29
NL
3.
4.
Aansluiting aan de waterleiding
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
• De wateraansluiting mag niet worden uitgevoerd als de koel-
vriescombinatie elektrisch is aangesloten.
• Enkel speciaal daarvoor opgeleid vakpersoneel mag de
aansluiting aan het watervoorzieningsnet uitvoeren.
• De waterkwaliteit moet voldoen aan de drinkwatervoor-
schriften van het land waarin het apparaat wordt gebruikt.
• De ijsblokjesmaker dient uitsluitend voor de productie van
ijsblokjes voor privé-huishoudens en er mag enkel daarvoor
geschikt water worden gebruikt.
• Alle herstelwerken of ingrepen aan de ijsblokjesmaker mogen
enkel door de technische dienst of door speciaal daarvoor
opgeleid vakpersoneel worden uitgevoerd.
• De producent is niet aansprakelijk voor schade die ver-
oorzaakt werd door een foutieve wateraansluiting.
Waterdruk
De waterdruk moet tussen 0,15 en 0,6 MPa (1,5 - 6 bar) liggen.
Attentie!
Wanneer de waterfilter in het apparaat gebruikt wordt, moet
de waterdruk tussen 0,3 en 0,6 MPa (3 - 6 bar) liggen.
Is de waterdruk bij een gebruikt waterfilter te gering, kan dit
tot een verkeerde werking van de ijsblokjesmaker leiden.
De watertoevoer naar het
apparaat moet via een koud-
waterleiding gebeuren die de
werkdruk standhoudt en die
voldoet aan de hygiënevoor-
schriften.
Gebruik daarvoor de bijgeleverde rvs slang (lengte 3 m).
2.
Inbouw van het apparaat
1. Het apparaat voor de inbouwnis plaatsen.
2. De afdekprofielen boven,
tussen en onder de bevesti-
gingsplaatjes op de zijwand
van het apparaat plakken.
• Snijd daartoe de afdek-
profielen op de passende
lengtes.
• De afdekprofielen op een
afstand van 6 mm van de
bevestigingsplaatjes vast-
plakken.
3. Het gebogen deel van de slang door
de opening aan de rechter kant van
het apparaat steken.
4. De slang op het magneetventiel
aan de voorkant van het apparaat
aansluiten.