Electrolux RM4285LM Handleiding

Type
Handleiding
M
ANUAL
C
40/ 110
8
21 2647.12
T
.B. 8 '97
C
ARAVAN
R
M 4185 RM 4365
R
M 4215 RM 4405
R
M 4235 RM 5215
R
M 4265 RM 5275
R
M 4275 RM 5405
R
M 4285
A
ES II
D
eutsch Seite 1
E
nglish page 7
F
rançais page 14
I
taliano pagina 20
E
spañol pagina 26
S
venska sida 32
D
ansk side 38
N
orsk side 44
N
ederlands pag. 50
S
uomi sivu 57
I
NTRODUKTIE
M
evrouw, Mijnheer,
M
et de keuze en de aanschaf van deze koelkast heeft u
z
ich verzekerd van een kwaliteitsprodukt.
D
e bediening en het gebruik zijn eenvoudig; wij raden u
e
chter aan dit boekje geheel te lezen, alvorens u uw nieuwe
a
anwinst in bedrijf stelt en in gebruik neemt.
I
n dit boekje vindt u aanwijzingen voor de installatie, de
b
ediening, het gebruik en het onderhoud.
W
ij danken u voor de aandacht die u hieraan wilt schenken
e
n wensen u een plezierig gebruik van dit nuttige apparaat
t
oe.
D
eze koelkast is bedoeld en gemaakt voor het gebruik in
c
aravans en campers.
D
e koelkast is voorzien van een
Automatisch Energiekeuze-Systeem (AES)
w
aarmee het bedrijf en de energievoorziening worden
g
estuurd. Men hoeft alleen de hoofdschakelaar in te scha-
k
elen – voor de rest zorgt AES.
U
ITPAKEN
K
ontroleer de koelkast op zichtbare schade. Meld eventuele
s
chade direkt bij uw leverancier.
T
YPEPLAATJE
K
ijk op het typeplaatje of u het juiste model ontvangen hebt.
De gasdruk kan 30 of 50 mbar zijn.
De netspanning is 230 V.
H
et typeplaatje vindt u in de koelkast. U vindt er, bijvoor-
b
eeld, de volgende gegevens op :
Model RM.................................
Produktnummer ...........................
Serienummer..............................
O
mdat deze gegevens nodig zijn indien u een servicedienst
r
aadpleegt, adviseren wij u ze hierboven in te vullen.
I
NHOUDSOPGAVE
G
EBRUIKSAANWIJZING ........................ 51
BEDIENINGSELEMENTEN ................... 51
STARTEN VAN DE KOELKAST.............. 51
SCHAKELEN TUSSEN ENERGIEBRONEN.. 51
GEBRUIK IN DE WINTER .................... 51
REGELEN VAN DE TEMPERATUUR......... 52
TRANSPORTBEVEILIGING .................. 52
BEWAREN VAN LEVENSMIDDELEN ........ 52
MAKEN VAN IJSKLONTJES ................. 52
ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST........... 52
SCHOONMAKEN VAN DE KOELKAST ...... 52
BUITEN GEBRUIK STELLEN................. 52
ALS IETS NIET GOED WERKT............... 52
ONDERHOUD................................. 53
PRAKTISCHE TIPS ........................... 53
GARANTIE EN SERVICE ..................... 53
I
NSTALLATIE AANWIJZINGEN ................. 53
OMZETTEN VAN DE SCHARNIEREN........ 53
DEURPANEEL ................................ 53
INBOUWEN ................................... 53
VENTILEREN VAN HET AGGREGAAT ...... 54
FLESSENGAS-AANSLUITING ............... 54
ELEKTRISCHE AANSLUITING............... 55
VERLICHTING ................................ 55
TECHNISCHE GEGEVENS ................... 56
G
EBRUIKS- EN INSTALLATIE-AANWIJZINGEN
V
OOR ELECTROLUX KOELKASTEN
50
G
EBRUIKSAANWIJZING
B
EDIENINGSELEMENTEN
D
e koelkast is voorzien van een automatische energiekeu-
z
esysteem (AES) waarmee het bedrijf en de energievoor-
z
iening wordt gestuurd.
U
it de beschikbare energiebronnen kiest het systeem auto-
m
atisch het beste alternatief, en wel in de volgorde van
p
rioriteit:
220/230 V – 12 V – vloeibaar gas
V
oor het selecteren van de energiebron is geen bediening
m
et de hand nodig.
H
et bedieningspaneel is afgebeeld in Fig. 3. U stelt de
k
oelkast in werking met de hoofdschakelaar (A). Als de
A
ES-lichtdiode (C) groen brandt is het AES-systeem in
b
edrijf. Met de druktoets (B) kunt u de elektronische thermo-
s
taat instellen. De thermostaatlichtdiodes (D) geven de
i
ngestelde temperatuur weer.
W
anneer er behoefte aan koeling bestaat, zal AES uit de
b
eschikbare energiebronnen de gunstigste aansluiten.
N
.B.: Voor de voeding van de elektronische regeling moet
a
ltijd 12 V beschikbaar zijn.
S
TARTEN VAN DE KOELKAST
G
ebruik op flessengas
A
ls het systeem lpg-bedrijf kiest, wordt de ontstekings-
b
eveiliging automatisch geopend zodat het gas naar de
b
rander kan stromen. Tegelijkertijd wordt de elektrische
o
ntsteker ingeschakeld.
T
ijdens de eerste inbedrijfname kan het lang duren voor de
g
asvlam ontsteekt. Dat is ook zo na een eventuele reparatie
o
f na het verwisselen van de gasfles. De oorzaak, lucht in
d
e leiding, kan versneld weggenomen worden door eerst
e
ven een ander gasverbruikend toestel, bijvoorbeeld het
k
ooktoestel, aan te steken.
A
ls de vlam – bijv. door een windvlaag – uitgaat, wordt de
o
ntsteker onmiddellijk weer ingeschakeld en wordt het gas
o
pnieuw aangestoken.
N
.B.: Voor de werking van elektronische stuureenheid en
o
ntsteker is accustroom nodig.
G
asstoringen
A
ls de AES-lichtdiode rood knippert, kon het systeem niet
w
orden ingeschakeld of op gas blijven werken.
Z
et de schakelaar (A) in de OFF-stand en controleer of er
g
enoeg gas in de gasfles zit, of de gasklep openstaat en of
a
lle kleppen in de gasleiding naar de koelkast toe geopend
z
ijn.
S
chakel de hoofdschakelaar weer in. Na 10 seconden doet
A
ES een nieuwe startpoging. Als de AES-lichtdiode (C) na
3
0 seconden nogmaals rood begint te knipperen, is de
s
toring nog niet verholpen (lucht in de leiding, geen gas?).
S
chakel (A) uit en doe een nieuwe poging. Voor ontluchten
(
na vervangen van gasfles, reparatiewerkzaamheden, enz.)
k
an het nodig zijn dat deze procedure 2 à 3 maal wordt
h
erhaald.
A
ls dit ook niet helpt: a.u.b. klantendienst inschakelen.
2
30 V-bedrijf
A
ls er netspanning beschikbaar is, kiest AES deze ener-
g
iebron als eerste optie. Hou er a.u.b. rekening mee dat er
i
n deze AC-modus toch 12 V gelijkstroom nodig is voor de
i
nterne voeding van de elektronische componenten.
1
2 V-bedrijf
D
e AES zal de 12 V-modus alleen selecteren als de motor
v
an het voertuig draait (dit wordt geregistreerd door de
g
eneratoraansluiting van de koelkast).
S
CHAKELEN TUSSEN ENERGIEBRON-
N
EN
B
ij het schakelen tussen de energiebronnen is voorzien in
e
en ingebouwde vertraging. De vertraging van 15 minuten
t
ussen het uitschakelen van de motor en het inschakelen
v
an de gasmodus is bedoeld om te voorkomen dat er
b
ijvoorbeeld tijdens het bijtanken van uw voertuig wordt
o
vergeschakeld op gas.
B
edrijf bij onderspanning
H
et AES-systeem is geconstrueerd om onder alle omstan-
d
igheden optimale koelprestaties te leveren. Hiertoe contro-
l
eert het systeem doorlopend of de 12 V gelijkstroom-
m
odus of de 230 V/240 V-wisselstroommodus is ingescha-
k
eld. Als de spanning te laag is, schakelt het systeem over
o
p gas, wat wordt aangeduid door de gele lichtdiode (E in
f
ig. 3). Het systeem blijft in de gasmodus tot de elektrische
v
oeding weer normaal is.
G
EBRUIK IN DE WINTER
C
ontroleer of het ventilatierooster en de rookgasuitlaat niet
v
erstopt zijn door sneeuw, gebladerte, enz.
H
et ELECTROLUX-ventilatierooster A 1620 (fig. 2) kan
w
orden voorzien van winterafdekkingen WA 120, waarmee
h
et koelaggregaat wordt beschermd tegen te koude lucht.
WAARSCHUWING: Echter, onder alle omstandigheden
is op het terrein van tankstations open vuur verboden.
Als u er niet zeker van bent dat het oponthoud niet
langer dan 15 minuten zal duren, adviseren wij dat u de
hoofdschakelaar (A, fig.. 3) tijdens uw verblijf bij het
tankstation uitschakelt.
De AES schakelt over op gas onder de volgende
bedrijfscondities:
Geen netspanning (230/240 V) beschikbaar;
Motor buiten bedrijf (geen hoge stroom bij 12 V DC
beschikbaar);
Netspanning wel beschikbaar, maar spanningsvoeding
niet toereikend;
Motor in bedrijf, maar voeding niet toereikend
(voorwaarde drie en vier worden in het kort beschreven
onder de rubriek Bedrijf bij onderspanning)
51
D
eze afdekkingen kunnen worden gemonteerd zodra de
t
emperatuur van de buitenlucht lager is dan ca. 10°C en
m
oeten zijn gemonteerd bij temperaturen onder nul.
W
ij adviseren dat u bij winterstalling van het voertuig de
a
fdekkingen monteert.
R
EGELEN VAN DE TEMPERATUUR
D
e positie-indikaties hebben betrekking op figuur 3.
N
adat de koelkast gestart is duurt het enkele uren alvorens
d
e koelruimte koud wordt.
D
e temperatuur in het hoofkoelvak van de koelkast kan men
v
oor alle drie energiebronnen instellen met de thermostaat-
k
nop (B). Als u de koelkast inschakelt, kiest het systeem
a
utomatisch de middelste stand. Na enige tijd zult u snel de
g
eschikte instelling hebben gevonden. Normaal hoeft u
d
eze instelling niet meer te wijzigen omdat één thermostaat
d
e temperatuur in het koelcompartiment voor alle drie ener-
g
iebronnen regelt. Normaal hoeft dit niet te worden bijge-
s
teld omdat dezelfde thermostaat de temperatuur, onaf-
h
ankelijk van de energiebron, constant houdt.
T
RANSPORTBEVEILIGING
O
vertuig u ervan dat de transportbeveiliging in de stand
v
oor vervoer geplaatst is voor u met de caravan gaat rijden.
D
e transportbeveiliging, (fig. 1) aan de bovenkant van de
d
eur, kan in twee standen geplaatst worden. De ene stand
h
oudt de deur afgesloten tijdens het rijden, de andere stand
h
oudt de deur op een kier ten behoeve van frisse lucht als
d
e koelkast niet in gebruik is.
B
EWAREN VAN LEVENSMIDDELEN
B
ewaar voedsel altijd in gesloten dozen of verpakking.
P
laats nooit hete dranken of spijzen in de koelkast; laat ze
e
erst afkoelen.
P
laats nooit zaken die ontvlambaar zijn of giftig gas af
k
unnen geven in de koelkast.
H
et 2-sterren vak (**)is bedoeld voor het bewaren van
d
iepvriesprodukten en voor het maken van ijsblokjes. Het is
n
iet geschikt om verse levensmiddelen in te vriezen.
P
laats nooit flesjes of blikjes met koolzuurhoudende dran-
k
en in het vriesvak; ze kunnen barsten.
D
e meeste diepvriesprodukten kunnen ongeveer een
m
aand in het vriesvak bewaard worden. Lees echter altijd
d
e instrukties op de verpakking van het produkt; bewaar het
n
iet langer dan de uiterste bewaardatum voor 2-sterren.
M
AKEN VAN IJSKLONTJES
W
e adviseren om `s nachts ijsklontjes te maken; dan wordt
d
e koelkast minder belast en heeft het koelaggregaat een
g
rotere reserve. Vul de ijslade bijna tot de rand met drink-
w
ater en zet de lade in het vriesvak.
H
et vriesproces kan worden versneld door wat water op het
r
ek te druppelen (een paar eetlepels is voldoende), het
c
ontact met de ijslade wordt dan verbeterd. Als u meer dan
é
én ijslade heeft, is het een goed idee om hierin ijsklontjes
t
e maken en deze in het vriesvak voor toekomstig gebruik
t
e bewaren.
O
NTDOOIEN VAN DE KOELKAST
O
p de vriezende verdamper vlakken ontstaat rijp. Laat de
r
ijpvorming niet te veel worden omdat het als een isolator
w
erkt. Wij adviseren de koelkast te ontdooien als de rijplaag
d
ikker dan 3 mm geworden is.
O
m de koelkast te ontdooien, schakelt u hem uit en verwij-
d
ert u alle levensmiddelen en het ijslaatje. Het ontdooien
k
an bespoedigd worden door het ijslaatje met warm water
t
e vullen en het in het vriesvak te plaatsen.
P
robeer nooit het ontdooien te versnellen door middel van
e
en straalkachel of iets dergelijks; de kunststof delen kun-
n
en daar niet tegen. Gebruik nooit een metalen voorwerp
o
m rijp of ijs van de vriezende verdamper te schrapen of te
s
teken; de schade kan onherstelbaar zijn.
H
et dooiwater loopt via een opvanggoot en een buis naar
e
en opvangbak achter de koelkast waar het verdampt.
Z
odra alle rijp of ijs gesmolten is kunt u de koelkast uitlap-
p
en, droogzemen en weer in bedrijf stellen.
D
e levensmiddelen kunt u direkt weer in de koelkast terug
p
laatsen; met het maken van ijsblokjes moet u echter wach-
t
en tot de koelkast koud genoeg geworden is.
S
CHOONMAKEN VAN DE KOELKAST
R
egelmatig schoonmaken van de binnenkant van de koel-
k
ast houdt deze fris en voorkomt het ontstaan van onaange-
n
ame luchtjes.
G
ebruik een zachte doek die u in een oplossing van een
h
alve liter warm water en een theelepel soda gedoopt hebt.
W
ring de doek uit en maak daar de binnenkant en de
a
cesssoires mee schoon.
G
ebruik voor de binnenkant nooit was of afwasmiddelen,
s
churende of sterk ruikende middelen. Zij kunnen het op-
p
ervlak aantasten of een sterk ruikende lucht achterlaten.
N
aar behoefte kunt u de buitenkant schoonmaken met en
v
ochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel.
H
et deurrubber echter mag alleen met water en zeep
s
choongemaakt worden; goed nadrogen voor u de deur
s
luit.
V
an tijd tot tijd kunt u de koelunit, achterop de koelkast,
s
choonmaken met een zachte borstel. Overtuig u ervan dat
u
de koelkast dan eerst uitgeschakeld hebt.
B
UITEN GEBRUIK STELLEN
W
ordt de koelkast voor langere tijd niet gebruikt, dan moe-
t
en enkele voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
1
. Elektroschakelaar (A), fig. 3, in de stand OFF schakelen.
2
. De gastoevoer door middel van de tussenkraan (in de
caravan) stoppen.
3
. De koelkast leeg maken, ontdooien en schoonmaken,
zoals elders beschreven. De deur van de koelkast en het
vriesvak op een kier laten staan, eventueel door middel
van de transportbeveiliging.
4
. Als het voertuig voor een langere periode (bijv. geduren-
de de wintermaanden) wordt gestald, verdient het aanbe-
veling de WA 120 winterafdekkingen (fig. 2) op de venti-
latieroosters te monteren.
A
LS IETS NIET GOED WERKT
C
ontroleer, voordat u de hulp van een servicemonteur
i
nroept, eerst de volgende punten:
52
1
. Gaat de groene AES-lichtdiode branden als u de scha-
kelaar (A) op 'ON' zet (12 V moet beschikbaar zijn)?
2
. Als de elektrische voeding is aangesloten, terwijl de
koelkast toch op gas blijft werken: is de koelkast correct
aangesloten en is de zekering intact?
3
. Als de koelkast onderweg niet in de 12 V-modus werkt: is
de aansluiting van wisselstroomdynamo D correct uitge-
voerd?
4
. Als de AES-lichtdiode rood knippert: zie onder het hoofd-
stuk Gasstoringen.
I
ndien de koelkast niet koud genoeg wordt, kan dat aan
d
e volgende oorzaken te wijten zijn:
1
. De ventilatie is onvoldoende, bijvoorbeeld doordat de
ventilatie-openingen te weinig lucht doorlaten omdat de
afdichtingen of de winterschermen er nog opzitten.
2
. Op de vriezende verdamper heeft zich teveel rijp afgezet.
3
. De thermostaatknop staat op een te lage stand.
4
. De gasdruk is niet juist; kontroleer wat er op het reduktie-
ventiel op de gasfles staat.
5
. De omgevingstemperatuur is te hoog.
6
. Te veel levensmiddelen op hetzelfde moment in de
koelkast geplaatst.
7
. De deur is niet goed gesloten.
I
ndien u de storing niet zelf kunt lokaliseren, waarschuw
d
an een servicedienst.
H
et gesloten koelsysteem mag niet geopend worden,
d
aar het chemische vloeistof onder hoge druk bevat.
O
NDERHOUD
K
ontroleer de gasslang regelmatig op scheurtjes of andere
b
eschadigingen. Koppelingen kunt u op lekkage testen door
m
iddel van een zeepoplossing (bellen blazen). Gebruik voor
l
ek-zoeken nooit open vuur! Waarschuw bij twijfel een
s
ervicedienst.
W
ij adviseren u de koelkast eens per jaar door een service-
d
ienst te laten kontroleren.
P
RAKTISCHE TIPS
O
vertuig u ervan dat ...
De koelkast regelmatig ontdooid wordt.
De koelkast schoon en droog gemaakt is en de deur
open staat, als hij voor langere tijd niet gebruikt wordt.
Spijzen en dranken met een sterke geur goed verpakt
zijn.
De ventilatie-openingen nergens bedekt zijn.
De deur beveiligd is door middel van de transportbeveili-
ging, als de caravan rijdt.
G
ARANTIE EN SERVICE
V
oor garantie en service vervijzen wij u naar het bijgevoeg-
d
e Europa-garantieboekje.
Z
ie aparte Nederlandse kaart betreffende Garantiebepalin-
g
en en Service.
I
NSTALLATIE AANWIJZINGEN
O
MZETTEN VAN DE SCHARNIEREN
D
e deurdraairichting kan op de volgende wijze omgekeerd
w
orden:
Verwijder de bovenste scharnierpen; pas op dat u het
setje toebehoren niet kwijt raakt.
Neem de deur van de onderste scharnierpen.
Verplaats de onderste scharnierpen naar de andere kant.
Verplaats de transportbeveliging naar de andere kant.
Plaats de deur op pen en breng pen, met het toebeho-
ren, weer aan.
Kontroleer rondom het goed sluiten van het deurrubber.
D
EURPANEEL
H
et deurpaneel kan gemakkelijk aangebracht of vervangen
w
orden.
Verwijder de deur; zie daartoe het hoofdstuk OMZETTEN
VAN DE SCHARNIEREN.
Verwijder de onderste decorlijst en dan het paneel door
het te schuiven.
Plaats het andere paneel.
Breng de onderste decorlijst weer aan.
I
NBOUWEN
D
e koelkast is bedoeld voor inbouw en gebruik in een
c
aravan of camper. Hierop heeft de beschrijving betrekking.
E
lectrolux is niet verantwoordelijk en kan evenmin aanspra-
k
elijk gesteld worden voor defekten, schade of letsel, on-
s
taan door het gebruik van een koelkast bedoeld of mede-
b
edoeld voor het gebruik op flessengas, in een ruimte welke
s
lecht of niet geventileerd kan worden, zoals dat, onder
a
ndere, bij boten voor kan komen.
H
et is belangrijk dat de koelkast geen invloed van een
a
nder hitte afgevend toestel ondervindt (bijvoorbeeld door
i
nbouw onder een kooktoestel zonder warmte-afscherming).
O
ok een voldoende ventilatiemogelijkheid voor het koelag-
g
regaat is belangrijk.
D
e koelkast dient goed beschermd tegen warmte-instraling
t
e worden geïnstalleerd. Indien mogelijk niet aan dezelfde
z
ijde als de toegangsdeur, die zich normaal aan de zuidzij-
d
e bevindt, met vaak ook een voortent die de afvoer van
v
erbrandingsgassen en warmte uit de ventilatieopeningen
b
emoeilijkt.
M
en dient te koelkast zo te monteren dat de ventilatieope-
n
ingen niet worden afgedekt door een openstaande deur,
o
mdat daardoor de ventilatie en ook het koelvermogen
n
adelig worden beïnvloed.
53
H
et inbouwvak
D
e koelkast moet in een vak worden ingebouwd. De afme-
t
ingen staan vermeld onder TECHNISCHE GEGEVENS.
D
e bodem van dit vak moet goed horizontaal lopen en zo
g
elijkmatig zijn dat de koelkast makkelijk op zijn plaats kan
w
orden geschoven. Het vak moet sterk genoeg zijn om het
g
ewicht van de koelkast te kunnen dragen.
I
n het vak dient men boven, onder en aan de zijkant lijsten
a
an te brengen die voorzien zijn van elastische afdichtings-
s
trips, zie fig. 5.
D
e koelkast wordt zover in de nis geschoven dat voorkant
v
an koelkast en voorkant van nis samenvallen (achter het
k
oelaggregaat moeten 10 - 20 mm vrij blijven).
I
n de zijwanden van de koelkast zitten vier kunststof bussen
w
aar schroeven in liggen waarmee de kast kan worden
v
astgezet in het inbouwvak (fig. 8). De zijwanden van het
i
nbouwvak en/of de verstevigingslijsten voor het vastzetten
v
an de kast moeten zo worden gemaakt dat de schroeven
g
oed vast blijven zitten, ook bij de krachten waaraan de
k
ast tijdens de rit worden blootgesteld.
A
ls de kast in de juiste stand staat draait men de
s
chroeven, door de omhuizing, vast in de wanden van het
i
nbouwvak. De speling tussen kast en wand mag aan iedere
z
ijde niet meer zijn dat 3 mm. Breng indien noodzakelijk
l
atjes, strips of iets dergelijks aan.
N
.B.: Dit is de enige toegestane bevestigingsmethode.
S
chroeven die op andere plaatsen in de koelkast worden
g
edraaid penetreren de isolatie van de kast en kunnen
d
elen beschadigen die in piepschuim zitten, bijv. elektrische
b
edrading.
V
ENTILEREN VAN HET AGGREGAAT
B
ij hoge omgevingstemperaturen is de volle prestatie alleen
d
oor goede ventilatie van het koelaggregaat gewaarborgd.
V
entilatie van het koelaggregaat gebeurt door middel van
t
wee openingen in de caravanwand (fig. 6). Verse buitelucht
t
reedt door de onderste opening in en, verwarmd, door de
b
ovenste opening weer uit de aggregaatruimte.
H
et onderste opening moet zo dicht mogelijk bij de nisbo-
d
em aangebracht worden, het bovenste opening zo vermo-
g
elijk boven de kondensor (C) van het koelaggregaat, doch
t
enminste als getoond in fig. 7b, of beter nog fig. 7a.
V
entilatieroosters
D
e openingen in de buitenwanden van de caravan moeten
v
oorzien worden van geschikte ventilatieroosters met een
v
oldoende warmtebestendigheid.
D
e roosters dienen een vrije doorstromingsoppervlakte van
t
enminste 250 cm
2
te hebben. N.B.: Wanneer achter het
r
ooster een vliegennet wordt aangebracht kan deze opperv-
l
akte met 50% gereduceerd worden.
D
e openingen moeten worden voorzien van het A 1620-
v
entilatierooster (fig. 2) dat speciaal tot dit doel door Elec-
t
rolux is ontwikkeld. Ook dient men frame R 1640 te monte-
r
en. Dan kan men de roosters makkelijk verwijderen, waar-
d
oor het mogelijk is de koelkast te inspecteren en kleine
r
eparaties te verrichten zonder de koelkast eerst uit het vak
t
e demonteren.
A
ls niet gewaarborgd is dat eventueel lekkend gas (zwaar-
d
er dan lucht!) door het bij de nisbodem geplaatste ventila-
t
ierooster naar buiten kan stromen, dan moet in de nisruim-
t
e een gat van cirka 40 mm diameter in de caravanbodem
g
eboord worden, zodat lekgas naar buiten kan. Aan de
o
nderkant het gat beschermen tegen opspattend water.
A
fvoer van verbrandingsgassen
D
e ruimte tussen de koelkast en de wand van uw voertuig
(
fig. 7) is van het woongedeelte afgescheiden. Zo kan er
g
een koude tocht ontstaan (kamperen in de winter) en
k
unnen de verbrandingsgassen niet in de wagen doordrin-
g
en. Daarom is het niet nodig een uitlaat voor de gassen te
i
nstalleren; deze worden samen met de ventilatielucht
a
fgevoerd door het bovenste rooster.
N
.B.: Bij deze methode van ventileren gebruikt men boven
e
n beneden hetzelfde soort rooster, zonder de
g
eïntegreerde doorvoer voor de gassen. Ook het eventueel
g
eleverde T-stuk is in dit geval niet nodig.
E
en aluminium plaat (B), fig. 7a/b, boven de uitlaatbuis in
h
et inbouwvak (I) vergemakkelijkt de afvoer van warmte.
V
erklaring van de aanduidingen in fig. 7a/b:
A Frame R 1610 voor ventilatierooster
B Geleideplaat
C Condensor (del uit van koelaggregaat)
D Ventilatierooster A 1609
E Afdichtingsstrip
breedte 525 mm, Artikelnr. .....2951147-00
486mm...............2951147-10
F Koelkast
G Houten lat, ca. 10 x 20 mm
H Hoogte inbouwvnis
(zie onder TECHNISCHE GEGEVENS)
I Uitlaatpijp
K T-stuk
F
LESSENGAS-AANSLUITING
D
e koelkast is ontworpen voor het gebruik op Propaan of
B
utaan met een gasdruk van 30mbar (300 mmwk) of
5
0mbar (500mmwk). Kontroleer het typeplaatje.
D
e koelkast mag niet op stads- of aardgas gebruik worden.
Laat de gasaansluiting door een erkend vakman maken.
Zie toe dat de gasleiding zo gelegd is dat deze niet kan
beschadigen.
Laat een bereikbare tussenkraan monteren.
Zie toe dat alle koppelingen op lekkage gekontroleerd
worden; dat kunt u ook zelf door ze in te smeren met een
water/zeepoplossing (bellen blazen) terwijl de kranen
open zijn, zodat er druk op de leiding staat. Gebruik nooit
open vuur, zoals een aansteker, om lekkage vast te
stellen.
Sleutel nooit aan een drukregelaar; zodra u hem niet
meer vertrouwt (dat merkt u doorgaans ook aan de
branders van uw kooktoestel), koop dan een nieuwe van
goede kwaliteit.
WAARSCHUWING! Kontroleer de gasdruk; deze staat
aangegeven op de drukregelaar (is reduktieventiel) van
de betreffende gasfles.
54
E
LEKTRISCHE AANSLUITING
2
30 V aansluiting
K
ontroleer het typeplaatje; daar moet 230 V op staan.
I
ndien het aansluitsnoer het randaardestopkontakt niet kan
b
ereiken, laat dan een erkend vakman een voorziening
m
aken. Gebruik geen verlengsnoer.
1
2 V- en D+ aansluiting
D
e 12 V-aansluiting van de koelkast is weergegeven in fig.
1
0. De (+12 V) en (-) pool moeten direct op de accu van het
v
oertuig worden aangesloten. De minleiding mag niet op het
c
hassis worden aangesloten. De accukabel mag niet wor-
d
en aangesloten op een spanningsregelaar of een soortge-
l
ijke voorziening, daar het AES-systeem de spanning zelf
c
ontroleert. Een relais dat de 12 V-modus uitschakelt als
h
et contactsleuteltje wordt uitgeschakeld, is niet aan te
b
evelen.
A
lle verbindingen moeten worden geschroefd of gesoldeerd
o
m de overgangsweerstand zo klein mogelijk te houden.
D
e plusleiding dient te worden gezekerd met een 16 A-
s
meltzekering.
D
e D+-klem dient te worden aangesloten aan de corre-
s
ponderende klem van het elektrische systeem van het
v
oertuig.
K
abeldoorsnede
D
oor de D+ aansluiting gaat geen hoge stroom en een
k
abel met grote doorsnede is daarom niet nodig.
V
oor de 12 V (+) en (-) leidingen adviseren wij een 6 mm²-
d
raad. Tot een lengte van 5 meter kan 4 mm² ook voldoen-
d
e zijn.
V
ERLICHTING
A
ls een gloeilamp moet worden vervangen, ga dan als volgt
t
e werk:
1
. Trek de stekker uit het stopcontact.
2
. Lampafdekking verwijderen. Een schroevedraaiertje of
mes in de ruimte tussen de lampbehuizing en de lampaf-
dekking steken en de lampafdekking verwijderen.
3
. De lamp 90° draaien en verwijderen.
4
. Nieuwe lamp plaatsen en 90° draaien.
5
. Lampafdekking weer op de lamphuis klikken.
De leidingen moeten binnen de ombouw zo gelegd of
opgehangen worden dat ze niet met scherpe of hete
delen van de koelkast in aanraking kunnen komen.
Raadpleeg a.u.b. een vakman als u niet vertrouwd bent
met het elektrische systeem van uw voertuig.
55
RM 4185 4215 4235 4265 4275 4285 4365 4405
RM *5215 *5275 *5405
Buitenafmetingen van de koelkast
Hoogte (inkl. bedieningspaneel) 595 618 821 821 821 821 821 805 mm
Breedte 401 486 486 486 486 486 486 525 mm
D
iepte (inkl. koelaggregaat)
zonder deur 427 435 435 435 495 435 495 495 mm
met deur 461 474 474 474 534 474 533 533 mm
M
inimale afmetingen van de inbouwnis
Hoogte 597 620 825 825 825 825 825 810 mm
Breedte 405 490 490 490 490 490 490 530 mm
Diepte 442 450 450 450 505 450 510 510 mm
S
okkel
Hoogte 220 220 mm
Breedte 490 490 mm
Diepte 225 225 mm
I
nhoud
Bruto 40 60 70 70 77 81 89 103 lit
Nuttige inhoud 36 51 60 60 72 77 83 92 lit
waarvan vriesvak - 6 5 6,5 75712 lit
Gewicht (zonder verpakking)16,5 20 23 23 23 23 26 30 kg
E
lektrische gegevens
Aansluitwaarde bij 230/240V 105 105 105 125 125 125 135 135 watt
12 V 100 100 100 120 120 120 130 130 watt
** Energieverbruik / 24h 1,9 2,3 2,3 2,5 2,5 2,5 2,7 2,7 kWh
*2,1 *2,3 *2,3 kWh
G
astechnische gegevens
Aaansluitwaarde 186 186 186 232 232 232 232 232 watt
Gasverbruik / 24h 240 240 240 270 270 270 270 270 g
*210 *230 *230 g
K
oelmiddel: Amoniak
*
*Stromverbruik gemeten op jaarbais en een gemiddelde omgevingstemperaturr van 25° C
T
echnische wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden
ECHNISCHE GEGEVENS
56
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Electrolux RM4285LM Handleiding

Type
Handleiding