AEG L77685WD Handleiding

Type
Handleiding
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
L 77685 WD
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.............................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................... 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................... 7
4. BEDIENINGSPANEEL.....................................................................................................8
5. PROGRAMMA’S ........................................................................................................... 10
6. VERBRUIKSWAARDEN................................................................................................. 15
7. OPTIES........................................................................................................................... 15
8. INSTELLINGEN..............................................................................................................16
9. VOOR HET EERSTE GEBRUIK......................................................................................17
10. DAGELIJKS GEBRUIK.................................................................................................17
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN.............................................................. 21
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN.........................................................22
13. AANWIJZINGEN EN TIPS.......................................................................................... 23
14. ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................................. 26
15. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................ 29
16. TECHNISCHE GEGEVENS.........................................................................................33
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij
de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2
Algemene veiligheid
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Het apparaat kan losstaand of onder het aanrecht in
de keuken met correcte ruimte worden geïnstalleerd.
NEDERLANDS
3
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na
installatie bereikbaar is.
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt.
Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het
apparaat geïnstalleerd is, om te voorkomen dat
gassen uit apparaten die op andere brandstoffen
werken, zoals open haarden, in de ruimte
terugstromen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten
die gas of andere brandstoffen verbranden (indien van
toepassing).
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
Respecteer het maximale laadvermogen van 8 kg
(raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes die zich rondom het apparaat
hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als spijsolie,
aceton, benzine, petroleum, kerosine,
vlekkenverwijderaars , terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de
droogtrommel te worden gedroogd, te worden
gewassen in heet water met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
www.aeg.com
4
Gebruik het apparaat niet als er industriële chemische
reinigingsmiddelen zijn gebruikt.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met
een rubberen binnenkant en kleding of kussens met
een vulling van schuimrubber dienen niet in de
droogtrommel te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de
wasverzachterinstructies.
Verwijder alle objecten, zoals aanstekers en lucifers,
uit broek-, rok- of jaszakken.
Stop een wasdroger nooit voor het einde van een
droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit de
trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat de
hitte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een droogtrommelcyclus vindt
plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen
dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben
waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet worden
beschadigd.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Bewaar de transportbouten. Als u het
apparaat gaat verplaatsen, moet de
trommel worden geblokkeerd.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
NEDERLANDS 5
Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager is dan 0 °C
of als het is blootgesteld aan het
weer.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Het apparaat mag alleen verticaal
worden verplaatst.
De achterkant van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloerbedekking te creëren.
Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u
nagaan of het waterpas staat. Is dit
niet het geval, stel dan de stelpootjes
af totdat dit wel het geval is.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Alleen voor het VK en Ierland: Het
apparaat heeft een 13 amp. stekker.
Als het noodzakelijk is om de zekering
in de stekker te verwisselen, gebruik
dan een 13 amp. ASTA (BS1362)
zekering.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
2.3 Wateraansluiting
Zorg dat u de waterslangen niet
beschadigt.
Laat het water stromen tot het schoon
is voordat u het apparaat aansluit op
nieuwe leidingen of leidingen die
lang niet zijn gebruikt.
Zorg dat er geen lekkages zijn als u
het apparaat de eerste keer gebruikt.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan
het apparaat.
Gebruik dit apparaat uitsluitend in
een huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het
glas kan heet worden.
Droog geen beschadigde kleding
met vulling of voering.
Als u het wasgoed heeft gewassen
met een vlekverwijderaar, voer dan
een extra spoelcyclus uit voordat u de
droogcyclus start.
Zorg dat u alle metalen onderdelen
uit het wasgoed verwijdert.
Droog uitsluitend textiel dat in de
wasdroogcombinatie mag worden
gedroogd. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
Voorwerpen van kunststof die niet
hittebestendig zijn.
Als u gebruik maakt van een
wasmiddelbal, verwijdert u de bal
voordat u het droogprogramma
instelt.
Gebruik geen wasmiddelbal
wanneer u een non-
stopprogramma instelt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
www.aeg.com6
Ga niet op de open deur zitten of
staan.
Droog geen druipnatte
kledingstukken in het apparaat.
2.5 Verwijdering
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en
huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Apparaatoverzicht
1
2
3
5
6
7
4
1
Werkblad
2
Wasmiddeldoseerbakje
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Stelvoetjes
3.2 De kinderbeveiliging
inschakelen
Dit voorkomt dat kinderen of huisdieren
in de trommel worden opgesloten.
Draai het draaigedeelte rechtsom totdat
de groef horizontaal staat.
U kunt de deur niet sluiten.
Om de deur te sluiten draait u het
draaigedeelte linksom totdat de groef
weer verticaal staat.
3.3 Set bevestigingsplaatjes
(4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde
verkooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat
op een plint plaatst.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
NEDERLANDS
7
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Beschrijving Bedieningspaneel
Temp. °C
TPM
Droogte-
grad
Startuitstel
Start/Pauze
Droogtijd
Tijd
Besparen
Aan/Uit
Strijkvrij
Katoen
+ Voorwas
Synthetica
+ Voorwas
Fijne Was
20 Min. - 3 kg
Wol/Zijde
Spoelen
Centr./
Pompen
Super Eco
Katoen Eco
Non Stop
60 Min.
Katoen
Synthetica
Wol
1 2 3
45678910
1
Aan/Uit toets
2
Programmaknop
3
Display
4
Start/Pauze toets
5
Startuitstel toets
6
Tijd Besparen toets
7
Droogtijd toets
8
Droogtegrad toets
9
TPM toets
10
Temp.°C toets
4.2 Display
BA DC
A
Temperatuurbereik:
Indicatielampje voor temperatuur
Indicatielampje voor koud water.
www.aeg.com8
B
Centrifugebereik:
Indicatielampje toerental
Indicatielampje Niet centrifugeren
1)
Indicatielampje Spoelstop
1)
Alleen beschikbaar voor het programma Centrifugeren / Pompen.
C
Droogniveausymbolen
1)
:
Strijkdroog
Kastdroog
Extra Droog
Display-indicaties
2)
:
Deur vergrendeld - U kunt de deur van het apparaat niet openen als
het symbool zichtbaar is. U kunt de deur van het apparaat uitslui-
tend openen als het symbool verdwijnt.
Wasfase
Droogfase
Kinderslot
Extra spoelbeurt
Uitgestelde start
1)
Lichten op als u een automatisch droogprogramma kiest.
2)
De symbolen verschijnen op de display als de bijbehorende fase of functie is ingesteld.
NEDERLANDS 9
D
Tijdsbereik:
Programmaduurtijd (was- en/of droogfase)
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van 1 minuut.
Uitgestelde start
Als u op de toets Startuitstel drukt, toont het display de uitgestelde
starttijd.
Alarmcodes
Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes
op het display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk "Problee-
moplossing".
Foutbericht
De display toont dit bericht enkele seconden wanneer:
U met dit wasprogramma geen functie kunt instellen.
U het wasprogramma probeert te wijzigen als het in werking is.
Het programma is voltooid
5. PROGRAMMA’S
5.1 Programmatabel
Programma
Temperatuurber-
eik
Maximale be-
lading
Maximale cen-
trifugeersnel-
heid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Wasprogramma's
Katoen
95°C - Koud
8 kg
1600 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht ver-
vuild.
Katoen + Voor-
was
95°C - Koud
8 kg
1600 tpm
Wit en bont katoen. Sterke en normale vervuiling.
Synthetica
60°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normale ver-
vuiling.
Synthetica +
Voorwas
60°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Sterke en nor-
male vervuiling.
www.aeg.com10
Programma
Temperatuurber-
eik
Maximale be-
lading
Maximale cen-
trifugeersnel-
heid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Strijkvrij
60°C - Koud
4 kg
800 tpm
Synthetische stoffen die zacht gewassen moeten
worden. Normaal en licht bevuild.
1)
Fijne Was
40°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
Normale vervuiling.
Wol/Zijde
40°C - Koud
1.5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en delicate stoffen met het «handwas» sym-
bool.
2)
20 Min. - 3 kg
40°C - 30°C
3 kg
1200 tpm
Katoenen en synthetische kleding met lichte ver-
vuiling of slechts eenmaal gedragen.
Spoelen
8 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren.
Alle stoffen.
Centrifugeren/
Pompen
3)
8 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit
de trommel af te voeren. Alle stoffen.
Droogprogramma's
Wol
1 kg Droogprogramma voor wol.
Synthetica
3 kg Droogprogramma voor synthetische stoffen.
Katoen
6 kg Droogprogramma voor katoenen stoffen.
Non Stop 60 Min.
30°C
1 kg
1200 tpm
Compleet programma samengesteld uit wasfase +
droogfase voor een kleine lading met gemengde
stoffen (katoenen en synthetische artikelen).
Energiezuinige programma's
Super Eco
Koud
3 kg
1200 tpm
Gemengde was (katoen en synthetica).
4)
NEDERLANDS 11
Programma
Temperatuurber-
eik
Maximale be-
lading
Maximale cen-
trifugeersnel-
heid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Katoen Eco
5)
60°C - 40°C
8 kg
1600 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuil-
ing. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van
het wasprogramma neemt toe.
1)
Om kreuken in het wasgoed te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte
wasbeurt en centrifugeerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe. Dit programma is niet com-
patibel met drogen.
2)
Tijdens deze cyclus draait de trommel zeer traag. Het kan lijken of de trommel niet draait of niet goed
draait. Dit is normaal gedrag van het apparaat.
3)
Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort wasgoed. Als u de optie
Niet centrifugeren instelt, is de enige afvoerfase beschikbaar.
4)
Dit programma is voor dagelijks gebruik en heeft het laagste energie- en waterverbruik voor goede
wasprestaties.
5)
Het wasprogramma Katoen Eco bij 60ºC met een lading van 8 en het droogprogramma Katoen zijn de
referentieprogramma's voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de EG
92/75 normen.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangeg-
even voor het geselecteerde programma.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
TPM
Extra
spoel-
ing
1)
Tijd Bespa-
ren
2)
Star-
tuitstel
Katoen
Katoen + Voorwas
Synthetica
Synthetica + Voorwas
Strijkvrij
Fijne Was
Wol/Zijde
20 Min. - 3 kg
Spoelen
Centrifugeren/Pompen
3)
Super Eco
www.aeg.com12
Programma
TPM
Extra
spoel-
ing
1)
Tijd Bespa-
ren
2)
Star-
tuitstel
Katoen Eco
4)
1)
Als de functie Permanente extra spoelgang geactiveerd is, voegt het apparaat extra spoelgangen toe.
Als u een lage centrifugeersnelheid instelt in het programma Spoelen, voert het apparaat delicate spoel-
gangen uit met kort centrifugeren.
2)
Als u een kortere cyclusduur instelt, adviseren wij u de hoeveelheid lading te verminderen. Het is mo-
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een optimaal wasresultaat kan dan niet gegarandeerd
worden.
3)
Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort wasgoed. Als u de optie
Niet centrifugeren instelt, is de enige afvoerfase beschikbaar.
4)
Voor dit programma kunt u alleen de duur Extra kort instellen.
5.2 Programma's voor automatisch drogen
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Extra Droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 6 kg
Kastdroog
1)
Voor op te bergen kledingstukken
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 6 kg
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen)
tot 3 kg
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die gestrek-
en moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over-
hemden, etc.)
tot 6 kg
1)
Aanwijzingen voor testinstituten Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd met
een EERSTE drooglading van 5 kg (samenstelling: kussenovertrekken en handtoeken) door instelling van
het AUTOMATISCH KASTDROOG-programma voor katoen. De TWEEDE drooglading van 3 kg (samens-
telling: 3 lakens en handdoeken) moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH
KASTDROOG voor katoen.
NEDERLANDS 13
5.3 Programma's voor tijddrogen
Droogheidsniveau Soort stof Lading
(kg)
Centrifu-
gesnel-
heid
(tpm)
Voorges-
telde duur
(min)
Extra Droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
6 1600 225 - 245
4 1600 135 - 155
2 1600 95 - 105
Kastdroog
Voor op te bergen kle-
dingstukken
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
6 1600 215 - 235
4 1600 125 - 145
2 1600 85 - 95
Kastdroog
Voor op te bergen kle-
dingstukken
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen)
3 1200 135 - 145
1 1200 40 - 50
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen
die gestreken moeten
worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over-
hemden, etc.)
6 1600 185 - 205
4 1600 95 - 115
2 1600 75 - 85
Wol droog Wol
(wollen truien)
1 1200 110 - 130
5.4 Woolmark Apparel Care -
Blauw
De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor
het wassen van wollen kleding
waarvan in het label staat dat het
handwas is, op voorwaarde dat de
kledingstukken worden gewassen
volgens de instructies op het label in
het kledingstuk en die van de
fabrikant van deze wasmachine. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in
de kleding. M1230
De woldroogcyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor
het drogen van wollen kleding
waarvan in het label staat dat het
handwas is, op voorwaarde dat de
kledingstukken worden gedroogd
volgens de instructies op het label in
het kledingstuk en die van de
fabrikant van deze wasmachine. Volg
de instructies op het voorschrift in de
kleding. M1224
In het VK, Ierland, Hong Kong en India is
het Woolmark-symbool is een
certificeringshandelsmerk.
www.aeg.com
14
6. VERBRUIKSWAARDEN
De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende oorzaken
kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed, het
water en de omgevingstemperatuur.
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor
de maximale laadcapaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en
deze kan flink worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de
maximale laadcapaciteit (bijv. katoen 60°C, maximale laadcapaciteit 8
kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, lading 1 kg, de programma-
duur is nog geen uur).
Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een
punt in het display.
Programma’s Lading
(kg)
Energie-
verbruik
(kWh)
Waterver-
bruik (liter)
Gemiddelde pro-
grammaduur (mi-
nuten)
Katoen 60 °C 8 1.60 72 168
Katoen Eco
Katoen ECO programma 60
°C
1)
8 1.04 59 225
Katoen 40 °C 8 1.00 72 164
Synthetische stoffen 40 °C 4 0.60 50 110
Fijne was 40 °C 4 0.70 60 91
Wol/Handwas 30 °C 1.5 0.35 57 58
1)
«Katoen ECO programma» 60 °C met een belading van 8 kg is het referentieprogramma voor de geg-
evens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
7. OPTIES
7.1 Temp.°C
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
Indicatielampje = koud water.
Het display toont de ingestelde
temperatuur.
7.2 TPM
Met deze optie kunt u de
standaardcentrifugeersnelheid verlagen.
Het indicatielampje van de ingestelde
snelheid wordt op het display
weergegeven.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen te verwijderen.
Instellen voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water
voor sommige wasprogramma's.
Op het display verschijnt het
indicatielampje .
NEDERLANDS 15
Spoelstop
Stel deze optie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen.
Het wasprogramma stopt met water
in de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreukvorming van het
wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet
het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Op het display verschijnt het
indicatielampje .
Zie om het water weg te
pompen 'Aan het einde van
het programma'.
7.3 Droogtegrad
Druk op deze toets om automatisch één
van de 3 droogniveaus, voorgesteld door
het apparaat, in te stellen. Het symbool
van het ingestelde niveau wordt op het
display weergegeven:
Strijkdroog – wasgoed moet nog
gestreken worden
Kastdroog – wasgoed om op te
bergen
Extra droog – wasgoed volledig
droog
U kunt niet alle
automatische niveaus
voor alle stofsoorten
instellen.
7.4 Droogtijd
Druk op deze toets om op basis van de
stofsoort in te stellen hoe lang de was
moet drogen. De ingestelde waarde
wordt in het display weergegeven.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd.
U kunt niet alle tijdwaarden
voor de verschillende
stofsoorten instellen.
7.5 Tijd Besparen
Met deze optie kunt u de
programmaduur inkorten.
Eenmaal drukken om 'Verkorte duur'
in te stellen voor voorwerpen met
dagelijks vuil.
Druk twee keer voor het instellen van
een extra snel programma voor
wasgoed dat bijna niet vuil is.
Sommige programma's
accepteren alleen één van
de twee opties.
7.6 Startuitstel
Met deze optie kunt u de start van een
programma uitstellen van 30 minuten tot
20 uur.
Op de display verschijnt de
bijbehorende indicatie en uitsteltijd.
8.
INSTELLINGEN
8.1 Geluidssignalen
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
U het apparaat inschakelt
U het apparaat uitschakelt
U op een toets drukt.
Het programma is voltooid
Er een storing in het apparaat
optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op Droogtegrad en Droogtijd
gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
8.2 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
op Temp. °C en TPM. tot het
indicatielampje
aan/uit gaat.
www.aeg.com
16
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op Start/Pauze heeft gedrukt:
worden de opties en de
programmaknop vergrendeld.
Voordat u op Start/Pauze heeft
gedrukt: kan het apparaat niet
starten.
8.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
opTijd Besparen en Startuitstel tot het
indicatielampje Extra Spoelen aan/uit
gaat.
9. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Giet 2 liter water in het
wasmiddeldoseerbakje voor de
wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
2. Doe een klein beetje wasmiddel in
het doseervakje voor de wasfase.
3. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
10. DAGELIJKS GEBRUIK
10.1 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat
2. Plaats het wasgoed een voor een in
de trommel.
3. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Sluit de vuldeur.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen
de deur blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd wasgoed
ontstaan.
10.2 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter, vlekkenmiddel)
toevoegen
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
NEDERLANDS 17
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op
de verpakking van de
wasmiddelen.
10.3 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze stopt.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
1
2
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
A
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
B
Met de klep in de stand
OMLAAG:
Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
Stel de voorwasfase
niet in.
Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
10.4 Het apparaat inschakelen
1. Draai de waterkraan open.
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Druk op toets Aan/Uit om het
apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon.
10.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om
het programma in te stellen:
Het bijbehorende indicatielampje
gaat branden.
Het indicatielampje Start/Pauze
knippert.
Op het display verschijnt: de
standaard temperatuur, de
centrifugesnelheid, de
indicatielampjes van de
www.aeg.com
18
programmafasen en de
programmaduur.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur,
de centrifugeersnelheid, de
cyclusduur of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde
optie branden.
Als u iets niet goed instelt,
toont het display de melding
Err.
10.6 Een programma starten
zonder een uitgestelde start
Druk op toets Start/Pauze om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display gaat de aanduiding van
de werkende fase knipperen.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het symbool .
De afvoerpomp kan even
werken als het apparaat
gevuld wordt met water.
10.7 Gedrag van het apparaat
Na ongeveer 15 minuten na
de start van het programma:
Het apparaat past de
cyclustijd automatisch
aan op het wasgoed dat
u in de trommel hebt
gedaan, voor perfecte
wasresultaten binnen een
minimaal benodigde tijd.
Op de display verschijnt
de nieuwe tijdwaarde.
10.8 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op toets
Startuitstel tot het aantal minuten of
uren op de display verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
2. Als u op de toets Start/Pauze drukt:
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt
het wasprogramma automatisch gestart.
Voordat u op toets Start/
Pauze drukt om het apparaat
te starten, kunt u de
instelling van de uitgestelde
start annuleren of wijzigen.
10.9 De uitgestelde start
annuleren
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
op pauze te zetten.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Druk herhaaldelijk op Startuitstel tot
het display
staat.
3. Druk weer op Start/Pauze om het
programma direct te starten.
10.10 Een programma
onderbreken en een functie
wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1. Als u op de toets Start/Pauze drukt:
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de ingestelde functie.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
10.11 Een actief programma
annuleren
1. Druk op toets Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Het apparaat voert het water
af voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in
dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het
doseerbakje zit, zo niet vul
het dan bij.
NEDERLANDS 19
10.12 De deur openen
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel
te hoog zijn en de trommel
nog draait, kunt u de deur
niet openen.
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de wasmachine
vergrendeld.
1. Als u op de toets Start/Pauze drukt:
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Sluit de deur en druk op toets Start/
Pauze.
Het programma of startuitstel gaat
verder.
10.13 Einde programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. Als het
geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
Op het display gaat
aan en het
indicatielampje deur vergrendeld
gaat uit.
Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit.
1. Druk op toets Aan/Uit om het
apparaat uit te schakelen.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste ingestelde
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen
10.14 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
Het indicatielampje van de deur
brandt. De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur
te kunnen openen:
1. De centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
2. Druk op de knop Start/Pauze.
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op Aan/Uit
om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint
het apparaat automatisch
met het afvoeren van water
en centrifugeren.
10.15 AUTO Stand-by-optie
De AUTO Stand-by-optie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knop Start/Pauze drukt niet
gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display
Draai aan de programmaknop om
een nieuwe cyclus in te stellen.
www.aeg.com
20
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Instelling voor drogen
WAARSCHUWING!
Controleer of de
waterkraan is geopend.
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
2. Steek de was één voor één in het
apparaat.
3. Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed. Op het
display verschijnt het symbool .
Overschrijd voor goede
droogprestaties niet de
maximale laadcapaciteit die
in de gebruikershandleiding
wordt aanbevolen. De
ingestelde
centrifugeersnelheid mag
niet lager zijn dan de
automatische snelheid van
het ingestelde programma.
11.2 Drogen op automatische
niveaus
Het wasgoed kan worden gedroogd op
vooraf bepaalde droogniveaus:
1. Druk herhaaldelijk op Droogtegrad
tot het display een van volgende
droogheidniveaus aangeeft:
: Aanduiding STRIJKDROOG-
niveau voor katoen
: Aanduiding KASTDROOG-
niveau voor katoen en synthetica
: Aanduiding EXTRA DROOG-
niveau voor katoen
Op het display verschijnt een
tijdswaarde, berekend aan de hand van
een standaard wasgoedlading. Als er
meer of minder wasgoed in de trommel
zit, past het apparaat de tijdswaarde
tijdens de cyclus automatisch aan.
2. Druk op Start/Pauze om het
programma te starten.
Op het display verschijnt de aanduiding
voor gesloten deur . Het
droogsymbool begint te knipperen.
U kunt niet alle niveaus voor
alle soorten wasgoed
instellen.
11.3 Ingesteld tijddrogen
Het wasgoed kan ook worden gedroogd
met een handmatig instelde droogtijd:
1. Druk herhaaldelijk op Droogtijd om
de tijdswaarde in te stellen (zie de
tabel «Programma's voor
tijdsingesteld drogen»).
De ingestelde waarde wordt in
het display weergegeven: bijv.:
. Telkens als u deze toets
indrukt wordt de droogtijd met 5
minuten verlengd.
Na enkele seconden geeft het
display een nieuwe tijdwaarde
weer: bijv.: . Het apparaat
berekent ook de duur van de anti-
kreukbeveiliging- en de koelfases.
2. Druk op Start/Pauze om het
programma te starten.
Op het display verschijnt
regelmatig een nieuwe
tijdwaarde.
Het droogsymbool begint te
knipperen.
Op het display verschijnt de
aanduiding voor gesloten deur
.
Als u een tijdswaarde van
slechts 10 minuten instelt,
voert het apparaat alleen
een afkoelfase uit.
Als het wasgoed niet droog
genoeg is, stel opnieuw een
korte droogtijd in.
NEDERLANDS 21
11.4 Einde van het
droogprogramma
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
In het display gaat het symbool aan.
Het indicatielampje Start/Pauze gaat
uit.
De laatste minuten van de
droogcyclus voert het apparaat een
koel- en anti-kreukfase uit. De deur
blijft vergrendeld.
Wanneer het deursymbool voor de
vergrendeling
uit gaat, kunt u de
deur openen.
1. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit om het apparaat uit te
schakelen.
Een paar minuten na afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende functie het apparaat
automatisch uit.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 NON-Stop-programma
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
2. Steek de was een voor een in het
apparaat.
Overschrijd voor goede
droogprestaties niet de
maximale laadcapaciteit die
in de gebruikershandleiding
wordt aanbevolen. De
ingestelde
centrifugeersnelheid mag
niet lager zijn dan de
automatische snelheid van
het ingestelde programma.
3. Vul de bakjes met wasmiddel en
additieven.
4. Draai de programmaknop op het
wasprogramma.
De symbolen van de verschillende
wasfasen worden op het display
weergegeven.
5. Stel de beschikbare opties in.
12.2 Wassen & Automatisch
drogen
1. Druk herhaaldelijk op Droogtegrad
tot het display een van volgende
droogheidniveaus aangeeft:
: Aanduiding STRIJKDROOG-
niveau voor katoen
: Aanduiding KASTDROOG-
niveau voor katoen en synthetica
: Aanduiding EXTRA DROOG-
niveau voor katoen
Op het display verschijnt het
indicatielampje . De tijdswaarde op het
display is de duur van de was- en
droogfasen, berekend aan de hand van
een standaard wasgoedlading.
Voor een goede droging
laat het apparaat u niet toe
een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Druk op Start/Pauze om het
programma te starten.
In het display blijft de aanduiding van de
ingestelde droogheid aan.
Het deurvergrendelingssymbool
gaat aan.
Op het display verschijnt regelmatig een
nieuwe tijdwaarde.
www.aeg.com
22
De laatste minuten van de
droogcyclus voert het
apparaat een anti-
kreukbeveiliging en de
afkoelfasen uit.
12.3 Wassen & Tijddrogen
Voor een goede droging laat het
apparaat u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te stellen voor de
te wassen en drogen items.
1. Druk op toets Droogtijd om de
droogtijd in te stellen. Op het display
verschijnt 10 minuten.
De indicatie verschijnt op het display.
De ingestelde droogtijdwaarde wordt in
het display weergegeven. bijvoorbeeld:
. Na enkele seconden toont het
display de definitieve tijdwaarde ,
d.w.z. de totale duurtijd van de was- en
droogcycli (wassen + drogen + anti-
kreukbeveiliging + koelfasen).
Als u pas na het wassen 10
minuten droogtijd instelt,
berekent het apparaat ook
de duurtijd van de anti-
kreukbeveiliging- en
koelfasen.
2. Druk op Start/Pauze om het
programma te starten.
In het display gaat het symbool aan.
De deur blijft vergrendeld. Op het
display verschijnt regelmatig een nieuwe
tijdwaarde.
12.4 Einde van het programma
Het apparaat stopt automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze actief
zijn).
Voor meer informatie, raadpleeg ‘Aan
het einde van het droogprogramma "
van het vorige hoofdstuk.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
2. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
12.5 Pluisjes op kleding
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons, wol,
sweaterstof) pluisjes af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen
kleven.
Dit nadeel verergert bij technische
stoffen.
Ter voorkoming van pluisjes in uw
wasgoed, bevelen wij u het volgende
aan:
Was geen donkere stoffen na het
wassen en drogen van lichte stoffen
(nieuwe spons, wol en sweaterstof) en
vice versa.
Laat dit soort stoffen in de openlucht
drogen wanneer ze voor het eerst
gewassen zijn.
Reinig het afvoerfilter.
Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur
grondig met een natte doek.
12.6 Hoe verwijdert u pluisjes
van kledingstukken?
Voor het verwijderen van pluisjes in de
trommel, stelt u een speciaal programma
in:
1. Maak de trommel leeg.
2. Maak de trommel, pakking en deur
grondig schoon met een natte doek.
3. Stel het spoelprogramma in.
4. Druk om de reinigingsfunctie in te
schakelen, tegelijkertijd toets TPM en
Droogtijd in totdat CLE op het
display verschijnt.
5. Druk op Start/Pauze om het
programma te starten.
13.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 23
13.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een zak of kussensloop.
Was geen wasgoed in het apparaat
zonder zomen of met scheuren.
Gebruik een waszakje om kleine items
te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen
handmatig verdelen in de trommel en
de centrifugefase opnieuw starten.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
verwijderen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekverwijderaar die geschikt is voor het
type vlek en stof.
13.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die
bedoeld zijn voor gebruik in een
wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten
weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen
(40 °C max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij
voorkeur voor wasprogramma's
op lage temperatuur (60 °C max.)
voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van deze
producten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de
programmatemperatuur en de mate
van vervuiling.
Als uw machine geen
wasmiddeldoseerbakje heeft met
klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol
(meegeleverd bij het wasmiddel).
13.4 Milieutips
Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat
normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met
de maximum hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een
vlekkenverwijderaar als u een
programma met een lage
temperatuur instelt.
Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken
13.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
www.aeg.com
24
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de
waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
13.6 Tips voor het drogen
De droogfase voorbereiden
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
13.7 Items die niet gedroogd
mogen worden
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
Zeer fijne was.
Synthetische gordijnen.
Kledingstukken met metalen
invoegstukken.
Nylon kousen.
Dekbedden.
Bedspreien.
Dekbedovertrekken.
Anoraks.
Slaapzakken
Stoffen met restjes haarspray,
nagelremover of iets dergelijks.
Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken.
13.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
= Droogprogramma op hoge
temperatuur
= Droogprogramma op lage
temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
13.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
snelheid van de laatste keer
centrifugeren
droogheidsniveau
Soort wasgoed
Gewicht van de hoeveelheid wasgoed
13.10 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken in stof of
krimpen van kleding te
voorkomen, moet u de was
niet te droog maken.
13.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel
"Droogprogramma's" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
U zult uit ervaring merken wat de beste
manier is om uw wasgoed goed droog te
krijgen. Houd bij hoe lang uw
droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Zorg dat u uw wasgoed aan het einde
van het droogprogramma zo snel
mogelijk uit het apparaat haalt.
NEDERLANDS
25
14. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
14.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het
wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer
regelmatig een onderhoudswas uit. Om
dit te doen:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Stel het katoenprogramma in met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
14.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
14.5 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen
1.
1
2
2.
www.aeg.com26
3. 4.
14.6 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
1
2
3
2.
3. 4.
45°
20°
14.7 Het afvoerfilter schoonmaken
WAARSCHUWING!
Reinig het afvoerfilter niet
als het water in de machine
heet is.
NEDERLANDS 27
1.
2.
2
11
3. 4.
1
2
5.
1
2
6.
7. 8.
1
2
www.aeg.com28
9.
1
2
14.8 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot
(9) uit van 'Het afvoerfilter reinigen'.
Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren.
14.9 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan 0
°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
15.1 Introductie
Het apparaat start niet of stopt niet
tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Neem indien dit niet
lukt contact op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
NEDERLANDS 29
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in werking
getreden. Koppel het apparaat los en
draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met de klantenservice.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit
voordat u controles uitvoert.
15.2 Mogelijke storingen
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge-
brand.
Zorg ervoor dat de toets Start/Pause is ingedrukt.
Als de starttijdkeuze is ingesteld, annuleert u deze functie of
wacht u tot de afloop van de uitgestelde start.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig
contact op met uw lokale waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Zorg ervoor dat de filter van de toevoerslang en de filter van
de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoer-
slang aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
Het apparaat vult zich
niet met water en pompt
dit direct weg.
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De
slang kan te laag hangen.
Het apparaat pompt
geen water weg.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de waterafvoer-
slang aanwezig zijn.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no-
dig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
www.aeg.com30
Probleem Mogelijke oplossing
Zorg ervoor dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct
is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder af-
voerfase instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen
waarbij water in de kuip blijft.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wascy-
clus duurt langer dan
normaal.
Stel het centrifugeprogramma in.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien no-
dig het filter. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de
centrifugefase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroor-
zaakt door problemen met de balans.
Er ligt water op de vloer. Zorg ervoor dat de aansluitingen van de waterslangen goed
vast zitten en dat er geen lekken zijn.
Controleer of de waterafvoerslang niet is beschadigd.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveel-
heid gebruikt.
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
Zorg ervoor dat het wasprogramma voltooid is.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water
in de trommel bevindt.
Zorg ervoor dat het apparaat stroom krijgt.
Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van het
apparaat. Neem contact op met de Servicedienst. Als u de
deur moet openen, lees dan zorgvuldig “Nooddeuropening”.
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg "Montage".
Zorg ervoor dat de verpakking en/of de transportbouten ver-
wijderd zijn. Raadpleeg "Montage".
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De cyclus is korter dan
de weergegeven tijd.
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de
wasgoedlading. Zie het hoofdstuk ‘Verbruikswaarden’.
De cyclus is langer dan
de weergegeven tijd.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is
normaal gedrag van het apparaat.
NEDERLANDS 31
Probleem Mogelijke oplossing
Het wasresultaat is niet
bevredigend.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
Gebruik voor het verwijderen van hardnekkige vlekken speciale
producten voordat u het wasgoed wast.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de hoeveelheid wasgoed.
U kunt geen optie instell-
en.
Zorg dat u alleen op de gewenste knop(pen) drukt.
Het apparaat droogt niet
of droogt niet goed.
Draai de waterkraan open.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is.
Haal wat wasgoed uit de trommel.
Zorg ervoor dat u de juiste cyclus ingesteld hebt. Indien nodig,
stel een kortere droogtijd in.
Het wasgoed zit vol met
pluisjes van verschillende
kleuren.
De stof gewassen in de vorige cyclus heeft pluisjes met een an-
dere kleur afgegeven:
De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te verwijde-
ren.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Laat bij veel pluizen in de trommel het speciale reinigingsprog-
ramma lopen (zie “Pluisjes op kleding” voor meer details).
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het
werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Als de display andere alarmcodes aangeeft. Het apparaat uit en weer aanzetten. Als het
probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
15.3 Nooddeuropening
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Zorg ervoor dat de
watertemperatuur en het
wasgoed niet heet zijn.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
trommel niet draait. Wacht
indien nodig tot de
trommel stopt met
draaien.
www.aeg.com32
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie “Water afvoeren in
een noodgeval” in het
hoofdstuk “Onderhoud en
reiniging”).
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop Aan/Uit om het
apparaat uit te schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodontgrendeling omlaag
en open tegelijkertijd de deur van
het apparaat.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
16. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / hoogte / die-
pte / totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 605 mm/ 639 mm
Aansluiting op het elek-
triciteitsnet
Spanning
Totale stroom
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen
vaste stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen
waar de laagspanningsapparatuur geen bescherm-
ing tegen vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Maximale belading was-
goed
Katoen 8 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Cotton (Katoen)
Synthetica
6 kg
3 kg
Centrifugeersnelheid Maximum 1600 tpm
17. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
NEDERLANDS
33
www.aeg.com34
NEDERLANDS 35
www.aeg.com/shop
132919693-A-492014
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

AEG L77685WD Handleiding

Type
Handleiding