ECO biedt het meest efficiënte water-
en energieverbruik voor normaal
vervuild serviesgoed en bestek.
10.2 Gebruik van zout,
glansmiddel en vaatwasmiddel
• Gebruik enkel zout, glansmiddel en
vaatwasmiddel voor afwasautomaten.
Overige producten kunnen het
apparaat beschadigen.
• Multitabletten zijn doorgaans geschikt
voor een waterhardheid tot 21 °dH. Bij
een hogere waterhardheid moet zout,
glansmiddel en vaatwasmiddel
worden gebruikt naast het gebruik van
multitabletten. Maar in gebieden met
hard en erg hard water raden we het
gebruik aan van enkelvoudig
vaatwasmiddel (poeder, gel, tabletten
zonder extra functies), glansmiddel en
zout apart voor optimale reinigings-
en droogresultaten.
• Vaatwasmiddeltabletten lossen bij
korte programma's niet geheel op.
Om te voorkomen dat
vaatwasmiddelresten op het servies
achterblijven, raden we u aan om
tabletten enkel bij lange programma's
te gebruiken.
• Gebruik niet meer dan de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie de
instructies van de
vaatwasmiddelfabrikant.
10.3 Wat moet u doen als u wilt
stoppen met het gebruik van
multitabletten
Doe het volgende voordat u begint met
het gebruiken van apart wasmiddel, zout
en glansmiddel.
1. Stel het hoogste niveau van de
waterontharder in.
2. Zorg ervoor dat het zout- en het
glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn.
3. Start het kortste programma met een
spoelfase. Voeg geen vaatwasmiddel
toe en ruim de mandjes niet in.
4. Als het programma is voltooid, wijzigt
u de waterontharder in de
waterhardheid van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
6. Schakel het glansmiddeldoseerbakje
in.
10.4 De korven inruimen
• Gebruik het apparaat alleen om
voorwerpen af te wassen die
vaatwasbestendig zijn.
• Doe geen voorwerpen in het apparaat
die gemaakt zijn van hout, hoorn,
aluminium, tin en koper.
• Plaats geen voorwerpen in het
apparaat die water kunnen
absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
• Verwijder alle voedselresten van de
voorwerpen.
• Maak aangebrande voedselresten op
de voorwerpen zachter.
• Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes,
glazen en pannen) met de opening
naar beneden.
• Zorg ervoor dat serviesgoed en
bestek niet in elkaar schuiven. Meng
lepels met ander bestek.
• Zorg er voor dat glazen andere glazen
niet aanraken
• Leg kleine voorwerpen in de
bestekmand.
• Leg lichte voorwerpen in het
bovenrek. Zorg ervoor dat de
voorwerpen niet verschuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarm vrij kan
ronddraaien voordat u een
programma start.
10.5 Voor het starten van een
programma
Controleer of:
• De filters schoon zijn en correct zijn
geplaatst.
• De dop van het zoutreservoir goed
dicht zit.
• De sproeiarmen niet zijn verstopt.
• Er regenereerzout en glansmiddel is
toegevoegd (tenzij u gecombineerde
afwastabletten gebruikt).
• De positie van de items in de mandjes
correct is.
• Het programma van toepassing is op
het type lading en de mate van
bevuiling.
• De juiste hoeveelheid afwasmiddel is
gebruikt.
www.electrolux.com16