Zanussi ZM176X Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
67
INHOUD
NEDERLANDS
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68 - 70
Apparaat en toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Instellen van de klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Wat zijn microgolven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74
Geschikt servies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74 - 75
Tips en adviezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75 - 78
Vermogensstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Handmatig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Andere nuttige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80 - 81
Automatisch gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
Tabellen automatische programma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83 - 85
Recepten voor automatische kookprogramma's AC-6 en AC-7 . . . . . . . . . . . . . . . . .85 - 86
Tabellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87 - 88
Recepten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88 - 90
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
Adres service-afdeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
Garantievoorwaarden NEDERLAND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94 - 95
Garantiebedingungen BELGIË . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97
Belangrijke informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97
Installatie-aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98 - 99
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt
verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van
dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
De magnetron niet gebruiken om levensmiddelen in
olie of vet te frituren. De temperatuur kan niet
gecontroleerd worden en het vet kan vlam vatten.
Alleen speciaal daarvoor geschikte popcorn in de
magnetron bereiden.
Geen levensmiddelen of andere voorwerpen in het
apparaat bewaren.
Na het starten van het apparaat de instellingen
controleren om er zeker van te zijn dat het
apparaat zoals gewenst werkt. Deze
gebruiksaanwijzing gebruiken.
Om verwondingen te voorkomen
WAARSCHUWING:
Het apparaat niet gebruiken als het beschadigd
is of niet goed functioneert. Controleer het
volgende voordat u het apparaat inschakelt:
a) De deur moet correct sluiten en mag niet
verkeerd uitgelijnd of vervormd zijn.
b) De scharnieren en veiligheidsvergrendelingen
van de deur mogen niet kapot of los zijn.
c) De deurafdichtingen en afsluitvlakken mogen
niet beschadigd zijn.
d) In de ovenruimte en de deur mogen geen deuken
of andere beschadigingen aanwezig zijn.
e) Het aansluitsnoer en de stekker mogen niet
beschadigd zijn.
Voer in geen geval zelf reparaties of
wijzigingen aan uw magnetron uit.
Reparaties, vooral reparaties waarbij de
afdekking van het apparaat moet
worden verwijderd, mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd.
Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risicos voor de gebruiker
leiden. Wend u daarom in geval van
storing altijd tot onze service-afdeling.
Alleen originele ZANUSSI-onderdelen
voldoen aan alle eisen!
Nooit op enigerlei wijze veranderingen
aanbrengen aan de veiligheidsvergrendeling van
de deur.
Het apparaat nooit inschakelen als zich
voorwerpen tussen de deurafdichtingen en de
afsluitvlakken bevinden.
Om brand te voorkomen
Magnetronovens mogen tijdens het
gebruik niet zonder toezicht worden
gelaten. Te hoge vermogens of te lange
bereidingstijden kunnen de levensmiddelen
oververhitten en brand veroorzaken.
Het stopcontact moet altijd bereikbaar zijn, zodat
de stekker er in geval van nood makkelijk kan
worden uitgetrokken. De netspanning moet 230 V
wisselspanning, 50 Hz zijn en de zekering moet
minstens 10 A zijn.
Wij raden u aan het apparaat aan een aparte
stroomkring aan te sluiten.
Het apparaat niet in de open lucht bewaren of
opstellen.
NOOIT DE DEUR OPENEN, als in het
apparaat verwarmde levensmiddelen
beginnen te roken. Het apparaat
uitschakelen, de stekker uit het
stopcontact trekken en wachten tot de
levensmiddelen niet meer roken. Als u de
deur opent tijdens de rookontwikkeling
kan dat brand veroorzaken.
Alleen voor magnetrons geschikt servies
gebruiken, zie pag. 74 - 75.
Het apparaat nooit zonder toezicht laten,
als u verpakkingen van kunststof, papier
of ander brandbaar materiaal gebruikt.
De afdekking van de microgolven-
geleider, de ovenruimte, het
draaiplateau en het draaimechanisme na
gebruik van het apparaat reinigen. Deze
onderdelen moeten droog en vetvrij zijn.
Achterblijvende vetspatten kunnen
oververhit raken, gaan roken of
ontbranden.
Geen brandbare materialen in de buurt van het
apparaat of de ventilatie-openingen bewaren.
De ventilatie-openingen nooit blokkeren.
Alle metalen sluitingen, draden enz. van
levensmiddelen en verpakkingen verwijderen.
Vonkvorming op metalen oppervlakken kan tot
brand leiden.
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID: LEES DE VOLGENDE AANWIJZINGEN GOED DOOR
EN BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING.
68
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
69
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
NEDERLANDS
Nooit afgesloten bakjes gebruiken. Sluitingen en
afdekkingen verwijderen. Afgesloten bakjes
kunnen door de drukverhoging zelfs na
uitschakelen van het apparaat nog exploderen.
Wees voorzichtig bij het verwarmen van
vloeistoffen.
Kopjes of bekers met een grote opening gebruiken,
opdat luchtbellen kunnen ontsnappen.
Wees bij het verwarmen van vloeistoffen
in de magnetron voorzichtig als u het
kopje of de beker uit de oven neemt; het
kan tot kookpuntvertraging komen en de
vloeistof kan plotseling hevig overkoken
of spatten.
Om verbrandingen door plotseling overkoken
(kookpuntvertraging) te voorkomen:
1. De vloeistof vóór het verwarmen omroeren.
2. Bij het verwarmen van vloeistoffen een glazen
staafje of lepeltje in het glas of kopje zetten.
3. Laat de vloeistof tenminste 20 seconden na het
koken in de oven staan om kookvertraging te
voorkomen.
Eieren niet in de dop koken.
Hardgekookte eieren mogen niet in de
magnetron verwarmd worden, omdat ze
zelfs na het verwarmen kunnen
exploderen. Voor het koken of
opwarmen van eieren die niet geklutst of
geroerd worden, eidooier en eiwit
inprikken, zodat ze niet kunnen
exploderen. ór het opwarmen in de
magnetron de doppen van gekookte
eieren verwijderen en de eieren in
plakjes snijden.
Levensmiddelen met een schil of vel, zoals
aardappelen, worstjes of fruit, altijd eerst enkele
malen met een vork inprikken, zodat de stoom kan
ontsnappen.
Om verbranding te voorkomen
Gebruik pannenlappen als u levensmiddelen uit de
ovenruimte neemt.
Schalen, popcorn-verpakkingen, braadzakjes enz.
altijd van gezicht en handen afgewend openen om
verbranding door stoom te voorkomen.
L
aat vet of vuil zich niet ophopen op de
afdichtingen van de deur of
aangrenzende delen. Volg de instructies
in hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”,
Pag. 91. Als u de oven niet schoonhoudt,
kan dat leiden tot aantasting van het
oppervlak, wat de levensduur van het
toestel negatief kan beïnvloeden en
mogelijk gevaarlijke situaties
veroorzaakt.
Personen met PACEMAKERS moeten bij hun arts of
bij de fabrikant informeren naar
voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met
magnetrons.
Om elektrische schokken te voorkomen
De ommanteling van het apparaat mag in geen
geval worden verwijderd.
Nooit vloeistof in de openingen van de
veiligheidsvergrendelingen van de deur of
ventilatieopeningen laten komen of voorwerpen in
deze openingen steken. Als u grotere
hoeveelheden vloeistof morst, het apparaat direct
uitschakelen, de stekker uit het stopcontact trekken
en contact opnemen met onze service-afdeling.
Het aansluitsnoer en de stekker nooit in water of
andere vloeistof leggen.
Het aansluitsnoer mag niet over hete of scherpe
oppervlakken geleid worden, zoals bijvoorbeeld
de hete ventilatie-openingen bovenaan de
achterwand van het apparaat.
In geen geval proberen om de ovenlamp zelf te
vervangen. Dit mag alleen door vakmensen
geschieden.
Als de ovenlamp uitvalt, neem dan contact op met
onze service-afdeling.
Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het door
een nieuw speciaal snoer worden vervangen.
Vervangen mag alleen door vakmensen
geschieden.
Om explosies en plotseling koken te
voorkomen
WAARSCHUWING: levensmiddelen in
vloeibare en andere vorm mogen niet in
afgesloten bakjes verwarmd worden; ze
zouden kunnen exploderen.
Overige aanwijzingen
B
reng op geen enkele wijze veranderingen aan het
apparaat aan.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk
gebruik en mag alleen voor het bereiden van
levensmiddelen worden gebruikt. Het is niet
geschikt voor industriële doeleinden of voor
gebruik in een laboratorium.
Om foutieve bediening en beschadiging van
het apparaat te voorkomen
Het apparaat nooit inschakelen als er geen
levensmiddelen in staan.
Bij het gebruik van bruineringsservies of
zelfverwarmende materialen moet een
hittebestendige isolatie (bijv. een porseleinen bord)
tussen servies en draaiplateau worden gezet.
Daardoor worden beschadigingen door warmte
van het draaiplateau en het draaimechanisme
voorkomen. De aangegeven opwarmtijd voor het
servies mag niet worden overschreden.
Geen metalen servies gebruiken, omdat
microgolven gereflecteerd worden en dit tot
vonkvorming leidt.
Geen conservenblikken in het apparaat zetten.
Alleen het voor dit apparaat bedoelde
draaiplateau en draaimechanisme gebruiken.
Gebruik de oven niet zonder het draaiplateau.
Om te voorkomen dat het draaiplateau barst:
(a)Vóór het reinigen het draaiplateau laten
afkoelen.
(b)Geen hete gerechten of heet servies op het
koude draaiplateau zetten.
(c) Geen koude levensmiddelen of koud servies op
het hete draaiplateau zetten.
Geen voorwerpen op de ommanteling zetten als
het apparaat in werking is.
AANWIJZINGEN:
Wend u met vragen over de aansluiting van het
apparaat tot een erkend installateur.
Zowel de fabrikant als de handelaar kunnen geen
verantwoording op zich nemen voor
beschadigingen van het apparaat of
verwondingen van personen, die als gevolg van
een foutieve elektrische aansluiting ontstaan.
Op de wanden in de ovenruimte resp. rond de
deurafdichtingen en afsluitvlakken kunnen zich
waterdamp en druppels vormen. Dit is normaal en
is geen aanwijzing dat er microgolven naar buiten
komen of dat er van een andere storing sprake is.
Om verbrandingen te voorkomen altijd
de temperatuur van de levensmiddelen
controleren en ze voor het serveren
omroeren. Wees extra voorzichtig als de
levensmiddelen of dranken voor baby's,
kinderen of oudere personen bestemd
zijn.
La temrature du récipient est trompeuse et ne
reflète pas celle des aliments que vous devez
vérifier.
Tenez-vous éloigné du four au moment où vous
ouvrez sa porte de manière à éviter toute brûlure
due à la vapeur ou à la chaleur.
Coupez en tranches les plats cuisinés farcis après
chauffage afin de laisser s’échapper la vapeur et
d’éviter les brûlures.
Veillez à ce que les enfants ne touchent pas la
porte du four pour éviter les brûlures.
Om foutieve bediening door kinderen te
voorkomen
WAARSCHUWING: kinderen mogen het
apparaat alleen onder toezicht
gebruiken of als ze voldoende instructies
voor een veilig gebruik hebben
gekregen en de gevaren van
ondeskundig gebruik begrijpen.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden
door personen (met inbegrip van kinderen) met een
beperkt fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen, of
gebrek aan ervaring of kennis, tenzij ze het
apparaat gebruiken onder toezicht van een
persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk
is.
Op kinderen moet toezicht worden gehouden om
te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
Niet tegen de ovendeur leunen of aan de deur
hangen.
De magnetron is geen speelgoed!
Kinderen moet u vertrouwd maken met alle
belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid: bijv.
gebruik van pannenlappen en voorzichtig afnemen
van deksels.
Let vooral op verpakkingen die levensmiddelen
knapperig maken (bijv. zelfbruinende gerechten);
deze worden bijzonder heet.
70
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID
71
APPARAAT EN TOEBEHOREN
NEDERLANDS
1. Front
2. Ovenlamp
3. Bedieningspaneel
4. Toets om de deur te openen
5. Afdekking van de microgolvengeleider
6. Ovenruimte
7. Aandrijfas
8. Deurafdichtingen en afsluitvlakken
9. Bevestigingspunten (4 plaatsen)
10 Ventilatie-openingen
11. Ommanteling
12. Achterzijde van het apparaat
13. Snoerdrager
14. Aansluitsnoer
TOEBEHOREN:
Controleer of de volgende onderdelen zijn
meegeleverd:
(15) draaiplateau (16) draaimechanisme
(17) 4 bevestigingsschroeven (niet afgebeeld)
Het draaimechanisme in de aandrijfas in de
bodem van de ovenruimte plaatsen.
Dan het draaiplateau erop zetten.
Om schade aan het draaiplateau te voorkomen,
moet u erop letten, dat servies bij het uitnemen
niet de rand van het draaiplateau raakt.
AANWIJZING: Geef bij het bestellen van
onderdelen uw handelaar of onze service-afdeling
de naam van het onderdeel en de
modelaanduiding op.
10
11
14
12
13
15
16
56
78
9
1
2
3
4
1 display
2 symbolen
De indicatie boven het symbool knippert of
gaat branden. Als een indicatie knippert, de
betreffende toets (met hetzelfde symbool)
indrukken of de benodigde
bedieningshandeling uitvoeren.
omroeren
omkeren
kg/gewicht
symbool voor vermogensstanden
symbool voor bereidingsproces
3 knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT
4 toets VERMOGENSSTAND
5 toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
Deze toets indrukken om een van de 12
automatische programma's te kiezen.
6 toets START/+30
7 toets STOP
8 toets om de deur te openen
1
2
3
4
5
6
8
7
72
BEDIENINGSPANEEL
73
VÓÓR HET IN GEBRUIK NEMEN
NEDERLANDS
De stekker in het stopcontact steken.
1. De indicatie begint te knipperen.
2. Toets STOP indrukken. Indicatie controleren.
De klok volgens onderstaande aanwijzingen instellen.
Gebruik van toets STOP
1. Wissen van een invoerfout bij het
programmeren.
2. Lopend proces even onderbreken.
3. Wissen van een programma tijdens het lopende
proces door tweemaal indrukken.
x1
INSTELLEN VAN DE KLOK
Indicatie controleren.
De klok kan als 12-uurs of als 24-uurs-klok worden ingesteld.
1. Om de 12-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND 3 seconden ingedrukt
houden. verschijnt op het display.
2. Om de 24-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND nogmaals indrukken.
verschijnt op het display.
1 x 3 seconden
lang indrukken
1x 3 seconden
lang indrukken
Voorbeeld:
Instellen van de 24-uurs-klok op 23:35 uur.
Kies de 24-
uurs-klok.
1. Kies de klokfunctie
(12-uurs-klok).
2. Stel de uren in. Knop
TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT
draaien, tot het juiste uur wordt
aangegeven (23).
4. De minuten instellen. Knop
TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT
draaien, tot de juiste minuten worden
aangegeven (35).
5. Toets VERMOGENSSTAND
indrukken om de klok te
starten.
3. Toets VERMOGENSSTAND
indrukken om van de uren naar
de minuten te gaan.
AANWIJZING:
1. U kunt knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT
rechtsom en linksom draaien.
2. Druk toets STOP in als u bij het programmeren een
fout hebt gemaakt.
3. Als de stroomverzorging naar het apparaat wordt
onderbroken, laat het display regelmatig zien
als de stroomverzorging weer hersteld is. Als dat
tijdens een bereidingsproces gebeurt, wordt het
programma gewist.
4. Als u de dagtijd opnieuw wilt instellen, gaat u te werk
zoals hierboven beschreven.
1x 1x
1x
BRAADZAKKEN
Braadzakken kunt u in de magnetron gebruiken.
Metalen sluitclips zijn echter ongeschikt, omdat de
braadzak dan kan smelten. Gebruik een touwtje
om de braadzak af te sluiten en prik de braadzak
met een vork enkele malen in. Het is niet
raadzaam om niet hittebestendig folie, bijv.
vershoudfolie, in de magnetron te gebruiken.
BRUINERINGSSERVIES
Speciaal braadservies voor in de magnetron met
een metaallegering op de bodem die ervoor zorgt
dat de levensmiddelen bruin worden. Bij gebruik
van bruineringsservies moet een geschikte isolator,
bijv. een porseleinen bord, tussen draaiplateau en
servies worden gelegd. Let goed op de door de
fabrikant van het servies aangegeven
voorverwarmtijd. Bij overschrijding daarvan kan
het tot beschadiging van het draaiplateau en het
draaimechanisme komen en de
veiligheidsinrichting kan in werking treden en het
apparaat uitschakelen.
METAAL
Metaal mag in de regel niet gebruikt worden,
omdat microgolven niet door metaal heen dringen
en zo niet bij de levensmiddelen terechtkomen. Er
zijn echter uitzonderingen: smalle stroken
aluminiumfolie kunt u gebruiken om delen af te
dekken, zodat deze niet te snel ontdooien of gaar
worden (bijv. de vleugels bij een kip).
Kleine spiesjes van metaal en aluminium schaaltjes
(bijv. bij kant-en-klaar gerechten) kunnen gebruikt
worden. Ze moeten echter in verhouding tot de
levensmiddelen klein zijn, aluminium schaaltjes
bijv. moeten voor minstens 2/3 tot 3/4 met
levensmiddelen gevuld zijn. Wij raden u aan de
levensmiddelen over te doen in voor de magnetron
geschikt servies. Bij gebruik van aluminium
schalen of ander metalen servies moet een
minimale afstand van ongeveer 2 cm tot de
M
icrogolven worden in de oven door het magnetron
opgewekt en brengen de watermoleculen in
levensmiddelen in trilling.
D
oor de veroorzaakte wrijving ontstaat warmte, die
ervoor zorgt dat de gerechten ontdooid, verwarmd of
gekookt worden.
GLAS EN GLASKERAMIEK
Hittebestendig glazen servies is heel geschikt. Het
bereidings-proces kan van alle kanten
geobserveerd worden. Het servies mag echter
geen metaal bevatten (loodkristal) of van een
versiering van metaal voorzien zijn (bijv. gouden
randje, kobaltblauw).
AARDEWERK
Is over het algemeen goed geschikt. Aardewerk
moet geglazuurd zijn, omdat anders vocht in het
servies kan binnendringen. Vocht verhit het
materiaal en kan het laten barsten. Als u niet zeker
weet of uw servies geschikt voor de magnetron is,
voer dan de geschiktheidstest uit.
PORSELEIN
Is heel goed geschikt. Let erop dat het porselein
geen randje van goud of zilver heeft en geen
metaal bevat.
KUNSTSTOF EN PAPIER
Hittebestendig, voor de magnetron geschikt
kunststof servies kunt u gebruiken bij ontdooien,
verwarmen en koken. Let op de aanwijzingen van
de fabrikant. Hittebestendig, voor de magnetron
geschikt servies van papier kunt u ook gebruiken.
Let op de aanwijzingen van de fabrikant.
KEUKENPAPIER
Kan gebruikt worden om bij korte verwarmings-
processen, bijv. bij brood of gepaneerd vlees, vocht
op te nemen. Het papier tussen de levensmiddelen
en het draaiplateau leggen. Zo blijft het oppervlak
van de levensmiddelen knapperig en droog. Door
vettige gerechten met keukenpapier af te dekken
worden spatten opgevangen.
MAGNETRONFOLIE
Magnetronfolie of hittebestendig folie is goed
geschikt om gerechten af te dekken of te
omwikkelen. Let op de aanwijzingen van de
fabrikant.
74
VÓÓR HET IN GEBRUIK NEMEN
GESCHIKT SERVIES
75
GESCHIKT SERVIES
NEDERLANDS
ovenwanden worden aangehouden, omdat deze
anders door mogelijke vonkvorming beschadigd
kunnen worden. Geen servies met metalen
versieringen of metalen delen, zoals schroeven,
hengsels of grepen gebruiken.
GESCHIKTHEIDSTEST
Als u niet zeker weet of uw servies geschikt voor
de magnetron is, voer dan de volgende test uit. Het
servies in de magnetron zetten. Een glas met 150
ml water op of naast het servies zetten.
Het apparaat 1 tot 2 minuten op 800 W vermogen
inschakelen. Als het servies koel of handwarm
blijft, is het geschikt. Voer deze test niet uit met
kunststof servies, dat kan smelten.
TIPS EN ADVIEZEN
TIJDEN INSTELLEN
De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn over het
algemeen aanzienlijk korter dan in een
conventionele oven. Houd u daarom aan de in
deze gebruiksaanwijzing aangegeven tijden. Stel
de tijden liever korter dan langer in. Controleer de
gerechten na het bereiden. Liever nog even koken
dan te gaar laten worden.
UITGANGSTEMPERATUUR
De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn afhankelijk
van de uitgangstemperatuur van de levensmiddelen.
Bevroren en gekoelde levensmiddelen hebben
bijvoorbeeld langer tijd nodig dan levensmiddelen
op kamertemperatuur. Voor het verwarmen en
koken van levensmiddelen gaan we uit van normale
bewaartemperaturen (koelkasttemperatuur ongeveer
5 °C, kamertemperatuur ongeveer 20 °C). Voor het
ontdooien van levensmiddelen gaan we uit van
-18 °C.
ALLE AANGEGEVEN TIJDEN
in deze gebruiksaanwijzing zijn richtlijnen, die
afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht
en aard (water-, vetgehalte enz.) van de
levensmiddelen.
ZOUT, SPECERIJEN EN KRUIDEN
In de magnetron bereide gerechten behouden hun
eigen smaak beter dan bij conventionele
bereidingsmethoden. Wees daarom zeer zuinig bij
gebruik van zout en voeg dit pas na het bereiden
toe. Zout bindt vloeistof en droogt het oppervlak
uit. Specerijen en kruiden kunt u als gewoonlijk
gebruiken.
WATER TOEVOEGEN
Groente en andere waterhoudende
levensmiddelen kunnen in hun eigen vocht of met
weinig water worden gekookt. Daardoor blijven
vele vitamines en mineralen in de levensmiddelen
behouden.
VETTE GERECHTEN
Vlees met vet is sneller gaar dan mager vlees. Dek
daarom deze delen met wat aluminiumfolie af of
leg de levensmiddelen met de vette kant naar
beneden.
LEVENSMIDDELEN MET SCHIL OF VEL
zoals worstjes, kip, aardappelen, tomaten, appels,
eidooier e.d., met een vork of houten prikker
inprikken. Daardoor kan de stoom die ontstaat
ontsnappen zonder dat de schil of het vel springt.
KLEINE EN GROTE HOEVEELHEDEN
De benodigde tijden zijn direct afhankelijk van de
hoeveelheid levensmiddelen die u wilt ontdooien,
verwarmen of koken. Dat betekent: kleine porties
zijn sneller gaar dan grote. Als vuistregel geldt:
dubbele hoeveelheid = bijna dubbele tijd
halve hoeveelheid = halve tijd
HOGE EN LAGE SCHALEN
Beide schalen hebben dezelfde inhoud, maar in
de hoge schaal is de bereidingstijd langer dan in
de lage. Gebruik daarom liefst lage schalen met
een groot oppervlak. Hoge schalen alleen
gebruiken voor gerechten die kunnen overkoken,
bijv. pasta, rijst, melk enz.
Beurre fondu et paprike en poudre
Paprika en poudre
Sauce de soja
Sauce Barbecue et sauce Worcestershire, sauce de rôti
Dès de lard fondus ou oignons secs
Cacao, chocolat râpé, glaces brunes, miel et marmelade
Volailles
Souffs et grapoudre Crtes au fromage
Viandes et volailles
tis, boulettes de viande
Pièces rôties à cuisson rapide
Souffs et gratins, toasts, soupes, potées
teaux et desserts
Badigeonner la volaille avec le mélange de
beurre et de paprika en poudre
Saupoudrer de paprika en poudre
Badigeonner de sauce
Badigeonner de sauce
Parsemer de dés de lard ou d’oignons secs
Saupoudrer ou glacer les teaux et les desserts
PRODUITS DE BRUNISSAGE
METS
METHODE
RONDE EN OVALE SCHALEN
In ronde en ovale schalen worden gerechten
gelijkmatiger gaar dan in rechthoekige, omdat zich
in de hoeken microgolvenenergie concentreert en
het gerecht op die plekken te gaar zou kunnen
worden.
AFDEKKEN
Als levensmiddelen worden afgedekt, blijft het
vocht behouden en de bereidingstijd wordt korter.
Gebruik een deksel, magnetronfolie of een
afdekkap. Gerechten die een korstje moeten
krijgen, bijv. vlees of kip, niet afdekken. Wat in de
conventionele oven wordt afgedekt, moet ook in de
magnetron worden afgedekt.
ONREGELMATIGE DELEN
met de dikke resp. compacte kant naar boven
leggen. Groente (bijv. broccoli) met de stelen naar
buiten leggen. Dikkere delen hebben een langere
bereidingstijd en krijgen aan de buitenkant meer
microgolvenenergie, zodat de levensmiddelen
gelijkmatig gaar worden.
OMROEREN
Omroeren van de levensmiddelen is nodig , omdat
de microgolven eerst de buitenste gedeelten
verwarmen. Door omroeren wordt de temperatuur
verdeeld en het gerecht gelijkmatig verwarmd.
RANGSCHIKKING
Verschillende enkele porties, bijv.
puddingvormpjes, kopjes of aardappelen in de
schil, in een kring op het draaiplateau plaatsen.
Tussen de porties ruimte laten, zodat de
microgolvenenergie van alle kanten kan
binnendringen.
OMKEREN
Middelgrote gerechten, zoals hamburgers en
steaks, tijdens het bereidingsproces eenmaal
omkeren om de bereidingstijd te verkorten. Grote
gerechten, zoals vlees en kip, moeten worden
omgekeerd, omdat de naar boven gerichte kant
meer microgolvenenergie krijgt en zou kunnen
uitdrogen.
STANDTIJD
Aanhouden van de standtijd is een van de
belangrijkste regels bij het gebruik van de
magnetron. Bijna alle gerechten die in de
magnetron worden ontdooid, verwarmd of gekookt
hebben een korte of langere standtijd nodig,
waarin een temperatuurcompensatie plaatsvindt en
de vloeistof in het gerecht zich gelijkmatig kan
verdelen.
BRUINERINGSMIDDELEN
Levensmiddelen krijgen na meer dan 15 minuten
bereidingstijd een bruine kleur, die echter niet met
de intensieve bruine kleur en korst bij
conventioneel bereiden te vergelijken is. Om een
aantrekkelijke bruine kleur te krijgen, kunt u
bruineringsmidelen gebruiken. Ze dienen meestal
tegelijk als specerij. Hieronder vindt u enkele tips
voor het gebruik van bruineringsmiddelen.
76
TIPS EN ADVIEZEN
77
TIPS EN ADVIEZEN
NEDERLANDS
VERWARMEN
G Kant-en-klare gerechten uit het aluminium
schaaltje nemen en op een bord of in een
schaal verwarmen.
G Gerechten met magnetronfolie, bord of
afdekkap (in de handel verkrijgbaar) afdekken,
opdat het oppervlak niet uitdroogt. Dranken
niet afdekken.
G Bij vast afgesloten bakjes het deksel
verwijderen.
G Bij het verwarmen van vloeistof, zoals water,
koffie, thee of melk, een glazen staafje of
lepeltje in de beker of het glas zetten.
G Grotere hoeveelheden indien mogelijk
tussendoor omroeren, zodat de temperatuur
zich gelijkmatig verdeelt.
G De aangegeven tijden zijn bedoeld voor
levensmiddelen op kamertemperatuur (20 °C).
Bij gekoelde levensmiddelen wordt de tijd iets
langer.
G Laat de levensmiddelen na het verwarmen 1-2
minuten staan, zodat de temperatuur zich
gelijkmatig kan verdelen (standtijd).
G De aangegeven tijden zijn richtlijnen, die
afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur,
gewicht, watergehalte, vetgehalte en gewenste
eindtoestand van de levensmiddelen.
ONTDOOIEN
De magnetron is ideaal voor het ontdooien van
levensmiddelen. De ontdooitijden zijn in de regel
aanzienlijk korter dan bij ontdooien op
traditionele manier. Hieronder vindt u enkele tips.
Neem de diepvriesproducten uit de verpakking en
leg ze op een bord.
BAKJES
Goed geschikt voor het ontdooien en verwarmen
van gerechten zijn voor de magnetron geschikte
bakjes, die zowel geschikt voor de diepvries (tot
ongeveer -40 °C) als hittebestendig (tot ongeveer
220 °C) zijn. Zo kunt u in hetzelfde servies
ontdooien, verwarmen en zelfs koken.
AFDEKKEN
Dunnere delen voor het ontdooien met kleine
stroken aluminiumfolie afdekken. Reeds ontdooide
of warme delen tijdens het ontdooien eveneens
met strookjes aluminiumfolie afdekken. Dit
voorkomt dat dunnere delen al te heet worden,
terwijl dikkere delen nog bevroren zijn.
OMKEREN/OMROEREN
Bijna alle levensmiddelen moeten tussendoor
eenmaal omgekeerd of omgeroerd worden. Delen
die aan elkaar plakken zo snel mogelijk loshalen en
anders rangschikken.
KLEINERE HOEVEELHEDEN
ontdooien gelijkmatiger en sneller dan grote. Wij
raden u daarom aan, zo klein mogelijke porties in
te vriezen. Zo kunt u snel en makkelijk hele menu's
samenstellen.
KWETSBARE LEVENSMIDDELEN
zoals gebak, room, kaas en brood, niet helemaal,
maar slechts gedeeltelijk ontdooien en bij
kamertemperatuur verder laten ontdooien.
Daardoor voorkomt u dat de buitenste gedeelten
al te heet worden, terwijl het binnenste nog
bevroren is.
DE STANDTIJD
na het ontdooien van levensmiddelen is bijzonder
belangrijk, omdat het ontdooiproces in die tijd
wordt voortgezet. In de ontdooitabel vindt u de
standtijden voor verschillende levensmiddelen.
Dikke, compacte levensmiddelen hebben een
langere standtijd nodig dan platte of poreuze
levensmiddelen. Als de levensmiddelen niet
voldoende ontdooid zijn, kunt u ze nog even in de
magnetron zetten of de standtijd verlengen. De
levensmiddelen na de standtijd zo snel mogelijk
verder verwerken en niet opnieuw invriezen.
KOKEN VAN VERSE GROENTE
G Let er bij het kopen van groente op, dat de
stukken zo veel mogelijk even groot zijn. Dat is
vooral belangrijk als u de groente in z'n geheel
wilt koken (bijv. aardappelen in de schil).
G Groente voor het bereiden wassen,
schoonmaken en dan pas de benodigde
hoeveelheid voor het recept afwegen.
G Kruid de groente zoals gebruikelijk, maar voeg
pas na het koken zout toe.
G Per 500 gram groente ongeveer 5 eetlepels
water toevoegen. Vezelrijke groente heeft wat
meer water nodig. Aanwijzingen vindt u in de
tabel op pag. 87.
G Groente wordt in de regel in een schaal met
deksel gekookt. Groente met veel vocht, zoals
uien en aardappelen, kunt u koken zonder
water toe te voegen.
G Groente na de helft van de kooktijd omroeren
of omkeren.
G Na het koken de groente ongeveer 2 minuten
laten staan, opdat de temperatuur zich
gelijkmatig verdeelt (standtijd).
G De aangegeven tijden zijn richtlijnen, die
afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur,
gewicht en aard van de groente. Hoe verser de
groente is, des te korter is de kooktijd.
BRADEN VAN VLEES, VIS EN GEVOGELTE
G Let er bij het kopen op, dat de stukken zo veel
mogelijk even groot zijn. Zo krijgt u een goed
resultaat.
G Vlees, vis en gevogelte zoals gebruikelijk
verwerken.
G Rundvlees moet zo min mogelijk zenen hebben.
G Ondanks de gelijke grootte van de stukken kan
het resultaat verschillend zijn. Dat ligt o.a. aan
de soort, aan het vet- en vochtgehalte en aan
de temperatuur voor het bereiden.
G Vanaf 15 minuten bereidingstijd ontstaat een
natuurlijke bruine kleur, die door het gebruik
van bruineringsmiddelen nog kan worden
versterkt. Om bovendien een knapperig
oppervlak te krijgen, moet u bruineringsservies
gebruiken of het vlees op de kookplaat
aanbraden en in de magnetron verder braden.
Op deze manier krijgt u ook een bruine jus.
G Grotere stukken vlees, vis en gevogelte na de
helft van de bereidingstijd omkeren, zodat ze
van alle kanten gelijkmatig gebraden worden.
G Dek het vlees na het braden met aluminiumfolie
af en laat het ongeveer 10 minuten rusten
(standtijd). In deze tijd wordt het vlees nog
verder gaar en het vocht verdeelt zich
gelijkmatig, zodat bij het snijden minder
vleessap verloren gaat.
ONTDOOIEN EN KOKEN
Diepgevroren gerechten kunnen in de magnetron in één proces ontdooid en tegelijk gekookt worden. In
de tabel vindt u enkele voorbeelden op pag. 88. Let bovendien op de algemene aanwijzingen m.b.t.
verwarmen en ontdooien van levensmiddelen.
Let bij het bereiden van kant-en-klare diepvriesproducten op de aanwijzingen van de fabrikant op de
verpakking. In de regel worden precieze bereidingstijden en aanwijzingen voor de bereiding in de
magnetron gegeven.
78
TIPS EN ADVIEZEN
79
VERMOGENSSTANDEN
NEDERLANDS
400 watt voor compactere gerechten die bij het
bereiden op traditionele wijze een langere tijd
nodig hebben, bijv. rundvleesgerechten. Bij deze
instelling blijft het vlees mals.
240 watt kiest u om gelijkmatig te ontdooien.
Deze stand is ook geschikt om rijst en pasta te
koken.
80 watt voor voorzichtig ontdooien, bijv. voor
slagroomtaart of bladerdeeg.
W = WATT
Voor het handmatig gebruik kunt u kiezen uit 5
verschillende vermogensstanden. Richt u daarbij
naar de aanwijzingen in de recepten.
In het algemeen gelden de volgende adviezen:
800 watt voor snel koken of verwarmen, bijv.
voor soep, éénpansgerechten, gerechten uit blik,
hete dranken, groente, vis enz.
560 watt voor langer koken van compactere
levensmiddelen zoals vlees en gehakt en voor
gerechten als cake. Bij deze lage instelling koken
sauzen niet over en de gerechten worden
gelijkmatig gaar, zonder dat ze aan de rand hard
worden of overlopen.
Om het vermogen in te stellen toets VERMOGENSSTAND indrukken, tot de gewenste vermogensstand
wordt aangegeven. Als u toets VERMOGENSSTAND één maal indrukt, verschijnt . Als u de
gewenste vermogensstand mist, toets VERMOGENSSTAND zo vaak indrukken, tot de gewenste stand
weer wordt aangegeven. Als u deze toets niet indrukt, werkt het apparaat automatisch met
vol vermogen (800 watt).
HANDMATIG GEBRUIK
Bij handmatig gebruik kunt u een bereidingstijd van
max. 90 minuten (90.00) instellen.
De tijdseenheid varieert van 10 seconden tot 5
minuten, afhankelijk van de totale bereidingstijd
zoals aangegeven in de tabel.
bereidingstijd tijdseenheden
0-5 minuten 10 seconden
5-10 minuten 30 seconden
10-30 minuten 1 minuut
30-90 minuten 5 minuten
Voorbeeld: Soep verwarmen, 2 minuten en 30 seconden met 560 watt vermogen.
Indicatie controleren.
2. Stel het gewenste vermogen
in door toets
VERMOGENSSTAND
twee maal in te drukken.
3. Start het proces door
toets START/+30 één
maal in te drukken.
AANWIJZINGEN:
1. Als u de ovendeur tijdens het bereidingsproces opent, wordt de bereidingstijd op het display automatisch
aangehouden. Het terugtellen van de tijd gaat weer verder als u de deur sluit en toets START/+30 indrukt.
2. Als u tijdens het bereidingsproces de vermogensstand wilt controleren, drukt u toets VERMOGENSSTAND
in. Zolang uw vinger deze toets aanraakt, wordt de vermogensstand aangegeven.
3. U kunt knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT rechtsom of linksom draaien. Als u de knop linksom draait,
wordt de bereidingstijd trapsgewijze vanaf 90 minuten verminderd.
1. Voer door knop
TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT
rechtsom te draaien de gewenste
bereidingstijd in.
2x
1x
1. KOKEN IN VERSCHILLENDE FASES
U kunt een reeks van (maximaal) 3 standen programmeren.
Voorbeeld:
koken: 5 minuten bij 800 watt vermogen (fase 1)
16 minuten bij 240 watt vermogen (fase 2)
FASE 1
1. Voer door knop
TIJDSCHAKELKLOK/
GEWICHT rechtsom te
draaien de gewenste tijd in.
2. Stel het gewenste vermogen
in door één maal toets
VERMOGENSSTAND in te
drukken.
FASE 2
3. Voer door knop
TIJDSCHAKELKLOK/
GEWICHT rechtsom te
draaien de gewenste tijd in.
5. Start het proces door
toets START/+30 in
te drukken.
(Het apparaat werkt nu 5 minuten op 800 watt en aansluitend 16 minuten op 240 watt.)
Controleer het display.
4. Stel het gewenste
vermogen in door toets
VERMOGENSSTAND
vier maal in te drukken.
1x
1x
4x
80
ANDERE NUTTIGE FUNCTIES
81
ANDERE NUTTIGE FUNCTIES
NEDERLANDS
2. SNELSTARTFUNCTIE
Met toets START/+30 kunt u de volgende functies bedienen:
a. Direct starten
U kunt direct 30 seconden lang op een vermogen van 800 watt koken, als u toets START/+30 indrukt.
AANWIJZING:
Om misbruik door kinderen te voorkomen, kan toets START/+30 slechts 3 minuten na de voorafgaande
bedieningshandeling, d.w.z. sluiten van de deur of indrukken van toets STOP worden gebruikt.
b. Verlengen van de bereidingstijd
Tijdens handmatig gebruik kunt u de bereidingstijd door herhaald op de toets te drukken steeds met 30
seconden verlengen.
3. CONTROLEREN VAN DE VERMOGENSSTAND
Om tijdens het bereidingsproces de vermogensstand te controleren, drukt u toets VERMOGENSSTAND in.
Zolang u met uw vinger toets VERMOGENSSTAND aanraakt, wordt de vermogensstand aangegeven.
Het terugtellen van de tijd gaat verder, ook als op het display de vermogensstand wordt aangegeven.
INSTELLEN VAN DE VERGRENDELFUNCTIE
1. Druk toets STOP 3 seconden lang in.
AANWIJZING: als de veiligheidsvergrendeling is ingesteld, kunt u m.u.v. toets STOP geen
toetsen gebruiken.
OPHEFFEN VAN DE VERGRENDELFUNCTIE
1. Druk toets STOP 3 seconden lang in.
Als de veiligheidsfunctie is ingesteld,
geeft het display de dagtijd aan.
4. VEILIGHEIDSFUNCTIE
1x
Controleer het display.
1x 3 seconden
1x 3 seconden
De automatische programma's berekenen de juiste
m
ethode en bereidingstijd. U kunt kiezen uit 7
automatische kookprogramma's en 5
automatische ontdooiprogramma's.
Let daarbij op het volgende:
1. Druk toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S één
maal in, de indicatie komt dan overeen met de
afbeelding.
Het menu kiest u door toets AUTOMATISCHE
PROGRAMMA'S in te drukken tot het gewenste
menunummer wordt aangegeven. Zie pag. 83 - 85,
tabellen AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S.
Om een ontdooimenu te kiezen moet u toets
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S minstens 8
maal indrukken. Als u deze toets 8 maal indrukt,
verschijnt in het display. Het menu wijzigt
automatisch, als u toets AUTOMATISCHE
PROGRAMMA'S ingedrukt houdt.
2. Voer door knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT
te draaien het gewenste gewicht in.
Alleen het gewicht van de levensmiddelen invoeren.
Het gewicht van het servies niet meerekenen.
Voor gerechten met een hoger of lager gewicht dan
in de tabel aangegeven kiest u handmatig gebruik.
Let op de aanwijzingen in de tabel om goede
resultaten te bereiken. Zie pag. 87 - 88.
3. Start het proces door toets START/+30 in te
drukken.
Als een bedieningshandeling noodzakelijk is (bijv.
levensmiddelen omkeren) stopt het apparaat
automatisch, er klinkt een akoestisch signaal, de
resterende bereidingstijd en andere symbolen
worden knipperend aangegeven. Om het proces
voort te zetten toets START/+30 indrukken.
De temperatuur aan het einde van de
bereidingstijd hangt af van de
uitgangstemperatuur. Controleer of de
levensmiddelen gaar genoeg zijn. Indien
nodig kunt u de bereidingstijd verlengen en
een hoger vermogen instellen.
Voorbeeld: Voor het bereiden van een ovenschotel met een gewicht van 1 kg kiest u AUTOMATISCH
KOOKPROGRAMMA AC-7.
3. Druk toets
START/+30 in.
1. Kies het gewenste menu door
toets AUTOMATISCHE
PROGRAMMA'S 7 maal in
te drukken.
Controleer het display.
2. Voer door knop
TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT
rechtsom te draaien het gewicht in.
toets START/+30
knop
TIJDSCHAKELKLOK/
GEWICHT
toets AUTOMATISCHE
PROGRAMMA'S
menunummer
1.
x1
2.
3.
7x
1x
82
AUTOMATISCH GEBRUIK
83
TABELLEN AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
NEDERLANDS
KOOK-
PROGRAMMA
AC-1 koken
Diepgevroren
groente
AC-2 koken
Verse groente
AC-3 koken
Diepgevroren
gerechten
(Roerbaar)
AC-4 koken
Diepgevroren
ovenschotels
AC-5 koken
Gekookte
aardappelen en
aardappelen in de
schil
HOEVEELHEID (gewichts-
eenheid)/SERVIES
0,1 - 0,6 kg (100 g)
Schaal met deksel
0,1 - 0,6 kg (100 g)
Schaal met deksel
0,3 - 1,0 kg* (100 g)
Schaal met deksel
0,2 - 0,6 kg (100 g)
Platte, ovale ovenschaal
met magnetronfolie of
voor de magnetron
geschikte originele
verpakking met
magnetronfolie
0,1 - 0,8 kg (100 g)
Schaal met deksel
TIPS
Per 100 g 1 el water en wat zout toevoegen
(voor paddestoelen is geen extra water nodig).
Met een deksel afdekken.
Roer het gerecht om als het geluidssignaal
klinkt, en dek het weer af.
Na het bereiden uit de oven halen en ca. 2
minuten laten staan.
BELANGRIJK: voor compact bevroren groente
handmatig gebruik kiezen.
In stukjes snijden, bijv. reepjes of plakken.
Per 100 g 1 el water en wat zout toevoegen
(voor paddestoelen is geen extra water nodig).
Met een deksel afdekken.
Roer het gerecht om als het geluidssignaal
klinkt, en dek het weer af.
Na het bereiden uit de oven halen en ca. 2
minuten laten staan.
Gerecht in een voor de magnetron geschikte
schaal doen.
Indien door de fabrikant aangegeven, wat
vloeistof toevoegen.
Met een deksel afdekken.
Indien door de fabrikant aangegeven, zonder
deksel koken.
Roer het gerecht om als het geluidssignaal
klinkt, en dek het weer af. afdekken.
Na het bereiden uit de oven halen en ca. 2
minuten laten staan.
Ovenschotel uit de verpakking nemen. Evt. in
een ovenschaal overdoen.
Met magnetronfolie afdekken.
Als de verpakking geschikt voor de magnetron
is, papieren deksel verwijderen en met
magnetronfolie afdekken.
Na het bereiden uit de oven halen en ca. 5
minuten laten staan.
Gekookte aardappelen: aardappelen schillen en
in even grote stukken snijden.
In de schil gekookte aardappelen: aardappelen
van gelijke grootte uitzoeken en wassen.
Aardappelen in een schaal doen.
Benodigde hoeveelheid water (ca. 2 el per
100 g) en wat zout toevoegen.
Met een deksel afdekken.
Roer het gerecht om als het geluidssignaal
klinkt, en dek het weer af.
Na het bereiden uit de oven halen en ca. 2
minuten laten staan.
TOETS
1x
2x
3x
4x
5x
Belangrijk: Gekoelde voedingsmiddelen worden vanaf 5
o
C opgewarmd, bevroren voedingsmiddelen vanaf -18
o
C.
KOOK-
PROGRAMMA
AC-6 koken
Visfilet met saus
AC-7 koken
Ovenschotels
HOEVEELHEID (gewichts-
eenheid)/SERVIES
0,4 - 1,2 kg* (100 g)
Gratinschaal met
magnetronfolie
0,5 - 1,5 kg* (100 g)
Gratinschaal
TIPS
Zie recept "Visfilet met saus" op pag. 85 - 86.
* Totale gewicht van alle ingrediënten.
Zie recept "Ovenschotels " op pag. 86.
* Totale gewicht van alle ingrediënten.
TOETS
TIPS
Leg de voedingsmiddelen op een platte schaal in het
midden van het draaiplateau.
Zodra het geluidssignaalklinkt, dient het omg edraaid
teworden, dienen de delen vanelkaar gehaald te
worden en vervolgens andersneergelegd te worden.
Dek de dunne delenenwarme plekken afmet
aluminiumfolie.
Wikkel na het ontdooien in aluminiumfolie en laat 10-
15 minuten staan totdat het volledig is ontdooid.
Leg het blok gehakt in een platte schaal op het
midden van het draaiplateau.
Draai het gehakt om zodra het geluidssignaal klinkt.
Verwijder de reeds ontdooide delen indien mogelijk.
Dek na het ontdooien af met aluminiumfolie en laat
het 5-10 minuten staan totdat het volledig is ontdooid.
Leg de kip met het borststuk naar beneden in een
platte schaal op het midden van het draaiplateau.
Keer, zodra het geluidssignaal klinkt, het gevogelte en
dek de dunne delen en warme plekken af met
aluminiumfolie.
Na het ontdooien met aluminiumfolie afdekken en 15-
30 minuten laten staan, tot alles volledig ontdooid is.
Gevogelte onder stromend water afspoelen.
TOETS
ONTDOOI-
PROGRAMMA
Ad-1
ontdooien
Befstuk en
karbonade
Ad-2
ontdooien
Gehakt
Ad-3
ontdooien
Gevogelte
HOEVEELHEID (gewichts-
eenheid)/SERVIES
0,2 - 0,8 kg (100 g)
Ovenschaal
(zie AANWIJZING op
pag. 87.)
0,2 - 0,8 kg (100 g)
Ovenschaal
(zie AANWIJZING op
pag. 87.)
0,9 - 1,5 kg (100 g)
Ovenschaal
(zie AANWIJZING op
pag. 87.)
6x
7x
8x
9x
10x
Belangrijk: Gekoelde voedingsmiddelen worden vanaf 5
o
C opgewarmd, bevroren voedingsmiddelen vanaf -18
o
C.
84
TABELLEN AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
85
TABELLEN AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
NEDERLANDS
BELANGRIJK: automatische ontdooiprogramma's
1. Biefstukken en karbonades naast elkaar (in 1 laag) invriezen.
2. Gehakt plat invriezen.
3. Na het omkeren de al ontdooide delen met strookjes aluminiumfolie afdekken.
4. Gevogelte moet meteen na het ontdooien worden bereid.
5. Taarten voorzien van een garnering en room zijn heel gevoelig voor de energie van de magnetron. Als de
room snel ontdooit, dient het direct uit de magnetronoven genomen te worden om 10-30 minuten op
kamertemperatuur te laten staan, om de beste resultaten te krijgen.
TIPS
Verwijder de verpakking van de cake.
Plaats de cake direct op het draaiplateau, of op een
bord in het midden van het draaiplateau.
Snijd de cake na het ontdooien in gelijke plakken en
leg ze iets uit elkaar. Laat de cake 15-30 minuten
staan totdat de cake volledig is ontdooid.
Verdeel de boterhammen over een platte schaal in het
midden van het draaiplateau. Een brood met een
gewicht van 1 kg kunt u rechtstreeks over het
draaiplateau verdelen.
Als het geluidssignaal klinkt, dienen de boterhammen
omgedraaid te worden, anders neergelegd te
worden en reeds ontdooide
boterhammen uitgenomen te worden.
Dek na het ontdooien af met aluminiumfolie en laat
het 5-15 minuten staan totdat het volledig is ontdooid.
T
OETS
ONTDOOI-
PROGRAMMA
Ad-4
ontdooien
Gebak
Ad-5
ontdooien
Brood
HOEVEELHEID (gewichts-
e
enheid)/SERVIES
0,1 - 1,4 kg (100 g)
Plat bord
0,1 - 1,0 kg (100 g)
Ovenschaal
(Voor dit programma
alleen sneetjes brood)
11x
12x
Belangrijk: Gekoelde voedingsmiddelen worden vanaf 5
o
C opgewarmd, bevroren voedingsmiddelen vanaf -18
o
C.
RECEPTEN VOOR AUTOMATISCHE
KOOKPROGRAMMA'S AC-6 EN AC-7
VISFILET MET SAUS (AC-6)
visfilet met pikante saus
0,4 kg 0,8 kg 1,2 kg
140 g 280 g 420 g tomaten uit blik (uitgelekt)
40 g 80 g 120 g mais
4 g 8 g 12 g chilisaus
12 g 24 g 36 g uien (gesnipperd)
1 tsp 1-2 tsp 2 tsp rode wijnazijn
mosterd, tijm, cayennepeper
200 g 400 g 600 g visfilet
zout
1. De ingrediënten voor de saus door elkaar mengen.
2. De gezouten visfilets met de dunne einden naar het
midden in een ronde ovenschaal leggen.
3. De saus over de filets gieten.
4. Met magnetronfolie afdekken en met
AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA (AC-
6) Visfilet met saus”.
5. Laat het gerecht na het koken 2 minuten staan.
OVENSCHOTELS (AC-7)
spinazieschotel
0,5 kg 1,0 kg 1,5 kg
5 g 10 g 15 g boter of margarine (voor het
invetten van de schaal)
150 g 300 g 450 g bladspinazie (ontdooien en
afgieten)
15 g 30 g 45 g uien (gesnipperd)
zout, peper, nootmuskaat
150 g 300 g 450 g aardappelen (in plakjes)
35 g 75 g 110 g gekookte ham (in blokjes)
50 g 100 g 150 g crème fraiche
123ei (eren)
40 g 75 g 115 g geraspte kaas
paprikapoeder
VISFILET MET SAUS (AC-6)
visfilet met kerriesaus
0,4 kg 0,8 kg 1,2 kg
200 g 400 g 600 g visfilet
zout
40 g 80 g 120 g bananen (in kleine stukjes)
160 g 320 g 480 g kant-en-klare kerriesaus
1. De gezouten visfilets met de dunne einden naar het
midden in een ronde ovenschaal leggen.
2. De saus over de filets gieten en de stukjes banaan
erop leggen.
3. Met magnetronfolie afdekken en met
AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA (AC-
6) Visfilet met saus”.
4. Laat het gerecht na het koken 2 minuten staan.
OVENSCHOTELS (AC-7)
aardappel-courgetteschotel
0,5 kg 1,0 kg 1,5 kg
5 g 10 g 15 g boter of margarine (voor het
invetten van de schaal)
200 g 400 g 600 g aardappelen (in plakjes)
115 g 230 g 345 g courgettes (in plakjes)
75 g 150 g 225 g crème fraiche
123ei (eren)
1
/
2
12teentjes knoflook (geperst)
zout, peper
40 g 80 g 120 g kaas (geraspt)
10 g 20 g 30 g zonnebloempitten
paprikapoeder
1. Spinazie en ui met elkaar vermengen en zout,
peper en nootmuskaat toevoegen.
2. Ovenschaal invetten. Om en om laagjes
aardappel, ham en spinazie in de schaal leggen.
De bovenste laag moet spinazie zijn.
3. Meng de eieren met de crème fraiche, voeg zout en
peper toe en giet over de gratin.
4. Met geraspte kaas en paprikapoeder bestrooien.
Met AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA
(AC-7) Ovenschotels”.
5. Laat het gerecht na het koken 5-10 minuten staan.
1. Ovenschaal invetten en om en om laagjes
aardappel en courgette in de schaal leggen.
2. Meng de eieren met de crème frche, voeg zout,
peper en knoflook toe en giet over de gratin.
3. Met geraspte kaas en paprikapoeder bestrooien.
4. Besprenkel als laatste de gratin met
zonnebloempitten en paprikapoeder en kook op de
stand AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA
(AC-7) Ovenschotels”.
5. Laat het gerecht na het koken 5-10 minuten staan.
86
TABELLEN AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
87
TABELLEN
NEDERLANDS
GEBRUIKTE AFKORTINGEN
Drank/gerecht Hoeveelheid Vermogens- Tijd Tips
(g/ml) stand (min.)
el = eetlepel
tl = theelepel
kp - kopje
kg = kilogram
g = gram
l = liter
ml = milliliter
cm = centimeter
min. = minuten
TABEL: DRANKEN EN GERECHTEN VERWARMEN
* vanaf koelkasttemperatuur
Koffie, 1 kopje 150 800 W ca. 1 niet afdekken
Melk, 1 kopje 150 800 W ca. 1 niet afdekken
Water, 1 kopje 150 800 W 1
1
/
2
-2 niet afdekken
6 kopjes 900 800 W 10-12 niet afdekken
1 kom 1000 800 W 11
1
/
2
-13 niet afdekken
Gerecht geserveerd op een bord 400 800 W 3-6 wat water op de saus sprenkelen, afdekken,
(groente, vlees en garnituur) halverwege het opwarmproces roeren
Éénpansgerecht / Soup 200 800 W 1
1
/
2
-2
1
/
2
afdekken, na het verwarmen omroeren
Groente 200 800 W 2-2
1
/
2
indien nodig water toevoegen, afdekken,
500 800 W 4-5 halverwege het opwarmproces roeren
Vlees 1 plak* 200 800 W 3-4 saus dun over de toplaag verdelen, afdekken
Visfilet * 200 800 W 2-3 afdekken
Gebak, 1 stuk 100 400 W
1
/
2
op een rooster leggen
Babyvoeding. 1 potje 190 400 W ca. 1 in een voor de magnetron geschikt bakje plaatsen,
na het opwarmen goed roeren en de temperatuur testen
Margarine of boter smelten* 50 800 W
1
/
2
afdekken
Chocolade smelten 100 400 W 2-3 af en toe roeren
Product Hoeveelheid Vermogens- Tijd Water Tips Standtijd
(g) stand (min.) toevoegen(el) (min.)
TABEL: ONTDOOIEN EN KOKEN
TABEL: ONTDOOIEN
Product Hoeveelheid Vermogens- Tijd Tips Standtijd
(g) stand (min.) (min.)
Visfilet 300 800 W 10-12 - afdekken 1-2
Maaltijd op bord 400 800 W 9-11 - afdekken, na 6 minuten roeren tijd omroeren 2
Broccoli 300 800 W 7-9 3-5 afdekken, halverwege de kooktijd omroeren 2
Erwtjes 300 800 W 7-9 3-5 afdekken, halverwege dekooktijd omroeren 2
Gemengde groente 500 800 W 11-13 3-5 afdekken, halverwege de kooktijd omroeren 2
Geroosterd vlees 1500 80 W 58-64 in een platte schaal leggen, 30-90
(varken, rundvlees, lamsvlees) 1000 80 W 42-48 halverwege de ontdooitijd omkeren 30-90
biefstuk, schnitzel 500 80 W 19-23 30-90
Goulash 500 240 W 8-12 halverwege de ontdooitijd roeren 10-15
Worstjes: 8 stuks 600 240 W 6-9 naast elkaar leggen, halverwege de 5-10
4 stuks 300 240 W 4-5 ontdooitijd omdraaien 5-10
Kippenbout 200 240 W 4-5 halverwege de ontdooitijd omdraaien 10-15
Visfilet 400 240 W 7-10 halverwege de ontdooitijd omdraaien 5-10
Broodjes, 2 stuks 80 240 W env. 1 slechts gedeeltelijk ontdooien -
Gebak, 1 stuk 100-150 80 W 2-5 plaats in een platte schaal 5
Fruit, (bijv. kersen, 250 240 W 4-5 gelijkmatig verdelen, halverwege de 5
aardbeien, frambozen, pruimen) ontdooitijd omdraaien
De inde tabel vermelde tijden zijn richtlijnen, die naargelang de vriestemperatuur, kwaliteit en gewicht van de levensmiddelen kunnen
variëren.
Alle recepten in deze gebruiksaanwijzing zijn, tenzij
anders aangegeven, bedoeld voor 4 porties.
AANPASSEN VAN TRADITIONELE
RECEPTEN
Als u uw vanouds beproefde recepten wilt aanpassen
voor de magnetron, moet u op het volgende letten:
De bereidingstijden met een derde tot de helft
verkorten. Zie ook de recepten in deze
gebruiksaanwijzing. Levensmiddelen met veel vocht
zoals vlees, vis, gevogelte, groente, fruit,
éénpansgerechten en soep kunnen zonder problemen
in de magnetron worden bereid. Bij gerechten met
weinig vloeistof zoals maaltijden op een bord moet u
het oppervlak wat vochtig maken.
Toevoegen van vloeistoffen bij rauwe levensmiddelen
die gestoofd worden, tot ca. tweederde van de
hoeveelheid in het originele recept reduceren. Indien
nodig tijdens het bereidingsproces wat vloeistof
toevoegen.
Toevoegen van vet kan aanzienlijk gereduceerd
worden.
Een kleine hoeveelheid boter, margarine of olie is
voldoende om het gerecht smaak te geven. Daarom is
de magnetron uitstekend geschikt voor het bereiden
van vetarme gerechten.
Product Hoeveel Vermogens- Tijd Tips Standtijd
heid (g) stand (min.) (min.)
TABEL: VLEES, VIS EN GEVOGELTE BRADEN EN VERSE GROENTE KOKEN
CHAMPIGNONSOEP
Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud)
ingrednten
200 g champignons, in plakjes
50 g ui, gesnipperd
300 ml vleesbouillon
300 ml room
25 g bloem
25 g boter of margarine
zout, peper
1 eidooier
150 g crème fraiche
1. Champignons en bouillon in de schaal doen en
afgedekt koken.
8 - 9 min. 800 W
2. Met een mixer alle ingrediënten pureren. De room
toevoegen.
3. Meng de bloem en de boter tot een deeg en roer door
de soep. Voeg peper en zout toe en kook de soep met
het deksel erop. Roer na het koken.
4 - 6 min. 800 W
4. De eidooier met de crème fraiche vermengen en lepel
voor lepel door de soep mengen. Nog even
verwarmen, maar niet meer laten koken!
1 - 2 min. 800 W
Na afloop van de kooktijd ca. 2 minuten laten nagaren.
Vlees 500 800 W 8-10* naar smaak kruiden, in een platte schaal leggen, 10
(varkenslvees, 400 W 10-12 na * omkeren
rundvlees, lamsvlees) 1000 800 W 19-21* 10
400 W 11-14
1500 800 W 33-36* 10
400 W 13-17
Biefstuk (medium) 1000 800 W 9-11* naar smaak kruiden, in een schaal leggen, 10
400 W 5-7 na * omkeren
Visfilet 200 800 W 3-4 op smaak brengen, in platte schaal leggen, afdekken 3
Kip 1200 800 W 21-24 op smaak brengen,in ondiepe schaal 3
leggen, halverwege de kooktijd omkeren
Kippenbout 200 800 W 3-4 op smaak brengen, in een platte schaal leggen 3
Broccoli 500 800 W 9-11 in roosjes verdelen, 4-5 el water toevoegen, afdekken, -
tijdens het koken af en toe roeren
Erwtjes 500 800 W 9-11 afdekken, 4-5 el water toevoegen, tijdens hetkoken -
af entoe roeren
Wortels 500 800 W 10-12 in plakjes snijden, 4-5 el watertoevoegen, afdekken - -
300 800 W 7-9 tijdens het koken af en toe roeren
Aardappelen, lekookt 500 800 W 9-11
in grote gelijke stukken snijden, een beetje zout en 150 ml -
toevoegen, afdekken, tijdens het koken af en toe roeren
88
TABELLEN
RECEPTEN
89
RECEPTEN
NEDERLANDS
KALFSVLEES IN ROOMSAUS
Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud)
ingrednten
600 g kalfsfilet
10 g boter of margarine
50 g ui, gesnipperd
100 ml witte wijn
gekruid jusblokje voor ongeveer
1
/
2
liter jus
300 ml room
1 el peterselie, gehakt
1. Snij het kalfsvlees in reepjes.
2. Vet de schaal in met boter. Plaats de ui en het vlees
toe in de schaal, dek af en kook. Roer een enkele
keer tijdens het koken.
7 - 10 min. 800 W
3. Voeg de witte wijn, het jusblokje en de room toe, roer,
dek af en laat verder koken. Roer af en toe.
4 - 5 min. 800 W
4. Na afloop van de kooktijd het mengsel omroeren en
ca. 5 minuten laten nagaren. Met peterselie garneren.
LASAGNE AL FORNO
Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud)
Ondiepe, vierkante schaal met
deksel (ca. 20 x 20 x 6 cm)
ingrednten
300 g tomaten uit blik
50 g ham, fijngesneden
50 g ui, gesnipperd
1 teentje knoflook, geperst
250 g gehakt
2 el tomatenpuree
zout, peper
150 ml crème fraiche
100 ml melk
50 g Parmezaanse kaas, geraspt
1 tl gemengde kruiden, gehakt
1 tl olijfolie
1 tl plantaardige olie om de schaal in te vetten
125 g groene lasagne
1 el Parmezaanse kaas, geraspt
1. Snij de tomaten in kleine stukjes, meng met de ham,
ui, knoflook, gehakt en tomatenpuree. Op smaak
brengen, afdekken en koken.
7 - 9 min. 800 W
2. Meng de crème frche met de melk, Parmezaanse
kaas, kruiden, olie en specerijen.
3. Vet de schaal in en leg 1/3 van de lasagnebladen
op de bodem. Leg de helft van het gehaktmengsel
op de pasta en giet hier wat saus over. Herhaal dit
en zorg dat de laatste laag de resterende pasta is.
Giet de saus over de pasta en bestrooi met
Parmezaanse kaas. Kook het gerecht met gesloten
deksel.
15 - 17 min. 560 W
Na afloop van de kooktijd ca. 5 -10 minuten laten
nagaren.
GEVULDE HAM
Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud)
Ovale ovenschotel (ca. 26 cm lang)
ingrednten
125 g bladspinazie, fijngehakt
125 g kwark, 6 % vet
40 g Emmentaler kaas, gemalen
peper, paprika
6 plakjes gekookte ham (300 g)
125 ml water
125 ml room
20 gl bloem
20 g boter of margarine
10 g boter of margarine om de schaal in
te vetten
1. Vermeng de spinazie met de kaas en kwark, en
breng dit mengsel op smaak.
2. Leg op elk plakje gekookte ham een eetlepel van de
vulling en rol het op. Steek de ham vast met een
houten pen.
3. Maak een bechamelsaus: giet hiervoor het water en
de room in een kom, dek deze af en verwarm.
3 - 4 min. 800 W
Meng de boter met de bloem om een roux te maken,
voeg aan de vloeistof toe en roer met een garde tot
een glad mengsel ontstaat. Dek af, kook tot de roux
dik is.
1 min. 800 W
Roer en proef.
4. Giet de saus in de ingevette schaal, leg de gevulde
hamrolletjes erin en kook het met de deksel erop.
3 - 4 min. 800 W
Na afloop van de kooktijd ca. 5 minuten laten
nagaren.
ZEETONGFILET
Servies: Ondiepe, ovale ovenschotel met
magnetronfolie (ca. 26 cm lang)
ingrednten
400 g tongfilet
1 citroen, heel
150 g tomaten
1 tl boter
1 el plantaardige olie
1 el peterselie, gehakt
zout, peper
4 el witte wijn
20 g boter of margarine
Tip: Voor dit gerecht kunt u ook roodbaars,
heilbot, harder, schol of kabeljauw
gebruiken.
1. De filets wassen en droog deppen. Graten
verwijderen.
2. Snijd de citroen en de tomaten in dunne plakjes.
3. Vet de schaal in met boter. Leg de visfilets in de
schotel en besprenkel met plantaardige olie.
4. Strooi peterselie over de vis, leg de plakjes tomaten
erop en breng op smaak. Leg de plakjes citroen
bovenop de tomaten en giet hier witte wijn over.
5. Leg kleine klontjes boter bovenop de citroen, dek af
en kook.
13 - 16 min. 800 W
Na afloop van de kooktijd ca. 2 minuten laten
nagaren.
RATATOUILLE
Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud)
ingrednten
5 el olijfolie
1 teentje knoflook, geperst
50 g ui, in plakjes
250 g aubergine, in blokjes gesneden
250 g courgette, in blokjes gesneden
200 g peper, in grote stukjes gesneden
75 g venkel, in grote stukjes gesneden
1 bouquet garni
200 g artisjokharten uit blik, in vieren
zout, peper
1. Olijfolie en knoflook in de schaal doen. Groente m.u.v.
de artisjokharten toevoegen en met peper kruiden.
Bouquet garni toevoegen en afgedekt stoven. Tussendoor
één maal omroeren.
19 - 21 min. 800 W
5 minuten voor het einde de artisjokharten toevoegen.
2. De ratatouille met zout en peper op smaak brengen. Het
bouquet garni voor het opdienen verwijderen. Na het
stoven ongeveer 2 minuten laten staan.
Tip: Bij vleesgerechten serveren. Het gerecht smaakt koud
uitstekend als voorgerecht.
Tip: Een bouquet garni bestaat uit: takje peterselie, bosje
soepgroente, takje lavas, takje tijm, enkele
laurierbladeren.
BESSENGELEI MET VANILLESAUS
Servies: Schalen met deksel (2 l inhoud)
Schalen met deksel (1 l inhoud)
ingrediënten
150 g rode aalbessen, gewassen en ontdaan van
kroontjes
150 g aardbeien, gewassen en ontdaan van
kroontjes
150 g frambozen, gewassen en ontdaan van
kroontjes
250 ml witte wijn
100 g suiker
50 ml citroensap
8 blaadjes gelatine
300 ml melk
1
/
2
vanillestokje
30 g suiker
15 g maïsmeel
Tip: U kunt ook diepvriesfruit gebruiken, dat moet dan
eerst worden ontdooid.
1. Een paar vruchten achterhouden voor de garnering. De
rest met de witte wijn pureren, in de schaal doen en
afgedekt verwarmen.
7 - 9 min. 800 W
2. Suiker en citroensap mengen.
3. Laat de gelatine ongeveer 10 minuten in koud water
weken, haal uit het water en knijp droog. Roer de
gelatine door de warme vruchtenpuree totdat deze
oplost. Zet de gelei in de koelkast en laat stijf worden.
4. Vanillesaus bereiden; giet de melk in de andere schaal.
Snij het vanillestokje open en schraap de vanille uit, roer
dit in de melk met het suikermengsel en de maïsmeel.
Afdekken en koken, tijdens het koken roeren, aan het
einde van de kooktijd nogmaals roeren.
3 - 4 min. 800 W
5. Keer de schaal met de gelei om op een bord en
garneer met het resterende fruit. Giet de vanillesaus over
de gelei.
90
RECEPTEN
91
REINIGING EN ONDERHOUD
NEDERLANDS
WAARSCHUWING: GEBRUIK GEEN COMMERCIËLE
OVENREINIGERS, STOOMREINIGERS, SCHURENDE
REINIGINGSMIDDELEN, SCHOONMAAKMIDDELEN
DIE NATRIUMHYDROXIDE BEVATTEN OF
SCHUURSPONSJES DIT GELDT VOOR ALLE DELEN.
VAN UWMAGNETRON.
REINIG DE MAGNETRONOVEN REGELMATIG
EN VERWIJDER ALLE VOEDSELRESTEN. Als u
de oven niet regelmatig reinigt dan kan dit
slijtage van ovenbekleding veroorzaken
waardoor de levensduur van het apparaat
wordt verkort en gevaarlijke situaties
kunnen ontstaan.
Ommanteling
De buitenkant van het apparaat met een mild sopje
schoonmaken. Goed met een droge doek afnemen
en met een handdoek nadrogen.
Bedieningspaneel
Voor het reinigen de deur openen om het
bedieningspaneel te deactiveren.
Het paneel voorzichtig met een vochtige doek
schoonmaken. Nooit te veel water en geen
chemische of schurende reinigingsmiddelen
gebruiken, omdat het bedieningspaneel daardoor
kan worden beschadigd.
Ovenruimte
1. Na elk gebruik het nog warme apparaat met
een zachte, vochtige doek of spons afnemen,
om lichte verontreinigingen te verwijderen.
Voor sterke verontreinigingen een mild sopje
gebruiken en verschillende keren met een
zachte, vochtige doek of spons grondig
afnemen, tot alle resten volledig verwijderd zijn.
Verwijder nooit de afdekking van de
microgolvengeleider.
2. Let erop dat er geen zeepsop of water door de
kleine openingen in de wand dringt, omdat het
apparaat daardoor beschadigd kan raken.
3. Gebruik geen reinigingsspray in de ovenruimte.
Draaiplateau en draaimechanisme:
Verwijder eerst het draaiplateau en het
draaimechanisme uit de ovenruimte. Draaiplateau
en mechanisme met een mild sopje schoonmaken
en met een zachte doek afdrogen. Beide delen
kunnen in de afwasautomaat worden gereinigd.
Apparaatdeur
De deur, de deurafdichting en de afsluitvlakken
regelmatig met een vochtige doek afnemen om
verontreinigingen te verwijderen. Gebruik geen
agressieve schuurmiddelen of scherpe metalen
schrapers om de ruit van de ovendeur te reinigen
aangezien hierdoor krassen op het oppervlak
kunnen ontstaan waardoor de ruit kan breken.
AANWIJZING: Gebruik geen stoomreiniger.
AANWIJZING: Als u de levensmiddelen langer dan de standaardtijd met steeds 800 W verwarmt, wordt
het vermogen van het apparaat automatisch verlaagd om oververhitting te voorkomen.
(Het magnetronvermogen wordt tot 560 W verlaagd.) Na een pauze van 90 seconden
kan weer een vermogen van 800 W worden ingesteld.
kookmethode
magnetron 800 W
standaardtijd
20 minuten
verlaagd vermogen
magnetron 560 W
SYMPTOOM
de magnetron niet goed functioneert?
... de magnetron niet werkt?
... het draaiplateau niet draait?
... de magnetron niet uitschakelt?
... de ovenverlichting uitvalt?
... de levensmiddelen langzamer heet en
gaar worden dan voorheen?
DE MOGELIJKE REMEDIES VAN SYMPTOMEN
Controleer of
- de zekering in de huisinstallatie in orde is,
- de stroom misschien uitgevallen is.
- Als de zekeringen in de huisinstallatie meermaals
uitschakelen, neem dan contact op met een
erkend elektro-installateur.
Controleer of
- de deur goed gesloten is,
- de deurafdichtingen en de afsluitvlakken schoon zijn,
- toets START/+30 is ingedrukt.
Controleer of
- het draaimechanisme goed op de aandrijving zit,
- het gebruikte servies niet buiten het draaiplateau
uitsteekt ,
- levensmiddelen niet buiten het draaiplateau uitsteken
en het zo blokkeren,
- zich geen etensresten onder het draaiplateau
bevinden.
- Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de
zekering in de huisinstallatie uit.
- Neem contact op met onze service-afdeling.
- Neem contact op met onze service-afdeling.
Vervangen van de ovenverlichting mag alleen
door vakmensen geschieden.
- Stel een langere tijd in (dubbele hoeveelheid =
bijna dubbele tijd) of
- als de levensmiddelen kouder zijn dan anders,
tussendoor omroeren of omkeren of
- een hoger vermogen instellen.
92
WAT TE DOEN ALS…
93
SERVICE
NEDERLANDS
In het hoofdstuk "Wat te doen als...” zijn enkele
storingen beschreven die u zelf kunt opheffen. Lees
in geval van storing eerst dit hoofdstuk. Als u daar
geen aanwijzingen vindt, neemt u contact op met
onze service-afdeling.
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo
vergemakkelijkt u de diagnose en de beslissing of
bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Noteer modelnummer en serienummer. Deze
nummers vindt u op het typeplaatje van het
apparaat.
model ........................................
S-nr. ........................................
Geef onze service-afdeling ook het volgende op:
Hoe doet de storing zich voor?
Onder welke omstandigheden treedt de storing
op?
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens
de garantietermijn kosten?
- als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie
hoofdstuk "Wat te doen als ...") zelf had kunnen
opheffen,
- als onze service-technicus u verschillende malen
moet bezoeken, omdat hij voor zijn bezoek niet
alle belangrijke informatie heeft gekregen en nu
bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u
voorkomen als u uw telefoongesprek goed
voorbereidt zoals boven beschreven.
Adres service-afdeling
Zanussi fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn tel. (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
www.zanussi.nl
Onze producten worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur
van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld
op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven
onverlet. Ook de garantieverplichtingen van de
verkoper naar de eindgebruiker blijven
onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van
de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan
het product die zich openbaren binnen 24
maanden vanaf de datum van levering aan de
eindgebruiker. In geval van professioneel of
daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie
beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands
producten geldt eveneens een termijn van 12
maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand
die het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om
mogelijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek
niet binnen twee maanden na vaststelling is
gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of l
everingsdatum te worden overlegd. Bij
ontbreken daarvan dient ander overtuigend
bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade
aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die
ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor
de waarde en deugdelijkheid van het product
onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade
eroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking
van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen,
c. voor het product oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken
door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet- vakkundige
installatie of montage, verkeerd gebruik,
gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen
van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect
werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen
door derden die niet bevoegd of niet deskundig
zijn, of wanneer het product voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn
en daardoor een defect veroorzaken.
10.Producten die gemakkelijk kunnen worden
vervoerd dienen te worden overhandigd aan of
gezonden naar onze servicedienst. Herstelling
ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor
grote of ingebouwde producten.
11.Indien het product zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden
de hierdoor ontstane extra kosten aan de
gebruiker in rekening gebracht. Schade die
ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt
ten l aste van de gebruiker.
12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling
van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of
deherstellingkosten disproportioneel zijn wordt
in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een
vergoeding te rekenen naar rato an de
verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder garantie heeft geen
verlenging van de garantietermijn noch
aanvang van een nieuwe garantietermijn tot
gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een garantie van
12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
product, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16.In geval van aansprakelijkheid zal een
vergoeding de aankoopwaarde van het
product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders
is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in
Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde
producten. Indien een product naar het buitenland
wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of
het product voldoet aan de echnische
voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte producten
dient de gebruiker zich te vergewissen van de
bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of
gewenste aanpassingen vallen niet onder de
garantie, en kunnen niet altijd worden
aangebracht. Ook na afloop van de
garantietermijn staat onze servicedienst u ter
beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
telefoon: (0172) 468 300
94
GARANTIEVOORWAARDEN NEDERLAND
95
GARANTIEVOORWAARDEN NEDERLAND
NEDERLANDS
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een
storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen
één werkdag worden medegedeeld op welke
dag het bezoek van de technicus zal
plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen
zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de
technicus een onderzoek uitvoeren naar de
vermoedelijke oorzaak van de gemelde
storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo
nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde
begroting maken van de totale
reparatiekosten inclusief voorrijkosten en
diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze
begroting door de technicus schriftelijk
worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag
niet akkoord gaat, zal op verzoek het te
repareren toestel worden teruggebracht in de
staat waarin het aan de technicus werd
aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen
alleen de kosten van voorrijden en
arbeidsloon in rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede tijd, danwel
van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie
duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door
redelijkerwijs niet te voorziene
omstandigheden niet tegen het begrote
bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene
reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met
de consument plaatsvinden en een herziene
kostenbegroting worden gemaakt. In geval de
consument daarmee alsnog niet akkoord
gaat, geldt eveneens het in artikel 2b
bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het
eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het
toestel in werkende staat te brengen een tweede
bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door
de betreffende service-organisatie of door de
technicus met de consument de datum voor een
tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien
werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal
geen voorrijtarief in rekening worden gebracht,
tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek
aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde
rekening met vermelding van type en
serienummer van het apparaat, omschrijving van
de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte
onderdelen en materialen en een korte
omschrijving van de verrichte werkzaamheden.
De betaling van de rekening dient tegen afgifte
van een reparatienota direct contant of door
middel van een gegarandeerd betaalmiddel
plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal
bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige
garantie van minimaal 3 maanden worden
gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos
uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de
uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een
garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep
op garantie op de reparatie dient de consument
op verzoek de gespecificeerde rekening van de
voorgaande reparatie aan de technicus te
overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde
reparatie hetzelfde defect bij normaal
huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen
de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en
redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het
opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht
kan worden, zal aan de consument een nieuw
exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde
merk worden aangeboden tegen bijbetaling op
basis van een per product te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter
beschikking van de consument, met uitzondering
van de onder garantie of tegen een
gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te
worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer
volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften,
die op grond van een van fabriekswege
aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel
bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke
vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat
reparaties moeten worden uitgevoerd met
originele en door de fabrikant ook terzake van
veiligheidskeurmerken en -voorschriften
gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke
Apparaten in Nederland.
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de waarborgtermijn. De
levensduur van het toestel wordt daardoor niet
negatief beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn
gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het
Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende
rechten blijven onverlet. Ook de
waarborgverplichtingen van de verkoper naar de
eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van
de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan
het toestel die zich openbaren binnen 24
maanden vanaf de datum van levering aan de
eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden
zijn niet van toepassing in geval van
professioneel of daarmee gelijk te stellen
gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand
die het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om
mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade
aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die
ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor
de waarde en deugdelijkheid van het toestel
onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
chemische en elektrochemische inwerking
van water,
abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen,
voor het toestel oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden,
contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op
gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet
vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of
montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het
defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet
deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien
werd van toebehoren of onderdelen die niet
origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden
vervoerd dienen te worden overhandigd of
gezonden naar onze klantendienst. Herstelling
ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor
grote of ingebouwde toestellen.
11.Indien het toestel zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan
de gebruiker in rekening gebracht. Schade die
ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt
ten laste van de gebruiker.
12.Indien binnen de waarborgperiode de
herstelling van hetzelfde gebrek meermaals
mislukt of de herstellingkosten disproportioneel
zijn wordt in overleg met de gebruiker een
gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval
van vervanging behouden we ons het recht
voor om een vergoeding te rekenen naar rato
van de verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder waarborg heeft geen
verlenging van de waarborgtermijn noch
aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot
gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een waarborg van
12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
toestel, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding
de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België
gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien
een toestel naar het buitenland wordt gebracht
dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet
aan de technische voorwaarden o.a. spanning,
frequentie, installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land.
Voor in het buitenland aangeschafte toestellen
dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de
bepalingen in België.
Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen
niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd
worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze
klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteeweg, 719
1502 LEMBEEK
Tel. 02.363.0444
96
GARANTIEBEDINGUNGEN BELGIË
97
TECHNISCHE GEGEVENS
NEDERLANDS
Aansluiting aan
Z
ekering
Opgenomen vermogen magnetron
Nuttig vermogen magnetron
Microgolvenfrequentie
Buitenafmetingen
Afmetingen ovenruimte
Inhoud ovenruimte
Draaiplateau
Gewicht
Ovenlamp
: 230 V, 50 Hz, één fase
: min. 10 A
: 1,2 kW
: 800 W (IEC 60705)
: 2450 MHz * (groep 2/klasse B)
: breedte x hoogte x diepte: 592 x 370 x 316 mm
: breedte x hoogte x diepte: 285 x 202 x 298 mm **
: 17 liter **
: ø 272 mm, glas
: ca. 15,5 kg
: 25 W/240 - 250 V
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen 89/336/EEG en 2006/95/EC.
IN HET KADER VAN DE TECHNISCHE VOORUITGANG KUNNEN DE TECHNISCHE
GEGEVENS TE ALLEN TIJDE ZONDER OPGAVE VAN REDENEN GEWIJZIGD WORDEN.
* Dit apparaat voldoet aan de eisen van de Europese norm EN55011.
Het apparaat wordt overeenkomstig deze norm als apparaat in groep 2, klasse B geclassificeerd.
Groep 2 betekent dat het apparaat hoogfrequente energie in de vorm van elektromagnetische straling
voortbrengt voor het verwarmen van levensmiddelen.
Apparaat uit klasse B betekent dat het apparaat geschikt is voor huishoudelijk gebruik.
**De inhoud van de ovenruimte wordt bepaald door max. gemeten breedte, diepte en hoogte.
De daadwerkelijke opnamecapaciteit van levensmiddelen is echter geringer.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Milieuvriendelijke afvalverwerking van verpakking en
oude apparaten
Verpakking
Onze magnetrons moeten worden vervoerd en hebben daarom een effectieve beschermende verpakking
nodig. Daarbij beperken wij ons tot het absoluut noodzakelijke.
Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen.
Verstikkingsgevaar! Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk en kunnen worden hergebruikt. Het
karton is van oud papier gemaakt, het hout is onbehandeld. De kunststoffen hebben de volgende
aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
>PS< voor geschuimd, cfk-vrij polystyreen, bijv. de hoekbeschermers
>PP< voor polypropyleen, bijv. de verpakkingsbandenn
Door hergebruik van de verpakking hoeven minder grondstoffen te worden gebruikt en wordt de
hoeveelheid afval kleiner.
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Oude apparaten
Oude apparaten moeten vóór het weggooien onbruikbaar worden gemaakt: stekker uit het stopcontact
trekken en aansluitsnoer afsnijden.
Als u uw oude apparaat afdankt, lever het dan in bij uw vakhandelaar of informeer bij uw gemeente naar
de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
1. Verwijder de verpakking en controleer het
apparaat op transportschade.
2. Dit apparaat is bedoeld voor inbouw in een kast
van 360 mm hoog. Als het apparaat in een
350 mm hoge kast moet worden ingebouwd:
De 4 voeten (3 hoge en 1 lage) aan de onderkant
van het apparaat losschroeven. De 3 hoge voeten
vervangen door de meegeleverde voeten. De lage
voet hoeft niet te worden vervangen.
3. Als u de magnetron boven een oven (positie A)
inbouwt, moet u de meegeleverde kunststof plaat
gebruiken.
a. De plaat uitsnijden op de inwendige breedte
van de kast.
b. Het beschermfolie van het plakband trekken en
de plaat zodanig aan
de achterste
rand van de
plank
bevestigen,
dat de
service-
opening
wordt
afgedekt (zie
afbeelding.)
4. Schuif het apparaat langzaam en zonder geweld
in de inbouwkast, tot de voorste lijst van het
apparaat een naadloze afsluiting vormt met de
voorste opening van de kast.
5. Let erop dat het apparaat
stabiel is en recht staat. Zorg
ervoor dat een afstand van
5 mm tussen de kastdeur
erboven en het bovenste deel
van de lijst wordt
aangehouden (zie afbeelding).
6. Bevestig het apparaat m.b.v. de
meegeleverde schroeven in deze
positie. De bevestigingspunten
bevinden zich in de hoeken
boven en onder (zie afbeelding
9 op pag. 71).
7. Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat de
installatie van dit apparaat voldoet aan de
aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing en de
aanwijzingen van de fabrikant van kookplaat of
oven.
INSTALLEREN VAN HET APPARAAT
5 mm
kunststof plaat
conventionele
oven
i
n
we
n
di
g
e br
e
e
dte
s
e
rvice
-op
e
n
in
g
Als u de magnetron in positie B of C
inbouwt:
De kast moet een afstand van min. 500 mm
(E) tot het werkblad hebben en de magnetron
mag niet direct boven een kookplaat worden
ingebouwd.
Het apparaat is alleen getest en toegestaan
voor gebruik in de buurt van gaskookplaten,
elektrische kookplaten en inductiekookplaten.
Tussen kookplaat en magnetron moet genoeg
ruimte worden gelaten om oververhitting van
de magnetron, van de inbouwkast en van de
toebehoren te voorkomen.
Als de magnetron in gebruik is, schakel dan
de kookplaat niet in als er geen pannen op
staan.
Wees bij het bedienen van de magnetron
bijzonder voorzichtig als de kookplaat ook
ingeschakeld is.
E
D
VEILIG GEBRUIK VAN HET
APPARAAT
positie A
positie B
positie C
positie D
conventionele
oven
positie nismaat rookafvoer afstand tussen kast
breedte x hoogte x diepte
(min.) en plafond
A 560 x 550 x 360 50 50
B + C 560 x 300 x 350 15 50
560 x 300 x 360 15 50
D 560 x 500 x 350 40 50
560 x 500 x 360 40 50
Afmetingen in mm
rookafvoer
rookafvoer
98
INSTALLATIE-AANWIJZING
99
INSTALLATIE-AANWIJZING
NEDERLANDS
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Als de stekker die zich aan het apparaat bevindt
niet in uw stopcontact past, neem dan contact op
met onze serviceafdeling.
WAARSCHUWING:
DIT APPARAAT MOET GEAARD ZIJN
Als deze veiligheidsmaatregel niet
wordt opgevolgd, is de fabrikant niet
aansprakelijk voor schade.
Zorg ervoor dat de stekker makkelijk bereikbaar is,
zodat hij in geval van nood snel uit het stopcontact kan
worden getrokken. Of het moet mogelijk zijn om de
stroom naar de oven uit te schakelen door middel van
een schakelaar die volgens de bedradingsvoorschriften
is opgenomen in de vaste bedrading.
Plaats het stopcontact niet achter de kast.
De best plek is boven de kast (A).
Als het aansluitsnoer niet wordt aangesloten op punt (A), moet het
van de snoerdrager (zie afb. 13 op pag. 71) worden losgenomen en
onder het apparaat door worden geleid.
Het apparaat aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde met
een eenfasige wisselspanningaansluiting (230 V/50 Hz). Stopcontact met 10 A zekeren.
Het aansluitsnoer mag alleen door een erkend installateur worden vervangen.
Vóór het opstellen een stuk touw aan het aansluitsnoer aanbrengen. Daardoor wordt dan bij het
inbouwen de aansluiting aan punt (A) vereenvoudigd.
Bij het inschuiven van het apparaat in een hoge kast mag het aansluitsnoer NOOIT beklemd raken.
Aansluitsnoer of stekker niet in water of andere vloeistof dompelen.
AANSLUITING OP HET STROOMNET
(A)

Documenttranscriptie

INHOUD Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68 - 70 Apparaat en toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72 Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73 Instellen van de klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73 Wat zijn microgolven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74 Geschikt servies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74 - 75 Tips en adviezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75 - 78 Vermogensstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79 Handmatig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79 Andere nuttige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80 - 81 Automatisch gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82 Tabellen automatische programma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83 - 85 Recepten voor automatische kookprogramma's AC-6 en AC-7 . . . . . . . . . . . . . . . . .85 - 86 Recepten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .88 - 90 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91 Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92 Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93 Adres service-afdeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93 NEDERLANDS Tabellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .87 - 88 Garantievoorwaarden NEDERLAND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .94 - 95 Garantiebedingungen BELGIË . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97 Belangrijke informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97 Installatie-aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98 - 99 Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. 67 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID: LEES DE VOLGENDE AANWIJZINGEN GOED DOOR EN BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING. Om brand te voorkomen De magnetron niet gebruiken om levensmiddelen in olie of vet te frituren. De temperatuur kan niet gecontroleerd worden en het vet kan vlam vatten. Alleen speciaal daarvoor geschikte popcorn in de magnetron bereiden. Geen levensmiddelen of andere voorwerpen in het apparaat bewaren. Na het starten van het apparaat de instellingen controleren om er zeker van te zijn dat het apparaat zoals gewenst werkt. Deze gebruiksaanwijzing gebruiken. Om verwondingen te voorkomen Magnetronovens mogen tijdens het gebruik niet zonder toezicht worden gelaten. Te hoge vermogens of te lange bereidingstijden kunnen de levensmiddelen oververhitten en brand veroorzaken. Het stopcontact moet altijd bereikbaar zijn, zodat de stekker er in geval van nood makkelijk kan worden uitgetrokken. De netspanning moet 230 V wisselspanning, 50 Hz zijn en de zekering moet minstens 10 A zijn. Wij raden u aan het apparaat aan een aparte stroomkring aan te sluiten. Het apparaat niet in de open lucht bewaren of opstellen. WAARSCHUWING: Het apparaat niet gebruiken als het beschadigd is of niet goed functioneert. Controleer het volgende voordat u het apparaat inschakelt: a) De deur moet correct sluiten en mag niet verkeerd uitgelijnd of vervormd zijn. b) De scharnieren en veiligheidsvergrendelingen van de deur mogen niet kapot of los zijn. c) De deurafdichtingen en afsluitvlakken mogen niet beschadigd zijn. d) In de ovenruimte en de deur mogen geen deuken of andere beschadigingen aanwezig zijn. e) Het aansluitsnoer en de stekker mogen niet beschadigd zijn. Voer in geen geval zelf reparaties of wijzigingen aan uw magnetron uit. Reparaties, vooral reparaties waarbij de afdekking van het apparaat moet worden verwijderd, mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom in geval van storing altijd tot onze service-afdeling. Alleen originele ZANUSSI-onderdelen voldoen aan alle eisen! NOOIT DE DEUR OPENEN, als in het apparaat verwarmde levensmiddelen beginnen te roken. Het apparaat uitschakelen, de stekker uit het stopcontact trekken en wachten tot de levensmiddelen niet meer roken. Als u de deur opent tijdens de rookontwikkeling kan dat brand veroorzaken. Alleen voor magnetrons geschikt servies gebruiken, zie pag. 74 - 75. Het apparaat nooit zonder toezicht laten, als u verpakkingen van kunststof, papier of ander brandbaar materiaal gebruikt. D e a f d e k k i n g v a n d e m i c ro g o l v e n g e l e i d e r, de ovenruimte, het draaiplateau en het draaimechanisme na gebruik van het apparaat reinigen. Deze onderdelen moeten droog en vetvrij zijn. Achterblijvende vetspatten kunnen o v e r v e r h i t r a k e n , g a a n ro k e n o f ontbranden. Geen brandbare materialen in de buurt van het apparaat of de ventilatie-openingen bewaren. De ventilatie-openingen nooit blokkeren. Alle metalen sluitingen, draden enz. van levensmiddelen en verpakkingen verwijderen. Vonkvorming op metalen oppervlakken kan tot brand leiden. Nooit op enigerlei wijze veranderingen aanbrengen aan de veiligheidsvergrendeling van de deur. Het apparaat nooit inschakelen als zich voorwerpen tussen de deurafdichtingen en de afsluitvlakken bevinden. 68 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID Nooit afgesloten bakjes gebruiken. Sluitingen en afdekkingen ver wijderen. Afgesloten bakjes kunnen door de drukverhoging zelfs na uitschakelen van het apparaat nog exploderen. Wees voorzichtig bij het ver war men van vloeistoffen. Kopjes of bekers met een grote opening gebruiken, opdat luchtbellen kunnen ontsnappen. Laat vet of vuil zich niet ophopen op de afdichtingen van de deur of aangrenzende delen. Volg de instructies in hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, Pag. 91. Als u de oven niet schoonhoudt, kan dat leiden tot aantasting van het oppervlak, wat de levensduur van het toestel negatief kan beïnvloeden en mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaakt. Wees bij het verwarmen van vloeistoffen in de magnetron voorzichtig als u het kopje of de beker uit de oven neemt; het kan tot kookpuntvertraging komen en de vloeistof kan plotseling hevig overkoken of spatten. Personen met PACEMAKERS moeten bij hun arts of bij de fabrikant infor meren naar voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met magnetrons. Om elektrische schokken te voorkomen De ommanteling van het apparaat mag in geen geval worden verwijderd. Nooit vloeistof in de openingen van de veiligheidsvergrendelingen van de deur of ventilatieopeningen laten komen of voorwerpen in deze openingen steken. Als u grotere hoeveelheden vloeistof morst, het apparaat direct uitschakelen, de stekker uit het stopcontact trekken en contact opnemen met onze service-afdeling. Het aansluitsnoer en de stekker nooit in water of andere vloeistof leggen. Het aansluitsnoer mag niet over hete of scherpe oppervlakken geleid worden, zoals bijvoorbeeld de hete ventilatie-openingen bovenaan de achterwand van het apparaat. In geen geval proberen om de ovenlamp zelf te ver vangen. Dit mag alleen door vakmensen geschieden. Als de ovenlamp uitvalt, neem dan contact op met onze service-afdeling. Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het door een nieuw speciaal snoer worden vervangen. Ver vangen mag alleen door vakmensen geschieden. Om explosies en plotseling koken te voorkomen Om verbrandingen door plotseling overkoken (kookpuntvertraging) te voorkomen: 1. De vloeistof vóór het verwarmen omroeren. 2. Bij het verwarmen van vloeistoffen een glazen staafje of lepeltje in het glas of kopje zetten. 3. Laat de vloeistof tenminste 20 seconden na het koken in de oven staan om kookvertraging te voorkomen. NEDERLANDS Eieren niet in de dop koken. Hardgekookte eieren mogen niet in de magnetron verwarmd worden, omdat ze zelfs na het ver warmen kunnen exploderen. Voor het koken of opwarmen van eieren die niet geklutst of geroerd worden, eidooier en eiwit inprikken, zodat ze niet kunnen exploderen. Vóór het opwarmen in de magnetron de doppen van gekookte eieren ver wijderen en de eieren in plakjes snijden. Levensmiddelen met een schil of vel, zoals aardappelen, worstjes of fruit, altijd eerst enkele malen met een vork inprikken, zodat de stoom kan ontsnappen. Om verbranding te voorkomen Gebruik pannenlappen als u levensmiddelen uit de ovenruimte neemt. Schalen, popcorn-verpakkingen, braadzakjes enz. altijd van gezicht en handen afgewend openen om verbranding door stoom te voorkomen. WAARSCHUWING: levensmiddelen in vloeibare en andere vorm mogen niet in afgesloten bakjes verwarmd worden; ze zouden kunnen exploderen. 69 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T. DE VEILIGHEID Overige aanwijzingen Breng op geen enkele wijze veranderingen aan het apparaat aan. Dit apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik en mag alleen voor het bereiden van levensmiddelen worden gebruikt. Het is niet geschikt voor industriële doeleinden of voor gebruik in een laboratorium. Om foutieve bediening en beschadiging van het apparaat te voorkomen Het apparaat nooit inschakelen als er geen levensmiddelen in staan. Bij het gebruik van bruineringsser vies of zelfver war mende materialen moet een hittebestendige isolatie (bijv. een porseleinen bord) tussen servies en draaiplateau worden gezet. Daardoor worden beschadigingen door warmte van het draaiplateau en het draaimechanisme voorkomen. De aangegeven opwarmtijd voor het servies mag niet worden overschreden. Geen metalen ser vies gebruiken, omdat microgolven gereflecteerd worden en dit tot vonkvorming leidt. Geen conservenblikken in het apparaat zetten. Alleen het voor dit apparaat bedoelde draaiplateau en draaimechanisme gebruiken. Gebruik de oven niet zonder het draaiplateau. Om te voorkomen dat het draaiplateau barst: (a) Vóór het reinigen het draaiplateau laten afkoelen. (b) Geen hete gerechten of heet servies op het koude draaiplateau zetten. (c) Geen koude levensmiddelen of koud servies op het hete draaiplateau zetten. Geen voorwerpen op de ommanteling zetten als het apparaat in werking is. Om verbrandingen te voorkomen altijd de temperatuur van de levensmiddelen controleren en ze voor het serveren omroeren. Wees extra voorzichtig als de levensmiddelen of dranken voor baby's, kinderen of oudere personen bestemd zijn. La température du récipient est trompeuse et ne reflète pas celle des aliments que vous devez vérifier. Tenez-vous éloigné du four au moment où vous ouvrez sa porte de manière à éviter toute brûlure due à la vapeur ou à la chaleur. Coupez en tranches les plats cuisinés farcis après chauffage afin de laisser s’échapper la vapeur et d’éviter les brûlures. Veillez à ce que les enfants ne touchent pas la porte du four pour éviter les brûlures. Om foutieve bediening door kinderen te voorkomen WAARSCHUWING: kinderen mogen het apparaat alleen onder toezicht gebruiken of als ze voldoende instructies voor een veilig gebruik hebben gekregen en de gevaren van ondeskundig gebruik begrijpen. Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (met inbegrip van kinderen) met een beperkt fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen, of gebrek aan er varing of kennis, tenzij ze het apparaat gebruiken onder toezicht van een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. Op kinderen moet toezicht worden gehouden om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen. Niet tegen de ovendeur leunen of aan de deur hangen. De magnetron is geen speelgoed! Kinderen moet u ver trouwd maken met alle belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid: bijv. gebruik van pannenlappen en voorzichtig afnemen van deksels. Let vooral op verpakkingen die levensmiddelen knapperig maken (bijv. zelfbruinende gerechten); deze worden bijzonder heet. AANWIJZINGEN: Wend u met vragen over de aansluiting van het apparaat tot een erkend installateur. Zowel de fabrikant als de handelaar kunnen geen verantwoording op zich nemen voor beschadigingen van het apparaat of verwondingen van personen, die als gevolg van een foutieve elektrische aansluiting ontstaan. Op de wanden in de ovenruimte resp. rond de deurafdichtingen en afsluitvlakken kunnen zich waterdamp en druppels vormen. Dit is normaal en is geen aanwijzing dat er microgolven naar buiten komen of dat er van een andere storing sprake is. 70 APPARAAT EN TOEBEHOREN 1 2 3 4 8 Front Ovenlamp Bedieningspaneel Toets om de deur te openen Afdekking van de microgolvengeleider 14 Ovenruimte Aandrijfas Deurafdichtingen en afsluitvlakken 13 Bevestigingspunten (4 plaatsen) Ventilatie-openingen Ommanteling Achterzijde van het apparaat Snoerdrager Aansluitsnoer 6 5 9 NEDERLANDS 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10 11. 12. 13. 14. 7 10 11 12 TOEBEHOREN: Controleer of de volgende onderdelen zijn meegeleverd: (15) draaiplateau (16) draaimechanisme (17) 4 bevestigingsschroeven (niet afgebeeld) • Het draaimechanisme in de aandrijfas in de bodem van de ovenruimte plaatsen. • Dan het draaiplateau erop zetten. • Om schade aan het draaiplateau te voorkomen, moet u erop letten, dat servies bij het uitnemen niet de rand van het draaiplateau raakt. AANWIJZING: Geef bij het bestellen van onderdelen uw handelaar of onze service-afdeling de naam van het onderdeel en de modelaanduiding op. 15 16 71 BEDIENINGSPANEEL 1 display 2 symbolen De indicatie boven het symbool knippert of gaat branden. Als een indicatie knippert, de betreffende toets (met hetzelfde symbool) indrukken of de benodigde bedieningshandeling uitvoeren. 1 2 omroeren omkeren kg/gewicht 3 symbool voor vermogensstanden symbool voor bereidingsproces 3 knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT 4 toets VERMOGENSSTAND 5 toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S Deze toets indrukken om een van de 12 automatische programma's te kiezen. 6 toets START/+30 7 toets STOP 8 toets om de deur te openen 4 5 6 7 8 72 VÓÓR HET IN GEBRUIK NEMEN Gebruik van toets STOP 1. Wissen van een invoerfout bij het programmeren. 2. Lopend proces even onderbreken. 3. Wissen van een programma tijdens het lopende proces door tweemaal indrukken. De stekker in het stopcontact steken. 1. De indicatie begint te knipperen. 2. Toets STOP indrukken. Indicatie controleren. x1 De klok volgens onderstaande aanwijzingen instellen. INSTELLEN VAN DE KLOK De klok kan als 12-uurs of als 24-uurs-klok worden ingesteld. 1. Om de 12-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND 3 seconden ingedrukt houden. verschijnt op het display. 2. Om de 24-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND nogmaals indrukken. verschijnt op het display. 1 x 3 seconden lang indrukken 1. Kies de klokfunctie (12-uurs-klok). 2. Stel de uren in. Knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT draaien, tot het juiste uur wordt aangegeven (23). Kies de 24uurs-klok. 1x 3 seconden lang indrukken 4. De minuten instellen. Knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT draaien, tot de juiste minuten worden aangegeven (35). NEDERLANDS Voorbeeld: Instellen van de 24-uurs-klok op 23:35 uur. 3. Toets VERMOGENSSTAND indrukken om van de uren naar de minuten te gaan. 1x 1x 5. Toets VERMOGENSSTAND indrukken om de klok te starten. Indicatie controleren. 1x AANWIJZING: 1. U kunt knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT rechtsom en linksom draaien. 2. Druk toets STOP in als u bij het programmeren een fout hebt gemaakt. 3. Als de stroomverzorging naar het apparaat wordt onderbroken, laat het display regelmatig zien als de stroomverzorging weer hersteld is. Als dat tijdens een bereidingsproces gebeurt, wordt het programma gewist. 4. Als u de dagtijd opnieuw wilt instellen, gaat u te werk zoals hierboven beschreven. 73 VÓÓR HET IN GEBRUIK NEMEN Door de veroorzaakte wrijving ontstaat warmte, die ervoor zorgt dat de gerechten ontdooid, verwarmd of gekookt worden. Microgolven worden in de oven door het magnetron opgewekt en brengen de watermoleculen in levensmiddelen in trilling. GESCHIKT SERVIES GLAS EN GLASKERAMIEK BRAADZAKKEN Hittebestendig glazen servies is heel geschikt. Het bereidings-proces kan van alle kanten geobserveerd worden. Het servies mag echter geen metaal bevatten (loodkristal) of van een versiering van metaal voorzien zijn (bijv. gouden randje, kobaltblauw). Braadzakken kunt u in de magnetron gebruiken. Metalen sluitclips zijn echter ongeschikt, omdat de braadzak dan kan smelten. Gebruik een touwtje om de braadzak af te sluiten en prik de braadzak met een vork enkele malen in. Het is niet raadzaam om niet hittebestendig folie, bijv. vershoudfolie, in de magnetron te gebruiken. AARDEWERK BRUINERINGSSERVIES Is over het algemeen goed geschikt. Aardewerk moet geglazuurd zijn, omdat anders vocht in het ser vies kan binnendringen. Vocht verhit het materiaal en kan het laten barsten. Als u niet zeker weet of uw servies geschikt voor de magnetron is, voer dan de geschiktheidstest uit. Speciaal braadservies voor in de magnetron met een metaallegering op de bodem die ervoor zorgt dat de levensmiddelen bruin worden. Bij gebruik van bruineringsservies moet een geschikte isolator, bijv. een porseleinen bord, tussen draaiplateau en servies worden gelegd. Let goed op de door de fabrikant van het ser vies aangegeven voorverwarmtijd. Bij overschrijding daarvan kan het tot beschadiging van het draaiplateau en het draaimechanisme komen en de veiligheidsinrichting kan in werking treden en het apparaat uitschakelen. PORSELEIN Is heel goed geschikt. Let erop dat het porselein geen randje van goud of zilver heeft en geen metaal bevat. KUNSTSTOF EN PAPIER Hittebestendig, voor de magnetron geschikt kunststof servies kunt u gebruiken bij ontdooien, verwarmen en koken. Let op de aanwijzingen van de fabrikant. Hittebestendig, voor de magnetron geschikt servies van papier kunt u ook gebruiken. Let op de aanwijzingen van de fabrikant. METAAL Metaal mag in de regel niet gebruikt worden, omdat microgolven niet door metaal heen dringen en zo niet bij de levensmiddelen terechtkomen. Er zijn echter uitzonderingen: smalle stroken aluminiumfolie kunt u gebruiken om delen af te dekken, zodat deze niet te snel ontdooien of gaar worden (bijv. de vleugels bij een kip). Kleine spiesjes van metaal en aluminium schaaltjes (bijv. bij kant-en-klaar gerechten) kunnen gebruikt worden. Ze moeten echter in verhouding tot de levensmiddelen klein zijn, aluminium schaaltjes bijv. moeten voor minstens 2/3 tot 3/4 met levensmiddelen gevuld zijn. Wij raden u aan de levensmiddelen over te doen in voor de magnetron geschikt ser vies. Bij gebruik van aluminium schalen of ander metalen ser vies moet een minimale afstand van ongeveer 2 cm tot de KEUKENPAPIER Kan gebruikt worden om bij korte verwarmingsprocessen, bijv. bij brood of gepaneerd vlees, vocht op te nemen. Het papier tussen de levensmiddelen en het draaiplateau leggen. Zo blijft het oppervlak van de levensmiddelen knapperig en droog. Door vettige gerechten met keukenpapier af te dekken worden spatten opgevangen. MAGNETRONFOLIE Magnetronfolie of hittebestendig folie is goed geschikt om gerechten af te dekken of te omwikkelen. Let op de aanwijzingen van de fabrikant. 74 GESCHIKT SERVIES Het apparaat 1 tot 2 minuten op 800 W vermogen inschakelen. Als het servies koel of handwarm blijft, is het geschikt. Voer deze test niet uit met kunststof servies, dat kan smelten. ovenwanden worden aangehouden, omdat deze anders door mogelijke vonkvorming beschadigd kunnen worden. Geen ser vies met metalen versieringen of metalen delen, zoals schroeven, hengsels of grepen gebruiken. GESCHIKTHEIDSTEST Als u niet zeker weet of uw servies geschikt voor de magnetron is, voer dan de volgende test uit. Het servies in de magnetron zetten. Een glas met 150 ml water op of naast het servies zetten. TIPS EN ADVIEZEN TIJDEN INSTELLEN WATER TOEVOEGEN De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn over het algemeen aanzienlijk kor ter dan in een conventionele oven. Houd u daarom aan de in deze gebruiksaanwijzing aangegeven tijden. Stel de tijden liever korter dan langer in. Controleer de gerechten na het bereiden. Liever nog even koken dan te gaar laten worden. Groente en andere waterhoudende levensmiddelen kunnen in hun eigen vocht of met weinig water worden gekookt. Daardoor blijven vele vitamines en mineralen in de levensmiddelen behouden. VETTE GERECHTEN De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn afhankelijk van de uitgangstemperatuur van de levensmiddelen. Bevroren en gekoelde levensmiddelen hebben bijvoorbeeld langer tijd nodig dan levensmiddelen op kamertemperatuur. Voor het verwarmen en koken van levensmiddelen gaan we uit van normale bewaartemperaturen (koelkasttemperatuur ongeveer 5 °C, kamertemperatuur ongeveer 20 °C). Voor het ontdooien van levensmiddelen gaan we uit van -18 °C. LEVENSMIDDELEN MET SCHIL OF VEL NEDERLANDS Vlees met vet is sneller gaar dan mager vlees. Dek daarom deze delen met wat aluminiumfolie af of leg de levensmiddelen met de vette kant naar beneden. UITGANGSTEMPERATUUR zoals worstjes, kip, aardappelen, tomaten, appels, eidooier e.d., met een vork of houten prikker inprikken. Daardoor kan de stoom die ontstaat ontsnappen zonder dat de schil of het vel springt. KLEINE EN GROTE HOEVEELHEDEN De benodigde tijden zijn direct afhankelijk van de hoeveelheid levensmiddelen die u wilt ontdooien, verwarmen of koken. Dat betekent: kleine porties zijn sneller gaar dan grote. Als vuistregel geldt: dubbele hoeveelheid = bijna dubbele tijd halve hoeveelheid = halve tijd ALLE AANGEGEVEN TIJDEN … in deze gebruiksaanwijzing zijn richtlijnen, die afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht en aard (water-, vetgehalte enz.) van de levensmiddelen. HOGE EN LAGE SCHALEN ZOUT, SPECERIJEN EN KRUIDEN Beide schalen hebben dezelfde inhoud, maar in de hoge schaal is de bereidingstijd langer dan in de lage. Gebruik daarom liefst lage schalen met een groot opper vlak. Hoge schalen alleen gebruiken voor gerechten die kunnen overkoken, bijv. pasta, rijst, melk enz. In de magnetron bereide gerechten behouden hun eigen smaak beter dan bij conventionele bereidingsmethoden. Wees daarom zeer zuinig bij gebruik van zout en voeg dit pas na het bereiden toe. Zout bindt vloeistof en droogt het oppervlak uit. Specerijen en kruiden kunt u als gewoonlijk gebruiken. 75 TIPS EN ADVIEZEN RONDE EN OVALE SCHALEN OMKEREN In ronde en ovale schalen worden gerechten gelijkmatiger gaar dan in rechthoekige, omdat zich in de hoeken microgolvenenergie concentreert en het gerecht op die plekken te gaar zou kunnen worden. Middelgrote gerechten, zoals hamburgers en steaks, tijdens het bereidingsproces eenmaal omkeren om de bereidingstijd te verkorten. Grote gerechten, zoals vlees en kip, moeten worden omgekeerd, omdat de naar boven gerichte kant meer microgolvenenergie krijgt en zou kunnen uitdrogen. AFDEKKEN Als levensmiddelen worden afgedekt, blijft het vocht behouden en de bereidingstijd wordt korter. Gebruik een deksel, magnetronfolie of een afdekkap. Gerechten die een korstje moeten krijgen, bijv. vlees of kip, niet afdekken. Wat in de conventionele oven wordt afgedekt, moet ook in de magnetron worden afgedekt. STANDTIJD Aanhouden van de standtijd is een van de belangrijkste regels bij het gebruik van de magnetron. Bijna alle gerechten die in de magnetron worden ontdooid, verwarmd of gekookt hebben een korte of langere standtijd nodig, waarin een temperatuurcompensatie plaatsvindt en de vloeistof in het gerecht zich gelijkmatig kan verdelen. ONREGELMATIGE DELEN met de dikke resp. compacte kant naar boven leggen. Groente (bijv. broccoli) met de stelen naar buiten leggen. Dikkere delen hebben een langere bereidingstijd en krijgen aan de buitenkant meer microgolvenenergie, zodat de levensmiddelen gelijkmatig gaar worden. BRUINERINGSMIDDELEN Levensmiddelen krijgen na meer dan 15 minuten bereidingstijd een bruine kleur, die echter niet met de intensieve bruine kleur en korst bij conventioneel bereiden te vergelijken is. Om een aantrekkelijke bruine kleur te krijgen, kunt u bruineringsmidelen gebruiken. Ze dienen meestal tegelijk als specerij. Hieronder vindt u enkele tips voor het gebruik van bruineringsmiddelen. OMROEREN Omroeren van de levensmiddelen is nodig , omdat de microgolven eerst de buitenste gedeelten verwarmen. Door omroeren wordt de temperatuur verdeeld en het gerecht gelijkmatig verwarmd. RANGSCHIKKING Verschillende enkele por ties, bijv. puddingvormpjes, kopjes of aardappelen in de schil, in een kring op het draaiplateau plaatsen. Tussen de por ties ruimte laten, zodat de microgolvenenergie van alle kanten kan binnendringen. METS PRODUITS DE BRUNISSAGE Beurre fondu et paprike en poudre Volailles METHODE Badigeonner la volaille avec le mélange de beurre et de paprika en poudre Soufflés et grapoudre Croûtes au fromage Saupoudrer de paprika en poudre Paprika en poudre Viandes et volailles Sauce de soja Badigeonner de sauce Sauce Barbecue et sauce Worcestershire, sauce de rôti Rôtis, boulettes de viande Badigeonner de sauce Pièces rôties à cuisson rapide Soufflés et gratins, toasts, soupes, potées Parsemer de dés de lard ou d’oignons secs Dès de lard fondus ou oignons secs Cacao, chocolat râpé, glaces brunes, miel et marmelade Gâteaux et desserts Saupoudrer ou glacer les gâteaux et les desserts 76 TIPS EN ADVIEZEN VERWARMEN AFDEKKEN G Kant-en-klare gerechten uit het aluminium G G G G G G OMKEREN/OMROEREN Bijna alle levensmiddelen moeten tussendoor eenmaal omgekeerd of omgeroerd worden. Delen die aan elkaar plakken zo snel mogelijk loshalen en anders rangschikken. KLEINERE HOEVEELHEDEN ontdooien gelijkmatiger en sneller dan grote. Wij raden u daarom aan, zo klein mogelijke porties in te vriezen. Zo kunt u snel en makkelijk hele menu's samenstellen. KWETSBARE LEVENSMIDDELEN zoals gebak, room, kaas en brood, niet helemaal, maar slechts gedeeltelijk ontdooien en bij kamer temperatuur verder laten ontdooien. Daardoor voorkomt u dat de buitenste gedeelten al te heet worden, ter wijl het binnenste nog bevroren is. DE STANDTIJD NEDERLANDS G Dunnere delen voor het ontdooien met kleine stroken aluminiumfolie afdekken. Reeds ontdooide of warme delen tijdens het ontdooien eveneens met strookjes aluminiumfolie afdekken. Dit voorkomt dat dunnere delen al te heet worden, terwijl dikkere delen nog bevroren zijn. schaaltje nemen en op een bord of in een schaal verwarmen. Gerechten met magnetronfolie, bord of afdekkap (in de handel verkrijgbaar) afdekken, opdat het oppervlak niet uitdroogt. Dranken niet afdekken. Bij vast afgesloten bakjes het deksel verwijderen. Bij het verwarmen van vloeistof, zoals water, koffie, thee of melk, een glazen staafje of lepeltje in de beker of het glas zetten. Grotere hoeveelheden indien mogelijk tussendoor omroeren, zodat de temperatuur zich gelijkmatig verdeelt. De aangegeven tijden zijn bedoeld voor levensmiddelen op kamertemperatuur (20 °C). Bij gekoelde levensmiddelen wordt de tijd iets langer. Laat de levensmiddelen na het verwarmen 1-2 minuten staan, zodat de temperatuur zich gelijkmatig kan verdelen (standtijd). De aangegeven tijden zijn richtlijnen, die afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht, watergehalte, vetgehalte en gewenste eindtoestand van de levensmiddelen. na het ontdooien van levensmiddelen is bijzonder belangrijk, omdat het ontdooiproces in die tijd wordt voortgezet. In de ontdooitabel vindt u de standtijden voor verschillende levensmiddelen. Dikke, compacte levensmiddelen hebben een langere standtijd nodig dan platte of poreuze levensmiddelen. Als de levensmiddelen niet voldoende ontdooid zijn, kunt u ze nog even in de magnetron zetten of de standtijd verlengen. De levensmiddelen na de standtijd zo snel mogelijk verder verwerken en niet opnieuw invriezen. ONTDOOIEN De magnetron is ideaal voor het ontdooien van levensmiddelen. De ontdooitijden zijn in de regel aanzienlijk kor ter dan bij ontdooien op traditionele manier. Hieronder vindt u enkele tips. Neem de diepvriesproducten uit de verpakking en leg ze op een bord. BAKJES Goed geschikt voor het ontdooien en verwarmen van gerechten zijn voor de magnetron geschikte bakjes, die zowel geschikt voor de diepvries (tot ongeveer -40 °C) als hittebestendig (tot ongeveer 220 °C) zijn. Zo kunt u in hetzelfde ser vies ontdooien, verwarmen en zelfs koken. 77 TIPS EN ADVIEZEN KOKEN VAN VERSE GROENTE BRADEN VAN VLEES, VIS EN GEVOGELTE G Let er bij het kopen van groente op, dat de G G G G G G G G Let er bij het kopen op, dat de stukken zo veel stukken zo veel mogelijk even groot zijn. Dat is vooral belangrijk als u de groente in z'n geheel wilt koken (bijv. aardappelen in de schil). Groente voor het bereiden wassen, schoonmaken en dan pas de benodigde hoeveelheid voor het recept afwegen. Kruid de groente zoals gebruikelijk, maar voeg pas na het koken zout toe. Per 500 gram groente ongeveer 5 eetlepels water toevoegen. Vezelrijke groente heeft wat meer water nodig. Aanwijzingen vindt u in de tabel op pag. 87. Groente wordt in de regel in een schaal met deksel gekookt. Groente met veel vocht, zoals uien en aardappelen, kunt u koken zonder water toe te voegen. Groente na de helft van de kooktijd omroeren of omkeren. Na het koken de groente ongeveer 2 minuten laten staan, opdat de temperatuur zich gelijkmatig verdeelt (standtijd). De aangegeven tijden zijn richtlijnen, die afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht en aard van de groente. Hoe verser de groente is, des te korter is de kooktijd. G G G G G G mogelijk even groot zijn. Zo krijgt u een goed resultaat. Vlees, vis en gevogelte zoals gebruikelijk verwerken. Rundvlees moet zo min mogelijk zenen hebben. Ondanks de gelijke grootte van de stukken kan het resultaat verschillend zijn. Dat ligt o.a. aan de soort, aan het vet- en vochtgehalte en aan de temperatuur voor het bereiden. Vanaf 15 minuten bereidingstijd ontstaat een natuurlijke bruine kleur, die door het gebruik van bruineringsmiddelen nog kan worden versterkt. Om bovendien een knapperig oppervlak te krijgen, moet u bruineringsservies gebruiken of het vlees op de kookplaat aanbraden en in de magnetron verder braden. Op deze manier krijgt u ook een bruine jus. Grotere stukken vlees, vis en gevogelte na de helft van de bereidingstijd omkeren, zodat ze van alle kanten gelijkmatig gebraden worden. Dek het vlees na het braden met aluminiumfolie af en laat het ongeveer 10 minuten rusten (standtijd). In deze tijd wordt het vlees nog verder gaar en het vocht verdeelt zich gelijkmatig, zodat bij het snijden minder vleessap verloren gaat. ONTDOOIEN EN KOKEN Diepgevroren gerechten kunnen in de magnetron in één proces ontdooid en tegelijk gekookt worden. In de tabel vindt u enkele voorbeelden op pag. 88. Let bovendien op de algemene aanwijzingen m.b.t. verwarmen en ontdooien van levensmiddelen. Let bij het bereiden van kant-en-klare diepvriesproducten op de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. In de regel worden precieze bereidingstijden en aanwijzingen voor de bereiding in de magnetron gegeven. 78 VERMOGENSSTANDEN Voor het handmatig gebruik kunt u kiezen uit 5 verschillende vermogensstanden. Richt u daarbij naar de aanwijzingen in de recepten. In het algemeen gelden de volgende adviezen: 800 watt voor snel koken of verwarmen, bijv. voor soep, éénpansgerechten, gerechten uit blik, hete dranken, groente, vis enz. 560 watt voor langer koken van compactere levensmiddelen zoals vlees en gehakt en voor gerechten als cake. Bij deze lage instelling koken sauzen niet over en de gerechten worden gelijkmatig gaar, zonder dat ze aan de rand hard worden of overlopen. 400 watt voor compactere gerechten die bij het bereiden op traditionele wijze een langere tijd nodig hebben, bijv. rundvleesgerechten. Bij deze instelling blijft het vlees mals. 240 watt kiest u om gelijkmatig te ontdooien. Deze stand is ook geschikt om rijst en pasta te koken. 80 watt voor voorzichtig ontdooien, bijv. voor slagroomtaart of bladerdeeg. W = WATT Om het vermogen in te stellen toets VERMOGENSSTAND indrukken, tot de gewenste vermogensstand wordt aangegeven. Als u toets VERMOGENSSTAND één maal indrukt, verschijnt . Als u de gewenste vermogensstand mist, toets VERMOGENSSTAND zo vaak indrukken, tot de gewenste stand weer wordt aangegeven. Als u deze toets niet indrukt, werkt het apparaat automatisch met vol vermogen (800 watt). Bij handmatig gebruik kunt u een bereidingstijd van max. 90 minuten (90.00) instellen. De tijdseenheid varieert van 10 seconden tot 5 minuten, afhankelijk van de totale bereidingstijd zoals aangegeven in de tabel. bereidingstijd 0-5 minuten 5-10 minuten 10-30 minuten 30-90 minuten tijdseenheden 10 seconden 30 seconden 1 minuut 5 minuten Voorbeeld: Soep verwarmen, 2 minuten en 30 seconden met 560 watt vermogen. 1. Voer door knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT rechtsom te draaien de gewenste bereidingstijd in. 2. Stel het gewenste vermogen in door toets VERMOGENSSTAND twee maal in te drukken. 2x 3. Start het proces door toets START/+30 één maal in te drukken. NEDERLANDS HANDMATIG GEBRUIK 1x Indicatie controleren. AANWIJZINGEN: 1. Als u de ovendeur tijdens het bereidingsproces opent, wordt de bereidingstijd op het display automatisch aangehouden. Het terugtellen van de tijd gaat weer verder als u de deur sluit en toets START/+30 indrukt. 2. Als u tijdens het bereidingsproces de vermogensstand wilt controleren, drukt u toets VERMOGENSSTAND in. Zolang uw vinger deze toets aanraakt, wordt de vermogensstand aangegeven. 3. U kunt knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT rechtsom of linksom draaien. Als u de knop linksom draait, wordt de bereidingstijd trapsgewijze vanaf 90 minuten verminderd. 79 ANDERE NUTTIGE FUNCTIES 1. KOKEN IN VERSCHILLENDE FASES U kunt een reeks van (maximaal) 3 standen programmeren. Voorbeeld: koken: 5 minuten bij 800 watt vermogen (fase 1) 16 minuten bij 240 watt vermogen (fase 2) FASE 1 1. Voer door knop TIJDSCHAKELKLOK/ GEWICHT rechtsom te draaien de gewenste tijd in. 2. Stel het gewenste vermogen in door één maal toets VERMOGENSSTAND in te drukken. 1x FASE 2 3. Voer door knop TIJDSCHAKELKLOK/ GEWICHT rechtsom te draaien de gewenste tijd in. 4. Stel het gewenste vermogen in door toets VERMOGENSSTAND vier maal in te drukken. 5. Start het proces door toets START/+30 in te drukken. 1x 4x Controleer het display. (Het apparaat werkt nu 5 minuten op 800 watt en aansluitend 16 minuten op 240 watt.) 80 ANDERE NUTTIGE FUNCTIES 2. SNELSTARTFUNCTIE Met toets START/+30 kunt u de volgende functies bedienen: a. Direct starten U kunt direct 30 seconden lang op een vermogen van 800 watt koken, als u toets START/+30 indrukt. AANWIJZING: Om misbruik door kinderen te voorkomen, kan toets START/+30 slechts 3 minuten na de voorafgaande bedieningshandeling, d.w.z. sluiten van de deur of indrukken van toets STOP worden gebruikt. b. Verlengen van de bereidingstijd Tijdens handmatig gebruik kunt u de bereidingstijd door herhaald op de toets te drukken steeds met 30 seconden verlengen. 1x Zolang u met uw vinger toets VERMOGENSSTAND aanraakt, wordt de vermogensstand aangegeven. Het terugtellen van de tijd gaat verder, ook als op het display de vermogensstand wordt aangegeven. 4. VEILIGHEIDSFUNCTIE OPHEFFEN VAN DE VERGRENDELFUNCTIE 1. Druk toets STOP 3 seconden lang in. INSTELLEN VAN DE VERGRENDELFUNCTIE 1. Druk toets STOP 3 seconden lang in. 1x 3 seconden 1x 3 seconden Controleer het display. Als de veiligheidsfunctie is ingesteld, geeft het display de dagtijd aan. AANWIJZING: als de veiligheidsvergrendeling is ingesteld, kunt u m.u.v. toets STOP geen toetsen gebruiken. 81 NEDERLANDS 3. CONTROLEREN VAN DE VERMOGENSSTAND Om tijdens het bereidingsproces de vermogensstand te controleren, drukt u toets VERMOGENSSTAND in. AUTOMATISCH GEBRUIK De automatische programma's berekenen de juiste methode en bereidingstijd. U kunt kiezen uit 7 automatische kookprogramma's en 5 automatische ontdooiprogramma's. Let daarbij op het volgende: 1. toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S x1 1. Druk toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S één maal in, de indicatie komt dan overeen met de afbeelding. Het menu kiest u door toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S in te drukken tot het gewenste menunummer wordt aangegeven. Zie pag. 83 - 85, tabellen AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S. Om een ontdooimenu te kiezen moet u toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S minstens 8 maal indrukken. Als u deze toets 8 maal indrukt, verschijnt in het display. Het menu wijzigt automatisch, als u toets AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S ingedrukt houdt. menunummer 2. knop TIJDSCHAKELKLOK/ GEWICHT 2. Voer door knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT te draaien het gewenste gewicht in. • Alleen het gewicht van de levensmiddelen invoeren. Het gewicht van het servies niet meerekenen. 3. • Voor gerechten met een hoger of lager gewicht dan in de tabel aangegeven kiest u handmatig gebruik. Let op de aanwijzingen in de tabel om goede resultaten te bereiken. Zie pag. 87 - 88. 3. Start het proces door toets START/+30 in te drukken. Als een bedieningshandeling noodzakelijk is (bijv. levensmiddelen omkeren) stopt het apparaat automatisch, er klinkt een akoestisch signaal, de resterende bereidingstijd en andere symbolen worden knipperend aangegeven. Om het proces voort te zetten toets START/+30 indrukken. toets START/+30 De temperatuur aan het einde van de bereidingstijd hangt af van de uitgangstemperatuur. Controleer of de levensmiddelen gaar genoeg zijn. Indien nodig kunt u de bereidingstijd verlengen en een hoger vermogen instellen. Voorbeeld: Voor het bereiden van een ovenschotel met een gewicht van 1 kg kiest u AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA AC-7. 1. Kies het gewenste menu door 2. Voer door knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT toets AUTOMATISCHE rechtsom te draaien het gewicht in. PROGRAMMA'S 7 maal in te drukken. 3. Druk toets START/+30 in. 1x 7x Controleer het display. 82 TABELLEN AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S 1x KOOKPROGRAMMA HOEVEELHEID (gewichtseenheid)/SERVIES AC-1 koken Diepgevroren groente 0,1 - 0,6 kg (100 g) Schaal met deksel • Per 100 g 1 el water en wat zout toevoegen (voor paddestoelen is geen extra water nodig). • Met een deksel afdekken. • Roer het gerecht om als het geluidssignaal klinkt, en dek het weer af. • Na het bereiden uit de oven halen en ca. 2 minuten laten staan. BELANGRIJK: voor compact bevroren groente handmatig gebruik kiezen. AC-2 koken Verse groente 0,1 - 0,6 kg (100 g) Schaal met deksel • In stukjes snijden, bijv. reepjes of plakken. • Per 100 g 1 el water en wat zout toevoegen (voor paddestoelen is geen extra water nodig). • Met een deksel afdekken. • Roer het gerecht om als het geluidssignaal klinkt, en dek het weer af. • Na het bereiden uit de oven halen en ca. 2 minuten laten staan. AC-3 koken Diepgevroren gerechten (Roerbaar) 0,3 - 1,0 kg* (100 g) Schaal met deksel • Gerecht in een voor de magnetron geschikte schaal doen. • Indien door de fabrikant aangegeven, wat vloeistof toevoegen. • Met een deksel afdekken. • Indien door de fabrikant aangegeven, zonder deksel koken. • Roer het gerecht om als het geluidssignaal klinkt, en dek het weer af. afdekken. • Na het bereiden uit de oven halen en ca. 2 minuten laten staan. AC-4 koken Diepgevroren ovenschotels 0,2 - 0,6 kg (100 g) Platte, ovale ovenschaal met magnetronfolie of voor de magnetron geschikte originele verpakking met magnetronfolie • Ovenschotel uit de verpakking nemen. Evt. in een ovenschaal overdoen. • Met magnetronfolie afdekken. • Als de verpakking geschikt voor de magnetron is, papieren deksel verwijderen en met magnetronfolie afdekken. • Na het bereiden uit de oven halen en ca. 5 minuten laten staan. AC-5 koken 0,1 - 0,8 kg (100 g) Schaal met deksel Gekookte aardappelen: aardappelen schillen en in even grote stukken snijden. In de schil gekookte aardappelen: aardappelen van gelijke grootte uitzoeken en wassen. • Aardappelen in een schaal doen. • Benodigde hoeveelheid water (ca. 2 el per 100 g) en wat zout toevoegen. • Met een deksel afdekken. • Roer het gerecht om als het geluidssignaal klinkt, en dek het weer af. • Na het bereiden uit de oven halen en ca. 2 minuten laten staan. 2x 3x 4x 5x TIPS Gekookte aardappelen en aardappelen in de schil Belangrijk: Gekoelde voedingsmiddelen worden vanaf 5 oC opgewarmd, bevroren voedingsmiddelen vanaf -18 oC. 83 NEDERLANDS TOETS TABELLEN AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S TOETS KOOKPROGRAMMA AC-6 koken Visfilet met saus 6x AC-7 koken Ovenschotels HOEVEELHEID (gewichtseenheid)/SERVIES 0,4 - 1,2 kg* (100 g) • Zie recept "Visfilet met saus" op pag. 85 - 86. Gratinschaal met magnetronfolie * Totale gewicht van alle ingrediënten. 0,5 - 1,5 kg* (100 g) • Zie recept "Ovenschotels " op pag. 86. Gratinschaal * Totale gewicht van alle ingrediënten. 7x TOETS ONTDOOIPROGRAMMA TIPS HOEVEELHEID (gewichtseenheid)/SERVIES TIPS Ad-1 ontdooien Befstuk en 8x karbonade 0,2 - 0,8 kg (100 g) Ovenschaal (zie AANWIJZING op pag. 87.) • Leg de voedingsmiddelen op een platte schaal in het midden van het draaiplateau. • Zodra het geluidssignaal klinkt, dient het omg edraaid te worden, dienen de delen van elkaar gehaald te worden en vervolgens anders neergelegd te worden. Dek de dunne delen en warme plekken af met aluminiumfolie. • Wikkel na het ontdooien in aluminiumfolie en laat 1015 minuten staan totdat het volledig is ontdooid. Ad-2 ontdooien Gehakt 0,2 - 0,8 kg (100 g) Ovenschaal (zie AANWIJZING op pag. 87.) • Leg het blok gehakt in een platte schaal op het midden van het draaiplateau. • Draai het gehakt om zodra het geluidssignaal klinkt. Verwijder de reeds ontdooide delen indien mogelijk. • Dek na het ontdooien af met aluminiumfolie en laat het 5-10 minuten staan totdat het volledig is ontdooid. Ad-3 ontdooien Gevogelte 0,9 - 1,5 kg (100 g) Ovenschaal (zie AANWIJZING op pag. 87.) • Leg de kip met het borststuk naar beneden in een platte schaal op het midden van het draaiplateau. • Keer, zodra het geluidssignaal klinkt, het gevogelte en dek de dunne delen en warme plekken af met aluminiumfolie. • Na het ontdooien met aluminiumfolie afdekken en 1530 minuten laten staan, tot alles volledig ontdooid is. • Gevogelte onder stromend water afspoelen. 9x 10x Belangrijk: Gekoelde voedingsmiddelen worden vanaf 5 oC opgewarmd, bevroren voedingsmiddelen vanaf -18 oC. 84 TABELLEN AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S TOETS 11x ONTDOOIPROGRAMMA HOEVEELHEID (gewichtseenheid)/SERVIES TIPS Ad-4 ontdooien Gebak 0,1 - 1,4 kg (100 g) Plat bord • Verwijder de verpakking van de cake. • Plaats de cake direct op het draaiplateau, of op een bord in het midden van het draaiplateau. • Snijd de cake na het ontdooien in gelijke plakken en leg ze iets uit elkaar. Laat de cake 15-30 minuten staan totdat de cake volledig is ontdooid. Ad-5 ontdooien Brood 0,1 - 1,0 kg (100 g) Ovenschaal (Voor dit programma alleen sneetjes brood) • Verdeel de boterhammen over een platte schaal in het midden van het draaiplateau. Een brood met een gewicht van 1 kg kunt u rechtstreeks over het draaiplateau verdelen. • Als het geluidssignaal klinkt, dienen de boterhammen omgedraaid te worden, anders neergelegd te worden en reeds ontdooide boterhammen uitgenomen te worden. • Dek na het ontdooien af met aluminiumfolie en laat het 5-15 minuten staan totdat het volledig is ontdooid. 12x BELANGRIJK: automatische ontdooiprogramma's 1. Biefstukken en karbonades naast elkaar (in 1 laag) invriezen. 2. Gehakt plat invriezen. 3. Na het omkeren de al ontdooide delen met strookjes aluminiumfolie afdekken. 4. Gevogelte moet meteen na het ontdooien worden bereid. 5. Taarten voorzien van een garnering en room zijn heel gevoelig voor de energie van de magnetron. Als de room snel ontdooit, dient het direct uit de magnetronoven genomen te worden om 10-30 minuten op kamertemperatuur te laten staan, om de beste resultaten te krijgen. NEDERLANDS Belangrijk: Gekoelde voedingsmiddelen worden vanaf 5 oC opgewarmd, bevroren voedingsmiddelen vanaf -18 oC. RECEPTEN VOOR AUTOMATISCHE KOOKPROGRAMMA'S AC-6 EN AC-7 VISFILET MET SAUS (AC-6) visfilet met pikante saus 0,4 kg 0,8 kg 1,2 kg 140 g 40 g 4g 12 g 1 tsp 280 g 80 g 8g 24 g 1-2 tsp 420 g 120 g 12 g 36 g 2 tsp 200 g 400 g 600 g 1. De ingrediënten voor de saus door elkaar mengen. 2. De gezouten visfilets met de dunne einden naar het midden in een ronde ovenschaal leggen. 3. De saus over de filets gieten. 4. Met magnetronfolie afdekken en met AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA (AC6) “Visfilet met saus”. 5. Laat het gerecht na het koken 2 minuten staan. tomaten uit blik (uitgelekt) mais chilisaus uien (gesnipperd) rode wijnazijn mosterd, tijm, cayennepeper visfilet zout 85 TABELLEN AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S VISFILET MET SAUS (AC-6) visfilet met kerriesaus 0,4 kg 0,8 kg 1,2 kg 200 g 400 g 600 g 40 g 160 g 80 g 320 g 120 g 480 g 1. De gezouten visfilets met de dunne einden naar het midden in een ronde ovenschaal leggen. 2. De saus over de filets gieten en de stukjes banaan erop leggen. 3. Met magnetronfolie afdekken en met AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA (AC6) “Visfilet met saus”. 4. Laat het gerecht na het koken 2 minuten staan. visfilet zout bananen (in kleine stukjes) kant-en-klare kerriesaus OVENSCHOTELS (AC-7) spinazieschotel 0,5 kg 1,0 kg 1,5 kg 5g 10 g 15 g 150 g 300 g 450 g 15 g 30 g 45 g 150 g 35 g 50 g 1 40 g 300 g 75 g 100 g 2 75 g 450 110 150 3 115 g g g g 1. Spinazie en ui met elkaar vermengen en zout, peper en nootmuskaat toevoegen. 2. Ovenschaal invetten. Om en om laagjes aardappel, ham en spinazie in de schaal leggen. De bovenste laag moet spinazie zijn. 3. Meng de eieren met de crème fraiche, voeg zout en peper toe en giet over de gratin. 4. Met geraspte kaas en paprikapoeder bestrooien. Met AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA (AC-7) “Ovenschotels”. 5. Laat het gerecht na het koken 5-10 minuten staan. boter of margarine (voor het invetten van de schaal) bladspinazie (ontdooien en afgieten) uien (gesnipperd) zout, peper, nootmuskaat aardappelen (in plakjes) gekookte ham (in blokjes) crème fraiche ei (eren) geraspte kaas paprikapoeder OVENSCHOTELS (AC-7) aardappel-courgetteschotel 0,5 kg 1,0 kg 1,5 kg 5g 10 g 15 g 200 g 115 g 75 g 1 1/2 400 g 230 g 150 g 2 1 600 g 345 g 225 g 3 2 40 g 10 g 80 g 20 g 120 g 30 g 1. Ovenschaal invetten en om en om laagjes aardappel en courgette in de schaal leggen. 2. Meng de eieren met de crème fraîche, voeg zout, peper en knoflook toe en giet over de gratin. 3. Met geraspte kaas en paprikapoeder bestrooien. 4. Besprenkel als laatste de gratin met zonnebloempitten en paprikapoeder en kook op de stand AUTOMATISCH KOOKPROGRAMMA (AC-7) “Ovenschotels”. 5. Laat het gerecht na het koken 5-10 minuten staan. boter of margarine (voor het invetten van de schaal) aardappelen (in plakjes) courgettes (in plakjes) crème fraiche ei (eren) teentjes knoflook (geperst) zout, peper kaas (geraspt) zonnebloempitten paprikapoeder 86 TABELLEN GEBRUIKTE AFKORTINGEN el = eetlepel tl = theelepel kp - kopje kg = kilogram g = gram l = liter ml = milliliter cm = centimeter min. = minuten TABEL: DRANKEN EN GERECHTEN VERWARMEN Drank/gerecht Hoeveelheid Vermogens- Tijd (g/ml) stand (min.) Koffie, Melk, Water, 1 kopje 1 kopje 1 kopje 6 kopjes 1 kom Gerecht geserveerd op een bord (groente, vlees en garnituur) Éénpansgerecht / Soup Groente 150 150 150 900 1000 400 800 800 800 800 800 800 W W W W W W ca. 1 ca. 1 11/2 -2 10-12 111/2-13 3-6 Vlees 1 plak* Visfilet * Gebak, 1 stuk Babyvoeding. 1 potje 200 200 500 200 200 100 190 800 800 800 800 800 400 400 W W W W W W W 11/2-21/2 2-21/2 4-5 3-4 2-3 1 /2 ca. 1 Margarine of boter smelten* Chocolade smelten 50 100 800 W 400 W /2 2-3 1 Tips niet afdekken niet afdekken niet afdekken niet afdekken niet afdekken wat water op de saus sprenkelen, afdekken, halverwege het opwarmproces roeren afdekken, na het verwarmen omroeren indien nodig water toevoegen, afdekken, halverwege het opwarmproces roeren saus dun over de toplaag verdelen, afdekken afdekken op een rooster leggen in een voor de magnetron geschikt bakje plaatsen, na het opwarmen goed roeren en de temperatuur testen afdekken af en toe roeren NEDERLANDS * vanaf koelkasttemperatuur TABEL: ONTDOOIEN EN KOKEN Product Hoeveelheid Vermogens(g) stand Visfilet Maaltijd op bord Broccoli Erwtjes Gemengde groente 300 400 300 300 500 800 800 800 800 800 W W W W W Tijd Water Tips (min.) toevoegen(el) 10-12 9-11 7-9 7-9 11-13 3-5 3-5 3-5 afdekken afdekken, na 6 minuten roeren tijd omroeren afdekken, halverwege de kooktijd omroeren afdekken, halverwege de kooktijd omroeren afdekken, halverwege de kooktijd omroeren Standtijd (min.) 1-2 2 2 2 2 TABEL: ONTDOOIEN Product Hoeveelheid Vermogens- Tijd (g) stand (min.) Geroosterd vlees 1500 (varken, rundvlees, lamsvlees) 1000 biefstuk, schnitzel 500 Goulash 500 Worstjes: 8 stuks 600 4 stuks 300 Kippenbout 200 Visfilet 400 Broodjes, 2 stuks 80 Gebak, 1 stuk 100-150 Fruit, (bijv. kersen, 250 aardbeien, frambozen, pruimen) 80 W 80 W 80 W 240 W 240 W 240 W 240 W 240 W 240 W 80 W 240 W 58-64 42-48 19-23 8-12 6-9 4-5 4-5 7-10 env. 1 2-5 4-5 Tips in een platte schaal leggen, halverwege de ontdooitijd omkeren halverwege de ontdooitijd roeren naast elkaar leggen, halverwege de ontdooitijd omdraaien halverwege de ontdooitijd omdraaien halverwege de ontdooitijd omdraaien slechts gedeeltelijk ontdooien plaats in een platte schaal gelijkmatig verdelen, halverwege de ontdooitijd omdraaien Standtijd (min.) 30-90 30-90 30-90 10-15 5-10 5-10 10-15 5-10 5 5 De in de tabel vermelde tijden zijn richtlijnen, die naargelang de vriestemperatuur, kwaliteit en gewicht van de levensmiddelen kunnen variëren. 87 TABELLEN TABEL: VLEES, VIS EN GEVOGELTE BRADEN EN VERSE GROENTE KOKEN Product Hoeveel heid (g) Vlees 500 (varkenslvees, rundvlees, lamsvlees) 1000 1500 Biefstuk (medium) 1000 Visfilet Kip 200 1200 Vermogens- Tijd stand (min.) 800 400 800 400 800 400 800 400 800 800 W W W W W W W W W W 8-10* 10-12 19-21* 11-14 33-36* 13-17 9-11* 5-7 3-4 21-24 Kippenbout Broccoli 200 500 800 W 800 W 3-4 9-11 Erwtjes 500 800 W 9-11 Wortels 500 300 500 800 W 800 W 800 W 10-12 7-9 9-11 Aardappelen, lekookt Tips Standtijd (min.) naar smaak kruiden, in een platte schaal leggen, na * omkeren 10 10 10 naar smaak kruiden, in een schaal leggen, na * omkeren op smaak brengen, in platte schaal leggen, afdekken op smaak brengen, in ondiepe schaal leggen, halverwege de kooktijd omkeren op smaak brengen, in een platte schaal leggen in roosjes verdelen, 4-5 el water toevoegen, afdekken, tijdens het koken af en toe roeren afdekken, 4-5 el water toevoegen, tijdens het koken af en toe roeren in plakjes snijden, 4-5 el water toevoegen, afdekken tijdens het koken af en toe roeren in grote gelijke stukken snijden, een beetje zout en 150 ml toevoegen, afdekken, tijdens het koken af en toe roeren 10 3 3 3 - RECEPTEN weinig vloeistof zoals maaltijden op een bord moet u het oppervlak wat vochtig maken. Toevoegen van vloeistoffen bij rauwe levensmiddelen die gestoofd worden, tot ca. tweederde van de hoeveelheid in het originele recept reduceren. Indien nodig tijdens het bereidingsproces wat vloeistof toevoegen. Toevoegen van vet kan aanzienlijk gereduceerd worden. Een kleine hoeveelheid boter, margarine of olie is voldoende om het gerecht smaak te geven. Daarom is de magnetron uitstekend geschikt voor het bereiden van vetarme gerechten. Alle recepten in deze gebruiksaanwijzing zijn, tenzij anders aangegeven, bedoeld voor 4 porties. AANPASSEN VAN TRADITIONELE RECEPTEN Als u uw vanouds beproefde recepten wilt aanpassen voor de magnetron, moet u op het volgende letten: De bereidingstijden met een derde tot de helft verkorten. Zie ook de recepten in deze gebruiksaanwijzing. Levensmiddelen met veel vocht zoals vlees, vis, gevogelte, groente, fruit, éénpansgerechten en soep kunnen zonder problemen in de magnetron worden bereid. Bij gerechten met 1. Champignons en bouillon in de schaal doen en afgedekt koken. 8 - 9 min. 800 W 2. Met een mixer alle ingrediënten pureren. De room toevoegen. 3. Meng de bloem en de boter tot een deeg en roer door de soep. Voeg peper en zout toe en kook de soep met het deksel erop. Roer na het koken. 4 - 6 min. 800 W 4. De eidooier met de crème fraiche vermengen en lepel voor lepel door de soep mengen. Nog even verwarmen, maar niet meer laten koken! 1 - 2 min. 800 W Na afloop van de kooktijd ca. 2 minuten laten nagaren. CHAMPIGNONSOEP Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud) ingrediënten 200 g champignons, in plakjes 50 g ui, gesnipperd 300 ml vleesbouillon 300 ml room 25 g bloem 25 g boter of margarine zout, peper 1 eidooier 150 g crème fraiche 88 RECEPTEN 1. Snij het kalfsvlees in reepjes. 2. Vet de schaal in met boter. Plaats de ui en het vlees toe in de schaal, dek af en kook. Roer een enkele keer tijdens het koken. 7 - 10 min. 800 W 3. Voeg de witte wijn, het jusblokje en de room toe, roer, dek af en laat verder koken. Roer af en toe. 4 - 5 min. 800 W 4. Na afloop van de kooktijd het mengsel omroeren en ca. 5 minuten laten nagaren. Met peterselie garneren. KALFSVLEES IN ROOMSAUS Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud) ingrediënten 600 g kalfsfilet 10 g boter of margarine 50 g ui, gesnipperd 100 ml witte wijn gekruid jusblokje voor ongeveer 1/2 liter jus 300 ml room 1 el peterselie, gehakt Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud) Ovale ovenschotel (ca. 26 cm lang) ingrediënten 125 g bladspinazie, fijngehakt 125 g kwark, 6 % vet 40 g Emmentaler kaas, gemalen peper, paprika 6 plakjes gekookte ham (300 g) 125 ml water 125 ml room 20 gl bloem 20 g boter of margarine 10 g boter of margarine om de schaal in te vetten LASAGNE AL FORNO 1. Snij de tomaten in kleine stukjes, meng met de ham, ui, knoflook, gehakt en tomatenpuree. Op smaak brengen, afdekken en koken. 7 - 9 min. 800 W 2. Meng de crème fraîche met de melk, Parmezaanse kaas, kruiden, olie en specerijen. 3. Vet de schaal in en leg 1/3 van de lasagnebladen op de bodem. Leg de helft van het gehaktmengsel op de pasta en giet hier wat saus over. Herhaal dit en zorg dat de laatste laag de resterende pasta is. Giet de saus over de pasta en bestrooi met Parmezaanse kaas. Kook het gerecht met gesloten deksel. 15 - 17 min. 560 W Na afloop van de kooktijd ca. 5 -10 minuten laten nagaren. Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud) Ondiepe, vierkante schaal met deksel (ca. 20 x 20 x 6 cm) ingrediënten 300 g tomaten uit blik 50 g ham, fijngesneden 50 g ui, gesnipperd 1 teentje knoflook, geperst 250 g gehakt 2 el tomatenpuree zout, peper 150 ml crème fraiche 100 ml melk 50 g Parmezaanse kaas, geraspt 1 tl gemengde kruiden, gehakt 1 tl olijfolie 1 tl plantaardige olie om de schaal in te vetten 125 g groene lasagne 1 el Parmezaanse kaas, geraspt 89 NEDERLANDS 1. Vermeng de spinazie met de kaas en kwark, en breng dit mengsel op smaak. 2. Leg op elk plakje gekookte ham een eetlepel van de vulling en rol het op. Steek de ham vast met een houten pen. 3. Maak een bechamelsaus: giet hiervoor het water en de room in een kom, dek deze af en verwarm. 3 - 4 min. 800 W Meng de boter met de bloem om een roux te maken, voeg aan de vloeistof toe en roer met een garde tot een glad mengsel ontstaat. Dek af, kook tot de roux dik is. 1 min. 800 W Roer en proef. 4. Giet de saus in de ingevette schaal, leg de gevulde hamrolletjes erin en kook het met de deksel erop. 3 - 4 min. 800 W Na afloop van de kooktijd ca. 5 minuten laten nagaren. GEVULDE HAM RECEPTEN 1. Olijfolie en knoflook in de schaal doen. Groente m.u.v. de artisjokharten toevoegen en met peper kruiden. Bouquet garni toevoegen en afgedekt stoven. Tussendoor één maal omroeren. 19 - 21 min. 800 W 5 minuten voor het einde de artisjokharten toevoegen. 2. De ratatouille met zout en peper op smaak brengen. Het bouquet garni voor het opdienen verwijderen. Na het stoven ongeveer 2 minuten laten staan. Tip: Bij vleesgerechten serveren. Het gerecht smaakt koud uitstekend als voorgerecht. Tip: Een bouquet garni bestaat uit: takje peterselie, bosje soepgroente, takje lavas, takje tijm, enkele laurierbladeren. RATATOUILLE Servies: Schaal met deksel (2 l inhoud) ingrediënten 5 el olijfolie 1 teentje knoflook, geperst 50 g ui, in plakjes 250 g aubergine, in blokjes gesneden 250 g courgette, in blokjes gesneden 200 g peper, in grote stukjes gesneden 75 g venkel, in grote stukjes gesneden 1 bouquet garni 200 g artisjokharten uit blik, in vieren zout, peper ZEETONGFILET 1. De filets wassen en droog deppen. Graten verwijderen. 2. Snijd de citroen en de tomaten in dunne plakjes. 3. Vet de schaal in met boter. Leg de visfilets in de schotel en besprenkel met plantaardige olie. 4. Strooi peterselie over de vis, leg de plakjes tomaten erop en breng op smaak. Leg de plakjes citroen bovenop de tomaten en giet hier witte wijn over. 5. Leg kleine klontjes boter bovenop de citroen, dek af en kook. 13 - 16 min. 800 W Na afloop van de kooktijd ca. 2 minuten laten nagaren. Servies: Ondiepe, ovale ovenschotel met magnetronfolie (ca. 26 cm lang) ingrediënten 400 g tongfilet 1 citroen, heel 150 g tomaten 1 tl boter 1 el plantaardige olie 1 el peterselie, gehakt zout, peper 4 el witte wijn 20 g boter of margarine Tip: Voor dit gerecht kunt u ook roodbaars, heilbot, harder, schol of kabeljauw gebruiken. 1. Een paar vruchten achterhouden voor de garnering. De rest met de witte wijn pureren, in de schaal doen en afgedekt verwarmen. 7 - 9 min. 800 W 2. Suiker en citroensap mengen. 3. Laat de gelatine ongeveer 10 minuten in koud water weken, haal uit het water en knijp droog. Roer de gelatine door de warme vruchtenpuree totdat deze oplost. Zet de gelei in de koelkast en laat stijf worden. 4. Vanillesaus bereiden; giet de melk in de andere schaal. Snij het vanillestokje open en schraap de vanille uit, roer dit in de melk met het suikermengsel en de maïsmeel. Afdekken en koken, tijdens het koken roeren, aan het einde van de kooktijd nogmaals roeren. 3 - 4 min. 800 W 5. Keer de schaal met de gelei om op een bord en garneer met het resterende fruit. Giet de vanillesaus over de gelei. BESSENGELEI MET VANILLESAUS Servies: Schalen met deksel (2 l inhoud) Schalen met deksel (1 l inhoud) ingrediënten 150 g rode aalbessen, gewassen en ontdaan van kroontjes 150 g aardbeien, gewassen en ontdaan van kroontjes 150 g frambozen, gewassen en ontdaan van kroontjes 250 ml witte wijn 100 g suiker 50 ml citroensap 8 blaadjes gelatine 300 ml melk 1/2 vanillestokje 30 g suiker 15 g maïsmeel Tip: U kunt ook diepvriesfruit gebruiken, dat moet dan eerst worden ontdooid. 90 REINIGING EN ONDERHOUD Ovenruimte 1. Na elk gebruik het nog warme apparaat met een zachte, vochtige doek of spons afnemen, om lichte verontreinigingen te verwijderen. Voor sterke verontreinigingen een mild sopje gebruiken en verschillende keren met een zachte, vochtige doek of spons grondig afnemen, tot alle resten volledig verwijderd zijn. Ver wijder nooit de afdekking van de microgolvengeleider. 2. Let erop dat er geen zeepsop of water door de kleine openingen in de wand dringt, omdat het apparaat daardoor beschadigd kan raken. 3. Gebruik geen reinigingsspray in de ovenruimte. WAARSCHUWING: GEBRUIK GEEN COMMERCIËLE OVENREINIGERS, STOOMREINIGERS, SCHURENDE REINIGINGSMIDDELEN, SCHOONMAAKMIDDELEN DIE NATRIUMHYDROXIDE BEVATTEN OF SCHUURSPONSJES DIT GELDT VOOR ALLE DELEN. VAN UW MAGNETRON. REINIG DE MAGNETRONOVEN REGELMATIG EN VERWIJDER ALLE VOEDSELRESTEN. Als u de oven niet regelmatig reinigt dan kan dit slijtage van ovenbekleding veroorzaken waardoor de levensduur van het apparaat wordt verkort en gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Ommanteling De buitenkant van het apparaat met een mild sopje schoonmaken. Goed met een droge doek afnemen en met een handdoek nadrogen. Draaiplateau en draaimechanisme: Ver wijder eerst het draaiplateau en het draaimechanisme uit de ovenruimte. Draaiplateau en mechanisme met een mild sopje schoonmaken en met een zachte doek afdrogen. Beide delen kunnen in de afwasautomaat worden gereinigd. Bedieningspaneel Voor het reinigen de deur openen om het bedieningspaneel te deactiveren. Het paneel voorzichtig met een vochtige doek schoonmaken. Nooit te veel water en geen chemische of schurende reinigingsmiddelen gebruiken, omdat het bedieningspaneel daardoor kan worden beschadigd. NEDERLANDS Apparaatdeur De deur, de deurafdichting en de afsluitvlakken regelmatig met een vochtige doek afnemen om verontreinigingen te verwijderen. Gebruik geen agressieve schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers om de ruit van de ovendeur te reinigen aangezien hierdoor krassen op het oppervlak kunnen ontstaan waardoor de ruit kan breken. AANWIJZING: Gebruik geen stoomreiniger. 91 WAT TE DOEN ALS… SYMPTOOM DE MOGELIJKE REMEDIES VAN SYMPTOMEN … de magnetron niet goed functioneert? Controleer of - de zekering in de huisinstallatie in orde is, - de stroom misschien uitgevallen is. - Als de zekeringen in de huisinstallatie meermaals uitschakelen, neem dan contact op met een erkend elektro-installateur. ... de magnetron niet werkt? Controleer of - de deur goed gesloten is, - de deurafdichtingen en de afsluitvlakken schoon zijn, - toets START/+30 is ingedrukt. ... het draaiplateau niet draait? Controleer of - het draaimechanisme goed op de aandrijving zit, - het gebruikte servies niet buiten het draaiplateau uitsteekt , - levensmiddelen niet buiten het draaiplateau uitsteken en het zo blokkeren, - zich geen etensresten onder het draaiplateau bevinden. ... de magnetron niet uitschakelt? - Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de huisinstallatie uit. Neem contact op met onze service-afdeling. ... de ovenverlichting uitvalt? - Neem contact op met onze service-afdeling. Vervangen van de ovenverlichting mag alleen door vakmensen geschieden. ... de levensmiddelen langzamer heet en gaar worden dan voorheen? - Stel een langere tijd in (dubbele hoeveelheid = bijna dubbele tijd) of als de levensmiddelen kouder zijn dan anders, tussendoor omroeren of omkeren of een hoger vermogen instellen. AANWIJZING: Als u de levensmiddelen langer dan de standaardtijd met steeds 800 W verwarmt, wordt het vermogen van het apparaat automatisch verlaagd om oververhitting te voorkomen. (Het magnetronvermogen wordt tot 560 W verlaagd.) Na een pauze van 90 seconden kan weer een vermogen van 800 W worden ingesteld. kookmethode magnetron 800 W standaardtijd 20 minuten 92 verlaagd vermogen magnetron 560 W SERVICE Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantietermijn kosten? - als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk "Wat te doen als ...") zelf had kunnen opheffen, - als onze service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, omdat hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en nu bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u uw telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven. In het hoofdstuk "Wat te doen als...” zijn enkele storingen beschreven die u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit hoofdstuk. Als u daar geen aanwijzingen vindt, neemt u contact op met onze service-afdeling. Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en de beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is. Noteer modelnummer en serienummer. Deze nummers vindt u op het typeplaatje van het apparaat. model S-nr. Adres service-afdeling Zanussi fabrieksservice Postbus 120 2400 AC Alphen aan den Rijn ........................................ ........................................ Geef onze service-afdeling ook het volgende op: • Hoe doet de storing zich voor? • Onder welke omstandigheden treedt de storing op? Service-informatielijn tel. (0172) 468 300 (voor bezoek servicetechnicus en onderdelen) Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172 (voor algemene, product- of gebruiksinformatie) NEDERLANDS www.zanussi.nl 93 GARANTIEVOORWAARDEN NEDERLAND 9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken. 10.Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten. 11.Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten l aste van de gebruiker. 12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of deherstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato an de verstreken gebruiksperiode. 13.Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn tot gevolg. 14.Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek. 15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd. 16.In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald. Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast. Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden: 1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden. 2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom. 3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld. 4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of l everingsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd. 5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik. 6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn. 7. De garantie geldt evenmin voor schade eroorzaakt door: a. chemische en elektrochemische inwerking van water, b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen, c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden, d. contact met agressieve stoffen. 8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet- vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen. Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de echnische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht. Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking. Adres Servicedienst: Electrolux Service Vennootsweg 1 2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN telefoon: (0172) 468 300 94 GARANTIEVOORWAARDEN NEDERLAND Reparatievoorwaarden Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*. Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd. Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd. b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief. Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat: a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt. In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde. Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal: a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken. b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden. c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven. NEDERLANDS Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden. Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen. Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage. Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen. Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen. *) 95 Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland. GARANTIEBEDINGUNGEN BELGIË 10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen. 11.Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker. 12.Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode. 13.Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg. 14.Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek. 15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd. Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet. Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast. Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden: 1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik. 2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom. 3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen. 4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. 5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik. 6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn. 7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door: • chemische en elektrochemische inwerking van water, • abnormale milieuomstandigheden in het algemeen, • voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden, • contact met agressieve stoffen. 8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen. 9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen. Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht. Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking. Adres Klantendienst: ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM Bergensesteeweg, 719 1502 LEMBEEK Tel. 02.363.0444 96 TECHNISCHE GEGEVENS Aansluiting aan Zekering Opgenomen vermogen magnetron Nuttig vermogen magnetron Microgolvenfrequentie Buitenafmetingen Afmetingen ovenruimte Inhoud ovenruimte Draaiplateau Gewicht Ovenlamp : 230 V, 50 Hz, één fase : min. 10 A : 1,2 kW : 800 W (IEC 60705) : 2450 MHz * (groep 2/klasse B) : breedte x hoogte x diepte: 592 x 370 x 316 mm : breedte x hoogte x diepte: 285 x 202 x 298 mm ** : 17 liter ** : ø 272 mm, glas : ca. 15,5 kg : 25 W/240 - 250 V * Dit apparaat voldoet aan de eisen van de Europese norm EN55011. Het apparaat wordt overeenkomstig deze norm als apparaat in groep 2, klasse B geclassificeerd. Groep 2 betekent dat het apparaat hoogfrequente energie in de vorm van elektromagnetische straling voortbrengt voor het verwarmen van levensmiddelen. Apparaat uit klasse B betekent dat het apparaat geschikt is voor huishoudelijk gebruik. **De inhoud van de ovenruimte wordt bepaald door max. gemeten breedte, diepte en hoogte. De daadwerkelijke opnamecapaciteit van levensmiddelen is echter geringer. BELANGRIJKE INFORMATIE Milieuvriendelijke afvalverwerking van verpakking en oude apparaten Verpakking NEDERLANDS Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen 89/336/EEG en 2006/95/EC. IN HET KADER VAN DE TECHNISCHE VOORUITGANG KUNNEN DE TECHNISCHE GEGEVENS TE ALLEN TIJDE ZONDER OPGAVE VAN REDENEN GEWIJZIGD WORDEN. Onze magnetrons moeten worden vervoerd en hebben daarom een effectieve beschermende verpakking nodig. Daarbij beperken wij ons tot het absoluut noodzakelijke. Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk en kunnen worden hergebruikt. Het karton is van oud papier gemaakt, het hout is onbehandeld. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking >PS< voor geschuimd, cfk-vrij polystyreen, bijv. de hoekbeschermers >PP< voor polypropyleen, bijv. de verpakkingsbandenn Door hergebruik van de verpakking hoeven minder grondstoffen te worden gebruikt en wordt de hoeveelheid afval kleiner. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. Oude apparaten Oude apparaten moeten vóór het weggooien onbruikbaar worden gemaakt: stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer afsnijden. Als u uw oude apparaat afdankt, lever het dan in bij uw vakhandelaar of informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats. 97 INSTALLATIE-AANWIJZING INSTALLEREN VAN HET APPARAAT 4. Schuif het apparaat langzaam en zonder geweld in de inbouwkast, tot de voorste lijst van het apparaat een naadloze afsluiting vormt met de voorste opening van de kast. 5. Let erop dat het apparaat stabiel is en recht staat. Zorg ervoor dat een afstand van 5 mm 5 mm tussen de kastdeur erboven en het bovenste deel van de lijst wordt aangehouden (zie afbeelding). 6. Bevestig het apparaat m.b.v. de meegeleverde schroeven in deze positie. De bevestigingspunten bevinden zich in de hoeken boven en onder (zie afbeelding 9 op pag. 71). 7. Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat de installatie van dit apparaat voldoet aan de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing en de aanwijzingen van de fabrikant van kookplaat of oven. 1. Verwijder de verpakking en controleer het apparaat op transportschade. 2. Dit apparaat is bedoeld voor inbouw in een kast van 360 mm hoog. Als het apparaat in een 350 mm hoge kast moet worden ingebouwd: De 4 voeten (3 hoge en 1 lage) aan de onderkant van het apparaat losschroeven. De 3 hoge voeten vervangen door de meegeleverde voeten. De lage voet hoeft niet te worden vervangen. 3. Als u de magnetron boven een oven (positie A) inbouwt, moet u de meegeleverde kunststof plaat gebruiken. a. De plaat uitsnijden op de inwendige breedte van de kast. b. Het beschermfolie van het plakband trekken en de plaat zodanig aan de achterste rand van de plank bevestigen, dat de kunststof plaat serviceopening inw end ige wordt bre edte afgedekt (zie afbeelding.) ing conventionele pen oven ice-o ser v rookafvoer VEILIG GEBRUIK VAN HET APPARAAT rookafvoer positie A positie B positie C Als u de magnetron in positie B of C inbouwt: • De kast moet een afstand van min. 500 mm (E) tot het werkblad hebben en de magnetron mag niet direct boven een kookplaat worden ingebouwd. • Het apparaat is alleen getest en toegestaan voor gebruik in de buurt van gaskookplaten, elektrische kookplaten en inductiekookplaten. • Tussen kookplaat en magnetron moet genoeg ruimte worden gelaten om oververhitting van de magnetron, van de inbouwkast en van de toebehoren te voorkomen. • Als de magnetron in gebruik is, schakel dan de kookplaat niet in als er geen pannen op staan. positie D E D conventionele oven positie nismaat breedte x hoogte x diepte rookafvoer (min.) afstand tussen kast en plafond A 560 x 550 x 360 50 50 B+C 560 x 300 x 350 560 x 300 x 360 15 15 50 50 D 560 x 500 x 350 560 x 500 x 360 40 40 50 50 • Wees bij het bedienen van de magnetron bijzonder voorzichtig als de kookplaat ook ingeschakeld is. Afmetingen in mm 98 INSTALLATIE-AANWIJZING AANSLUITING OP HET STROOMNET • Zorg ervoor dat de stekker makkelijk bereikbaar is, zodat hij in geval van nood snel uit het stopcontact kan worden getrokken. Of het moet mogelijk zijn om de stroom naar de oven uit te schakelen door middel van een schakelaar die volgens de bedradingsvoorschriften is opgenomen in de vaste bedrading. (A) • Plaats het stopcontact niet achter de kast. • De best plek is boven de kast (A). Als het aansluitsnoer niet wordt aangesloten op punt (A), moet het van de snoerdrager (zie afb. 13 op pag. 71) worden losgenomen en onder het apparaat door worden geleid. • Het apparaat aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde met een eenfasige wisselspanningaansluiting (230 V/50 Hz). Stopcontact met 10 A zekeren. • Het aansluitsnoer mag alleen door een erkend installateur worden vervangen. • Vóór het opstellen een stuk touw aan het aansluitsnoer aanbrengen. Daardoor wordt dan bij het inbouwen de aansluiting aan punt (A) vereenvoudigd. • Bij het inschuiven van het apparaat in een hoge kast mag het aansluitsnoer NOOIT beklemd raken. • Aansluitsnoer of stekker niet in water of andere vloeistof dompelen. NEDERLANDS ELEKTRISCHE AANSLUITING WAARSCHUWING: DIT APPARAAT MOET GEAARD ZIJN Als deze veiligheidsmaatregel niet wordt opgevolgd, is de fabrikant niet aansprakelijk voor schade. Als de stekker die zich aan het apparaat bevindt niet in uw stopcontact past, neem dan contact op met onze serviceafdeling. 99
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160

Zanussi ZM176X Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding