Electrolux EWF 1220 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

WASAUTOMAAT
GEBRUIKSAANWIJZING
EWF 1220
EWF 1420
EWF 1620
132 987 340
NL
2
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar de
gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende
eigenaar van het apparaat.
Transportschade
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het
functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het
apparaat
.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het
toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
U bent nu in het bezit van een Electrolux product. Vanzelfsprekend kunt u ook tijdens het
gebruik van uw product op Electrolux rekenen. Daarom nodigen wij u van harte uit u te
registreren op onze internetsite electrolux.nl.
Wij kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten, tips, innovaties,
oplossingen voor onverhoopte storingen etc. U vindt de Electrolux productregistratie onder
“Consumentenbelangen” op de homepage van electrolux.nl.
3
Inhoud
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid 4-5
Afvalverwerking 5
Milieutips 5
Technische gegevens 5
Installatie 6
Transportbeveiliging 6
Plaatsen 6
Watertoevoer 7
Waterafvoer 7
Elektrische aansluiting 7
Uw nieuwe wasautomaat 8
Beschrijving van de machine 8
Wasmiddellade 8
Gebruik 9
Bedieningspaneel 9
Beschrijving van de bedieningselementen 9
Informatie over de programma's 11
Adviezen en tips voor het wassen 12
Was niet te lang opsparen 12
Sorteren 12
Temperaturen 12
Hoeveel wasgoed in de trommel? 12
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 13
Welke wasmiddelen gebruiken? 13
Traditionele poeder-wasmiddelen 14
Vloeibare wasmiddelen 13
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 14
Wasverzachter 14
Waterontharder 14
Een was doen 15-16
Textielbehandelingssymbolen 17
Programmatabel 18-19
Onderhoud 20
De buitenkant 20
De deur 20
De wasmiddellade 20
Het toevoerfilter 20
De afvoerpomp 20
Waterafvoer in noodgevallen 21
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 21
Eenvoudige storingen 22-23
4
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg
zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de
installatie of het verplaatsen niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier
niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen
in de wasautomaat gewacht worden tot het
artikel volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken
leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds
verf-, inkt-,
roest- en grasvlekken. Was bh’s met
beugels altijd in een wasnetje en alleen op
programma Wol (handwas).
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, naalden, spijkers, schroeven en andere
harde of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te
grote dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd
eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet
het geval is, laat de machine dan eerst het water
afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de
gebruiksaanwijzing.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Algemene veiligheid
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties die
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX Service.
Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact
trekken, maar aan de stekker.
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische
apparaten. Zorg daarom voor het nodige toezicht
als de machine aanstaat en laat kinderen niet met
de machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet
in de trommel van de wasautomaat kunnen
klimmen.
Als u het apparaat afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
5
Milieutips
Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor
te wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en
tijd (en u ontziet het milieu).
De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle
trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur
wassen.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant.
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden
voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Afvalverwerking
Technische gegevens
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 59 cm
Maximum vulgewicht Katoen 5 kg
Synthetica 2,5 kg
Fijne was 2,5 kg
Wol /Handwas 2 kg
Centrifugetoerental maximum 1200/min. (EWF 1220)
1400/min. (EWF 1420)
1600/min. (EWF 1620)
Netspanning/frequentie 220-230 V/50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterdruk minimaal 0.05 MPa
maximaal 0.8 MPa
Dit apparaat voldoet aan de EG-richtlijnen 89/336/EEG, 73/23/EEG
6
Installatie
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met de sleutel de twee onderste
schroeven aan de achterkant van de machine los.
2. Verwijder de twee afstandshulzen.
3. Leg de machine voorzichtig op z'n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
4. Verwijder het polystyreen vulblok uit de onderkant
van de machine en maak de 2 plastic zakken aan
de voorkant van de machine los.
5. Trek de linker plastic zak voorzichtig naar rechts
en dan naar beneden om hem te verwijderen.
6. Trek de rechter plastic zak voorzichtig naar links
en dan naar boven om hem te verwijderen.
P1127
P1126
P1124
2
3
1
P0001
P1129
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor u de
machine in gebruik neemt.
7. Zet de machine rechtop en verwijder de bovenste
schroef uit de achterwand. Verwijder de
betreffende huls.
8. Dicht de gaten af met de doppen die bij de
gebruiksaanwijzing verpakt zijn.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke hardhouten
plaat versterken, over tenminste twee draagbalken.
De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele
centimeters buiten de machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping
geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen
dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de
verdieping eronder kan lekken.
Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening
zich binnen het bereik van de machineslangen en
het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare
voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de
voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan
circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier
de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer
belangrijk.
P1051
P0002
P1128
7
Watertoevoer
Draai de wartel van de meegeleverde toevoerslang
stevig op de
3
/
4
" schroefdraad van de kraan.
Gebruik alleen nieuwe slangen voor de watertoevoer.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht
de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete
hogedrukslang die speciaal voor dit doel gemaakt is.
Als de aansluiting wordt gemaakt op nieuwe
leidingen of op leidingen, die lange tijd niet zijn
gebruikt, is het raadzaam het water enige tijd te laten
lopen alvorens de wasautomaat aan te sluiten.
Hierdoor wordt voorkomen, dat zand, roest e.d. het
filter in de toevoerslang verstoppen.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor
zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
P0022
P0021
P1088
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter) zitten
en zodanig dat de bocht van de slang zich op
tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp
groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
Voor een goede werking van de machine moet de
afvoerslang worden vastgehaakt op de steun die
zich bovenaan de achterzijde van het apparaat
bevindt.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten vaste aansluiting gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
Sluit de machine aan op een geaard stopkontakt.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Het aansluitsnoer moet uitsluitend door de
ELECTROLUX Service vervangen worden.
Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken
zijn nadat de machine geïnstalleerd is.
P1118
8
Beschrijving van de machine
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Deurgreep
4 Afvoerpomp
5 Verstelbare voetjes
Wasmiddellade
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
5
2
1
4
3
1
2
0
0
9
0
0
5
0
0
7
0
0
EWF 1220
Start/
Pauze
Vlekken
Extra
Spoelen
Kort
Voorwas
Centri-
fugeren
Inweken
Voorwassen
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Einde
30°
30°
30°
40°
40°
30°
Spoelen
Afpompen
Centrifugeren
Sport
30°
Witte/Bonte was
E-40°
60°
40°
30°
60°
40°
Koud
Fijne was
Koud
95°
Synthetica
E-60°
Wol
Uw nieuwe wasautomaat
De programmakiezer zorgt voor een eenvoudig
gebruik van de wasautomaat; hiermee worden
zowel het programma als de temperatuur
gekozen.
De indicatie van het programmaverloop geeft
informatie over het programma dat afgewerkt
wordt.
De automatische sopafkoeling op 60°C in het
witte was-programma voor het afpompen
voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen
en vermindert de warmteshock voor textiel, zodat
minder kreukvorming ontstaat.
Het speciale wolprogramma wast uw
wolwas, dankzij de zeer voorzichtige
trommelbeweging, veilig en zonder krimpen.
De onbalansbeveiliging zorgt voor een goede
stabiliteit van de machine tijdens het
centrifugeren.
De "spaarklep" zorgt ervoor dat het wasmiddel
geheel wordt gebruikt en reduceert het
waterverbruik; zo wordt energie bespaard.
Deze nieuwe wasautomaat voldoet aan alle eisen voor een moderne behandeling van uw wasgoed, met
besparing van water, stroom en wasmiddel.
Doordat de wasautomaten de laatste jaren steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd langer
geworden. U zult echter merken dat het wasresultaat optimaal is.
9
1 Wasmiddellade
2
Programmakiezer
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
Witte en bonte was
Synthetica
Fijne was
Wol (handwas)
Extra programma's
O Programma annuleren/Machine uitschakelen.
De programmakiezer kan zowel naar rechts als naar
links gedraaid worden.
Symbolen op de programmakiezer
- E-60°, E-40° = Energie besparen
- KOUD = De machine wast met koud water.
Aan het einde van het programma moet de
programmakiezer op O gedraaid worden.
Let op!
Als de programmakiezer tijdens de uitvoering van
een wasprogramma op een ander programma wordt
gezet, gaan de lampjes van het programmaverloop
knipperen. De machine zal het zojuist gekozen
programma niet uitvoeren.
30°
30°
30°
40°
40°
30°
Spoelen
Afpompen
Centrifugeren
Sport
30°
Witte/Bonte was
E-40°
60°
40°
30°
60°
40°
Koud
Fijne was
Koud
95°
Synthetica
E-
60°
Wol
3 Toets Centrifugeren
Door indrukken van deze toets kunt u het maximale
centrifugetoerental voor het ingestelde programma
reduceren of functie (SPOELSTOP) kiezen.
Het lampje dat overeenkomt met de gekozen stand,
gaat branden.
De centrifugetoerentallen zijn aangepast aan de
betreffende textielsoort.
Witte en bonte was:
500/700/900 max 1200 toeren/min (EWF 1220)
500/700/900 max 1400 toeren/min (EWF 1420)
500/700/900 max 1600 toeren/min (EWF 1620)
Synthetica/Wol:
500/700 max 900 toeren/min.
Fijne was:
500 max 700 toeren/min.
SPOELSTOP
Als u deze optie kiest, blijft het wasgoed in het
laatste spoelwater liggen. Hiermee wordt
kreukvorming voorkomen.
Aan het einde van de wascyclus gaat lampje Einde
branden en lampje Start/Pauze gaat uit. De deur
kan niet geopend worden. Het water moet
afgepompt worden.
Om het water af te pompen, gaat u als volgt te werk:
Alleen afpompen
- Draai de programmakiezer op stand O,
- Kies programma Afpompen,
- Druk op toets Start/Pauze. De machine pompt
het water af.
Afpompen en centrifugeren
- Draai de programmakiezer op stand O,
- Kies programma Centrifugeren: De machine
centrifugeert het wasgoed met de maximale
snelheid. U kunt de centrifugeersnelheid bepalen
met behulp van toets Centrifugeren.
- Druk op toets Start/Pauze. De machine pompt het
water af en het wasgoed wordt gecentrifugeerd.
123456
7
8
10
9
1200
900
500
700
EWF 1220
Start/
Pauze
Vlekken
Extra
Spoelen
Kort
Voorwas
Centri-
fugeren
Inweken
Voorwassen
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Einde
30°
30°
30°
40°
40°
30°
Spoelen
Afpompen
Centrifugeren
Sport
30°
Witte/Bonte was
E-40°
60°
40°
30°
60°
40°
Koud
Fijne was
Koud
95°
Synthetica
E-
60°
Wol
Gebruik
Bedieningspaneel
10
Let op!
Voor de programma’s Afpompen en
Centrifugeren moet de programmakiezer op O
gedraaid worden.
4 Toets Voorwas
Voorwassen op max. 30°C vóór de automatisch
volgende hoofdwas (kan niet gekozen worden bij
instelling Wol en samen met de functie Inweken en
Vlekken). De looptijd van het programma wordt door
indrukken van deze toets ca. 20 minuten langer.
Te gebruiken voor sterk verontreinigd wasgoed. De
voorwas eindigt met een korte centrifugegang bij de
programma’s witte/bonte was en synthetica en met
alleen pompen bij fijne was.
5 Toets Kort
Te gebruiken voor licht verontreinigd wasgoed. Deze
functie kan niet bij instelling WOL en bij de
energie-spaarprogramma’s (E-60°, E-40°)
gekozen worden. De tijdsduur wordt aangepast aan
het soort textiel en de gekozen temperatuur.
Max. belading voor witte en bonte was 3 kg.
6 Toets Extra Spoelen
In alle programma’s mogelijk behalve voor WOL. De
machine voert 2 extra spoelgangen uit.
Aanbevolen voor personen die allergisch zijn voor
wasmiddelen en in gebieden met heel zacht water.
7 Toets Inweken
Dit programma kan voorafgaand aan elk programma
worden ingeschakeld. Dit is alleen nodig bij sterk
verontreinigd wasgoed.
Deze optie kan niet gekozen worden bij het
programma WOL en samen met de functies
Voorwas en Vlekken.
Als de wastemperatuur 30°C bereikt, duurt de
inweekfase ongeveer 30 minuten. Daarna volgt
automatisch de hoofdwas.
Het inweken eindigt met een korte centrifugegang bij
de programma’s witte/bonte was en synthetica en
met alleen pompen bij fijne was.
8 Taste Vlekken
Voor het behandelen van sterk verontreinigd
wasgoed of van wasgoed met vlekken met
vlekkenzout (verlengde hoofdwas met inspoeling van
vlekkenzout op het juiste moment, kan niet bij
temperaturen beneden 40°C gekozen worden).
Deze functie kan voor witte, bonte was en
synthetica gekozen worden en kan niet gekozen
worden samen met de functies Voorwas en
Inweken.
9 Taste Start/Pauze
Deze toets heeft 2 functies:
Door op de toets te drukken, wordt het gekozen
programma gestart en het lampje van toets
Start/Pauze knippert niet meer maar brandt continu
tijdens de duur van het programma.
Bij het drukken op deze toets, wordt het lopende
programma onderbroken; druk opnieuw op de toets
en het programma wordt vervolgd. Tijdens de pauze
knippert het lampje van toets
Start/Pauze
.
10 Indicatie van het programmaverloop
Op het moment dat u het programma kiest, gaan de
lampjes branden van de verschillende fasen waaruit
het programma samengesteld is.
Na het starten van het programma blijft alleen het
lampje van de lopende fase branden.
Aan het einde van het programma brandt lampje
Einde
.
Als lampje
Einde
knippert, betekent dat dat er een
storing in de machine opgetreden is:
- 4x aan en uit = deur open
- 2x aan en uit = storing bij de waterafvoer
- 1x aan en uit = storing tijdens de watertoevoer
Raadpleeg hoofdstuk “Eenvoudige storingen” om
het defect op te heffen.
Voorwassen
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Einde
Pauze
Start
11
Informatie over de programma’s
Met dit programma kunt u niet alleen in de machine
wasbare wol met het etiket "Zuiver scheerwol"
wassen maar ook wol en alle andere textiel met het
symbool “Handwas”. Ook heel fijne was hoeft u niet
meer met de hand te wassen.
Dit is een apart programma dat het spoelen en
centrifugeren van katoenen handwas mogelijk
maakt.
De machine voert 3 spoelgangen uit en centrifugeert
het wasgoed met de maximale snelheid. U kunt de
centrifugeersnelheid bepalen met behulp van toets
Centrifugeren.
U kunt dit programma gebruiken aan het einde van
een programma met spoelstop voor het wegpompen
van het laatste spoelwater.
Draai eerst de programmakiezer op stand O en kies
vervolgens programma “Afpompen”.
Druk op toets
Start/Pauze
.
Dit programma centrifugeert het wasgoed op de
maximum snelheid.
Afhankelijk van het type wasgoed kunt u een lagere
centrifugeersnelheid uitkiezen met behulp van toets
Centrifugeren.
Centrifugeren
Afpompen
Spoelen
Wol (HANDWAS)
Het wasgoed wordt bijzonder voorzichtig gewassen
en gecentrifugeerd.
Daardoor wordt de kreukvorming verminderd en
hoeft het wasgoed minder gestreken te worden.
Deze functie kan niet bij instelling WOL en FIJNE
WAS gekozen worden.
Dit is een volledig programma dat met de volgende
functies gecombineerd kan worden:
centrifugetoerental reduceren, SPOELSTOP .
Dit programma kan gebruikt worden voor wasgoed
dat niet erg vuil is bijvoorbeeld sportkleding die
slechts een keer gebruikt is of om textiel op te
frissen (behalve wol).
Maximum belading 2,5 kg.
De wastemperatuur is 30°C.
Het programma duurt 30 minuten.
De centrifugeersnelheid is 700 toeren/min.
Sport 30°
30°
12
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig
vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog
schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zonder meer op 40°C gewassen mag worden, zult u
op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is
dat vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur
te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren
wij u, naast het kiezen van het juiste programma,
ook de maximaal toegestane belading van de
trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
kreukherstellende stoffen vallen onder synthetica.
Een derde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 200 g
Tafellaken 350 - 500 g
Servet 70 - 120 g
Theedoek 75 - 100 g
Badhanddoek 150 - 200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 300 g
Schort 150 - 200 g
Adviezen en tips voor het
wassen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te
lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig
is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een
muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder synthetica.
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder fijne was.
Het wolwasprogramma van deze wasautomaat werd
door Woolmark goedgekeurd, op voorwaarde dat de
kleding gewassen wordt overeenkomstig de
instructies op het kledingetiket en die van de
producent van deze wasautomaat. M9604.
Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet
worden uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten
in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor wit of kookecht gekleurd katoen en
linnen, zoals beddengoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was”
genoemd.
60°C: voor normaal verontreinigde witte was, voor
lichtgekleurde bonte was en voor witte en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurde textiel en fijne was.
13
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.Verwijder voortijds
achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en
broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes
voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel
gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
een witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep
of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta.
Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met
terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de
droogautomaat doet.
De fabrikant van uw wasautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houd u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u
opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de
moeite waard om daarna uit te proberen of bij
minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende
schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein
wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was,
bleekvrije wasmiddelen voor bonte was, speciale
fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en
biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Was bh’s met beugels altijd in een wasnetje
en alleen op programma Wol (handwas).
14
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat,
mits u geen voorwas doet, direct in het vakje
voor het hoofd
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna
de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRAs, MICRO’s en dergelijke)
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren.
Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van
deze wasmiddelen minder nodig hebt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje
of de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de
verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale
zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren.
U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed
als op machinedelen. Bekend is onder andere het
stug worden van wasgoed en het verkalken van het
verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant
een kalkbindende stof in het wasmiddel. Voorheen
was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten.
Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts
om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te
voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk te veel van al
die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen
door minder wasmiddel te doseren en het verschil
opvangen door een onthardingsmiddel, zoals
Calgon, mee te doseren. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant van het
onthardingsmiddel.
Hardheid
Franse
schaal
Bereik
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
0- 7
8-14
15-21
meer dan 21
0-15
16-25
26-37
meer dan 37
Duitse
schaal
Waterhardheid
15
De lampjes van de fasen waaruit het programma
bestaat, gaan branden. Het lampje van toets
Start/Pauze gaat knipperen.
5 .Centrifugetoerental / (spoelstop)
instellen
Toets Centrifugeren indrukken tot het gewenste
toerental of de spoelstop functie ingesteld is; het
betreffende controlelampje gaat branden.
Als u spoelstop kiest, blijft het wasgoed in het
laatste spoelwater liggen.
EWF 1220 EWF 1420
EWF 1620
6. Eventueel extra functies kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
Vlekken
Extra
Spoelen
Kort
Voorwas
Inweken
1600
900
500
700
Centri-
fugeren
1400
900
500
700
Centri-
fugeren
1200
900
500
700
Centri-
fugeren
Een was doen
Giet vóór het in gebruik nemen 2 liter water in het
vakje van de wasmiddellade om de spaarklep te
activeren. Voer dan een wasgang zonder wasgoed
uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn
ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden
verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een
halve maatbeker wasmiddel.
1. Wasgoed in de machine doen
Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het
slot.
2. Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij niet verder kan.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Als u een programma met Voorwas, Inweken en
Vlekken functie kiest, ook voorwasmiddel of
vlekkenzout in vak doseren.
3. Wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4. Gewenst programma kiezen
Draai de programmakiezer op het gewenste
programma.
Voorwassen
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Einde
30°
30°
30°
40°
40°
30°
Spoelen
Afpompen
Centrifugeren
Sport
30°
Witte/Bonte was
E-40°
60°
40°
30°
60°
40°
Koud
Fijne was
Koud
95°
Synthetica
E-
60°
Wol
P1195
P1194
16
7. Programma starten
Op toets Start/Pauze drukken om het ingestelde
programma te starten; het betreffende lampje
knippert niet meer en het controlelampje van de
programmafase, die de machine op dat moment
uitvoert, blijft ingeschakeld.
Het programma start.
8. Wijzigen van een optie of een lopend
programma
Het programma kan gewijzigd worden zolang u nog
niet op toets Start/Pauze gedrukt heeft.
Optie wijzigen:
U kunt een optie wijzigen voordat het programma
deze heeft uitgevoerd.
Als het programma al gestart is, moet u toets
Start/Pauze indrukken.
Lopend programma wijzigen:
Draai de programmakiezer op stand 0 en dan op het
gewenste programma. Het water in de kuip wordt
niet weggepompt. Start het nieuwe programma door
op toets Start/Pauze te drukken.
9. Onderbreken van het programma
Druk op toets Start/Pauze, het betreffende lampje
knippert. Om het programma verder af te werken
drukt u opnieuw op toets Start/Pauze.
10. Annuleren van het programma
Draai de programmakiezer op stand O voor het
annuleren van een ingesteld programma.
U kunt nu een ander programma kiezen.
11. Openen van de deur tijdens een
lopend programma
De deur kan geopend worden, nadat u de machine
in Pauze gezet hebt, mits:
de machine het water niet boven 55°C aan het
verwarmen is
het waterniveau niet hoog is
de trommel niet in beweging is
Start/
Pauze
Als dit niet het geval is, gaat het deurlampje uit als
de machine in Pauze wordt gezet en kan de deur
geopend worden.
Indien de deur niet geopend kan worden (zie boven)
en dit absoluut noodzakelijk is, schakelt u de
machine uit door de programmakiezer op stand O te
draaien.
Na ongeveer 3 minuten kunt u de deur openen.
Denk om het waterniveau en de soptemperatuur!
U kunt nu het programma weer kiezen en
opnieuw op toets Start/Pauze drukken, om het
programma verder af te werken.
12. Einde van het programma
De machine stopt automatisch.
Als u functie Spoelstop gekozen heeft, dan blijven
de lampjes Spoelstop en Einde ingeschakeld.
Lampje “Start/Pauze” gaat uit. De deur kan niet
geopend worden. Het water moet afgepompt
worden.
Om het water af te pompen, gaat u als volgt te werk:
Alleen afpompen
- Draai de programmakiezer op stand O,
- Kies programma Afpompen,
- Druk op toets Start/Pauze. De machine pompt
het water af.
Afpompen en centrifugeren
- Draai de programmakiezer op stand O,
- Kies programma Centrifugeren: De machine
centrifugeert het wasgoed met de maximale
snelheid. U kunt de centrifugeersnelheid bepalen
met behulp van toets Centrifugeren.
- Druk op toets Start/Pause. De machine pompt het
water af en het wasgoed wordt gecentrifugeerd.
Lampje Einde licht op.
Schakel de machine uit door de programmakiezer
op stand O te draaien.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat
de machine kan drogen.
17
Internationale behandelingsetiketten
NORMAAL
WASGOED
TEER
WASGOED
Wassen op
95°C
Wassen op
60°C
Wassen op
40°C
Wassen op
30°C
Teer goedmet
de
handwassen
Niet wassen
BLEKEN Koud bleken met bleekwater of chloorbleek-
middel in verdunde oplossing mogelijk
Niet bleken
STRIJKEN Hoge temperatuur
(max. 200°C)
Matige temperatuur
(max. 150°C)
Lage temperatuur
(max. 100°C)
Niet strijken
CHEMISCH
REINIGEN
Chemisch reinigen
(alle gebruikelijkeop-
losmiddelen)
Chemisch reinigen
(alle oplosmidde-
lenm.u.v. trichlooret-
heen)
Chemisch reinigen
(alleen olieoplosmid-
delen en R113)
Niet
chemischreinigen
DROGEN Wasgoed uitge-
spreid drogen
Wasgoed han-
gend drogen
Wasgoed op
hangertje drogen
Drogen in droog-
trommel mogelijk
hoge
temperatuur
matige
temperatuur
Niet in de droog-
trommel drogen
95
60
60
40
40
40
30
30
18
Programmatabel
WASPROGRAMMA’S
Programma
Temperatuur
Soort wasgoed
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden**
5 kg
2.5 kg
0,9
54
90
2.5 kg
0,5
55
60
2 kg
0,35
55
55
5 kg
2,0
53 145
1,2 49 120
Witte/Bonte
was
60°
Lichtgekleurd bont
wasgoed, linnen of
katoen, bijv. overhemden,
ondergoed, badstof.
5 kg
0,55
49
115
Witte/Bonte
was
30°-40°
Donkergekleurd bont
wasgoed, bijv.
overhemden, blouses,
ondergoed
Synthetica
30°-40°
60°
30°-40°
Koud
30° - 40°
Koud
Synthetica, ondergoed,
gekleurde textiel,
no-iron overhemden
Voor alle fijne textiel,
bijvoorbeeld vitrages
WOL
Voor textiel met het
wolmerk en de aanduiding
“krimpvrij” of
“wasmachine veilig”
Fijne was
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP,
VOORWAS, KORT,
EXTRA SPOELEN,
INWEKEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
Wol
Witte was
95°
Wit wasgoed, bijvoorbeeld
werkkleding die normaal
verontreinigd is,
beddengoed, tafellakens,
ondergoed, handdoeken
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP,
VOORWAS, KORT,
EXTRA SPOELEN,
INWEKEN,
VLEKKEN
5 kg
0,55 42 135
Witte/Bonte
was
SPAAR
E-60°
*
Wit wasgoed dat slechts
licht verontreinigd is, bijv.
kort gebruikt beddengoed
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP,
VOORWAS,
EXTRA SPOELEN,
INWEKEN,
VLEKKEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP,
VOORWAS, KORT,
EXTRA SPOELEN,
INWEKEN,
VLEKKEN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP,
VOORWAS, KORT,
EXTRA SPOELEN,
INWEKEN,
VLEKKEN
(
op 40°C)
5 kg
0,95
49
140
Witte/Bonte
was
SPAAR
E-40°
Donkergekleurd bont
wasgoed dat slechts licht
verontreinigd is, bijv.
overhemden, blouses,
ondergoed
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP,
VOORWAS,
EXTRA SPOELEN,
INWEKEN,
VLEKKEN
CENTR./SPOELSTOP
VOORWAS, KORT,
EXTRA SPOELEN,
INWEKEN,
VLEKKEN
(
op 40°C
en 60°C)
ENERGIE BESPAREN
Voor licht tot normaal verontreinigd wit en bont wasgoed kunnen de spaarprogramma’s E-60°, E-40° gebruikt
worden: er wordt een goed wasresultaat behaald en energie bespaard.
* Het programma E-60
°
is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEGnorm 92/75.
** De verbruikswaarden zijn richtlijnen en hangen af van soort en hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur
van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de hoogste
soptemperatuur die voor het programma voorzien is.
19
NEDERLANDS
Programmatabel
EXTRA PROGRAMMA’S
Programma
Spoelen
Bestemd
voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
Met de hand
gewassen goed
Compleet
spoelprogramma
voor
katoen
eventueel met
wasverzachter.
Centrifugeren op de
maximum snelheid
5 kg 0,05 52 45
/
-
-
2
5 kg
-
-
10
Afpompen
Waterafvoer van de
laatste spoelgang voor
de wasprogram-ma’s die
eindigen met water in de
trommel (SPOELSTOP-
functie )
Katoen textiel
Water afpompen
Aparte centrifugegang
op de maximum
snelheid
Centrifuge-
ren
CENTRIFUGEREN
1 kg
2.5 kg
0.23
59
75
Kreukherstellend textiel
dat m.b.v. dit programma
nog slechts licht of
helemaal niet gestreken
hoeft te worden
Hoofdwas op 30°C
30°
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP,
VOORWAS, KORT,
EXTRA SPOELEN,
INWEKEN
0.3 40
30
Licht verontreinigd
wasgoed, m.u.v. wol
Wassen 30°C
2 maal spoelen
Kort centrifugeren
700 toeren/min.
Sport 30°
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
/
-
-
-
Annuleren / Uit
Programma
annuleren, machine
uitschakelen
O
* De verbruikswaarden zijn richtlijnen en hangen af van sort en hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur van
het leidingwater en van de omgevingstemperatuur.
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP,
EXTRA SPOELEN
20
Onderhoud
1. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2. De deur
Regelmatig controleren of zich aanslag of vreemde
voorwerpen in de rubber manchet achter de deur
bevinden.
3. De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit
de machine nemen door op de pal links achterin te
drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u voor het schoonmaken verwijderen.
P1192
P1191
P1050
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich
op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
4. Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
water innemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
5. De afvoerpomp
De afvoerpomp moet regelmatig worden
gecontroleerd en vooral als
de machine niet pompt en/of centrifugeert
de machine tijdens het pompen een ongewoon
geluid maakt dat wordt veroorzaakt door
voorwerpen als veiligheidsspelden, munten e.d.
die de pomp blokkeren.
P1090
P0038
21
6. Waterafvoer in noodgevallen
Als het water niet wordt weggepompt gaat u als
volgt te werk om de machine te legen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
Open het pompdeurtje.
Zet een bak op de vloer en leg het einde van de
noodaftapslang in de bak. Verwijder de dop. Het
water moet door de zwaartekracht in de bak lopen.
Als de bak vol is, zet u de dop weer op de slang.
Herhaal de procedure tot er geen water meer
uitkomt.
Maak de pomp eventueel schoon zoals eerder
beschreven.
Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
Draai het pompdeksel vast en sluit het deurtje.
7. Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht en draai de
watertoevoerslang van de kraan los.
Zet een bak op de vloer, leg het uiteinde van de
noodaftapslang en van de toevoerslang in de bak
en laat het water uit de machine lopen.
Schroef de watertoevoerslang weer op de kraan,
zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de
machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
Belangrijk!
Elke keer dat u m. b.v. de noodaftapslang water
aftapt, moet u 2 liter water in het vak voor
hoofdwasmiddel in de wasmiddellade gieten en dan
programma Pompen instellen. Hierdoor wordt de
spaarklep geactiveerd en wordt voorkomen dat bij
de volgende wasbeurt wasmiddel ongebruikt
achterblijft.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
Open het pompdeurtje.
Zet een bak op de vloer om evt. water op te
vangen.
Trek de noodaftapslang uit zijn plaats, leg hem in
het bakje en verwijder de dop.
Als er geen water meer uitkomt, draai dan het
pompdeksel los.
Verwijder vreemde voorwerpen uit het
schoepenrad van de pomp door hem te draaien.
Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
Draai het pompdeksel volledig vast.
Sluit het pompdeurtje.
P1117
P1115
P1114
22
Moderne wasautomaten werken heel zuinig met
lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn
desondanks uitstekend.
In de trommel is geen water te zien:
Eenvoudige storingen
Storingen Mogelijke oorzaken
De machine start niet:
De machine neemt geen water in:
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water?
Probeert u dat even uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfilter verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
De machine neemt wel water in, maar
dat stroomt er door de afvoer weer uit:
Het uitstroomeind van de afvoerslang hangt te
laag ten opzichte van de vloer waarop de
machine staat. Zie hoofdstuk "Installatie".
De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Programma met SPOELSTOP-optie gekozen?
Het laatste spoelwater wordt niet automatisch
afgepompt.
Afvoerpomp verstopt?
Er ligt water op de vloer:
Te veel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het te veel
schuimt? Te veel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
Afvoerslang beschadigd?
Is de wasmiddellade schoon?
Is de noodaftapslang gesloten?
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt,
lees dan eerst onderstaande aanwijzingen voordat u contact opneemt met onze service-afdeling.
Tijdens de werking van de machine kan lampje Einde gaan knipperen :
4x aan en uit = deur open
2x aan en uit = storing bij de waterafvoer
1x aan en uit = storing tijdens de watertoevoer
Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op toets Start/Pauze om het onderbroken programma te
hervatten.
IIndien u de storing niet zelf kunt opheffen, neem dan contact op met onze service-afdeling.
De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Is de vuldeur goed gesloten?
Is de betreffende groepzekering in orde?
Is de programmakiezer juist ingesteld?
Is toets Start/Pauze ingedrukt?
Staat de waterkraan open?
23
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is in
werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de
draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en
het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden.
Indien het wasgoed na 10 minuten niet losgemaakt
is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet
u zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen
en het centrifugeerprogramma kiezen.
Het centrifugeren begint traag of het
wasgoed wordt niet gecentrifugeerd:
De machine heeft een modern aandrijfsysteem,
dat in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
De machine maakt een ongewoon
geluid:
Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk:
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het apparaat.
Nauwkeuriger doseren!
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
Is de machine overbeladen?
Na beëindiging van het programma
zijn op het wasgoed witte
wasmiddelresten te zien:
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare
bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn
niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect.
Mogelijke oplossingen: uitborstelen of
uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste
buiten wassen.
Storingen Mogelijke oorzaken
Na de laatste spoelgang is nog schuim
zichtbaar:
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste
spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter
geen invloed op het spoelresultaat heeft.
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
neem dan contact op met onze service-afdeling.
Noteer, voor u gaat telefoneren, merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine;
de service-afdeling zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
M
o
d
. .
.....
.
...
P
ro
d
.
N
o
.
......
...
..
S
e
r. N
o
.
..
.....
..
P0042 BD
De deur kan niet geopend worden:
Is de machine in bedrijf?
Is de deur nog vergrendeld? Het deur-
controlelampje brandt nog.
Het waterniveau in de machine komt boven de
onderkant van de deur uit.
De machine is aan het verwarmen.
The Electrolux Group. The world’s No. 1 choice.
The Electrolux Group is the world's largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and
outdoor use. More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing
machines, vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD
14 billion in more than 150 countries around the world.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Electrolux EWF 1220 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor