Knoppen en
aansluitingen
BATTERY/CHARGE-indicator
Licht op, knippert of wordt uitgeschakeld afhankelijk van de
status van het systeem.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk
"Aanduidingen van de BATTERY/CHARGE-indicator".
N-markering
Raak deze markering aan om via Bluetooth verbinding te
maken met een smartphone die NFC ondersteunt.
(bellen)-knop
Druk hierop om te bellen of het systeem te bedienen tijdens
het bellen.
Knoppen VOLUME −/+
Regelt het volume.
Verlichtingslamp
Licht op in een waaier aan kleuren afhankelijk van de status
van het systeem. Raadpleeg voor meer informatie het
hoofdstuk "Aanduidingen van de verlichtingslamp".
Microfoon
Deze wordt gebruikt tijdens een oproep.
Standaard
Open deze om het systeem te gebruiken.
DC IN 15 V-aansluiting
Voor aansluiting van de bijgeleverde netvoedingsadapter.
AUDIO IN-aansluiting
Hierop wordt de hoofdtelefoonaansluiting aangesloten van
een draagbaar audioapparaat, computer, enz. met behulp
van een verbindingskabel (niet bijgeleverd).
BLUETOOTH STANDBY-schakelaar
Schakelt de Bluetooth-stand-bymodus in en uit.
RESET-knop
Hiermee reset u het systeem.
DC OUT ONLY-connector (USB)
Laadt apparaten op zoals uw smartphone, enz. door ze aan
te sluiten op de DC OUT ONLY-connector (USB-connector).
SOUND-knop
Druk hierop om een geluidseffect te selecteren.
SOUND-indicator
Licht op afhankelijk van de instelling van het geluidseffect.
AUDIO IN-knop
Druk hierop om naar het geluid te luisteren van een
apparaat dat via een verbindingskabel (niet bijgeleverd) is
aangesloten.
AUDIO IN-indicator (amberkleurig)
Licht op in AUDIO IN-modus.
BLUETOOTH-PAIRING-knop
Druk hierop om het systeem te koppelen met een Bluetooth-
apparaat.
Bluetooth-indicator (blauw)
Licht op, knippert of wordt uitgeschakeld afhankelijk van de
communicatiestatus.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk
"Statusaanduidingen van de Bluetooth-indicator".
/-knop
Schakelt het systeem in/uit.
Aanduidingen van de BATTERY/
CHARGE-indicator (interne lithium-
ionbatterij)
Status BATTERY/CHARGE-indicator
Systeem ingeschakeld Licht op (groen) (alleen als
de batterij wordt gebruikt)
Batterij moet worden
opgeladen
Knippert (groen)
Batterij wordt opgeladen
Licht op (amberkleurig)
Opladen beëindigd
Uit
Aanduidingen van de verlichtingslamp
Status Verlichtingslamp
AUDIO IN-modus Licht op (wit)
Zoeken naar apparaat
Licht op (wit)
Verbindt zich met een
Bluetooth-apparaat
Licht op (blauw)
Op de knoppen VOLUME −/+
drukken
Knippert eenmaal (wit)
Wanneer het volume op
maximum of minimum staat
Knippert driemaal (wit)
Tip
Om de verlichting in/uit te schakelen, houdt u de
BLUETOOTH-PAIRING-knop ingedrukt en houdt u vervolgens de
/-knop ingedrukt.
Statusaanduidingen van de Bluetooth-
indicator
Status Bluetooth-indicator (blauw)
Koppelen met bronapparaat Knippert snel
Zoeken naar apparaat Knippert
Verbonden met een
apparaat
Gaat branden
Bluetooth-stand-bymodus
Knippert traag
De standaard openen
Het systeem staat op zichzelf door de standaard te openen.
De standaard sluiten
Sluit de standaard in de tegenovergestelde richting van de
pijl.
Nederlands Systeem voor personal audio
Deze gebruiksaanwijzing vóór gebruik van het systeem
zorgvuldig doorlezen en goed bewaren.
Auteursrechten en licenties
Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn het eigendom
van Bluetooth SIG, Inc. en Sony Corporation gebruikt deze
items onder licentie.
De markering N is een handelsmerk of een gedeponeerd
handelsmerk van NFC Forum, Inc. in de Verenigde Staten en
andere landen.
Android is een handelsmerk van Google Inc.
iPhone is en handelsmerk van Apple Inc. in de V.S. en andere
landen.
Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van
hun respectieve eigenaren.
Voorzorgsmaatregelen
Informatie voor het gebruik van een mobiele
telefoon
Voor meer informatie over binnenkomende gesprekken op
uw mobiele telefoon terwijl u geluid afspeelt via de
Bluetooth-verbinding, moet u de gebruiksaanwijzing van
uw mobiele telefoon raadplegen.
Veiligheidsinformatie
Opmerkingen betreffende de netvoedingsadapter
Schakel vóór het aansluiten of loskoppelen van de
netvoedingsadapter eerst het systeem uit. Doet u dit niet,
dan kan het systeem defect raken.
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde netvoedingsadapter.
Gebruik geen andere netvoedingsadapters om schade aan
het systeem te voorkomen.
Polariteit van de stekker
Sluit de netvoedingsadapter aan op een stopcontact in de
buurt. Trek bij een probleem de netvoedingsadapter
onmiddellijk uit het stopcontact.
Plaats de netvoedingsadapter niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenkast of inbouwkast.
Om brand en elektrische schokken te voorkomen, mag u de
netvoedingsadapter niet blootstellen aan waterdruppels of
waterspatten en mag u geen voorwerpen die gevuld zijn
met vloeistof (bv. een vaas) op de netvoedingsadapter
plaatsen.
Installatie
De luidspreker niet op een hellend vlak plaatsen.
Het systeem niet in de buurt van een warmtebron, in direct
zonlicht, in een extreem stoffige of vochtige ruimte of in de
regen plaatsen en niet blootstellen aan mechanische
schokken.
Gebruik
Voer geen kleine voorwerpen, enz. in de aansluitingen of
ventilatiegaten aan de achterkant van het systeem. Het
systeem kan kortsluiten of defect raken.
Reiniging
De behuizing niet reinigen met alcohol, benzine of thinner.
Overige
Bij vragen of problemen met betrekking tot dit systeem die
niet in deze handleiding aan bod komen, kunt u contact
opnemen met de Sony-dealer bij u in de buurt.
Het systeem in- en
uitschakelen/Het
systeem opladen
Dit systeem kan werken via de netvoedingsadapter of met de
interne lithium-ionbatterij (oplaadbaar). Laad de batterij op
voordat u het systeem voor de eerste keer gebruikt.
1 Sluit de bijgeleverde netvoedingsadapter
aan.
De BATTERY/CHARGE-indicator (amberkleurig) licht op
wanneer de batterij wordt opgeladen en dooft wanneer
het opladen is beëindigd. Het duurt ongeveer 4 uur om de
batterij op te laden.
2 Druk op de /-knop.
Tip
U kunt het systeem op de batterij laten werken in plaats van via
de netvoedingsadapter door het systeem vóór gebruik op te
laden.
Opmerkingen
Wanneer de BATTERY/CHARGE-indicator knippert zoals
hieronder beschreven, moet u het systeem opladen. In deze
gevallen kunt u geen apparaten opladen via de DC OUT
ONLY-connector.
Flikkert (groen) (de batterij is bijna leeg).
Flikkert (amberkleurig) en dooft vervolgens na het systeem in
te schakelen (de batterij is leeg).
Wanneer u de stroombron schakelt tussen
netvoedingsadapter en batterij door de
netvoedingsadapter aan te sluiten of los te koppelen, stopt
de geluidsuitvoer van het systeem even. Dit is geen storing.
Het maximale uitgangsvermogen is lager wanneer de
netvoedingsadapter losgekoppeld is.
In een extreem koude of warme omgeving moet u met de
volgende zaken rekening houden.
Wanneer u met de netvoedingsadapter werkt, kan het
opladen te snel beëindigd worden of helemaal niet mogelijk
zijn.
Wanneer alleen de batterij wordt gebruikt, kan het systeem
stoppen zodra de BATTERY/CHARGE-indicator drie keer
(groen) knippert.
Laad de batterij ten minste tweemaal per jaar op.
Door herhaald opladen daalt de capaciteit van de batterij
na verloop van tijd. Wanneer de levensduur van de batterij
zakt tot de helft van de normale levensduur, zelfs na
volledig te zijn opgeladen, neemt u contact op met de
dichtstbijzijnde Sony-verdeler om de batterij te vervangen.
Het systeem resetten
Druk met een puntig voorwerp op de RESET-knop aan de
achterkant van het systeem als de knoppen op het systeem
niet werken.
Draadloos verbinding
maken met een
Bluetooth-apparaat
U kunt de Bluetooth-functie gebruiken om draadloos muziek
te beluisteren en handenvrij te bellen met het systeem.
Kies uit de volgende drie verbindingsmethodes de methode
die het meest geschikt is voor het Bluetooth-apparaat.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor meer
informatie over de bediening ervan.
Koppelen met een Bluetooth-apparaat:
zie
Patroon A
Bluetooth-apparaten moeten eerst met elkaar gekoppeld
worden.
Verbinding maken met een gekoppeld
apparaat: zie
Patroon B
Raadpleeg dit patroon voor het beluisteren van muziek via
een Bluetooth-apparaat dat al gekoppeld is.
Verbinding maken met een smartphone via
aanraking (NFC):
zie
Patroon C
Als u een smartphone gebruikt die NFC ondersteunt, kunt u
een Bluetooth-verbinding instellen door het systeem ermee
aan te raken.
Controleer de volgende punten voordat u het systeem gaat
gebruiken.
Het systeem en het apparaat bevinden zich niet meer dan
1 m uit elkaar.
Het systeem is aangesloten op de netvoedingsadapter of
de batterij is voldoende opgeladen.
U hebt de gebruiksaanwijzing van het apparaat bij de hand.
–
–
–
–
Wat is draadloze
Bluetooth-technologie?
Draadloze Bluetooth-technologie is een draadloze technologie
voor korte afstand waarmee draadloze datacommunicatie
tussen digitale diensten mogelijk is, zoals een computer en
een digitale camera. Draadloze Bluetooth-technologie werkt
op een afstand van ongeveer 10 m.
Meestal wordt een verbinding tussen twee apparaten tot
stand gebracht, maar het is ook mogelijk om een apparaat
met meerdere apparaten tegelijk te verbinden.
Voor de verbinding is geen kabel nodig en de apparaten
hoeven niet tegenover elkaar te staan zoals bij
infraroodcommunicatie. De technologie werkt bijvoorbeeld
ook als het apparaat in uw zak of in een tas zit.
De Bluetooth-standaard is een internationale standaard die
wereldwijd door duizenden bedrijven wordt ondersteund en
die wereldwijd door diverse bedrijven wordt toegepast.
Communicatiesysteem en compatibele
Bluetooth-profielen van het systeem
Een profiel is de standaardisering van de functie van iedere
Bluetooth-apparaatspecificatie. Het systeem ondersteunt de
volgende Bluetooth-versie en -profielen:
Communicatiesysteem:
Bluetooth-specificatie versie 3.0
Compatibele Bluetooth-profielen:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile): verzenden en
ontvangen van audiocontent van hoge kwaliteit.
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile): het volume
regelen.
HSP (Headset Profile): bellen/de telefoon bedienen.
HFP (Hands-free Profile): bellen/de telefoon handsfree
bedienen.
Maximaal communicatiebereik
Gebruik Bluetooth-apparaten binnen een straal van 10 meter
(zichtlijn) van het systeem.
Het maximale communicatiebereik kan in de volgende
gevallen kleiner zijn.
Er bevindt zich een obstakel, zoals een persoon, een
metalen voorwerp of een muur tussen het systeem en het
Bluetooth-apparaat.
Er wordt een draadloos LAN-apparaat gebruikt in de buurt
van het systeem.
Er wordt een magnetron gebruikt in de buurt van het
systeem.
Er wordt een apparaat dat elektromagnetische straling
voortbrengt, gebruikt in de buurt van het systeem.
Verstoring door andere apparaten
Omdat Bluetooth-apparatuur en draadloze LAN (IEEE802.11b/
g) gebruikmaken van dezelfde frequentie, kunnen
microgolfstoringen optreden die de communicatie vertragen,
ruis veroorzaken of de verbinding verstoren als het systeem in
de buurt van een draadloos LAN-apparaat wordt gebruikt.
Neem in dat geval één van de volgende maatregelen.
Plaats het systeem ten minste 10 meter uit de buurt van
een draadloos LAN-apparaat.
Als het systeem binnen een straal van 10 meter van een
draadloos LAN-apparaat wordt gebruikt, schakel het
draadloos LAN-apparaat dan uit.
Verstoring van andere apparaten
De microgolven die worden voortgebracht door een
Bluetooth-apparaat kunnen de werking van bepaalde
elektronische medische apparatuur verstoren. Om ongevallen
te voorkomen dient u het systeem en andere Bluetooth-
apparatuur op de volgende plaatsen uit te schakelen.
op plaatsen waar ontvlambaar gas aanwezig is zoals
ziekenhuizen, treinen, vliegtuigen en tankstations
in de buurt van automatische deuren en
brandalarminstallaties
Opmerkingen
Om de Bluetooth-functie te kunnen gebruiken, moet het
Bluetooth-apparaat waarmee verbinding wordt gemaakt,
hetzelfde profiel hebben als het systeem.
Zelfs als de profielen van het apparaat en het systeem met
elkaar overeenkomen, kunnen de functies, afhankelijk van
de specificaties, onderling verschillen.
Als gevolg van de eigenschappen van de draadloze
Bluetooth-technologie loopt het geluid dat wordt
weergegeven door het systeem enigszins achter op het
geluid dat wordt afgespeeld op het Bluetooth-apparaat
wanneer gelijktijdig wordt getelefoneerd en muziek wordt
afgespeeld.
Dit systeem ondersteunt beveiligingsfuncties die
overeenkomen met de Bluetooth-standaard om een veilige
verbinding te garanderen tijdens het gebruik van de
draadloze Bluetooth-technologie. Afhankelijk van de
instellingen kan de beveiliging echter ontoereikend zijn.
Wees altijd voorzichtig als u via draadloze Bluetooth-
technologie communiceert.
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor het
lekken van informatie tijdens Bluetooth-communicatie.
Een apparaat met Bluetooth-functie moet voldoen aan de
Bluetooth-standaard die is opgesteld door Bluetooth SIG en
moet worden geverifieerd. Zelfs wanneer het apparaat
waarmee een verbinding tot stand is gebracht aan de
bovengenoemde Bluetooth-standaard voldoet, kan
verbinding met sommige apparaten onmogelijk zijn of
werken sommige apparaten mogelijk niet goed, afhankelijk
van de functies of specificaties van het apparaat.
Op sommige Bluetooth-apparaten die zijn verbonden met
het systeem, met de communicatie-omgeving of met de
bedrijfsomgeving kan ruis optreden of kan het geluid
wegvallen.
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Patroon A
Koppelen en verbinding maken
met een Bluetooth-apparaat
1 Schakel het systeem in.
De Bluetooth-indicator (blauw) knippert.
Als de AUDIO IN-indicator (amberkleurig) oplicht, drukt u
op de BLUETOOTH-PAIRING-knop.
2 Schakel de Bluetooth-functie van het
Bluetooth-apparaat in.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het apparaat
voor meer informatie.
3 Houd de BLUETOOTH-PAIRING-knop op het
systeem ingedrukt tot u twee pieptonen
hoort.
De Bluetooth-indicator (blauw) begint snel te knipperen
en de koppelingsstand wordt geactiveerd.
Tip
Als het systeem voor het eerst wordt ingeschakeld, begint
de Bluetooth-indicator (blauw) snel te knipperen.
Knippert snel
4 Voer de koppelingsprocedure uit vanaf het
Bluetooth-apparaat om het systeem te
detecteren.
5 Selecteer "SRS-BTX500" op het scherm van
het Bluetooth-apparaat.
Als "SRS-BTX500" niet wordt weergegeven op het scherm
van het apparaat, herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
Opmerking
Op sommige apparaten kan de lijst met gedetecteerde
apparaten niet worden weergegeven.
6 Als u een toegangscode* moet invoeren op
het scherm van het Bluetooth-apparaat, voer
dan "0000" in.
De Bluetooth-verbinding wordt ingesteld en de Bluetooth-
indicator (blauw) op het systeem blijft branden.
* Deze code kan ook "Toegangssleutel", "PIN-code", "PIN-
nummer" of "Wachtwoord" worden genoemd.
Tip
Om te koppelen met andere
Bluetooth-apparaten, herhaalt u
voor ieder apparaat stap 2 tot en met 6.
Opmerkingen
Na ongeveer 5 minuten wordt de koppelingsstand van het
systeem geannuleerd en begint de Bluetooth-indicator (blauw)
te knipperen. Als de koppelingsstand tijdens het uitvoeren van
deze procedure wordt geannuleerd, begint u opnieuw vanaf
stap 3.
De toegangscode van het systeem is standaard ingesteld als
"0000". Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht met
een Bluetooth-apparaat waarvan de toegangscode niet "0000" is.
Als
Bluetooth-apparaten eenmaal gekoppeld zijn, hoeft u dit niet
meer opnieuw te doen. In het volgende geval moet de
koppelingsprocedure echter wel opnieuw uitgevoerd worden.
Het systeem is gekoppeld met 9 of meer apparaten.
Het systeem kan gekoppeld worden met maximaal 8
Bluetooth-apparaten. Als u na het koppelen van 8 apparaten
nog een apparaat koppelt, wordt het apparaat dat het eerst
gekoppeld werd met het systeem vervangen door het nieuwe
apparaat.
Er kunnen meerdere apparaten met het systeem gekoppeld
worden, maar er zal altijd slechts het geluid van een van deze
apparaten hoorbaar zijn.
Patroon B
Verbinding maken met een
gekoppeld Bluetooth-apparaat
1 Schakel het systeem in.
De Bluetooth-indicator (blauw) knippert.
Als de AUDIO IN-indicator (amberkleurig) oplicht, drukt u
op de BLUETOOTH-PAIRING-knop.
2 Schakel de Bluetooth-functie van het
Bluetooth-apparaat in.
Tip
In het geval van het laatst verbonden
Bluetooth-apparaat
probeert het systeem er opnieuw via Bluetooth mee te
verbinden als de Bluetooth-functie van het apparaat is
ingeschakeld. Als de Bluetooth-verbinding ingesteld is, blijft
de Bluetooth-indicator (blauw) op het systeem branden.
3 Selecteer "SRS-BTX500" op het scherm van
het Bluetooth-apparaat.
Selecteer indien nodig uit de volgende profielen het
Bluetooth-profiel dat door het systeem wordt ondersteund:
A2DP, HSP of HFP. Meer informatie over elk profiel vindt u in
"Wat is draadloze Bluetooth-technologie?"
De Bluetooth-verbinding wordt ingesteld en de Bluetooth-
indicator (blauw) op het systeem blijft branden.
Opmerkingen
Deze stap moet voor bepaalde apparaten mogelijk niet
uitgevoerd worden.
Als het systeem geen verbinding kan maken met het
Bluetooth-apparaat, wist u "SRS-BTX500" van het Bluetooth-
apparaat en koppelt u hem opnieuw.
Bluetooth-stand-bymodus
Wanneer de Bluetooth-stand-bymodus is ingesteld op ON, kan
het systeem worden ingeschakeld en worden bediend door
een Bluetooth-apparaat.
Opmerking
Als het systeem op de batterij werkt, zelfs als het systeem
uitgeschakeld is, wordt de energie van de batterij verder
verbruikt als de BLUETOOTH STANDBY-schakelaar op ON
staat.
Patroon C
Verbinding maken met een
smartphone via aanraking
(NFC)
Door het systeem aan te raken met een smartphone die NFC
ondersteunt, wordt het systeem automatisch ingeschakeld,
wordt de smartphone gekoppeld en wordt er verbinding mee
gemaakt.
1 Download en installeer de app "NFC
eenvoudig verbinden" op de smartphone.
"NFC eenvoudig verbinden" is een originele app van Sony
voor Android-telefoons die verkrijgbaar is via de Google
Play Store.
Zoek naar "NFC eenvoudig verbinden" of scan de
volgende tweedimensionale code in om deze gratis app
te downloaden en te installeren. Om de app te kunnen
downloaden, worden er verbindingskosten aangerekend.
De app kan mogelijk niet worden gedownload in
sommige landen/regio's.
Tip
Voor sommige smartphones kan verbinding via aanraking
beschikbaar zijn zonder de app "NFC eenvoudig verbinden"
te downloaden. In dat geval kunnen de bediening en de
specificaties verschillen van de beschrijving in deze
handleiding. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
smartphone voor meer informatie.
Via de tweedimensionale code:
Gebruik hiervoor een app voor het lezen van
tweedimensionale codes.
Compatibele smartphones
Smartphones die uitgerust zijn met de NFC-functie
(Besturingssysteem: Android 2.3.3 of recenter, behalve
Android 3.x)
–
DC IN 15 V
aansluiting
AUDIO IN
-aansluiting
BLUETOOTH
STANDBY-schakelaar
RESET-knop DC OUT ONLY-
connector (USB)
Over NFC
NFC (Near Field Communication) is een technologie voor
draadloze communicatie binnen een kort bereik tussen
verschillende apparaten (bv. mobiele telefoons en IC-
tags). Met de NFC-functie kunt u gegevenscommunicatie
uitermate eenvoudig instellen door het betreffende
symbool of de opgegeven locatie aan te raken op
apparaten die NFC ondersteunen.
2 Start de app "NFC eenvoudig verbinden" op
de smartphone.
Ga na of het scherm van de app weergegeven wordt.
3 Raak het systeem aan met de smartphone.
Blijf het deel van het systeem dat gemarkeerd is met N
aanraken met de smartphone tot deze begint te trillen.
De smartphone trilt
(systeem herkend)
Gaat branden
Volg de instructies op het scherm om de verbinding te
maken.
Als de Bluetooth-verbinding ingesteld is, blijft de
Bluetooth-indicator (blauw) branden.
Tips
Probeer het volgende als het niet goed lukt om verbinding
te maken.
Activeer de app "NFC eenvoudig verbinden" en beweeg
de smartphone over het deel van het systeem dat met N
gemarkeerd is.
Als uw smartphone opgeborgen is in een hoes,
verwijdert u deze.
Raak het systeem nogmaals aan met de smartphone om de
verbinding te verbreken.
Als u meerdere apparaten hebt die NFC ondersteunen, kunt
u de verbinding naar een van die apparaten overschakelen
door het aan te raken met de smartphone. Als uw
smartphone bijvoorbeeld verbonden is met een
hoofdtelefoon die NFC ondersteunt, raakt u het systeem
met de smartphone aan om de Bluetooth-verbinding naar
het systeem over te schakelen (verbinding via aanraking
wijzigen).
Muziek beluisteren
U kunt draadloos van muziek genieten via de interne
Bluetooth-functie van uw apparaten.
De handelingen kunnen variëren afhankelijk van het
Bluetooth-apparaat. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat voor meer informatie.
1 Activeer de Bluetooth-verbinding tussen het
systeem en het apparaat.
Raadpleeg "Draadloos verbinding maken met een
Bluetooth-apparaat" voor meer informatie over de
Bluetooth-verbindingsprocedure. Als de Bluetooth-
verbinding ingesteld is, blijft de Bluetooth-indicator
(blauw) op het systeem branden.
2 Start het afspelen van het Bluetooth-apparaat
en pas vervolgens het volume aan.
Stel het volume van het Bluetooth-apparaat in op een
gemiddeld niveau en druk op de knoppen VOLUME –/+
op het systeem.
Automatisch uitschakelen
Het systeem wordt na ongeveer 20 minuten uitgeschakeld
wanneer de functie handsfree niet wordt gebruikt (het
systeem is niet verbonden met een Bluetooth-apparaat via
HFP/HSP), wanneer geen apparaat wordt opgeladen via de DC
OUT ONLY-connector en wanneer geen muziek wordt
afgespeeld.
Na het gebruik
Voer een van de volgende handelingen uit.
Schakel de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat uit.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het apparaat voor
meer informatie.
Schakel het Bluetooth-apparaat uit.
Schakel het systeem uit.
Raak het systeem nogmaals aan met de smartphone om de
verbinding te verbreken (alleen voor smartphones die NFC
ondersteunen).
Handenvrij bellen tijdens
het beluisteren van
muziek
U kunt via Bluetooth handenvrij bellen met een mobiele
Bluetooth-telefoon die uitgerust is met een muziekfunctie en
ondersteuning biedt voor het Bluetooth-profiel A2DP en HFP
of HSP.
Als uw mobiele Bluetooth-telefoon zowel HFP als HSP
ondersteunt, kiest u voor HFP.
De handelingen kunnen variëren afhankelijk van de mobiele
Bluetooth-telefoon. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van
de mobiele telefoon voor meer informatie.
1 Activeer de Bluetooth-verbinding tussen het
systeem en de mobiele telefoon.
Raadpleeg "Draadloos verbinding maken met een
Bluetooth-apparaat" voor meer informatie over de
Bluetooth-verbindingsprocedure. Als de Bluetooth-
verbinding ingesteld is, blijft de Bluetooth-indicator
(blauw) op het systeem branden.
2 Start het afspelen op de mobiele Bluetooth-
telefoon en pas vervolgens het volume aan.
Stel het volume van de mobiele Bluetooth-telefoon in op
een gemiddeld niveau en druk op de knoppen VOLUME –/
+ op het systeem.
Bellen
Bedien de mobiele Bluetooth-telefoon. Controleer of u een
kiestoon hoort op het systeem en praat via de microfoon. Als
u geen kiestoon hoort, drukt u gedurende ongeveer
2 seconden op de (bellen)-knop op het systeem om het
systeem te kiezen als oproepapparaat.
Een oproep ontvangen
Wanneer er een oproep binnenkomt, wordt het afspelen
gepauzeerd en hoort u een beltoon via het systeem. Druk op
de (bellen)-knop op het systeem en praat via de
microfoon.
Tips
Als u bij het binnenkomen van een oproep geen beltoon hoort
via het systeem, stopt u het afspelen en drukt u op de
(bellen)-knop om een gesprek te voeren.
U kunt handenvrij bellen als het afspelen voltooid is.
Tijdens een gesprek drukt u op de knoppen VOLUME –/+ op het
systeem om het volume te regelen.
Opmerkingen
Tijdens een telefoongesprek komt het geluid alleen uit de
linkerluidspreker.
Gebruik uw smartphone op een afstand van ten minste 50 cm
van het systeem. Er kan ruis optreden als het systeem en de
smartphone zich te dicht bijeen bevinden.
Een oproep beëindigen
Druk op de (bellen)-knop. Als u bij het binnenkomen van
de oproep muziek aan het beluisteren was, wordt de muziek
hervat als de oproep afgelopen is.
–
–
N-markering
BATTERY/CHARGE
-indicator
VOLUME −/+
-knoppen
(bellen)-knop
SOUND-knop/
-indicator
AUDIO IN-knop/
-indicator
BLUETOOTH-PAIRING
-knop
Bluetooth-indicator
/-knop
Verlichtingslamp
Microfoon
Na het gebruik
Voer een van de volgende handelingen uit.
Schakel de
Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat uit.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het apparaat voor
meer informatie.
Schakel het
Bluetooth-apparaat uit.
Schakel het systeem uit.
Raak het systeem nogmaals aan met de smartphone om de
verbinding te verbreken (alleen voor smartphones die NFC
ondersteunen).
Knopfuncties tijdens een oproep
De beschikbare functies kunnen variëren afhankelijk van de
mobiele Bluetooth-telefoon of van de profielen die
ondersteund worden door de mobiele Bluetooth-telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de mobiele Bluetooth-
telefoon voor meer informatie.
Status (bellen)-knop
Stand-by
Druk één keer om de
spraakkeuzefunctie te starten (alleen
voor mobiele telefoons die
spraakkeuze ondersteunen).
Druk gedurende ongeveer 2 seconden
om het laatst gebelde nummer
opnieuw te bellen.
Uitgaande
oproep
Druk één keer om de uitgaande
oproep te annuleren.
Druk gedurende ongeveer 2 seconden
om te schakelen tussen het systeem
en de mobiele telefoon als
oproepapparaat.
Binnenkomende
oproep
Druk één keer om de oproep te
beantwoorden.
Druk gedurende ongeveer 2 seconden
om de oproep te weigeren.
Tijdens een
oproep
Druk één keer om de oproep te
beëindigen.
Druk gedurende ongeveer 2 seconden
om te schakelen tussen het systeem
en de mobiele telefoon als
oproepapparaat.
Handenvrij bellen met een andere
mobiele Bluetooth-telefoon tijdens het
beluisteren van muziek
Dit systeem is compatibel met de Multipoint-technologie
waarmee u handenvrij kunt bellen terwijl u luistert naar
muziek van een muziekspeler die compatibel is met Bluetooth.
Verbinding via aanraking (NFC) kan niet gebruikt worden
tijdens deze procedure.
De handelingen kunnen variëren afhankelijk van het
Bluetooth-apparaat. Afhankelijk van de combinatie van de
Bluetooth-apparaten lukt het mogelijk niet om dit type
Bluetooth-verbinding door te voeren. Raadpleeg ook de
gebruiksaanwijzing van de Bluetooth-apparaten voor meer
informatie.
1 Voer de Bluetooth-verbindingen tussen het
systeem en een Bluetooth-muziekspeler door
via A2DP en tussen het systeem en een
mobiele Bluetooth-telefoon via HFP of HSP.
Raadpleeg "Draadloos verbinding maken met een
Bluetooth-apparaat" voor meer informatie over de
Bluetooth-verbindingsprocedure. Als de Bluetooth-
verbinding ingesteld is, blijft de Bluetooth-indicator
(blauw) op het systeem branden.
Tips
Om alleen de oproepfunctie van een mobiele
Bluetooth-
telefoon die ook uitgerust is met een muziekfunctie te
gebruiken, stelt u de Bluetooth-verbinding tussen het
systeem en de mobiele telefoon in via HFP of HSP, niet via
A2DP.
Afhankelijk van de mobiele
Bluetooth-telefoon is het
mogelijk dat tijdens de Bluetooth-verbinding via HFP of HSP
de andere Bluetooth-verbinding via A2DP eveneens
ingenomen wordt door dezelfde mobiele Bluetooth-
telefoon. In dat geval is het niet mogelijk om een Bluetooth-
muziekspeler te verbinden met het systeem.
Opmerking
Volg deze procedure nogmaals om dezelfde verbinding te
maken met dezelfde apparaten na het uitschakelen van het
systeem.
Genieten van de
instelling van het
geluidseffect
U kunt zoals gewenst genieten van geluidseffecten.
1 Druk op de SOUND-knop om het
geluidseffect te selecteren.
De SOUND-indicator (zie onder) toont de actuele instelling
van het geluidseffect.
U kunt tussen effecten schakelen door herhaald op de
SOUND-knop te drukken.
Status Geluidseffect
Amberkleurig Een basgeluid van hoge kwaliteit wordt
gehoord (MEGA BASS). Deze instelling
wordt standaard ingeschakeld wanneer
u het systeem voor het eerst inschakelt.
Groen Een surroundgeluid wordt gehoord
(MEGA BASS+SURROUND).
Uit Het geluidseffect is uitgeschakeld.
Tip
Het systeem onthoudt de laatstgekozen instelling van het
geluidseffect de volgende maal het systeem wordt
ingeschakeld.
Muziek op een draagbaar
audioapparaat enz.
beluisteren via een
bedrade verbinding
1 Sluit het apparaat aan op het systeem.
Verbindingskabel (niet bijgeleverd)
(Stereominiaansluiting)
2 Schakel het systeem in.
3 Schakel het verbonden apparaat in.
4 Druk op de AUDIO IN-knop op het systeem.
5 Bedien het verbonden apparaat.
Stel het volume van het verbonden apparaat in op een
gemiddeld niveau en druk vervolgens op de knoppen
VOLUME –/+ op het systeem.
Opmerkingen
U kunt alleen muziek afspelen door via de verbindingskabel
verbinding te maken met het systeem. Zorg ervoor dat u ook op
de AUDIO IN-knop drukt.
Handenvrij bellen is niet mogelijk wanneer u naar muziek
luistert van een apparaat dat via een verbindingskabel met het
systeem is verbonden.
Automatisch uitschakelen
Het systeem wordt na ongeveer 20 minuten uitgeschakeld
wanneer de functie handsfree niet wordt gebruikt (het
systeem is niet verbonden met een
Bluetooth
-apparaat via
HFP/HSP), wanneer geen apparaat wordt opgeladen via de DC
OUT ONLY-connector en wanneer geen muziek wordt
afgespeeld.
USB-apparaten zoals
smartphones opladen via
een USB-verbinding met
het systeem
U kunt uw smartphone opladen door deze aan te sluiten op
de DC OUT ONLY-connector (USB) van het systeem. Wanneer
het systeem alleen met de interne batterij werkt, kunt u een
smartphone ook via de batterij van het systeem opladen.
Schakel het systeem in om een USB-apparaat op te laden.
USB-kabel
(niet bijgeleverd)
Opmerking
Deze functie is niet bedoeld voor datacommunicatie via een
USB-kabel.
Het systeem wegwerpen
Verwijder de interne lithium-ionbatterij uit het systeem om
het milieu te beschermen.
Voordat u de batterij verwijdert, moet u de batterij leeg
maken door de netvoedingsadapter los te koppelen en het
systeem alleen met de batterij te gebruiken.
Verwijder de lithium-ionbatterij voor recycling.
Open de behuizing alleen wanneer u het systeem
wegwerpt.
1 Schakel het systeem uit en koppel de
netvoedingsadapter los.
2 Open het deksel aan de achterkant van het
systeem om de batterij te verwijderen.
Open de standaard.
Verwijder de 4 rubberen deksels aan de onderkant van
het systeem.
Verwijder de 4 schroeven.
Verwijder het deksel.
Verwijder de stekker van de connector uit het
systeem.
Verwijder de batterij.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het deksel niet beschadigt met metalen
pincetten, enz. wanneer u de batterij uit het systeem haalt.
Technische gegevens
Luidspreker
Luidsprekersysteem
Satellietluidspreker:
diameter ca. 48 mm × 2
Subwoofer:
diameter ca. 80 mm × 1
Type behuizing
Satellietluidspreker: verzegelde behuizing
Subwoofer: Passief radiatormodel
Versterker
Referentie-uitgangsvermogen
Bij gebruik van AC-adapter:
10 W + 10 W (satellietluidspreker, bij een
harmonische vervorming van 1 %, 1 kHz,
6 Ω), 20 W (subwoofer, bij een
harmonische vervorming van 1 %,
100 kHz, 4 Ω)
Bij gebruik van batterij: 4 W + 4 W
(satellietluidspreker, bij een harmonische
vervorming van 10 %, 1 kHz, 6 Ω) 8 W
(Subwoofer, bij een harmonische
vervorming van 10 %, 1 00 Hz, 4 Ω)
Bluetooth
Communicatiesysteem
Bluetooth-specificatie versie 3.0
Uitgang
Bluetooth-specificatieklasse 2
Maximaal communicatiebereik
Zichtlijn circa 10 m*
1
Frequentieband 2,4 GHz-band (2,4000 GHz - 2,4835 GHz)
Modulatiemethode
FHSS
Compatibele Bluetooth-profielen*
2
A2DP (Advanced Audio Distribution
Profile)
AVRCP (Audio Video Remote Control
Profile)
HSP (Headset Profile)
HFP (Hands-free Profile)
Ondersteunde Codec*
3
SBC*
4
, AAC*
5
Transmissiebereik (A2DP)
20 Hz - 20.000 Hz
(bemonsteringsfrequentie
44,1 kHz)
*
1
Het daadwerkelijke bereik is afhankelijk van een aantal
factoren zoals de aanwezigheid van obstakels tussen de
apparaten, een magnetisch veld rondom een magnetron,
statische elektriciteit, ontvangstgevoeligheid,
antenneprestaties, besturingssysteem, software enz.
*
2
Bluetooth-standaardprofielen geven het doel van Bluetooth-
communicatie tussen apparaten aan.
*
3
Codec: formaat voor geluidssignaalcompressie en -
conversie
*
4
Subband-codec
*
5
Geavanceerde audiocodering
Microfoon
Type: Electretcondensator
Richtingskenmerk:
Omnidirectioneel
Effectief frequentiebereik:
50 Hz -10 kHz
Algemeen
Invoer AUDIO IN-aansluiting (ø3,5mm-
stereominiaansluiting)
DC OUT USB-aansluiting Type A (voor het opladen
van de batterij van een verbonden
apparaat) (5 V, max.1,5 A)
Voeding DC 15 V (bij gebruik van de bijgeleverde
netvoedingsadapter aangesloten op een
AC 100 V - 240 V, 50 Hz/60 Hz-stroombron)
of bij gebruik van de interne lithium-
ionbatterij
Levensduur van de lithium-ionbatterij (bij gebruik van de
Bluetooth-verbinding)
ong. 6 uur*
6
Afmetingen (inclusief vooruitstekende delen en
bedieningselementen)
Ca. 385,0 mm × 152,0 mm × 65,0 mm
(b/h/d)
Gewicht Ca. 2.000 g
inclusief batterij
Bijgeleverde accessoires
Netvoedingsadapter (AC-E1530) (1)
Gebruiksaanwijzing (dit document)
Bluetooth
®-startgids (1)
Garantiekaart (1)
Draagtas (1)
*
6
Afhankelijk van de temperatuur en de
gebruiksomstandigheden kan de duur variëren.
Ontwerp en technische gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Problemen oplossen
Geen geluid / Geluid uit slechts één luidspreker /
Zacht geluid
Controleer of het systeem en het
aangesloten apparaat
ingeschakeld zijn.
Als u een pc op het systeem
aansluit, moet de
geluidsuitvoerinstelling van de
computer ingesteld zijn op een
Bluetooth-apparaat.
Zet het volume van het systeem en
het aangesloten apparaat harder.
Koppel dit systeem en het Bluetooth-
apparaat opnieuw.
Ga na of het aangesloten apparaat
wordt afgespeeld.
Als het aangesloten apparaat
monauraal is, wordt er alleen geluid
uitgevoerd via de linkerluidspreker.
Ga na of beide stekkers van de
verbindingskabel (niet bijgeleverd)
goed aangesloten zijn op het
systeem en het aangesloten
apparaat.
Vervormd geluid / Gezoem of geruis hoorbaar
Zet het volume van het
aangesloten apparaat zachter.
Plaats het systeem niet in de buurt
van een televisie.
Als het aangesloten apparaat
uitgerust is met een
equalizerfunctie, schakelt u deze
uit.
Wijzig het profiel voor de Bluetooth-
verbinding naar A2DP door het
Bluetooth-apparaat te bedienen als
HFP of HSP ingesteld is.
Plaats het systeem niet in de buurt
van een magnetron, draadloos
LAN enz.
Als u een apparaat met een
ingebouwde radio of tuner aansluit
op dit systeem, is het mogelijk dat er
geen uitzendingen worden
ontvangen of dat de gevoeligheid
beperkt is. Plaats het systeem verder
uit de buurt van het apparaat en ga
na of u op die manier wel
uitzendingen kunt beluisteren.
Plaats dit systeem en het
Bluetooth-apparaat dichter bij
elkaar. Verwijder eventuele
obstakels tussen het systeem en
het Bluetooth-apparaat.
Laad het systeem op door de
netvoedingsadapter aan te sluiten
als de BATTERY/CHARGE -indicator
groen knippert.
Koppelen lukt niet
Plaats het systeem en het
Bluetooth-apparaat op minder dan
1 m van elkaar.
Als de Bluetooth-indicator (blauw)
niet snel knippert, houdt u de
BLUETOOTH-PAIRING-knop op het
systeem ingedrukt tot u twee
pieptonen hoort.
Geen stemgeluid / amper stemgeluid
van de ontvanger
Controleer of het systeem en het
aangesloten apparaat
ingeschakeld zijn.
Selecteer via het Bluetooth-apparaat
HFP of HSP als Bluetooth-verbinding.
Controleer of de uitvoer van de
mobiele Bluetooth-telefoon
ingesteld is op het systeem.
Zet het volume van het systeem en
het aangesloten apparaat harder.
Verbinding via aanraking (NFC) is niet
mogelijk
Houd de smartphone dicht bij het
systeem tot de smartphone begint
te trillen. Als dit niet lukt, beweegt
u de smartphone over het deel van
het systeem dat met N gemarkeerd
is.
Als uw smartphone opgeborgen is in
een hoes, verwijdert u deze.
Ga na of de NFC-functie van de
smartphone ingeschakeld is.
De ontvangstgevoeligheid van de
NFC-functie hangt af van het
apparaat. Als u er na verschillende
pogingen nog steeds niet in slaagt
om de smartphone via aanraking te
verbinden, maakt u verbinding met
het systeem door het scherm te
bedienen.
Ga na of de app "NFC eenvoudig
verbinden" weergegeven wordt op
de smartphone.
Standaard