NL
40
Woordenlijst
DHCP Dynamic Host Configuration Protocol. Dit protocol configureert automatisch de
TCP/IP-instellingen van iedere computer in uw thuisnetwerk.
DNS Server Address DNS staat voor Domain Name System, waarmee host-computers op het internet
kunnen beschikken over een domeinnaam en één of meer IP-adressen. Een DNS-
server houdt een database bij van host-computers en hun respectievelijke
domeinnamen en IP-adressen, zodat wanneer er een domeinnaam wordt aangevraagd,
de gebruiker naar het juiste IP-adres wordt gestuurd. Het DNS serveradres dat
wordt gebruikt door de computers in uw thuisnetwerk is de locatie van de DNS-
server die uw ISP heeft toegewezen.
DSL Modem DSL staat voor Digital Subscriber Line. Een DSL-modem maakt gebruik van uw
bestaande telefoonlijnen om gegevens met hoge snelheden te verzenden.
Ethernet Een standaard voor computernetwerken. Ethernet-netwerken zijn aangesloten door
middel van speciale kabels en hubs en verzenden gegevens met een snelheid tot
10 miljoen bits per seconde (Mbps).
HPNA Home Phone Line Networking Alliance. Dit is een vereniging van bedrijven die o.a.
samenwerken om te garanderen dat er één, algemene netwerkstandaard wordt
gebruikt voor de telefoonlijn. Uw Home Connect thuisnetwerk gateway voldoet aan
HPNA Specificatie 2.0, waarbij netwerksnelheden mogelijk zijn van maximaal 1 miljoen
bits per seconde (Mbps) met gebruikmaking van de bestaande telefoonlijnen in uw huis.
IP Address IP staat voor Internet Protocol. Een IP-adres bestaat uit een reeks van vier nummers
die met punten worden gescheiden. Hiermee wordt een enkele, unieke Internet
computerhost aangeduid. Bijvoorbeeld: 192.34.45.8.
ISP Gateway-adres Het ISP Gateway-adres is een IP-adres voor de Internet-router die zich
(zie ISP voor omschrijving) p de vestiging van de ISP bevindt. Dit adres is alleen noodzakelijk als er gebruik wordt
gemaakt van een kabel- of DSL-modem.
ISP Internet Service Provider. Een ISP is een bedrijf dat aansluiting biedt op het Internet
voor particulieren en bedrijven of organisaties.
LAN Local Area Network. Een LAN is een groep computers en apparaten die op elkaar
zijn aangesloten in een relatief klein gebied (bijvoorbeeld een huis of kantoor). Uw
thuisnetwerk wordt als een LAN gezien.
MAC Address MAC staat voor Media Access Control. Een MAC-adres is het hardware-adres van
een apparaat dat aangesloten is op een netwerk.
NAT Network Address Translation. Dit proces maakt het mogelijk dat alle computers in
uw thuisnetwerk gebruik maken van één IP-adres. Door gebruik te maken van de
NAT-functie van de Home Connect thuisnetwerk gateway, kunt u toegang krijgen tot
het Internet vanaf iedere computer in uw thuisnetwerk, zonder dat u meerdere IP-
adressen hoeft aan te schaffen bij uw ISP.
PPPoE Point-to-Point Protocol over Ethernet. Point-to-Point Protocol is een methode voor
veilige gegevenstransmissie die oorspronkelijk is gecreëerd voor inbelverbindingen;
PPPoE is voor Ethernet-verbindingen.
RJ-45 Registered Jack-45, 8-draads verbinding
Tweede inbelnummer Er wordt een tweede inbelnummer gebruikt door uw ISP als er via het eerste
inbelnummer te veel andere klanten toegang hebben. Het tweede inbelnummer wordt
gebruikt als er geen toegang kan worden verkregen tot het eerste inbelnummer.
SPI Stateful Packet Inspection. SPI is het type Internetbeveiliging op bedrijfsniveau dat
wordt geleverd door uw Home Connect thuisnetwerk gateway. Door gebruik te
maken van SPI, werkt de gateway als een “firewall”, waardoor uw netwerk wordt
beschermd tegen computerhackers.
Subnet Mask Een subnet mask, wat onderdeel kan zijn van de TCP/IP-informatie die wordt
verstrekt door uw ISP, is een reeks van vier nummers met dezelfde opmaak als een
IP-adres. Het wordt gebruikt om IP-adresnummers te creëren die alleen binnen een
bepaald netwerk worden gebruikt (in tegenstelling tot geldige IP-adresnummers die
worden herkend door het Internet en die moeten zijn toegewezen door InterNIC).
TCP/IP Transmission Control Protocol/Internet Protocol. Dit is het standaard protocol voor
gegevenstransmissie over het Internet.
WAN Wide Area Network. Een netwerk dat computers in geografisch afzonderlijke
gebieden op elkaar aansluit (b.v. verschillende gebouwen, steden, landen). Het
Internet is een wide area network.