Whirlpool MWD 201 de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding
MWD 201
www.whirlpool.com
MWD 301
2
NL
INSTALLATIE
VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
V
ERZEKER U ERVAN DAT HET APPARAAT NIET BESCHADIGD
IS. Controleer of de ovendeur goed sluit en of
de interne deurvergrendeling niet beschadigd
is. Haal de oven leeg en reinig de binnenkant
met een zachte, vochtige doek.
NA DE AANSLUITING
D
IT APPARAAT MOET worden geaard. De fa-
brikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor letsel aan personen of die-
ren noch voor materiële schade als het
apparaat niet is geaard.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor
eventuele problemen die worden vero-
orzaakt doordat de gebruiker deze instruc-
ties niet in acht heeft genomen.
G
EBRUIK HET APPARAAT NIET als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, als het ap-
paraat niet goed werkt of als het bescha-
digd of gevallen is. Dompel het netsnoer
of de stekker niet onder in water. Houd
het snoer uit de buurt van warme op-
pervlakken. Hierdoor kunnen elektrische
schokken, brand of andere ongevallen
worden veroorzaakt.
P
LAATS DE OVEN OP EEN STABIEL, VLAK
OPPERVLAK dat sterk genoeg is
voor de oven en de schalen
die u erin plaatst. Behandel
de oven voorzichtig.
C
ONTROLEER OF DE SPANNING op het type-
plaatje overeenstemt met de spanning
in uw woning.
U
KUNT UW OVEN ALLEEN INSCHAKELEN als de deur
goed gesloten is.
PLAATS UW OVEN niet vlak bij
een televisie, radio of an-
tenne; u kunt last krijgen
van storing.
ZORG VOOR AFSTAND tussen de oven en andere
warmtebronnen. Voor een goede ventilatie
moet er minstens 30 cm ruimte boven de oven
blijven. Zorg ervoor dat de lucht onder, boven
en rondom de oven vrij kan stromen. De mag-
netron mag niet in een kast geplaatst worden.
GEBRUIK GEEN VERLENGSNOER.
A
LS HET NETSNOER TE KORT IS, laat dan een
gekwalificeerde elektricien of monteur
een stopcontact installeren nabij het ap-
paraat.
WAARSCHUWING: Onjuist gebruik van de aard-
ingsstekker kan leiden tot het risico op een
elektrische schok. Raadpleeg een gekwali-
ceerde elektricien of monteur als men de
aardingsinstructies niet volledig begrijpt, of in
geval van twijfel of de magnetron op de juiste
manier geaard is.
3
NL
DE APPARATEN ZIJN NIET BEDOELD om in werk-
ing te worden gesteld met een externe tim-
er of een afzonderlijke afstandsbediening.
L
AAT KINDEREN het apparaat alleen onder toe-
zicht van een volwassene gebruiken en na vol-
doende uitleg, zodat het kind het apparaat
veilig kan gebruiken en de gevaren van on-
juist gebruik begrijpt. Houd toezicht op kinde-
ren wanneer er andere warmtebronnen (in-
dien aanwezig) apart of in combinatie met
de magnetron worden
gebruikt, omdat hier-
bij hoge temperaturen
ontstaan.
D
IT APPARAAT IS NIET BEDOELD
VOOR gebruik door personen (waaronder kin-
deren) met een verminderd fysiek, sensorisch
of mentaal vermogen, of met gebrek aan er-
varing en kennis, tenzij er toezicht is of instruc-
ties zijn gegeven over het gebruik van het ap-
paraat door iemand die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid.
HOUD TOEZICHT OP KINDEREN om er zeker van
te zijn dat ze niet met het apparaat spelen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
VERWARM OF GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE MATE-
RIALEN in of bij de oven. De dampen kun-
nen brand of een explosie veroorzaken.
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om textiel, pa-
pier, kruiden, hout, bloemen, fruit of an-
dere brandbare materialen te drogen. Er
kan brand ontstaan.
LAAT HET VOEDSEL NIET OVERKOKEN. Er kan
brand ontstaan.
LAAT DE OVEN NIET ONBEWAAKT ACHTER, vooral
niet wanneer er papier, plastic of andere
brandbare materialen bij het koken wor-
den gebruikt. Het papier kan verkolen
of vlam vatten en sommige kunststo en
kunnen smelten wanneer u het voedsel
opwarmt.
Laat de oven niet onbewaakt achter als u
veel vet of olie gebruikt, omdat dit overver-
hit kan raken en brand kan veroorzaken!
A
LS MATERIAAL BINNEN OF BUITEN DE OVEN IN
BRAND VLIEGT OF ALS ER ROOKONTWIKKELING IS,
laat de ovendeur dan dicht en schakel de
oven uit. Haal de stekker uit het stopcon-
tact of sluit de stroom af via de zekering
of stroomonderbreker.
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR RAADPLEGING IN DE
TOEKOMST
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET
voor het verwarmen van ma-
teriaal in luchtdicht ver-
zegelde schalen. Door de
druktoename kunnen deze
ontplo en of bij het openen schade ver-
oorzaken.
EIEREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om hele ei- eren met
of zonder schaal te verwarmen, om-
dat deze kunnen ontplo en;
zelfs nadat ze zijn verwarmd in
de magnetron.
C
ONTROLEER DE DEURAFDICHTINGEN en het ge-
bied er omheen regelmatig op beschadi-
gingen. In geval van beschadiging mag het
apparaat niet worden gebruikt voordat het
is gerepareerd door een bevoegde onder-
houdsmonteur.
G
EBRUIK GEEN bijtende chemicaliën of gas-
sen in dit apparaat. Dit type oven is spe-
ciaal ontworpen voor het verwarmen en
koken van voedsel. De oven is niet ge-
schikt voor industrieel of laboratorium-
gebruik.
HANG OF PLAATS GEEN zware voorwerpen
aan of op de deur, omdat de deur en de
scharnieren hierdoor beschadigd kun-
nen worden. De handgreep van de deur
mag niet gebruikt worden om dingen
aan te hangen.
4
NL
ALGEMEEN
D
IT APPARAAT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR HUIS-
HOUDELIJK GEBRUIK!
G
EBRUIK DE MAGNETRONFUNCTIE NOOIT zonder voedsel
in de oven te plaatsen. Hierdoor kan het appara-
at beschadigd raken.
P
LAATS EEN GLAS WATER IN DE OVEN als u deze wilt
testen. Het water absorbeert de microgolf-
energie en de oven raakt niet beschadigd.
V
ERWIJDER METALEN SLUITSTRIPS van pa-
pieren of plastic zakken voordat u de
zakken in de oven plaatst.
FRITUREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om te frituren, om-
dat u de temperatuur van de olie niet
kunt regelen.
VLOEISTOFFEN
BIJVOORBEELD DRANKEN OF WATER. De vloeistof kan
boven het kookpunt worden
oververhit zonder dat de vloei-
stof begint te borrelen. Als ge-
volg hiervan kan de hete vloei-
stof plotseling overkoken.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste als vol-
gt te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of
essen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houd-
er in de oven te zetten en laat het lepeltje
erin staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even
staan, roer opnieuw en haal de houder
voorzichtig uit de oven.
W
ANNEER U BABYVOEDING in een zuig es
of potje in de magnetron ver-
warmt, moet u het voedsel al-
tijd doorroeren en de temperat-
uur controleren voordat u het serveert. Zo zorgt u
ervoor dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld
en dat brandwonden worden voorkomen.
Let erop dat u de ring en de speen vóór het
opwarmen verwijdert!
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
GEBRUIK NA HET KOKEN OVENHANDSCHOENEN
om u niet aan de schalen, pannen of
hete ovendelen te branden. Tijdens ge-
bruik kunnen toegankelijke delen van de
oven heet worden; houd kleine kinderen
uit de buurt.
G
EBRUIK DE OVENRUIMTE NIET als opslagruimte.
D
E VENTILATIEGATEN van de oven mogen niet bedekt
worden. Wanneer de aanzuig- of uitlaatopenin-
gen worden geblokkeerd, kan de oven schade
oplopen en kan het bereidingsresultaat slechter
zijn dan normaal.
P
LAATS OF GEBRUIK dit apparaat niet buiten.
GEBRUIK HET APPARAAT NIET naast een gootsteen,
in een natte kelder, in de buurt van een zwem-
bad en dergelijke.
5
VERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
M
AX
(700 W)
VERWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, ko e, thee of ander voedsel met
een hoog watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een
lager niveau kiezen.
600 W B
EREIDEN VAN vis, groenten, vlees enz.
400 W
V
OORZICHTIG BEREIDEN VAN eiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en voor het
afmaken van casseroles. Laten sudderen van stoofschotels, smelten van boter.
O
NTDOOIEN
(160 W)
ONTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
W
ARMHOUDEN
(90 W)
IJS ZACHT laten worden.
NL
ACCESSOIRES
ALGEMEEN
A
LS EEN METAALHOUDEND ACCESSOIRE in aanraking
komt met de binnenkant van de oven, terwijl
de oven werkt, kunnen er vonken overschieten
die de oven zouden kunnen beschadigen.
PLATEAUDRAGER
G
EBRUIK ALTIJD DE PLATEAUDRAGER als
steun onder het glazen draaipla-
teau. Plaats nooit andere voorwer-
pen op de plateaudrager.
Plaats de plateaudrager in de oven.
GLAZEN DRAAIPLATEAU
G
EBRUIK HET GLAZEN DRAAIPLATEAU bij alle toepas-
singen. Het vangt spetters, sap-
pen en kruimels op die anders
de ovenruimte zouden bevuilen.
Plaats het glazen draaipla-
teau op de plateaudrager.
C
ONTROLEER VOOR GEBRUIK OF HET KOOKGEREI DAT U
GEBRUIKT geschikt is voor de
oven en microgolven
doorlaat.
Z
ORG ERVOOR DAT VOEDSEL EN KOOKGEREI niet in aan-
raking komen met de binnenkant van de oven.
Dat is vooral belangrijk bij accessoires van
metaal of met metalen delen.
ER ZIJN VERSCHILLENDE accessoires verkrijgbaar.
Overtuig u er vóór de aankoop van dat deze
geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
MAGNETRONVERMOGEN KIEZEN
CONTROLEER ALTIJD of het draaiplateau vrij kan
draaien voordat u de oven start. Als het draai-
plateau niet vrij kan draaien, moet u een klei-
nere schaal gebruiken.
6
NL
25
20
15
10
5
DE OVEN BEDIENEN
q
SELECTEER HET VERMOGEN EN DE FUNCTIE door
de multifunctionele knop te draaien.
w
DRAAI DE INSTELKNOP naar rechts om de
gewenste bereidingstijd in te stellen. De
oven start automatisch.
DE BEREIDING ONDERBREKEN OF STOPPEN
DE BEREID ING ONDERBREKEN
Door de deur te openen kan
de bereiding worden onder-
broken om het voedsel te
controleren, om te draaien of
door te roeren.
VERDERGAAN MET DE BEREIDING
Sluit de deur. De bereiding wordt hervat vanaf
het punt waarop deze is onderbroken.
WANNEER U NIET VERDER WILT GAAN
Haal het voedsel uit de oven, draai de instel-
knop op nul en sluit de deur.
7
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD NAGAARTIJD TIPS
HELE KIP 1000 G
MAX
(700 W)
18 - 20
MIN.
5 - 10 MIN.
DRAAI DE KIP halverwege de
bereidingstijd om. Con-
troleer of het vleessap helder
gekleurd is wanneer de berei-
dingstijd voorbij is.
KIP ( lets of
stukken)
500 G 8 - 10 MIN.5 MIN.
CONTROLEER of het vleessap hel-
der gekleurd is wanneer de
bereidingstijd voorbij is.
B
ACON 150 G 3 - 4 MIN. 1 - 2 MIN.
PLAATS DEZE OP KEUKENPAPIER OP EEN
BORD in 2 of 3 lagen en dek ze af
met nog meer keukenpapier.
