Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg
het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; herhaal
de behandeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpen-
tine, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep
de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestver-
wijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voor-
zichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestruc-
tuur in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is
dat de vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel;
goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behande-
len (alleen witte en kleurechte weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton
1)
, leg het kle-
dingstuk op een zachte doek en dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven,
vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Be-
handel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoe-
len en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervol-
gens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen
met bleekmiddel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst
met aceton
1)
en dan met azijnzuur; behandel evt. achter-
gebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna
grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar,
brandspiritus of wasbenzine, vervolgens inwrijven met
reinigingspasta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van
het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden
om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten was-
middelen stoffen die - in grote hoeveelheden - de broze
balans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof
(fijne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur
en de mate van vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kun-
nen in deze machine worden gebruikt:
• waspoeder voor alle soorten weefsels
• waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol
• vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor waspro-
gramma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle
soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in
het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan
voordat het wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient
een programma zonder voorwas te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem
dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel
mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft
de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX"
teken in de wasmiddellade niet .
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel han-
gen af van het type weefsel, de hoeveelheid wasgoed, de
mate van vervuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over de
te gebruiken hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
• als u een kleine lading wast
• het wasgoed licht vervuild is
• er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zoge-
naamde hardheidsgraden. Informatie over de hardheid
van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij
het desbetreffende waterleidingbedrijf. Als de waterhard-
heid middelmatig of hoog is, raden we aan een wateront-
harder toe te voegen, waarbij u altijd de instructies van de
fabrikant opvolgt. Als de hardheid van het water zacht is,
pas dan de hoeveelheid wasmiddel aan.
1) (*) gebruik geen aceton op kunstzijde
9