• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
• Maak alle zakken leeg en vouw alles
open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren.
• Gebruik een waszakje om kleine items
te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als
dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (raadpleeg
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze -
Départ/Pause. De
centrifugeerfase gaat door.
12.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
12.3 Wasmiddelen en andere
behandelingen
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal
bedoeld zijn voor wasmachines:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels, met uitzondering van
fijne was. Kies bij voorkeur voor
waspoeder met bleekmiddel voor
witte was en hygiënisch wassen
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor alle
weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• Gebruik de verschillende soorten
wasmiddelen niet tegelijkertijd.
• Denk aan het milieu en gebruik niet
meer dan de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel.
• Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
• Gebruik de aanbevolen wasmiddelen
voor het type en de kleur van het
wasgoed, voor de
programmatemperatuur en voor de
mate van vervuiling.
12.4 Tips voor milieuvriendelijk
gebruik
• Kies een programma zonder voorwas
om normaal vervuild wasgoed te
wassen.
• Start het wasprogramma altijd met de
maximaal toegestane
wasgoedbelading.
• Als u de vlekken voorbehandelt of
een vlekkenverwijderaar gebruikt, stel
dan een programma in met een lage
temperatuur.
• Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
12.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterontharder niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de
waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies
NEDERLANDS
31