GROENTEN
(vers)
300 G 3 - 4 MIN. 1 - 2 MIN.
MET DEKSEL BEREIDEN en 2 tl zout
toevoegen.
G
ROENTEN
(diepvries)
250 - 400 G
3 - 4 MIN.
5 - 6 MIN.
1 - 2 MIN.
MET DEKSEL BEREIDEN
AARDAPPELEN, IN
SCHIL
1 STUK
4 STUKS
4 - 6 MIN.
12 - 15 MIN.
2 MIN.
5 MIN.
INPRIKKEN MET EEN VORK. (1 stuk =
250 g). Halverwege omdraaien.
GEHAKTBROOD 600 - 700 G
600 W
12 - 14
MIN.
5 MIN.
H
ELE VIS 600 G 8 - 9 MIN. 4 - 5 MIN.
VEL INSNIJDEN en afgedekt bere-
iden.
V
IS (moten of
lets)
400 G 5 - 6 MIN. 2 - 3 MIN.
DUNSTE DELEN NAAR het midden
van het bord plaatsen. Met
deksel bereiden.
NL
KOOKTABEL
HOE MEER VOEDSEL U WILT BEREIDEN , hoe langer de be-
reiding zal duren. Een vuistregel is dat de dubbe-
le hoeveelheid voedsel bijna tweemaal zoveel
tijd vergt.
H
OE LAGER DE BEGINTEMPERATUUR, hoe langer
de vereiste bereidingstijd. Voedsel op ka-
mertemperatuur kookt sneller dan voed-
sel dat rechtstreeks uit de koelkast komt.
A
LS U MEERDERE STUKKEN VAN hetzelfde
voedsel bereidt, bijvoorbeeld aardappelen in
de schil, dient u deze in een kring in de oven te
zetten, zodat ze gelijkmatig gaar worden.
SOMMIGE VOEDINGSMIDDELEN ZIJN BEDEKT DOOR EEN SCHIL
OF MEMBRAAN , bijvoorbeeld aardappels, appels en
eidooiers. Prik in dergelijke gevallen met een vork
of cocktailprikker in het voedsel om de druk te
verminderen en openbarsten te voorkomen.
KLEINERE STUKKEN VOEDSEL KOKEN SNELLER DAN
GROTERE STUKKEN EN REGELMATIG gevormde stuk-
ken worden gelijkmatiger gaar dan onregel-
matig gevormde stukken.
H
ET ROEREN EN OMSCHEPPEN VAN VOEDSEL zijn tech-
nieken die zowel voor traditioneel koken als
het koken met de magnetron worden ge-
bruikt om de warmte snel tot midden
in het voedsel te verdelen en het over-
koken bij de buitenranden te voorko-
men.
W
ANNEER U VOEDSEL MET EEN ONREGELMATIGE
VORM of dikte bereidt, moet u het dunste
gedeelte van het voedsel in de richting van
het midden van het bord plaatsen, waar het als
laatste verwarmd zal worden.
VOEDSEL DAT VEEL VET EN SUIKER bevat zal sneller
koken dan voedsel dat veel water bevat. Vet en
suiker bereiken ook een hogere temperatuur
dan water.
LAAT HET VOEDSEL NA HET BEREIDEN altijd even
staan. Dit levert altijd een verbetering van het
resultaat op aangezien de temperatuur op die
manier gelijkmatig over het voedsel verdeeld
zal worden.
8
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD NAGAAR
TIJD
TIPS
K
ANT-EN-KLARE
MAALTIJD
300 G
450 G
MAX
(700 W)
3 - 5
MIN.
4 - 5 MIN.
1 - 2 MIN.
BORD AFDEKKEN
RIJST
2 DL
6 DL
1 - 2 MIN.
3 - 4 MIN.
1 MIN.
2 MIN
SCHAAL AFDEKKEN
GEHAKTBALLEN 250 G 2 MIN. 1 - 2 MIN.ZONDER DEKSEL BEREIDEN
DRANKEN 2 DL 1 - 2 ½ MIN.1 MIN.
ZET EEN METALEN LEPEL IN DE MOK OM
OVERKOKEN TE VOORKOMEN.
SOEP (HELDER)2½ DL 2 - 2 ½ MIN.1 MIN.
ONAFGEDEKT VERWARMEN IN EEN SO-
EPBORD OF SOEPKOM.
C
RÈMESOEPEN
OF ROOMSAUZEN
2 ½ DL 2 ½ - 3 MIN.1 MIN.
VUL DE KOM NIET MEER DAN 3/4.
EENMAAL OMROEREN TIJDENS HET VER-
WARMEN.
H
OT DOGS
1 STUK
2 STUKS
600 W
½ - 1 MIN.
1 - 1 ½ MIN.
1 MIN.
LASAGNE 500 G 5 - 6 MIN. 2 - 3 MIN.
NL
OPWARMTABEL
NET ALS BIJ TRADITIONELE KOOKMETHODES moet in
de magnetron opgewarmd voedsel altijd ver-
warmd worden tot het kokend heet is.
DE BESTE RESULTATEN WORDEN BEREIKT wan-
neer het voedsel zo is neergelegd dat het
dikkere voedsel zich aan de buitenkant
van het bord bevindt en het dunnere
voedsel in het midden.
L
EG DUNNE PLAKJES VLEES boven op elkaar of
laat ze overlappen. Dikkere plakken, bijvoor-
beeld gehaktbrood en worst, moeten dicht bij
elkaar worden gelegd.
B
IJ HET OPWARMEN VAN STOOFSCHOTELS EN SAUZEN is
het beter het voedsel een keer om te roeren
om de warmte gelijkmatig te verdelen.
AFDEKKEN VAN HET VOEDSEL helpt het vocht
in het voedsel te houden, vermindert
spatten en verkort de opwarmtijd.
W
ANNEER U PORTIES BEVROREN VOEDSEL OP-
WARMT dient u de instructies op de ver-
pakking te volgen.
VOEDSEL DAT NIET GEROERD KAN WORDEN, bijvoor-
beeld gegratineerde gerechten, kan het beste
worden opgewarmd op 400-600 W.
LAAT HET VOEDSEL NA HET OPWARMEN ENKELE MINUTEN
STAAN ; op die manier zal de temperatuur gelijk-
matig over het voedsel verdeeld worden.
9
SOORT VOED
SEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD NAGAARTIJD TIPS
B
RAADVLEES 800 - 1000 G
ONTDOOIEN
20 - 22 MIN. 10 - 15 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
G
EHAKT 500 G 8 - 10 MIN.5 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien. Ontdooide de-
len uit elkaar halen.
KARBONADES, KO-
TELETTEN, BIEF-
STUK
500 G 7 - 9 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
H
ELE KIP 1200 G 25 MIN. 10 - 15 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
K
IP stukken of
lets
500 G 7 - 9 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien / uit elkaar ha-
len. Dek vleugeltjes en po-
ten af met aluminiumfolie
om oververhitting te voor-
komen.
HELE VIS 600 G 8 - 10 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omkeren en de staart afdek-
ken met folie om overver-
hitting te voorkomen.
V
IS (moten of
lets)
400 G 6 - 7 MIN.5 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien. Ontdooide de-
len uit elkaar halen.
B
ROOD 500 G 4 - 6 MIN.5 MIN.
H
ALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
B
ROODJES EN KA-
DETJES
4 STUKS
(150 - 200 G)
1 ½ - 2
MIN. 2 - 3 MIN.IN EEN KRING leggen.
FRUIT EN BESSEN 200 G 2 - 3 MIN. 2 - 3 MIN.
UIT ELKAAR HALEN tijdens het
ontdooien.
NL
ONTDOOITABEL
BEVROREN VOEDSEL IN PLASTIC ZAKJES , plastic folie
of verpakkingen van karton kan rechtstreeks
in de oven geplaatst worden wanneer de ver-
pakking geen metalen delen bevat (bijvoor-
beeld metalen bindstrips).
D
E VORM VAN DE VERPAKKING IS van invloed
op de ontdooitijd. Platte pakjes ont-
dooien sneller dan grote blokken.
HAAL STUKKEN UIT ELKAAR wanneer ze be-
ginnen te ontdooien. Afzonderlijke plak-
ken ontdooien sneller.
D
EK STUKKEN VOEDSEL met kleine stukken alumini-
umfolie af wanneer ze warm beginnen te worden
(bijvoorbeeld kippenpoten en vleugels).
D
RAAI GROTE STUKKEN halverwege het ontdooi-
en om.
GEKOOKT VOEDSEL, STOOFSCHOTELS EN VLEESSAUZEN
ontdooien beter als u ze tijdens het ontdooi-
en doorroert.
WANNEER U ONTDOOIT is het beter het
voedsel iets bevroren te laten en het
voedsel even te laten staan om het
ontdooiproces te voltooien.
A
LS U HET VOEDSEL NA HET ONTDOOIEN even
laat staan wordt het resultaat altijd beter, om-
dat de temperatuur gelijkmatiger door het
voedsel verdeeld wordt.
10
NL
DE OVEN moet regelmatig schoonge-
maakt worden en eventuele etensresten
moeten verwijderd worden.
ONDERHOUD EN REINIGING
NORMAAL GESPROKEN IS SCHOONMAKEN de enige
vorm van onderhoud die nodig is. Tijdens het
schoonmaken moet de magnetron van de net-
voeding afgekoppeld zijn.
ALS DE OVEN niet goed wordt schoongehouden,
kan dit tot aantasting van het ovenoppervlak
leiden, wat de levensduur van het apparaat
kan verkorten en mogelijk tot ge-
vaarlijke situaties kan leiden.
G
EBRUIK GEEN SCHUURSPON-
SJES, SCHUURMIDDELEN,
sponsjes van staalwol,
ruwe doeken e.d.; deze kunnen het bedie-
ningspaneel en het oppervlak van de bin-
nen- en buitenkant van de oven bescha-
digen. Gebruik een doek met een mild
schoonmaakmiddel of een tissue
met een spray die geschikt
is voor het schoonmaken
van glas. Sproei het schoon-
maakmiddel op de tissue.
SPRAY NIET direct op de oven.
VERWIJDER REGELMATIG, vooral als u gemorst
heeft, het draaiplateau en de plateaudrager
en maak de bodem van de magnetron goed
schoon.
DEZE OVEN IS ONTWORPEN om met draaiplateau te
worden gebruikt.
GEBRUIK DE MAGNETRON NIET wanneer u het
draaiplateau eruit heeft genomen om
het schoon te maken.
GEBRUIK EEN ZACHTE, VOCHTIGE DOEK met een mild
reinigingsmiddel om de ovenruimte, voor- en
achterkant van de deur en de deursponning
schoon te maken.
ZORG ERVOOR DAT ER GEEN VET- of voedselres-
ten in de deursponning achterblijven.
IN GEVAL VAN HARDNEKKIGE vlekken laat u geduren-
de 2 of 3 minuten een kopje water in de oven
koken. Het vuil laat zich door de stoomvor-
ming makkelijker verwijderen.
U HEEFT GEEN LAST VAN LUCHTJES als u regelmatig een
kopje water met wat citroensap op het draaipla-
teau plaatst en dit enkele minuten laat koken.
GEBRUIK GEEN SCHOONMAAKAPPARATEN DIE MET
STOOM WERKEN wanneer u de magnetron
schoonmaakt.
G
LAZEN DRAAIPLATEAU.
R
OOSTER.
GESCHIKT VOOR DE VAATWASMACHINE:
P
LATEAUDRAGER.
11
NL
STORINGEN OPSPOREN
ALS DE OVEN NIET WERKT, bel dan pas de klanten-
service als u gecontroleerd heeft of:
Het draaiplateau en de drager van het
draaiplateau op hun plaats zitten.
De stekker goed in het stopcontact zit.
De deur goed gesloten is.
De zekeringen in orde zijn en er stroom is.
De oven voldoende ventilatie heeft.
Wacht 10 minuten en probeer dan de oven
opnieuw te laten werken.
Open en sluit de deur voordat u het op-
nieuw probeert.
ZO KUNT U ONNODIGE kosten besparen.
Als u de klantenservice belt, dient u het se-
rienummer en het typenummer van de oven
door te geven (zie het serviceplaatje). Raad-
pleeg het garantieboekje voor nadere infor-
matie.
A
LS HET NETSNOER MOET WORDEN VERVANGEN ,
moet dat gebeuren met een
origineel exemplaar, dat ver-
krijgbaar is via onze klan-
tenservice. Het netsnoer
mag uitsluitend door een be-
voegde onderhoudsmonteur
worden vervangen.
O
NDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MO-
GEN UITSLUITEND DOOR EEN BEVOEGDE
ONDERHOUDSMONTEUR WORDEN UIT-
GEVOERD. Het is gevaarlijk voor on-
getrainde personen om on-
derhoudswerkzaamheden of
reparaties uit te voeren waarbij be-
schermkappen moeten worden verwijderd
die bescherming bieden tegen blootstelling
aan de energie van microgolven.
VERWIJDER GEEN BESCHERMKAPPEN.
MILIEUTIPS
DE VERPAKKING kan volledig worden
gerecycled, zoals wordt aange-
geven door het recycling-
symbool. Voor de verwerking
dienen de plaatselijke voor-
schriften te worden nageleefd.
Houd verpakkingsmateriaal (plas-
tic zakken, polystyreen enz.) buiten het bereik
van kinderen.
DIT APPARAAT is voorzien van het merkteken vol-
gens de Europese richtlijn 2002/96/EC inzake
Afgedankte elektrische en elektronische ap-
paraten (WEEE). Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijk negatieve gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid
te voorkomen die anders zouden kunnen wor-
den veroorzaakt door onjuiste verwerking van
dit product.
HET SYMBOOL op het pro- duct of op de bij-
behorende documentatie
geeft aan dat dit product
niet als huishoudelijk afval
mag worden behandeld. In
plaats daarvan moet het wor-
den afgegeven bij een verza-
melpunt voor recycling van
elektrische en elektroni-
sche apparaten.
AFDANKING moet worden uit-
gevoerd in overeenstem-
ming met de plaatselijke
milieuvoorschriften voor afvalverwerking.
VOOR NADERE INFORMATIE over de behandeling, te-
rugwinning en recycling van dit product wordt
u verzocht contact op te nemen met het stads-
kantoor in uw woonplaats, uw afvalophaal-
dienst of de winkel waar u het product heeft
aangeschaft.
S
NIJD DE VOEDINGSKABEL VAN HET APPARAAT DOOR
voordat u dit afdankt, zodat die onbruikbaar
wordt.
12
TEST HOEVEELHEID GESCHATTE TIJDSDUUR VERMOGEN OVENSCHAAL
12.3.1 750
G 10 MIN.700 W PYREX 3.220
12.3.2 475
G 5 MIN.700 W PYREX 3.827
12.3.3 900
G 14 MIN.700 W PYREX 3.838
13.3 500
G 12 MIN.ONTDOOIEN OP DRAAIPLATEAU PLAATSEN
NL
NL
461965274732
VOEDINGSSPANNING 230 V/50 Hz
N
OMINAAL INGANGSVERMOGEN 110 0 W
Z
EKERING 10 A
U
ITGANGSVERMOGEN MAGNETRON 700 W
A
FMETINGEN BUITENKANT (HXBXD) 285 x 456 x 359
A
FMETINGEN BINNENKANT (HXBXD) 196 x 292 x 295
IN OVEREENSTEMMING MET IEC 60705.
D
E INTERNATIONALE ELEKTROTECHNISCHE COMM ISSIE heeft een standaard ontworpen voor het vergelij-
kend testen van verwarmingsprestaties van verschillende magnetronovens. Voor deze oven advi-
seren wij het volgende:
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Whirlpool is een geregistreerd handelsmerk van Whirlpool, USA
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Whirlpool MWD 201 de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding