Nl-4
6. Sluit het inlaatrooster en sluit alle vergrendelingen
van het inlaatrooster.
7. Draai alle schroeven van het inlaatrooster vast.
● Stof kan van de luchtlter worden gereinigd met een stofzuiger, of door
het wassen van het lter in een oplossing van mild schoonmaakmiddel
en warm water. Als u het lter wast, laat u deze goed drogen op een
plaats in de schaduw voordat u hem weer terugplaatst.
● Indien er zich vuil ophoopt op het luchtlter zal de luchtstroom vermin-
deren, leidend tot een lagere efciëntie en meer geluid.
● Na het inschakelen van de stroom drukt u op de lterknop op de
afstandsbediening om de lterlamp uit te schakelen. (Zie de gebrui-
kershandleiding inbegrepen bij de afstandsbediening voor meer infor-
matie.)
Reinigen van het chassis
Was het chassis met warm water, en droog het dan met een schone en
zachte doek.
Wanneer het apparaat gedurende een lange periode niet gebruikt zal worden
Laat de schakelaar minstens 12 uur ingeschakeld voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
PROBLEEMOPLOSSING
De volgende omstandigheden zijn geen defecten of
storingen.
Werkt niet onmiddellijk:
● Als het apparaat wordt gestopt en vervolgens onmiddellijk opnieuw
wordt gestart, werkt de compressor niet gedurende 3 minuten om het
doorbranden van de zekeringen te vermijden.
● Wanneer de elektrische schakelaar wordt uitgeschakeld en opnieuw
wordt ingeschakeld, werkt het beveiligingscircuit circa 3 minuten. Het
apparaat zal gedurende deze periode niet werken.
Luchtstroom is zwak of stopt:
● Wanneer de verwarmingsstand is ingeschakeld, is het mogelijk dat de
ventilator van het binnenapparaat tijdelijk stopt zodat de interne onder-
delen kunnen opwarmen.
● Als de kamertemperatuur tijdens het verwarmen boven de thermo-
staatinstelling komt, stopt zowel het buitenapparaat als de ventilator
van het binnenapparaat. Als u de kamer meer wilt verwarmen, stel de
thermostaat op een hogere instelling in.
● Tijdens het olieterugwinningsproces zal de luchtstroom mogelijk on-
geveer 10 minuten tot stilstand komen. (Raadpleeg de “GEBRUIK-
STIPS”)
● Het apparaat zal tijdens het verwarmen tijdelijk stoppen (tussen 4 en
15 minuten) wanneer de automatische ontdooimodus in werking treedt.
(Raadpleeg de “GEBRUIKSTIPS”)
● De ventilator kan tijdens het droogproces of wanneer het apparaat over
de kamertemperatuur waakt op een lage snelheid werken.
● In het AUTO waakproces werkt de ventilator op een lage snelheid.
Knipperende lampjes:
(Alleen wanneer IR-ontvanger is aangesloten)
● Het Operation-controlelampje knippert (groen):
Een olieterugwinningsproces wordt uitgevoerd. (Raadpleeg de “GE-
BRUIKSTIPS”)
● Het Operation-controlelampje knippert (groen):
Een automatisch ontdooiproces wordt uitgevoerd. (Raadpleeg de “GE-
BRUIKSTIPS”)
● Het Operation-controlelampje (groen) en het Timer-controlelampje
(oranje) knipperen afwisselend:
Het apparaat werkt opnieuw normaal na een stroomonderbreking.
● Het Operation-controlelampje (groen) en het Timer-controlelampje
(oranje) knipperen gelijktijdig:
Het apparaat werkt in de teststand. Neem contact op met een manager,
onderhoud kan gaande zijn.
● Het Operation-controlelampje (groen) brandt en het Timer-controlelamp-
je (oranje) knippert:
Dit is de stand-bystatus. (Raadpleeg de “GEBRUIKSTIPS”)
Er worden geluiden gehoord:
● In de volgende omstandigheden kunt u het stromen van water vanaf het
binnenapparaat horen en maakt het apparaat tijdens de werking meer
lawaai. Dit wordt veroorzaakt door het stromen van koelmiddel.
Wanneer de werking start
Wanneer het olieterugwinningsproces stopt
Wanneer het automatisch ontdooiproces stopt
● Tijdens de werking kan een licht piepgeluid worden gehoord. Dit is het
resultaat van een minieme uitzetting en inkrimping van het paneel dat
door een wijziging van de temperatuur wordt veroorzaakt.
● Een sissend geluid kan occasioneel tijdens het verwarmen worden
gehoord. Dit geluid wordt door het automatisch ontdooiproces veroor-
zaakt. (Raadpleeg de “GEBRUIKSTIPS”)
Geuren:
● Het binnenapparaat kan geuren afgeven. Deze geuren worden door
kamergeuren (meubilair, tabak, etc.) veroorzaakt, die door de airconditi-
oner worden aangezogen.
Er komt damp uit het binnenapparaat:
● Een dunne nevel kan tijdens het koelen door het binnenapparaat
worden afgegeven. Dit wordt veroorzaakt door een plotselinge afkoe-
ling van de kamerlucht door de lucht die door de airconditioner wordt
afgegeven, wat tot condensatie en nevelvorming leidt.
Er komt stoom uit het binnenapparaat:
● De ventilator van het buitenapparaat kan tijdens het verwarmen worden
gestopt en stoom kan uit het apparaat opstijgen. Dit wordt door het
automatisch ontdooiproces veroorzaakt. (Raadpleeg de “GEBRUIK-
STIPS”)
Water stroomt uit het buitenapparaat:
● Er kan tijdens het verwarmen water uit de buiteneenheid stromen, wat
wordt veroorzaakt door de automatische ontdooiing.
De volgende omstandigheden kunnen geen defect zijn,
controleer nogmaals.
Werkt helemaal niet:
● Is er een stroomonderbreking?
● Is de zekering doorgebrand of is de beveiligingsschakelaar geacti-
veerd?
● Is de hoofdschakelaar op de stand OFF ingesteld?
● Probeert u het apparaat op een andere stand te laten werken dan de
prioriteitsstand? (Raadpleeg de “GEBRUIKSTIPS”)
● Is het apparaat in de stand-bystatus? (Raadpleeg de “GEBRUIK-
STIPS”)
De bedrijfsmodus kan niet worden gewijzigd:
● Probeert u het apparaat op een andere stand te laten werken dan de
prioriteitsomstandigheden? (Raadpleeg de “GEBRUIKSTIPS”)
Zwakke prestaties tijdens het koelen (of verwarmen):
● Hebt u de kamertemperatuurinstellingen (thermostaat) juist aange-
past?
● Is de luchtlter vuil? (Raadpleeg “REINIGING EN ONDERHOUD”)
● Is de inlaat- of uitlaatpoort van de airconditioner verstopt?
● Staat er een raam of deur open?
● Tijdens het koelen, is er een raam die fel zonlicht binnenlaat? (Doe de
gordijnen dicht.)
● Tijdens het koelen, bevinden er zich verwarmingstoestellen, computers
of veel mensen in de kamer?
● Is de ventilatorsnelheid te laag ingesteld?
Stel de temperatuur lager dan de kamertemperatuur in en gebruikt het:
● Temperatuur zakt niet zoals gewenst. De temperatuur zakt niet zoals
gewenst naargelang de kameromstandigheden. (Bij een hoge vochtig-
heid of hoge kamertemperatuur.) (Raadpleeg de “GEBRUIKSTIPS”)
In de volgende omstandigheden, stop onmiddellijk met
het gebruik van het apparaat en neem contact op met
een erkende vakman.
● Het probleem kan niet worden opgelost, zelfs na het uitvoeren van de
controles die in de sectie probleemoplossing zijn vermeld.
● Het FILTER-controlelampje (rood) knippert zeer snel (wanneer de optio-
nele IR-ontvanger is aangesloten).
● De bedrade afstandsbediening of de eenvoudige afstandsbediening
geeft Er aan (wanneer die opties zijn aangesloten).
● Er is een brandgeur.
● Raadpleeg, voor informatie over de markering van de knipperende
lampjes, de handleiding van de "IR-ontvanger" of de "Bedrade afstands-
bediening".