MARYNEN 312 BF 2C Handleiding

Type
Handleiding
2222 009-33
TWEEDEURS KOELKAST
FREEZER - FRIDGE
CM 3822 C
Gebruiksaanwijzing
Instruction booklet
2
VEILIGHEID
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is. Deze
waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veran-
deren.
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak-
werkzaamheden of het verwisselen van het,
eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint
altijd de steker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees
voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton
enzovoorts.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke,
kan verbranding van de mondhuid tot gevolg
hebben; wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische
schok bloot kunnen staan.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat
de delen van het koelcircuit niet zodanig worden
beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou
kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een
centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direct zon-
licht staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant
van het apparaat kan circuleren. Vermijd schade
aan de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd inge-
bouwde): het apparaat kan zeer goed in de
kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines)
nooit in de kast, tenzij dat door de fabrikant
goedgekeurd is.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer,
ten behoeve van de installatie van dit apparaat,
mag uitsluitend door een daartoe bevoegd per-
soon uitgevoerd worden. Het betreffende stop-
contact dient, ook na eventuele onder- of inbouw,
gemakkelijk bereikbaar te zijn. Werkzaamheden
welke door personen zonder de noodzakelijke
kennis uitgevoerd worden, kunnen schade of let-
sel tot gevolg hebben.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door de ELECTROLUX SERVICE en
laat geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door door het bedrijf
aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te
worden.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd wor-
den, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uit-
sluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
De beste resultaten worden bereikt bij een
omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C
(klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST);
tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en
32°C (klasse SN); de klasse staat op het type-
plaatje vermeld.
Gedrukt op kringloopapier
3
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden
met de omgevingstemperatuur voor dit type
product maar tevens met de volgende aanwijzin-
gen: wanneer de bewaartemperatuur onder de
aangeduide minimum waarde daalt, wordt de
bewaartemperatuur in het vriesvak niet meer
gegarandeerd; u kunt de bewaarde levensmid-
delen dan het beste zo snel mogelijk nuttigen.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-
ten mogen, om gezondheidsredenen, niet
wederom ingevroren worden.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en
schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of
ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en bed-
erf van de levensmiddelen veroorzaakt.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de fab-
rikant zijn aangegeven.
Nooit metalen voorwerpen gebruiken om het
apparaat schoon te maken; dit zou het apparaat
kunnen beschadigen.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriez-
ing van de inhoud exploderen.
Installatie
Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Belangrijk: Als de voedingskabel beschadigd
raakt, moet de kabel, eventueel met stekers, ver-
vangen worden; deze onderdelen zijn verkrijg-
baar bij de fabrikant of het servicecentrum.
Tijdens normaal gebruik worden de condensor
en de compressor die zich op de achterkant van
het apparaat bevinden, warm. Om veiligheidsre-
denen moet de ventilatie zodanig zijn als
aangegeven in de speciale Figuur.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie-openin-
gen tijdens gebruik niet worden afgedekt.
Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u ver-
brandingsletsel door aanraking van hete tot zeer
hete delen.
Afhankelijk van de wijze van transport kan olie
vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid
zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste een half uur alvorens de steker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend ver-
voer ten minste een halve dag. Daarmee geeft u
de olie de gelegenheid in de compressor terug te
vloeien. Apparaten welke van een absorptie-unit
voorzien zijn kunnen direct in bedrijf genomen
worden. Controleer circa 24 uur na het in bedrijf
stellen of het apparaat naar behoren werkt.
Milieubescherming
Belangrijk: Dit apparaat bevat, zowel in het koel-
circuit als in de isolatie, geen ozononvriendelijke
stoffen. Het apparaat moet niet weggegooid wor-
den samen met het huisvuil of met gesloopte
apparaten. Vermijden dat het koelcircuit wordt
beschadigd, vooral aan de achterkant in de zone
van de warmtewisselaar. Inlichtingen over
ophaaldiensten kunnen worden verschaft door de
gemeentelijke autoriteiten. De materialen in dit
apparaat die voorzien zijn van het symbool
zijn geschikt voor recycling.
4
INHOUD
Veiligheid 2
Wegwerpen van Verpakkingsmateriaal 4
Het gebruik 5
Reiniging van de binnenkant 5
Het bedieningspaneel 5
Gebruik van het koelgedeelte
Ingebruikname 5
Temperatuurinstelling 5
Koelen van levensmiddelen 5
Flessenhouder 6
Verplaatsbare platen 6
Het verplaatsen van deurvakken 6
Gebruik van het vriesgedeelte 6
Ingebruikname 6
Temperatuurinstelling 6
Snelvriezen 6
Controlelampje “te warm” 7
Het invriezen van verse levensmiddelen, 7
Bewaren van diepvriesproducten 7
Het ontdooien van diepvriesproducten 7
IJslaatjes 7
Binnenthermometer 7
Tips 8
Koelen tips 8
Invriezen tips 8
Diepvriezen tips 8
Onderhoud 8
Gepronlogeerde stilstand 8
Schoonmaken 9
Vervangen van de lamp 9
Het ontdooien 9
Als er iets niet in orde is 10
Technische gegevens 10
Installatie 11
Plaats van opstelling 11
Muur-afstandhoudersr 11
Elektrische aansluiting 11
Het wijzigen van de deurdraairichting 12
Garantiebepalingen en Service 13
WEGWERPEN VAN VERPAKKINGSMATERIAAL
Het verpakkingsmateriaal van onze grote elek-
trische huishoudelijke apparaten kan met uitzonder-
ing van houten onderdelen, gerecycled worden en
dus bij het kringloopafval worden gezet.
Wij bevelen u aan om:
Papier, karton en golfkarton in de speciale
papierbakken te werpen.
Plasticverpakkingsmateriaal in de speciaal daar-
voor bestemde plastic-containers te gooien.
Indien dit soort bakken in uw buurt nog niet
voorkomen mag u het materiaal aan de vuilnis-
man meegeven.
Als verpakkingsmateriaal gebruiken wij slechts recy-
cleerbare kunststoffen, zoals bijv.:
In de voorbeelden staat:
PE voor Polyethyleen** 02 = ^ PE-HD;
04 = ^ PE-LD
PP voor Polypropyleen
PS voor Polystyrol
PLASTIC BESTANDDELEN
Om er gemakkelijker achter te komen hoe u het
materiaal van dit apparaat moet wegwerpen en /of
recycleren zijn er op verschillende punten herken-
bare symbolen op aangebracht.
PS
SAN
ABS
02**
PE
05
PP
06
PS
5
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de binnen-
kant met lauw water en een neutraal schoonmaak-
middel te reinigen om de typische geur van een
nieuw apparaat weg te nemen. Droog vervolgens
de wanden goed af.
Ingebruikname
Steek de steker in de wandcontactdoos. Draai de
thermostaatknop (G), rechtsom uit de stand “0”
(Stop-stand). Het controlelampje (F) licht op; dit
geeft aan dat het apparaat aan staat.
U schakelt het apparaat uit door de thermostaat-
knop op stand “0” te draaien.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een hoger cijfer te
draaien. Bij het instellen van de juiste stand dient u
er rekening mee te houden dat de temperatuur in
het apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur;
de frequentie waarmee de deuren geopend wor-
den;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de mid-
denstand te draaien.
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte advis-
eren wij u de volgende eenvoudige regels in acht te
nemen:
Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan circuleren.
Gebruik geen schurende schoonmaak-
middelen, waarmee u de afwerkingen van het
apparaat zou kunnen beschadigen.
S
BACD E F G
Het bedieningspaneel
A -Controlelampje «te warm»
B.-Controlelampje «Super-stand»
C.-Super-(invries)-schakelaar
D.-Controlelampje «in bedrijf» (vriezer)
E.-Temperatuurregelaar (vriezer)
F.- Controlelampje «in bedrijf» (koeler)
G.-Temperatuurregelaar (koeler)
HET GEBRUIK
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de thermostaat-
knop in de koudste stand gedraaid is, bijvoor-
beeld ten gevolge van zeer warme omgevings-
temperatuur of het snel willen koelen van grote
hoeveelheden dranken, de compressor continu
loopt, waardoor automatische ontdooiing van de
koelverdamper niet plaatsvindt en zich daarop
ijs afzet. Draai, in dat geval, de thermostaatknop
naar een wat minder koude stand, zodat
automatische ontdooiing kan plaatsvinden; hier-
door spaart u tevens energie.
GEBRUIK VAN HET KOELGEDEELTE
6
GEBRUIK VAN HET VRIESGEDEELTE
Ingebruikname
Steek de steker in de wandcontactdoos.Het contro-
lelampje licht (D ) op; dit geeft aan dat het apparaat
aan staat. Draai de thermostaatknop (E), rechtsom
uit de stand “0” (Stop-stand).
U schakelt het apparaat uit door de thermostaat-
knop op stand “0” te draaien.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een hoger cijfer te
draaien. Bij het instellen van de juiste stand dient u
er rekening mee te houden dat de temperatuur in
het apparaat afhankelijk is van:
Snelvriezen
Schakel voor het snelvriezen schakelaar (C) in. Het
lampje (B) licht op.
Het verplaatsen van deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden.
Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt. Verplaats
daarna het vak naar de gewenste hoogte.
PR189
D338
Verplaatsbare platen
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat
u de platen naar wens op verschillende hoogten
kunt plaatsen.
U krijgt meer ruimte in de koeler, wanneer u het
voorste deel van de rekjes omklapt.
Flessenhouder
De flessenhouder die aan een binnenrooster (of
glasplaat) gehaakt kan worden, gebruikt u voor het
plaatsen van flessen of blikken.
Om de houder te verwijderen, trekt u het rooster (of
de glasplaat) aan de achterkant omhoog en drukt u
het eruit (zie tekening). De houder losmaken en het
rooster (de glasplaat) weer op zijn plaats zetten.
D741
de kamertemperatuur;
de frequentie waarmee de deuren geopend wor-
den;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de mid-
denstand te draaien.
7
Het invriezen van verse levens-
middelen
In het diepvriesvak kunt u verse levensmiddelen
invriezen en diepvriesproducten bewaren.
Voor het invriezen dient u 12 uur vóór het inbrengen
van de levensmiddelen de snelvriezen schakelaar in
te schakelen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het
bovenste vak; daar is de temperatuur het laagst.
Om de op het typeplaatje aangegeven hoeveelheid
levensmiddelen in te vriezen dient u deze op het
vriezende vlak te plaatsen.
Bij invriezen in de laden, is de max. hoeveelheid
kleiner.
Controlelampje «te warm» (A)
Indien het controlelampje (A) oplicht, dan wordt
hierdoor aangegeven dat de inwendige temperatuur
onveilig voor het bewaren van diepvriesartikelen
geworden is.
Bij de eerste in gebruikname, of na een schoomaak-
beurt, licht het controlelampje op totdat de inwendige
temperatuur het veilige niveau bereikt heeft.
Bewaren van diepvriesproducten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt
of haar weer gebruikt na een periode van stilstand,
dient u de snelvriezen schakelaar in te schakelen.
Plaats vervolgens de diepvriesproducten na drie uur
in de kast.
Als u grote hoeveelheden voedsel moet invriezen,
kunt u alle laden en manden uit het apparaat verwi-
jderen en het voedsel direct op de koelplaten
leggen. Let erop dat u de maximum belading
niet overschrijdt, deze vindt u op de zijkant van het
bovengedeelte (indien voorzien).
Belangrijk
Als, bijvoorbeeld door stroomuitval die langer
duurt dan aangegeven wordt in de tabel technis-
che gegevens bij ‘tijd om van –18°C naar –9°C te
gaan per uur , de opgeslagen producten
onopzettelijk ontdooid worden, moeten deze
direct geconsumeerd worden of onmiddellijk
toebereid en na afkoeling opnieuw ingevroren.
Het ontdooien van diepvriesproducten
De diepvriesproducten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al
naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren producten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook-
of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
IJslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes
voor het maken van ijsblokjes geleverd.
Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes los
te wrikken.
Binnenthermometer
Een thermometer geeft de binnentemperatuur van
de diepvriezer aan. Hij kan een hogere temperatuur
dan -18°C (warmer) aangeven indien u een grote
hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen erin
plaatst of wanneer de deur lange tijd open blijft.
Blauw: normaal
Rood: alarm
PR202
°
C
ONDERHOUD
Neem vóór iedere handeling altijd eerst
de steker uit de wandcontactdoos.
Belangrijk
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het koelcir-
cuit; onderhoud en bijvulling dient daarom uitslui-
tend door bevoegd personeel uitgevoerd te worden.
Geprolongeerde stilstand
Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet
gebruikt wordt de volgende handelingen uit te
voeren:
neem de steker uit de wandcontactdoos;
verwijder alle spijzen en dranken uit de kast;
laat de kast geheel ontdooien en maak de binnen-
wanden, rekken, korven en dergelijke goed schoon;
laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan
van onaangename geur te voorkomen.
Diepvriezen tips
Neem de volgende regels in acht:
controleer of de diepvriesproducten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesproducten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak;
open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk;
wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesproducten, want gedeeltelijk ontdooide
waren mag u niet opnieuw invriezen;
noteer de fabrikatiedatum en respecteer de ver-
valdatum van de fabrikant.
de temperatuur van deze laatste zou daardoor
kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar
dan vet voedsel; ook zout verkort de houd-
baarheid;
vermijd rechtstreekse consumptie van ijslollies
uit het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen ver-
branden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt controleren;
op de binnenkant van de deur of op de kaarten
(indien aanwezig) zijn tekeningen van enkele dier-
soorten en levensmiddelen aangebracht gevolgd
door cijfers die aangeven hoeveel maanden u de
ingevroren producten kunt bewaren;
plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de
blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
TIPS
Koelen tips
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard
of in plastic- of aluminiumfolie verpakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aar-
dappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
Invriezen tips
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u
kunt invriezen in 24 uur staat aangegeven op
het “typeplaatje”;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen toe;
vries uitsluitend verse, gœd schoongemaakte en
eerste kwaliteit levensmiddelen in;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien;
verpak de levensmiddelen in aluminium- of kun-
ststoffolie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht af;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in aan-
raking komen met reeds ingevroren producten;
9
Schoonmaken
Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het
schoon-maken van het apparaat; dit zou
beschadigingen tot gevolg kunnen hebben.
Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met
lauw sodawater. Lap de wanden na met schoon
water en droog ze zorgvuldig.
Stop op de condensor verhoogt het energieverbruk.
Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de
achterkant van het apparaat met een zachte borstel
of met de stopzuiger voorzichtig schoonmaken.
Vervangen van de lamp
Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze
bereikbaar:
Schroef het afschermkapje los;
Verwijder het losse deel door er lichte druk op uit
te oefenen (zie figuur).
Indien met open deur het lampje niet brandt, kijk
dan eerst of het soms los in de fitting zit.
Als het lampje dan nog niet brandt, ver-
vang het dan door een lampje met hetzelfde ver-
mogen. Het maximale vermogen is op het
afschermkapje aangegeven.
D613
Het ontdooien
Koelkast
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de compressor stopt. Het dooi-
water wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen in
een bakje dat zich aan de achterkant van het
appraat boven de compressor bevindt. Hier ver-
dampt het water.
Wij raden u aan het gaatje dat zich in het mid-
den van het afvoerkanaal in de koelkast bevindt,
regelmatig schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het
staafje dat zich in het gaatje bevindt.
Vrieskast
In het vriesvak dient u de rijp te verwijderen, wan-
neer deze een laag van circa 4 mm vormt. Gebruik
hiervoor de meegeleverde plastic spatel. Voor het
uitvoeren van deze handeling hoeft u het apparaat
niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te maken.
Wanneer zich echter een dikke ijslaag gevormd
heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de
steker uit het stopcontact;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere
kranten en bewaar ze op een koele plaats;
D037
10
TECHNISCHE GEGEVENS
Efficiency-klasse A
216
77
0,9
328,5
14
20
1750
600
600
600
1210
Netto inhoud in liter van het koelgedeelte
Energieverbruik in kWh/24h
Energieverbruik in kWh/jaar
Invriescapaciteit in kg/24h
Tijd om van -18°C naar -9°C te gaan per uur
Netto inhoud in liter van het vriesgedeelte
Afmetingen in mm
hoogte
breedte
diepte
breedte bij 90° geopende deuren
diepte bij 90° geopende deuren
Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje van het apparaat.
D068
3. laat de deur openstaan en schuif de schraper,
als een verlenggootje, in de daarvoor bestemde
opening. Plaats onder het gootje een schaaltje
om het water op te vangen;
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig;
5. bewaar de schraper zodat u hem opnieuw kunt
gebruiken;
6. draai de thermostaatknop in de gewenste stand
of steek de steker weer in het stopcontact. Na
twee of drie uur kunt u de diepvriesproducten
weer terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om
ALS ER IETS NIET IN ORDE IS
Indien het apparaat niet functioneert of ook de lam-
pjes niet branden, controleer dan:
of de stekker goed in het stopcontact zit;
of de elektriciteit soms uitgevallen is;
of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk “Het ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen,
raadpleeg dan de ELECTROLUX SERVICE.
het ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.
11
Muur-afstandhouders
In het documentenzakje bevinden zich twee af-
standhouders die volgens de figuur geplaatst
dienen te worden.
Draai de schroeven los, steek de afstandhouder
onder de schroefkop en draai de schroeven weer
vast.
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de net-
frequentie, welke op het typeplaatje in de kast
staan aangegeven, overeenkomen met de
netspanning en de netfrequentie in uw woning.
Een afwijking op de netspanning tot plus of minus
6% is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken.
De steker mag alleen geplaatst worden in een
geaard stopcontact. De kast is daarom voorzien van
een speciaal drieaderig snoer, geschikt voor een
geaard stopcontact. Mocht het stopcontact in uw
woning niet geaard zijn, dan dient een erkend
installateur het apparaat volgens de geldende nor-
men te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel, veroorza-
akt door het niet voldoen aan dit veilighei-
dsvoorschrift, niet onder de verantwoordelIjk-
heid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EEG-
richtlIjnen:
INSTALLATIE
NP00
100 mm15 mm
15 mm
A
B
D594
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebron-
nen: centrale verwarming, kachels, felle zonne-
stralen enz.
Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig
zijn als aangegeven in figuur:
Plaatsing van het apparaat onder keukenhangkast-
jes (zie Fig. 1 - A). Plaatsing van het apparaat zon-
der keukenhangkastjes (zie Fig. 1 - B).
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen
tijdens gebruik niet worden afgedekt.
Teneinde oneffenheden in de vloer op te heffen is de
kast voorzien van één of meer verstelbare voetjes.
- 87/308/EEG-richtlijn van 2/6/87 met betrekking
tot de radio-ontstoring
- 73/23/ EEG-richtlijn van 19/02/73
(Laagspanning) en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336/EEG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en opeen-
volgende wijzingen;
12
H
G
D419
F
D
PR18
F
F
F
E
E
G
Het wijzigen van de deur-
draairichting
Neem vóór het wijzigen van de deurdraairichting
de stekker uit de wandcontactdoos.
Ga nu verder als volgt te werk:
1. Ventilatierooster (D) verwijderen;
2. Verwijder het kapje (G) en het onderste
scharnier (E) door de 3 schroeven waarmee het
scharnier vastzit los te draaien.
3. Onderdeur verwijderen van het tussenscharnier
(H).
4. Verwijder het tussenscharnier (H).
5. Bovendeur van bovenscharnierpen (G) trekken.
6. Bovenste scharnierpen verwijderen en aan de
tegenovergestelde kant weer monteren, na de
dopjes verwijderd te hebben. Monteer de dopjes
nu aan de andere kant.
7. Bovendeur herplaatsen.
8. Tussenscharnier op de andere kant aanbrengen.
9. Draai met een sleutel van 10 mm de scharnier-
pen (E) los en breng deze aan de andere kant
van het scharnier aan.
10.Plaats het onderste scharnier (E) weer aan de
andere kant en maak daarbij gebruik van de vier
schroeven die u daarvóór verwijderd heeft.
11.Neem het kapje (F) uit het ventilatierooster (D)
door het in de richting van de pijl te duwen en
breng dit aan de andere kant aan.
11.Onderdeur herplaatsen.
12.Ventilatierooster (D) met het kapje (G) weer
terugplaatsen.
Om ervoor te zorgen dat de deuren precies op
dezelfde lijn komen te zitten kunt u het tussen-
scharnier (H) afstellen door dit met behulp van
gereedschap in de horizontale richting te verschuiv-
en; als u dit doet moet u eerst de beide schroeven
losgedraaid hebben (zie figuur).
Belangrijk:
Controleer na de richting van de deuren gewijzigd
te hebben, dat alle schroeven goed vastgedraaid
zitten en dat het deurrubber goed op de sponning
sluit. In een koud vertrek (in de winter) kan het
gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen
zal het rubber zich echter aangepast hebben. Wilt u
dat bespoedigen, dan kunt u het rubber warm
maken met een föhn.
13
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
(B-NL en L)
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwi-
tantie te worden getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent één jaar garantie op het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, gere-
kend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het gevolg is van
een materiaal- en/of constructiefout, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik, geldt een algemene garantieperiode van twee
jaar. Accessoires zjn aan directe slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve van garantie uit-
gesloten.
2 Indien binnen de garantietermijn door MARYNEN reparaties worden verricht, wordt de oorspronkelijke
garantietermijn niet verlengd. Op reparaties buiten de garantietermijn door MARYNEN verricht, en op de
hierbij geleverde, betaalde en gemonteerde onderdelen wordt 1 jaar garantie verleend.
Indien na drie maal uitvoeren van eenzelfde reparatie, hetzelfde defect opnieuw optreedt en geen resul-
taat van een opnieuw uitvoeren van een reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw exemplaar of
soortgelijk toestel worden aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen bijbetaling op basis van een te
bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten, per
definitie: wasautomaten, droogtrommelautomaten, atwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-kisten,
ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als bedoeld onder punt 3 geldt ook voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich het
apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer opengestelde wegen
bereikbaar is. Voorts dient ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens gemachtigde
plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zjn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar service-
werkplaats getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant vastgestel-
de wijze en voor rekening en risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en 3a genoemde apparaten, alsmede apparaten welke wel de betreffende functio-
nele eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport, dienen franco
aan het adres van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de algemene garantiepe-
riode vindt terugzending voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene garantieperiode vallend defect aan een apparaat niet
hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel/vries-motorcompressoren (exclusief startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende ga-
rantieperiode, in geljke percentages van twintig procent perjaar, van vijfjaar na koopdatum van het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met inachtname van volledig kosteloos herstel binnen de al-
gemene garantieperiode. Na de algemene garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon- en bijkomende
materiaalkosten in rekening gebracht.
14
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de betreffen-
de hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van het apparaat
blijkt, niet getoond kan worden of meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of óók voor andere dan de huishoudelijke doeleinden, waarvoor het appa-
raat bestemd is, gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing geïn-
stalleerd, bediend, behandeld of gebruikt wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet bevoegde personen hersteld of gewijzigd
werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de benodig-
de tjd voor het uit- en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ont-
stane extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of inbou-
wen van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk van uit- of afneembare delen, welke niet ten
tijde van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig, dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige re-
paraties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid, en ook om
mogeljke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door personen
die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten. Wij adviseren u herstel- en/of controlewerkzaamhe-
den door uw vakhandelaar of door ELECTROLUX SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend originele
DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.
ELECTROLUX SERVICE
Nederland
Vennootsweg 1
2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen
tijdens kantooruren:
Tel.: 0172 - 46 83 00
Fax.: 0172 - 46 82 55
Onderdelenverkoop op werkda-
gen tijdens kantooruren:
Tel.: 0172 - 46 84 00
Fax.: 0172 - 46 83 76
ELECTROLUX SERVICE
België
Bergensesteenweg 719
1520 Halle (Lembeek)
Thuisherstellingen:
Tel.: 02-3630444
Fax: 02-3630400
Wisselstukken:
Tel.: 02-3630555
Fax: 02-3630500
ELECTROLUX SERVICE
Luxembourg/
Luxemburg
3, Route d’Arlon
L-8009 Strassen
Dépannages a domicile:
Kundendienst:
Tel.: 45 33 50
Fax: 45 84 34
Pieces détachées: Ersatzteile:
Tel.: 45 33 50
Fax: 45 84 34
ELECTROLUX SERVICE
Marynen Huishoudelijke Apparaten
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Telefoon: (0172) 468 330
Telefax: (0172) 468 215
1 / 1