Documenttranscriptie

NL HANDLEIDING Belangrijke veiligheids en risico waarschuwingen • Aandachtig de handleiding lezen en bewaren. • Alle veiligheidsinstructies en waarschuwingen moeten worden nageleefd. Ze maken deel uit van de handleiding en moet worden bewaard met de handleiding. • Aanspraak op garantie vervalt als er schade optreedt als gevolg van niet-naleving van deze gebruiksaanwijzing. Wij zijn niet aansprakelijk voor eventuele daaruit voortvloeiende schade. • Wij zijn niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of schade aan eigendommen veroorzaakt door ondeskundig gebruik of niet naleving van de veiligheidsinstructies. Elke aanspraak op garantie vervalt in dergelijke gevallen. • Onbevoegde conversies en / of wijzigingen van het apparaat zijn niet toegestaan voor reden van veiligheid en vergunningen (CE).. • Het apparaat is goedgekeurd voor gebruik in droge, gesloten ruimtes alleen. Niet het apparaat in de buurt van water, zoals in de badkamer of zwembaden gebruiken. • Het toestel tijdens de werking niet aan extreme temperaturen blootstellen (< +5°C / > °35°C). • Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan sterke trillingen of zware mechanische belasting. • Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan overmatig vocht (als gevolg van druppels of spatwater, bijvoorbeeld). • Plaats geen ontvangers gevuld met vloeistoffen, zoals glazen of vazen, op of direct naast het apparaat. Ze kunnen omvallen, waardoor water in het apparaat binnendringt. Giet nooit vloeistoffen uit boven het toestel. Plaats geen kleine voorwerpen, zoals munten of paperclips, op het toestel, aangezien zij zou kunnen vallen in het apparaat. Zij kunnen brand of stroomslag veroorzaken! Als er vloeistof of voorwerpen in het apparaat dringen, trek dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact en raadpleeg een deskundige. • Het apparaat is gebouwd volgens beschermingsklasse II (alleen voor dubbel geïsoleerde apparaten zonder aarde terminal). • Het toestel benodigd een aansluitspanning van 220- 240 Vac/50 Hz.Verzoek nooit het toestel via een andere spanning te voeden. • Trek de stekker alleen uit het stopcontact via het ervoor bepaalde oppervlak. Niet aan het kabel trekken. • Nooit de stekker met vochtige of natte handen aanraken. • Altijd de stekker uit het stopcontact trekken - Alvorens u het toestel schoonmaakt - in geval van onweer • • • • • - Indien u het toestel over een langere tijd niet gebruikt (＞1 week) Elektrische apparaten buiten het bereik van kinderen houden. Wees vooral voorzichtig wanneer er kinderen aanwezig zijn. Kinderen zijn zich niet bewust van de gevaren die betrokken zijn bij elektrische apparaten. Kinderen kunnen proberen voorwerpen in het apparaat te stekken. Er is een levensbedreigend gevaar van stroomslag. Laat het apparaat niet onbeheerd tijdens het gebruik. Plaats het apparaat nooit op een instabiele of beweegbare ondergrond. Mensen kunnen gewond raken of het apparaat wordt beschadigd door het vallen. Bij gebruik van een rek, zorg voor een stabiele positie en veilig vervoeren. Installatie op oneffen, schuine vlakken of abrupt stoppen van het rack tijdens het transport kan resulteren in het kantelen of vallen van het toestel uit het rek en mensen verwonden. Onder spanning staande delen kunnen worden blootgesteld door het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen (tenzij dit kan worden gedaan zonder gereedschap). Contactpunten kunnen ook onder spanning staan. Als het apparaat moet worden geopend om te kalibreren, repareren of vervangen van onderdelen of componenten, moet eerst al haar polen worden losgekoppeld van alle spanningsbronnen. Als het apparaat moet worden gehouden open en onder spanning tijdens onderhoud of reparaties, kan dit werk alleen worden uitgevoerd door een vakman die vertrouwd is met de risico's en de relevante regelgeving.  • Sluit nooit het apparaat direct na de overdracht van een koude naar een warme kamer. Het condenswater dat hierbij gevormd wordt kan een elektrische schok veroorzaken. Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen voordat u het aansluit. Wacht tot het condenswater verdampt is. Dit kan enkele uren duren. • Plaats geen open vlammen, zoals brandende kaarsen op of naast het apparaat. • Plaats het apparaat nooit op zachte oppervlakken zoals tapijten of bedden. Niet de ventilatieopeningen van het apparaat afdekken. Niet de luchtcirculatie met voorwerpen zoals tijdschriften, tafellaken en gordijnen verstoppen. Dit voorkomt de afvoer van warmte uit het apparaat en kan leiden tot oververhitting. • Gebruik het apparaat alleen in een gematigd klimaat, niet in een tropische omgeving. • Alle personen die dit apparaat gebruiken, installeren of onderhouden moeten gekwalificeerd zijn en deze gebruiksaanwijzing naleven. • Defecte stroomkabels mogen enkel vervangen worden door specialisten. Gevaar van elektrische schok! • Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren. Zij kan voor spelende kinderen gevaarlijk zijn. • De preventie van ongevallen en de reglementen van de werkgevers’ WA-verzekering moet worden waargenomen in commerciële installaties. • Als u niet zeker bent over de correcte aansluiting of als er vragen zijn die niet worden beantwoord door de gebruiksaanwijzing, contacteer een specialist. Raadpleeg een specialist indien u twijfel heeft aan het werkingsprincipe of de veiligheid van het product SYSTEEM KENMERKEN 1. Gebruik van meerdere systemen: Meerdere UHF systemen kunnen binnen hetzelfde bereik worden gebruikt. Stel elk systeem op een verschillende frequentie in. 2. Gebruik van alle uitgangen: De ongebalanceerede 6.35mm jack plug en gebalanceerde XLR uitgangen kunnen tegelijkertijd op externe devices worden aangesloten. 3. Reikwijdte: UHF zenders werken op een afstand tot 50m van de ontvanger. 4. Noise squelch: De squelch circuit analyseert de signaal sterkte en kwaliteit om storingen door hoge frequenties in de omgeving te vermijden. 5. Waarschuwing bij lage batterijspanning: Een rode led op de microfoon waarschuwt de gebruiker dat minder dan een uur batterij tijd blijft. ONTVANGER 1-KANAAL ONTVANGER 2-KANAALS ONTVANGER 1. Volume regelaar van de ontvanger 2. Display 3. “AF” audio niveau indicatie: Duidt het signaal niveau van de draadloze audio system aan. 4. “RF” signaal indicatie: Licht op wanneer de ontvanger een RF signaal van de zender ontvangt. 5. Aan/uit schakelaar. 6. A/B antenne 7. Gebalanceerde XLR uitgang: Sluit de audiokabel van deze jack op de ingang van een versterker, mengpaneel enz. aan. 8. 6.35mm audio uitgang: Sluit de audiokabel van deze jack op de ingang van een versterker, mengpaneel enz. aan. 9. DC connector: Sluit de DC plug van de lichtnetadapter hier aan.  4-KANAALS ONTVANGER Front paneel Achterpaneel 1. Aan/uit schakelaar. 2. Werkingsindicatie. 3. “AF” audio niveau indicatie: Duidt het signaal niveau van de draadloze audio system aan. 4. Volume regelaar van de ontvanger 5. “RF” signaal indicatie: Licht op wanneer de ontvanger een RF signaal van de zender ontvangt. 6. Antenne A/B. 7. 6.35mm audio uitgang: Sluit de audiokabel van deze jack op de ingang van een versterker, mengpaneel enz. aan. 8. Gebalanceerde XLR uitgang: Sluit de audiokabel van deze jack op de ingang van een versterker, mengpaneel enz. aan. 9. DC connector: Sluit de DC plug van de lichtnetadapter hier aan. MICROFOON KERMERKEN 1. Grid: Beschermt het element en mindert adem en wind geluiden. 2. Batterijdeksel: Open schuiven om de batterijen te plaatsen 3. Lage batterij indicatie: Licht rood op indien de batterijspanning laag wordt en de batterijen moeten worden vervangt. 4. Aan/uit en mute schakelaar. PLAATSEN VAN DE BATTERIJEN Schuif het batterij vak open en plaats de meegeleverde batterijen met de juiste polariteit in het vak. Sluit het vak.  SYSTEEM AANSLUITING 1. Aansluiting van het lichtnet: Sluit de DC connector van de meegeleverde lichtnetadapter op de DC ingang van de ontvanger aan. Sluit de AC connector op een geschikte stopcontactdoos aan. 2. Antenne: Plaats de antenne in een hoek van 45° ten opzichte van de verticale as. 3. Audio aansluiting: Sluit de juiste uitgang van de ontvanger via de meegeleverde kabel of een XLR kabel op de ingang van een versterker, mengpaneel enz. aan. AANBEVELINGEN VOOR OPTIMALE PRESTATIES De ontvangantenne moet altijd van de microfoon positie zichtbaar zijn. De afstand tussen zender en ontvanger moet zo kort als mogelijk zijn. Lijn de ontvangstantennes in tegengestelde richting van elkaar en onder een hoek van 45 ° ten opzichte van de verticale as. Stel de ontvangantennes niet in de buurt van metalen oppervlakten en obstakels. Controleer regelmatig de batterijspanning en vervang de batterij zodra de rode led oplicht. Wanneer U meerdere ontvangers opeen stapelt of in een rack inbouwt, laat de antennes niet elkaar aanraken of kruizen. Maak een test voor de prestatie. Wanneer U “dode punten” vindt, verplaats de ontvanger. Als de dode punten blijven, markeer deze en vermijdt ze tijdens de prestatie. IN GEVAL VAN PROBLEMEN Probleem Geen geluid Indicatie De rode led op de zender flitst niet. Geen geluid De rode led op de zender flitst De rode POWER led op de ontvanger is uit Geen geluid Oplossing Schuif de aan/uit schakelaar op de zender naar ON. Wees zeker dat de batterijen juist geplaatst zijn met de juiste polariteit (+/-). Als de batterijen juist geplaatst zijn, vervang ze door nieuwe. Schuif de MUTE schakelaar op de zender naar ON. Controleer of the lichtnetadapter correct op de stopcontactdoos en de DC connector aangesloten  Geen geluid De signaal led’s A/B op de ontvanger lichten Geen geluid De signaal led’s A/B op de ontvanger zijn uit. De POWER led’s op de zender en ontvanger lichten. De signaal led’s A/B op de ontvanger en de batterij led op de zender lichten Signaal led’s A/B lichten Vervormingsniveau stijgt geleidelijk Storingen door andere hoge frequenties Tijdelijke geluidsonderbreking als de zender binnen het ontvang bereik wordt verplaatst Signaal led’s A/B op de ontvanger zijn uit als het geluid onderbroken is is. Verhoog het volume op de ontvanger. Controleer de uitgangsverbindingen van de ontvanger naar de externe units. Wees zeker dat de ontvanger en de zender op dezelfde frequenties ingesteld zijn. Minder de afstand tussen zender en ontvanger Vervang de batterijen in de microfoon Identificeer mogelijke storingsbronnen (andere RF bronnen) en schakel uit, verplaats of gebruik een draadloos systeem dat op een andere frequentie werkt. Verplaats de ontvanger en maak een nieuwe walktest. Als de onderbrekingen bestaan blijven, markeer de “dode” punten en vermijdt ze tijdens de prestatie. SYSTEEM SPECIFICATIES RF draag frequentie bereik.................................................................................................. 460 – 970MHz Reikwijdte............................................................................................................................... 50m typisch Audio frequentie bereik ........................................................................................... 100 – 18,000Hz ±3dB THD...................................................................................................................................................... <1% Werkingstemperatuur ..................... -29 tot 74°C (bereik kan door batterij specificaties vermindert zijn) ONTVANGER SPECIFICATIES Voeding ........................................................................... 220-240Vac via meegeleverde lichtnet adapter Lichtnet adapter ............................................................................................. 13-15Vdc nom. 400/500mA Signaal/ruis verhouding ...................................................................................................................>85dB Kanaal afwijzing................................................................................................................................ >70dB Image & spurious rejection .............................................................................................................. >70dB Audio uitgang niveau ................................................................................................................ 0-±300mV Ontvangst gevoeligheid ............................................................................................................... -105dBm Afmetingen UHF10 / UHF20: ........................................................................................................... 205 x 145 x 40mm UHF40 ................................................................................................................ 394 x 235 x 55mm MICROFOON SPECIFICATIES Voeding ...................................................................................................................... 2 x 1.5AA batterijen Nom. opgenomen stroom ............................................................................................................ <100mA Modulatie ............................................................................................................................................. FM RF uitgang..................................................................................................................................... >10dBm Max. afwijking ................................................................................................................................ ±70kHz Spurious emission ............................................................................................................................ >55dB Afmetingen ..................................................................................................................... 265 x 49 x 49mm BELANGRIJK: De elektrische producten mogen niet bij het huisvuil gegooid worden. Gelieve deze te laten recycleren daar waar er centra’s hiervoor voorzien is. Raadpleeg de plaatselijke autoriteiten of uw verkoper ivm de manier van recycleren