AEG L9WEN06CB Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
L9WEN06CB
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE................................................................................. 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................................................ 7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT................................................................ 9
4. TECHNISCHE GEGEVENS................................................................................10
5. MONTAGE .........................................................................................................10
6. ACCESSOIRES.................................................................................................. 16
7. BEDIENINGSPANEEL........................................................................................16
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.............................................................................. 18
9. PROGRAMMA’S.................................................................................................21
10.
WI-FI - CONNECTIVITEITSINSTELLING....................................................29
11. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.......................................................................31
12. INSTELLINGEN................................................................................................ 32
13. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................... 32
14. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN.............................................. 38
15. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN................................................... 40
16. PLUIS IN DE STOFFEN................................................................................... 41
17. AANWIJZINGEN EN TIPS................................................................................42
18. ONDERHOUD EN REINIGING.........................................................................44
19. PROBLEEMOPLOSSING.................................................................................52
20. VERBRUIKSWAARDEN...................................................................................58
My AEG Care app
www.aeg.com2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die
voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste
gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige,
toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
NEDERLANDS 3
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij
voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit
de buurt te worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en soortgelijke toepassingen, zoals:
Keukenruimten van personeel in winkels, kantoren
en andere werkruimten;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en
andere woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in
gebouwen of flats of in wasserettes.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar
genoeg ruimte voor is.
www.aeg.com4
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker
na installatie toegankelijk is.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
LET OP: Het apparaat mag niet van stroom worden
voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een
tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door
het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt
geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen
van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte
die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open
haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten
die gas of andere brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 10 kg
niet (raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
NEDERLANDS 5
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich
rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg.
Gebruik het apparaat niet zonder filters. Reinig het
pluisfilter voor of na elk gebruik.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige
of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te
worden gewassen met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items
vervuild zijn met industriële chemische
reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met een
rubberen binnenkant en kleding of kussens met een
vulling van schuimrubber dienen niet in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies
van de fabrikant van het product.
Verwijder alle voorwerpen van items die een
ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of
lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde
van een droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit
de trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat
de restwarmte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus
vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te
zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur
hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet
worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
www.aeg.com6
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
De installatie moet voldoen
aan de relevante nationale
voorschriften.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plaats waar de temperatuur
lager dan 5 °C of hoger dan 35 °C
kan worden.
Houd het apparaat tijdens het
verplaatsen altijd verticaal.
Wacht om er zeker van te zijn dat de
compressor goed werkt 6 uur na de
installatie voodat u het apparaat
gebruikt.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plek. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
2.3 Wateraansluiting
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
NEDERLANDS 7
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
Droog geen beschadigde
(gescheurde, gerafelde) kleding met
vulling of voering.
Indien wasgoed is gewassen met een
vlekkenverwijderaar, dient er een
extra spoelcyclus te worden
uitgevoerd voordat u gaat drogen.
Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen van het wasgoed zijn
verwijderd.
Droog uitsluitend textiel dat in het
apparaat mag worden gedroogd. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in
de kleding.
Ga niet op de open deur zitten of
staan
Droog geen druipnatte kledingstukken
in het apparaat.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
Verwijder een wasbol (indien gebruikt)
voor het starten van het
droogprogramma.
Gebruik geen wasbol wanneer u een
non-stopprogramma instelt.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die
afzonderlijk worden verkocht: Deze
lampen zijn bedoeld om bestand te
zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld
om informatie te geven over de
operationele status van het apparaat.
Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in
andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Neem contact op met het service-
centrum om de binnenverlichting te
vervangen.
2.6 Compressor
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
De compressor en het systeem in de
droogautomaat is gevuld met het
speciale middel dat vrij is van fluor-
chloor-koolwaterstoffen. Dit systeem
moet goed gesloten blijven. Schade
aan het systeem kan lekkage tot
gevolg hebben.
2.7 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat
zelfreparatie of niet-professionele
reparatie gevolgen kan hebben voor
de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat
het model is stopgezet: motor- en
motorborstels, transmissie tussen
motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante
kogellagers, verwarmers en
verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en
aanverwante apparatuur, waaronder
slangen, kleppen, filters en
aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars,
thermostaten en sensoren, software
en firmware met inbegrip van
resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage,
plastic randapparatuur zoals
wasmiddeldispensers. Houd er
rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar
www.aeg.com8
zijn voor professionele reparateurs en
dat niet alle reserveonderdelen
relevant zijn voor alle modellen.
2.8 Verwijdering
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Apparaatoverzicht
1 32 4
11
6
7
8
9
5
12
10
13
14
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Luchtfilter(s)
4
Bedieningspaneel
5
Handgreep
6
Typeplaatje
7
Filter afvoerpomp
8
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
9
Luchtcirculatiesleuven
10
Waterafvoerslang
11
Waterinlaatklep
12
Netsnoer
13
Transportbouten
14
Slangensteunen
NEDERLANDS 9
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Op het typeplaatje
6
staan de model‐
naam (A), het productnummer (B), de elek‐
trische vermogens (C) en het serienummer
(D)).
4. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale
diepte
60.0 cm /87.0 cm /66.0 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste
stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar
de laagspanningsapparatuur geen bescherming te‐
gen vocht biedt
IPX4
Watertoevoer
1)
Koud water
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Omgevingstemperatuur Minimum
Maximum
5 °C
35 °C
Maximale belading was‐
goed
Katoen
Synthetische was
Wol
10 kg
4 kg
1.5 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Katoen
Synthetische was
Wol
6 kg
4 kg
1 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeer‐
snelheid
1551 rpm
Dit product bevat HFC - R134a/GWP1430 0,14 kg hermetisch afgesloten gefluoreerd gas.
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
5. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Uitpakken
WAARSCHUWING!
Verwijder alle verpakking en
de transportbouten voordat u
het apparaat installeert.
www.aeg.com10
WAARSCHUWING!
Wacht als u het apparaat
neer heeft gezet 6 uur
voordat u het apparaat in
gebruik neemt. Deze tijd is
nodig om de compressor
goed te laten werken.
WAARSCHUWING!
Gebruik de handschoenen.
1. Verwijder de externe film. Gebruik zo
nodig een mes.
2. Verwijder de kartonnen bovenzijde
en het polystyreen-
verpakkingsmateriaal.
3. De interne folie eraf trekken.
4. Open de klep en verwijder het
polystyreen-gedeelte van de
klepvergrendeling en alle voorwerpen
van de trommel.
5. Zet het apparaat voorzichtig op zijn
achterkant.
6. Plaats het voorste
polystyreenverpakkingselement op
de vloer onder het apparaat.
Zorg dat u de slangen
niet beschadigt.
7. Verwijder de
polystyreenbescherming van de
onderkant.
1
2
8. Zet het apparaat weer rechtop.
NEDERLANDS 11
9. Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
U kunt het water in de
afvoerslang zien
stromen. Dit komt
doordat het apparaat in
de fabriek met water is
getest.
10. Verwijder de drie bouten met de
moersleutel die bij het apparaat
geleverd is.
11. Trek de bouten met de plastic
tussenstukken eruit.
12. Plaats de plastic doppen, die u in de
zak met de gebruiksaanwijzing
aantreft, in de openingen.
Wij raden u aan om alle
transportbouten en
verpakking te bewaren voor
als u het apparaat gaat
verplaatsen.
5.2 Plaatsing onder een aanrecht
630 mm
600 mm
870 mm
Het apparaat kan losstaand of onder het
aanrecht in de keuken met correcte ruimte
worden geïnstalleerd (zie de afbeelding).
LET OP!
Installeer het apparaat niet in
een afgesloten ruimte!
Zorg dat er lucht langs de
onderkant van het apparaat
kan circuleren.
LET OP!
Om te zorgen voor een goede
luchtcirculatie moeten er geen
geluidbarrières worden
bevestigd (indien van
toepassing).
www.aeg.com12
5.3 Plaatsing en waterpas
zetten
1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de
vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het
apparaat niet stopt.
Zorg ervoor dat het apparaat
geen muren of andere
apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het
apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen
onder de voeten van het
apparaat om deze waterpas
te stellen.
x4
Het apparaat moet waterpas en stabiel
staan.
Een juiste afstelling van het
apparaat voorkomt trillingen
en lawaai en het bewegen
van het apparaat als deze in
bedrijf is.
Wanneer het apparaat op
een plint wordt geïnstalleerd,
gebruikt u het accessoire dat
wordt beschreven in het
hoofdstuk 'Accessoires'.
Lees de met de accessoires
en het apparaat
meegeleverde instructies
zorgvuldig door.
5.4 De toevoerslang
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links
afhankelijk van de positie van de
waterkraan.
Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is
geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los
om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4"-
schroefdraad.
NEDERLANDS 13
LET OP!
Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort
is. Neem contact op met de
klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
5.5 Waterstop
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt
lekkage in de slang door natuurlijke
slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «A»
toont deze storing.
A
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en
neemt u contact op met de erkende
klantenservice om de slang te laten
vervangen.
5.6 Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een
afvoerpijp op een hoogte van niet minder
dan 60 cm en niet meer dan 100 cm van
de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang
maximaal 400 cm verlengen.
Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende
manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de
afvoerslang en plaats hem rond de
plastic slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen -
Maak de geleider vast aan de
waterkraan of aan de wand.
Zorg dat de plastic geleider
niet kan bewegen als het
apparaat water afvoert.
Zorg ervoor dat het uiteinde
van de afvoerslang niet in
water is ondergedompeld. Er
kan een vuil water
teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding. Zie de
illustratie.
www.aeg.com14
Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm -
min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang
er zo uitziet (zie de afbeelding), dan
kunt u het direct in de standpijp
plaatsen.
5. Zonder de plastic slanggeleider
aan een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en
zet deze vast met een klem. Zie de
illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een
bocht maakt om te
voorkomen dat deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat
komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwanden zet vast met een
klem.
5.7 Elektrische aansluiting
Aan het einde van de installatie kunt u de
stekker in het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk
'Technische gegevens' geven de
benodigde elektrische waarden aan.
Zorg ervoor dat ze compatibel zijn met
de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in
uw woning geschikt is voor het maximale
vereiste vermogen; houd hierbij rekening
met andere apparaten die in gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische
werkzaamheden die nodig zijn om dit
apparaat te installeren contact op met
ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade of letsel die
voortkomt uit het niet opvolgen van
bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
NEDERLANDS 15
6. ACCESSOIRES
6.1 Verkrijgbaar op
www.aeg.com/shop of bij een
erkende dealer
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
Alleen geschikte accessoires
die door AEG zijn
goedgekeurd waarborgen de
veiligheidsnormen van het
apparaat. Als niet-
goedgekeurde onderdelen
worden gebruikt, worden alle
claims ongeldig verklaard.
6.2 Set bevestigingsplaatjes
Als u het apparaat op een plint installeert
die geen accessoire is meegeleverd bij
AEG, zet het apparaat dan vast in de
bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
7. BEDIENINGSPANEEL
7.1 Beschrijving bedieningspaneel
Aan/Uit
Anti-kreuk
T
i
j
d
b
esparen
Sta
rt/Pauze
Prog
ramma
Eco 40-
60
Katoen
Synt
hetica
Fijne was
Drogen
Wassen
S
to
om
S
poelen
Cen
trifugeren/
Pompen
NonSt
o
p 3
u/3kg
O
utd
oor
Wol
/Handwas
D
roogte-
graa
d
Droogtijd
Temperatuur
Centrifu
g
eren
Vlekken/
Voorwas
S
tartuitstel
Modus
2
3
6
12 11 10 8
1
4
5
7
9
13
1
Programmakeuzeknop
2
Display
3
Tiptoets droogtijd (Droogtijd)
4
Tiptoets droogniveau (Droogtegraad)
5
Tiptoets was- en droogmodus
(Modus)
Wassen
Drogen
6
Tiptoets start/pauze (Start/Pauze)
7
Tiptoets startuitstel (Startuitstel)
8
Tiptoets tijdsbesparing (Tijd
besparen)
9
Tiptoets antikreuk (Anti-kreuk)
10
Tiptoets antivlekbehandeling en
voorwas (Vlekken/Voorwas)
11
Tiptoets kort centrifugeren
(Centrifugeren)
12
Drukknop aan/uit (Aan/Uit)
13
Tiptoets temperatuur (Temperatuur)
www.aeg.com16
7.2 Display
MIX
Controlelampje wasgoedgewicht. Het -pictogram knippert tijdens het
schatten van de wasgoedbelading (zie paragraaf "ProSense-beladings‐
detectie").
Controlelampje maximum wasgoedgewicht. Knippert als de wasgoed‐
belading de maximum toegestane belading van het geselecteerde pro‐
gramma overschrijdt.
Controlelampje hoeveelheid wasmiddel: de waarde geeft het percenta‐
ge van de benodigde hoeveelheid wasmiddel aan.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Controlelampje Wi-Fi-verbinding.
Controlelampje verbinding op afstand.
Droogtijdindicatielampje.
Controlelampje klep gesloten.
Het controlelampje kan aangeven:
Programmaduur (bijv. , was- en/of droogfase).
Uitsteltijd (bijv. of ).
Einde cyclus (
).
Waarschuwingscode (bijv. ).
Wasfase-controlelampje: dit knippert tijdens de voorwas- en wasfase.
Indicatielampje spoelfase. Knippert tijdens de spoelfase.
De permanente optie Extra spoelen:
- een extra spoelbeurt.
- twee extra spoelbeurten.
NEDERLANDS 17
Controlelampje centrifugeer- en aftapfase. Knippert tijdens het centrifu‐
geren en afvoeren.
Controlelampje stoomfase.
Controlelampje droogfase.
Controlelampje voor de reiniging van luchtfilters.
Controlelampje strijkdroog.
Controlelampje kastdroog.
Controlelampje extradroog.
Controlelampje temperatuur. Het -controlelampje gaat branden als
koude was gekozen is.
Controlelampje toerental.
Controlelampje Spoelstop.
Controlelampje extra stil.
Controlelampje voorwas.
Controlelampje vlekken.
Controlelampje uitgestelde start.
8. DRAAIKNOP EN KNOPPEN
8.1 Aan/Uit
Druk een paar seconden op deze knop
te drukken kunt u het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee
verschillende geluiden als het apparaat
in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht
weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor
meer informatie.
8.2 Inleiding
Niet alle opties en functies
zijn beschikbaar voor alle
wasprogramma's. Controleer
de verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een
optie of functie kan een
andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet
toe dat u de onverenigbare
opties of functies samen
instelt.
Zorg dat het scherm en de
toetsen altijd schoon en
droog zijn.
www.aeg.com18
8.3 Temperatuur
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch
een standaard temperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat
de gewenste temperatuur op het display
verschijnt.
Als het display de volgende
aanduidingen
en weergeeft,
verwarmt het apparaat het water niet.
8.4 Centrifugeren
Als u een programma instelt, kiest het
apparaat automatisch het maximale
centrifugeersnelheid.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Verlaag de centrifugeersnelheid.
Het display toont alleen
de centrifugeersnelheden
die voor het ingestelde
programma beschikbaar
zijn.
Activeer de optie Spoelstop.
Het laatste spoelwater wordt niet
weggepompt, om te voorkomen dat
het wasgoed kreukt. Het
wasprogramma eindigt met water in
de trommel en de laatste
centrifugeerfase wordt niet
uitgevoerd.
Op het display verschijnt het
controlelampje .
De trommel draait regelmatig om
kreuken te beperken.
De deur blijft vergrendeld. De trommel
draait regelmatig om kreuken te
beperken. U moet het water afvoeren
om de deur te kunnen openen.
Tik op de toets Start/Pauze: het
apparaat voert de centrifugeerfase uit
en pompt het water weg.
Activeer de Extra stil-optie.
Alle centrifugefasen (tussendoor en
de laatste centrifugeerfase) worden
overgeslagen en het programma
eindigt met water in de trommel. Zo
wordt voorkomen dat de was kreukt.
Omdat dit programma heel stil is, is
het geschikt voor nachtelijk gebruik
als er goedkopere stroomtarieven
beschikbaar zijn. Bij sommige
programma's wordt voor de
spoelingen meer water gebruikt.
Op het display verschijnt het
controlelampje .
De deur blijft vergrendeld. De trommel
draait regelmatig om kreuken te
beperken. U moet het water afvoeren
om de deur te kunnen openen.
Tik op de toets Start/Pauze:het
apparaat voert alleen de
wegpompfase uit.
Het apparaat zal het water
na circa 18 uur automatisch
uit het apparaat
wegpompen.
8.5 Vlekken/Voorwas
Druk meerdere malen op deze knop om
een van de twee opties te activeren.
De overeenkomstige indicatie verschijnt
op het display.
Vlekken
Kies deze optie om een fase voor
vlekken aan het programma toe te
voegen en het zwaar vervuilde of
bevlekte wasgoed met
vlekkenverwijderaar te behandelen.
Doe de vlekkenverwijderaar in het vak
. De vlekkenverwijderaar wordt in
de geschikte fase van het
wasprogramma toegevoegd.
Deze optie kan de duur
van het programma
verlengen.
Deze optie is niet
beschikbaar bij een
temperatuur lager dan
40 °C.
Voorwas
Gebruik deze functie om een
voorwasfase op 30°C toe te voegen
voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor
zwaar vervuild wasgoed, met in het
bijzonder zand, stof, modder en
andere vaste deeltjes.
Deze optie kan de duur
van het programma
verlengen.
NEDERLANDS 19
Deze twee opties kunnen
niet samen worden
ingesteld.
8.6 Startuitstel
Met deze optie kunt u het starten van
een programma uitstellen naar een
handiger tijdstip.
Tik herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd
wordt met stappen van 30 minuten
verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal
20 uur.
Na het starten van de cyclus met de
knop Start/Pauze geeft het display de
gekozen uitsteltijd weer en begint het
apparaat met aftellen.
8.7 Tijd besparen
Met deze optie kunt u de
programmaduur inkorten.
Bij normaal of licht vervuild wasgoed
wordt het aanbevolen het
wasprogramma in te korten. Raak
deze knop eenmaal aan om de
tijdsduur te verminderen.
Raak bij een kleinere lading deze
knoptweemaal aan om een extra kort
programma in te stellen.
Op het display wordt de programmaduur
overeenkomstig aangepast.
Als deze knop wordt ingesteld, gaat het
led boven de knop branden.
Deze optie kan ook worden
gebruikt om de duur van het
stoomprogramma te
verkorten.
8.8 Anti-kreuk
Deze optie voegt een korte antikreukfase
toe aan het einde van het programma.
Deze fase vermindert de kreuken in de
stoffen en vereenvoudigt het strijken.
Als deze optie wordt ingesteld, gaat het
led boven de knop aan en deze knippert
tijdens de antikreukfase.
Deze optie kan de duur van
het programma verlengen.
Door aanraking van een willekeurige
toets stoppen de antikreukbewegingen
en ontgrendelt de deur.
8.9 Droogtijd
Druk op deze toets om op basis van de
stofsoort in te stellen hoe lang de was
moet drogen (raadpleeg tabel
"Tijddrogen"). De ingestelde waarde
wordt in het display weergegeven.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd.
U kunt niet alle tijdwaarden
voor de verschillende
stofsoorten instellen.
8.10 Droogtegraad
Druk op deze toets om automatisch het
droogniveau van uw wasgoed in te
stellen.
Op het display gaat de relevante
droogindicator branden:
Strijkdroog: wasgoed dat
wordt gestreken.
Kastdroog: wasgoed dat
wordt opgeborgen.
Extra droog: wasgoed
wordt volledig gedroogd.
U kunt niet alle niveaus
voor alle stofsoorten
automatisch instellen.
8.11 Modus
Dankzij deze knop kan een cyclus het
volgende uitvoeren:
Alleen wassen : Het lampje Wassen
brandt.
Wassen en drogen : lampjes
Wassen en Drogen gaan branden.
Alleen drogen : Het lampje Drogen
brandt.
8.12 Start/Pauze
Raak toets Start/Pauze aan om het
apparaat te starten, te pauzeren of het
draaiende programma te onderbreken.
www.aeg.com20
9. PROGRAMMA’S
9.1 Programmatabel
Programma Programmabeschrijving
Eco 40-60 (Alleen was‐
sen-modus)
40 °C
1)
60 °C
2)
- 30 °C
Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuilde was.
Eco 40-60 + Kastdroog‐
niveau (modus Wassen
en drogen)
40 °C
3)
60 °C - 30 °C
Eco 40-60 + Kastdroog‐
niveau (Alleen drogen-
modus)
4)
Wit katoen en kleurvast katoen.
Katoen
Wit en bont katoen. Voor normaal, zwaar en licht bevuild
wasgoed.
Synthetica
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal vervuilde was.
NonStop 3u/3kg
Gemengde stoffen (katoen en synthetische stoffen). Com‐
pleet programma om maximaal 3 kg wasgoed in een keer te
wassen en drogen. Het duurt maar 3 uur.
Ook verschijnt de indicator
op het display.
Fijne was
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen
hebben een milde wasbeurt nodig. Voor normaal en licht be‐
vuild wasgoed.
Wol/Handwas
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en
andere stoffen met «handwas»-symbool
5)
.
NEDERLANDS 21
Programma Programmabeschrijving
Outdoor
Gebruik geen wasverzachter en zorg ervoor
dat er geen wasverzachter resten in de was‐
middeldoseerlade achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding, sportkleding, waterbe‐
stendige en ademende jassen, jassen met een verwijder‐
bare fleecelaag of binnenvoering.
Door een gecombineerd was- en droogpro‐
gramma te draaien, dient de droogfase ook als
een hersteller van de waterafstootbaarheid.
Zorg ervoor dat het verzorgingsetiket aan‐
geeft dat het kledingstuk mag worden ge‐
droogd in de wasdroger.
Stoom
Stoomprogramma's
6)
Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of een‐
maal gedragen wasgoed. Deze programma's kunnen kreu‐
kels en luchtjes verminderen en het wasgoed zachter ma‐
ken.
Gebruik nooit een reinigingsmiddel. Verwijder vlekken in‐
dien nodig door te wassen of plaatselijk vlekkenverwijde‐
raar te gebruiken.
Stoomprogramma's hebben geen hygiënische cyclus.
Stel het stoomprogramma niet in voor dit type kleding:
kleding die bij een temperatuur lager dan 40°C gewassen
moet worden.
kleding waar op het wasvoorschrift niet staat of het geschikt
is voor de droger.
Artikelen met label "Alleen chemisch reinigen".
Spoelen
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren. Alle stoffen,
behalve wol en zeer delicate stoffen. Verlaag de centrifugeer‐
snelheid afhankelijk van het type wasgoed.
www.aeg.com22
Programma Programmabeschrijving
Centrifugeren/Pompen
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Om het
wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel te pom‐
pen.
1)
In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in wasmodus, met een nominale capaciteit van 10 kg, is in
staat normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde
cyclus te reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐
gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐
meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Katoen Eco-programma. Dit programma op 60 ºC met een lading van 10 kg is het referentieprogram‐
ma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60.
Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het
wasprogramma wordt verlengd.
3)
In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in was- en droogmodus, met nominaal vermogen van 6 kg
en Kastdroog-niveau voert de was- en droogcyclus uit die geschikt is voor het reinigen van normaal be‐
vuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus en, na de
droogfase, kan het wasgoed onmiddellijk in een kast worden opgeslagen.
4)
Dit programma is het droogreferentieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, in
overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitge‐
voerd met de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling volgens EN61121)
door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Eco 40-60. De TWEEDE droogla‐
ding met de restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KAST‐
DROOG voor Eco 40-60.
5)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan
lijken dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
6)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de cyclus vochtig
aanvoelen. Het is beter om de kleren ongeveer 10 minuten in de frisse lucht te drogen om de vochtigheid
te laten verdampen. Voor optimaal resultaat dient u het wasgoed na afloop van het programma meteen
uit de trommel te halen. Na een stoomcyclus kunt u de items toch nog strijken, maar dan uiteraard met
veel minder moeite.
Programmatemperatuur, maximaal centrifugetoerental en maximale belading
Programma Standaard tem‐
peratuur
Temperatuurbe‐
reik
Referentie centrifu‐
geersnelheid
Centrifugeersnel‐
heidsbereik
Maximale lading
Eco 40-60 (Alleen was‐
sen-modus)
40 °C
1)
60 °C
2)
- 30 °C
1600 rpm
1600 rpm - 400 rpm
10 kg
Eco 40-60 + Kastdroog‐
niveau (modus Wassen
en drogen)
40 °C
3)
60 °C - 30 °C
1600 rpm
1600 rpm - 400 rpm
6 kg
NEDERLANDS 23
Programma Standaard tem‐
peratuur
Temperatuurbe‐
reik
Referentie centrifu‐
geersnelheid
Centrifugeersnel‐
heidsbereik
Maximale lading
Eco 40-60 + Kast‐
droogniveau (Al‐
leen drogen-mo‐
dus)
4)
- 6 kg
Katoen
40 °C
95 °C - koud
1600 rpm
1600 rpm - 400 rpm
10 kg
Synthetica
40 °C
60 °C - koud
1200 rpm
1200 rpm - 400 rpm
4 kg
NonStop 3u/3kg
30 °C
40 °C - 30 °C
1200 rpm 3 kg
Fijne was
30 °C
40 °C - koud
1200 rpm
1200 rpm - 400 rpm
2 kg
Wol/Handwas
40 °C
40 °C - koud
1200 rpm
1200 rpm - 400 rpm
1.5 kg
Outdoor
30 °C
40 °C - koud
1200 rpm
1200 rpm - 400 rpm
2 kg
Stoom
1 kg
Spoelen
1600 rpm
1600 rpm - 400 rpm
10 kg
www.aeg.com24
Programma Standaard tem‐
peratuur
Temperatuurbe‐
reik
Referentie centrifu‐
geersnelheid
Centrifugeersnel‐
heidsbereik
Maximale lading
Centrifugeren/Pompen
1600 rpm
1600 rpm -
10 kg
1)
In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in wasmodus, met een nominale capaciteit van 10 kg, is in
staat normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde
cyclus te reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere ge‐
gevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het alge‐
meen programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2)
Katoen Eco-programma. Dit programma op 60 ºC met een lading van 10 kg is het referentieprogram‐
ma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60.
Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het
wasprogramma wordt verlengd.
3)
In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij stan‐
daard temperatuur en centrifugeersnelheid, in was- en droogmodus, met nominaal vermogen van 6 kg
en Kastdroog-niveau voert de was- en droogcyclus uit die geschikt is voor het reinigen van normaal be‐
vuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus en, na de
droogfase, kan het wasgoed onmiddellijk in een kast worden opgeslagen.
4)
Dit programma is het droogreferentieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, in
overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitge‐
voerd met de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling volgens EN61121)
door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Eco 40-60. De TWEEDE droogla‐
ding met de restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KAST‐
DROOG voor Eco 40-60.
Programmaopties compatibiliteit
Programma
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
NonStop 3u/3kg
Fijne was
Wol/Handwas
Outdoor
Stoom
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
Opties
Centrifugeren
NEDERLANDS 25
Programma
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
NonStop 3u/3kg
Fijne was
Wol/Handwas
Outdoor
Stoom
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
Opties
Spoelstop
Extra stil
Niet centrifuge‐
ren
1)
Extra Spoelen
Voorwas
Vlekken
2)
Startuitstel
Tijd besparen
3)
Anti-kreuk
Droogtijd
Droogtegraad
1)
Als u de optie Niet centrifugeren selecteert, dan voert het apparaat alleen de afvoercyclus uit.
2)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40 °C.
3)
Als u de kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo‐
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
www.aeg.com26
Geschikte wasmiddelen voor elk programma
Programma Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li‐
quid Univer‐
sal)
Vloeistof
voor ge‐
kleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Eco 40-60 -- --
Katoen -- --
Synthetica -- --
NonStop
3u/3kg
-- -- --
Fijne was -- -- --
Wol/Hand‐
was
-- -- --
Outdoor -- -- --
1)
Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
9.2 Woolmark Apparel Care -
Blauw
De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor het
wassen van wollen kleding waarvan in
het label staat dat het “handwas” is,
op voorwaarde dat de kledingstukken
worden gewassen volgens de
instructies op het label in het
kledingstuk en die van de fabrikant
van deze wasmachine. Volg de
instructies op het wasvoorschrift in de
kleding. M1230
De droogcyclus voor wol van deze
machine is goedgekeurd door "The
Woolmark Company" voor het drogen
van wollen kleding met het label "met
de hand wassen", mits de kleding
wordt gedroogd volgens de instructies
die door de fabrikant van deze
machine uitgegeven werden. Volg het
label voor zorgvuldigheid van kleding
voor andere instructies met betrekking
tot de was. M1399
Het symbool "Woolmark" is een
certificatieteken in verschillende landen.
9.3 Automatisch drogen
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 6 kg
NEDERLANDS 27
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Kastdroog
Voor spullen die opgeruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 6 kg
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en bedde‐
ngoed)
tot 4 kg
Delicate stoffen
(acryl, viscose en fijne ge‐
mengde stoffen)
tot 2 kg
Wollen artikelen
(wollen truien)
tot 1 kg
Buitensportkleding
(buitenkleding, technische en
sportkleding, waterproof en
ademende jassen, jacks)
tot 2 kg
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die gestre‐
ken moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over‐
hemden, etc.)
tot 6 kg
9.4 Tijdgestuurd drogen
Droogheidsni‐
veau
Soort stof La‐
ding
(kg)
Cen‐
trifu‐
ge‐
snel‐
heid
(rpm)
Voorgestelde
duur (min)
Extra droog
Artikelen van
badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
6 1600 280 - 300
4 1600 170 - 190
2 1600 120 - 130
Kastdroog
Voor spullen die
opgeruimd wor‐
den
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
6 1600 270 - 290
4 1600 160 - 180
2 1600 110 - 120
Synthetische en gemengde stoffen
(truien, blouses, ondergoed, huishoud‐
linnen en beddengoed)
4 1200 170 - 190
2 1200 100 - 120
www.aeg.com28
Droogheidsni‐
veau
Soort stof La‐
ding
(kg)
Cen‐
trifu‐
ge‐
snel‐
heid
(rpm)
Voorgestelde
duur (min)
Fijnwas
(acryl, viscose en fijne gemengde stof‐
fen)
2 1200 140 - 160
1 1200 70 - 90
Wol
(wollen truien)
1 1200 90 - 110
Buitensportkleding
(buitenkleding, technische en sportkle‐
ding, waterproof en ademende jassen,
jacks)
2 1200 140 - 160
1 1200 90 - 110
Strijkdroog
Geschikt voor
artikelen die ge‐
streken moeten
worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhemden, etc.)
6 1600 110 - 120
4 1600 100 - 120
2 1600 50 - 60
10. WI-FI - CONNECTIVITEITSINSTELLING
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u
het smartapparaat moet aansluiten op
het WiFi-netwerk en moet koppelen met
mobiele apparaten.
Met behulp van deze functionaliteit kunt
u meldingen ontvangen en uw apparaat
bedienen en controleren vanaf uw
mobiele apparaten.
Om het apparaat aan te sluiten om zo te
profiteren van het volledige scala van
functies en services die u nodig hebt:
Draadloos netwerk thuis met
ingeschakelde internetverbinding.
Mobiel apparaat dat is verbonden met
een draadloos netwerk.
Frequentie 2.412 - 2.472 GHz
voor de Europese
markt
Protocol IEEE 802.11b/g/n
twee stream radio
Maximaal vermo‐
gen
<20 dBm
10.1 Installeren en
configureren "My AEG"
"My AEG" hiermee kunt u
uw wasgoed besturen via
een mobiel apparaat.
Het bevat een groot aantal
programma's, handige
functies en productinformatie
die perfect op het apparaat
zijn afgestemd.
Via de app kunt u de
programma's selecteren die
al beschikbaar zijn via het
bedieningspaneel van het
apparaat, plus extra
programma's ontgrendelen
die alleen beschikbaar zijn
vanaf een mobiel apparaat
Extra programma's kunnen
in de loop van de tijd
veranderen, samen met
nieuwe versies van de app.
Het is gepersonaliseerde
wasservice - allemaal vanaf
uw mobiele apparaat.
NEDERLANDS 29
Om het apparaat te verbinden met de
toepassing, gaat u er naast staan met uw
smartapparaat.
Zorg ervoor dat uw smartapparaat is
verbonden met het draadloze netwerk.
1. Ga naar de App Store op uw
smartapparaat.
2. Download en installeer de app "My
AEG" .
3. Zorg ervoor dat u een Wi-Fi-
verbinding met het apparaat heeft.
Als dit niet het geval is, leest u de
volgende paragraaf 'Configureren
van de draadloze verbinding met het
apparaat'.
4. Start de toepassing. Selecteer het
land en de taal en meld u aan met
uw e-mailadres en wachtwoord. Als u
nog geen account hebt, maakt u een
nieuw account aan waarbij u de
instructies volgt in "My AEG" .
5. Volg de instructies op die de App
aangeeft voor het registreren en
configureren van het apparaat.
10.2 Configureren van de
draadloze verbinding met het
apparaat
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen. Wacht ongeveer 10
seconden voordat u verder gaat met
de draadloze configuratie.
2. Selecteer een programma door aan
de programmakeuzeknop te draaien.
3. Houd de Droogtegraad en Modus -
knoppen een paar seconden
tegelijkertijd ingedrukt totdat er een
'klik' klinkt. Laat de knoppen los.
verschijnt 5 seconden op het display
en het controlelampje begint te
knipperen.
De draadloze module start op.
Zorg ervoor dat uw APP
klaar is voor verbinding.
4. Na ongeveer 45 seconden verschijnt
(Access Point) op het display.
Het toegangspunt zal gedurende
ongeveer 3 minuten open staan.
5. Configureer de "My AEG" -app op uw
smartphone of tablet en volg de
instructies om het apparaat aan te
sluiten op uw Wi-Fi-netwerk.
6. Als de connectiviteit is
geconfigureerd, staat de indicator
op het display wanneer het
programmainformatiescherm
terugkeert.
Telkens als u het apparaat
inschakelt, duurt het 45
seconden voordat het
apparaat automatisch op het
netwerk wordt aangesloten.
Wanneer de indicator
stopt met knipperen, is de
verbinding gereed.
Om de draadloze verbinding uit te
schakelen, houdt u de Droogtegraad en
de Modus-knoppen gedurende een paar
seconden tegelijkertijd ingedrukt tot het
eerste akoestische signaal:
verschijnt 5 seconden op het display.
Als u het apparaat uit- en
weer inschakelt, wordt de
draadloze verbinding
automatisch uitgeschakeld.
www.aeg.com30
Om de draadloze toegangsgevens te
verwijderen, houdt u de Droogtegraad
en de Modus-knoppen gedurende 10
seconden tegelijkertijd ingedrukt tot het
tweede akoestische signaal:
verschijnt op het display.
10.3 Starten op afstand
Met de Starten op afstand-functie kunt u
een cyclus starten via de
afstandsbediening.
De afstandsbediening wordt
automatisch geactiveerd
wanneer u op de Start/
Pauze -knop drukt om het
programma te starten, maar
het is ook mogelijk om op
afstand een wasprogramma
te starten.
Wanneer de app is geïnstalleerd en de
draadloze verbinding is voltooid, kunt u
de Starten op afstand-functie
activeren:
Houd de Droogtijd en de Droogtegraad-
knoppen een paar seconden tegelijkertijd
ingedrukt. Het controlelampje
verschijnt op het scherm en de deur
wordt vergrendeld. Nu is het mogelijk om
het programma op afstand te starten.
Om de Starten op afstand te
verwijderen, houdt u de Droogtijd en de
Droogtegraad-knoppen gedurende
enkele seconden tegelijkertijd ingedrukt
tot het controlelampje van het scherm
verdwijnt.
10.4 Over-the-air-update
De app kan een update voorstellen voor
uw apparaat.
De update wordt alleen via de app
geaccepteerd.
Als er een programma loopt, meldt de
app dat de update aan het einde van het
programma start.
Tijdens de update verschijnt op het
apparaat
op het display.
Schakel het apparaat niet uit of trek de
stekker niet uit het stopcontact tijdens
het bijwerken.
Het apparaat zal weer bruikbaar zijn aan
het einde van de update, zonder enige
kennisgeving over een succesvolle
update.
Als er een fout optreedt, verschijnt op het
apparaat op het display: druk op
een willekeurige knop of draai aan de
knop om terug te keren naar normaal
gebruik.
11. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of
voordat u het apparaat voor
het eerst gebruikt, kunt u wat
water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater
dat in het apparaat is
achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige
functietest werd uitgevoerd
om te garanderen dat het
apparaat in perfect
functionerende staat aan de
klant wordt geleverd, en is
geen reden voor
ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is en dat de waterkraan openstaat.
3. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel dat wordt
aangegeven met .
Deze handeling activeert het
afvoersysteem.
4. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
5. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed in de trommel en start het
programma.
NEDERLANDS 31
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
12. INSTELLINGEN
12.1 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Om deze optie te activeren/
deactiveren raakt u de knop Vlekken/
Voorwas en de knop Startuitstel
tegelijkertijd aan, totdat het
controlelampje
aan/uit gaat op het
display.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op de knop Start/Pauze hebt
gedrukt, worden alle knoppen en het
programmakeuzewiel gedeactiveerd
(behalve de knop Aan/Uit ).
Voordat u drukt op de knop Start/
Pauze : het apparaat kan niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van
deze optie nadat u het heeft
uitgeschakeld.
12.2 Geluidssignalen
Dit apparaat is uitgevoerd met
verschillende geluidssignalen, die
werken als:
u het apparaat activeert (speciale
korte toon).
u het apparaat deactiveert (speciale
korte toon).
u een toets aanraakt (klikgeluid).
u een foutieve keuze maakt (3 korte
tonen).
Het programma voltooid is
(gedurende 2 minuten opeenvolgende
geluiden).
Het apparaat een storing ondergaat
(gedurende 5 minuten opeenvolgende
geluiden).
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen raakt u gedurende 6
seconden tegelijkertijd toets Startuitstel
en Tijd besparen aan.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
12.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt iedere keer u een
nieuw programma instelt een of twee
extra spoelbeurten laten draaien.
Raak de knoppen Temperatuur en
Centrifugeren tegelijkertijd eenmaal
aan om een extra spoelbeurt toe te
voeren. verschijnt op het display.
Raak de knoppen Temperatuur en
Centrifugeren tegelijkertijd tweemaal
aan om twee extra spoelbeurten toe
te voeren. verschijnt op het
display.
Raak de knoppen Temperatuur en
Centrifugeren tegelijkertijd driemaal
aan om de extra spoelbeurten te
verwijderen. Het display toont alleen
.
13. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com32
13.1 Gewichtsensors
gebruiken
Voor een correct gebruik van
de gewichtsensor, moet de
trommel leeg zijn bij het
activeren van het apparaat.
Stel het programma in
VOORDAT u het wasgoed in
de trommel doet.
13.2 Voor activering van het
apparaat
1. Verzeker u ervan dat de netstekker is
aangesloten op het stopcontact.
2. Verzeker u ervan dat de waterkraan
geopend is.
13.3 Het apparaat activeren
en een programma instellen
1. Druk een paar seconden op knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
De programmakeuzeknop staat
automatisch ingesteld op het
katoenprogramma en alleen het
indicatielampje Wassen is aan.
Het indicatielampje van de knop Start/
Pauze knippert.
2. Draai de programmaknop naar het
benodigde programma.
Het programmalampje gaat branden.
Het display geeft de maximale lading
aan, de standaardtemperatuur, het
maximale centrifugeertoerental, de
faseaanduidingen die het programma
heeft en de programmaduur.
3. Raak zo nodig de knoppen
Temperatuur en Centrifugeren aan
om de watertemperatuur en
centrifugeersnelheid te veranderen.
4. Druk desgewenst op bijbehorende
toetsen voor het toevoegen van
opties of een uitgestelde start.
Op het display wordt het symbool van de
ingestelde optie weergegeven en/of het
cijfer geeft aan hoelang het programma
is uitgesteld.
13.4 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
Op het display verschijnt
.
2. Schud de kleren voor u ze in de
trommel plaatst. Plaats het wasgoed
een voor een in de trommel.
Op het display wordt het gewicht van het
wasgoed aangepast met stappen van 0,5
kg en de programmaduur wordt
overeenstemmend aangepast. Het
gewicht is indicatief en verandert met het
type wasgoed.
Als u de trommel vult met
meer dan de maximale
lading, gaat het symbool
gedurende een paar
seconden knipperen en
toont de maximaal
aanbevolen lading.
U kunt uw wasgoed wel
wassen, maar verbruikt
daarbij dan meer water en
energie.
Verwijder overtollige kleding
om de beste verbruiks- en
wasprestaties te bereiken.
Het aangeven van
overlading wordt alleen
getoond bij programma's
met een maximale lading die
lager ligt dan de maximale
lading van de wasmachine.
3. Sluit de vuldeur. Zorg ervoor dat er
geen wasgoed tussen de deur blijft
klemmen. Er kan waterlekkage of
beschadigd wasgoed ontstaan.
4. de waarde geeft het percentage van
de benodigde hoeveelheid
wasmiddel aan
.
Deze informatie is indicatief en verwijst
naar de hoeveelheid wasmiddel voor een
NEDERLANDS 33
maximale lading die op de
wasmiddelverpakking staat.
Als u het wasprogramma
wijzigt nadat de deur werd
gesloten, toont het display
als er zich een
overbelading voordoet: open
de deur en verwijder een
aantal kledingstukken.
13.5 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter,
vlekkenmiddel) toevoegen
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op
die u op de verpakking van
het wasmiddel aantreft. We
raden u wel aan het
maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid
zal u echter de beste
wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus
indien vereist
achtergebleven wasmiddel
uit het wasmiddelvakje.
13.6 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
1
2
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
www.aeg.com34
Met de klep in de stand
OMLAAG:
Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
Stel de voorwasfase
niet in.
Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
13.7 Een programma starten
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display begint de aanduiding van
de werkingsfase te knipperen en gaat de
indicator van het wasmiddelpercentage
uit.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
13.8 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft. Het
controlelampje gaat branden.
2. Druk op de knop Start/Pauze.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De ProSense schatting
begint nadat het aftellen is
beëindigd.
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het
apparaat te pauzeren. Het
bijbehorende controlelampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop
Startuitstel totdat het display
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het programma onmiddellijk te
starten.
Het wijzigen van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het
apparaat te pauzeren. Het
bijbehorende controlelampje
knippert.
NEDERLANDS 35
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het aftellen opnieuw te laten
beginnen.
13.9 De ProSense System
ladingdetectie
Na op de toets Start/Pauze te hebben
gedrukt:
1. De percentage-indicator van het
wasmiddel gaat uit, de indicator
knippert.
2. De ProSense start met de
waarneming van de wasgoedlading
om de werkelijke programmaduur te
berekenen. De tijdstippen
knipperen.
3. Na circa 15 minuten toont de display
de nieuwe programmaduur: de
tijdstippen stoppen met knipperen.
De machine past de programmaduur
automatisch aan de lading aan om in
de kortst mogelijke tijd zo perfect
mogelijke wasresultaten te krijgen.
De programmaduur kan langer of
korter worden.
De ProSense-detectie wordt
alleen uitgevoerd met
volledige wasprogramma´s
(zonder geselecteerde
overslafase).
13.10 Programmafase-
indicatielampjes
Als het programma start, knippert de
aanduiding van de draaiende fase en de
andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de
bijhorende aanduiding met knipperen en
gaat continu branden. De volgende
aanduiding begint te knipperen.
De spoelfase is bijv. bezig:
.
Indien u het stroomprogramma kiest,
gaat de stoomfase-indicator branden.
13.11 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als er een programma bezig is
maar een paar opties wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op de toets Start/
Pauze .
Het wasprogramma gaat verder.
13.12 Een actief programma
stoppen
1. Druk op de knop Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de Aan/Uit -knop
om het apparaat aan te zetten.
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Als de ProSense -fase al
voltooid is en de machine al
met water gevuld wordt,
begint het nieuwe
programma zonder
herhaling van de ProSense
fase. Het water en
wasmiddel worden niet
weggepompt om verspilling
te voorkomen.
13.13 Openen van de deur -
kledingstukken toevoegen
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de
wasmachine vergrendeld.
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en/of de trommel
nog draait, kunt u de deur
niet openen.
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
www.aeg.com36
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen.
3. Sluit de deur en druk op de toets
Start/Pauze .
Het programma of startuitstel gaat
verder.
4. De deur kan worden geopend
wanneer het programma is voltooid.
U kunt ook een centrifugeer- of
afvoerprogramma/-optie instellen en
dan op de knop Start/Pauze drukken.
Als de centrifugeer- en
afvoerprogramma's niet beschikbaar
zijn in de programmakeuzeknop,
kunnen ze worden ingesteld via App.
13.14 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
In het display gaan alle
wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone .
Het lampje van Start/Pauze toets gaat
uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
1. Druk op de Aan/Uit -knop om het
apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste gekozen
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
13.15 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
Het display toont de aanduiding
, de
optieaanduiding of en de
aanduiding van vergrendelde deur
. Het indicatielampje van de
draaiende fase knippert.
De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets
Centrifugeren aan om het
centrifugeertoerental dat door het
apparaat wordt voorgesteld te
verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze :
Indien u heeft ingesteld,
pompt het apparaat het water weg
en gaat centrifugeren.
Indien u heeft ingesteld, pompt
het apparaat alleen het water
weg.
De optieaanduiding
of gaat uit,
terwijl de aanduiding knippert en dan
uitgaat.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat uit te
schakelen.
Het apparaat zal hoe dan
ook het water na circa 18
uur automatisch uit het
apparaat wegpompen.
13.16 Stand-by-optie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
NEDERLANDS 37
Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knopStart/Pauze drukt, niet
gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet
gedeactiveerd door de
stand-by-functie om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
14. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Dit apparaat is een
automatische
wasdroogcombinatie.
14.1 Volledige was-en-droog-
programma´s
Automatisch non-
stopprogramma
Het toestel is uitgerust met het NonStop
3u/3kg-programma, een automatisch
one-go-programma waarbij het niet nodig
is OM de Drogen-modus in te stellen.
Om dit programma te laten draaien:
1. Houd na het laden van wasgoed en
wasmiddel de Aan/Uit-toets
gedurende enkele seconden
ingedrukt, om het apparaat in te
schakelen.
2. Stel het NonStop 3u/3kg-programma
met de programmakeuzeknop in.
Het indicatielampje
verschijnt op het
display
3. Raak de Start/Pauze-toets aan om
het programma te starten.
Niet-automatische
was&droog-programma's
Bij sommige wasprogramma's kunt u
Wassen- en Drogen-modus combineren
voor het uitvoeren van een compleet
was- en droogprogramma.
Ga als volgt te werk:
1. Houd de Aan/Uit-toets gedurende
enkele seconden ingedrukt, om het
apparaat in te schakelen.
2. Draai de programmaknop naar het
gewenste wasprogramma. Het
display toont de
standaardtemperatuur en spoelen.
Vervang ze indien nodig, op basis
van uw wasgoed. Het display toont
ook de maximaal aanbevolen lading
voor de wasfase.
3. Stel de gewenste opties in, als die
beschikbaar zijn.
4. Raak de Modus-toets eenmaal aan
om ook de droogfunctie te activeren.
Het Wassen- en Drogen-
indicatielampjes gaan branden. De
indicatielampjes en
worden weergegeven op het display.
Het display geeft ook de maximaal
aanbevolen lading aan voor een was-
en droogprogramma (bijv. 6 kg voor
katoen).
5. Open de deur en plaats de stukken
wasgoed een voor een. Op het
display wordt het gewicht van het
wasgoed aangepast met stappen van
0,5 kg en de programmaduur wordt
overeenstemmend aangepast.
6. Sluit de deur.
7. Doe het wasmiddel en de
aanvullende middelen in het juiste
vakje.
www.aeg.com38
Zorg er bij het drogen van
een grote lading wasgoed
voor dat de kledingstukken
niet opgerold zitten en
gelijkmatig verdeeld zijn in
de trommel.
Aan het begin van de
droogcyclus (3 à 5 minuten)
hoort u mogelijk een iets
harder geluid. Dit komt door
de compressor en is
normaal voor apparaten die
worden aangedreven door
een compressor zoals
koelkasten, vriezers, enz.
14.2 Wassen en drogen -
automatische niveaus
1. Tik herhaaldelijk op de toets
Droogtegraad tot de display de
gewenste droogte weergeeft. De
lampjes in de display branden als
volgt:
a. Strijkdroog: voor
katoen;
b. Kastdroog: voor katoen
en synthetische stoffen;
c.
Extra droog: voor
katoen;
De tijd op de display is de duur van
beide cycli wassen en drogen.
Voor een goede droging met
verbruik van minder energie
in een kortere tijd laat de
machine u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Tik op de toets Start/Pauze om het
programma te starten. De ProSense-
schatting gaat van start.
In de display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op de display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
14.3 Wassen en op tijd
drogen
1. Tik herhaaldelijk op de toets
Droogtijd om de gewenste tijd in te
stellen (zie de "Drogen op tijd"-tabel
in het hoofdstuk "Programma´s"). Het
indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en de indicatie
gaat aan.
De minimale droogtijd is 10 minuten.
Telkens als u deze toets aantikt, wordt
de droogtijd met 5 minuten verlengd. Op
de display verschijnt de nieuwe
ingestelde tijdwaarde.
2. Druk op de Start/Pauze om het
programma te starten. De ProSense-
schatting gaat van start.
In de display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op de display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
14.4 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen weerklinken (als
ze actief zijn).
In het display gaat het symbool
aan.
Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit. De deur vergrendeld gaat uit
Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uitom het apparaat uit te
schakelen.
Een paar minuten na
afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende
functie het apparaat
automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
NEDERLANDS 39
Na de droogfase reinigt u de
trommel, de pakking en de
binnenkant van de deur met
een natte doek.
Het lampje verschijnt op
het display om u eraan te
herinneren het luchtfilter te
reinigen (raadpleeg
'Luchtfilters reinigen' in het
hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging').
15. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Dit apparaat is een
automatische
wasdroogcombinatie.
15.1 Voorbereiding op het
drogen
1. Houd de toets Aan/Uit enkele
seconden ingedrukt om de machine
in te schakelen.
Met een programma waarin
alleen wordt gedroogd, toont
de display de maximale
lading niet en is de schatting
ProSense uitgeschakeld.
2. Laad het wasgoed één voor één.
3. Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed.
4. Tik tweemaal op de toets Modus om
wassen uit te schakelen en alleen te
drogen. Het Drogen-lampje brandt.
De lampjes
en
verschijnen op de display.
Bij het drogen van veel
wasgoed moet u er voor
goede droogprestaties voor
zorgen dat het wasgoed niet
is opgerold en dat het
gelijkmatig in de trommel
verdeeld is.
15.2 Drogen - automatische
niveaus
1. Tik toets Droogtegraad herhaaldelijk
aan tot het display de gewenste
droogte weergeeft. De lampjes in het
display branden als volgt:
a.
Strijkdroog: voor
katoenen kleding;
b. Kastdroog: voor katoen
en synthetische stoffen;
c. Extra droog: voor
katoenen kleding.
Op het display verschijnt de
programmaduur van het drogen.
Voor een goede droging met
verbruik van minder energie
in een kortere tijd laat het
apparaat u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur
aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
15.3 Ingesteld tijddrogen
1. Tik herhaaldelijk op de knop
Droogtijd om de gewenste tijd in te
stellen (zie de "Drogen op tijd"-tabel
in het hoofdstuk "Programma´s"). Het
www.aeg.com40
indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en de indicatie gaat aan.
De minimale droogtijd is 15 minuten.
Telkens als u deze toets aantikt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd. Op de
display verschijnt de nieuwe ingestelde
tijdwaarde.
2. Raak Start/Pauze aan om het
programma te starten.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
15.4 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen weerklinken (als
ze actief zijn).
In het display gaat het symbool
aan.
Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit. De deur vergrendeld gaat uit
Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uitom het apparaat uit te
schakelen.
Een paar minuten na
afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende
functie het apparaat
automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u de
trommel, de pakking en de
binnenkant van de deur met
een natte doek.
Het lampje verschijnt op
het display om u eraan te
herinneren het luchtfilter te
reinigen (raadpleeg
'Luchtfilters reinigen' in het
hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging').
16. PLUIS IN DE STOFFEN
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons, wol,
sweaterstof) pluisjes af.
De vrijgekomen pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen blijven
kleven.
Dit ongemak is nog groter bij technische
stoffen.
Om het pluisjes in uw wasgoed te
voorkomen:
Was geen donkere stoffen na het
wassen en drogen van lichtgekleurde
stoffen (handdoeken, wol en
sweaterstof) en vice versa.
Laat dit soort stoffen in de open lucht
drogen wanneer ze voor het eerst zijn
gewassen.
Reinig het afvoerfilter.
Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur met
een natte doek.
Ga als volgt te werk om pluisjes uit de
trommel te verwijderen:
Maak de trommel leeg.
Reinig de trommel, de pakking en de
deur met een natte doek.
Stel het spoelprogramma in.
Druk tegelijkertijd op de Vlekken/
Voorwas en de Anti-kreuk toets, totdat
het display CLE weergeeft, om de
reinigingsfunctie te activeren.
Raak de Druk op de toets Start/Pauze
om het programma te starten.
Voer het CLE-programma
regelmatig uit als het
apparaat vaak wordt
gebruikt.
NEDERLANDS 41
17. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
17.1 Voor u het wasgoed in
de trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte items kunnen
verkleuren met de eerste wasbeurt.
We raden je aan ze apart te wassen
voor de eerste paar keren.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
Behandel hardnekkige vlekken voor.
Was hardnekkige vlekken met een
speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als dit
voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Bind
riemen, koorden, veters, linten en
andere losse elementen vast.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, veters,
linten, etc.).
Maak de zakken leeg en vouw de
artikelen open.
17.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op
kledingstukken in de buurt van het
apparaat, omdat het corrosief is voor de
plastic onderdelen.
17.3 Type en hoeveelheid
wasmiddel
De keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden
www.aeg.com42
beïnvloedt niet alleen uw wasprestaties,
maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal bedoeld
zijn voor wasmachines. Volg eerst
deze algemene regels:
waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van
fijne was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor
alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel
zal afhangen van: type stof (delicaat,
wollen, katoen, enz.), de kleur van de
kleding, de grootte van de lading, de
mate van vervuiling, wastemperatuur
en hardheid van het gebruikte water.
Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim
zijn tijdens het wassen.
Bij het gebruik van
wasmiddeltabletten of -pods, plaatst u
ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden
tot de volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot
de volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
17.4 Ecologische tips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan om de volgende tips ter harte te
nemen:
Normaal vuile was kan zonder
voorwas worden gewassen om
wasmiddel, water en tijd te besparen
(ook het milieu wordt zo beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
programma is aangegeven, wordt
het energie- en waterverbruik
verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en beperkte vervuiling
worden verwijderd; het wasgoed kan
vervolgens op een lagere temperatuur
worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel
te gebruiken, raadpleegt u de
hoeveelheid voorgesteld door de
producent van het wasmiddel en
controleert u de waterhardheid van
uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheid in voor het
geselecteerde programma om energie
te besparen tijdens de droogfase!
17.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
17.6 De droogfase
voorbereiden
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
NEDERLANDS 43
Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
17.7 Items die niet geschikt
zijn voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
Synthetische gordijnen.
Kledingstukken met metalen
invoegstukken.
Nylon kousen.
Dekbedden.
Bedspreien.
Dekbedovertrekken.
Slaapzakken.
Stoffen met restjes haarspray,
nagellakremover of iets dergelijks.
Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken.
17.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
= Droogprogramma op hoge
temperatuur
= Droogprogramma op lage
temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
17.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
snelheid van de laatste keer
centrifugeren
droogheidsniveau
soort wasgoed
het gewicht van het wasgoed
17.10 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken en krimpen te
voorkomen dient u het
wasgoed niet te lang te
drogen.
17.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel "Tijddrogen" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan
naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe
lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
3. Schenk geen wasmiddel of
wasverzachter in het apparaat voor
het uitvoeren van een droogcyclus.
4. Droog geen ruwe en gladde textiel
samen om te voorkomen dat de
gladde kledingstukken worden
verschroeid.
5. Verwijder alle voorwerpen uit de
zakken van de kledingstukken, in het
bijzonder voorwerpen die kunnen
smelten.
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde
van het droogprogramma zo snel
mogelijk uit het apparaat haalt.
18. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
18.1 Schema periodieke
reiniging
Periodieke reiniging helpt de
levensduur van uw apparaat te
verlengen.
www.aeg.com44
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een
kier om luchtcirculatie te krijgen en de
vochtigheid in het apparaat te drogen: dit
voorkomt schimmels en geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt
gebruikt: sluit de waterkraan en trek de
stekker uit het stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas‐
beurt
Eenmaal ter maand
Deurafdichting reini‐
gen
Iedere twee maan‐
den
Trommel reinigen Iedere twee maan‐
den
Pluis in de trommel
verwijderen
Twee keer per
maand
1)
Wasmiddeldoseer‐
bakje reinigen
Iedere twee maan‐
den
Primaire luchtfilter Na elke cyclus
Secundaire luchtfil‐
ter
Wanneer het con‐
trolelampje knip‐
pert
De filter van de af‐
voerpomp reinigen
Twee keer per jaar
De filter van de toe‐
voerslang en de
klepfilter reinigen
Twee keer per jaar
1)
raadpleegt u het hoofdstuk ''Pluis in de stoffen''.
In de volgende paragrafen wordt
uitgelegd hoe u elk onderdeel moet
reinigen.
18.2 Vreemde voorwerpen
verwijderen
Zorg ervoor dat de zakken
leeg zijn en dat alle losse
elementen zijn
vastgebonden voordat u uw
cyclus uitvoert. Raadpleeg
'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen
(zoals metalen clip, knoppen, munten,
enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filters en de trommel.
Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen',
'De afvoerpomp reinigen' en 'De filter van
de toevoerslang en de klepfilter reinigen'.
Neem indien nodig contact op met een
erkend servicecentrum.
18.3 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
Gebruik geen schuursponsjes of
krassend materiaal.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
18.4 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld is,
raden we u het gebruik van
waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te
draaien met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
18.5 Onderhoudswasbeurt
Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik
van programma´s bij lage temperaturen
kunnen er wasmiddelresten en pluizen
achterblijven en kan er bacteriëngroei in
NEDERLANDS 45
de trommel en de kuip ontstaan. Dit kan
slechte geurtjes en meeldauw
veroorzaken.
Draai om deze resten te verwijderen en
de binnenkant van het apparaat
hygiënisch te reinigen regelmatig een
onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal
per maand):
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Draai een katoenprogramma op de
hoogste temperatuur met een
geringe hoeveelheid waspoeder of
draai, indien beschikbaar het
programma Machine Clean.
18.6 Deurrubber
Dit apparaat is ontworpen met een
zelfreinigend afvoersysteem, waardoor
lichte pluisvezels die van de kleding
vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de
afdichting. Munten, knoppen en andere
kleine voorwerpen kunnen aan het einde
van de cyclus worden teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
18.7 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
ongewenste aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan
voorkomen vanwege roestende vreemde
voorwerpen in de was of door
leidingwater dat ijzer bevat.
Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u op de verpakking van het
product vindt.
Maak de trommel niet
schoon met zure
ontkalkingsmiddelen of met
schuurmiddelen die chloor,
ijzer of staal bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u op de verpakking van het
product vindt.
2. Draai een kort katoenprogramma op
een hoge temperatuur met een lege
trommel en een kleine hoeveelheid
waspoeder of, indien beschikbaar,
draait u het Machine Clean -
programma.
18.8 Het
wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd
wasmiddel of geklonterde wasverzachter
en/of schimmelvorming in de
wasmiddellade te voorkomen dient u af
en toe de volgende reinigingsprocedure
uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals
aangegeven in de afbeelding naar
beneden en trek de lade uit.
1
2
2. Verwijder het bovenste deel van het
additievencompartiment om reiniging
te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat
achtergebleven wasmiddel volledig is
verwijderd uit het bovenste en
onderste gedeelte van de holte.
www.aeg.com46
Gebruik een klein borsteltje om de
holte te reinigen.
3. Spoel de wasmiddellade uit onder
stromend warm water om eventuele
sporen van opgehoopt wasmiddel te
verwijderen. Plaats het bovenste
gedeelte na reiniging terug op zijn
plek.
4. Plaats de wasmiddellade in de
geleiders en sluit de lade. Draai het
spoelprogramma zonder kleding in
de trommel.
18.9 De luchtfilters reinigen
De luchtfilters vangen de pluizen op. De
pluizen ontstaan tijdens het drogen van
de kleding in de droogautomaat.
Aan het einde van elke droogcyclus
zal het lampje in de display
branden om u te laten weten dat de
hoofdluchtfilter gereinigd moet
worden (zie afbeeldingen van 1 tot 5).
Het geluidssignaal werkt.
Af en toe knippert het lampje om u
eraan te herinneren dat beide
luchtfilters moeten worden gereinigd:
de hoofdluchtfilter en de
secundaire luchtfilter (voor de
secundaire filter, zie afbeeldingen van
6 tot 8). Het geluidssignaal werkt.
Reinig de luchtfilters regelmatig om de
beste droogprestaties te verkrijgen.
Verstopte filters maken cycli langer en
verhogen het energieverbruik.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen water om de
filters te reinigen om te
voorkomen dat plastic vezels
in de wateromgeving
stromen. Gooi de pluis in
een vuilnisbak.
1. Druk op de haak om de
hoofdluchtfilter te openen.
2. Trek de hoofdluchtfilter eruit.
3. Open het deksel van de
hoofdluchtfilter door het naar boven
te trekken.
NEDERLANDS 47
P
ULL
4. Reinig de hoofdluchtfilter met uw
hand en indien nodig met een
stofzuiger. Gooi de pluis in een
vuilnisbak.
PULL
PULL
5. Sluit het deksel van de
hoofdluchtfilter.
PUL
L
6. Trek de secundaire filter eruit.
7. Reinig de secundaire luchtfilter met
uw hand en indien nodig met een
stofzuiger. Gooi de pluis in een
vuilnisbak.
8. Plaats de secundaire luchtfilter terug.
9. Plaats de hoofdluchtfilter terug en
sluit die stevig.
+
www.aeg.com48
WAARSCHUWING!
De opening van de
hoofdluchtfilter mag niet
worden geblokkeerd door
een voorwerp.
Als u het wasgoed alleen
wast met uw was-
droogcombinatie, dan is het
normaal dat het primaire
luchtfilter een beetje vochtig
is.
18.10 Maak de afvoerpomp
schoon
WAARSCHUWING!
Haal de netstekker uit het
stopcontact.
Controleer het filter van de
afvoerpomp regelmatig en
houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
Het apparaat pompt geen water weg.
de trommel niet ronddraait.
het apparaat een ongebruikelijk geluid
maakt door een blokkade in de
afvoerpomp.
Op het display verschijnt de
alarmcode .
WAARSCHUWING!
Verwijder het filter niet als
het apparaat in gebruik
is.
Reinig de pomp niet
zolang het water in de
machine heet is. Wacht
tot het water is afgekoeld
WAARSCHUWING!
Reinig de afvoerfilter iedere
keer u het speciale
programma CLE uitvoert
voor de verwijdering van
pluizen.
Voor reiniging van de pomp gaat u als
volgt te werk:
1. Open het pompdeksel.
1
2
2. Plaats een geschikte bak onder de
afvoerpompopening om het
afgepompte water op te vangen.
3. Open de afvoerklep naar beneden.
Houd altijd een oude doek bij de
hand om het eventueel gemorste
water te kunnen opvegen als u het
filter verwijdert.
4. Draai het filter 180 graden naar links
om het te openen, zonder
verwijdering. Laat het water
wegstromen.
5. Als de bak vol is met water, draait u
het filter terug en leegt u de bak.
NEDERLANDS 49
6. Herhaal stappen 4 en 5 totdat er
geen water meer uitloopt.
7. Draai het filter naar links om het te
verwijderen.
1
2
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen
en andere voorwerpen uit de
filterholte.
9. Verzeker u ervan dat de pompwaaier
onbelemmerd kan ronddraaien. Als
hij niet roteert: neem contact op met
een erkend servicecentrum.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
11. Zet het filter terug in de speciaal
geleidingen door hem met de klok
mee te draaien. Zorg ervoor dat u het
filter goed vastdraait om lekkage te
voorkomen.
2
1
12. Sluit het pompdeksel.
2
1
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
a. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
b. Start het programma om water af
te voeren.
www.aeg.com50
18.11 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
Het apparaat wordt niet gevuld met water.
Het apparaat heeft veel tijd nodig om op te vullen met water.
Het lampje van de toets Start/Pauze knippert en de display het bijbehorende alarm
toont. Raadpleeg het hoofdstuk "Probleemoplossing".
De watertoevoerfilters schoonmaken:
1
2
3
Draai de waterkraan dicht.
Verwijder de watertoevoerslang van de
kraan.
Reinig het filter in de toevoerslang met
een harde borstel.
Verwijder de toevoerslang achter de
machine.
Reinig het filter in de klep met een harde
borstel of een handdoek.
Installeer de watertoevoerslang opnieuw.
Zorg ervoor dat de koppelingen stevig vast
zitten om lekkage te voorkomen.
Draai de waterkraan open.
NEDERLANDS 51
18.12 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals beschreven in de paragraaf
'Reinigen van de afvoerpomp'. Maak de
pomp zo nodig schoon.
Als u het water met de
noodafvoerprocedure afvoert, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om het water
weg te pompen.
18.13 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0°C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de temperatuur
hoger is dan 5 °C en dat het
water uit de kraan stroomt
voordat u het apparaat weer
gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
19. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
19.1 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat u controles uitvoert, moet u de stekker uit het stopcontact
trekken.
www.aeg.com52
Bij sommige problemen wordt op de display een alarmcode
weergegeven en kan de knop Start/Pauze continu knipperen:
Als het apparaat overladen is, verwijdert u enkele
kledingstukken uit de trommel en/of houdt u de deur
ingedrukt terwijl u de knop Start/Pauze aanraakt
totdat het lampje stopt met knipperen (zie
onderstaande afbeelding).
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt
niet goed gevuld met
water.
Controleer of de waterkraan geopend is.
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contact op met uw plaatselijke wa‐
terleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in
de watertoevoerslang aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang cor‐
rect is.
Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter van
de klep niet verstopt zijn. Raadpleeg "Onderhoud en reini‐
ging".
De machine pompt
geen water weg.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma instelt zon‐
der afvoerfase. Als het afvoerprogramma niet beschikbaar is
in het programmakeuzewiel, kan het worden ingesteld via de
app.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt die eindigt
met water in de kuip.
De deur is open of niet
goed gesloten.
Controleer of de deur goed gesloten is.
NEDERLANDS 53
Interne fout. Geen
communicatie tussen
de elektronische ele‐
menten van het appa‐
raat.
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te
vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neemt u contact
op met een erkende servicedienst.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
De anti-overstromings‐
beveiliging is inge‐
schakeld.
Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met de erkende servicedienst.
Zorg ervoor dat het luchtfilter schoongemaakt is.
Zorg ervoor dat het luchtfilter correct geplaatst is.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakelt u het apparaat
uit en weer in. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met
de erkende servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval
van een ander probleem met de wasmachine.
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekerin‐
genkastje is.
Zorg ervoor dat Start/Pauze is aangeraakt.
Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleert u de
instelling of wacht u tot het aftellen voorbij is.
Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
Het apparaat wordt
met water gevuld,
maar dat wordt onmid‐
dellijk afgetapt.
Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie be‐
vindt. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg "Montage-in‐
structies".
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfa‐
se duurt langer dan
normaal.
Stel het centrifugeprogramma in. Als het afvoerprogramma
niet beschikbaar is in het programmakeuzewiel, kan het wor‐
den ingesteld via de app.
Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifu‐
geerfase opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt door
problemen met de balans.
www.aeg.com54
Probleem Mogelijke oplossing
Er is water op de vloer.
Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen
stevig vastzitten en dat er geen waterlekkage is.
Verzeker u ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang
niet beschadigd zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveel‐
heid daarvan gebruikt.
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
Verzeker u ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat
eindigt met water in de trommel.
Verzeker u ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als
er water in de trommel zit. Als de centrifugeer- en afvoerpro‐
gramma's niet beschikbaar zijn in de programmakeuzeknop,
kunnen deze worden ingesteld via de app.
Verzeker u ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het
apparaat. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Als u de deur moet openen, leest u zorgvuldig "Nooddeurope‐
ning".
Zorg ervoor dat Starten op afstand is niet geactiveerd. Scha‐
kel het uit.
De display geeft de
aanduiding voor het
draadloze netwerk niet
weer. .
Controleer het draadloze signaal.
Zorg dat de draadloze verbinding aanstaat. Raadpleeg para‐
graaf 'Configureren van de draadloze verbinding van de was‐
machine' in hoofdstuk 'Wifi - instelling connectiviteit'.
Controleer uw thuisnetwerk en router.
Herstart de router.
Neem contact op met uw aanbieder van uw draadloze service
als u nog meer problemen met het draadloze netwerk onder‐
vindt.
De app kan geen ver‐
binding maken met het
apparaat.
Controleer het draadloze signaal.
Controleer of uw smartapparaat is verbonden met het draadlo‐
ze netwerk.
Controleer uw thuisnetwerk en router.
Herstart de router.
Neem contact op met uw aanbieder van uw draadloze service
als u problemen met het draadloze netwerk heeft.
Het apparaat, het smart-toestel of beide dienen nogmaals te
worden geconfigureerd, omdat er een nieuwe router is geïn‐
stalleerd of omdat de routerconfiguratie is gewijzigd.
NEDERLANDS 55
Probleem Mogelijke oplossing
De app kan niet fre‐
quent verbinding ma‐
ken met het apparaat.
Zorg ervoor dat het draadloze signaal het apparaat bereikt.
Probeer de thuisrouter zo dicht als mogelijk naar het apparaat
te verplaatsen of overweeg een versterker van het draadloze
bereik aan te schaffen.
Zorg ervoor dat het draadloze signaal niet wordt verstoord
door een magnetron. Schakel de magnetron uit. Vermijd het
gelijktijdige gebruik van de magnetron en de afstandsbedie‐
ning.
Op de display wordt
weergegeven.
Alle knoppen zijn inac‐
tief, behalve de
Aan/Uit .
Het apparaat downloadt beschikbare updates. Wacht totdat
het updateproces is voltooid. Als u het apparaat tijdens de up‐
date deactiveert, wordt deze hervat wanneer u het apparaat
opnieuw activeert.
De machine maakt ab‐
normale geluiden en
trilt.
Verzeker u ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg "Mon‐
tage-instructies".
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten
verwijderd zijn. Raadpleeg "Montage-instructies".
Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is moge‐
lijk te klein.
De programmaduur
neemt toe of af tijdens
het draaien van het
programma.
De ProSense System kan de duur van het programma aan‐
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie "De
ProSense System ladingdetectie" in het hoofdstuk "Dagelijks
gebruik".
De wasresultaten zijn
niet bevredigend.
Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander
wasmiddel.
Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwij‐
deren voordat u het wasgoed wast.
Zorg ervoor dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de wasgoedlading.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
wascyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter‐
gebleven in de was‐
middellade.
Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG
voor waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt vol‐
gens de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
De trommel is leeg en
de display geeft aan
dat er een zeker ge‐
wicht in is.
Druk op Aan/Uit om de machine uit te schakelen en schakel
opnieuw in om een tarra in te stellen.
De trommel is vol,
maar op de display
wordt 0,0 kg weerge‐
geven.
U heeft het wasgoed geladen voordat u het apparaat inscha‐
kelde. Druk op Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
Maak de trommel leeg en volg de vereiste stappen. (Zie onder
"Wasgoed laden")
www.aeg.com56
Probleem Mogelijke oplossing
Na een stoompro‐
gramma zijn kleding‐
stukken gedeeltelijk
nat.
Zorg ervoor dat het apparaat goed waterpas staat. Pas het appa‐
raat aan door de pootjes hoger of lager te zetten.
Het apparaat droogt
niet of droogt niet
goed.
Draai de waterkraan aan.
Verzeker u ervan dat de luchtfilters niet verstopt zijn. Contro‐
leer het hoofdfilter en het tweede filter.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
Verminder de wasgoedlading.
Verzeker u ervan dat u de juiste cyclus hebt ingesteld. Stel zo
nodig een korte droogtijd opnieuw in.
De droogcyclus is te
lang.
Verzeker u ervan dat de luchtfilters goed schoon zijn.
Verzeker u ervan dat uw wasgoedlading de aangegeven la‐
ding voor het ingestelde programma niet overschrijdt.
Verzeker u ervan de kamertemperatuur in het juiste bereikt
valt.
Het wasgoed zit vol
met verschillende kleu‐
ren.
De stoffen die zijn gewassen in de vorige cyclus hebben pluisjes
van een andere kleur afgegeven:
De droogfase helpt bij het verwijderen van pluisjes.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Als er veel pluis in de trommel zit, moet u het speciale program‐
ma gebruiken om deze te reinigen (zie "Pluisjes in de stoffen"
voor meer informatie).
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt
voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met een
erkende servicedienst.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
19.2 Nooddeuropening
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Gevaar voor
brandwonden! Zorg ervoor
dat de watertemperatuur
niet te hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Gevaar voor letsel! Zorg
ervoor dat de trommel niet
draait. Wacht indien nodig
tot de trommel stopt met
draaien.
NEDERLANDS 57
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in een
noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop Aan/Uit om het
apparaat uit te schakelen.
2. Haal de netstekker uit het
stopcontact.
3. Open de klep van de filter.
4. Trek de noodvergrendelingstrekker
eenmaal naar beneden. Trek die
nogmaals naar beneden, houd hem
gespannen en open in de tussentijd
de deur van het apparaat.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
20. VERBRUIKSWAARDEN
20.1 Inleiding
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee
verschillende tabellen om een geleidelijke overgang
van een verordening naar de andere te bevorderen:
Verordening 96/60/EC, geldig tot 28 februari
2021, heeft betrekking op een energielabel met
de energie-efficiëntieklassen van A tot G voor
was- en droogcycli.
Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart
2021, heeft betrekking op een energielabel dat
de energie-efficiëntieklassen rapporteert, als
dubbele schaal van A tot G, voor de volledige
was- en droogcyclus en alleen voor de
wascyclus, zoals vastgesteld in Verordening EU
2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor
gedetailleerde informatie over het energielabel.
www.aeg.com58
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat
wordt geleverd, biedt een weblink naar de informatie
gerelateerd aan de prestaties van het apparaat
in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel
ter referentie samen met de gebruikershandleiding
en alle andere documenten die bij dit apparaat
worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in
EPREL te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het
productnummer die u vindt op het typeplaatje van
het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk
'Productbeschrijving' voor de positie van het
typeplaatje.
20.2 Legenda
kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. rpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de cyclus. Hoe hoger de centrifugeersnel‐
heid, hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht aan het einde van
de wascyclus.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van
verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur
en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als u
de standaardinstelling van een programma wijzigt.
20.3 Volgens Verordening
(EU) 2019/2023 van de
Commissie
Alleen wassen
Eco 40-60 pro‐
gramma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige belading 10 1.080 65 3:50 50 38 1551
Halve belading 5 0.740 50 2:50 50 38 1551
Kwartbelading 2.5 0.380 45 2:50 54 26 1551
1)
Maximale centrifugesnelheid.
NEDERLANDS 59
Was- en droogcyclus
Eco 40-60 pro‐
gramma en kast‐
droogniveau
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige belading 6 3.200 55 9:40 0 39 1551
Halve belading 3 1.495 43 5:35 0 35 1551
1)
Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde
start (W)
Netwerkge‐
bonden
stand-by (W)
0,30 0,30 4,00 2,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
20.4 Overeenkomstig
Richtlijn 96/60/EG
Katoen Eco-programma Lading
(kg)
Energiever‐
bruik (kWh)
Waterver‐
bruik (liter)
Gemiddelde
program‐
maduur
(minuten)
Eco 40-60 bij 60 °C 10 0.90 75 300
20.5 Veelvoorkomende
programma's - Alleen wassen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Katoen
2)
95°C
10 2.90 90 4:05 44 85 1600
Katoen
60°C
10 1.70 85 3:50 44 55 1600
Katoen
3)
20°C
10 0.35 85 3:00 44 20 1600
Synthetica
40°C
4 0.80 55 2:15 35 40 1200
www.aeg.com60
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Fijne was
4)
30°C
2 0.40 60 1:05 35 30 1200
Wol
30°C
1.5 0.30 65 1:05 30 30 1200
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2)
Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3)
Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4)
Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
20.6 Veelvoorkomende
programma's - Wassen en
drogen
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Synthetica
40°C
4 2.05 55 5:05 1 40 1200
1)
Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
21. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in een
geschikte afvalcontainer om het te
recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
*
NEDERLANDS 61
My AEG Care app
www.aeg.com/shop
157029441-B-482020
The software in this product is partly based on free and open source software.
To access the source code of these free and open source software and to see the full copyright information and
applicable license terms, please visit:
http://aeg.opensoftwarerepository.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

AEG L9WEN06CB Handleiding

Type
Handleiding