Siemens KU15LADF0 Handleiding

Type
Handleiding
Kühl- und Gefrierkombination
Fridge-freezer
Réfrigérateur / Congélateur combiné
Combinazione frigorifero / congelatore
Koelvriescombinatie
KU..L..
de Gebrauchsanleitung
en User manual
fr Notice d’utilisation
it Istruzioni per l'uso
nl Gebruiksaanwijzing
Register your product on My Siemens and discover
exclusive services and offers.
siemens-home.bsh-group.com/welcome
The future moving in.
Siemens Home Appliances
nl
109
Inhoudsopgave
Veiligheid.....................................111
Algemene aanwijzingen ...............111
Bestemming van het apparaat.....111
Inperking van de gebruikers ........111
Veiliger transport ..........................112
Veilige installatie...........................112
Veilig gebruik................................113
Beschadigd apparaat...................116
Het voorkomen van materiële
schade .........................................117
Milieubescherming en bespa-
ring...............................................117
Afvoeren van de verpakking ........117
Energie besparen.........................117
Opstellen en aansluiten..............118
Leveringsomvang .........................118
Apparaat opstellen en aanslui-
ten.................................................118
Criteria voor de opstellocatie .......119
Het apparaat voor het eerste ge-
bruik voorbereiden .......................119
Apparaat elektrisch aansluiten.....119
Uw apparaat leren kennen..........119
Apparaat.......................................119
Bedieningselementen...................120
Uitrusting.....................................120
Legplateau....................................120
Schuiflade.....................................120
Fruit- en groentelade met deksel .120
Deurrekken...................................121
Accessoires..................................121
De Bediening in essentie............121
Apparaat inschakelen...................121
Opmerkingen bij het gebruik .......121
Machine uitschakelen...................121
Temperatuur instellen...................121
Extra functies ..............................122
Supervriezen.................................122
Koelvak ........................................122
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het koelvak........122
Koudezones in het koelvak ..........122
Sticker "OK"..................................123
Vriesvak .......................................123
Deur van het vriesvak...................123
Invriescapaciteit............................123
Tips voor het inkopen van diep-
vrieskost .......................................123
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het vriesvak.......124
Tips voor het bevriezen van ver-
se levensmiddelen .......................124
Houdbaarheid van de diepvries-
waren bij −18°C..........................125
Ontdooimethodes voor diep-
vrieswaren ....................................125
Ontdooien....................................125
Ontdooien in het koelvak. ............125
Ontdooien in het vriesvak ............125
Reiniging en onderhoud .............126
Apparaat voorbereiden voor rei-
niging............................................126
Apparaat schoonmaken...............127
De dooiwatergoot en het afvoer-
gat reinigen. .................................127
Ventilatierooster reinigen..............127
Onderdelen eruit halen ................127
Storingen verhelpen ...................129
Functiestoringen ...........................129
Temperatuurprobleem..................130
Geluiden .......................................130
Geurtjes ........................................131
nl
110
Opslaan en afvoeren...................132
Apparaat buiten gebruik stellen ...132
Afvoeren van uw oude apparaat..132
Servicedienst...............................132
Productnummer (E-nr.) en pro-
ductienummer (FD) ......................133
Technische gegevens.................133
Veiligheid nl
111
Veiligheid
Houd de informatie omtrent veiligheid aan, zodat u het apparaat
veilig kunt gebruiken.
Algemene aanwijzingen
Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing.
¡Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt
u het apparaat veilig en efficiënt gebruiken.
¡Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de gebruiker van het
apparaat.
¡Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht.
¡Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren.
¡Controleer het apparaat na het uitpakken. Sluit het apparaat in
geval van transportschade niet aan.
Bestemming van het apparaat
Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient
u de aanwijzingen over het beoogd gebruik in acht te nemen.
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡volgens deze gebruiksaanwijzing.
¡om levensmiddelen te koelen en in te vriezen en voor ijsberei-
ding.
¡voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving.
¡tot een hoogte van 2000m boven zeeniveau.
Inperking van de gebruikers
Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen.
Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en
door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkin-
gen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toe-
zicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het appa-
raat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
nl Veiligheid
112
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd
door kinderen indien deze niet onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar niet bij het ap-
paraat of de aansluitkabel kunnen komen.
Kinderen vanaf 3 jaar en jonger dan 8 jaar mogen de koelkast/
diepvriezer vullen en legen.
Veiliger transport
Houd de veiligheidsaanwijzingen aan wanneer u het apparaat
transporteert.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels
veroorzaken.
Het apparaat niet alleen optillen.
Veilige installatie
Houd deze veiligheidsaanwijzingen in acht bij de installatie van
het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet
met wisselstroom aansluiten.
Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie
moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïn-
stalleerd.
Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voe-
den, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op af-
stand.
Veiligheid nl
113
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker
van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer
vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting vol-
gens de installatievoorschriften worden ingebouwd.
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het net-
snoer niet wordt afgeklemd of beschadigd.
¡Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met warmtebronnen in contact bren-
gen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in
contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
¡Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane
adapters is gevaarlijk.
Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebrui-
ken.
Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servi-
cedienst.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
¡Draagbare mobiele meervoudige stopcontacten of draagbare
netvoedingen kunnen oververhit raken en tot brand leiden.
Draagbare mobiele meervoudige stopcontacten of draagba-
re netvoedingen niet aan de achterkant van de apparaten
plaatsen.
Veilig gebruik
Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in
acht.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
nl Veiligheid
114
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
¡Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken
en hierin verstrikt raken en stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
¡Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en
hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen.
WAARSCHUWING‒Explosiegevaar!
¡Mechanische inrichtingen of andere middelen kunnen de kou-
dekringloop beschadigen, brandbaar koudemiddel kan lekken
en exploderen.
Gebruik voor het versnellen van het ontdooien geen andere
mechanische inrichtingen of andere middelen dan diegene
die door de fabrikant zijn aanbevolen.
¡Producten met brandbare drijfgassen en explosieve stoffen
kunnen exploderen, bijv. spuitbussen.
Bewaar geen producten met brandbare drijfgassen en ex-
plosieve stoffen in het apparaat.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
¡Elektrische apparaten binnenin het apparaat kunnen tot een
brand leiden, bijv. verwarmingsapparaten of elektrische ijsbe-
reiders.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat.
¡De dampen van brandbare vloeistoffen kunnen ontsteken (ex-
plosieve verbranding)
Dranken met een hoog alcoholpercentage uitsluitend goed
afgesloten en staand bewaren.
Veiligheid nl
115
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
¡Flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank kunnen bar-
sten.
Geen flessen of blikjes met koolzuurhoudende drank in het
vriesvak bewaren.
¡Letsel aan de ogen door lekkend brandbaar koudemiddel en
schadelijke gassen.
De buizen van de koudemiddelkringloop en de isolatie niet
beschadigen.
WAARSCHUWING‒Verbrandingsgevaar door kou!
Contact met diepvrieswaren en koude oppervlakken kan tot
brandwonden door koude leiden.
Nooit diepvrieswaren in de mond nemen nadat deze uit het
vriesvak werden genomen.
Voorkom dat de huid langdurig in contact komt met diep-
vrieswaren, ijs en de buizen in het vriesvak.
VOORZICHTIG‒Gezondheidsrisico!
Houd de volgende aanwijzingen aan om verontreiniging van
levensmiddelen te voorkomen.
Wanneer de deur langere tijd wordt geopend, kan dit leiden
tot een aanzienlijke temperatuurstijging in de vakken van
het apparaat.
Maak de oppervlakken, die met levensmiddelen en toegan-
kelijke afvoersystemen in contact komen, regelmatig
schoon.
Rauw vlees en vis in geschikte containers in de koelkast
dusdanig bewaren dat het niet in contact komt met andere
levensmiddelen of op deze drupt.
Wanneer het koel-/vriesapparaat langere tijd leeg staat, het
apparaat uitschakelen, ontdooien, reinigen en de deur open
laten, om schimmelvorming te voorkomen.
nl Veiligheid
116
Beschadigd apparaat
Neem deze veiligheidsvoorschriften in acht als uw apparaat be-
schadigd is.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk.
Nooit een beschadigde apparaat gebruiken.
Nooit een apparaat met gescheurd of gebroken oppervlak
gebruiken.
"Neem contact op met de servicedienst." →Pagina132
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
¡Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden
gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet
het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fa-
brikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde per-
soon.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
Bij beschadiging van de leidingen kunnen brandbaar koude-
middel en schadelijke gassen ontsnappen en ontsteken.
Houd vuur en ontstekingsbronnen uit de buurt van het ap-
paraat.
Ventileer de ruimte.
"Het apparaat uitschakelen." →Pagina121
De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken of
de zekering in de meterkast uitschakelen.
"Neem contact op met de service-afdeling." →Pagina132
Het voorkomen van materiële schade nl
117
Het voorkomen van materiële schade
Het voorkomen van mate-
riële schade
Het voorkomen van materiële schade
Ter voorkoming van materiële scha-
de, aan het apparaat, de accessoires
of keukenvoorwerpen dient u de aan-
wijzingen in acht te nemen.
LET OP!
¡Door verontreinigingen met olie of
vet kunnen kunststofdelen en
deurafdichtingen poreus worden.
Houd kunststofdelen en deuraf-
dichtingen olie- en vetvrij.
¡Door het gebruik van de plint, la-
den of apparaatdeuren als zitvlak
of opstapje kan het apparaat be-
schadigd raken.
Niet op de plint, laden of deuren
staat of leunen.
Milieubescherming en besparing
Milieubescherming en be-
sparing
Milieubescherming en besparing
Bescherm het milieu door het appa-
raat op een hulpbronnenbesparende
manier te gebruiken en herbruikbare
materialen op de juiste manier af te
voeren.
Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieu-
vriendelijk en kunnen worden herge-
bruikt.
De afzonderlijke componenten op
soort gescheiden afvoeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of
deelraadskantoor kunt u informatie
verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.
Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, ver-
bruikt uw apparaat minder stroom.
Keuze van de opstellingslocatie
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
het apparaat plaatst.
¡Stel het apparaat niet bloot aan di-
rect zonlicht.
¡Plaats het apparaat zo ver moge-
lijk van radiatoren, fornuis en an-
dere warmtebronnen:
Houd 30mm afstand aan tot
elektrische- of gasfornuizen.
Houd 30cm afstand aan tot
olie- en kolenfornuizen.
Het apparaat hoeft bij lagere om-
gevingstemperaturen minder vaak
te koelen.
¡Ventilatieopeningen niet afdekken
of blokkeren.
¡Ventileer de ruimte dagelijks.
De lucht aan de achterwand van
het apparaat kan beter ontsnap-
pen, het apparaat warmt niet zo
sterk op.
Het apparaat hoeft minder vaak te
koelen.
Energie besparen bij het gebruik.
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
uw apparaat gebruikt.
AanwijzingDe plaatsing van de uit-
rustingsonderdelen heeft geen in-
vloed op het energieverbruik van het
apparaat.
¡Ventilatieopeningen niet afdekken
of blokkeren.
De lucht aan de achterwand van
het apparaat kan beter ontsnap-
pen, het apparaat warmt niet zo
sterk op.
nl Opstellen en aansluiten
118
¡Open de ovendeur slechts kort.
¡Transporteer gekoelde levensmid-
delen in een koeltas en leg ze snel
in het apparaat.
¡Warme gerechten en dranken
eerst laten afkoelen, daarna in het
apparaat plaatsen.
¡Leg om de koude van de diep-
vriesproducten te benutten, deze
ter ontdooiing in het koelvak.
De lucht in het apparaat warmt
niet zo sterk op.
Het apparaat hoeft minder vaak te
koelen.
¡Laat altijd wat ruimte tussen de le-
vensmiddelen en de achterwand.
¡Verpak de levensmiddelen lucht-
dicht.
De lucht kan circuleren en de
luchtvochtigheid blijft constant.
¡Vriesvak regelmatig ontdooien.
Een vorstvrij vriesvak is stroombe-
sparend en koelt de diepvrieswa-
ren optimaal.
¡Deur van het vriesvak slechts kort-
stondig openen en zorgvuldig slui-
ten.
Een gesloten deur van het vries-
vak beschermt het vriesvak tegen
sterke verijzing.
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Leveringsomvang
Controleer na het uitpakken alle on-
derdelen op transportschade en de
volledigheid van de levering.
Neem bij klachten met uw dealer of
onze "servicedienst" →Pagina132
contact op.
De levering bestaat uit:
¡Onderbouwapparaat
¡Uitrusting en accessoires1
¡Montagemateriaal
¡Montagehandleiding
¡Gebruiksaanwijzing
¡Klantenserviceboekje
¡Garantiebijlage2
¡Energielabel
¡Productgegevensblad
¡Informatie over energieverbruik en
geluiden
Apparaat opstellen en aan-
sluiten
Voorwaarde:"De leveringsomvang
van het apparaat is gecontroleerd."
→Pagina118
1. "Houd de criteria aan voor de op-
stellocatie van het apparaat."
→Pagina119
2. Het apparaat conform meegelever-
de montagehandleiding installeren.
3. "Het apparaat voor het eerste ge-
bruik voorbereiden." →Pagina119
4. "Het apparaat elektrisch aanslui-
ten." →Pagina119
1Afhankelijk van de apparaatuitvoering
2Niet in alle landen
Uw apparaat leren kennen nl
119
Criteria voor de opstellocatie
Houd deze aanwijzing aan wanneer u
het apparaat plaatst.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar!
Wanneer het apparaat in een te klei-
ne ruimte staat, kan er bij een lek van
het koudecircuit een brandbaar gas-
luchtmengsel ontstaan.
Stel het apparaat uitsluitend op in
een ruimte, welke tenminste een
volume heeft van 1m3 per 8g
koudemiddel. De hoeveelheid van
het koudemiddel staat op het type-
plaatje. →Afb. 1/
5
Het gewicht van het apparaat kan af-
hankelijk van het model tot 35 bedra-
gen.
De ondergrond moet stabiel genoeg
zijn om het gewicht van het apparaat
te dragen.
Toegestane ruimtetemperatuur
De toegestane kamertemperatuur is
afhankelijk van de klimaatklasse van
het apparaat.
De klimaatklasse vindt u op het type-
plaatje. →Afb. 1/
5
Klimaatklas-
se
Toegestane ruimtetempe-
ratuur
SN 10°C…32°C
N 16°C…32°C
ST 16°C…38°C
T 16°C…43°C
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de toegestane binnentempe-
ratuur.
Wanneer u een apparaat van de kli-
maatklasse SN gebruikt bij lagere ka-
mertemperaturen, dan kunnen be-
schadigingen aan het apparaat tot
een kamertemperatuur van 5°C wor-
den uitgesloten.
Onderbouw
Bij bepaalde aanrechtbladen, bijv.
van steen, glas of roestvrij staal, is
bevestiging onder het aanrechtblad
vaak niet mogelijk. Toebehoren voor
de montage op de zijwanden kunt u
bij de klantenservice bestellen.
→"Servicedienst", Pagina132
Het apparaat voor het eerste
gebruik voorbereiden
1. Haal het informatiemateriaal er uit.
2. Verwijder de beschermfolie en
transportborgingen, bijv. plakstrips
en karton.
3. "Het apparaat voor de eerste keer
reinigen." →Pagina127
Apparaat elektrisch aanslui-
ten
1. De netstekker van het aansluit-
snoer van het apparaat in een
stopcontact in de omgeving van
het apparaat steken.
De aansluitgegevens van het ap-
paraat staan op het typeplaatje.
→Afb. 1/
5
2. De netstekker op vastheid contro-
leren.
aHet apparaat is nu gereed voor ge-
bruik.
Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren ken-
nen
Uw apparaat leren kennen
Lees meer over de onderdelen van
uw apparaat.
Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de on-
derdelen van uw apparaat.
→Afb. 1
nl Uitrusting
120
A
Vriesvak
B
Koelvak
1
Lichtschakelaar
2
Bedieningselementen
3
Hoofdschakelaar
4
Schuiflade
5
Typeplaatje
6
Groente- en fruitlade
7
Ventilatierooster
8
Deurrek voor grote flessen
AanwijzingVerschillen tussen uw ap-
paraat en de afbeeldingen zijn moge-
lijk op basis van uitrusting en grootte.
Bedieningselementen
Via de bedieningselementen kunt u
alle functies van uw apparaat instel-
len en informatie krijgen over de ge-
bruikstoestand.
→Afb. 2
1
De hoofdschakelaar schakelt het ap-
paraat in of uit.
2
schakelt Supervriezen in of uit.
3
Toont de ingestelde temperatuur van
het koelvak in°C.
4
stelt de temperatuur van het koel-
vak in.
Uitrusting
Uitrusting
Uitrusting
Hier krijgt u een overzicht van de ac-
cessoires behorende bij uw apparaat
en de manier waarop ze worden ge-
bruikt.
De uitrusting van uw apparaat is mo-
delafhankelijk.
Legplateau
Om de schappen naar wens te varië-
ren, het schap uitnemen en op een
andere positie weer plaatsen.
→"Plateau verwijderen", Pagina127
Schuiflade
Bewaar dierlijke levensmiddelen in
de lade. "Voor het vullen en uitnemen
kunt u de lade uit het apparaat ne-
men." →Pagina128
Fruit- en groentelade met dek-
sel
Bewaar vers fruit en groente in de
fruit- en groentelade.
"Haal de fruit- en groentelade uit het
apparaat voor het vullen en uitne-
men." →Pagina128
Afhankelijk van de soort levensmid-
delen en de hoeveelheid kan zich in
de fruit- en groentelade condenswa-
ter vormen.
Verwijder het condenswater met een
droge doek.
Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit
en het aroma behouden blijven, moet
u koudegevoelig fruit en groente bui-
ten het apparaat bewaren bij tempe-
raturen van ca. 8°C tot 12°C.
Koudegevoelig fruit ¡Ananas
¡Bananen
¡Mango
¡Papaya
¡Citrusvruchten
Koudegevoelige
groente
¡Aubergines
¡Komkommers
¡Courgette
¡Paprika
¡Tomaten
¡Aardappels
De Bediening in essentie nl
121
Deurrekken
Om het deurrek naar behoefte te vari-
ëren deze er uit nemen en op een
andere positie weer plaatsen.
→"Deurrek verwijderen", Pagina128
Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires.
Deze zijn speciaal op uw apparaat af-
gestemd. Hier krijgt u een overzicht
van de accessoires behorende bij uw
apparaat en de manier waarop ze
worden gebruikt.
De accessoires van het apparaat zijn
afhankelijk van het model.
Eierplateau
Bewaar eieren veilig op het eierpla-
teau.
Flessenhouder
De flessenhouder voorkomt dat fles-
sen bij het openen en sluiten van de
apparaatdeur kantelen.
→Afb. 3
IJsblokjesschaal
Gebruik de ijsblokjesschaal om ijs-
blokjes te maken.
IJsblokjes maken
1. De ijsblokjesschaal voor ¾ met
water vullen en in het vriesvak
plaatsen.
Vastgevroren ijsblokjesschaal al-
leen met een bot voorwerp, bijv.
steel van een lepel, losmaken.
2. Om deijsblokjesschaal los tema-
ken de ijsblokjesschaal iets verbui-
gen of kort onder stromend water
houden.
De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
Hier wordt de bediening van het ap-
paraat in essentie beschreven.
Apparaat inschakelen
1. Het apparaat met hoofdschakelaar
inschakelen. →Afb. 1/
3
aHet apparaat begint te koelen.
aDe temperatuurindicatie knippert
tot in het apparaat de ingestelde
temperatuur is bereikt.
2. "De gewenste temperatuur instel-
len." →Pagina121
Opmerkingen bij het gebruik
¡Wanneer u het apparaat heeft in-
geschakeld, wordt de ingestelde
temperatuur pas na enkele uren
bereikt. Geen levensmiddelen in
het apparaat doen voordat de tem-
peratuur is bereikt.
Machine uitschakelen
Het apparaat met de hoofdschake-
laar uitschakelen. →Afb. 1/
3
aHet apparaat koelt niet meer.
Temperatuur instellen
Nadat u het apparaat heeft ingescha-
keld, kunt u de temperatuur instellen.
Koelvaktemperatuur instellen
Zo vaak op drukken tot de tem-
peratuurindicatie de gewenste tem-
peratuur toont.
De aanbevolen temperatuur in het
koelvak bedraagt 4°C.
→"Sticker "OK"", Pagina123
Vriesvaktemperatuur instellen
Om de vriesvaktemperatuur in te
stellen, de "koelvaktemperatuur wij-
zigen" →Pagina121.
nl Extra functies
122
De koelvaktemperatuur beïnvloedt
de vriesvaktemperatuur. Hoger in-
gestelde koelvaktemperaturen zor-
gen voor hogere vriesvaktempera-
turen.
Extra functies
Extra functies
Extra functies
Kom te weten over welke instelbare
extra functies uw apparaat beschikt.
Supervriezen
Bij het Supervriezen koelt het vries-
vak zo koud mogelijk. Hierdoor be-
vriezen levensmiddelen snel tot in de
kern.
Schakel Supervriezen 4 tot 6 uur
voor het inladen van een hoeveelheid
levensmiddelen vanaf 2 kg in het
vriesvak in.
Om het invriesvermogen te benutten,
gebruikt u Supervriezen.
→"Voorwaarden voor invriesvermo-
gen", Pagina123
AanwijzingAls Supervriezen is inge-
schakeld, kan er meer geluid ont-
staan.
Supervriezen inschakelen
indrukken.
a brandt.
AanwijzingNa ca. 48 uur schakelt
het apparaat over op de normale
werking.
Supervriezen uitschakelen
indrukken.
Koelvak
Koelvak
Koelvak
In het koelvak kunt u vlees, worst,
vis, melkproducten, eieren, bereide
gerechten en gebak bewaren.
De temperatuur in het koelvak kunt u
van 2°C tot 8°C instellen.
De aanbevolen temperatuur in het
koelvak bedraagt 4°C.
→"Sticker "OK"", Pagina123
Door de koelopslag kunt uook zeer
bederfelijke levensmiddelen opkorte
ofmiddellange termijn bewaren. Hoe
lager de gekozen temperatuur is, des
te langer blijven de levensmiddelen
vers.
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het koelvak
Volg de tips op bij het bewaren van
levensmiddelen in uw koelvak.
¡Om ervoor te zorgen dat de vers-
heid en kwaliteit van de levensmid-
delen langer behouden blijven, uit-
sluitend verse en ongeschonden
levensmiddelen bewaren.
¡Bij kant-en-klaar-producten en ge-
bottelde producten de door de fa-
brikant vermelde houdbaarheids-
datum of gebruiksdatum niet over-
schrijden.
¡Om aroma, kleur en versheid te
behouden of smaakoverdracht en
verkleuringen van de kunststofde-
len te vermijden, levensmiddelen
goed verpakt of afgedekt bewaren.
¡Warme gerechten en dranken
eerst laten afkoelen, voordat u de-
ze in het koelvak plaatst.
Koudezones in het koelvak
Door de luchtcirculatie in et koelvak
ontstaan verschillende koudezones.
Koudste zone
De koudste zone is de schuiflade.
Vriesvak nl
123
Warmste zone
De warmste zone bevindt zich hele-
maal bovenaan in de deur.
Tip:Bewaar minder gevoelige le-
vensmiddelen in de warmste zone,
bijv. harde kaas en boter. Hierdoor
komt het aroma van de kaas beter
tot ontwikkeling en blijft de boter
smeerbaar.
Sticker "OK"
Met de sticker OK kunt u controleren
of in het koelvak de voor de levens-
middelen aanbevolen veilige tempe-
ratuurbereiken van +4°C of kouder
bereikt zijn.
De sticker OK wordt niet bij alle mo-
dellen meegeleverd.
Wanneer de sticker OK niet weer-
geeft, dan de temperatuur stapsge-
wijze verlagen.
→"Koelvaktemperatuur instellen",
Pagina121
Na ingebruikneming van het appa-
raat kan het tot wel 12 uur duren
voordat de ingestelde temperatuur is
bereikt.
Correcte instelling
Vriesvak
Vriesvak
Vriesvak
In het vriesvak kunt u diepvrieswaren
bewaren, levensmiddelen bevriezen
en ijsblokjes maken.
De temperatuur in het vriesvak is af-
hankelijk van de temperatuur in het
koelvak.
Langdurig bewaren van levensmidde-
len moet opeen temperatuur van –
18°C of lager gebeuren.
Door het invriezen kunt u bederfelijke
levensmiddelen gedurende lange tijd
bewaren. De lage temperaturen ver-
tragen of stoppen het bederven.
De tijd die nodig isom verse
levensmiddelen volledig diep tevriezen
isafhankelijk van verschillende
factoren:
¡Ingestelde temperatuur
¡Levensmiddel (grootte en soort)
¡Bewaarde hoeveelheid
¡Reeds bewaarde hoeveelheid le-
vensmiddelen
Deur van het vriesvak
Om ervoor te zorgen dat diepvrieswa-
ren niet ontdooien en het vriesvak
niet te sterk verijst, dient u de deur
van het vriesvak altijd te sluiten.
AanwijzingAls u de deur van het
vriesvak sluit, klikt deze hoorbaar
vast.
Invriescapaciteit
Het invriesvermogen geeft aan welke
hoeveelheid levensmiddelen in hoe-
veel uur tot in de kern kan worden in-
gevroren.
Informatie over het invriesvermogen
vindt u op het typeplaatje. →Afb. 1/
5
Voorwaarden voor invriesvermogen
Bij het inladen van verse levens-
middelen, Supervriezen inschake-
len.
→"Supervriezen inschakelen",
Pagina122
Tips voor het inkopen van
diepvrieskost
Neem de tips in acht als u diepvries-
kost inkoopt.
¡Op onbeschadigde verpakking let-
ten.
nl Vriesvak
124
¡Op de houdbaarheidsdatum letten.
¡De temperatuur in de supermarkt-
vriezer moet –18°C of kouder
zijn.
¡De diepvriesketen niet onderbre-
ken. Diepvriesproducten liefst in
een koeltas transporteren en snel
in het vriesvak leggen.
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het vriesvak
Neem de tips in acht als u levens-
middelen in het vriesvak inruimt.
¡De levensmiddelen over een groot
oppervlak van het vriesvak verde-
len.
¡In te vriezen levensmiddelen niet in
aanraking brengen met ingevroren
levensmiddelen.
Indien nodig diepgevroren levens-
middelen in het vriesvak verande-
ren van positie.
Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen
Neem de tips in acht als u verse le-
vensmiddelen invriest.
¡Alleen verse en onberispelijke le-
vensmiddelen bevriezen.
¡Voor het verbruik gekookte, gebra-
den of gebakken levensmiddelen
zijn geschikter dan rauw te eten le-
vensmiddelen.
¡Om voedingswaarde, aroma en
kleur te behouden, moet u bepaal-
de levensmiddelen voorbereiden
om in te vriezen.
Groente: wassen, kleiner maken,
blancheren.
Fruit: wassen, ontpitten en even-
tueel schillen, eventueel suiker
of ascorbinezuuroplossing toe-
voegen.
Meer aanwijzingen vindt u in de des-
betreffende literatuur.
Over het invriezen van geschikte
levensmiddelen
¡Brood en banket
¡Vis en zeevruchten
¡Vlees
¡Wild en gevogelte
¡Groente, fruit en kruiden
¡Eieren zonder schaal
¡Melkproducten, bijv. kaas, boter en
kwark
¡Bereide gerechten en kliekjes, zo-
als soep, stoofschotels, gaar vlees
en gare vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete toetjes
Over het invriezen van ongeschikte
levensmiddelen
¡Groentesoorten die meestal rauw
worden gegeten, zoals kropsla en
radijsjes
¡Ongepelde of hardgekookte eieren
¡Wijndruiven/druiven
¡Hele appels, peren en perziken
¡Yoghurt, dikke zure melk, zure
room, crème fraîche en mayonaise
Diepvrieswaren verpakken
Als u geschikt verpakkingsmateriaal
en de juiste soort verpakking kiest,
kunt u de productkwaliteit in hoge
mate behouden en vriesbrand vermij-
den.
1. De levensmiddelen in de verpak-
king leggen.
Geschikte verpakking:
Kunststoffolie van polyethyleen
Buisfolie van polyethyleen
Diepsvrieszakjes van polyethy-
leen
– Diepvriesdozen
Niet geschikt als verpakking:
– (in)pakpapier
– Perkamentpapier
– Cellofaan
– Aluminiumfolie
Vuilniszakken en gebruikte plas-
tic zakken
Ontdooien nl
125
2. De lucht eruit drukken.
3. De verpakking luchtdicht afsluiten
om te voorkomen dat de levens-
middelen hun smaak verliezen of
uitdrogen.
Geschikte afsluitingen:
– Rubberringen
– Kunststofclips
Koudebestendig plakband
4. De verpakking met de inhoud van
de invriesdatum voorzien.
Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18°C
Neem de bewaartijden in acht als u
levensmiddelen invriest.
Levensmiddel Bewaartijd
Vis, worst, klaargemaakte
gerechten, brood en ban-
ket
Tot 6 maanden
Gevogelte, vlees Tot 8 maanden
Groente, fruit Tot 12 maanden
Ontdooimethodes voor diep-
vrieswaren
Om de productkwaliteit zo goed mo-
gelijk te behouden, de ontdooimetho-
de aan levensmiddel en gebruiksdoel
aanpassen.
VOORZICHTIG
Gezondheidsrisico!
Bij het ontdooien kan er bacterievor-
ming optreden en kunnen de diep-
vrieswaren bederven.
Half of geheel ontdooide diepvries-
waren niet opnieuw invriezen.
Het voedsel pas na het koken of
braden opnieuw invriezen.
De maximale bewaartijd niet meer
ten volle benutten.
Ontdooimethode Levensmiddel
Koelvak Dierlijke levensmidde-
len, zoals vis, vlees,
kaas, kwark
Omgevingstempe-
ratuur
Brood
Magnetron Levensmiddelen voor di-
recte consumptie of di-
recte toebereiding
Oven of fornuis Levensmiddelen voor di-
recte consumptie of di-
recte toebereiding
Ontdooien
Ontdooien
Ontdooien
Houdt u de informatie aan, wanneer
u uw apparaat wilt ontdooien.
Ontdooien in het koelvak.
Tijdens het gebruik vormen zich op
de achterwand van het koelvak af-
hankelijk van de werking waterdrup-
pels of rijp. De achterwand van het
koelvak ontdooit automatisch.
Dooiwater of rijp loopt via de dooiwa-
tergoot in het afvoergat naar de ver-
dampingsschaal en moeten niet wor-
den afgeveegd.
Neem de volgende informatie in acht
om ervoor te zorgen dat dooiwater
kan weglopen en geurvorming wordt
vermeden:
→"De dooiwatergoot en het afvoer-
gat reinigen.", Pagina127.
Ontdooien in het vriesvak
Omdat de diepvrieswaren niet mogen
ontdooien, ontdooit het vriesvak niet
automatisch. Een laag rijp in het
nl Reiniging en onderhoud
126
vriesvak vermindert de afgifte van
koude aan de diepvrieswaren en ver-
hoogt het energieverbruik.
Vriesvak ontdooien
Het vriesvak regelmatig ontdooien.
1. Ca. 4uur voor het ontdooien Su-
pervriezen inschakelen.
→"Supervriezen inschakelen",
Pagina122
De levensmiddelen bereiken hier-
door heel lage temperaturen en u
kunt de levensmiddelen langer op
kamertemperatuur bewaren.
2. De diepvrieswaren verwijderen en
op een koele plaats bewaren. Kou-
de-accu's, indien voorhanden, op
de dievrieswaren leggen.
3. "Het apparaat uitschakelen."
→Pagina121
4. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
5. Om het ontdooien te versnellen,
een pan met heet water op een on-
derzetter in het vriesvak zetten.
6. Het dooiwater met een zachte
doek of een spons opvegen.
7. Het vriesvak met een zachte, dro-
ge doek droogwrijven.
8. Het apparaat elektrisch aansluiten.
9. "Het apparaat inschakelen."
→Pagina121
10."De diepvrieswaren inladen."
→Pagina124
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
De reiniging van ontoegankelijke
plaatsen moet door de servicedienst
worden uitgevoerd. Aan de reiniging
door de servicedienst kunnen kosten
verbonden zijn.
Apparaat voorbereiden voor
reiniging
Informatie over de wijze waarop u uw
apparaat voorbereid voor reiniging
1. "Het apparaat uitschakelen."
→Pagina121
2. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
3. Haal alle levensmiddelen uit het
apparaat en bewaar deze op een
koele plek.
Indien beschikbaar koelelementen
op de levensmiddelen leggen.
4. Als een rijplaag voorhanden is, de-
ze laten ontdooien.
5. "Neem alle uitrustingsdelen uit het
apparaat." →Pagina127
Reiniging en onderhoud nl
127
Apparaat schoonmaken
Maak het apparaat schoon zoals
voorgeschreven, zodat het niet door
een verkeerde reiniging of onge-
schikte schoonmaakmiddelen be-
schadigd raakt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
¡Binnendringend vocht kan een
schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hoge-
drukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
¡Vloeistof in de verlichting kan ge-
vaarlijk zijn.
Het sop mag niet in de verlich-
ting terechtkomen.
LET OP!
¡Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het
apparaat beschadigen.
Geen harde schuur- of afwas-
sponsjes gebruiken.
Geen scherpe of schurende rei-
nigingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende rei-
nigingsmiddelen gebruiken.
¡Wanneer u uitrustingsdelen en ac-
cessoires in de vaatwasser reinigt,
kunnen deze vervormen of verkleu-
ren.
Reinig nooit plateaus en hou-
ders in de vaatwasser.
1. "Apparaat voorbereiden voor reini-
ging." →Pagina126
2. Het apparaat, de uitrustingsdelen
en de deurafdichting met een vaat-
doek, lauwwarm water en een
beetje pH-neutraal afwasmiddel rei-
nigen.
3. Met een zachte, droge doek gron-
dig nadrogen.
4. Plaats de uitrustingsdelen in het
apparaat.
5. Het apparaat elektrisch aansluiten.
6. "Het apparaat inschakelen."
→Pagina121
7. Doe de levensmiddelen in het ap-
paraat.
De dooiwatergoot en het af-
voergat reinigen.
Reinig de dooiwatergoot en het af-
voergat regelmatig, om ervoor te zor-
gen dat het dooiwater kan weglopen.
1. Haal de schuiflade uit het appa-
raat.
→"Schuiflade verwijderen",
Pagina128
2. Reinig de dooiwatergoot en het af-
voergat voorzichtig, bijv. met een
wattenstaafje.
→Afb. 4
Ventilatierooster reinigen
1. Verwijder het ventilatierooster voor
het reinigen.
Duw de klemmen in de ventila-
tie-openingen naar onder en trek
tegelijkertijd het ventilatierooster
naar voren los.
→Afb. 5
2. Reinig het ventilatierooster met
een vaatdoek een lauw zeepsopje.
3. Laat het ventilatierooster volledig
drogen en plaats het terug.
Onderdelen eruit halen
Neem wanneer u de uitrustingsdelen
grondig wilt reinigen deze uit het ap-
paraat.
Plateau verwijderen
Til het plateau omhoog, trek het er
uit, laten zakken en zijwaarts naar
buiten draaien.
→Afb. 6
nl Reiniging en onderhoud
128
Deurrek verwijderen
Het deurrek omhoog tillen en ver-
wijderen
→Afb. 7
Schuiflade verwijderen
Schuiflade iets optillen en eruit ha-
len.
→Afb. 8
Fruit- en groentelade met deksel
verwijderen
1. De lade met deksel optillen.
2. De lade naar voren er uit trekken.
→Afb. 9
Storingen verhelpen nl
129
Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u
contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat
uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor repa-
ratie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding
van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een an-
dere gekwalificeerde persoon.
Functiestoringen
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat werkt niet.
Er brandt geen enkele indi-
catie.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Sluit de stekker aan.
De zekering is geactiveerd. Controleer de zekeringen.
De stroom is uitgevallen. 1. Controleer of er stroom is.
2. Koude-accu's, indien voorhanden,
op de dievrieswaren leggen.
LED-verlichting functioneert
niet.
Lamp is defect. 1. "Schakel het apparaat uit."
→Pagina121
2. Koppel het apparaat los van de voe-
dingspanning.
Haal stekker van het netsnoer uit
het stopcontact trekken of schakel
de zekering in de meterkast uit.
3. Trek het afdekrooster naar voren.
4. Vervang het lampje.
Vervangend lampje: 220–240 V
wisselstroom, fitting E14, zie defect
lampje voor het wattage.
→Afb. 10
De lichtschakelaar klemt. Controleer of de lichtschakelaar ge-
makkelijk beweegt.
→Afb. 11
nl Storingen verhelpen
130
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
De koelmachine schakelt va-
ker en langer in.
Apparaatdeur werd vaak ge-
opend.
Open de apparaatdeur niet onno-
dig.
De ventilatieopeningen zijn
afgedekt.
Verwijder blokkades voor de venti-
latie-openingen
Bodem van het koelvak is
nat.
De dooiwatergoot of het af-
voergat is verstopt.
"De dooiwatergoot en het afvoergat
reinigen." →Pagina127
Temperatuurprobleem
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Temperatuur wijkt erg af van
deinstelling.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
1. "Schakel het apparaat uit."
→Pagina121
2. "Schakel het apparaat na ca. 5 mi-
nuten opnieuw in." →Pagina121
Als de temperatuur te hoog
is, controleer dan de tempe-
ratuur na een paar uur op-
nieuw.
Als de temperatuur te laag is,
controleer de temperatuur
dan de volgende dag op-
nieuw.
Geluiden
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat bromt. Geen storing. Een motor
draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Apparaat borrelt, zoemt of
gorgelt.
Geen storing. Er stroomt
koudemiddel door de bui-
zen.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Apparaat klikt. Geen storing. Motor, schake-
laars of magneetventielen
schakelen in- of uit.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Apparaat produceert gelui-
den.
Het apparaat staat niet wa-
terpas.
Stel het apparaat horizontaal met
behulp van een waterpas. Leg er zo
nodig iets onder.
Uitrustingsdelen wiebelen of
klemmen.
Controleer de uitneembare uitrus-
tingsdelen en zet ze eventueel op-
nieuw in het apparaat.
Storingen verhelpen nl
131
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat produceert gelui-
den.
Flessen of containers raken
elkaar.
Haal flessen of containers van el-
kaar.
Supervriezen is ingescha-
keld.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Geurtjes
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Het apparaat ruikt onaange-
naam.
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
1. "Bereide het apparaat voor om te
reinigen." →Pagina126
2. "Reinig het apparaat."
→Pagina127
3. Reinig alle levensmiddelenverpak-
kingen.
4. Verpak sterk ruikende levensmid-
delen luchtdicht om geurvorming te
voorkomen.
5. Controleer na 24 uur opnieuw of er
luchtjes zijn ontstaan.
nl Opslaan en afvoeren
132
Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
Opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier
waarop u het apparaat voorbereidt
voor de opslag. Daarnaast leggen we
u uit hoe u oude apparaten dient af
te voeren.
Apparaat buiten gebruik stel-
len
1. "Het apparaat uitschakelen."
→Pagina121
2. Haal de stekker van het apparaat
uit het stopcontact.
De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken of de zekering
in de meterkast uitschakelen.
3. "Het apparaat ontdooien."
→Pagina125
4. "Het apparaat reinigen."
→Pagina127
5. Laat de deur van het apparaat
open.
Afvoeren van uw oude appa-
raat
Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen op-
nieuw worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat
opsluiten en in levensgevaar gera-
ken.
Om te voorkomen dat kinderen in
het apparaat kruipen legplateaus
en lades niet uit het apparaat ne-
men.
Kinderen uit de buurt van een af-
gedankt apparaat houden.
WAARSCHUWING
Risico van brand!
Bij beschadiging van de leidingen
kunnen brandbaar koudemiddel en
schadelijke gassen ontsnappen en
ontsteken.
De buizen van de koudemiddel-
kringloop en de isolatie niet be-
schadigen.
Het apparaat milieuvriendelijk af-
voeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Euro-
pese richtlijn 2012/19/EU be-
treffende afgedankte elektri-
sche en elektronische appara-
tuur (waste electrical and elec-
tronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige terug-
neming en verwerking van oude
apparaten.
Servicedienst
Servicedienst
Servicedienst
Als u vragen hebt, een storing aan
het apparaat niet zelf kunt verhelpen
of als het apparaat moet worden ge-
repareerd, neem dan contact op met
onze servicedienst.
Veel problemen kunt u via de infor-
matie voor het verhelpen van storin-
gen in deze gebruiksaanwijzing of op
onze website zelf verhelpen. Als dit
niet het geval is, neem dan contact
op met onze servicedienst.
We vinden altijd een passende oplos-
sing en proberen onnodig bezoek
van de servicetechnicus te vermijden.
We zorgen ervoor dat het apparaat
zowel binnen de garantieperiode als
na het verstrijken van de fabrieksga-
rantie met originele reserveonderde-
len door geschoolde servicetechnici
wordt gerepareerd.
Technische gegevens nl
133
Om veiligheidsredenen mag alleen
geschoold vakpersoneel reparaties
aan het apparaat uitvoeren. De ga-
rantieclaim vervalt indien reparaties
of ingrepen worden uitgevoerd door
personen die daartoe niet door ons
zijn gemachtigd, dan wel indien onze
apparaten worden voorzien van ver-
vangende onderdelen, aanvullende
onderdelen of accessoires die geen
originele onderdelen zijn en daardoor
een defect wordt veroorzaakt.
Originele vervangende onderdelen
die relevant zijn voor de werking in
overeenstemming met de desbetref-
fende Ecodesign-verordening kunt u
voor de duur van ten minste 10 jaar
vanaf het moment van in de handel
brengen van het apparaat binnen de
Europese Economische Ruimte bij
onze servicedienst verkrijgen.
AanwijzingHet inschakelen van de
servicedienst is in het kader van de
plaatselijk geldende fabrieksgarantie-
voorwaarden gratis. De minimumduur
van de garantie (fabrieksgarantie
voor particuliere gebruikers) in de Eu-
ropese Economische Ruimte be-
draagt 2 jaar in overeenstemming
met de geldende plaatselijke garan-
tievoorwaarden. De garantievoor-
waarden doen geen afbreuk aan
eventuele andere rechten of claims
die u op grond van het plaatselijke
recht heeft.
Gedetailleerde informatie over de ga-
rantieperiode en garantievoorwaar-
den in uw land kunt u opvragen bij
onze servicedienst, uw dealer of op
onze website.
Als u contact opneemt met de servi-
cedienst, hebt u het productnummer
(E-Nr.) en het productienummer (FD)
van het apparaat nodig.
De contactgegevens van de service-
dienst vindt u in de meegeleverde
servicedienstlijst of op onze website.
Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het
productienummer (FD) vindt u op het
typeplaatje van het apparaat.
→Afb. 1/
5
Om uw apparaatgegevens en de ser-
vicedienst-telefoonnummers snel te-
rug te kunnen vinden, kunt u de ge-
gevens noteren.
Technische gegevens
Technische gegevens
Technische gegevens
Koudemiddel, netto inhoud en overi-
ge technische gegevens bevinden
zich op het typeplaatje.
→Afb. 1/
5
Overige informatie over uw model
vindt u op het internet onder https://
energylabel.bsh-group.com1. Dit we-
badres bevat een link naar de officië-
le EU-productdatabase EPREL, waar-
van de URL ten tijde van het drukken
nog niet was gepubliceerd. Volg dan
de aanwijzingen bij het zoeken naar
het model op. De modelidentificatie
bestaat uit het teken voor de slash
van het E-nummer (E-Nr.) op het ty-
peplaatje. Alternatief vindt u de mo-
delidentificatie ook in de eerste regel
van het EU-energielabel.
1Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Siemens KU15LADF0 Handleiding

Type
Handleiding