Pelgrim GVW556RVS/P03 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
gebruiksaanwijzing
afwasautomaat
MODEL NUMMER GVW556RVS
COP04
Waarschuwingen en belangrijke adviezen 3
Afdanken 3
Economisch en milieubewust afwassen 3
Installatie 4
Inbouw-aanwijzingen 4
De afwasmachine waterpas zetten 4
Bevestigen aan aangrenzende keukenmeubelen 4
Watertoevoer 4
Toevoerslang met veiligheidsklep 4
Waterafvoer 5
Elektrische aansluiting 5
Beschrijving van het apparaat 6
Het bedieningspaneel 7
Audible signals 7
Ingebruikneming 8
Set the water softener 8
de machine met regenereerzout vullen 9
De machine met glansmiddel vullen 9
Dagelijks gebruik 10
Betsek en serviesgoed plaatsen 10
Gebruik van de onderste korf 11
De bestekmand 11
Gebruik van de bovenste korf 11
Hoogteregeling bovenste korf 12
Gebruik van vaatwasmiddel 12
Vaatwasprogramma’s 14
Een vaatwasprogramma selecteren en starten 15
Onderhoud en reiniging 16
De filters reinigen 16
External cleaning 16
Internal cleaning 16
Als de vaatwasser langere tijd niet wordt gebruikt 16
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 16
De machine verplaatsen 17
Het oplossen van problemen 17
Toelichtingen voor testinstituten 19
Inhoud
2
Afmetingen Breedte 59,6 cm
Hoogte 81,8 - 87,8 cm
Diepte 55,5 cm
Elektrische aansluiting: De nominale aansluitgegevens staan op het typeplaatje aan de
Netspanning/frequentie binnenkant van de deur.
Aansluitwaarde
Zekering
Leidingwaterdruk Minimum 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximum 8 bar (0,8 MPa)
Capaciteit 12 couverts
Gewicht 37 kg
Technische gegevens
Veiligheidsinformatie
3
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het
apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig
doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk te waarborgen dat alle mensen die het
apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en
zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende
zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat.
Correct gebruik
Deze vaatwasser is uitsluitend bedoeld voor het reinigen
van huishoudelijke gebruiksvoorwerpen die geschikt zijn
voor reiniging in een vaatwasser.
Doe geen oplosmiddelen in de vaatwasser. Dit kan een
explosie veroorzaken.
Messen en andere voorwerpen met scherpe punten moeten
met de punt naar beneden in de bestekmand worden
geplaatst of horizontaal in het bovenste rek worden gelegd.
Gebruik alleen producten (vaatwasmiddel, zout en
naspoelmiddel) die geschikt zijn voor vaatwassers.
Open de deur niet als het apparaat in werking is; er kan
hete stoom ontsnappen.
Neem geen vaat uit de vaatwasser
voordat het vaatwasprogramma is afgelopen.
Trek na het gebruik de stekker uit het stopcontact en draai
de waterkraan dicht.
Reparaties aan de afwasautomaat mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risico's leiden. Wend u bij reparaties
altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandelaar. Vraag
altijd om originele onderdelen.
Algemene veiligheid
Vaatwasmiddelen kunnen chemische brandwonden
veroorzaken aan de ogen, de mond en de keel. Deze
kunnen levensbedreigend zijn! Houd u aan de
veiligheidsinstructies van de vaatwasmiddelfabrikant.
Het water in uw vaatwasser is geen drinkwater. Resten van
vaatwasmiddel kunnen nog in de machine aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de deur van de vaatwasser altijd gesloten is
als het apparaat niet wordt in- of uitgeruimd. Zo voorkomt u
dat iemand over de open deur struikelt en zich bezeert.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
De veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen.
Laat kinderen de vaatwasser niet zonder toezicht
gebruiken.
Houd alle verpakkingsmaterialen buiten het bereik van
kinderen. Gevaar voor verstikking.
Bewaar alle vaatwasmiddelen op een veilige plaats buiten
het bereik van kinderen.
Houd kinderen bij de vaatwasser weg als de deur open
staat.
Installatie
Controleer uw vaatwasser op eventuele transportschade.
Sluit nooit een beschadigde machine aan. Neem contact op
met uw leverancier als de machine beschadigd is.
Alle verpakkingsmaterialen moeten voorafgaand aan het
gebruik worden verwijderd.
Eventuele voor de installatie van het apparaat vereiste
elektrotechnische en loodgieterswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde en deskundige
persoon.
Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wijzigingen aan te
brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze
te modificeren.
Voor de aansluiting van elektriciteit en water dienen de
instructies in de desbetreffende paragrafen nauwgezet te
worden gevolgd.
Het milieu
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen
worden gerecycled. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd,
bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi de verpakkingsmaterialen weg in
de juiste container bij uw afvalverwijderingsbedrijf.
Als u het apparaat afdankt:
- trek de stekker uit het stopcontact,
- snijd het aansluitsnoer met de stekker af en gooi het weg.
- Verwijder het slot van de deur. Zo voorkomt u dat kinderen
zichzelf insluiten en hun leven in gevaar brengen.
Oude apparaten
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop
dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld,
maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als
u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt
verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen voor mens
en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie
over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Alle elektrotechnische en/of loodgieterswerkzaamheden
die nodig zijn voor de installatie van het apparaat dienen
te worden uitgevoerd door een gekwalificeerd elektricien
en/of loodgieter of andere vakbekwame persoon.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvorens de machine te
plaatsen.
Plaats de machine indien mogelijk naast een waterkraan en
een afvoer.
Deze afwasautomaat is ontworpen voor installatie onder een
keukenblad of werkblad.
Let op! Volg nauwgezet de instructies op de meegeleverde
mal voor de inbouw van de afwasautomaat en plaatsing van
het meubelpaneel.
Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de
afwasautomaat vereist, maar alleen om de watertoevoer- en
afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasautomaat is voorzien van stelvoetjes voor het
instellen van de hoogte.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne onderdelen
toegankelijk zijn, moet de stekker uit het stopcontact zijn
getrokken.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine voor dat
de watertoevoerslang, de afvoerslang en het aansluitsnoer niet
zijn geknikt of worden platgedrukt.
Vastmaken aan de aangrenzende units
De vaatwasser moet worden vastgezet om kantelen te
voorkomen.
Zorg er daarom voor dat het vlak waaronder de vaatwasser
wordt vastgezet, stevig verbonden is met de aangrenzende
keukenkastjes, de muur of een ander vast bouwelement.
De machine waterpas zetten
Een machine die goed waterpas staat is essentieel voor een
goede sluiting en afdichting van de deur.
Als het apparaat goed waterpas staat, raakt de deur aan geen
van de kanten de behuizing.
Als de deur niet goed sluit, draai dan de stelvoetjes omhoog of
omlaag totdat de machine perfect waterpas staat.
Wateraansluitingen
Deze vaatwasser mag worden gevuld met warm (max. 60°) of
koud water. Niettemin adviseren wij gebruik te maken van
koud water.
Het gebruik van warm water is niet altijd efficiënt bij sterk
vervuild aardewerk omdat het vaatwasprogramma in dat geval
sterk wordt verkort.
Voor het tot stand brengen van de aansluiting zelf is de
wartelmoer die aan de waterslang van de machine is
bevestigd, geschikt voor montage op een leidinguiteinde van
3/4” gasdraad of op een speciale kraan met snelkoppeling
zoals de Press-block.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden zoals
vermeld in de “Technische gegevens”. Uw waterleidingbedrijf
kan u informeren over de gemiddelde leidingwaterdruk in uw
omgeving.
De watertoevoerslang mag tijdens het aansluiten niet zijn
geknikt, worden platgedrukt of in de knoop zitten.
De vaatwasser is voorzien van een vul- en afvoerslang die
afhankelijk van de installatie door middel van de sluitmoer naar
links of naar rechts kunnen worden gedraaid.
De sluitmoer moet goed worden bevestigd om
waterlekkage te voorkomen.
(Let op! NIET alle modellen vaatwassers hebben vul- en
afvoerslangen die zijn uitgerust met een sluitmoer. In dat geval
is de genoemde voorziening niet mogelijk).
Als de machine wordt aangesloten op nieuwe leidingen of op
leidingen die lang niet zijn gebruikt, dient u het water enkele
minuten te laten doorlopen alvorens de toevoerslang aan te
sluiten.
GEBRUIK GEEN aansluitslangen die eerder voor een oude
machine zijn gebruikt.
Dit apparaat is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die
voorkomen dat het in de machine gebruikte water terugkeert in
het drinkwatersysteem. Dit apparaat voldoet aan de
toepasselijke regelgeving voor loodgieterswerk.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
Na aansluiting van de dubbelwandige watertoevoerslang
bevindt de veiligheidsklep zich bij de kraan. Daarom bevindt de
watertoevoerslang zich alleen onder druk als het water loopt.
Als de watertoevoerslang dan begint te lekken, sluit de
veiligheidsklep het stromende water af.
Pas op als u de watertoevoerslang installeert:
- De elektriciteitskabel voor de veiligheidsklep bevindt zich in
de dubbelwandige watertoevoerslang. Dompel de
watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in water.
- Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd
raken, trek dan direct de stekker uit het stopcontact.
- Een watertoevoerslang met veiligheidsklep mag alleen
worden vervangen door onze service-afdeling.
Installatie
4
Waarschuwing!
Gevaarlijke spanning
Aansluiting waterafvoerslang
Het uiteinde van de afvoerslang kan op de volgende manieren
worden aangesloten:
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging tegen de
onderkant van het werkoppervlak. Hiermee wordt
voorkomen dat gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ventilatieopening,
minimale binnendiameter 4 cm.
De afvalwateraansluiting moet zich op een maximale hoogte
bevinden van 60 cm vanaf de bodem van de vaatwasser.
De afvoerslang kan vanaf de vaatwasser naar links of naar
rechts lopen
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen is of platgedrukt
wordt, aangezien dit de afvoer van water kan vertragen of in
de weg staan.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de machine water aan
het afvoeren is, aangezien het water dan weer in de machine
terug kan lopen.
De totale lengte van de afvoerslang, inclusief een eventueel
verlengstuk , mag niet langer zijn dan 4 meter. De
binnendiameter van het verlengstuk mag niet kleiner zijn dan
de diameter van de meegeleverde slang.
Eveneens mag de binnendiameter van de voor de
aansluitingen aan de afvoer gebruikte koppelingen niet kleiner
zijn dan de diameter van de meegeleverde slang.
Bij het aansluiten van de afvoerslang
op een sifon onder de gootsteen
moet het gehele plastic membraan (A) verwijderd worden.
Indien niet het gehele membraan wordt
verwijderd zullen zich op den duur
voedseldeeltjes verzamelen die de afvoerslang van de
afwasautomaat verstoppen.
Onze apparaten worden geleverd met een
veiligheidsvoorziening die beschermt tegen het teruglopen van
vuil water in de machine.
Als uw gootsteenafvoer is voorzien van een geïntegreerde
terugslagklep kan dit een goede waterafvoer van uw
vaatwasser in de weg staan. Wij adviseren u dan ook de
terugslagklep te verwijderen.
Elektrische aansluiting
Het apparaat moet volgens de veiligheidsnormen
worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te nemen dient u
zich ervan te verzekeren dat de nominale spanning
en het spanningstype op de typeplaat in
overeenstemming zijn met de netspanning waarop
de machine aangesloten gaat worden. Ook de
waarde van de zekering is te vinden op de
typeplaat.
Steek de stekker altijd in een correct geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers, contrastekkers en
verlengkabels. Hierdoor kan brandgevaar door
oververhitting ontstaan.
Laat indien nodig het stopcontact verplaatsen.
Raadpleeg onze service-afdeling als het
aansluitsnoer moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie van het apparaat
toegankelijk zijn.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het
stopcontact, maar aan de stekker.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
het niet in acht nemen van de hierboven genoemde
veiligheidsvoorzieningen.
5
Bedieningspaneel
Beschrijving van het apparaat
6
1. Bovenrek
2. Waterhardheidsknop
3. Zoutreservoir
4. Reinigingsmiddeldoseerbakje
5. Glansmiddelreservoir
6. Typeplaat
7. Filters
8. Onderste sproeiarm
9. Bovenste sproeiarm
1. Aan-/uit-toets
2. Programmakeuzetoetsen
3. Toets uitgestelde start
4. Controlelampjes
5. Functietoetsen
Functietoetsen
In aanvulling op de keuze van het afwasprogramma kunnen de
volgende functies eveneens met behulp van deze toetsen
worden ingesteld:
waterontharder instellen,
de geluidssignalen worden uit- en ingeschakeld.
Instelling
Het apparaat staat in de instelmodus als ALLE lampjes van de
programmatoetsen branden.
Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van handelingen zoals:
- het selecteren van een afwasprogramma,
- het instellen van de waterontharder,
- het in- of uitschakelen van de geluidssignalen,
het apparaat in de instelmodus MOET staan.
Als een lampje van de programmatoetsen gaat branden, is het
laatst uitgevoerde of geselecteerde programma nog steeds
ingesteld.
Om in dit geval terug te keren naar de instelmodus moet het
programma worden geannuleerd.
Een ingesteld programma of een lopend
programma annuleren
Houd tegelijkertijd de beide Annuleringstoetsen (Cancel)
(functietoetsen B en C) ingedrukt, totdat alle lampjes van de
programmatoetsen branden.
Het programma is geannuleerd en de machine bevindt zich nu
in de instelmodus.
Geluidssignalen
De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te geven welke
handelingen de afwasautomaat aan het uitvoeren is:
- de waterontharder instellen
- einde programma
- melden van een alarm als gevolg van een storing
De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld met behulp
van de functietoetsen op het bedieningspaneel.
Fabrieksinstelling: geluidssignalen ingeschakeld
In- en uitschakelen van de geluidssignalen
1. Druk op de aan-/uit-toets. De afwasautomaat moet in de
instelmodus staan.
2. Houd tegelijkertijd de beide functietoetsen B en C
ingedrukt, totdat de lampjes van de functietoetsen A, B en
C beginnen te knipperen.
3. Druk op toets C, de controlelampjes van toets A en B gaan
uit terwijl het controlelampje van toets C blijft knipperen.
Tegelijkertijd begint het controlelampje Einde programma
te branden, wat aangeeft dat de geluidssignalen zijn
ingeschakeld.
4. Om de geluidsignalen uit te schakelen drukt u nogmaals
toets C in, het controlelampje Einde programma gaat uit,
wat aangeeft dat de geluidsignalen zijn uitgeschakeld.
5. Schakel om de bewerking in het geheugen vast te leggen
de afwasautomaat uit door op de aan-/uit-toets te drukken.
Om de geluidsignalen weer in te schakelen hoeft u alleen
maar de bovenstaande instructies op te volgen totdat het
controlelampje Einde programma brandt.
7
Controlelampjes
Zout: brandt als zout bijgevuld moet worden.
Glansmiddel: brandt als glansmiddel bijgevuld moet
worden.
Programma einde: brandt als het afwasprogramma
klaar is.
In de volgende gevallen wordt een lichtsignal
gegeven:
- - als de instelling van de waterontharder wordt
gewijzigd,
- de geluidssignalen worden in- en uitgeschakeld,
- in geval van storing.
Alvorens uw vaatwasser in gebruik te nemen:
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de
wateraansluiting voldoen aan de installatie-instructies
Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit het inwendige van
de machine
Stel de waterontharder in
Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul het reservoir
vervolgens met regenereerzout
Vul het spoelmiddeldoseerbakje
Houd u bij gebruik van gecombineerde afwasmiddelen
(“3 in 1”, “4 in 1”, “5 in 1”, etc...) aan de instructies die
worden gegeven in “Afwasmiddel”.
De waterontharder instellen
De vaatwasser is uitgerust met een waterontharder die is
ontworpen om mineralen en zouten uit het leidingwater te
verwijderen die een schadelijk of negatief effect zouden
hebben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en zouten is, des te
harder is het water.
De hardheid van water wordt gemeten in equivalente
eenheden, Duitse hardheid (°dH), Franse hardheid (°TH) en
mmol/l (millimol per liter - internationale eenheid voor de
hardheid van water).
De ontharder moet worden ingesteld in overeenstemming met
de hardheid van het water in uw omgeving. Uw
waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het
water in uw woonplaats.
De waterontharder moet op beide manieren worden ingesteld:
handmatig, met behulp van de waterhardheidsknop, en
elektronisch, met behulp van de functietoetsen op het
bedieningspaneel.
Handmatige instelling
De fabrieksinstelling is stand 2
1. Open de deur van de
afwasmachine.
2. Neem de onderste korf uit
de machine.
3. Draai de regelaar op stand
1 of 2 (zie tabel).
4. Plaats de onderste korf
weer in de machine.
Elektronische instelling
De fabrieksinstelling is stand 5
1. Schakel de machine uit en druk op de aan/uit toets; alle
controlelampjes van de programmatoetsen gaan branden
(programmeerstand).
2. Houd tegelijkertijd de functietoetsen B en C ingedrukt,
totdat de lampjes van de functietoetsen A, B en C
beginnen te knipperen.
3. Druk op functietoets A, de lampjes van de functietoetsen B
en C gaan knipperen, tegelijkertijd gaat het indicatielampje
einde programma knipperen en hoort u een serie
onderbroken geluidsignalen.
Het huidige niveau wordt aangegeven door het aantal
keren dat het controlelampje einde programma knippert,
samen met een serie onderbroken geluidsignalen en een
onderbreking van enkele seconden.
Voorbeeld:
5 knippersignalen / 5 geluidssignalen pauze ,
5 knippersignalen / 5 geluidssignalen pauze, enz... = stand 5
6 knippersignalen / 6 geluidssignalen pauze ,
6 knippersignalen / 6 geluidssignalen pauze, enz... = stand 6
4. Druk op functietoets A om het niveau te wijzigen. Elke keer
dat deze toets wordt ingedrukt, wordt het niveau gewijzigd.
(Zie de tabel voor het kiezen van een nieuw niveau).
Voorbeelden:
Als het huidige niveau 5 is, wordt door toets A één keer in
te drukken, niveau 6 geselecteerd.
Als het huidige niveau 10 is, wordt door toets A één keer in
te drukken, niveau 1 geselecteerd.
5. Schakel om de bewerking vast te leggen de afwasmachine
uit door op de aan-/uit-toets te drukken.
Ingebruikneming
8
°dH °TH mmol/l
handmatig
elektronisch
51 - 70
43 - 50
37 - 42
29 - 36
23 - 28
19 - 22
15 - 18
11 - 14
4 - 10
< 4
9,1 - 12,5
7,6 - 9,0
6,5 - 7,5
5,1 - 6,4
4,0 - 5,0
3,3 - 3,9
2,6 - 3,2
1,9 - 2,5
0,7 - 1,8
< 0,7
91 - 125
76 - 90
65 - 75
51 - 64
40 - 50
33 - 39
26 - 32
19 - 25
7 - 18
< 7
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
stand 10
stand 9
stand 8
stand 7
stand 6
stand 5
stand 4
stand 3
stand 2
stand 1
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Waterhardheid
Instelling waterontharder
Zout
gebruiken
Aantal knipperingen van het
“programma einde”
controlelampje en geluidssignalen
De machine met regenereerzout vullen
Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd voor gebruik in
vaatwassers.
Alle andere soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld voor
gebruik in een vaatwasser, in het bijzonder tafelzout, zullen
schade toebrengen aan de waterontharder.
Vul alleen zout bij vlak voordat u een van de volledige
vaatwasprogramma’s gaat starten.
Hiermee wordt voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout
water enige tijd op de bodem van de machine achterblijven,
hetgeen corrosie kan veroorzaken.
Vullen:
1. Open de deur, neem het onderrek uit de machine en
schroef het deksel van het zoutreservoir los door het tegen
de wijzers van de klok in te draaien.
2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is alleen nodig als de
machine de eerste keer met zout wordt gevuld).
3. Giet met behulp van de
bijgeleverde trechter zout
in het reservoir totdat het
vol is.
4. Plaats het deksel terug;
zorg er hierbij voor dat er
geen zoutresten
achterblijven op het
schroefdraad of op de
pakking.
5. Draai het deksel goed vast door het met de klok mee te
draaien tot de aanslag (u hoort een klik).
Maak u geen zorgen als er bij het vullen met zout water uit de
vulopening stroomt, dit is heel normaal.
Het zoutcontrolelampje op het bedieningspaneel kan 2-6
uur blijven branden nadat het zout is bijgevuld, ervan
uitgaande dat de vaatwasser ingeschakeld blijft. Als u
gebruik maakt van zout dat minder snel oplost, kan dit
nog langer duren. De werking van de machine wordt
hierdoor niet beïnvloed.
De machine met glansmiddel vullen
Glansmiddel zorgt ervoor dat de vaat grondig wordt gespoeld
en vrij van vlekken en strepen opdroogt.
Glansmiddel wordt tijdens de laatse keer spoelen automatisch
gedoseerd.
1. Open het reservoir door op de ontgrendelknop (A) te
drukken.
2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het maximale vulniveau
wordt aangegeven door “max”.
De doseerinrichting bevat ongeveer 110 ml glansmiddel,
voldoende voor tussen de 16 en 40 vaatwascycli,
afhankelijk van de ingestelde dosering.
Stel de dosering van het glansmiddel in overeenstemming met
de bereikte eind- en droogresultaten in met behulp van de 6-
standenschakelaar (stand 1 minimumdosering, stand 6 maxi-
mumdosering).
De dosering wordt in de fabriek ingesteld op stand 4.
Verhoog de dosering als er na afloop van het programma
waterdruppels of kalkvlekken op de vaat achterblijven.
Verlaag de dosering als er kleverige witachtige strepen op de
vaat achterblijven of een blauwzweem op glaswerk of op de
lemmeten van messen.
3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen goed wordt
gesloten.
Neem eventueel bij het vullen gemorst glansmiddel op met
een absorberende doek om de volgende keer als u een
programma draait buitensporige schuimvorming te
voorkomen.
Gebruik alleen merkglansmiddelen voor vaatwassers.
Vul de glansmiddeldoseerinrichting nooit met andere
middelen (bijv. vaatwasreinigingsmiddel, vloeibaar
reinigingsmiddel). Dit zou het apparaat beschadigen.
9
Controleer of het nodig is regenereerzout of naspoelmiddel
bij te vullen
Plaats bestek en serviesgoed in de vaatwasser.
Doseer vaatwasmiddel.
Selecteer een programma dat geschikt is voor het bestek
en het serviesgoed.
Start het vaatwasprogramma.
Bestek en serviesgoed plaatsen
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die water kunnen
absorberen mogen niet in de vaatwasser worden gereinigd.
Doe het volgende alvorens het serviesgoed in de machine
te plaatsen:
- Verwijder alle voedselresten.
- Laat aangebakken etensresten in pannen eerst inweken.
Let bij het plaatsen van serviesgoed en bestek op de
volgende punten:
- Borden en bestek mogen de draaibeweging van de
sproeiarmen niet belemmeren.
- Plaats holle voorwerpen zoals kopjes, glazen, pannen,
enz. met de opening naar beneden, zodat water niet in
holtes kan blijven staan.
- Borden en bestek mogen niet in elkaar liggen of elkaar
bedekken.
- Zorg er ter voorkoming van schade aan glaswerk voor
dat glazen elkaar niet raken.
- Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
Kunststofvoorwerpen en pannen met teflon hebben de
neiging waterdruppels vast te houden; deze voorwerpen
drogen niet zo goed als voorwerpen van porselein en staal.
Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.) moeten in het
bovenrek worden geplaatst en zo worden neergezet dat ze
niet kunnen bewegen.
Dagelijks gebruik
10
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de vaatwasser
- bestek met houten, hoornen, porseleinen of parelmoeren
handvatten
- kunststofvoorwerpen die niet hittebestendig zijn
- ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet
hittebestendig zijn
- gelijmd bestek of gelijmde borden
- tinnen of koperen voorwerpen
- glaswerk van loodkristal
- gemakkelijk roestende stalen voorwerpen
- houten schotels
- voorwerpen gemaakt van synthetische vezels
- Reinig aardewerk alleen in de vaatwasser als het door de
fabrikant specifiek wordt gekenmerkt als
vaatwasserbestendig.
- Dessins op glaswerk kunnen vervagen als het glas vaak in
de machine wordt gereinigd.
- Zilveren en aluminium hebben de neiging om tijdens het
reinigen te verkleuren: etensresten, bijv. eiwit, eidooier en
mosterd, veroorzaken op zilver vaak verkleuring en vlekken.
Verwijder etensresten dan ook onmiddellijk van zilver, als dit
niet meteen na gebruik wordt afgewassen.
niet geschikt
in beperkt mate geschikt
11
Trek de korven naar buiten om ze te beladen.
Gebruik van de onderste korf
In de onderste korf kunt u pannen, deksels, borden, schalen
en bestek kwijt. Plaats ze naar het voorbeeld in de
afbeeldingen. Dienschalen en grote deksels zo veel mogelijk
aan de rand van de korf plaatsen en er op toezien dat de
sproeiarmen onbelemmerd kunnen ronddraaien.
De twee bordenrekken kunnen snel en eenvoudig worden
neergeklapt zodat pannen en schalen makkelijk in de machine
kunnen worden geplaatst.
De bestekmand
Rechtop geplaatste lange messen zijn een potentieel
gevaar.
Lang en/of scherp snijgereedschap zoals bijvoorbeeld
vleesmessen moeten horizontaal in het bovenrek worden
gelegd.
Pas op bij het plaatsen of uitnemen van scherpe
voorwerpen zoals messen.
Plaats vorken en lepels in de uitneembare bestekmand met de
handvatten naar beneden en messen met de handvatten naar
boven gericht.
Als de handvatten onder de bestekmand uitsteken en de
onderste sproeiarm in zijn beweging belemmeren, dient het
bestek met de handvatten omhoog te worden geplaatst.
Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat zij aan
elkaar kleven.
Om het afwasresultaat te verbeteren, raden wij aan de
meegeleverde bestekverdeler te gebruiken als de vorm en
afmetingen van het bestek dat toestaan.
Gebruik van de bovenste korf
De bovenste korf is hoofdzakelijk bedoeld voor kopjes,
schoteltjes, dessertbordjes, kleine borden (max. 24 cm
diameter) en glazen.
Plaats servies zodanig op en onder de opklapbare
kopjesrekken, dat het water overal bij kan.
Glazen met lange steel kunnen in het hoge gedeelte
opgehangen worden.
Voor groter servies kunt u de rekken omhoog klappen.
Probeer, vóór u de machine inschakelt, of beide
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Hoogteregeling bovenste korf
Mocht u erg grote borden willen afwassen dan kunt u deze in
de onderste korf plaatsen, nadat u de bovenste korf hoger
geplaatst heeft.
Ga als volgt te werk om het bovenrek in zijn
hoogste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het mechanisme
vastklikt en het rek stabiel is.
Ga als volgt te werk om het rek in zijn
oorspronkelijke stand te laten zakken:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op en laat het mechanisme
langzaam terug naar beneden zakken, terwijl u het blijft
vasthouden.
Pas op:
trek de korf nooit aan één kant omhoog of omlaag.
Met de bovenste korf in de hoge stand kunnen de
kopjesrekken niet gebruikt worden.
Sluit na het vullen van de machine altijd de deur, want een
open deur kan gevaarlijk zijn.
Gebruik van vaatwasmiddel
Gebruik uitsluitend vaatwasmiddelen die specifiek zijn bedoeld
voor gebruik in vaatwassers.
Neem de aanbevelingen van de fabrikant voor dosering en
bewaren op de verpakking van het vaatwasmiddel in acht.
Het gebruik van niet meer dan de juiste hoeveelheid
vaatwasmiddel draagt bij aan minder milieuverontreiniging.
Vaatwasmiddel doseren
1. Open het deksel.
2. Vul het vaatwasmiddelvak (1) met vaatwasmiddel. De
markering geeft de doseerniveaus aan:
20 = ca. 20 g vaatwasmiddel
30 = ca. 30 g vaatwasmiddel
3. Alle programma’s met voorwas hebben een extra dosering
vaatwasmiddel nodig (5/10 g) dat in het vaatwasmiddelvak
voor de voorwas (2) moet worden gevuld. Deze dosering
wordt gebruikt tijdens de voorwasfase.
Bij gebruik van vaatwastabletten; plaats het tablet in vak
(1).
4. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn plaats klikt.
Vaatwastabletten
Vaatwastabletten van verschillende fabrikanten lossen niet
allemaal even snel op. Daarom bereiken bepaalde
vaatwastabletten tijdens korte programma’s niet hun volledige
reinigingswerking. Kies daarom bij het gebruik van
vaatwastabletten lange programma’s, om te waarborgen dat
tabletresten volledig worden verwijderd.
Gebruik van gecombineerde afwastabletten
Dit zijn producten met een gecombineerde reinigings-, glans-
en zoutfunctie. Ook kunnen zij verschillende andere middelen
bevatten afhankelijk van de soort tabletten die u kiest (“3 in 1”,
“4 in 1”, “5 in 1” etc...).
1. Controleer of deze producten geschikt zijn voor uw
waterhardheid. Volg de instructies van de fabrikant.
Het zoutreservoir en de het glansmiddelreservoir hoeven dan
niet meer bijgevuld te worden. In dit geval gaat het
controlelampje voor het glansmiddel altijd branden wanneer de
machine wordt ingeschakeld.
2. Kies de laagste instelling voor de waterhardheid en de
dosering van het glansmiddel.
12
Bovenste korf in de hoge stand 20 cm 31 cm
Bovenste korf in de lage stand 24 cm 27 cm
Maximumhoogte van
het serviesgoed
Bovenste korf Onderste korf
1
2
3. Alvorens het afwasprogramma te starten eerst het
afwastablet in het afwasmiddelreservoir leggen doen.
Als de droogresultaten niet bevredigend zijn,
adviseren wij u:
1. Het glansmiddelreservoir te vullen met spoelmiddel.
2. De dosering van het glansmiddel in te stellen op stand 2.
Als u besluit weer over te gaan op het gebruik
van de standaardafwasmiddelen adviseren wij u:
1. Het zoutreservoir en het glansmiddelreservoir opnieuw te
vullen.
2. De waterhardheid op de hoogste stand in te stellen en
zonder lading één normaal afwasprogramma te draaien.
3. De waterhardheid in te stellen in overeenstemming met de
hardheid van het water in uw omgeving.
4. Het glansmiddelreservoir in te stellen.
13
Informatie vaatwasprogramma’s
(1) Tijdens het afwasprogramma “Auto” wordt de hoeveelheid vuil op het servies bepaald aan de hand van de troebelheid van het
water.
De programmaduur en het water- en energieverbruik kunnen variëren; dit hangt af van het feit of het apparaat geheel of
gedeeltelijk is gevuld en of het servies licht of sterk is vervuild.
De temperatuur van het water wordt automatisch ingesteld tussen 45°C en 70°C.
(2) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk gevulde afwasautomaat. Dit is het perfecte dagelijkse programma, speciaal bedoeld om
te voldoen aan de behoeften van een gezin bestaande uit 4 personen die alleen het serviesgoed en bestek van het ontbijt en
avondeten in de machine willen afwassen.
(3) Testprogramma voor testinstanties.
(4) De verbruikswaarden zijn bedoeld als richtlijn en zijn afhankelijk van de druk en de temperatuur van het water, maar ook van de
variaties in de netspanning en de hoeveelheid vaat.
Vaatwasprogramma’s
14
Mate van
verontreiniging en
soort belading
Sterk vervuild.
Serviesgoed, bestek,
potten en pannen
Normaal vervuild.
Serviesgoed, bestek,
potten en pannen
Alles.
Serviesgoed, bestek,
potten en pannen
Programma
Intensief 70°C
Auto (1)
Normaal 65°C
Beschrijving programma Verbruikswaarden (4)
Voorspoelen
70°C afwassen
2 tussentijdse spoelbeurten
Eindspoelbeurt
Drogen
Voorspoelen
45°C of 70°C afwassen
1 of 2 tussentijdse spoelbeurten
Eindspoelbeurt
Drogen
Voorspoelen
65°C afwassen
1 tussentijdse spoelbeurt
Eindspoelbeurt
Drogen
Programmaduur
(in minuten)
Energieverbruik
(kWh)
Waterverbruik
(in liter)
80 - 90
1,6 - 1,8 22 - 24
90 - 130
1,1 - 1,7 12 - 23
90 - 100
1,4 - 1,6 18 - 20
30
0,9 9
150 - 160
1,0 - 1,2 14 - 16
Normaal vervuild.
Serviesgoed en bestek
Eco 50°C (3)
Voorspoelen
50°C afwassen
1 tussentijdse spoelbeurt
Eindspoelbeurt
Drogen
Normaal of licht
vervuild.
Serviesgoed en bestek
Snel programma
60°C (2)
60°C afwassen
1 tussentijdse spoelbeurt
Selecteer het vaatwasprogramma en de uitgestelde start
met de deur enigszins geopend. De start van het
programma of het aftellen voor de uitgestelde start begint
pas nadat de deur is gesloten. Tot op dat moment kan de
instelling nog worden gewijzigd.
1. Controleer of de rekken juist zijn geladen en of de
sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. Controleer of de waterkraan is geopend.
3. Druk op de aan-/uit-toets. De vaatwasser moet zich in
instelmodus bevinden.
4. Druk op de toets die correspondeert met het gewenste
programma (zie tabel "afwasprogramma's").
Wanneer een programma is gekozen gaat het
corresponderende controlelampje branden.
Sluit de deur van de afwasautomaat, het programma start
automatisch.
Het programma instellen en starten met
uitgestelde start
1. Druk na het kiezen van het programma de toets uitgestelde
start in, tot het overeenkomstige controlelampje van het
gewenste aantal uren (3u, 6u, 9u) begint te knipperen.
2. Sluit de deur van de afwasautomaat, het aftellen start
automatisch.
3. Het aftellen vindt plaats in stappen van 3 uur.
4. Als u de deur opent, wordt het aftellen onderbroken. Sluit
de deur; het aftelproces wordt weer hervat vanaf het punt
waarop het werd onderbroken.
5. Als het startuitsel is verstreken, start het programma
automatisch.
Een lopende uitgestelde start annuleren
Druk de toets uitgestelde start in, tot het overeenkomstige
controlelampje van het gewenste aantal uren (3u, 6u, 9u)
uit gaat.
Sluit de deur van de afwasmachine, het programma start
automatisch.
Onderbreek of annuleer een vaatwasprogramma dat
bezig is ALLEEN als het absoluut noodzakelijk is.
Let op! Als de deur wordt geopend kan hete stoom
vrijkomen. Open de deur voorzichtig.
Een afwaslopend programma annuleren
Open de deur van de afwasmachine. Houd tegelijkertijd de
beide Annuleringstoetsen (Cancel) (functietoetsen B en
C) ingedrukt, totdat alle lampjes van de programmatoetsen
branden.
Het afwasprogramma is geannuleerd.
Als er een nieuw afwasprogramma moet worden gekozen,
controleer dan of zich afwasmiddel in het reservoir bevindt.
Een afwaslopend programma annuleren
Open de deur van de vaatwasser; het programma stopt.
Sluit de deur; het programma gaat verder waar het was
onderbroken.
Einde van het vaatwasprogramma
De afwasmachine stopt automatisch en een geluidssignaal
laat u weten dat het programma is afgelopen.
1. Open de deur van de vaatwasser.
Het lampje einde programma brandt.
Het controlelampje van het zojuist beëindigde programma
blijft branden.
2. Schakel de vaatwasser uit door op de aan-/uit-knop te
drukken.
3. Laat de deur op een kier staan en wacht een paar minuten
voordat u het servies uit de machine neemt, op deze
manier is het servies al afgekoeld en het droogproces
wordt bevorderd.
De vaatwasser uitruimen
Hete borden zijn gevoelig voor stoten. Het is daarom
raadzaam de vaat eerst te laten afkoelen alvorens de
machine uit te ruimen.
Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit; hiermee
voorkomt u dat er water van het bovenrek op de vaat in het
onderrek druppelt.
Er kan water op de zijkanten en de deur van de vaatwasser
ontstaan omdat roestvrij staal uiteindelijk koeler zal worden
dan de borden.
Als het vaatwasprogramma is afgelopen, is het raadzaam
de stekker uit het stopcontact te trekken en de kraan dicht
te draaien.
Een vaatwasprogramma selecteren en starten
15
De filters reinigen
De filters moeten van tijd tot tijd worden gecontroleerd en
gereinigd. Vuile filters beïnvloeden het vaatwasresultaat
negatief.
Zorg ervoor dat de machine is uitgeschakeld
voordat de filters worden schoongemaakt.
1. Open de deur, neem het onderrek uit de machine.
2. Het filtersysteem van de vaatwasser omvat een grof filter
(A), een microfilter (B) en een plat filter. Ontgrendel het
filtersysteem met behulp van de hendel op het microfilter
en neem het filter uit.
3. Draai de hendel ca. 1/4 slag tegen de wijzers van de klok in
en neem het filter uit.
4. Pak het grove filter (A) vast bij het handvat met het gat en
verwijder het uit het microfilter (B).
5. Maak alle filters onder stromend water grondig schoon.
6. Verwijder het platte filter uit de bodem van het
vaatwascompartiment en reinig het filter grondig aan beide
kanten.
7. Zet het platte filter terug in de bodem van de machine en
controleer of het precies onder de twee geleiders (C) zit.
8. Plaats het grove filter (A) terug in het microfilter (B) en druk
beide delen in elkaar.
9. Breng de filtercombinatie terug op zijn plaats en vergrendel
het geheel door de hendel tot de aanslag met de wijzers
van de klok mee te draaien.
Let er bij deze procedure op dat het platte filter niet boven
de bodem van het vaatwascompartiment uitsteekt.
Let op!
De vaatwasser mag onder geen beding zonder filters worden
gebruikt.
Een onjuiste terugplaatsing en bevestiging van de filters heeft
slechtere vaatwasresultaten en mogelijk schade aan de
vaatwasser tot gevolg.
Probeer NOOIT de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben
verstopt, verwijder deze dan met een cocktailprikker.
Buitenzijde reinigen
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het
bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik -
indien nodig - alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik
nooit schurende producten, schuursponsjes of oplosmiddelen
(aceton, trichlooretheen, enz.).
Binnenzijde reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rondom de deur en het
vaatwasmiddelvakje en spoelmiddelreservoir regelmatig met
een vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een
vaatwasprogramma voor extra vuile vaat te draaien zonder
vaat, maar met vaatwasmiddel.
Als de vaatwasser langere tijd niet
wordt gebruikt
Als u de vaatwasser gedurende langere tijd niet gebruikt, is het
aan te bevelen:
1. De stekker uit het stopcontact te trekken en de kraan dicht
te draaien;
2. De deur op een kier te zetten om de vorming van
vervelende geurtjes te voorkomen;
3. het inwendige van de machine leeg en schoon te houden.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de temperatuur lager
is dan 0 °C. Als het toch niet anders kan, maak de machine
leeg, sluit de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding en laat
deze leeglopen.
Onderhoud en reiniging
16
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij verhuizing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact;
2. draai de waterkraan dicht;
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoerslang;
4. trek de machine samen met de slangen naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het vervoer.
17
De vaatwasser start niet of stopt terwijil hij bezig is.
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of onoplettendheid en kunnen zonder de
inschakeling van een monteur worden opgelost met behulp van de in de tabel hieronder beschreven aanwijzingen.
Zet de afwasmachine uit en voer de volgende voorgestelde corrigerende handelingen uit.
Het oplossen van problemen
- Het controlelampje van het lopende programma knippert
- 1 onderbroken geluidssignaal
- 1 knippersignaal van het “programma einde
controlelampje
De vaatwasser wordt niet gevuld met water
- Het controlelampje van het lopende programma knippert
- 2 onderbroken geluidssignalen
- 2 knippersignalen van het “programma einde
controlelampje
Het afwaswater wordt niet afgevoerd
Het controlelampje van het lopende programma knippert
- 3 onderbroken geluidssignalen
- 3 knippersignalen van het “programma einde
controlelampje
Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd
Alarm / Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
De waterkraan is verstopt of aangezet met ketelsteen.
Reinig de waterkraan.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
Het filter (indien aanwezig) in de schroefslangfitting bij de
waterinlaatklep is verstopt.
Reinig het filter in de schroeffitting.
De waterinlaatslang is niet juist geplaatst of is gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoerslang.
De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is gebogen of
geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoerslang.
Waterkraan dichtdraaien en contact opnemen met de service-
afdeling.
Het programma begint niet
Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
De deur van de vaatwasser is niet goed gesloten.
Sluit de deur.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Uitgestelde start is ingesteld.
Annuleer de uitgestelde start als de vaat direct moet worden
gedaan.
Als u deze controles hebt uitgevoerd zet u de machine aan.
Het programma wordt hervat waar het werd onderbroken.
Als het programma niet wordt hervat en opnieuw een foutcode
op de display verschijnt, neem dan contact op met onze
service-afdeling.
18
Stel u in verbinding met de servicedienst als de machine een
alarmmelding geeft die niet in bovenstaande tabel beschreven
is.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen en
verhelpen, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Houd merk, modelnummer (Mod.), productnummer (PNC) en
sereinummer (S.N.) van uw machine bij de hand; de service-
afdeling zal u erom vragen. U vindt de nummers op het
typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
Wij adviseren u deze nummers hier te noteren zodat u ze altijd
bij de hand hebt:
Mod. :. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
PNC: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
S.N. : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het vaatwasresultaat is niet
bevredigend
De borden zijn niet schoon
Het verkeerde vaatwasprogramma is geselecteerd.
De vaat is zo geplaatst dat het water niet alle delen van het
oppervlak kan bereiken. De rekken moeten niet te vol
worden geladen.
De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een
onjuiste plaatsing van de vaat.
De filters in de bodem van het vaatwascompartiment zijn vuil
of onjuist geplaatst.
Er is te weinig of geen vaatwasmiddel gebruikt.
Als er kalkresten op de vaat achterblijven; het zoutreservoir
is leeg of de waterontharder is op het onjuiste niveau
ingesteld.
De afvoerslang is niet correct aangesloten.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
De vaat is nat en dof
Er is geen glansmiddel gebruikt.
De spoelmiddeldoseerinrichting is leeg.
De glazen en borden vertonen strepen,
melkachtige vlekken of een blauwzweem
Verlaag de dosering van het glansmiddel.
Opgedroogde waterdruppels op glazen en
borden
Verhoog de dosering van het glansmiddel.
Het vaatwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op
met de consumentenlijn van de vaatwasmiddelfabrikant.
De test volgens EN 60704 moet met een volledige standaard lading en het vergelijkingsprogramma worden uitgevoerd (zie
"Programma-overzicht").
Voor de test volgens EN 50242 moet het zoutreservoir van de waterontharder gevuld zijn met zout en het glansmiddelreservoir
gevuld met glansmiddel en het vergelijkingsprogramma worden uitgevoerd (zie "Programma-overzicht").
Toelichtingen voor testinstituten
19
Capaciteit: 12 standaard couverts
Glansmiddelreservoir: stand 4 (Type III)
Dosering afwasmiddel: 5 g + 25 g (Type B)
Rangschikking in de onderste korf
Rangschikking in de bovenste korf
Rangschikking in het bestekmandje
Kopjesrekken: stand A
Wijzigingen voorbehouden
156994770 - 082007
Doelmatig en Stijlvol
Telefoon afdeling service en onderdelen: Numéro de téléphone du service après-vente et
Pelgrim service: Tel. 0900-55 50 003 des pièces détachées:
Fax: +31 (0)26-88 21 333 Pelgrim S.A. Belgique
Zone Industrielle, Keerstraat 1
B-9420 Erpe-Mere
Tél.: (053) 80 62 08
Fax: (053) 80 60 57
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Pelgrim GVW556RVS/P03 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding