w aterhardheid (zie G la ns mid del e n o n thardin g s zo ut). De dop van het zo utres ervoir is niet goed dic ht. Het glansm iddel is op of de dos ering is ontoereik end. Het vaatw erk is vo orzien van een antiaanbaklaag. Er w ordt te veel gla nsm idd e l ge bruikt (zie G la ns mid del en onth ardings zo ut). H et gla nsm id d el is o p of de dos erin g is onto ereik en d ( zie G la ns mid del e n o n thardin g s zo ut). De regeling van het glans m iddel is niet correct. U heeft een program m a zonder drogen ingesteld. D e r e k k e n z i jn t e v o l g e l a d e n ( z i e H e t l a d e n v a n d e r e k k e n ) . De vaat is niet goe d verdeeld. De sproeiarm en k unnen niet vrijuit draaien. H e t w a s p r o g r a m m a i s n i e t e n e r g i e k g e n o e g ( z i e P r o g r a m m a ’s ) . O vertollig schuim : het w asm iddel is niet goed gedoseerd of is niet geschikt vo or d e afw asautom aat ( zie Starte n e n g eb ruik). Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten. H e t f i l t e r i s v u i l o f v e r s t o p t ( zi e O n d e r h o u d e n v e r z o r g i n g ) . E r zit g e en o nth ard in gs z ou t m eer in h et res ervoir ( zie G la ns mid del e n o n thardin g s zo ut). Er zit geen water in de centrale w aterleiding. D e w aterto ev o erb u is is ge b og e n (zie Installatie). O pen de kraan en de m ac hine start na enkele m inuten vanzelf. Het apparaat is ge blokkeerd om dat u niet heeft ingegrepen na de pieptonen*. Schakel de m achin e uit m et de O N/O F F toets, open de kraan en schakel hem na 20 seconden opnieuw in door m iddel van dezelfd e toets. Herprogram m eer h et apparaat en start het opnieuw. Schak el het appara at uit door op de O N/O F F toets te drukken. O vertollig schuim a anwezig in het apparaat. U heeft een afw asm iddel gebruikt dat niet geschikt is voor de afw asautom aat; Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten. R einig h et filter va n d e e ve ntu ele etensresten ( zie O n derho u d en v erzo rging ). D o e d e filtergroe p w e er o p zijn pla ats en schakel het appara at in door op de O N/O F F toets te d rukken. Herprogram meer het apparaat en start het opnieuw. Schak el het appara at uit door te drukken op de toets O N/O FF e n s c h a k e l h e t n a e e n m i n u u t w e e r i n . A l s h e t a l a r m b l i jf t g a a n m oet u de waterkra an dichtdraaien om lekkages te verm ijden, vervolgens de stek ker uit het stopc ontact halen en de Servicedienst insc hakelen. 59 Service NL Voordat u er de installateur bijhaalt: • Kijk eerst even of u het probleem zelf kunt oplossen (zie Storingen en oplossingen); • Start het programma om te controleren of de storing is verholpen. • Als de storing nog niet is opgelost moet u de Servicedienst bellen op het nummer wat op het garantiecertificaat is aangegeven. Nooit een niet-bevoegde installateur erbij halen. Vermeld: • het soort storing • het model van de machine (Mod.) • het serienummer (S/N) Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de zijkant van de deur (zie Beschrijving van de vaatwasser). 60
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Whirlpool LVR 645 A OW/HA Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor