Nikon Z 6 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk
(behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen)
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van
NIKON CORPORATION.
Nikon Z 7
Nikon Z 6
AMA16950
Gedrukt in Europa
SB0C03(1F)
6MOA161F-03
Deze handleiding is voor camerafirmware versies 3.00 of
hoger.
De meest recente versie van de camerafirmware is
beschikbaar voor downloaden via het Nikon Download
Center.
Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera
gebruikt.
Om correct gebruik van de camera te verzekeren, vergeet
niet “Voor uw Veiligheid” te lezen (pagina ix).
Bewaar deze handleiding na het lezen op een
gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding (met garantie)
Nl
Nl
Kies uit 3 verschillende handleidingen.
De Gebruikshandleiding (deze
handleiding)
Beheers zowel basiscamerabewerkingen als functies
specifiek voor deze camera.
Inhoudsopgave.......................................................................iv
Kennismaking met de camera............................................1
Eerste stappen....................................................................... 27
Basisfotografie en weergave............................................41
Basisinstellingen................................................................... 52
Opnamebediening .............................................................. 72
Het i-menu ............................................................................95
Menulijst................................................................................125
Problemen oplossen.........................................................159
De Netwerkgids (pdf)
De Netwerkgids beschrijft onderwerpen zoals het
aansluiten van de camera via Wi-Fi of Bluetooth op een
computer of een smartapparaat zoals een smartphone of
tablet, en de taken die kunnen worden uitgevoerd met
een WT-7 draadloze zender.
De Netwerkgids is beschikbaar via het Nikon Download Center.
Z 7:
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/Z_7.html
Z 6:
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/Z_6.html
Z 6
nikon downloadcentrum Z 7
Z 7 Model Name: N1710
Z 6 Model Name: N1711
i
De Naslaggids (pdf)
In aanvulling op het materiaal dat wordt beschreven in
de Gebruikshandleiding (deze handleiding), geeft de
Naslaggids gedetailleerde informatie over opties die
beschikbaar zijn in de cameramenu’s en beschrijft
onderwerpen zoals de camera op andere apparaten
aansluiten.
De onderwerpen die in de Naslaggids worden behandeld, zijn
:
Basisopname- en weergavebewerkingen
Geavanceerde opnameopties
De cameramenu’s
Verbinding maken met computers, printers en HDMI-
apparaten
Flitserfotografie met behulp van optionele flitsers
Zie de Netwerkgids voor informatie over draadloze netwerken.
De Naslaggids is beschikbaar via het Nikon Download Center in pdf-formaat.
Z 7:
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/Z_7.html
Z 6:
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/Z_6.html
De Naslaggids kan ook online in html-formaat worden bekeken.
https://onlinemanual.nikonimglib.com/z7_z6/nl/
Z 6
nikon downloadcentrum Z 7
Z 6
nikon online handleiding Z 7
ii
Controleer of alle hier genoemde items met uw camera zijn
meegeleverd.
Geheugenkaarten worden afzonderlijk verkocht. Kopers van objectief-
of vattingadaptersets moeten controleren of het pakket een
objectief of vattingadapter bevat (handleidingen voor het objectief
of de adapter worden ook meegeleverd).
Pakketinhoud
BF-N1 bodydop
DK-29 rubberen oogschelp
(is bevestigd aan camera,
0 188)
Camera
EN-EL15b oplaadbare Li-ionbatterij
met afdekkapje
MH-25a batterijlader (wordt met
een type en vorm stekkeradapter of
netsnoer geleverd dat verschilt per
land of regio van verkoop)
AN-DC19 riem (0 27)
Garantie (afgedrukt op de
achterkant van deze handleiding)
Gebruikshandleiding
EH-7P lichtnetlaadadapter (alleen
Z 7; geleverd met een
stekkeradapter eraan bevestigd in
landen of regio’s waar vereist; vorm
is afhankelijk van land van
aankoop—0 29)
HDMI/USB-kabelklem (0 190)
UC-E24 USB-kabel
BS-1 afdekkapje accessoireschoen
(0 189)
Het Nikon Downloadcentrum
In aanvulling op de Naslaggids kunt u ook het Nikon download
center bezoeken om producthandleidingen, firmware-updates
en software zoals ViewNX-i te downloaden.
https://downloadcenter.nikonimglib.com/
iii
Deze handleiding is voor gebruik met zowel de Z 7 als Z 6. De afbeeldingen
tonen de Z 7.
Symbolen en conventies
Om het zoeken naar benodigde informatie gemakkelijker te maken, worden de
volgende symbolen en conventies gebruikt:
Menu-items, opties en berichten die in de cameraschermen verschijnen, worden
vetgedrukt
aangeduid. In deze handleiding wordt de weergave in de cameramonitor
en zoeker tijdens het opnemen aangeduid als de “opnameweergave”; meestal is het
de monitor die in de afbeeldingen wordt getoond.
Deze camera kan worden gebruikt met XQD- en CFexpress Type B-
geheugenkaarten. In contexten waarin geen onderscheid tussen de twee hoeft
te worden gemaakt, worden beide typen in deze handleiding
“geheugenkaarten” genoemd.
In deze handleiding worden smartphones en tablets aangeduid als “smartapparaten”.
Camera-instellingen
De uitleg die wordt gegeven in deze handleiding gaat ervan uit dat de
standaardinstellingen worden gebruikt.
Nikon gebruikersondersteuning
Bezoek de volgende website om uw camera te registreren en op de hoogte te
blijven van de meest recente productinformatie. U vindt hier antwoorden op
veelgestelde vragen (FAQ's) en u kunt contact met ons opnemen voor
technische bijstand. https://www.europe-nikon.com/support
Over deze handleiding
D
Dit pictogram duidt opmerkingen aan, informatie die moet worden
gelezen voordat dit product in gebruik wordt genomen.
A
Dit pictogram duidt tips aan, extra informatie die handig kan zijn bij
het gebruik van dit product.
0
Dit pictogram verwijst naar andere secties in deze handleiding.
A Voor uw veiligheid
Lees, alvorens de camera voor het eerst in gebruik wordt genomen, de
veiligheidsinstructies in “Voor uw veiligheid” (0 ix).
iv
Pakketinhoud ....................................................................................... ii
Voor uw veiligheid ............................................................................. ix
Kennisgevingen ................................................................................ xiii
Kennismaking met de camera 1
Onderdelen van de camera ............................................................... 1
Camerabody ................................................................................................... 1
Het bedieningspaneel................................................................................. 5
De monitor en zoeker.................................................................................. 6
Camerabedieningen ........................................................................... 8
De zoeker ......................................................................................................... 8
De monitorstandknop................................................................................. 8
Aanraakbediening ......................................................................................10
De DISP-knop.................................................................................................15
De secundaire selector..............................................................................17
De AF-ON-knop...............................................................................................17
De instelschijven .........................................................................................17
De G-knop ................................................................................................18
De i-knop (i-pictogram).......................................................................21
De functieknoppen (Fn1 en Fn2).............................................................24
Eerste stappen 27
Bevestig de camerariem...................................................................27
Laad de accu op .................................................................................28
De batterijlader............................................................................................28
Lichtnetlaadadapters................................................................................. 29
Plaats de accu en een geheugenkaart...........................................32
Bevestig een objectief ......................................................................36
Kies een taal en stel de klok in ........................................................38
Inhoudsopgave
v
Basisfotografie en weergave 41
Foto’s maken (b-stand)................................................................... 41
Films opnemen (b-stand) ............................................................... 45
Basisweergave ................................................................................... 49
Films bekijken...............................................................................................49
Ongewenste foto’s wissen.......................................................................51
Basisinstellingen 52
Scherpstelling.................................................................................... 52
Een scherpstelstand kiezen .....................................................................52
AF-veldstand.................................................................................................54
De aanraaksluiter.........................................................................................60
Handmatige scherpstelling .....................................................................62
Witbalans ............................................................................................ 64
Stil fotograferen ................................................................................ 68
Foto’s een score geven..................................................................... 70
Foto’s tegen wissen beveiligen...................................................... 71
Opnamebediening 72
De standknop..................................................................................... 72
P: Automatisch programma.....................................................................73
S: Sluitertijdvoorkeuze...............................................................................73
A: Diafragmavoorkeuze .............................................................................74
M: Handmatig................................................................................................75
Gebruikersinstellingen: standen U1, U2 en U3 ....................................77
Lange tijdopnamen (stand M).................................................................80
De S (ISO-gevoeligheid)-knop ................................................... 82
Automatische instelling ISO-gevoeligheid ........................................84
De E (belichtingscorrectie)-knop .................................................. 85
De c/E (ontspanstand/zelfontspanner)-knop .......................... 87
De zelfontspanner.......................................................................................90
vi
De secundaire selector .....................................................................92
Scherpstelpuntselectie .............................................................................92
Vergrendeling automatische belichting (AE) ................................... 92
Scherpstelvergrendeling..........................................................................92
Het i-menu 95
Het i-menu gebruiken .....................................................................95
Het fotostand i-menu ......................................................................96
Picture Control instellen...........................................................................97
Witbalans .....................................................................................................101
Beeldkwaliteit.............................................................................................107
Beeldformaat..............................................................................................109
Flitsstand......................................................................................................110
Lichtmeting.................................................................................................111
Wi-Fi-verbinding .......................................................................................112
Actieve D-Lighting....................................................................................113
Ontspanstand.............................................................................................114
Vibratiereductie.........................................................................................115
AF-veldstand...............................................................................................116
Scherpstelstand.........................................................................................116
Het filmstand-i-menu ....................................................................117
Picture Control instellen.........................................................................118
Witbalans .....................................................................................................118
Beeldformaat, beeldsnelheid en filmkwaliteit ...............................119
Microfoongevoeligheid ..........................................................................121
Kies beeldveld ............................................................................................122
Lichtmeting.................................................................................................123
Wi-Fi-verbinding .......................................................................................123
Actieve D-Lighting....................................................................................123
Elektronische VR........................................................................................123
Vibratiereductie.........................................................................................124
AF-veldstand...............................................................................................124
Scherpstelstand.........................................................................................124
vii
Menulijst 125
D Het weergavemenu: beelden beheren.................................. 125
C Het foto-opnamemenu: opnameopties ................................ 127
1 Het filmopnamemenu: filmopnameopties............................ 135
A Persoonlijke instellingen: fijnafstelling
camera-instellingen .................................................................. 141
B Het setup-menu: Camera-instellingen ....................................150
N Het retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken ....156
O Mijn menu/m Recente instellingen ........................................ 158
Problemen oplossen 159
Problemen en oplossingen ........................................................... 160
Accu/Weergave......................................................................................... 160
Opname ....................................................................................................... 161
Weergave .................................................................................................... 163
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloze netwerken) .................................... 165
Diversen....................................................................................................... 165
Aanduidingen en foutmeldingen ................................................ 166
Aanduidingen............................................................................................ 166
Foutmeldingen ......................................................................................... 168
A Cameramenu’s
Meer informatie over cameramenu’s is beschikbaar in een Naslaggids,
beschikbaar voor downloaden via:
Z 7: https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/
Z_7.html
Z 6: https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/
Z_6.html
U kunt ook de online handleiding raadplegen, te vinden op:
https://onlinemanual.nikonimglib.com/z7_z6/nl/
viii
Technische opmerkingen 171
Het camerascherm en bedieningspaneel ...................................171
De monitor: fotostand.............................................................................171
De Monitor: filmstand .............................................................................176
De zoeker: fotostand................................................................................177
De zoeker: filmstand ................................................................................179
Het bedieningspaneel.............................................................................180
Het Nikon Creatief Verlichtingssysteem .....................................181
Overige accessoires.........................................................................186
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen ..............191
Onderhoud van de camera............................................................193
Opslag ...........................................................................................................193
Reinigen .......................................................................................................193
Reiniging beeldsensor ............................................................................194
Handmatige reiniging.............................................................................197
Onderhoud van camera en accu: waarschuwingen..................199
Specificaties......................................................................................204
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding ....219
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding .................................228
Goedgekeurde geheugenkaarten................................................235
Capaciteit geheugenkaart .............................................................236
Duurzaamheid accu ........................................................................238
Kennisgevingen ...............................................................................239
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloos LAN)............................................240
Index ..................................................................................................242
Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs ........251
ix
Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te voorkomen, lees
“Voor uw veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit product te gebruiken.
Bewaar deze veiligheidsinstructies daar waar iedere gebruiker van dit product ze
kan lezen.
Voor uw veiligheid
GEVAAR: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd
met dit pictogram, zorgt voor groot gevaar voor de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen,
gemarkeerd met dit pictogram, kan de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
LET OP: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd
met dit pictogram, kan letsel of schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Niet gebruiken tijdens het lopen of het bedienen van een voertuig.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken of ander letsel
veroorzaken.
Dit product niet uit elkaar halen of aanpassen. Raak geen interne delen aan
die worden blootgesteld als gevolg van een val of ander ongeluk.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan een elektrische schok of
ander letsel tot gevolg hebben.
Mocht u afwijkingen aan het product ontdekken zoals het produceren van
rook, hitte of ongebruikelijke geuren, ontkoppel dan onmiddellijk de accu
of voedingsbron.
Voortgaand gebruik kan brand, brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Houd droog. Niet met natte handen vastpakken. Pak de stekker niet met
natte handen vast.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Laat uw huid niet langdurig in contact komen met dit product terwijl deze
in en uit het stopcontact wordt gehaald.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan lichte brandwonden tot
gevolg hebben.
Gebruik dit product niet in de aanwezigheid van ontvlambaar stof of gas
zoals propaan, benzine of spuitbussen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een explosie of brand tot
gevolg hebben.
x
Kijk niet rechtstreeks in de zon of andere felle lichtbronnen door middel
van het objectief.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan beperkt
gezichtsvermogen tot gevolg hebben.
Richt de flitser of AF-hulpverlichting niet op de bestuurder van een motorvoertuig.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg
hebben.
Houd dit product uit de buurt van kinderen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan
het product tot gevolg hebben. Merk bovendien op dat kleine onderdelen
verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind onderdelen van dit product inslikken,
zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Wikkel, draai en raak niet verstrikt in de riemen om uw nek.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg
hebben.
Gebruik geen accu’s, laders of lichtnetadapters die niet specifiek zijn
bedoeld voor gebruik met dit product. Bij het gebruik van accu’s, laders en
lichtnetadapters die bedoeld zijn voor gebruik met dit product, ga geen:
- Snoeren of kabels beschadigen, aanpassen, met overmatige kracht
trekken aan of buigen van kabels of ze onder zware voorwerpen plaatsen
of ze blootstellen aan hitte of vlammen.
- Reisadapters of adapters gebruiken die speciaal ontworpen zijn om van
de ene spanning naar een andere spanning over te schakelen, of met DC-
naar-AC-omvormers.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een
elektrische schok tot gevolg hebben.
Pak de stekker niet vast tijdens het opladen van het product of gebruik van
de lichtnetadapter tijdens onweersbuien.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektrische schok tot
gevolg hebben.
Pak niet met blote handen vast op plaatsen die worden blootgesteld aan
extreem hoge en lage temperaturen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brandwonden of
bevriezingsverschijnselen tot gevolg hebben.
LET OP
Laat het objectief niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen gericht.
Licht dat wordt geconvergeerd door het objectief kan brand of schade aan de
interne onderdelen van het product veroorzaken. Houd de zon goed buiten beeld
bij het fotograferen van onderwerpen met tegenlicht. Zonlicht geconvergeerd in de
camera wanneer de zon zich dicht bij het beeld bevindt, kan brand veroorzaken.
xi
Schakel dit product uit wanneer het gebruik ervan verboden is. Schakel
draadloze functies uit wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
verboden is.
De radiofrequentie-emissies geproduceerd door dit product kunnen interfereren
met apparatuur aan boord van vliegtuigen of in ziekenhuizen of andere medische
faciliteiten.
Verwijder de accu en ontkoppel de lichtnetadapter als voor langere tijd
geen gebruik wordt gemaakt van dit product.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan
het product tot gevolg hebben.
Laat de flitser niet flitsen terwijl deze in contact is met of zich nabij de huid
of voorwerpen bevindt.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brandwonden of brand
tot gevolg hebben.
Laat het product niet achter op een plaats waar het voor langere tijd wordt
blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto
of in direct zonlicht.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan
het product tot gevolg hebben.
Kijk niet rechtstreeks in de AF-hulpverlichting.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan nadelige effecten hebben
op het gezichtsvermogen.
Geen camera's of lenzen vervoeren met bevestigde statieven of
soortgelijke accessoires.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan
het product tot gevolg hebben.
GEVAAR (Accu’s)
Voorkom onjuist gebruik van accu’s.
Het niet in acht nemen van de volgende voorzorgsmaatregelen kan ervoor zorgen
dat de accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
- Gebruik uitsluitend oplaadbare accu’s die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit
product.
- Stel accu’s niet bloot aan vlammen of extreme hitte.
- Haal niet uit elkaar.
- Sluit de aansluitingen niet kort door ze in aanraking te laten komen met
kettingen, haarspelden of andere metalen voorwerpen.
- Stel accu’s of de producten waarin ze worden geplaatst, niet bloot aan
krachtige fysieke schokken.
- Ga niet op accu’s staan, doorboor ze niet met spijkers en sla er niet op met
hamers.
xii
Laad alleen op zoals is aangegeven.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ervoor zorgen dat de
accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Als accuvloeistof in aanraking komt met de ogen, spoel dan met veel
schoon water en zoek onmiddellijk medische hulp.
Het uitstellen van deze handeling kan oogletsel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING (Accu’s)
Houd accu’s buiten bereik van kinderen.
Mocht een kind een accu inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Houd accu’s buiten het bereik van huisdieren en andere dieren.
De accu’s kunnen lekken, oververhitten, scheuren of vlam vatten als erin wordt
gebeten, op gekauwd of als ze op andere wijze door dieren worden beschadigd.
Dompel accu’s niet onder in water en stel ze niet bloot aan regen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan
het product tot gevolg hebben. Droog het product onmiddellijk met een handdoek
of gelijkwaardig voorwerp, mocht deze nat worden.
Stop het gebruik onmiddellijk indien u veranderingen aan de accu’s
opmerkt, zoals verkleuring en vervorming. Stop met het opladen van
EN-EL15b oplaadbare accu’s als ze niet binnen de opgegeven tijdsduur
worden opgeladen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan ervoor zorgen dat de
accu’s lekken, oververhit raken, scheuren of vlam vatten.
Als de accu's niet langer nodig zijn, dient u de aansluitingen met plakband
te isoleren.
Oververhitting, scheuren of brand kan het gevolg zijn indien metalen voorwerpen in
aanraking komen met de aansluiting.
Als accuvloeistof in aanraking komt met iemand zijn huid of kleding, spoel
het getroffen gebied dan onmiddellijk met veel schoon water.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan huidirritatie tot gevolg
hebben.
xiii
Niets uit de handleidingen die bij dit
product horen, mag in enigerlei vorm
of op enigerlei wijze worden
verveelvoudigd, uitgezonden,
overgezet of opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of
worden vertaald in een andere taal
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nikon.
Nikon behoudt zich het recht voor het
uiterlijk en de specificaties van de
hardware en software die in deze
handleidingen worden beschreven op
elk moment te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige
schade die voortkomt uit het gebruik
van dit product.
Hoewel al het mogelijke in het werk is
gesteld om ervoor te zorgen dat de
informatie in deze handleidingen
accuraat en volledig is, stellen we het
ten zeerste op prijs als u eventuele
fouten of onvolkomenheden onder de
aandacht wilt brengen van de Nikon-
vertegenwoordiger in uw land/regio
(adres apart vermeld).
Kennisgevingen
xiv
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat
wettelijk strafbaar kan zijn.
Voorwerpen die volgens de wet niet mogen
worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld,
munten, waardepapieren of obligaties
van (plaatselijke) overheden, zelfs niet
als dergelijke kopieën of reproducties
worden voorzien van een stempel
“Voorbeeld” of “Specimen”.
Het kopiëren of reproduceren van
papiergeld, munten of
waardepapieren die in het buitenland
in omloop zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend,
is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte door de overheid
uitgegeven postzegels of briefkaarten
verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door
de overheid uitgegeven postzegels en
gecertificeerde wettelijke documenten
is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van bepaalde
waardepapieren
De overheid heeft waarschuwingen
uitgevaardigd met betrekking tot het
kopiëren of reproduceren van
waardepapieren uitgegeven door
commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en
dergelijke), vervoerspassen of coupons,
behalve als het gaat om een minimum
aantal kopieën voor zakelijk gebruik
door een bedrijf. Het is eveneens niet
toegestaan om door de overheid
uitgegeven paspoorten, vergunningen
van overheidsinstellingen en andere
instanties, identiteitsbewijzen,
toegangsbewijzen, pasjes en
maaltijdbonnen te kopiëren of te
reproduceren.
Auteursrechten
Onder de wet op het auteursrecht
kunnen foto’s en opnamen van
auteursrechtelijk beschermd werk
gemaakt met de camera niet worden
gebruikt zonder toestemming van de
auteursrechthebbende. Uitzonderingen
zijn van toepassing op persoonlijk
gebruik, maar houd er rekening mee dat
zelfs persoonlijk gebruik aan
beperkingen onderhevig kan zijn in het
geval van foto’s of opnamen van
tentoonstellingen of live-optredens.
xv
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon-camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe
elektronische schakelingen. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon
(inclusief batterijladers, accu’s, lichtnetadapters en flitsaccessoires) die door Nikon
speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera, zijn ontwikkeld om
binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische schakelingen
te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
Gebruik van niet-originele elektronische accessoires kan schade
aan de camera tot gevolg hebben die niet onder de Nikon-
garantie valt. Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van
andere fabrikanten, die niet zijn voorzien van het holografische
zegel van Nikon (zie rechts), kan de normale werking van de camera verstoren of
ertoe leiden dat de accu’s oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een
door Nikon geautoriseerde leverancier.
D Voordat u belangrijke foto’s gaat maken
Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een
huwelijk of reis), kunt u het beste enkele testopnamen maken om te
controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor
schade of gederfde winst veroorzaakt door het onjuist functioneren van
het product.
D Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikons inzet voor “permanente kennisoverdracht” met het
oog op doorlopende productondersteuning en -educatie is voortdurend
bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende sites:
Voor gebruikers in de VS: https://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika: https://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten
:
https://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites om up-to-date te blijven met de nieuwste
productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs) en
algemeen advies over digital imaging en digitale fotografie. Aanvullende
informatie kan mogelijk worden verstrekt door de Nikon-importeur in uw
land/regio. Bezoek de volgende website voor contactgegevens:
https://imaging.nikon.com/
xvi
1Kennismaking met de camera
Kennismaking met de camera
Neem enkele minuten de tijd om vertrouwd te raken met de namen
en functies van camerabedieningen en -schermen. Leg eventueel
een bladwijzer in dit hoofdstuk zodat u het gemakkelijk kunt
terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.
Raadpleeg dit deel voor de namen en locaties van
camerabedieningen en -schermen.
Camerabody
Onderdelen van de camera
2
1
5
3
10
8
7
6
11
2
9
14 13 12
4
1
Standknop .......................................... 72
2
Oogje voor camerariem .................. 27
3
Ontgrendelingsknop van
standknop......................................... 72
4
Stereomicrofoon ............................. 121
5
Filmopnameknop ............................. 45
6
Hoofdschakelaar .........................38, 41
7
Ontspanknop ..................................... 41
8
E-knop................................................ 85
9
S-knop ............................................82
10
Filmvlakmarkering (E)...................63
11
Hoofdinstelschijf................................17
12
Luidspreker
13
Bedieningspaneel.............. 5, 151, 171
14
Accessoireschoen (voor optionele
flitser)...................................... 181, 189
2 Kennismaking met de camera
De camerabody (vervolg)
123
13
6
4
5
9
8
10
11
7
12
1
Beeldsensor...................................... 194
2
Monitorstandknop .....................8, 151
3
AF-hulpverlichting ...................43, 142
Lampje rode-ogenreductie .......... 110
Zelfontspannerlampje......................90
4
Deksel voor accessoire-aansluiting
en USB- en HDMI-aansluitingen
5
Deksel voor hoofdtelefoon- en
microfoonaansluitingen
6
Objectiefbevestigingsmarkering...36
7
Hoofdtelefoonaansluiting............ 140
8
OPLADEN-lampje...............................29
9
USB-aansluiting ..................... 186, 190
10
HDMI-aansluiting .................. 186, 190
11
Accessoire-aansluiting .................. 186
12
Aansluiting voor externe
microfoon ....................................... 186
13
Bodydop .....................................36, 186
D Raak de beeldsensor niet aan
Oefen onder geen enkel beding druk uit op de
beeldsensor, duw er niet op met
reinigingshulpmiddelen of stel het nooit bloot
aan de sterke luchtstromen van een
blaasbalgje. Dit kan krassen of andersoortige
schade aan de sensor veroorzaken. Zie, voor
informatie over het reinigen van de
beeldsensor, “Beeldsensor reinigen” (0 194).
Beeldsensor
3Kennismaking met de camera
20 19 1718
13
12
11
14
15
16
1
6
2
4
3
5
87910
1
Oogsensor..............................................8
2
Zoeker.....................................................8
3
Zoekeroculair ................................... 188
4
K-knop............................................... 49
5
O-knop ................................................ 51
6
Monitor............................................ 6, 10
7
Dioptrieregelaar ...................................8
8
DISP-knop............................................ 15
9
Foto/filmstand selectieschakelaar
.......................................................41, 45
10
AF-ON-knop ......................................... 17
11
Secundaire selector....................17, 92
12
i-knop...........................................21, 95
13
Deksel geheugenkaartsleuf ............32
14
Toegangslampje geheugenkaart
.......................................................44, 89
15
J-knop ................................................18
16
Multi-selector .....................................18
17
G-knop............................................18
18
c (E)-knop........................................87
19
W (Q)-knop .......................................20
20
X-knop .................................................62
D De monitor
De hoek van de monitor kan zoals aangeduid worden aangepast.
4 Kennismaking met de camera
De camerabody (vervolg)
5
4
2
3
8
10
9
1
6
7
1
Secundaire instelschijf......................17
2
Fn1-knop .......................................24, 64
3
Fn2-knop .......................................24, 52
4
Ontgrendeling deksel
batterijvak..........................................32
5
Deksel van het batterijvak...............32
6
Objectiefvatting.................................36
7
Knop objectiefontgrendeling.........37
8
CPU-contacten
9
Statiefaansluiting ..............................80
10
Afdekking van de stroomaansluiting
........................................................... 191
D Productserienummer
Het serienummer van dit product kan worden
bekeken door de monitor te openen.
5Kennismaking met de camera
Het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel licht op wanneer de camera aan is. Bij
standaardinstellingen worden de volgende aanduidingen
weergegeven; zie “Het bedieningspaneel” voor een volledige lijst
van alle aanduidingen die in het bedieningspaneel verschijnen
(0 180).
12
7
65
3
4
1
Sluitertijd ......................................73, 75
2
Diafragma ........................................... 74
3
Batterijaanduiding............................ 34
4
“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen) .............................. 34
5
Aantal resterende opnamen
.....................................................34, 236
6
Ontspanstand.....................................87
7
ISO-gevoeligheid ...............................82
6 Kennismaking met de camera
De monitor en zoeker
Bij standaardinstellingen verschijnen in
fotostand de volgende aanduidingen in de
monitor en zoeker; zie “Het camerascherm
en bedieningspaneel” voor een volledige
lijst van alle aanduidingen (0 171).
Monitor Zoeker
25 3 4 5 6
16
7
811 921 23 10
151318 172022 14119
2
1
Opnamestand.....................................72
2
Scherpstelpunt ............................43, 54
3
Ontspanstand ............................87, 114
4
Scherpstelstand ...............52, 133, 139
5
AF-veldstand.....................54, 133, 139
6
Actieve D-Lighting ....... 113, 131, 138
7
Picture Control .................97, 130, 137
8
Witbalans..................64, 101, 129, 136
9
Beeldveld ........................ 122, 127, 135
10
Beeldformaat .......................... 109, 128
11
Beeldkwaliteit......................... 107, 128
12
i-pictogram...............................13, 21
13
Belichtingsaanduiding .....................76
Weergave belichtingscorrectie......85
14
“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen)...............................34
15
Aantal resterende opnamen
.....................................................34, 236
16
ISO-gevoeligheid ...............................82
17
Aanduiding ISO-gevoeligheid........82
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding .............84
7Kennismaking met de camera
De volgende items verschijnen in
filmstand.
18
Diafragma ........................................... 74
19
Sluitertijd ......................................73, 75
20
Lichtmeting .................... 111, 132, 139
21
Batterijaanduiding............................ 34
22
Type sluiter ...................................... 144
23
Aanduiding vibratiereductie
.................................................. 115, 133
24
Aanraakopname .........................10, 60
25
Aanduiding “Klok niet ingesteld”
..............................................................40
Monitor Zoeker
3
1
5
4
2
8
7
9
6
10
1 43
597 28
10
6
1
Opnameaanduiding......................... 45
Opnemen uitgeschakeld................. 46
2
Resterende tijd .................................. 45
3
Beeldformaat/-snelheid/-kwaliteit
......................................... 119, 135, 136
4
Bestandsnaam ................................. 135
5
Ontspanstand (niet-bewegende
fotografie)..........................................87
6
Onderwerp-tracking .........................59
7
Geluidsniveau.................................. 121
8
Microfoongevoeligheid ....... 121, 140
9
Frequentiebereik ............................ 140
10
AF-veldhaakjes ...................................54
8 Kennismaking met de camera
In dit deel leest u hoe verschillende camerabedieningen en
schermen kunnen worden gebruikt.
De zoeker
Wanneer u uw oog tegen de zoeker plaatst,
wordt de oogsensor geactiveerd zodat de
weergave van de monitor naar de zoeker
schakelt (merk op dat de oogsensor ook op
andere voorwerpen reageert, zoals uw
vingers). De zoeker kan indien gewenst
voor menu’s en weergave worden gebruikt.
De monitorstandknop
Druk op de monitorstandknop om tussen
zoeker- en monitorschermen te schakelen.
Camerabedieningen
D De dioptrieregelaar
Om de zoeker scherp te stellen, tilt u de
dioptrieregelaar op en draait u deze. Let op dat
u niet uw vingers of nagels in uw oog steekt.
Duw de regelaar terug naar binnen zodra de
scherpstelling naar uw tevredenheid is
aangepast.
A Langdurig gebruik
Wanneer u de zoeker langdurig gebruikt, kunt u voor meer kijkgemak de
helderheid en tint van de zoeker aanpassen door Uit te selecteren voor
Persoonlijke instelling d8 (Instell. toepassen op livebeeld).
A Monitorstand
U kunt de keuzemogelijkheden van de beschikbare monitorstanden
beperken met behulp van de optie Selectie monitorstand beperken in
het setup-menu.
Oogsensor
9Kennismaking met de camera
Druk op de monitorstandknop om als volgt tussen de schermen te
schakelen.
Automatisch schakelen: De weergave schakelt van de
monitor naar de zoeker wanneer u uw oog tegen de
zoeker plaatst, en van de zoeker naar de monitor
wanneer u uw oog van de zoeker verwijdert.
Alleen zoeker: De zoeker wordt gebruikt voor opnemen,
menu’s en weergave; de monitor blijft donker.
Alleen monitor: De monitor wordt gebruikt voor opnemen,
menu’s en weergave; de zoekerweergave blijft donker,
ook al plaatst u uw oog tegen de zoeker.
Prioriteit aan zoeker: De camera werkt op dezelfde manier
als bestaande digitale SLR-camera’s. Met uw oog tegen
de zoeker wordt de zoeker ingeschakeld en als u uw oog
weghaalt, schakelt de zoeker uit. In fotostand blijft de
monitor donker, maar in filmstand, tijdens weergave of
terwijl de menu’s worden weergegeven, zal de monitor
inschakelen wanneer u uw oog van de zoeker haalt.
10 Kennismaking met de camera
Aanraakbediening
De aanraakgevoelige monitor kan worden
gebruikt voor het aanpassen van camera-
instellingen, scherpstellen en ontspannen
van de sluiter, fotos en films bekijken, tekst
invoeren en door de menu’s navigeren. De
aanraakbediening is niet beschikbaar
wanneer de zoeker in gebruik is.
❚❚ De sluiter scherpstellen en ontspannen
Raak de monitor aan om op het
geselecteerde punt scherp te stellen
(aanraak-AF). In fotostand wordt de sluiter
ontspannen wanneer u uw vinger van het
scherm tilt (aanraaksluiter).
Aanraak-AF-instellingen kunnen worden
aangepast door op het W-pictogram te
klikken (0 60).
11Kennismaking met de camera
❚❚ Instellingen aanpassen
Tik op gemarkeerde instellingen in de
weergave en kies de gewenste optie door
op pictogrammen of schuifbalken te
tikken. Tik op Z of druk op J om de
gekozen optie te selecteren en keer terug
naar het vorige scherm.
❚❚ Weergave
Veeg naar links of rechts om andere foto’s
te bekijken tijdens schermvullende
weergave.
In schermvullende weergave komt bij het
aanraken van de onderkant van de
weergave een beeldvoortgangsbalk
tevoorschijn. Schuif met uw vinger naar
links of rechts over de balk om snel naar
andere foto’s te bladeren.
Beeldvoortgangsbalk
12 Kennismaking met de camera
Gebruik spreid- en knijpbewegingen om in
en uit te zoomen en schuif om te bladeren.
U kunt ook twee keer snel tikken op het
scherm om in te zoomen vanuit
schermvullende weergave of zoom te
annuleren.
Gebruik, om “uit te zoomen” op een
miniatuurbeeld, een knijpbeweging in
schermvullende weergave. Gebruik
samenknijpen en spreiden om het aantal
beelden te kiezen die worden
weergegeven met 4, 9 en 72 beelden.
❚❚ Filmweergave
Tik op de referentielijn op het scherm om
filmweergave te starten (films worden
aangeduid door een 1-pictogram). Tik op
de weergave om te pauzeren of te
hervatten, of tik op Z om af te sluiten en
naar schermvullende weergave te gaan.
Referentielijn
13Kennismaking met de camera
❚❚ Het i-menu
Tik op het i-pictogram om het i-menu
weer te geven tijdens het opnemen (0 21,
95).
Tik op items om opties te bekijken.
❚❚ Tekst invoeren
Wanneer een toetsenbord wordt
weergegeven, kunt u tekst invoeren door
op de toetsen te tikken (tik op de
toetsenbordselectieknop om hoofdletter
en kleine letter en het toetsenbord met
symbolen af te wisselen) of verplaats de
cursor door in het tekstweergaveveld te
tikken.
Tekstweergaveveld
Toetsenbord
veld
Toetsenbord-
selectie
14 Kennismaking met de camera
❚❚ Door de menu’s navigeren
Schuif omhoog of omlaag om te bladeren.
Tik op een menupictogram om een menu
te kiezen.
Tik op menu-items om opties weer te
geven en tik op pictogrammen of
schuifbalken om te wijzigen.
Tik op Z om af te sluiten zonder
instellingen te wijzigen.
D Het aanraakscherm
Het aanraakscherm reageert op statische elektriciteit en reageert mogelijk
niet wanneer het scherm is bedekt met in de handel verkrijgbare
beschermfolies, bij aanraking met nagels of handen bedekt door
handschoenen, of wanneer gelijktijdig meerdere locaties worden
aangeraakt. Oefen geen overmatige kracht uit en raak het scherm niet aan
met scherpe voorwerpen.
A Aanraakbediening inschakelen of uitschakelen
De aanraakbediening kan worden in- of uitgeschakeld met behulp van de
optie Aanraakbediening in het setup-menu (0 152).
15Kennismaking met de camera
De DISP-knop
Gebruik de DISP-knop om aanduidingen te
bekijken of te verbergen in de monitor of
zoeker.
❚❚ Fotostand
Als in fotostand op de DISP-knop wordt gedrukt, is de weergave als
volgt:
1 Wordt niet weergegeven wanneer Uit is geselecteerd voor Persoonlijke
instelling d8 (Instell. toepassen op livebeeld) of Aan is geselecteerd voor
Opname met beeld-op-beeld in meervoudige belichtingsstand.
2 Wordt niet weergegeven in de zoeker.
3 Wordt weergegeven wanneer een optionele SB-5000, SB-500, SB-400 of
SB-300 flitser is bevestigd op de accessoireschoen of wanneer een WR-R10
draadloze afstandsbediening een flitser via radioflitserregeling vereist.
Aanduidingen aan
Vereenvoudigde
weergave Histogram
1
Flitserinformatie
2, 3
Informatiescherm
2
Virtuele horizon
16 Kennismaking met de camera
❚❚ Filmstand
Als in filmstand op de DISP-knop wordt gedrukt, is de weergave als
volgt:
Aanduidingen aan
Vereenvoudigde
weergave
Virtuele horizon Histogram
17Kennismaking met de camera
De secundaire selector
Gebruik de secundaire selector als joystick
om het scherpstelpunt te selecteren of
druk op het midden van de secundaire
selector om scherpstelling en belichting te
vergrendelen (0 92, 93).
De AF-ON-knop
In autofocusstand kan de AF-ON-knop
worden gebruikt om scherp te stellen.
De instelschijven
Gebruik de instelschijven om sluitertijd of
diafragma aan te passen of in combinatie
met andere knoppen om camera-
instellingen te wijzigen.
Secundaire instelschijf
Hoofdinstelschijf
18 Kennismaking met de camera
De G-knop
Druk op de G-knop om de menu’s te
bekijken.
❚❚ De menu’s gebruiken
Met de multi-selector en J-knop kunt u door de menu’s navigeren.
9
1
2
3
4
5
6
7
8
1
D: Weergavemenu ....................... 125
2
C: Foto-opnamemenu ................ 127
3
1: Filmopnamemenu ................... 135
4
A: Menu Persoonlijke
instellingen .................................... 141
5
B: Setup-menu ................................ 150
6
N: Retoucheermenu..................... 156
7
O/m: Mijn menu of recente
instellingen (standaard ingesteld
op Mijn menu)............................... 158
8
d: Helppictogram.............................20
9
Huidige instellingen ...................... 125
1: Beweeg cursor omhoog
3: Beweeg cursor omlaag
2: Selecteer gemarkeerd
item of geef submenu weer
4: Annuleer en keer terug
naar vorig menu
J: Selecteer
gemarkeerd item
19Kennismaking met de camera
1 Markeer het pictogram
voor het huidige menu.
Druk op 4 om het
pictogram voor het huidige
menu te markeren.
2 Selecteer een menu.
Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren.
3 Plaats de cursor in het
geselecteerde menu.
Druk op 2 om de cursor in
het geselecteerde menu te
plaatsen.
4 Markeer een menu-item.
Druk op 1 of 3 om een
menu-item te markeren
(items die grijs worden
weergegeven, zijn
momenteel niet
beschikbaar en kunnen niet worden geselecteerd).
20 Kennismaking met de camera
5 Geef opties weer.
Druk op 2 om opties voor
het geselecteerde menu-
item weer te geven.
6 Markeer een optie.
Druk op 1 of 3 om een
optie te markeren (opties
die grijs worden
weergegeven, zijn
momenteel niet
beschikbaar en kunnen niet worden geselecteerd).
7 Selecteer het gemarkeerde item.
Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren.
Druk op de G-knop om af te sluiten zonder een
selectie te maken. Druk de ontspanknop half in om
de menu’s af te sluiten en terug te keren naar de
opnamestand.
U kunt ook met behulp van de aanraakbediening door de menu’s
navigeren (0 14).
A Het d (Help)-pictogram
Als in de linkerbenedenhoek van de weergave een d-pictogram verschijnt,
dan kunt u een beschrijving bekijken van de momenteel geselecteerde
optie of het menu door de W (Q)-knop in te drukken. Druk op 1 of 3 om
door de tekst te bladeren, of druk nogmaals op W (Q) om naar de menu’s
terug te keren.
21Kennismaking met de camera
De i-knop (i-pictogram)
Druk, voor snelle toegang tot veelgebruikte instellingen, op de
i-knop of tik op het i-pictogram in de weergave.
Tik op het gewenste item of markeer items
en druk op J om opties te bekijken. U kunt
de instellingen ook aanpassen door items
te markeren en aan de instelschijven te
draaien. De items weergegeven in
fotostand (0 96) verschillen van de items
weergegeven in filmstand (0 117).
of
A Het weergave-i-menu
Als u tijdens weergave op de i-knop drukt,
wordt een contextgevoelig menu met
veelgebruikte weergaveopties weergegeven.
22 Kennismaking met de camera
❚❚ Het i-menu aanpassen
De items weergegeven in het i-menu van de fotostand kunnen
worden gekozen met behulp van Persoonlijke instelling f1 (Menu i
aanpassen).
1 Selecteer Persoonlijke instelling f1.
Markeer, in het Persoonlijke
instellingenmenu, Persoonlijke
instelling f1 (Menu i aanpassen) en
druk op J (voor informatie over het
gebruik van de menu’s, zie “De G-
knop”, 0 18).
2 Kies een positie.
Markeer een positie in het menu dat u
wilt bewerken en druk op J.
3 Kies een optie.
Markeer een optie en druk op J om
deze aan de geselecteerde positie toe
te wijzen en keer terug naar het menu
weergegeven in Stap 2. Herhaal Stap 2
en 3 indien nodig.
4 Sluit af.
Druk op de G-knop om de wijzigingen op te slaan en sluit af.
23Kennismaking met de camera
A Opties die kunnen worden toegewezen aan het i-menu
De volgende opties kunnen worden toegewezen aan het i-menu voor
fotostand:
Kies beeldveld
Beeldkwaliteit
Beeldformaat
Belichtingscorrectie
ISO-gevoeligheid
instellen
Witbalans
Picture Control
instellen
Kleurruimte
Actieve D-Lighting
Ruisonderdr. lange
tijdopname
Hoge ISO-
ruisonderdrukk.
Lichtmeting
Flitsstand
Flitscorrectie
Scherpstelstand
AF-veldstand
Vibratiereductie
Automatische
bracketing
Meervoudige
belichting
HDR (hoog dynam.
bereik)
Stil fotograferen
Ontspanstand
Aangepaste
knoptoewijzing
Belichtingsvertra-
gingsstand
Type sluiter
Instell. toepassen op
livebeeld
Split-screen
zoomweergave
Peakingmarkeringen
Helderheid van
monitor/zoeker
Bluetooth-verbinding
Wi-Fi-verbinding
Het i-menu van de filmstand kan worden aangepast met behulp van
Persoonlijke instelling g1 (Menu i aanpassen); de beschikbare opties
verschillen van de opties voor fotostand.
24 Kennismaking met de camera
De functieknoppen (Fn1 en Fn2)
De Fn1-knop en de Fn2-knop kunnen ook
worden gebruikt voor snelle toegang tot
geselecteerde instellingen tijdens het
fotograferen. De aan deze knoppen
toegewezen instellingen kunnen worden
gekozen met behulp van Persoonlijke
instelling f2 (Aangepaste
knoptoewijzing) en de geselecteerde
instelling kan worden aangepast door op
de knop te drukken en aan de instelschijven te draaien. Bij
standaardinstellingen wordt de Fn1-knop gebruikt voor witbalans
en de Fn2-knop om de scherpstel- en AF-veldstanden te selecteren.
❚❚ De functieknoppen aanpassen
De functie uitgevoerd door de functieknoppen in fotostand wordt
gekozen met behulp van Persoonlijke instelling f2 (Aangepaste
knoptoewijzing).
1 Selecteer Persoonlijke instelling f2.
Markeer, in het Persoonlijke
instellingenmenu, Persoonlijke
instelling f2 (Aangepaste
knoptoewijzing) en druk op J (voor
informatie over het gebruik van de
menu’s, zie “De G-knop”, 0 18).
Fn1-knop
Fn2-knop
25Kennismaking met de camera
2 Kies een knop.
Markeer de optie voor de gewenste
knop en druk op J. Selecteer Fn1-knop
om de functie uitgevoerd door de
Fn1-knop te kiezen, Fn2-knop om de
functie uitgevoerd door de Fn2-knop te
kiezen.
3 Kies een optie.
Markeer een optie en druk op J om
deze aan de geselecteerde knop toe te
wijzen en keer terug naar het menu
weergegeven in Stap 2. Herhaal Stap 2
en 3 om de functie uitgevoerd door de
overgebleven knop te kiezen.
4 Sluit af.
Druk op de G-knop om de wijzigingen op te slaan en sluit af.
26 Kennismaking met de camera
A Functies die kunnen worden toegewezen aan de functieknoppen
De volgende functies kunnen worden toegewezen aan de functieknoppen
in fotostand:
AF-ON
AF-vergrendeling
AE-vergrendeling
(vast)
AE-vergr. (herstel na
ontspan.)
AE-vergrendeling
AE/AF-vergrendeling
Flitswaardevergrende-
ling
c Uitschakelen/
inschakelen
Voorbeeld
Matrixmeting
Centrumgerichte
meting
Spotmeting
Op hoge lichten
gerichte lichtm.
Bracketingserie
Selectie synchroon
ontspannen
+ NEF (RAW)
Meevolgende
scherpstelling
Rasterweergave
Zoom aan/uit
MIJN MENU
Bovenste optie in
MIJN MENU
Weergave
Beveiligen
Kies beeldveld
Beeldkwaliteit/-
formaat
Witbalans
Picture Control
instellen
Actieve D-Lighting
Lichtmeting
Flitsstand/-correctie
Scherpstelstand/
AF-veldstand
Automatische
bracketing
Meervoudige
belichting
HDR (hoog dynam.
bereik)
Belichtingsvertra-
gingsstand
Sltertijd en diafragma
vergr.
Peakingmarkeringen
Score
Nr. object. zonder
CPU kiezen
Geen
De functies uitgevoerd door de functieknoppen in filmstand kunnen
worden gekozen met behulp van Persoonlijke instelling g2 (Aangepaste
knoptoewijzing); de beschikbare opties verschillen van de opties voor
fotostand.
27Eerste stappen
Eerste stappen
Voltooi de stappen in dit hoofdstuk voordat u voor de allereerste
keer foto’s maakt.
Een riem is meegeleverd met de camera; extra riemen zijn
afzonderlijk verkrijgbaar. Bevestig de riem stevig aan de
cameraoogjes.
Bevestig de camerariem
28 Eerste stappen
De batterij kan worden opgeladen met behulp van de
meegeleverde batterijlader of een EH-7P lichtnetlaadadapter (een
EH-7P wordt meegeleverd met de Z 7 en kan afzonderlijk worden
aangeschaft voor de Z 6).
De batterijlader
Plaats de meegeleverde accu EN-EL15b en steek de lader in het
stopcontact. Afhankelijk van het land of de regio wordt de lader met
een lichtnetadapter of een netsnoer geleverd.
Lichtnetadapter: Plaats de lichtnetadapter in de voedingsingang van
de lader (q). Verschuif de lichtnetadaptervergrendeling zoals
afgebeeld (w) en draai de adapter 90° om deze op z’n plaats te
zetten (e). Plaats de accu en steek de lader in het stopcontact.
Netsnoer: Plaats, nadat het netsnoer met de stekker in de
aangeduide richting is aangesloten, de accu en steek de kabel in.
Laad de accu op
D De accu en lader
Lees en volg de waarschuwingen in “Voor uw veiligheid” (0 ix) en “Onderhoud
van de camera en accu: waarschuwingen” (0 199).
Lichtnetadaptervergrendeling
29Eerste stappen
Het CHARGE (OPLADEN)-lampje zal knipperen terwijl de accu wordt
opgeladen. Een lege accu wordt in ongeveer twee uur en 35
minuten volledig opgeladen.
Lichtnetlaadadapters
In de camera geplaatste EN-EL15b oplaadbare Li-ionbatterijen
worden opgeladen terwijl de camera is verbonden met een EH-7P
lichtnetlaadadapter (de EH-7P kan niet worden gebruikt om de
EN-EL15a en EN-EL15 batterijen op te laden; gebruik in plaats
daarvan de meegeleverde MH-25a batterijlader). Een lege accu
wordt in ongeveer twee uur en 35 minuten volledig opgeladen.
Merk op dat in landen of regio's waar dat vereist is
lichtnetlaadadapters worden geleverd met een stekkeradapter
eraan bevestigd; de vorm van de stekkeradapter varieert afhankelijk
van het land van verkoop.
1 Plaats de EN-EL15b in de camera
(0 32).
Accu laadt op Opladen voltooid
30 Eerste stappen
2 Controleer eerst of de camera uit is en sluit daarna de
lichtnetlaadadapter aan en steek de adapter in het
stopcontact. Plaats de stekker of stekkeradapter niet onder
een hoek maar recht in het stopcontact en neem dezelfde
voorzorgsmaatregelen in acht wanneer de
lichtnetlaadadapter uit het stopcontact wordt gehaald.
Het CHARGE (OPLADEN)-lampje van de camera kleurt amber terwijl
het opladen wordt uitgevoerd en schakelt uit zodra het opladen
is voltooid. Houd er rekening mee dat, hoewel de camera kan
worden gebruikt terwijl deze is aangesloten, de accu niet
oplaadt en de camera geen stroom zal gebruiken van de
lichtnetlaadadapter terwijl de camera aan is.
3 Trek de lichtnetlaadadapter uit het stopcontact en ontkoppel
deze zodra het opladen is voltooid.
CHARGE (OPLADEN)-lampje
Uitgang
EH-7P lichtnetlaadadapter
31Eerste stappen
D Het CHARGE (OPLADEN)-lampje
Als de accu niet kan worden opgeladen met behulp van de
lichtnetlaadadapter, bijvoorbeeld omdat de accu niet compatibel is of de
temperatuur van de camera hoog is, zal het CHARGE (OPLADEN)-lampje snel
knipperen gedurende ca. 30 seconden en schakelt vervolgens uit. Als het
CHARGE (OPLADEN)-lampje uit is en u hebt niet op de lading van de accu gelet,
schakel dan de camera in en controleer het accuniveau.
32 Eerste stappen
Controleer, voordat de accu of geheugenkaarten worden geplaatst
of verwijderd, of de hoofdschakelaar van de camera in de OFF-positie
staat. Plaats de accu in de aangegeven richting en gebruik daarbij
de accu om de oranje accuvergrendeling naar één zijde ingedrukt te
houden. De vergrendeling vergrendelt de accu op zijn plaats
wanneer de accu in zijn geheel is geplaatst.
Houd de geheugenkaart in de getoonde richting, schuif de kaart
recht in de sleuf totdat de kaart op zijn plaats klikt.
Plaats de accu en een geheugenkaart
Batterijvergrendeling
64
GB
33Eerste stappen
D De accu verwijderen
Schakel de camera uit en open het deksel van
het batterijvak om de accu te verwijderen.
Druk de batterijvergrendeling in de richting
aangeduid door de pijl om de accu vrij te
geven en verwijder de accu vervolgens
handmatig.
D Geheugenkaarten verwijderen
Zet, na te hebben gecontroleerd of het
toegangslampje van de geheugenkaart uit is,
de camera uit en open het deksel van de
geheugenkaartsleuf en druk op de kaart om
hem uit te werpen (q). De kaart kan
vervolgens met de hand worden verwijderd
(w).
34 Eerste stappen
Accuniveau
Het accuniveau wordt in de opnameweergave en het
bedieningspaneel weergegeven terwijl de camera aan is.
De accuniveauweergave verandert naarmate het accuniveau
afneemt, van L tot en met K, J, I en ten slotte H . Als het
accuniveau tot H daalt, stel dan de opname uit en laad de accu op
en leg een reserveaccu klaar. Wanneer de accu leeg is, begint het
H-pictogram te knipperen; laad de accu op of plaats een volledig
opgeladen reserveaccu.
Aantal resterende opnamen
Wanneer de camera aan is, tonen de opnameweergave en het
bedieningspaneel het aantal foto’s dat kan worden gemaakt bij de
huidige instellingen (waarden boven 1.000 worden naar beneden
afgerond naar het dichtstbijzijnde honderdtal, bijv. waarden tussen
1.400 en 1.499 worden aangeduid als 1,4 k).
Monitor Zoeker Bedieningspaneel
Monitor Zoeker Bedieningspaneel
35Eerste stappen
D Geheugenkaarten
Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom
voorzichtig te werk bij het verwijderen van geheugenkaarten uit de
camera.
Schakel de camera uit voordat geheugenkaarten worden geplaatst of
verwijderd. Verwijder geen geheugenkaarten uit de camera, zet de
camera niet uit en verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron tijdens
het formatteren of op het moment dat gegevens worden opgeslagen,
gewist of naar een computer of ander apparaat worden gekopieerd. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan gegevensverlies
of beschadiging van de camera of de kaart tot gevolg hebben.
Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen
voorwerpen.
U mag kaarten niet buigen, laten vallen of blootstellen aan hevige
schokken.
Oefen geen druk uit op de behuizing van de kaart. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregel kan beschadiging van de kaart tot gevolg
hebben.
Stel niet bloot aan water, warmte, hoge vochtigheidswaarden of direct
zonlicht.
Formatteer geheugenkaarten niet in een computer.
D Geen geheugenkaart
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, verschijnt de aanduiding “geen
geheugenkaart” in de opnameweergave en [–E–] verschijnt in zowel het
bedieningspaneel als de opnameweergave.
36 Eerste stappen
De camera kan worden gebruikt met Z-vattingobjectieven.
Controleer, voor het bevestigen of verwijderen van objectieven, of
de hoofdschakelaar van de camera in de OFF-positie staat. Let goed
op dat er geen stof in de camera komt wanneer het objectief of de
bodydop is verwijderd en vergeet niet de objectiefdop te
verwijderen voordat u foto’s maakt. Het objectief dat in het
algemeen in deze handleiding voor illustratieve doeleinden wordt
gebruikt, is een NIKKOR Z 24–70mm f/4 S.
Bevestig een objectief
Verwijder de
camerabodydop
Verwijder de achterste
objectiefdop
Bevestigingsmarkering (camera)
Bevestigingsmarkering (objectief)
Leg de bevestigings-
markeringen op één lijn
G
Raak de
beeldsensor of
objectiefcon-
tacten niet aan.
Draai het objectief zoals aangeduid totdat het op zijn plaats klikt
37Eerste stappen
D F-vattingobjectieven
Bevestig eerst de FTZ-vattingadapter (meegeleverd of apart verkrijgbaar,
0 228) voordat u F-vattingobjectieven gebruikt. Als u F-vattingobjectieven
rechtstreeks op de camera probeert te bevestigen, kan het objectief of de
beeldsensor beschadigd raken.
D Objectieven losmaken
Vergeet niet de camera uit te zetten bij het
verwijderen of verwisselen van objectieven.
Om het objectief te verwijderen, moet de
objectiefontgrendelingsknop (q) ingedrukt
worden gehouden terwijl het objectief naar
rechts wordt gedraaid (w). Plaats, na het
verwijderen van het objectief, de
objectiefdoppen en de camerabodydop terug.
38 Eerste stappen
De taaloptie in het setupmenu wordt automatisch gemarkeerd
wanneer de menu’s voor de eerste keer worden weergegeven. Kies
een taal en stel de cameraklok in.
1 Schakel de camera in.
Draai de hoofdschakelaar naar ON.
2 Selecteer Taal (Language) in het
setup-menu.
Druk op de G-knop om de
cameramenu’s weer te geven, markeer
vervolgens Taal (Language) in het
setup-menu en druk op 2 (voor
informatie over het gebruik van menu’s,
zie “De G-knop”, 0 18).
3 Selecteer een taal.
Druk op 1 of 3 om de gewenste taal te markeren en druk op J
(de beschikbare talen verschillen per land of regio waar de
camera oorspronkelijk werd gekocht).
Kies een taal en stel de klok in
39Eerste stappen
4 Selecteer Tijdzone en datum.
Markeer Tijdzone en datum en druk op
2.
5 Kies een tijdzone.
Selecteer Tijdzone en kies uw huidige
tijdzone (het scherm toont
geselecteerde steden in de gekozen
zone en het verschil tussen de tijd in de
gekozen zone en UTC). Druk op J om
de wijzigingen op te slaan en naar het tijdzone- en datummenu
terug te keren.
6 Schakel zomertijd in of uit.
Selecteer Zomertijd, markeer
vervolgens Aan of Uit en druk op J.
Door Aan te selecteren wordt de klok
met één uur vooruitgezet.
7 Stel de klok in.
Selecteer Datum en tijd en gebruik de
multi-selector om de klok in te stellen.
Druk op J wanneer de klok op de
huidige datum en tijd wordt ingesteld
(merk op dat de camera een 24-uurs
klok gebruikt).
40 Eerste stappen
8 Kies een datumnotatie.
Selecteer, om de volgorde waarin jaar,
maand en datum worden
weergegeven, Datumnotatie en
markeer vervolgens de gewenste optie
en druk op J.
9 Keer terug naar de opnamestand.
Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar
de opnamestand.
D Het t (“Klok niet ingesteld”)-pictogram
De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, oplaadbare
voedingsbron, die indien nodig wordt opgeladen wanneer de hoofdaccu is
geïnstalleerd. Twee dagen opladen is voldoende om de klok gedurende
een maand van stroom te voorzien. Als het t-pictogram in de weergave
knippert, is de klok gereset en zal de datum en tijd geregistreerd voor
nieuwe foto’s niet correct zijn. Gebruik de optie Tijdzone en datum >
Datum en tijd in het setup-menu om de klok op de juiste tijd en datum in
te stellen (0 151).
A SnapBridge
Gebruik de SnapBridge-app om de cameraklok met de klok op een
smartphone of tablet (smartapparaat) te synchroniseren. Zie de online help
van SnapBridge voor meer informatie.
41Basisfotografie en weergave
Basisfotografie en weergave
Dit hoofdstuk geeft uitleg over de basisbeginselen van het maken
en bekijken van foto’s.
Volg de onderstaande stappen om foto’s te maken in b
(automatische) stand, een automatische “richten-en-maken”-stand
waarin de meeste instellingen door de camera worden geregeld in
reactie op de opnameomstandigheden.
1 Schakel de camera in.
De monitor en het bedieningspaneel
lichten op.
2 Selecteer een fotostand.
Draai de foto/filmstand
selectieschakelaar naar C.
Foto’s maken (b-stand)
D Objectieven met intrekbare cilinders
Objectieven met intrekbare cilinders moeten
voor gebruik worden uitgetrokken. Draai aan
de objectiefzoomring zoals aangeduid totdat
het objectief in de uitgetrokken positie klikt.
42 Basisfotografie en weergave
3 Selecteer b-stand.
Draai, terwijl u de
ontgrendelingsknop van de
standknop bovenop de
camera indrukt, de
standknop naar b.
4 Maak de camera gereed.
Houd de handgreep in uw rechterhand en ondersteun de
camerabody of het objectief met uw linkerhand. Plaats uw
ellebogen naar binnen tegen de zijkanten van uw borst.
Foto’s kadreren in de zoeker
Landschap (liggend) Portret (staand)
Foto’s kadreren in de monitor
Landschap (liggend) Portret (staand)
Standknop
Ontgrendelingsknop van standknop
43Basisfotografie en weergave
5 Kadreer de foto.
Kadreer de opname en gebruik de
secundaire selector of multi-selector
om het scherpstelpunt boven uw
onderwerp te plaatsen.
6 Stel scherp.
Druk, om scherp te stellen, de
ontspanknop half in of druk op de knop
AF-ON (de AF-hulpverlichting gaat
mogelijk branden als het onderwerp
slecht belicht is). Als AF-S wordt
geselecteerd voor scherpstelstand,
wordt het scherpstelpunt groen
weergegeven als de camera kan
scherpstellen; als de camera niet kan
scherpstellen, knippert het scherpstelpunt rood.
D De AF-hulpverlichting
Zorg dat de AF-hulpverlichting niet wordt geblokkeerd terwijl deze
brandt.
Scherpstelpunt
44 Basisfotografie en weergave
7 Maak de foto.
Druk rustig de ontspanknop volledig in
om de foto te maken (u kunt ook een
foto maken door de monitor aan te
raken: tik op uw onderwerp en til uw
vinger op om de sluiter te ontspannen).
Het toegangslampje van de
geheugenkaart brandt terwijl de foto
wordt vastgelegd op de
geheugenkaart. U mag de
geheugenkaart niet uitwerpen of de
voedingsbron verwijderen of loskoppelen
voordat het toegangslampje uit is en de
opname is voltooid.
D De stand-by-timer
Als er gedurende ongeveer 30 seconden geen
handelingen worden uitgevoerd, zal de
weergave gedurende enkele seconden
dimmen voordat de monitor, zoeker en het
bedieningspaneel uitschakelen om de
gebruiksduur van de accu te verlengen. Druk
de ontspanknop half in om de weergave
opnieuw te activeren. De tijdspanne voordat de stand-by-timer
automatisch afloopt, kan worden geselecteerd met behulp van
Persoonlijke instelling c3 (Uitschakelvertraging)> Stand-by-timer.
Toegangslampje
geheugenkaart
45Basisfotografie en weergave
b (automatisch) stand kan ook worden gebruikt voor eenvoudige,
“richten- en-maken”-filmopnamen.
1 Schakel de camera in.
De monitor en het bedieningspaneel
lichten op.
2 Selecteer filmstand.
Draai de foto/filmstand
selectieschakelaar naar 1.
Merk op dat optionele
flitsers niet kunnen worden
gebruikt wanneer de camera
in filmstand staat.
3 Selecteer b-stand.
Draai, terwijl u de
ontgrendelingsknop van de
standknop bovenop de
camera indrukt, de
standknop naar b.
Films opnemen (b-stand)
Standknop
Ontgrendelingsknop van standknop
46 Basisfotografie en weergave
4 Start de opname.
Druk op de filmopnameknop om de
opname te starten. Terwijl de opname
wordt uitgevoerd, toont de camera een
opnameaanduiding en de resterende
tijd. Door op de AF-ON-knop te drukken
of op uw onderwerp in de weergave te
klikken, kan de camera op elk gewenst
moment tijdens het opnemen
opnieuw worden scherpgesteld.
Geluid wordt opgenomen via de
ingebouwde microfoon; dek de
microfoon niet af tijdens het opnemen.
5 Beëindig de opname.
Druk opnieuw op de filmopnameknop
om de opname te beëindigen. Het
toegangslampje van de
geheugenkaart brandt terwijl de
camera het opslaan van de film op de
geheugenkaart afrondt. U mag de
geheugenkaart niet uitwerpen of de
voedingsbron verwijderen of
loskoppelen voordat het
toegangslampje uit is en de opname is
voltooid.
D Het 0-pictogram
Een 0-pictogram geeft aan dat er geen films kunnen worden opgenomen.
Filmopnameknop
Opnameaanduiding
Resterende tijd
Toegangslampje
geheugenkaart
47Basisfotografie en weergave
Door in filmstand de ontspanknop volledig
in te drukken, kunnen foto’s worden
gemaakt zonder de opname te
onderbreken. Het C-pictogram knippert
in het scherm wanneer een foto wordt
gemaakt.
D Foto’s maken in filmstand
Merk op dat fotograferen ook mogelijk is wanneer het onderwerp niet
scherp is. Foto’s worden vastgelegd in fijnm-kwaliteit JPEG-formaat bij de
afmetingen die momenteel zijn geselecteerd voor filmbeeldformaat. In
continue ontspanstanden zal de beeldvoortgangssnelheid terwijl de
opname is onderbroken, variëren met de optie geselecteerd voor
Beeldformaat/beeldsnelheid, maar wordt er slechts één foto gemaakt
telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl de opname
wordt uitgevoerd. Met elke film kunnen maximaal 50 foto’s worden
gemaakt.
D Tijdens opname
Flikkeringen, banden of vertekeningen kunnen in de weergave en in foto’s
en films zichtbaar zijn onder tl-licht of kwikdamp- of natriumdamplampen,
of met onderwerpen die in beweging zijn, vooral als de camera horizontaal
wordt gepand of een voorwerp met hoge snelheid horizontaal door het
beeld beweegt. Er kunnen ook gekartelde randen, valse kleuren, moiré en
heldere vlekken verschijnen. Er kunnen heldere gebieden of banden
verschijnen in bepaalde delen van het beeld met knipperende symbolen
en andere intermitterende lichtbronnen of als het onderwerp kort door een
strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht, terwijl ook
ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) en onverwachte kleuren
zichtbaar kunnen zijn als u inzoomt op het beeld door het objectief. Er kan
flikkering optreden wanneer motorgestuurd diafragma wordt gebruikt
tijden de filmopname.
Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen. Het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne
schakelingen van de camera tot gevolg hebben.
48 Basisfotografie en weergave
D Films opnemen
De opname wordt automatisch beëindigd wanneer de maximale lengte is
bereikt of de geheugenkaart vol is of als het objectief is verwijderd, een
andere stand is geselecteerd of de foto/filmstand selectieschakelaar naar
C is gedraaid. Merk op dat de ingebouwde microfoon mogelijk geluiden
opneemt die door de camera of het objectief worden gemaakt tijdens
vibratiereductie, autofocus of wijzigingen aan het diafragma.
49Basisfotografie en weergave
Foto’s en films kunnen worden bekeken op de camera.
1 Druk op de K-knop.
Er verschijnt een foto in de weergave.
2 Bekijk extra foto’s.
Druk op 4 of 2 om nog meer foto’s te
bekijken. Wanneer foto's in de monitor
worden weergegeven, kunt u andere
foto’s bekijken door met uw vinger naar
links of rechts over de weergave te
vegen. Druk de ontspanknop half in om de weergave te
beëindigen en terug te keren naar de opnamestand.
Films bekijken
Films worden aangeduid door een 1-pictogram. Tik op het
a-pictogram in de weergave of druk op J om weergave te starten;
uw huidige positie is zichtbaar op de filmvoortgangsbalk.
Basisweergave
1-pictogram Lengte Huidige positie/totale lengte
a-pictogram Filmvoortgangsbalk Volume Referentielijn
50 Basisfotografie en weergave
De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd:
Bewerking Beschrijving
Pauzeren Druk op 3 om weergave te pauzeren.
Afspelen
Druk op J om weergave te hervatten wanneer weergave
is gepauzeerd of tijdens achteruit/vooruit.
Achteruit/vooruit
Druk op 4 om achteruit te gaan, op 2 om vooruit te
gaan. De snelheid neemt toe bij elke druk op de knop, van
2× naar 4× naar 8× naar 16×; houd de bediening
ingedrukt om naar het begin of het einde van de film te
gaan (eerste beeld wordt aangeduid door een h in de
rechterbovenhoek van de weergave, het laatste beeld
door een i). Als het afspelen wordt gepauzeerd, gaat de
film met één beeld tegelijk achteruit of vooruit; houd de
bediening ingedrukt om continu achteruit of vooruit te
gaan.
Slow motion
afspelen starten
Druk op 3 terwijl de film wordt gepauzeerd om slow
motion afspelen te starten.
Sla 10 sec. over
Draai de hoofdinstelschijf één stop verder om 10 sec.
vooruit of achteruit over te slaan.
Ga naar laatste of
eerste beeld
Draai aan de secundaire instelschijf om naar het laatste of
eerste beeld te gaan.
Volume aanpassen
Druk op X om het volume te verhogen, op W (Q) om te
verlagen.
Film bijsnijden
Om filmbewerkingsopties te bekijken, pauzeer weergave
en druk op de i-knop.
Afsluiten
Druk op 1 of K om terug te gaan naar schermvullende
weergave.
Terugkeren naar
opnamestand
Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de
opnamestand.
51Basisfotografie en weergave
Ongewenste foto’s wissen
Druk op de O-knop om de huidige foto te wissen. Hou er rekening
mee dat eenmaal gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld.
1 Geef een foto weer die u wilt wissen.
Geef een foto of film weer die u wilt
wissen, zoals beschreven in
“Basisweergave” (0 49).
2 Wis de foto.
Druk op de O-knop. Er wordt een
bevestigingsvenster weergegeven;
druk opnieuw op de O-knop om het
beeld te wissen en terug te keren naar
weergave. Druk op K om af te sluiten
zonder de foto te wissen.
A Wissen
Gebruik de optie Wissen in het weergavemenu om geselecteerde foto’s,
alle foto’s gemaakt op geselecteerde datums of alle foto’s op een gekozen
locatie op de geheugenkaart te wissen.
52 Basisinstellingen
Basisinstellingen
Dit hoofdstuk beschrijft de basisopname- en weergave-instellingen.
Scherpstelling kan automatisch, handmatig of met behulp van de
aanraakbediening worden aangepast. Hoe de camera scherpstelt is
afhankelijk van de door u gekozen scherpstelstand en AF-veldstand.
Een scherpstelstand kiezen
De scherpstelstand regelt hoe de camera
scherpstelt. De scherpstelstand kan
worden geselecteerd met behulp van de
Scherpstelstand-items in het i-menu en
de foto- en filmopnamemenu’s (0 116,
133, 139).
Bij standaardinstellingen kan de scherpstelstand ook worden
geselecteerd door de Fn2-knop ingedrukt te houden en aan de
hoofdinstelschijf te draaien (0 24).
Scherpstelling
Optie Beschrijving
AF-S
Enkelvoudige
AF
Voor stilstaande onderwerpen. Druk de ontspanknop
half in om scherp te stellen. Als de camera kan
scherpstellen, verandert het scherpstelpunt van rood in
groen; de scherpstelling vergrendelt terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt. Als de camera niet
kan scherpstellen, knippert het scherpstelpunt rood. Bij
standaardinstellingen kan de sluiter alleen worden
ontspannen als de camera kan scherpstellen
(scherpstelprioriteit).
53Basisinstellingen
AF-C
Continue AF
Voor bewegende onderwerpen. De camera stelt continu
scherp terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt; als
het onderwerp beweegt, zal de camera de uiteindelijke
afstand tot het onderwerp inschatten en indien nodig de
scherpstelling aanpassen. Bij standaardinstellingen kan
de sluiter worden ontspannen met of zonder het
onderwerp scherp in beeld (ontspanprioriteit).
AF-F
Fulltime-AF
De camera past continu de scherpstelling aan in reactie
op beweging van het onderwerp of veranderingen van
de compositie. Wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt, verandert het scherpstelpunt van rood naar
groen en wordt de scherpstelling vergrendeld. Deze
optie is alleen beschikbaar in filmstand.
MF
Handmatige
scherpstelling
Stel handmatig scherp (
0
62). De sluiter kan worden
ontspannen met of zonder het onderwerp scherp in beeld.
D Autofocus
De weergave kan lichter of donkerder worden terwijl de camera scherpstelt
en het scherpstelpunt wordt soms groen weergegeven wanneer de camera
niet kan scherpstellen. In de volgende situaties kan de camera mogelijk niet
scherpstellen met behulp van autofocus:
het onderwerp bevat lijnen parallel aan de lange zijde van het beeld
het onderwerp heeft te weinig contrast
het onderwerp in het scherpstelpunt bevat gebieden met sterk
contrasterende helderheid, of bevat spotverlichting of neonverlichting of
een andere lichtbron waarvan de helderheid verandert
er verschijnen flikkeringen of banden onder tl-licht, kwikdamplampen,
natriumdamplampen of vergelijkbare verlichting
er wordt een kruisfilter (ster) of ander speciaal filter gebruikt
het onderwerp lijkt kleiner dan het scherpstelpunt
het onderwerp wordt gedomineerd door regelmatige geometrische
patronen (bijv. jaloezieën of een rij ramen in een wolkenkrabber)
D De camera uitschakelen
De scherpstelpositie kan veranderen als u de camera uit- en vervolgens
weer inschakelt na het scherpstellen.
A AF bij weinig licht
Selecteer, voor een betere scherpstelling wanneer er weinig licht is, AF-S en
kies Aan voor Persoonlijke instelling a11 (AF bij weinig licht).
Optie Beschrijving
54 Basisinstellingen
AF-veldstand
Het scherpstelpunt kan worden geplaatst
met de secundaire selector (0 92) of de
multi-selector. AF-veldstand regelt hoe de
camera het scherpstelpunt voor autofocus
selecteert. De standaardinstelling is
Enkelpunts AF, maar andere opties
kunnen worden geselecteerd met behulp van de AF-veldstand
items in het i-menu en de foto- en filmopnamemenu’s (0 116, 133,
139).
Bij standaardinstellingen kan de AF-veldstelstand ook worden
geselecteerd door de Fn2-knop ingedrukt te houden en aan de
secundaire instelschijf te draaien (0 24).
Optie Beschrijving
3
Precisie-AF
Aanbevolen voor opnamen met statische
onderwerpen, zoals gebouwen, productfotografie in
de studio of close-ups. Superfijn-AF wordt gebruikt
voor superfijne scherpstelling op een geselecteerde
plek in het beeld. Deze optie is alleen beschikbaar
wanneer fotostand is geselecteerd en Enkelvoudige
AF is gekozen voor Scherpstelstand. Scherpstellen
gaat mogelijk langzamer dan met enkelpunts AF.
d
Enkelpunts AF
De camera stelt scherp op een punt dat is
geselecteerd door de gebruiker. Gebruik voor
stilstaande onderwerpen.
55Basisinstellingen
e
Dynamisch
veld-AF
De camera stelt scherp op een punt dat is
geselecteerd door de gebruiker. Als het onderwerp
kort het geselecteerde punt verlaat, stelt de camera
scherp op basis van informatie uit de omringende
scherpstelpunten. Gebruik dit voor foto's van atleten
en andere actieve onderwerpen die moeilijk te
kadreren zijn met enkelpunts AF. Deze optie is alleen
beschikbaar wanneer fotostand is geselecteerd en
Continue AF is gekozen voor Scherpstelstand.
f
Breedveld-AF
(klein)
Net als voor Enkelpunts AF, alleen stelt de camera
scherp op een groter gebied, aangezien de
scherpstelpunten voor Breedveld-AF (groot) groter
zijn dan die voor Breedveld-AF (klein). Gebruik dit
om snapshots of foto’s te maken van bewegende
onderwerpen die moeilijk te kadreren zijn met
enkelpunts AF, of in de filmstand voor soepel
scherpstellen tijdens het pannen en tilten of tijdens
het filmen van bewegende onderwerpen. Als het
geselecteerde scherpstelveld onderwerpen bevat op
verschillende afstanden van de camera, zal de
camera prioriteit geven aan het dichtstbijzijnde
onderwerp.
g
Breedveld-AF
(groot)
Optie Beschrijving
56 Basisinstellingen
h
Automatisch
veld-AF
De camera detecteert automatisch het onderwerp
en selecteert het scherpstelveld. Gebruik dit bij
gelegenheden waarbij u geen tijd hebt om het
scherpstelpunt zelf te selecteren, voor portretten, of
voor snapshot en andere spontane foto's. De camera
geeft voorrang aan portretonderwerpen; als een
portretonderwerp is gedetecteerd, verschijnt er een
amber kader dat het scherpstelpunt aangeeft rond
het gezicht van het onderwerp of, als de camera de
ogen van het onderwerp detecteert, rond het ene of
het andere oog (gezichts-/oogherkenning AF AF;
0 57). U kunt de camera ook configureren om de
gezichten en ogen van honden en katten te
detecteren door Dierherkenning te selecteren voor
Persoonlijke instelling a4 (Auto veld-AF gezicht-/
oogherk.; voor meer informatie, zie “Dierengezichts-
/oogherkenning AF”, 0 58).
Met gezichts- en
oogherkenning kunt u zich concentreren op
compositie en de gezichtsuitdrukking van het
onderwerp bij het fotograferen van actieve portretten
van mensen en dieren. Onderwerp volgen (
0
59
) kan
worden geactiveerd door op de
J
-knop te drukken of
door op een knop te drukken waaraan AF met
meevolgende scherpstelling is toegewezen met behulp
van Persoonlijke instelling f2 of g2 (
Aangepaste
knoptoewijzing
). AF met meevolgende scherpstelling
kan worden toegewezen aan de
Fn1
- en
Fn2
-knop op de
camera of het objectief.
A s: Het middelste scherpstelpunt
In alle AF-veldstanden behalve Automatisch veld-AF verschijnt er een
punt in het scherpstelpunt wanneer het in het midden van het beeld staat.
A Snelle scherpstelpuntselectie
Kies voor snellere scherpstelpuntselectie Om het andere punt voor
Persoonlijke instelling a5 (Gebruikte scherpstelpunten) om alleen een
kwart van de beschikbare scherpstelpunten te gebruiken (het aantal
beschikbare punten voor Breedveld-AF (groot) verandert niet). Gebruikt u
liever de secundaire selector voor scherpstelpuntselectie, dan kunt u
Middelste scherpstelp. select. voor Persoonlijke instelling f2
(Aangepaste knoptoewijzing)> Midden secundaire selector kiezen om
het midden van de secundaire selector te gebruiken en snel het middelste
scherpstelpunt te selecteren.
Optie Beschrijving
57Basisinstellingen
❚❚ Gezichts-/oogherkenning AF
Bij het fotograferen van portretonderwerpen
met behulp van
Automatisch veld-AF
,
gebruikt u Persoonlijke instelling a4 (
Auto
veld-AF gezicht-/oogherk.
) om te bepalen
of de camera zowel gezichten als ogen
detecteert (gezichts-/oogherk. AF) of alleen
gezichten (gezichtsherk.). Als
Gezichts- en
oogherkenning aan
is geselecteerd en een
portretonderwerp is gedetecteerd, dan
verschijnt er een amber kader dat het
scherpstelpunt aangeeft rond het gezicht
van het onderwerp of, als de camera de ogen
van het onderwerp detecteert, rond het ene
of het andere oog (gezichts-/oogherkenning
AF). Gezichten die gedetecteerd worden wanneer
Gezichtsherkenning aan
is geselecteerd, worden ook aangegeven
met een amber scherpstelpunt. Als
AF-C
is geselecteerd voor de
scherpstelmodus, licht het scherpstelpunt amber op wanneer
gezichten of ogen worden gedetecteerd, terwijl als
AF-S
is geselecteerd,
het scherpstelpunt groen wordt wanneer de camera scherpstelt.
Als er meer dan één portretonderwerp of meer dan één oog wordt
gedetecteerd, verschijnen de pictogrammen e en f op het
scherpstelpunt en zult u in staat zijn om het scherpstelpunt te
plaatsen op een ander gezicht of oog door op 4 of 2 te drukken.
Als het onderwerp wegkijkt nadat het gezicht is gedetecteerd, dan
verschuift het scherpstelpunt om de beweging te volgen.
Tijdens het afspelen kunt u inzoomen op het gezicht of het oog dat
gebruikt is voor het scherpstellen door op J te drukken.
D Gezichts-/oogherkenning AF
Oogherkenning is niet beschikbaar in filmstand. Oog- en gezichtsherkenning
werkt mogelijk niet zoals verwacht als:
het gezicht van het onderwerp een zeer groot of zeer klein deel van het
beeld beslaat,
het gezicht van het onderwerp te fel of te slecht is belicht,
het onderwerp een bril of een zonnebril draagt,
het gezicht of de ogen van het onderwerp worden bedekt door haar of
andere voorwerpen, of
het onderwerp te veel beweegt tijdens het fotograferen.
Scherpstelpunt
58 Basisinstellingen
❚❚ Dierengezichts-/oogherkenning AF
Als Dierherkenning is geselecteerd voor
Persoonlijke instelling a4 (Auto veld-AF
gezicht-/oogherk.) en de camera een
hond of kat detecteert, dan verschijnt er
een amber kader dat het scherpstelpunt
aangeeft rond het gezicht van het
onderwerp of, als de camera de ogen van
het onderwerp detecteert, rond het ene of
het andere oog. Als AF-C is geselecteerd
voor de scherpstelmodus, licht het
scherpstelpunt amber op wanneer
gezichten of ogen worden gedetecteerd,
terwijl als AF-S is geselecteerd, het
scherpstelpunt groen wordt wanneer de
camera scherpstelt.
Als er meer dan één dier of meer dan één oog wordt gedetecteerd,
verschijnen de pictogrammen e en f op het scherpstelpunt en zult
u in staat zijn om het scherpstelpunt te plaatsen op een ander
gezicht of oog door op 4 of 2 te drukken.
Tijdens het afspelen kunt u inzoomen op het gezicht of het oog dat
gebruikt is voor het scherpstellen door op J te drukken.
D Dierherkenning AF
Dierenoogherkenning is niet beschikbaar in filmstand. Dierengezichts- en
oogherkenning kan mogelijk de gezichten of ogen van sommige rassen
niet detecteren en werkt mogelijk niet zoals verwacht als:
het gezicht van het onderwerp een zeer groot of zeer klein deel van het
beeld beslaat,
het gezicht van het onderwerp te fel of te slecht is belicht,
het gezicht of de ogen van het onderwerp worden bedekt door vacht of
andere voorwerpen,
de ogen van het onderwerp dezelfde kleur hebben als de rest van het
gezicht, of
het onderwerp te veel beweegt tijdens het fotograferen.
Het licht van de AF-hulpverlichting kan de ogen van sommige dieren
aantasten; wij raden u aan Uit te selecteren voor Persoonlijke instelling a12
(Ingebouwde AF-hulpverlichting).
Scherpstelpunt
59Basisinstellingen
❚❚ Onderwerp-tracking
Wanneer Automatisch veld-AF is
geselecteerd voor AF-veldstand wordt bij
het indrukken van J focus-tracking
ingeschakeld. Het scherpstelpunt
verandert in een doelgericht dradenkruis;
plaats het dradenkruis boven het doel en
druk nogmaals op J of druk op de AF-ON-knop om het volgen te
starten. Het scherpstelpunt volgt het geselecteerde onderwerp
terwijl het door het beeld beweegt (in het geval van
portretonderwerpen volgt de scherpstelling het gezicht van het
onderwerp). Om het volgen te beëindigen en het middelste
scherpstelpunt te selecteren, druk voor een derde keer op J. Om de
modus onderwerp volgen af te sluiten, druk op de W (Q)-knop.
Als AF-C is geselecteerd voor scherpstelstand tijdens het
fotograferen en het volgen wordt gestart met de AF-ON-knop of door
de ontspanknop half in te drukken, volgt de camera het onderwerp
alleen terwijl de bedieningsknop wordt ingedrukt. Door het
ontspannen van de bedieningsknop wordt het scherpstelpunt
hersteld dat werd geselecteerd voordat het volgen begon.
D Onderwerp-tracking
De camera is mogelijk niet in staat onderwerpen te volgen die snel
bewegen, het beeld verlaten of door andere voorwerpen bedekt worden,
zichtbaar in grootte, kleur of helderheid veranderen of te klein, te groot, te
helder, te donker zijn, of dezelfde kleur of helderheid hebben als de
achtergrond.
60 Basisinstellingen
De aanraaksluiter
De aanraakbediening kan worden gebruikt
om de sluiter scherp te stellen en te
ontspannen. Raak de weergave aan om
scherp te stellen en til uw vinger op om de
sluiter te ontspannen.
Tik op het pictogram aangeduid in de
illustratie om de bewerking te kiezen die
wordt uitgevoerd door op de weergave te
tikken in opnamestand. Kies uit de
volgende opties:
W: Raak de weergave aan om het
scherpstelpunt te positioneren en scherp te stellen (als er een
gezicht wordt gedetecteerd, stelt de camera scherp op het gezicht
dat zich het dichtst bij het geselecteerde punt bevindt). De
scherpstelling vergrendelt terwijl uw vinger op de weergave blijft;
til uw vinger op om de sluiter te ontspannen. Alleen beschikbaar in
fotostand.
V: Zoals hierboven, behalve dat het optillen van uw vinger van
de weergave er niet voor zorgt dat de sluiter wordt ontspannen.
Als automatisch veld-AF is geselecteerd voor AF-veldstand, dan
volgt de camera het geselecteerde voorwerp terwijl het door het
beeld beweegt; tik, om naar een ander onderwerp te gaan, op het
betreffende onderwerp.
X: Aanraaksluiter uitgeschakeld.
61Basisinstellingen
D Foto’s maken met behulp van aanraakopname-opties
Om scherp te stellen en foto’s te maken kan de ontspanknop worden
gebruikt, ook al wordt het W-pictogram weergegeven om aan te duiden
dat de aanraakopnameopties ingeschakeld zijn. Aanraakopnameopties
kunnen uitsluitend worden gebruikt om één voor één foto’s te maken en
kunnen niet worden gebruikt voor handmatig scherpstellen of het maken
van foto’s tijdens filmopname; voor serieopname of om foto’s te maken
tijdens filmopname, gebruikt u de ontspanknop.
In gevallen waarin de camera een oog heeft gedetecteerd met behulp van
oogherkenning of dierenoogherkenning, kan de camera mogelijk niet
scherpstellen op het oog dat is geselecteerd met aanraakbediening. In dat
geval kan het nodig zijn om de multi-selector te gebruiken.
In zelfontspannerstand wordt de scherpstelling voor het geselecteerde
onderwerp vergrendeld wanneer u de monitor aanraakt, en de opnamen
die momenteel zijn geselecteerd in zelfontspannerstand worden na
ongeveer 10 seconden gemaakt nadat u uw vinger van de weergave hebt
getild.
62 Basisinstellingen
Handmatige scherpstelling
Handmatige scherpstelling kan worden
gebruikt wanneer autofocus niet de
gewenste resultaten produceert.
Positioneer het scherpstelpunt boven uw
onderwerp en draai aan de scherpstel- of
instelring totdat het onderwerp scherp in
beeld is.
Druk voor grotere nauwkeurigheid op de
X-knop om op het beeld door het objectief
in te zoomen.
Wanneer het onderwerp scherp in beeld is,
licht het scherpstelpunt groen op en
verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in
de weergave.
Merk op dat bij het gebruik van handmatige scherpstelling voor
onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus, de
scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven wanneer het
onderwerp niet scherp in beeld is. Zoom via het objectief op het
beeld en controleer de scherpstelling. Het gebruik van een statief
wordt aanbevolen wanneer de camera moeite heeft met
scherpstellen.
Scherpstel-
aanduiding
Beschrijving
I
Onderwerp scherp in beeld.
F
Scherpstelpunt bevindt zich
tussen camera en onderwerp.
H
Scherpstelpunt bevindt zich
achter onderwerp.
FH
Camera kan niet bepalen of
onderwerp scherp in beeld is.
(knippert)
Aanduiding voor
scherpstelafstand
Scherpstelaanduiding
63Basisinstellingen
D Objectieven met scherpstelstandselectie
Handmatige scherpstelling kan worden geselecteerd met behulp van de
bediening op het objectief.
D Filmvlakpositie
Meet, om de afstand tussen uw
onderwerp en de camera te bepalen,
vanaf de filmvlakmarkering (E) op de
camerabody. De afstand tussen het
objectiefbevestigingsvlak en het filmvlak
bedraagt 16 mm.
A Focuspeaking
Als focuspeaking is ingeschakeld met behulp
van Persoonlijke instelling d10
(Peakingmarkeringen), dan worden
voorwerpen die scherp in beeld zijn,
aangeduid door gekleurde omtreklijnen in
handmatige scherpstelstand. Merk op dat
peakingmarkeringen niet worden
weergegeven als de camera geen omtreklijnen
kan detecteren. In dat geval kan de
scherpstelling worden gecontroleerd met behulp van het beeld door het
objectief in de weergave.
Filmvlakmarkering
16 mm
Gebied scherp in beeld
64 Basisinstellingen
Witbalans zorgt ervoor dat witte voorwerpen wit worden
weergegeven, ongeacht de kleur van de lichtbron. De
standaardinstelling (j) wordt aanbevolen voor de meeste
lichtbronnen. Als de gewenste resultaten niet kunnen worden
verkregen met automatische witbalans, kies dan een optie zoals
hieronder beschreven.
Witbalans kan worden geselecteerd met
behulp van de Witbalans-items in het
i-menu en de foto- en filmopnamemenu’s
(0 101, 129, 136).
Bij standaardinstellingen kan witbalans ook worden geselecteerd
door de Fn1-knop ingedrukt te houden en aan de hoofdinstelschijf
te draaien (0 24).
Wanneer 4 (Automatisch) of I (Tl-licht), K (Kies
kleurtemperatuur) of L (Handmatige voorinstelling) is
geselecteerd, kunt u een sub-optie kiezen door de Fn1-knop
ingedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien.
Witbalans
65Basisinstellingen
* Kleurtemperatuur. Alle waarden zijn bij benadering en komen niet overeen met fijnafstelling (indien
van toepassing).
Optie K
*
Beschrijving
4
Automatisch
Witbalans wordt automatisch
aangepast voor optimale resultaten met
de meeste lichtbronnen. Bij gebruik van
een optionele flitser, wordt de witbalans
aangepast conform het licht dat de
flitser produceert.
Wit behouden (minder
warme kl.)
3.500–
8.000
Elimineer warme kleurzweem
veroorzaakt door gloeilamplicht.
Algemene sfeer behouden
Behoud voor een deel een warme
kleurzweem veroorzaakt door
gloeilamplicht.
Kleur warm licht behouden
Behoud een warme kleurzweem
veroorzaakt door gloeilamplicht.
D
Automatisch daglicht
4.500–
8.000
Bij gebruik met natuurlijk licht
produceert deze optie kleuren die
dichter bij de kleuren liggen die met het
blote oog worden gezien.
H
Direct zonlicht 5.200
Gebruik voor onderwerpen die worden
verlicht door direct zonlicht.
G
Bewolkt 6.000
Gebruik bij daglicht onder een bewolkte
hemel.
M
Schaduw 8.000
Gebruik bij daglicht met onderwerpen
in de schaduw.
J
Gloeilamplicht 3.000 Gebruik bij gloeilampverlichting.
I
Tl-licht
Gebruik bij tl-verlichting; kies lamptype
overeenkomstig de lichtbron.
Natriumdamplampen 2.700
Warm wit tl-licht 3.000
Wit tl-licht 3.700
Koel wit tl-licht 4.200
Dag wit tl-licht 5.000
Daglicht tl-licht 6.500
Kwikdamp op hoge temp. 7.200
5
Flitslicht 5.400
Gebruik dit met
studiostroboscoopverlichting en andere
grote flitsers.
66 Basisinstellingen
* Kleurtemperatuur. Alle waarden zijn bij benadering en komen niet overeen met fijnafstelling (indien
van toepassing).
Optie K
*
Beschrijving
K
Kies
kleurtemperatuur
2.500–
10.000
Kies de kleurtemperatuur uit de lijst met
waarden of door de Fn1-knop ingedrukt
te houden en aan de secundaire
instelschijf te draaien.
L
Handmatige
voorinstelling
Meet de witbalans voor het onderwerp
of de lichtbron (houd Fn1-knop
ingedrukt om naar directe metingstand
te gaan, 0 104), kopieer de witbalans
vanaf een bestaande foto of kies een
bestaande waarde door de Fn1-knop
ingedrukt te houden en aan de
secundaire instelschijf te draaien.
A 4 (“Automatisch”)
De foto-informatie voor foto’s gemaakt met
behulp van automatische witbalans bevat de
kleurtemperatuur geselecteerd door de
camera en het tijdstip dat de foto werd
gemaakt. U kunt dit als referentie gebruiken bij
het kiezen van een waarde voor Kies
kleurtemperatuur. Ga, om opnamegegevens
te bekijken tijdens weergave, naar Weergaveopties in het weergavemenu
en selecteer Opnamegegevens.
67Basisinstellingen
D D (“Automatisch daglicht”)
D (Automatisch daglicht) produceert mogelijk niet de gewenste
resultaten onder kunstlicht. Kies 4 (Automatisch) of een optie die
overeenkomt met de lichtbron.
D Studioflitslicht
4 (Automatisch) produceert mogelijk niet de gewenste resultaten met
grote studioflitsers. Gebruik vooringestelde witbalans of stel witbalans in
op 5 (Flitslicht) en gebruik fijnafstelling om witbalans aan te passen.
D Fijnafstelling witbalans
Bij andere instellingen dan Kies kleurtemperatuur kan witbalans worden
verfijnd met behulp van de Witbalans-items in het i-menu en de foto- en
filmopnamemenu’s (0 102).
A Kleurtemperatuur
De waargenomen kleur van een lichtbron varieert volgens de kijker en
andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is een objectieve maateenheid
voor de kleur van een lichtbron, die wordt gedefinieerd met betrekking tot
de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten worden verhit om licht
met dezelfde golflengte uit te stralen. Terwijl lichtbronnen met een
kleurtemperatuur in de buurt van 5.000–5.500 K er wit uitzien, zien
lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur, zoals gloeilampen, er
enigszins geel of rood uit. Lichtbronnen met een hogere kleurtemperatuur
hebben een blauwe zweem.
“Warmere” (meer rode) kleuren “Koelere” (meer blauwe)
kleuren
Kies in het algemeen lagere waarden als uw foto's een rode zweem hebben
of om opzettelijk kleuren kouder te maken, hogere waarden als uw foto's
een blauwe zweem hebben of om opzettelijk de kleuren warmer te maken.
3000 4000 5000 6000 8000 10000 [
K
]
68 Basisinstellingen
Selecteer, om de elektronische sluiter in te
schakelen en ruis en vibratie veroorzaakt
door bediening van de mechanische sluiter
te elimineren, Aan voor Stil fotograferen
in het foto-opnamemenu. Ongeacht de
instelling die is gekozen voor
Signaalopties in het setup-menu, klinkt er geen signaal wanneer de
camera scherpstelt of terwijl de zelfontspanner aftelt. Merk op dat
de elektronische sluiter wordt gebruikt, ongeacht de geselecteerde
optie voor persoonlijke instelling d5 (Type sluiter).
Er wordt een pictogram weergegeven
wanneer stil fotograferen ingeschakeld is.
In andere ontspanstanden dan Continu H
(uitgebreid), wordt het scherm tijdelijk
donker wanneer de sluiter wordt
ontspannen om aan te geven dat er een
foto is gemaakt.
Door stil fotograferen in te schakelen, veranderen de
beeldvoortgangssnelheden voor continue ontspanstanden (0 88)
en worden sommige functies uitgeschakeld, inclusief de flitser,
ruisonderdrukking lange tijdopname en reductie van flikkering.
Stil fotograferen
69Basisinstellingen
D Stil fotograferen
Als u
Aan
selecteert voor
Stil fotograferen
wordt de sluiter gedempt, maar dit
ontslaat fotografen niet van de noodzaak om de privacy- en beeldrechten van
hun onderwerpen te respecteren. Hoewel het geluid van de mechanische
sluiter wordt gedempt, zijn andere geluiden mogelijk nog steeds hoorbaar,
bijvoorbeeld tijdens autofocus of diafragma-aanpassing of als de
G
-knop of
K
-knop wordt ingedrukt wanneer een andere optie dan
Uit
is geselecteerd
voor
Vibratiereductie
. Tijdens stil fotograferen kunnen flikkering, banden of
vertekening zichtbaar zijn op het scherm en op de definitieve foto onder Tl-
licht, kwikdamp, of natriumlampen, of wanneer de camera of het onderwerp
beweegt tijdens de opname. Er kunnen ook gekartelde randen, valse kleuren,
moiré
en heldere vlekken verschijnen. In bepaalde delen van het beeld met
knipperende symbolen en andere intermitterende lichtbronnen kunnen
heldere gebieden of banden verschijnen of als het onderwerp kort door een
strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht.
70 Basisinstellingen
Aan geselecteerde foto’s kan een score worden toegevoegd of
kunnen als kandidaten voor later verwijderen worden gemarkeerd.
Scores kunnen ook worden bekeken in Capture NX-D en ViewNX-i.
Aan beveiligde foto's kan geen score worden toegevoegd.
1 Selecteer een beeld.
Druk op de K-knop om weergave te
starten en toon een foto die u een score
wilt geven.
2 Geef het i-menu weer.
Druk op de i-knop om het i-menu te
bekijken.
3 Selecteer Score.
Markeer Score en druk op J.
4 Kies een score.
Draai aan de hoofdinstelschijf om een
score uit nul tot vijf sterren te kiezen, of
selecteer d om de foto als kandidaat
voor later verwijderen te markeren.
Druk op J om de bewerking te
voltooien.
Foto’s een score geven
71Basisinstellingen
Gebruik de Beveiligen-optie in het i-menu om foto's tegen
ongewild wissen te beveiligen. Merk op dat hiermee
NIET wordt
voorkomen dat foto’s worden gewist wanneer de geheugenkaart
wordt geformatteerd.
1 Selecteer een beeld.
Druk op de K-knop om weergave te
starten en toon een foto die u wilt
beveiligen.
2 Geef het i-menu weer.
Druk op de i-knop om het i-menu te
bekijken.
3 Selecteer Beveiligen.
Markeer Beveiligen en druk op J.
Beveiligde foto’s worden aangeduid
door een P -pictogram; om de
beveiliging op te heffen, toon de foto
en herhaal Stap 2–3.
Foto’s tegen wissen beveiligen
A Beveiliging van alle foto’s opheffen
Selecteer Alle beveiliging opheffen in het i-menu om de beveiliging van
alle foto’s in de map of mappen die momenteel zijn geselecteerd voor
Weergavemap in het weergavemenu op te heffen.
72 Opnamebediening
Opnamebediening
Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningen die kunnen worden
gebruikt tijdens het fotograferen.
Druk op de
ontgrendelingsknop van de
standknop en draai aan de
standknop om uit de volgende
standen te kiezen:
b Automatisch: Een “richten-en-
maken”-stand waarin de
camera belichting en tint
instelt (0 41, 45).
P Automatisch programma: De camera stelt sluitertijd en diafragma in
voor optimale belichting. Aanbevolen voor snapshots en in andere
situaties met weinig tijd voor het aanpassen van de camera-
instellingen.
S Sluitertijdvoorkeuze: U kiest de sluitertijd; de camera selecteert het
diafragma voor de beste resultaten. Gebruik om beweging te
bevriezen of onscherp te maken.
A Diafragmavoorkeuze: U kiest het diafragma; de camera selecteert de
sluitertijd voor de beste resultaten. Gebruik om achtergronden
onscherp te maken of breng zowel voorgrond als achtergrond
scherp in beeld.
M Handmatig: U regelt zowel sluitertijd als diafragma. Stel sluitertijd
in op “bulb” of “tijd” voor lange tijdopnamen.
Gebruikersinstellingen standen U1, U2 en U3: Wijs veelgebruikte
instellingen toe aan deze posities om ze snel op te roepen.
De standknop
Standknop
Ontgrendelingsknop van standknop
73Opnamebediening
P: Automatisch programma
In deze stand past de camera sluitertijd en
diafragma automatisch aan volgens een
ingebouwd programma voor een
optimale belichting in de meeste situaties.
Verschillende combinaties sluitertijd en
diafragma die dezelfde belichting
produceren, kunnen worden geselecteerd
door aan de hoofdinstelschijf te draaien (“flexibel programma”).
Terwijl flexibel programma actief is, wordt de aanduiding flexibel
programma (U) weergegeven. Draai, om de standaardinstellingen
voor sluitertijd en diafragma te herstellen, aan de hoofdinstelschijf
totdat de aanduiding niet langer wordt weergegeven of kies een
andere stand of zet de camera uit.
S: Sluitertijdvoorkeuze
In sluitertijdvoorkeuze kiest u de sluitertijd
terwijl de camera automatisch het
diafragma selecteert dat de optimale
belichting oplevert. Draai aan de
hoofdinstelschijf om een sluitertijd te
kiezen. Sluitertijd kan worden ingesteld op
“×200” of op waarden tussen 30 sec. en
1
/
8.000 sec. en kan worden vergrendeld bij de
geselecteerde instelling (0 148).
Monitor
Bedieningspaneel
74 Opnamebediening
A: Diafragmavoorkeuze
In diafragmavoorkeuze kiest u het
diafragma terwijl de camera automatisch
de sluitertijd selecteert die de optimale
belichting oplevert. Draai aan de
secundaire instelschijf om het gewenste
diafragma te kiezen tussen het minimale
en maximale diafragma van het objectief.
Diafragma kan bij de geselecteerde
instelling worden vergrendeld (0 148).
A Belichtingsinstellingen filmmodus
De volgende belichtingsinstellingen kunnen worden aangepast in de
filmmodus:
Diafragma Sluitertijd ISO-gevoeligheid
P, S
1
——
2, 3
A ——
2, 3
M ✔✔
3, 4
1 Belichting voor stand S is gelijk aan belichting voor stand P.
2 De bovenlimiet voor ISO-gevoeligheid kan worden geselecteerd met behulp van de optie ISO-
gevoeligheid instellen > Maximale gevoeligheid in het filmopnamemenu.
3 Ongeacht de optie die is gekozen voor ISO-gevoeligheid instellen > Maximale
gevoeligheid of voor ISO-gevoeligheid (stand M), is de bovengrens ISO 25600
(Z 7) of 51200 (Z 6), wanneer Aan is geselecteerd voor Elektronische VR in het
filmopnamemenu.
4Als Aan is geselecteerd voor ISO-gevoeligheid instellen > Auto ISO-
gevoeligh. (st. M) in het filmopnamemenu, kan de bovengrens voor ISO-gevoeligheid
worden geselecteerd met behulp van de optie Maximale gevoeligheid.
Monitor
Bedieningspaneel
75Opnamebediening
M: Handmatig
In handmatige belichtingsstand regelt u zowel sluitertijd als
diafragma. Draai aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd te
kiezen en aan de secundaire instelschijf om het diafragma in te
stellen. Sluitertijd kan worden ingesteld op “×200” of op waarden
tussen 30 sec. en
1
/
8.000 sec., of de sluiter kan voor onbepaalde tijd
open worden gehouden voor een lange tijdopname (0 80).
Diafragma kan worden ingesteld op waarden tussen de minimale
en maximale waarden voor het objectief. Gebruik de
belichtingsaanduidingen om de belichting te controleren.
Sluitertijd en diafragma kunnen bij de geselecteerde instellingen
worden vergrendeld.
Monitor Bedieningspaneel
Sluitertijd Diafragma
Sluitertijd Diafragma
76 Opnamebediening
D Belichtingsaanduidingen
De belichtingsaanduidingen geven aan of de foto wordt onder- of
overbelicht bij de huidige instellingen. Afhankelijk van de optie gekozen
voor Persoonlijke instelling b1 (Stapgrootte inst. belichting) wordt de
hoeveelheid onder- of overbelichting in stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW
aangeduid. De weergaven knipperen als de limieten van het
belichtingsmeetsysteem worden overschreden.
Persoonlijke instelling b1 ingesteld op “1/3 stap”
Optimale belichting
Onderbelicht met
1
/
3 LW
Overbelicht met meer
dan 3 LW
Monitor
Zoeker
A Automatische instelling ISO-gevoeligheid (stand M)
Wanneer automatische instelling voor ISO-gevoeligheid (0 84) is
ingeschakeld, wordt de ISO-gevoeligheid automatisch aangepast voor
optimale belichting bij de geselecteerde sluitertijd en diafragma.
77Opnamebediening
Gebruikersinstellingen: standen U1, U2 en U3
U kunt veelgebruikte instellingen aan de U1, U2 en U3-posities op de
standknop toewijzen.
❚❚ Gebruikersinstellingen opslaan
Volg de onderstaande stappen om instellingen op te slaan:
1 Selecteer een stand.
Draai de standknop naar de
gewenste stand.
2 Pas instellingen aan.
Maak de gewenste aanpassingen aan de camera-instellingen,
inclusief:
opties foto-opnamemenu,
opties filmopnamemenu,
Persoonlijke instellingen, en
opnamemodus, sluitertijd (standen S en M), diafragma (standen
A en M), flexibel programma (stand P), belichtingscorrectie en
flitscorrectie.
3 Selecteer Gebruikersinstellingen
opslaan.
Markeer Gebruikersinstellingen
opslaan in het setup-menu en druk
op 2.
4 Selecteer een positie.
Markeer Opslaan in U1, Opslaan in U2 of Opslaan in U3 en
druk op 2.
78 Opnamebediening
5 Sla gebruikersinstellingen op.
Markeer Instellingen opslaan en druk op J om de instellingen
die zijn geselecteerd in stap 1 en 2 toe te wijzen aan de
standknoppositie geselecteerd in stap 4.
❚❚ Gebruikersinstellingen oproepen
Wanneer u de standknop naar
U1, U2 of U3 draait, worden de
instellingen opgeroepen die
het laatst voor de betreffende
positie zijn opgeslagen.
❚❚ Gebruikersinstellingen terugzetten
Om instellingen voor U1, U2 of U3 terug te zetten naar
standaardwaarden:
1 Selecteer Gebruikersinstell.
terugzetten.
Markeer Gebruikersinstell.
terugzetten in het setup-menu en druk
op 2.
2 Selecteer een positie.
Markeer U1 terugzetten of U2 terugzetten of U3 terugzetten
en druk op 2.
3 Zet de gebruikersinstellingen terug.
Markeer Terugzetten en druk op J om de
standaardinstellingen te herstellen voor de geselecteerde
positie. De camera werkt in stand P.
79Opnamebediening
D Gebruikersinstellingen
Het volgende kan niet worden opgeslagen in U1, U2 of U3.
Foto-opnamemenu:
Opslagmap
Kies beeldveld
Picture Control beheren
Meervoudige belichting
Intervalopname
Time-lapse-film
Opname met focus-shift
Filmopnamemenu:
Kies beeldveld
Picture Control beheren
80 Opnamebediening
Lange tijdopnamen (stand M)
Selecteer de volgende sluitertijden voor
lange tijdopnamen van bewegende
lichten, de sterren, nachtlandschappen of
vuurwerk.
Bulb: De sluiter blijft open terwijl de
ontspanknop ingedrukt wordt
gehouden.
Tijd: De opname start wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt en eindigt
wanneer de knop opnieuw wordt
ingedrukt.
Plaats, om onscherpte te voorkomen, de camera op een statief of
gebruik een optionele draadloze afstandsbediening,
afstandsbedieningskabel of ander op afstand bediend apparaat.
Nikon raadt ook het gebruik van een volledig opgeladen accu of een
optionele lichtnetadapter en stroomaansluiting aan om
stroomverlies te voorkomen terwijl de sluiter open is. Merk op dat
ruis (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of waas) in lange
tijdopnamen te zien kan zijn. Heldere vlekken en waas kunnen
worden verminderd door Aan voor Ruisonderdr. lange
tijdopname te kiezen in het foto-opnamemenu.
1 Maak de camera gereed.
Bevestig de camera op een statief of plaats op een stabiele,
vlakke ondergrond.
2 Selecteer stand M.
Draai de standknop naar M.
Sluitertijd: bulb
(opname van 35
seconden)
Diafragma: f/25
81Opnamebediening
3 Kies een sluitertijd.
Draai aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd Bulb of Time (Tijd)
te kiezen.
4 Open de sluiter.
Bulb: Druk na het scherpstellen de ontspanknop volledig in. Houd
de ontspanknop ingedrukt totdat de belichting is voltooid.
Tijd: Druk de ontspanknop volledig in.
5 Sluit de sluiter.
Bulb: Haal uw vinger van de ontspanknop.
Tijd: Druk de ontspanknop volledig in.
Bulb Tijd
82 Opnamebediening
Houd de S-knop ingedrukt en draai aan
de hoofdinstelschijf om de gevoeligheid
van de camera ten opzichte van licht aan te
passen overeenkomstig de hoeveelheid
licht die beschikbaar is. De huidige
instelling wordt in de opnameweergave en
het bedieningspaneel getoond. Kies uit
instellingen van ISO 64 tot ISO 25600 (of in
het geval van de Z 6 van ISO 100 tot ISO
51200); instellingen van ongeveer 0,3 tot
1 LW onder het laagste van deze waarden
en 0,3 tot 2 LW boven het hoogste zijn
tevens beschikbaar voor speciale
omstandigheden. b-stand biedt een extra
ISO-A (automatisch)-optie.
De S (ISO-gevoeligheid)-knop
D ISO-gevoeligheid
Hoe hoger de ISO-gevoeligheid, des te minder licht nodig is om een foto te
maken, zodat kortere sluitertijden of kleinere diafragma’s kunnen worden
gebruikt, maar hoe groter de kans op ruis in het beeld (willekeurig heldere
pixels, waas of lijnen). Ruis is met name aannemelijk bij instellingen tussen
Hi 0,3 en Hi 2.
D Hi 0,3–Hi 2
Hi 0,3 tot en met Hi 2 komen overeen met ISO-gevoeligheden 0,3–2 LW
hoger dan de hoogste numerieke waarde. Hi 0,3 is gelijk aan ISO 32000
(Z 7) of 64000 (Z 6), Hi 2 aan ISO 102400 (Z 7) of 204800 (Z 6).
S-knop
Hoofdinstelschijf
83Opnamebediening
D Lo 0,3–Lo 1
Lo 0,3 tot en met Lo 1 komen overeen met ISO-gevoeligheden 0,3–1 LW
lager dan de laagste numerieke waarde. Lo 0,3 is gelijk aan ISO 50 (Z 7) of
80 (Z 6), Lo 1 aan ISO 32 (Z 7) of 50 (Z 6). Gebruik voor grotere diafragma’s
of lange sluitertijden bij helder licht. Hoge lichten kunnen minder details
bevatten; in de meeste gevallen worden ISO-gevoeligheden van of hoger
dan de laagste numerieke waarde aanbevolen.
84 Opnamebediening
Automatische instelling ISO-gevoeligheid
In de standen P, S, A en M kan automatische
instelling voor ISO-gevoeligheid worden
in- of uitgeschakeld door de S-knop
ingedrukt te houden en aan de secundaire
instelschijf te draaien. Wanneer
automatische instelling voor
ISO-gevoeligheid is ingeschakeld, wordt de
ISO-gevoeligheid automatisch aangepast
als geen optimale belichting kan worden
bereikt bij de waarde geselecteerd met de
S-knop en hoofdinstelschijf. Om te
voorkomen dat de ISO-gevoeligheid te
hoog gaat, kunt u kiezen voor een bovengrens van ISO 100 (Z 7) of
200 (Z 6) tot Hi 2 met behulp van het item ISO-gevoeligheid
instellen > Maximale gevoeligheid in het foto-opnamemenu.
Wanneer automatische instelling voor ISO-gevoeligheid is
ingeschakeld, toont de opnameweergave ISO AUTO en het
bedieningspaneel ISO-A. Als de gevoeligheid wordt gewijzigd ten
opzichte van de waarde geselecteerd door de gebruiker, dan wordt
de aangepaste waarde in de weergave getoond.
Monitor Bedieningspaneel
D Autom inst ISO-gevoeligheid
Als de ISO-gevoeligheid geselecteerd door de gebruiker hoger is dan de
waarde gekozen voor Maximale gevoeligheid wanneer automatische
instelling voor ISO-gevoeligheid is ingeschakeld, wordt de waarde
geselecteerd door de gebruiker in plaats daarvan gebruikt. Wanneer een
flitser wordt gebruikt, wordt de sluitertijd beperkt tot waarden tussen de
snelheid geselecteerd voor Persoonlijke instelling e1
(Flitssynchronisatiesnelheid) en de snelheid geselecteerd voor
Persoonlijke instelling e2 (Langste sluitertijd bij flits).
Secundaire instelschijf
S-knop
85Opnamebediening
In andere standen dan b kan belichtingscorrectie worden gebruikt
om de belichting aan te passen uit de waarde voorgesteld door de
camera die foto’s helderder of donkerder maakt. Kies uit waarden
tussen –5 LW (onderbelichting) en +5 LW (overbelichting) in
stappen van
1
/
3 LW (alleen foto’s; het bereik voor films is –3 tot
+3 EV). In het algemeen maken positieve waarden het onderwerp
helderder terwijl negatieve waarden het onderwerp donkerder
maken.
Druk, om een waarde voor belichtingscorrectie te kiezen, op de
E-knop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste
waarde wordt weergegeven.
De E (belichtingscorrectie)-knop
−1 LW Geen
belichtingscorrectie
+1 LW
E-knop
Bedieningspaneel
Hoofdinstelschijf
86 Opnamebediening
Bij waarden anders dan ± 0,0 geeft de camera een E-pictogram
(filmstand) of een E-pictogram en de belichtingsaanduiding
(fotostand) weer nadat u de E-knop ontspant. De huidige waarde
voor belichtingscorrectie kan worden bevestigd door op de E-knop
te drukken.
Normale belichting kan worden hersteld door de
belichtingscorrectie in te stellen op ±0. De belichtingscorrectie
wordt niet teruggezet wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Monitor Zoeker
D Stand M
In stand M heeft belichtingscorrectie alleen invloed op de
belichtingsaanduiding; sluitertijd en diafragma veranderen niet (ISO-
gevoeligheid wordt echter automatisch aangepast aan de hand van de
geselecteerde belichtingscorrectiewaarde wanneer automatische
instelling voor ISO-gevoeligheid is ingeschakeld; 0 84). De
belichtingsaanduiding en de huidige waarde voor belichtingscorrectie
kunnen worden weergegeven door op de knop E te drukken.
D Flitserfotografie
Bij gebruik van een optionele flitser heeft de belichtingscorrectie zowel
invloed op de flitssterkte als op de belichting, waardoor de helderheid van
zowel het onderwerp als de achtergrond verandert. Persoonlijke instelling
e3 (Belichtingscorr. voor flitser) kan worden gebruikt om de effecten van
belichtingscorrectie alleen voor de achtergrond te beperken.
87Opnamebediening
De “ontspanstand” bepaalt wat er gebeurt als de ontspanknop
wordt ingedrukt. Houd, om een ontspanstand te kiezen, de
c (E)-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf. Druk op J
wanneer de gewenste optie is gemarkeerd; de geselecteerde optie
wordt aangeduid door pictogrammen in de opnameweergave en
het bedieningspaneel.
De volgende opties zijn beschikbaar in fotostand.
De c/E (ontspanstand/zelfontspanner)-
knop
Monitor
Bedieningspaneel
Optie Beschrijving
U
Enkel beeld
De camera maakt één foto telkens wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
V
Continu L
Terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden,
registreert de camera maximaal 1–5 beelden per
seconde. De beeldsnelheid kan worden gekozen door
aan de secundaire instelschijf te draaien wanneer
Continu L is gemarkeerd in het ontspanstandmenu.
W
Continu H
Terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden,
registreert de camera tot ongeveer 5,5 beelden per
seconde.
88 Opnamebediening
X
Continu H
(uitgebreid)
Terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden,
neemt de camera maximaal 9 beelden per seconde
(Z 7) of 12 beelden per seconde (Z 6) op. Er kunnen
geen optionele flitsers worden gebruikt.
Flikkerreductie heeft geen effect.
E
Zelfontspanner Maak foto’s met de zelfontspanner (0 90).
D De opnameweergave
In de standen continu lage snelheid en continu hoge snelheid wordt de
weergave in real time bijgewerkt terwijl de opname bezig is.
D Beeldvoortgangssnelheid
Beeldvoortgangssnelheid varieert afhankelijk van de camera-instellingen.
De geschatte maximale snelheden bij verschillende instellingen staan
vermeld in de onderstaande tabel.
Ontspanstand Beeldkwaliteit Bitdiepte
Stil fotograferen
Uit Aan
Continu L
JPEG/TIFF
5bps
Z 7: 4 bps
Z 6: 4,5 bps
NEF (RAW)/NEF
(RAW) + JPEG
12
14
Z 7: 3,5 bps
Z 6: 4 bps
Continu H
JPEG/TIFF
5,5 bps
Z 7: 4 bps
Z 6: 4,5 bps
NEF (RAW)/NEF
(RAW) + JPEG
12
14
Z7: 5 bps
Z 6: 5,5 bps
Z 7: 3,5 bps
Z 6: 4 bps
Continu H
(uitgebreid)
JPEG/TIFF
Z7: 9 bps
Z 6: 12 bps
Z7: 8 bps
Z 6: 12 bps
NEF (RAW)/NEF
(RAW) + JPEG
12
14
Z7: 8 bps
Z6: 9 bps
Z 7: 6,5 bps
Z6: 8 bps
Optie Beschrijving
89Opnamebediening
D Continu H (uitgebreid)
Afhankelijk van camera-instellingen kan de belichting tijdens elke
serieopname onregelmatig variëren. Dit kan worden voorkomen door de
belichting te vergrendelen (0 93).
D Het buffergeheugen
De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat
u opnamen kunt blijven maken terwijl de foto’s op de geheugenkaart
worden opgeslagen. Het geschatte aantal beelden dat kan worden
opgeslagen in de buffer bij de huidige instellingen wordt weergegeven in
de opnameteller terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Monitor Bedieningspaneel
Terwijl foto’s op de geheugenkaart worden vastgelegd, zal het
toegangslampje van de geheugenkaart branden. Afhankelijk van de
opnameomstandigheden en geheugenkaartprestaties kan de opname van
enkele seconden tot enkele minuten duren. Verwijder niet de geheugenkaart
en verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron voordat het toegangslampje is
gedoofd. Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de buffer nog gegevens
bevat, wordt de voeding pas uitgeschakeld nadat alle beelden in de buffer
zijn vastgelegd. Als de accu leeg is terwijl de buffer nog beelden bevat,
wordt de ontspanknop uitgeschakeld en worden de beelden overgezet
naar de geheugenkaart.
90 Opnamebediening
In filmstand kunt u de bewerking kiezen die wordt uitgevoerd
wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (0 45).
De zelfontspanner
In zelfontspannerstand wordt bij het indrukken van de
ontspanknop een timer gestart en wordt een foto gemaakt wanneer
de timer afloopt.
1 Selecteer zelfontspannerstand.
Houd de c (E)-knop ingedrukt en
draai aan de hoofdinstelschijf om E
(zelfontspanner) te markeren.
2 Kies de ontspanknopvertraging.
Draai aan de secundaire instelschijf om
de ontspanknopvertraging te
selecteren en druk op J.
Optie Beschrijving
U
Enkel beeld
De camera maakt één foto telkens wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt. Ongeacht de
geselecteerde optie kunnen maximaal 50 foto’s worden
gemaakt met elke film.
c
Continu
De camera maakt foto’s tot maximaal 3 (Z 7) of 2 (Z 6)
seconden per keer terwijl de ontspanknop wordt
ingedrukt. De beeldsnelheid verschilt met de optie
geselecteerd voor Beeldformaat/beeldsnelheid in het
filmopnamemenu. Terwijl de filmopname in werking is,
kan er slechts één foto per keer worden gemaakt.
91Opnamebediening
3 Kadreer de foto en stel scherp.
Als AF-S is geselecteerd voor de
scherpstelstand, dan zal de timer niet
starten tenzij de camera kan
scherpstellen.
4 Start de timer.
Druk de ontspanknop volledig in om de
timer te starten. Een E-pictogram
verschijnt in de weergave en het
zelfontspannerlampje begint te
knipperen en stopt twee seconden
voordat de foto wordt gemaakt.
D Meerdere opnamen maken
Gebruik Persoonlijke instelling c2 (Zelfontspanner) om het aantal
gemaakte opnamen en het interval tussen de gemaakte opnamen te
kiezen wanneer het aftellen door de zelfontspanner is voltooid.
92 Opnamebediening
Gebruik de secundaire selector als joystick
om het scherpstelpunt te selecteren of
druk op het midden om scherpstelling
en/of belichting te vergrendelen.
Scherpstelpuntselectie
Gebruik de secundaire selector om het
scherpstelpunt te selecteren in de
opnameweergave. Scherpstelpuntselectie
is niet beschikbaar wanneer automatisch
veld-AF is geselecteerd voor AF-veldstand
(0 54).
Vergrendeling automatische
belichting (AE)
Als u op het midden van de secundaire selector drukt, wordt de
belichting vergrendeld bij de huidige instelling. AE-vergrendeling
kan worden gebruikt om opnamen opnieuw samen te stellen na
lichtmeting van een onderwerp dat niet in het geselecteerde
scherpstelveld in de uiteindelijke compositie aanwezig zal zijn en is
vooral effectief met spotmeting of centrumgerichte meting.
Scherpstelvergrendeling
Druk op het midden van de secundaire selector om de
scherpstelling op het huidige onderwerp te vergrendelen wanneer
AF-C is geselecteerd voor scherpstelstand. Kies, bij het gebruik van
scherpstelvergrendeling, een AF-veldstand die anders is dan
automatisch veld-AF.
De secundaire selector
Scherpstelpunt
93Opnamebediening
❚❚ Scherpstelling en belichting vergrendelen
Volg de onderstaande stappen om scherpstelling en
belichtingsvergrendeling te gebruiken.
1 Stel scherpstelling en belichting in.
Plaats het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt en
druk de ontspanknop half in om scherpstelling en belichting in
te stellen.
2 Vergrendel de scherpstelling en
belichting.
Druk, met de ontspanknop half
ingedrukt, op het midden van de
secundaire selector om zowel
scherpstelling als belichting te
vergrendelen (een AE-L-pictogram
wordt weergegeven).
Ontspanknop
Secundaire selector
94 Opnamebediening
3 Stel de compositie van de foto
opnieuw samen en maak de foto.
Scherpstelling blijft vergrendeld tussen
twee opnamen als u de ontspanknop
half ingedrukt houdt (AF-S) of het
midden van de secundaire selector
ingedrukt houdt, zodat verschillende
opeenvolgende foto’s bij dezelfde
scherpstelinstelling kunnen worden
gemaakt.
Verander niet de afstand tussen de camera en het onderwerp terwijl
scherpstelvergrendeling in werking is. Als het onderwerp beweegt,
stel dan opnieuw scherp bij de nieuwe afstand.
D AF-S
Wanneer AF-S is geselecteerd voor scherpstelstand zal de scherpstelling
vergrendelen terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt (de
scherpstelling wordt ook vergrendeld wanneer het midden van de
secundaire selector wordt ingedrukt).
D De ontspanknop gebruiken voor belichtingsvergrendeling
Als Aan (half indrukken) is geselecteerd voor Persoonlijke instelling c1
(AE-vergrend. ontspanknop), zal de belichting vergrendelen terwijl de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
95Het i-menu
Het i-menu
Indrukken van de i-knop toont het i-menu: een menu met
veelgebruikte instellingen voor de huidige stand.
Druk op de i-knop om het i-menu weer te
geven.
Markeer items met behulp van de multi-selector en druk op J om
opties te bekijken, markeer vervolgens een optie en druk op J om
het te selecteren en terug te keren naar het i-menu (druk op de
i-knop om naar de vorige weergave te gaan zonder de instellingen
te wijzigen).
Het i-menu gebruiken
A De instelschijven
U kunt instellingen voor gemarkeerde items
ook aanpassen door aan de hoofdinstelschijf te
draaien om een optie te kiezen en vervolgens
op J te drukken (sub-opties, indien
beschikbaar, kunnen worden geselecteerd
door aan de secundaire instelschijf te draaien;
in sommige gevallen kunnen dezelfde opties
worden geselecteerd met één van beide instelschijven). De huidige optie
wordt ook geselecteerd als u een ander item met de multi-selector
markeert of de ontspanknop half indrukt.
96 Het i-menu
Bij standaardinstellingen verschijnen de volgende items in het
i-menu voor fotostand.
Het fotostand i-menu
1357911
42681012
1
Picture Control instellen ..................97
2
Witbalans.......................................... 101
3
Beeldkwaliteit.................................. 107
4
Beeldformaat ................................... 109
5
Flitsstand........................................... 110
6
Lichtmeting...................................... 111
7
Wi-Fi-verbinding............................. 112
8
Actieve D-Lighting ......................... 113
9
Ontspanstand.................................. 114
10
Vibratiereductie .............................. 115
11
AF-veldstand.................................... 116
12
Scherpstelstand .............................. 116
97Het i-menu
Picture Control instellen
Kies een Picture Control die past bij het onderwerp of scènetype.
Optie Beschrijving
n
Automatisch
De camera past automatisch kleurtinten en
kleurtonen aan op basis van de Standaard Picture
Control. De gelaatskleuren van personen lijken
zachter, en elementen zoals gebladerte en lucht in
buitenopnamen levendiger, dan in foto’s gemaakt
met de Standaard Picture Control.
Q
Standaard
Standaardbewerking voor evenwichtige resultaten.
Aanbevolen voor de meeste situaties.
R
Neutraal
Minimale bewerking voor natuurlijke resultaten.
Kies deze optie voor foto’s die later zullen worden
bewerkt of geretoucheerd.
S
Levendig
Foto’s worden verbeterd voor een levendig
fotoprint-effect. Kies deze optie voor foto’s met de
nadruk op primaire kleuren.
T
Monochroom Maak monochrome foto’s.
o
Portret
Geeft een natuurlijke textuur en een egaal gevoel
van de huid bij het bewerken van portretten.
p
Landschap
Produceert levendige landschappen en
stadsgezichten.
q
Gelijkmatig
Details blijven behouden voor een breed
kleurtoonbereik, van hoge lichten tot schaduwen.
Kies deze optie voor foto’s die later uitgebreid
zullen worden bewerkt of geretoucheerd.
k01–
k20
Creative Picture
Control (Creatief
Picture Control)
Kies uit de volgende Picture Controls, elk met een
unieke combinatie van tint, toon, verzadiging en
andere instellingen afgestemd voor een bijzonder
effect: Droom, Ochtend, Pop, Zondag, Somber,
Dramatisch, Stilte, Verbleekt, Melancholisch,
Puur, Denim, Speelgoed, Sepia, Blauw, Rood,
Roze, Houtskool, Grafiet, Binair en Koolstof.
98 Het i-menu
Markeer een Picture Control en druk op 3
om Picture Control-instellingen te
bekijken. Gewijzigde instellingen kunnen
vooraf in de weergave worden bekeken
(0 99).
De huidige Picture Control wordt
aangeduid door een pictogram in de
weergave tijdens het opnemen.
99Het i-menu
❚❚ Picture Controls aanpassen
Picture Controls kunnen worden aangepast
aan het onderwerp of de creatieve wensen
van de fotograaf. Markeer
Picture Control
instellen
in het
i
-menu en druk op
J
om
de Picture Control-lijst weer te geven,
markeer vervolgens een Picture Control en
druk op
3
om Picture Control-instellingen weer te geven. Druk op
1
of
3
om de gewenste instelling te markeren en druk op
4
of
2
om
een waarde te kiezen in stappen van 1, of draai aan de secundaire
instelschijf om een waarde in stappen van 0,25 te kiezen (de
beschikbare opties verschillen per geselecteerde Picture Control).
Standaardinstellingen kunnen worden hersteld door op de
O
-knop
te drukken.
Druk, nadat instellingen naar tevredenheid
zijn aangepast, op J om de wijzigingen in
werking te laten treden en terug te keren
naar het i-menu. Picture Controls die
werden aangepast vanuit
standaardinstellingen worden aangeduid
met een sterretje (“U”).
D Vorige instellingen
De j-aanduiding onder de waardeweergave
in het Picture Control-instellingenmenu geeft
de vorige waarde voor de instelling aan.
D “A” (Automatisch)
Het selecteren van de optie A (automatisch) die beschikbaar is voor
sommige instellingen zorgt ervoor dat de camera de instelling automatisch
aanpast. De resultaten variëren afhankelijk van de belichting en de positie
van het onderwerp in het beeld.
A De Picture Control “n Automatisch”
Als n Automatisch is geselecteerd voor
Picture Control instellen, kunnen instellingen
worden aangepast in het bereik van A−2 tot
A+2.
100 Het i-menu
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Optie Beschrijving
Effectniveau
Verlaag of verhoog het effect van Creative Picture Control
(Creatief Picture Control).
Snelle
verscherping
Pas snel de niveaus aan voor gebalanceerde
Verscherping
,
Verscherp. middenbereik
en
Lokaal contrast
. Voor de
volgende parameters kunt u ook afzonderlijke aanpassingen
maken:
Verscherping
: Regel de scherpte van details en omtreklijnen.
Verscherp. middenbereik
: Pas de scherpte aan
overeenkomstig de fijnheid van de patronen en lijnen in
middentonen die worden beïnvloed door
Verscherping
en
Lokaal contrast
.
Lokaal contrast
: Pas de algehele scherpte en de scherpte van
dikkere omtreklijnen aan zonder de helderheid of het
dynamische bereik te beïnvloeden.
Verscherping
Verscherp.
middenbereik
Lokaal
contrast
Contrast Pas het contrast aan.
Helderheid
Verhoog of verlaag de helderheid zonder verlies van details
in hoge lichten of schaduwen.
Verzadiging Bepaal de levendigheid van kleuren.
Tint Pas de tint aan.
Filtereffecten Boots het effect van kleurfilters in monochrome foto’s na.
Kleurtoon
Kies de tint die wordt gebruikt in monochrome foto’s. Als u
op 3 drukt wanneer een andere optie dan B&W (zwart/wit)
is geselecteerd, worden verzadigingsopties weergegeven.
Kleurtoon
(Creative
Picture Control
(Creatief Picture
Control))
Pas de kleurschakering aan die wordt gebruikt voor Creative
Picture Control (Creatief Picture Control).
D Filtereffecten
Kies uit het volgende:
Stand Instelling
Y (geel)
Deze opties verbeteren het contrast en kunnen worden gebruikt om de helderheid
van de lucht in landschapsfoto’s af te zwakken. Oranje produceert meer contrast
dan geel en rood produceert meer contrast dan oranje.
O (oranje)
R (rood)
G (groen) Groen verzacht huidtinten en kan worden gebruikt voor portretten.
101Het i-menu
Witbalans
Pas witbalans aan (voor meer informatie, zie “Witbalans”, 0 64).
Als u op 3 drukt wanneer Automatisch of
Tl-licht is gemarkeerd, worden sub-opties
weergegeven voor het gemarkeerde item.
De huidige witbalansoptie wordt
aangeduid door een pictogram in de
weergave tijdens het opnemen.
Optie
4
Automatisch
Wit behouden (minder warme kl.)
Algemene sfeer behouden
Kleur warm licht behouden
D
Automatisch daglicht
H
Direct zonlicht
G
Bewolkt
M
Schaduw
J
Gloeilamplicht
I
Tl-licht
Natriumdamplampen
Warm wit tl-licht
Wit tl-licht
Koel wit tl-licht
Dag wit tl-licht
Daglicht tl-licht
Kwikdamp op hoge temp.
5
Flitslicht
K
Kies kleurtemperatuur
L
Handmatige voorinstelling
Optie
102 Het i-menu
❚❚ Fijnafstelling witbalans
Wanneer u Witbalans selecteert in het
i-menu, wordt een lijst met
witbalansopties weergegeven. Als een
andere optie dan Kies kleurtemperatuur
is gemarkeerd, kunnen fijnafstellingsopties
worden weergegeven door op 3 te
drukken. Gewijzigde fijnafstellingsopties kunnen vooraf in de
weergave worden bekeken.
Tik op de pijlen op het scherm of gebruik de multi-selector om
witbalans fijn af te stellen. Druk op J om instellingen op te slaan en
terug te keren naar het i-menu.
Een sterretje (“U”) naast het
witbalanspictogram in de
opnameweergave duidt aan dat
fijnafstelling actief is.
Meer groen
Meer blauw Meer amber
Meer magenta
103Het i-menu
❚❚ Een kleurtemperatuur kiezen
Wanneer u Witbalans selecteert in het i-menu, wordt een lijst met
witbalansopties weergegeven. Wanneer Kies kleurtemperatuur is
gemarkeerd, kunnen kleurtemperatuuropties worden bekeken
door op 3 te drukken.
Druk op 4 of 2 om getallen te markeren op de Amber–Blauw- of
Groen–Magenta-as en druk op 1 of 3 om te wijzigen. Druk op J
om instellingen op te slaan en terug te keren naar het i-memu. Als
een andere waarde dan nul is geselecteerd voor de Groen–
Magenta-as, dan wordt een sterretje (“U”) weergegeven naast het
witbalanspictogram.
Waarde voor Amber–
Blauw-as
Waarde voor Groen–
Magenta-as
D Kies kleurtemperatuur
Merk op dat de gewenste resultaten niet worden verkregen met tl-
verlichting. Kies I (Tl-licht) voor lichtbronnen met Tl-licht. Maak bij andere
lichtbronnen een testopname om te bepalen of de geselecteerde waarde
geschikt is.
104 Het i-menu
❚❚ Handmatige voorinstelling
Handmatige voorinstelling wordt gebruikt om maximaal zes eigen
witbalansinstellingen op te slaan en op te roepen om opnamen bij
verschillende soorten licht te maken of om lichtbronnen met een
duidelijke kleurzweem te corrigeren. Volg de onderstaande stappen om
een waarde te meten voor handmatige voorinstelling van de witbalans.
1 Geef voorinstellingen voor witbalans
weer.
Markeer
Handmatige voorinstelling
in
het
i
-menu van de witbalansweergave
en druk op
3
om een lijst met
witbalansvoorinstellingen weer te geven.
2 Selecteer een voorinstelling.
Markeer de gewenste
witbalansvoorinstelling (d-1 tot d-6) en
druk op J om de gemarkeerde
voorinstelling te selecteren en terug te
keren naar het i-menu.
3 Selecteer stand voor directe meting.
Markeer Witbalans in het i-menu en
houd J ingedrukt totdat de L-
pictogrammen in de opnameweergave
en het bedieningspaneel beginnen te
knipperen en het witbalansdoel (r)
wordt weergegeven bij het
geselecteerde scherpstelpunt.
D Beveiligde voorinstellingen
Voorinstellingen aangeduid door een g-pictogram zijn beveiligd en
kunnen niet worden gewijzigd.
105Het i-menu
4 Meet witbalans.
Tik op een wit of grijs voorwerp om de
witbalans te meten of gebruik de multi-
selector om de r boven een wit of grijs
gebied van de weergave te plaatsen en
druk vervolgens op J of druk de
ontspanknop volledig in (merk op dat de r niet van plaats kan
worden veranderd wanneer een optionele flitser is bevestigd, in
welk geval u de witbalans dient te meten met een wit of grijs
voorwerp in het midden van het beeld geplaatst).
Als de camera witbalans niet kan
meten, wordt een bericht
weergegeven. Probeer de witbalans
opnieuw te meten met een ander doel.
5 Sluit stand voor directe meting af.
Druk op de i-knop om stand voor directe meting af te sluiten.
106 Het i-menu
D Handmatige voorinstelling witbalans meten
Handmatige voorinstelling witbalans kan niet worden gemeten terwijl HDR
of meervoudige belichting actief is.
D Stand voor directe meting
Stand voor directe meting wordt beëindigd wanneer er geen handelingen
worden uitgevoerd in de tijd geselecteerd voor Persoonlijke instelling c3
(Uitschakelvertraging)> Stand-by-timer.
D Voorinstellingen beheren
De Witbalans > Handmatige voorinstelling-optie in het foto-
opnamemenu kan worden gebruikt om de witbalans van een bestaande
foto naar een geselecteerde voorinstelling te kopiëren, commentaar toe te
voegen of voorinstellingen te beschermen.
D Handmatige voorinstelling: een voorinstelling selecteren
Om een voorinstelling te kiezen, selecteer
Witbalans > Handmatige voorinstelling in
het foto-opnamemenu, markeer vervolgens
een voorinstelling en druk op J. Als er
momenteel geen waarde is bepaald voor de
geselecteerde voorinstelling, dan wordt de
witbalans ingesteld op 5.200 K, hetzelfde als
voor Direct zonlicht.
107Het i-menu
Beeldkwaliteit
Kies een bestandsformaat voor foto’s.
De momenteel geselecteerde optie wordt
tijdens het fotograferen in de weergave
getoond.
Optie Beschrijving
NEF (RAW) + JPEG Fijnm Maak twee kopieën van elke foto: een NEF
(RAW)-afbeelding en een JPEG-kopie. Alleen de
JPEG-kopie wordt weergegeven tijdens
weergave, maar bij het verwijderen van de
JPEG-kopie wordt ook de NEF (RAW)-afbeelding
gewist. De NEF (RAW)-afbeelding kan alleen met
behulp van een computer worden bekeken.
NEF (RAW) + JPEG Fijn
NEF (RAW) + JPEG Normaalm
NEF (RAW) + JPEG Normaal
NEF (RAW) + JPEG Basism
NEF (RAW) + JPEG Basis
NEF (RAW) Maak foto’s in NEF (RAW)-formaat.
JPEG Fijnm Maak foto’s in JPEG-formaat. De compressie
wordt groter en de bestandsgrootte kleiner
naarmate de kwaliteit van “fijn” via “normaal”
naar “basis” gaat. Kies opties met m om de
kwaliteit te maximaliseren, opties zonder m om
ervoor te zorgen dat alle beelden min of meer
dezelfde bestandsgrootte hebben.
JPEG Fijn
JPEG Normaalm
JPEG Normaal
JPEG Basism
JPEG Basis
TIFF (RGB)
Maak foto’s in ongecomprimeerd TIFF-RGB-
formaat bij een bitdiepte van 8 bits per kanaal
(24-bits kleuren).
108 Het i-menu
A NEF (RAW)
NEF (RAW)-afbeeldingbestanden (extensie “*.nef”) bevatten de
onbewerkte gegevens van de beeldsensor. Als u Nikon’s ViewNX-i- of
Capture NX-D-software gebruikt, kunt u instellingen zoals
belichtingscorrectie en witbalans zo vaak als u wilt aanpassen en opnieuw
aanpassen zonder dat de kwaliteit van het beeld afneemt, het ideale
formaat voor foto’s die op meerdere verschillende manieren worden
bewerkt. ViewNX-i en Capture NX-D zijn gratis beschikbaar zijn via het
Nikon Download Center.
Het proces van NEF (RAW) -afbeeldingen converteren naar andere
formaten zoals JPEG wordt aangeduid als “NEF (RAW)-verwerking”. U kunt
NEF (RAW)-afbeeldingen opslaan in andere formaten met behulp van de
ViewNX-i- en Capture NX-D-computertoepassingen of de optie
NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu van de camera.
109Het i-menu
Beeldformaat
Kies het formaat waarbij foto’s worden vastgelegd.
De momenteel geselecteerde optie wordt
tijdens het fotograferen in de weergave
getoond.
De fysieke afmetingen van de foto’s in pixels varieert afhankelijk van
de optie geselecteerd voor Kies beeldveld.
Optie Beschrijving
NEF (RAW)
Groot
Kies het formaat voor foto’s vastgelegd in NEF (RAW)-
formaat. NEF (RAW) is alleen beschikbaar wanneer een
NEF (RAW)-optie is geselecteerd voor beeldkwaliteit.
Middel
Klein
JPEG/TIFF
Groot
Kies het formaat voor foto’s vastgelegd in JPEG- of TIFF-
formaat.
Middel
Klein
Z7: Beeldformaat
Groot Middel Klein
Beeldveld
FX (36 × 24) 8.256 × 5.504 6.192 × 4.128 4.128 × 2.752
DX (24 × 16) 5.408 × 3.600 4.048 × 2.696 2.704 × 1.800
5 : 4 (30 × 24) 6.880 × 5.504 5.152 × 4.120 3.440 × 2.752
1 : 1 (24 × 24) 5.504 × 5.504 4.128 × 4.128 2.752 × 2.752
16 : 9 (36 × 20) 8.256 × 4.640 6.192 × 3.480 4.128 × 2.320
Z6: Beeldformaat
Groot Middel Klein
Beeldveld
FX (36 × 24) 6.048× 4.024 4.528× 3.016 3.024× 2.016
DX (24 × 16) 3.936× 2.624 2.944× 1.968 1.968× 1.312
1 : 1 (24 × 24) 4.016× 4.016 3.008× 3.008 2.000× 2.000
16 : 9 (36 × 20) 6.048× 3.400 4.528× 2.544 3.024× 1.696
110 Het i-menu
Flitsstand
Kies een flitsstand voor optionele flitsers. Welke opties beschikbaar
zijn is afhankelijk van de stand die is geselecteerd voor de
standknop.
De optie die momenteel is geselecteerd,
wordt tijdens de opname aangeduid door
een pictogram in de weergave.
Optie
Beschikbaar
voor
I
Invulflits
b, P, S, A, M
J
Rode-
ogenreductie
K
Sync. m. lange
sl.tijd + rode-ogen
P, A
L
Synchronisatie m.
lange sluitertijd
M
Synchronisatie op
tweede gordijn
P, S, A, M
s
Flitser uit b, P, S, A, M
Optie
Beschikbaar
voor
111Het i-menu
Lichtmeting
Lichtmeting bepaalt hoe de camera de belichting instelt. De
volgende opties zijn beschikbaar:
De optie die momenteel is geselecteerd,
wordt tijdens de opname aangeduid door
een pictogram in de weergave.
Optie Beschrijving
L
Matrixmeting
De camera meet een breed veld van het beeld en stelt
de belichting in overeenkomstig de verdeling van
toonwaarden, kleurcompositie en afstand voor
resultaten die dicht bij de resultaten liggen die met
het blote oog worden gezien.
M
Centrumgerichte
meting
De camera meet het gehele beeld maar wijst het
grootste gewicht toe aan een veld in het midden van
het beeld. De grootte van het veld kan worden
gekozen met behulp van Persoonlijke instelling b3
(Centrumgericht meetveld). Dit is de klassieke
meter voor portretten en wordt ook aanbevolen bij
het gebruik van filters met een belichtingsfactor
(filterfactor) van meer dan 1×.
N
Spotmeting
De camera meet een cirkel van 4 mm (equivalent
aan circa 1,5% van het beeld) gecentreerd op het
huidige scherpstelpunt, zodat het mogelijk is om
onderwerpen uit het midden te meten (als
automatisch veld-AF actief is, zal de camera in plaats
daarvan het middelste scherpstelpunt meten).
Spotmeting zorgt ervoor dat het onderwerp correct
belicht wordt, ook als de achtergrond veel helderder
of donkerder is.
t
Op hoge lichten
gerichte lichtm.
De camera wijst het grootste gewicht aan hoge
lichten toe. Gebruik deze optie om verlies van details
in hoge lichten te verminderen, bijvoorbeeld bij het
fotograferen van artiesten die op een podium door
spotlicht worden belicht.
112 Het i-menu
Wi-Fi-verbinding
Schakel Wi-Fi in of uit. Schakel Wi-Fi in om draadloze verbindingen
met computers tot stand te brengen of tussen de camera en
smartphones of tablets (smartapparaten) waarop de SnapBridge-
app draait.
De camera geeft een Wi-Fi-pictogram weer
wanneer Wi-Fi is ingeschakeld.
Markeer, om Wi-Fi uit te schakelen, Wi-Fi-verbinding in het i-menu
en druk op J. Als Wi-Fi momenteel ingeschakeld is, wordt het
verzoek Wi-Fi-verbinding verbreken weergegeven; druk op J om
de verbinding te beëindigen.
A Draadloze verbindingen
Zie de Netwerkgids voor informatie over het tot stand brengen van
draadloze verbindingen met computers of smartapparaten, beschikbaar
via het Nikon Download Center:
Z 7: https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/
Z_7.html
Z 6: https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/
Z_6.html
Meer informatie over het gebruik van SnapBridge is beschikbaar
via de online helpfunctie van de app.
113Het i-menu
Actieve D-Lighting
Met Actieve D-Lighting blijven details in hoge lichten en schaduwen
behouden voor foto’s met een natuurlijk contrast. Gebruik deze
functie voor onderwerpen met een hoog contrast, bijvoorbeeld
wanneer u vanuit een deur of raam een helder verlicht
buitentafereel fotografeert of wanneer u op een zonnige dag foto’s
maakt van onderwerpen in de schaduw. Deze functie werkt het best
in combinatie met matrixmeting.
De optie die momenteel is geselecteerd,
wordt tijdens de opname aangeduid door
een pictogram in de weergave.
Uit Y Automatisch
Optie Beschrijving
Y
Automatisch
De camera past automatisch Actieve D-Lighting aan in
reactie op opnameomstandigheden (echter in stand M is
Y Automatisch equivalent aan Q Normaal).
Z
Extra hoog
Kies de hoeveelheid Actieve D-Lighting uitgevoerd
vanuit Z Extra hoog, P Hoog, Q Normaal en
R Laag.
P
Hoog
Q
Normaal
R
Laag
c
Uit
Actieve D-Lighting uit.
D Actieve D-Lighting
Ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) verschijnt in foto’s gemaakt
met Actieve D-Lighting. Er kunnen onregelmatige schaduwen zichtbaar
zijn bij sommige onderwerpen. Actieve D-Lighting is niet van toepassing
op hoge ISO-gevoeligheden (Hi 0,3 – Hi 2), inclusief hoge gevoeligheden
geselecteerd via automatische instelling voor ISO-gevoeligheid.
114 Het i-menu
Ontspanstand
Kies de bewerking die wordt uitgevoerd wanneer de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt. Voor meer informatie, zie
“De c/E (Ontspanstand/Zelfontspanner)-knop” (0 87).
Wanneer Continu L of Zelfontspanner is gemarkeerd, kunnen
extra opties worden weergegeven door op 3 te drukken.
Als u op 3 drukt wanneer Continu L is
gemarkeerd, worden
beeldvoortgangsopties weergegeven.
Als u op 3 drukt wanneer Zelfontspanner
is gemarkeerd, worden opties voor de
ontspanknopvertraging weergegeven en
het aantal opnamen dat is gemaakt
wanneer de timer afloopt.
De huidige ontspanstand wordt
weergegeven door pictogrammen in de
opnameweergave en het
bedieningspaneel.
Optie
U
Enkel beeld
V
Continu L
W
Continu H
X
Continu H (uitgebreid)
E
Zelfontspanner
Optie
115Het i-menu
Vibratiereductie
Kies of vibratiereductie wordt ingeschakeld. Welke opties
beschikbaar zijn is afhankelijk van het objectief.
Andere opties dan Uit worden aangeduid
door een pictogram in het scherm tijdens
de opname.
Optie Beschrijving
C
Aan
Kies deze optie voor verbeterde vibratiereductie bij het
fotograferen van stilstaande onderwerpen.
Normal
D
Sport
Kies deze optie bij het fotograferen van atleten en andere
onderwerpen die snel en onvoorspelbaar bewegen.
E
Uit Vibratiereductie uit.
D Vibratiereductie
Vibratiereductie is mogelijk niet beschikbaar voor alle objectieven. Wacht,
bij het gebruik van vibratiereductie, tot het beeld in de weergave stabiel is
alvorens te fotograferen. Bij het gebruik van sommige objectieven kan het
beeld in de weergave ook heen en weer gaan nadat de sluiter is
ontspannen; dit is normaal en duidt niet op een storing.
Sport of Aan wordt aanbevolen voor pannen van opnamen. In de standen
Sport, Normal en Aan wordt vibratiereductie alleen toegepast op
bewegingen die geen deel uitmaken van de panbeweging (als de camera
bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand, wordt vibratiereductie alleen
toegepast op verticale trilling).
Selecteer Uit wanneer de camera op een statief is geplaatst, om
onbedoelde resultaten te voorkomen. Houd er rekening mee dat
instellingen voor VR-objectieven kunnen verschillen; raadpleeg de
handleiding voor het objectief voor meer informatie. Normal, Sport of Aan
wordt aanbevolen als de statiefkop niet is vastgezet of als de camera op
een monopod is bevestigd.
116 Het i-menu
AF-veldstand
AF-veldstand regelt hoe de camera het scherpstelpunt voor
autofocus selecteert. Voor meer informatie, zie “AF-veldstand”
(0 54).
De optie die momenteel is geselecteerd,
wordt tijdens de opname aangeduid door
een pictogram in de weergave.
Scherpstelstand
De scherpstelstand regelt hoe de camera scherpstelt. Voor meer
informatie, zie “Een scherpstelstand kiezen” (0 52).
De optie die momenteel is geselecteerd,
wordt tijdens de opname aangeduid door
een pictogram in de weergave.
Optie
3
Precisie-AF
d
Enkelpunts AF
e
Dynamisch veld-AF
f
Breedveld-AF (klein)
g
Breedveld-AF (groot)
h
Automatisch veld-AF
Optie
Optie
AF-S
Enkelvoudige AF
AF-C
Continue AF
MF
Handmatige scherpstelling
Optie
117Het i-menu
Bij standaardinstellingen verschijnen de volgende items in het
i-menu voor filmstand.
Het filmstand-i-menu
1357911
42681012
1
Picture Control instellen ............... 118
2
Witbalans .......................................... 118
3
Beeldformaat/-snelheid/
-kwaliteit ......................................... 119
4
Microfoongevoeligheid................. 121
5
Kies beeldveld.................................. 122
6
Lichtmeting ...................................... 123
7
Wi-Fi-verbinding............................. 123
8
Actieve D-Lighting ......................... 123
9
Elektronische VR ............................. 123
10
Vibratiereductie .............................. 124
11
AF-veldstand.................................... 124
12
Scherpstelstand .............................. 124
A “Zelfde als foto-instellingen”
Als Zelfde als foto-instellingen is
geselecteerd voor Picture Control instellen,
Witbalans, Actieve D-Lighting of
Vibratiereductie in het filmopnamemenu,
dan verschijnt een h-pictogram in de
linkerbovenhoek van het i-menu om aan te
geven dat de opties die zijn geselecteerd voor
deze instellingen in fotostand ook van toepassing zijn in filmstand en
omgekeerd.
118 Het i-menu
Picture Control instellen
Kies een Picture Control voor filmopnamen. Voor meer informatie,
zie “Picture Control instellen” (0 97).
Witbalans
Pas witbalans aan voor filmopnamen. Voor meer informatie, zie
“Witbalans” (0 64, 101).
119Het i-menu
Beeldformaat, beeldsnelheid en filmkwaliteit
Selecteer het filmbeeldformaat (in pixels) en de beeldsnelheid. U
kunt ook kiezen uit twee Filmkwaliteit-opties: Hoge kwaliteit
(aangeduid door beeldformaat/-snelheidpictogrammen met “m”)
en Normaal. Gezamenlijk bepalen deze opties de maximale
bitsnelheid, zoals aangeduid in de volgende tabel.
1 Werkelijke beeldsnelheden voor waarden vermeld als 120p, 60p, 30p en 24p zijn respectievelijk
119,88 bps, 59,94 bps, 29,97 bps en 23,976 bps.
2 Filmkwaliteit ingesteld op Hoge kwaliteit.
3 Beeldveld vast ingesteld op DX (Z 7) of FX (Z 6); gezichtsdetectie niet ingeschakeld in automatisch
veld-AF AF-veldstand.
4 Elke film wordt opgenomen over maximaal 8 bestanden van elk maximaal 4 GB. Het aantal
bestanden en de lengte van elk bestand verschillen afhankelijk van de opties geselecteerd voor
Beeldformaat/beeldsnelheid en Filmkwaliteit. Films die zijn opgenomen op
geheugenkaarten die zijn geformatteerd in de camera worden echter opgenomen als een enkel
bestand, ongeacht de omvang, als de kaart een capaciteit heeft van meer dan 32 GB.
Beeldformaat/beeldsnelheid
1
Max. bitsnelheid
(Mbps)
Max.
opnametijd
Hoge
kwaliteit Normaal
r
3840 × 2160 (4K UHD); 30p
144
2
29 min.
59 sec.
4
s
3840 × 2160 (4K UHD); 25p
t
3840 × 2160 (4K UHD); 24p
w
1920 × 1080; 120p
3
x
1920 × 1080; 100p
3
y/y
1920 × 1080; 60p
56 28
z/z
1920 × 1080; 50p
1/1
1920 × 1080; 30p
28 14
2/2
1920 × 1080; 25p
3/3
1920 × 1080; 24p
A
1920 × 1080; 30p ×4 (slow motion)
3
36
2
3min.
B
1920 × 1080; 25p ×4 (slow motion)
3
C
1920 × 1080; 24p ×5 (slow motion)
3
29
120 Het i-menu
De optie die momenteel is geselecteerd,
wordt aangeduid door een pictogram in de
weergave.
❚❚ Slow-motionfilms
Selecteer, om geluidloze slow-motionfilms op te nemen, een “slow
motion”-optie voor Beeldformaat/beeldsnelheid. Slow-
motionfilms worden opgenomen bij 4 of 5 keer de bepaalde
snelheid en speelt af bij de bepaalde snelheid. Films opgenomen bij
1920 × 1080; 30p ×4 (slow motion) wordt bijvoorbeeld bij een
beeldsnelheid van ruwweg 120 bps opgenomen en bij ongeveer
30 bps afgespeeld, wat betekent dat 10 seconden opnemen
ongeveer 40 seconden filmopnamen oplevert.
Opname- en weergavesnelheden worden hieronder getoond.
Circa 10 sec.
Opname
Weergave
Circa 40 sec.
Beeldformaat/beeldsnelheid Opnamesnelheid Normaal
A
1920 × 1080; 30p ×4
(slow motion)
120p (119,88 bps) 30p (29,97 bps)
B
1920 × 1080; 25p ×4
(slow motion)
100p (100 bps) 25p (25 bps)
C
1920 × 1080; 24p ×5
(slow motion)
120p (119,88 bps) 24p (23,976 bps)
D Slow-motionfilms
Functies zoals flikkerreductie, elektronische vibratiereductie en tijdcode-
uitvoer kunnen niet worden gebruikt wanneer een “slow motion”-optie is
geselecteerd.
121Het i-menu
Microfoongevoeligheid
Schakel de ingebouwde of externe microfoons in of uit of pas de
microfoongevoeligheid aan. Kies bA om de gevoeligheid
automatisch aan te passen of Microfoon uit om opnamegeluid uit
te schakelen of microfoongevoeligheid handmatig aan te passen
door een waarde tussen b1 en b20 te kiezen (hoe hoger de waarde,
des te groter de gevoeligheid).
Bij andere instellingen dan bA wordt de
optie die momenteel is geselecteerd,
aangeduid door een pictogram in de
weergave.
Als het geluidsniveau rood wordt
weergegeven, is het volume te hoog.
Verminder microfoongevoeligheid.
D Het 2-pictogram
Films opgenomen met de microfoon uit
worden aangeduid door een 2-pictogram in
schermvullende en filmweergave.
122 Het i-menu
Kies beeldveld
Kies de grootte van het gebied op de beeldsensor, gebruikt om films
op te nemen. Selecteer FX om films op te nemen in wat wordt
aangeduid als “FX-gebaseerd filmformaat”, DX om op te nemen in
“DX-gebaseerd filmformaat”. De verschillen tussen beide formaten
worden getoond in de afbeelding.
De afmetingen van het opgenomen veld variëren afhankelijk van
het beeldformaat:
De optie die momenteel is geselecteerd,
wordt aangeduid door een pictogram in
de weergave.
FX DX
Formaat Beeldformaat
Opgenomen veld (bij benadering)
Z7 Z6
FX-gebaseerd
filmformaat
3.840 × 2.160 35,9 × 20,2 mm
1.920 × 1.080 35,8 × 20,1 mm 35,9 × 20,1 mm
DX-gebaseerd
filmformaat
3.840 × 2.160
23,5 × 13,2 mm
23,4 × 13,2 mm
1.920 × 1.080 23,4 × 13,1 mm
123Het i-menu
Lichtmeting
Kies hoe de camera de belichting instelt in de filmstand. Voor meer
informatie, zie “Lichtmeting” (0 111), maar merk op dat spotmeting
niet beschikbaar is.
Wi-Fi-verbinding
Schakel Wi-Fi in of uit. Voor meer informatie, zie “Wi-Fi-verbinding”
(0 112).
Actieve D-Lighting
Kies een Actieve D-Lighting-optie voor filmstand. Voor meer
informatie, zie “Actieve D-Lighting” (0 113). Merk op dat als Zelfde
als foto-instellingen is geselecteerd voor Actieve D-Lighting in
het filmopnamemenu en Automatisch is geselecteerd in het foto-
opnamemenu, dan worden films opgenomen bij een instelling die
gelijk is aan Normaal.
Elektronische VR
Selecteer Aan om elektronische vibratiereductie in te schakelen in
filmstand. Elektronische vibratiereductie is niet beschikbaar bij
beeldformaten van 1920 × 1080; 120p, 1920 × 1080; 100p of
1.920 × 1.080 (slow motion). Merk op dat wanneer de elektronische
vibratiereductie aan is, de beeldhoek wordt verkleind, waardoor de
ogenschijnlijke brandpuntsafstand enigszins toeneemt. De
maximale gevoeligheid voor filmopnamen is ingesteld op
ISO 25600 (Z 7) of 51200 (Z 6).
Er verschijnt een pictogram in de
weergave wanneer Aan is geselecteerd.
124 Het i-menu
Vibratiereductie
Kies een vibratiereductie-optie voor filmstand. Voor meer
informatie, zie “Vibratiereductie” (0 115).
AF-veldstand
Kies hoe de camera het scherpstelpunt selecteert wanneer
autofocus is ingeschakeld in filmstand. Voor meer informatie, zie
“AF-veldstand” (0 54).
Scherpstelstand
Kies hoe de camera scherpstelt in filmstand. Voor meer informatie,
zie “Een scherpstelstand kiezen” (0 52).
Optie
d
Enkelpunts AF
f
Breedveld-AF (klein)
g
Breedveld-AF (groot)
h
Automatisch veld-AF
Optie
Optie
AF-S
Enkelvoudige AF
AF-C
Continue AF
AF-F
Fulltime-AF
MF
Handmatige scherpstelling
Optie
125Menulijst
Menulijst
Dit deel geeft een overzicht van de beschikbare opties in de
cameramenu’s.
A Cameramenu’s
Meer informatie over cameramenu’s is beschikbaar in een Naslaggids,
beschikbaar voor downloaden via:
Z 7: https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/
Z_7.html
Z 6: https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/
Z_6.html
U kunt ook de online handleiding raadplegen, te vinden op:
https://onlinemanual.nikonimglib.com/z7_z6/nl/
D Het weergavemenu: beelden beheren
Wissen
Selectie Wis meerdere beelden.
Datum selecteren
Alle
Weergavemap (standaard ingesteld op Alle)
(Mapnaam) Kies een map voor weergave.
Alle
Huidige
126 Menulijst
Weergaveopties
Informatie toevoegen Kies de informatie beschikbaar in het
scherm voor weergave van foto-
informatie.
Scherpstelpunt
Aanvullende foto-informatie
Belichtingsinformatie
Hoge lichten
RGB-histogram
Opnamegegevens
Overzicht
Geen (alleen beeld)
Controlebeeld (standaard ingesteld op Uit)
Aan Kies of foto’s direct na de opname
automatisch worden weergegeven.
Aan (alleen monitor)
Uit
Na wissen (standaard ingesteld op Toon volgende)
Toon volgende Kies de foto weergegeven nadat een beeld
is gewist.
Toon vorige
Doorgaan als tevoren
Na serieopname toon (standaard ingesteld op Laatste beeld in serieopname)
Eerste beeld in serieopname Kies of de camera de eerste of laatste foto
in de serieopname weergeeft nadat foto’s
in continue ontspanstand zijn gemaakt.
Laatste beeld in serieopname
Draai portret (standaard ingesteld op Aan)
Aan Kies of “staande” foto’s (portretstand)
worden gedraaid voor weergave tijdens
afspelen.
Uit
Diashow
Starten Bekijk een diashow van de foto’s in de
huidige weergavemap.
Beeldtype
Beeldinterval
Score
Beoordeel geselecteerde beelden.
127Menulijst
C Het foto-opnamemenu: opnameopties
Zet foto-opnamemenu terug.
Ja Selecteer Ja om de opties voor het foto-
opnamemenu terug te zetten naar haar
standaardwaarden.
Nee
Opslagmap
Naam wijzigen Selecteer de map waarin opvolgende
foto’s worden opgeslagen.
Map selecteren op nummer
Map selecteren in lijst
Naamgeving bestanden
Naamgeving bestanden Kies het drieletter-voorvoegsel dat wordt
gebruikt voor de namen van de
beeldbestanden waarin foto’s zijn
opgeslagen. Het standaardvoorvoegsel is
“DSC”.
Kies beeldveld (standaard ingesteld op FX (36 × 24))
FX (36×24) Kies het beeldveld voor (uitsnede) voor
foto’s. 5 : 4 (30 × 24) is alleen beschikbaar
voor de Z 7.
DX (24×16)
5 : 4 (30×24)
1 : 1 (24×24)
16 : 9 (36×20)
128 Menulijst
Beeldkwaliteit (standaard ingesteld op JPEG Normaal)
NEF (RAW) + JPEG Fijnm Kies een bestandsformaat en
compressieverhouding (beeldkwaliteit).
De compressie voor opties aangeduid
door een sterretje (“m”) geeft prioriteit aan
kwaliteit, terwijl compressie voor beelden
zonder sterretje prioriteit geeft aan het
verkleinen van het bestandsformaat.
NEF (RAW) + JPEG Fijn
NEF (RAW) + JPEG Normaalm
NEF (RAW) + JPEG Normaal
NEF (RAW) + JPEG Basism
NEF (RAW) + JPEG Basis
NEF (RAW)
JPEG Fijnm
JPEG Fijn
JPEG Normaalm
JPEG Normaal
JPEG Basism
JPEG Basis
TIFF (RGB)
Beeldformaat
JPEG/TIFF Kies het beeldformaat, in pixels.
Afzonderlijke opties zijn beschikbaar voor
JPEG/TIFF- en voor NEF (RAW)-
afbeeldingen.
NEF (RAW)
NEF (RAW)-opname
NEF (RAW)-compressie Kies het compressietype en de bitdiepte
voor NEF (RAW)-afbeeldingen.
NEF (RAW)-bitdiepte
ISO-gevoeligheid instellen
ISO-gevoeligheid Pas instellingen voor ISO-gevoeligheid aan
voor foto’s.
Autom inst ISO-gevoeligheid
129Menulijst
Witbalans (standaard ingesteld op Automatisch)
Automatisch Kies een witbalans die bij de lichtbron
past.
Automatisch daglicht
Direct zonlicht
Bewolkt
Schaduw
Gloeilamplicht
Tl-licht
Flitslicht
Kies kleurtemperatuur
Handmatige voorinstelling
D Tekst invoeren
Er wordt een toetsenbord weergegeven wanneer het invoeren van tekst is
vereist. Tik op de letters op het scherm (tik op de toetsenbordselectieknop
om door de hoofdletters en kleine letters en symbolentoetsenborden te
bladeren) of gebruik de multi-selector om tekens te markeren en druk op J
om ze bij de huidige cursorpositie te plaatsen (merk op dat als een teken
wordt ingevoerd terwijl het veld vol is, het laatste teken in het veld wordt
gewist). Druk op de O-knop om het teken onder de cursor te wissen. Tik, om
de cursor naar een nieuwe positie te verplaatsen, op de weergave of draai
aan de hoofdinstelschijf. Druk op X om de invoer te voltooien en naar het
vorige menu terug te keren. Druk op G om af te sluiten zonder de
tekstinvoer te voltooien.
Tekstweergaveveld
Toetsenbordveld Toetsenbordselectie
130 Menulijst
Picture Control instellen (standaard ingesteld op Automatisch)
Automatisch Kies hoe nieuwe foto’s worden verwerkt.
Selecteer overeenkomstig het scènetype
of uw eigen creatieve wensen.
Standaard
Neutraal
Levendig
Monochroom
Portret
Landschap
Gelijkmatig
Droom
Ochtend
Pop
Zondag
Somber
Dramatisch
Stilte
Verbleekt
Melancholisch
Puur
Denim
Speelgoed
Sepia
Blauw
Rood
Roze
Houtskool
Grafiet
Binair
Koolstof
131Menulijst
Picture Control beheren
Opslaan/bewerken Eigen Picture Controls maken.
Naam wijzigen
Wissen
Laden/opslaan
Kleurruimte (standaard ingesteld op sRGB)
sRGB Kies een kleurruimte voor foto’s.
Adobe RGB
Actieve D-Lighting (standaard ingesteld op Uit)
Automatisch Behoud details in hoge lichten en
schaduwen, zodat foto’s met een
natuurlijk contrast worden gecreëerd.
Extra hoog
Hoog
Normaal
Laag
Uit
Ruisonderdr. lange tijdopname (standaard ingesteld op Uit)
Aan Verminder “ruis” (heldere vlekken of waas)
in foto’s gemaakt bij lange sluitertijden.
Uit
Hoge ISO-ruisonderdrukk. (standaard ingesteld op Normaal)
Hoog Verminder “ruis” (willekeurige heldere
pixels) in foto’s gemaakt bij hoge ISO-
gevoeligheden.
Normaal
Laag
Uit
Vignetteringscorrectie (standaard ingesteld op Normaal)
Hoog Verminder de daling in helderheid bij de
randen van foto’s. Het effect is het meest
waarneembaar bij maximaal diafragma.
Normaal
Laag
Uit
Diffractiecorrectie (standaard ingesteld op Aan)
Aan Verminder de effecten van diffractie in
foto's gemaakt bij kleine diafragma’s
(hoge f/-waarden).
Uit
132 Menulijst
Autom. vertekeningscorrectie (standaard ingesteld op Aan)
Aan Verminder tonvormige vertekening bij het
fotograferen met groothoekobjectieven
en verminder kussenvormige vervorming
bij het fotograferen met lange objectieven
(merk op dat met sommige objectieven
Aan automatisch wordt geselecteerd. In
dat geval wordt de optie Autom.
vertekeningscorrectie grijs en als niet
beschikbaar weergegeven).
Uit
Opname met flikkerreductie (standaard ingesteld op Uit)
Aan Verminder de effecten door flikkering
onder tl-licht of kwikdamplampen.
Uit
Lichtmeting (standaard ingesteld op Matrixmeting)
Matrixmeting Kies hoe de camera de lichtniveaus meet
om de belichting in te stellen.
Centrumgerichte meting
Spotmeting
Op hoge lichten gerichte lichtm.
Flitserregeling
Flitserregelingsstand Kies een flitserregelingsstand voor
optionele flitsers en pas instellingen aan
voor draadloze flitsers op afstand. De
beschikbare opties variëren per flitser of
gebruikte accessoire.
Opties voor draadloos flitsen
Regeling secundaire flitser
Info secundaire flitsers via radio
Flitsstand (standaard ingesteld op Invulflits)
Invulflits Kies de flitsstand.
Rode-ogenreductie
Sync. m. lange sl.tijd + rode-ogen
Synchronisatie m. lange sluitertijd
Synchronisatie op tweede gordijn
Flitser uit
Flitscorrectie (standaard ingesteld op 0.0)
−3,0+1,0 Pas flitscorrectie aan.
133Menulijst
Scherpstelstand (standaard ingesteld op Enkelvoudige AF)
Enkelvoudige AF Kies hoe de camera scherpstelt.
Continue AF
Handmatige scherpstelling
AF-veldstand (standaard ingesteld op Enkelpunts AF)
Precisie-AF Kies hoe de camera het scherpstelpunt
voor autofocus selecteert.
Enkelpunts AF
Dynamisch veld-AF
Breedveld-AF (klein)
Breedveld-AF (groot)
Automatisch veld-AF
Vibratiereductie
Aan Verminder onscherpte veroorzaakt door
cameratrilling. Welke opties beschikbaar
zijn is afhankelijk van het objectief.
Normal
Sport
Uit
Automatische bracketing
Inst. voor autom. bracketing Pas instellingen voor automatische
bracketing aan.
Aantal opnamen
Stapgrootte
Hoeveelheid
Meervoudige belichting
Stand voor meerv. belichting Maak van twee tot tien NEF (RAW)-
opnamen een enkele foto.
Aantal opnamen
Beeld-op-beeld
Alle belichtingen bewaren
Opname met beeld-op-beeld
Eerste belichting select. (NEF)
HDR (hoog dynam. bereik)
HDR-stand Behoud details in hoge lichten en
schaduwen bij het fotograferen van
scènes met een hoog contrast.
Belichtingsverschil
Verzachting
Individuele foto's opslaan (NEF)
134 Menulijst
Intervalopname
Starten Maak foto’s bij het geselecteerde interval
totdat het gespecificeerde aantal
opnamen is vastgelegd.
Startdatum/-tijd kiezen
Interval
Intervallen×opnamen/interval
Gelijkmatige belichting
Stil fotograferen
Intervalprioriteit
Opslagmap voor nieuwe opname
Time-lapse-film
Starten De camera maakt automatisch foto’s bij
geselecteerde intervallen om een stille
time-lapse-film te creëren.
Interval
Opnameduur
Gelijkmatige belichting
Stil fotograferen
Kies beeldveld
Beeldformaat/beeldsnelheid
Intervalprioriteit
Opname met focus-shift
Starten Wissel scherpstelling automatisch af voor
een serie foto’s.
Aantal opn.
Breedte focusstap
Interval tot volgende opname
Belichting vergrendelen op 1e beeld
Beeld met gecombin. peakinginfo
Stil fotograferen
Opslagmap voor nieuwe opname
Stil fotograferen (standaard ingesteld op Uit)
Aan Elimineer het geluid van de sluiter.
Uit
135Menulijst
1 Het filmopnamemenu: filmopnameopties
Filmopnamemenu terugzetten
Ja Selecteer Ja om de opties voor het
filmopnamemenu terug te zetten naar
haar standaardwaarden.
Nee
Naamgeving bestanden
Kies het drieletterige voorvoegsel gebruikt
voor benaming van de beeldbestanden
waarin films worden opgeslagen. Het
standaardvoorvoegsel is “DSC”.
Kies beeldveld (standaard ingesteld op FX)
FX Kies het beeldveld (uitsnede) voor films.
DX
Beeldformaat/beeldsnelheid (standaard ingesteld op 1920×1080; 60p)
3840×2160; 30p Kies filmbeeldformaat (gemeten in pixels)
en beeldsnelheid.
3840×2160; 25p
3840×2160; 24p
1920×1080; 120p
1920×1080; 100p
1920×1080; 60p
1920×1080; 50p
1920×1080; 30p
1920×1080; 25p
1920×1080; 24p
1920×1080; 30p ×4 (slow motion)
1920×1080; 25p ×4 (slow motion)
1920×1080; 24p ×5 (slow motion)
136 Menulijst
Filmkwaliteit (standaard ingesteld op Hoge kwaliteit)
Hoge kwaliteit Kies filmkwaliteit.
Normaal
Bestandstype voor film (standaard ingesteld op MOV)
MOV Kies het bestandstype voor film.
MP4
ISO-gevoeligheid instellen
Maximale gevoeligheid Pas ISO-gevoeligheidsinstellingen voor
films aan.
Auto ISO-gevoeligh. (st. M)
ISO-gevoeligheid (stand M)
Witbalans (standaard ingesteld op Zelfde als foto-instellingen)
Zelfde als foto-instellingen Kies de witbalans voor films. Selecteer
Zelfde als foto-instellingen om de
momenteel geselecteerde optie voor
foto’s te gebruiken.
Automatisch
Automatisch daglicht
Direct zonlicht
Bewolkt
Schaduw
Gloeilamplicht
Tl-licht
Kies kleurtemperatuur
Handmatige voorinstelling
137Menulijst
Picture Control instellen (standaard ingesteld op Zelfde als foto-instellingen)
Zelfde als foto-instellingen Kies een Picture Control voor films.
Selecteer Zelfde als foto-instellingen om
de momenteel geselecteerde optie voor
foto’s te gebruiken.
Automatisch
Standaard
Neutraal
Levendig
Monochroom
Portret
Landschap
Gelijkmatig
Droom
Ochtend
Pop
Zondag
Somber
Dramatisch
Stilte
Verbleekt
Melancholisch
Puur
Denim
Speelgoed
Sepia
Blauw
Rood
Roze
Houtskool
Grafiet
Binair
Koolstof
138 Menulijst
Picture Control beheren
Opslaan/bewerken Eigen Picture Controls maken.
Naam wijzigen
Wissen
Laden/opslaan
Actieve D-Lighting (standaard ingesteld op Uit)
Zelfde als foto-instellingen Behoud details in hoge lichten en
schaduwen, zodat films met een natuurlijk
contrast worden gecreëerd. Selecteer
Zelfde als foto-instellingen om de
momenteel geselecteerde optie voor
foto’s te gebruiken.
Extra hoog
Hoog
Normaal
Laag
Uit
Hoge ISO-ruisonderdrukk. (standaard ingesteld op Normaal)
Hoog Verminder “ruis” (willekeurige heldere
pixels) in films opgenomen bij hoge
ISO-gevoeligheden.
Normaal
Laag
Uit
Vignetteringscorrectie (standaard ingesteld op Normaal)
Zelfde als foto-instellingen Verminder de daling in helderheid bij de
randen van het beeld. Selecteer Zelfde als
foto-instellingen om de momenteel
geselecteerde optie voor foto’s te
gebruiken.
Hoog
Normaal
Laag
Uit
Diffractiecorrectie (standaard ingesteld op Aan)
Aan Verminder de effecten van diffractie in
foto's gemaakt bij kleine diafragma’s
(hoge f/-waarden).
Uit
139Menulijst
Autom. vertekeningscorrectie (standaard ingesteld op Aan)
Aan Verminder tonvormige vertekening bij het
fotograferen met groothoekobjectieven
en verminder kussenvormige vervorming
bij het fotograferen met lange objectieven
(merk op dat met sommige objectieven
Aan automatisch wordt geselecteerd. In
dat geval wordt de optie Autom.
vertekeningscorrectie grijs en als niet
beschikbaar weergegeven).
Uit
Flikkerreductie (standaard ingesteld op Automatisch)
Automatisch Verminder flikkeringen en bandvorming
veroorzaakt door tl-verlichting of
kwikdamplampen tijdens filmopnamen.
50 Hz
60 Hz
Lichtmeting (standaard ingesteld op Matrixmeting)
Matrixmeting Kies hoe de camera lichtniveaus meet om
de belichting in te stellen tijdens het
opnemen van films.
Centrumgerichte meting
Op hoge lichten gerichte lichtm.
Scherpstelstand (standaard ingesteld op Fulltime-AF)
Enkelvoudige AF Kies hoe de camera scherpstelt.
Continue AF
Fulltime-AF
Handmatige scherpstelling
AF-veldstand (standaard ingesteld op Automatisch veld-AF)
Enkelpunts AF Kies hoe de camera het scherpstelpunt
voor autofocus selecteert.
Breedveld-AF (klein)
Breedveld-AF (groot)
Automatisch veld-AF
Vibratiereductie (standaard ingesteld op Zelfde als foto-instellingen)
Zelfde als foto-instellingen Verminder onscherpte veroorzaakt door
cameratrilling. Welke opties beschikbaar
zijn is afhankelijk van het objectief.
Selecteer Zelfde als foto-instellingen om
de momenteel geselecteerde optie voor
foto’s te gebruiken.
Aan
Normal
Sport
Uit
140 Menulijst
Elektronische VR (standaard ingesteld op Uit)
Aan Kies of elektronische vibratiereductie
wordt ingeschakeld in filmstand.
Uit
Microfoongevoeligheid (standaard ingesteld op Automatisch)
Automatisch Schakel de ingebouwde of externe
microfoons in of uit of pas de
microfoongevoeligheid aan.
Handmatig
Microfoon uit
Demper (standaard ingesteld op Uitschakelen)
Inschakelen Verminder microfoonversterking en
voorkom audiovertekening bij het
opnemen van films in luidruchtige
omgevingen.
Uitschakelen
Frequentiebereik (standaard ingesteld op Groot bereik)
Groot bereik Kies het frequentiebereik voor de
ingebouwde en externe microfoons.
Stembereik
Onderdrukking windruis (standaard ingesteld op Uit)
Aan Kies of het laagafvalfilter van de
ingebouwde microfoon wordt
ingeschakeld om windruis te verminderen.
Uit
Volume hoofdtelefoon (standaard ingesteld op 15)
0–30 Pas het volume aan voor koptelefoons van
andere merken.
Tijdcode
Tijdcodes opnemen Pas tijdcode-instellingen aan en kies of
tijdcodes worden geregistreerd tijdens het
opnemen van films.
Tijdcodemethode
Begintijdcode
Drop-frame
141Menulijst
A Persoonlijke instellingen: fijnafstelling
camera-instellingen
Herstel pers. instellingen
Ja Selecteer Ja om Persoonlijke instellingen
terug te zetten naar haar
standaardwaarden.
Nee
a Autofocus
a1 Selectie AF-C-prioriteit (standaard ingesteld op Ontspannen)
Ontspannen Kies of er foto’s kunnen worden gemaakt
voordat de camera heeft scherpgesteld in
scherpstelstand AF-C.
Scherpstelling
a2 Selectie AF-S-prioriteit (standaard ingesteld op Scherpstelling)
Ontspannen Kies of er foto’s kunnen worden gemaakt
voordat de camera heeft scherpgesteld in
scherpstelstand AF-S.
Scherpstelling
a3 Focus-tracking met Lock-On (standaard ingesteld op 3)
AF-reactie bij geblokk. onderw. Kies hoe autofocus reageert op
wijzigingen gemaakt voor de afstand tot
het onderwerp in scherpstelstand AF-C.
a4 Auto veld-AF gezicht-/oogherk. (standaard ingesteld op Gezichts- en oogherkenning aan)
Gezichts- en oogherkenning aan Kies of de camera menselijke
portretonderwerpen of honden en katten
detecteert en scherpstelt op hun
gezichten of op hun gezichten en ogen
wanneer automatisch veld-AF is
geselecteerd voor AF-veldstand.
Gezichtsherkenning aan
Dierherkenning
Uit
a5 Gebruikte scherpstelpunten (standaard ingesteld op Alle punten)
Alle punten Kies het aantal scherpstelpunten dat
beschikbaar is voor handmatige
scherpstelpuntselectie.
Om het andere punt
a6 Punten opslaan per stand (standaard ingesteld op Nee)
Ja Kies of de camera de scherpstelpunten
afzonderlijk opslaat voor “verticale” en
“horizontale” standen.
Nee
142 Menulijst
a7 AF-activering (standaard ingesteld op Ontspanknop/AF-ON)
Ontspanknop/AF-ON Kies of de camera scherpstelt wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt. Als
Alleen AF-ON is geselecteerd, zal de
camera niet scherpstellen wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
Alleen AF-ON
a8 Selectie AF-veldst. beperken
Precisie-AF Kies de opties die kunnen worden
geselecteerd door aan de secundaire
instelschijf te draaien wanneer
AF-veldstand aan het i-menu of een
camerabediening is toegewezen.
Enkelpunts AF
Dynamisch veld-AF
Breedveld-AF (klein)
Breedveld-AF (groot)
Automatisch veld-AF
a9 Doorloop scherpstelpunt (standaard ingesteld op Geen doorloop)
Doorloop Kies of scherpstelpuntselectie “doorloopt”
van de ene rand van de weergave naar de
andere.
Geen doorloop
a10 Opties voor scherpstelpunt
Handmatige scherpstelstand Pas instellingen aan voor de
scherpstelpuntweergave.
Hulp bij dynamisch veld-AF
a11 AF bij weinig licht (standaard ingesteld op Uit)
Aan Kies Aan voor een nauwkeurigere (zij het
soms wat langzamere) scherpstelling bij
weinig licht wanneer AF-S is geselecteerd
voor scherpstelstand.
Uit
a12 Ingebouwde AF-hulpverlichting (standaard ingesteld op Aan)
Aan Kies of de AF-hulpverlichting brandt ter
ondersteuning van de scherpstelling
wanneer er weinig licht is.
Uit
143Menulijst
a13 Handm. scherpstelring in AF-st. (standaard ingesteld op Inschakelen)
Inschakelen Deze optie is beschikbaar voor
compatibele objectieven. Selecteer
Uitschakelen om te voorkomen dat de
scherpstelring wordt gebruikt voor
scherpstelling in autofocusstand.
Uitschakelen
b Lichtmeting/belichting
b1 Stapgrootte inst. belichting (standaard ingesteld op 1/3 stap)
1/3 stap Selecteer de grootte van de stap voor het
aanpassen van sluitertijd, diafragma,
ISO-gevoeligheid en belichtings- en
flitsbracketing en correctie.
1/2 stap
b2 Eenv. belichtingscorrectie (standaard ingesteld op Uit)
Aan (automat. herstellen) Kies of belichtingscorrectie kan worden
aangepast door alleen maar aan een
instelschijf te draaien zonder op de
E-knop te drukken.
Aan
Uit
b3 Centrumgericht meetveld (standaard ingesteld op 12 mm)
12 mm Kies de grootte van het gebied waaraan
het meeste gewicht wordt toegewezen in
centrumgerichte meting.
Gemiddeld
b4 Fijnafst. voor opt. belichting
Matrixmeting Stel de belichting fijn af voor elke
lichtmeetmethode. Hogere waarden
produceren heldere opnamen, lagere
waarden donkere opnamen.
Centrumgerichte meting
Spotmeting
Op hoge lichten gerichte lichtm.
c Timers/AE-vergrendeling
c1 AE-vergrend. ontspanknop (standaard ingesteld op Uit)
Aan (half indrukken) Kies of de belichting vergrendelt wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt.
Aan (serieopname)
Uit
c2 Zelfontspanner
Vertraging zelfontspanner Kies de lengte van de
ontspanknopvertraging, het aantal
gemaakte opnamen en het interval tussen
opnamen in de zelfontspannerstand.
Aantal opnamen
Interval tussen opnamen
144 Menulijst
c3 Uitschakelvertraging
Weergave Kies hoe lang het bedieningspaneel- en de
cameraschermen ingeschakeld blijven
wanneer er geen handelingen worden
uitgevoerd.
Menu's
Controlebeeld
Stand-by-timer
d Opnemen/weergeven
d1 Opnamesnelheid CL-stand (standaard ingesteld op 3 bps)
5 bps–1 bps Kies de beeldvoortgangssnelheid voor
lage-snelheid continue ontspanstand.
d2 Max. aant. continu-opn. (standaard ingesteld op 200)
1–200 Kies het maximumaantal opnamen dat
achter elkaar kan worden gemaakt in één
serieopname in continue ontspanstanden.
d3 Opties synchroon ontspannen (standaard ingesteld op Synchroon)
Synchroon Kies of de ontspanknoppen op secundaire
camera’s synchroniseren met de
ontspanknop op de hoofdcamera.
Niet synchroon
d4 Belichtingsvertragingsstand (standaard ingesteld op Uit)
3 sec.–0,2 sec., Uit In situaties waarin de minste
camerabeweging een foto onscherp kan
maken, kan de ontspanknop circa 0,2 tot 3
seconden worden vertraagd nadat de
ontspanknop is ingedrukt.
d5 Type sluiter (standaard ingesteld op Automatisch)
Automatisch Kies het sluitertype dat wordt gebruikt
voor foto’s.
Mechanische sluiter
Elektr. eerste-gordijnsluiter
d6 Selecteerbaar beeldveld beperken
FX (36 × 24) Kies de beschikbare opties wanneer
beeldveldselectie is toegewezen aan het
i-menu of aan de instelschijven en een
camera. 5 : 4 (30 × 24) is alleen
beschikbaar voor de Z 7.
DX (24 × 16)
5 : 4 (30 × 24)
1 : 1 (24 × 24)
16 : 9 (36 × 20)
145Menulijst
d7 Opeenvolgende nummering (standaard ingesteld op Aan)
Aan Kies hoe de camera bestandsnummers
toewijst.
Uit
Terugzetten
d8 Instell. toepassen op livebeeld (standaard ingesteld op Aan)
Aan Wanneer Aan is geselecteerd, kunnen de
effecten van camera-instellingen op kleur
en helderheid vooraf in de zoeker of
monitoropnameweergave worden
bekeken.
Uit
d9 Rasterweergave (standaard ingesteld op Uit)
Aan Kies Aan om een raster weer te geven als
referentie bij het kadreren van opnamen.
Uit
d10 Peakingmarkeringen
Peakingniveau Pas instellingen aan voor handmatige
weergave van focuspeaking waarbij
omtreklijnen worden gebruikt om
voorwerpen te tonen die scherp in beeld
zijn.
Markeringskleur voor peaking
d11 Alle weergeven in continustand (standaard ingesteld op Aan)
Aan Als Uit is geselecteerd, wordt het scherm
donker tijdens een serieopname.
Uit
e Bracketing/flits
e1 Flitssynchronisatiesnelheid (standaard ingesteld op 1/200 sec.)
1/200 sec. (automat. FP)–1/60 sec. Kies een flitssynchronisatiesnelheid.
e2 Langste sluitertijd bij flits (standaard ingesteld op 1/60 sec.)
1/60 sec.–30 sec. Kies de langst beschikbare sluitertijd
wanneer de flitser wordt gebruikt in
standen P en A.
e3 Belichtingscorr. voor flitser (standaard ingesteld op Heel beeld)
Heel beeld Kies hoe de camera de flitssterkte aanpast
wanneer belichtingscorrectie wordt
gebruikt.
Alleen achtergrond
146 Menulijst
e4 Autom inst ISO-gevoeligheid c (standaard ingesteld op Onderwerp en achtergrond)
Onderwerp en achtergrond Kies of automatische instelling van
ISO-gevoeligheid voor flitsfotografie is
aangepast om zowel het onderwerp als de
achtergrond, of alleen het
hoofdonderwerp juist te belichten.
Alleen onderwerp
e5 Testflits (standaard ingesteld op Aan)
Aan Kies Aan om vooraf lichteffecten te
bekijken wanneer optionele flitsers
worden gebruikt die compatibel zijn met
het Nikon Creatief Verlichtingssysteem.
Uit
e6 Auto bracketing (stand M) (standaard ingesteld op Flits/sluitertijd)
Flits/sluitertijd Kies de betreffende instellingen wanneer
belichting en/of flitsbracketing is
ingeschakeld in stand M.
Flits/sluitertijd/diafragma
Flits/diafragma
Alleen flits
e7 Bracketingvolgorde (standaard ingesteld op MTR > onder > over)
MTR > onder > over Kies de bracketingvolgorde voor
belichting, flitser en witbalansbracketing.
Onder > MTR > over
D Sluitertijd vast instellen op maximale flitssynchronisatiesnelheid
Kies, om sluitertijd vast te zetten bij de synchronisatiesnelheidslimiet in
stand S of M, een snelheid die één instelling langer is dan de langst
mogelijke snelheid (30 sec. of Time (Tijd)). Een flitssynchronisatie-
aanduiding (“X”) verschijnt in de zoeker en het bedieningspaneel, samen
met de flitssynchronisatiesnelheid.
D Automatische snelle FP-synchronisatie
Automatische snelle FP-synchronisatie stelt de flitser in staat om te worden
gebruikt bij de kortste sluitertijd ondersteund door de camera, zodat het
maximale diafragma kan worden gekozen voor een verminderde
scherptediepte, zelfs in fel zonlicht. Het flitsinformatiescherm toont “FP”
wanneer 1/200 sec. (automat. FP) is geselecteerd.
147Menulijst
f Bediening
f1 Menu i aanpassen
Kies beeldveld Kies de opties weergegeven in het i-menu
voor fotostand.
Beeldkwaliteit
Beeldformaat
Belichtingscorrectie
ISO-gevoeligheid instellen
Witbalans
Picture Control instellen
Kleurruimte
Actieve D-Lighting
Ruisonderdr. lange tijdopname
Hoge ISO-ruisonderdrukk.
Lichtmeting
Flitsstand
Flitscorrectie
Scherpstelstand
AF-veldstand
Vibratiereductie
Automatische bracketing
Meervoudige belichting
HDR (hoog dynam. bereik)
Stil fotograferen
Ontspanstand
Aangepaste knoptoewijzing
Belichtingsvertragingsstand
Elektr. eerste-gordijnsluiter
Instell. toepassen op livebeeld
Split-screen zoomweergave
Peakingmarkeringen
Helderheid van monitor/zoeker
Bluetooth-verbinding
Wi-Fi-verbinding
148 Menulijst
f2 Aangepaste knoptoewijzing
Fn1-knop Kies de functies uitgevoerd door de
camerabediening in fotostand.
Fn2-knop
AF-ON-knop
Secundaire selector
Midden secundaire selector
Filmopnameknop
Fn-knop van objectief
Fn2-knop van objectief
Instelring van objectief
f3 OK-knop
Opnamestand Kies de functie die is toegewezen aan de
J-knop tijdens opname (fotostand) en
weergave.
Weergavestand
f4 Sltertijd en diafragma vergr.
Sluitertijdvergrendeling Vergrendel sluitertijd bij de waarde die
momenteel is geselecteerd in stand S of M,
of diafragma bij de waarde die momenteel
is geselecteerd in stand A of M.
Diafragmavergrendeling
f5 Functie instelschijven inst.
Rotatie omkeren Pas de bediening van de hoofdinstelschijf
en de secundaire instelschijf aan.
Verwissel hoofd/secundair
Menu's en weergave
Door beelden met sec. inst.sch.
f6 Knop loslaten voor instelsch. (standaard ingesteld op Nee)
Ja Het selecteren van Ja staat aanpassingen
toe die normaliter worden uitgevoerd
door een knop ingedrukt te houden en
aan een instelschijf te draaien, die te
creëren zijn door aan de instelschijf te
draaien nadat de knop is losgelaten.
Nee
f7 Aanduidingen omkeren (standaard ingesteld op )
Kies of de belichtingsaanduiding wordt
weergegeven met positieve waarden
rechts en negatieve waarden links of
omgekeerd.
149Menulijst
g Film
g1 Menu i aanpassen
Kies beeldveld Kies de opties weergegeven in het i-menu
voor filmstand.
Beeldformaat/-snelheid/-kwaliteit
Belichtingscorrectie
ISO-gevoeligheid instellen
Witbalans
Picture Control instellen
Actieve D-Lighting
Lichtmeting
Scherpstelstand
AF-veldstand
Vibratiereductie
Elektronische VR
Microfoongevoeligheid
Demper
Frequentiebereik
Onderdrukking windruis
Volume hoofdtelefoon
Peakingmarkeringen
Weergave hoge lichten
Helderheid van monitor/zoeker
Bluetooth-verbinding
Wi-Fi-verbinding
g2 Aangepaste knoptoewijzing
Fn1-knop Kies de functies uitgevoerd door de
camerabediening in filmstand. Merk op
dat als Films opnemen is geselecteerd
voor Ontspanknop, de ontspanknop niet
kan worden gebruikt voor andere
bewerkingen dan het opnemen van films.
Fn2-knop
AF-ON-knop
Midden secundaire selector
Ontspanknop
Instelring van objectief
150 Menulijst
g3 OK-knop (standaard ingesteld op Middelste scherpstelp. select.)
Middelste scherpstelp. select. Kies de functie die is toegewezen aan de
J-knop in de filmstand.
Zoom aan/uit
Films opnemen
Geen
g4 AF-snelheid
−5 – +5 Kies de scherpstelsnelheid voor filmstand.
Wanneer toepassen
g5 Gevoeligheid AF-tracking (standaard ingesteld op 4)
1 – 7 Kies de snelheid van de
scherpstellingsreactie in filmstand.
g6 Weergave hoge lichten
Weergavepatroon Kies hoe hoge lichten (heldere delen van
het beeld) worden weergegeven in de
filmstand.
Drempel weergave hoge lichten
B Het setup-menu: Camera-instellingen
Geheugenkaart formatteren
Selecteer Ja om de geheugenkaart te
formatteren. Merk op dat bij het
formatteren alle foto’s en andere gegevens
op de kaart permanent worden verwijderd.
Zorg ervoor dat u back-upkopieën maakt
alvorens te formatteren.
Gebruikersinstellingen opslaan
Opslaan in U1 Sla huidige instellingen op naar de
geselecteerde standknoppositie.
Opslaan in U2
Opslaan in U3
Gebruikersinstell. terugzetten
U1 terugzetten Zet instellingen terug voor de
geselecteerde standknoppositie naar
standaardwaarden.
U2 terugzetten
U3 terugzetten
151Menulijst
Taal (Language)
Kies een taal voor cameramenu’s en
berichten. De beschikbare talen
verschillen per land of regio waar de
camera oorspronkelijk werd gekocht.
Tijdzone en datum
Tijdzone Stel de cameraklok in.
Datum en tijd
Datumnotatie
Zomertijd
Monitorhelderheid (standaard ingesteld op 0)
−5 – +5 Pas helderheid van de monitor aan.
Kleurbalans monitor
Pas kleurbalans van de monitor aan.
Helderheid zoeker (standaard ingesteld op Automatisch)
Automatisch Pas helderheid van de zoeker aan.
Handmatig
Kleurbalans zoeker
Pas kleurbalans van de zoeker aan.
Helderheid lcd-venster (standaard ingesteld op Automatisch)
Automatisch Pas helderheid van het lcd-venster aan.
Handmatig
Uit
Selectie monitorstand beperken
Automatisch schakelen Kies de monitorstanden die kunnen
worden geselecteerd met behulp van de
monitorstandknop.
Alleen zoeker
Alleen monitor
Prioriteit aan zoeker
Informatiescherm (standaard ingesteld op Donker op licht)
Donker op licht Pas het informatiescherm aan voor
verschillende beeldomstandigheden.
Licht op donker
152 Menulijst
AF-fijnafstelling
AF-fijnafstelling (Aan/Uit) Stel scherpstelling fijn af voor
verschillende soorten objectieven.
Gebruik uitsluitend indien nodig.
Opgeslagen waarde
Standaard
Opgeslagen waarden tonen
Objectief zonder CPU
Objectiefnummer Registreer informatie over objectieven
zonder CPU die via een vattingadapter zijn
bevestigd.
Brandpuntsafstand (mm)
Maximaal diafragma
Beeldsensor reinigen
Nu reinigen Laat de beeldsensor trillen om stof te
verwijderen.
Automatische reiniging
Stof-referentiefoto
Starten Verzamel referentiegegevens voor de
optie Stofverwijdering in Capture NX-D.
Sensor reinigen en dan starten
Beeldcommentaar
Commentaar toevoegen Voeg commentaar toe aan nieuwe foto’s
op het moment dat ze worden gemaakt.
Commentaar kan als metadata in ViewNX-i
of Capture NX-D worden bekeken.
Commentaar invoeren
Copyrightinformatie
Copyrightinfo toevoegen Voeg copyrightinformatie toe aan nieuwe
foto’s op het moment dat ze worden
gemaakt. Copyrightinformatie kan als
metadata in ViewNX-i of in Capture NX-D
worden bekeken.
Fotograaf
Copyright
Signaalopties
Signaal aan/uit Kies de toonhoogte en het volume van
geluidssignalen gemaakt door de camera.
Volume
Toonhoogte
Aanraakbediening
Aanraakbediening in-/uitschak. Pas instellingen voor de aanraakbediening
aan.
Vegen in schermvull. weergave
153Menulijst
HDMI
Uitvoerresolutie Pas instellingen aan voor verbinding met
HDMI-apparaten.
Geavanceerd
Uitvoerbereik
Besturing externe opname
Bitdiepte uitvoergegevens
Instelling N-Log
Weergavehulp
Locatiegegevens
Stand-by-timer Pas instellingen voor locatiegegevens aan.
Positie
Klok instellen via satelliet
Opties draadl. afstandsbed. (WR)
LED-lamp Pas instellingen voor LED-lamp en
verbindingsmethode aan voor optionele
draadloze afstandsbedieningen.
Verbindingsmethode
Fn-knop afstandsb. (WR) toew. (standaard ingesteld op Geen)
AF-ON Kies de functie voor de Fn-knop op
optionele draadloze afstandsbedieningen.
AF-vergrendeling
AE-vergr. (herstel na ontspan.)
AE-vergrendeling
AE/AF-vergrendeling
Flitswaardevergrendeling
c Uitschakelen/inschakelen
Voorbeeld
+ NEF (RAW)
Geen
154 Menulijst
Vliegtuigmodus (standaard ingesteld op Uitschakelen)
Inschakelen Selecteer Inschakelen om de ingebouwde
Bluetooth- en Wi-Fi-functies van de
camera uit te schakelen. De optionele
Bluetooth- en Wi-Fi-functies van
randapparatuur dat op de camera is
aangesloten, kan alleen worden
uitgeschakeld door de apparaten los te
koppelen.
Uitschakelen
Verbinden met smartapparaat
Koppelen (Bluetooth) Maak verbinding met een smartphone of
tablet en pas de instellingen aan zodra een
verbinding tot stand is gebracht. Zie de
online helpfunctie van SnapBridge of de
Netwerkgids.
Select. v. verzending (Bluetooth)
Wi-Fi-verbinding
Verzenden indien uitgeschakeld
Verbinden met pc
Wi-Fi-verbinding Pas instellingen voor verbinding met
computers aan met behulp van de
ingebouwde Wi-Fi van de camera. Zie voor
meer informatie de Netwerkgids.
Verbindingstype
Netwerkinstellingen
Opties
MAC-adres
A Draadloze verbindingen
Zie de Netwerkgids voor informatie over het tot stand brengen van
draadloze verbindingen met computers of smartapparaten, beschikbaar
via het Nikon Download Center:
Z 7: https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/
Z_7.html
Z 6: https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/
Z_6.html
155Menulijst
Draadloze zender (WT-7)
Draadloze zender Pas instellingen voor verbinding met
computers of ftp-servers aan via draadloze
netwerken of ethernetnetwerken met
behulp van een WT-7 draadloze zender.
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer
een WT-7 is aangesloten.
Kies hardware
Netwerkinstellingen
Opties
Conformiteitsmarkering
Bekijk een aantal normen waaraan de
camera voldoet.
Batterij-informatie
Bekijk informatie over de accu die
momenteel in de camera is geplaatst.
Ontspannen bij geen kaart (standaard ingesteld op Sluiter ontgrendeld)
Sluiter vergrendeld Kies of de sluiter kan worden ontspannen
wanneer er geen geheugenkaart is
geplaatst.
Sluiter ontgrendeld
Instellingen opslaan/laden
Instellingen opslaan Bewaar camera-instellingen op of laad
camera-instellingen van een
geheugenkaart. Bestanden die
instellingen bevatten kunnen worden
gedeeld met andere camera’s of hetzelfde
model.
Instellingen laden
Alle instellingen terugzetten
Terugzetten Zet alle instellingen, behalve Taal
(Language) en Tijdzone en datum, terug
naar haar standaardwaarden.
Niet terugzetten
Firmwareversie
Bekijk de huidige firmwareversie van de
camera.
D “Alle instellingen terugzetten”
Copyrightinformatie en andere door de gebruiker gegenereerde
invoergegevens worden ook teruggezet. We raden u aan instellingen op te
slaan met behulp van de optie Instellingen opslaan/laden in het setup-
menu alvorens een reset uit te voeren.
156 Menulijst
N Het retoucheermenu: geretoucheerde
kopieën maken
NEF (RAW)-verwerking
Beeld(en) selecteren Maak JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s.
Datum selecteren
Alle beelden selecteren
Bijsnijden
Maak een uitgesneden kopie van de
geselecteerde foto.
Formaat wijzigen
Beeld(en) selecteren Maak kleine kopieën van geselecteerde
foto’s.
Kies formaat
D-Lighting
Maak schaduwen lichter.
Rode-ogencorrectie
Corrigeer “rode ogen” in foto’s gemaakt
met een flitser.
Rechtzetten
Maak rechtgezette kopieën. Kopieën
kunnen met maximaal 5° in stappen van
circa 0,25° worden rechtgezet.
Vertekeningscorrectie
Automatisch Verminder tonvormige vertekening in
foto’s gemaakt met groothoeklenzen of
kussenvormige vertekening in foto’s
gemaakt met telelenzen. Selecteer
Automatisch om de camera vertekening
automatisch te laten corrigeren.
Handmatig
Perspectiefcorrectie
Verminder de effecten van perspectief in
foto’s gemaakt vanaf de grond aan de voet
van een hoog object.
157Menulijst
Beeld-op-beeld
Combineer twee bestaande NEF (RAW)-
foto’s om een enkele foto te creëren die
afzonderlijk van de originelen wordt
opgeslagen. Deze optie is alleen
beschikbaar in de N-tab.
Film bijsnijden
Snij filmopnamen bij om bewerkte
kopieën van films te maken.
Vergelijken
Vergelijk geretoucheerde kopieën met de
originele foto's. Deze optie is alleen
toegankelijk door op de knop i te drukken
en Retoucheren te selecteren wanneer
een kopie of origineel wordt
weergegeven.
158 Menulijst
O Mijn menu/m Recente instellingen
Opties toevoegen
WEERGAVEMENU Maak een eigen menu van maximaal 20
items die geselecteerd zijn uit het
weergavemenu, foto-opnamemenu,
filmopnamemenu, menu Persoonlijke
instellingen, setup-menu en
retoucheermenu.
FOTO-OPNAMEMENU
FILMOPNAMEMENU
MENU PERSOONLIJKE INST.
SETUP-MENU
RETOUCHEERMENU
Opties verwijderen
Wis items uit Mijn menu.
Opties sorteren
Verander de volgorde van de items in Mijn
menu.
Tab kiezen (standaard ingesteld op MIJN MENU)
MIJN MENU Kies het menu dat wordt weergegeven in
de tab “Mijn menu/Recente instellingen”.
Selecteer RECENTE INSTELLINGEN om
een menu weer te geven met de 20 meest
recent gebruikte instellingen.
RECENTE INSTELLINGEN
159Problemen oplossen
Problemen oplossen
U kunt problemen met de camera oplossen door de onderstaande
stappen te volgen. Controleer deze lijst voordat u een winkelier of
een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger
raadpleegt.
STAP 1
Controleer de veelvoorkomende problemen vermeld in de volgende secties:
“Problemen en oplossingen” (0 160)
“Aanduidingen en foutmeldingen” (0 166)
STAP 2
Schakel de camera uit en verwijder de accu. Plaats, na ongeveer een minuut
wachten, de accu terug en schakel de camera in.
D Als u de opname net hebt voltooid, wacht dan ten minste een minuut alvorens u de
accu verwijdert omdat de camera nog steeds gegevens naar de geheugenkaart
schrijft.
STAP 3
Zoek op Nikon-websites.
Bezoek, voor ondersteunende informatie over en antwoorden op
veelgestelde vragen, de website voor uw land of regio (0 xv). Om
de nieuwste firmware voor uw camera te downloaden, bezoek:
https://downloadcenter.nikonimglib.com
STAP 4
Raadpleeg een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
D Standaardinstellingen herstellen
Afhankelijk van de huidige instellingen kunnen sommige menu-items en
andere functies niet beschikbaar zijn. Probeer, voor toegang tot menu-
items die grijs worden weergegeven of functies die op een andere manier
niet beschikbaar zijn, standaardinstellingen te herstellen met behulp van
het Alle instellingen terugzetten-item in het setup-menu (0 155). Merk
echter op dat draadloze netwerkprofielen, copyrightinformatie en andere
door de gebruiker gegenereerde invoeren ook worden teruggezet. We
raden u aan instellingen op te slaan met behulp van de optie Instellingen
opslaan/laden in het setup-menu alvorens een reset uit te voeren.
160 Problemen oplossen
Oplossingen voor sommige veelvoorkomende problemen worden
hieronder vermeld.
Accu/Weergave
Problemen en oplossingen
De camera is aan maar reageert niet: Wacht totdat de opname is beëindigd. Zet de
camera uit als het probleem zich blijft voordoen. Als de camera niet
uitschakelt, verwijder dan de accu en plaats deze terug of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, ontkoppel de lichtnetadapter en sluit deze weer
aan. Merk op dat hoewel gegevens die momenteel worden vastgelegd
verloren zullen gaan, het verwijderen of loskoppelen van de
stroomvoorziening niet van invloed zal zijn op gegevens die al zijn
vastgelegd.
De zoeker of monitor schakelt niet in:
Kies een andere monitorstand met behulp van de monitorstandknop (houd
er rekening mee dat u mogelijk eerst de gewenste modus moet inschakelen
met behulp van de optie Selectie monitorstand beperken in het
instelmenu).
Vuil, stof of ander vreemd materiaal op de oogsensor kan ervoor zorgen dat
deze niet normaal functioneert. Reinig de oogsensor met een blaasbalgje.
Beeld in de zoeker is onscherp: Draai aan de dioptrieregelaar om de zoeker scherp
te stellen. Als dit het probleem niet oplost, selecteer dan AF-S, enkelpunts AF
en het middelste scherpstelpunt en kadreer vervolgens een onderwerp met
een hoog contrast in het middelste scherpstelpunt en druk de ontspanknop
half in om de camera scherp te stellen. Gebruik de dioptrieregelaar met
scherpgestelde camera om het onderwerp scherp in beeld te brengen in de
zoeker.
De weergaven schakelen zonder waarschuwing uit: Kies langere vertragingen voor
Persoonlijke instelling c3 (Uitschakelvertraging).
Het bedieningspaneel is traag en donker: Reactietijden en helderheid van het
bedieningspaneel wisselen met de temperatuur.
161Problemen oplossen
Opname
Het aanzetten van de camera duurt lang: Wis bestanden of mappen.
De ontspanknop is uitgeschakeld:
De geheugenkaart is vol.
Sluiter vergrendeld is geselecteerd voor Ontspannen bij geen kaart in
het setup-menu en er is geen geheugenkaart geplaatst.
Stand S geselecteerd met Bulb of Time (Tijd) gekozen voor sluitertijd.
De camera reageert traag op de ontspanknop: Selecteer Uit voor Persoonlijke
instelling d4 (Belichtingsvertragingsstand).
Telkens bij het indrukken van de ontspanknop wordt in de continue opnamestanden slechts
één foto gemaakt: Schakel HDR uit.
Foto’s zijn niet scherp: Selecteer AF-S, AF-C of AF-F om scherp te stellen met behulp
van autofocus. Als de camera niet kan scherpstellen met behulp van
autofocus (0 53), gebruik dan handmatige scherpstelling of
scherpstelvergrendeling.
Er klinken geen signalen:
Uit is geselecteerd voor Signaalopties > Signaal aan/uit in het setup-
menu.
AF-C is geselecteerd voor scherpstelstand.
Aan is geselecteerd voor Stil fotograferen in het foto-opnamemenu.
De camera bevindt zich in de filmstand.
De volledige reeks sluitertijden is niet beschikbaar: Er is een flitser in gebruik.
Flitssynchronisatiesnelheid kan worden geselecteerd met behulp van
Persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid); bij het gebruik van
compatibele flitsers, kies 1/200 sec. (automat. FP) voor toegang tot de
volledige reeks sluitertijden.
Scherpstelling wordt niet vergrendeld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt: Is
AF-C geselecteerd voor scherpstelstand, dan kan de scherpstelling worden
vergrendeld door het midden van de secundaire selector in te drukken.
Het scherpstelpunt kan niet worden gewijzigd: Scherpstelpuntselectie is niet
beschikbaar in automatisch veld-AF; kies een andere AF-veldstand.
De camera fotografeert traag: Schakel ruisonderdrukking lange tijdopname uit.
162 Problemen oplossen
De belichting in foto’s en films lijkt niet hetzelfde als het voorbeeld in de weergave:
Selecteer, om de effecten van de aangepaste instellingen die belichting en
kleur beïnvloeden vooraf te bekijken, Aan voor Persoonlijke instelling d8
(Instell. toepassen op livebeeld). Merk op dat aanpassingen aan
Monitorhelderheid en Helderheid zoeker geen invloed hebben op
beelden opgenomen met de camera.
Flikkering of banden verschijnen in filmstand: Selecteer Flikkerreductie in het
filmopnamemenu en kies een optie die overeenkomt met de frequentie van
het lokale lichtnet.
Er verschijnen heldere gebieden of banden in het beeld door het objectief: De opname
werd samengesteld terwijl een knipperend teken, flitslicht of andere
lichtbron van korte duur actief was.
Er verschijnen vlekken in foto’s: Reinig de voorste en achterste
objectiefelementen. Als het probleem aanhoudt, voer dan reiniging van de
beeldsensor uit.
Bokeh is onregelmatig: met korte sluitertijden en/of korte objectieven merkt u
mogelijk onregelmatigheden in de manier waarop bokeh wordt gevormd.
Het effect kan worden beperkt door langere sluitertijden en/of hogere
f-waardes te kiezen.
De opname stopt onverwachts of start niet: De opname stopt automatisch om
schade aan de interne schakelingen van de camera te voorkomen indien de
omgevingstemperatuur hoog is of de camera veelvuldig is gebruikt voor
serieopnamen, filmopnamen of dergelijke. Als u niet kunt fotograferen
omdat de camera oververhit is, wacht dan tot de interne schakelingen zijn
afgekoeld en probeer het vervolgens opnieuw. Merk op dat de camera warm
kan aanvoelen, maar dit duidt niet op een defect.
Er verschijnen beeldartefacten in de weergave tijdens de opname: “Ruis” (willekeurige
heldere pixels, waas of lijnen) en onverwachte kleuren kunnen verschijnen
als u inzoomt op het beeld door het objectief. Willekeurige heldere pixels,
waas of heldere vlekken kunnen ook zichtbaar zijn als gevolg van
toenemende temperaturen van de interne schakelingen van de camera
tijdens de opname; schakel de camera uit wanneer deze niet in gebruik is. Bij
hoge ISO-gevoeligheden kan ruis beter zichtbaar zijn in lange tijdopnamen
of in foto’s opgenomen wanneer de temperatuur van de camera te hoog is.
Merk op dat de verspreiding van ruis in het scherm kan afwijken van die in de
uiteindelijke foto. Pas, om ruis te verminderen, instellingen zoals
ISO-gevoeligheid, sluitertijd of Actieve D-Lighting aan.
163Problemen oplossen
Weergave
De camera kan witbalans niet meten: Het onderwerp is te donker of te licht.
Beelden kunnen niet worden geselecteerd als bron voor voorinstelling witbalans: De
beelden in kwestie werden met een ander model camera gemaakt.
Witbalansbracketing is niet beschikbaar:
De optie NEF (RAW) of NEF+JPEG beeldkwaliteit is geselecteerd voor
beeldkwaliteit.
Meervoudige belichting of HDR (hoog dynamisch bereik) fotografie is aan.
De effecten van Picture Control verschillen van beeld tot beeld: Automatisch is
geselecteerd voor Picture Control instellen, een Picture Control op basis
van Automatisch is geselecteerd of A (automatisch) is Snelle verscherping.
Kies een andere instelling voor samenhangende resultaten voor een reeks
foto’s.
Lichtmeting kan niet worden gewijzigd: Vergrendeling automatische belichting is
in werking.
Belichtingscorrectie kan niet worden gebruikt: Kies stand P, S of A.
Ruis (gekleurde vlekken of andere artefacten) verschijnt in lange tijdopnamen: Schakel
ruisonderdrukking van lange tijdopnamen in.
De AF-hulpverlichting brandt niet:
Selecteer Aan voor Persoonlijke instelling a12 (Ingebouwde
AF-hulpverlichting).
De verlichting gaat niet branden in filmstand of wanneer AF-C of MF is
geselecteerd voor scherpstelstand.
Geluid wordt niet opgenomen met films: Microfoon uit is geselecteerd voor
Microfoongevoeligheid in het filmopnamemenu.
NEF (RAW)-afbeeldingen worden niet weergegeven: De foto’s werden vastgelegd bij
beeldkwaliteiten NEF +JPEG.
De camera toont geen foto’s die met andere camera’s zijn gemaakt: Foto’s gemaakt met
andere merken camera’s worden mogelijk onjuist weergegeven.
Sommige foto’s worden niet weergegeven tijdens weergave: Selecteer Alle voor
Weergavemap.
“Staande” foto’s (portret) worden “liggend” (landschap) weergegeven:
Selecteer Aan voor Draai portret in het weergavemenu.
De foto’s worden weergegeven in controlebeeld.
De camera werd omhoog of omlaag gericht ten tijde de foto werd gemaakt.
164 Problemen oplossen
Foto’s kunnen niet worden gewist: De foto’s zijn beveiligd. Verwijder de
beveiliging.
Foto’s kunnen niet worden geretoucheerd: De foto kan niet worden bewerkt met
deze camera.
De camera geeft een bericht weer met de melding dat de map geen beelden bevat:
Selecteer Alle voor Weergavemap.
Foto’s kunnen niet worden afgedrukt: NEF (RAW)- en TIFF-foto’s kunnen niet via
een directe USB-verbinding worden afgedrukt. Verplaats de foto’s naar een
computer en druk ze af met behulp van Capture NX-D. NEF (RAW)-foto’s
kunnen met behulp van de optie NEF (RAW)-verwerking worden
opgeslagen in het retoucheermenu.
Foto’s worden niet weergegeven op HDMI-apparaten: Controleer of een HDMI-kabel
(apart verkrijgbaar) aangesloten is.
Uitvoer naar HDMI-apparaten werkt niet zoals verwacht:
Controleer of de HDMI-kabel juist aangesloten is.
Selecteer Uit voor HDMI > Geavanceerd > Besturing externe opname in
het setup-menu.
Controleer nogmaals na het selecteren van Alle instellingen terugzetten
in het setup-menu.
De stofverwijderingsoptie in Capture NX-D heeft niet het gewenste effect: Reiniging van
de beeldsensor wijzigt de positie van stof op de beeldsensor.
Stofreferentiegegevens die zijn vastgelegd voordat reiniging van de
beeldsensor is uitgevoerd, kunnen niet worden gebruikt met foto’s gemaakt
nadat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd; op dezelfde manier
kunnen stofreferentiegegevens die zijn vastgelegd nadat reiniging van de
beeldsensor is uitgevoerd, worden gebruikt voor foto’s gemaakt voordat
reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd.
Computers geven NEF (RAW)-afbeeldingen op een andere manier weer dan de camera:
Software van andere merken geeft niet de effecten weer van Picture Controls,
Actieve D-Lighting of vignetteringscorrectie of dergelijke. Gebruik
Capture NX-D of ViewNX-i.
Foto’s kunnen niet worden overgezet naar een computer: Het besturingssysteem van
de computer is niet compatibel met de camera of overdrachtssoftware.
Gebruik een kaartlezer of kaartsleuf om de foto’s naar een computer te
kopiëren.
165Problemen oplossen
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloze netwerken)
Diversen
Smartapparaten geven niet de SSID (netwerknaam) van de camera weer:
Controleer of Uitschakelen is geselecteerd voor Vliegtuigmodus in het
setup-menu van de camera.
Controleer of Inschakelen is geselecteerd voor Verbinden met
smartapparaat > Koppelen (Bluetooth) > Bluetooth-verbinding in het
setup-menu van de camera.
Probeer op het smartapparaat Wi-Fi uit te schakelen en vervolgens weer in
te schakelen.
De camera kan geen verbinding maken met draadloze printers en andere draadloze
apparaten: Deze camera kan alleen verbinding maken met computers en
smartapparaten.
De opnamedatum is onjuist: De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste
horloges en klokken voor huishoudelijk gebruik. Controleer de klok
regelmatig met meer nauwkeurige uurwerken en reset indien nodig.
Sommige menu-item kunnen niet worden geselecteerd: Sommige opties zijn niet
beschikbaar bij bepaalde combinaties van instellingen of wanneer geen
geheugenkaart is geplaatst.
166 Problemen oplossen
Dit deel geeft een opsomming van de aanduidingen en foutmeldingen
die in het bedieningspaneel en camerascherm verschijnen.
Aanduidingen
De volgende aanduidingen verschijnen in het bedieningspaneel
en/of camerascherm:
Aanduidingen en foutmeldingen
Aanduiding
Probleem Oplossing
Camera-
scherm
Bedie-
ningspaneel
H Accu bijna leeg.
Houd een volledig opgeladen
reserveaccu bij de hand.
H
(knippert)
Accu is leeg.
Laad de accu op of vervang de
accu.
Batterij-informatie niet
beschikbaar.
Accu kan niet worden
gebruikt. Neem contact op
met een door Nikon
geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
De accu wordt niet
ondersteund.
Vervang door een Nikon-accu.
Accutemperatuur hoog.
Verwijder de accu en wacht
tot deze is afgekoeld.
F––
Objectief is niet juist
bevestigd.
Zorg ervoor dat het objectief
op de juiste wijze is bevestigd
en dat intrekbare objectieven
zijn uitgeschoven. Deze
aanduiding wordt ook
weergegeven wanneer een
objectief zonder CPU
bevestigd is via een
vattingadapter, maar in dit
geval hoeft geen actie te
worden ondernomen.
Bulb
(knippert)
Bulb geselecteerd in
stand S.
Wijzig de sluitertijd of
selecteer stand M.
Time
(knippert)
Time (Tijd) geselecteerd in
stand S.
Busy
(knippert)
Verwerking is bezig.
Wacht totdat het verwerken is
voltooid.
167Problemen oplossen
c
(knippert)
Flitser heeft op vol
vermogen geflitst; foto
kan overbelicht zijn.
Controleer de foto in de
weergave; pas de instellingen
aan als de foto onderbelicht is
en probeer opnieuw.
(Belichtingsaanduidingen
en sluitertijd- of
diafragmaweergave
knipperen)
Onderwerp te licht; foto
wordt overbelicht.
Verlaag de ISO-
gevoeligheid.
Gebruik optioneel ND-filter.
In stand:
S Kies kortere sluitertijd
A Kies een kleiner diafragma
(hogere f-waarde)
Onderwerp te donker;
foto wordt onderbelicht.
Verhoog de ISO-
gevoeligheid.
Gebruik een optionele
flitser. In stand:
S Kies langere sluitertijd
A Kies een groter diafragma
(lagere f-waarde)
Full
(knippert)
Onvoldoende
geheugen om foto’s te
maken bij de huidige
instellingen of geen
bestands- of
mapnummer meer
beschikbaar op de
camera.
Verlaag de kwaliteit of het
formaat.
Wis foto’s na het kopiëren
van belangrijke
afbeeldingen naar een
computer of ander apparaat.
Plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Err
(knippert)
Camera in storing.
Ontspan de sluiter. Als de fout
zich blijft voordoen, neem
dan contact op met een door
Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Aanduiding
Probleem Oplossing
Camera-
scherm
Bedie-
ningspaneel
168 Problemen oplossen
Foutmeldingen
Foutmeldingen in het camerascherm worden soms vergezeld van
aanduidingen in het bedieningspaneel.
Melding
Bedie-
ningspaneel Probleem Oplossing
Geen
geheugenkaart.
[–E–]
Camera kan geen
geheugenkaart
detecteren.
Zet de camera uit en controleer
of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
Geen toegang
tot deze
geheugenkaart.
Plaats een
andere kaart.
Card, Err
(knippert)
Fout bij toegang
tot
geheugenkaart.
Gebruik een door Nikon
goedgekeurde kaart.
Als de fout zich blijft voordoen
nadat de kaart herhaaldelijk
werd uitgeworpen en
teruggeplaatst, is de kaart
mogelijk beschadigd. Neem
contact op met uw winkelier of
een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Kan geen nieuwe
map maken.
Wis bestanden of plaats een
nieuwe geheugenkaart na het
kopiëren van belangrijke
beelden naar een computer of
ander apparaat.
Deze kaart is
niet
geformatteerd.
Formatteer de
kaart.
For
(knippert)
Geheugenkaart
werd niet
geformatteerd
voor gebruik in de
camera.
Formatteer de geheugenkaart
of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Kan livebeeld
niet starten.
Even geduld.
De interne
temperatuur van
de camera is te
hoog.
Wacht totdat alle interne
schakelingen zijn afgekoeld
alvorens het fotograferen te
hervatten.
Map bevat geen
beelden.
Geen weer te
geven foto’s op
geheugenkaart.
Plaats geheugenkaart met
weer te geven foto’s.
Geen weer te
geven foto’s in
map(pen)
geselecteerd voor
weergave.
Gebruik item Weergavemap
in het weergavemenu om
map met weer te geven foto’s
te selecteren.
169Problemen oplossen
Kan dit bestand
niet weergeven.
Het bestand is
bewerkt op de
computer of
voldoet niet aan
de DCF-normen,
of het bestand is
beschadigd.
Het bestand kan niet op de
camera worden bekeken.
Kan dit bestand
niet selecteren.
De geselecteerde
foto kan niet
worden
geretoucheerd.
Foto’s die met andere
apparaten zijn gemaakt,
kunnen niet worden
geretoucheerd.
Deze film kan
niet worden
bewerkt.
De geselecteerde
film kan niet
worden bewerkt.
Films gemaakt met andere
apparaten kunnen niet
worden bewerkt.
Films moeten ten minste
twee seconden lang zijn.
Controleer de
printer.
Printerfout.
Controleer de printer.
Selecteer Doorgaan (indien
beschikbaar) om te
hervatten
*
.
Controleer het
papier.
Papier in de
printer heeft niet
het geselecteerde
formaat.
Plaats papier van het juiste
formaat en selecteer
Doorgaan
*
.
Het papier zit
vast.
Papier zit vast in
de printer.
Verwijder het vastgelopen
papier en selecteer
Doorgaan
*
.
Het papier is op.
Geen papier meer
in de printer.
Plaats papier van het
geselecteerde formaat en
selecteer Doorgaan
*
.
Controleer de
inkt.
Inktfout.
Controleer de inkt. Selecteer
Doorgaan om te hervatten
*
.
De inkt is op.
Geen inkt meer in
de printer.
Vervang de inkt en selecteer
Doorgaan
*
.
* Zie printerhandleiding voor meer informatie.
Melding
Bedie-
ningspaneel Probleem Oplossing
170 Problemen oplossen
171Technische opmerkingen
Technische opmerkingen
Lees dit hoofdstuk voor informatie over het camerascherm,
compatibele accessoires, het reinigen en opbergen van de camera
en specificaties van het apparaat.
Raadpleeg dit deel voor informatie over de aanduidingen in het
camerascherm (monitor en zoeker) en het bedieningspaneel. Voor
illustratieve doeleinden worden alle aanduidingen verlicht in de
weergaven getoond.
De monitor: fotostand
De volgende aanduidingen verschijnen in de monitor in fotostand.
Het camerascherm en bedieningspaneel
39
40
41
42
43
44
45
46
47
22
2
71
156
16
8
911
10
12 13 145
4
3
17
19
21
18
20
23
25 2429
30 283436
3133
32
353738 2627
1
Opnamestand .................................... 72
2
Aanduiding flexibel programma
...... 73
3
Stand gebruikersinstelling ............. 77
4
AF-veldhaakjes .................................. 54
5
Aanduiding intervaltimer ............. 134
Aanduiding “Klok niet
ingesteld”.......................................... 40
Aanduiding “Geen
geheugenkaart” .......................32, 35
6
Flitsstand .......................................... 110
7
Scherpstelaanduiding ......................62
8
Ontspanstand............................87, 114
9
Scherpstelpunt............................ 43, 54
10
Scherpstelstand ...............52, 133, 139
172 Technische opmerkingen
11
AF-veldstand.....................54, 133, 139
12
Actieve D-Lighting ....... 113, 131, 138
13
Picture Control .................97, 130, 137
14
Witbalans..................64, 101, 129, 136
15
Beeldkwaliteit......................... 107, 128
16
Beeldveld ........................ 122, 127, 135
17
Beeldformaat .......................... 109, 128
18
Aanduiding Wi-Fi-verbinding...... 112
19
i-pictogram...............................13, 21
20
Aanduiding belichtings- en
flitsbracketing................................ 133
Aanduiding witbalansbracketing
........................................................... 133
Aanduiding ADL-bracketing ........ 133
HDR-aanduiding ............................. 133
Aanduiding meervoudige
belichting........................................ 133
21
Aantal resterende opnamen in
belichtings- en
flitsbracketingreeks...................... 133
Aantal resterende opnamen in
witbalansbracketingreeks .......... 133
Aantal resterende opnamen in
ADL-bracketingreeks ................... 133
HDR-belichtingsverschil................ 133
Aantal opnamen (meervoudige
belichting) ...................................... 133
22
Belichtingsaanduiding .....................76
Weergave belichtingscorrectie ......85
Aanduiding voortgang bracketing:
Belichtings- en flitsbracketing
.................................................. 133
23
Aanduiding Bluetooth-verbinding
........................................................... 154
Vliegtuigmodus............................... 154
24
Flitsgereedaanduiding .................. 185
25
“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen)...............................34
26
Aantal resterende opnamen
.....................................................34, 236
27
ISO-gevoeligheid ...............................82
28
Aanduiding ISO-gevoeligheid........82
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding .............84
29
Aanduiding belichtingscorrectie...85
30
Aanduiding flitscorrectie .............. 132
31
Onderwerp-tracking .........................59
32
Diafragma............................................74
33
Pictogram diafragmavergrendeling
........................................................... 148
34
Sluitertijd ...................................... 73, 75
35
Aanduiding flitssynchronisatie ... 146
36
Pictogram sluitertijdvergrendeling
.......................................................... 148
37
Aanduiding
flitswaardevergrendeling........... 184
38
Lichtmeting.................... 111, 132, 139
39
Vergrendeling automatische
belichting (AE)..................................92
40
Batterijaanduiding ............................34
41
Flikkeringsdetectie......................... 132
42
Type sluiter....................................... 144
Stil fotograferen.................................68
43
Belichtingsvertragingsstand........ 144
44
Aanduiding vibratiereductie
.................................................. 115, 133
45
Aanraakopname ......................... 10, 60
46
Aanduiding voorbeeld livebeeld
........................................................... 145
47
Temperatuurwaarschuwing ........ 173
173Technische opmerkingen
D Temperatuurwaarschuwingen
Als de temperatuur van de camera te hoog is, wordt samen met een
aftellende timer een temperatuurwaarschuwing weergegeven (de timer
kleurt rood wanneer de dertig seconden-markering is bereikt). In sommige
gevallen wordt de timer onmiddellijk na het inschakelen van de camera
weergegeven. Wanneer de timer op nul staat, schakelt de
opnameweergave automatisch uit om de interne schakelingen van de
camera te beschermen.
174 Technische opmerkingen
❚❚ Het informatiescherm
15
16
14
17
18
19
9
10
11
12
68521743
13
1
Opnamestand.....................................72
2
Aanduiding flexibel programma
..............................................................73
3
Stand gebruikersinstelling ..............77
4
Pictogram sluitertijdvergrendeling
.......................................................... 148
5
Aanduiding flitssynchronisatie ... 146
6
Sluitertijd ......................................73, 75
7
Pictogram diafragmavergrendeling
........................................................... 148
8
Diafragma............................................74
9
Aanduiding belichtings- en
flitsbracketing................................ 133
Aanduiding witbalansbracketing
........................................................... 133
Aanduiding ADL-bracketing ........ 133
HDR-aanduiding ............................. 133
Aanduiding meervoudige belichting
........................................................... 133
10
“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen)...............................34
11
Aantal resterende opnamen
.....................................................34, 236
12
Belichtingsaanduiding .....................76
Weergave belichtingscorrectie......85
Aanduiding voortgang bracketing:
Belichtings- en flitsbracketing
.................................................. 133
Witbalansbracketing............... 133
ADL-bracketing ........................ 133
13
i-pictogram............................... 13, 21
14
ISO-gevoeligheid ...............................82
15
Aanduiding ISO-gevoeligheid........82
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding .............84
16
Aanduiding
flitswaardevergrendeling........... 184
17
Vergrendeling automatische
belichting (AE)..................................92
18
Aanduiding flitscorrectie .............. 132
19
Aanduiding belichtingscorrectie...85
Belichtingscorrectiewaarde............85
175Technische opmerkingen
20 21 22 24 25 2623
27 28
35
36
34
40 29
33
39 30
37
41
32
38 31
20
Aanduiding Bluetooth-verbinding
........................................................... 154
Vliegtuigmodus............................... 154
21
Aanduiding Wi-Fi-verbinding...... 112
22
Aanduiding ruisonderdrukking
lange tijdopname ......................... 131
23
Type sluiter....................................... 144
Stil fotograferen ................................ 68
24
Belichtingsvertragingsstand........ 144
25
Aanduiding intervaltimer ............. 134
Aanduiding “Klok niet ingesteld”
............................................................. 40
26
Flitserregelingsstand ..................... 132
27
Aanduiding “pieptoon” ................. 152
28
Batterijaanduiding............................ 34
29
Ingebouwde Wi-Fi ................. 112, 154
30
Ontspanstand............................87, 114
31
AF-veldstand.....................54, 133, 139
32
Scherpstelstand ...............52, 133, 139
33
Vibratiereductie ..................... 115, 133
34
Actieve D-Lighting ....... 113, 131, 138
35
Lichtmeting.................... 111, 132, 139
36
Beeldformaat .......................... 109, 128
37
Witbalans..................64, 101, 129, 136
38
Picture Control .................97, 130, 137
39
Beeldkwaliteit......................... 107, 128
40
Flitsstand .......................................... 110
41
Temperatuurwaarschuwing ........ 173
176 Technische opmerkingen
De Monitor: filmstand
De volgende aanduidingen verschijnen in de monitor in filmstand.
10
11
12
13
12 3
4
6
5
7
8
9
1
Opnameaanduiding..........................45
Aanduiding “Geen film” ...................46
2
Besturing externe opname .......... 153
3
Beeldformaat/-snelheid/-kwaliteit
......................................... 119, 135, 136
4
Resterende tijd ...................................45
5
Tijdcode............................................. 140
6
Bestandsnaam................................. 135
7
Onderdrukking windruis .............. 140
8
Volume hoofdtelefoon.................. 140
9
Ontspanstand (niet-bewegende
fotografie)..........................................87
10
Geluidsniveau.................................. 121
11
Microfoongevoeligheid ....... 121, 140
12
Frequentiebereik ............................ 140
13
Aanduiding elektronische VR
.................................................. 123, 140
177Technische opmerkingen
De zoeker: fotostand
De volgende aanduidingen verschijnen in de zoeker in fotostand.
38
43
39
40
41
42
19
37
44
45
22
14
12 1321 3 4 5 6 7 8 9 10 11
15
21
20
17
16
18
26
25
31
34
33 29
32
28
30
3536 2327 24
1
Batterijaanduiding............................ 34
2
Aanduiding voorbeeld livebeeld
........................................................... 145
3
Aanduiding vibratiereductie
.................................................. 115, 133
4
Flitsstand...........................................110
5
Ontspanstand ........................... 87, 114
6
Scherpstelstand............... 52, 133, 139
7
AF-veldstand.................... 54, 133, 139
8
Aanduiding Actieve D-Lighting
......................................... 113, 131, 138
9
Picture Control-aanduiding
........................................... 97, 130, 137
10
Witbalans ................. 64, 101, 129, 136
11
Beeldkwaliteit ......................... 107, 128
12
Beeldformaat .......................... 109, 128
13
Beeldveld........................ 122, 127, 135
14
Aanduiding Bluetooth-verbinding
........................................................... 154
Vliegtuigmodus............................... 154
15
Aanduiding Wi-Fi-verbinding...... 112
16
Scherpstelpunt............................ 43, 54
17
Aanduiding belichtings- en
flitsbracketing................................ 133
Aanduiding witbalansbracketing
........................................................... 133
Aanduiding ADL-bracketing........ 133
HDR-aanduiding ............................. 133
Aanduiding meervoudige belichting
........................................................... 133
178 Technische opmerkingen
18
Aantal resterende opnamen in
belichtings- en
flitsbracketingreeks...................... 133
Aantal resterende opnamen in
witbalansbracketingreeks .......... 133
Aantal resterende opnamen in
ADL-bracketingreeks ................... 133
HDR-belichtingsverschil................ 133
Aantal opnamen (meervoudige
belichting) ...................................... 133
19
Onderwerp-tracking .........................59
20
Aanduiding flitscorrectie .............. 132
21
“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen)...............................34
22
Flitsgereedaanduiding .................. 185
23
Aantal resterende opnamen
.....................................................34, 236
24
ISO-gevoeligheid ...............................82
25
Aanduiding ISO-gevoeligheid........82
Automatische ISO-
gevoeligheidsaanduiding..............84
26
Aanduiding belichtingscorrectie
..............................................................85
27
Belichtingsaanduiding .....................76
Weergave belichtingscorrectie ......85
Aanduiding voortgang bracketing:
Belichtings- en flitsbracketing
...................................................... 133
28
Diafragma............................................74
29
Pictogram diafragmavergrendeling
........................................................... 148
30
Sluitertijd ...................................... 73, 75
31
Aanduiding flitssynchronisatie ... 146
32
Aanduiding
flitswaardevergrendeling........... 184
33
Vergrendeling automatische
belichting (AE)..................................92
34
Stand gebruikersinstelling ..............77
35
Lichtmeting.................... 111, 132, 139
36
Scherpstelaanduiding ......................62
37
Belichtingsvertragingsstand........ 144
38
Type sluiter....................................... 144
Stil fotograferen.................................68
39
Opnamestand.....................................72
40
Aanduiding flexibel programma ...73
41
Flikkeringsdetectie......................... 132
42
Pictogram sluitertijdvergrendeling
.......................................................... 148
43
Aanduiding intervaltimer............. 134
Aanduiding “Klok niet ingesteld”
..............................................................40
Aanduiding “Geen
geheugenkaart” ....................... 32, 35
44
AF-veldhaakjes...................................54
45
Temperatuurwaarschuwing ........ 173
179Technische opmerkingen
De zoeker: filmstand
De volgende aanduidingen verschijnen in de zoeker in filmstand.
9
10
11
12
13
8 6
1
2
3
4
5
7
1
Beeldformaat/-snelheid/-kwaliteit
......................................... 119, 135, 136
2
Bestandsnaam ................................. 135
3
Besturing externe opname........... 153
4
Opnameaanduiding......................... 45
Aanduiding “Geen film” .................. 46
5
Tijdcode............................................. 140
6
Resterende tijd .................................. 45
7
Ontspanstand (niet-bewegende
fotografie)..........................................87
8
Geluidsniveau.................................. 121
9
Microfoongevoeligheid ....... 121, 140
10
Frequentiebereik ............................ 140
11
Onderdrukking windruis............... 140
12
Volume hoofdtelefoon.................. 140
13
Aanduiding elektronische VR
.................................................. 123, 140
180 Technische opmerkingen
Het bedieningspaneel
23145
10
11
12
98
6
7
1
Pictogram sluitertijdvergrendeling
........................................................... 148
2
Sluitertijd ......................................73, 75
3
Aanduiding belichtingscorrectie ...85
Belichtingscorrectiewaarde ............85
4
Pictogram diafragmavergrendeling
........................................................... 148
5
Diafragma............................................74
6
Batterijaanduiding ............................34
7
“k” (verschijnt als er genoeg
geheugen vrij is voor meer dan
1.000 opnamen)...............................34
8
Aantal resterende opnamen
.....................................................34, 236
9
Ontspanstand.....................................87
10
ISO-gevoeligheid ...............................82
11
Aanduiding flitscorrectie .............. 132
“Flitser uit”-pictogram................... 110
12
Aanduiding flitssynchronisatie ... 146
181Technische opmerkingen
Nikons geavanceerd Creatief Verlichtingssysteem (CVS) biedt een
verbeterde communicatie tussen de camera en compatibele flitsers
voor betere flitsfotografie.
CVS-compatibele flitsers
De volgende functies zijn beschikbaar met CVS-compatibele flitsers:
Het Nikon Creatief Verlichtingssysteem
SB-5000
SB-910
SB-900
SB-800
SB-700
SB-600
SB-500
SU-800
SB-R200
SB-400
SB-300
Enkele flitser
i-TTL
i-DDL gebalanceerde
invulflits
1
✔✔✔——✔✔
Standaard i-DDL-
invulflits
2
2
✔✔
2
——✔✔
qA
Automatisch
diafragma
✔✔
3
———————
A Niet-DDL automatisch
3
———————
GN
Handmatig met
afstandsprioriteit
✔✔✔——————
M Handmatig ✔✔✔
4
——
4
4
RPT Stroboscopisch flitsen ✔✔———————
D Flitsfotografie
Flitsfotografie kan niet worden gecombineerd met sommige
camerafuncties, waaronder:
Stil fotograferen
Filmopname
HDR (hoog dynamisch bereik)
Continu hoge snelheid (uitgebreid)
182 Technische opmerkingen
SB-5000
SB-910
SB-900
SB-800
SB-700
SB-600
SB-500
SU-800
SB-R200
SB-400
SB-300
Optische geavanceerde draadloze flitssturing
Master
Regeling secundaire flitser ✔✔✔
4
——
i-TTL i-DDL ✔✔✔
4
————
[A:B]
Snelle draadloze
flitserregeling
——
5
———
qA
Automatisch
diafragma
✔✔——————
A Niet-DDL automatisch ———————
M Handmatig ✔✔✔
4
————
RPT Stroboscopisch flitsen ✔✔——————
Op afstand
i-TTL i-DDL ✔✔✔ ——
[A:B]
Snelle draadloze
flitserregeling
✔✔✔ ——
q
A/A
Automatisch
diafragma/Niet-DDL
automatisch
6
6
———————
M Handmatig ✔✔✔ ——
RPT Stroboscopisch flitsen ✔✔✔————
Radiogestuurde geavanceerde
draadloze flitssturing
7
———————
Doorgave van flitskleurinformatie
(flitslicht)
✔✔✔——✔✔
Doorgave van flitskleurinformatie
(LED-licht)
——— ————
Automatische snelle
FP-synchronisatie
8
✔✔✔✔✔——
Flitswaardevergrendeling
9
✔✔✔✔✔✔✔
Rode-ogenreductie ✔✔✔——
Camera-instellicht ✔✔✔✔✔——
Gekoppelde flitsregeling —— ——✔✔
Firmware-update cameraflitser ✔✔
10
———
183Technische opmerkingen
1 Niet beschikbaar voor spotmeting.
2 Kan tevens worden geselecteerd voor flitser.
3 qA/A-standselectie uitgevoerd op flitser met behulp van persoonlijke instellingen.
4 Kan alleen worden geselecteerd met behulp van de cameraoptie Flitserregeling.
5 Alleen beschikbaar tijdens close-up-fotografie.
6Keuze uit qA en A is afhankelijk van de optie die is geselecteerd voor de hoofdflitser.
7 Ondersteunt dezelfde functies als secundaire flitsers met optische AWL.
8 Alleen beschikbaar in de flitserregelingsstanden i-TTL, qA, A, GN en M.
9 Alleen beschikbaar in i-DDL-flitserregelingsstand of wanneer de flitser is ingesteld om
monitorvoorflitsen af te geven in de flitserregelingsstand qA of A.
10 Firmware-updates voor de SB-910 en SB-900 kunnen worden uitgevoerd vanaf de camera.
De SU-800 draadloze Speedlight Commander
Wanneer op een CVS-compatibele camera wordt bevestigd, kan de SU-800
als een commander voor de flitsers SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800, SB-700,
SB-600, SB-500 of SB-R200 worden gebruikt in maximaal drie groepen. De
SU-800 zelf is niet voorzien van een flitser.
A Instellicht
Als u op de bediening drukt waaraan Voorbeeld is toegewezen met
behulp van Persoonlijke instelling f2 (Aangepaste knoptoewijzing), dan
zorgen CVS-compatibele flitsers ervoor dat een testflits wordt afgegeven.
Deze functie kan worden gebruikt met Geavanceerd draadloze flitssturing
om het volledige lichteffect dat is verkregen met meerdere flitsers als
voorbeeld te bekijken; het effect kan het best worden bekeken door
rechtstreeks naar het onderwerp te kijken in plaats van het camerascherm.
Instellicht kan worden uitgeschakeld met behulp van Persoonlijke
instelling e5 (Testflits).
A Studiostroboscooplampen
Voor het aanpassen van de kleur en de helderheid van het beeld dat
zichtbaar is door het objectief, zodat opnames gemakkelijker te kadreren
zijn, selecteert u Uit voor Persoonlijke instelling d8 (Instell. toepassen op
livebeeld).
184 Technische opmerkingen
D Flitscorrectie
In i-DDL en automatisch diafragma (qA)-flitserregelingsstanden wordt de
flitscorrectie die is geselecteerd voor de optionele flitser of de
Flitserregeling-optie van de camera toegevoegd aan de flitscorrectie die is
geselecteerd voor de Flitscorrectie-optie in het foto-opnamemenu.
D Overige flitsers
De volgende flitsers kunnen worden gebruikt in de standen niet-DDL
automatisch en handmatig.
Flitser
SB-80DX, SB-28DX,
SB-28, SB-26,
SB-25, SB-24
SB-50DX, SB-23,
SB-29, SB-21B,
SB-29S
SB-30, SB-27
1
,
SB-22S, SB-22,
SB-20, SB-16B,
SB-15Flitsstand
A Niet-DDL automatisch
M Handmatig
G Stroboscopisch flitsen
REAR
Synchronisatie op
tweede gordijn
2
1 De flitsstand wordt automatisch ingesteld op DDL en de ontspanknop wordt uitgeschakeld. Stel de
flitser in op A (niet-DDL automatische flitser).
2 Beschikbaar wanneer de camera wordt gebruikt om de flitsstand te selecteren.
D Flitswaardevergrendeling voor optionele flitsers gebruiken
Flitswaardevergrendeling is beschikbaar voor optionele flitsers in DDL en
(waar ondersteund) voor monitorflits vooraf qA en monitorflits vooraf A
flitserregelingsstanden (zie de handleiding meegeleverd met de flitser voor
meer informatie). Merk op dat wanneer Geavanceerde draadloze
flitssturing wordt gebruikt om secundaire flitsers te bedienen, u de
flitserregelingsstand voor de master moet instellen, of stel ten minste één
secundaire groep op TTL, qA of A in. Het gemeten veld voor
flitswaardevergrendeling is als volgt:
Flitser Flitsstand Gemeten veld
Standalone flitser
i-TTL Cirkel van 6 mm in het midden van het beeld
qA
Gemeten veld door belichtingsmeter van de
flitser
Wordt gebruikt met andere
flitsers (Geavanceerde draadloze
flitssturing)
i-TTL Heel beeld
qA
Gemeten veld door belichtingsmeter van de
flitser
A
185Technische opmerkingen
D Opmerkingen over optionele flitsers
Raadpleeg de handleiding van de flitser voor gedetailleerde instructies.
Raadpleeg het hoofdstuk over CVS-compatibele digitale SLR-camera’s als
de flitser CVS ondersteunt. Merk op dat deze camera niet is inbegrepen in
de “digitale SLR”-categorie in de handleidingen van de SB-80DX, SB-28DX
en SB-50DX.
i-DDL-flitserregeling kan worden gebruikt bij ISO-gevoeligheden tussen 64
en 12800 (Z 7) of tussen 100 en 12800 (Z 6). Bij waarden hoger dan 12800
worden de gewenste resultaten mogelijk niet verkregen bij sommige
afstanden of diafragma-instellingen. Als de flitsgereedaanduiding (c)
gedurende ongeveer drie seconden knippert nadat een foto is gemaakt in
i-DDL of niet-DDL automatische stand, dan heeft de flitser op maximale
sterkte geflitst en is de foto mogelijk onderbelicht (alleen CVS-compatibele
flitsers).
Wanneer een SC-17, SC-28 of SC-29 synchronisatiekabel wordt gebruikt
voor off-camera flitsfotografie, wordt in de i-DDL-stand mogelijk niet de
juiste belichting verkregen. We raden u aan de standaard i-DDL-invulflits te
selecteren. Maak een testopname en bekijk de resultaten in het
camerascherm.
Gebruik in i-DDL het flitsvenster of de reflectiekaart die is meegeleverd met
de flitser. Gebruik geen andere schermen zoals reflectieschermen,
aangezien dit tot een onjuiste belichting kan leiden.
In stand P wordt het maximale diafragma (laagste f-waarde) beperkt
overeenkomstig de ISO-gevoeligheid, zoals hieronder wordt weergegeven:
Maximaal diafragma bij ISO-equivalent van:
64 100 200 400 800 1600 3200 6400 12800
3.5 4 5 5.6 7.1 8 10 11 13
Als het maximale diafragma van het objectief kleiner is dan hierboven
aangegeven, wordt de maximale waarde voor diafragma het maximale
diafragma van het objectief.
AF-hulpverlichting is meegeleverd met de camera, niet de flitser; de
SB-5000, SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600, SB-500 en SB-400 hebben
echter geen rode-ogenreductie.
Ruis in de vorm van lijnen is mogelijk zichtbaar in flitslichtfoto’s die zijn
gemaakt met een SD-9 of SD-8A powerpack voor extra capaciteit die
rechtstreeks op de camera is bevestigd. Verminder de ISO-gevoeligheid of
verhoog de afstand tussen de camera en het powerpack.
186 Technische opmerkingen
Een verscheidenheid aan accessoires is beschikbaar voor uw Nikon-
camera.
Overige accessoires
Voedingsbron-
nen
EN-EL15b Oplaadbare Li-ionbatterij: Extra EN-EL15b-accu’s zijn
verkrijgbaar bij lokale winkeliers en
servicevertegenwoordigers van Nikon. U kunt ook
EN-EL15a/EN-EL15 accu’s gebruiken, maar merk op dat u
met één volle accu minder foto’s kunt maken (0 238).
MH-25a Batterijlader: De MH-25a kan worden gebruikt om
EN-EL15b accu’s op te laden. MH-25 batterijladers kunnen
ook worden gebruikt.
MB-N10-batterijset: Een batterijset voor Nikon
systeemcamera’s. Door de set aan de camera te bevestigen
is het mogelijk twee EN-EL15b oplaadbare Li-ionbatterijen
als voedingsbron te gebruiken.
EH-7P Lichtnetlaadapter: De EH-7P kan worden gebruikt om
EN-EL15b accu’s op te laden die in de camera zijn geplaatst
(de accu kan alleen worden opgeladen wanneer de camera
uit is). Het kan niet worden gebruikt voor het opladen van
EN-EL15/EN-EL15a accu’s.
EP-5B Stroomaansluiting, Lichtnetadapters EH-5c en EH-5b: Deze
accessoires kunnen worden gebruikt om de camera
gedurende langere tijd van stroom te voorzien. De EP-5B is
vereist om de camera op de EH-5c/EH-5b aan te sluiten; zie
“Een stroomaansluiting en lichtnetadapter aansluiten”
(0 191) voor meer informatie.
Filters Neutral Color (NC)-filters kunnen worden gebruikt om het
objectief te beschermen.
Vermijd, om beeldschaduwen te voorkomen, het gebruik van
filters wanneer het onderwerp tegen fel licht is gekadreerd, of
wanneer een felle lichtbron zich in het beeld bevindt.
Centrumgerichte meting wordt aanbevolen als
matrixmeting niet in staat is de gewenste resultaten te
produceren voor filters met belichtingsfactoren
(filterfactoren) van meer dan (Y44, Y48, Y52, O56, R60,
X0, X1, C-PL, ND2S, ND4, ND4S, ND8, ND8S, ND400, A2, A12,
B2, B8, B12). Zie de filterhandleiding voor meer informatie.
Filters bedoeld voor fotografie met special effects kunnen
interfereren met autofocus of de scherpstelaanduiding (I).
Vattingadap-
ters
FTZ Vattingadapter (0 228)
187Technische opmerkingen
Afstandsbedie-
ningskabels
MC-DC2 Afstandsbedieningskabel (lengte 1 m): Als de
afstandsbedieningskabel op de accessoire-aansluiting van
de camera wordt aangesloten, dan kan de MC-DC2 worden
gebruikt om de sluiter op afstand te ontspannen.
GPS-eenheden GPS-apparaat GP-1/GP-1A: Als de GPS-eenheid op de accessoire-
aansluiting van de camera wordt aangesloten, dan kunnen
bestaande GP-1/GP-1A-eenheden worden gebruikt om de
huidige breedtegraad, lengtegraad, hoogte en UTC
(Universal Coordinated Time) te registreren op foto’s die met
de camera zijn gemaakt. Merk op dat productie van
GP-1/GP-1A-eenheden is gestopt.
USB-kabels UC-E24 USB-kabel: Een USB-kabel met een type C-aansluiting
voor verbinding met de camera en een type A-aansluiting
voor verbinding met het USB-apparaat.
UC-E25-USB-kabel: Een USB-kabel met twee type C-
aansluitingen.
HDMI-kabels HC-E1-HDMI-kabel: Een HDMI-kabel met een type C-aansluiting
voor verbinding met de camera en een type A-aansluiting
voor verbinding met HDMI-apparaten.
Flitsschoen-
adapters
AS-15 Synchronisatieflitsadapter: Monteer de AS-15 op de
flitsschoen van de camera om studiostroboscooplampen of
andere flitsapparatuur aan te sluiten via een
synchronisatieaansluiting.
Afdekkapjes
accessoire-
schoen
BS-1 Afdekkapje accessoireschoen: Een beschermkapje voor de
accessoireschoen wanneer er geen flitser is bevestigd.
Bodydoppen BF-N1 Bodydop: De bodydop voorkomt dat er stof in de camera
komt wanneer er geen objectief is geplaatst.
Draadloze
zenders
WT-7 Draadloze zender: Gebruik de WT-7 om foto’s te uploaden
via een draadloos netwerk, om de camera vanaf een
computer met Camera Control Pro 2 (apart verkrijgbaar) te
bedienen, of om op afstand foto’s te maken of door foto’s te
bladeren vanaf een computer of smartapparaat.
Opmerking: Kennis van een draadloos netwerk en wat basiskennis van een
gewoon netwerk is vereist bij het gebruik van een draadloze zender. Vergeet niet
de draadloze zendersoftware bij te werken naar de nieuwste versie.
188 Technische opmerkingen
Draadloze
afstandsbedie-
ningen
WR-R10 Draadloze afstandsbediening/WR-T10 Draadloze
afstandsbediening: Wanneer een WR-R10 draadloze
afstandsbediening op de accessoire-aansluiting wordt
bevestigd, kan de camera draadloos worden bediend met
behulp van een WR-T10 draadloze afstandsbediening (zorg
ervoor dat bij het aansluiten van de WR-R10 het afdekkapje
van de accessoire-aansluiting en de USB- en HDMI-
aansluitingen volledig open zijn). De WR-R10 kan ook
worden gebruikt om de radiogestuurde flitsers te
bedienen. Maak, voor gesynchroniseerd ontspannen
waarbij meer dan één camera is betrokken, meerdere
camera’s gereed met gekoppelde WR-R10-eenheden eraan
bevestigd.
WR-1 draadloze afstandsbediening: WR-1-eenheden worden
gebruikt met WR-R10 of WR-T10 draadloze
afstandsbedieningen of met andere WR-1
afstandsbedieningen, waarbij de WR-1-eenheden
functioneren als zenders of ontvangers. Als zender kan de
WR-1 worden gebruikt om de camera te bedienen en foto’s
te maken via signalen die naar een ontvanger worden
uitgezonden (een WR-R10 of een tweede WR-1) die is
verbonden met de accessoire-aansluiting van de camera,
terwijl bij gebruik als ontvanger ontvangt het commando’s
van een WR-T10 of een afzonderlijke WR-1-zender.
Opmerking: Controleer of de firmware voor de WR-R10 en WR-1 zijn bijgewerkt
naar de nieuwste versie (WR-R10-firmwareversie 3.0 of hoger en
WR-1-firmwareversie 1.0.1. of hoger). Voor informatie over firmware-updates, zie
de Nikon-website voor uw regio. Neem contact op met een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger wanneer u de firmware voor de WR-R10
bijwerkt van versies lager dan versie 2.0 naar versie 3.0 of hoger.
Accessoires
voor
zoekeroculair
DK-29 rubberen oogschelp: De DK-29 zorgt ervoor dat u het beeld
in de zoeker gemakkelijker kunt zien, zodat oogmoeheid
wordt voorkomen.
189Technische opmerkingen
Beschikbaarheid kan per land of regio verschillen. Zie onze website of brochures voor de meest recente
informatie.
Microfoons ME-1 Stereomicrofoon: Sluit de ME-1 op de
microfoonaansluiting aan om stereogeluid op te nemen en
de kans op het opvangen van apparatuurgeluid te
verminderen (zoals de geluiden geproduceerd door het
objectief tijdens autofocus).
ME-W1 Draadloze microfoon: Gebruik deze draadloze Bluetooth-
microfoon voor off-camera opnamen.
Software Camera Control Pro 2: Bedien de camera op afstand vanaf een
computer en sla foto’s direct op de harde schijf van de
computer op. Wanneer Camera Control Pro 2 wordt gebruikt
om foto’s direct op de computer vast te leggen, verschijnt
een pc-verbindingsaanduiding (PC) in het bedieningspaneel.
Opmerking: Gebruik de nieuwste versies van Nikon-software; zie de Nikon-
website voor uw regio voor de nieuwste informatie over ondersteunde
besturingssystemen. Bij standaardinstellingen controleert Nikon Message Center 2
periodiek op updates voor Nikon-software en -firmware terwijl u bent ingelogd op
een account op de computer en de computer is verbonden met het internet.
Automatisch wordt een bericht weergegeven zodra een update is gevonden.
D Het afdekkapje van de accessoireschoen bevestigen en verwijderen
Het BS-1 afdekkapje accessoireschoen schuift zoals aangeduid in de
accessoireschoen. Houd, om het afdekkapje te verwijderen, de camera
stevig vast, druk het afdekkapje met de duim omlaag en schuif het in de
aangeduide richting.
190 Technische opmerkingen
D De HDMI/USB-kabelklem
Bevestig, om onbedoeld loskoppelen te voorkomen, de meegeleverde
klem op HDMI-kabels of op de meegeleverde USB-kabel zoals aangeduid
(de illustratie toont de USB-kabel; merk op dat de klem mogelijk niet op
alle HDMI-kabels van andere merken past). Houd de monitor in gesloten
positie bij het gebruik van de kabelklem.
HDMI-kabel loopt hier HDMI-kabel loopt hier
HDMI-kabel loopt hier Steek het lipje in de
overeenkomstige
sleuf op de camera en
bevestig de kabelklem
USB-kabel HDMI-kabel en USB-kabel
tegelijkertijd gebruikt
191Technische opmerkingen
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter
bevestigen
Schakel de camera uit alvorens een optionele stroomaansluiting en
lichtnetadapter te bevestigen.
1 Maak de camera gereed.
Open de deksels van het
batterijvak (q) en de
stroomaansluiting (w).
2 Plaats de EP-5B stroomaansluiting.
Zorg ervoor dat de aansluiting in de
getoonde richting wordt geplaatst en
gebruik daarbij de aansluiting om de
oranje batterijvergrendeling naar één
zijde ingedrukt te houden. De
vergrendeling vergrendelt de
aansluiting op zijn plaats zodra de
aansluiting volledig is geplaatst.
3 Sluit het deksel van het
batterijvak.
Plaats de kabel van de
stroomaansluiting zodat
deze door de sleuf van de
stroomaansluiting wordt
geleid en sluit het deksel van het batterijvak.
192 Technische opmerkingen
4 Sluit de EH-5c/EH-5b lichtnetadapter aan.
Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter aan op de
wisselstroomaansluiting op de lichtnetadapter (e) en het
netsnoer op de gelijkstroomaansluiting (r). Een P-pictogram
wordt weergegeven zodra de camera door de lichtnetadapter en
stroomaansluiting wordt gevoed.
193Technische opmerkingen
Kom alles te weten over het opslaan, reinigen en onderhouden van
uw camera.
Opslag
Verwijder de accu en bewaar deze met geplaatst afdekkapje in een
koele, droge ruimte wanneer de camera voor langere tijd niet wordt
gebruikt. Voorkom vorming van schimmel of aanslag door de camera
in een droge, goed geventileerde ruimte op te bergen. Berg de
camera niet op met nafta- of kamfermottenballen of op locaties die:
slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid hoger is dan 60%
zich in de nabijheid bevinden van apparaten die sterke
elektromagnetische velden genereren, zoals televisie- of
radiotoestellen, of
worden blootgesteld aan temperaturen hoger dan 50 °C of lager
dan –10 °C
Reinigen
Gebruik geen alcohol, verfverdunner of andere vluchtige chemicaliën.
Camerabody: Gebruik een blaasbalgje om stof en pluisjes te
verwijderen en veeg vervolgens voorzichtig schoon met een
zachte, droge doek. Verwijder na gebruik van de camera op het
strand of aan zee eventueel zand of zout met een doek die licht
bevochtigd is in gedistilleerd water en droog de camera goed af.
Belangrijk: Stof of ander vuil in de camera kan schade veroorzaken die
niet door de garantie wordt gedekt.
Objectieven, zoeker
: Oppervlakken van glas raken gemakkelijk
beschadigd. Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje.
Verwijder vingerafdrukken en andere vlekken door een beetje
objectiefreiniger op een zachte doek aan te brengen en het glas
voorzichtig schoon te vegen. Als u een luchtspuitbus gebruikt, houd
de bus dan verticaal om te voorkomen dat er vloeistof uit de bus lekt.
Monitor: Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje. Voor het
verwijderen van vingerafdrukken en andere vlekken veegt u het
oppervlak voorzichtig schoon met een zachte doek of zeem. Druk
hierbij niet te hard, aangezien dit kan leiden tot schade of storing.
Onderhoud van de camera
194 Technische opmerkingen
Reiniging beeldsensor
Als u vermoedt dat vuil of stof op de beeldsensor in foto’s zichtbaar
is, dan kunt u de sensor reinigen met behulp van de optie
Beeldsensor reinigen in het setup-menu. De sensor kan op elk
gewenst moment worden gereinigd met behulp van de optie Nu
reinigen, of reiniging kan automatisch worden uitgevoerd wanneer
de camera wordt uitgeschakeld. Als reiniging van de beeldsensor
het probleem niet oplost, neem dan contact op met een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
❚❚ “Nu reinigen
Houd de basis van de camera omlaag,
selecteer Beeldsensor reinigen in het
setup-menu, markeer vervolgens Nu
reinigen en druk op J. De camera
controleert en reinigt de beeldsensor. Er
kunnen geen andere handelingen worden
uitgevoerd tot het reinigen is voltooid;
verwijder of ontkoppel de voedingsbron
niet voordat het reinigen is voltooid en het
setup-menu wordt weergegeven.
195Technische opmerkingen
D Reiniging beeldsensor
Het gebruik van camerabedieningen tijdens het uitzetten, onderbreekt
reiniging van de beeldsensor.
Als de beeldsensor enkele keren achter elkaar wordt gereinigd, kan
reiniging van de beeldsensor tijdelijk worden uitgeschakeld om de interne
schakelingen van de camera te beschermen. Na een korte pauze kan de
beeldsensor weer worden gereinigd.
196 Technische opmerkingen
❚❚ “Automatische reiniging”
Kies uit de volgende opties:
1 Selecteer Automatische reiniging.
Geef het menu Beeldsensor reinigen
weer zoals beschreven in “Nu reinigen”
(0 194). Markeer Automatische
reiniging en druk op 2.
2 Selecteer een optie.
Markeer een optie en druk op J.
6
Reinigen bij
uitzetten
De beeldsensor wordt automatisch gereinigd
telkens wanneer de camera wordt uitgezet.
Reiniging uit Automatische beeldsensorreiniging uit.
197Technische opmerkingen
Handmatige reiniging
Als stof of vuil op de beeldsensor niet met behulp van
beeldsensorreiniging kan worden verwijderd, dan kan de sensor
handmatig worden gereinigd, zoals hieronder beschreven. Merk
echter op dat de sensor uitermate kwetsbaar is en gemakkelijk
beschadigd raakt; we raden u aan handmatige reiniging uitsluitend
door een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger uit
te laten voeren.
1 Verwijder het objectief.
Schakel de camera uit en verwijder het objectief of de bodydop.
2 Onderzoek de beeldsensor.
Houd de camera zodanig vast dat het
licht op de beeldsensor valt en
onderzoek de sensor op stof of pluisjes.
Ga verder naar Stap 4 als er geen stof of
vuil aanwezig is.
3 Reinig de sensor.
Verwijder stof en pluisjes met een
blaasbalgje van de sensor. Gebruik geen
blaaskwastje omdat de haren de sensor
kunnen beschadigen. Vuil dat niet kan
worden verwijderd met een blaasbalgje
kan alleen door Nikon geautoriseerd
personeel worden verwijderd. U dient in geen geval de sensor
aan te raken of de sensor schoon te vegen.
4 Plaats het objectief of de bodydop terug.
198 Technische opmerkingen
D Vuil op de beeldsensor
Vuil dat de camera binnendringt wanneer objectieven of bodydoppen
worden verwijderd of verwisseld (of in zeldzame omstandigheden
smeermiddel of fijne deeltjes van de camera zelf), kan aan de beeldsensor
hechten, waardoor dit in foto’s kan verschijnen die onder bepaalde
omstandigheden zijn gemaakt. Om de camera te beschermen wanneer er
geen objectief is geplaatst, moet u de bij de camera meegeleverde
bodydop terugplaatsen, waarbij u voorzichtig eerst al het stof en ander vuil
verwijdert dat mogelijk op de cameravatting, objectiefvatting en bodydop
zit. Vermijd het bevestigen van de bodydop of het verwisselen van
objectieven in stoffige omgevingen.
Mocht er toch stof of vuil op de beeldsensor terechtkomen, gebruik dan de
reinigingsoptie voor de beeldsensor zoals beschreven in “Beeldsensor
reinigen” (0 194). Als het probleem zich blijft voordoen, reinig de sensor
dan handmatig (0 197) of laat de sensor reinigen door Nikon
geautoriseerd servicepersoneel. Foto’s die zijn aangetast door
verontreinigingen op de sensor, kunnen worden geretoucheerd met
behulp van de beeldreinigingsopties beschikbaar in sommige
beeldbewerkingstoepassingen.
D Onderhoud van de camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist.
Nikon raadt u aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken
door de leverancier of een door Nikon geautoriseerd servicecenter en elke
drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening mee dat
hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en onderhoud
worden met name aanbevolen als de camera beroepsmatig wordt
gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd met uw camera
eventuele accessoires die u veel gebruikt, zoals objectieven of optionele
flitsers, te laten nakijken en onderhouden.
199Technische opmerkingen
Laat niet vallen: Blootstelling aan sterke schokken of trillingen kan tot storingen
leiden.
Houd droog: Dit product is niet waterbestendig, onderdompeling in water of
blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid kan tot storing leiden. Roesten
van het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen: Plotselinge temperatuurverschillen,
zoals bij het binnenkomen of verlaten van een verwarmd gebouw op een
koude dag, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U voorkomt
condensatie door de camera in een cameratas of in een plastic zak te plaatsen
voordat deze aan plotselinge temperatuurverschillen wordt blootgesteld.
Houd uit de buurt van sterke magnetische velden: Gebruik of bewaar dit apparaat niet
in de buurt van apparatuur die sterke elektromagnetische straling of sterke
magnetische velden produceert. Statische ladingen of de magnetische
velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld zendapparatuur,
kunnen storingen met de weergave veroorzaken, gegevens op de
geheugenkaart beschadigen of de interne schakelingen van het product
aantasten.
Richt het objectief niet langdurig naar de zon: Richt het objectief niet gedurende
lange tijd naar de zon of een andere sterke lichtbron. Blootstelling aan intens
licht kan beschadiging van de beeldsensor of een witte onscherpte op de
foto’s tot gevolg hebben.
Lasers en andere felle lichtbronnen: richt geen lasers of andere zeer felle
lichtbronnen op het objectief, omdat dit de beeldsensor van de camera kan
beschadigen.
Zet de camera uit alvorens de voedingsbron te verwijderen of los te koppelen: Trek de
stekker van de lichtnetadapter niet uit het stopcontact of verwijder de accu
niet wanneer de camera aan staat of terwijl beelden worden opgeslagen of
gewist. In deze gevallen kan de gedwongen stroomonderbreking leiden tot
gegevensverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het
geheugen van het product. Breng het product niet van de ene naar de andere
locatie wanneer een lichtnetadapter is aangesloten om een plotselinge
stroomonderbreking te voorkomen.
Onderhoud van camera en accu:
waarschuwingen
200 Technische opmerkingen
Reiniging: Gebruik bij het reinigen van de camerabody een blaasbalgje om stof
en pluisjes te verwijderen en veeg de camerabody vervolgens voorzichtig
schoon met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera op het strand
of aan zee dient u eventueel aanwezig zand of zout te verwijderen met een
doek die licht bevochtigd is met schoon water. Droog de camera daarna
grondig af. In zeer uitzonderlijke gevallen worden de lcd-vensters lichter of
donkerder als gevolg van statische elektriciteit. Dit duidt niet op een storing
en de normale weergave wordt snel hersteld.
Objectieven, zoekers en andere glaselementen raken gemakkelijk
beschadigd. Verwijder stof en pluisjes voorzichtig met een blaasbalgje. Houd
bij het gebruik van een luchtspuitbus de bus verticaal om te voorkomen dat
er vloeistof uit de bus lekt. Verwijder vingerafdrukken en andere vlekken van
glazen oppervlakken door een beetje objectiefreiniger op een zachte doek
aan te brengen en het glas voorzichtig schoon te vegen.
Raak de beeldsensor niet aan: Oefen onder geen
enkel beding druk uit op de beeldsensor, duw er
niet op met reinigingshulpmiddelen of stel het
nooit bloot aan de sterke luchtstromen van een
blaasbalgje. Dit kan krassen of andersoortige
schade aan de sensor veroorzaken. Zie, voor
informatie over het reinigen van de beeldsensor,
“Beeldsensor reinigen” (0 194).
Objectiefcontacten: Houd de objectiefcontacten schoon en let op dat u ze niet
aanraakt met uw vingers of met gereedschap of andere voorwerpen.
Opslag: Voorkom vorming van schimmel of aanslag door de camera in een
droge, goed geventileerde ruimte op te bergen. Als u een lichtnetadapter
gebruikt, haal dan de adapter uit het stopcontact om brand te voorkomen.
Als het product voor lange tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan de accu om
lekkage te voorkomen en berg de camera op in een plastic zak met een
droogmiddel. Plaats de cameratas echter niet in een plastic zak, aangezien
het materiaal hierdoor kan worden aangetast. Denk er ook aan dat het
droogmiddel na verloop van tijd zijn vermogen om vocht te absorberen
verliest en daarom regelmatig dient te worden vervangen.
Om schimmel of meeldauw te voorkomen, haal de camera ten minste één
keer per maand uit de opslag. Zet de camera aan en ontspan de sluiter een
aantal malen voordat u de camera weer opbergt.
Bewaar de accu op een koele, droge plaats. Plaats het afdekkapje van de accu
terug wanneer u de accu opbergt.
Beeldsensor
201Technische opmerkingen
Opmerkingen over de monitor en zoeker: Deze weergaven zijn met extreem hoge
precisie gefabriceerd; ten minste 99,99% pixels zijn effectief, met niet meer
dan 0,01% ontbrekende of defecte pixels. Hierdoor kunnen deze schermen
pixels bevatten die altijd branden (wit, rood, blauw of groen) of altijd uit
(zwart) zijn. Dit is geen defect en heeft geen gevolgen voor beelden die zijn
vastgelegd met dit apparaat.
Bij helder licht kunnen beelden op de monitor moeilijk te zien zijn. Oefen
geen druk uit op de monitor, aangezien dit schade of storing tot gevolg kan
hebben. Stof of pluisjes kunnen worden verwijderd met een blaasbalgje.
Vlekken kunnen worden verwijderd door het oppervlak zachtjes schoon te
wrijven met een zachte doek of zeem. Mocht de monitor breken, pas dan op
dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en dat de vloeibare kristallen uit
de monitor niet in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Als u zich onwel voelt of een van de volgende symptomen ervaart tijdens het
kadreren van opnamen in de zoeker, stop dan het gebruik tot uw toestand
verbetert: misselijkheid, oogpijn, oogvermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn,
stijfheid in uw nek of schouders, wagenziekte of verlies van hand-
oogcoördinatie. Hetzelfde geldt als u zich onwel gaat voelen terwijl u naar de
snel aan en uit knipperende opnameweergave kijkt tijdens
serieopnamefotografie.
Ruis in de vorm van lijnen kunnen in zeldzame gevallen in foto’s met helder
licht of een onderwerp met tegenlicht verschijnen.
De accu en lader: Accu’s kunnen bij onjuist gebruik gaan lekken of ontploffen.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het hanteren van accu’s
en laders:
Gebruik alleen accu’s die zijn goedgekeurd voor gebruik in dit apparaat.
Stel de accu niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
Houd de accupolen schoon.
Zet de camera uit voordat u de accu verwisselt.
De accu kan warm worden tijdens het gebruik. Wees voorzichtig wanneer u
onmiddellijk na gebruik de accu aanraakt.
202 Technische opmerkingen
Haal de accu uit de camera of lader wanneer deze niet in gebruik is en plaats
het afdekkapje terug. Zelfs uitgeschakeld onttrekken deze apparaten een
geringe hoeveelheid stroom aan de accu en kunnen ze de accu zodanig
ontladen dat deze niet langer functioneert. Als de accu tijdelijk niet wordt
gebruikt, plaats de accu in de camera en laat deze leeglopen alvorens de
accu te verwijderen en de camera voor opslag op te bergen. De accu moet
op een koele locatie worden bewaard met een omgevingstemperatuur van
15 °C tot 25 °C (vermijd zeer warme of extreem koude locaties). Herhaal dit
proces tenminste eenmaal elke zes maanden.
Het herhaaldelijk in- en uitschakelen van de camera bij een volledig
ontladen accu verkort de gebruiksduur van de accu. Accu’s die volledig
ontladen zijn moeten voor gebruik worden opgeladen.
De interne temperatuur van de accu kan tijdens gebruik aanzienlijk stijgen.
Het opladen van de accu bij een hoge interne temperatuur heeft een
negatieve invloed op de prestaties van de accu, en de accu wordt mogelijk
niet of slechts gedeeltelijk opgeladen. Wacht met opladen totdat de accu is
afgekoeld.
Laad de accu binnenshuis op bij omgevingstemperaturen van 5 °C tot 35 °C.
Gebruik de accu niet bij omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger
dan 40 °C; het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de accu
beschadigen of de prestaties doen verslechteren. De capaciteit neemt
mogelijk af en de oplaadtijden kunnen toenemen bij accutemperaturen
van 0 °C tot 15 °C en van 45 °C tot 60 °C. De accu laadt niet op als de
temperatuur lager is dan 0 °C of hoger is dan 60 °C.
Als het CHARGE (OPLADEN)-lampje snel knippert (ongeveer acht keer per
seconde) tijdens het opladen, controleer dan of de temperatuur binnen het
juiste bereik ligt en haal vervolgens de lader uit het stopcontact en
verwijder de accu en plaats deze vervolgens terug. Als het probleem zich
blijft voordoen, stop dan onmiddellijk het gebruik en breng de accu en
lader naar uw winkelier of een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Verplaats de lader niet en raak de accu niet aan tijdens het opladen. Het niet
in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan in zeer zeldzame gevallen
ervoor zorgen dat de lader aanduidt dat het opladen is voltooid terwijl de
accu slechts gedeeltelijk is opgeladen. Verwijder de accu, plaats deze terug
en voer het opladen opnieuw uit.
203Technische opmerkingen
De accucapaciteit kan tijdelijk afnemen als de accu bij een lage temperatuur
wordt opgeladen of als de accu wordt gebruikt bij een temperatuur die
lager is dan de temperatuur waarbij de accu is opgeladen. Als de accu bij
een temperatuur lager dan 5 °C wordt opgeladen, kan de
gebruiksduuraanduiding van de accu in de weergave Batterij-informatie
een tijdelijke daling tonen.
Als u een volledig opgeladen accu blijft opladen, kunnen de prestaties van
de accu afnemen.
Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen accu
zijn lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt
gebruikt, duidt aan dat de accu vervanging vereist. Koop een nieuwe
EN-EL15b accu.
Het meegeleverde netsnoer en de stekkeradapter zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik met de MH-25a. Gebruik de lader alleen met compatibele
accu’s. Haal de lader uit het stopcontact wanneer deze niet in gebruik is.
U mag de ladercontacten niet kortsluiten. Het niet in acht nemen van deze
waarschuwing kan leiden tot oververhitting en schade aan de lader.
Laad de accu voor gebruik op. Leg een extra en altijd volledig opgeladen
accu klaar bij het fotograferen van belangrijke gebeurtenissen. Afhankelijk
van waar u zich bevindt, kan het soms moeilijk zijn om snel een
vervangende accu te kopen. Houd er rekening mee dat de capaciteit van
accu’s bij koud weer vaak afneemt. Zorg dat de accu volledig is opgeladen
voordat u bij koud weer buiten foto’s maakt. Bewaar een reserveaccu op
een warme plaats en verwissel beide indien nodig. Zodra deze wordt
opgewarmd, kan een koude accu soms een deel van haar lading
terugkrijgen.
Recycle oplaadbare accu's overeenkomstig de lokale voorschriften, waarbij
niet moet worden vergeten de aansluitingen met plakband te isoleren.
De lichtnetlaadadapter: Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht
bij het gebruik van de lichtnetlaadadapter.
Beweeg de camera niet tijdens het opnemen. Het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan in zeer zeldzame gevallen ervoor zorgen dat
de camera aanduidt dat het opladen is voltooid terwijl de accu slechts
gedeeltelijk is opgeladen. Koppel de adapter los en sluit deze weer aan om
het opladen opnieuw te starten.
U mag de adaptercontacten niet kortsluiten. Het niet in acht nemen van
deze waarschuwing kan leiden tot oververhitting en schade aan de adapter.
Trek de stekker van de adapter uit het stopcontact wanneer deze niet in
gebruik is.
204 Technische opmerkingen
Nikon Z 7/Z 6 digitale camera
Specificaties
Type
Type Digitale camera met ondersteuning voor
verwisselbare objectieven
Objectiefvatting Nikon Z-vatting
Objectief
Compatibele objectieven Z-vatting NIKKOR-objectieven
F-vatting NIKKOR-objectieven met
vattingadapter; mogelijk beperkingen van
toepassing
Effectieve pixels
Effectieve pixels Z7: 45,7 miljoen
Z6: 24,5 miljoen
Beeldsensor
Beeldsensor 35,9 × 23,9 mm CMOS-sensor (Nikon FX-formaat)
Totaal aantal pixels Z7: 46,89 miljoen
Z6: 25,28 miljoen
Stofreductiesysteem Stofverwijderingsreferentiegegevens (vereist
Capture NX-D); beeldsensorreiniging
Opslag
Beeldformaat (pixels) Z7:
- FX (36×24) beeldveld
8.256 × 5.504 (Groot: 45,4 M)
6.192 × 4.128 (Middel: 25,6 M)
4.128 × 2.752 (Klein: 11,4 M)
- DX (24×16) beeldveld
5.408 × 3.600 (Groot: 19,5 M)
4.048 × 2.696 (Middel: 10,9 M)
2.704 × 1.800 (Klein: 4,9 M)
- 5 : 4 (30×24) beeldveld
6.880 × 5.504 (Groot: 37,9 M)
5.152 × 4.120 (Middel: 21,2 M)
3.440 × 2.752 (Klein: 9,5 M)
205Technische opmerkingen
Beeldformaat (pixels) - 1 : 1 (24×24) beeldveld
5.504 × 5.504 (Groot: 30,3 M)
4.128 × 4.128 (Middel: 17,0 M)
2.752 × 2.752 (Klein: 7,6 M)
- 16 : 9 (36×20) beeldveld
8.256 × 4.640 (Groot: 38,3 M)
6.192 × 3.480 (Middel: 21,5 M)
4.128 × 2.320 (Klein: 9,6 M)
- Foto’s gemaakt tijdens filmopnamen bij een
beeldformaat van 3.840 × 2.160: 3.840 × 2.160
- Foto’s gemaakt tijdens filmopnamen bij andere
beeldformaten: 1.920 × 1.080
Z6:
- FX (36×24) beeldveld
6.048 × 4.024 (Groot: 24,3 M)
4.528 × 3.016 (Middel: 13,7 M)
3.024 × 2.016 (Klein: 6,1 M)
- DX (24×16) beeldveld
3.936 × 2.624 (Groot: 10,3 M)
2.944 × 1.968 (Middel: 5,8 M)
1.968 × 1.312 (Klein: 2,6 M)
- 1 : 1 (24×24) beeldveld
4.016 × 4.016 (Groot: 16,1 M)
3.008 × 3.008 (Middel: 9,0 M)
2.000 × 2.000 (Klein: 4,0 M)
- 16 : 9 (36×20) beeldveld
6.048 × 3.400 (Groot: 20,6 M)
4.528 × 2.544 (Middel: 11,5 M)
3.024 × 1.696 (Klein: 5,1 M)
- Foto’s gemaakt tijdens filmopnamen bij een
beeldformaat van 3.840 × 2.160: 3.840 × 2.160
- Foto’s gemaakt tijdens filmopnamen bij andere
beeldformaten: 1.920 × 1.080
Opslag
206 Technische opmerkingen
Bestandsindeling NEF (RAW): 12 of 14 bits (compressie zonder verlies,
gecomprimeerd of ongecomprimeerd); groot,
middelgroot en klein beschikbaar (middelgrote
en kleine beelden worden bij een bitdiepte van
12 bits vastgelegd met behulp van compressie
zonder verlies)
TIFF (RGB)
JPEG: JPEG Baseline compatibel met Fijn (ca. 1 : 4),
Normaal (ca. 1 : 8) of Basis (ca. 1 : 16) compressie;
optimale kwaliteit compressie beschikbaar
NEF (RAW) + JPEG: Enkele foto vastgelegd in zowel
NEF (RAW)- als JPEG-formaat
Picture Control-systeem Automatisch, Standaard, Neutraal, Levendig,
Monochroom, Portret, Landschap, Gelijkmatig,
Creative Picture Control (Creatief Picture Control)
(Droom, Ochtend, Pop, Zondag, Somber,
Dramatisch, Stilte, Verbleekt, Melancholisch, Puur,
Denim, Speegoed, Sepia, Blauw, Rood, Roze,
Houtskool, Grafiet, Binair, Koolstof); geselecteerde
Picture Control kan worden aangepast; opslag
voor eigen Picture Controls
Media XQD- en CFexpress (Type B)-geheugenkaarten
Bestandssysteem DCF 2.0, Exif 2.31, PictBridge
Zoeker
Zoeker 1,27 cm/0,5 in. ca. 3690k-punten (Quad VGA) OLED
elektronische zoeker met kleurbalans en
automatische en 11 niveaus handmatige
helderheidsbediening
Beelddekking Ca. 100% horizontaal en 100% verticaal
Vergroting Ca. 0,8× (50 mm objectief op oneindig, −1,0 m
−1
)
Oogafstand 21 mm (−1,0 m
−1
; vanuit middenoppervlak van
oculairobjectief zoeker)
Dioptrieregeling −4–+2 m
−1
Oogsensor Schakelt automatisch tussen monitor- en
zoekerweergaven
Opslag
207Technische opmerkingen
Monitor
Monitor 8-cm/3,2-in., ca. 2.100.000 beeldpunten kantelbare
TFT aanraakgevoelige lcd met 170° kijkhoek,
ca. 100% beelddekking en kleurbalansregeling en
11 niveaus handmatige helderheidsregeling
Sluiter
Type Elektronisch gestuurde verticaal aflopende
mechanische filmvlaksluiter; elektronische eerste-
gordijnsluiter; elektronische sluiter
Snelheid
1
/
8.000–30 sec. in stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW, bulb, tijd,
X200
Flitssynchronisatiesnelheid
X=
1
/
200 sec.; synchroniseert met sluiter bij
1
/
200 sec.
of langer; automatische snelle FP-synchronisatie
ondersteund
Ontspannen
Ontspanstand Enkel beeld, continu lage snelheid, continu hoge
snelheid, continu hoge snelheid (uitgebreid),
zelfontspanner
Geschatte maximale
beeldsnelheid (gemeten
onder Nikon-
gespecificeerde
testomstandigheden)
Z7:
- Continu lage snelheid: 1–5 bps
- Continu hoge snelheid: 5,5 bps (14-bits NEF/RAW:
5 bps)
- Continu hoge snelheid (uitgebreid): 9 bps (14-bits
NEF/RAW: 8 bps)
Z6:
- Continu lage snelheid: 1–5 bps
- Continu hoge snelheid: 5,5 bps
- Continu hoge snelheid (uitgebreid): 12 bps (14-bits
NEF/RAW: 9 bps)
Zelfontspanner 2 sec., 5 sec., 10 sec., 20 sec.; 1–9 opnamen bij
intervallen van 0,5, 1, 2 of 3 sec.
208 Technische opmerkingen
Belichting
Lichtmetingsysteem DDL-meting met camerabeeldsensor
Lichtmeetmethode Matrixmeting
Centrumgerichte meting: Gegeven gewicht van 75%
voor een cirkel van 12 mm in het midden van het
beeld; weging kan ook op basis van het
gemiddelde van het gehele beeld
Spotmeting: Meet een cirkel van 4 mm (ongeveer
1,5% van het beeld) gecentreerd op het
geselecteerde scherpstelpunt
Op hoge lichten gerichte lichtmeting
Bereik (ISO 100, f/2.0
objectief, 20 °C)
Z7: –3–+17 LW
Z6: –4–+17 LW
Stand Automatisch (b); automatisch programma met
flexibel programma (P); sluitertijdvoorkeuze (S);
diafragmavoorkeuze (A); handmatig (M);
gebruikersinstellingen (U1, U2, U3)
Belichtingscorrectie – 5–+5 LW in stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW beschikbaar
in standen P, S, A en M
Belichtingsvergrendeling Lichtwaarde vergrendeld bij gedetecteerde
waarde
ISO-gevoeligheid
(aanbevolen
belichtingsindex)
Z 7: ISO 64 – 25600 in stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW. Kan
tevens worden ingesteld op ca. 0,3, 0,5, 0,7 of
1 LW (ISO 32 equivalent) onder ISO 64 of tot ca.
0,3, 0,5, 0,7, 1, of 2 LW (ISO 102400 equivalent)
boven ISO 25600; automatische instelling
ISO-gevoeligheid beschikbaar
Z 6: ISO 100 – 51200 in stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW.
Kan tevens worden ingesteld op ca. 0,3, 0,5, 0,7 of
1 LW (ISO 50 equivalent) onder ISO 100 of tot
ca. 0,3, 0,5, 0,7, 1, of 2 LW (ISO 204800 equivalent)
boven ISO 51200; automatische instelling
ISO-gevoeligheid beschikbaar
Actieve D-Lighting Kan worden geselecteerd uit Automatisch, Extra
hoog, Hoog, Normaal, Laag of Uit
Meervoudige belichting Toevoegen, gemiddeld, lichter maken, donkerder
maken
Overige opties HDR (hoog dynamisch bereik), fotostand
flikkerreductie
209Technische opmerkingen
Scherpstelling
Autofocus Hybride fasedetectie/contrast AF met
AF-ondersteuning
Detectiebereik
(enkelvoudige servo-AF,
foto-opnamestand, ISO 100,
f/2.0 objectief, 20 °C)
Z 7: −2 – +19 LW (met AF bij weinig licht: −4 –
+19 LW)
Z 6: −3,5 – +19 LW (met AF bij weinig licht: −6 –
+19 LW)
Objectiefscherpstelling Autofocus (AF): enkelvoudige servo-AF (AF-S);
continue servo-AF (AF-C); fulltime-AF (AF-F;
alleen beschikbaar in filmstand); anticiperende
scherpstelling
Handmatige scherpstelling (M): elektronische
afstandsmeter kan worden gebruikt
Scherpstelpunten
(enkelpunts AF, foto-
opnamestand, FX-beeldveld)
Z 7: 493
Z 6: 273
AF-veldstand Superfijn-, enkelpunts- en dynamisch veld-AF
(superfijn en dynamisch veld-AF alleen
beschikbaar in fotostand); breedveld-AF (klein);
breedveld-AF (groot); automatisch veld-AF
Scherpstelvergrendeling Scherpstelling kan worden vergrendeld door
ontspanknop half in te drukken (enkelvoudige
servo-AF) of op midden van secundaire selector te
drukken
Vibratiereductie (VR)
Camera VR 5-as beeldsensor-shift
Objectief VR Lens-shift (beschikbaar voor VR-objectieven)
Flitser
Flitserregeling DDL: i-DDL-flitserregeling; i-DDL-uitgebalanceerde
invulflits wordt gebruikt met matrix- en
centrumgerichte meting en op hoge lichten
gerichte lichtmeting, standaard i-DDL-invulflits
met spotmeting
Flitsstand
Synchronisatie op het eerste gordijn, synchronisatie
met lange sluitertijd, synchronisatie op het tweede
gordijn, rode-ogenreductie, rode-ogenreductie met
synchronisatie met lange sluitertijd, uit
Flitscorrectie – 3–+1 LW in stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW beschikbaar
in standen P, S, A en M
210 Technische opmerkingen
Flitsgereedaanduiding
Gaat branden bij een volledig opgeladen optionele
flitser; knippert als onderbelichtingswaarschuwing
na flitsen op vol vermogen
Accessoireschoen ISO 518 flitsschoen met synchronisatie- en
gegevenscontacten en vergrendeling
Nikon Creatief
Verlichtingssysteem (CVS)
i-DDL-flitserregeling, radiografisch bestuurde
geavanceerde draadloze flitssturing, optische
geavanceerde draadloze flitssturing, instellicht,
flitswaardevergrendeling,
Kleurinformatiecommunicatie, automatische
snelle FP-synchronisatie, gekoppelde flitsregeling
Witbalans
Witbalans Automatisch (3 types), automatisch daglicht, direct
zonlicht, bewolkt, schaduw, gloeilamplicht, tl-licht
(7 types), flitslicht, kies kleurtemperatuur (2.500 K–
10.000 K), handmatige voorinstelling (maximaal
6 waarden kunnen worden opgeslagen), allemaal
met fijnafstelling met uitzondering van kies
kleurtemperatuur
Bracketing
Bracketingtypes Belichting, flitser, witbalans en ADL
Film
Lichtmetingsysteem DDL-meting met camerabeeldsensor
Lichtmeetmethode Matrix, centrumgericht of op hoge lichten gericht
Beeldformaat (pixels) en
beeldsnelheid
3.840 × 2.160 (4K UHD); 30p (progressief), 25p,
24p
1.920 × 1.080; 120p, 100p, 60p, 50p, 30p, 25p, 24p
1.920 × 1.080 (slow motion); 30p ×4, 25p ×4,
24p ×5
Werkelijke beeldsnelheden voor 120p, 100p, 60p,
50p, 30p, 25p en 24p zijn respectievelijk 119,88,
100, 59,94, 50, 29,97, 25 en 23,976 bps;
kwaliteitsselectie beschikbaar voor alle formaten,
behalve voor 3.840 × 2.160, 1.920 × 1.080 120p/
100p en 1.920 × 1.080 slow motion, kwaliteit is vast
ingesteld op m (hoog)
Flitser
211Technische opmerkingen
Bestandsindeling MOV, MP4
Videocompressie H.264/MPEG-4 Advanced Video Coding
Geluidsindeling Lineair PCM, AAC
Geluidsrecorder Ingebouwde stereo of externe stereomicrofoon;
met optie voor demping; gevoeligheid aanpasbaar
Belichtingscorrectie – 3–+3 LW in stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW beschikbaar
in standen P, S, A en M
ISO-gevoeligheid
(aanbevolen
belichtingsindex)
Z 7:
- b: Autom inst ISO-gevoeligheid (ISO 64 tot
25600)
- P, S, A: Autom inst ISO-gevoeligheid (ISO 64 tot
Hi 2) met selecteerbare bovengrens
- M: Autom inst ISO-gevoeligheid (ISO 64 tot Hi 2)
beschikbaar met selecteerbare bovengrens;
handmatige selectie (ISO 64 tot 25600 in
stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW) met beschikbaarheid
van aanvullende opties, gelijk aan circa 0,3, 0,5,
0,7, 1 of 2 LW (ISO 102400 gelijkwaardig) boven
ISO 25600
Z 6:
- b: Autom inst ISO-gevoeligheid (ISO 100 tot
51200)
- P, S, A: Autom inst ISO-gevoeligheid (ISO 100 tot
Hi 2) met selecteerbare bovengrens
- M: Autom inst ISO-gevoeligheid (ISO 100 tot
Hi 2) beschikbaar met selecteerbare
bovengrens; handmatige selectie (ISO 100 tot
51200 in stappen van
1
/
3 of
1
/
2 LW) met
beschikbaarheid van aanvullende opties, gelijk
aan circa 0,3, 0,5, 0,7, 1 of 2 LW (ISO 204800
gelijkwaardig) boven ISO 51200
Actieve D-Lighting Kan worden geselecteerd uit Zelfde als foto-
instellingen, Extra hoog, Hoog, Normaal, Laag
of Uit
Overige opties Time-lapse-films, elektronische vibratiereductie,
tijdcodes, filmuitvoerlogbestand (N-Log)
Film
212 Technische opmerkingen
Weergave
Weergave Schermvullende weergave en miniatuurweergave
(4, 9 of 72 beelden) met zoomweergave,
zoomweergave uitsnijden, filmweergave, foto-
en/of filmdiashows, histogramweergave, hoge
lichten, foto-informatie,
locatiegegevensweergave, fotoscore en
automatische beeldrotatie
Interface
USB Type C-aansluiting (SuperSpeed USB); aansluiting
op ingebouwde USB-poort wordt aanbevolen
HDMI-uitgang Type C HDMI-aansluiting
Accessoire-aansluiting Kan worden gebruikt met MC-DC2 en andere
optionele accessoires
Audio-ingang Stereo mini-stekkeraansluiting (3,5 mm diameter;
plug-in voeding ondersteund)
Geluidsuitvoer Stereo mini-stekkeraansluiting (diameter 3,5 mm)
Wi-Fi/Bluetooth
Wi-Fi Normen: IEEE 802.11b/g/n/a/ac
Werkingsbereik: 2.412–2.462 MHz (kanaal 11) en
5.180–5.320 MHz
Maximaal uitgangsvermogen (EIRP):
- Z7: 2,4 GHz-band: 7,0 dBm
5 GHz-band: 12,1 dBm
- Z6: 2,4 GHz-band: 7,4 dBm
5 GHz-band: 12,2 dBm
Verificatie: Open systeem, WPA2-PSK
213Technische opmerkingen
Bluetooth Communicatieprotocollen: Bluetooth-
specificatieversie 4.2
Werkingsfrequentie:
Bluetooth: 2.402–2.480 MHz
Bluetooth Low Energy: 2.402–2.480 MHz
Maximaal uitgangsvermogen (EIRP):
- Z7:Bluetooth: 1,5dBm
Bluetooth Low Energy: 0 dBm
- Z6:Bluetooth: 1,9dBm
Bluetooth Low Energy: 0,4 dBm
Bereik (zichtlijn) Circa 10 m zonder interferentie; bereik kan
variëren naargelang signaalsterkte en
aanwezigheid of afwezigheid van obstakels
Voedingsbron
Accu Eén EN-EL15b oplaadbare Li-ionbatterij (0 238);
EN-EL15a/EN-EL15 kan ook worden gebruikt, maar
merk op dat u met één volle accu minder foto’s
kunt maken en dat de lichtnetlaadadapter alleen
kan worden gebruikt om EN-EL15b accu’s op te
laden
Batterijset MB-N10 batterijset (apart verkrijgbaar); bestaat uit
twee EN-EL15b * batterijen
* Er kunnen EN-EL15a/EN-EL15 batterijen worden gebruikt in plaats
van de EN-EL15b. Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt op
een volledige lading (d.w.z. batterijlevensduur) kan echter
afnemen in vergelijking met de EN-EL15b.
Lichtnetlaadadapter EH-7P lichtnetlaadadapter (alleen meegeleverd
met de Z 7)
Lichtnetadapter EH-5c/EH-5b-lichtnetadapter (vereist EP-5B-
stroomaansluiting die apart verkrijgbaar is)
Statiefaansluiting
Statiefaansluiting
1
/
4 in. (ISO 1222)
Wi-Fi/Bluetooth
214 Technische opmerkingen
Tenzij anders vermeld, zijn alle metingen uitgevoerd conform de normen of richtlijnen van de
Camera and Imaging Products Association (CIPA).
Alle getallen hebben betrekking op een camera met een volledig opgeladen accu.
De voorbeeldfoto’s die worden weergegeven op de camera en de afbeeldingen en illustraties in de
handleidingen zijn uitsluitend bedoeld voor verklarende doeleinden.
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk en de specificaties van de hardware en software die in
deze handleiding worden beschreven op elk moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die kan voortvloeien uit eventuele fouten in
deze handleiding.
❚❚ MH-25a batterijlader
De symbolen op dit product geven het volgende weer:
m AC, p DC, q Klasse II-apparatuur (De constructie van het product is dubbel geïsoleerd.)
Afmetingen/gewicht
Afmetingen (B × H × D) Ca. 134 × 100,5 × 67,5 mm
Gewicht Ca. 675 g met accu en geheugenkaart maar zonder
bodydop; ca. 585 g (alleen camerabody)
Gebruiksomgeving
Temperatuur 0 °C–40 °C
Luchtvochtigheid 85% of minder (geen condensatie)
Nominale invoer AC 100–240 V, 50/60 Hz, 0,23–0,12 A
Nominale uitvoer DC 8,4 V/1,2 A
Ondersteunde accu’s Nikon EN-EL15b oplaadbare Li-ionbatterijen
Oplaadtijd Ca. 2 uur en 35 minuten bij een
omgevingstemperatuur van 25 °C wanneer de
accu volledig leeg is
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Ca. 95 × 33,5 × 71 mm, exclusief uitstekende delen
Lengte van het netsnoer Ca. 1,5 m, indien meegeleverd
Gewicht Ca. 115 g, exclusief meegeleverde
stroomaansluiting (netsnoer of stekkeradapter)
215Technische opmerkingen
❚❚ EH-7P lichtnetlaadadapter (alleen meegeleverd met de Z 7)
De EH-7P heeft een stekkeradapter eraan bevestigd in landen of regio’s waar vereist; de vorm van de
stekkeradapter varieert afhankelijk van het land van aankoop. Probeer de stekkeradapter niet te
verwijderen, want dit kan het product beschadigen.
De symbolen op dit product geven het volgende weer:
m AC, p DC, q Klasse II-apparatuur (De constructie van het product is dubbel geïsoleerd.)
A Kennisgeving voor klanten in Europa
Distributeur (importeur voor EU-landen)
Nikon Europe B.V.
Tripolis 100, Burgerweeshuispad 101, 1076 ER Amsterdam, The Netherlands
+31-20-7099-000
Handelsregistratienummer: 34036589
❚❚ EN-EL15b oplaadbare Li-ionbatterij
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk en de specificaties van de hardware en software die in deze
handleiding worden beschreven op elk moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. Nikon
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die kan voortvloeien uit eventuele fouten in deze
handleiding.
Nominale invoer AC 100–240 V, 50/60 Hz, MAX 0,5 A
Nominale uitvoer DC 5,0 V/3,0 A, 15,0 W
Ondersteunde accu’s Nikon EN-EL15b oplaadbare Li-ionbatterijen
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Gemiddelde actieve
efficiëntie
81,80%
Efficiëntie bij lage belasting
(10 %)
72,50%
Energieverbruik in
niet-belaste toestand
0,075 W
Afmetingen (B × H × D) Ca. 65,5 × 26,5 × 58,5 mm, exclusief stekkeradapter
Gewicht Ca. 125 g, exclusief stekkeradapter
Type Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale capaciteit 7,0 V/1.900 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Ca. 40 × 56 × 20,5 mm
Gewicht Ca. 80 g, exclusief afdekkapje
216 Technische opmerkingen
A Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig
worden verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere
opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software
is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia
alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot
gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de
privacybescherming van dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software alvorens een
opslagmedium weg te werpen of aan een ander over te dragen. Een
alternatief is het medium eerst te formatteren en vervolgens geheel te vullen
met beelden zonder persoonlijke informatie (bijvoorbeeld foto’s van de
lucht). Voorkom letsel bij het fysiek vernietigen van opslagmedia.
Voordat de camera wordt afgedankt of het eigendom wordt overgedragen
aan een ander persoon, moet u ook de optie Alle instellingen terugzetten
in het setup-menu van de camera gebruiken om alle persoonlijke
netwerkinformatie te wissen.
A Ondersteunde normen
DCF-versie 2.0: De Design Rule for Camera File System (DCF) (ontwerpnormen
voor camerabestandssystemen) is een algemeen erkende norm voor
digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende
cameramerken wordt gewaarborgd.
Exif-versie 2.31: De camera ondersteunt Exif (Exchangeable Image File Format
for Digital Still Cameras (uitwisselbare beeldbestandsindeling voor digitale
fotocamera’s)) versie 2.31, een standaard waarbij informatie bij foto’s wordt
opgeslagen en wordt gebruikt voor optimale kleurreproductie wanneer de
beelden worden afgedrukt met Exif-compatibele printers.
PictBridge: Een norm die werd ontwikkeld door fabrikanten van digitale
camera’s en printers en die het mogelijk maakt foto’s rechtstreeks op een
printer af te drukken zonder ze eerst naar een computer over te zetten.
HDMI: High-Definition Multimedia Interface is een norm voor multimedia
interfaces in consumentenelektronica en AV-apparatuur waarmee
audiovisuele gegevens en stuursignalen via één kabel kunnen worden
overgebracht naar HDMI-compatibele apparaten.
217Technische opmerkingen
A Handelsmerkinformatie
CFexpress is een handelsmerk van de CompactFlash Association in de
Verenigde Staten en andere landen. NVM Express is een handelsmerk van
NVM Express Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. IOS is een
handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco Systems, Inc., in de
Verenigde Staten en/of andere landen en wordt onder licentie gebruikt.
Windows is een geregistreerd handelsmerk of een handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Mac,
macOS, OS X, Apple®, App Store®, de Apple-logo’s, iPhone®, iPad® en iPod
touch® zijn handelsmerken van Apple Inc. geregistreerd in de V.S. en/of
andere landen. Android, Google Play en het Google Play-logo zijn
handelsmerken van Google LLC. De Android-robot wordt gereproduceerd of
aangepast op basis van materiaal dat door Google is gemaakt en gedeeld, en
wordt gebruikt volgens de voorwaarden van de Creative Commons-licentie
3.0 (Naamsvermelding). Het PictBridge-logo is een handelsmerk. XQD is een
handelsmerk van Sony Corporation. HDMI, het HDMI-logo en High-Definition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van HDMI Licensing, LLC.
Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van de Wi-Fi Alliance. Het Bluetooth®-woordmerk en logo’s zijn
geregistreerde handelsmerken die eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en
elk gebruik van dergelijke merken door Nikon Corporation is onder licentie.
Alle overige handelsmerken in deze handleiding of de overige documentatie
die met uw Nikon product wordt meegeleverd, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de betreffende rechthebbenden.
Use of the Made for Apple badge means that an accessory has been
designed to connect specifically to the Apple products identified in the
badge, and has been certified by the developer to meet Apple performance
standards. Apple is not responsible for the operation of this device or its
compliance with safety and regulatory standards. Please note that the use
of this accessory with an Apple product may affect wireless performance.
218 Technische opmerkingen
A FreeType-licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The
FreeType Project (https://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
A MIT-licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2018 The
HarfBuzz Project (https://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz). Alle
rechten voorbehouden.
A Unicode® Character Database License (Unicode® Character Database)
Bij de programma's voor deze camera is ook opgenomen open-source
Unicode® Character Database-software. De licentie voor deze software kan
worden bekeken in de referentiehandleidingen voor de volgende producten
onder het kopje “Unicode® Character Database License (Unicode® Character
Database)”.
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/Z_7.html
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/Z_6.html
A AVC Patent Portfolio License
DIT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET
PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE
CODEREN IN OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii)
AVC-VIDEO TE DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER
VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN
VIDEOLEVERANCIER DIE OVER EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN. ER
WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND OF GESUGGEREERD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK. VOOR
MEER INFORMATIE KUNT U TERECHT BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE http://www.mpegla.com
A BSD License (NVM Express Driver)
De licentievoorwaarden voor de open source software die in het NVM
Express-stuurprogramma van de camera zijn opgenomen, kunnen worden
bekeken in de referentiehandleidingen voor de volgende producten onder
het kopje “BSD License (NVM Express Driver)”.
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/492/Z_7.html
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/493/Z_6.html
219
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
Dit deel omvat de objectiefhandleiding voor kopers van de NIKKOR
Z 24–70mm f/4 S-objectiefset. Merk op dat objectiefsets mogelijk
niet in alle landen en regio’s verkrijgbaar zijn.
Het objectief gebruiken
❚❚ Onderdelen van het objectief: namen en functies
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief
Gebruikshandleiding
45678
12
91011
12
3
13 14
220
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
1 Zonnekap
Zonnekappen blokkeren strooilicht dat anders
lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt. Ze
dienen ook om het objectief te beschermen.
2
Vergrendelmarkering
op zonnekap
Gebruik om de zonnekap te bevestigen.
3
Uitlijnmarkering op
zonnekap
4
Bevestigingsmarkering
voor zonnekap
Gebruik om de zonnekap te bevestigen.
5 Zoomring
Draai om in of uit te zoomen. Vergeet niet het
objectief voor gebruik uit te trekken.
6
Schaal
brandpuntsafstand
Bepaal de geschatte brandpuntsafstand wanneer
het objectief wordt in- of uitgezoomd.
7
Markering
brandpuntsafstand
8 Instelring
Autofocusstand geselecteerd: In autofocusstand kunt
u aan deze instelbare ring draaien om een
functie uit te voeren die is geselecteerd voor de
camera.
Handmatige scherpstelstand geselecteerd: Draai om
scherp te stellen.
9
Objectiefbevestigings-
markering
Gebruik wanneer het objectief op de camera
wordt bevestigd.
10
Rubberen afdichting
voor
objectiefbevestiging
11 CPU-contacten
Wordt gebruikt om gegevens naar en van de
camera over te zetten.
12
Schakelaar voor
scherpstelstand
Kies A voor autofocus, M voor handmatige
scherpstelling. Merk op dat ongeacht de gekozen
instelling, de scherpstelling handmatig moet
worden aangepast wanneer handmatige
scherpstelstand is geselecteerd met behulp van de
camerabediening.
13 Voorste objectiefdop
14 Achterste objectiefdop
221
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
❚❚ Bevestigen en verwijderen
Het objectief bevestigen
1 Schakel de camera uit, verwijder de bodydop en maak de
achterste objectiefdop los.
2 Plaats het objectief op de camerabody, houd de
bevestigingsmarkering op het objectief op één lijn met de
bevestigingsmarkering op de camerabody en draai
vervolgens het objectief naar links tot het op zijn plaats klikt.
Het objectief verwijderen
1 Schakel de camera uit.
2 Houd de objectiefontgrendelingsknop ingedrukt terwijl het
objectief naar rechts wordt gedraaid.
222
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
❚❚ Vóór gebruik
Het objectief is intrekbaar en moet voor gebruik worden
uitgetrokken. Draai aan de zoomring zoals aangeduid totdat het
objectief in de uitgetrokken positie klikt. Er kunnen alleen foto’s
worden gemaakt wanneer de markering van de brandpuntsafstand
naar een positie wijst die tussen 24 en 70 ligt op de schaal van de
brandpuntsafstand.
Draai, om het objectief in te trekken, de zoomring in tegengestelde
richting en stop zodra u de (I)-positie op de schaal voor de
brandpuntsafstand bereikt.
Als de camera wordt ingeschakeld terwijl het objectief ingetrokken
is, wordt er een waarschuwing weergegeven. Trek voor gebruik het
objectief uit.
Bij deze brandpuntsafstanden
kunnen foto’s worden
gemaakt
223
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
❚❚ De zonnekap bevestigen en verwijderen
Leg de bevestigingsmarkering op de zonnekap op één lijn (I) met
de uitlijnmarkering op de zonnekap (I) en draai vervolgens aan de
kap (w) totdat de I-markering op één lijn ligt met de
vergrendelmarkering op de zonnekap (K).
Voer, om de kap te verwijderen, bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit.
Houd de kap, bij het bevestigen of verwijderen, dichtbij het
I-symbool aan de basis en houd de kap niet te stevig vast. Wanneer
de kap niet wordt gebruikt, kan deze worden omgekeerd en op het
objectief worden bevestigd.
❚❚ Het objectief is bevestigd
De scherpstelpositie kan veranderen als u de camera uit- en
vervolgens weer inschakelt na het scherpstellen. Stel opnieuw
scherp vóór het opnemen. Als u op een vooraf geselecteerde locatie
hebt scherpgesteld terwijl u wacht op het verschijnen van het
onderwerp, is het raadzaam de camera niet uit te schakelen voordat
de foto is gemaakt.
224
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Pak of houd het objectief of de camera niet alleen vast met behulp
van de zonnekap.
Houd de CPU-contacten schoon.
Mocht de rubberen afdichting van de objectiefbevestiging
beschadigd raken, stop dan onmiddellijk het gebruik en breng het
objectief voor reparatie naar een door Nikon geautoriseerd
servicecenter.
Plaats de voorste en achterste objectiefdoppen terug wanneer het
objectief niet in gebruik is.
Om de binnenkant van het objectief te beschermen, bewaart u het
objectief niet in direct zonlicht.
Houd het objectief droog. Roesten van het interne mechanisme
kan tot onherstelbare schade leiden.
Als het objectief in extreem hete locaties wordt achtergelaten, dan
kunnen onderdelen van verstevigd plastic beschadigd raken of
krom trekken.
Snelle temperatuursveranderingen kunnen schadelijke
condensatieproblemen veroorzaken aan de binnen- en
buitenkant van het objectief. Voordat het objectief van een warme
naar een koude omgeving of vice versa wordt verplaatst, plaatst u
het in de bijbehorende tas of een plastic tas om de
temperatuurverandering te vertragen.
Wij raden u aan het objectief in de bijbehorende tas te plaatsen
om het tegen krassen te beschermen tijdens het vervoeren.
225
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
Onderhoud objectief
Verwijderen van stof is normaliter voldoende om de glazen
oppervlakken van het objectief te reinigen.
Vlekken en vingerafdrukken op fluor-gecoate objectiefelementen
kunnen worden verwijderd met behulp van een zachte, schone
katoenen doek of lensreinigingsdoekje; reinig vanuit het midden
met een ronddraaiende beweging naar buiten toe. Veeg, om
hardnekkige vlekken te verwijderen, voorzichtig schoon met een
zachte doek die licht vochtig is gemaakt met een kleine
hoeveelheid gedistilleerd water, ethanol of lensreiniger.
Druppelvormige vlekken die door dit proces op het water- en
olieafstotende oppervlak achterblijven, kunnen vervolgens met
een droge doek worden verwijderd.
Bij het reinigen van objectiefelementen die niet fluor-gecoat zijn,
verwijdert u vlekken en vingerafdrukken met een zachte, schone
katoenen doek of een lensreinigingsdoekje dat licht vochtig is
gemaakt met een kleine hoeveelheid ethanol of lensreiniger. Veeg
voorzichtig vanuit het midden in een cirkelvormige beweging
naar buiten toe en let op dat u geen vegen achterlaat of het
objectief met uw vingers aanraakt.
Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals verfverdunner of
benzeen om het objectief te reinigen.
Neutral Color (NC) -filters (apart verkrijgbaar) en dergelijke kunnen
worden gebruikt om het voorste objectiefelement te beschermen.
Als voor langere tijd geen gebruik wordt gemaakt van het
objectief, bewaar deze dan op een koele, droge locatie om
schimmel- en roestvorming te voorkomen. Bewaar niet in direct
zonlicht of met nafta- of kamfermottenballen.
226
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
Accessoires
❚❚ Meegeleverde accessoires
LC-72B 72 mm snap-on voorste objectiefdop
LF-N1 Achterste objectiefdop
HB-85 Bajonetkap
CL-C1 Objectieftas
❚❚ Compatibele accessoires
72 mm screw-on filters
D De objectieftas gebruiken
De tas is bedoeld om het objectief tegen krassen te beschermen, niet
tegen vallen of andere fysieke schokken.
De tas is niet waterdicht.
Het materiaal dat in de tas is gebruikt, kan vaal worden, uitlopen, krimpen
of van kleur veranderen bij wrijven of nat worden.
Verwijder stof met een zachte borstel.
Water en vlekken op het oppervlak kunnen met een zachte, droge doek
worden verwijderd. Gebruik geen alcohol, wasbenzine, verfverdunner of
andere vluchtige chemicaliën.
Bewaar niet in direct zonlicht of op plaatsen met hoge temperaturen of
vochtigheid.
Gebruik de tas niet om de monitor of objectiefelementen te reinigen.
Let goed op dat het objectief niet uit de tas valt tijdens het vervoeren.
Materiaal: polyester
D Filters
Gebruik slechts één filter per keer. Verwijder de zonnekap voordat u filters
bevestigt of aan circulaire polarisatiefilters draait.
227
Technische opmerkingen
NIKKOR Z 24 – 70mm f/4 S-objectief Gebruikshandleiding
Specificaties
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk, de specificaties en prestaties van dit product op elk
moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Vatting Nikon Z-vatting
Brandpuntsafstand 24–70 mm
Maximaal diafragma f/4
Objectiefconstructie 14 elementen in 11 groepen (inclusief
1 ED-objectiefelement, 1 asferisch ED-element,
3 asferische elementen, elementen met Nano
Crystal Coat en een fluor-gecoate voorste
objectiefelement)
Beeldhoek FX-formaat: 84°–34° 20´
DX-formaat: 61°–22° 50´
Schaal brandpuntsafstand Gradaties in millimeters (24, 28, 35, 50, 70)
Scherpstelsysteem Intern scherpstelsysteem
Kortste scherpstelafstand 0,3 m vanaf filmvlakmarkering bij alle
zoomposities
Diafragmalamellen 7 (ronde diafragma-opening)
Diafragmabereik f/4–22
Maat voor filters/
voorzetlenzen
72 mm (P = 0,75 mm)
Afmetingen Ca. 77,5 mm maximale diameter × 88,5 mm
(afstand vanaf objectiefbevestigingsvlak camera
wanneer objectief is ingetrokken)
Gewicht Ca. 500 g
228
Technische opmerkingen
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding
Met deze vattingadapter kunt u Nikon F-vatting NIKKOR-
objectieven op Nikon Z-vatting systeemcamera’s bevestigen. Het
kan niet op F-vatting (Nikon digitale SLR) of 1-vatting-camera’s
worden bevestigd (Nikon 1 geavanceerde camera’s met
verwisselbare objectieven) of met 1 NIKKOR-objectieven worden
gebruikt. Dit deel omvat de vattingadapterhandleiding voor kopers
van de vattingadapterset. Merk op dat vattingadaptersets mogelijk
niet in alle landen en regio’s verkrijgbaar zijn.
Merk op dat de adapter, afhankelijk van het objectief, de autofocus
of andere camerafuncties kan beperken.
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding
A Compatibele F-vattingobjectieven
Voor informatie over objectieven die op de FTZ-vattingadapter
kunnen worden bevestigd voor gebruik met Z-vattingcamera’s,
zie Compatibele F-vattingobjectieven, beschikbaar via het Nikon
Download Center:
https://downloadcenter.nikonimglib.com/nl/products/491/FTZ.html
229
Technische opmerkingen
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding
De vattingadapter
❚❚ Onderdelen van de adapter
Objectiefvatting Cameravatting
1
2
3
4
5
6
7
8
1
Nikon F-vatting (wordt aan objectief
bevestigd)
2
Objectiefsignaalcontacten
3
Objectiefbevestigingsmarkering
4
Objectiefontgrendeling
5
Statiefaansluiting
6
Adapterbevestigingsmarkering
7
Nikon Z-vatting (wordt aan camera
bevestigd)
8
CPU-contacten
230
Technische opmerkingen
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding
❚❚ Bevestigen en verwijderen
Schakel de camera uit voordat u de adapter op de camera bevestigt
of van de camera verwijdert, of voordat u objectieven op de adapter
bevestigt of van de adapter verwijdert. Kies een locatie uit direct
zonlicht en let op dat er geen stof in de apparaten kan
binnendringen. Druk niet op de objectiefontgrendeling van de
camera of adapter terwijl u objectieven bevestigt.
De adapter en het objectief bevestigen
1 Verwijder de bodydop en achterste objectiefdop van de
adapter en de bodydop van de camera.
2 Bevestig de adapter op
de camera.
Breng de
adapterbevestigings-
markering op één lijn
met de
bevestigingsmarkering
op de camerabody (q), plaats de adapter op de camera en draai
het naar links totdat deze op zijn plaats klikt (w).
3 Verwijder de achterste objectiefdop.
231
Technische opmerkingen
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding
4 Bevestig het objectief
op de adapter.
Breng de
objectiefbevestigings-
markering op één lijn
met de
objectiefbevestigings-
markering op de adapter
(e), plaats het objectief
op de adapter en draai
het naar links totdat het op zijn plaats klikt (r).
Het objectief en de adapter losmaken
1 Maak het objectief los.
Houd de
adapterontgrendelings-
knop ingedrukt (q)
terwijl u het objectief
naar rechts draait (w).
Bevestig na het
verwijderen de voorste
en achterste
objectiefdoppen op het
objectief.
2 Maak de adapter los.
Houd de camera-
ontgrendelingsknop ingedrukt
(e) terwijl u de adapter naar
rechts draait (r). Bevestig, na het
verwijderen van de adapter, de
bodydop en achterste dop op de
adapter en de bodydop op de camera.
232
Technische opmerkingen
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding
D CPU-objectieven met diafragmaringen
Selecteer het kleinste diafragma (de hoogste f/-waarde) voordat u
CPU-objectieven bevestigt die zijn uitgerust met diafragmaringen.
D Incompatibele objectieven en accessoires
De volgende objectieven en accessoires kunnen niet worden gebruikt.
Probeert u één van deze apparaten geforceerd te bevestigen, dan kan de
adapter of het objectief beschadigd raken. Individuele variatie kan andere
objectieven dan hieronder vermeld incompatibel maken; gebruik geen
kracht als u weerstand voelt wanneer u een objectief probeert te
bevestigen.
Niet-AI-objectieven
IX-NIKKOR
TC-16A AF-Teleconverter
Objectieven die de AU-1
scherpsteleenheid (400mm f/4.5,
600mm f/5.6, 800mm f/8, 1.200mm
f/11) vereisen
Fisheye (6mm f/5.6, 7,5mm f/5.6,
8mm f/8, OP 10mm f/5.6)
2,1cm f/4
K2-tussenring
180–600mm f/8 ED (serienummers
174041–174180)
360–1.200mm f/11 ED
(serienummers 174031–174127)
200–600mm f/9.5 (serienummers
280001–300490)
AF-objectieven voor de F3AF (AF
80mm f/2.8, AF 200mm f/3.5 ED,
TC-16 AF-Teleconverter)
PC 28mm f/4 (serienummer
180900 of eerder)
PC 35mm f/2.8 (serienummers
851001–906200)
PC 35mm f/3.5 (oud model)
Reflex 1.000mm f/6.3 (oud model)
NIKKOR-H Automatisch 2,8cm f/3.5
(28mm f/3.5)-objectieven met
serienummers lager dan 362000
NIKKOR-S Automatisch 3,5cm f/2.8
(35mm f/2.8)-objectieven met
serienummers lager dan 928000
NIKKOR-S Automatisch 5cm f/2
(50mm f/2)
NIKKOR-Q Automatisch 13,5cm
f/3.5 (135mm f/3.5)-objectieven
met serienummers lager dan
753000
Micro-NIKKOR 5,5cm f/3.5
Medisch-NIKKOR Automatisch
200mm f/5.6
Automatische NIKKOR-telezoom
85–250mm f/4–4.5
Automatische NIKKOR-telezoom
200–600mm f/9.5–10.5
233
Technische opmerkingen
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding
De vattingadapter gebruiken
Autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht wanneer de adapter
met een F-vatting NIKKOR-objectief wordt gebruikt. Als de camera
moeilijk kan scherpstellen, stel dan AF-veldstand in op enkelpunts
en selecteer het midden van het scherpstelveld of stel handmatig
scherp.
Met sommige objectieven werkt de vibratiereductie van de
camera mogelijk niet zoals verwacht of kan er vignettering of
verminderde perifere verlichting optreden.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Als u de adapter met objectieven zwaarder dan 1.300 g gebruikt,
ondersteun dan het objectief wanneer u de camera vasthoudt en
maak geen gebruik van de camerariem. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregelen kan de objectiefvatting van de
camera beschadigen.
Als u teleobjectieven gebruikt die zijn uitgerust met een
statiefgondel, bevestig het statief dan op de statiefgondel van het
objectief en niet op de statiefaansluiting van de adapter.
Houd de CPU- en objectiefsignaalcontacten schoon.
Houd de adapter droog. Roesten van het interne mechanisme kan
tot onherstelbare schade leiden.
Als de adapter in extreem hete locaties wordt achtergelaten, dan
kunnen onderdelen van verstevigd plastic beschadigd raken of
krom trekken.
234
Technische opmerkingen
FTZ-vattingadapter Gebruikshandleiding
Behandeling van uw adapter
Raak nooit de inwendige delen van de vattingadapter aan.
Gebruik een blaasbalgje of zacht borsteltje om stof de
verwijderen, maar let op dat u niet aan de binnenkant van de
adapter wrijft of krast.
Gebruik bij het reinigen van de adapter een blaasbalgje om stof en
pluisjes te verwijderen en veeg de adapter vervolgens schoon met
een zachte, droge doek.
Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals verfverdunner of
benzeen om de adapter te reinigen.
Als voor langere tijd geen gebruik wordt gemaakt van de adapter,
bewaar deze dan op een koele, droge locatie om schimmel- en
roestvorming te voorkomen. Bewaar niet in direct zonlicht of met
nafta- of kamfermottenballen.
Accessoires
❚❚ Meegeleverde accessoires
BF-1B Bodydop
LF-N1 Achterste objectiefdop
Specificaties
Nikon behoudt zich het recht voor het uiterlijk, de specificaties en prestaties van dit product op elk
moment te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Type Vattingadapter
Ondersteunde camera’s Nikon Z-vatting spiegelloze camera’s
Afmetingen Ca. 70 mm diameter (exclusief uitstekende
delen) × 80 mm
Gewicht Ca. 135 g
235Technische opmerkingen
De camera kan worden gebruikt met XQD- en CFexpress (Type B)-
geheugenkaarten. Kaarten met schrijfsnelheden van 45 MB/sec.
(300 ×) of hoger worden aanbevolen voor het opnemen van films;
langzamere snelheden kunnen de opname of weergave
onderbreken of schokkerige en ongelijkmatige weergave
veroorzaken. Neem voor informatie over compatibiliteit en werking
contact op met de fabrikant.
Goedgekeurde geheugenkaarten
236 Technische opmerkingen
De volgende tabel toont bij benadering het aantal foto’s dat kan
worden opgeslagen op een 64 GB Sony G-serie QD-G64E XQD-kaart
bij verschillende beeldkwaliteiten en formaatinstellingen wanneer
FX (36 × 24) is geselecteerd voor Kies beeldveld (vanaf juli 2018).
Z7:
Capaciteit geheugenkaart
Beeldkwaliteit
Beeldfor-
maat
Bestands-
grootte
1
Aantal
beelden
1
Buffercapaci-
teit
2
NEF (RAW)
Compressie zonder
verlies
12-bits
Groot 44,7 MB 748 23
Middel 31,5 MB 1.000 19
Klein 24,5 MB 1.400 19
14-bits
Groot
55,8 MB 654 19
Gecomprimeerd
12-bits 40,7 MB 1.000 23
14-bits 49,4 MB 845 19
Ongecomprimeerd
12-bits 74,1 MB 748 23
14-bits 85,1 MB 654 18
TIFF (RGB)
Groot 134,6 MB 412 21
Middel 76,5 MB 723 22
Klein 34,8 MB 1.500 25
JPEG
3
Fijn
Groot 17,2 MB 1.900 25
Middel 11,7 MB 3.200 25
Klein 6,8 MB 6.500 25
Normaal
Groot 11,8 MB 3.700 25
Middel 7,0 MB 6.400 25
Klein 3,5 MB 12.700 25
Basis
Groot 3,8 MB 7.500 25
Middel 2,6 MB 12.300 25
Klein 1,6 MB 24.100 25
237Technische opmerkingen
Z6:
1 Alle cijfers zijn bij benadering. De bestandsgrootte, en daarmee de buffercapaciteit en het aantal
beelden dat kan worden opgenomen, varieert met de opgenomen scène.
2 Maximum aantal opnamen dat kan worden opgeslagen in het buffergeheugen bij ISO 100. Kan
afnemen in bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij beeldkwaliteit gemarkeerd met een sterretje (“m”)
of als automatische vertekeningscorrectie aan is.
3 Getallen gaan uit van JPEG-compressie met grootteprioriteit. Het selecteren van een
beeldkwaliteitsoptie die is gemarkeerd met een sterretje (“m”; optimale compressie) verhoogt de
bestandsgrootte van JPEG-afbeeldingen; het aantal beelden en de buffercapaciteit nemen
omgekeerd evenredig af.
Beeldkwaliteit
Beeldfor-
maat
Bestands-
grootte
1
Aantal
beelden
1
Buffercapaci-
teit
2
NEF (RAW)
Compressie zonder
verlies
12-bits
Groot 22,5 MB 1.300 35
Middel 16,1 MB 1.900 26
Klein 12,7 MB 2.500 26
14-bits
Groot
28,2 MB 1.100 43
Gecomprimeerd
12-bits 20,4 MB 1.800 37
14-bits 24,8 MB 1.500 43
Ongecomprimeerd
12-bits 38,5 MB 1.300 33
14-bits 44,1 MB 1.100 34
TIFF (RGB)
Groot 69,3 MB 759 27
Middel 39,5 MB 1.300 31
Klein 18,4 MB 2.800 35
JPEG
3
Fijn
Groot 9,4 MB 3.400 44
Middel 6,6 MB 5.600 50
Klein 4,0 MB 10.400 51
Normaal
Groot 6,4 MB 6.700 44
Middel 3,9 MB 10.900 50
Klein 2,1 MB 19.900 51
Basis
Groot 2,3 MB 13.000 46
Middel 1,7 MB 20.800 50
Klein 1,2 MB 35.200 50
238 Technische opmerkingen
De gemiddelde lengte van filmopnamen of het aantal opnamen dat kan
worden vastgelegd met een volledig opgeladen EN-EL15b
1
-accu varieert
afhankelijk van de monitorstand. De aantallen voor foto’s
2
zijn als volgt:
Alleen zoeker: 330 opnamen (Z 7), 310 opnamen (Z 6)
Alleen monitor: 400 opnamen (Z 7), 380 opnamen (Z 6)
De aantallen voor films
3
zijn:
Alleen zoeker: 85 minuten
Alleen monitor: 85 minuten
De volgende acties kunnen de duurzaamheid van de accu verminderen:
half ingedrukt houden van de ontspanknop
herhaaldelijk bedienen van autofocus
het maken van NEF (RAW)-foto’s
lange sluitertijden
het gebruik van Wi-Fi (draadloos LAN) en Bluetooth-functies op de camera
gebruik van de camera terwijl optionele accessoires aangesloten zijn
herhaaldelijk in- en uitzoomen
Let op het volgende om er zeker van te zijn dat u uw oplaadbare Nikon
EN-EL15b accu’s optimaal benut:
Houd de accucontacten schoon. Bij vuile contacten kunnen de prestaties
van de accu afnemen.
Gebruik accu’s onmiddellijk na het opladen. Accu’s lopen leeg als ze niet
worden gebruikt.
1 U kunt ook EN-EL15a/EN-EL15 accu’s gebruiken, maar merk op dat u met één volle accu minder foto’s
kunt maken. Capaciteit varieert afhankelijk van de staat van de accu, de temperatuur, het interval
tussen opnamen en de tijdsduur dat menu’s worden weergegeven.
2 CIPA-standaard. Gemeten bij 23 °C (± 2 °C) met een NIKKOR Z 24–70mm f/4 S-objectief en een SONY
QD-G64E-geheugenkaart (gegevens actueel vanaf juli 2018) onder de volgende testomstandigheden:
één foto genomen bij standaardinstellingen om de 30 sec.
3 Gemeten bij 23 °C (± 2 °C) met de camera op standaardinstellingen, een NIKKOR Z 24-70 mm f/4 S-
objectief en een SONY QD-G64E-geheugenkaart (gegevens actueel vanaf juli 2018) onder
omstandigheden bepaald door de Camera en Imaging Products Association (CIPA). Individuele
films kunnen maximaal 29 minuten en 59 seconden duren; de opname kan stoppen voordat deze
limiet is bereikt, als de cameratemperatuur stijgt.
Duurzaamheid accu
239Technische opmerkingen
Mededelingen voor klanten in Europa
Dit symbool geeft aan dat
elektrische en
elektronische apparaten via
gescheiden inzameling
moeten worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
Dit product moet gescheiden van het
overige afval worden ingeleverd bij
een daarvoor bestemd
inzamelingspunt. Gooi dit product niet
weg als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling
helpt bij het behoud van natuurlijke
bronnen en voorkomt negatieve
gevolgen voor de menselijke
gezondheid en het milieu die kunnen
ontstaan door een onjuiste verwerking
van afval.
Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de accu/
batterij duidt aan dat de
accu/batterij afzonderlijk
moet worden ingezameld.
Het volgende is alleen van
toepassing op gebruikers in Europese
landen:
Alle accu's/batterijen, al dan niet
voorzien van dit symbool, moeten
gescheiden van het overige afval
worden ingeleverd bij een daarvoor
bestemd inzamelingspunt. Gooi dit
product niet weg als huishoudafval.
Neem voor meer informatie contact op
met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Kennisgevingen
VOORZICHTIG: ONTPLOFFINSGEVAAR ALS ACCU/BATTERIJ WORDT VERVANGEN
DOOR EEN ONJUIST TYPE. GOOI GEBRUIKTE ACCU'S/BATTERIJEN WEG VOLGENS
DE INSTRUCTIES.
240 Technische opmerkingen
Dit product valt onder de United States Export Administration Regulations (EAR).
Toestemming van de regering van de Verenigde Staten is niet vereist voor export
naar andere landen dan de hier vermelde landen waarvoor op het moment van
schrijven een embargo of speciale controles gelden: Cuba, Iran, Noord-Korea,
Soedan en Syrië (lijst onderhevig aan veranderingen).
Het gebruik van draadloze apparaten kan verboden zijn in sommige landen of
regio’s. Neem contact op met een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger alvorens gebruik te maken van de draadloze functies
van dit product buiten het land van aankoop.
De Bluetooth-zender in dit apparaat werkt in de 2,4 GHz band.
Kennisgevingen voor klanten in Europa
Hierbij verklaart Nikon Corporation dat de radioapparatuurtypen Z 7
en Z 6 overeenkomen met Richtlijn 2014/53/EU.
De volledige teksten van de EU-conformiteitsverklaring zijn
beschikbaar op de volgende internetadressen:
Z7: https://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_N1710.pdf
Z6: https://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_N1711.pdf
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloos LAN)
241Technische opmerkingen
Beveiliging
Hoewel één van de voordelen van dit product is dat anderen vrijelijk verbinding
kunnen maken om overal draadloze gegevens uit te wisselen binnen het
betreffende bereik, kan het volgende zich voordoen als de beveiliging niet is
ingeschakeld:
Gegevensdiefstal: Kwaadwillige personen kunnen draadloze transmissies
onderscheppen om gebruiker-id’s, wachtwoorden en ander persoonlijke
informatie te stelen.
Onbevoegde toegang: Onbevoegde gebruikers kunnen toegang krijgen tot het
netwerk en gegevens wijzigen of andere kwaadwillige acties uitvoeren. Door het
ontwerp van draadloze netwerken kunnen gespecialiseerde aanvallen
onbevoegde toegang mogelijk maken, zelfs wanneer de beveiliging is
ingeschakeld.
Onbeveiligde netwerken: Verbinding maken met open netwerken kan leiden tot
ongeautoriseerde toegang. Gebruik alleen beveiligde netwerken.
A Conformiteitsmarkering
De normen waaraan de camera voldoet, kunnen worden bekeken met
behulp van de optie Conformiteitsmarkering in het setup-menu.
242 Technische opmerkingen
Symbolen
b (Automatisch stand).............41, 45, 72
P (Automatisch programma) .........72, 73
S (Sluitertijdvoorkeuze)....................72, 73
A (Diafragmavoorkeuze)..................72, 74
M (Handmatig) ....................................72, 75
U1/U2/U3 .................................................72, 77
U (Enkel beeld).........................87, 90, 114
V (Continu L) ................................87, 114
W (Continu H) ............................... 87, 114
X (Continu H (uitgebreid)) ..... 88, 114
E (Zelfontspanner) .................88, 90, 114
3 (Precisie-AF)................................ 54, 116
d (Enkelpunts AF) ...............54, 116, 124
e (Dynamisch veld-AF) .............. 55, 116
f (Breedveld-AF (klein))...55, 116, 124
g (Breedveld-AF (groot)) .55, 116, 124
h (Automatisch veld-AF)..56, 116, 124
L (Matrix) ................................................. 111
M (Centrumgericht)..............................111
N (Spot) .................................................... 111
t (Op hoge lichten gerichte lichtm.)...
111
J (Rode-ogenreductie) ...................110
L (Synchronisatie m. lange
sluitertijd)................................................110
M (Synchronisatie op tweede
gordijn).................................................... 110
E (Belichtingscorrectie) .........................85
K-knop ........................................................49
O-knop..........................................................51
G-knop ....................................................18
c (E)-knop ................................................87
S-knop..............................................82, 84
W (Q)-knop ................................................20
i-knop ...................................................21, 95
J-knop.........................................................18
I (Scherpstelaanduiding).....................62
c (Flitsgereedaanduiding).................. 185
t-pictogram ..............................................40
Cijfers
1 : 1 (24 × 24)........................................... 109
16 : 9 (36 × 20)......................................... 109
5 : 4 (30 × 24)........................................... 109
A
Aangepaste knoptoewijzing ................24
Aanpassen i-menu................................22
Aanraakbediening.............................10, 60
Aanraakscherm ..................................10, 60
Aanraaksluiter.....................................10, 60
Aantal opnamen .................................... 238
Accessoire-aansluiting......................... 212
Accessoires .............................................. 186
Accu.....................................28, 32, 186, 215
Accuniveau .................................................34
Actieve D-Lighting .......................113, 123
AE-vergrendeling ..............................92, 93
AF ...................................................................52
AF-C ..............................................53, 116, 124
AF-F ....................................................... 53, 124
AF-hulp.........................................................43
AF-ON-knop...................................................17
AF-S ..............................................52, 116, 124
Afstandsbedieningskabel............ 80, 187
AF-veldstand ...........................54, 116, 124
AF-vergrendeling ..............................92, 93
Autofocus....................................................52
Autom inst ISO-gevoeligheid...............84
Automatisch (Picture Control instellen)
97
Automatisch (Witbalans) ............. 65, 101
Automatisch daglicht (Witbalans).....65,
101
Automatisch programma ......................73
Automatisch schakelen............................ 9
Automatisch veld-AF............56, 116, 124
B
Batterijlader ...................................... 28, 214
Bedieningspaneel..............................5, 180
Index
243Technische opmerkingen
Beeldformaat...........................................109
Beeldformaat/beeldsnelheid ............119
Beeldkwaliteit .........................................107
Beeldsensor ............................... 2, 194, 200
Beeldsensor reinigen............................ 194
Beeldsnelheid...................................88, 119
Beeldveld .........................................109, 122
Belichting............................................. 76, 85
Belichtingsaanduiding........................... 76
Belichtingscorrectie................................ 85
Belichtingsvergrendeling .............. 92, 93
Bewolkt (Witbalans).......................65, 101
Bodydop............................................. 36, 187
Brandpuntsafstand ............................... 222
Breedveld-AF...........................55, 116, 124
Buffergeheugen ....................................... 89
Bulb............................................................... 80
C
Camera Control Pro 2...........................189
Capaciteit geheugenkaart..................236
Capture NX-D ............................................ 70
Centrumgericht......................................111
CHARGE (OPLADEN)-lampje.................. 29, 30
Compatibele objectieven ................... 204
Continu........................................ 87, 90, 114
Continu H........................................... 87, 114
Continu H (uitgebreid)..................88, 114
Continu L ........................................... 87, 114
Continue ontspanstand ........87, 90, 114
CPU-contacten........................................220
Creatief Verlichtingssysteem (CVS) .181
Creatieve Picture Control...................... 97
D
Datum en tijd ............................................ 39
Datumnotatie............................................ 40
DCF.............................................................. 216
De accu opladen ...................................... 28
Diafragma................................................... 74
Diafragmavoorkeuze.............................. 74
Dierengezichts-/oogherkenning AF. 58
Dioptrieregelaar..........................................8
Direct zonlicht (Witbalans)..........65, 101
DISP-knop .....................................................15
Downloadcentrum..................................... ii
Draadloze afstandsbediening........... 188
Draadloze zender (WT-7) .................... 187
Druk de ontspanknop half in ...............43
Druk de ontspanknop volledig in.......44
Duurzaamheid accu.............................. 238
DX................................................................ 109
DX-formaat .............................................. 122
Dynamisch veld-AF........................ 55, 116
E
Elektronische VR .................................... 123
Enkel beeld ................................ 87, 90, 114
Enkelpunts AF.........................54, 116, 124
Exif............................................................... 216
Externe microfoon .......................121, 189
F
Fijnafstelling witbalans ....................... 102
Film bewerken...........................................50
Filmkwaliteit............................................ 119
Filmopnameknop.....................................46
Filmopnamemenu ................................ 135
Films ............................................. 45, 49, 117
Films bijsnijden .........................................50
Filmvlakmarkering ...................................63
Filtereffecten........................................... 100
Flexibel programma ................................73
Flitser.................................................110, 181
Flitsgereedaanduiding ........................ 185
Flitslicht (Witbalans) ...................... 65, 101
Flitsstand .................................................. 110
Flitswaardevergrendeling .................. 184
Fn1-knop.......................................................24
Fn2-knop.......................................................24
Formaat..................................................... 109
Foto’s beveiligen ......................................71
Foto-/filmselector..............................41, 45
Foto-opnamemenu .............................. 127
Foutmeldingen..............................166, 168
Functieknoppen........................................24
FX........................................................109, 122
244 Technische opmerkingen
G
Gebruikersinstell. terugzetten .............78
Gebruikersinstellingen ...........................77
Gebruikersinstellingen opslaan...........77
Geheugenkaart.......................32, 235, 236
Gelijkmatig (Picture Control instellen)..
97
Gevoeligheid..............................................82
Gezichtsherkenning AF ..........................57
Gloeilamplicht (Witbalans).......... 65, 101
H
Handelsmerkinformatie ......................217
Handmatig ..................................................75
Handmatige scherpstelling.53, 62, 116,
124
Handmatige voorinstelling (Witbalans)
66, 101, 104
HDMI ..........................................................216
HDMI-kabel ..............................................187
Help ...............................................................20
Het objectief bevestigen........................36
Het objectief van de camera
verwijderen...............................................37
Hi.....................................................................82
Histogram.............................................15, 16
Hoge lichten ..................................... 63, 111
Hoofdinstelschijf.......................................17
Hoofdschakelaar .......................................38
Huidig beeld wissen ................................51
I
i-DDL...........................................................181
Informatiescherm ........................... 15, 174
Instelring............................................ 62, 220
Instelschijf....................................................17
ISO-gevoeligheid ......................................82
J
JPEG............................................................107
K
Kabelklem.................................................190
Kantelmonitor.............................................. 3
Kies beeldveld................................109, 122
Kies kleurtemperatuur (Witbalans) ...66,
101, 103
Kleinste diafragma ................................ 232
Kleurtemperatuur........................... 66, 103
Klok.........................................................38, 40
Klokbatterij .................................................40
L
L (groot)..................................................... 109
Landschap (Picture Control instellen)....
97
Levendig (Picture Control instellen)..97
Lichtmeting ............................................. 111
Lichtnetadapter ............................186, 191
Lichtnetlaadadapter... 29, 186, 203, 215
Lo....................................................................82
M
M (middel)................................................. 109
Matrixmeting .......................................... 111
Maximaal diafragma............................. 185
Maximale gevoeligheid..........................84
Menulijst ................................................... 125
MF.................................................53, 116, 124
Microfoon........................................121, 189
Microfoongevoeligheid ...................... 121
Mijn menu................................................ 158
Miniatuur.....................................................12
Monitor...........................................6, 10, 171
Monitorflits vooraf ................................ 184
Monitorstandknop..................................... 8
Monochroom (Picture Control
instellen) ....................................................97
Multi-selector.............................................18
N
NEF (RAW) ................................................ 107
Neutraal (Picture Control instellen) ...97
O
Objectief ............................................ 36, 219
Objectiefbevestigingsmarkering........36
245Technische opmerkingen
Objectiefvatting ....................................... 36
Oculairkapje van de zoeker................188
Onderwerp-tracking............................... 59
Online handleiding ...............................125
Ontgrendelingsknop van standknop72
Ontspanknop ..................................... 43, 44
Ontspanstand ..................................87, 114
Oogherkenning AF.................................. 57
Oogsensor .....................................................8
Op hoge lichten gericht ......................111
Oplaadbare Li-ionbatterij ...28, 186, 215
P
Persoonlijke instellingen.....................141
PictBridge .................................................216
Picture Control instellen........................ 97
Picture Controls........................................ 97
Portret (Picture Control instellen)...... 97
Precisie-AF......................................... 54, 116
Prioriteit aan zoeker...................................9
Problemen en oplossingen................160
Problemen oplossen............................. 159
Productserienummer................................4
R
Recente instellingen.............................158
Resterende opnamen............................. 34
Retoucheermenu...................................156
RGB..............................................................107
Rode-ogenreductie...............................110
S
S (klein).......................................................109
Schaal brandpuntsafstand .................222
Schaduw (Witbalans)............................ 101
Schermvullende weergave ........... 11, 49
Scherpstelaanduiding............................ 62
Scherpstelpunt ......................................... 92
Scherpstelstand......................52, 116, 124
Scherpstelvergrendeling ............... 92, 93
Secundaire instelschijf ........................... 17
Secundaire selector.......................... 17, 92
Setup-menu.............................................150
Slow-motionfilms ..................................120
Sluitertijd ..............................................73, 75
Sluitertijdvoorkeuze ................................73
Smartapparaat................................. 40, 112
SnapBridge .................................................40
Snelle verscherping .............................. 100
Specificaties............................................. 204
Spot ............................................................ 111
Standaard (Picture Control instellen)97
Standaard i-DDL-invulflits.................. 181
Standaardinstellingen ......................... 159
Standaardinstellingen herstellen .... 159
Stand-by-timer ..........................................44
Standknop...................................................72
Statief............................................................80
Stil fotograferen........................................68
Stroomaansluiting........................186, 191
Synchronisatie met lange sluitertijd.......
110
Synchronisatie op het tweede gordijn ..
110
T
Taal (Language).........................................38
Tekst invoeren ...........................................13
TIFF (RGB) ................................................. 107
Tijd .................................................................80
Tijdzone .......................................................39
Tijdzone en datum...................................39
Tl-licht (Witbalans) ......................... 65, 101
V
Vattingadapter ....................................... 228
Vegen............................................................11
Vergrendeling automatische
belichting ...........................................92, 93
Vibratiereductie ..................................... 115
ViewNX-i ......................................................70
Virtuele horizon..................................15, 16
Volume .........................................................50
W
WB (Witbalans) ................................ 64, 101
Weergave .............................................11, 49
Weergavemenu...................................... 125
246 Technische opmerkingen
Wi-Fi............................................................ 112
Wissen...........................................................51
Witbalans........................................... 64, 101
X
XQD-geheugenkaart ............................ 235
Z
Zelfde als foto-instellingen ................117
Zelfontspanner......................... 88, 90, 114
Zoeker....................................................8, 177
Zoekerbeeldscherpte................................ 8
Zoekeroculair ......................................8, 188
Zomertijd.....................................................39
Zoomweergave .........................................12
247Technische opmerkingen
248 Technische opmerkingen
249Technische opmerkingen
250 Technische opmerkingen
251Technische opmerkingen
Beste Nikon-klant,
Hartelijk bedankt voor uw aanschaf van dit Nikon-product. In het
geval dat uw Nikon-product onder garantie moet worden
gerepareerd, dient u contact op te nemen met de leverancier waar u
het product hebt gekocht of een lid van ons servicenetwerk binnen
de verkoopregio van Nikon Europe B.V. (bijv. Europa/Rusland/
overige). Ga voor meer informatie naar:
https://www.europe-nikon.com/support
We raden u aan om de gebruikershandleiding aandachtig te lezen
voordat u contact opneemt met de leverancier of ons
servicenetwerk om onnodig ongemak te voorkomen.
De garantie van uw Nikon-apparatuur dekt productiefouten
gedurende één vol jaar na de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Als het product gedurende deze garantieperiode defect
blijkt te zijn vanwegeondeugdelijk materiaal of een productiefout,
zal ons servicenetwerk binnen de verkoopregio van Nikon Europe
B.V. het product repareren volgens de hieronder beschreven
voorwaarden en bepalingen, zonder dat hiervoor kosten voor
arbeid of onderdelen in rekening worden gebracht. Nikon behoudt
zich het recht voor om (naar eigen goeddunken) het product te
vervangen of te repareren.
1. De garantie is slechts geldig wanneer het ingevulde
garantiebewijs en de originele factuur of bon waarop
aankoopdatum, type van het product en naam van de verkoper
vermeld zijn, samen met het product getoond kunnen worden.
Nikon behoudt zich het recht voor gratis reparatie te weigeren
wanneer bovenstaande documenten niet getoond kunnen
worden of wanneer de informatie erin incompleet of onleesbaar
is.
Garantievoorwaarden - Nikon Europees
garantiebewijs
252 Technische opmerkingen
2. Onder de garantie vallen niet:
noodzakelijk onderhoud of reparatie dan wel vervanging van
delen als gevolg van normale slijtage;
modificaties om de gebruiksmogelijkheden van het product,
als beschreven in de gebruiksaanwijzing, uit te breiden, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon;
vervoerskosten en elk risico van het vervoer dat direct of
indirect is verbonden aan de garantie van de producten;
alle schade als gevolg van veranderingen of aanpassingen van
het product, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Nikon, om te voldoen aan de locale of nationale normen
die gelden in elk ander land dan dat waarvoor het product
oorspronkelijk was ontworpen en/of gefabriceerd;
3. De garantie zal niet van toepassing zijn in het geval van:
schade als een gevolg van foutief gebruik waarbij inbegrepen
maar niet beperkt tot het niet gebruiken van het product voor
de gebruikelijke doeleinden of volgens de gebruiksaanwijzing
voor juist gebruik en onderhoud, en de installatie of het
gebruik van het product waarbij de veiligheidsnormen die van
kracht zijn in het land waar het product wordt gebruikt niet
worden gehanteerd;
schade als een gevolg van ongelukken waarbij inbegrepen
maar niet beperkt tot bliksem, water, vuur, misbruik of
verwaarlozing;
verandering, uitwissing, onleesbaarheid of verwijdering van
model- of serienummer op het product;
schade als een gevolg van reparaties of aanpassingen
uitgevoerd door niet erkende serviceorganisaties of personen;
defecten in het systeem waarin het product is ingebouwd of
waarmee het wordt gebruikt;
253Technische opmerkingen
4. Dit garantiebewijs heeft geen betrekking op de wettelijke
rechten van de consument volgens de toepasselijke nationale
wetten die van kracht zijn, noch op het wettelijk recht van de
consument tegenover de verkoper voortkomend uit zijn/haar
koop/aanschaf-contract.
Mededeling: Een overzicht van alle erkende Nikon
onderhoudsdiensten vindt u online via deze koppeling
(URL = https://www.europe-nikon.com/service/).
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk
(behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen)
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van
NIKON CORPORATION.
Nikon Z 7
Nikon Z 6
AMA16950
Gedrukt in Europa
SB0C03(1F)
6MOA161F-03
Deze handleiding is voor camerafirmware versies 3.00 of
hoger.
De meest recente versie van de camerafirmware is
beschikbaar voor downloaden via het Nikon Download
Center.
Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera
gebruikt.
Om correct gebruik van de camera te verzekeren, vergeet
niet “Voor uw Veiligheid” te lezen (pagina ix).
Bewaar deze handleiding na het lezen op een
gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.
DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding (met garantie)
Nl
Nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272

Nikon Z 6 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor