HP ENVY 17-cg0000 Laptop PC series Handleiding

Type
Handleiding
Gebruikershandleiding
© Copyright 2020 HP Development Company,
L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreende houder en wordt door HP Inc.
onder licentie gebruikt. Intel, Celeron en
Pentium zijn handelsmerken van Intel
Corporation of zijn dochterondernemingen in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk of
een handelsmerk van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of andere landen.
Miracast® is een geregistreerd handelsmerk
van Wi-Fi Alliance.
De informatie in deze documentatie kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd. De enige
garanties voor HP producten en diensten staan
vermeld in de expliciete garantievoorwaarden
bij de betreende producten en diensten. Aan
de informatie in deze handleiding kunnen geen
aanvullende rechten worden ontleend. HP
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
technische fouten, drukfouten of weglatingen
in deze publicatie.
Eerste editie: februari 2020
Onderdeelnummer van document: L86882-331
Kennisgeving over het product
In deze handleiding worden de voorzieningen
beschreven die voor de meeste producten
beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle
voorzieningen op uw computer beschikbaar.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities
of versies van Windows. Systemen vereisen
mogelijk bijgewerkte en/of afzonderlijk
aangeschafte hardware, stuurprogramma's,
software en/of een BIOS-update om volledig
gebruik te kunnen maken van de functionaliteit
van Windows. Windows 10 wordt automatisch
bijgewerkt. Deze optie is altijd ingeschakeld.
ISP-kosten kunnen van toepassing zijn en na
verloop van de tijd kunnen extra vereisten van
toepassing zijn voor updates. Ga naar
http://www.microsoft.com voor meer
informatie.
Om de meest recente gebruikershandleidingen
te openen, gaat u naar http://www.hp.com/
support en volgt u de instructies om uw
product te zoeken. Selecteer daarna
Gebruikershandleidingen.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of
anderszins gebruiken van een softwareproduct
dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd,
bevestigt u dat u gehouden bent aan de
voorwaarden van de HP EULA (End User License
Agreement). Indien u niet akkoord gaat met
deze licentievoorwaarden, kunt u uitsluitend
aanspraak maken op de mogelijkheid het
gehele, ongebruikte product (hardware en
software) binnen 14 dagen te retourneren,
voor een volledige restitutie op basis van het
restitutiebeleid van de desbetreende
verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor meer
informatie of om te vragen om een volledige
restitutie van de prijs van de computer.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING! U kunt het risico op brandwonden of oververhitting van de computer beperken door de
computer niet op uw schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik
de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd
door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van
zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens
het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen,
een kleed of kleding). De mobiele computer en netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor
oppervlakken die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals gedenieerd door toepasselijke
veiligheidsnormen.
iii
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
BELANGRIJK: Bepaalde producten zijn gecongureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xx-processor of
een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig op deze
modellen de conguratie-instelling van de processor in mscong.exe niet van 4 of 2 processors naar 1
processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op. U moet de fabrieksinstellingen herstellen
om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.
v
vi Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave
1 Aan de slag ................................................................................................................................................... 1
Aanbevolen procedures ......................................................................................................................................... 1
Meer HP bronnen ................................................................................................................................................... 2
2 Vertrouwd raken met de computer .................................................................................................................. 3
Hardware zoeken ................................................................................................................................................... 3
Software zoeken .................................................................................................................................................... 3
Rechterkant ............................................................................................................................................................ 4
Linkerkant .............................................................................................................................................................. 5
Beeldscherm .......................................................................................................................................................... 6
De modus voor weinig blauw licht (alleen bij bepaalde producten) ................................................... 6
Toetsenbordzone ................................................................................................................................................... 8
Touchpad ............................................................................................................................................. 8
Instellingen voor het touchpad ......................................................................................... 8
Lampjes ............................................................................................................................................... 9
Knop, luidsprekers en vingerafdruklezer .......................................................................................... 10
Speciale toetsen ................................................................................................................................ 12
Actietoetsen ...................................................................................................................................... 13
Onderkant ............................................................................................................................................................ 14
Labels ................................................................................................................................................................... 15
3 Verbinding maken met een netwerk .............................................................................................................. 17
Verbinding maken met een draadloos netwerk .................................................................................................. 17
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken ................................................................. 17
Toets voor de vliegtuigmodus ........................................................................................ 17
Voorzieningen van het besturingssysteem .................................................................... 17
Verbinding maken met een WLAN ..................................................................................................... 18
HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten) ........................................................ 18
Gps gebruiken (alleen bepaalde producten) ..................................................................................... 19
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten) ....... 19
Bluetooth-apparaten aansluiten .................................................................................... 19
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (LAN) (alleen bepaalde producten) ........................................... 20
4 Entertainmentvoorzieningen ....................................................................................................................... 21
De camera gebruiken ........................................................................................................................................... 21
Audio gebruiken ................................................................................................................................................... 21
vii
Luidsprekers aansluiten .................................................................................................................... 21
Een hoofdtelefoon aansluiten ........................................................................................................... 22
Een headset aansluiten ..................................................................................................................... 22
Geluidsinstellingen gebruiken .......................................................................................................... 22
Video gebruiken ................................................................................................................................................... 22
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten) .............................. 23
HDMI-audio congureren ............................................................................................... 24
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde
producten)
......................................................................................................................................... 24
Gegevensoverdracht gebruiken .......................................................................................................................... 24
Apparaten aansluiten op een USB Type-C-poort (alleen bepaalde producten) ............................... 24
5 Navigeren op het scherm .............................................................................................................................. 26
Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken .................................................................... 26
Tikken ................................................................................................................................................ 26
Zoomen door met twee vingers te knijpen ....................................................................................... 26
Schuiven met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) ......................................................... 27
Tikken met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................. 27
Tikken met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 27
Tikken met vier vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 28
Vegen met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad) ............................................................... 28
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad) ..................................................................................... 28
Schuiven met één vinger (aanraakscherm) ...................................................................................... 29
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken ............................................................................ 29
Een toetsenbord op het scherm gebruiken (alleen bepaalde producten) .......................................................... 29
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................. 30
Slaapstand en hibernationstand gebruiken ........................................................................................................ 30
Slaapstand activeren en beëindigen ................................................................................................. 30
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) ........................................ 31
Computer afsluiten (uitschakelen) ...................................................................................................................... 31
Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken .......................................................................................... 32
Accuvoeding gebruiken ........................................................................................................................................ 32
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................. 32
Acculading weergeven ...................................................................................................................... 33
Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde producten) .................. 33
Accuvoeding besparen ...................................................................................................................... 33
Lage acculading herkennen .............................................................................................................. 33
Problemen met een laag accuniveau verhelpen ............................................................................... 34
Lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is ...... 34
Lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is ................. 34
viii
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet kan
beëindigen ....................................................................................................................... 34
In de fabriek verzegelde accu ............................................................................................................ 34
Externe voeding gebruiken .................................................................................................................................. 34
7 De computer onderhouden ........................................................................................................................... 36
Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 36
Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 36
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 36
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................................. 36
De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 37
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren .............................................................................. 37
Bijwerken met Windows 10 ............................................................................................................... 37
Bijwerken met Windows 10 S ............................................................................................................ 37
Uw computer reinigen ......................................................................................................................................... 38
HP Easy Clean gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................... 38
Vuil en puin verwijderen uit computers zonder HP Easy Clean ........................................................ 38
Fineerhout onderhouden (alleen bepaalde producten) ................................................................... 39
Reizen met of verzenden van de computer ......................................................................................................... 39
8 De computer en gegevens beveiligen ............................................................................................................. 41
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................................... 41
Windows-wachtwoorden instellen ................................................................................................... 41
Wachtwoorden instellen in Setup Utility (BIOS) ................................................................................ 42
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten) ..................................................................................... 43
Internetbeveiligingssoftware gebruiken ............................................................................................................. 44
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................ 44
Firewallsoftware gebruiken .............................................................................................................. 44
Software-updates installeren ............................................................................................................................. 44
HP Device as a Service gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................................... 45
Draadloos netwerk beveiligen ............................................................................................................................. 45
Back-up maken van applicaties en gegevens ..................................................................................................... 45
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................... 45
9 Setup Utility (BIOS) gebruiken ...................................................................................................................... 46
Setup Utility (BIOS) starten ................................................................................................................................. 46
Setup Utility (BIOS) bijwerken ............................................................................................................................. 46
BIOS-versie vaststellen ..................................................................................................................... 46
BIOS-update downloaden ................................................................................................................. 47
ix
10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken ........................................................................................................ 49
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen bepaalde producten) ............................................. 49
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden ...................................................................... 49
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden ............. 50
HP Hardware Diagnostics (Windows) op productnaam of -nummer downloaden
(alleen bepaalde producten) ........................................................................................... 50
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) installeren ........................................................................ 50
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken ................................................................................................... 50
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) starten ..................................................................................... 51
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden ................................. 51
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden .................... 52
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam
of het productnummer (alleen bepaalde producten) ..................................................... 52
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken (alleen bepaalde producten) ........... 52
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden ................................................................ 52
De nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden ....... 52
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer ............................................................................ 53
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aanpassen ...................................... 53
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten ................................................................................. 54
Het maken van back-ups van gegevens en terugzetmedia ................................................................................ 54
Windows-hulpprogramma's gebruiken ............................................................................................ 54
Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken
(alleen bepaalde producten) ............................................................................................................. 55
Herstellen en terugzetten ................................................................................................................................... 55
Herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen met Windows-hulpprogramma's ............................. 55
Herstellen met HP terugzetmedia .................................................................................................... 55
Opstartvolgorde van de computer wijzigen ..................................................................................... 55
HP Sure Recover gebruiken (alleen bepaalde producten) ................................................................ 56
12 Specicaties .............................................................................................................................................. 57
Ingangsvermogen ................................................................................................................................................ 57
Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................ 58
13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 59
14 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 60
HP en toegankelijkheid ........................................................................................................................................ 60
De technologische hulpmiddelen vinden die u nodig hebt ............................................................... 60
De toezegging van HP ....................................................................................................................... 60
x
International Association of Accessibility Professionals (IAAP) ....................................................... 61
De beste ondersteunende technologie vinden ................................................................................. 61
Uw behoeften evalueren ................................................................................................. 61
Toegankelijkheid voor HP producten .............................................................................. 61
Normen en wetgeving ......................................................................................................................................... 62
Normen .............................................................................................................................................. 62
Mandaat 376 – EN 301 549 ............................................................................................ 62
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) ................................................................ 62
Wet- en regelgeving .......................................................................................................................... 63
Nuttige bronnen en koppelingen aangaande toegankelijkheid ......................................................................... 63
Organisaties ...................................................................................................................................... 63
Onderwijsinstellingen ....................................................................................................................... 63
Andere bronnen voor gehandicapten ............................................................................................... 63
Koppelingen van HP .......................................................................................................................... 64
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 64
Index ............................................................................................................................................................. 65
xi
xii
1 Aan de slag
Deze computer is een krachtig hulpmiddel waarmee u uw werkprestaties en entertainmentervaring kunt
verbeteren. Dit hoofdstuk bevat informatie over wat u na de conguratie van uw computer moet doen en
waar u meer HP bronnen kunt vinden. U leest hier ook wat u allemaal voor leuke dingen met uw computer
kunt doen.
Aanbevolen procedures
Nadat u de computer hebt gecongureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te
voeren om optimaal te proteren van uw slimme investering:
Maak een back-up van uw harde schijf schijf door herstelmedia te maken. Zie Back-ups maken,
herstellen en bestanden terugzetten op pagina 54.
Als u dat nog niet heeft gedaan, verbindt u de computer met een bekabeld of draadloos netwerk.
Raadpleeg Verbinding maken met een netwerk op pagina 17 voor meer informatie.
Leer de hardware en software van de computer kennen. Raadpleeg Vertrouwd raken met de computer
op pagina 3 en Entertainmentvoorzieningen op pagina 21 voor meer informatie.
Koop antivirussoftware of voer een update uit. Zie Antivirussoftware gebruiken op pagina 44.
Aanbevolen procedures 1
Meer HP bronnen
Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Tabel 1-1 Aanvullende informatie
Bron Inhoud
Installatie-instructies Overzicht van computerinstallatie en -functies
HP ondersteuning
Ga voor HP ondersteuning naar http://www.hp.com/
support en volg de instructies om uw product te vinden.
Online chatten met een technicus van HP
Telefoonnummers voor ondersteuning
Video van vervangende onderdelen (alleen voor bepaalde
producten)
Onderhouds- en servicehandleidingen
Locaties HP Servicecentrum
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens Intel WiDi.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/ergo.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn
met internet.
Aanwijzingen voor een optimale werkplek
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer comfort
en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens Intel WiDi.
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's (indien nodig)
Garantie*
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de
taakbalk en selecteer vervolgens Intel WiDi.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn
met internet.
Specieke garantiegegevens voor deze computer
*U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In
sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de
garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen. Voor
producten gekocht in Azië en het Pacisch gebied kunt u HP aanschrijven op het volgende adres: POD, PO Box 161, Kitchener Road Post
Oice, Singapore 912006. Vermeld de productnaam en uw naam, telefoonnummer en postadres.
2 Hoofdstuk 1 Aan de slag
2 Vertrouwd raken met de computer
Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over
de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken.
Hardware zoeken
Ga als volgt te werk om te zien welke hardware in uw computer is geïnstalleerd:
Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer.
U ziet een lijst met alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd.
Druk voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-
BIOS op fn+esc (alleen bepaalde producten).
Software zoeken
De software varieert per product. Ga als volgt te werk om te zien welke software op uw computer is
geïnstalleerd:
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Apps en onderdelen.
Hardware zoeken 3
Rechterkant
Tabel 2-1 Onderdelen aan de rechterkant en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Geheugenkaartlezer Hiermee kunnen optionele geheugenkaarten worden gelezen
waarop u gegevens kunt opslaan, bekijken, beheren en delen.
Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:
1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren
naar de computer gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart
aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:
Druk de kaart iets naar binnen en verwijder deze
vervolgens uit de geheugenkaartlezer.
(2) USB SuperSpeed-poorten (2) Hiermee sluit u USB-apparaten, zoals een mobiele telefoon,
camera, activiteitstracker of smartwatch, aan. Deze poort biedt
ook snelle gegevensoverdracht.
(3) Lampje van netvoedingsadapter/accu Wit: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu is
volledig opgeladen.
Knipperend wit (alleen bepaalde producten): de
netvoedingsadapter is niet aangesloten en de accu heeft
een lage acculading bereikt.
Oranje: de netvoedingsadapter is aangesloten en de accu
wordt opgeladen.
Uit: de accu wordt niet opgeladen.
(4) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
4 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Linkerkant
Tabel 2-2 Onderdelen aan de linkerkant en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) USB SuperSpeed-poort met HP Sleep and
Charge
Hierop sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook
snelle gegevensoverdracht. Zelfs wanneer de computer is
uitgeschakeld, laadt deze poort de meeste apparaten op, zoals
een mobiele telefoon, camera, activiteitentracker of
smartwatch.
(2) HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video-
of audioapparaat, zoals een high-denition televisie, andere
compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een snel
HDMI apparaat (High-Denition Multimedia Interface).
(3) Comboaansluiting voor audio-uit
(hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel
van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de
microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang
ondersteunt geen optionele zelfstandige microfoons.
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het
risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk
en selecteer vervolgens HP documentatie.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
(4) USB Type-C SuperSpeed-poort met HP opladen
in slaapstand
Hiermee sluit u een USB-apparaat dat een Type-C-connector
heeft aan. Deze poort biedt ook snelle gegevensoverdracht en
zelfs wanneer de computer is ingeschakeld, laadt deze poort de
meeste apparaten, zoals een mobiele telefoon, camera,
activiteitentracker of smartwatch, op.
– en –
Hiermee sluit u een weergaveapparaat met een USB Type-C-
connector aan, zodat u DisplayPort-uitvoer krijgt.
OPMERKING: Mogelijk zijn er adapters en/of kabels vereist
(afzonderlijk aan te schaen).
(5) Schijfeenheidlampje Wit knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van
de harde schijf.
Oranje: de harde schijf is tijdelijk geparkeerd door HP 3D
DriveGuard.
Linkerkant 5
Tabel 2-2 Onderdelen aan de linkerkant en hun beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
OPMERKING: Raadpleeg HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen
bepaalde producten) op pagina 36 voor informatie over HP 3D
DriveGuard.
Beeldscherm
De modus voor weinig blauw licht (alleen bij bepaalde producten)
Het beeldscherm van de computer wordt vanuit de fabriek in de modus voor weinig blauw licht geleverd voor
een beter comfort en betere veiligheid van de ogen. In deze modus wordt ook automatisch de hoeveelheid
blauw licht aangepast wanneer u de computer 's nachts gebruikt of leest.
WAARSCHUWING! Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico op ernstig letsel te
beperken. In die handleiding worden de juiste inrichting van de werkplek en goede gewoonten met betrekking
tot houding, gezondheid en manier van werken voor computergebruikers beschreven. Bovendien bevat de
Handleiding voor veiligheid en comfort belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot elektriciteit en de
mechanische werking van de apparatuur. De Handleiding voor veiligheid en comfort is beschikbaar op internet
op http://www.hp.com/ergo.
Tabel 2-3 Onderdelen van het beeldscherm en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Interne microfoons Hiermee neemt u geluid op.
(2) Camera Hiermee kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande foto's
nemen. Zie De camera gebruiken op pagina 21 voor het gebruik van
de camera. Met sommige camera's kunt u zich op bepaalde producten
bij Windows ook aanmelden met gezichtsherkenning in plaats van
een wachtwoord. Zie Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde
producten) op pagina 43 voor meer informatie.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-3 Onderdelen van het beeldscherm en hun beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
OPMERKING: Als u de camera wilt in- of uitschakelen, drukt u op de
privacytoets van de camera. Als de camera is ingeschakeld, brandt
het lampje van de camera en is het lampje van de privacytoets van de
camera uit. Als de camera is ingeschakeld, is het lampje van de
camera uit en brandt het privacylampje van de camera.
OPMERKING: De functies van de camera zijn afhankelijk van de
hardware van de camera en de software die op uw product is
geïnstalleerd.
(3) Cameralampje Aan: de camera is in gebruik.
(4) WLAN-antennes* Met deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN).
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving
van de antennes vrij.
Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw land of regio in Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
Beeldscherm 7
Toetsenbordzone
OPMERKING: Toetsenborden kunnen per taal verschillen.
Touchpad
Instellingen voor het touchpad
Ga als volgt te werk om de instellingen en bewegingen voor het touchpad te wijzigen of het touchpad in of uit
te schakelen:
1. Typ instellingen touchpad in het zoekvak van de taakbalk en druk vervolgens op enter.
2. Kies een instelling.
Het touchpad inschakelen:
1. Typ instellingen touchpad in het zoekvak van de taakbalk en druk vervolgens op enter.
2. Klik met een externe muis op de knop van het touchpad.
– of –
Druk herhaaldelijk op de Tab-toets tot de aanwijzer op de knop van het touchpad staat. Druk vervolgens
op de spatiebalk om de knop te selecteren.
Tabel
2-4 Onderdelen van het touchpad en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Touchpadzone Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de aanwijzer
te verplaatsen of items op het scherm te activeren.
OPMERKING: Zie Bewegingen voor het touchpad en het
aanraakscherm gebruiken op pagina 26 voor meer informatie.
8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-4 Onderdelen van het touchpad en hun beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
(2) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een
externe muis.
(3) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een
externe muis.
Lampjes
Tabel 2-5 Lampjes en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu
alles in hoofdletters.
(2) Lampje Geluid uit Aan: het geluid van de computer is uitgeschakeld.
Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.
(3) Lampje Microfoon uit Aan: de microfoon is uitgeschakeld.
Uit: de microfoon is ingeschakeld.
(4) Privacylampje camera Aan: de camera is uit.
Uit: de camera is aan.
(5) Aan-uitlampje Aan: de computer is ingeschakeld.
Knipperend: (alleen bepaalde producten): de computer
staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het
beeldscherm en andere onnodige onderdelen worden
uitgeschakeld.
Uit: afhankelijk van uw computermodel is de computer
uitgeschakeld of staat deze in de hibernationstand of
Toetsenbordzone 9
Tabel 2-5 Lampjes en hun beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
slaapstand. De hibernationstand is een energiebesparende
stand waarin zo weinig mogelijk energie wordt verbruikt.
Knop, luidsprekers en vingerafdruklezer
OPMERKING: Toetsenborden kunnen per taal verschillen.
Tabel 2-6 Knop, luidsprekers en vingerafdruklezer en de bijbehorende beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) Luidsprekers (2) Deze produceren geluid.
(2) Aan-uitknop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan-
uitknop om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan-
uitknop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen (alleen
bepaalde producten).
Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort
op de aan-uitknop om de hibernationstand te beëindigen.
BELANGRIJK: De aan-uitknop ingedrukt houden, resulteert in
het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-6 Knop, luidsprekers en vingerafdruklezer en de bijbehorende beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures
geen resultaat hebben, houdt u de aan-uitknop minstens tien
seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Raadpleeg de opties in energiebeheer voor meer informatie over
uw energie-instellingen:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energie
en selecteer vervolgens Energiebeheer.
(3) Vingerafdruklezer Hiermee kunt u zich bij Windows aanmelden met een
vingerafdruk in plaats van een wachtwoord.
Leg uw vinger op de vingerafdruklezer. Zie Windows Hello
gebruiken (alleen bepaalde producten) op pagina 43 voor
meer informatie.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u problemen
ondervindt met aanmelden met vingerafdruk, zorgt u er
tijdens het vastleggen van uw vingerafdruk voor dat alle
zijden van uw vinger door de vingerafdruklezer worden
geregistreerd.
Toetsenbordzone 11
Speciale toetsen
Tabel 2-7 Speciale toetsen en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
(1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om
systeeminformatie weer te geven.
(2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een andere toets om
bepaalde systeemfuncties uit te voeren.
(3) Windows-toets Opent het Startmenu.
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt,
wordt het Startmenu afgesloten.
(4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit zoals
gedenieerd door de pictogramsymbolen op de functietoetsen
f1 tot en met f12. De actietoetsen variëren per computer. Zie
Actietoetsen op pagina 13.
(5) Vingerafdruklezer Hiermee kunt u zich bij Windows aanmelden met een
vingerafdruk in plaats van een wachtwoord.
Leg uw vinger op de vingerafdruklezer. Zie Windows Hello
gebruiken (alleen bepaalde producten) op pagina 43 voor
meer informatie.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u problemen
ondervindt met aanmelden met vingerafdruk, zorgt u er
tijdens het vastleggen van uw vingerafdruk voor dat alle
zijden van uw vinger door de vingerafdruklezer worden
geregistreerd.
(6) Privacytoets camera Hiermee schakelt u de camera uit en in.
OPMERKING: Zie De camera gebruiken op pagina 21 voor
meer informatie.
(7) Aan-uitknop Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan-
uitknop om de computer in te schakelen.
Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan-
uitknop om de slaapstand te activeren.
Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de
aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen (alleen
bepaalde producten).
12 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-7 Speciale toetsen en hun beschrijvingen (vervolg)
Onderdeel Beschrijving
Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort
op de aan-uitknop om de hibernationstand te beëindigen.
BELANGRIJK: De aan-uitknop ingedrukt houden, resulteert in
het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures
geen resultaat hebben, houdt u de aan-uitknop minstens tien
seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Raadpleeg de opties in energiebeheer voor meer informatie over
uw energie-instellingen:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energie
en selecteer vervolgens Energiebeheer.
(8) num lock-toets Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke
functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
(9) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Een afzonderlijk toetsenblok rechts van het alfabettoetsenbord.
Wanneer u op num lock gedrukt, kan het toetsenblok als extern
numeriek toetsenblok worden gebruikt.
OPMERKING: Als de toetsenblokfunctie actief is op het
moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt die functie
opnieuw actief wanneer de computer opnieuw wordt
ingeschakeld.
Actietoetsen
De actietoetsen voeren veelgebruikte systeemfuncties uit zoals gedenieerd door de pictogramsymbolen op
de functietoetsen f1 tot en met f12. De actietoetsen variëren per computer.
Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt.
Tabel
2-8 Actietoetsen en hun beschrijvingen
Symbool Beschrijving
Hiermee opent u de webpagina "Hoe om hulp te vragen in Windows 10".
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.
Hiermee wordt de achtergrondverlichting van het toetsenbord in- of uitgeschakeld. Bij bepaalde producten
kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het toetsenbord aanpassen. Druk herhaaldelijk op de
toets om de helderheid aan te passen van hoog (wanneer u de computer voor het eerst opstart) naar laag
naar uit. Nadat u de instellingen voor de achtergrondverlichting van het toetsenbord hebt aangepast, wordt,
elke keer dat u de computer inschakelt, de achtergrondverlichting teruggezet naar de vorige instelling. De
achtergrondverlichting van het toetsenbord wordt na 30 seconden van inactiviteit uitgeschakeld. Druk op een
willekeurige toets of tik op het touchpad om de achtergrondverlichting van het toetsenbord weer in te
schakelen (alleen bepaalde producten). Als u accustroom wilt besparen, schakelt u deze voorziening uit.
Toetsenbordzone 13
Tabel 2-8 Actietoetsen en hun beschrijvingen (vervolg)
Symbool Beschrijving
Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd.
Hiermee dempt u het geluid van de microfoon.
Hiermee speelt u het vorige nummer van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of blurayschijf (bd)
af.
Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of bd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten.
Hiermee speelt u het volgende nummer van een audio-cd of het volgende gedeelte van een dvd of bd af.
Hiermee opent u de HP Command Center-app. Met deze app kunt u de voorkeuren voor temperatuur en
koeling op uw computer aanpassen.
Onderkant
Tabel
2-9 Onderdelen aan de onderkant en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
14 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
Tabel 2-9 Onderdelen aan de onderkant en hun beschrijvingen
Onderdeel Beschrijving
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne
onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat
de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer
gebruikt.
Labels
De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u
problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt.
Labels kunnen van papier zijn of gedrukt zijn op het product.
BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de onderkant van
de computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep, op de achterkant van het scherm of aan de
onderkant van een tabletstandaard.
Servicelabel—Dit label bevat belangrijke informatie om vast te stellen welke computer u hebt. Wanneer
u contact opneemt met de ondersteuning, moet u mogelijk het serie-, product- en modelnummer
opgeven. Zoek deze nummers voordat u contact opneemt met de ondersteuning.
Het servicelabel lijkt op een van de onderstaande voorbeelden. Raadpleeg de afbeelding die het meest
overeenkomt met het servicelabel van uw computer.
Tabel
2-10 Componenten op het servicelabel
Onderdeel
(1) Productnaam HP
(2) Modelnummer
(3) Product-ID
(4) Serienummer
(5) Garantieperiode
Labels 15
Tabel 2-11 Componenten op het servicelabel
Onderdeel
(1) Productnaam HP
(2) Product-ID
(3) Serienummer
(4) Garantieperiode
Label(s) met kennisgevingen—Deze labels bevatten kennisgevingen betreende de computer.
Label(s) met keurmerk voor draadloze communicatie—Deze labels bevatten informatie over optionele
apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van de landen/regio's waarin deze apparaten
zijn goedgekeurd voor gebruik.
16 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer
3 Verbinding maken met een netwerk
U kunt de computer overal mee naar toe nemen. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of
draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaen tot miljoenen websites. In dit
hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt.
Verbinding maken met een draadloos netwerk
Uw computer kan zijn voorzien van een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie:
WLAN-apparaat: via dit apparaat maakt u verbinding met draadloze lokale netwerken (ook wel Wi-Fi-
netwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd) in bedrijfsruimten, bij u thuis en in openbare ruimten, zoals
vliegvelden, restaurants, cafés, hotels en universiteiten. In een draadloos netwerk communiceert de
computer met een draadloze router of een draadloos toegangspunt.
HP module voor mobiel breedband: biedt u een draadloze verbinding via een WWAN (wireless wide-area
network), een veel groter gebied. Aanbieders van mobiele netwerkdiensten zetten basisstations op
(vergelijkbaar met zendmasten voor mobiele telefonie) die dekking bieden in hele regios, provincies of
zelfs landen.
Bluetooth®-apparaat: een apparaat waarmee u een PAN (personal area network) tot stand kunt
brengen, zodat u verbinding kunt maken met andere apparaten die draadloze communicatie via
Bluetooth ondersteunen, zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera's. In
een PAN communiceert elk apparaat rechtstreeks met andere apparaten en moeten de apparaten zich
relatief dicht bij elkaar bevinden, normaal gesproken binnen een straal van 10 meter van elkaar.
Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken
Met een of meer van deze functies kunt u de apparaten voor draadloze communicatie in uw computer regelen:
Toets voor de vliegtuigmodus (ook wel knop voor draadloze communicatie of toets voor draadloze
communicatie genoemd)
Voorzieningen van het besturingssysteem
Toets voor de vliegtuigmodus
De computer bevat mogelijk een toets voor de vliegtuigmodus, een of meer apparaten voor draadloze
communicatie en een of twee lampjes voor draadloze communicatie. Alle apparaten voor draadloze
communicatie op de computer worden in de fabriek ingeschakeld.
Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor draadloze
communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep.
Voorzieningen van het besturingssysteem
Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een
netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.
U gebruikt de voorzieningen van het besturingssysteem als volgt:
Klik met de rechtermuisknop op het netwerkstatuspictogram op de taakbalk en selecteer Netwerk- en
internetinstellingen openen.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 17
– of –
Selecteer op de taakbalk het netwerkstatuspictogram en selecteer vervolgens Netwerk- en
internetinstellingen.
Verbinding maken met een WLAN
OPMERKING: Om thuis internet te gebruiken, opent u een account bij een internetprovider. Neem contact op
met een lokale internetprovider voor het aanschaen van een internetservice en een modem. De
internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de
draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk:
1. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer het netwerkstatuspictogram op de taakbalk en maak verbinding met een van de beschikbare
netwerken.
Als het draadloze netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingscode in te
voeren. Voer de code in en selecteer Volgende om de verbinding tot stand te brengen.
OPMERKING: Als er geen WLAN's worden weergegeven, bevindt u zich mogelijk buiten het bereik van
een draadloze router of toegangspunt.
OPMERKING: Ga als volgt te werk als het WLAN waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt
weergegeven:
1. Klik met de rechtermuisknop op het netwerkstatuspictogram op de taakbalk en selecteer
Netwerk- en internetinstellingen openen.
– of –
Selecteer op de taakbalk het netwerkstatuspictogram en selecteer vervolgens Netwerk- en
internetinstellingen.
2. Selecteer onder het gedeelte Uw netwerkinstellingen wijzigen Netwerkcentrum.
3. Selecteer Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen.
Er wordt een lijst met opties weergegeven om handmatig te zoeken naar een netwerk en hier
verbinding mee te maken, of om een nieuwe netwerkverbinding te maken.
3. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat u verbinding hebt gemaakt, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus
helemaal rechts op de taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING: Het eectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang de
WLAN-implementatie, het merk van de router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste
obstakels zoals wanden en vloeren.
HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten)
Uw computer met HP mobiel breedband computer heeft ingebouwde ondersteuning voor mobiele
breedbanddiensten. In combinatie met een mobiel netwerk biedt uw nieuwe computer u volledige vrijheid: u
kunt verbinding maken met internet en e-mail en u kunt uw bedrijfsnetwerk bereiken zonder dat u daarvoor
een Wi-Fi-hotspot nodig hebt.
18 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
Mogelijk hebt u het IMEI- en/of MEID-nummer van de HP module voor mobiel breedband nodig om deze
dienst te activeren. Het nummer staat mogelijk op een label aan de onderkant van de computer, in de
accuruimte, onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het beeldscherm.
– of –
1. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk.
2. Selecteer Netwerk- en internetinstellingen.
3. Selecteer in het gedeelte Netwerk en internet de optie Mobiel en selecteer vervolgens Geavanceerde
opties.
Sommige aanbieders van mobiele netwerkdiensten vereisen het gebruik van een simkaart (subscriber
identity module). Een simkaart bevat basisgegevens over u, zoals een persoonlijk identicatienummer (PIN),
en over het netwerk. Sommige tablets hebben een vooraf geïnstalleerde simkaart. Als de simkaart niet vooraf
is geïnstalleerd, wordt deze geleverd bij de documenten voor HP mobiel breedband of wordt deze apart
geleverd door de aanbieder van de mobiele netwerkdiensten.
Informatie over HP mobiel breedband en over de manier waarop u de diensten van een aanbieder van mobiele
netwerkdiensten activeert, vindt u in het pakket met informatie over HP mobiel breedband dat bij de
computer is geleverd.
Gps gebruiken (alleen bepaalde producten)
De computer kan zijn voorzien van een gps-apparaat (Global Positioning System). Gps-satellieten geven
locatie-, snelheids- en richtinggegevens door aan systemen die met gps zijn uitgerust.
Als u gps wilt inschakelen, moet de locatie ingeschakeld zijn bij de instelling Locatie.
Typ locatie in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Privacyinstellingen voor locatie en selecteer
vervolgens een instelling.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke
kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten vroeger werden aangesloten. Voorbeelden van
dergelijke apparaten zijn:
Computers (desktopcomputer, notebookcomputer)
Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone)
Weergaveapparaten (printer, camera)
Audioapparaten (headset, luidsprekers)
Muis
Extern toetsenbord
Bluetooth-apparaten aansluiten
Voordat u een Bluetooth-apparaat kunt gebruiken, moet u een Bluetooth-verbinding tot stand brengen.
1. Typ bluetooth in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Bluetooth-instellingen en
instellingen van overige apparaten.
2. Schakel Bluetooth in als dat nog niet is gebeurd.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 19
3. Selecteer Bluetooth- of ander apparaat toevoegen en selecteer Bluetooth in het dialoogvenster Een
apparaat toevoegen.
4. Selecteer uw apparaat in de lijst en volg de aanwijzingen op het scherm.
OPMERKING: Als het apparaat vericatie vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven. Volg bij het
apparaat dat u toevoegt de instructies op het scherm om te controleren of de code op uw apparaat
overeenkomt met de koppelingscode. Raadpleeg de met het apparaat meegeleverde documentatie voor meer
informatie.
OPMERKING: Als uw apparaat niet wordt weergegeven in de lijst, controleert u of Bluetooth is ingeschakeld
op het apparaat. Sommige apparaten hebben mogelijk aanvullende vereisten. Raadpleeg de bij het apparaat
meegeleverde documentatie.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk (LAN) (alleen
bepaalde producten)
Gebruik een LAN-verbinding als u de computer direct wilt aansluiten op een router in uw huis (in plaats van
draadloos werken) of als u de computer wilt aansluiten op een bestaand netwerk in uw kantoor.
Om verbinding te maken met een LAN hebt u een RJ-45-netwerkkabel en een netwerkconnector of een
optioneel dockingapparaat of uitbreidingspoort nodig, als de computer niet beschikt over een RJ-45-
connector.
U sluit de netwerkkabel als volgt aan:
1. Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een
router.
OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de
ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het
uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
20 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk
4 Entertainmentvoorzieningen
Gebruik uw HP computer als entertainmenthub om via de camera uw sociale contacten te onderhouden,
geniet van en beheer uw muziek en download en bekijk lms. Of sluit externe apparaten zoals een monitor,
projector, tv, luidsprekers of een hoofdtelefoon aan om van de computer een nog krachtiger
entertainmentcentrum te maken.
De camera gebruiken
Uw computer heeft een of meerdere camera's waarmee u verbinding kunt maken met anderen om te spelen
of te werken. Camera's kunnen naar voren of achteren zijn gericht of kunnen omhoog komen. Om te bepalen
welke camera's uw product heeft, raadpleegt u Vertrouwd raken met de computer op pagina 3.
Met de meeste camera's kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande foto's nemen. Andere camera's
bieden ook mogelijkheden voor HD (high-denition), games of gezichtsherkenningssoftware, zoals Windows
Hello. Zie De computer en gegevens beveiligen op pagina 41 voor meer informatie over het gebruik van
Windows Hello.
Op bepaalde producten kunt u de privacy van uw camera verhogen door de camera uit te schakelen. De
camera is standaard ingeschakeld. Als u de camera wilt uitschakelen, drukt u op de privacytoets van de
camera. De privacylampjes van de camera gaan branden. Als u de camera weer wilt inschakelen, drukt u
nogmaals op de toets.
OPMERKING: Als de camera is ingeschakeld, brandt het lampje van de camera en is het lampje van de
privacytoets van de camera uit. Als de camera is ingeschakeld, is het lampje van de camera uit en brandt het
privacylampje van de camera.
Als u de camera wilt gebruiken, typt u camera in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u vervolgens
Camera in de lijst met applicaties.
Audio gebruiken
U kunt muziek downloaden en beluisteren, audio-inhoud (inclusief radio) van internet streamen, audio
opnemen, of audio en video mixen om multimedia te creëren. U kunt ook muziek-cd's afspelen op de
computer (op bepaalde producten) of een externe optischeschijfeenheid aansluiten om cd's af te spelen. Om
uw luisterervaring te verbeteren, sluit u externe audioapparaten aan, zoals luidsprekers of een
hoofdtelefoon.
Luidsprekers aansluiten
U kunt bekabelde luidsprekers op de computer aansluiten door deze aan te sluiten op een USB-poort of de
combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) van de computer of op een
dockingstation.
Volg de apparaatinstructies van de fabrikant om draadloze luidsprekers aan te sluiten op de computer. Zie
HDMI-audio congureren op pagina 24 voor informatie over het aansluiten van high-denition luidsprekers
op de computer. Zet het geluid zachter voordat u de luidsprekers aansluit.
De camera gebruiken 21
Een hoofdtelefoon aansluiten
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo
beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
voor meer informatie over veiligheid.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
U kunt hoofdtelefoons met kabels aansluiten op de combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in
(microfoon) van de computer.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een draadloze hoofdtelefoon aan te sluiten op de
computer.
Een headset aansluiten
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo
beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
voor meer informatie over veiligheid.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit document:
Typ HP documentatie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP documentatie.
Hoofdtelefoons die zijn gecombineerd met een microfoon worden headsets genoemd. U kunt een headset
met kabel aansluiten op de combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-in (microfoon) van de
computer.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om een draadloze headset aan te sluiten op de
computer.
Geluidsinstellingen gebruiken
Gebruik geluidsinstellingen om het systeemvolume aan te passen, systeemgeluiden te wijzigen of
audioapparaten te beheren.
Ga als volgt te werk om de geluidsinstellingen te bekijken of te wijzigen:
Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Conguratiescherm, selecteer
Hardware en geluiden en selecteer vervolgens Geluid.
Uw computer beschikt mogelijk over een geavanceerd geluidssysteem van Bang & Olufsen, B&O of een
andere leverancier. De computer kan daarom geavanceerde audiovoorzieningen hebben die kunnen worden
geregeld via een conguratiescherm voor audio dat speciek voor uw geluidssysteem is.
Gebruik het conguratiescherm voor audio om audio-instellingen te bekijken en beheren.
Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Conguratiescherm, selecteer
Hardware en geluiden en selecteer vervolgens het conguratiescherm voor uw audiosysteem.
Video gebruiken
Uw computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt
bekijken en video's en lms kunt downloaden om deze op uw computer te bekijken als u geen verbinding hebt
met een netwerk.
22 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen
Om uw kijkgenot te verbeteren, gebruikt u een van de videopoorten op de computer om een externe monitor,
projector of tv aan te sluiten.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van
de computer. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat.
Ga voor informatie over de functies van uw USB Type-C naar http://www.hp.com/support en volg de
instructies om uw product te vinden.
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten)
OPMERKING: Als u een HDMI-apparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u
apart moet aanschaen.
Als u het beeld van het computerscherm op een HD-televisie of -monitor wilt weergeven, volgt u de
onderstaande instructies om het HD-apparaat aan te sluiten:
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer.
OPMERKING: De vorm van de HDMI-poort kan per product verschillen.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HD-televisie of -monitor.
3. Druk op De Windows-toets+P herkennen om door vier weergavestanden te bladeren:
Alleen computerscherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de
computer.
Dupliceren: hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het
externe apparaat.
Uitspreiden: hiermee wordt het beeld uitgespreid weergegeven op zowel de computer als het
externe apparaat.
Alleen tweede scherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat.
Elke keer dat u op +P herkennen drukt, wijzigt de displaystatus.
Video gebruiken 23
OPMERKING: Als u de optie Uitbreiden kiest, kunt u voor het beste resultaat de schermresolutie van
het externe apparaat als volgt verhogen. Selecteer de knop Start, vervolgens het pictogram
Instellingen en daarna Systeem. Selecteer onder Beeldscherm de juiste resolutie en selecteer
vervolgens Wijzigingen behouden.
HDMI-audio congureren
HDMI is de enige video-interface die HD-video en -audio ondersteunt. Ga als volgt te werk om HDMI-audio in
te schakelen nadat u een HDMI-tv op de computer hebt aangesloten:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van
de taakbalk en selecteer daarna Afspeelapparaten.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen de naam van het digitale uitvoerapparaat.
3. Selecteer Als standaard instellen en selecteer OK.
Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer weer te geven:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van
de taakbalk en selecteer daarna Afspeelapparaten.
2. Selecteer Luidsprekers in het tabblad Afspelen.
3. Selecteer Als standaard instellen en selecteer OK.
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen
bepaalde producten)
Voer de onderstaande stappen uit om draadloze schermen die compatibel zijn met Miracast® te detecteren en
aan te sluiten zonder dat uw huidige apps worden gesloten.
Miracast openen:
Typ projecteren in het zoekvak van de taakbalk en klik op Projecteren op een tweede scherm.
Selecteer
Verbinding maken met een draadloos beeldscherm en volg de instructies op het scherm.
Gegevensoverdracht gebruiken
Uw computer is een krachtig entertainmentapparaat waarop u foto's, video's en lms kunt bekijken die via uw
USB-apparaat zijn overgezet.
Gebruik om uw kijkgenot te verbeteren een van de USB-Type-C-poorten op de computer voor het aansluiten
van een USB-apparaat, zoals een mobiele telefoon, een camera, een activiteitentracker of een smartwatch,
en zet uw bestanden over op de computer.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van
de computer. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat.
Ga voor informatie over de functies van uw USB Type-C naar http://www.hp.com/support en volg de
instructies om uw product te vinden.
Apparaten aansluiten op een USB Type-C-poort (alleen bepaalde producten)
OPMERKING: Als u een USB Type-C-apparaat op uw computer wilt aansluiten, hebt u een USB Type-C-kabel
nodig die u apart moet aanschaen.
24 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen
1. Sluit het ene uiteinde van de USB Type-C-kabel aan op de USB Type-C-poort van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het externe apparaat.
Gegevensoverdracht gebruiken 25
5 Navigeren op het scherm
U kunt afhankelijk van uw computermodel een of meerdere van de volgende methoden gebruiken om door
het computerscherm navigeren:
Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken.
Aanraakbewegingen op het touchpad gebruiken.
Een optionele muis of een optioneel toetsenbord gebruiken (moet apart worden aangeschaft).
Een schermtoetsenbord gebruiken.
EasyPoint-muisbesturing gebruiken.
Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken
Met het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het computerscherm navigeren en de
aanwijzer besturen. Ook kunt u ook de linker- en rechterknoppen van het touchpad gebruiken zoals u de
corresponderende knoppen van een externe muis zou gebruiken. Om op een aanraakscherm te navigeren
(alleen bepaalde producten), raakt u het scherm aan met behulp van de bewegingen die in dit hoofdstuk
worden beschreven.
Als u bewegingen wilt aanpassen en video's wilt zien over hun werking, typt u configuratiescherm in
het zoekvak van de taakbalk, selecteert u
Conguratiescherm en vervolgens selecteert u Hardware en
geluiden. Klik onder Apparaten en printers op Muis.
Sommige producten bevatten een precisie-touchpad dat verbeterde functionaliteit voor bewegingen biedt.
Als u wilt weten of u een precisie-touchpad hebt en aanvullende informatie zoekt, selecteert u Start,
Instellingen, Apparaten en vervolgens Touchpad.
OPMERKING: Tenzij anders vermeld, kunnen bewegingen worden gebruikt op zowel een touchpad als een
aanraakscherm.
Tikken
Wijs een item op het scherm aan en tik met uw vinger in de touchpadzone of op het aanraakscherm om het
item te selecteren. Dubbeltik op een item om het te openen.
Zoomen door met twee vingers te knijpen
Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen.
26 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Zoom uit door twee vingers uit elkaar te plaatsen op de touchpadzone of het aanraakscherm en ze
vervolgens naar elkaar toe te bewegen.
Zoom in door twee vingers bij elkaar te plaatsen op de touchpadzone of het aanraakscherm en ze
vervolgens van elkaar af te bewegen.
Schuiven met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Plaats twee vingers iets uit elkaar op de touchpadzone en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts
om omhoog, omlaag of opzij te gaan op een pagina of in een afbeelding.
Tikken met twee vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Tik met twee vingers op de touchpadzone om het optiemenu voor het geselecteerde object te openen.
OPMERKING: Als u met twee vingers tikt, wordt dezelfde actie uitgevoerd als wanneer u met de
rechtermuisknop van een muis klikt.
Tikken met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Standaard opent u met de tikbeweging met drie vingers het zoekvak van de taakbalk. Tik met drie vingers op
de touchpadzone om de beweging uit te voeren.
Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken 27
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in Tikken onder Bewegingen met drie vingers.
Tikken met vier vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Door met vier vingers te tikken, wordt standaard het Actiecentrum geopend. Tik met vier vingers op de
touchpadzone om de beweging uit te voeren.
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in Tikken onder Bewegingen met vier vingers.
Vegen met drie vingers (touchpad en precisie-touchpad)
Standaard schakelt het vegen met drie vingers tussen geopende apps en het bureaublad.
Veeg drie vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
Veeg drie vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven.
Veeg drie vingers naar links of rechts om te schakelen tussen geopende vensters.
Om de functie van deze beweging op een precisie-touchpad te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen,
Apparaten en Touchpad. Selecteer een bewegingsinstelling in Swipes onder Bewegingen met drie vingers.
Vegen met vier vingers (precisie-touchpad)
Door met vier vingers te vegen kunt u standaard schakelen tussen open bureaubladen.
Veeg vier vingers van u af om alle geopende vensters te zien.
Veeg vier vingers naar u toe om het bureaublad weer te geven.
Veeg vier vingers naar links of rechts om te schakelen tussen bureaubladen.
28 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm
Om de functie van deze beweging te wijzigen, selecteert u Start, Instellingen, Apparaten en Touchpad.
Onder Bewegingen met vier vingers in het vak Swipes selecteert u een bewegingsinstelling.
Schuiven met één vinger (aanraakscherm)
Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen.
Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting waarin
u wilt bewegen.
Als u een object wilt verplaatsen, drukt u met uw vinger op een object en sleept u vervolgens om het
object te verplaatsen.
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken
Met een optioneel toetsenbord of een optionele muis kunt u typen, items selecteren, schuiven en dezelfde
functies uitvoeren als bij het gebruik van aanraakbewegingen. Met de actietoetsen en hotkeys op het
toetsenbord kunt u specieke functies uitvoeren.
Een toetsenbord op het scherm gebruiken (alleen bepaalde
producten)
1. Om een toetsenbord op het scherm weer te geven, tikt u op het toetsenbordpictogram in het
systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
2. Begin te typen.
OPMERKING: Boven aan het toetsenbord op het scherm kunnen suggesties voor woorden verschijnen.
Tik op een woord om het te selecteren.
OPMERKING: Actietoetsen en hotkeys worden niet weergegeven of werken niet op het toetsenbord op
het scherm.
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken 29
6 Energiebeheer
Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer
alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om
de acculading te bewaken en op peil te houden.
Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk beschreven voorzieningen voor energiebeheer beschikbaar op uw
computer.
Slaapstand en hibernationstand gebruiken
BELANGRIJK: Er bestaan verschillende bekende beveiligingsrisico's als een computer in de slaapstand staat.
Om te voorkomen dat een onbevoegde gebruiker toegang krijgt tot de gegevens op uw computer, zelfs
gecodeerde gegevens, raadt HP aan om in plaats van de slaapstand de hibernationstand te activeren wanneer
u niet fysiek bij de computer bent. Dit is vooral belangrijk als u met de computer reist.
BELANGRIJK: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een
externe mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van
audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
Windows kent twee energiebesparende standen: de slaapstand en de hibernationstand.
Slaapstand—De slaapstand wordt automatisch geactiveerd na een periode van inactiviteit. Uw werk
wordt opgeslagen, zodat u uw werk zeer snel kunt hervatten. U kunt de slaapstand ook handmatig
activeren. Zie Slaapstand activeren en beëindigen op pagina 30 voor meer informatie.
Hibernationstand—De hibernationstand wordt automatisch geactiveerd als de accu een kritiek niveau
bereikt of als de computer gedurende een langere periode in de slaapstand is geweest. In de
hibernationstand wordt uw werk opgeslagen in een hibernationstandbestand op de harde schijf en
wordt de computer uitgeschakeld. U kunt de hibernationstand ook handmatig activeren. Zie
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) op pagina 31 voor meer
informatie.
Slaapstand activeren en beëindigen
U kunt op elk van de volgende manieren de slaapstand activeren:
Selecteer de knop Start, selecteer het pictogram Aan/uit en daarna Slaapstand.
Sluit het scherm (alleen bepaalde producten).
Druk op de sneltoets voor de slaapstand (alleen bepaalde producten); bijvoorbeeld fn+f1 of fn+f12.
Druk kort op de aan-uitknop (alleen bepaalde producten).
U kunt op een van de volgende manieren de slaapstand beëindigen:
Druk kort op de aan-uitknop.
Als de computer gesloten is, tilt u het beeldscherm omhoog (alleen bepaalde producten).
Druk op een toets op het toetsenbord (alleen bepaalde producten).
Tik op het touchpad (alleen bepaalde producten).
Als de slaapstand van de computer wordt beëindigd, wordt uw werk weer weergegeven op het scherm.
30 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
OPMERKING: Als u een wachtwoord hebt ingesteld dat nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw
Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten)
U kunt gebruikers als volgt de hibernationstand handmatig laten activeren en energiebeheerinstellingen en
time-outs laten wijzigen via het onderdeel Energiebeheer.
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energie en selecteer vervolgens Energiebeheer.
2. Selecteer in het linkerdeelvenster Het gedrag van de aan-uitknoppen bepalen (aanduiding verschilt
mogelijk per product).
3. Afhankelijk van uw product kunt u de hibernationstand inschakelen voor accuvoeding of een externe
voedingsbron op een van de volgende manieren:
Aan-uitknop—Selecteer onder Instellingen voor aan-uitknop, slaapstandknop en klep
(aanduiding verschilt mogelijk per product) Als ik op de aan-uitknop druk en vervolgens
Hibernationstand.
Slaapstandknop (alleen bepaalde producten)—Selecteer onder Instellingen voor aan-uitknop,
slaapstandknop en klep (aanduiding verschilt mogelijk per product) Als ik op de slaapstandknop
druk en vervolgens Hibernationstand.
Deksel (alleen bepaalde producten)—Selecteer onder Instellingen voor aan-uitknop,
slaapstandknop en klep (aanduiding verschilt mogelijk per product) Als ik de klep sluit en
vervolgens Hibernationstand.
Aan-uitmenu—Selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en onder
Instellingen voor afsluiten schakelt u het selectievakje Hibernationstand in.
Het aan-uitmenu kan worden geopend door de knop Start te selecteren.
4. Selecteer Wijzigingen opslaan.
Om de hibernationstand te activeren, gebruikt u de methode die u in stap 3 hebt gebruikt.
Om de hibernationstand te beëindigen, drukt u kort op de aan-uitknop.
OPMERKING: Als u een wachtwoord hebt ingesteld dat nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw
Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Computer afsluiten (uitschakelen)
BELANGRIJK: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen.
Zorg ervoor dat u uw werk opslaat voordat u de computer afsluit.
Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en
worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Schakel de computer uit als deze lange tijd niet wordt gebruikt en koppel deze los van de externe
voedingsbron.
De aanbevolen procedure is de opdracht Afsluiten in Windows.
OPMERKING: Als de computer in de slaap- of hibernationstand staat, moet u eerst de slaap- of
hibernationstand beëindigen door kort op de aan-uitknop te drukken.
Computer afsluiten (uitschakelen) 31
1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af.
2. Selecteer de knop Start, het pictogram Energie en daarna Afsluiten.
Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hiervoor beschreven afsluitprocedures te gebruiken,
probeert u de volgende noodprocedures in de beschreven volgorde:
Druk op ctrl+alt+delete, selecteer het pictogram Energie en selecteer daarna Afsluiten.
Druk op de aan-uitknop en houd deze minimaal 10 seconden ingedrukt.
Als de computer een door de gebruiker vervangbare accu heeft (alleen bepaalde producten), koppelt u
de computer los van de externe voedingsbron en verwijdert u de accu.
Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken
Het pictogram Energie bevindt zich op de taakbalk van Windows. Met behulp van de energiemeter krijgt
u snel toegang tot de instellingen voor energiebeheer en kunt u de resterende acculading bekijken.
Plaats de muisaanwijzer op het pictogram Energie om het percentage resterende acculading weer
te geven.
Als u Energiebeheer wilt gebruiken, klik dan met de rechtermuisknop op het pictogram Energie en
selecteer vervolgens
Energiebeheer.
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe voeding werkt.
Wanneer u de muisaanwijzer op het pictogram plaatst als de accu bijna leeg is, wordt er een bericht
weergegeven.
Accuvoeding gebruiken
WAARSCHUWING! Gebruik uitsluitend de volgende producten om veiligheidsrisico's te beperken: de bij de
computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als
accessoire is aangeschaft bij HP.
Wanneer zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe
voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is uitgeschakeld en niet is
aangesloten op een externe voedingsbron, loopt de accu in de computer langzaam leeg. De computer geeft
een bericht weer wanneer de accu bijna leeg is.
De accuwerktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor
energiebeheer, geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de
computer is aangesloten, en andere factoren.
OPMERKING: Op bepaalde computermodellen kunt u tussen grasche controllers schakelen, zodat u de
accu langer kunt gebruiken.
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten)
Met de functie HP Fast Charge kunt u snel de accu van uw computer opladen. De oplaadtijd kan ±10%
verschillen. Als de resterende acculading tussen 0 en 50% ligt, wordt de accu in minder dan 30 tot 45 minuten
opgeladen tot 50% van de volledige capaciteit, afhankelijk van het computermodel.
32 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
Om HP Fast Charge te gebruiken, schakelt u uw computer uit en sluit u vervolgens de netvoedingsadapter aan
op uw computer en op een externe voeding.
Acculading weergeven
Plaats de muisaanwijzer op het pictogram Energie om het percentage resterende acculading weer te
geven.
Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde
producten)
U krijgt als volgt toegang tot de informatie over accu's:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Probleemoplossing en oplossingen en in het gedeelte Diagnose selecteert u HP
Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen, neemt u
contact op met de ondersteuning.
HP Support Assistant biedt de volgende hulpprogramma's en informatie over de accu:
HP Accucontrole
Informatie over soorten accu's, specicaties, levensduur en capaciteit
Accuvoeding besparen
Gebruik de volgende tips om accustroom te besparen en de levensduur van de accu te maximaliseren:
Verlaag de helderheid van het scherm.
Schakel draadloze apparaten uit wanneer u deze niet gebruikt.
Ontkoppel ongebruikte externe apparatuur die niet is aangesloten op een externe voedingsbron, zoals
een externe harde schijf die op een USB-poort aangesloten is.
Zet alle optionele externe mediakaarten die u niet gebruikt, stop, schakel ze uit of verwijder ze.
Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken.
Lage acculading herkennen
Als een accu de enige voedingsbron van de computer is en een laag of kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het
volgende:
Het acculampje (alleen bepaalde producten) geeft een laag of kritiek laag niveau van de acculading aan.
– of –
Het pictogram Energie geeft een lage of kritiek lage acculading aan.
OPMERKING: Raadpleeg Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken op pagina 32 voor meer
informatie over het pictogram Energie.
Accuvoeding gebruiken 33
Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende:
Als de hibernationstand is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de
computer nog even in de slaapstand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld, waarbij niet-
opgeslagen werk verloren gaat.
Als de hibernationstand is ingeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, wordt de
hibernationstand geactiveerd.
Problemen met een laag accuniveau verhelpen
Lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is
Sluit een van de volgende apparaten op de computer en op een externe voedingsbron aan:
Netvoedingsadapter
Optioneel dockingapparaat of dockingproduct
Optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft
Lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is
Sla uw werk op en sluit de computer af.
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet kan beëindigen
1. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en op een externe voedingsbron.
2. Beëindig de hibernationstand door op de aan-uitknop te drukken.
In de fabriek verzegelde accu
Als u de status van de accu wilt bekijken of als de accu leeg is, voert u HP Accucontrole uit in de app HP
Support Assistant (alleen bepaalde producten).
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Probleemoplossing en oplossingen en in het gedeelte Diagnose selecteert u HP
Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen, neemt u
contact op met de ondersteuning.
Een of meerdere accu's in dit product kunnen niet makkelijk door de gebruiker zelf worden vervangen. Als de
batterij wordt verwijderd of vervangen kan de dekking van uw garantie worden beïnvloed. Als een accu leeg
is, neemt u contact op met ondersteuning.
Externe voeding gebruiken
Zie de poster Installatie-instructies die in de doos van de computer is meegeleverd voor informatie over het
aansluiten van de computer op een externe voeding.
De computer gebruikt geen accuvoeding wanneer de computer is aangesloten op een externe voeding via een
goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel dockingapparaat of dockingproduct.
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter,
een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter.
34 Hoofdstuk 6 Energiebeheer
WAARSCHUWING! Laad de computeraccu niet op aan boord van een vliegtuig.
Sluit in de volgende gevallen de computer aan op een externe voedingsbron:
Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert
Wanneer u systeemsoftware installeert of bijwerkt
Wanneer u het systeem-BIOS bijwerkt
Wanneer u informatie schrijft naar een schijf (alleen bepaalde producten)
Wanneer u Schijfdefragmentatie uitvoert op computers met interne harde schijven
Wanneer u een back-up of hersteltaak uitvoert
Wanneer u de computer op een externe voedingsbron aansluit, gebeurt het volgende:
De accu wordt opgeladen.
Het uiterlijk van het pictogram Energie verandert.
Wanneer u de externe voeding loskoppelt, gebeurt het volgende:
De computer schakelt over naar accuvoeding.
Het uiterlijk van het pictogram Energie verandert.
Externe voeding gebruiken 35
7 De computer onderhouden
Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. In
dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming
gebruikt. In dit hoofdstuk worden ook instructies gegeven voor het bijwerken van programma's en
stuurprogramma's, het opschonen van de computer en worden tips gegeven voor het reizen met (of
verzenden van) de computer.
Prestaties verbeteren
Door de computer regelmatig te onderhouden met hulpprogramma's, zoals Schijfdefragmentatie en
Schijfopruiming, kunt u de prestaties van uw computer aanzienlijk verbeteren.
Schijfdefragmentatie gebruiken
HP adviseert om uw vaste harde schijf één keer per maand te defragmenteren met Schijfdefragmentatie.
OPMERKING: Schijfdefragmentatie hoeft niet te worden uitgevoerd voor SSD's (solid-state drives).
U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt:
1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron.
2. Typ defragmenteren in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Stations
defragmenteren en optimaliseren
.
3. Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg voor meer informatie de helpfunctie van Schijfdefragmentatie.
Schijfopruiming gebruiken
Gebruik Schijfopruiming om op de harde schijf naar overbodige bestanden te zoeken die u veilig kunt
verwijderen. Maak schijfruimte vrij zodat de computer eiciënter werkt.
U gebruikt Schijfopruiming als volgt:
1. Typ schijf in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Schijfopruiming.
2. Volg de instructies op het scherm.
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP 3D DriveGuard beschermt een harde schijven door deze te parkeren en gegevensverzoeken tegen te
houden wanneer zich de volgende gebeurtenissen voordoen:
U laat de computer vallen.
U verplaatst de computer met het beeldscherm gesloten en terwijl de computer op accuvoeding werkt.
Kort na deze gebeurtenissen wordt de normale werking van de harde schijven door HP 3D DriveGuard
hersteld.
36 Hoofdstuk 7 De computer onderhouden
OPMERKING: Alleen interne vaste schijven worden beschermd door HP 3D DriveGuard. Een harde schijven
die is geplaatst in een optioneel dockingapparaat of is aangesloten op een USB-poort, wordt niet beschermd
door HP 3D DriveGuard.
OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard
niet nodig voor deze schijfeenheden.
De status van HP 3D DriveGuard herkennen
Het lampje van de harde schijf op de computer verandert van kleur om aan te geven dat een schijf in de ruimte
van de primaire harde schijf, de ruimte van de secundaire harde schijf (alleen bepaalde producten) of beide
zijn geparkeerd.
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren
HP raadt u aan regelmatig uw programma's en stuurprogramma's bij te werken. Met updates worden
problemen opgelost en worden nieuwe functies en opties op de computer geïnstalleerd. Het is bijvoorbeeld
mogelijk dat oude grasche onderdelen niet meer correct werken met de nieuwste gamingsoftware. Zonder
het nieuwste stuurprogramma haalt u niet het beste uit uw apparatuur.
Gebruik een van de volgende methoden om programma's en stuurprogramma's bij te werken:
Bijwerken met Windows 10 op pagina 37
Bijwerken met Windows 10 S op pagina 37
Bijwerken met Windows 10
Programma's en stuurprogramma's bijwerken:
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Mijn notebook, selecteer het tabblad Updates en selecteer vervolgens Controleren op
updates en berichten.
3. Volg de instructies op het scherm.
Bijwerken met Windows 10 S
Programma's bijwerken:
1. Selecteer Start en vervolgens Microsoft Store.
2. Selecteer de proelafbeelding van uw account naast het zoekvak en selecteer Downloads en updates.
3. Op de pagina Downloads en updates selecteert u hetgeen moet worden bijgewerkt en volgt u de
instructies op het scherm.
Stuurprogramma's bijwerken:
1. Typ windows update-instellingen in het zoekvak van de taakbalk en selecteer Windows
Update-instellingen.
2. Selecteer Controleren op updates.
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren 37
OPMERKING: Als Windows geen nieuw stuurprogramma vindt, gaat u naar de website van de fabrikant
van het apparaat en volgt u de instructies.
Uw computer reinigen
Als u uw computer regelmatig reinigt, worden vuil, puin en schadelijke bacteriën verwijderd. Gebruik de
volgende informatie voor het reinigen van de meeste computeroppervlakken. Zie Fineerhout onderhouden
(alleen bepaalde producten) op pagina 39 voor computers met neerhout.
HP Easy Clean gebruiken (alleen bepaalde producten)
Met HP Easy Clean kunt u onbedoelde invoer voorkomen terwijl u de computeroppervlakken met
kiemdodende doekjes reinigt. Deze software schakelt apparaten, zoals het toetsenbord, het aanraakscherm
en het touchpad, gedurende een vooraf ingestelde tijd uit, zodat u alle computeroppervlakken kunt reinigen.
1. U kunt HP Easy Clean op een van de volgende manieren opstarten:
Selecteer het menu Start en selecteer vervolgens HP Easy Clean.
– of –
Selecteer het pictogram HP Easy Clean in de taakbalk.
– of –
Selecteer Start en selecteer vervolgens HP Easy Clean.
2. Nu uw apparaten voor een korte periode zijn uitgeschakeld, gebruikt u kiemdodende doekjes om alle
blootgestelde oppervlakken van uw computer, inclusief het toetsenbord, display, touchpad en hoesje,
veilig te desinfecteren. Volg de aanwijzingen van de fabrikant voor het gebruik van de doekjes.
BELANGRIJK: Gebruik een bepaald schoonmaakmiddel pas als u zeker weet dat het niet de volgende
bestanddelen bevat:
alcohol
aceton
ammoniumchloride
methyleenchloride
koolwaterstoen
alle op aardolie gebaseerde materialen, zoals benzeen of verdunner
OPMERKING: Houd de computer open totdat deze volledig aan de lucht heeft kunnen drogen.
3. Wanneer het oppervlak droog is:
a. Sluit de netvoeding aan.
b. Sluit alle externe apparaten aan.
c. Schakel de computer in.
Vuil en puin verwijderen uit computers zonder HP Easy Clean
Als HP Easy Clean niet vooraf op uw computer is geïnstalleerd, volgt u deze stappen:
1. Schakel de computer uit om elektrische schokken of schade aan componenten te voorkomen.
38 Hoofdstuk 7 De computer onderhouden
a. Koppel de netvoeding los.
b. Koppel alle externe apparaten los.
2. Veeg de buitenkant van de computer af met een zacht, met water bevochtigd doekje om indien nodig
het vuil te verwijderen.
Het doekje moet van droog microvezel zijn of een zeem (antistatisch doekje zonder olie) of
antistatische schoonmaakdoekjes.
Het doekje moet vochtig zijn, maar niet nat. Water dat in de ventilatie of andere toegangspunten
druppelt, kan schade veroorzaken.
Gebruik geen vezelachtig materiaal, zoals papieren doekjes, die de computer kunnen bekrassen. In
de loop van de tijd kunnen er vuil en reinigingsmiddelen in de krassen achterblijven.
3. Laat het apparaat aan de lucht drogen voordat u de computer gebruikt of extra reinigt met
kiemdodende doekjes.
4. Wanneer u klaar bent met reinigen en het oppervlak droog is:
a. Sluit de netvoeding aan.
b. Sluit alle externe apparaten aan.
c. Schakel de computer in.
Fineerhout onderhouden (alleen bepaalde producten)
Uw product bevat mogelijk neerhout van hoge kwaliteit. Zoals met alle natuurlijke houtproducten is een
goede verzorging en behandeling van belang om gedurende de levensduur van het product de beste
resultaten te garanderen. Vanwege de aard van natuurlijk hout zijn er mogelijk unieke verschillen in het
nerfpatroon of subtiele kleurverschillen zichtbaar. Dit is een normaal verschijnsel.
Reinig het hout met een droge, antistatische microvezeldoek of zemen lap.
Gebruik geen reinigingsproducten die stoen bevatten zoals ammoniak, chloor, aceton, terpentijn of
terpentine.
Stel het hout niet langdurig bloot aan zonlicht of vocht.
Als het hout nat wordt, droogt u het af met een absorberende pluisvrije doek.
Zorg dat het hout niet in aanraking komt met een kleurstof of een andere stof die verkleuring kan
veroorzaken.
Vermijd contact met scherpe voorwerpen of ruwe oppervlakken die krassen op het hout kunnen
veroorzaken.
Reizen met of verzenden van de computer
Als u de computer wilt meenemen op reis of als u de computer wilt verzenden, neemt u de volgende tips in
acht om de apparatuur te beschermen.
Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport:
Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid.
Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten.
Reizen met of verzenden van de computer 39
Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los.
Schakel de computer uit.
Maak een back-up van uw gegevens. Bewaar de back-up niet bij de computer.
Als u moet vliegen, neemt u de computer mee als handbagage. Geef deze niet af met uw ruimbagage.
BELANGRIJK: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van
beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.
In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in
plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan
schijfeenheden.
Als u de computer tijdens een vlucht wilt gebruiken, luister dan naar mededelingen tijdens de vlucht
waarin wordt aangegeven wanneer u de computer mag gebruiken. Elke maatschappij heeft eigen regels
voor het gebruik van computers tijdens vluchten.
Verzend een computer of schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal. Vermeld op de
verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.
Het gebruik van draadloze apparaten is mogelijk in sommige omgevingen niet toegestaan. Dit kan het
geval zijn aan boord van een vliegtuig, in ziekenhuizen, in de buurt van explosieven en op gevaarlijke
locaties. Als u niet zeker weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van een bepaald apparaat,
kunt u het beste vooraf toestemming vragen voordat u de computer inschakelt.
Neem de volgende suggesties in acht als u de computer in het buitenland wilt gebruiken:
Informeer naar de douanebepalingen voor computers in de landen of regio's die u gaat bezoeken.
Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt gebruiken.
De netspanning, frequentie en stekkers kunnen per land of regio verschillen.
WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn
bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
40 Hoofdstuk 7 De computer onderhouden
8 De computer en gegevens beveiligen
Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te
waarborgen. Standaardbeveiligingsoplossingen die worden geboden door het besturingssysteem Windows,
applicaties van HP, Setup Utility (BIOS) en andere software van derden kunnen uw persoonlijke instellingen en
gegevens beschermen tegen uiteenlopende risico's zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.
OPMERKING: Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk genoemde beveiligingsvoorzieningen beschikbaar op
uw computer.
Wachtwoorden gebruiken
Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens en online transacties te beveiligen.
Er kunnen verschillende soorten wachtwoorden worden ingesteld. Toen u de computer bijvoorbeeld voor de
eerste keer congureerde, werd u gevraagd een gebruikerswachtwoord in te stellen om de computer te
beveiligen. Aanvullende wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Setup Utility (BIOS) van HP
dat vooraf is geïnstalleerd op de computer.
Wellicht vindt u het handig om hetzelfde wachtwoord te gebruiken voor een voorziening van Setup Utility
(BIOS) en een beveiligingsvoorziening van Windows.
Gebruik de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:
Om het risico te beperken dat u geen toegang meer heeft tot bepaalde voorzieningen van de computer,
moet elk wachtwoord worden vastgelegd en op een veilige plaats worden bewaard. Bewaar de
wachtwoorden niet in een bestand op de computer.
Volg, bij het maken van wachtwoorden, de voorschriften die worden gesteld door het programma.
Wijzig uw wachtwoorden ten minste één keer per kwartaal.
Een sterk wachtwoord is lang en bestaat uit letters, leestekens, symbolen en cijfers.
Voordat u de computer verzendt voor reparatie, maakt u een back-up van uw bestanden. Verwijder
daarna vertrouwelijke bestanden en alle wachtwoordinstellingen.
Ga als volgt te werk voor meer informatie over Windows-wachtwoorden, zoals wachtwoorden voor de
schermbeveiliging:
Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
Windows-wachtwoorden instellen
Tabel
8-1 Soorten Windows-wachtwoorden en hun functies
Wachtwoord Functie
Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.
Beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot de inhoud van de computer op
beheerdersniveau.
Wachtwoorden gebruiken 41
Tabel 8-1 Soorten Windows-wachtwoorden en hun functies (vervolg)
Wachtwoord Functie
OPMERKING: Met dit wachtwoord krijgt u geen toegang tot de
inhoud van Setup Utility (BIOS).
Wachtwoorden instellen in Setup Utility (BIOS)
Tabel 8-2 Soorten BIOS-wachtwoorden en hun functies
Wachtwoord Functie
Beheerderswachtwoord Dit wachtwoord moet elke keer worden ingevoerd wanneer u
Setup Utility (BIOS) wilt openen.
Als u uw beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u
Setup Utility (BIOS) niet openen.
Opstartwachtwoord Dit wachtwoord moet telkens worden ingevoerd wanneer u
de computer inschakelt of opnieuw opstart.
Als u het opstartwachtwoord vergeet, kunt u de computer
niet meer inschakelen of opnieuw opstarten.
Ga als volgt te werk om een beheerders- of opstartwachtwoord in Setup Utility (BIOS) in te stellen, te wijzigen
of te verwijderen:
BELANGRIJK: Wees zeer voorzichtig met het aanbrengen van wijzigingen in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
1. Start als volgt Setup Utility (BIOS):
Computers of tablets met een toetsenbord:
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op f10.
Tablets zonder toetsenbord:
1. Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid harder en houd deze
knop ingedrukt.
– of –
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze
knop ingedrukt.
– of –
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop
ingedrukt.
2. Tik op f10.
2. Druk op Security (Beveiliging) en volg de instructies op het scherm.
Om uw wijzigingen op te slaan, selecteert u Exit (Afsluiten), Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en
afsluiten) en daarna Yes (Ja).
OPMERKING: Als u pijltoetsen gebruikt om uw keuze te markeren, moet u op enter drukken.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
42 Hoofdstuk 8 De computer en gegevens beveiligen
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten)
Op producten die zijn voorzien van een vingerafdruklezer of een infraroodcamera kunt u met Windows Hello
uw vingerafdruk en uw gezichts-ID registreren, en een pincode instellen. Na de inschrijving kunt u uw
vingerafdruklezer, gezichts-ID of pincode gebruiken om u aan te melden bij Windows.
Voor het gebruik van Windows Hello:
1. Selecteer de knop Start, Instellingen, Accounts en vervolgens Aanmeldopties.
2. Als u een wachtwoord wilt toevoegen, selecteert u Wachtwoord en vervolgens Toevoegen.
3. Selecteer onder Windows Hello-vingerafdruk of Windows Hello-gezicht Instellen.
4. Selecteer Aan de slag en volg de instructies op het scherm om uw vingerafdruk of gezichts-id te
registreren en een pincode in te stellen.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u problemen ondervindt met het aanmelden met uw vingerafdruk,
moet u er tijdens het vastleggen van uw vingerafdruk voor zorgen dat alle zijden van uw vinger door de
vingerafdruklezer worden geregistreerd.
OPMERKING: Er gelden geen lengterestricties voor de pincode. De standaardinstelling is alleen cijfers.
Als u alfabetische of speciale tekens wilt opnemen, vinkt u het selectievakje inclusief letters en
symbolen aan.
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten) 43
Internetbeveiligingssoftware gebruiken
Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer
blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om de computer te beschermen,
kan op de computer vooraf internetbeveiligingssoftware zijn geïnstalleerd met antivirus- en
rewallvoorzieningen. Deze software wordt dan aangeboden als proefversie. Het is noodzakelijk om
beveiligingssoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte
virussen en andere veiligheidsrisico's. Wij raden u dringend aan de proefaanbieding te upgraden of de door u
gewenste software aan te schaen om de computer volledig te beveiligen.
Antivirussoftware gebruiken
Computervirussen kunnen programma's, hulpprogramma's of het besturingssysteem buiten werking stellen
of de werking ervan verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en
vernietigd. In de meeste gevallen kan ook schade die door virussen is aangericht, worden hersteld.
Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen
pas ontdekte virussen.
Er is op uw computer mogelijk een antivirusprogramma vooraf geïnstalleerd. Wij raden u aan de door u
gewenste antivirussoftware te gebruiken om uw computer volledig te beveiligen.
Voor meer informatie over computervirussen typt u support in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u
vervolgens de app
HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
Firewallsoftware gebruiken
Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een rewall kan
een softwareprogramma zijn dat u op uw computer en/of netwerk installeert of het kan een oplossing zijn die
zowel uit hardware als software bestaat.
Er zijn twee soorten rewalls waaruit u kunt kiezen:
Hostgebaseerde rewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is geïnstalleerd;
Netwerkgebaseerde rewalls die tussen het ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden
geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.
Wanneer een rewall is geïnstalleerd op een systeem, worden alle gegevens die vanaf en naar het systeem
worden verzonden, gecontroleerd en vergeleken met een reeks door de gebruiker gedenieerde
beveiligingscriteria. Gegevens die niet aan deze criteria voldoen, worden geblokkeerd.
Software-updates installeren
U moet regelmatig de software van HP, Windows en externe software updaten om problemen met de
beveiliging op te lossen en de prestaties van de software te verbeteren.
BELANGRIJK: Microsoft stuurt meldingen over Windows-updates. Deze updates kunnen ook
beveiligingsupdates bevatten. Installeer alle updates van Microsoft zodra u een waarschuwing ontvangt om
de computer te beschermen tegen beveiligingslekken en computervirussen.
U kunt deze updates automatisch installeren.
44 Hoofdstuk 8 De computer en gegevens beveiligen
Ga als volgt te werk om de instellingen te bekijken of te wijzigen:
1. Selecteer de knop Start, selecteer Instellingen en selecteer vervolgens Bijwerken en beveiliging.
2. Selecteer Windows Update en volg de instructies op het scherm.
3. Als u een tijdstip wilt plannen voor het installeren van updates, selecteert u Geavanceerde opties en
volgt u de instructies op het scherm.
HP Device as a Service gebruiken (alleen bepaalde producten)
HP DaaS is een IT-cloudoplossing waarmee bedrijven hun activa op eectieve wijze kunnen beheren en
beveiligen. Met HP DaaS bent u beveiligd tegen schadelijke software en andere aanvallen, wordt de status van
het apparaat gecontroleerd en bent u minder tijd kwijt aan het oplossen van problemen met het apparaat en
beveiligingsproblemen. U kunt de software snel downloaden en installeren. Dit is veel voordeliger dan
wanneer u intern op zoek gaat naar een oplossing. Raadpleeg https://www.hptouchpointmanager.com/ voor
meer informatie.
Draadloos netwerk beveiligen
Schakel bij het instellen van een WLAN of het gebruiken van een bestaand WLAN altijd
beveiligingsvoorzieningen in om uw netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. WLAN's in
openbare gelegenheden (hotspots), zoals cafés en luchthavens bieden mogelijk geen extra beveiliging.
Back-up maken van applicaties en gegevens
Maak regelmatig een back-up van uw software-applicaties en gegevens om deze te beveiligen tegen
permanent verlies of schade door een virusaanval of een software- of hardwarestoring.
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde
producten)
Er is een beveiligingskabel (afzonderlijk aan te schaen) ontworpen waarvan op de eerste plaats een
ontmoedigingseect moet uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd
wordt gebruikt of wordt gestolen. Om een beveiligingskabel aan te sluiten op uw computer volgt u de
instructies van de fabrikant van het apparaat.
HP Device as a Service gebruiken (alleen bepaalde producten) 45
9 Setup Utility (BIOS) gebruiken
Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer-
en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de
printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de
opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.
OPMERKING: Als u Setup Utility wilt openen op een convertible computer, moet u de computer in de
notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is op uw notebook.
Setup Utility (BIOS) starten
BELANGRIJK: Wees zeer voorzichtig met het aanbrengen van wijzigingen in Setup Utility (BIOS). Fouten
kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.
Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk snel op f10.
– of –
Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op f10 wanneer het
menu Start wordt weergegeven.
Setup Utility (BIOS) bijwerken
Bijgewerkte versies van het Setup Utility (BIOS) zijn beschikbaar via de website van HP.
De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn ingepakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaqs
worden genoemd.
Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie
over de installatie en het oplossen van problemen.
BIOS-versie vaststellen
Om te bepalen of u Setup Utility (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op uw computer
is geïnstalleerd.
Gebruik een van deze opties om de BIOS-versiegegevens weer te geven (ook wel de ROM-datum en het
systeem-BIOS genoemd).
HP Support Assistant
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support
Assistant
.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Mijn notebook en selecteer vervolgens Specicaties.
Setup Utility (BIOS)
46 Hoofdstuk 9 Setup Utility (BIOS) gebruiken
1. Start Setup Utility (BIOS) (zie Setup Utility (BIOS) starten op pagina 46).
2. Selecteer Main (Hoofd) en noteer uw BIOS-versie.
3. Selecteer Exit (Afsluiten), selecteer een van de opties en volg de instructies op het scherm.
Druk in Windows op CTRL+Alt+S.
Zie BIOS-update downloaden op pagina 47 om te controleren of er een nieuwere BIOS-versie beschikbaar is.
BIOS-update downloaden
BELANGRIJK: Om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, moet u een
BIOS-update alleen downloaden en installeren als de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op
een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer
op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een
optionele voedingsbron. Volg de onderstaande instructies tijdens het downloaden en installeren:
Schakel de stroomvoorziening van de computer niet uit door de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact te halen.
Sluit de computer niet af en activeer de slaapstand niet.
Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt.
OPMERKING: Als de computer op een netwerk is aangesloten, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder voordat u software-updates installeert, vooral als het gaat om updates van het systeem-
BIOS.
1. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer Updates en selecteer vervolgens Controleren op updates en berichten.
3. Volg de instructies op het scherm om de computer te selecteren en de BIOS-update te zoeken die u wilt
downloaden.
4. Voer in de downloadsectie de volgende stappen uit:
a. Zoek de BIOS-update die recenter is dan de BIOS-versie die momenteel op de computer is
geïnstalleerd en vergelijk ze. Als de update recenter is dan uw BIOS-versie, noteert u de datum,
naam of een ander typerend kenmerk van de update. Aan de hand van deze gegevens kunt u de
update terugvinden nadat deze naar de harde schijf is gedownload.
b. Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de harde schijf.
Noteer het pad naar de locatie op de harde schijf waarnaar de BIOS-update wordt gedownload. U
hebt dit pad nodig wanneer u klaar bent om de update te installeren.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Voer de instructies op het scherm pas
uit als de download is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk:
1. Typ verkenner in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Verkenner.
2. Selecteer de aanduiding voor de harde schijf. De aanduiding voor de harde schijf is doorgaans Lokale
schijf (C:).
3. Volg het pad dat u eerder hebt genoteerd en open de map waarin de update is opgeslagen.
Setup Utility (BIOS) bijwerken 47
4. Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe).
De installatie van het BIOS begint.
5. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
OPMERKING: Nadat op het scherm is aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade
bestand van de harde schijf verwijderen.
48 Hoofdstuk 9 Setup Utility (BIOS) gebruiken
10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen
bepaalde producten)
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) is een hulpprogramma voor Windows waarmee u diagnosetests kunt
uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt uitgevoerd in het
besturingssysteem Windows om hardwareproblemen te diagnosticeren.
Als HP PC Hardware Diagnostics (Windows) niet op uw computer is geïnstalleerd, moet u dit eerst downloaden
en installeren. Zie HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden op pagina 49 om HP PC Hardware
Diagnostics (Windows) te downloaden.
Nadat HP PC Hardware Diagnostics (Windows) is geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk dit vanuit HP Help en
ondersteuning of HP Support Assistant te openen.
1. HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen vanuit HP Help en ondersteuning:
a. Klik op de knop Start en selecteer HP Help en ondersteuning.
b. Selecteer HP PC Hardware Diagnostics Windows.
– of –
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) openen vanuit HP Support Assistant:
a. Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support
Assistant
.
– of –
Selecteer het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
b. Selecteer Probleemoplossing en oplossingen.
c. Selecteer Diagnose en vervolgens HP PC Hardware Diagnostics (Windows).
2. Wanneer het hulpprogramma wordt geopend, selecteert u het soort diagnosetest dat u wilt uitvoeren en
volgt u de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, selecteert u Annuleren.
Als HP PC Hardware Diagnostics (Windows) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden,
wordt er een 24-cijferige fout-id-code gegenereerd. Het scherm toont een van de volgende opties:
Er wordt een fout-id-koppeling weergegeven. Selecteer de koppeling en volg de instructies op het
scherm.
Er worden instructies weergegeven voor het bellen van de ondersteuning. Volg deze instructies.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden
De instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) zijn alleen beschikbaar
in het Engels.
U moet een Windows-computer gebruiken om dit hulpprogramma te downloaden omdat er alleen .exe-
bestanden worden verstrekt.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) gebruiken (alleen bepaalde producten) 49
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (Windows) downloaden
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te downloaden:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics Download en selecteer vervolgens een locatie op
uw computer of een USB-ashstation.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
– of –
U kunt de volgende stappen gebruiken om HP PC hardware Diagnostics (Windows) vanuit de Microsoft Store
te downloaden:
1. Selecteer de Microsoft-app op uw bureaublad of typ Microsoft Store in het zoekvak van de
taakbalk.
2. Typ HP PC hardware Diagnostics (Windows) in het zoekvak van de Microsoft Store.
3. Volg de instructies op het scherm.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
HP Hardware Diagnostics (Windows) op productnaam of -nummer downloaden (alleen bepaalde
producten)
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software downloaden naar een USB-ashstation
aan de hand van de productnaam of het productnummer.
Volg deze stappen om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer:
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers, selecteer uw type product en voer vervolgens de productnaam of het
nummer in het zoekvak in dat wordt weergegeven.
3. Selecteer Downloaden in het gedeelte Diagnose en volg de instructies op het scherm om de specieke
Windows-diagnoseversie voor uw computer of USB-ashstation te selecteren.
Het hulpprogramma wordt gedownload naar de geselecteerde locatie.
HP PC Hardware Diagnostics (Windows) installeren
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (Windows) te installeren:
Ga naar de map op uw computer of het USB-ashstation waarnaar het .exe-bestand is gedownload,
dubbelklik op het .exe-bestand en volg de instructies op het scherm.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken
OPMERKING: Voor Windows 10 S-computers moet u een Windows-computer en een USB-ashstation
gebruiken voor het downloaden en maken van de HP UEFI ondersteuningsomgeving omdat alleen .exe-
bestanden worden verstrekt. Zie HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden
op pagina 51 voor meer informatie.
50 Hoofdstuk 10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
Met HP PC Hardware Diagnostics (UEFI, Unied Extensible Firmware Interface) kunt u diagnostische tests
uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het
besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden
veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
Als uw pc niet in Windows wordt opgestart, kunt u HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken om
hardwareproblemen te diagnosticeren.
Als HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) een fout detecteert waarvoor hardware vervangen moet worden,
wordt er een 24-cijferige fout-id-code gegenereerd. Voor hulp bij de probleemoplossing:
Selecteer Contact opnemen met HP, accepteer de privacyverklaring en scan vervolgens met een mobiel
apparaat de fout-id-code die op het volgende scherm wordt weergegeven. De pagina HP
Klantenondersteuning - Service Center wordt wordt weergegeven de fout-id en het productnummer
worden automatisch ingevuld. Volg de instructies op het scherm.
– of –
Neem contact op met de ondersteuning en geef de fout-id-code door.
OPMERKING: Als u het diagnoseprogramma wilt openen op een convertible computer, moet u de computer
in de notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is.
OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, drukt u op esc.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) starten
Ga als volgt te werk om HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te starten:
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk snel op esc.
2. Druk op f2.
Het BIOS zoekt op drie plaatsen en in de onderstaande volgorde naar diagnoseprogramma's:
a. Aangesloten USB-ashstation
OPMERKING: Zie De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
op pagina 52 om het hulpprogramma HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-
ashstation te downloaden.
b. Harde schijf
c. BIOS
3. Wanneer het diagnosehulpmiddel wordt geopend, selecteert u een taal, selecteert u het soort
diagnosetest dat u wilt uitvoeren en volgt u de instructies op het scherm.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden
Het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation kan in de volgende
situaties handig zijn:
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) is niet inbegrepen in de vooraf geïnstalleerde image.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) is niet inbegrepen in de partitie HP Tool.
De harde schijf is beschadigd.
OPMERKING: Instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn alleen
beschikbaar in het Engels. Ook moet u een Windows-computer gebruiken voor het downloaden en maken van
de HP UEFI ondersteuningsomgeving omdat er alleen .exe-bestanden worden verstrekt.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken 51
De nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation
te downloaden:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer Download HP Diagnostics UEFI en selecteer vervolgens Uitvoeren.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam of het
productnummer (alleen bepaalde producten)
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software downloaden naar een USB-ashstation
aan de hand van de productnaam of het productnummer.
HP Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-ashstation downloaden aan de hand van de productnaam of
het productnummer (alleen bepaalde producten):
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Voer de productnaam of het productnummer in, selecteer uw computer en selecteer uw
besturingssysteem.
3. In het gedeelte Diagnostics volgt u de instructies op het scherm om de gewenste UEFI Diagnostics-
versie te selecteren en te downloaden.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
gebruiken (alleen bepaalde producten)
Remote HP PC Hardware Diagnostics is een rmware (BIOS)-functie waarmee u HP PC Hardware Diagnostics
(UEFI) naar uw computer kunt downloaden. Deze voert vervolgens diagnoses op uw computer uit en kan de
resultaten naar een vooraf gecongureerde server uploaden. Voor meer informatie over Remote HP PC
Hardware Diagnostics (UEFI) gaat u naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags en selecteert u Meer
informatie.
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
OPMERKING: HP Remote PC Hardware Diagnostics (UEFI) is ook beschikbaar als SoftPaq die naar een server
kan worden gedownload.
De nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden
Ga als volgt te werk om de nieuwste versie van Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te downloaden:
1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt
weergegeven.
2. Selecteer Remote Diagnostics downloaden en selecteer vervolgens Uitvoeren.
52 Hoofdstuk 10 HP PC Hardware Diagnostics gebruiken
Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) downloaden aan de hand van de productnaam of het
productnummer
OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk software downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer.
Volg deze stappen om Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) te downloaden aan de hand van de
productnaam of het productnummer:
1. Ga naar http://www.hp.com/support.
2. Selecteer Software en drivers, selecteer uw type product, voer de productnaam of het nummer in het
zoekvak in dat wordt weergegeven, selecteer uw computer en selecteer vervolgens uw
besturingssysteem.
3. In het gedeelte Diagnostics volgt u de instructies op het scherm om de gewenste Remote UEFI-versie te
selecteren en te downloaden.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aanpassen
Door de instelling Remote HP PC Hardware Diagnostics in Computer Setup (BIOS) te gebruiken, kunt u de
volgende aanpassingen uitvoeren:
Een schema instellen voor het uitvoeren van diagnoses op de achtergrond. U kunt diagnoses ook direct
in interactieve modus starten door Remote HP PC Hardware Diagnostics uitvoeren te selecteren.
De locatie instellen voor het downloaden van de diagnosehulpmiddelen. Deze functie biedt toegang tot
de hulpprogramma's van de website van HP of vanaf een server die voor gebruik vooraf is
gecongureerd. De computer heeft de traditioneel lokale opslag (zoals een harde schijf of USB-
ashstation) niet nodig om externe diagnoses uit te voeren.
Een locatie instellen voor het opslaan van de testresultaten. U kunt ook de gebruikersnaam en het
wachtwoord instellen die bij uploads worden gebruikt.
Statusinformatie weergeven over eerder uitgevoerde diagnoses.
Volg deze stappen om de instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) aan te passen:
1. Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op
F10 om Computer Setup te openen.
2. Selecteer Advanced (Geavanceerd) en selecteer vervolgens Settings (Instellingen).
3. Maak uw aanpassingsselecties.
4. Selecteer Main (Hoofd) en vervolgens Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) om de
instellingen op te slaan.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
Instellingen voor Remote HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken (alleen bepaalde producten) 53
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden
terugzetten
Dit hoofdstuk biedt informatie over de volgende processen, die voor de meeste producten
standaardprocedures zijn:
Back-up maken van uw persoonlijke gegevens: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een
back-up van uw persoonlijke gegevens te maken (zie Windows-hulpprogramma's gebruiken
op pagina 54).
Herstelpunt maken: u kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken om een herstelpunt te maken (zie
Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 54).
Terugzetmedia maken (alleen bepaalde producten): u kunt het downloadhulpprogramma HP Cloud
Recovery (alleen bepaalde producten) gebruiken om terugzetmedia te maken (zie Het
downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken (alleen bepaalde
producten) op pagina 55).
Herstellen en terugzetten: Windows biedt verschillende opties voor het herstellen vanaf een back-up,
het vernieuwen van de computer en het terugzetten van de computer naar de oorspronkelijke staat (zie
Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 54).
BELANGRIJK: Als u herstelprocedures uitvoert op een tablet, moet de accu van de tablet ten minste 70%
zijn opgeladen voordat u het herstelproces start.
BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord de tablet aan op de keyboard-base
voordat u begint met het uitvoeren van een herstelproces.
Het maken van back-ups van gegevens en terugzetmedia
Windows-hulpprogramma's gebruiken
BELANGRIJK: Windows is de enige optie om een back-up van uw persoonlijke gegevens te maken. Plan
regelmatige back-ups in om te voorkomen dat uw gegevens verloren gaan.
U kunt Windows-hulpprogramma's gebruiken voor het maken van back-ups van persoonlijke gegevens en het
maken van systeemherstelpunten en terugzetmedia.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.
Zie de app Hulp zoeken voor meer informatie en stappen.
1. Selecteer de knop Start en vervolgens de app Hulp zoeken.
2. Voer de taak in die u wilt uitvoeren.
OPMERKING: U moet om de app Hulp zoeken te openen, verbonden zijn met internet.
54 Hoofdstuk 11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten
Het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te
maken (alleen bepaalde producten)
U kunt het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om HP terugzetmedia op een USB-
ashstation te zetten waarmee kan worden opgestart.
Voor details:
Ga naar http://www.hp.com/support, zoek naar HP Cloud Recovery en selecteer vervolgens het
resultaat dat overeenkomt met het type computer dat u hebt.
OPMERKING: Als u zelf geen terugzetmedia kunt maken, neemt u dan contact op met ondersteuning om
een herstelschijf te verkrijgen. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de
instructies op het scherm.
Herstellen en terugzetten
Herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen met Windows-hulpprogramma's
Windows biedt verschillende opties voor het herstellen, opnieuw instellen en vernieuwen van de computer.
Zie Windows-hulpprogramma's gebruiken op pagina 54 voor meer informatie.
Herstellen met HP terugzetmedia
U kunt HP terugzetmedia gebruiken om het originele besturingssysteem en de softwareprogramma's te
herstellen die in de fabriek zijn geïnstalleerd. Op bepaalde producten kan dit worden gemaakt op een
opstartbaar USB-ashstation met het downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery. Zie Het
downloadhulpprogramma HP Cloud Recovery gebruiken om terugzetmedia te maken (alleen bepaalde
producten) op pagina 55 voor meer informatie.
OPMERKING: Als u zelf geen terugzetmedia kunt maken, neemt u dan contact op met ondersteuning om
een herstelschijf te verkrijgen. Ga naar http://www.hp.com/support, selecteer uw land of regio en volg de
instructies op het scherm.
Uw systeem herstellen:
Plaats de HP terugzetmedia en start de computer opnieuw op.
Opstartvolgorde van de computer wijzigen
Als de computer niet automatisch opnieuw opstart wanneer u de HP terugzetmedia gebruikt, kunt u de
opstartvolgorde van de computer wijzigen. Dit is de volgorde van de apparaten in het BIOS waar de computer
de opstartinformatie opzoekt. U kunt de selectie wijzigen in een optischeschijfeenheid of een USB-
ashstation, afhankelijk van de locatie van uw HP terugzetmedia.
De opstartvolgorde wijzigen:
BELANGRIJK: Sluit een tablet met een afneembaar toetsenbord aan op de keyboard-base voordat u deze
stappen uitvoert.
1. Plaats de HP terugzetmedia.
2. Open het systeemmenu Opstarten.
Voor computers of tablets met een aangesloten toetsenbord:
Schakel de computer of tablet in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de
opstartopties weer te geven.
Herstellen en terugzetten 55
Voor tablets zonder toetsenbord:
Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop Geluid harder ingedrukt en
selecteer vervolgens f9.
– of –
Schakel de tablet in of start deze opnieuw op, houd snel de knop Geluid zachter ingedrukt en
selecteer vervolgens f9.
3. Selecteer de optischeschijfeenheid of het USB-ashstation waarmee u wilt opstarten en volg de
instructies op het scherm.
HP Sure Recover gebruiken (alleen bepaalde producten)
Bepaalde computermodellen zijn gecongureerd met HP Sure Recover, een hersteloplossing voor het pc-
besturingssyteem die is geïntegreerd in de hardware en rmware. HP Sure Recover kan de HP
besturingssysteemimage volledig herstellen zonder dat er herstelsoftware is geïnstalleerd.
Met HP Sure Recover kan een beheerder of gebruiker het systeem herstellen en installeren:
Nieuwste versie van het besturingssysteem
Platformspecieke apparaatstuurprogramma's
Softwaretoepassingen, in het geval van een aangepaste image
Ga voor de meest recente documentatie over HP Sure Recover naar http://www.hp.com/support. Selecteer
Zoek uw product en volg de instructies op het scherm.
56 Hoofdstuk 11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten
12 Specicaties
Ingangsvermogen
De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen
met de computer.
De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor
gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn. Hoewel de computer
kan worden gevoed via een aparte gelijkstroomvoedingsbron, wordt u ten zeerste aangeraden de computer
alleen aan te sluiten via een netvoedingsadapter of een gelijkstroombron die door HP is geleverd en
goedgekeurd voor gebruik met deze computer.
De computer is geschikt voor gelijkstroom binnen de volgende specicaties. Netspanning in bedrijf en
werkstroom verschillen per platform. U vindt de bedrijfsspanning en werkstroom van de computer op het
label met kennisgevingen.
Tabel 12-1 Gelijkstroom, specicaties
Ingangsvermogen Capaciteit
Netspanning in bedrijf en
werkstroom
5 V gelijkstroom bij 2 A / 12 V gelijkstroom bij 3 A / 15 V gelijkstroom bij 3 A – 45 W USB-C
5 V gelijkstroom bij 3 A / 9 V gelijkstroom bij 3 A / 12 V gelijkstroom bij 3,75 A /15 V gelijkstroom
bij 3 A – 45 W USB-C
5 V gelijkstroom 3 A / 9 V gelijkstroom bij 3 A / 10 V gelijkstroom bij 3,75 A / 12 V gelijkstroom bij
3,75 A / 15 V gelijkstroom bij 3 A / 20 V gelijkstroom bij 2,25 A – 45 W USB-C
5 V gelijkstroom bij 3 A / 9 V gelijkstroom bij 3 A / 12 V gelijkstroom bij 5 A / 15 V gelijkstroom bij
4,33 A / 20 V gelijkstroom bij 3,25 A – 65 W USB-C
5 V gelijkstroom bij 3 A / 9 V gelijkstroom bij 3 A / 10 V gelijkstroom bij 5 A / 12 V gelijkstroom bij 5
A / 15 V >gelijkstroom bij 4,33 A / 20 V gelijkstroom bij 3,25 A – 65 W USB-C
5 V gelijkstroom bij 3 A / 9 V gelijkstroom bij 3 A / 10 V gelijkstroom bij 5 A / 12 V gelijkstroom bij 5
A / 15 V gelijkstroom bij 5 A / 20 V gelijkstroom bij 4,5 A – 90 W USB-C
19,5 V gelijkstroom bij 2,31 A - 45 W
19,5 V gelijkstroom bij bij 3,33 A - 65 W
19,5 V gelijkstroom bij 4,62 A - 90 W
19,5 V gelijkstroom bij 6,15 A - 120 W
19,5 V gelijkstroom bij 6,9 A – 135 W
19,5 V gelijkstroom bij 7,70 A – 150 W
19,5 V gelijkstroom bij 10,3 A – 200 W
19,5 V gelijkstroom bij 11,8 A – 230 W
19,5 V gelijkstroom bij 16,92 A – 330 W
Gelijkstroomstekker van externe
HP voeding (alleen bepaalde
producten)
Ingangsvermogen 57
OPMERKING: Dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een fase-
fasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.
Omgevingsvereisten
Tabel 12-2 Omgevingsvereisten, specicaties
Factor Metrisch VS
Temperatuur
In bedrijf 5 °C tot 35 °C 41 °F tot 95 °F
Buiten bedrijf -20 °C tot 60 °C -4 °F tot 140 °F
Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)
In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90%
Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95%
Maximale hoogte (zonder drukcabine)
In bedrijf -15 m tot 3048 m -50 ft tot 10.000 ft
Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.000 ft
58 Hoofdstuk 12 Specicaties
13 Elektrostatische ontlading
Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in
aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen
deurklink aanraakt.
Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf
vingers of andere elektrostatische geleiders.
BELANGRIJK: Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een
schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken:
Als in de instructies voor het verwijderen of installeren van onderdelen wordt aangegeven dat u de
computer moet loskoppelen, controleer dan eerst of de computer goed is geaard.
Bewaar onderdelen in de antistatische verpakking totdat u klaar bent om ze te installeren.
Raak pinnen, aansluitingen en circuits niet aan. Zorg dat u elektronische onderdelen zo min mogelijk
hoeft aan te raken.
Gebruik niet-magnetisch gereedschap.
Raak voordat u de onderdelen aanraakt, een ongeverfd metalen oppervlak aan, zodat u niet statisch
geladen bent.
Als u een onderdeel verwijdert, doet u het in een antistatische verpakking.
59
14 Toegankelijkheid
HP en toegankelijkheid
Diversiteit, integratie en werk/leven zit in het DNA van HP en wordt weerspiegeld in alles wat HP maakt. HP
streeft naar een inclusieve omgeving gericht op het verbinden mensen met de kracht van technologie over de
hele wereld.
De technologische hulpmiddelen vinden die u nodig hebt
Technologie opent voor u nieuwe deuren. Met ondersteunende technologieën worden barrières verwijderd en
kunt u thuis, op het werk en in de gemeenschap onafhankelijk creëren. Ondersteunende technologieën
helpen de functionele mogelijkheden van elektronische en informatietechnologie te vergroten, te
onderhouden en te verbeteren. Zie De beste ondersteunende technologie vinden op pagina 61 voor meer
informatie.
De toezegging van HP
HP zet zich ervoor in om producten en diensten aan te bieden die toegankelijk zijn voor mensen met een
handicap. Deze verbintenis ondersteunt de diversiteitsdoelstellingen van HP en zorgt ervoor dat de voordelen
van technologie voor iedereen beschikbaar zijn.
De doelstelling van HP op het gebied van toegankelijkheid is het ontwerpen, produceren en op de markt
brengen van producten en diensten die door iedereen gebruikt kunnen worden, waaronder ook mensen met
een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van de juiste assistieve
apparaten.
Om dat doel te bereiken, zijn met dit toegankelijkheidsbeleid zeven hoofddoelen vastgesteld om de acties van
HP te sturen. Van alle HP managers en werknemers wordt verwacht dat ze deze doelstellingen en de
implementatie ervan ondersteunen in overeenstemming met hun rollen en verantwoordelijkheden:
Verhogen van het bewustzijn van problemen met de toegankelijkheid binnen HP en medewerkers de
training bieden die ze nodig hebben om toegankelijke producten en diensten te ontwerpen, te
produceren, op de markt te brengen en te leveren.
Ontwikkelen van richtlijnen inzake toegankelijkheid voor producten en diensten en
productontwikkelingsgroepen verantwoordelijk houden voor het implementeren van deze richtlijnen
waar dit concurrerend, technisch en economisch haalbaar is.
Mensen met een handicap betrekken bij het ontwikkelen van richtlijnen inzake toegankelijkheid en bij
het ontwerpen en testen van producten en diensten.
Documenteren van toegankelijkheidsfuncties en informatie over HP producten en diensten in een
toegankelijke vorm openbaar beschikbaar stellen.
Relaties tot stand brengen met toonaangevende ondersteunende technologie en leveranciers van
oplossingen.
Ondersteunen van intern en extern onderzoek en ontwikkeling waarmee de ondersteunende
technologie die voor HP producten en diensten relevant is, verbeterd zal worden.
Ondersteunen van en bijdragen aan normen en richtlijnen voor toegankelijkheid in de sector.
60 Hoofdstuk 14 Toegankelijkheid
International Association of Accessibility Professionals (IAAP)
IAAP is een vereniging zonder winstoogmerk die zich richt op bevordering van het vak van toegankelijkheid
via netwerken, onderwijs en certicering. Het doel is professionals op het gebied van toegankelijkheid te
helpen bij het ontwikkelen en stimuleren van hun carrière en organisaties beter in staat te stellen
toegankelijkheid te integreren in hun producten en infrastructuur.
HP is een van de oprichters en heeft zich aangesloten bij andere organisaties om de toegankelijkheid te
verbeteren. Deze toezegging ondersteunt de doelstelling van HP om producten en diensten te ontwerpen, te
produceren en op de markt te brengen die eectief door mensen met een handicap kunnen worden gebruikt.
IAAP maakt het vak sterk door personen, studenten en organisaties wereldwijd met elkaar te verbinden om
van elkaar te leren. Als u meer wilt weten, ga dan naar de online community op
http://www.accessibilityassociation.org, meld u aan voor nieuwsbrieven en lees meer over
lidmaatschapsopties.
De beste ondersteunende technologie vinden
Iedereen, inclusief mensen met een handicap of leeftijdsgebonden beperkingen, moet in staat zijn om te
communiceren, zich uit te drukken en verbinding te maken met de wereld met behulp van technologie. HP
streeft naar meer bewustzijn op het gebied van toegankelijkheid bij HP en bij onze klanten en partners. Of het
nu gaat om grote lettertypen die gemakkelijk leesbaar zijn, spraakherkenning waarmee u uw handen rust
kunt geven of een andere ondersteunende technologie voor uw specieke situatie, vele verschillende
ondersteunende technologieën maken HP producten eenvoudiger om te gebruiken. Hoe kiest u?
Uw behoeften evalueren
Technologie opent voor u nieuwe deuren. Met ondersteunende technologieën worden barrières verwijderd en
kunt u thuis, op het werk en in de gemeenschap onafhankelijk creëren. Ondersteunende technologieën
helpen de functionele mogelijkheden van elektronische en informatietechnologie te vergroten, te
onderhouden en te verbeteren.
U kunt uit vele producten met ondersteunende technologieën kiezen. Met ondersteunende technologieën
moet u verschillende producten kunnen evalueren, uw vragen kunnen beantwoorden en uw selectie van de
beste oplossing voor uw situatie kunnen vergemakkelijken. U zult merken dat professionals die
gekwaliceerd zijn om ondersteunende technologieën te evalueren uit vele gebieden afkomstig zijn, inclusief
diegenen die een licentie hebben of gecerticeerd zijn in fysiotherapie, ergotherapie, spraak-/taalpathologie
en andere expertisegebieden. Anderen, die niet gecerticeerd zijn of geen licentie hebben, kunnen ook
evaluatie-informatie bieden. U wilt mogelijk vragen stellen over de ervaring van de persoon, de expertise en
kosten om te bepalen of deze professionals geschikt zijn voor uw behoeften.
Toegankelijkheid voor HP producten
De volgende koppelingen bieden informatie over toegankelijkheidsfuncties en ondersteunende technologie,
indien van toepassing, in verschillende HP producten. Deze bronnen helpen u bij het selecteren van de
specieke functies met ondersteunende technologie en product(en) die passen bij uw situatie.
HP Elite x3–Toegankelijkheidsopties (Windows 10 Mobile)
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 7
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 8
HP pc's–Toegankelijkheidsopties Windows 10
HP Slate 7-tablets–Toegankelijkheidsfuncties inschakelen op uw HP tablet (Android 4.1/Jelly Bean)
HP SlateBook pc's–Toegankelijkheidsfuncties inschakelen (Android 4.3,4.2/Jelly Bean)
HP en toegankelijkheid 61
HP Chromebook pc's – Toegankelijkheidsfuncties inschakelen op uw HP Chromebook of Chromebox
(Chrome OS)
HP Shopping–randapparatuur voor HP producten
Zie Contact opnemen met ondersteuning op pagina 64 als u extra ondersteuning nodig hebt met de
toegankelijkheidsfuncties van uw HP product.
Extra koppelingen naar externe partners en leveranciers die extra hulp kunnen bieden:
Microsoft-toegankelijkheidsinformatie (Windows 7, Windows 8, Windows 10, Microsoft Oice)
Informatie over toegankelijkheid van Google-producten (Android, Chrome, Google-apps)
Ondersteunende technologieën gesorteerd op type beperking
Assistive Technology Industry Association (ATIA)
Normen en wetgeving
Normen
Artikel 508 van de FAR-normen (Federal Acquisition Regulation) is door de US Access Board gecreëerd om
mensen met fysieke, sensorische of cognitieve beperkingen toegang te bieden tot informatie- en
communicatietechnologie (ICT). De normen bevatten technische criteria die speciek zijn voor verschillende
soorten technologieën, evenals op prestaties gebaseerde vereisten die gericht zijn op de functionele
mogelijkheden van producten die hieronder vallen. Specieke criteria zijn van toepassing op
softwaretoepassingen en besturingssystemen, webgebaseerde informatie en toepassingen, computers,
telecommunicatieproducten, video en multimedia en op zichzelf staande gesloten producten.
Mandaat 376 – EN 301 549
De norm EN 301 549 is door de Europese Unie binnen Mandaat 376 gecreëerd als basis voor een online toolkit
voor de openbare aanbesteding van ICT-producten. De norm speciceert de functionele vereisten betreende
toegankelijkheid die van toepassing zijn op ICT-producten en -diensten, samen met een beschrijving van de
testprocedures en evaluatiemethodologie voor elke toegankelijkheidsvereiste.
Web Content Accessibility Guidelines (WCAG)
Met de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) van het Web Accessibility Initiative (WAI) van W3C kunnen
webontwerpers en -ontwikkelaars sites maken die beter voldoen aan de behoeften van mensen met een
handicap of leeftijdsgebonden beperkingen. WCAG bevordert de toegankelijkheid van alle webinhoud (tekst,
afbeeldingen, audio en video) en webtoepassingen. WCAG kan nauwkeurig worden getest, is gemakkelijk te
begrijpen en te gebruiken en biedt webontwikkelaars exibiliteit voor innovatie. WCAG 2.0 is ook
goedgekeurd als ISO/IEC 40500:2012.
WCAG richt zich speciek op belemmeringen voor internettoegang die mensen met een visuele, auditieve,
fysieke, cognitieve of neurologische handicap ervaren en door oudere internetgebruikers met
toegankelijkheidsbehoeften. WCAG 2.0 biedt kenmerken voor toegankelijke inhoud:
Waarneembaar (bijvoorbeeld door tekstalternatieven voor afbeeldingen, bijschriften voor audio,
aanpassingsvermogen van de presentatie en kleurcontrast)
Werkbaar (door toetsenbordtoegang, kleurcontrast, timing van invoer, vermijden van aanvallen en
navigeerbaarheid)
Begrijpelijk (door leesbaarheid, voorspelbaarheid en hulp bij invoer)
Robuust (bijvoorbeeld door compatibiliteit met ondersteunende technologieën)
62 Hoofdstuk 14 Toegankelijkheid
Wet- en regelgeving
Toegankelijkheid van IT en informatie is een gebied dat qua wetgeving steeds belangrijker is geworden. De
volgende koppelingen bieden informatie over belangrijke wetgeving, regelgeving en normen.
Verenigde Staten
Canada
Europa
Australië
Wereldwijd
Nuttige bronnen en koppelingen aangaande toegankelijkheid
De volgende organisaties zijn mogelijk goede informatiebronnen als het gaat om handicaps en
leeftijdsgebonden beperkingen.
OPMERKING: Deze lijst is niet volledig. Deze organisaties worden alleen ter informatie aangeboden. HP
aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor informatie of contacten die u op internet tegenkomt. Vermelding
op deze pagina impliceert geen goedkeuring door HP.
Organisaties
American Association of People with Disabilities (AAPD)
The Association of Assistive Technology Act Programs (ATAP)
Hearing Loss Association of America (HLAA)
Information Technology Technical Assistance and Training Center (ITTATC)
Lighthouse International
National Association of the Deaf
National Federation of the Blind
Rehabilitation Engineering & Assistive Technology Society of North America (RESNA)
Telecommunications for the Deaf and Hard of Hearing, Inc. (TDI)
W3C Web Accessibility Initiative (WAI)
Onderwijsinstellingen
California State University, Northridge, Center on Disabilities (CSUN)
University of Wisconsin - Madison, Trace Center
Computeraccommodatieprogramma University of Minnesota
Andere bronnen voor gehandicapten
Technisch assistentieprogramma ADA (Americans with Disabilities Act)
ILO Global Business and Disability network
EnableMart
Nuttige bronnen en koppelingen aangaande toegankelijkheid 63
European Disability Forum
Job Accommodation Network
Microsoft Enable
Koppelingen van HP
Ons contactformulier
HP gids voor comfort en veiligheid
HP sales publieke sector
Contact opnemen met ondersteuning
OPMERKING: Ondersteuning is alleen in het Engels.
Klanten die doof of hardhorend zijn en vragen hebben over technische ondersteuning of
toegankelijkheid van HP producten:
Gebruik TRS/VRS/WebCapTel om (877) 656-7058 te bellen van maandag tot en met vrijdag, van
06.00 uur tot 21.00 uur Mountain Time.
Klanten met andere beperkingen of leeftijdsgebonden beperkingen die vragen hebben over technische
ondersteuning of toegankelijkheid van HP producten kunnen een van de volgende opties kiezen:
Bel (888) 259-5707 van maandag tot en met vrijdag, van 06.00 uur tot 21.00 uur Mountain Time.
Vul het Contactformulier in voor mensen met een handicap of leeftijdsgebonden beperkingen.
64 Hoofdstuk 14 Toegankelijkheid
Index
A
aanbevolen procedures 1
aan-uitknop, herkennen 10, 12
aan-uitlampjes, herkennen 9
accu
in de fabriek verzegeld 34
informatie zoeken 33
lage acculading 33
ontladen 33
problemen met een laag
accuniveau verhelpen
34
stroom besparen 33
Accu-informatie zoeken 33
accu laden 33
accuvoeding 32
actietoets afspelen 14
actietoets afspelen onderbreken 14
actietoetsen
afspelen 14
afspelen onderbreken 14
helderheid van het
beeldscherm 13
help 13
HP Command Center 14
microfoon, geluid uitschakelen
14
toetsenbordlampje 13
volgende nummer 14
volume dempen 14
volume van speakers 14
Actietoetsen
gebruiken 13
herkennen 12, 13
actietoetsen geluidsvolume 14
actietoetsen helderheid van
beeldscherm 13
actietoets geluid uit 14
actietoets microfoon uit 14
actietoets volgend nummer 14
actietoets voor
achtergrondverlichting
toetsenbord 13
activeren, slaap- en
hibernationstand 30
afsluiten 31
Antivirussoftware, gebruiken 44
audio 21
geluidsinstellingen 22
geluidsvolume aanpassen 14
HDMI-audio 24
headsets 22
hoofdtelefoon 22
luidsprekers 21
B
back-up, maken 54
Back-up maken, van software en
gegevens 45
back-ups 54
Bedrijfs-WLAN, verbinding 18
beeldschermonderdelen 6
bekabeld netwerk (LAN) 20
Besturingssysteem, voorzieningen
17
beveiligingskabel bevestigen 45
bewegingen op het aanraakscherm
schuifbeweging met één vinger
29
bewegingen op het touchpad en
aanraakscherm
tikken 26
Zoomen door met twee vingers te
knijpen 26
BIOS
starten, Setup Utility 46
update downloaden 47
update uitvoeren 46
versie vaststellen 46
Bluetooth, label 16
Bluetooth-apparaat 17, 19
bronnen, toegankelijkheid 63
C
camera
gebruiken 21
herkennen 6
cameralampje, herkennen 7
caps lock-lampje herkennen 9
combostekker voor audio-uit
(hoofdtelefoon)/audio-in
(microfoon) herkennen 5
computer reageert niet 31
connectoren
audio-uitgang (hoofdtelefoon)/
audio-ingang (microfoon) 5
voeding 4
D
de computer uitschakelen 31
Draadloos netwerk (WLAN)
eectief bereik 18
verbinding maken 18
verbinding met bedrijfs-WLAN
18
verbinding met openbaar WLAN
18
draadloos netwerk beveiligen 45
Draadloze communicatie, knop 17
Draadloze communicatie,
voorzieningen
Besturingssysteem 17
knop 17
E
Elektrostatische ontlading 59
energiebeheer 30
energie-instellingen gebruiken 32
esc-toets, herkennen 12
evaluatie
toegankelijkheidsbehoeften 61
externe voeding gebruiken 34
F
neerhout onderhouden 39
rewallsoftware 44
fn-toets herkennen 12
G
gegevens overbrengen 24
gegevensoverdracht 24
geïnstalleerde software
locatie 3
Index 65
geïntegreerd numeriek toetsenblok,
herkennen 13
geluid. Zie audio
geluidsinstellingen gebruiken 22
Gps 19
H
hardware, zoeken 3
HDMI-poort
aansluiten 23
herkennen 5
headset aansluiten 22
herstellen 54
HP Terugzetpartitie 55
media 55
schijven 55
USB-ashstation 55
het toetsenbord en de optionele muis
gebruiken 29
het touchpad gebruiken 26
Hibernationstand
activeren 31
beëindigen 31
geactiveerd bij kritiek lage
acculading 34
high-denition-apparatuur,
aansluiten 23, 24
hoofdtelefoon aansluiten 22
HP 3D DriveGuard 36
HP bronnen 2
HP Command Center-toets,
herkennen 14
HP Device as a Service (HP DaaS) 45
HP Easy Clean
gebruiken 38
HP Fast Charge 32
HP Herstelbeheer
opstartproblemen corrigeren 55
HP Mobiele breedband
activeren 18
IMEI-nummer 18
MEID-nummer 18
HP ondersteunend beleid 60
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)
downloaden 51
gebruiken 50, 51
starten 51
HP PC Hardware Diagnostics
(Windows)
downloaden 49
gebruiken 49
installeren 50
HP Sure Recover 56
HP terugzetmedia
herstellen 55
HP Touchpoint Manager 45
Hulp krijgen bij Windows 10
actietoets 13
I
IMEI-nummer 18
in de fabriek verzegelde accu 34
Ingangsvermogen 57
Instellingen voor Remote HP PC
Hardware Diagnostics (UEFI)
gebruiken
aanpassen 53
gebruiken 52
International Association of
Accessibility Professionals 61
interne microfoons, herkennen 6
Internetbeveiligingssoftware,
gebruiken 44
K
kennisgevingen
label met kennisgevingen 16
labels met keurmerk voor
draadloze communicatie 16
klantenondersteuning,
toegankelijkheid 64
knoppen
linkerknop van touchpad 9
rechterknop van het touchpad 9
voeding 10, 12
kritiek lage acculading 34
L
label met keurmerk voor draadloze
communicatie 16
labels
Bluetooth 16
kennisgevingen 16
keurmerk voor draadloze
communicatie 16
serienummer 15
service 15
WLAN 16
lage acculading 33
lampje geluid uit herkennen 9
lampje microfoon uit, herkennen 9
lampjes
camera 7
caps lock 9
geluid uit 9
microfoon uitschakelen 9
Netvoedingsadapter en accu 4
privacy camera 9
schijfeenheid 5
voeding 9
lampje van netvoedingsadapter/accu,
herkennen
4
lampje voor draadloze
communicatie 17
luidsprekers
aansluiten 21, 22
herkennen 10
M
MEID-nummer 18
Miracast 24
mobiel breedband
activeren 18
IMEI-nummer 18
MEID-nummer 18
N
netvoedingsconnector
herkennen 4
normen en wetgeving,
toegankelijkheid 62
O
Omgevingsvereisten 58
onderdelen
beeldscherm 6
linkerkant 5
onderkant 14
rechterkant 4
toetsenbordzone 8
onderdelen aan de linkerkant 5
onderdelen aan de onderkant 14
onderdelen aan de rechterkant 4
onderhoud
programma's en
stuurprogramma's bijwerken
37
Onderhoud
Schijfdefragmentatie 36
Schijfopruiming 36
66 Index
ondersteunende technologie
doel 60
vinden 61
Openbaar WLAN, verbinding 18
opstartvolgorde, wijzigen 55
P
pictogram Energie, gebruiken 32
plaatsen
optionele beveiligingskabel 45
poorten
HDMI 5, 23
USB SuperSpeed 4
USB SuperSpeed-poort met HP
Sleep and Charge 5
USB Type-C 24
USB Type-C SuperSpeed-poort
met HP opladen in slaapstand
5
precisie-touchpad
gebruiken 26
precisie-touchpadbewegingen
schuiven met twee vingers 27
tikken met drie vingers 27
tikken met twee vingers 27
tikken met vier vingers 28
vegen met drie vingers 28
privacylampje camera, herkennen 9
privacytoets camera
gebruiken 21
herkennen 12
productnaam en productnummer, van
computer 15
programma's en stuurprogramma's
bijwerken 37
R
reizen met de computer 16, 39
S
Schijfdefragmentatie, software 36
schijfeenheidlampje, herkennen 5
Schijfopruiming, software 36
schuiven met één vinger op
aanraakscherm 29
schuiven met twee vingers,
touchpadbeweging 27
serienummer, van computer 15
servicelabels zoeken 15
Setup Utility (BIOS) wachtwoorden
42
Slaap- en hibernationstand,
activeren 30
Slaapstand
activeren 30
beëindigen 30
sleuven
geheugenkaartlezer 4
software
locatie 3
Software
Schijfdefragmentatie 36
Schijfopruiming 36
software-updates, installeren 44
speciale toetsen, gebruiken 12
systeemherstelpunt, maken 54
T
terugzetmedia
maken met het
downloadhulpprogramma HP
Cloud Recovery 55
maken met Windows-
hulpprogramma's 54
terugzetten 54
tikken, beweging op het touchpad en
aanraakscherm 26
tikken met drie vingers, beweging op
het touchpad 27
tikken met twee vingers,
touchpadbeweging 27
tikken met vier vingers, beweging op
het touchpad 28
toegankelijkheid 60
Toegankelijkheidsnormen Artikel
508 62
toetsen
actie 12
esc 12
fn 12
num lock 13
privacy camera 12
Windows 12
toetsenblok, geïntegreerd
numeriek 13
toetsenbord en een optionele muis
gebruiken 29
toets voor de vliegtuigmodus 17
touchpad
gebruiken 26
instellingen 8
touchpad-bewegingen
schuiven met twee vingers 27
tikken met drie vingers 27
tikken met twee vingers 27
tikken met vier vingers 28
vegen met drie vingers 28
touchpadknoppen
herkennen 9
touchpadzone, herkennen 8
U
USB SuperSpeed-poort, herkennen
4
USB SuperSpeed-poort met HP Sleep
and Charge, herkennen 5
USB Type-C-poort, herkennen 24
USB Type-C SuperSpeed-poort met
HP opladen in slaapstand,
herkennen 5
uw computer onderhouden 38
uw computer reinigen 38, 39
V
vegen met drie vingers,
touchpadbeweging 28
ventilatieopeningen, herkennen 14
verbinding maken met een draadloos
netwerk 17
verbinding maken met een LAN 20
verbinding maken met een netwerk
17
Verbinding maken met WLAN 18
verzenden van de computer 39
video
draadloze beeldschermen 24
HDMI-poort 23
USB Type-C 24
video, gebruiken 22
vingerafdrukken, registreren 43
vingerafdruklezer herkennen 11, 12
vliegtuigmodus 17
voeding
accu 32
externe 34
volume
aanpassen 14
geluid uit 14
W
wachtwoorden
Setup Utility (BIOS) 42
Index 67
Wachtwoorden
Windows 41
Wachtwoorden gebruiken 41
Windows
back-up 54
systeemherstelpunt 54
terugzetmedia 54
Windows Hello 21
gebruiken 43
Windows-hulpprogramma's,
gebruiken
54
Windows-toets, herkennen 12
Windows-wachtwoorden 41
WLAN-antennes, herkennen 7
WLAN-apparaat 16
WLAN label 16
WWAN-apparaat 18
Z
zoomen door met twee vingers te
knijpen, beweging op het touchpad
en aanraakscherm 26
68 Index
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

HP ENVY 17-cg0000 Laptop PC series Handleiding

Type
Handleiding